DAGPROGRAMMA – DERDE LEERJAAR · 2020. 4. 22. · Jij schrijft het goed Vul de juiste vorm van...
Transcript of DAGPROGRAMMA – DERDE LEERJAAR · 2020. 4. 22. · Jij schrijft het goed Vul de juiste vorm van...
DAGPROGRAMMA – DERDE LEERJAAR Naam: _________________________________________________
© Uitgeverij Plantyn www.leerleefbeleef.be – Dagtaken – Maart-april 2020
DAGTAAK 17
Hallo,
Een nieuwe dag en een nieuwe taak. Ben je er ook klaar voor?
VAK TAAK Klaar?
Spellingopdracht Leesopdracht
Rekenen: Cijferen optellen
WO: Snaterende eendje
DAGPROGRAMMA – DERDE LEERJAAR Naam: _________________________________________________
© Uitgeverij Plantyn www.leerleefbeleef.be – Dagtaken – Maart-april 2020
Dagboek van ______________________ Wie zie jij graag? En waarom is dat precies? ________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________
Je mag het ook tekenen:
Werkwoorden
• zeggen wat we kunnen doen;• kunnen drie vormen hebben:
ENKELVOUD ENKELVOUD MEERVOUD stam stam + t infinitiefdrinken drink drinkt drinkenslapen slaap slaapt slapen
Jij en ik samen
■■ Vul de tabel aan.
infinitief Ik … Jij … Wij …
springen
werken
zoeken
groeien
Dat past!
■■ Kleur het werkwoord dat het best in de zin past.
De meesterfiets
elke dag naar school.fietst
De kinderenvangen
de bal.vangt
Ikzoeken
mijn nieuwe winterjas.zoek
Na de pauzeluister
wij naar een mooi verhaal.luisteren
De tien voetballersjuicht
bij het doelpunt.juichen
1
2
T5 Rem 21: werkwoorden schrijven
43© De Taalkanjers Spelling 3, Plantyn Remediëring toetsen
Jij schrijft het goed
■ Vul de juiste vorm van het werkwoord in de zin in.
duiken De redder het water in.
springen Ik heel erg ver.
drinken De kleuter nog een flesje melk.
snoepen Mijn papa erg veel.
gooien De jongen de bal in het doel.
maaien Oma elke week het gras.
zingen De meisjes een mooi liedje.
krijgen Wanneer jij een nieuwe fiets?
■ Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet!
3
Hoe deed ik de taak?
Ik denk Juf/Meester vindt
44 Remediëring toetsen © De Taalkanjers Spelling 3, Plantyn
Lees de tekst (een sprookje).
Doe dan wat Billie je vraagt.
Opdrachten lezen 3e leerjaar
© Plantyn – Zo gezegd, zo gerekend!
Thema 7 – Bang in het donker 11
Les 82 • Getallen Cijferen: optellen
Noteer eerst je schatting. Los op.
Eerst schatten! Noteer de getallen in de schema’s en los de oefeningen op.
Denk aan de schatting! Noteer de getallen onder elkaar en los de oefeningen op.3
1
2
Ik schat: … + … = … … + … = … … + … = …
314 + 245 = … 603 + 284 = … 136 + 442 = …
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
206 + 653 = … 530 + 262 = … 723 + 76 = …
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
4 3 3
4 5 0
2 4 5
1 3 3
3 3 8
4 4 1
© Plantyn – Zo gezegd, zo gerekend!
Thema 7 – Bang in het donker12
Noteer eerst je schatting. Los dan op.
Eerst schatten! Noteer de getallen in de schema’s en los de oefeningen op.
Denk aan de schatting! Noteer de getallen onder elkaar en los de oefeningen op.
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
300 + … = … 550 + … = … 20 + … = …
307 + 82 = … 541 + 250 = … 26 + 543 = …
3
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
300 + 550 = … 650 + 150 = … 200 + 400 = …
327 + 542 = … 648 + 151 = … 234 + 432 = …
2
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
600 + 300 = … 600 + 400 = … 30 + 700 = …
+ + +
5 7 4
3 1 5
6 0 8
3 8 1
2 7
7 4 0
700 + … = … 500 + … = … 350 + … = …
+ + +
7 3 0
5 7
4 7 8
3 2 0
3 5 8
3 3 1
1
© Plantyn – Zo gezegd, zo gerekend!
Thema 7 – Bang in het donker16
Les 85 • Getallen Cijferen: optellen
Noteer eerst je schatting. Los dan op.
Eerst schatten! Noteer de getallen in de schema’s en los de oefeningen op.
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
603 + 456 = … 36 + 683 = … 230 + 829 = …
+ + +
… + … = … … + … = … … + … = …
635 + 47 = … 369 + 428 = … 673 + 156 = …
2
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
6 1 9
3 7
7 3 1
1 7 4
5 6 7
4 1 2
… + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
6 7 0
1 6 3
6 4
7 2 5
6 2 8
2 9 1
1
© Plantyn – Zo gezegd, zo gerekend!
Thema 7 – Bang in het donker18
Noteer eerst je schatting. Los daarna op.
Eerst schatten! Noteer de getallen in de schema’s en los de oefeningen op.
Schrijf er je schatting bij en los op.
Ik schat: … + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
5 2 4
6 7
3 5 2
3 6 0
5 4
4 3 8
3
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
425 + 603 = … 27 + 365 = … 750 + 148 = …
+ + +
2
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
Ik schat:
D H T ED H T E D H T E
… + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
4 6 5
2 8
3 7 0
3 8 2
5 2 4
3 0 7
… + … = … … + … = … … + … = …
+ + +
2 8 4
6 4 3
3 7
6 4 9
3 4 6
2 3 2
1
Natuur
Het snaterende eendje
1 Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.
Verbind het dier met het geluid dat het maakt.
de haan l l kirt
de eend l l kraait
de koe l l snatert
de duif l l loeit
de ezel l l knort
het varken l l hinnikt
het paard l l balkt
het schaap l l blaat
2 Herken je mij?
Je ziet een deel van een dier. Schrijf de naam van het dier onder
de foto.
Kies uit: haan – eend – koe – duif – goudvis – schaap – varken – slak – paard – hond.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dit kun je straks
Je kunt geluiden van dieren rondom ons herkennen en benoemen.
Je weet hoe deze dieren zijn aangepast aan hun omgeving.
Dit kun je al
Je weet dat dieren leven in een eigen woonomgeving.
Je kunt voorbeelden geven van huisdieren, boerderijdieren, wilde dieren
en dieren in de zoo.
Natuur
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 Besluit
Omcirkel wat past.
Dieren met veren leven meestal in de lucht – in het water – op het land.
De vogels die ook in het water leven hebben zwemvliezen. Denk aan de eend.
Ze hebben allemaal geen – twee – vier poten en geen – twee vleugels.
Dieren met een vacht leven meestal in de lucht – in het water – op het land.
Ze hebben geen – twee – vier poten en geen – twee vleugels.
Het zijn meestal zoogdieren. Dit wil zeggen dat hun jongen levend worden geboren en
zogen bij de moeder.
Sommige dieren met een vacht baden ook graag eens pootje.
Dieren met schubben leven meestal in de lucht – in het water – op het land.
Ze hebben meestal vinnen en kieuwen.
Ze hebben geen – twee – vier poten en vleugels.
De krokodillen lijken ook schubben te hebben, dat is een pantser.
Ook al hebben ze geen – twee – vier poten, ze zwemmen vooral met de kracht van hun
staart.