Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

19

description

Jezus gaat met zijn leerlingen naar een tuin. Hij gaat alleen verder. Hij bidt: Vader, laat nu maar gebeuren wat u wilt. Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Page 1: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden
Page 2: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Jezus gaat met zijn leerlingen naar een tuin. Hij gaat alleen verder. Hij bidt: Vader, laat nu maar gebeuren wat u wilt.

Page 3: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Page 4: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Judas brengt de soldaten naar Jezus. De soldaten nemen Hem gevangen.

Page 5: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

De soldaten brengen Jezus naar de hogepriester. De hogepriester vraagt: Bent u de Zoon van God? Jezus antwoordt: Ja, dat ben ik.

Page 6: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

De hogepriester en de andere rechters zeggen: Hoor je dat? Hij beledigt God. Hij moet sterven.

Page 7: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Dan wordt Jezus naar het paleis van Pilatus gebracht. De soldaten verkleden Hem als koning, met een rode mantel en een kroon van dorens. Zij lachen Hem uit. Pilatus zegt: Kruisig Hem maar.

Page 8: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

De soldaten brengen Hem naar de heuvel Golgota. Hij moet zelf Zijn kruis dragen.

Page 9: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Op Golgota wordt Jezus gekruisigd. Bij het kruis staan Maria, Zijn moeder en Johannes, een leerling. Jezus zegt tegen hen: Zorg goed voor elkaar.

Page 10: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Jezus zegt: Het is volbracht. Hij buigt het hoofd en sterft.

Page 11: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Zijn vrienden halen Hem van het kruis af. Ze brengen Hem naar een nieuw graf daar vlak bij.

Page 12: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Jezus ligt in het graf. Zijn vrienden rollen een zware ronde steen voor de ingang.

Page 13: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

‘s Morgens vroeg gaan er vrouwen naar het graf. Het graf staat open en Jezus is er niet.

Page 14: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Een engel zegt tegen de vrouwen: Jezus is opgestaan. Ga het aan de leerlingen vertellen.

Page 15: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Die avond zijn er twee mannen op weg naar het dorp Emmaüs. Ze kijken erg verdrietig. Ze praten er met elkaar over dat Jezus gestorven is.

Page 16: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Dan komt Jezus bij hen lopen, maar ze zien niet dat Hij het is. Hij legt hun uit, dat dit allemaal zo met Jezus gebeuren moest.

Page 17: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Ze komen in Emmaüs. De mannen vragen: Blijf bij ons eten. Jezus gaat mee naar binnen. Hij bidt voor het eten, neemt het brood en geeft het aan de mannen. Opeens zien ze dat het Jezus is.

Page 18: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Dan is Jezus weg. Ze lopen terug naar Jeruzalem om het grote nieuws aan de leerlingen te vertellen: De Heer is echt opgestaan!

Page 19: Daar komt Judas aan met een troep soldaten. Ze dragen fakkels en zwaarden

Ineens staat Jezus tussen de leerlingen. Ze schrikken. Jezus zegt: Ik ben het zelf. Nu zijn ze allemaal blij, want ze weten: Jezus leeft.