CV, Spelling
Click here to load reader
-
Upload
martensvickske -
Category
Documents
-
view
327 -
download
2
Transcript of CV, Spelling
Communicatieve Vaardigheden
Spelling
1 Klinkers, tweeklanken en medeklinkers
1.1 Klinkers
Korte klanken: enkel geschreven in een gesloten lettergreep (eindigt op mdkl) zoals man, pot,..
Lange klanken: enkel geschreven in een open lettergreep, zoals manen, weten, poten..Dubbel geschreven in een gesloten lettergreep, zoals maan, weet, poot
Accenttekens
é,è,ê op woorden van Franse herkomst als het noodzakelijk is voor de uitspraak.
Vrouwelijke nevenvormen van woorden op é krijgen geen ée maar ee (logé – logee)
Als de eerste lettergreep bestaat uit é of medeklinkers + é, geen accent (bechamelsaus, etage)
In nog zuiver franse woorden , blijven de accenttekens staan: (tête-à-tête, déjà vu, crème fraîche, hôtelier, maître d’hôtel.)
Op een hoofdletter in het Frans wordt geen accent geplaatst.
1.2 Tweeklanken
Ei of ij?
Ei: meestal bij zwakke werkwoorden (geen klankwisseling in verleden tijd), zoals leiden.
Bij bepaalde suffixen (-heid, -teit, -lei)Woorden afkomstig uit het Frans (met ai, é of ée geschreven), zoals trein,
feit, pastei.
Ij: meestal bij sterke werkwoorden, zoals lijden.In bepaalde suffixen (-ij, -erij, -ernij, -rijk, -schappij, -lijk)In leenwoorden (waarbij Franse basiswoord een i heeft), zoals grijs, wijn,
paradijs.
Opletten voor homoniemen:Bei: bes Bij: insectBereiden: klaarmaken
Berijden: ergens op zitten
Brei: breiwerk Brij: papEik: boom Ijk: merktekenEis: vraag Ijs: bevroren waterGerei: gereedschap Gerij: het rijdenLeiden: besturen Lijden: afzien, ondergaanPeil: stand (water) Pijl: uit boogReizen: op reis gaan Rijzen: stijgenSteil: scherp opgaand
Stijl: trant, deurpost, manier van doen
Weiden: grazen, hoeden
Wijden: zegenen
Ou of au?
Voor een d of t schrijf je vaak ou (goud, louter) Schrijf ou in woorden ontleend aan het Frans die in het Frans klinken als ‘oe’,
zoals douche. Schrijf au in woorden ontleend aan het Frans die in het Frans klinken als ‘o’,
zoals aubergine. Schrijf ou in woorden van Engelse afkomst, zoals accountant. Schrijf au in woorden van Duitse afkomst, zoals langlauf.
Homoniemen: Gauw: vlug gouw: streekRauw: niet gekookt rouw: bij overlijden
1.3 Medeklinkers
Aan het begin van een woord
Je schrijft de medeklinkers die je hoort behalve bij:
Je hoort sj- en schrijft sh- (shampoo, shirt, show) Je hoort s- en schrijft c- (citroen, cijfer) Je hoort k- en schrijft c- (cursus, correct, cultuur) Je hoort k- en schrijft qu- (quotiënt, quarantaine)
In het midden van een woord
Na een korte, heldere klinker verdubbel je de medeklinker om de klinker kort te houden (pakken, latten..) bijhalve bij:
Na een lange klinker : mieren, leugen, zoeken Na een tweeklank : lijden, zuiders Na een doffe klank of sjwa : appelen, dommeriken,..
Aan het einde van een woord
Om te weten of je een d of t moet schrijven, verleng je het woord.
HomoniemenBond: vereniging Bont: dierenvelRaad: advies Raat: hongingraatWad: doorwaadbare plaats Wat: voornaamwoordWand: muur Want: handschoenLuid: hard Luit: muziekinstrumentGraad: rang Graat: van visSlib: slijk Slip: broekjePond: Engelse munt, 500 gram
Pont: overzetboot
Nog: meer Noch: en ook nietGelach: van lachen Gelag: verteer (het gelag
betalen)Kruid: gewas Kruit: poederHard: niet zacht Hart: orgaan
Met c of k?
Met C: actie, actief, actualiteit, cadeau, caissière, calorie, campus, capaciteit, carrière, cataloog, categorie, classicisme, classificatie, comité, commissie, communicatie, compleet, complot, compromis, consequent, creatief, crimineel, criticus, cultureel, discriminatie, discussie, fabriceren, fabricaat,
fabricage, factuur, functie, inclusief, infectie, insect, locatie, perfect, product, publicatie, risico, spectaculair, structuur, vacant, verticaal.
Met K : akkoord, anekdote, akoestiek, akte, elektriciteit, elektronisch, fabrikant, fotokopie, helikopter, kandidate, kantine, karamel, karikatuur, kartel, kassier(ster), katholiek, klasseren, klassiek, klassikaal, komedie, kopie, korps, kosmos, krediet, kritiek, kroket, lokaal, lokaliseren, oktober, panikeren, praktijk, seksualiteit, rekruteren, sekte, spektakel, traktatie, vakantie, vulkaniseren.
2 Hoofdletter of kleine letter
2.1 Met hoofdletter
Eerste letter van eerste woord van een zin , ook in een aanhaling. Namen van personen, merken, kunstwerken, vervoermiddelen en samenstellingen
(Volkswagen Passat, de Mona Lisa, de Titanic, Hilton, de regering-Verhofstadt) Heilige personen of zaken en verwijzingen (Allah, Christus, de Zoon van God, de
Bijbel) Aardrijkskundige namen en hun afleidingen, hemellichamen en gebouwen (de
Schelde, de Mont Blanc, de Eiffeltoren, Jupiter, de Kempen, Franstalig..) Talen, dialecten en volkeren (Nederlanders, Russen, West-Vlaams, oer-Vlaams,
Eskimo, een Belgisch-Nederlandse hotelketen) kleine letter bij etnische groepen, zoals nomade, zigeuner..
Titels van hoogwaardigheidsbekleders (Hare Majesteit, Zijne Excellentie) Feesten en historische gebeurtenissen (Hemelvaart, Moederdag, Pasen, Eerste
Wereldoorlog, Nieuwjaar kleine letter bij kerstavond, oudejaar, palmzondag) Het eerste woord van de titel van een boek, film.. (Het verdriet van België, Ons
kookboek) Namen van organisaties, verenigingen, instellingen, diensten, bedrijven.. en ook
afleidingen ervan (de Senaat, de Kamer, het Davidsfonds,Kamerlid, Europarlementslid ) kleine letter: soortnamen zoals het parlement, de gewestraad, de ministerraad..
Afkortingen en letterwoorden (VTM, Benelux, NMBS) maar: aids, vzw, bvba.. Merknamen (Microsoft, Pepsi Cola) maar, niet als het een soortnaam geworden
is: een cola, een pamper..
2.2 Niet met hoofdletter
Eerste woord van een zin als de zin met een getal of teken begint . Namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken . Als soortnaam gebruikte persoonsnamen (als het verband met de persoon niet
duidelijk is), aardrijkskundige en historische namen. (een diesel, een bordeaux, een camembert, een Rubens, een Claus, een Hoegaarden..)
Namen van een godsdienst, ideologie of aanhangers ervan (christen, socialisme) Historische periode en afleidingen van feestdagen, kunststromingen
(middeleeuwen, paasfeest) Namen van munten (euro, dollar, pond) Namen van dranken (cointreau, cola, scotch) Namen van gerechten, voedingswaren (cappuccino, muesli) Aanspreekvormen, titels of functiebenamingen en voornaamwoorden ‘u’ en ‘uw’
(mevrouw, minister van Buitenlandse Zaken, uw telefoonnummer.)
3 Aan elkaar, van elkaar of met koppelteken
3.1 Aan elkaar schrijven
Een samenstellingen wordt altijd als 1 woord geschreven, ook als het uit drie of meerdere delen bestaat. Ook bij samengestelde bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden, voorzetsels, voegwoorden, telwoorden, bijwoorden.
Ook samenstellingen van vreemde woorden worden aan elkaar geschreven (online, voicemail, cheeseburger, jetlag, laptop) behalve als het eerste deel een bijvoeglijk
naamwoord is (last minute, mixed grill, fulltime manager, wel allrisk, allround, lastminuteticket)
Alle delen van een hoofdtelwoord worden aan elkaar geschreven, met een spatie na het woord duizend. De woorden miljoen, miljard enz. blijven los. (3 330 333: drie miljoen driehonderddertigduizend driehonderddriëndertig)
Alle samenstellingen met –maal en –half (zeventienmaal, anderhalf, halfgevuld)
Delen van rangtelwoorden worden aan elkaar geschreven, met spatie na het woord duizend, miljoenste enz. blijven los. Het achtervoegsel e/ste/de wordt aan het getal geschreven, niet in superscript. (1e, 101ste, 2de)
Opmerkingen:
Als een voorzetsel niet bij een ander woord hoort, wordt het verbonden met het voorafgaande voorzetsel of bijwoord. ( Ze loopt voorop – Ze loopt voor op het tijdschema)
Als een voorzetsel aan een werkwoord voorafgaat, wordt het met het werkwoord verbonden als het deel uitmaakt van het werkwoord. (Hij moet zijn bureau opruimen.)
Tweedelige functiebenamingen worden in 1 woord geschreven (floormanager, salesmanager)
Drie- of meerdelige functiebenamingen worden met spaties geschreven (public relations manager)
3.2 Met koppelteken
Als een samenstelling of afleiding tot verwarring kan zorgen, mag een koppelteken gebruikt worden (jazz-zangeres, massa-gebed, massage-bed)
Woorden die bij elkaar horen, maar toch geen woord vormen, we kunnen ze vaak onderling wisselen (directeur-eigenaar, restaurant-café)
Samengevoegde plaatsen waarvan ook de namen tot een geheel worden samengevoegd (Heist-op-den-Berg, Knokke-Heist..)
Vergelijkbare Nederlandse plaatsnamen worden zonder koppelteken geschreven (Capelle aan de IJssel)
Samengestelde namen met als linkerdeel een onverbogen woord (Centraal, West, Oud, Latijns)
Als het twee deel van de samenstelling geen naam is, geldt deze regel niet (Nieuwpoort, vanille-ijs)
Verwarrende klinkercombinaties
Klinkercombinaties zoals a+e,e+ij (na-apen, vanille-ijs, ski-jas) Griekse en Latijnse voorvoegsels krijgen een koppelteken bij klinkerbotsing (semi-,
anti-)
Vreemde woorden
Bij een aantal samenstellingen van vreemde afkomst (après-ski, rock-‘n-roll, business-to-business)
In Engelse leenwoorden met als tweede deel een voorzetsel dat met een klinker begint (in, up, out, over) drive-in, sleep-out, all-in, stand-by
Losse groepen woorden
Als het eerste deel een losse groep woorden is (mond-tot-mondreclame, peper-en-zoutstel, kant-en-klare maaltijd, op-en-top).
Wanneer het eerste deel uit twee woorden bestaat, wordt het nieuwe aan elkaar geschreven (koudwaterkraan, vrijemarkteconomie)
Tekens
Een teken (letter, cijfer, symbool) of afkorting wordt met koppelteken verbonden met de rest van de samenstelling (30-jarig bestaan, A4-formaat, SIS-kaart)
Het koppelteken wordt ook geplaatst na een linkerdeel dat eindigt op een apostrof met –s (McDonald’s-maaltijd)
Als een woordgroep begint met een los cijfer dan blijft het cijfer los in een samenstelling (voluit geschreven wel aan elkaar) 10 euro, 10 eurobiljet, tieneurobiljet / 2 sterren, 2 sterrenrestaurant, tweesterrenrestaurant.
Hoofdletters
Als het tweede deel met een hoofdletter begint (oud-Hollands, trans-Siberisch) Aardrijkskundige eigennamen (Groot-Brittannië, Noordoost-Europa) Afleiding ervan (Zeeuws-Vlaams, Zeeuws-Vlaming) We schrijven 1 woord als het 1ste deel ooster-, wester-, noorder- of zuider- is
(Oosterschelde)
Eng verbonden bepalingen
Verbindingen met Sint- of sint- (Sint-Truiden, sint-jacobsvrucht) Verbindingen met oud- (oud-leraar, maar andere betekenissen Oudhollands,
oudroze) Verbindingen met niet- / -no(n): (niet-alledaags, non-stop, non-food) Eigennaam als nabepaling (de regering-Verhofstadt) Toevoegingen in namen van titels, rangen.. (luitenant-kolonel, chef-kok, MAAR
museumdirecteur)
3.3 Van elkaar schrijven
Straatnamen
Samengestelde namen van straten, pleinen enz.. (Leuvenseweg, Eikenlaan, Kasteeldreef)
Wanneer het eerste deel uit verschillende elementen bestaat, worden alleen het tweede en laatste deel met elkaar verbonden (Adolf Maxlaan, Twee Koningskinderenstraat)
Als het eerste deel een koppelteken heeft, behouden we dat (Sint-Katelijneplein)
Engels bijvoeglijk naamwoord met meer dan 1 (uitgesproken) lettergreep en een Engels zelfstandig naamwoord.
Bitter lemon, compact disc, extra large, finishing touch, human resources, high society, last minute, mixed grill MAAR: whiteboard
Bijzonderheden
Aan elkaar: dankzij, naargelang, naarmate, integendeel, tezamen, temeer, tezelfdertijd, tegelijkertijd, omwille (van), totnogtoe, bijvoorbeeld, zodoende
Van elkaar: onder meer, te midden van, ter plaatse, ter zake, per se, terzelfder tijd, onder andere, ter wille van, voor zover
Betekenisverschillen:Allesbehalve (helemaal niet)
Alles behalve (alles, maar niet)
Tenminste (althans, in elk geval)
Ten minste (minstens)
Evengoed (evenzeer) Even goed (letterlijk)Hoelang (tijd) Hoe lang (maat)Tegoed (een tegoed bij de bank)
Te goed (letterlijk)
Tekort (te weinig) Te kort (niet lang genoeg)Teveel (een teveel aan iets)
Te veel (letterlijk)
Tenslotte (per slot van rekening)
Ten slotte (als laatste)
Zojuist (zo-even- Zo juist (letterlijk)
4 Het trema
Gebruik
Het trema wordt altijd gebruikt binnen één (niet-samenstellend) woord(deel) en met name om te voorkomen dat twee opeenvolgende klinkerletters als één klank gelezen worden, dit geldt ook voor telwoorden. (reünie, conciërge, tweeëntwintig)
Uitzonderingen
Latijnse en Franse uitgangen ‘ei’, ‘eus’, ‘eum’, ‘ien’ (jubileum, religieus, museum) De –i van een tweeklank (aai, oei, ooi, ei, ui) botst nooit met de i- of e- van het
achtervoegsel (begroeiing, eierdooier, glooiend) De eerste letter van au, ij, oe, ou, uu, ui krijgt nooit een trema (geuit,
geautomatiseerd) Bij meer dan 2 klinkers schrift met namelijk alleen een trema op de –e- of –i-
(mozaïek, knieën) Als de i als j wordt uitgesproken doet er zich geen klinkerbotsing voor (checkpoint) De combinatie i + ee krijgt een trema in een open lettergreep, niet in een gesloten
(dieet) Bij woordafbreking (aan eind van de regel): co-ordinatie Bij afleidingen op achtig (zebra-achtig) Tussen de delen van een samenstelling (die zelfstandig kunnen worden gebruikt) zee-
egel, na-apen
Meervoudsvorming: Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt dan voeg je een –e- toe (knieën,
calorieën) Als de klemtoon op een andere lettergreep valt, voeg je geen –e- toe (leliën, oliën)
5 De tussenletters in samenstellingen
5.1 De tussenletter –s- in samenstellingen
Als je de tussenletter hoort (zonsondergang, levensgevaarlijk) Als het tweede deel van de samenstelling begint met een s-klank, pas je de regel
van de analogie toe (meisjesstem, want meisjeskleren / uitgaanscentrum, want uitgaansleven)
Soms mag je kiezen : dood(s)kist, redding(s)boei, tijd(s)verschil Soms verschil in betekenis : (watersnood = overstroming, waternood = gebrek aan
water)
5.2 De tussenletter –n- in samenstellingen
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is en uitsluitend een meervoud op –en heeft (bessensap, kersentaart, paardenbloem)
Als er een oude naamvals –n staat (goedenavond, merendeel)
Uitzonderingen:
Het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die in deze context uniek is in zijn soort. (Onze-Lieve-Vrouwekerk, zonnebank, Koninginnedag)
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis (=heel) en de samenstelling is een bijvoeglijk naamwoord (beresterk, reuzeleuk, apetrots)
Als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is, dan wordt geen –n toegevoegd.(rodekool, alledaags, sterkedrank, zwartepiet)
Het eerste deel is een lichaamsdeel en het geheel is versteend (heeft nog weinig met de betekenis van beide delen te maken) ruggespraak, kinnebak
Eén van de delen is niet (meer) herkenbaar als afzonderlijk woord . (papegaai, schattebout)
Je schrijft een “e” in de volgende gevallen:
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat geen meervoud heeft. (rijstepap, tarwemeel, koekebrood)
Als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat enkel een meervoud op –s heeft. (aspergesoep, etalagepop, machinepark)
Als het eerste deel een substantief is dat eindigt op een doffe –e- en een meervoud heeft op –en en –s (cassettehouder, hoogtevrees, groentesoep)
Als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord is (armelui, rodekool) Als het eerste deel van een werkwoord is afgeleid (drinkeboer, spinnewiel)
6 Werkwoorden
6.1 Algemene spelling
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Ik Stam Ik werk Ik antwoordJe/jij Stam +
tJij werkt Jij antwoordt
Hij/zij
Stam + t
Hij werkt Hij antwoordt
Wij Infinitief
Wij werken Wij antwoorden
Jullie Infinitief
Jullie werken
Jullie antwoorden
zij infinitief
Zij werken Zij antwoorden
Als je/jij onderwerp is en vlak achter het werkwoord staat: geen uitgangs-t ! Werk jij voor hem? Antwoord je niet?
Bijzondere vormen:Kunnen: kan of kunt (formeel)Willen: wil of wilt (formeel)Zullen: zal of zult (formeel)
Onvoltooid verleden tijd (OVT) (zwakke werkwoorden)
In de verleden tijd voeg je –de(n) of –te(n) toe aan de stam (verlengen om te weten of het d/t is) OF als stam eindigt op mdkl uit ’t kofship -te(n)
Stoppen: ik stopteLachen: ik lachteWuiven: we wuifdenDuwen: we duwden
-tte en –dde komen alleen voor bij de werkwoorden die in de infinitief eindigen op –ten of –den!Wachten: ik wacht – ik wachtte
Voltooid deelwoord (VD) (Zwakke werkwoorden)
VD van zwakke werkwoorden eindigt op –t of –d. Schrijf –t als je in de OVT –te hoort, -d als je in de OVT –de hoort.
(ik heb) gegooid, want ik gooiDe(ik heb) gejuicht, want ik juichTe
VD als bijvoeglijk naamwoord:Ze kunnen een verbuigings-e krijgen, maar de eindmedeklinker wordt nooit verdubbeld!
Ik boende de vloer, ik heb geboend, de geboende vloerIk doodde een konijn, ik heb gedood, het gedode konijn
6.2 Werkwoorden van vreemde oorsprong
Hier gelden dezelfde regels als voor de Nederlandse werkwoorden
Als het hele werkwoord min –en eindigt op een klinkerklank, krijgt de verleden tijd –de en het VD –d. (lobbyen, lobbyde, ik heb gelobbyd)
Als het hele werkwoord min –en eindigt op een medeklinkerklank, gaat de vervoeging volgens het kofschip. (checken, checkte, ik heb gecheckt)
In het Engels geef een e soms de uitspraak van de voorafgaande klinker of medeklinker aan. Deze uitspraak-e blijft in de stam staan in de vervoeging, maar telt niet mee om te bepalen welke vervoegingsregel van toepassing is. (upgraden, ik upgrade, ik upgradede, ik heb geüpgraded)
Als de eindmedeklinker van de stam op 2 manieren kan worden uitgesproken dan zijn zowel de vormen met –t als –d correct. (golfen, ik golf, ik golfte, ik heb gegolft)
VORMEN OP PG 68 LEZEN !
7 De apostrof
Bij de meervoud-s van woorden die eindigen op –a, -e, -i, -o, -u of –y voorafgegaan door een medeklinken of lettergreepgrens (oma’s, ski’s, baby’s, auto’s, taxi’s)
Om een bezitsrelatie aan te duiden bij woorden die eindigen op een lange klinker voorafgegaan door een medeklinker (oma’s verjaardag, theo’s auto) of bij een sisklank (Marx’ theorie, Carpantras’ bevolking).
In afleidingen van cijfer- en letterwoorden (A4’tje, 65+’er, cd’tje, gsm’s)
Meervoud-sBij toonloze e, klinkers van meer dan 1 letterteken, bij lange klinkers met een accent en bij een klinker + y (lentes, abonnees, essays, cafés, cowboys)
Bezit-sBij toonloze e, klinkers van meer dan 1 letterteken, lange klinkers met accent, klinker + y en grondwoord dat eindigt op een z of x die niet wordt uitgesproken. (Zeelands verleden, Jesses carrière, Bordeauxs culturele aanbod.)
8 Het verkortingsteken
Dit is de punt in verkorte of afgekorte woorden.Normaal een punt na elk afgekort woord.
In sommige gevallen niet: a.s., e.k., z.o.z. .. Geen punt in officiële symbolen voor maten en gewichten, geldeenheden.. (ha,
km, dm, EUR) In tabellen en schema’s korten we dagen en maandag ook af, zonder punt (ma, di,
jan, feb) Punten in letterwoorden zijn niet uitgesloten, maar zeer ongebruikelijk (BMW,
UNESCO)
9 Het afbreekteken
We gebruiken dit teken als we op het einde van een regel- afbreken. Vermijd splitsen zoveel mogelijk!
10 De leestekens
Het kommapunt (;)
Tussen nevengeschikte zinnen die niet door een nevenschikkend voegwoord verbonden zijn.
Tussen de delen van een opsomming
De dubbele punt (:)
Voor een citaat of directe rede Voor een opsomming Voor een toelichting
De komma (,)
Altijd tussen twee persoonsvormen Voor en- als de zin doorloopt – na een uitbreidende bijvoeglijke bijzin. Na een beperkende bijvoeglijke bijzin, als de zin doorloopt.
11 Terminologielijst
2, 3, 4 en 5 sterrenhotels3 sterrenkamers4 & 5 sterrenkamers4 sterrenhotel5 sterrenhotels 5 sterrenlabelà-la-carterestaurant Brussels Hoofstedelijk GewestbudgethotelsbudgetklassebusinessgerelateerdbusinesstoerismebusinesstoeristenCentraal Stationchic (of chique) – chiquer – chicstconciërgedienstde / het Groene Sleutel-labelDe Groene Sleutelde Grote Markt
deelnamevoorwaardendrie- en viersterrenhotelsdriesterrenclassificatiedriesterrenhotelseersteklashotelEHBO-kitEngelsEU-wijk F&B- aanbodF&B-faciliteitenFietsvriendelijk Logies-labelflopmaandenhorecasector hospitalitysectorhotel- en kameraanbodhotelconcentratiehotelgroottehypodroomIsraëliërs
januarikampeerverblijfpark
leisuremarktleisuretoeristen
logiesaanbodlogiesverstrekkendLouisalaan lowbudgethotelsluchthavenregioluxehotelsmetronetwerkmiddenklassehotelmidrangesegment midscaleclassificatiemilieuactieplanniet-Belgenniveaus Noord-ZuidasNoord-Zuidverbindingopenluchtrecreatieveprivéparkingprocentpuntrecreatief-toeristischRogier-concentratieRogierpleinseizoenschommelingstandaardcriteriastandaardhotel stationsbuurtsterrenclassificatiestijgerstabellentaxi’s
tevredenheidsonderzoektop- en flopmaandentopmaandentweemaal tweesterrenhotelsupscale upscalehotel vakantiewoningenveiligheidsnormenverblijfsmotiefVerenigd Koninkrijkviersterrenhotelvijfsterrenhotels vrijetijdstoerismevrijetijdstoeristen Wetstraat zakenliedenzakenhotelszakentoerisme