Cursor 6 - jaargang 55

19
6 15 november 2012 | jaargang 55 Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op Twitter en Facebook Miljoenendeal De echo van licht Groene Loper 2 6 12 14 | Spring op de ‘post-bachelor Express’ Flip for English

description

Cursor is het tweewekelijkse magazine van de Technische Universiteit Eindhoven

Transcript of Cursor 6 - jaargang 55

615 november 2012 | jaargang 55

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit EindhovenVoor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op Twitter en Facebook

Miljoenendeal De echo van licht

Groene Loper2 6 12

14 | Spring op de ‘post-bachelor Express’

Flip for English

2 | Vooraf

De mens achter het nieuws

Tom Kölker bij Shift. Foto | Bart van Overbeeke

Een van de achttien masterstudenten Industrial Design die voor Glow 2012 de interactieve lichtinstallatie ‘Shift’ maakten is Tom Kölker. De bedoeling van het kunstwerk komt niet helemaal tot zijn recht, merkt hij. Tot en met 17 november is Shift nog te zien aan de Smalle Haven. Te zien én te beklimmen.

Wat is de bedoeling precies?“Het publiek kan in groepen op het kantelbare platform gaan staan. Vloeiende bewegingen van de groep worden via een sensor vertaald naar een lichtshow op de muren van de kantoren rondom. Je krijgt dan een ervaring alsof de omgeving beweegt.”

Hoe reageert het publiek?“Mensen gaan enthousiast in de hoeken van het platform springen. Ze willen snel een extreme reactie hebben, verwachten directe feedback. Maar het werkt pas bij een rustige vloeiende beweging. Een vrouw kwam zelfs naar me toe en zei: ‘ Doe ’s iets!’ Ik zie het publiek in twee stromingen; de ene wil een gezellige avond hebben, loopt de hele route en laat zich verwon­deren. De andere wil zelf aan de slag en de boel onderzoeken. Maar springen werkt niet.”

Is daar nu niets meer aan te doen?“Nee, we hebben de installatie door

tijdgebrek niet kunnen testen op gedrag van grote groepen mensen. En vooraf uitleg geven is ook niet wat we willen. Het publiek moet door de installatie beïnvloed worden, niet door een handleiding. Bovendien mogen we de mensen niet ‘vangen’ in rijen bij ons gedeelte. Uit veiligheidsoverwegingen moet het publiek doorstromen in de Smalle Haven.” (NS)

Tom Kölker: “Niet mislukt, maar niet helemaal begrepen”

15 november 2012

ColofonHoofdredacteur

Han Konings

EindredacteurBrigit Span

Redactie Judith van Gaal

Tom Jeltes | WetenschapFrits van Otterdijk

Norbine SchalijMonique van de Ven

Medewerkers Nicole TesterinkGerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman

Bart van Overbeeke

Coverbeeld David Ernst

OpmaakNatasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraadprof.dr. Cees Midden (voorzitter)prof.dr. Hans Niemantsverdriet

Angela Stevens­ van GennipThomas Reijnaerts (studentlid)

Arold RoestenburgAnneliese Vermeulen­Adolfs (secretaris)

RedactieadresTU/e, Laplace 0.40

5600 MB Eindhoventel. 040 ­ 2474020

e­mail: [email protected]

Cursor onlinewww.cursor.tue.nl

DrukJanssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV

tel. 023 ­ 5714745

Han Konings

Norbine Schalij

Home cheap homeIn dit nummer kun je lezen hoe het er voorstaat met onze Graduate School. Kartrekker Arjeh Cohen vertelt erover. Ook andere universiteiten hebben inmiddels zo’n Graduate School of zijn ermee bezig en daarmee is dertien jaar na de ondertekening van de Bologna­verklaring de BaMa­boom zo’n beetje opgetuigd. Een van de doelen van Bologna was om het verkeer van studenten tussen universiteiten een stuk makkelijker te maken. Dan treedt Jet Bussemaker aan als onder wijsminister. In haar eerste week vertelt ze de goegemeente dat het toch echt het beste is om te gaan studeren bij de opleidingsbakker om de hoek. Alsof Bologna nooit heeft bestaan. Ooit moet bij de PvdA de verbeelding aan de macht zijn geweest, nu is dat het pragmatisme. Dit kabinet gaat de basisbeurs afschaffen en vervangen door een leenstelsel, en de ov­kaart voor studenten wordt een kortingskaart. De durfal die straks nog de moed heeft te gaan studeren in een andere stad, moet daar of deels op eigen kosten naartoe reizen, of hij moet in die stad een kamer huren en de kosten daarvoor

VerwendIk heb geluk gehad; ik mocht, voor de meute uit, in een bescheiden groep journalisten en fotografen al op vrijdagavond Glow ‘doen’. We hadden een lekker tempo en kregen onderweg uitleg van verschillende kunstenaars. We keken naar ‘Faces of the Netherlands’ boven Usine. Volgens de kunstenaar vormen honderden gezichten van Eindhovenaren in een vloeiende sequentie hét gezicht van Eindhoven. Laat er nou net één gezicht uitspringen voor mij; ‘onze’ Harry Roumen kijkt ons vanaf een opblaasbaar masker van ruim acht meter hoog vriendelijk aan. Alsof de voorzitter van stichting Glow even wil zien of wij ons wel vermaken. Nou, deze kritische, luie en bovenal verwende gasten, vermaakten zich

bijlenen. Of hij kiest voor een bijbaantje, wat ten koste kan gaan van zijn studietempo, waardoor zijn studieduur oploopt en er een hogere studieschuld wordt opgebouwd. Toen al die kwartjes ook bij Busse­maker waren gevallen, zag ze het licht: blijf lekker thuis en ga studeren om de hoek. Die oproep zal bij ons bestuur niet met gejuich zijn ontvangen. De TU/e wil juist groeien qua instroom en gooit daarbij de netten steeds verder uit, want in Brabant en Limburg zullen de visgronden steeds minder opleveren. Maar ja, laten we hopen dat ook Bussemaker nog terugkomt op haar voorstel tot een inkomensafhankelijke studiekeuze.

prima. Opmerkingen als dat het vorig jaar beter was, stop ik in de categorie ‘verwend gedrag’. Want, Harry, we waren maar wát blij dat we mochten meelopen.

Megasubsidie voor functionele moleculaire systemen

Coöperatieve zelfassemblage van kleurstoffen, verbeeld door de animatiestudio van het ICMS.

De TU/e-divisie Molecular Science & Technology heeft samen met verwante onderzoekers van de universiteiten van Groningen en Nijmegen een Zwaartekrachtsubsidie van 26,9 miljoen euro binnengehaald om een onderzoekscentrum te starten voor functionele moleculaire systemen.

Volgens hoofdaanvrager prof.dr. Bert Meijer gaan de drie universiteiten een gelijkwaardige rol spelen binnen het Research Centre for Functional Molecular Systems (FMS). Dat betekent dat ruwweg een derde van het subsidie­ bedrag ten goede komt aan de TU/e. Het centrum krijgt invulling in de vorm van vier onderzoeksprogramma’s waarin de ontwikkeling van functionele materialen, moleculaire motoren en getrapte katalyse centraal staat, met nadruk op niet­evenwichtsprocessen. Het opleiden van jonge onderzoekers wordt een belangrijk aspect van het FMS.

“Dit centrum komt voort uit een groep mensen die elkaar al lang kennen en dit

onderzoeksgebied mede hebben vormgegeven in Nederland, en zelfs wereldwijd”, zegt Meijer. “Deze toekenning onderstreept hoe belangrijk het is om over de grenzen van disciplines en faculteiten heen te kijken.”

De deelnemende divisie Molecular Science & Technology omvat de groepen van Meijer en zijn collega’s prof.dr.ir. René Janssen, prof.dr. Rint Sijbesma en prof.dr.ir. Luc Brunsveld, en vertegenwoordigt een van de deelgebieden van het TU/e­instituut voor Complexe Moleculaire Systemen. Ook in Groningen en Nijmegen zal het FMS aansluiting vinden bij multidisciplinaire instituten ter plaatse.

Het programma Zwaartekracht van het ministerie van OCW is de opvolger van de ‘Dieptestrategie onderzoeksscholen’ waarvoor in 1998 de laatste toekenningen zijn gedaan. Zes teams van topweten­schappers hebben in totaal 167 miljoen toegekend gekregen voor een periode van tien jaar. (TJ)

Vooraf | 3 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici

Maakt lichtgevende verf de snelweg veiliger?

Prof.dr. Henk Nijmeijer, hoogleraar Dynamics and Control, faculteit W

Foto | Bart van Overbeeke

Prof.dr. Henk Nijmeijer. Foto | Bart van Overbeeke

Simon Stevin, de studievereniging van Werktuigbouwkunde, viert deze week haar 55-jarig bestaan. De week begon maandag 12 november met de presentatie van het ‘schommelende voertuig’, waar ze met 6 personen 1 jaar lang aan hebben gewerkt en waarop 8 personen kunnen schommelen.

Maandagavond bekeken zo’n 60 personen de 45 minuten durende film De Verloren Zeilwagen, waarin rollen voor studenten en medewerkers van de faculteit waren weggelegd.

Dinsdagavond hield Simon Stevin een wereldrecordpoging muziekquiz en daar hadden ze tenminste 212 personen voor nodig. Helaas deden 198 mensen mee aan de quiz, waardoor het record niet is gehaald. De deelnemers moesten in totaal 70 vragen beantwoorden, verdeeld over 7 rondes. (JvG)

Schommelend de lustrumweek in

Genoeg gesleuteld aan de auto’s, vond ontwerper Daan Roosegaarde; tijd om de snelwegen aan te pakken. Afgelopen week stonden de (internationale) media vol met zijn plannen. Glow-in-the-dark Lines, Dynamic Paint, Interactive Light, Priority Electric Lanes. Pakkende termen om de snelwegen veiliger en duurzamer te maken met lichtgevende verf en speciale verf die pas zichtbaar wordt wanneer er gewaarschuwd moet worden. Want volgens Roosegaarde zijn we klaar voor de Smart Highway. Kunnen deze relatief eenvoudige ingrepen de doorstroming en verkeersveiligheid daadwerkelijk verbeteren?

“Het is volstrekt duidelijk dat een snelweg in perfecte conditie moet zijn om zo bij te dragen aan de veiligheid”, steekt Henk Nijmeijer, hoogleraar Dynamics and Control aan de faculteit Werktuigbouwkunde, van wal. “Maar ik vind het een beetje ‘ivoren toren’ om te beweren dat er niets aan die snelwegen gedaan wordt. Het is wel zo dat de meeste innovaties plaatsvinden op het gebied van de voertuigen en de wegkant, daar is momenteel de meeste vraag naar. Bij een optimale snelweg denk je vaak

alleen aan goed asfalt, belijning en dergelijke. Toch wordt er wel degelijk op veel plaatsen nagedacht over hoe we snelwegen kunnen aanpassen om mobiliteit en veiligheid te verbeteren. Zo zijn er in Japan testen met rubber wegen in plaats van het standaard asfalt. Een hele overstap, met mogelijk grote voordelen.”

“Het klinkt heel aardig, lichtgevende en dynamische verf op de snelweg, maar om dit nu een ‘slimme snelweg’ te noemen, vind ik te vergezocht. In Zweden zijn ze bezig met ‘i­roads’, wegen met sensoren die informatie van weg naar auto doorgeven, en andersom. Een gladde weg, hoe je het beste een rotonde driekwart kunt rijden ­ het is echt een interactie tussen weg en auto. Dat noem ik een ‘slimme snelweg’. Ik zet dan ook mijn vraagtekens bij die verf. Er wordt gezegd dat het straatverlichting overbodig maakt. Maar hoe veilig is het om alleen verlichting vanaf de asfaltzijde te hebben? ­ de lantaarns staan niet voor niets boven de weg. Bij de energievoorziening zelf: de zon is in Nederland geen betrouwbare bron te noemen, wat als het dagen regent en

bewolkt is? En vaak gaat gladheid gepaard met sneeuwval; de waarschuwingstekens die met die speciale verf zichtbaar moeten worden, verdwijnen dan net zo hard onder het sneeuwdek. Aardige gedachtes, maar het komt op mij een beetje naïef over.”

“Ik denk zeker dat er op het gebied van de snelweg nog veiligheidswinst te halen valt. En niet alleen de weg zelf, ook de wegkant. Wat dacht je van de overdaad aan borden langs de snelweg? Daar help je een chauffeur echt niet mee. Daarom zijn we nu bezig of we deze informatie op een andere manier kunnen doorgeven. Daarnaast ontwikkelen we wegsensoren die bestuurders op de hoogte houden van de wegconditie. Naast de slimme snelweg en slimme auto zetten we in op de slimme bestuurder. En of die gebaat is bij glow­in­the­dark snelwegen? Ze willen er volgend jaar bij Oss mee gaat testen, maar het is mij nog onduidelijk hoe groot het proefvak dan is. Op grote schaal zie ik de Nederlandse wegen voorlopig echt nog geen lichtgeven.” (NT)

4 | Gelinkt

Als je met Monique en Ad aan een tafel zit, kun je je niet voorstellen dat ze ooit uitgepraat raken. Maar er moet ook gewerkt worden. Zij is administrateur bij DH en houdt zich bezig met inkomende facturen. Hij zorgt ervoor, met zijn functie als contractregisseur voor met name Imtech, dat er facturen binnenkomen. Daarnaast is Van Rooij accountmanager bij Dienst Huisvesting.Buiten werktijd is Ad ongeveer tien uur in de maand bezig met het PVOC. ‘Hé Ad, jij hebt altijd van die goede ideeën’, zo opende het bestuur de vraag of hij beheerder van het PVOC wilde worden. “Ik heb jaren in het bestuur gezeten en heb toen al gezien en gezegd dat het beheer van het PVOC anders zou kunnen. Vijf jaar geleden is het gebouw gereno­veerd, ik vind dat ook de organisatie moet verjongen.” Toch heeft hij lang nagedacht of hij de taak op zich moest nemen. En van zijn vrouw kreeg hij geen toestemming. “Ik heb het bestuur in 2010 verlaten omdat we verhuisden naar Ommel. Daar ben ik secretaris van dorpsraad Ommel geworden en dat kost veel tijd. Ik wilde dus niet fulltime beheerder worden en zal ook niet op vaste tijden fysiek aanwezig zijn in de ontmoetings­ruimte. Ik werk liever achter de

Ad geeft het onmiddellijk toe: hij weet meer over Moniques leven dan zij over het zijne. “Dat komt omdat jij opener bent.” “Ja, ik klets verschrikkelijk.” “Nee, dat vind ik niet, want het is wel allemaal interessant wat je vertelt. Je hebt het over je kinderen, die ik niet heb, en over je Mini. Sinds gisteren ook over je vrienden, waarvan er een gezondheidsproblemen heeft.” “Maar jij praat altijd mee; over jouw auto of die van je vrouw, en andere dingen.”

schermen. En mijn vrouw is daarom maar fanatiek gaan tennissen”.Toen het bestuur akkoord ging met zijn plannen ­naast gepensioneerden in de bardienst ook studenten, betere service en hogere kwaliteit van de catering­ stemde hij toch toe.Dus als mevrouw van Rooij tennist, houdt Ad zich bezig met het indelen van de bardienst, inkoop, offertes, voorraadbeheer, vergunningen et cetera. Hij organiseert recepties, in november zijn er al vier. De PV heeft momenteel 1.386 leden en dat ledenaantal is afgelopen jaar gegroeid.Monique Schlief is een van de nieuwste leden van de PV. “Ik zit bij penning­meester Annemarie van Tilburg op de kamer. In september kwamen er vaak mensen binnen met de vraag of er nog kaartjes voor de schouwburg waren.

Toen was ik wéér geïnteresseerd.” Van Rooij komt tussendoor: “PV­leden krijgen voorrang op tickets voor het Parktheater en Muziekgebouw Frits Philips. Twee weken voorafgaand aan publicatie van het programma mag de PV een eigen selectie aanbieden aan haar leden.” Monique besloot direct lid te worden. “Ik wilde het al eerder doen, toen de PV in 2010 een reis naar Sint Petersburg organiseerde. Ik was graag mee gegaan, maar kreeg de oppas thuis niet rond.” Ze heeft nog geen activiteiten gedaan, maar heeft wel plannen. “We kijken met drie vrouwelijke collega’s of we naar de kerstmarkt in Antwerpen gaan. En ook zou ik wel eens een ballonvaart willen maken, of meegaan met een reis .” Ad is content. “Ik vind dat Monique om een warme reden lid is geworden. Sommige mensen worden lid vanwege de kortingen op verzekeringen in auto­ en huispakketten. De PV biedt hoge collectieve kortingen bij Centraal Beheer en Interpolis. Het is een correcte reden om lid te worden, maar niet een warme. Ik houd ervan als iemand lid wordt om deel te nemen aan activiteiten.

“Na renovatie PVOC moet ook de organisatie verjongen”

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Om warme reden lid geworden

Sinds 1 oktober is Ad van Rooij (52) de beheerder van het PVOC, het ontmoetings-centrum van de personeelsvereniging van de TU/e. Ongeveer tegelijkertijd werd Monique Schlief (47) lid. Maar ze kennen elkaar al tijden, omdat ze dezelfde werkvloer hebben bij Dienst Huisvesting en omdat ze geregeld een persoonlijk praatje maken. Over haar kinderen, haar auto’s en haar vrienden.

15 november 2012

Gelinkt | 5 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Dat zie ik dan als een cadeautje voor degene die het organiseert.”Het bestuur van de PV heeft zes leden, drie personen daarvan zijn druk met het organiseren van allerlei activiteiten. Kort gezegd doet Ruth Kool de buitenlandse reizen, maakt Ton Leijgraaf de boekjes en organiseert de toertocht en Marcia Bakermans organiseert de CvB­activi­teiten zoals de VUT­brunch en de Sinterklaasviering. De anderen zijn voorzitter, penningmeester of houden zich bezig met het ledenbestand.Zoals Ad dit interview heeft voorbereid met een uitdraai van de hele structuur van het beheer van PVOC, heeft Monique goed nagedacht of ze als lid nog tips en wensen heeft. “Ik vind dat er herinneringen voor het aanmelden bij activiteiten moeten komen.” “Dat is te duur”, antwoordt Ad. “Dat moet namelijk per post omdat we niet meer mails naar alle medewerkers mogen sturen dan al is afgesproken met het College van Bestuur.” Er zit niets anders op dan dat mensen vaker op de site kijken (http://pvweb.campus.tue.nl).

Met een maandelijke anderhalve euro contributie per lid zijn de mogelijkheden niet onbeperkt.Op een of andere manier komt het gesprek op het dak van Moniques Mini One. Ad vertelt hoe ze daar aan is gekomen. “En iedere keer wanneer de Mini gerepareerd werd, kwam ze in een spiksplinternieuwe witte BMW 320 van de garagehouder naar hier”, zegt Ad lachend. Monique heeft het Mini­dak laten pimpen met een Engelse vlag. Ze heeft iets met het overzeese land, maar haar kinderen willen er niet naartoe op vakantie. “Misschien kan de PV een reisje naar Groot Brittannië organiseren”, stelt Ad behulpzaam voor.

Interview | Norbine SchalijFoto | Bart van Overbeeke

“Lidmaatschap is cadeautje voor degene die organiseert”

Om warme reden lid geworden

6 | Onderzoek

Marcel Rutten en Richard Lopata. Foto | Bart van Overbeeke

15 november 2012

Onderzoek | 7 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Fotoakoestiek: de echo van licht

Echografie met ultrageluid is een veelgebruikte methode om het inwendige van het menselijk lichaam in kaart te brengen ­ denk aan de zwangerschaps­echo’s. Een ultrageluidscanner zendt geluidsgolven uit die in het lichaam worden weerkaatst en verstrooid. De weerkaatste golven worden opgevangen door de scanner, die dus zowel als zender als ontvanger fungeert. Op basis van deze geluidsgolven maakt speciale software een reconstructie van wat er zich binnen het bereik van de scanner bevindt.

De techniek is snel, relatief goedkoop en er zijn geen bijwerkingen van bekend. Maar er zijn ook nadelen, zoals het feit dat je met ultrageluid moeilijk onderscheid kunt maken tussen verschillende weefseltypen. Het verschil tussen water, bot en zacht weefsel is goed te zien, maar het is lastiger om met ultrageluid tumoren van gezond weefsel te onderscheiden, de aard van plaque in (slag)aderen in te schatten, of de doorbloeding van spierweefsel vast te stellen.

Dat laatste is in principe wel mogelijk met een verwante techniek: fotoakoestiek. Hierbij wordt de op te vangen geluidsgolf in het lichaam opgewekt met een korte laserpuls. “In plaats van hoogfrequent geluid stuur je een korte, intense puls laserlicht het lichaam in”, legt dr.ir. Marcel Rutten uit. “Dit licht wordt geabsorbeerd door bijvoorbeeld bloedcellen of andere deeltjes, afhankelijk van de kleur licht die je gebruikt. Die deeltjes worden daardoor heel warm en zetten razendsnel uit, waarna ze direct door het omliggende

weefsel worden afgekoeld en als het ware weer in elkaar klappen.” Dat proces veroorzaakt een geluidspuls van tientallen tot honderden nanoseconden; zo ontstaat ultrasoon geluid met ongeveer dezelfde frequentie ­vijf tot tien megahertz­ als bij traditionele ultrageluidscanners.

Elk type weefsel heeft een verschillende respons bij een bepaalde kleur licht. Dat maakt het mogelijk om heel specifiek bepaalde weefsels op te warmen en daarmee ­via het uitgezonden ultra­geluid­ als het ware op te laten lichten. “Door te spelen met de kleur van het licht, kun je bijvoorbeeld alleen zuurstofrijk bloed zichtbaar maken”, voegt dr.ir. Richard Lopata toe. Hij geeft nog een voorbeeld: “Zieke bloedvaten bevatten veel vet. Met fotoakoestiek kun je heel specifiek kijken waar dit vet zit en hoeveel het is.”

In laboratoria worden al jaren fotoakoes­tische experimenten gedaan, maar door de kosten en omvang van de benodigde laserapparatuur is de techniek nog niet tot in ziekenhuizen doorgedrongen. Lopata en Rutten, beiden universitair docent in de groep Cardiovascular Biomechanics van prof.dr.ir. Frans van de Vosse, willen daar verandering in brengen. Ze nemen daarom deel in een

groot Europees project dat vorige maand van start is gegaan. Dit project, FULLPHASE, moet een handzame fotoakoestische scanner opleveren die artsen in het ziekenhuis eenvoudig kunnen bedienen.

De TU/e’ers hebben binnen dit project de leiding over de zogeheten ‘preklinische validatie’. Dat betekent dat ze de ontwik­kelde apparatuur zullen testen op levend weefsel, onder meer door vergelijkingen met traditionele ultrageluidscans. Hiervoor krijgen ze ­uit het totale budget van meer dan zeven miljoen­ ruim acht euroton toegewezen. Voldoende voor twee promovendi en behoorlijk wat financiële armslag voor apparatuur. Daarnaast stelt projectleider Esaote, fabrikant van ultrageluidscanners, speciale scanners beschikbaar. Lopata: “Hieruit kunnen we de ruwe data uitlezen. Die bevat voor ons meer relevante informatie dan de plaatjes die klinische scanners automatisch produceren.”

Het werken met laserpulsen brengt uiteraard ook beperkingen met zich mee. Ten eerste dringt licht maar heel moeizaam in ons lichaam door, zelfs het infrarode licht (tussen 650 en 1300 nanometer) waar de scanner gebruik van maakt. Met de huidige lasers komen onderzoekers niet verder dan een centimeter onder de huid. “Hoe hoger de intensiteit van het licht, hoe dieper je echter in het lichaam kunt kijken”, zegt Rutten. “Het doel van FULLPHASE is tot twee centimeter te komen.”

Met fotoakoestiek kun je dan ook slechts weefsels in beeld brengen die zich vlak onder de huid bevinden. Binnen FULLPHASE wordt onder meer gekeken naar huidtumoren en reumatische artritis in vingerkootjes. De Eindhovense onderzoekers richten zich voornamelijk op doorbloeding van spieren en plaque in de halsslagader. Lopata: “Dat laatste is een heel relevant onderwerp. Als zo’n stukje plaque scheurt, komt de inhoud, veelal vet, in de bloedbaan. Het kan meegevoerd worden naar de hersenen en daar een infarct veroorzaken.”

Rutten noemt het zelfs de heilige graal van de vaatchirurgie: “In vijf van de zes gevallen waarbij plaque uit de halsslag­ader wordt verwijderd, blijkt dat die riskante operatie achteraf niet nodig was omdat de plaque stabiel was. Met een fotoakoestische scan zou je in principe heel snel kunnen bepalen of een operatie nodig is. Veel sneller en goedkoper dan met MRI of een CT­scan, waarbij specialisten de gemaakte afbeeldingen achteraf nog uitgebreid moeten bestuderen.”

Het zal niet eenvoudig zijn om de fotoakoestische scanner zowel handzaam als veilig te maken. Hoewel het gemiddelde laservermogen door de korte duur van de pulsjes niet bijzonder hoog hoeft te zijn, is wel een stevige voeding nodig die in het ‘handheld device’ moet worden geïntegreerd. Lopata: “Het risico is dat het apparaat te warm wordt, terwijl er ook allerlei gevoelige elektronica in zit en een arts een hele dag met het apparaat moet kunnen werken zonder dat hij zijn handen brandt.”

De benodigde hoge intensiteit van de laserpuls brengt nog een laatste

probleem met zich mee: de huid kan zodanig worden opgewarmd dat er een brandwond ontstaat; de veiligheid is dan ook een belangrijk issue binnen het project. Rutten is er niet helemaal gerust op dat dit probleem overkomelijk is.

“Voor lasers bestaan allerlei veiligheids­voorschriften, maar die zijn opgesteld toen men nog maar weinig wist van de effecten van gepulste lasers. Het gevolg is dat men behoorlijk aan de veilige kant is gaan zitten. Er is dus een risico dat FULLPHASE straks een apparaat oplevert dat niet gebruikt mag worden, ondanks dat het veilig is, of dat het een té veilig apparaat wordt, waar je klinisch niets aan hebt.” (TJ)

Met licht maak je geluid en dit geluid zet je weer om in beeld; fotoakoestiek gaat verder waar de traditionele ultrageluidscan ophoudt. Het Europese FULLPHASE-project moet leiden tot een

handzame fotoakoestische scanner met geïntegreerde gepulste laser, waarmee bijvoorbeeld snel het risico van plaques in hals-slagaders kan worden ingeschat. Bij onderzoeksgroep Cardio-

vascular Biomechanics gaan ze controleren of het ook echt werkt.

Je kunt heel specifiek bepaalde weefsels laten ‘oplichten’

De huidige lasers komen niet verder dan een centimeter onder de huid

Een ‘artist’s impression’ van de fotoakoestische scanner.

diodelasergepulstelaserbundel

ultrageluidsensor

8 | Onderzoek 15 november 2012

4 brandende vragen(Onder redactie van Tom Jeltes)

1

2

3

4

Wat zien we op de cover van je proefschrift?

Hoe leg je op feestjes uit waar je

onderzoek over gaat?

Welke persoon, techniek of apparaat is

onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Wat heeft de samenleving aan jouw werk?

Rob van Gils (W)Elektronica kokend koelen

1 | cover 2 | feestjes

Op de cover zijn verschillende figuren uit mijn proefschrift te zien. Deze variëren van een schema­tische weergave van het onderzochte wiskundige model en de experimentele opstelling, tot figuren die de karakteristieken van een kookproces weer­geven. De figuren zijn op een speelse manier gerangschikt waardoor in een oogopslag de inhoud van het proefschrift duidelijk moet worden ­ ten­minste, voor diegene die bekend is met de materie.

Ik doe onderzoek naar een koelmethode voor elek­tronica die gebruikmaakt van een kookproces. Door de agressieve vorm van warmteoverdracht kunnen hiermee veel hogere koelcapaciteiten gehaald worden dan met conventionele methoden. Het probleem is echter dat bij een te hoge warmte­flux zich een damplaag op het warmte­element vormt, wat het apparaat isoleert en resulteert in een enorme temperatuurstoename. Ik stabiliseer de insta­biele overgang naar de vorming van deze damplaag.

Mijn wiskundige model bestaat uit een PDE­systeem (een stelsel van partiële differentiaalvergelijkingen, red). Na spatiële discretisatie resulteert dit in een hoge­orde ODE­systeem (met ‘gewone’ differentiaal­vergelijkingen, red.). Zonder computer zou ik dit ODE­systeem niet kunnen analyseren.

Zonder geavanceerdere koelmethode zal de ontwikkeling van elektronica tot een stop komen. De resultaten van mijn onderzoek staan nog ver van een praktische applicatie af, maar met enkele vervolgprojecten (waaraan gewerkt wordt) zouden deze resultaten gebruikt kunnen worden bij de ontwikkeling van geavanceerde koelmethoden.

3 | onmisbaar

4 | samenleving

Dagelijks rijden er op de Nederlandse wegen zo’n 500.000 vrachtwagens zonder lading. Gelukkig komen deze lege trucks niet allemaal op hetzelfde moment op de weg, want ze zouden met gemak het 2.500 kilometer tellende snelwegennet in Nederland vastzetten. Maar dreigend fileleed is niet het enige nadeel dat aan de ‘empty miles’ kleeft. Transportbedrijven worden opgezadeld met brandstof­ en personeelskosten zonder dat daar verdiensten tegenover staan.

Het wekt dan ook geen verwondering dat een stuk of negen grote spelers op de transportmarkt met capaciteitsgroep Information Systems (IS) samenwerkt in een projectteam om de lege ritten aan te pakken. Zoals Portbase, informatie­verzamelaar en ­verstrekker van de havens van Rotterdam en Amsterdam. En transportbedrijf Jan de Rijk met ruim achthonderd vrachtwagens. De bedrijven leggen bijna twee miljoen euro op tafel. Opgeteld bij de ruim drie miljoen euro die de Europese Unie beschikbaar stelt

voor onderzoek, kan Information Systems de komende drie jaar werken aan het zogeheten Green European Transport (GET) Service­project.

Dr.ir. Remco Dijkman is samen met voorzitter van de capaciteitsgroep IS hoogleraar Paul Grefen coördinator van GET. Volgens Dijkman zijn er geen exacte getallen gekoppeld aan de doelstellingen van het project, zoals de reductie van CO2­uitstoot, maar gaat het om een ‘proof of concept’. “Vanuit wetenschap­pelijk perspectief ben ik ervan overtuigd dat in theorie een verbetering van tien procent gemakkelijk haalbaar is. Een van de concrete problemen die er speelt, is de beperkte informatievoorziening. Die werkt ‘empty miles’ in de hand. Een groot aantal vrachtwagens naar de haven van Rotterdam komt of gaat leeg. Dat is waanzin. Er is altijd wel een container die onderweg kan worden opgepikt”, zegt Dijkman.Maar, zo benadrukt hij, er speelt ook een cultureel probleem. “Transporteurs zijn wat huiverig om hun informatie te delen uit angst dat ze marktverlies lijden. Dat is een beperkende en hardnekkige factor. We zullen daar heel specifiek naar kijken om de ‘vrachtwagenjongens’ te overtuigen.”

Het verzamelen en snel doorgeven van

informatie is een uitdaging op zich. “Het gaat om enorme hoeveelheden”, erkent Dijkman. “Het betreft vooral vrachtdetails en het oponthoud onderweg.” De informatie komt bovendien van diverse instanties zoals transporteurs, verzekeraars, douane, havenmeesters, de Voedsel­ en Warenautoriteit en Rijkswaterstaat. Dijkman: “Smartphones kunnen iedere seconde de locatie en snelheid van elke truck in Europa doorgeven. Maar er zitten gaten in die informatie zodra een smartphone buiten bereik is. En de gegevens zijn vaak niet op het juiste niveau van detail. Zo wil de haven van Rotterdam vooral weten wanneer een truck verwacht wordt en niet waar die truck op ieder moment is.”

Het projectteam, waarin alle partijen samenwerken, wil daarom gefaseerd een platform bouwen dat elke gebruiker op ieder moment de informatie geeft die voor hem of haar relevant is. Dat platform is gebaseerd op bestaande logistieke computersystemen die met verbeterde algoritmes sneller, liefst online, de planning gemakkelijker kunnen aanpassen. Zo kan het hoofdkantoor bij vertraging door files of wachttijd bij de douane de chauffeur op de weg direct inseinen. Binnen een jaar wil IS een prototype van een app afleveren waarmee chauffeurs aansturing krijgen.

Behalve een betere informatievoorziening, gaat het projectteam ook functies ontwikkelen voor het plannen, volgen en sturen van goederentransport. De aandacht gaat daarbij uit naar containervervoer dat, in tegenstelling tot bulkgoederen, erg gevoelig is voor de snelheid van afhandeling. (FvO)

Met de app in de hand over de BrennerpasDe transportsector efficiënter en milieuvriendelijker maken. Dat is het doel van het project dat capaciteitsgroep Information Systems van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences per 1

oktober is gestart. De onderzoekers richten zich onder meer op vrachtwagens zonder lading die veelal zorgen voor een verspilling aan brandstof, onnodige CO2-uitstoot en drukte op het wegennet.

“Veel vracht-wagens komen of gaan leeg: waanzin”

Remco Dijkman. Foto | Bart van Overbeeke

Onderzoek | 9 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Promoties Onder hoogleraren

Woensdag 28 november 14:00 uur CZ4 Promotie D. Trivellato MSc (W&I)Promotor(en): prof.dr. S. EtalleTitel proefschrift: “Protecting Information in Systems of Systems”

Woensdag 28 november 16:00 uur CZ4 Promotie J. Samaliková Kapustová MSc (IE & IS)Promotor(en): prof.dr. R.J. Kusters en prof.dr.ir. P.W.P.J. GrefenTitel proefschrift: “Process Mining Application in Software Process Assessment”

Woensdag 28 november 16:00 uur CZ5 Promotie drs. J. Verhaegh PDEng (ID)Promotor(en): prof.dr. E.H.L. Aarts en prof.dr. W.C.M. ResingVoorzitter: prof.dr.ir. A.C. BrombacherTitel proefschrift: “Assessment and development of cognitive skills using tangible electronic board games Serious games on the TUI TagTiles”

Donderdag 29 november 16:00 uur CZ4 Promotie D.E. Nadales Agut MSc (W)Promotor(en): prof.dr.ir. J.E. Rooda en prof.dr. J.C.M. BaetenTitel proefschrift: “A Compositional Interchange Format for Hybrid Systems: Design and Implementation”

Donderdag 22 november 16:00 uur CZ4 Promotie I.D. Gunbas MSc (ST)Promotor(en): prof.dr. C.E. Koning en prof.dr. R.A.T.M. van BenthemTitel proefschrift: “Water­borne, functional coatings from maleic anhydride­containing copolymers: Chemistry and phase behavior”

Donderdag 22 november 16:00 uur CZ5 Promotie M. Khoshgoftar MSc (BMT)Promotor(en): prof.dr. K. ItoTitel proefschrift: “Computer­Aided Cartilage Tissue­Engineering; a numerical evaluation of the influence of inhomogeneities, collagen architecture and temporal culture effects”

Maandag 26 november 16:00 uur CZ4 Promotie ir. K.M.R. Hoen (IE & IS)Promotor(en): prof.dr.ir. G.J.J.A.N. van Houtum en prof.dr.ir. J.C. FransooTitel proefschrift: “Design and Control of Carbon Aware Supply Chains”

Maandag 26 november 14:00 uur CZ4 Promotie P. Gousseau MSc (B)Promotor(en): prof.dr.ir. B.J.E. Blocken en prof.dr.ir. G.J.F. van HeijstTitel proefschrift: “Numerical Modeling of Micro­Scale Wind­Induced Pollutant Dispersion in the Built Environment”

Donderdag 15 november 16:00 uur CZ4 Promotie ing. R.M. Snoeren (EE)Promotor(en): prof.dr.ir. P.H.N. de WithTitel proefschrift: “Physics­Based Optimization of Image Quality in 3D X­ray Flat­Panel Cone­Beam Imaging”

Donderdag 15 november 16:00 uur CZ5 Promotie K. Starkov MSc (W)Promotor(en): prof.dr.ir. J.E. Rooda en prof.dr.ir. I.J.B.F. AdanTitel proefschrift: “Performance analysis of manufacturing networks: surplus­based control”

Maandag 19 november 16:00 uur CZ4 Promotie J. Wu MSc (ST)Promotor(en): prof.dr. C.E. KoningTitel proefschrift: “Carbohydrate­based Building Blocks and Step­growth Polymers synthesis, characterization and structure­properties relations”

Maandag 19 november 16:00 uur CZ5 Promotie M. Yu MSc (W)Promotor(en): prof.dr. L.P.H. de GoeyTitel proefschrift: “Two dimensional gas temperature measurements of fuel sprays in a high pressure cell”

Dinsdag 20 november 16:00 uur CZ4 Promotie E. Miloskovska MSc (ST)Promotor(en): prof.dr. P.J. LemstraTitel proefschrift: “Structure­property relationships of rubber/silica nanocom­posites via sol­gel reaction”

Dinsdag 20 november 14:00 uur CZ4 Promotie ir. R.M. Hermans (EE)Promotor(en): prof.dr.ir. P.P.J. van den BoschTitel proefschrift: “Distributed Control of Deregulated Electrical Power Networks”

Dinsdag 20 november 16:00 uur CZ5 Promotie ir. H.B. Profijt (TN)Promotor(en): prof.dr.ir. W.M.M. Kessels en prof.dr.ir. M.C.M. van de SandenTitel proefschrift: “Plasma­Surface Interaction in Plasma­Assisted Atomic Layer Deposition”

Woensdag 21 november 16:00 uur CZ4 Promotie P.I. Rosen Esquivel MSc (W&I)Promotor(en): prof.dr. R.M.M. Mattheij en prof.dr.ir. J.A.M. DamTitel proefschrift: “Efficient Simulation of Flow and Heat Transfer in Arbitrarily Shaped Pipes”

Cemil Bekdemir (W)Dieseljets simuleren met supercomputer

Ralph Hermans (EE)Een flexibeler elektriciteitsnet

1 | cover 1 | cover2 | feestjes 2 | feestjes

We zien een ‘artist impression’ van een dieseljet. Zo’n acht van deze dieseljets worden in elke cyclus van een verbrandingsmotor binnen enkele milli­seconden in de cilinder gespoten bij injectie­drukken oplopend tot tweeduizend bar. Gezien de typische druk en temperatuur in een motor kan de kleur misleidend zijn, maar groen refereert naar het doel waar mijn onderzoek aan bijdraagt: brandschone verbranding!

De omslag toont een nachtelijk, verlicht Europa, met in het klein een foto met windturbines en transmissielijnen tegen de ondergaande zon. De eerste foto geeft een goed beeld van de afmetingen van het moderne elektriciteitsnetwerk, de tweede verwijst naar de trend om steeds meer elektriciteit duurzaam op te wekken.

Ik gebruik populaire termen als ‘broeikaseffect’ en ‘luchtvervuiling’ om deze vervolgens te koppelen aan gevolgen die mensen direct raken, zoals gezond­heidseffecten of financiële kosten. De link met (weg)transport en dieselmotoren is dan al snel gemaakt. Dat daar verbetering te halen valt, en dat computersimulaties daar steeds meer een sleutel­rol in spelen, wordt snel begrepen.

Bolt, de supercomputer in onze groep, die het leeu­wendeel van mijn berekeningen heeft uitgevoerd. Voor een gefundeerd begrip van de tijdsafhankelijke fysische en chemische processen zijn gedetail­leerde simulaties noodzakelijk. Zonder de parallelle rekenkracht van Bolt, die meer dan 700 processoren heeft, was het niet mogelijk geweest om 3D­simulaties met miljoenen rekenpunten uit te voeren en te analyseren.

Verbranding is onmisbaar voor de instandhouding van onze welvarende maatschappij. Volgens alle voorspellingen zal zelfs in 2050 driekwart van de wereldenergievoorziening (inclusief elektriciteit) uit verbrandingsprocessen komen. De samenleving is gebaat bij elk onderzoek dat bijdraagt aan het begrijpen, het verschonen en het efficiënter maken van verbrandingsprocessen.

Kort gezegd komt het erop neer dat we vraag en aanbod van elektriciteit zo goed mogelijk willen balanceren, rekening houdend met de beperkingen van het transmissienetwerk. De behoefte aan efficiënte, betrouwbare balansmechanismen groeit met de toename van moeilijk voorspelbare, decentrale opwekking en deregulering van de elektriciteits­markt. Een veelgehoorde oplossing is het installeren van energiebuffers zoals stuwmeren, maar dit vergt grote investeringen. Ik heb het balansprobleem op een meer generieke manier aangepakt door gebruik te maken van gedistribueerde regelalgoritmes.

Het is niet wenselijk om nieuwe regelingen zomaar op het elektriciteitsnetwerk uit te proberen. Ik heb mijn theoretische resultaten dus moeten verifiëren met behulp van simulatiesoftware (Matlab). Ook heb ik heel veel profijt gehad van discussies met onze projectpartners bij TenneT (de Nederlandse netwerkoperator) en APX (de beurs voor elektrische energie in Amsterdam).

Een betrouwbare elektriciteitsvoorziening is onmis­baar voor onze samenleving. Tegelijkertijd willen we dat elektriciteit op een duurzame en goedkope manier opgewekt wordt, door hernieuwbare bronnen en met de markt als belangrijkste stuurmechanisme.

3 | onmisbaar

3 | onmisbaar

4 | samenleving

4 | samenleving

Vrijdag 23 november 16.00 uur BZ Intreerede prof.dr.ir. D.H.J. Epema (W&I) – dhlVoorzitter: prof.dr.ir. C.J. van DuijnTitel: “Decentraliseer – en beheers?”

10 | Uitgelicht 15 november 2012

Karl Dittrich: “Zelden een verzuurde docent gezien”

NVAO-voorzitter wordt VSNU-voorzitter

Sinds 2005 stond de voormalige Maastrichtse universiteitsvoorzitter Karl Dittrich (60) aan het hoofd van de Nederlands­Vlaamse Accreditatie Organisatie. Zijn twee termijnen als voorzitter zitten erop. Bij de VSNU neemt hij het stokje van Sijbolt Noorda over.De keurmeesters van de NVAO lagen de afgelopen twee jaar onder vuur: ze hadden de diplomafraude in het hbo niet kunnen voorkomen. Tegelijkertijd klaagden docenten en managers over de visitatieprotocollen en de stapels formulieren die ze moesten invullen.

De NVAO leiden... was dat de laatste jaren nog wel leuk?“Jazeker. Ik heb veel respect gekregen voor met name het hbo, maar ook de rest van het onderwijs. Welke verhalen er ook de ronde doen, ik kom vrijwel

alleen mensen tegen die er met hart en ziel aan werken. Zelden zag ik een verzuurde docent. Maar goed, ik zie natuurlijk niet alle docenten.”

De NVAO kreeg veel kritiek, vooral toen de diplomafraude bij Hogeschool Inholland bekend werd. Hoe konden die opleidingen zijn goedgekeurd, vroegen critici zich af.“Met die kritiek ben ik het nooit eens geweest. Wij keuren opleidingen eens in de zes jaar en de fraude met alternatieve afstudeerroutes vond plaats nadat de panels met deskundigen waren langsgekomen. Vergeet ook niet dat zij eerst een bezoek brengen en dat het besluit over accreditatie pas ruim een jaar later ingaat. In de tussentijd kan er iets misgaan.”

De subtielere variant van die kritiek is dat de NVAO vooral papier beoordeelt. “De kwaliteitsbewaking is inderdaad gebureaucratiseerd. De zorg voor het onderwijs is vertaald in processen en protocollen. We hebben bij de instellingen een hele kaste van kwaliteitszorgmede­werkers gecreëerd en dat vind ik problematisch. Het hoger onderwijs mag best iets meer vertrouwen krijgen. Het gaat uiteindelijk niet om protocollen, maar om de drie kernvragen: wat wil je, wat doe je en wat bereik je?”

Opleidingen klampen zich vast aan protocollen, omdat ze bang zijn voor een negatief oordeel.“Dat klopt, maar die angst begint nu wel af te nemen. In de eerste zes jaar was het accreditatiestelsel veel te streng van opzet. De politiek had er een machostelsel van gemaakt en wij zijn daar als NVAO nooit gelukkig mee geweest. We konden een

opleiding afkeuren of goedkeuren, een tussenweg was er niet. Ik kan me zo goed voorstellen hoe dat ging. Een panel van deskundigen zit tegenover goedbedoelende mensen van een matige opleiding en denkt: het is het net niet helemaal. Maar ja, die deskundigen beseffen dat ze een strop om de hals van de docenten knopen als ze een opleiding voor één onderdeel een onvoldoende geven. Want de opleiding zou dan onmiddellijk moeten sluiten. Dat was de paradox: het strenge stelsel leidde tot milde oordelen.

Sinds 2011, in de tweede accredita­tieronde, krijgen matige opleidingen één of twee jaar de kans om zich te herpakken. De term ‘herstelperiode’ klinkt misschien soft, maar die leidt in de praktijk wel tot verbetering van het onderwijs, omdat panels nu eerder een onvoldoende durven geven. Daardoor zijn opleidingen ook iets minder angstig. We zien dat ze nu opener zijn over hun sterke en zwakke kanten.”

Oordelen de panels niet langer te mild?“Het blijven mensen. Als er oplichters tegenover je zitten, dan ben je snel klaar en keur je een opleiding af. Maar niemand probeert slecht onderwijs te geven en je vindt altijd wel iets waarvan je denkt: gut, dat had beter gekund.”

De universitaire rechtenopleidingen kwamen er in de laatste accreditatie makkelijk vanaf, terwijl er veel mis was: weinig docenten, matige scripties, slechte resultaten…“Dat was nog in het oude stelsel. Nu zouden veel van die opleidingen wellicht een herstelperiode krijgen. Het zou wel logischer zijn geweest. We hebben nu afgesproken dat ze na drie jaar verslag doen van de voortgang, terwijl dat normaal gesproken pas na zes jaar gebeurt.”

De NVAO mag nu ook op eigen gezag eerder terugkeren als ze een opleiding niet langer vertrouwt. Hoe snel neem je zo’n beslissing?“Niet snel. Er kan altijd wel iets misgaan, we rukken niet meteen uit. We hebben natuurlijk allemaal wel een rijtje met instellingen in ons hoofd die we zorgelijk vinden. Als daar iets negatiefs gebeurt, valt het in een patroon en zijn we eerder gealarmeerd.”

Straks wordt u voorzitter van de VSNU. Andere baan, andere mening? “Vast wel, maar dat kan ik pas na honderd dagen inwerken zeggen. Veel zal er aan mijn ideeën niet veranderen, vermoed ik. Ik zal nooit zeggen: kwaliteitszorg is onbelangrijk. Ik zal uitleggen dat het bij accreditatie meer om de inhoud moet gaan dan om de protocollen; maar dat heb ik altijd beweerd. Verder zal ik blijven wijzen op het belang van autonomie voor instellingen, want die levert uiteindelijk de beste resultaten op. De overheid moet zich niet met te veel dingen bemoeien.

We zijn nu bezig met instellingsaudits, waarin we de universiteiten en hogescholen in hun geheel beoordelen. Als ze hun zaken op orde hebben, kunnen we vertrouwen geven en minder vaak langskomen. Dat lijkt me een goede weg. Maar ik zal nooit tegen visitaties pleiten. Ik ken trouwens ook niemand die principieel tegen visitatie is. In tegendeel, docenten en onderzoekers zijn veelal gepassioneerd en willen graag vertellen wat ze doen.”

Ging fraudeur Diederik Stapel ook niet bijzonder autonoom te werk?“Maar wetenschapsfraude kan overal opduiken. Zo’n affaire hou je ook niet tegen met accreditatie. De peers moeten hun werk doen, maar je zult altijd bedriegers houden. Accreditatie kan maar beter van vertrouwen uitgaan en op verbetering gericht zijn. Dan heb je

er veel meer aan. Dan hebben docenten er ook meer zin in.”

Werkt het eigenlijk, die kwaliteitscontrole?“We mogen trots zijn. Weet je dat er in heel Europa maar drie landen zijn die het eindniveau van opleidingen in het hoger onderwijs zo stevig beoordelen? Het gebeurt alleen in Zweden, Nederland en Vlaanderen. Verder nergens, ook niet in Groot­Brittannië. De kwaliteitszorg richt zich in andere landen bijvoorbeeld op het onderwijsprogramma, de studielast en misschien nog op een paar tentamens, maar nergens anders gaan ze scripties lezen om te zien of die wel op niveau zijn.

Dat maakt internationale samenwerking van accreditatieorganisaties ook lastig. In Europa mag je het hoger onderwijs indelen in ongeveer drie of vier niveaus. Sommige landen in het voormalige Oostblok zijn heel hard bezig, andere staan nog aan begin van de ontwikkeling van kwaliteitszorg. Bovenaan staat Noord­West Europa. We mogen werkelijk trots zijn op het Nederlandse hoger onderwijs. Kijk maar eens naar de ranglijsten. Niet voor niets zeggen de makers van Times Higher Education dat de rest van de wereld eens naar Nederland moet kijken, waar alle universiteiten bij de beste 225 van de wereld horen.”

Maar geen enkele universiteit zit bij de beste tien of twintig. Dat roept de vraag op waar Nederland naar moet streven: een paar topuniversiteiten of allemaal even goed.“Ik kies absoluut voor dat laatste. Ik zie weinig in het Harvard­model, waarin één rijke universiteit het beste onderwijs biedt en de rest ver achterblijft. Je moet natuurlijk niet allemaal hetzelfde doen en studenten moeten iets te kiezen hebben; ik ben wel voor differentiatie. Studenten moeten dan ook betere studiekeuzes maken. Nu kiezen ze vaak voor de stad en kijken dan welke opleidingen ze daar kunnen volgen.”

Wordt het door het leenstelsel niet moeilijker om van studie te wisselen als je je vergist hebt?“Ik ben benieuwd hoe het uitwerkt. Academische studenten moeten al kiezen als ze achttien zijn en hbo’ers zelfs nog een jaar eerder. Ze kunnen zich vergissen. Iedereen heeft het recht een keer te falen, zou ik denken. Dan moeten ze de scherven opvegen en opnieuw beginnen. Misschien wordt dat lastiger als het veel geld kost.”

Universiteitsbestuurders zijn allemaal eigenwijs en notoir moeilijk op één lijn te krijgen, heeft u weleens gezegd. Hoe gaat u dat aanpakken?“Geen idee. Ik zal benadrukken wat ons bindt, niet wat ons scheidt. Ik zal het belang van fundamenteel onderzoek en autonomie blijven onderstrepen. Maar verder kan ik er nog niet te veel op vooruitlopen. Ik ga er in elk geval met trots en passie aan beginnen.”

“Nergens anders gaan ze scripties lezen”

Interview | Hoger Onderwijs PersbureauFoto | Hans Stakelbeek

Jarenlang waakte hij over het niveau van het hoger onderwijs. Op 1 december wordt Karl Dittrich voorzitter van universiteiten-

vereniging VSNU. Zijn “liefde voor de academie” is nog springlevend.

“Het strenge stelsel leidde tot milde oordelen”

Karl Dittrich

Mens & Mening | 11 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

UR­podium

Ov-reisrechtOndanks het feit dat de gevolgen van de langstudeerboete nog lekker nasudderen in de portemonnee van menig ouderejaars TU/e­student kunnen zij toch weer opgelucht ademhalen nu de regeling van de baan is. Een ander verhaal is het voor de huidige eerstejaars en alle aankomende studenten: zij zitten met het nieuwe regeerakkoord bij voorbaat vast aan een grote studieschuld. Dat de bètastudent hierdoor extra hard getroffen wordt, lijkt nog niet erg te leven op onze campus. Komt het door de (onbewuste) acceptatie dat ook studenten zullen moeten inleveren, of zijn de meesten simpelweg al blij dat ze de dans nog net zijn ontsprongen? Naast het sociaal leenstelsel gaat nu ook het ov­reisrecht op de schop. De kosten voor deze reisvergoeding werden destijds van de basisbeurs afgehaald en later werd het reisrecht ook nog eens verdeeld over een week­ óf weekendkaart. Van beide blijft er nu dus weinig meer over behalve een schamele kortingskaart. De kersverse onderwijsminister Jet Bussemaker verdedigde deze omzetting door terug te grijpen op een ervaring uit haar verleden als rector van de Hogeschool van Amsterdam. Ooit had ze daar een student uit Vlissingen ontmoet, die, in haar ogen, ook best naar Middelburg had kunnen gaan. Naast dat de keuze van deze specifieke student goed te begrijpen is, moet een student ook altijd kunnen kiezen voor de beste opleiding die bij hem of haar past.

De studiekeuze moet gebaseerd zijn op kwaliteit en niet op de financieel meest aantrekkelijke optie.Het omzetten van de ov­jaarkaart in een kortingskaart zien wij dan ook als een beperking van zowel de studie­, stage­ en/of minorkeuze van studenten. Het beknot hun algehele ontwikkeling. We nodigen iedereen dan ook uit om via de website van Cursor mee te discussiëren over de volgende stelling:

Het omzetten van de ov-jaarkaart is een grotere beperking voor de ontwikkeling van de student dan het afschaffen van de prestatiebeurs.

Twissue @tuecursor

Ruim 1.360 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

@tuecursor Stropdas wel/niet? Wat vinden jullie? (vrijdag 9 november, 10.39 uur)

Twitteraar@M_Steinbuch (Maarten Steinbuch, hoogleraar faculteit Werktuigbouwkunde)

Twissue‘Queen in town! Op 22 nov. gaat ze naar HTC en luncht ze in het Van Abbe. Geen stop aan de TU/e helaas’, twitterde Cursor op 8 november. ‘Gelukkig ben ik bij de lunch’, antwoordde Steinbuch, die hiervoor werd uitgenodigd door de Brabantse commissaris van de Koningin Wim van de Donk. De lunch maakt deel uit van het driedaags staatsbezoek van de president van Slowakije aan Nederland. Op donderdagochtend bezoekt Ivan Gašparovič (zonder de koningin) al de Automotive Campus in Helmond, waar Steinbuch en University Racing Eindhoven hem toespreken.

En nu?Steinbuch verkeerde al eerder in koninklijke kringen. Zo trok hij de voorbije jaren meermaals op met prins Maurits, voormalig voorzitter van het Formule E­team (dat elektrisch rijden promoot) waarvan de hoogleraar deel uitmaakt. “Dat waren altijd erg leuke contacten, heel ontspannen, actief en proactief. We hebben beiden een enorme drive en zijn echte doeners.”Het wel of niet dragen van een das was bij die ontmoetingen nooit een issue: “Die droeg ik gewoon niet”. De hoogleraar draagt ze sowieso zelden, behalve bij promoties en diploma­uitreikingen ­ omdat het nu eenmaal móet. “Ik laat de knoop in de das bij mijn toga altijd zitten, want ik kan zelf helemaal geen stropdas knopen.” Hoewel zijn aankomend eerste treffen met de koningin hem even deed twijfelen over de daskwestie (“bij mijn weten zijn er geen voorschriften”), hakte hij al snel de knoop door. Geen dubbele Windsor (zoals @gwitvoet hem via Twitter tipte) voor Steinbuch: “Meerdere mensen zeiden: ‘je hoeft dat niet te doen’. Bovendien deed prins Claus indertijd ook zijn stropdas af. Ik denk wel dat het kán”. Wel overweegt hij zijn oranje overhemd te dragen, “dat is misschien wel geinig”Al te gespannen voor de lunch is hij niet, “maar ik vind het wel erg leuk om te doen. Hou het maar op een lichte vorm van excitement.” Als het aan @M_Steinbuch ligt, kan zijn webgevolg via Twitter een beetje meegenieten van de koninklijke lunch. “Als ik bij haar aan tafel zit, zal ik het niet doen, dat vind ik onbeschoft. Maar anders maak ik denk ik wel even een tweetje. Ik heb geen instructie gekregen dat dat niet mag.” (MvdV)

In memoriam

Verdrietig geven wij kennis van het plotselinge overlijden van

Joep HermansStudent Biomedische Technologie, TU/e

Joep was een enthousiast en gedreven student, door zijn medestudenten geprezen om zijn nauwgezetheid en originele ideeën. Nadenkend en bedachtzaam koos hij het moment waarop hij zijn docenten en medestudenten verraste met bijzondere oplossingen en gedachten die steeds waardevol bijdroegen aan de uitvoering van de opdracht. Trots waren zijn medestudenten en docenten op de flair waarmee hij onlangs hun project presenteerde voor artsen en stafleden in het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Blij ook met de wijze waarop hij zichtbaar genoot van de waardering die hem ten deel viel tijdens het lopen van de Eindhoven Marathon, een paar weken geleden, en zijn werk als redacteur van de Protatype, het verenigingsblad van zijn studievereniging.

Wij herinneren Joep als een goede student, zijn opgewektheid, zijn grappen als het ijs even gebroken moest worden, zijn stimulerend enthousiasme, zijn originele gedachten en vele plannen.

Abrupt kwam zijn jonge leven tot een einde en rest ons sprakeloosheid en ongeloof.Onze gedachten zijn bij zijn ouders, zijn zus Karlijn, familie en vrienden.

Namens de faculteit Biomedische TechnologieProf.dr. P.A.J. Hilbers, decaanNamens het bestuur van de Studievereniging ProtagorasN.J.J.H. Dekkers, voorzitter

CURTOON

Tessie Hartjes , Groep-één

12 | Focus 15 november 2012

De basisonderlaag op de geasfalteerde paden wordt binnenkort voorzien van een toplaag, die beduidend lichter van kleur wordt. Deze maand wordt de exacte soort en kleur ­donkergrijs of lichter met een wit steentje erin­ gekozen. Na deze keuze wordt de toplaag zo snel mogelijk aangebracht, waarschijnlijk in een weekend in december (weersafhankelijk).

In het voorjaar van 2013 wordt de Groene Loper daad­werkelijk ‘groen’: dan moet het graszaad dat al is gezaaid volop zijn opgekomen. Het stuk tussen Matrix en het Hoofdgebouw wordt in het voorjaar ingezaaid. De keuze om gras te zaaien in plaats van graszoden te leggen is van financiële aard. Het is zeventigduizend euro goedkoper om de vlakte van 15.000 vierkante meter in te zaaien in plaats van met graszoden te bedekken. “Bovendien levert zaaien een betere grasmat op”, zegt Elmans.

Begin december zal de grote fietsenstalling (negenhonderd plaatsen) tussen MetaForum en Gemini­Noord klaar zijn. Deze komt naast de bestaande stallingen, onder meer die bij Vertigo. Elmans: “De fietsenkelder van het Auditorium (negenhonderd plaatsen, red.) wordt nog niet voor de helft gebruikt, alles bij elkaar zouden er ruim voldoende fietsen­stallingen moeten zijn.” De scheiding van fietsers en voetgangers vanuit het station en het de Dommelbrug ­om ongelukken te voorkomen­ werkt redelijk goed volgens Elmans. De regel is nu: voetgangers over het Limbopad en fietsers over de Dommelbrug. Als de situatie verslechtert, worden er maatregelen getroffen.

Tekst | Gerard Verhoogt Beeld | Dienst Huisvesting

De Groene Loper op de TU/e-campus wordt door veel studenten en medewerkers nog niet als ‘groen’ ervaren. Dat komt voornamelijk door de pikzwarte asfaltlaag op de brede wegen aan de oostkant van de Groene Loper. “Voorjaar 2013”, zo belooft projectmanager Boudewijn

Elmans van Dienst Huisvesting, “dan heeft het die uitstraling wél. Het ingezaaide gebied is al groen aan

het worden. Maar: groen kun je niet afdwingen.” Een rondje over fase 1 van de Groene Loper en

de laatste puntjes op de i.

Het graniet voor de trappen voor het Hoofdgebouw, MetaForum en Ceres komt vanaf december gefaseerd binnen vanuit China. Het komt uit dezelfde granietgroeve als de platen die bij de vijver liggen. Het gaat om grote tegels (1,5 x 2 meter), die in één stuk uit de grote zwerfkeien moeten worden gehaald. Dat kost veel tijd en het gaat in totaal om zo’n 300 ton graniet. Momenteel is de eerste levering onder­weg per boot van China naar Nederland. De eerste trap die bekleed wordt met het graniet is de hoofdtrap van Meta­Forum. Daarna volgen de trappen van MetaForum richting Ceres, een trapje aan de zuidzijde van MetaForum, Ceres en het Hoofdgebouw.

Het

definitief

ontwerp:

www.cursor.tue.nl

Focus | 13 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Groen kun je niet afdwingen”

De nieuwe asfaltpaden tussen het Auditorium en Vertigo zijn zo breed om meerdere redenen: de grote hoeveelheid voetgangers en fietsers vanuit station en stad verwerken; bevoorrading van de gebouwen, en bereikbaarheid voor hulpdiensten en mindervaliden. “Met dit formaat wegen kunnen vrachtwagens goed draaien en keren, ook over de verkeerslus bij Vertigo. Was hiervoor niet gekozen dan zou alles kapot worden gereden”, aldus de projectleider.

Lichtkunstenaar Har Hollands en TU/e­lichtinstituut ILI ontwierpen het lichtplan voor de Groene Loper. Er worden 34 speciaal voor dit doel ontworpen lantaarnpalen geplaatst. In januari 2013 worden ze geleverd en daarna zo snel mogelijk geplaatst. Eisen waren onder meer duurzaamheid, sociale veiligheid en onderhoudsvriendelijkheid. De palen zijn tien meter hoog met daarin een sleuf met led­modules. Die modules worden individueel gericht. Elke paal kan afzonderlijk aangestuurd worden; er kan gewisseld worden met de kleur van het licht (warm/koud).

In december worden zo’n veertig bomen geplant bij het Hoofdgebouw, Matrix en MetaForum. Daar ging een studie aan vooraf, omdat er onder de Groene Loper veel infrastructuur ligt. De meest in het oog springende bomen zijn de meerstammige zomereik (Quercus robur, zie inzet): grote bomen van 20/25 jaar oud. De kleinere Kadsura (een magnoliasoort) en een aantal krentenbomen (Amelanchier) worden geplant tussen het Hoofdgebouw en het Auditorium.

Meerstammige zomereik

Lantaarnpaal met led­modules

Krentenbomen en magnolia

Meer weten

over de

Groene

Loper:

www.cursor.tue.nl

14 | Uitgelicht 15 november 2012

Is er leven na de bachelor?

Studenten die al op tijd weten dat ze richting Automotive willen, kunnen daar nu via een zogeheten Graduate program een master in volgen om zich daarna eventueel te specialiseren via een promotietraject (PhD) of een ontwerpers­opleiding (PDEng). De TU/e kent momenteel vijftien van dergelijke programma’s, in de Graduate School ‘domeinen’ genoemd. Aan het hoofd van een domein staat een ‘director’. De verzamelingen van opleidingen worden in de Graduate School beter op elkaar afgestemd, de overgang van de master naar een vervolgopleiding moet soepeler verlopen en de TU/e wil zich meer en duidelijker profileren met het ‘graduate onderwijs’. Prof.dr. Arjeh Cohen, decaan bij Wiskunde & Informatica, is in januari aangesteld als kartrekker van de groep die de contouren voor de Graduate School schetst.

Waarom de Graduate School en waarom nu? “Met het Bachelor College wordt een nieuwe type ingenieur opgeleid, je krijgt andere uitstroom. Het ligt voor de hand dat je in dezelfde lijn doorgaat. We willen en moeten groeien als universiteit. We willen een groter relatief aandeel studenten in Nederland hebben en we hebben het nodig als we een internationale speler willen worden. We kunnen ons met de Graduate School duidelijker profileren. Het speelveld om

ons heen verandert en de druk vanuit de buitenwereld wordt steeds groter. De overheid wil controle op kwaliteit kunnen uitoefenen en dat gaat beter als de organisatie zo transparant mogelijk is en te vergelijken is met andere instituten. Er is veel druk op de ketel om nominaal af te studeren en dan is het belangrijk dat alles goed op elkaar aansluit en studenten zo min mogelijk vertraging hebben. Nu komt het vaker voor dat een student vakken volgt die over twee faculteiten zijn verspreid en dat het roostertechnisch niet goed is geregeld. Dat moet veranderen. Hoe dan ook: stilstaan is niet mogelijk.”

De invulling van de Graduate School aan de TU/e gaat wat afwijken van andere universiteiten. Werkt dat niet verwarrend? “Bij de meeste Graduate Schools volgens Amerikaans model gaat het om de master en een promotie. Instellingen binnen de EU kiezen veelal het Engelse model dat zich tot de PhD­opleiding beperkt. De ontwerpersopleiding zoals we die aan de TU/e kennen, is tamelijk uniek. Ik verwacht dat we ons daar juist mee kunnen profileren en daar moeten we dan ook goed over communiceren. We hebben overigens gekeken hoe Delft en Twente het hebben aangepakt, hoe het aan Amerikaanse universiteiten gaat en hoe de universiteiten binnen

EuroTech het aanpakken.” (EuroTech is het samenwerkingsverband tussen de TU/e, Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne, the Technical University of Denmark en de Technische Universität München, red.)

Een facet van veel Graduate Schools is dat promovendi drie in plaats van vier jaar over hun promotie doen. Gaan we dat hier ook doorvoeren?“Nee, in principe niet. Daar zijn we als overleggroep over de Graduate School geen voorstander van. De kwaliteit van het onderzoek staat voorop. Het is wel mogelijk dat excellente promovendi wat sneller kunnen promoveren, maar dat is dan altijd in samenspraak met de promotor. We huiveren ervoor om het als norm te stellen.”

Hoe gaan de onderzoeks-scholen hierin passen?“De studenten zijn primair ‘onze’ studenten en daarmee willen we een gemeenschap vormen. We zien de onderzoeksscholen als verschaffers van colleges, cursussen, disciplinerijke contacten, et cetera.”

Wat gaat er de komende tijd daadwerkelijk veranderen aan de TU/e?We hebben als werkgroep nu vooral de grote lijnen uitgezet, een visie. Die houdt in dat master, PhD en PDEng beter op elkaar moeten aansluiten en dat we de Graduate School beter zichtbaar moeten maken aan de buitenwereld. We hebben al wel ideeën over de concrete invulling. Zo willen we een certificaatprogramma realiseren. Studenten die iets extra’s hebben gedaan ­ denk aan het honors program, het beheersen van bepaalde vaardig­heden of een groot gedeelte van een andere studie doen­ zouden daar erkenning voor moeten krijgen in de vorm van een certificaat. Die certificaten kunnen bijvoorbeeld helpen om een onderdeel van een PDEng­opleiding

alvast in de master te doen. Dat is overigens nog wel complex, omdat PDEng’s en PhD’s in dienst van de universiteit zijn en masterstudenten niet. Coaches moeten studenten begeleiden in het samenstellen van hun studie. Net als bij het Bachelor College

moeten studenten meer vakken kunnen kiezen, waarbij we willen voorkomen dat ze een pretpakket samenstellen. De individuele opleidingen behouden we. Er moet een betere beroepsoriëntatie binnen de master komen en ook de aansluiting met het bedrijfsleven mag meer aandacht krijgen. Onze goede interactie met de hightech industrie maakt de TU/e een zeer aantrekkelijke plek om te komen studeren en werken. We willen een cursus Nederlandse vaardigheden verplicht stellen voor buitenlandse promovendi, omdat de bedrijven hier in de omgeving dat

belangrijk blijken te vinden.”

Op welke termijn kunnen we van een Graduate School spreken? “Het is niet zo dat het allemaal net als bij het Bachelor College in een korte tijd moet zijn gerealiseerd. Het grote voor­deel is dat we al veel kunnen leren van de ervaringen met het Bachelor College. De wil is groot om het voor het collegejaar 2013/2014 te hebben gerealiseerd, maar we willen zeker niet te hard van stapel lopen. Wij hebben de uitgangspunten geformuleerd. Nu is het aan de rest van de TU/e om mee te denken over de concrete invulling. We gaan ­net zoals bij het Bachelor College­ een taskforce oprichten en we nodigen medewerk­ers en studenten uit om morgen bij de presentatie mee te denken.”

Meepraten over de Graduate School? Dat kan morgen, 16 november, van 13.00 tot 15.00 uur in de Senaatszaal.

“Nu is het aan de rest van de TU/e om mee te denken”

Interviews | Judith van GaalFoto | Bart van Overbeeke

Illustratie | David Ernst

Je hebt je bachelor op zak, en dan? Een wereldreis maken, een baan in het bedrijfsleven? Of je volgt nog een masteropleiding

en promoveert daarna, of doet een ontwerpersopleiding. Om ‘alles na de bachelor’ beter te stroomlijnen, komt de TU/e

met de Graduate School. Morgen, vrijdag 16 november, delen kartrekker prof.dr. Arjeh Cohen en de ‘directors’

hun visie over de Graduate School met de TU/e. In Cursor een voorschot op de ‘grote broer’ van het Bachelor College.

Over de Graduate School

De vijftien domeinen binnen de Graduate School zijn Applied Physics/Architecture, Building and Planning/ Automotive Systems/Chemical Engineering and Chemistry/ Complex Molecular Systems/Computer Science/Electrical Engineering/Industrial and Applied Mathematics/Industrial Design/Industrial Engineering/Innovation Sciences/Life Sciences and Engineering/Mechanical Engineering/Science Education and Communication en Sustainable Energy Technology.

Aan het hoofd van elk domein binnen de Graduate School staat een ‘director’. De invulling van de Graduate School aan de TU/e verschilt op enkele punten met die van de TU Delft (TUD) en

Universiteit Twente (UT). Bij de TUD en UT is alleen het onderzoeksgericht post­bachelor onderwijs in de Graduate School opgenomen. Bij de TUD zijn het vooral promotietrajecten en de UT heeft een concrete organisatie, geen virtuele. (Bron: presentatie De Graduate School TU/e)

Zie voor meer informatie: http://www.tue.nl/studeren/tue-graduate-school/.

Prof.dr. Arjeh Cohen.

Uitgelicht | 15 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Is er leven na de bachelor?Voorzitter Jan-Jaap Oosterwijk: “Het is een goed idee om de zichtbaarheid te vergroten. We merken dat buitenlandse promovendi en PDEng’s niet altijd goed weten hoe het in Nederland is geregeld. In het ene land betaal je voor een promotietraject of zien ze je eerder als student, terwijl dat hier anders is. Er bestaat soms verwarring tussen wat PDEng en PhD inhoudt en mogelijk kan de Graduate School daar meer duidelijkheid over verschaffen. Dat het wordt

geclusterd, dwingt mensen achter de schermen concrete afspraken te maken. Wij zijn er geen voorstander van om de trajecten korter te maken. Vier jaar is al aan de korte kant voor promovendi. Het is positief dat er meer keuzevrijheid komt, al ben ik wel benieuwd naar wat verplicht wordt en wat niet. We horen geregeld van promo vendi dat bepaalde zaken niet goed zijn geregeld of onduidelijk zijn, maar ik betwijfel of

dat altijd aan een gebrekkige aansluiting ligt. Het is voor velen ook hun eerste baan. Het is goed dat ze de koppeling met het bedrijfs­leven verbeteren, alhoewel ze zich wel moeten realiseren dat er ook genoeg promovendi en PDEng’s zijn die niet die kant op willen.”

Prof.dr. Douwe Beijaard, director Science Education and Communication:“Laten we in hemelsnaam het Bachelor College een vervolg geven. We krijgen dadelijk een ander soort populatie ­ niet meer alleen de concrete bèta, maar ook een meer algemeen georiënteerde. Het is belangrijk dat die studenten ook na hun bachelor volop mogelijk­heden krijgen, dat er meer saamhorigheid komt en dat alles beter op elkaar aansluit. Ik vind het spannend of we meer studenten gaan

krijgen, ik verwacht dat de Graduate School daarin een belangrijke rol kan spelen. Ik denk dat we op de goede weg zijn, we denken als directors in dezelfde richting en er is enthousiasme. ”

Dr.ir. Rick de Lange, director Mechanical Engineering en Sustainable Energy Technology“Het is een zoektocht, maar wel een zoektocht met veel hoop in zich. Ik denk dat er veel kansen in zitten. Ik verwacht dat we als collec­

tieve Graduate School veel sterker zijn dan de individuele opleidin­gen en dat we meer kunnen samenwerken op het niveau van de master, PhD en PDEng. Ik vind het ook een belangrijk punt dat we de internationale zichtbaarheid kunnen vergroten. Het gaat erom hoe we elkaar kunnen vinden; hoe we het goede van alle opleidingen kunnen versterken en combineren.”

Thomas Milde, Business Information Systems: “Ik zie de Graduate School als noodzaak. Als je je niet verbetert, betekent dat dat je slechter wordt. Ik vind het initiële idee goed en hoop vooral dat de input van studenten serieus wordt genomen. Ik ben vorig jaar vanuit Duitsland naar de TU/e gekomen en moet zeggen dat de informatie over de master best duidelijk was. Of ik hierna wil promoveren of een ontwerpersopleiding wil doen, weet ik nog niet. Maar het is sowieso goed als alles beter op elkaar aansluit en dat studenten hun individuele programma kunnen samenstellen.”

Caroline Balemans, Werktuigbouwkunde: “Een betere overgang van de master naar de PhD of het bedrijfsleven zou goed zijn. Ik heb zelf nog geen idee wat ik wil doen. Bij onze studie kun je gelukkig al best veel kiezen en krijgen we daar goede begeleiding in, maar het zou goed zijn als dat bij andere faculteiten ook zo is.”

Marijke Dermois, Biomedical Engineering: “Ik vind het belangrijk dat het nog duidelijker wordt wat alles inhoudt. Maar weinig master­studenten weten bijvoorbeeld wat een promotietraject inhoudt, hoe je promovendus wordt en waar promotieplekken vrijkomen.”

Boy Hoffs, Bouwkunde: “Ik hoop echt op meer flexibiliteit. Bij ons is het allemaal redelijk strak geregeld en het zit behoorlijk vol. Ik ga binnenkort voor een stage naar het buitenland, terwijl dat eigenlijk niet in de planning past. Daarnaast zou het goed zijn als er ook wordt gekeken naar de alumni, als ze de connecties met het bedrijfsleven willen aanhalen.”

PromoVE (vereniging van promovendi van de TU/e) over de Graduate School:

Directors over de Graduate School:

Masterstudenten die in een klankbordgroep meedenken en -praten over de Graduate School:

16 | Student

Activiteitenkalender

15 november 2012

Donderdag 15 november20.30 uur Gaslab | Nielson en Mevrouw Tamara

Thursday 22 november20.30 hrs Gaslab | PiPS:lab Die Space

Woensdag 28 november, 11.45 - 13.00 uur | De Donkere Kamer van Damokles

Filmhuis de Zwarte Doos, 13.30 15.30 uur | Film: Als twee druppels water

Woensdag 21 november11.45 - 13.00 uur, Filmhuis de Zwarte Doos | Documentaire HIGGS - into the heart of imagination

Een van de hits op tv afgelopen zomer was Giel Beelens programma ‘De Beste Singersongwriter van Nederland.’ Volgens hem was Douwe Bob de beste, maar wij hebben de meest originele, Mevrouw Tamara, ­die betovert met poëtische teksten en soms gedurfd experimen­tele muziek­ en de meest hitgevoe­lige, Nielson, fris, simpel en catchy.

Because of the fast ‘greyification’ of our society, the number of people dying will be increasing rapidly. And dead people don’t have a place to socialize yet. PiPSlab jumped at this great business opportunity and created DieSpace: “the first active internet community for the diseased”.

Sigarenhandelaar Osewoudt voert tijdens de Tweede Wereldoorlog gewillig opdrachten uit voor zijn dubbelganger, de verzetsman Dorbeck. In zijn roman komen Hermans’ centrale thema’s op uiterst beklemmende wijze aan bod: angst, dreiging en verraad, ongrijpbaarheid van de werkelijk­heid en onkenbaarheid van de ander.Min of meer aansluitend wordt de met gepast gevoel voor mysterie de verfilming van het boek getoond: ‘Als twee druppels water’.

Higgs - into the heart of imagination is a highly topical documentary about the quest for the Higgs particle at CERN, the world’s biggest scientific experiment. The film follows the Dutch research team at CERN and contains most exclusive footage of Peter Higgs.Above all, the film is a tribute to the passion, the dedication and the imaginative power that are so characteristic of fundamental science.

Clmn

Een dilemma: kiezen tussen de afgang van het eenzaam bijwonen van een concert en de afgang van het overslaan van een favoriete artiest.

Zo eindigde ik vriendloos in het Gaslab op een donderdagavond. De even daarvoor nog aanwezige studiegenoot had zich in de richting van Geldrop verplaatst, hij besloot zich op het laatste moment van Nederlandstalige muziek te distantiëren. Ik eindigde in mijn eentje tegen een zuil, aan mijn telefoon gekluisterd. Ik wilde eerst mezelf aan een glas kluisteren, maar dat bleek alleen mogelijk als ik mezelf tot de aanschaf van minimaal zeven consumpties verplichtte.

Het is bizar wat er door je hoofd begint te schieten als je je in een situatie bevindt waarvan je twijfelt of je er überhaupt in wilt verkeren. Op een gegeven moment vroeg ik mij af of ik niet gemakkelijk vrienden kon worden met een van de aanwezige personen, maar ja, de dj met het Playboy­shirt maakte mij het praten onmogelijk. Een tof uitziende jongen met een snorrenshirt passeerde me, en ik realiseerde me dat ik op dat moment niet eens mijn snorrensokken aan had. Weg kans. Ook het omzetten van mijn muntgeld in bier was een briljant plan, maar ik realiseerde me toen dat een potentiële vriendschap gebaseerd op het uitdelen van bier misschien nog wel kanslozer is dan een potentiële vriendschap op basis van getekende snorren.

Toen verscheen iemand met een bloemenjas aan. Even overwoog ik mijn notebooksteun te laten signeren door de dj ­hij had dezelfde­ tot ik mij realiseerde dat ik dat brok aluminium doorgaans thuislaat. Een artiest verscheen en nam de overpeinzingen weg. Wat ik vergeten was, was dat het Gaslab formaat woonkamer heeft, en dat weinig concertplekken die gezelligheid bieden. Plots was het kleine zaaltje voller dan eerst. Plots had ik, zonder woorden, een gesprek met degenen om me heen. Het was leuk.

De leven

Bor de Kockstudent Software Science & Web Science

Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns.

De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

TU es

Jeroen Dasbach, 23 jaar is eerstejaars masterstudent Innovation Management, campagneleider Eindhovense Studentenraad en JOVD-lid.

Foto | Bart van Overbeeke

Wat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert?Mijn benoeming tot fractievoorzitter van de ESR in 2011. Ik heb daardoor veel kunnen bereiken voor studenten, maar ook kunnen spreken met belangrijke mensen zoals de toenmalig staatsecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra.

Slechtste gewoonte?Te obsessief met een dingetje bezig zijn en dan de wereld om me heen vergeten.

Op wie of wat ben je het meest trots?Dat ik mijn bachelor gehaald heb. Mijn zelfvertrouwen had een deuk opgelopen nadat ik stopte met Electrical Engineering in mijn eerste studiejaar. Nu toch een bachelordiploma aan de TU/e!

Wat heb je afgelopen week geleerd?Dat als je meningsverschillen hebt, je mensen beter kunt bellen dan mailen.

Wat ontbreekt er aan de universiteit?Een positief zelfbeeld.

Wat wil je worden als je groot bent?Ik wil graag een baan waarbij ik politiek en bedrijfsleven kan combineren.

Laatste whatsapp?‘Ok, dan ga ik nu weer studeren, dan zie ik het wel verschijnen.’

Ultieme kijk-, lees-, web-, luister-, of doe- of laat-tip? Ik las in het vliegtuig in de Holland Herald het artikel ‘Losers who won’ van Rob Cromwell.

Hoe of waar zie jij jezelf over één jaar?Hopelijk heb ik dan de knoop doorgehakt of ik VVD- of D66-lid wil zijn. (NS)

Voor de volgende kandidaat in deze rubriek schrapt Jeroen de laatste vraag. In plaats daarvan wil hij graag weten: ‘Waar heb je je deze week ontzettend aan geërgerd?’

Student | 17 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

En hoe is het in Zürich?

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit najaar of komende winter in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar [email protected].

Er bestaan twee vooroordelen over Zürich: ten eerste dat het er praktisch onmogelijk is om woonruimte te vinden, en ten tweede dat alles er vreselijk duur is. Nog voordat ik aan mijn stage was begonnen, kwam ik erachter dat beide vooroordelen volledig op waarheid berusten!

Het bleek onmogelijk om geschikte (maar vooral betaalbare) woonruimte te vinden in Zürich zelf. Na heel lang gezocht te hebben, vond ik dan toch nog net op tijd een kamer net buiten de stad. Het plan was om tijdens mijn stage vanuit daar maar verder te zoeken naar een kamer in de stad zelf.Met een goedgevulde portemonnee vertrok ik begin september vol goede moed naar Zürich voor mijn stage aan

het ‘Swiss Center for Regenerative Medicine’. Hier doe ik onderzoek aan cellen uit het vruchtwater van zwangere vrouwen. Het doel is om deze cellen te herprogrammeren tot stamcellen zogenaamde ‘Induced Pluripotent Stem Cells’. Net als embryonale stamcellen, kunnen deze IPSCs zich ontwikkelen tot elke cel van het menselijk lichaam. Dit betekent dat ze in potentie kunnen worden gebruikt om ziek of beschadigd weefsel in het menselijk lichaam te genezen of zelfs te vervangen. Het nadeel van het gebruik van embryonale stamcellen is dat er veel ethische bezwaren aan kleven. Met het gebruik van Induced Pluripotent Stem Cells kun je deze ethische kwesties omzeilen, doordat ze niet uit een embryo hoeven te worden geïsoleerd.

De onderzoekers die voor het eerst onderzoek deden naar IPSCs kregen dit jaar de Nobelprijs voor de geneeskunde. Het lijkt me dat ik de relevantie van dit onderwerp dus niet verder hoef uit te leggen.

Ondertussen ben ik al zo’n twee maanden bezig en heb ik de stad goed leren kennen. Zürich wordt ingeklemd tussen twee bergen, aan de oostkant heb je de Uetliberg en aan de westkant de Zürichberg. Aan de zuidkant grenst de stad direct aan het meer de Zürichsee. Zürich is onderverdeeld in verschillende wijken, erg creatief met de naamgeving van deze wijken zijn ze hier niet: ze heten simpelweg Kreis 1 t/m 12. De universiteit en het bijbehorende ziekenhuis liggen in Kreis 7, op de Zürichberg. Vanuit de verschillende gebouwen, waaronder het lab waar ik werk, heb je een prachtig uitzicht over de stad en het meer. In Kreis 1 vind je het centrum, waar je echt kunt merken dat je in een van de belangrijkste financiële centra van de wereld bent. Op elke hoek van de straat staat een bankgebouw en de dure auto’s vliegen je aan alle kanten voorbij. Nadat ik hier een paar weken bezig was, kon ik een kamer krijgen in Kreis 5, een voormalig industriegebied aan de oevers van de rivier de Limmat. Hier zijn alle voormalige fabriekspanden

Voor de camera een drama

“De crux bij Glow is dat wat interessant is voor het oog,

niet per se interessant is voor de lens”, mailt Giel Op ’t Veld,

net afgestudeerd bij Electrical Engineering. Hij probeert

altijd context en bezoekers te betrekken om een spannender

frame te vinden. “Voor fotografie is Glow­S daarom een veel

fijnere omgeving dan Glow. In het Klokgebouw stuitte ik

op deze opstelling. Een donkere omgeving gevuld met druk

spelende kinderen was voor de camera een drama.

Desondanks blijf ik naar deze foto kijken. Een spiegel als

vloer is blijkbaar genoeg om de fantasie en enthousiasme

van kinderen te ontketenen.” (NS)

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar

het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het

verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken

over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

In the picture

Volgende keer jouw foto op deze plek?

Mail ‘m naar [email protected]

omgebouwd tot kroegen, restaurants en appartementen. Vooral in de Langstrasse, zeg maar het Stratumseind van Zürich, gaat het feest tot in de kleine uurtjes door. Ik vond het daarom ook totaal geen probleem om tussendoor mijn spullen te moeten verhuizen.

Buiten Zürich is ook van alles te beleven. Zo kun je in de omgeving prima hiken,

mountainbiken en andere buitensporten beoefenen. Binnen een uur ben je met de trein in een wintersportgebied. Sinds afgelopen weekend is de eerste sneeuw aan het vallen, dus hopelijk kan ik voordat ik weer moet vertrekken nog een keer snowboarden.

Mathieu van Kelle, student Biomedische Technologie

18 | Mens en Mening 15 november 2012

ALGEMEEN

Center for Languages & Intercultural Communication | IELTS testThe next IELTS­test will be held at TU/e on Thursday 10 January 2013. The final registration date for this test has been set for 22 November 2012. Please note this test is now open to both employees and students of TU/e. If you are interested in taking the test, please send an email to the TU/e IELTS coordinator Lettie Werkman at: [email protected]

Registration takes place as follows: Download the form from http://www.ielts.org/PDF/IELTS_Application_Form_November2011.pdf , Include a copy of your passport or ID card and 2 passport pictures in which you are not wearing your glasses! Hand in all documents once completed and signed at the STU reception desk in MF. Please note: only original IELTS forms duly signed will be accepted! Details about location for the written test (in the morning) and the oral test (in the afternoon) on 10 January 2013 will be sent a week before the test date.

The costs for doing the test are 231 euro for employees and 211 euro for students. If these costs are not covered by your department (employees), you must pay at the STU reception desk upon handing in your registration documents (students).

More information about the IELTS­test is available on the CLIC website: http://w3.tue.nl/en/services/stu/center_for_communication_language_technology/clic_for_employees/english/assessment/assessments/

DPO / TEACH: Teaching Support for TU/e staff | Course ‘Supervising master students’

The course is aimed to improve and systemize the way in which supervisors guide their students during their graduation projects. The course consists of short introductions, exercises and discussions. Participants will have an active role during the course. The course will take place on 10 and 13 December 2012. More information can be obtained from Esther Vinken (phone 3117; email [email protected]).

Training ‘Subjective Assessment’How to assess a presentation, a case study or a portfolio? This training addresses instruments to assess skills and attitude by means of rubrics. Attention is paid to the development of assessment criteria and indicators as well as methods to increase students’ insight in the assessment demands. The course will take place on 17 December, 2012. Information can be obtained from Carry van Weert (phone 5690; email [email protected]).

For all DPO/ Teach trainingMore information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl. Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge.

DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students | Training ‘Intercultural Communication & Cooperation’This training is especially for PhD students in their first year, ideally just after the start of your research. The objectives are to help you communicate and work successfully across national and cultural borders in a Dutch academic environment. Various activities including simulations, presentations and group discussions run through the whole day and make the workshop very interactive. The course

will take place on 6 December, 2012. More information: Vincent Merk (phone 2319; email [email protected]).

DPO | 29 november: bijeenkomst Technici. Jij bent er toch ook bij?Wil jij collega­technici leren kennen? Wil je meer weten over de verschillende technische expertises binnen de TU/e? Ben je benieuwd welke loopbaanstappen collega’s hebben gemaakt? Kom dan naar de bijeenkomst voor Technici op donderdag 29 november, van 13.30 tot 16.30 uur. Kijk voor meer informatie op www.tue.nl/watdoejij.

Vredescentrum | Symposium‘Het opraken van grondstoffen en duurzaamheid’ is de titel van een symposium dat op dinsdag 27 november wordt gehouden in het Auditorium, zaal 5. Het symposium, mede georganiseerd door de TU/e­commissie Technologie voor Ontwikkeling, is de tweede in de reeks van drie waarin wereldproblemen worden uitgelicht die leiden tot oorlog en conflict. Sprekers zijn deze keer de milieu­expert Wouter van Dieren, lid van de Club van Rome en directeur IMSA (Instituut Milieu­ en Systeemanalyse) en als tweede spreker: prof. Lucas Reijnders, em. hoogleraar Milieukunde aan de UvA. Op deze middag zullen de grondstoffen­ en klimaatproblematiek aan de orde komen, met daarbij de

invloed ervan op vrede en stabiliteit. Hoe te komen tot een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Dat is de vraag die wordt gesteld. Er zal ruimschoots gelegenheid zijn voor discussie. De aanvang van het symposium is om 14.00 uur en het duurt tot ca 17.30 uur. Toegang vrij.

TU/e | Schrijf je in voor de Eindhoven-Utrecht Science and Technology Student AwardBen je student en heb je een idee voor een nog uit te werken bachelor­ of masterthesis waarin de gezamenlijke expertise van de TU/e, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en de Universiteit Utrecht wordt samen gebracht? Stuur dit dan uiterlijk 1 maart 2013 in ding mee naar de Eindhoven­Utrecht Science and Technology Student Award.De winnaar ontvangt een prijs in de vorm van een oorkonde en een geldbedrag van 2.500 euro. De uitreiking van de prijs en de cheque vindt plaats medio mei 2013. Zie voor het reglement: http://www.uu.nl/nl/informatie/studenten/onderwijs/prijzen/eindhoven- utrechtscienceandtechnologystuden taward/Pages/default.aspx

MENSEN

Technische Natuurkunde | BedanktTijdens de receptie op 30 oktober jl. hebben we afscheid genomen van de TU/e. Hierbij willen wij ook namens onze families alle mensen bedanken die ons persoonlijk, schriftelijk en via e­mail een onvergetelijke dag hebben bezorgd.Frank van HoofGerard Westerbeek

Technische Natuurkunde | Afscheid Joep Beckers

Met ingang van 1 december 2012 gaat de heer Joep Beckers na een dienstverband van 25 jaar de faculteit verlaten. Namens het bestuur van de faculteit Technische Natuurkunde, nodig ik u hierbij uit om onder het genot van een hapje en een drankje afscheid van hem te nemen.Vrijdag 23 november 2012, van 16.00 ­ 19.00 uur. De receptie zal plaatsvinden in de Salon van studievereniging van der Waals, locatie kantine Cascade.

STUDENT

Bouwkunde Bedrijvendagen | 20 en 21 november; Bouwkunde BedrijvendagenOp 20 en 21 November vinden in het Vertigo gebouw de Bouwkunde Bedrijvendagen 2012 plaats. Naast alle bouwkunde studenten zijn ook de overige studenten van harte welkom. Op Dinsdag, Preparation Day, zullen verschillende sprekers waaronder Sjoerd Soeters (Soeters van Eldonk archiecten) vertellen over hun ervaringen in het bedrijfsleven en tevens zal het STU enkele workshops organiseren. Woensdag is de Bedrijvendag met in de middag een groots opgezette bedrijven­markt. Ook zullen de verschillende bedrijven workshops organiseren en deelnemen aan de gesprekkenrondes. Lezingen worden gegeven door Jan Benthem (Benthem en Crouwel Architects) en Harald Telkamp (Multi Development). Ter afsluiting is er een borrel met muziek van Sporadic Connection. Kijk voor meer informatie op www.bouwkundebedrijvendagen.nl en like ons op Facebook.

TUssen de oren

You’re amazing!Sinds 6 november is de rust in mijn inbox weer enigszins teruggekeerd. Vier jaar geleden nam ik, tijdens een sabbatical in de VS, het noodlottige besluit ‘occasional e­mails’ namens de Obama­campagne te accepteren. Dat heb ik geweten.

Het aantal mails dat ik de afgelopen maanden namens de campagne heb mogen ontvangen, is zonder meer adembenemend te noemen. Maar wat nog het meest fascineerde, was de persoonlijke benadering. De mails, afkomstig van ‘Barack’, ‘Michelle’ of ‘Joe’, suggereerden reeds langlopende vriendschappen met als aanhef bijvoorbeeld ‘Hey’, of ‘Thank you, Wijnand’, of ‘Wijnand, you’re amazing’. Ze bevatten

uitnodigingen voor dinner parties en zelfs voor de 51ste verjaardag van Barack. Ondanks het feit dat de egostrelende boodschappen moeiteloos werden gecombineerd met zo’n razend gemakkelijk ‘donate’­linkje, waren de mails in eerste instantie niet onprettig. In eerste instantie.

Byron Reeves en Cliff Nass, twee mediapsychologen van Stanford University, hebben in hun klassieker ‘The Media Equation’ beschreven hoe de mens als een sucker valt voor gevlei. Oprecht of onoprecht, dat doet er niet zo veel toe. Zelfs wanneer een

computer positief commentaar geeft dat volkomen ongefundeerd is ­en de proefpersoon weet dit­ dan nog zal die zich steeds beter voelen over zichzelf en over de computer. Reeves en Nass stonden ook aan de wieg van ‘Clippy’ ­ die vrolijke paperclip die zich als intelligent agent in Microsoft Word een tijdlang overal tegenaan zat te bemoeien (‘It looks like you’re writing a letter’). Tot mensen Clippy spuugzat werden. Reactantie heet dat in de sociale psychologie, met dank aan de elektrotechniek: een negatieve emotionele reactie gericht tegen regels en procedures die de individuele handelings­vrijheid beknotten.

Langzaam maar zeker transformeerde de e­mailstroom van Obama van egostrelend naar ronduit drammerig. Jeremy Bird ­niemand minder dan de National Field Director­ sommeerde mij om bijeenkomsten in mijn buurt te gaan organiseren (ik woon in Strijp) in een mail met als titel ‘Do this for Eindhoven’. En Deputy Campaign Manager Julianna Smoot wist me fijntjes te melden dat ik nog geen geld had gegeven: ‘If you were waiting for the last minute, you’re pretty much there’.

De overwinning is Obama gegund, maar het had geen dag langer moeten duren.

Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

De mens valt als een sucker voor gevlei

Wijnand IJsselsteijn, hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar [email protected].

Mens | 19 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Heleen Bax | “Ik wil niets missen”

Heleen Bax kreeg de KNAW Onderwijs-prijs voor haar profielwerkstuk en besloot deze te investeren in een studie Technische Bedrijfskunde. Het Bachelor College lokte de doortastende Zwolse naar Eindhoven, waar ze inmiddels enthousiast het studentenleven in is gedoken.

Landelijk nieuws was het afgelopen zomer; door de afstanden tussen treinseinen aan te passen, zouden vertragingen op het spoor gemakkelijker ‘vanzelf’ oplossen. Twee scholieren hadden die oplossing bedacht, ProRail achterlatend met het schaamrood op de kaken. Zo is het niet helemaal gegaan, nuanceert Heleen Bax, een van die bewuste scholieren uit Zwolle. “Bij ProRail werken veel econometristen en andere knappe koppen. Wij zijn begeleid door twee van hen. Die hadden een idee voor een verbetering, maar konden dat niet zo goed overbrengen aan de rest van de organisatie. Wij hebben dat idee toen concreet gemaakt met getallen en goed op papier gezet. ProRail was blij met het eindresultaat, maar het is een beetje overdreven in de media gekomen.”Haar enthousiasme voor logistiek werd

aangewakkerd door een filmpje over bagagetransport op Schiphol. “Binnen twee minuten wordt bagage daar via allerlei transportbanden bij het juiste vliegtuig afgeleverd. Daarvan was ik echt onder de indruk. Het leek ons toen leuk om iets met logistiek te doen voor ons profielwerkstuk.”

Als beloning voor haar inspanningen kreeg Heleen van de KNAW een bijdrage van 1.500 euro voor het eerste jaar collegegeld. “Dat mocht ik overigens wel zelf voorschieten, dus dat heb ik van mijn ouders moeten lenen”, lacht de kersverse TU/e­studente. Mede vanwege het Bachelor College besloot ze in Eindhoven te gaan studeren. “Ik heb nog wel getwijfeld of ik niet een echt technische studie wilde doen, maar bedrijfskunde leek mij toch het leukst. Vanuit Zwolle gaan de meesten dan in Groningen studeren, maar binnen het

Bachelor College leek het me makkelijker om eventueel nog over te stappen. En logistiek is hier een belangrijke onderzoekstak, dat heeft bij mijn keuze ook meegespeeld.”Als ‘noorderling’ is Heleen beneden de rivieren enigszins een vreemde eend in de bijt. “Ik moest in het begin nog aan het zuidelijke accent wennen, maar inmiddels kan ik Limburgs al goed van Brabants onderscheiden. Maar ik werd wel vreemd aangekeken toen ik vertelde dat ik nog nooit carnaval had gevierd.” Toch heeft ze de afgelopen maanden makkelijk aansluiting gevonden met haar medestudenten. “Alle eerstejaars zijn natuurlijk nieuw, waardoor ze open staan voor elkaar en je makkelijk gezellig een praatje maakt.”

Ze heeft drukke maanden achter de rug. Niet alleen ligt het tempo hier “tien keer zo hoog” als op de middelbare school, ze wilde ook buiten de collegezaal overal bij zijn ­ uit angst dat ze iets leuks zou missen. “Ik wil nu met zoveel mogelijk dingen in aanraking komen. Later kan ik altijd nog kiezen waar ik mee door wil gaan.” Zo roeit ze inmiddels tweemaal per week bij Thêta, is ze lid geworden van damesdispuut l’Attaque Attique en

organiseert ze voor studievereniging Industria de jaarlijkse ouderdag voor ouders van eerstejaars bedrijfskunde­studenten.Op de ouderdag zullen Heleens ouders in ieder geval van de partij zijn. “Ze zijn erg geïnteresseerd in wat ik studeer en ze wilden ook meteen weten wanneer de ouderdag zou zijn, zodat ze vrij konden nemen. En toen wisten ze nog niet dat ik in de organisatie zou zitten.” Heleens moeder is vanuit de fysiotherapie via een studie bedrijfskunde in het zorgmanagement beland en aan de TU/e is gezondheidszorg een van de specialisaties van Technische Bedrijfs­kunde. Heleen zou dus zomaar in de voetsporen van haar moeder kunnen treden. “Ik ben meer van de technische en logistieke kant”, denkt ze zelf.

“Maar iedereen zegt wel altijd dat ik zo op mijn moeder lijk in hoe ik doe en

wie ik ben. Je weet dus maar nooit.”De logistieke operatie van heen en weer reizen naar Zwolle zag ze dan weer niet zo zitten, dus regelde ze al voor de zomer een plekje in een Eindhovens studentenhuis. Op de kijkavond voor haar huidige woning kwam ze met de auto uit Zwolle. Als scholiere was de voortvarende dame namelijk al in het bezit van een rijbewijs. “Ik ben op mijn zeventiende begonnen met rijlessen, in maart ben ik achttien geworden en in april had ik mijn rijbewijs.” En deze maand volgt ook meteen haar vaar­bewijs. “Dat mag je al op je zestiende halen, maar ook daar mag je pas op je achttiende gebruik van maken. Vandaar dat ik nu examen doe .”Voorlopig komt de bedrijfskunde­studente in het weekend nog vaak in Zwolle, waar ze op zaterdagen bedient op een pannenkoekenschip. Ook daar staan haar ouders helemaal achter. “Hou die baan maar, zeiden ze, dan zien we je nog eens.”

Interview | Tom JeltesFoto | Bart van Overbeeke

“De logistiek op Schiphol vond ik indrukwekkend”

“Ons plan voor ProRail is overdreven in de media gekomen”