Cursor 9 - jaargang 55

19
10 januari 2013 | jaargang 55 Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm p e c u n i a n o n o l e t Weg met de verplichte hoorcolleges Browns bewogen bolletjes Nanolab@TU/e in de vitrine 3 6 12 14 | Brains in Brussels Flip for English 9

description

Cursor is het tweewekelijks magazine van de TU Eindhoven.

Transcript of Cursor 9 - jaargang 55

Page 1: Cursor 9 - jaargang 55

10 januari 2013 | jaargang 55Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven

Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm

p e c u n i a n o n o l e t

Weg met de verplichte hoorcolleges

Browns bewogen bolletjes

Nanolab@TU/e in de vitrine

3 6 12

14 | Brains in Brussels

Flip for English

9

Page 2: Cursor 9 - jaargang 55

2 | Vooraf

Rewwwindwww.cursor.tue.nlIn Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

De mens achter het nieuws

Twan van Hooff na zijn promotie. Foto | photodette.nl

8 januari 2013 - Dr. Twan van Hooff promoveerde eind vorig jaar bij Bouw-kunde cum laude. Bijzonder, want alleen in 2008 was er eerder een cum laude promotie bij Bouwkunde.

Van Hooff toonde aan hoe ruimtes energiezuiniger en efficiënter kunnen worden geventileerd. Daarbij nam hij ook de Amsterdam ArenA onder de loep.

8 januari 2013 - Vier van de zeven Fase-2 Valorisation Grants van techno-logiestichting STW zijn toegekend aan TU/e-onderzoekers. Dr. Alexander Suma (Bouwkunde) krijgt een Valori-sation Grant voor IRWES; een systeem om windenergie op te wekken op daken van hoge gebouwen. Ook OneChipRadar, een radarsysteem op chip, van dr.ir. Reza Mahmoudi (Electrical Engineering) werd

gehonoreerd. De derde Valorisation Grant gaat naar prof.dr.ir. Maarten Steinbuch (Werktuigbouwkunde), voor PRECEYES , een oogchirurgierobot. Dr.ir. John van der Schaaf (Scheikun-dige Technologie) krijgt de subsidie van maximaal twee ton voor SPINID - chemische reactoren op basis van de ‘spinning disc’-technologie. Geen van de elf kleinere Fase-1 subsidies werden aan TU/e-ers toegekend.

7 januari 2013 - Vanwege de afnemende overheidsfinanciering loopt het aantal promotieplaatsen terug. De TU/e wil die terugloop afremmen door 10 miljoen euro te investeren in de vierjarige onderzoeksplaatsen. In samenwerking met het bedrijfsleven moet op die manier het doel van 100 nieuwe promotieplaatsen gehaald

worden. Het geld wordt waarschijnlijk niet per faculteit verdeeld maar komt voornamelijk ten goede aan interdisci-plinaire onderzoeksplaatsen. Het is de bedoeling dat elke promovendus die de TU/e betaalt, wordt aangevuld met een promovendus betaald door het bedrijfsleven.

Tweede cum laude promotie bij Bouwkunde ooit

Meer dan helft grote Valorisation Grants naar TU/e

10 miljoen euro voor 100 promotieplaatsen

Dr. Twan van Hooff is de tweede promovendus die bij Bouwkunde cum laude is gepromoveerd. Hij toonde aan hoe ruimtes energiezuiniger en efficiënter kunnen worden geventileerd. Daarbij keek hij onder meer naar de Amsterdam ArenA.

Kwam de toekenning cum laude onverwacht?“Dat mijn promotieonderzoek wordt bekroond met de toekenning cum laude is een afsluiting waarop je stiekem hoopt. Het is de best mogelijke erkenning van het werk dat je in de afgelopen jaren hebt uitgevoerd. In de loop van mijn promotieonderzoek werd wel eens geroepen dat ik voor cum laude zou moeten gaan, maar dat heb je niet zelf in de hand. Je kunt slechts zorgen dat je je onderzoek heel zorgvuldig uitvoert en

zorgt voor vernieuwende en kwalitatief sterke onderzoeksbijdragen en daaruit volgende publicaties.”

Wordt er in de praktijk nog iets met je onderzoeksresultaten gedaan?De gedetailleerde metingen en computersimulaties van de transitionele ventilatiestromingen in een schaalmodel in laboratoriumomstandigheden zijn gepubliceerd in artikelen in wetenschappe-lijke tijdschriften. Onderzoekers in andere landen gebruiken de resultaten nu al voor vervolgonderzoek. Deze resultaten zullen in eerste instantie vooral in de wetenschappelijke wereld worden gebruikt en zullen gaandeweg hun weg vinden naar de ventilatiepraktijk. Voor wat betreft het onderzoek naar de ventilatie van de ArenA; het was mij vooral te doen om de grenzen van computersimulatie voor dit

soort complexe gebouwen te verkennen en te verleggen. De resultaten zijn een tijd geleden overgebracht aan de ArenA, maar ik ben niet op de hoogte van mogelijke acties of aanpassingen.”

Wat doe je nu, na je promotie?Sinds juli 2012 ben ik postdoctoraal onderzoeker bij dezelfde groep als waar ik mijn promotie heb uitgevoerd; de leerstoelgroep van prof.dr.ir. Bert Blocken van de Unit Building Physics and Services. Ik houd me de komende jaren bezig met onderzoek naar klimaatadaptatiemaatregelen bij gebouwen. Daarbij kijk ik naar de rol van onder andere ventilatie en thermische massa en isolatie van de gebouwschil en in het beperken van de luchttem pe-ratuur (oververhitting) in gebouwen gedurende warme perioden. (JvG)

Twan van Hooff: “De best mogelijke erkenning van het werk”

10 januari 2013

ColofonHoofdredacteur

Han Konings

EindredacteurBrigit Span

Redactie Judith van Gaal

Tom Jeltes | WetenschapOdette Knappers (stagiaire)

Frits van Otterdijk Norbine Schalij

Monique van de Ven

Medewerkers Nicole TesterinkGerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman

Bart van Overbeeke

Coverbeeld iStockphoto

OpmaakNatasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraadprof.dr. Cees Midden (voorzitter)prof.dr. Hans Niemantsverdriet

Angela Stevens- van GennipThomas Reijnaerts (studentlid)

Arold RoestenburgAnneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

RedactieadresTU/e, Laplace 0.40

5600 MB Eindhoventel. 040 - 2474020

e-mail: [email protected]

Cursor onlinewww.cursor.tue.nl

DrukJanssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV

tel. 023 - 5714745

Han Konings

Frits van Otterdijk

Slechte voornemens

Wat moet je doen om het resultaat dat je eigenlijk wil halen, juist níet te bereiken? Het is een trucje dat Lucas Asselbergs, hoofd Studium Generale, wel eens toepast in brainstormsessies. Als je alle suggesties die daaruit voortkomen weer omkeert, zou daar onverwacht een goede oplossing uit kunnen rollen. Laat ik dat trucje eerst eens toepassen op mijn goede voornemens voor het nieuwe jaar, die natuurlijk betrekking hebben op mijn lichte overgewicht. 1) Stop met het smeren van je eigen boterhammen en pak elke dag in de kantine iets vettigs. Is gelukt. Smeerde brood tot en met dinsdag. Woensdag moest ik het doen met bevroren boterhammen uit de diepvries en daar heb ik een hekel aan. Hallo winterkroket (zou zuurkool in zitten, maar heb ik niet gemerkt).2) Schaf geen sportkaart aan (nu voor het gereduceerde bedrag van 75 euro). Gaat ook lukken, want als je tussen de middag gaat fitnessen, zit je de rest van de dag uit te zweten achter je bureau. Dag spinningfiets. 3) Drink de hele week alcoholische versnaperingen, niet enkel in het

Manneken Pis

EuroTech Universities (ETU), gevormd door vier Europese technische topuniversiteiten waaronder de TU/e, heeft sinds kort een kantoor bij de poort van het Europees Parlement. ETU is misschien gering qua omvang, maar niettemin een zwaargewicht op bètagebied. Eentje die gehoord wil worden in Brussel. Het doel: meer onderzoeksgeld en invloed op het Europese researchbeleid. Een moedig en noodzakelijk karwei. Als ETU slim is, kijkt het de truc af van Manneken Pis die voortdurend in de schijnwerpers staat. Kleine mannen, grote daden.Zie pagina 14-15.

weekend. Ook geslaagd, want ook al had ik onze algemene nieuwjaars-receptie op maandag gemist, ik moest eerder die dag toch nippen aan een glaasje prosecco, want onze afdeling had een communicatieprijs in de wacht gesleept. Welkom bubbels.

Kortom, mijn oplossingen zijn helder, maar ze gaan pas volgende week in.Dan maar een goed voornemen voor de TU/e: laten we ons in 2013 gedeisd houden en afwachten tot de crisis is overgewaaid. Gezien de plannen van het CvB om stevig te gaan investeren in promotieplaatsen, gaat dat ook al niet lukken. Nu afwachten of dit kabinet het trucje van Lucas ook begrijpt.

Page 3: Cursor 9 - jaargang 55

Vooraf | 3 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici

Zijn hoorcolleges nog wel van deze tijd?Prof.dr. Perry den Brok, hoogleraar Onderwijsinnovatie, Eindhoven School of Education (ESoE)

Archieffoto | Bart van Overbeeke

Tijdens de kerstsluiting van de

TU/e werd gemiddeld 21%

minder stroom verbruikt

dan tijdens een weekend

in de winter en werd 39%

bespaard op gas.

Dat komt neer op

288.050 kWh aan

elektra en 159.000 m³

gas en leverde de TU/e

respectievelijk 30.000

en 63.000 euro op.

Voorafgaand aan de vakantie

werden 3.000 deurhangers

opgehangen. Hiervan werden

er 614 teruggehangen door

bewoners die hun ruimte

‘unplugged’ hadden gemaakt. (TJ)

TU/e Unplugged

Kletsen, eten, drinken en surfen met de smartphone tijdens een hoorcollege. Voor de Nijmeegse hoogleraar Jan Derksen is de maat vol. Hij wil niet langer de schoolmeester uithangen en bovendien vindt hij het huidige universitaire onderwijs ‘te schools’ geworden. Hij ontketende afgelopen week een discussie door te pleiten voor online studeren. Geen verplichte hoorcolleges meer, maar zelf op je laptop je eigen interesses najagen. Verdwijnt met dit afstandsonderwijs niet ook de nuttige discussie tussen docent en student?

“Er is helemaal niets mis met een goed hoorcollege”, vindt Perry den Brok, die als hoogleraar Onderwijskunde van de Eindhoven School of Education ook regelmatig voor een groep studenten staat. “Ik kan me totaal niet vinden in het beeld dat Jan Derksen schetst van de gapende, niet-oplettende student. Als docent heb je natuurlijk wel de taak ervoor te zorgen dat de colleges van deze tijd zijn. De wereld om ons heen verandert voortdurend, er zijn veel nieuwe technologieën beschikbaar. Dus geen monotoon verhaal van vijfenveertig minuten, maar zorg voor interactiviteit tussen jou en de zaal. Aan de TU/e zie je dat steeds meer gebeuren, bijvoorbeeld met stem-kastjes, de ‘clickers’. Via antwoorden die de studenten geven op vragen,

kun je ook met een grote zaal interactief communiceren en de groep peilen. En er komt steeds meer software op de markt, zoals het programma ‘scorative’, waarbij studenten via laptop of mobiel kunnen meedoen aan een quiz of interactive van een docent. Een smartphone tijdens een hoorcollege is niet per definitie slecht.

Hoorcolleges zijn een prima manier om kennis over te dragen en studenten de mogelijkheid te geven vragen te stellen en in discussie te gaan. Let wel, als onderdeel van een totaalpakket. In Eindhoven kennen we ontwerpgericht onderwijs, Maastricht heeft probleem-gericht onderwijs. In beide modellen zijn hoorcolleges een volledig geaccepteerd onderdeel naast andere werkvormen. Uit onderzoek blijkt ook dat hoorcolleges positief bijdragen aan de onderwijs-opbrengsten. En vraag je na jaren wat er is bijgebleven van een studie, dan hoor je vaak: de colleges van die en die, geweldig hoe hij mij én die 499 anderen wist te boeien.”“Het online zetten van hoorcolleges kan wel een mooie aanvulling zijn. Voor studenten die ziek zijn of bijvoorbeeld meerdere vakken tegelijk volgen en niet op twee plaatsen tegelijk aanwezig kunnen zijn. Nieuwe media biedt zo ook meer vrijheden. Maar online-colleges kunnen de hoorcolleges nooit vervangen. Je mist een stukje communiatie, zowel verbaal als non-verbaal. En het is heel

naïef te denken dat studenten wel een heel college via hun laptop volgen. Als je niet enthousiast en duidelijk genoeg je verhaal doet, wordt er meteen weggeklikt. Er zijn nieuwe didactische vaardigheden voor nodig, die we ook in onze lerarenopleiding proberen mee te geven aan de nieuwe docenten. Zo start de ESoE binnenkort samen

met de faculteit W&I met een nieuw keuzepakket ‘ICT en Communicatie’ dat niet alleen een overzicht biedt van de onderwijsmiddelen, maar ook wat het van jou als boodschapper vraagt. Want het draait uiteindelijk om de boodschap die goed moet overkomen. Tot slot komt er ook nog een stuk beeldvorming bij kijken. Denk je bij

een surfende student: die is aan het Facebooken, of: hij googelt een begrip dat ik net gebruikte? Het is belangrijk om vertrouwen in je studenten te hebben. En een goed verhaal, dan blijven de broodtrommeltjes heus wel dicht.” (NT)

“Bij een goed verhaal blijven de brood-trommeltjes heus wel dicht”

Prof.dr. Perry den Brok. Foto | Bart van Overbeeke

Page 4: Cursor 9 - jaargang 55

4 | Gelinkt

Berna weet het volgende over Hedwich: “Ze heeft drie jongetjes, waarvan ik er een in de groep heb gehad en nu dus Jort heb. De jongste zit in een andere groep hier. Ze woont niet ver bij mij vandaan (zij in Gestel, Berna in Strijp, red.). Ze heeft in Den Bosch gewoond en is sinds 2009 hier. De papa van Jort ken ik ook. Ze komen zowel met de auto als met de bakfiets. Hedwich heeft in de ouderraad gezeten, maar doet dat sinds kort niet meer.”Bij het woord Den Bosch valt Hedwich bijna van haar stoel. “Hoe weet je dat? Ja, het klopt als een bus. Knap hoor, Berna, je ziet zoveel ouders en dat al vijfentwintig jaren lang. Dat je dit allemaal onthoudt!”Iedereen in de buurt van de Tuimelaar heeft het inmiddels gezien: Berna is 25 jaar in dienst bij het eveneens 25-jarige TU/e-kinderdagverblijf. Bij de ingang hangt een groot spandoek waarop ze gefeliciteerd wordt. Bij de nieuwjaars-receptie is ze ook al toegesproken, maar ze vindt het vreselijk om in de belangstelling te staan. Maar ja, als je in 1988 betrokken was bij de start van de Tuimelaar en er altijd bent gebleven, is het niet gek dat daar aandacht voor is. “Je bent gewoon bescheiden”, weet Hedwich.

Verder weet ze nog: “Berna heeft kinderen, ik weet niet precies hoeveel, in ieder geval een jongen. Ze is creatief en betrokken. Ze is een superleuke leidster. Soms is ze er niet, en dat merk je. Dat is meteen een gemis.”Toen Hedwich in 2009 bij STU ging werken en opvang voor haar kinderen in Eindhoven zocht, was ze het strakke, frisse kinderdagverblijf in Den Bosch gewend. “Het zag er hier eerlijk gezegd niet zo aantrekkelijk uit, het gebouw niet en ook het speelgoed niet. Maar toen bracht ik Joep (de oudste, nu vier) naar de Boelies en zag ik Berna. Ik had vol vertrouwen in haar en besefte me dat het daar om gaat.”

Wat Hedwich zo in Berna waardeert, is dat ze niet blijft hangen in routine. “Ze is zelf moeder, kan met haar ervaring met gemak de groep draaiend houden. Maar daar laat ze het niet bij. Ze doet waar het kan nieuwe dingen. Zoals Het Atelier.”Berna haast zich om de eer voor Het Atelier niet in haar eentje op te strijken. “Een oud-collega zette dit op naar aanleiding van de pedagogische stroming Reggio Emilia. Het is een ruimte waar kinderen kunnen verven, plakken, kleien, rollen kunnen spelen of mogen snoezelen tussen kussens. Ik ben er nog voor naar Zweden geweest om dat in de praktijk te zien en daar ideeën op te doen.” Bij de Tuimelaar mogen de kinderen van de acht groepen geregeld kiezen waar ze gaan spelen. In de hal, buiten, in Het Atelier, in een andere groep of in hun eigen groep. Jort zit bij Berna’s Koekiemonsters. Dat is een groep voor twee- tot vierjarigen. De vrouwen vinden Jort een bijdehand

“Het gaat om vertrouwen”

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

“Als ze er niet is, merken we dat meteen”

Ze zijn gelinkt door peuter Jort: Hedwich van Engelen en Berna Albers. Een aantal malen per week zien ze elkaar in kinderdagverblijf de Tuimelaar. Mama Hedwich brengt Jort naar binnen en leidster Berna vangt hem op. Of laat hem los om naar huis te gaan. Maar wat weten de twee belangrijkste vrouwen in Jorts driejarige leven van elkaar?

10 januari 2013

Hedwich met haar zoon Jort en Berna.

Page 5: Cursor 9 - jaargang 55

Gelinkt | 5 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

en slim kereltje. “Hij vertelt thuis alles tot in detail”, zegt Hedwich, “zelfs hoe leidster Linda haar Sultana-koek vasthoudt.” Berna: “Ik zie hem dinsdagmiddag altijd wakker worden. Hij kijkt me dan aan en zegt ‘ik vind het gezellig dat jij er bent’, heel lief. Maar hij geeft ook commentaar als ik zijn schoenen niet aandoe zoals hij wil.”

Volgens zijn moeder vindt Jort iedereen lief, maar staat Berna in de top. “Jij wordt nooit boos. Als Jort thuis zou vertellen dat jij boos was, dan zal er echt iets aan de hand zijn.” Berna kan zich ook niet voorstellen dat ze boos wordt. In het ergste geval geeft ze de kinderen de volgende waarschuwing: “Nou is het klaar, anders denk ik dat ik boos moet gaan worden.” En dat helpt altijd.Berna werkte in 1987 bij een beleggings-kantoor, maar had haar diploma’s voor kinderverzorging op zak. Nadat onder- zoek uitwees dat TU/e-medewerkers kinderopvang wensten, werd zij gebeld of ze wilde solliciteren. “Ik werd groepsleidster maar hield me ook bezig met aankoop van linnengoed, speelgoed en dergelijke. We hebben oudergesprekken gevoerd. Het eerste ingeschreven kind, een Israëlisch jongetje Oran, herinner ik me nog heel goed.”

Er is veel veranderd in de loop der jaren. “Ouders krijgen en willen meer inspraak. En door concurrentie moet je letten op je kwaliteit. We concentreren ons nu op vroegtijdige voorschoolse educatie. Er zijn steeds meer regels en richtlijnen.” Het is niet alleen maar leuker geworden. “Hoewel ik snap dat het erbij hoort, zou ik soms wel wat minder administratieve

taken willen doen en die tijd besteden aan de kinderen.” Hedwich verduidelijkt Berna’s zucht met een voorbeeld. “Als ik een dag wil ruilen dan komt daar voor Berna heel wat bij kijken. Klopt de leidster-kind-ratio dan nog? Is het formulier al ingevuld, is er nieuwe facturering nodig? Is het al ingevoerd in de computer?”

Ondanks de toegenomen druk kan Berna zich niet voorstellen dat ze ermee stopt. “Ik vind dit werk nog steeds interessant. Ik houd wel van vernieuwing en daardoor blijft het nooit hetzelfde. Hoewel, ik vraag me wel eens af of ze me niet beu worden hier.” “Hoe kun je dat denken,”roept Hedwich. “Je hebt dat spandoek buiten toch wel gezien?”

Interview | Norbine SchalijFoto | Bart van Overbeeke

“Berna wordt nooit boos”

“Als ze er niet is, merken we dat meteen”

Hedwich met haar zoon Jort en Berna.

Page 6: Cursor 9 - jaargang 55

6 | Onderzoek

Wijnand Germs. Foto | Bart van Overbeeke

10 januari 2013

Page 7: Cursor 9 - jaargang 55

Onderzoek | 7 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Browns bewogen bolletjes

Toen Robert Brown in 1827 door zijn microscoop naar stuifmeelkorrels tuurde, zag de Schotse plantkundige onverwachte bewegingen; kleine deeltjes uit de stuifmeelkorrels bleken willekeurig door het water te bewegen, alsof ze door onzichtbare krachten werden voortgeduwd. Deze ‘brownse’ beweging ontstaat doordat de deeltjes voortdurend worden aangestoten door watermoleculen, zo bleek later. In 1905 toonde Albert Einstein zelfs aan dat je aan de hand van de brownse beweging uitspraken kunt doen over grootte, massa en aantal van deze waterdeeltjes, en zorgde daarmee voor een indirect bewijs van het bestaan van moleculen. Wie de energieke brownse beweging voor zich ziet, bekruipt het gevoel dat hier wellicht iets te halen valt: zou je geen energie kunnen opwekken met een soort schoepenrad dat wordt aangedreven door ‘browns’ bewegende deeltjes? Als je dat rad zou uitrusten met een ratelsysteem, zodat hij slechts één kant op kan draaien, dan zou je er arbeid mee kunnen verrichten. Die mogelijkheid van een ‘brownse ratel’ druist echter in tegen de tweede hoofdwet van de thermodynamica: je kunt geen energie onttrekken uit een systeem in thermo-dynamisch evenwicht - de uitdrukking ‘there is no such thing as a free lunch’ gaat niet alleen op in de economie.

Het blijkt dus principieel onmogelijk om een werkende ratel te bouwen die zo klein is dat je hem met de brownse beweging kunt aandrijven; om de tweede hoofdwet kun je helaas niet heen. Maar dat betekent niet dat de brownse beweging volstrekt nutteloos is, vertelt promovendus Wijnand Germs. “Als je een systeem uit evenwicht brengt door energie toe te voegen, kun je de brownse beweging wel degelijk benutten in een soort ratelsysteem.” Germs onderzocht een methode om kleine plastic bolletjes op grootte te scheiden op basis van de brownse beweging. Zo’n scheidingsmethode kan van pas komen in zogenaamde labs-on-a-chip: apparaatjes waarmee je bloed, speeksel of urine snel ter plekke kunt analyseren. Een bekend voorbeeld is de prikker waarmee je je bloedsuiker-

gehalte kunt meten. “Om specifieke eiwitten te meten met zo’n lab-on-a-chip kun je piepkleine plastic bolletjes coaten met antistoffen. De eiwitten waarnaar je op zoek bent, blijven hieraan plakken. Het scheiden van deze bolletjes met verschillende eiwitten is echter niet eenvoudig.”Een oplossing kan zijn om bolletjes van verschillende grootte te gebruiken. Hoe kleiner de bolletjes, hoe sneller hun brownse beweging - kleinere bolletjes ondervinden nu eenmaal meer invloed van de botsende watermoleculen. Als je de brownse beweging in een bepaalde richting kunt dwingen, zullen de kleinere bolletjes zich na verloop van tijd losmaken van de grotere - zoals de goede klimmers in de Tour de France zich bergop losmaken uit het peloton. “Op grootte selecteren van nanodeeltjes is ook voor andere toepassingen van belang”, benadrukt Germs. “De eigenschappen van deze deeltjes hangen namelijk af van hun grootte.”In een lab-on-a-chip bevinden de plastic bolletjes zich in een microkanaaltje met vloeistof: ze kunnen dus sowieso al slechts twee kanten op. Als je de bolletjes nu ook nog een elektrische lading meegeeft, zo was de gedachte, dan kun je ze met elektrische velden manipuleren. “In principe kun je de elek-trisch geladen bolletjes gewoon met een elektrisch veld in een bepaalde richting trekken; ook dan gaan de kleine deeltjes sneller”, zegt Germs, “Maar daarvoor heb je flinke spanningen nodig op een heel klein oppervlak. Dat is gewoon niet handig.”

Het kan echter ook anders: door vingervormige elektroden onder het microkanaaltje te leggen, maakte Germs een soort elektronische ratel. “Met een kleine spanning van zo’n honderd millivolt creëer je een asymmetrische potentiaal. Dat kun je je voorstellen als een periodieke rij heuveltjes met in een van de dalen een stel knikkers (zie afbeelding). Als we deze heuvels tijdelijk plat maken door de spanning op de elektroden uit te schakelen, zullen de deeltjes zich door de brownse beweging in alle richtingen verspreiden. Als we na verloop van tijd de spanning weer aanzetten, zorgt de asymmetrie van de dalen ervoor dat er meer deeltjes rechts gevangen worden dan links.” Zo realiseert de elektronische ratel dus een netto verplaatsing, waarbij de kleinere bolletjes verder komen dan de grotere. Na voldoende vaak aan- en uitzetten van de spanning, hebben (bijna) alle kleine bolletjes zich losgemaakt van de grote en

kunnen ze afzonderlijk uit het kanaal worden getrokken.Germs onderzocht bolletjes met diameters van 300 en 500 nanometer. Door een pauze van ongeveer een seconde te kiezen tussen het aanschake-len van het elektrische veld, zou je deze bolletjes voor 94% van elkaar kunnen scheiden, zo concludeert hij. Niet slecht, maar ook niet goed genoeg - dat proces duurt namelijk ongeveer een half uur. “Het scheidingsproces is eigenlijk nog te traag; voor een paar procent verbetering heb je nog veel meer tijd nodig. Maar dat komt ook doordat ik grotere bolletjes heb gebruikt dan in de praktijk, omdat ik ze onder de microscoop wilde kunnen volgen. We hebben een model gemaakt dat beschrijft wat er precies gebeurt en daaruit blijkt dat je uitkomt op realistische tijdschalen als je het systeem een factor tien kleiner maakt. Dat is zeker haalbaar. Het microkanaal wordt dan alleen wel te klein om grote hoeveelheden nanobolletjes te scheiden.”Een andere belangrijke conclusie is dat de plastic bolletjes eigenlijk helemaal niet elektrisch geladen hoeven te zijn. “De voornaamste kracht op de bolletjes blijkt te ontstaan door het verschil in polariseerbaarheid tussen de bolletjes en de watermoleculen. Dat blijkt uit

het feit dat de bolletjes niet naar de elektroden toe worden getrokken, maar dat ze er juist tussenin blijven hangen.” Onder invloed van de watermoleculen veranderen de bolletjes in elektrische dipolen: de ene kant raakt negatief geladen, en de andere positief. Hierdoor ondervinden de bolletjes een kracht van de elektroden, zonder dat er sprake is van een netto elektrische lading. Germs: “Dat kan praktisch zijn, omdat je geen elektrische lading hoeft aan te brengen op de bolletjes.” Het principe van een brownse ratel is volgens Germs ooit gebruikt met DNA, maar was daarna niet verder onder-zocht. In de groep waarin hij zijn onderzoek uitvoerde, M2N, wordt met behulp van de vingerelektroden gekeken naar het gedrag van elektronen in organische halfgeleiders, voornamelijk met het oog op toepassingen in zonne - cellen en organische leds. “Dit onderzoek valt enigszins buiten de focus van de groep, dus ze zullen er hier waarschijnlijk niet mee verder gaan”, zegt hij. “Werken met elektrische velden in vloeistoffen is ook een vakgebied op zich. Maar ik verwacht dat iemand uit de microfluïdica dit nog wel op zal pakken.” (TJ)

Met slim vormgegeven elektroden kun je op een bijzonder energie-zuinige manier elektronen voortstuwen, zo toonden onderzoekers van Molecular Materials and Nanosystems (M2N) al aan. Promovendus Wijnand Germs van M2N onderzocht dit principe van de ‘elektronische

ratel’ om plastic nanobolletjes op grootte te kunnen scheiden. Dat kan handig zijn voor in medische zelftesters.

Hoe kleiner de bolletjes, hoe sneller hun brownse beweging

De bolletjes hoeven niet eens elektrisch geladen te zijn

De elektronische ratel. (a) In geel de vingerelektroden onder de nanobolletjes in het microkanaal. (b) De elektroden creëren de in blauw weergegeven asymme trische potentiaal. Op tijdstip t3 worden de nanobolletjes ingevangen na een periode van ‘vrije’ brownse beweging. (c) De verdeling van de positie van kleinere (blauw) en grotere nanodeeltjes (zwart), die in de loop van de tijd van elkaar gescheiden raken dankzij de elektronische ratel.

www.cursor.tue.nl

Filmpje

bewegende

nano-

bolletjes

www.cursor.tue.nl

Lees het

artikel hier

(p. 8/9)

Wijnand Germs heeft zich tijdens zijn promotie niet alleen met nanobolletjes bezig gehouden, maar werkte ook mee aan het manipuleren van elektronen met elektronische ratels. Over dit onderzoek is in Cursor al eerder een artikel verschenen.

Page 8: Cursor 9 - jaargang 55

8 | Onderzoek 10 januari 2013

4 brandende vragen(Onder redactie van Tom Jeltes)

1

2

3

4

Wat zien we op de cover van je proefschrift?

Hoe leg je op feestjes uit waar je

onderzoek over gaat?

Welke persoon, techniek of apparaat is

onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Wat heeft de samenleving aan jouw werk?

Christine Wegmann (ST)Adsorptie voor hergebruik

1 | cover 2 | feestjes

We zien bolletjes van een adsorptiemateriaal -Dowex Optipore- met een diameter van iets minder dan 1 millimeter. Dowex Optipore is een vaste stof bestaande uit polymeren. Dit materiaal is geschikt voor de adsorptie van organische stoffen uit bijvoor-beeld water. De diffusie van de stoffen in de bolletjes is heel snel, er kunnen hoge beladingen worden bereikt, de deeltjes zijn mechanisch stabiel en Dowex Optipore kan tegen veel oplosmiddelen.

In industrieel afvalwater zitten vaak organische stoffen die niet alleen giftig zijn, maar vaak ook duur. Deze stoffen uit het water halen is relatief makkelijk. Ze van het water scheiden, zodat ze hergebruikt kunnen worden, is echter moeilijk. Ik heb voor de scheiding van een organische stof van water een nieuwe methode ontwikkeld. Deze methode -de Solvent Swing Adsorption- is een combinatie van adsorptie en extractie.

De ‘zero-length column’-techniek was onmisbaar in mijn onderzoek. Met deze methode heb ik de diffusiecoëfficiënten van stoffen in de Dowex Opti-pore-deeltjes kunnen bepalen. Deze diffusiecoëf-ficiënten zijn de basis voor de kinetische modellen die ik heb ontwikkeld tijdens mijn onderzoek.

Het scheiden van stoffen in de chemische industrie kost veel energie. Distillatie wordt vaak gebruikt maar deze methode is helaas niet erg energie- efficiënt. Als er scheidingstechnieken worden ontwikkeld die minder energie verbruiken dan de huidige methodes, wordt de chemische industrie schoner.

3 | onmisbaar

4 | samenleving

Niet alleen Nickel krijgt hiervoor subsidie, ook zijn collega dr. Andreas Spahn bij de vakgroep Philosophy & Ethics van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences krijgt een bijdrage van NWO. Spahn onderzoekt de effectiviteit van technologie die menselijk gedrag wil veranderen, Nickel onderzoekt het vertrouwen in medische zorg op afstand. Nickel: “Op dit moment zijn daar veel ideeën over, wij bekijken er twee, die niet zijn gecombineerd. Het eerste is een systeem voor chronisch zieke patiënten die zichzelf monitoren. Ze kunnen allerlei apparaten gebruiken, bijvoorbeeld voor het meten van de suikerspiegel of het cholesterolgehalte. Wij onderzoeken het gebruik van bloeddrukmeters. Patiënten sturen de data van hun zelfonderzoek door naar hun specialist via een speciaal gebouwde internetportal.” In het tweede systeem krijgen patiënten kennis over hun ziekte, om daar beter mee om te kunnen gaan. Nadat patiënten vragen over hun huidige toestand hebben beantwoord via een beveiligde internet - verbinding, krijgen ze persoonlijk advies over hoe ze hun dagelijks leven het best kunnen inrichten.

Het onderzoek zelf kent twee fasen. Als eerste worden patiënten geïnterviewd

over het vertrouwen dat ze hebben in de systemen die ze gebruiken. Vertrouwen is een heel belangrijke (voor)waarde in de zorg, maar bij e-health is dat dubbel zo belangrijk stelt Nickel, omdat de normale signalen waarop je dat vertrouwen baseert -menselijke contacten- ontbreken. Hij probeert aan de hand van de interviews zicht te krijgen op het vertrouwen in de zorg op afstand.

Nickel: “Het tweede gedeelte is een evaluatie, om te achterhalen waaróp patiënten hun vertrouwen in het systeem, de instelling of de arts, precies baseren. Patiënten kunnen verschillende motieven hebben om die systemen te gebruiken en die kunnen weer verschillen van de redenen om ze in te voeren. Dat kan zijn om een beter behandelingsplan te krijgen of omdat het minder kost. Patiënten verwachten misschien dat het veiliger is of dat het een beter resultaat geeft. We doen onderzoek of die redenen overeenkomen of dat er een kloof tussen is. Om patiënten te respecteren,

moeten we zorgen dat ze hun verwach-tingen kunnen baseren op werkelijke feiten over de systemen en diensten van telecare, zoals de mate waarin deze de gezondheid van de patiënt bevorderen. Het voordeel voor de patiënt moet voldoende zijn om zijn of haar vertrouwen te rechtvaardigen. Het raamwerk voor gegrond vertrouwen dat wij hiervoor ontwikkelen, zal vervolgens toepasbaar zijn bij het ontwerpen van nieuwe e-health toepassingen.

Als voorwaarde voor subsidie stelde NWO dat er ook partners bij betrokken moeten zijn, vanuit de industrie en/of non-profitorganisaties. Twee bedrijven bleken geïnteresseerd en leveren een bijdrage in de vorm van het gebruik van licenties, software, aanbevelingen en mankracht. Van NWO kreeg Nickel 190.000 euro, de bijdrage van de partners is -omgerekend- 100.000 euro. Nickel is op 1 januari gestart, begin 2015 moet het project afgerond zijn. Door de late toekenning van de subsidie is het nog onzeker of de postdoc die de vier TU/e-onderzoekers komt versterken, in januari al aangesteld is. In februari komt ook een valorisatiepanel bijeen, waarvoor diverse organisaties worden uitgenodigd: vertegenwoordigers van artsen- en patiëntenverenigingen, ziekenhuizen, verzorg- en verpleegsters-organisaties (bv Longfonds), industrie en vertegenwoordigers van Brainport. (GV)

Zicht op vertrouwen in zorg op afstand“Vertrouwen is een belangrijke waarde in de zorg. Bij e-health is

het waarschijnlijk dubbel zo belangrijk, omdat de normale signalen waarop je dat vertrouwen baseert ontbreken”, stelt dr. Philip Nickel. Hij kreeg in november een subsidie van NWO om onderzoek te doen

naar ethische en maatschappelijke vraagstukken bij de ontwikkeling van technologische innovaties.

Dr. Philip Nickel. Foto | Bart van Overbeeke

Waaróp baseren patiënten hun vertrouwen?

Page 9: Cursor 9 - jaargang 55

Onderzoek | 9 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Promoties

Dinsdag 15 januari 16:00 uur CZ4 Promotie V.S. Gevaerts MSc (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. R.A.J. JanssenVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: “Morphology control and device optimization for efficient organic solar cells”

Woensdag 16 januari 16:00 uur CZ4 Promotie W.C. Germs MSc (TN)Promotor(en): prof.dr.ir. R.A.J. Janssen en prof.dr. R. CoehoornVoorzitter: prof.dr. K.A.H. van LeeuwenTitel proefschrift: “Moving charged particles in fluctuating and disordered energy landscapes”

Donderdag 17 januari 16:00 uur CZ4 Promotie C. Wegmann (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. P.J.A.M. Kerkhof en prof.dr.ir. A.B. de HaanVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: “Solvent Swing Adsorption for the Separation of Acrylonitrile from Process Water”

Donderdag 17 januari 16:00 uur CZ5 Promotie ing. H.J.N. van Eck (TN)Promotor(en): prof.dr. N.J. Lopes Cardozo en prof.dr. A.W. KleijnVoorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. KroesenTitel proefschrift: “The linear plasma generator Magnum-PSI”

Maandag 21 januari 16:00 uur CZ4 Promotie L.Y. Garcia Chavez MSc (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. A.B. de HaanVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: “Designer Solvents for the Extraction of Glycols and Alcohols from Aqueous Streams”

Donderdag 10 januari 16:00 uur CZ4 Promotie ir. S.J. Voeten (EE)Promotor(en): prof.dr.ir. J.H. BlomVoorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. BackxTitel proefschrift: “Matching High Voltage Pulsed Power Technologies”

Maandag 14 januari 16:00 uur CZ4 Promotie ir. H.M. van Zijp (TN)Promotor(en): prof.dr.ir. M.W.J. PrinsVoorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. KroesenTitel proefschrift: “Study of methods for platelet function testing in the perspective of lab-on-chip applica-tions”

Maandag 14 januari 16:00 uur CZ5 Promotie J.J. Zielinski MSc (TN)Promotor(en): prof.dr. N.J. Lopes Cardozo en prof.dr.ir. M.C.M. van de SandenVoorzitter: prof.dr. H.J.H. ClercxTitel proefschrift: “A high power pulsed plasma system for material testing under simultaneous continuous and transient loads”

Loes van Zijp (TN)Bloedplaatjes onder de loep

Veronique Gevaerts (ST)Flexibele zonnecellen

1 | cover 1 | cover2 | feestjes 2 | feestjes

Bloedplaatjes houden de bloeds omloop in het lichaam in stand. Dit doen ze onder meer door van vorm te veranderen. De snelheid en wijze waarop dit proces plaatsvindt, zegt iets over de bloed plaatjesfunctie. De verschillende stadia van vormverandering zijn terug te zien op de cover van mijn proefschrift.

Op de cover staat een foto die ik in april heb gemaakt in de Upper Antilope Canyon in Arizona. Ik vind dat deze foto goed bij de titel van mijn proefschrift past, omdat je naast de zonnestraal ook de structuur (‘morfologie’) van de rode rotsen ziet.

Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Het snel en eenvoudig kunnen meten van de bloedplaatjesfunctie zou de diagnose en behandeling van dergelijke ziekten kunnen versnellen. In mijn onderzoek heb ik biosensortechnologieën onderzocht voor het meten van de bloedplaatjesfunctie. Zo heb ik bijvoorbeeld onderzocht of het mogelijk is om de bloed plaatjes-functie te meten met behulp van magnetische deeltjes, maar ook wat voor invloed een oppervlak heeft op de bloedplaatjesfunctie.

Voor mijn onderzoek was het cruciaal om met vers bloed te werken, dus het bloed van de donoren van de bloedbank van Eindhoven was onmisbaar voor mijn onderzoek. Twee keer in de week fietste ik naar de bloedbank om een buisje bloed op te halen voor de experimenten van die dag.

Met een klein druppeltje bloed zou een biosensor de bloedplaatjesfunctie moeten kunnen meten. Tijdens een bezoek aan de huisarts kan in de toekomst wellicht het diagnosticeren op een verhoogd risico op bijvoorbeeld een hart- of hersen infarct een routinemeting worden bij bepaalde medische klachten.

Ik vertel vaak dat ik onderzoek doe aan plastic zonnecellen, omdat deze potentieel flexibel en op grote schaal geproduceerd kunnen worden. Dat doet het vaak goed, omdat we hiermee wellicht het energieprobleem kunnen oplossen. Als men geïn-teresseerd is, probeer ik de werking van zo’n orga-nische zonnecel uit te leggen en daarmee waaraan ik precies gewerkt heb, namelijk onderzoek naar de morfologie van de actieve laag en tandem-zonnecellen.

Het klinkt misschien vanzelfsprekend, maar zonder elektrische karakterisatie is onderzoek aan zonne-cellen onmogelijk. De efficiëntie van een zonnecel bepalen we door een stroom-spanningscurve onder belichting te meten en door de externe kwantumefficiëntie per golflengte te bepalen. De opstellingen om deze te meten zijn dus onmisbaar geweest.

Ik hoop dat ik met mijn werk een kleine bijdrage kan leveren aan het begrip van en de vooruitgang in de ontwikkeling van efficiënte organische zonnecellen. Het zou geweldig zijn als er over vijf tot tien jaar echt flexibele zonnecellen geprint kunnen worden die deel uit kunnen maken van de hernieuwbare energiebronnen die de samenleving hard nodig heeft.

3 | onmisbaar

3 | onmisbaar

4 | samenleving 4 | samenleving

Dinsdag 22 januari 16:00 uur CZ4 Promotie R. Gorbunov (ID)Promotor(en): prof.dr. G.W.M. RauterbergVoorzitter: prof.dr.ir. A.C. BrombacherTitel proefschrift: “Monitoring Emotions and Cooperative Behavior”

Dinsdag 22 januari 16:00 uur CZ5 Promotie ir. H. Beohar (W&I)Promotor(en): prof.dr. J.C.M. Baeten en prof.dr.ir. J.E. RoodaVoorzitter: prof.dr. A.M. CohenTitel proefschrift: “Refinement of Communication and States in Models of Embedded Systems”

Woensdag 23 januari 16:00 uur CZ4 Promotie Dipl.-Ing. T.M. Illg (ST)Promotor(en): prof.dr. V. Hessel en prof.dr.ir. J.C. SchoutenVoorzitter: prof.dr. G. de WithTitel proefschrift: “Novel Process Windows for the safe and continuous synthesis of tert.-butylperoxypivalate with micro process technology”

Woensdag 23 januari 16.00 uur CZ5 Promotie ir. E.M.C.J. Quanjel (B)Promotor(en): prof.ir. W. Zeiler en prof.ir. P.G. LuscuereVoorzitter: prof.ir. E.S.M. NelissenTitel proefschrift: “Collaborative Design Support Workshops to stimulate interaction and knowledge exchange between practitioners”

Page 10: Cursor 9 - jaargang 55

10 | Mens & Mening

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar [email protected].

10 januari 2013

ALGEMEEN

KIVI NIRIA en TU/e | Colloquium cold fusion expert prof. Jean-Paul BiberianThe University of Eindhoven and the Dutch Association of Engineers KIVI NIRIA are pleased to host a colloquium -on January 21st 16-18h- by prof. Jean-Paul Biberian, a well-regarded cold fusion expert at the University of Marseille. In about an hour, prof. Biberian will give an up-to-date overview of cold fusion research, focusing on experimental results obtained by research groups worldwide at institutions like MIT, the US Naval Research Laboratory, Mitsubishi Heavy Industries and many more. He will outline and interpret the most important results, many of which have been published in international journals. With plenty of time allotted to discussion, this promises to be a thought-provoking session …To attend this colloquium, please register at email address: [email protected] before Jan 14th.

DPO / TEACH: Teaching Support for TU/e staff | Training ‘Using Technology in Teaching’This workshop discusses a number of good practices in the area of using IT recourses during the lessons. The advantages and disadvantages of various IT applications are discussed. Each teacher presents a plan to the other teachers of how he/she will implement the IT application of his/ her choice. The course will take place on 26 February 2013.More information can be obtained from Esther Vinken (phone 3117; email [email protected]).

Workshop Voice TrainingDo you have a sore throat or a hoarse voice after giving a lecture or presenta-tion? Would you like to improve your audibility in the lecture hall? In that case you might want to participate in the workshop ‘Voice training’.The workshop will be offered on 6 and

20 March 2013 from 09.00-12.30 hrsInformation can be obtained from Jelmer Sieben (phone 2068; email [email protected]).

For all DPO/ Teach trainingMore information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl.Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge.

DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students | Course ‘Teaching and learning in higher education for PhD students’ Do you want practical tips to improve your teaching? This training provides you with useful information and tools. Learn how to formulate learning outcomes and select and execute the appropriate teaching methods. The participants will be actively involved in discussions by giving presentations and by giving feedback to each other. The course is planned on 25 February and 4 March 2013.More information can be obtained from Harry van de Wouw (phone 3126; email [email protected]).

Course Supervising master studentsThe course is aimed to improve and systemize the way in which supervisors guide their students during their graduation projects. The course consists of short introductions, exercises and discussions. Participants will have an active role during the course. The course is planned on 25 and 28 March 2013More information can be obtained from Jelmer Sieben (phone 2068; email [email protected]).

MENSEN

Faculteit Technische Natuurkunde | Afscheid Johan MeulensteenMet ingang van 1 maart 2013 gaat Johan Meulensteen na een dienstverband van ruim 46 jaar de faculteit verlaten.Namens het Bestuur van de faculteit Technische Natuurkunde, nodig ik u hierbij uit om onder het genot van een hapje en een drankje afscheid van hem te nemen.Dinsdag 15 januari 2013, van 16.00 - 19.00 uur.De receptie zal plaatsvinden in de Salon van studievereniging van der Waals, locatie kantine Cascade.

DIVERSEN

KIVI NIRIA | Lezing Wim Sinke over duurzame energieOp 5 februari houdt KIVI NIRIA een lezing voor TU/e-studenten. Een bekende naam binnen de duurzame energie, Wim Sinke, zal de lezing geven over ontwikkelingen binnen de duurzame energie. Tijdens deze lezing zal ingegaan worden op ontwikkelingen binnen de duurzame energie die écht verschil maken. Datum: dinsdag 5 februariTijd: 15.45 - 17.45uurLocatie: MultiMedia Paviljoen zaal 3Meer info: http://www.kiviniria.net/tr?transaction=KIVI_ACT006&PARAM1=3433.

CISV | Leid deze zomer een kinder-zomerkamp in het buitenland Wil jij deze zomer internationale ervaring opdoen, werken aan je leiderschapskwaliteiten, andere culturen leren kennen, kinderen

een fantastisch kamp bezorgen, wat CV building doen, en ook nog een ontzettend leuke tijd hebben zonder dat je hier zelf voor hoeft te betalen? Lees dan dit bericht en mail naar [email protected]!

Interstedelijk Studenten Overleg | 630.000 studenten zoeken 5 vertegen-woordigers. Iets voor jou? Het ISO zoekt vijf studenten of net afgestudeerden… • Die zich een jaar lang fulltime willen

inzetten voor de belangen van studenten in het hoger onderwijs

• Met gedrevenheid, een flexibele houding en interesse in politiek

• Met een constructieve en proactieve houding

• Die energie halen uit het werken in een team

• Met medezeggenschaps- en/of bestuurservaring (pré, geen must)

Een ISO-bestuursjaar biedt jou… • De kans om de student te vertegen-

woordigen op het hoogste niveau • Het opdoen van ervaring in het leiden

van een organisatie • De mogelijkheid om te lobbyen met

verschillende partners in binnen- en buitenland

• De gelegenheid om kennis op te doen over de politieke, juridische en maatschappelijke kant van het hoger onderwijs

• Een nauwe en hechte samenwerking in een enthousiast team

Meer weten? Ga naar www.iso.nl voor de volledige vacature.

CURTOON

UNIVERSITEITS-BERICHTEN

In memoriam

Met grote droefenis hebben we kennisgenomen van het overlijden van

Dr.ir. Ronald Waterham MCM

in de leeftijd van 55 jaar. Ronald was vele jaren een zeer gewaardeerde directeur van de Dienst ICT. Na een wetenschappelijke carrière bij de TU/e, waarbij vooral de sociale insteek bij de technische onderwerpen opvalt, heeft Ronald de stap naar het management genomen. Als leidinggevende gaf hij veel aandacht aan de ontwikkeling van zijn medewerkers, die volop de ruimte kregen zich te ontwikkelen door middel van coaching en opleiding.

Ronald was bevlogen en gedreven door zijn werk, eenvoudig en ongedwongen. Hij kon op zeer overtuigende wijze zijn standpunten voor het voetlicht brengen en heeft ervoor gezorgd dat onze universiteit een ICT-afdeling heeft waar we trots op kunnen zijn.

Ronald was in alle opzichten een markante persoonlijkheid; hij zal altijd op die manier in onze herinnering blijven.Wij wensen de familie veel kracht en sterkte toe in deze moeilijke tijd.

Namens het College van Bestuur, mr. Jo van Ham

Page 11: Cursor 9 - jaargang 55

Mens & Mening | 11 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

UR-podiumUR-stage

Maak de TU/e internationaalInternationalize TU/e

We gaan Engels systematisch introduceren als voertaal. We gaan meer wetenschappers aantrekken uit het buitenland én we zorgen dat er nog meer buitenlandse studenten instromen in zowel onze bachelor- als masteropleidingen. We vergroten daarbij de ondersteunende faciliteiten voor onze exchange studenten. Internationalisering vormt namelijk een belangrijk onderdeel van onze strategie voor de komende jaren en wordt één van de belangrijke pijlers waarop we steunen. Het belang van deze transitie valt niet te ontkennen. De globalisering van de kenniseconomie en de daarmee gepaard gaande uitwisseling van kennis wordt de nieuwe standaard. Het aantrekken van internationaal toptalent is hierbij van essentieel belang.

In Eindhoven hebben we de eerste stappen al gezet in de vorm van Engelstalig onderwijs in het Bachelor College, al is dat zeker nog voor verbetering vatbaar. Op de planning staat onder meer nog het uitbreiden van het aantal beurzen voor buitenlandse studenten, zoals de Amandus Lundqvist Scholarship Programs.

Zo’n transitie kan echter niet alleen op bestuurlijke wijze worden bewerkstelligd. Hiervoor is een totale omslag nodig in zowel de TU/e-cultuur als in de mindset van studenten en medewerkers. Tijdens de verkiezingen voor de universiteitsraad in december, waar de Chinese student Feng Fang met 173 stemmen in de top-4 van Groep-één terecht kwam, werd duidelijk dat de tijd rijp is voor verandering. Het was een niet te missen signaal dat buitenlandse studenten van zich willen laten horen, en -wellicht nog belangrijker- dat zij ook betrokken willen worden bij de beleidsbepaling van de universiteit. Want een transitie wordt alleen een succes als er van beide kanten tijd en energie in wordt gestoken.

In alle lagen van onze universiteit zal men moeten meedenken en moet men wezenlijk gaan bijdragen aan deze verandering. Ook wij in de universiteitsraad. Misschien is het daarom voor 2013 wel een heel goed voornemen om binnen de universiteitsraad Engels als voertaal te gaan gebruiken.

We are systematically introducing English as the official language. We intend to attract more scientists from abroad and want to make sure that more foreign students enroll in both our bachelor and master programs. In addition, we are enlarging the supporting facilities for our exchange students. Internationalization forms one of the most important aspects of the strategy of TU/e for the coming years and will be one of the most important pillars on which we will build. The importance of this transition cannot be denied. The globalization of the knowledge economy and the coinciding exchange of knowledge will be the new standard. Attracting international top talent will be of essential importance for this to succeed.

In Eindhoven we have made the first steps with English lectures in the Bachelor College, although there is still room for improvement. Among other things, the expansion of the amount of scholarships for foreign students, such as the Amandus Lundqvist Scholarship Programs, is also scheduled.

Such transition, however, cannot only be accomplished on an administrative level. For this a complete U-turn is needed in both the culture of TU/e as well as the mindset of both students and employees. During the elections for the university council in December, where Chinese student Feng Fang got in the top-4 of Groep-één with 173 votes, it became obvious that the time for change has come. It was a sign that foreign students want to

speak out, and -possibly more important - that they also want to be involved in the policy formulation of the university. Such a transition can only become a success when time and effort is put into it from both sides.

In all layers of our university, people will be required to think along and make genuine contributions to this change. This includes us, the university council. Perhaps it is a good new year’s resolution to make English the official language within the University Council.

Lars Bekevoorzitter Groep-één, Chairman Groep-één

TUssen de oren

Vaarwel aan goede voornemensIk wil zo’n beetje de helft van mijn dag iets.

Jij ook overigens. Dat ‘iets’ kan van alles zijn, daar gaat het nu even niet om. Het gaat erom dat we dus de helft van ons wakende leven dingen willen. Dat is mooi, anders zouden we wellicht niets ondernemen. Maar de helft van onze verlangens zijn pro ble-matisch (de zogenaamde verleidingen) en moeten we dus proberen te onder drukken. En dat kost kracht: wilskracht. Wilskracht is een fantastisch fenomeen, dat sommigen (zeggen) veel (te) hebben, andere weinig. Feit is dat we het vaak nodig hebben.

En wat willen we dan het liefst? Recent onderzoek laat zien dat onze sterkste verlangens niet die verlangens zijn die we zeggen niet op te kunnen geven, zoals roken of alcohol drinken. Nee hoor, het liefst willen we slapen (met seks op een leuke tweede plaats). Bij de meest

frequente verlangens staat naast slaap nog eten en drinken. En belangrijk: beide blijken vaak te conflicteren met studie en carrièredoelen.

We weten dit alles uit een recente studie uitgevoerd in Duitsland. Daar lieten drie wetenschappers -Hofmann (verlangen), Vohs (motivatie), en Baumeister (wilskracht)-

mensen meerdere malen per dag op willekeurige door een pieper aangegeven momenten een vragenlijstje invullen op een PDA die ze meedroegen.De studie leverde veel inzichten op over verlangens, verleidingen, het weerstaan ervan, of het eraan toegeven. Dat laatste -toegeven aan verleidingen- doen we eigenlijk relatief weinig: slechts in 1 op de 6 verleidingen gemiddeld. Interessant: onze wilskracht laat het het meest afweten wanneer we willen werken. Dat is vooral opvallend, omdat het (relatief) weinig conflicteert met andere taken: we verlangen er gewoon niet sterk genoeg naar misschien?

We bezwijken bovendien vaak wanneer we vlak daarvoor al wilskracht hebben moeten aanwenden om een eerdere verleiding het hoofd te bieden. Wilskracht raakt gewoon op, waardoor we vervolgens kans lopen toe te geven aan een volgende verleiding.

Toch iets om even over na te denken misschien voordat je ettelijke goede voornemens maakt. Maar mocht je je toch hebben voorgenomen beter te presteren in studie of carrière, dan is dit mijn advies: (1) ga niet op dieet! (2) ontloop verleidingen; (3) maar doe vooral dat wat je echt boeit, want daar groeit wilskracht op.

Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Wilskracht raakt gewoon op

Yvonne de Kort, universitair hoofddocent Omgevingspsychologie

bij Human Technology Interaction, faculteit IE & ISFoto | Bart van Overbeeke

Page 12: Cursor 9 - jaargang 55

12 | Focus 10 januari 2013

Depositieapparatuur | NanoLab@TU/e beschikt over een aantal depositieapparaten voor de depositie van verschillende materialen. Zo wordt voor maskering en bescherming siliciumnitride en -oxide gedeponeerd. Voor het aanbrengen van metaallagen, nodig voor het maken van elektrische contacten op gefabriceerde devices, zijn machines aanwezig waarmee een breed scala aan metalen kan worden opgedampt of gesputterd, zoals goud, platina, germanium, titaan, chroom en niobium. Op de foto is een van de metaalopdampers te zien.

MOVPE | De Metal-Organic Vapor Phase Epitaxy (MOVPE)-reactoren in de cleanroom worden gebruikt om nanostructuren te groeien, zoals dunne laagjes, nanodraden en ‘quantum dots’. Met deze machines kunnen III-V-halfgeleiders, maar ook silicium en germanium en zelfs combinaties van deze materialen worden gemaakt. Deze structuren worden toegepast in onder meer lasers, zonnecellen en ook voor detectie van elementaire deeltjes zoals Majorana-fermionen.

SEM | De ‘Scanning Electron Microscope’ (SEM), waarvan NanoLab@TU/e er twee heeft staan, wordt meestal gebruikt om na het uitvoeren van de processen te kijken of er op nanometerschaal ook gemaakt is wat men voor ogen had. Met deze microscopen kunnen afmetingen van enkele tientallen nanometers zichtbaar gemaakt worden.

Op de foto’s zijn voorbeelden te zien van nanodraden die gegroeid zijn met MOVPE.

ALD | De TU/e loopt internationaal voorop met haar onderzoek aan (plasmage assisteerde) atoomlaagdepositie (ALD). Met deze methode kunnen nanolaagjes atoomlaag voor atoomlaag opgebouwd worden. Nieuwe nano- elektronica is ondenkbaar

zonder deze methode, maar ook tal van andere toepassingen zijn in opkomst, bijvoorbeeld zeer efficiënte zonnecellen. Binnen NanoLab@TU/e zijn drie ALD-toestellen aanwezig.

Tekst | Tom Jeltes en NanoLab@TU/e Foto’s | Nando Harmsen

De TU/e beschikt in gebouw Spectrum over een uitstekend uitgeruste cleanroom, in de loop der jaren opbebouwd door diverse capaciteitsgroepen van Technische Natuurkunde en Electrical Engineering. Met name de beschikbaarheid van drie

lithografische technologieën en de mogelijkheden voor de productie van III-V-halfgeleiders zoals indiumfosfide zijn uniek. Om deze faciliteiten ook in

de toekomst te kunnen financieren, stelt de TU/e sinds 1 januari haar cleanroom open voor externe gebruikers.

Sinds 1 januari 2013 zijn beheer en onderhoud van de machines van de cleanroom losgekoppeld van de faculteiten en ondergebracht in een onafhankelijke administratieve eenheid, NanoLab@TU/e, onder leiding van managing director dr. Huub Ambrosius en scientific director prof.dr.ir. Erwin Kessels. De bedoeling is dat externe gebruikers binnen vijf jaar minstens een kwart van het gebruik van de faciliteiten voor hun rekening

nemen. Daarvoor zal NanoLab@TU/e de openingstijden uitbreiden tot minimaal honderd uur per week.

Microscoopopname van een structuur waarbij platina lokaal is aangebracht met oppervlakteselectieve atoomlaag-depositie. Deze methode is door de TU/e in samenwerking met FEI company ontwikkeld.

Foto | Bart van Overbeeke

Page 13: Cursor 9 - jaargang 55

Focus | 13 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Multi Project Wafer Run | ASPICs (Application Specific Photonic Integrated Circuits): 68 afzonderlijke chips met rond 12 verschillende designs worden gefabriceerd op één wafer.Elk run wordt via een generiek proces van 300 verschillende stappen(MOVPE-groei, depositie, lithografie, etsen en metaaldepositie)omgezet in een wafer zoals op de foto te zien is.

XPS | Röntgen foto-emissiespectroscopie, in het Engels afgekort als XPS, is een geavanceerde meettechniek om de chemische samenstelling van nanomaterialen te bepalen. De methode is zeer oppervlaktegevoelig, zodat de bovenste atoomlagen onderzocht kunnen worden. De opstelling binnen NanoLab@TU/e is ook uitgerust met een optie om diepteprofielen van chemische elementen te maken.

EBL | Elektronenbundellithografie (EBL) is een techniek waarmee heel kleine patronen (tot 10 nanometer) op substraten gemaakt worden. De patronen worden direct met een elektronenbundel geschreven in een dunne organische laag. Vervolgens wordt deze laag bijvoorbeeld gebruikt als masker om de patronen in het onderliggende substraat te etsen. Het grote voordeel van deze methode is dat een apart masker niet nodig is. Een nadeel is dat deze methode veel langer duurt.

Etsapparatuur | Een van de belangrijkste stappen in de vervaardiging van allerlei devices in halfgeleiders is het etsen van structuren. Dit kan op basis van zowel natte als droge processen. Het laatste gebeurt met een zogenaamde Reactive Ion Etch machine waar het etsen plaatsvindt door middel van reactieve ionen onder verlaagde druk. Door het juist instellen van de machineparameters, gasflows en gassamenstelling kan men het etsprofiel redelijk sturen.

Dual Beam | De ‘Dual Beam’ biedt de nano-onderzoeker tegelijkertijd ogen en handen op de nanometerschaal. Het apparaat combineert een Scanning Electron Microscope (SEM, voor microscopische opnames met een resolutie van 0,9 nanometer) en een gefocusseerde ionenbundel. De zwaardere ionen zijn geschikt om materialen en devices te etsen en bewerken met nanometerprecisie. Toepassingen variëren van het ‘uitsnijden’ van dunne plakjes materiaal voor analyse in een ‘Tunneling Electron Microscope’ (TEM) tot het schrijven van driedimensionale nanostructuren. In alle gevallen geldt: “What you see is what you get!”.

MBE | In de cleanroom zijn twee Molecular Beam Epitaxy (MBE)-systemen geïnstalleerd. MBE is een ultrahoog vacuümtechniek die mogelijkheden biedt om halfgeleiderkristallen te groeien met een ultrahoge zuiverheid en sub-nanometer controle over de dikte. De techniek wordt gebruikt voor de groei van en bestudering van de optische eigenschappen van InAs/GaAs nanostructuren, in dit geval ‘quantum dots’.

ASML Scanner | Om in de toekomst op een snelle en reproduceerbare manier afbeeldingen te maken van minimaal 100 nanometer, is in 2011 de ASML PASS5500/1100B in de cleanroom geïnstalleerd. Dankzij de samenwerking met ASML is NanoLab@TU/e als enige universitaire cleanroom in de wereld in staat om met dit geavanceerde apparaat te werken voor onder andere fotonische geïntegreerde circuits. Diverse bedrijven en instellingen hebben belangstelling om in de toekomst deze machine te gebruiken voor het belichten van wafers.

Foto | Bart van Overbeeke

Page 14: Cursor 9 - jaargang 55

EuroTech Universities zetelt op de achtste etage aan Square de Meeûs in Brussel. Een rechthoekig parkje, karig opgesierd met een gouden engel op een betonnen sokkel ter ere van de Vlaamse beeldhouwer Juliaan Dillens. Het vale groen en de kale bomen worden overschaduwd door anonieme kantoorkolossen. Een slaphangende vlag in geel en blauw markeert de Zweedse ambassade. Alleen een Italiaanse broodjeszaak zorgt voor wat levendigheid in de verder stille wijk. De bruisende stad Brussel lijkt ver te zoeken. Maar daar is het de vier technische universiteiten ook niet om te doen. Deze plek is vooral om strategische redenen gekozen.

Op amper een paar honderd meter afstand van het Europees Parlement, midden tussen de internationale departementen en instituten die ertoe doen. Lobbyen is lopen. En wie oog heeft voor symboliek, kan het niet ontgaan. Vanaf de brede Wetstraat die de Belgische hoofdstad doorklieft,

leiden twee wegen naar EuroTech Universities: de Wetenschapsstraat en Nijverheidsstraat. Dat zit dus wel goed.

We treffen de bemanning van het kantoor net voor het kerstreces. De middag schemert al licht als de vergaderzaal wordt opgeruimd. Een half brood, wat bestek, lege borden en dito fles wijn. De spaarzame resten van een kaasfondue. “Een briljant idee van onze Zwitserse collega Olivier”, zegt dr. Andrew Sors lachend. Samen met Emily Parker vormt hij de permanente bezetting in Brussel. Eens per maand, zoals deze dag, zijn ook alle andere leden aanwezig voor het maandelijkse overleg. Om tijd te sparen, is voor de gelegenheid het nuttige met het aangename gecombineerd. “We zitten hier echt niet de hele dag te feesten”, bezweert Sors maar even voor de zekerheid. Als geen ander kent hij de gevoeligheden die er leven omtrent de Europese Unie en het beeld van spilzieke ambtenaren in het bijzonder.

Sors verruilde in 1982 een universitaire loopbaan in Groot-Brittannië voor een baan als vooraanstaand wetenschappe-lijk adviseur in Brussel. “Ik verschoof

van technologie langzaam naar politiek.” In één zin vat hij zijn omvangrijke oeuvre samen en doet zichzelf daarmee enigszins te kort. Het tekent echter zijn bescheidenheid en doelgerichtheid en blijkt een schot voor de boeg voor het

verdere gesprek. Met humoristische understatements, heldere zinnen en krachtige opsommingen is hij waar-schijnlijk de boeiendste en meest charmante ambassadeur met kennis van zaken die de vier technische universiteiten zich kunnen wensen in Brussel. “Dat zou je hen moeten vragen”, weert hij beleefd af.

Sors en Parker (in deeltijd) begonnen in oktober 2012 letterlijk met lege handen. Er is geen businessplan, geen uitgestip-pelde strategie en geen termijn waarbinnen een vast omschreven doel moet zijn bereikt. Slechts een leeg kantoor dat is geopend door vier bevlogen universiteitshoofden. “Het zou unfair zijn om het daarop meteen af te rekenen”, vindt Parker. “Er was nog niets of niemand in Brussel. Je moet dit project tijd gunnen om zich te ontwikkelen en kijken welke kant het opgaat.”

Juist die betrokkenheid van de vier universiteiten zal de sleutel vormen tot het succes, verwacht Sors. “EuroTech Universities onderscheidt zich van andere universitaire lobbygroepen omdat de alliantie al enkele jaren bestond voordat er een kantoor in Brussel kwam. Vanuit de samenwerking op het gebied van onderzoek en onderwijs groeide de overtuiging bij

de vier universiteiten dat ze de legitimiteit bezitten om het Europese innovatie- en onderzoeksbeleid te beïnvloeden en te helpen.”

De Europese Unie stelt om de zeven jaar een beleidsprogramma op. In 2014 moet voor de volgende termijn een begrotings plan liggen. Sors: “Met duizend deelnemingen hebben de vier universiteiten de afgelopen vijf jaar ongeveer vijfhonderd miljoen euro aan Europese onderzoeksfondsen binnen-gehaald. Omdat nationale overheden steeds meer de hand op de knip houden, is de druk op die subsidies groter dan ooit. Iedereen voelt dat.”

Ook in Nederland, waar de eerste geldstroom afneemt en een herverdeling plaatsvindt van het wetenschappelijke budget. Het wordt voor onderzoekers lastiger om hun werk te financieren, meent Gerard Verschuren van het Innovation Lab. Hij is twee dagen per week in Brussel als vertegenwoordiger van de TU/e. De overige werkdagen

14 | Uitgelicht 10 januari 2013

Kennismakelaars in bèta willen Brussel veroveren

Lobbyen is lopen

“De druk op subsidies is groter dan ooit”

EuroTech | Frits van OtterdijkIllustratie | Sandor Paulus

De TU/e wil een krachtiger stem laten horen in Brussel waar het Europees onderzoeksbeleid wordt bepaald. Samen met de

partneruniversiteiten uit Denemarken, Duitsland en Zwitserland, verenigd in EuroTech Universities, is daarom een kantoor geopend

bij de poort van het Europees Parlement. Het unieke lobbywerk draait niet alleen om subsidies, maar evengoed om het verwerven van een invloedrijke rol in het Brusselse circuit. De geheime wapens? Excellentie en legitimiteit, gebaseerd op (wetenschappelijk) bewijs.

Het EuroTech-team in Brussel: Claus Andersen (DTU), hoofd Andrew Sors, Inga Odenthal (TUM), adviseur Emily Parker, TU/e’er Gerard Verschuren en Olivier Küttel (EPFL). Foto | Eurotech

Page 15: Cursor 9 - jaargang 55

Uitgelicht | 15 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Kennismakelaars in bèta willen Brussel veroverenprobeert hij in Eindhoven uit te leggen wat er gaande is in Brussel. “De EU begint echt te leven binnen de TU/e, zeker nu de financiële middelen in Nederland opdrogen. We zijn redelijk succesvol in het aanvragen van Europees onderzoeksgeld, maar er zit nauwelijks een strategie achter. Dit kantoor is een goed instrument om die strategie te ontwikkelen. We hebben in Brussel vrij weinig mensen op de goede plek bij belangrijke instanties. EuroTech Universities kan daarin helpen.”Want het draait voor de alliantie niet louter om onderzoeksgeld, benadrukt Verschuren. De vier universiteiten willen ook hun zichtbaarheid, en daarmee hun invloed, vergroten in Brussel. Volgens Sors werken aan de universiteiten wijze mensen ‘maar Brussel begrijpt ze vaak niet’. EuroTech Universities wil een krachtiger stem geven aan het werk en de visie van de alliantie. Op welke wijze dat moet gebeuren, is nog niet volledig helder. Maar het overleg voor de kerstvakantie heeft een aantal concrete plannen opgeleverd.Parker: “We hebben gekeken welke niches voor onze alliantie kansrijk zijn om te scoren. In 2013 zullen we drie grote publieke evenementen houden in Brussel. We gaan 200 tot 250 beleids-makers en stakeholders uitnodigen voor themabijeenkomsten over de tenure track, ofwel de loopbaanontwikkeling voor professoren. Verder willen we de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven belichten. En we willen de ontwikkeling van Massive Open Online Courses (MOOC’s) tonen. Het zijn alle drie hot topics, maar omdat Brussel is vergeven van de evenementen broeden we nog op een vernieuwende presen-tatie waarmee we optimaal de aandacht trekken.”Volgens Sors gaat het om drie thema’s die rijp zijn voor presentatie. Andere onderwerpen zullen daarna volgen. De drie evenementen in 2013 vormen slechts het topje van een ijsberg. “Veel werk blijft ongezien en veel gesprekken met bestuurders vinden in alle stilte plaats. Er zijn diverse gradaties van lobbyen. Je kunt heel direct op de deur kloppen van Europese beleidsmakers, maar ik denk niet dat ik daar heel goed in ben. Ik zie ons meer als ‘kennismakelaars’ die de boodschap van de technische universiteiten

doorgeven aan de Europese instituten. En omgekeerd de technische universi-teiten informeren over het innovatie- en onderzoeksbeleid van Brussel zodat ze daar hun strategie op kunnen afstemmen. Als kennismakelaars gaan we niet zozeer achter een specifiek doel aanjagen, maar leveren we een strategische visie. Hoe je een duurzaam Europa kunt bereiken met onderzoek naar smart city’s en smart mobility. Welke technologische oplossingen er zijn voor maatschappelijke vraagstukken. EuroTech Universities heeft al een stem in Europa, maar die moet sterker worden. Vooral nu onderzoek en innovatie sterker worden gekoppeld aan uitdagingen waar Europa voor staat. We willen laten zien dat onze alliantie nuttig is voor de samenleving en een leidende rol kan spelen in de EU. De beste technische universiteiten van Europa hebben zich geëngageerd om hun competenties te combineren in een unieke samenwerk-ing. Het is een opwindend experiment dat de Europese samenleving zal helpen om een duurzame groei te stimuleren.”

Of die alliantie uit vier technische universiteiten blijft bestaan, laat Sors in het midden. Volgens hem is een klein, intensief samenwerkend gezelschap vaak slagvaardiger dan een omvangrijke vereniging van universiteiten. Waarmee hij indirect zijn voorkeur lijkt aan te geven. “Nee, wij zijn niet exclusief en werken evenmin met gesloten deuren. Het is aan de universiteiten om te bepalen of de alliantie wordt uitgebreid. Ons criterium is excellentie. Daarmee verwerven we de legitimiteit en het aanzien om mee te praten over het Europese researchbeleid dat indirect ook een hefboomwerking heeft op nationale onderzoeksprogramma’s.”

Iedere universiteit bepaalt zelf hoeveel manuren het wil besteden aan de vertegenwoordiging in Brussel. De kosten van het kantoor en de

bemanning ervan door Sors en Parker -ongeveer 250.000 euro jaarlijks- worden gedeeld door de vier universi-teiten. Deze maand gaat Brainport Eindhoven een deel van de kantoor-ruimte onderhuren voor twee vertegen-woordigers. Gevolgd door een medewerker van de Deense technische universiteit DTU, die er de belangen gaat behartigen van de European Energy Research Alliance, een groep van vijftien Europese onderzoeksinstituten. Tegenover de gemaakte kosten worden niet direct baten verwacht. Of en wanneer het kantoor in Brussel zijn doelstellingen haalt, hangt volledig in de lucht. Er is geen vastomlijnd kader en geen strikte termijn gesteld. “Als we één onderzoeksproject extra binnen-halen, hebben we ons geld er al dik uit”, verzekert Verschuren. “Maar dat is niet de juiste manier om ons werk te meten.”

Zijn Deense collega Claus Andersen is het daarmee roerend eens. “Ons werk is veel breder. Je kunt onze impact niet evalueren door alleen het onderzoeks-geld te tellen dat we binnenhalen. Hoe wil je claimen dat jouw inbreng zorgt voor extra onderzoeksbudget? Je zult het nooit weten en het is irrelevant. Je bent deel van een proces. Het gaat om ‘branding’ van de universi-teiten en de alliantie. Dan kun je de beste onderzoekers en studenten werven. Het gaat erom te worden herkend als de leidende technische universiteiten van Europa en wellicht van de wereld. Natuurlijk, de vier universiteiten wedijveren onderling, maar tegelijkertijd moet je EuroTech Universities zien als een gezamenlijke missie. We zijn op aarde gezet om oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken. De beste manier om dat te bereiken, is niet alleen door onderzoek te verrichten, maar ook door het beïnvloeden van de onderzoeksagenda van de EU. Dat kan in het voordeel zijn van EuroTech Universities, maar evengoed een meevaller betekenen voor andere universiteiten. Als aan het einde van de dag ons werk maar ten goede komt aan de samenleving. Dan is onze missie geslaagd.”

“Als kennis-makelaars leveren we een strategische visie”

EuroTech Universities AllianceEuroTech Universities Alliance heet het samenwerkingsverband voluit dat de TU/e in 2006 aanging met de Deense Tekniske Universitet (DTU), Technische Universität München (TUM) en École Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFL). De vier topuniversiteiten hebben de handen ineengeslagen om samen technologische oplossingen te vinden op het gebied van energie, klimaatverandering, mobiliteit en infrastructuur. Er loopt al een groot aantal gezamenlijke onderzoeksprojecten waaronder het zogeheten GreenTech waarbij PhD’s en postdocs vrij toegang hebben binnen de deelnemende universiteiten.De alliantie richt haar pijlen op onderzoek, onderwijs, technologie en onder nemerschap en levert een actieve bijdrage aan het publieke en politieke debat.

www.eurotech-universities.org/brussels.html

De gouden engel op het Square de Meeûs, waar EuroTech zetelt. Foto | Frits van Otterdijk

Het Europees Parlement in Brussel. Foto | Frits van Otterdijk

Page 16: Cursor 9 - jaargang 55

16 | Student

Activiteitenkalender

10 januari 2013

Stukastrijd | Donderdag 10 januari | 20 uur Gaslab

Filmagenda tot half april

Filmhuis De Zwarte Doos

Vanavond binden in het Gaslab vier bands met elkaar de muzikale strijd aan. De bands strijden om een felbegeerde plek op Stukafest, het grootste studentenkamerfestival van Nederland dat dit jaar op woensdag 20 februari plaats vindt in Eindhoven. Kom en geniet van jazzy en funky tunes tot stevige rock. Samen met de jury bepaal je wie de winnaar wordt.

Het is een ongekende luxe dat we op het TU/e-terrein over een eigen Filmhuis beschikken, de Zwarte Doos! Drie avonden per week kun je daar -tegen een vriendenprijsje- de mooiste films zien. In januari ligt de programmering even stil zodat je niet wordt afgeleid en je volledig op je tentamens kunt richten. Eind januari starten we weer met een afwisselend programma.

Een greep uit ons aanbod: Life of PI 3D. Een jongen en een tijger, samen in een bootje op de oceaan. Boeiend? Ja, heel boeiend. Van meesterfilmer Ang Lee (Brokeback mountain, Sense and sensibility, Crouching tiger,hidden dragon).

Ma 28, di 29, wo 30 januari The Angels’ share

Ma 4, di 5, wo 6 februari Alleen maar nette mensen

Ma 18 februari In this world

Di 19 februari The visitor

Wo 20 februari Welcome

Ma 25, di 26, wo 27 februari Looper

Ma 4, di 5, wo 6 maart Argo

Di 12, wo 13 maart Jagten

Di 19, wo 20 maart Cloud Atlas

Di 26, wo 27 maart Seven Psychopaths

Di 2, wo 3 april Life of Pi 3D

Ma 8, di 9, wo 10 april Le magasin des suicides

Ma 15, di 16, wo 17 april The broken circle Breakdown

Ma 11, 18, 25 maart Cursus filmanalyse Docent: Jan Salden

Of Jagten van ook zo’n geweldige filmer, Thomas Vinterberg; over een man die op grond van een onterechte verdachtmaking uit de gemeenschap gestoten wordt. Tergend goed. Moet je zeker gaan zien. Iets lichtvoetiger: Angels’share van Kevin Loach. Deze Engelse regisseur staat er om bekend dat hij altijd zwaar realistische films maakt over figuren aan de onderkant van de samenleving. Ook Robbie, de held in Angels’share is voor een dubbeltje geboren. Maar hij ontdekt de whisky, op een ander manier dan je zou denken. Lachen met Loach, heel bijzonder.

Op de speciale site www.dezwartedoos.nl vind je alle actuele informatie.

Clmn

De jaarwisseling: het moment dat we onze lieve kalender, Karel Keerpunt, een kudo geven voor gedane diensten. Knap werk Kareltje, +1! Maar als de jubilerende rookpluimen van het vuurwerkschorem zijn opgetrokken, zijn er plotsklaps levens veranderd.Als de klok bijna twaalf slaat, wordt door menig Nederlander over de toekomst gepraat: “Heb jij al iets voor volgend jaar?” Goede voornemens: Terwijl het poedersuiker nog in het rond zweeft na de hap uit je oliebol, denk je na. “Ja eh, ik ga wel meer sporten in 2013 en al mijn vakken halen!”

Niks mis mee natuurlijk, maar niet echt vernieuwend. En het zal je verbazen hoe onorigineel we met zijn allen zijn. We leven maar in sneltreinvaart door het jaar en stappen nooit van die ‘inter-year’ af. Terwijl wij TU/e’ers streven naar innovativiteit: We are the innovators! De jaarwisseling is typerend voor hoe velen hun creativiteit kapot maken: ons leven zit op de rails, maar kunnen er niet vanaf.Ik draai de douche uit. De eerste drie alinea’s bedacht ik tijdens het uitspoelen van Andrélon Perfecte Krul. De douche is mijn oase van rust, fantasie en kalkaanslag. Mijn gedachten kennen namelijk geen verplichtingen en ik hoef nergens heen: een moment waarop creativiteit zegeviert en mijn zorgen worden weggespoeld. Immers, je kunt niet creatief worden als je voortdurend denkt aan dat je nog de was moet doen, koken en je moeder uit bad halen.

Wij TU/e-studenten staan maar al te vaak op de wetenschapstorens: bouwwerken waarvan de fundamenten generaties geleden zijn gelegd en sindsdien flink op voort is gebouwd. Het pad is geplaveid en wij bouwen vrolijk mee, zonder radicaal af te wijken. Zo gaat het precies hetzelfde met onze vluchtige voornemens. Het is tijd voor meer out-of-the-box, want staan op de schouders van reuzen betekent dat je hard naar beneden valt als je iets nieuws bedenkt, maar alleen zo kun je echt groot worden.

Een frisse douche

Alain Starke,,2012-overlevende en masterstudent Innovation Sciences

Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns.

De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

TU esWat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert?Ik heb mijn vriendin leren kennen en daar ben ik nog steeds heel erg blij mee.

Slechtste gewoonte?Ik heb meerdere slechte gewoontes, maar de slechtste is dat ik dingen blijf uitstellen. Zo gaat stappen nog wel eens voor studeren…

Op wie of wat ben je het meest trots?Op mijn opa. Die heeft geen opleiding afgerond en is toch een eigen bedrijf gestart in landbouwmachines. Inmiddels is het een familiebedrijf en runnen mijn vader en oom het. Ik heb er bewondering voor dat je zoiets kunt opbouwen.

Wat heb je afgelopen week geleerd?In de vakantie heb ik veel autogereden. Ik heb mijn rijbewijs al, maar ik wilde wennen aan de auto die ik nu van mijn ouders mag gebruiken.

Wat ontbreekt er aan de universiteit?Een goed werkend online systeem, ik heb veel problemen gehad met OASE.

Van wat voor wereld droom jij?Ik droom van een wereld waarin mens en techniek hand in hand gaan.

Voor wie moeten ze een standbeeld oprichten?Voor Simon Stevin, hij is van groot belang geweest voor de natuurkunde. Tegenwoordig worden popsterren zo de hemel in geprezen terwijl de mensen die echt veel betekend hebben, worden vergeten.

Ultieme kijk- ,lees-, web-, luister-, of doe-ervaring?Roeien. Het is goed om te sporten, en je werkt in teamverband aan het kweken van discipline.

Waar heb jij je deze week ontzettend aan geërgerd?Mijn fietsband heeft ergens een heel klein gaatje; te klein om te plakken maar zo groot dat ik het net niet haal om van huis op en neer naar de universiteit te fietsen. Ik sta iedere keer mijn band op te pompen. (OK)

Jelle Vervaet, 20is tweedejaars student Werktuigbouwkunde

De vraag die ik schrap is ‘Voor wie moeten ze een standbeeld oprichten?’ In plaats daarvan wil ik vragen: ‘Waar hecht je het meeste waarde aan?’

Foto | Bart van Overbeeke

Page 17: Cursor 9 - jaargang 55

Student | 17 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

En hoe is het in Auburn?

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij deze winter in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar [email protected].

Inmiddels zit mijn stage van vier maanden aan Auburn University er bijna op. Auburn is een klein stadje in het midden van Alabama, zo’n twee uur rijden van Atlanta. De universiteit telt 25.000 studenten. Als onderdeel van mijn master Mechanical Engineering werk ik aan een opdracht op het gebied van warehousing logistics.

Alabama, dat is toch die staat in de VS waar ze in grote pick-uptrucks rijden, American football de favoriete sport is en iedereen naar countrymuziek luistert? Inderdaad, dit zijn de favoriete bezigheden van de locals. Dankzij mijn twee huisgenoten heb ik de echte American country lifestyle kunnen meemaken. Zo heb ik met hen vele weekenden doorgebracht in de outback. Grote stukken niemandsland waar je naar hartenlust kunt jagen, schieten

en offroad rijden. Offroad rijden, hier ook wel mudding genoemd, doe je met de pick-uptrucks of met de quad. Het belangrijkste doel is om degene die achter je aan rijdt van een zo groot mogelijke modderdouche te voorzien.

De gemiddelde inwoner van Alabama beschikt over een flink arsenaal vuur- wapens, variërend van kleine revolvers tot jachtgeweren en semiautomatische aanvalsgeweren. Men reageert erg verbaasd als je vertelt dat je nog nooit een vuurwapen in je hand gehad hebt. Gelukkig word je dan meteen uitgenodigd om te leren schieten. Ondertussen heb ik veel geleerd over de verschillende wapens en vooral ook hoe er veilig mee om te gaan. Na een aantal schietsessies op schietschijven en kleiduiven heb ik ook deelgenomen aan het echte werk: jagen op herten. Het is fantastisch om te

zien waar dat biefstukje dat met kerstmis op je bord ligt nou werkelijk vandaan komt.

Een andere belangrijke vorm van ontspanning is natuurlijk American football. Dit blijkt wel uit het enorme stadion midden op de campus. Dit stadion biedt plaats aan ruim 85.000 mensen, allemaal fans van de Auburn Tigers, het universiteitsteam. Die wedstrijd is overigens niet het belangrijkste gedurende een gameday. Ruim voordat de wedstrijd begint, verzamelt iedereen zich op de campus voor het fenomeen tailgating. De belangrijkste ingrediënten voor een goede tailgate party: een barbecue en hamburgers (Amerikanen hebben namelijk altijd trek), satelliet-tv (om de andere footballgames te kijken) en een koelbox vol met drank (voor het beerpong-spel). Dan nog even iedereen die je kent uitnodigen en het feest kan beginnen.

Naast Alabama heb ik natuurlijk nog veel meer plaatsen bezocht in de VS. In oktober heb ik al een roadtrip gemaakt door Florida en op dit moment ben ik bezig met een reis naar de westkust. Via Atlanta, New Orleans, Houston, Las Vegas en de Grand Canyon ben ik inmiddels aangekomen in Los Angeles. Binnenkort ga ik nog even terug naar Auburn om de laatste dingen af te ronden, waarna de reis huiswaarts kan beginnen. Bye bye, Sweet Home Alabama!

Superslow sluitertijd

Het was spannend of Jip Lambermonts -in alle stilte

opgehangen- ‘blikjescamera’ zes maanden op het druk-

bezochte TU/e-terrein zou overleven. Maar dat deed ie.

Het resultaat: zes maanden campus, gevangen in één beeld.

Het is de mooiste solargraph die de Eindhovense ‘zonne-

kijkster’, die allerlei activiteiten rond populaire sterrenkunde

organiseert, tot nu toe maakte. “Het lijkt alsof de zon door

het Hoofdgebouw heen schijnt, maar dat is niet zo. De banen

van de zon die lijken door te lopen in de ruiten van het

Hoofdgebouw, zijn van reflecterend zonlicht.”

Een zogeheten pinholecamera is gemaakt van een frisdrank-

blikje met een velletje fotografisch papier erin en een piep-

klein gaatje, waardoor licht naar binnen schijnt. De camera

op het TU/e-terrein ‘fotografeerde’ van 21 juni tot 21 december,

van de langste tot de kortste dag van het jaar. Op de solar-

graph is te zien hoe de baan van zon in die periode steeds

lager loopt. (MvdV)

Foto | Jip Lambermont (xyzon.nl)

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar

het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het

verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken

over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

In the picture

Volgende keer jouw foto op deze plek?

Mail ‘m naar [email protected]

Sjors Jansen, masterstudent Mechanical Engineering

Page 18: Cursor 9 - jaargang 55

18 | Uitgelicht 10 januari 2013

“Niet enkel bestuderen, maar er ook iets mee doen”

Anthonie Meijers, hoogleraar Filosofie en Ethiek van de Techniek

“Ik ben geboren in een echte ingenieurs-familie. Mijn opa werkte bij de Staats - mijnen en volgde in de avonduren in Aken een ingenieursopleiding. Mijn vader ging naar Delft om werktuigbouwkunde te studeren. Bij de Staatsmijnen werd hij na de oorlog hoofd van de centrale werkplaats. Toen de mijnen sloten, verhuisden we naar Noord-Holland, waar mijn vader aan de slag ging bij een baggerfirma. In 1969 kwam hij om bij een auto-ongeluk. Ik was zestien. Hij had zijn belangstelling voor techniek altijd gekoppeld aan een diepe interesse in filosofie. Na zijn dood kreeg ik zijn filosofieboeken. Van zijn vroege overlijden heb ik geleerd dat je belangrijke dingen nooit moet uitstellen.”Techniek vond Meijers leuk, maar filosofie fascineerde hem ook. Uiteindelijk trad

hij toch in zijn vaders voetsporen en ging werktuigbouwkunde studeren in Delft. “Over de keuze voor Delft bestond bij ons thuis geen discussie. Eindhoven vonden ze als stad maar niks en de TH droeg teveel een Philips-stempel. Over Twente werd niet eens gepraat. Een echte ingenieur komt uit Delft, was het idee. Werktuigbouwkunde ging me goed af, maar aan bouten en tandwielen had ik een hekel. Na mijn kandidaats kwam ik in een crisis: wil ik hier wel mee verder? Maar ik besloot door te zetten en studeerde af in de warme werktuigbouwkunde op het gebied van energievoorziening. Thermodynamica vind ik nog steeds een heel mooi vak.”Na zijn daaropvolgende diensttijd schreef Meijers zich in voor filosofie in Utrecht. “Ik vond het een bevrijding: wetenschaps-

filosofie, kennisleer en de geschiedenis van de wijsbegeerte. Na mijn afstuderen kreeg ik een promotiebeurs van NWO. In het kader daarvan mocht ik naar Berkeley en kreeg de kans om bij de wereldberoemde filosoof John Searle onderzoek te doen. Hij zocht een teaching assistant en ik werd aangenomen. Hij gaf college, ik deed de werkgroepen. Hij hoefde me niets te betalen, maar zou me als tegenprestatie begeleiden in mijn onderzoek. Dat was een schitterende deal. Van hem heb ik filosofie geleerd. Zijn benadering van de filosofie lijkt sterk op een ingenieursbenadering.

Zijn hoofdvraag ‘how does it work?’ sprak me aan. In zijn theorie gaat het om wat woorden en zinnen bewerkstelligen. Vóór hem gold een zin als een represen-tatie van een mentale inhoud die een spreker in zijn hoofd heeft. De taalhande-lingstheorie wees op een onderbelicht

element van taal, namelijk dat je met zinnen dingen kunt doen. Door zinnen kun je de werkelijkheid veranderen.”Begin jaren negentig ging Meijers aan de slag bij het ministerie van Economische Zaken. Hij beoordeelde strategische onderzoeks programma’s en schreef speeches voor minister Koos Andriesse en later Hans Wijers. Na enkele jaren wilde hij terug naar de academische wereld. Met een tussenstop in Tilburg als postdoc kwam hij als bijzonder hoogleraar Filosofie van Techniek en Cultuur terecht in Delft. In maart 2000 werd hij aan de TU/e aangesteld als hoogleraar Filosofie en Ethiek van de Techniek. “Hier werd ik al vrij snel betrokken bij de oprichting van het platform Academische Vorming. We hebben het boekje ‘Criteria voor academische bachelor en master curricula’ gemaakt, als een gezamenlijk framework voor een adequate academische ingenieursopleiding. Die criteria zijn overgenomen door Delft en Twente, later ook door Nijmegen. Europese universiteiten als de TU Berlin en de Universiteit van Leuven werken ook met de Eindhovense criteria.” Meijers zegt te houden van techniek, “maar ik vind dat er meer en beter nagedacht moet worden over wat die techniek met mensen doet. Voor de

typisch exclusief technisch geschoolde nerd zal steeds minder plaats zijn. Ik geloof heilig in ingenieurs die een brug weten te slaan naar andere domeinen, zoals de sociale en geesteswetenschap-pen. Kijk om je heen, dan zie je hoe groot de invloed van ingenieurs is. Technische voorwerpen zijn niet louter materiële dingen, maar voorwerpen die uiteindelijk sociale functies hebben.”

De afgelopen twee jaar heeft hij veel tijd en energie gestoken in de vernieuwing van het bacheloronderwijs en de invulling van de zogeheten USE-component, wat staat voor User, Society, Enterprise. “Vernieuwing is nooit af, want de wereld verandert voortdurend. Eigenlijk ben ik als filosoof bezig om -in de woorden van een bekende negentiende-eeuwse wijsgeer- ‘de wereld te begrijpen, maar ook te veranderen’. Dat is misschien wel een rode draad door mijn loopbaan: niet alleen bestuderen, maar er ook iets mee doen.”

Interview | Joep HuiskampFoto | Bart van Overbeeke

Anthonie Meijers (59) is in Delft opgeleid als werktuigbouwkundig ingenieur en in Utrecht als filosoof en hij promoveerde in Leiden.

Bijna dertien jaar geleden werd hij als hoogleraar Filosofie en Ethiek van de Techniek aangesteld aan de TU/e. De laatste jaren

zet hij zich ook volop in voor het Bachelor College, voor de lange-termijnstrategie 2020, voor academische vorming en voor

wetenschappelijke integriteit. “Ik ben bezig de wereld te begrijpen, maar ook te veranderen”

“Voor de typisch exclusief technisch geschoolde nerd zal steeds minder plaats zijn”

Sinds 1994 verscheen in het relatieblad Matrix de rubriek ‘De Vonk’, waarin de drijfveren, passies en ambities van TU/e-hoogleraren worden beschreven. Sinds Matrix eind 2011 overging in het nieuwe relatieblad Slash wordt de reeks voortgezet in Cursor. Dit portret van Anthonie Meijers, hoogleraar bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, is het 73ste in deze reeks.

Page 19: Cursor 9 - jaargang 55

Mens | 19 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Thomas Reijnaerts | “Ik heb zelfs nog tijd om uit te slapen ”

Bedachtzaam. Hij neemt steeds de rust en tijd om een antwoord te formuleren. Tegelijkertijd komt Thomas Reijnaerts bevlogen over, zeker als hij het heeft over zijn enorme affiniteit met politiek en duurzaamheid. De 23-jarige actieve student schiet niet snel uit zijn slof, maar voor een pittige discussie is hij altijd wel te porren.

Heeft u even voor het lijstje van neven- activiteiten van Thomas Reijnaerts? Hij zit bij de faculteitsraad van Technische Natuurkunde (“maar daarmee ga ik stoppen omdat ik nu de masteropleiding Sustainable Energy Technology volg en daardoor minder binding met de faculteit heb”), is actief bij de stuur-groep duurzaamheid, was betrokken bij studentengroepering PF (onder meer als voorzitter) en later de Eindhovense Studentenraad, is lid van de redactieraad van Cursor en heeft zich onlangs aangesloten bij de Brabantse tak van de Jonge Democraten. Verder was hij actief in verschillende commissies van studievereniging Van der Waals en helpt hij nu nog bij de borrelcommissie. Thomas moet nog enkele bachelorvakken afronden bij Natuurkunde, maar is nu hoofdzakelijk met zijn masteropleiding bezig. Ook vindt hij nog tijd om piano te

spelen, tv te kijken (“het liefst series als Homeland en Boardwalk Empire”) en volgt de student het nieuws zoveel mogelijk. Het interview is een kwartier verder, en Thomas heeft alleen nog maar opgesomd wat hij doet en heeft gedaan aan de TU/e. “Ik vind het moeilijk ‘alleen maar’ te studeren, doe graag verschillende dingen, wil mezelf ontwikkelen. Het is ook goed voor mijn cv denk ik. Je moet het overigens niet doen om je cv op te vullen, je moet het leuk vinden.” Dan, haast verontschuldigend: “Het lijkt drukker dan het is hoor.” Grijnzend: “Ik heb zelfs nog tijd om uit te slapen.”

Uit zijn activiteiten, maar ook uit de manier waarop hij erover spreekt, blijkt zijn enorme belangstelling voor duurzaamheid en politiek. De betrokken student plaatst meteen de kanttekening dat hij geen diehard is als het op duurzaam zijn aan komt. “Ik wil wel kunnen leven. Het is soms te lastig, of te duur. Ik vind ook niet dat je van mensen kunt verwachten dat ze hun

huidige levensstandaard zomaar opgeven. Ik wil kijken hoe we met technologieën een duurzamere samenleving kunnen krijgen.” Gevraagd naar hoe duurzaam hij deze universiteit vindt, volgt een weloverwogen reactie. “Ik vind het goed dat we de laadpalen voor elektrische auto’s hebben. Ik weet dat eraan wordt gewerkt, maar ik zou graag zien dat het meer zichtbaar is wat we op de campus allemaal doen. Bij Scheikunde en Natuurkunde doen ze bijvoorbeeld volop onderzoek naar zonnepanelen, maar op onze gebouwen liggen ze nauwelijks. Het zou mooi zijn als de warmte-en koudeopslag zichtbaar is. En we hebben overal stickers hangen dat het licht moet worden uitgedaan. Waarom hebben we geen verlichting die alleen aan is als er mensen zijn?”

Dan komt het gesprek op het grote scherm dat in MetaForum hangt en dat door veel studenten en medewerkers als energieverslindend wordt bestempeld. “Volgens mij valt het reuze mee en het heeft wel iets, zo’n groot scherm. Wat ik wel belachelijk vind, is dat het scherm vaak ’s avonds nog aan is. Laatst was ik rond half elf op de campus en dan zie je zo’n groot verlicht scherm met een verder lege omgeving. Er zijn trouwens

ook nog altijd lampen aan in het Hoofdgebouw. Waar is dat voor nodig? Echt jammer.”

Thomas constateert dat er al wel bewustzijn bij studenten en medewerkers wordt gecreëerd, maar van hem mag daar nog een schepje bovenop. “Volgens mij helpt het als studenten en medewerkers persoonlijk worden geconfronteerd. Die actie van de Energyman bijvoorbeeld, waarbij groene appels werden gelegd bij computers die uitstonden en rode bij computers die nog aan waren, werkte goed. Ik hoor geregeld van studenten dat ze nu onderhand wel weten dat ze computers en lampen uit moeten doen, maar ze willen weten hoe ze verder nog hun steentje kunnen bijdragen. Ik zit in de werkgroep over duurzaamheid en heb laatst in een mum van tijd twintig studenten verzameld die wilden meedenken. Dat toont aan dat het onderwerp leeft.” Overigens is hij blij om aan de TU/e te

studeren: “Het is echt míjn universiteit, ben er trots op. Die trots zouden we meer kunnen uitstralen. We doen hier zulke goede dingen.” In zijn tweede grote interessegebied, de politiek, steekt Thomas steeds meer tijd. “Ik heb altijd goed het nieuws gevolgd en ben sinds halverwege de middelbare school meer in politiek geïnteresseerd.” Hij speelde al langer met het idee om politiek actiever te worden, maar de juiste partij vinden viel nog niet mee. “Het is lang tussen GroenLinks en D66 gegaan. Qua standpunten zit ik vaak een beetje tussen de twee partijen in, maar de manier waarop bij D66 wordt gerede-neerd, spreekt me meer aan.” Thomas schuwt discussies niet, sterker nog: hij zoekt ze op. “Zo kan ik mijn mening aanscherpen of zelfs helemaal omgooien.” Waarmee hij zich in de toekomst wil bezighouden, is geen verrassing: “Het gaat zeker de kant op van technologie gecombineerd met iets maatschappelijks en de politiek.”

Interview | Judith van GaalFoto | Bart van Overbeeke

“De TU/e is echt míjn universiteit”

“Duurzaam leven is soms te lastig of te duur”