Cursor 19 jaargang 55

25
19 6 juni 2013 | jaargang 55 Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm Een elektronische huid Keuzestress Het nieuwe racemonster van URE 6 11 20 12 | De proefkonijnen van het Bachelor College Flip for English

description

Cursor is het tweewekelijks magazine van de TU/e

Transcript of Cursor 19 jaargang 55

196 juni 2013 | jaargang 55

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit EindhovenVoor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm

Een elektronische huid

Keuzestress Het nieuwe racemonster van URE

6 11 20

12 | De proefkonijnen van het Bachelor College

Flip for English

2 | Vooraf

Rewwwindwww.cursor.tue.nlIn Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

De mens achter het nieuws

Robbin van Hoek. Foto | Bart van Overbeeke

4 juni 2013 - Het TU/e-gebouw MetaForum heeft de Gulden Feniks gewonnen in de categorie Transformatie. In totaal 92 projecten werden ingediend voor deze ‘prijs voor de bestaande voorraad’.

MetaForum, van Ector Hoogstad Architecten, is tevens genomineerd voor de internationale LEAF Award die in het najaar wordt uitgereikt.

4 juni 2013 - Ard Jacobs, masterstudent Industrial Design, is met zijn kussen-controller Pillo genomineerd voor de Future of Health Award. Op 21 juni

wordt de winnaar bekendgemaakt, die 200.000 euro in ontvangst mag nemen. “Een mooie financiële injectie om mijn product verder te ontwikkelen.”

4 juni 2013 - De TU/e gaat de markthal van MetaForum in haar officiële uitingen ‘Forum’ noemen. Geen nieuwe naam, benadrukt universiteitssecretaris dr. Nicole Ummelen: het plein heet

al zo sinds de naam voor de nieuwe W-hal bekend werd. Maar in de wandel-gangen blijkt ‘markthal’ sterk - en dat is wat Ummelen betreft ook “geen enkel probleem”.

3 juni 2013 - Op de Europese kampioen-schappen roeien in Sevilla was er zondag 2 juni zilver voor de dubbel vier van de Nederlandse vrouwen.

Thêta-roeister en Bouwkundestudente Lisa Scheenaard maakte deel uit van de succesvolle equipe.

31 mei 2013 - De presentatie van de URE08, de nieuwste bolide van Univer-sity Racing Eindhoven, verliep vrijdag niet geheel vlekkeloos. Tijdens een

demonstratierondje op de Groene Loper schoof een van de voorgangers -de URE07- van de baan in de dranghekken. Het publiek kwam met de schrik vrij.

MetaForum wint Gulden Feniks voor beste transformatie

ID-student beleeft succes met kussencontroller Pillo

TU/e gaat markthal MetaForum weer ‘Forum’ noemen

Thêtaan Lisa Scheenaard pakt zilver op EK

Presentatie racewagen URE niet geheel vlekkeloos

Robbin van Hoek (21) behaalde vorig jaar zijn bachelor Werktuigbouwkunde en is dit collegejaar fulltime in dienst bij University Racing Eindhoven als suspension manager. Vorige week donderdag, bij de presentatie van URE08, zat hij achter het stuur van dit nieuwe paradepaardje van URE.

Je twee voorgangers wisten de demonstratierondjes niet helemaal zonder kleerscheuren af te leggen. Reed je daarom zo voorzichtig?“Nee hoor. Het was al de bedoeling om het heel voorzichtig aan te doen; we hadden de auto maar net op tijd af. Vijf minuten voor de presentatie hadden

we nog een probleem met de batterij opgelost. Vooraf hebben we alleen de remmen kunnen testen; dat was uiteraard een vereiste. Maar verder waren het de eerste meters van de URE08. Dan doe je het rustig aan.”

Dat klinkt alsof het nog flink aanpoten is geweest.“Dat kun je wel zeggen. We hebben maandenlang tot ’s avonds laat doorgewerkt. De laatste maand hebben wij als fulltimers zelfs in ploegendienst gewerkt tot drie uur ’s nachts. De ene ploeg werkte door tot in de nacht en de volgende ochtend stond de nieuwe ploeg weer om acht uur klaar. De vijf uur

dat er niemand was, gebruikten we om lijm te laten drogen of onderdelen af te bakken.”

En nu? Tijd voor vakantie?“Absoluut niet. Ik ben een van de aangewezen coureurs voor de wedstrijden die we deze zomer op de circuits van Catalunya en Hockenheim zullen rijden. We gaan nu hard trainen en kijken wie goed is in welk onderdeel van de Formula Student-competitie. Vorig jaar heb ik in Duitsland het onderdeel Skidpad gewonnen, dan moet je achtjes rijden om het bochtgedrag van de auto te demon- streren. Mijn vakantie begint als ik in september aan mijn master begin. (TJ)

Robbin van Hoek | “Nog geen tijd voor vakantie”

6 juni 2013

ColofonHoofdredacteur

Han Konings

EindredacteurBrigit Span

Redactie Judith van Gaal

Tom Jeltes | Wetenschap Frits van Otterdijk

Norbine SchalijMonique van de Ven

Medewerkers Nicole TesterinkGerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman

Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

OpmaakNatasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraadprof.dr. Cees Midden (voorzitter)prof.dr. Hans Niemantsverdriet

Angela Stevens- van GennipThomas Reijnaerts (studentlid)

Arold RoestenburgAnneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

RedactieadresTU/e, Laplace 0.35

5600 MB Eindhoventel. 040 - 2474020

e-mail: [email protected]

Cursor onlinewww.cursor.tue.nl

DrukJanssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV

tel. 023 - 5714745© 2013. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur.

De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen.

Han Konings

Norbine Schalij

Leonardo en LexIn deze editie veel aandacht voor het Bachelor College, dat er bijna het eerste jaar op heeft zitten. Je zou het de maiden voyage van het BC kunnen noemen. Dean Lex Lemmens werd in 2011 geronseld als kapitein en kreeg de taak dit onderwijsschip in korte tijd in elkaar te timmeren en het op 1 september 2012 te water te laten. Afgelopen jaar moest hij het splinter-nieuwe vaartuig op koers zien te houden.

In het verleden zijn nogal wat maiden voyages slecht afgelopen. Het schip zonk of explodeerde, de kapitein bleef tot het bittere eind aan boord, een groot deel van de bemanning en passagiers ging letterlijk naar de haaien. De eerste en tevens laatste reis van de Titanic is het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van zo’n desastreuze onderneming. Hoogmoed kwam voor de val en zelfs Leonardo di Caprio kon in de film het tij niet keren.

Wie het interview met Lemmens leest, ziet de ijsbergen voorbij drijven die

Dikke pretPromovendus Rob Tieben probeert pubers meer te laten bewegen. Daarvoor zet hij op scholen de leukste installaties neer. “Maar liever niet in de aula”, hoort hij vaak, “daar is het al zo druk.” Hij kwam erachter dat op veel scholen niet meer gevoetbald mag worden. Schooldirecties willen leerlingen graag rustig houden en laten zitten. Op pagina 8 zegt Tieben: “Niemand lost het obesitas probleem in zijn eentje op.” Zeg dat wel.

het BC voortijdig tot zinken kunnen brengen. Zo bestaat bij de opleidin-gen de neiging zelf weer wat meer aan het roer te trekken. Soms stond er plotseling een tussen(toets)schot open waar water door naar binnen spoot, wat de boot uit balans bracht. Lemmens houdt het roer echter stevig in handen en wist bijtijds de schotten te dichten. Van hoogmoed is geen sprake; hij is reëel over wat er fout is gegaan en wat volgend jaar beter moet. Laten we hopen dat de ijsbergen het komend jaar niet te groot worden.Zie pagina 12 tot en met 19.

Zie ook pagina’s 20 en 21.

Vooraf | 3 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici

Hoe belangrijk zijn supercomputers bij het ontrafelen van eiwitstructuren?

Dr. Heiner Friedrich, UD Materials and Interface Chemistry, faculteit Scheikundige Technologie

Foto’s | Bart van Overbeeke

Heiner Friedrich. Foto | Bart van Overbeeke

Zo’n 4.500 grote en kleine belangstellenden bezochten

zondag 2 juni de TU/eXperience-Publieksdag. Op 4 locaties

op de campus konden ze kiezen uit in totaal 26 activiteiten.

Zo kon er onder meer worden geknuffeld met 5 robot-dino’s,

werden 200 doe-het-zelfrobotjes gesoldeerd, gingen naar

schatting 300 tubes zelfgemaakte tandpasta mee naar huis,

werd van zo’n 260 bezoekers een 3D-foto gemaakt en schoot

URE 500 polaroids van kinderen in hun raceauto’s. Het record

dat werd gevestigd bij de wedstrijd ‘wie maakt de langste nylon-

draad’ (uit het grensvlak van twee vloeistoffen) kwam op 30

meter.

‘Burgerijdagen’ heetten de open dagen van de Technische

Hogeschool vroeger. Later werd de Publieksdag in het leven

geroepen, die nu al 22 jaar wordt gehouden.

Maar liefst 386 studenten en medewerkers waren zondag

in touw om de dag in goede banen te leiden. (MvdV)

Beleving voor de ‘burgerij’

“Het gebruik van supercomputers in dit veld is niet geheel nieuw”, zegt Heiner Friedrich, universitair docent bij de afdeling Materials and Interface Chemistry aan de faculteit Scheikundige Technologie. Als één van de onderzoekers van de Soft Matter Cryo TEM Unit maakt hij veel gebruik van hightech elektronen-microscopie. “Er worden al langere tijd simulaties gemaakt aan de hand van

hoge-resolutie cryo- elektronenmicrosco-pische beelden. Maar de enorme dataset -er werden meer dan 60 miljoen atomen gemodelleerd- maakt het onderzoek bijzonder, voor zulke berekeningen kun je niet zonder super - computer. En die zal in de toekomst alleen maar vaker gebruikt gaan worden: we willen steeds grotere en complexere structuren modelleren. Computers zijn dan al snel de beperkende factor. Gelukkig gaan de ontwikkelingen

razendsnel. Je moet je bedenken: de computer die nu op je bureau staat, was de supercomputer van de jaren tachtig...”

“Daarnaast blijft het feit dat het om het hiv-virus gaat natuurlijk niet onopgemerkt. Maar ook puur technisch gezien is het een knap staaltje werk, vooral de stap in resolutie die ze gemaakt hebben.

Waar eerst met dergelijke structuren een resolutie gehaald kon worden van zo’n 1,6 nanometer tonen ze nu beelden met een resolutie van 0,8 nanometer. En een verlaging met een factor twee is wel tien keer ingewikkelder. Als je dan zo’n reconstructie beschreven ziet, daar gaat je onderzoekshart wel even sneller van kloppen - schitterend.”

“In de wereld van de materiaalweten-schappen maken we ook gebruik van simulaties, maar op een ander niveau.

Cellen hebben als groot voordeel dat ze eiwitten en eiwitcomplexen kunnen synthetiseren; die kunnen dan in detail bestudeerd worden. Maar polymeren zijn niet met atomische precisie te maken. Bovendien zijn we meestal ook juist geïnteresseerd in de grotere aggregaten. Hoewel we best wat rekenkracht nodig hebben, kunnen we nog prima zonder de hulp van super-computers. Onze uitdaging zit op een ander vlak. De meeste materiaalweten-schappers hebben ‘droge’ materialen onder de elektronenmicroscoop liggen die redelijk ongevoelig zijn voor de elektronenstraal. Daardoor kun je ze uren achtereen bestuderen. De nanodeeltjes waar wij mee werken zitten in een oplossing en die zijn juist heel gevoelig en kunnen ook nog eens verschillende vormen hebben. Des te uitdagender om daar een mooi model van te maken. Want daar draait het uiteindelijk om, zoals ook geldt voor het betreffende artikel: het levert een structureel model dat als handvat dient voor hypothese-gebaseerd onderzoek. Je krijgt een beeld in handen van hetgeen je onderzoekt, vervolgens kun je gerichter vragen gaan stellen. En dat is een belangrijke stap vooruit in de wetenschap.” (NT)

“Hier gaat je onderzoekshart wel even sneller van kloppen”

Voor het eerst is de chemische structuur van de HIV-1 eiwitmantel in detail blootgelegd, een legpuzzel van zo’n 64 miljoen atomen. Amerikaanse wetenschappers beschreven afgelopen week in Nature hoe de 216 zeshoeken en 12 vijfhoeken precies gerangschikt zijn. Een spectaculaire vinding en belangrijk voor het ontwikkelen van nieuwe medicatie tegen het virus dat aids veroorzaakt. Toch is het ook vooral de inzet van supercomputer Blue Waters die de aandacht van veel media trok. Hoe bijzonder is het rekenwerk van deze computer en gaat hij nu standaard ingezet worden bij de ontrafeling van ingewikkelde eiwitstructuren?

4 | Gelinkt

Rousseau (Frankrijk, 1957) werkt sinds 1999 aan de TU/e, Curulli (Italië, 1964) sinds 2003. De overgang naar de TU/e viel ze mee. Ze waren een van de vele buitenlanders en beiden studeerden eerder in Nederland. Toch ging het niet allemaal vanzelf. Curulli: “In het begin moet je alles uitzoeken, wil je alles begrijpen. Een houding van ‘mijn cultuur is de beste’ werkt niet. Juist als je de goede dingen van beide culturen samenvoegt, word je verrijkt.”Rousseau bevestigt: “Je moet nieuws-gierig zijn en relativeren. Toen ik als student voor het eerst naar Nederland kwam, voelde ik me in het begin meer Française dan tevoren. Alles was anders en ik deed zelf ook alles anders. Naast andere ervaringen, onder andere in Oostenrijk en Engeland, heb ik nu hier inmiddels ook een verleden, dus ik weet nu niet meer in hoeverre ik nog een echte ‘Froggy’ ben. Anderzijds, dé Fransman bestaat toch niet. Dat hangt af van sociale klasse,

Sophie Rousseau komt al tijdens haar studie in Parijs naar de TU Delft om daar onderzoek te doen naar sociale woningbouw in Nederland. Onderzoek voor het Franse ministerie en de Europese Federatie van Volkshuisvesting bracht haar terug naar Nederland. Op 1 december 1999 was haar eerste werkdag op de TU/e. Onlangs was de universitair hoofddocente van de faculteit Bouwkunde een van de winnaars van het Onderwijsinnovatiefonds 2012-2013 met een aanvraag voor ‘Film als eindtoets’.

inkomen, achtergrond, lokale omstandigheden. Net als hier.” Curulli: “Je krijgt al gauw een cultuur-sticker opgeplakt: over eten, politiek, enzovoort. Ik herken me niet in die stereotypen, maar het is wel je image. Studenten en collega’s zijn zich daar vaak niet bewust van, maar door dingen te vergelijken gebeurt dat alsnog. Ik bevraag studenten daar ook naar in hun ontwerpopdrachten.” Rousseau studeerde in Parijs, waar docenten studenten wilden klonen: “Ze reproduceerden wat de grote ster, de atelierleider, dacht. Hier help je studenten hun eigen weg te vinden. Het is goed dat iemand zich bewust wordt van wat hij doet en waarom.”Curulli: “Ik was verrast door het aantal studenten. In Italië zitten de klassen overvol en heb je een ‘publiek’; hier werk je 1 op 1. Ik push studenten om zichzelf te bevragen en initiatieven te nemen.”

Taal en cultuur, merkten ze, is meer dan een communicatiemiddel. Rousseau: “De Nederlandse cultuur lijkt niet hiërarchisch, maar hiërarchie is er natuurlijk wel. Het lijkt wel een kunst om niet te laten zien wie de baas is.

“Je krijgt al gauw een cultuursticker opgeplakt”

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Verrijkt door het samenvoegen van culturen

Toen een collega zei: ‘Ga je terug naar je eigen land?’ was de Italiaanse docente Irene Curulli verbaasd. “Ik woon en leef in Nederland, naar Italië ga ik op vakantie”, dacht ze bij zichzelf. Curulli en haar Franse collega bij Bouwkunde Sophie Rousseau over hun ervaringen als buitenlandse docent aan de TU/e.

6 juni 2013

Gelinkt | 5 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Irene Curulli -universitair docent bij Bouwkunde- studeerde architectuur in Reggio di Calabria, haalde haar master aan het Berlage Instituut (Amsterdam) en was PhD aan Universita’ Federico II in Napels. Ze gaf in Amerika les aan Cornell University en University of Oregon en begon in 2003 aan de TU/e. Ze won in 2010 de eerste prijs voor beste masterdocent.

Als ik voor een excursie een groep Nederlanders ophaal, zie ik niet wie de baas is. Bij Fransen weet ik dat binnen enkele seconden.” Curulli: “In Italië ook.”“Nederlanders zeggen vaak en makkelijk ‘je’”, zegt Rousseau. “Maar ze gebruiken ‘je’ ook voor ‘u’. Als iemand je tutoyeert, denk dan niet dat je meteen gelijkwaar-dig of een vriend bent. In Frankrijk past iemands taalgebruik meer bij iemands status. Ondanks dat ik hier al lang woon, raak ik mijn Franse accent nog steeds niet kwijt.”Curulli: “’s Avonds lees ik Italiaans, om die taal fris te houden. Maar talen lopen soms door elkaar. Als ik met vrienden Engels praat, zeggen we niet meer ‘municipality’ maar ‘gemeente’.”

De taal blijft een handicap, ook nu nog. Het moeilijkste is niet de woorden, grammatica of de uitspraak leren, wel de subtiliteit van de taal. Rousseau: “In het woordenboek staat niet hoe sterk, pijnlijk, agressief of leuk een bepaald woord is. Een zin als ‘wordt hier vandaag nog gewerkt?’ kan ironisch, grappig of agressief bedoeld zijn. Geweldig moeilijk voor buitenlanders. Zeker omdat Nederland een onder-handelingscultuur kent. Als je niet goed met taal kunt spelen, kost het je meer energie om die handicap te overbruggen.”Curulli: “Nederlands is erg pragmatisch. In het Italiaans draait men er meer omheen, we gebruiken meer woorden, meer non-verbale communicatie. Als Nederlandse vrienden een grapje maken, snap ik dat lang niet altijd.

De betekenis ervan zit zo in de geschiedenis en de cultuur, dat kan ik soms niet helemaal begrijpen.”Rousseau: “Pas nu docenten in de master Engels moeten praten, ont-dekken ze dat je sommige woorden niet kunt vertalen of dat ze in de vertaling een andere betekenis krijgen. Dat probleem kenden wij al.”

Terwijl Rousseau regelmatig teruggaat naar Frankrijk voor haar werk, bezoekt Curulli Italië enkel met kerstmis en in de zomer. Ze vond het raar toen een collega vroeg: ‘Ga je terug naar je eigen land?’. “Want ik woon en leef hier en ga op vakantie naar Italië. Soms mis ik de blauwe mediterrane zee wel. En het eten.”Rousseau: “Eten is in Frankrijk een manier om te zeggen dat je van iemand houdt, of iemand bewondert. In Nederland niet.” Curulli: “Voor sommige dingen, zoals koffie, kan ik geen vervanging vinden. Maar Nederlandse friet is fantastisch.”

Interview | Gerard VerhoogtFoto’s | Rien Meulman

“De subtiliteit van het Neder-lands is het moeilijkst”

Verrijkt door het samenvoegen van culturen

6 | Onderzoek

Johan Hoefnagels voor de elektronenmicroscoop met daarin de nanotrekbank. Foto | Bart van Overbeeke

6 juni 2013

Onderzoek | 7 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Als een tweede huid

De ontwikkelingen in de halfgeleider-industrie leiden tot steeds kleinere, snellere en geavanceerdere elektronica. Nadeel van deze siliciumchips is echter dat ze zijn aangebracht op harde, nauwelijks buigzame printplaten. Dat is een van de redenen dat er hard gewerkt wordt aan flexibele, plastic elektronica - een ontwikkeling die oprolbare beeldschermen mogelijk moet maken. Flexibel is echter niet hetzelfde als oprekbaar, zegt Johan Hoefnagels. “Kijk maar naar dit vel papier. Ik kan het prima oprollen, maar niet in meerdere richtingen tegelijk vervormen. Papier is wel flexibel, maar niet oprekbaar, zoals rubber.” Alleen met oprekbare materialen kun je goed oppervlakken bekleden die in verschillende richtingen gekromd zijn, zoals een (oog)bol of onregelmatige vormen zoals een hart of andere organen. Bovendien kan oprekbare elektronica naadloos meebewegen met vervormingen zoals het kloppen van een hart.

De mogelijkheden van oprekbare elektronica zijn eindeloos, denkt Hoefnagels, vooral in de biomedische hoek. “Je kunt het zo gek niet bedenken. Een oprekbare, elektronische huid zou je bijvoorbeeld om een hart heen kunnen trekken. Op die manier kun je een pacemaker maken, of het hart zelfs therapeutisch trainen. Ook kun je de hersenen wellicht bekleden met een elektronische huid. Men denkt dat je zo epileptische aanvallen kunt voorspellen en zelfs voorkomen. Of je zou er zenuwen mee kunnen omwikkelen en aansluiten op een bionische armprothese.”

Gelukkig zijn de werkzame componenten van siliciumchips inmiddels zo klein, niet groter dan tientallen micrometers, dat ze moeiteloos kunnen meebewegen met de vervormingen van een rubber printplaat. Hierdoor komen de starre stukjes elektronica echter wel verder uit elkaar te zitten. En daar zit volgens Hoefnagels het probleem: “Dat betekent dat de elektrische verbindingen tussen die componenten extra moeten oprekken om de starheid van de siliciumchips te compenseren. En omdat er slechts weinig ruimte beschikbaar is voor deze verbindingen, betekent dit dat die extreem oprekbaar moeten zijn.”

Die oprekbaarheid valt te bewerkstelligen door de draden te laten ‘meanderen’ als een kronkelige rivier. Het materiaal van de bedrading -bijvoorbeeld koper- is nauwelijks rekbaar. Maar als de draad dun genoeg is, is hij wel flexibel. Door de structuur gedraagt de bedrading zich dan als een soort springveer. Als je het geheel te ver oprekt, meer dan vijftig procent van de oorspronkelijke lengte, komt de bedrading los van de rubberen ondergrond. Om een vlak device als een ballon op te blazen tot een bolvorm, zoals Hoefnagels zou willen, moet de

bedrading tot wel vijfhonderd procent oprekbaar zijn.

Om dat probleem aan te pakken, kreeg Hoefnagels -opgeleid aan de TU/e-faculteit Technische Natuurkunde en na een uitstapje naar het buitenland neergestreken bij Werktuigbouwkunde- eerder al een Veni-subsidie. “In mijn Vidi-onderzoek wil ik micro-elektronica integreren voor oprekbare toepassingen op heel kleine schaal, maar de Veni draaide om grotere structuren. Dan moet je denken aan een oprekbare druksensor-array voor in autostoelen, om automatisch de juiste tegendruk te kunnen geven. Of toepassing op vliegtuigvleugels, om te zien waar beschadigingen ontstaan.”

Zoals gezegd bleken deze oprekbare structuren kapot te gaan bij de aanhechting met de rubberen onder-grond. “Tijdens mijn Veni-onderzoek bleek dat het gunstig kan zijn om een soort semi-elastische bufferlaag tussen het rubber en de elektronica aan te brengen. Maar ik bedacht dat het misschien nog veel beter zou werken als je de bedrading zo veel mogelijk los houdt van de ondergrond.” Hoefnagels’ intentie is om de bedrading als het ware op te hangen aan minuscule paaltjes die uit het rubber omhoog steken, een beetje als elektriciteitskabels aan hoogspanningsmasten. “Die oplossing vormt de kern van mijn Vidi-voorstel.”

Hoefnagels zal nauw samenwerken met Ronald Dekker, onderzoeker bij Philips en deeltijdhoogleraar aan de TU Delft. Dekker ontwikkelde bij Philips een ultrasounddetector van enkele millimeters groot, bedoeld voor kijkoperaties (zie afbeelding linksonder). Die detector zal volgens Hoefnagels dienst doen als zogeheten ‘demonstrator’ voor het Vidi-project. “Momenteel is de ultrasounddetector gemaakt met flexibele elektronica, aangebracht op een rigide behuizing. Het idee is om die elektronica oprekbaar te maken, zodat je het detectorvlak op kunt blazen tot bijna een bol. Dan kun je er gelijktijdig in alle richtingen mee kijken.”

Een van de grote voordelen is dat je de detector in niet-opgeblazen staat kunt inbrengen via een klein sneetje in de huid. Pas als de detector bijvoorbeeld via een ader vlakbij het orgaan is gebracht dat de arts wil bekijken, kun je de 3D-optie activeren door het membraan met de detectorchips op te blazen tot een bolvorm. “Als eerste stap zou je met deze detector al via de slokdarm achter het hart kunnen kijken. Dan hoef je zelfs helemaal niet te opereren.”

Om dat mogelijk te maken, wil Hoefnagels de vele tientallen microchips waaruit de

ultrageluiddetector is opgebouwd met elkaar verbinden via heel dunne, kronkelende draadjes van heel zuiver koper, niet dikker dan een honderdtal nanometers. “Bij die afmetingen zou de draad ongeveer de juiste mechanische eigenschappen moeten hebben”, licht hij toe. Microfabricage van dit soort kleine structuren is alleen mogelijk met lithografische technieken in een plat vlak. De bedrading wordt echter zo ontworpen dat hij bij het oprekken uit het vlak zal bewegen.

De kunst is om de siliciumondergrond te verwijderen en de microchips met bedrading over te brengen op een rubberen ondergrond, inclusief de pilaartjes voor de bedrading. Bij deze stap zal Ronald Dekker van Philips nauw betrokken zijn, vertelt Hoefnagels. “Philips levert een belangrijke bijdrage aan het project; we mogen ook voor bijna twee ton gebruikmaken van hun cleanroom. Dat komt bovenop de acht ton van NWO.” De geplande werkwijze is internationaal uniek, denkt hij. De concurrentie richt zich volgens hem vooral op grotere structuren. “Er is in Amerika wel een groep die ongeveer hetzelfde doet als wij, maar die werken al vanaf de eerste fabricagestap op rubber en daar kleven veel nadelen aan.”

Met de Vidi kan Hoefnagels een

promovendus aanstellen die de rekbaarheid van de bedrading mechanisch moet testen. Dat is een zeer specialistisch werkje, aangezien de draden zo dun zijn dat je ze zelfs met een lichtmicroscoop niet kunt zien. Binnen Hoefnagels’ vakgroep Mechanics of Materials is daarom een speciale ultragevoelige nanotrekbank ontwikkeld, waarmee onder de elektronenmicroscoop gemeten kan worden. Een andere promovendus zal de metingen op de computer simuleren. In de eindfase van het vijfjarige project wordt nog een postdoc aangenomen die de oprekbare elektronica daadwerkelijk moet inpassen in de ultrasounddetector.

Zelf zal Hoefnagels, expert op het gebied van materiaalmechanica, vooral fungeren als de spin in het web, die de verschillende onderdelen van het project met elkaar moet verbinden. Dat moet leiden tot een uniek product, met zoals gezegd talloze potentiële toepassingen. Als een soort afscheidsboodschap noemt hij er aan het eind van het gesprek nog een paar. “Bijvoorbeeld een elektronische huid vol sensoren voor druk, temperatuur, nabijheid, rek, en dergelijke, om robots een stuk handiger te maken. En met een oprekbare CCD-detector kun je een kunstmatig netvlies maken dat je kunt aanbrengen op de oogbol. Dat heeft ook niet-medische toepassingen. Voor hoogwaardige camera’s heb je dure lenzen nodig die corrigeren voor zogeheten lensfouten. In je oog is dat niet nodig, omdat je netvlies geen plat vlak is, maar deel van een bol. Met een gekromde CCD van oprekbare elektronica zou je dus heel makkelijk veel betere camera’s kunnen maken voor mobiele telefoons.”

Interview | Tom Jeltes

State-of-the-art elektronica, geïntegreerd in een oprekbaar materiaal, dat je als een soort elektronische huid kunt

aanbrengen rondom hart, hersenen en zenuwbanen, of als een kunstmatig netvlies op de oogbol. Daarmee worden allerlei

futuristische medische toepassingen mogelijk, hoopt dr.ir. Johan Hoefnagels. Hij kreeg afgelopen maand een Vidi-subsidie om die

droom waar te maken.

De mogelijk-heden van oprekbare elektronica zijn eindeloos

Bij Mechanics of Materials is een speciale, ultragevoelige nanotrekbank ontwikkeld

De ‘demonstrator’ van het Vidi-project: een ultrasounddetector van Philips.

Toekomstdroom van Johan Hoefnagels: een netvlies bekleed met een

oprekbare CCD-detector.

Schematische weergave van een opblaasbare detector van oprekbare elektronica. In donkerblauw de detectorchips, in geel de oprekbare

bedrading op nanopilaartjes (net zichtbaar in lichtblauw).

8 | Onderzoek 6 juni 2013

4 brandende vragen(Onder redactie van Tom Jeltes)

1

2

3

4

Wat zien we op de cover van je proefschrift?

Hoe leg je op feestjes uit waar je

onderzoek over gaat?

Welke persoon, techniek of apparaat is

onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Wat heeft de samenleving aan jouw werk?

Saskia Bakker (ID)Aandachtsloze interactie met techniek

1 | cover 2 | feestjes

We zien een bovenaanzicht van een tafel, met hierop diverse alledaagse attributen en twee interactieve lampjes, de FireFlies, die ik heb ontwikkeld. Berry (Eggen) en Elise (van den Hoven) zijn mijn promotor en copromotor. Normaal staan op de FireFlies de namen van de basisschoolleerlingen die meewerken aan mijn onderzoek.

Veel alledaagse dingen, zoals een kopje thee drinken, doe je bijna onbewust. De meeste interactieve pro-ducten, zoals mobiele telefoons, vragen daaren-tegen juist veel aandacht. Ik probeer te kijken of je technologische interfaces zo kunt aanpassen dat je ze kunt gebruiken zonder dat ze te veel afleiden. Daarvoor heb ik de FireFlies uitgetest op basis-scholen. Docenten kunnen deze lampjes van kleur doen veranderen om een boodschap over te brengen, zoals een compliment uitdelen of een beurt geven.

De docenten die belangeloos hebben meegewerkt aan het onderzoek waren voor mij onmisbaar. Dergelijke proefpersonen zijn vaak moeilijk te vinden. Gelukkig zijn basisschooldocenten snel enthousiast, vooral als de leerlingen het ook leuk vinden.

Uit mijn onderzoek blijkt dat mensen ook zonder aandacht interactieve technologie kunnen gebruiken. Met die wetenschap kunnen ontwerpers hun pro-ducten aanpassen zodat mensen gemakkelijker technologie in hun dagelijkse routine kunnen opnemen.

3 | onmisbaar

4 | samenleving

Tiebens promotie is onderdeel van het Play Fit-project, het vierjarig programma waarin hogescholen, universiteiten en het bedrijfsleven samenwerken om tieners meer te laten bewegen door gamen. “Ons streven is kinderen dertig maal per dag een minuut minder te laten zitten”, zegt Tieben. Tieners zitten veel; tijdens de lessen en na school achter de computer of voor de tv. Niemand kan het hierdoor veroorzaakte obesitasprobleem in zijn eentje oplossen, maar de inzichten die Play Fit met onderzoek opdoet, helpen wel. Tieben heeft twee van de vier installaties onder zijn hoede: de Wiggle Bench en de Walk of Fame. Deze twee testobjecten komen voort uit meer dan twintig prototypes.De eerste twee jaren van zijn promotie heeft Tieben besteed aan exploreren, iets wat hij de leerlingen ook graag laat doen. Samen met collega’s en studenten gingen ze aan de slag bij een zwembad, ontwierpen ze kleding en bouwden ze onder andere een pasfotohokje en een bankje. “In het zwembad stimuleerden we de tieners om bommetjes te maken. Deze werden gefilmd en kort geprojec-teerd op een scherm. De kleding nodigde uit tot bewegen doordat er bij de gewrichten plooien waren gestikt waar witte stof uitpiepte bij buigen en dat was erg leuk onder blacklight. Het pasfoto-hokje werkte met lachspiegeleffect.

Als leerlingen een bepaalde code kraakten werd er een foto gemaakt. Dat was lachen voor andere leerlingen. Je zag dat ze met groepjes rond dat hokje hingen.”

Tieben herinnert zich zijn eerste wow-moment. “Leerlingen zagen zichzelf in een spiegel met een bepaald effect en dat werd op een muur geprojecteerd. Een jongetje droeg een T-shirt met een tekst erop en kreeg een idee. De keer erop kwam hij terug met een papiertje met ‘Het is pauze’. Daarna zette hij de tekst ‘Mohammed is verliefd op Sandra’ voor de camera. En toen ging iedereen los met papiertjes. Zo leuk dat ze op hun eigen manier een spel gingen maken.” Minder leuk was dat in dezelfde pauze Tieben zijn eerste baal-moment kreeg. “Toen de bovenbouw erbij kwam dachten zij leuk te zijn met obscene gebaren. Middelvingers en seksuele bewegingen. Dat toont de complexiteit. Hoe zorg je dat het niet uit de hand loopt? Geen regels; dat geeft kracht, maar ook risico. Net als bij de camera

onder water in dat zwembad. Je kon er dansen, maar er was ook een jongen die zijn zwembroek naar beneden trok, terwijl Hart van Nederland ernaast stond te filmen.”Zo is bij alle Play Fit-projecten zelfexpressie en sociale interactie heel belangrijk. “Ze kunnen zich lekker stoer tonen.” Tieben heeft ook te maken met pubers die zich niet willen laten zien. “Dat lost zich heel mooi op. Je zag bij dat pasfotohokje dat het heel druk was in de pauze, de haantjes voorop. Maar ’s ochtends vóór de lessen kwamen de stillere kinderen er in hun eentje naartoe.”Industrial Design noemt dit ‘Open ended play’. Heel veel verschillende kinderen moeten er op een eigen manier mee omgaan. “We stellen geen regels. Kinderen ontdekken ze zelf en vertellen elkaar. Het is een bewust ontwerp: complex, niet teveel minuten achter elkaar leuk, want het moet een maand lang elke dag leuk zijn. Daarom verandert er ook elke dag iets.”Zo gaat het ook met Tiebens Walk of Fame, een installatie in een schoolgang. Leerlingen lopen langs camera’s, hun lijven worden in drie delen geknipt en vermengd met andere lijven geprojec-teerd op de muur. En hopelijk bij de Wiggle Bench. Vijf houten bankjes op metalen springveren staan in contact met elkaar en met een camera. In juni kunnen leerlingen van de Rooi Pannen in Eindhoven hier naar hartenlust mee spelen. Tieben zal hun gedrag van een afstandje gadeslaan. Negentig procent van je inzichten krijg je door observaties, weet hij. “De techniek is het makkelijkst, daarna begint het pas.”In september 2014 hoopt Rob Tieben te promoveren. (NS)

Tieners onbewust in beweging krijgenHoe lok je sociaal en fysiek spel uit bij tieners? Voor veel school-

directeuren en gemeentebestuurders een belangrijke vraag, waarop ID-promovendus Rob Tieben volgend jaar een antwoord

hoopt te kunnen geven. Hij weet dan hoe je een interactief systeem ontwerpt waar je twaalf- tot achttienjarigen mee in beweging brengt.

Grootste uitdaging: hoe houd je het levend?

“We stellen geen regels, kinderen ontdekken het zelf”

Rob Tieben op de Wiggle Bench. Foto | Bart van Overbeeke

Onderzoek | 9 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Promoties Intreeredes

Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, ZD: promotie ir. I.A.C. Soute (ID)Promotor(en): prof.dr. P. Markopoulosen prof.dr.ir. J.-B.O.S. MartensVoorzitter: prof.dr.ir. A.C. BrombacherTitel proefschrift: ‘Head Up Games On the design, creation and evaluation of interactive outdoor games for children’

Woensdag 19 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie O.O. Olaofe MSc (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. J.A.M. KuipersVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: ‘The Dynamics of Dense Pseudo-2D Fluidized Beds Experimental and Modelling Studies’

Woensdag 19 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie M. Nabi Najafabadi MSc (EE)Promotor(en): prof.dr.ir. T. BastenVoorzitter: prof.dr.ir. R.H.J.M. OttenTitel proefschrift: ‘Wireless Sensor Networks for Pervasive Health Applications’

Donderdag 20 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie ir. R.M.W. van Bijnen (TN)Promotor(en): prof.dr. K.A.H. van LeeuwenVoorzitter: prof.dr. H.J.H. ClercxTitel proefschrift: ‘Quantum Engineering with Ultracold Atoms’

Donderdag 20 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. A.A.G. Sponselee (IE & IS)Promotor(en): prof.dr. D.G. Bouwhuis en prof.dr. B.A.M. SchoutenVoorzitter: prof.dr. A.G.L. RommeTitel proefschrift: ‘Acceptance and Effectiveness of Telecare Services from the End-User Perspective’

Maandag 17 juni, 16.00 uur, Filmzaal: promotie ir. F.P. van den Heuvel (IE & IS)Promotor(en): prof.dr. P.W. de Langen en prof.dr.ir. J.C. FransooVoorzitter: prof.dr.ir. J.W.M. BertrandTitel proefschrift: ‘Co-location in Logistics Geography, Synergy, Policy’

Maandag 17 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie S. Almutairi BSc (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. E.J.M. HensenVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: ‘The role of Lewis and Brønsted acidity for alkane activation over zeolites’

Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie X.Y. Quek (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. E.J.M. Hensenen prof.dr. R.A. van SantenVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: ‘Structure Sensitivity in Nanoparticle Catalysis For Fischer-Tropsch and other Hydrogenation Reactions’

Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie Y. Jiao MSc (EE)Promotor(en): prof.dr.ir. M.K. Smit en prof.dr. S. HeVoorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. BackxTitel proefschrift: ‘Towards a monolithi-cally integrated swept-source optical coherence tomography system in the 1.7 μm wavelength region’

Maandag 10 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie drs. W.J.T. Hulshof (W&I)Promotor(en): prof.dr. R.W. van der HofstadVoorzitter: prof.dr. E.H.L. AartsTitel proefschrift: ‘The high-dimensional incipient infinite cluster’

Maandag 10 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. A.J.M. Mackus (TN)Promotor(en): prof.dr.ir. W.M.M. KesselsVoorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. KroesenTitel proefschrift: ‘Atomic Layer Deposition of Platinum from surface reactions to nanopatterning’

Woensdag 12 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie drs. P.J.B. Gorissen (ESoE)Promotor(en): prof.dr. W.M.G. JochemsVoorzitter: prof.dr. D. BeijaardTitel proefschrift: ‘Facilitating the use of recorded lectures: Analysing students’ interactions to understand their navigational needs’

Woensdag 12 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. M.M.H.P. van den Heuvel (W&I)Promotor(en): prof.dr. J.J. LukkienVoorzitter: prof.dr. E.H.L. AartsTitel proefschrift: ‘Composition and synchronization of real-time components upon one processor’

Donderdag 13 juni, 14.00 uur, CZ4: promotie A. Krzyzaniak (ST)Promotor(en): prof.dr.ir. A.B. de HaanVoorzitter: prof.dr.ir. J.C. SchoutenTitel proefschrift: ‘Extractant design for fermentative production of bio-based chemicals’

Donderdag 13 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie ir. S. Bakker (ID)Promotor(en): prof.dr.ir. J.H. EggenVoorzitter: prof.dr.ir. A.C. BrombacherTitel proefschrift: ‘Design for Peripheral Interaction’

Donderdag 13 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. G.P. Naaijkens (W)Promotor(en): prof.dr.ir. M. SteinbuchVoorzitter: prof.dr. L.P.H. de GoeyTitel proefschrift: ‘Reticle side wall clamping’

Maandag 17 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie M. Irmscher MSc (TN)Promotor(en): prof.dr.ir. M.W.J. PrinsVoorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. KroesenTitel proefschrift: ‘Mechanics of the contact interface between cells and functionalized surfaces’

Agnieszka Krzyzaniak (ST)Bio-chemicaliën uit bacteriën

Tim Hulshof (W&I) Rivierdelta’s en tegeltjeswijsheden

1 | cover 1 | cover2 | feestjes 2 | feestjes

We zien wat er gebeurt als je een glas water neemt, een scheutje chili-olie toevoegt, een plastic pipet vult met dezelfde olie en die olie vervolgens door beide vloeistoflagen heen ‘schiet’. Klinkt eenvoudig, maar je bent een hele avond bezig om het perfecte beeld te krijgen. Aan de andere kant kun je het wel gewoon thuis doen: ‘try this at home!’

Je ziet een ingekleurde satellietfoto van een rivier-delta (de Lena in Siberië). Rivierdelta’s zijn natuur-lijke voorbeelden van fractals, en mijn onderzoek gaat over fractals. Fractals zijn objecten die er vanaf elke afstand bekeken ongeveer hetzelfde uitzien. Dat zie je op de foto ook goed: als je inzoomt op een deel van de foto, dan lijkt dat weer op het geheel.

Ik gebruik graag de woorden van mijn echtgenoot. Die legde mijn onderzoek als volgt uit aan zijn ouders: “Je hebt van die bacteriën die een of andere kostbare substantie uitpoepen, maar dat is gemengd met allerlei ander spul, en zij probeert er achter te komen hoe je het kostbare goedje er uit krijgt”. Ik voeg daar meestal aan toe: “Het lijkt erg op proberen zout uit soep te verwijderen, zonder de soep al te veel te veranderen.”

Mijn technicus was beslist onmisbaar voor me. Hij heeft het zelfs geschopt tot de stellingen bij mijn proefschrift. Na enige tijd kom je overigens tot de conclusie dat je zelf je eigen technicus moet worden als je op een effectieve manier onderzoek wilt doen.

Er komt een dag dat je koffie bij Starbucks in een afbreekbare beker van bio-plastic wordt geleverd (hetgeen betekent dat het kan worden afgebroken door dezelfde bacteriën die dat materiaal, indirect, ook geproduceerd hebben). Wellicht heeft mijn werk daar dan aan bijgedragen.

Ik onderzoek wiskundige modellen voor fractals die door toeval gevormd zijn. Het model dat ik gebruik is simpel uit te leggen met een verhaaltje: stel je wil een nieuw tegelwandje in je badkamer met een patroon van rode en groene tegels, dus je koopt de tegels en huurt een tegelzetter in. Maar de tegelzetter is kleurenblind en denkt dat alle tegels bruin zijn. Hij zet de tegels lukraak op de wand: er is geen patroon, maar wanorde. Die wanorde is voor een wiskundige erg interessant: wat is bijvoorbeeld de kans dat er een pad van groene tegels is van de vloer tot het plafond? Hoewel het model heel simpel is, zijn dit soort vragen ontzettend moeilijk. In mijn model is de wand oneindig, en niet tweedimensionaal maar zevendimensionaal. Dat klinkt lastig, maar het maakt de wiskunde wat makkelijker.

Een beetje fantasie.

Het tegeltjesmodel kan gebruikt worden om van alles en nog wat te modelleren: de verspreiding van ziektes, aardbevingen, ondergrondse olie-reservoirs, moleculaire structuren, de vorming van melkwegstelsels, et cetera. Mijn werk is te abstract voor directe toepassingen, maar het biedt misschien wel wat inzichten om dit soort toepassingen beter te maken.

3 | onmisbaar

3 | onmisbaar4 | samenleving

4 | samenleving

Vrijdag 14 juni, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. H. Butler (EE) - dhlVoorzitter: prof.dr.ir. C.J. van DuijnTitel: ‘De nanometer onder de duim’

Vrijdag 21 juni, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr. M.E. Flatté (TN) - dhlVoorzitter: prof.dr.ir. C.J. van DuijnTitel: ‘Magnetism for Nanoelectronics’

10 | Mens & Mening 6 juni 2013

En ik vind

Geen misverstand: bedrijfsleven wil dat mastertrack blijft

Met stijgende verbazing heb ik het artikel ‘Elco Brinkman bijgepraat over Building Technology’ gelezen. Het artikel is tendentieus, eenzijdig en bevreemdend in de zin dat men de indruk wekt dat alleen Elco Brinkman op bezoek was bij de decaan en de rector. In werkelijkheid was er een hele delegatie uit de bouw- en toeleverende industrie op bezoek. We hebben onverkort duidelijk gemaakt dat het bedrijfsleven wil dat de succesvolle mastertrack Bouw- en Uitvoeringstechniek wordt gecontinueerd en dat we graag met de faculteit meedenken over een solide onderzoeksprogramma.

Hoe vreemd is het om zo’n bericht in Cursor te lezen, waarin wordt verzwegen dat behalve Elco Brinkman en senior beleidsmedewerker Marieke van der Post van Bouwend Nederland ook algemeen directeur Geert Hurks van de Hurks Groep aanwezig was, evenals Willem Olthof, directeur van de Nederlandse timmerindustrie en ondergetekende, Peter Fraanje, directeur van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB). Samen vertegenwoordigen we bijna de hele Nederlandse bouwindustrie.

Directeur Geert Hurks stelde dat zijn bedrijf behoefte heeft aan de afstudeerders van de mastertrack Bouw- en Uitvoeringstechniek; de studenten hebben een brede bouwtechnische vakkennis en beschikken ook over vaardigheden die van essentieel belang zijn in de moderne bouwwereld. Bij Hurks werken diverse directeuren en projectleiders die de mastertrack ooit met succes hebben afgerond. Zelf geef ik met plezier al zo’n vijf jaar gastcolleges aan de masterstudenten over lean bouwen, over de grote verduurzamingsopgave van de bouw, over nieuwe verdienmodellen in de bouw en over de innovaties die er toe leiden dat bouwen steeds meer assembleren wordt. Elk jaar tref ik gemotiveerde en geïnteresseerde masterstudenten.

Er is ons door rector Hans van Duijn en decaan Elphi Nelissen verzekerd dat het idee om bouw- en uitvoeringstechniek op te heffen niet voortvloeit uit de wens om te bezuinigen. Daarop heb ik meteen gepleit voor het instandhouden en versterken van de bestaande en voor de studenten en bedrijven herkenbare mastertrack. Gelukkig kunnen ook komend jaar weer nieuwe studenten instromen. Ook hebben we aangeboden om samen met de overheid te bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderzoek te versterken.

In de laatste alinea van het artikel in Cursor erkent Elphi Nelissen dat er op communicatief gebied fouten zijn gemaakt. Datzelfde artikel maakt het er niet beter op en geeft ons te denken.

Nog is Bouw- en uitvoeringstechniek niet verloren. Het voorgenomen besluit kan ook gewoon niet worden uitgevoerd: zowel studenten als bedrijfsleven willen dat de mastertrack in zijn huidige vorm blijft bestaan. Dat kost geen geld, integendeel, het zal de TU/e veel goeds brengen als deze studierichting wordt versterkt en uitgebouwd. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Dr.ing. Peter Fraanje | Directeur Nederlands Verbond Toelevering Bouw

En ik vind

Opheffing master Building Technology, een historische fout

Het besluit om de master Building Technology te beëindigen, leidt tot teleurstelling en onbegrip. Bij studenten (zij roerden zich stevig vorige week), collega’s in de faculteit en in de markt. Op grote schaal en van prominente organisaties ontving de universiteit brieven vol verbazing en bezorgdheid. Bouwend Nederland en de toeleverende industrie (NVTB), samen een jaarlijkse omzet van zo’n 50 miljard (!) vertegenwoordigend, en ook grote internationaal opererende branches en bedrijven, zijn ‘not amused’. Zij worden niet langer bediend met jonge ingenieurs die specifiek zijn voorbereid om de bouw te transformeren. Juist dat op sectorale verandering gericht zijn maakt deze master speciaal.

Precies op het moment dat de inmiddels bijna stilgevallen motor van de economie om deze innovators schreeuwt, trekt het faculteitsbestuur rücksichtsloos de stekker uit de master. Een master die in Nederland 80% van de bouwtechnologie-studenten aflevert. Maar liefst 45 studenten per jaar die allen snel een passende baan vinden. Het versnipperen van de master is een onomkeerbare voor de BV Nederland dramatische en daarmee historische fout.

Voor de faculteit ook slecht, want afgezien van het feit dat Building Technology een fundament is onder de integrale ontwerpbenadering die Bouwkunde Eindhoven vanaf haar oprichting als unique selling point claimt, zal naast de verwachte terugloop van eerstejaars studenten ook de zijinstroom nog eens met zo’n 30 studenten terugvallen. De inkomsten zullen dus teruglopen en daarmee is een begin gemaakt met wat Prahalad (1994) ‘corporate anorexia’ noemde.

De decaan houdt vol dat alles gewoon doorgaat. Mij ontgaat volledig waarop dat is gebaseerd. Ik zie intern in overzichten alleen maar vakken sneuvelen, maar nog belangrijker is dat een master zijn kracht natuurlijk bij uitstek uit de samenhang van het curriculum haalt. Een productontwikkelaar of procesvoorbereider is echt wat anders dan een bouwfysicus die een in het programma geperst 2 ECTS bouwtechniek-vakje heeft gevolgd. De kritiek met betrekking tot de vermeende slechte onderzoekkansen is te weerleggen. Er zijn wel degelijk kansen en het zou meer voor de hand hebben gelegen een onderzoek-stimulerend zetje te geven. De mogelijkheden daartoe liggen voor het oprapen. Even vooraf overleg over het voorgenomen besluit (dat is niet gebeurd) zou een heel ander licht over de zaak hebben laten schijnen.Opmerkelijk dat een wetenschappelijk instituut concludeert over wetenschappelijk onderzoek zonder zelf behoorlijk onderzoek te doen. Sterker nog: wel uitgevoerd onderzoek (met een positieve uitkomst) naast zich neerlegt. Vooraf was er geen overleg, ook achteraf is er nauwelijks debat. Onderbouwd protest wordt niet bestreden maar genegeerd. Het CvB en bestuur sloegen een uitnodiging af om komende week aan een door externe partijen georganiseerd openbaar debat deel te nemen. Het is voor iedereen slecht, op argumenten volstrekt onlogisch, en toch gebeurt het. Concludeer zelf.

Prof.dr.ir. Jos Lichtenberg | hoogleraar Productontwikkeling, voorzitter master Building Technology

CURTOON

www.cursor.tue.nlMeer

info:

http://tinyurl.com/n2nb66p

www.cursor.tue.nlMeer

info:

http://tinyurl.com/lzo2gkr

Mens & Mening | 11 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

UR-podium

Meesterlijke medezeggenschap

De Haagse prestatieafspraken leggen niet alleen steeds meer druk op de instellingen, maar ook op de studenten. De rol van medezeggenschap wordt daarmee steeds belangrijker, zowel binnen de faculteiten als in de universiteitsraad. De vraag is alleen: wordt die rol altijd even goed ondersteund en groeit de kwaliteit van de medezeggenschap mee?

Begin mei kwam de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) met enkele opmerkelijke feiten op dit vlak. Uit onderzoek bleek dat tussen het hbo en wo grote verschillen bestaan als het gaat om de faciliteiten die medezeggenschapsfracties krijgen. En dat is ook zo tussen universiteiten onderling. De tijd die een student in de medezeggenschap kan steken, varieert op nationaal niveau van acht tot veertig uur per week. Is de kwaliteit aan de ene instelling dan niet wezenlijk beter dan aan de andere?

De aanwezigheid van studenten-geledingen in medezeggenschaps-raden is dan weliswaar bij wet verplicht, maar niet iedere geleding kan het werk doen dat zij zou moeten doen. De TU/e mag blij zijn dat haar twee studentenfracties hun werk wel naar behoren kunnen uitvoeren. Samen met Groep-één trekt de

Eindhovense Studentenraad geregeld aan de bel als dat nodig is, en dat willen we blijven doen.

Aan alle instellingen waar de medezeggenschap nog te wensen over laat, zou ik willen zeggen dat de stem van de student niet ongehoord mag blijven. De 680.000 studenten in Nederland kun je niet negeren en samen zorgen we voor een onder wijsklimaat dat bij ons past.

Twissue @tuecursor

Ruim 1.800 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

@tuecursor ‘Reorganisatie IEC balanceerde op het randje van het toelaatbare’

@bartlaarhoven @tuecursor Ja, dat was in 2007 tijdens de UR-vergadering

al niet veel soeps. […] Ben ook benieuwd naar meningen en gevolgacties

@GroepEen en @EHVStuRaad hierover

TwitteraarBart Laarhoven zat in 2007 in de universiteitsraad als voorzitter van de Progressieve Fractie, haalde in 2012 zijn master Business Information Systems, is nu consultant bij softwarebedrijf Grexx.

TwissueLaarhoven stelde in de U-raadsvergadering van 21 mei 2007 veel vragen over het reorganisatieplan van het Informatie Expertise Centrum. Hij miste destijds in het plan doelstellingen en ambities en motieven om de structuur ingrijpend te wijzigen. Ondanks dat stemde de U-raad er toch mee in. Laarhoven: “Voor ons was destijds wel een harde voorwaarde dat een commissie van de Dienstraad de reorganisatie al die jaren goed zou begeleiden.” Die begeleidingscommissie, waar tevens vakbondsleden deel van uitmaakten, kwam er ook en maart jongstleden publiceerde de commissie een zeer kritisch evaluatierapport over het verloop van de reorganisatie. Laarhoven is benieuwd naar de reactie van de huidige U-raad op dit rapport en vond het teleurstellend dat het College van Bestuur er niet inhoudelijk op inging.

En nu?Lars Beke, voorzitter van Groep-één, zegt dat in het Presidium uitvoerig gesproken is over het rapport van de Dienstraad en bonden, “maar mijn fractie en de Eindhovense Studentenraad (ESR) vinden het in eerste instantie een zaak voor de personeelsfractie PUR.” Rianne van Eerd, voorzitter van PUR, ziet dat nog iets genuanceerder. “Natuurlijk is het ook binnen de PUR uitvoerig besproken, maar mijn fractie wil eerst afwachten hoe zich dit nu verder ontwikkelt tussen de Dienstraad en het CvB. We houden dat nauwlettend in de gaten, overleggen erover met de Dienstraad, en mocht het in onze ogen niet goed verlopen, kunnen we altijd nog actie ondernemen.” Over de reactie van het CvB op het rapport zegt ze: “Ik denk dat in de hoofden van de CvB-leden wel iets anders omgaat dan uiteindelijk op het papier terecht is gekomen.” (HK)

TUssen de oren

Keuzes, keuzesMijn lokale Albert Heijn biedt keuze uit 16 verschillende varianten eieren. Naast kwarteleitjes in slechts 1 variant nog 15 soorten kippeneieren - uiteenlopend van scharreleieren, vrije-uitloopeieren, EKO-eieren, ‘Blije Kip’-eieren (met 2 sterren uit 3 - hetgeen gelijk de vraag opwerpt welk type kip 3 sterren uit 3 zou verdienen: extatische kip?), maïsscharreleieren, viergranenscharreleieren, graseieren, biologische (!) eieren, witte eieren, enzovoort. En dan heb ik het nog niet eens over de eiertreetjes die uiteenlopen van 6 tot 30 stuks, in verschillende vormen en materiaalsoorten, waaronder plastic, gerecycled karton en bio-afbreekbaar materiaal.

Ofschoon de aanname is dat meer keuzevrijheid tot grotere blijdschap van de consument leidt (tenminste twee sterretjes, zou ik zeggen), weten we inmiddels dat teveel keuze verlammend kan werken. Met simpelweg ‘eieren’ op mijn boodschappen-lijstje sta ik ineens te wikken en te wegen

voor het schap. Onderzoek heeft uitgewezen dat overmatige keuzevrijheid niet leidt tot meer tevredenheid, maar tot een knagend gevoel van spijt over de opties die men niet heeft kunnen verwezenlijken. Dit geldt vooral voor zogenaamde ‘maximizers’ - mensen die zeker willen weten dat ze de beste optie gekozen hebben. Maximizers hebben daarnaast veelal zeer hooggespannen verwachtingen van hun keuzes, zodat

die bijna wel ‘moeten’ tegenvallen. Mensen die genoegen nemen met opties die ‘goed genoeg’ zijn, de zogenaamde ‘satisficers’, hebben minder stress tijdens het keuzeproces, en hebben minder spijt achteraf. Dit alles is goed beschreven in het boek ‘The Paradox of Choice: Why More Is Less’ van de Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz.

Morgen, vrijdag 7 juni, worden bachelorstudenten geacht de invulling van hun vrije keuzeruimte door te geven. Als coach binnen de major Psychology & Technology probeer ik met studenten mee te denken over hun studiekeuze, maar met keuze uit 87 coherente pakketten, 10 USE-lijnen, en een veelheid aan losse vakken valt dit nog niet mee. Veel keuzes vallen om programmatische of logistieke redenen al af, maar er blijft nog genoeg over om onzeker over te zijn. Mijn advies: maak je hier niet al te druk over. De perfecte keuze bestaat niet (want hoe zou je moeten weten dat je die had gemaakt zonder alles te proberen?); goed genoeg bestaat wel. En daar word je uiteindelijk blijer van - zeker twee sterretjes, en misschien wel drie!

Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Teveel keuze kan verlam-mend werken

Wijnand IJsselsteijn, hoogleraar Cognition and Affect in

Human-Technology Interaction. Foto | Bart van Overbeeke

Lucas Otten, Eindhovense Studentenfractie

12 | Bachelor College 6 juni 2013

Lex Lemmens. Foto | Bart van Overbeeke

Bachelor College | 13 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Tien varianten van een basisvak willen we niet”

Lex Lemmens verwacht dat het Bachelor College ook het komend collegejaar zal bijdragen aan de groei van de instroom, “al zal dat wat verborgen zitten tussen de cijfers, omdat dit jaar minder scholieren

een tussenjaar opnemen in verband met de komst van het sociaal leenstelsel in 2014.” De instroom zal wederom vooral uit de regio afkomstig zijn. Lemmens: “Maar in Brabant en Limburg hebben

we meer jongens én meisjes weten te overtuigen van het feit dat je aan deze universiteit in de bachelor veel meer je eigen weg kunt bepalen en dat je niet direct in een fuik loopt.”Flexibiliteit is daarbij het sleutelwoord. Zelf bepalen of je de diepte in wilt of dat je breder gaat. Volgens Lemmens een uniek concept, “maar toch ook niet heel eenvoudig uitvoerbaar, want je moet telkens kijken wat mogelijk is. Niet alles kan, heeft dit jaar ons geleerd. Vakken kunnen elkaar in de weg zitten in het rooster. Voor wie nominaal wil studeren, zijn de mogelijkheden beperkter. Er is flexibiliteit tot op zekere hoogte. Tijdens de keuzemarkt en bij de introductie van de keuzeapp zien we dat studenten nu echt aan het plannen gaan en zich serieus afvragen wat ze willen gaan doen. Dat was ook de opzet: bepaal in een vroeg

stadium wat je wil en kijk zelf of dat mogelijk is. Wie later alsnog iets wil veranderen, zal dat duidelijk gemoti-veerd doen en moet dan zelf ook uitpuzzelen of het kan.”

Het rooster stelt daarbij grenzen, maar ook de manier waarop de vakken worden aangeboden. “We vragen aan de docenten om bij een studiepakket dat uit drie vakken bestaat, het laatste vak in minimaal twee kwartielen aan te bieden. Bij de USE-vakken (User, Society, Entrepreneurship, red.) is dat zelfs

een verplichting. Daarmee proberen we de beloofde flexibiliteit in te bouwen. We gaan na dit eerste jaar kijken of dat genoeg is. Mocht dat niet zo zijn, dan moeten we serieus nadenken over aanvullende maatregelen om die flexibiliteit toch te garanderen.”Lemmens is dit jaar ook aangelopen tegen wat hij het kip-of-het-ei-probleem noemt. “Eerst stel je vast in welk kwartiel je de vakken gaat aanbieden. Die informatie belandt in de vakkengids en met die informatie gaan studenten aan de slag. Mocht blijken dat iets niet past, dan kun je kijken of je een bepaald vak in een ander timeslot kunt aanbieden. Daar zul je echter weer andere studenten mee treffen, die zich hadden ingesteld op het bestaande rooster. Hiermee moeten we de komende jaren nog meer ervaring opdoen.”

Interview | Han Konings Foto | Bart van Overbeeke

Al bijna twee jaar is hij de kartrekker en het boegbeeld van het Bachelor College. Het eerste jaar van deze ingrijpende onderwijsvernieuwing zit er bijna op. Dean Lex Lemmens is tevreden. “Alle betrokkenen hebben een enorme prestatie

geleverd en de koers voor de komende twee jaar ligt ook vast.” Dat het nieuwe model een schoolsere aanpak van het onderwijs

heeft opgeleverd, noemt hij onvermijdelijk. Het morrelen aan de uitgangspunten ervan, acht hij onwenselijk. “Tien varianten

van een basisvak willen we niet.”

“Er is flexibi- liteit tot op zekere hoogte”

Lex Lemmens, dean van het Bachelor College:

“Ik heb heel lang over alles getwijfeld. Ik ben altijd een bètameisje geweest, op het vwo neigde ik vooral naar geneeskunde, biomedische technologie en dergelijke, maar ik ben ook gaan kijken bij opleidingen als Media & Cultuur en Theater-, Film- en Televisiewetenschappen. De combinatie van technologie en psychologie bij Technische Innovatiewetenschappen gaf de doorslag.”

“De ruimte voor keuzevakken binnen het Bachelor College vind ik positief. Het lijkt me dan ook leuk om elders het een en ander mee te pikken, maar niet té veel. Deze opleiding is al redelijk breed; ik ben bang dat het een beetje los zand wordt als ik er teveel aan andere faculteiten bij ga doen.”

“De basisvakken zijn misschien niet altijd de leukste of makkelijkste vakken, maar ze horen wel aan een TU thuis. Als die vakken niet verplicht zouden zijn, zou niemand ze volgens mij nog kiezen. Ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten van de USE-vakken (User, Society en Enterprise, red.), maar het nadenken en praten over bijvoorbeeld ethiek vind ik wel een basis die elke ingenieur nodig heeft.”

“Na het eerste kwartiel had ik in eerste instantie maar vijf van de vijftien studiepunten gehaald. De TU is écht even wennen; de colleges waarbij je zelf maar moet zien wat je met de informatie doet, het hoge tempo, het feit dat alles in het Engels is… Ik had echt zó mijn best gedaan, dus die vijf studiepunten waren best een klap.”

“Het is fijn dat je in het eerste jaar nu standaard maar drie vakken per kwartiel hebt -voorheen vijf- waarop je je kunt focussen. De tussentoetsen zijn ook prettig, die hebben mij echt wel geholpen. En ze tellen voor een groot deel mee in je eindscore; niet alles hangt af van het laatste tentamen.”

“Je merkt wel dat nog niet alles helemaal loopt en dat ook docenten nog zoekende zijn. Binnen de major kun je bijvoorbeeld kiezen uit een aantal leerlijnen, maar hoe dat precies zit, is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Ook merk je dat docenten bijvoorbeeld nog moeten wennen aan het werken met clickers tijdens een college.”

“Die vijf studiepunten na het eerste kwartiel waren best een klap”Jorine de Koning, eerstejaars Psychology and Technology (Technische Innovatiewetenschappen / IE&IS)

Lees verder op pagina 14 >

14 | Bachelor College 6 juni 2013

Een ander belangrijk streven bij het Bachelor College is om studenten direct aan het studeren te krijgen. “Kijkend naar het aantal studiepunten dat ze halen, gaat dat goed”, aldus Lemmens. “De studenten merken dat ze direct hard aan de slag moeten en zien daar ook het voordeel van in. Het helpt ze en maakt de overstap van vwo naar universiteit makkelijker. Maar sommige studenten noemen het hiermee ook schoolser dan ze hadden verwacht. Maar het is nu eenmaal nodig. Bij de niet-schoolse aanpak haalde 45 procent van de studenten hun bachelor binnen vier jaar en we moeten naar 70 procent. Dan moet je drastische dingen durven te doen. Als het in de toekomst niet meer nodig is, moeten we de verant-woordelijkheid voor het studeren weer bij de student neerleggen.”

Docentcoaches hebben studenten dit eerste jaar nadrukkelijk bijgestaan bij het bepalen van de richting die ze op willen. Volgens Lemmens zijn de docenten over het algemeen enthousiast over deze

nieuwe vorm van begeleiding. “Dat is niet zo vreemd, want ze hebben zich er zelf voor aangemeld. Ze waarderen het persoonlijke contact met studenten en zeggen zo ook beter zicht te hebben op het hele onderwijsprogramma. Maar we horen ook dat het veel extra tijd kost en dat het bovenop het al bestaande werk komt. Wat ze ook merken is dat coachen toch iets anders is dan informatie verstrekken. Docenten mopperen soms over een gebrek aan informatie, maar daarover zouden eigenlijk de studenten moeten klagen. Die moeten op zoek naar informatie en aan hun coach uitleggen waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt en hoe ze daartoe gekomen zijn. Aan dat proces werken we nog, maar ik vind dat de coaches het dit eerste jaar al uitstekend hebben gedaan.”

De studentmentoren, waar de ene opleiding al ervaring mee had en de andere dit jaar voor het eerst mee ging werken, hebben een divers takenpakket. Van wegwijs maken op de faculteit tot het aanleren van studievaardigheden. “Maar ze zorgen er ook voor dat deze nieuwe generatie studenten zich hier direct thuis voelt, ze bouwen voor hen een community. Dat is een heel belangrijke taak van de studentmentor.”Over de tussentoetsen en de kwaliteit van het onderwijs is het afgelopen jaar ook veel gediscussieerd. Lemmens: “Het effect dat we met de tussentoetsen

wilden bereiken, pakt uit zoals de adviesgroep had bedacht. Ze zetten studenten sneller aan het werk, geven de studenten sneller feedback en hebben tot hogere rendementen geleid. Bij sommige vakken werd echter zeer slecht gescoord bij de tussentoetsten. Als dat zich voordoet, moet je er direct iets aan doen, want anders missen ze hun doel. Docenten moeten daar nog het precieze gevoel voor ontwikkelen.”Bij de vijf basisvakken, zoals Calculus en Toegepaste Natuurwetenschappen, wordt gewerkt met een toegepaste en een formele variant. Volgens Lemmens was het op zich al een enorme klus om in minder dan een jaar tijd voor een heel grote groep studenten, die allemaal verschillend zijn, vijf basisvakken te maken. “Bij het opstellen en het kiezen van de juiste variant is het dit jaar nog zoeken geweest. Komend jaar moeten de kinderziektes eruit zijn.”

Ook de buitenwacht heeft dit jaar wel eens kritisch geoordeeld over het Bachelor College. De TU/e zou er het onderwijs mee willen versimpelen om zo de rendementen te kunnen verhogen. Lemmens meent dat aan die opvatting veel onbegrip ten grondslag ligt. “Je zou zelfs het tegenovergestelde mogen beweren. Met het basisvak Calculus voor alle studenten hebben we in eerste instantie zelfs een slachting aangericht onder de eerstejaars. Het is nu wel zo

dat de niet-technische vakken, die vroeger in de minor zaten, nu over de hele bachelor verspreid zitten. Je komt ze dus ook tegen in het eerste jaar. Maar dat heeft geen effect aan het eind van de opleiding. Ook dit eerste jaar moet een selectieve werking hebben voor de rest van de bachelor. Iemand die hier niet thuishoort, moet zich niet inschrijven voor het tweede jaar. En wie denkt dat wiskunde moeilijk is en psychologie makkelijk, moet eens naar de slagings-percentages van die vakken kijken. Die doen niet voor elkaar onder.”

Met de inzet van de clicker werden de eerstejaarsstudenten dit jaar nauwer betrokken bij de lesstof. Volgens Lemmens is er bij de studenten veel waardering voor. “Het enige kritiekpunt is dat hij te weinig is ingezet. De studenten vinden de clicker namelijk best duur. Docenten die hem gebruiken zijn er ook enthousiast over. Het houdt studenten ook tijdens het zevende en achtste uur betrokken bij het college. Maar zoals gezegd werkt nog lang niet

iedereen ermee. Gelukkig oriënteert een grote groep docenten zich er op dit moment wel op.”

Clickers worden ook ingezet bij toetsen. Als daarbij gefraudeerd wordt, vindt Lemmens dat de fraudeurs keihard moeten worden aangepakt. “Degenen die we betrappen, moeten we direct streng straffen. Je kunt ze in het uiterste geval een jaar uitsluiten van het volgen van onderwijs. Dan laat de rest het wel uit hun hoofd om het ook te doen. Ook zijn we een app aan het ontwikkelen die een scan maakt van de clicker en die een foto van de betreffende student laat zien. Steekproefsgewijs zou je dan per toets zo’n twintig studenten kunnen controleren.”Studenten hebben binnen het Bachelor College ruim de mogelijkheid om keuzevakken buiten de eigen opleiding te kiezen. Lemmens is tevreden over de wijze waarop dat dit jaar plaatsvindt. “Het is goed om te zien dat toch het merendeel kiest voor verdieping binnen de eigen opleiding. De verhouding ligt nu op 80 procent verdieping, 20 procent verbreding. Ik verwacht dat het op termijn nog zal wijzigen in 70-30 tot 60-40 en dan vind ik het ook wel genoeg. Het is belangrijk dat nog altijd een flink deel van de studenten kiest voor verdieping.”De verhoging van de norm van het bindend studieadvies komend jaar van 30 naar 40 studiepunten, en een jaar

“Dit is een heel gecombineerde studie, met onder andere wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie. Dat vind ik interessanter dan dat je je vijf jaar lang met hetzelfde bezighoudt.”

“Door het Bachelor College heb je als student meer inbreng in je studieprogramma en dat is natuurlijk altijd goed. Het hele curriculum is daar nu voor omgebouwd, maar of alles uit de oude structuur in het nieuwe systeem in gelijke mate terugkomt, zal moeten blijken. Zelf ga ik wel wat verbreding zoeken, ik wil mijn opties openhouden. In het tweede kwartiel heb ik bijvoorbeeld mijn OGO-project bij BMT gedaan, evenals het vak Bio-informatica.”

“Het algemene probleem met de basisvakken is enerzijds dat ze te massaal zijn, anderzijds dat er zoveel varianten van zijn dat het eigenlijk al niet echt een basisvak meer is, zoals bij Modelleren. Daarbij lijkt de controle op het vak kwijt te zijn. Er zijn hoorcolleges, specifieke colleges, groeps-opdrachten en individuele opdrachten en tussen die vier heb ik nog nergens een verband kunnen ontdekken. Ik zou zeggen: breng die basisvakken onder bij de faculteiten zelf.”

“We hebben redelijk wat gedoe gehad met de OGO’s in het tweede kwartiel. In het oude systeem ging daar het vak Bio-informatica aan vooraf. Dit vak is nu, in het Bachelor College, verplaatst naar het derde kwartiel, waardoor BMT-studenten voor hun gevoel totaal onvoorbereid aan hun OGO moesten beginnen.De problemen waar studenten zo nu en dan tegenaan lopen, zijn allemaal niet onoverkomelijk; het meeste wordt met wat aanpassingen wel opgelost. Maar ik denk wel eens dat het Bachelor College misschien te snel is ingevoerd, het is niet allemaal even goed doordacht. Studenten, begeleiders, coaches, het bestuur - iedereen moet er duidelijk zijn weg nog in vinden en vooral bij BMT heb ik het idee dat veel mensen het gevoel hebben dat het systeem een beetje aan hen is opgedrongen. Er straalt soms weinig plezier vanaf.”

“Breng de basisvakken onder bij de faculteiten zelf”Marc Vervuurt | eerstejaars Medische Wetenschappen en Technologie (Biomedische Technologie)

“Coachen is iets anders dan informatie verstrekken”

“Wie betrapt wordt op fraude, wordt streng gestraft”

Vervolg interview Lex Lemmens >

Bachelor College | 15 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

later naar 45 punten, zal volgens Lemmens geen problemen opleveren. “Maar we moeten wel goed in de gaten houden of studenten dan nog tijd hebben voor het doen van activiteiten bij een vereniging. Want die zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat een student zich onderdeel voelt van een gemeenschap. Dat gevoel kan heel bepalend zijn voor het studiesucces. Zeker voor mensen die nog thuis wonen.”

Het eerste jaar overziend is Lemmens over het algemeen tevreden over het verloop. “Ook de middelbare scholen zijn enthousiast, de decanen daar zijn vaak verrast over onze nieuwe aanpak, en er is veel lof.” Bij de faculteiten bespeurt Lemmens wel de neiging om terug te schieten in de oude vorm. “Die krachten zijn sterk aanwezig binnen de TU/e. Neem bijvoorbeeld de vijf basisvakken. Die zijn bedoeld als basis van het ingenieurschap, zowel voor de major als voor de keuzeruimte. Veel faculteiten willen die vakken echter vooral zien als de basis voor hún major.

Daarmee dreigen we tien verschillende varianten van de basisvakken te krijgen. Dat moet niet. Ook zijn er opleidingen waarbij men zich afvraagt wat hun studenten moeten met een bepaald basisvak. Industrial Design stelt die vraag in verband met Calculus, en bij Technische Bedrijfskunde betreft het Toegepaste Natuurwetenschappen. Dat leidt tot spannende discussies, maar we moeten wel vasthouden aan de uitgangspunten van het Bachelor College en ook blijven uitleggen waarom we dat doen. Want als opleidingen bepaalde vakken negatief gaan benaderen, zullen de studenten ze uiteindelijk ook minder waarderen. Ook bij de USE-vakken speelt dit probleem. Daar gaat het om vragen als ‘zijn die wel technisch genoeg?’, of ‘waarom kan ik niet alleen mijn eigen vakken geven?’.” Voor Lemmens breken spannende tijden aan. “Ik ben heel benieuwd wat de studenten voor de komende jaren gaan kiezen en of ze daar dan ook gelukkig mee zijn. Een andere belangrijke vraag is: gaan ze het tempo van het eerste jaar volhouden? Want de neiging om in het tweede jaar de teugels wat te laten vieren, ligt levensgroot op de loer. Daar moeten we alert op zijn.” Dat in 2014 de eerste twee jaren van de oude bacheloropleiding komen te vervallen, zal heel wat druk van de ketel halen bij de docenten, verwacht

Lemmens. Want nu moet naast het Bachelor College ook dat oude onderwijsprogramma nog in de lucht gehouden worden.

“Vanaf mijn veertiende, vijftiende wilde ik architect worden. Ik ben uiteindelijk dan ook Bouwkunde gaan studeren aan de TU/e, maar dit bleek uiteindelijk niet helemaal wat ik ervan verwachtte. Ik bleek zelf ook gewoon minder creatief dan ik altijd had gedacht. Het menselijk lichaam heeft me ook altijd geïnteresseerd. Vorig jaar heb ik voor mijn minor een half jaar bij Biomedische Technologie in Enschede gestudeerd; niet lang daarna heb ik de knoop doorgehakt om hier aan de TU/e over te stappen naar BMT.”

“De keuzeruimte in het Bachelor College spreekt me wel aan. Zelf vind ik kennelijk veel verschillende dingen leuk, dat blijkt wel uit mijn overstap - dan is het goed om ook aan andere faculteiten vakken te kunnen volgen. Ik denk dus dat ik wel wat verbreding ga zoeken, vooral met wiskundige en natuurkundige vakken. Extra kennis op die gebieden is nooit weg.”

“Het idee van de basisvakken is wel goed. Het is belangrijk om een bepaalde basiskennis te hebben en daarop als ingenieur te kunnen voortborduren. Vooral bij Natuurwetenschappen merkte je wel dat het allemaal erg grootschalig is opgezet, er is weinig ruimte voor flexibiliteit. En met 350, 400 man in een collegezaal zitten, is écht niet chill, het is heel rumoerig. Eerstejaars moeten vaak ook nog een beetje wennen aan zo’n college; het was soms echt een beetje kinderlijk hoe een docent de zaal tot de orde moest roepen.”

“Ik weet nog niet zo goed wat ik moet verwachten van de USE-vakken. Ik snap dat ze er moeten zijn, voor de maatschappelijke relevantie. Maar ik denk dat de gemiddelde student denkt: ‘wat móet ik ermee?’.”

“Je merkt wel dat er nog kinderziektes zijn in het Bachelor College, dat ook docenten en coaches vaak nog niet helemaal op de hoogte zijn, dat niet helder is wat verschillende leerlijnen bijvoorbeeld inhouden. Of we proefkonijnen zijn? Zelf schiet ik niet meer zo snel in de stress, maar ik kan me voorstellen dat nieuwkomers dat wel een beetje zo ervaren, ja.”

“De universiteit had kunnen wachten met de invoering van het Bachelor College, maar eigenlijk denk ik dat docenten -net als studenten- deadlinewerkers zijn en dat ze volgend jaar tegen hetzelfde tijdgebrek waren aangelopen. Nu zijn ze een beetje geprikkeld door de stroomversnelling waarin het Bachelor College is gekomen.”

“Docenten nu wel geprikkeld door stroomversnelling Bachelor College”Eveline van Wijnen, eerstejaars Biomedische Technologie, stapte over van Bouwkunde

“Er bestaat de neiging terug te schieten in de oude vorm”

Het Bachelor College en Industrial DesignVanuit de faculteit Industrial Design was de weerstand tegen het Bachelor College het hevigst. Volgens Lemmens komt dat omdat er aan de TU/e eigenlijk twee onderwijssystemen bestaan: het model van ID en dat van de rest. Lemmens: “In het Bachelor College komen die twee systemen elkaar nu tegen. ID heeft gelijk als ze stellen dat voor hen nog heel wat zaken beter geregeld moeten worden, met name rond de basisvakken. Maar anderszins zijn ze deel van onze universiteit en gelden voor hen dezelfde regels. Eerst was men vooral tegen, maar in de tweede helft van het jaar is men meer gaan meedenken aan oplossingen. Dan moeten wij van onze kant ook bereid zijn om na te denken over hoe bijvoorbeeld een vak als Calculus geschikt gemaakt kan worden voor hun studenten. Dat is een kwestie van passen en meten.” “Het grootste probleem bij ID was dit jaar terug te voeren op hun voorlichting in aanloop naar het Bachelor College. Ze zijn de studie-kiezers heel lang blijven vertellen dat hun onderwijsmodel wezenlijk afwijkt van dat van de rest van de TU/e. Geen tentamens, geen colleges. Daar zijn uiteindelijk heel wat studenten in teleurgesteld. Die waren daar specifiek op afgekomen en kregen toen iets wat ze niet verwacht hadden. Dit jaar gaat dat gelukkig veel beter, maar we zullen er binnen diverse gremia nog goed over moeten praten. Want, eerlijk is eerlijk, ooit is besloten om ID met een eigen onderwijsmodel aan de slag te laten gaan. Als je daar nu vanaf wil, zou ID weer helemaal vanaf de grond moeten worden opgebouwd.”

Het Onderwijs Management Team -met daarin rector Hans van Duijn, dean Lex Lemmens, dr. Karen Ali en prof.dr. Hans Niemantsverdriet- heeft voor 2013 een budget van 500.000 euro voor het zogenoemde Disseminatiefonds. Het is beschikbaar voor de uitrol van bestaande ideeën van docenten, binnen het programma ict in onderwijs (PICTO). Een voorbeeld hiervan is het idee van Werktuigbouwkundedocent Joris Remmers.

16 | Bachelor College 6 juni 2013

“Ik wist al vroeg dat ik iets in de logistiek wilde gaan doen. Dat wil zeggen: ik wilde altijd vrachtwagenchauffeur worden, totdat ik erachter kwam dat ik met het vwo nog veel méér dingen kon doen. De Universiteit Twente was voor mij, komend vanuit de Achterhoek, dichterbij geweest, maar bij Technische Bedrijfskunde aan de TU/e ligt meer nadruk op het logistieke aspect. En ik vind de sfeer hier gemoedelijker.”

“Aan het begin van het jaar waren er veel onduidelijkheden. We moesten bijvoorbeeld onze keuzevakken voor het tweede en vierde kwartiel al kiezen, maar nog niet alle keuzevakken waren op dat moment bekend - of het was in elk geval nog niet duidelijk hoe die vakken eruit zouden gaan zien. Sommige docenten hebben een en ander misschien ook wel een beetje onderschat; hebben zich verkeken op hoeveel tijd het hervormen van een vak kost. En ze zijn misschien ook niet optimaal voorgelicht. Maar in grote lijnen is de uitvoering volgens mij wel goed gegaan. Ik vind het ook goed dat de TU/e met het Bachelor College is gestart; er móest iets gebeuren, onder meer kijkend naar de afspraken met de overheid over hogere studierendementen.”

“De globale opzet van het Bachelor College vind ik goed, wel had er van mij nog wel iets meer keuzeruimte in het eerste jaar mogen zitten - ook om studenten te triggeren om goed na te denken over de inrichting van hun studie. Zelf heb ik vooralsnog vooral gekozen voor verdieping. In het tweede kwartiel heb ik bijvoorbeeld het keuzevak Inleiding Technische Bedrijfskunde gedaan, eigenlijk een overview van de opleiding. Het leek me bij de start verstandiger om eerst wat meer te weten te komen binnen mijn eigen faculteit.”

“Op zich is het goed dat studenten meteen wat breder worden opgeleid, maar aan de inhoud van de basisvakken kan hier en daar nog wel wat worden verbeterd. Je hebt bijvoorbeeld Calculus A en B; voor een deel van de studies heb je de ene variant nodig, voor het andere deel de andere. Maar er zou ook nog wel een tussenvorm kunnen komen.”

“Het is wel prettig dat je als student in het Bachelor College goed wordt begeleid en niet meteen in het diepe wordt gegooid. Minpunt daarvan is dat je eigenlijk ook niet echt wordt losgelaten. Betuttelend zou ik het niet willen noemen, maar het neemt het universitaire karakter wel een beetje weg.”

“Sommige docenten hebben het Bachelor College onderschat”Lucas Otten, eerstejaars Technische Bedrijfskunde

Stimuleren van mooie onderwijsinitiatieven mag wat kosten

Onderbuikgevoel is passé

Om een objectieve beoordeling te kunnen geven aan verslagen van Werktuigbouwkundestudenten in plaats van het onderbuikgevoel om te zetten in een cijfer, heeft Joris Remmers samen met Sonja Gomez van TEACH de methode ‘Rubrics’ van stal gehaald. Het is een bestaande standaard voor moeilijk te beoordelen vaardigheden. Universitair docent Remmers: “Het is eigenlijk heel simpel: je zet op een A4’tje criteria, niveaus en beschrijvingen en je vult behaalde waarden in. De drempel is dat iedere docent zijn eigen rubric moet ontwerpen. Voordeel is dat je adequate feedback kunt geven aan studenten en dat eerstejaars de rubric zelfs als checklist kunnen gebruiken vóór ze iets inleveren.”

Rubrics zijn tabellen waarbij vier kolommen vier niveaus aangeven en de rijen een deelaspect behandelen. Iedere cel bevat een beschrijving in woorden. Het is mogelijk om aan iedere cel een aantal punten toe te kennen, waarbij uiteindelijk het totaal behaalde punten omgerekend kan worden tot een cijfer in percentages (gebruikelijk in de VS) of een tienpunts-schaal. Het voordeel van rubrics is dat dit digitaal is en dat het docenten veel tijd scheelt bij het nakijken en iedere beoordelaar dezelfde systematiek gebruikt.In het Bachelor College moeten studenten een dossier ‘professionele vaardigheden’ aanleggen. Remmers ziet een rol voor rubrics. “Het mooiste is het wanneer iedere docent deze kan invullen via een app”, zo hield Remmers zijn collega’s en STU-medewerkers voor op de onderwijsdag van Werktuigbouwkunde. STU-medewerker Lieke Bezemer laat desgevraagd weten dat er binnenkort zo’n applicatie wordt aangeboden door PICTO (programma ict in onderwijs). Dan kan het TU/e-breed worden gebruikt.

De TU/e heeft wat over voor het verbeteren van haar onderwijs. Er zijn drie verschillende potjes waarop docenten aanspraak kunnen maken: het Advanced Academic Teaching programma voor de ontwikkeling van de individuele docent, het Innovatiefonds voor docenten die willen pionieren en het Disseminatiefonds waarmee ict-oplossingen in

het onderwijs toegankelijk worden gemaakt voor alle docenten. Zo wordt het mogelijk studenten verslagen minder subjectief te beoordelen, gaming een wezenlijk onderdeel

te maken van de leerstof en clickers veilig te gebruiken als toetsinstrument.

De onderwijsmaker

Universitair hoofddocent Richard Engeln wist niet goed waar hij aan begon toen hij toezegde om Toegepaste Natuurwetenschappen (TNW) te organ-iseren voor 1.350 eerstejaars. Hij kijkt er met plezier op terug “het docen-tenteam heeft vanaf het begin goed geopereerd”, maar drie maanden lang heeft hij bijna niets aan onderzoek kunnen doen, was hij zeven dagen in de week op organisatorisch vlak bezig met TNW. Terugkijkend vindt hij dat het vak in te grote groepen gegeven werd aan te heterogene groepen. Zelf gaf hij les aan studenten van vier verschillende faculteiten.

Heel duidelijk weet hij wat er volgend jaar anders moet: “Er moeten twee docenten bij. Dan krijg je kleinere én homogenere groepen. Ook zijn er twee faculteiten die een andere variant zouden moeten kiezen. Technische Bedrijfskundestudenten deden dit jaar de formele variant, terwijl dat te zwaar was. De studenten Software Science en Web Science zaten bij de conceptuele variant en dat was eigenlijk te makkelijk voor ze.” Een aanpassing heeft hij al na een collegeweek doorgevoerd. Na drie uur college was het de bedoeling dat studenten in de zaal een toets zouden maken over de stof. Hiermee wilde Engeln de voorbereiding stimuleren. Maar het bleek te veel gevraagd. Na die eerste week is besloten dat de toets thuis kon worden gemaakt en dat daar een week tijd voor was. Deze wijziging gaf veel stress bij de studenten waar Engeln wijze lessen uit trekt. Twee tips voor collega-docenten: “Een: Communiceer niet per mail met grote groepen studenten. Zet het in Oase, dan worden studenten automa-tisch geattendeerd. Twee: Maak de studeerwijzer niet langer dan een A4.” Zuchtend: “Hoe vaak ik studenten niet terug heb moeten mailen dat het antwoord op hun vraag op pagina 4 staat.”

Interviews | Norbine Schalij

Het Advanced Academic Teaching (AAT-)programma is een stimulering vanuit Dienst Personeel en Organisatie ter stimulering van docentontwikkeling. Hier heeft het College van Bestuur 200.000 euro voor uitgetrokken. Henk Schellen is een van de indieners van een AAT-voorstel.

Het programmateam PICTO (een samenwerking van DPO/TEACH, Dienst ICT, STU, ESoE, BC en CEC) houdt zich dit en komend collegejaar bezig met de onderwijsvernieuwingen op het vlak van ict. Hun doel is één loket te vormen voor docenten waar zij terecht kunnen voor ict in onderwijs en ict-vernieuwing. Dat loket komt er in digitale vorm en indien nodig ook in fysieke vorm met een helpdesk en een persoon die de telefoon opneemt. Het is de bedoeling dat de website van PICTO deze zomer in de lucht is. Momenteel houdt PICTO zich onder andere bezig met clickers en weblectures.

Bachelor College | 17 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Tijdens de ‘intake’ hier is wel iets gezegd over het Bachelor College, maar dat kwam neer op: ‘je krijgt misschien iets meer wiskunde en natuurkunde, maar maak je daar maar geen zorgen over’. Ik kreeg het gevoel dat het om een uurtje in de week extra ging; het werd eigenlijk een beetje weggewuifd.”

“ID is een beetje een aparte opleiding, met een afwijkend onderwijssysteem waarvoor jaren gevochten is. Je kunt zo’n systeem in mijn ogen dan ook niet ‘zomaar even’ veranderen. Het Bachelor College lijkt daar een beetje náást te zijn gezet; voor veel studenten voelt het als iets op zichzelf staands, niet als deel van de opleiding waarvoor ze hebben gekozen. Dat wordt versterkt doordat er weinig tot geen link is tussen de basisvakken van het Bachelor College en de opleiding.”

“Vooral bij Calculus hadden veel studenten moeite met het tempo van de colleges; er werd echt snel door de stof heen geramd en dan ook nog in het Engels. Dat lukt wel, maar je bent toch met een nieuw vak bezig en dan is het best even pittig. Natuurwetenschappen was beter te doen, maar ik vond die colleges een beetje onnodig. De grote openingscolleges in de kantine waren leuk, maar de rest van de colleges zaten we alsnog een beetje naar het bord te staren; het was een beetje eenrichtingsverkeer. Op een gegeven moment kwamen de clickers in beeld - op zich leuk, dat geeft wat meer interactie, maar in de praktijk leidde het tot een gigantische chaos en veel rumoer.”

“Ook voor de coaches bij ID is het Bachelor College nieuw; voor mijn gevoel wisten ze hier weinig van wat het nieuwe systeem zou gaan inhouden. Er is dan ook veel miscommunicatie; ook krijgen we wel eens informatie die niet lang daarna weer verandert. Met een groep studenten hebben we daarom de P-raad (propedeuse-raad, red.) opgezet in een poging om, in gesprekken met het faculteitsbestuur, meer informatie en opheldering te krijgen over het Bachelor College.”

“De druk bij ID is hoog, er wordt veel van studenten verwacht. Er gaat veel tijd zitten in projecten en assignments, intussen schrijf je reflecties en daarnaast werk je aan je showcase: een portfolio, eigenlijk de belangrijkste opdracht hier tijdens je studie, waarin je laat zien hoe je jezelf ontwikkeld hebt. De vakken van het Bachelor College zijn daar eigenlijk gewoon bovenop gekomen. Ik geloof dat er in het kader van het Bachelor College één assignment per jaar vanaf is gehaald, maar dat staat niet in verhouding tot de tijd die het nieuwe systeem méér kost. Ik ben vol gas aan het werk om alles te halen, eigenlijk vooral om maar zo snel mogelijk van het Bachelor College verlost te zijn.”

Interviews | Monique van de VenFoto’s | Bart van Overbeeke

“Bachelor College werd bij ID een beetje weggewuifd”Sven Ebens, eerstejaars Industrial Design

Van moeizame start tot waardevolle interactie

Het werken met de clickers vergde wel wat oefening, erkent UHD Bouwkunde Henk Schellen. “De software werkte in eerste instantie niet naar behoren, wat in het begin tot de nodige hilariteit leidde, zeker bij het gebruik van de clickers als toetsmedium. Mijn conclusie nu: clickers moeten niet gebruikt worden bij toetsen, maar ze zijn fantastisch om interactie met studenten te krijgen. Vroeger had ik ook wetenschapsquizzen in mijn colleges bouwfysica. Dat ging met hand opsteken. Nu kunnen we veel uitgebreider bevragen. Van de honderdtachtig studenten geeft negentig procent respons. Omdat we het linken aan powerpoint komen er grafieken met de verdeling van de antwoorden. Het is interessant wanneer veel studenten hetzelfde foute antwoord geven. Dan kun je dat terugkoppelen en bespreken.”

Clickers als digitaal toetsinstrument

In de U-raadsvergadering van 25 april vroeg Groep-één ‘of het maken van toetsen met een clicker niet fraudegevoelig is’. Zij denkt dat af (laten) kijken heel makkelijk is en dat het mogelijk is een clicker van een ander/door een ander te laten gebruiken. Dean Lex Lemmens antwoordde dat hij twee gevallen kent waarbij een docent kon zien dat er meer clickers in de zaal waren dan studenten. Die tussentoetsen werden afgelast. Lemmens: “Met clickers kun je zorgen dat iedere student een ander tentamen krijgt. We zijn aan het kijken of we een app of scanner kunnen ontwikkelen om te zien of de clicker die de student gebruikt ook van hemzelf is. Frauderen bij tussentoetsen met een clicker kan uitsluiting betekenen van de rest van de studie.”Floris Verhagen is projectleider ‘Clickers als digitaal toetsinstrument’ bij PICTO. “We hebben inmiddels, door gesprekken met docenten, goed zicht op wat nodig is. Momenteel zijn we bezig met marktonderzoek, eind juni is er meer duidelijk-heid of we iets kunnen kopen of dat we zelf iets bouwen. We denken aan een scanner waarmee docenten of studenten-assistenten steekproefsgewijs controleren. Dat kan met een app in diens mobiele telefoon of met een handheld scanner.”

In het project weblectures worden de videocolleges die de TU/e kent op totaal nieuwe wijze gemaakt en ingezet. Er komt een script van een heuse regisseur en docenten krijgen mediatraining alvorens zij voor de camera kruipen. “De filmpjes worden niet gemaakt tijdens een college in een volle zaal maar er worden korte filmpjes opgenomen van twee tot vijftien minuten waarin een theorie verduidelijkt wordt of een moeilijke formule aan de hand van een opgave wordt uitgelegd”, zegt onderwijskundige Hanneke Duisterwinkel. “Studenten kunnen die filmpjes thuis zien en de docent kan in het college verder gaan met de stof. Zo wordt het onderwijs echt anders.”De colleges die tot nu opgeslagen zijn op videocollege.tue.nl zijn weergaven van complete collegereeksen die de TU/e opneemt met zes camerasets. STU overlegt samen met opleidingsdirecteuren welke colleges geschikt zijn. Ze moeten in ieder geval drie jaar houdbaar zijn en er worden alleen hoorcolleges opgenomen, geen instructies of werkcolleges.

Dertigduizend euro voor gamification

Dr.ir. Henk Schellen, UHD Bouwfysica monumenten, ontving begin dit jaar een mail van het College van Bestuur met een ‘call for proposal’ voor het Advanced Academic Teaching-programma in 2013. Docenten werden uitgenodigd hun eigen professionalisering een impuls te geven en subsidie ter grootte van twintig- tot vijftigduizend euro aan te vragen voor individuele voorstellen.

Geen haar op Schellens hoofd die twijfelde of hij daaraan gehoor moest geven. “Daar moet ik aan meedoen, wist ik meteen. Vanaf 1983 werk ik aan de TU/e en ik heb al heel wat onderwijsvernieuwingen meegemaakt. Je deed ze altijd voor je eigen studenten, in je eigen tijd en het betekende altijd extra werk. Nu is het de eerste keer dat ik meemaak dat er geld voor is en dat mijn plan wat kan betekenen voor meer dan Bouwkundestudenten alleen.” Wat Schellen erg charmeert is de beloning in de vorm van een SKO-certificaat. Wie zijn plannen succesvol uitvoert, heeft daarna waarschijnlijk een Senior Kwalificatie Onderwijs op zak. Er zijn dertien voorstellen ingediend en zes daarvan zijn direct gehonoreerd. Het goedgekeurde voorstel van Schellen is tweeledig. Samengevat: “Ik wil de webapplicatie die we bij Toegepaste Natuurwetenschappen gebruiken inzetten bij Bouwfysicavakken om zo dezelfde leerlijn te creëren. En ik wil studenten zelf experimenten laten doen. Dat is moeilijk met elfhonderd personen tegelijk en daarom wil ik onderzoeken of het experiment als spel-element via digitale weg kan worden ingebracht. Samen met onder-wijskundigen van de TU/e zoek ik een onderwijskundige evaluatie van deze ‘gamification’.” De dertigduizend euro die de UHD daarvoor mag gebruiken gaan op aan vervanging van hemzelf voor een dag in de week, salaris voor een student-assistent, cadeaubonnen voor pilotstudenten en reiskosten voor bezoeken naar ervaringsdeskundigen. “Het heeft iets van een sabbatical.”

Naast het voorstel van Henk Schellen zijn direct gehonoreerd:• Hans Cuypers: ACTION, activerende casts in technisch onderwijs.• Hans Sterk: Constructie van kennis.• Michel Westenberg: Informatica interactief.• Kees Huizing: Diversificatie van programmeeronderwijs.• Koo Rijpkema: You R so you are.

Na aanvulling en toelichting zijn in tweede instantie ook gehonoreerd:• Faas Moonen: Activerende werk-, toets- en begeleidingsvormen bij OGO.• Niek Lopez Cardozo: A professional competence development tracking system.

18 | Bachelor College 6 juni 2013

A B

CCOACH | Elke student binnen het Bachelor

College, ook de excellente, krijgt een coach.

Het is iemand die vraagt welke kant je op wil,

wat je uitdagend vindt, of je al bij een andere

opleiding hebt gekeken. Op bepaalde keuze-

momenten spreekt de coach met de hele

groep, maar er vinden ook individuele

gesprekken plaats.

BASISVAKKEN | Vormen de basis van het

ingenieurschap, zijn er in enkele varianten en zijn

verplicht voor alle eerstejaars: Calculus, Toegepaste

Natuurwetenschappen, Modelleren, Ontwerpen en

Professionele vaardigheden (onder meer schrijven,

reflecteren, plannen en omgaan met wetenschappelijke

informatie).

AANPOTEN | Het omvormingsproces naar

het Bachelor College heeft onder grote tijdsdruk

plaatsgevonden. Collegevoorzitter Arno Peels in

juni 2012: “Daar hebben we bewust voor gekozen,

want als we het met nog een jaar hadden uitgesteld

tot september 2013, had men in de organisatie de urgentie veel minder sterk gevoeld.” D

EDESIGN | Een van de

zes basisvakken binnen het

Bachelor College. Wordt

ingevuld door de faculteiten

Industrial Design, Werktuig-

bouwkunde en Bouwkunde.

EEN LEKKER GEBAKJE | Daarmee werd op 10 september 2012 het begin van het Bachelor College gevierd.

GGRADUATE SCHOOL | Het vervolg op het Bachelor College. Wordt aan gewerkt, sinds april onder leiding van Hans Niemands-verdriet die we kennen als oud-decaan Scheikundige Technologie.

IINTAKE | Studenten die aan het

Bachelor College willen beginnen, moeten

vanaf 2014 intakegesprekken voeren die

gekoppeld worden aan meeloopdagen.

J‘JOUW KEUZE’ | In het BC ligt de

nadruk op eigen wensen. Met keuzevakken

is een verbreding of verdieping van het

studiepakket te realiseren. De vrije ruimte

die bachelors zelf mogen invullen bestaat

uit 45 studiepunten, waarvan 10 in het

eerste jaar.

KKINDERZIEKTEN | Zo noemde het

CvB de problemen die ontstonden doordat

groepen studenten groter zijn dan het aantal

zitplaatsen in de grootste collegezaal van de

TU/e (zaal 3 Auditorium met 300 stoelen).

NNIEUWE VAKKEN | Om een veelzijdige

ingenieur te worden is het goed enig psychologisch

inzicht te verkrijgen, denkt de TU/e. Alle eerstejaars

hebben dan ook de mogelijkheid om te kiezen voor

psychologievakken als ‘Brain, body and behavior’

en ‘Consumer behavior and social psychologie’ die

door IE&IS worden verzorgd.MMISKUNDE | Het basisvak Calculus leverde

ondanks intensieve inzet van tutors en een goed

gevoel onder docenten magere resultaten op bij

het eerste tentamen. Een pakket maatregelen was

nodig om studenten bij de herkansing in januari

beter te laten scoren.

HHORMONEN | ‘Een vleugje oestrogeen’

bespeurde columnist Alain Starke aan de campus,

omdat er maar liefst 53 procent meer meisjes zijn

begonnen aan de TU/e dit jaar. In totaal stegen de

aanmeldingen vergeleken met 2011 met 9,2 procent.

LLEX LEMMENS | Hoogste

baas van het Bachelor College, ook

wel dean genoemd. Liefhebber van

krokettenlunches met studenten om

met hen over het BC te praten.

FFOKKE EN SUKKE | zagen het wel zitten…

Bachelor College | 19 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Tekst | Norbine SchalijIllustratie | Sandor Paulus

O

JYYOU TUBE | Circa twintig

filmpjes zijn er op You Tube te

vinden over het Bachelor College

van de TU/e.

UUSE | User, Society and Enterprise. Er zijn tien leerlijnen ontwikkeld waaruit studenten kunnen kiezen. Op 25 april werden ze op de Keuzemarkt gepresenteerd.

WWEL TIJD VOOR COMMISSIES |

Dit collegejaar heeft de Cursor-redactie de studie-

verenigingen niet horen mopperen over een tekort

aan commissieleden. “De eerstejaars zijn lekker

actief”, zeggen ouderejaars bij meerdere verenigingen.

ZZWAARWEGENDE WOORDEN |

“De grootste revolutie op onderwijsgebied die de

TU/e in haar historie heeft meegemaakt.” Rector

Hans van Duijn gaf met deze woorden vorig jaar

juni gewicht aan het Bachelor College.

VVERHOGING RENDEMENT | Het is de bedoeling dat in 2015 tenminste 55 procent van de studenten binnen vier jaar klaar is met de bachelor. In 2011 lag dat percentage op 41. XX | Dikke kus voor de Clickers.

Persoonsgebonden stemkastjes

waarmee de colleges een stuk

interactiever zijn. Iedere BC’er heeft

er een aangeschaft voor 60 euro.

Zo’n 1.300 eerstejaars zijn dit jaar begonnen aan het Bachelor College van de TU/e. Meer dan zesduizend

ouderejaars hebben echter niets van doen met dit model. Voor hen leggen we deze ‘parel van onderwijsvernieuwing’

uit door 26 woorden op hun plaats te zetten.

TTNW | Een vak waarbij je de docent al

slingerend aan een hoogwerker moet volgen:

Toegepaste Natuurwetenschappen, een van de

zes basisvakken. Richard Engeln gaf voor de

colleges vaak een spectaculaire demonstratie.

RRECLAME OP TV | Ook via tv-reclame wierf de TU/e deelnemers voor het Bachelor College. Items van een halve minuut werden uitgezonden op jongerenzenders MTV, Comedy Central en TeenNick.

QQR-CODE | Alles lezen wat

Cursor schreef over het Bachelor

College? Scannen en lezen maar

in het dossier Bachelor College

op de Cursor-site.

www.cursor.tue.nl

Meer

info:

PPRIJS | De Beam your Dream-campagne die was opgezet om het Bachelor College te promoten, won de Communicatieprijs Brabant 2012 in de categorie meest effectieve campagne.

Eind mei kwam daar een SANaward bij.

SSTUDIEPUNTEN | In dit eerste jaar

van het Bachelor College ligt het Bindend

Studie Advies op 30 punten. Studenten die in

september van dit jaar beginnen, moeten al

40 punten halen en weer een collegejaar later

zit het BSA op 45 punten.

ONDERWIJS-

VERNIEUWING | Met quizzen,

clickers en andere speelse zaken proberen

docenten de bachelorstudenten bij de les

te houden.

Zie ook pagina’s 16 en 17.

20 | Focus 6 juni 2013

URE08: weinig kilo’s, veel temperament

Chassis | Door slim gebruik te maken van de sterke kanten van de materialen, kan URE een ontzettend licht, maar toch veilig chassis bouwen. Deze methode wordt al jaren door het team gebruikt, alleen dit jaar is het gehele chassis gemaakt van carbonfiber met een aluminium honingraatstructuur.

Tekst | Frits van OtterdijkFoto’s | Bart van Overbeeke en URE

Het was de laatste weken non-stop werken, tot diep in de nacht. Maar het is het studententeam University Racing Eindhoven (URE) toch gelukt om de deadline te halen. Op donderdag 30 mei kon de

nieuwste elektrische racewagen aan een groot publiek worden gepresenteerd in MetaForum: de URE08.

Het belangrijkste kenmerk van de snelle bolide is zijn lage gewicht. Volgens de constructeurs weegt de bolide minder dan honderdtachtig kilo. Dat is in tegenstelling tot zijn elektrisch aangedreven voorgangers een gewichtsbesparing van ongeveer zestig kilo. Teammanager Bram van de Schoot van het University Racingteam Eindhoven (URE): “Het gewicht is in het verleden nooit onze grootste zorg geweest omdat de racewagen dat op andere punten meer dan voldoende compenseerde. Dit jaar hebben we ons vooral gefocust op het bouwen van een lichtere versie. Iedereen van ons team heeft de opdracht gekregen om -waar mogelijk- gewicht te besparen. En daar zijn we aardig in geslaagd.”Volgens simulaties moet de wagen binnen drie seconden kunnen accelereren van nul naar honderd km/u. Met de overgenomen elektro-motor uit de URE07 (100kW en 136 pk) is een topsnelheid mogelijk van 135 km/u. De URE zal van 1 tot en met 4 augustus deelnemen aan een wedstrijd voor studententeams op het Duitse circuit Hockenheim. Van 29 augustus tot en met 1 september verschijnt de URE08 op de baan van het Circuit de Catalunya bij Barcelona. Het is na al het noeste werk de kers op de taart voor de studenten van diverse faculteiten van de TU/e, Fontys Hogescholen en HAN Hogeschool in Nijmegen/Arnhem.

http://universityracing.tue.nl/

Focus | 21 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

URE08: weinig kilo’s, veel temperament

Ophanging | Dit jaar is URE overgestapt van een zeer complexe multilink suspension naar een iets minder complexe double wishbone suspension. De reden hiervoor is om meer studenten kennis te geven over de suspension. Daarnaast heeft URE dit jaar Formule 1-schokdempers op zijn auto.

Wielen | De afslankoperatie heeft voor een groot deel te maken met sponsor en bandenleverancier Apollo. Vredestein is afgelopen jaar overgenomen door Apollo. Dit gaf URE de mogelijkheid om hun eigen ontworpen banden te verkleinen naar 10 inch. De keuze voor kleinere banden levert totaal een besparing op van zo’n twintig kilo. De eigen ontwikkelde Apollo R&D-banden maakt URE legendarisch in de competitie. Wereldwijd zijn er maar twee teams met eigen racebanden.

Accu’s | Het team is overgestapt op andere batterijcellen. Deze leveren meer energie per kilo. Schoon aan de haak levert dat circa veertien kilo gewichtsbesparing op.

22 | Universiteitsberichten 6 juni 2013

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar [email protected].

ALGEMEEN

CEC | Vacature Studententeam VoorlichtingBen jij bachelorstudent aan de TU/e en kun je enthousiast vertellen over je studie en onze universiteit? Dan is een bijbaan bij het Communicatie Expertise Centrum (CEC) misschien iets voor jou. Er zijn weer plaatsen beschikbaar in het Studententeam Voorlichting. Studenten uit dit team bezoeken regelmatig middelbare scholen om ervaringen te delen over studeren aan de TU/e. Ook helpen studentvoorlichters bij diverse voorlichtingsactiviteiten op de TU/e. De bijbaan is op oproepbasis en verdient ongeveer tien euro per uur. Het CEC is vooral op zoek naar eerste-jaarsstudenten uit het Bachelor College.Meer informatie is verkrijgbaar via [email protected] of via Marjan van Ganzenwinkel, telefoon 040 - 247 2226.

DPO / TEACH: teaching support for TU/e staff | Courses next academic yearActivating Teaching Methods ; Coaching Students; Competing for a Research Grant - your Presentation; Course Design; Creativity Techniques; Designing DBL projects; Evaluation and Reflection on Teaching; Follow Up Performance Skills; Performance Skills: Master Class (Eng); Personal Grants; Setting up and Giving Interactive Lectures to Large and Small Groups; Stemgebruik (NL); Subjective Assessments using Rubrics; Supervising Master Students; Supervis-ing Students in DBL groups (maatwerk); Supervising Students in FBP; Supervis-ing Students in Independent Learning; Supervising Students in Tutorgroups (maatwerk W&I); Supervision of PhD Students; Teaching across Cultures; Teaching and Learning in Higher Education; Theatervaardigheden in het Onderwijs (NL); Using Clickers in Teaching; Using Technology in Teaching; Voice Training; Written Examinations.

For all DPO/ Teach trainingMore information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl.Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge.Registration is open as from now!

DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students And for all PROOF courses see the website www.tue.nl/proof

CantaTU | Concert/open repetitie TU/e medewerkerskoor CantaTUHet koor CantaTU bestaat momenteel uit circa 25 leden, over het algemeen (ex-)medewerkers van de TU/e. Nieuwe leden zijn van harte welkom; je hoeft geen ervaren zanger te zijn om deel te nemen. CanaTU is op zoek naar uitbreiding van zangers in alle stemgroepen. Onder deskundige leiding van de dirigent Ruud Huijbregts wordt iedere maandag tijdens de lunchpauze gerepeteerd. Het afgelopen jaar bestond het repertoire uit liederen uit de bundel ‘Songbook Europa Cantat XVII’.Op maandag 24 juni houdt CantaTU van 12.45 tot 13.15 uur de Blauwe Zaal van het Auditorium een open repetitie.Meer informatie over het koor is te krijgen bij Jos Coenen ([email protected])

CantaTU | Concert / Open rehearsal TU/e employee choir CantaTU

The choir CantaTU have 25 members all (former) employees of the university.New member are very welcome; you don’t have to be an experienced singer to participate.The choir can use singers in all voice types.The director Ruud Huijbregts helps us to sing each Monday at lunch time a varied programme.Last year the repertoire consisted of music from the “Songbook Europa Cantat XVII”.

Monday June 24, CantaTU will perform an open rehearsal in the Blauwe Zaal of the Auditorium from 12.45 till 13.15 o’clock.The open rehearsal will be scheduled 12.30 - 13.30 o’clock.For more information about CantaTU please contact Jos Coenen [email protected]

STUDENT

Footloose | Showcase E-motionDe strijd van een schrijfster die zich in een writer’s block bevindt, is het onderwerp van de showcase ‘E-motion’ van Footloose, de Eindhovense Studenten Dans Vereniging. De schrijfster zal terechtkomen in een wervelwind in de vorm van dansen die haar en het publiek door allerlei emoties heen sleurt. De show zal bestaan uit verschillende acts, opgezet door zowel docenten als

leden, met dansers van alle niveaus en stijlen die samen de schrijfster weer in beweging willen krijgen.Plaats: Blauwe Zaal, TU/eDatum: 9 juni 2013Tijd: middagvoorstelling om 14:30 uur; avondvoorstelling 19:30 uurKaartverkoop: reserveren via [email protected] of op 9 juni aan de deurKosten: 4,00 euro voor (PhD-)studenten, 6,00 euro voor niet-studenten

IAESTE Nederland | Studenten gezocht voor Eindhovense tak IAESTEIAESTE Nederland is onderdeel van de ‘International Association for the Exchange of students for Technical Experience’, een studentenorganisatie die al vanaf 1948 stages in het buitenland faciliteert voor bèta- en technische studenten. De organisatie bevindt zich wereldwijd in 85 landen en sinds twee jaar is IAESTE Nederland weer terug van weggeweest. IAESTE is in Utrecht opgezet door vier studenten. Inmiddels zijn we met ruim 25 studenten die het bestuurs- en commissiewerk op zich nemen. Maar IAESTE gaat uitbre-iden! Ben jij geïnteresseerd in het opzetten van IAESTE Eindhoven samen met drie andere studenten? Kom dan maandag 10 juni naar de informa-tielunch op de TU/e. Voor meer informatie kun je mailen naar [email protected] of onze site bezoeken: http://iaestenederland.nl/.

DIVERSEN

SPAFF | Science Park Amsterdam Film Festival zoekt korte studentenfilmsVan 12 t/m 15 september aanstaande vindt op Science Park Amsterdam de

tweede editie plaats van SPAFF (het Science Park Amsterdam Film Festival). De organisatie van SPAFF nodigt bèta studenten, die aan een Nederlandse universiteit studeren, uit om korte, zelfgemaakte wetenschapsfilms in te zenden. Uit de inzendingen zal de SPAFF organisatie een 15 à 20-tal films selecteren voor vertoning op het festival (12 t/m 15 september). Tijdens het festival zal een vakkundige jury twee films honoreren met een oorkonde en een geldprijs van respectievelijk 250,- en 100,- euro.Inzendingen dienen te voldoen aan de volgende criteria:• Een bèta-wetenschappelijke inhoud

(natuurwetenschappen, wiskunde of informatica). Zowel documentaire als fictie is toegestaan.

• Maximale lengte: 5 minuten.• Aantoonbaar gemaakt door één

of meerdere student(en) die in het studiejaar 2012-2013 staan ingeschreven bij een Nederlandse universiteit.

• Aanmelding via een email vóór 1 juli 2013, naar [email protected]

CCM | Techniek dient de mens… En is uitdagend! Donderdag 6 juni 2013 gaan 10 studententeams van technische hogescholen en universiteiten de strijd aan om de CCM Mechatronica Trofee. De teams hebben elk een robot ontworpen, gebouwd en de meest vernuftige ideeën bedacht om de mens te dienen. De robot gaat flessen bier ophalen en bezorgen op de juiste tafel. Het team waarvan de robot het bier het snelst en zonder morsen op tafel zet, wint! Het evenement zal plaatsvinden tussen de terrassen op De Markt in het centrum van Eindhoven. Van 18.00 uur tot 20.00 uur vinden de

voorrondes plaats, daarna de eindronde (tot ongeveer 21.00 uur). Dit evenement wordt gehouden tijdens de Dutch Technology Week in Eindhoven. Meer informatie vindt u op: http://www.ccm.nl/nl/trofee/edition-2013.

EEN | Duurzame Introductie StuntBen jij lid van een studenten/studie-vereniging, een IntroCIE, of anderszins (feest) commissie? En wil je de bestuurskas spekken? Tijdens de introweken in augustus houdt campagne-bureau EEN de ‘Duurzame Introductie Stunt’. Maak jullie intro-activiteit ‘duurzaam’ en win tot 2.250 euro cash! Early Birds ontvangen sowieso gratis Duurzame Goodiebags. Meld je nu aan! Stuur een mail naar [email protected] met daarin de naam van jouw club, en in het onderwerp ‘Aanmelden DIS2013’. Kijk voor meer info op www.een.nl/dis

Symfonieorkest Eindhoven | Familieconcert in het AuditoriumOp zondag 16 juni om 11.00 uur verzorgt het Symfonieorkest Eindhoven onder leiding van Johan Olof het jaarlijkse Familieconcert (6+) in het Auditorium van de TU/e.Het verhaal gaat over de vuurvogel en de vos en wordt gespeeld door Hidde Brouwers, Marjolein van der Meer en Maarten van der Velden. Het sprookje wordt omlijst met de schitterende muziek uit de Ballades en Slavische dansen van Antonin Dvorák. Het Tsjechische sprookje ‘De vuurvogel en de vos’ gaat over een prins, die op zoek gaat naar de vogel die elke nacht de gouden appel steelt uit de tuin van zijn vader, de koning. Alleen met hulp van de vos, die kan toveren en altijd raad weet, lukt het de prins om de moeilijke opdrachten die hij krijgt, uit te voeren. Na afloop van het concert in samen-werking met CKE-muziekschool mogen de kinderen zelf de instrumenten van het orkest uitproberen in de instrumentengalerij. De CKE-muziek-school geeft ook informatie over het volgen van muzieklessen.Het concert is gratis.

UNIVERSITEITS-BERICHTEN

Advertenties

Mens | 23 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Diederik de Boorder | “Talent zit overal”

De weg naar olympisch Rio is nog lang. Maar dat tijdens de zomerspelen in 2016 meer dan één roeier van Thêta meedoet, staat vast volgens Diederik de Boorder. De nieuwe hoofdcoach van de studentenroeivereniging over zijn gedrevenheid en de constante zoektocht naar verbetering.

Met veel ambitie en confetti trapte rector Hans van Duijn twee weken geleden af in het boothuis aan het Eindhovensch Kanaal. De TU/e is een ambitieuze weg ingeslagen naar Rio. Binnen drie jaar moet in Brazilië minstens één roeier of roeister van Thêta tot de olympische equipe behoren. Het plan is vanaf april met een financiële injectie gaan groeien. Op dat moment stapte namelijk Diederik de Boorder (44) aan boord. Hij is sinds 1993 wereldwijd actief als professioneel bondscoach en boekte veel succes met onder meer China, Indonesië en uiteraard Nederland.De keuze van de wereldburger voor het bescheiden, kleine Eindhoven wekt verwondering. “De belangrijkste afweging? Ik hoef niet meer naar het buitenland. Als bondscoach ben je met trainingstages acht maanden van huis. Zelfs verleden jaar, als bondscoach voor junioren en -23 jaar was ik honderd dagen weg. En niet België, maar Australië of Korea. Veel van mijn collega-coaches zijn gescheiden, alleen ellende.

Dat gaat mij niet gebeuren.”Diederik is vader van drie dochters. In december werd de jongste geboren, zijn vrouw en hij hadden al een tweeling van vier jaar. “Het gezin is voor mij het allerheiligste.” Van zijn woonplaats Weesp naar Brabant is voor hem na alle omzwervingen bijna ‘om de hoek’.

Diederik is vier dagen in de week hoofdcoach van Thêta, de Tilburgse zustervereniging Vidar en het Rowing Talent Center in Tilburg (RTC). Aan hem de schone taak om in zuid-Nederland roeitalent te ontdekken en naar de absolute top te loodsen. Maar de poel waaruit hij kan vissen lijkt erg klein. “Je kunt net zo goed zeggen dat die poel waanzinnig groot is. Er staat een geweldige universiteit achter ons met alle middelen en studenten. Talent zit overal. Maar je hebt massa nodig. Je moet studenten verliefd maken op de roeisport. Thêta heeft de zaken waanzinnig goed op orde. En ze hebben het mooiste en beste boothuis van Nederland. Daar spreekt zoveel ambitie

uit. Tel daarbij op de synergie met Vidar, dan is de weg geëffend voor het creëren van succes. Ik heb vanaf dag één een goed gevoel hierover.”Als roeier stelde Diederik niet zoveel voor. Hij geeft dat ruiterlijk toe. Dat had ook een beetje te maken met zijn turbulente jeugd. Als student koerste hij in Amsterdam vergeefs op rechten, kunstgeschiedenis en bouwkunde. “Niets afgemaakt doordat ik totaal verliefd werd op roeien. Geprikkeld door mijn oom die zelf een goede roeier en coach was. Ik wilde natuurlijk de beste roeier worden, maar ik was onwijs slecht”, lacht hij.Maar hij bleek wel een uitstekende coach met een passie waar de vonken vanaf vliegen. Die gedrevenheid heeft hij van zijn opa, ook zo’n ‘passionate guy’, meent Diederik. “Opa had het tegen mij altijd over de heilige 24 uur. Waar het op neer komt: probeer wat je doet, goed te doen en anders doe het niet. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen, heel speels. Ik heb boven mijn bed het Japanse woord ‘kaizen’ hangen. Dat staat voor ‘contious self improvement’. Zo sta ik in het leven.”Als coach is hij naar eigen zeggen gevormd door zijn ‘tweede vader’, de Pool Kris Korzeniowski, toenmalig bondscoach van de Nederlandse roeibond KNRB. “Ik had mazzel. Hij nam me aan als assistent. ‘I see the passion

in your eyes’ en dat was voor Kris voldoende. Ik ben twee jaar bij hem in de leer geweest. Omdat ik van een beurs alleen niet kon leven, zat ik ’s nachts post te sorteren en werd ik ’s ochtend om zeven uur alweer verwacht op De Bosbaan, de roeibaan waar Kris werkte. De opleiding was zeven dagen per week. Hij heeft me alles geleerd.”Door de jaren heen heeft Diederik zichzelf wel een eigen stijl aangemeten. “Ik geloof in situationeel leiderschap. Er is niet één vorm van leiderschap. Ik observeer en pas me aan. Ik geloof in samenwerking. Ik heb een rugzak met bagage. Die open ik op gedoseerde wijze. En blijf altijd mezelf. Ik bezit, denk ik, een interpersoonlijke intelligentie.

Ik voel andere mensen goed aan. Daar stuur ik mijn leiderschap op aan. Soms een aai over de bol, soms een schop onder de kont.” Een andere voorwaarde voor de coach is dat doelen duidelijk zijn gemarkeerd. “Ik kan alleen werken -ook privé- met een ‘crystal clear goalsetting’. Zo ben ik opgevoed en opgegroeid. Mensen

komen met een vraag of probleem. Maar wat is het doel? Wat wil je en waarom? Die vragen moeten eerst helder worden beantwoord.” De Boorder is gewend zijn eigen ‘arena’ te creëren om als coach te kunnen functioneren. Het trainingscomplex aan het Eindhovensch Kanaal vindt hij idyllisch. “Prachtig kanaaltje, ondergaande zon en kwakende ganzen. Maar dat heeft niets met wedstrijdroeien te maken. Dat is geen arena waarin je traint. Het kanaal is te smal om naast elkaar te roeien, zoals je in echte wedstrijden doet.”Reden voor de nieuwe coach om ook in Tilburg en Rotterdam te gaan trainen. Want het competitieve element gaat voortaan in alle oefeningen meespelen. “Dan creëer je racers en geen trainers.”

Is er nog tijd voor een dolletje? “Natuurlijk, happy rowers are fast rowers. Maar het moet wel altijd in balans zijn.”Dat er meer dan één roeier van Thêta naar Rio gaat, is voor hem een feit. “Dat baseer ik op de zaken die ik hier aantref. Halen we het niet, dan hebben we zelf een ongelooflijke fuck up gemaakt. Mijn missie is geslaagd als we een aantal dingen veranderd en verankerd hebben bij Thêta. Als hetgeen we opzetten, ook in de toekomst zonder mij blijft staan.”

Interview l Frits van OtterdijkFoto l Bart van Overbeeke

“Je moet studenten verliefd maken op de roeisport”

“Ik was zelf een onwijs slechte roeier”

24 | Student

Activiteitenkalender

6 juni 2013

Dinsdag 12 juni, 11.45-13.00 uur, Blauwe Zaal Auditorium: | Talkshow: De Grote Roboshow

De ontwikkelingen in de wereld van de robotica gaan razendsnel. Robots kunnen steeds meer en volgens experts gaan ze geleidelijk maar zeker ons leven veranderen. Robots zijn al lang geen science fiction meer, maar worden op steeds meer andere terreinen dan de industrie ingezet. Robots gaan deel uitmaken van ons dagelijks leven, ons huishouden en ons werk. De opkomst van robots heeft ook een diepe impact op de manier waarop we naar onszelf kijken.

Van 24 tot 30 juni wordt Eindhoven overspoeld met robots. Dan vindt namelijk de RoboCup 2013 -het wereldkampioenschap robotica- in Eindhoven plaats. Deelnemende teams van wetenschappers uit tal van landen gaan met hun voetbalrobots, reddingsrobots, zorgrobots en andere machines de strijd aan om te laten zien wie de meest functionele robot in huis heeft. Het achterliggende doel van het toernooi is om wetenschappers kennis met elkaar te laten delen en van elkaar te laten leren. Op die manier gaat de robottechnologie enorm hard vooruit.

In aanloop naar de RoboCup 2013 organiseert Studium Generale De Grote Roboshow. Wetenschappers van de TU/e en andere robotica-experts vertellen in deze talkshow over de ontwikkelingen in robotland.

Het team van de TU/e-onderzoeksgroep Tech United is de huidige wereldkampioen Robo Soccer. Dat willen ze natuurlijk blijven. Oprichter van het team, René van de Molengraft, vertelt over de ontwikkeling van de voetbalrobot door de jaren heen en waarom de autonome humanoid robotvoetballers in 2050 van de menselijke FIFA-wereldkampioen voetbal zullen winnen.

Overige gasten zijn natuurkundige en politicoloog dr.ir. Rinie van Est (TU/e en Rathenau Instituut) en Marcel Heerink (hoofd lectoraat Robotica aan de Hogeschool Windesheim Flevoland en universitair hoofddocent aan de LaSalle University Barcelona/Almere).

In tegenstelling tot eerdere aankondiging zal Lieven Scheire het programma niet presenteren.

Clmn

De geringe hoeveelheid vrouwen bij technische bedrijven en universiteiten is de laatste tijd nogal een aandachts-punt: zeker sinds de recente uitspraken van de rector hebben Omroep Brabant, PowNews en anders media zich op de TU geworpen. Dat resulteert in koppen als ‘Mannelijke rector wil meer vrouwen’. Hoewel dat vooral sensatiejournali s-tiek is, hebben de bladen gelijk. Wil je met een vrouwenquotum gaan werken, dan is het gevolg al snel dat faculteiten alleen nog maar vrouwen aan kunnen nemen. Het gevolg lijkt me voorspel baar: mannen sollicit-eren niet meer op de TU/e - want ze maken toch geen kans. Zou ik een vrouw zijn dan zou ik overigens ook van sollicitatie afzien, want weten dat je aangenomen wordt om je dubbele X-chromosoom en niet om je kennis lijkt me heel frustrerend.

Dinsdag bij TEDxBrainport begon de dag ook met twee talks van vrouwen die zich onderdrukt voelden in techniekbedrijven. Volgens het eerste verhaal weigerden mannen onbewust consequent om vrouwen managersfuncties te geven, omdat 72% van de mensen onbewust voorkeur geeft aan een man als leidinggevende. Het argument was niet overtuigend.

Het tweede verhaal kwam van twee studentes Werktuigbouwkunde. Zij vonden het belachelijk dat mannen deden alsof alle vrouwen slecht in techniek waren. Daarnaast, vervolgden ze, hebben mannen vrouwen nodig in een bedrijf om wat over communicatie bij te leren, omdat alle mannen slecht zijn in communiceren en een normaal gesprek voeren. Ik denk niet dat ik de enige man in het publiek was die zich op dat moment enigszins geschoffeerd voelde. Wat zijn we nu precies aan het doen als TU en als maatschappij zijnde? Het lijkt erop dat we door allerlei kunstgrepen uit te halen ervoor gaan zorgen dat het aantal vrouwen met een technische baan toeneemt. Maar is dat echt wat we willen? Is het niet veel beter om kinderen, zowel jongens als meisjes, tijdens hun opvoeding en schooltijd te laten zien dat werken in de techniek ontzettend leuk is, en dan gewoon op kwaliteit

Vrouwenquota

Bor de KockStudent Software Science en Web Science

TU esWat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert?Mijn functie als penningmeester van Interactie. Hierdoor heb ik niet alleen de kans gekregen om over heel Europa te reizen en mensen te ontmoeten, maar ook om mede-organisator te zijn van een evenement voor driehonderd internationale studenten.

Wat moet je als student in Eindhoven zeker hebben gedaan?Het Honors Program, actief zijn bij een studenten-/studie-/sportvereniging, een cantus en in de Dommel zwemmen.

Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan heen gaan?Grüner See. Als het ijs smelt, dan wordt dat Oostenrijkse park gevuld met water en verandert dan in een soort onderwaterpark. Daar wil ik ooit eens gaan duiken.

Wat is de grootste blunder die je ooit hebt begaan?Uitstellen van mijn werk voor plezier.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt gedaan?Een vliegtuig besturen. Als verjaardagscadeau heb ik ooit vliegles gekregen van mijn familie.

Welk onderwerp/probleem zou je als eerste aanpakken als je op de stoel van de minister-president zit?We zitten in een crisis, daarom zou ik me eerst focussen op verspilling in de zorg en de ontmoedigende studiefinanciering.

Ultieme kijk-, lees-, luister-, of doe-ervaring?Sporten in teamverband. Er is weinig leukers en meer bevredigend dan jezelf helemaal kapot te sporten met vrienden.

Waar heb je jezelf afgelopen week ontzettend aan geërgerd?Mijn te volle to-do lijst.

Wie is jouw grootste held, en waarom?Mijn oom, Junior Thebaud, die in Haïti woont. Ik waardeer hem om zijn charisma, vastberadenheid en idealen.

Yorick Heidema (20)Derdejaars student Technische Bedrijfskunde, volgt het Honors Horizon Program. Yorick woonde acht jaar in Haïti en spreekt daardoor vloeiend Engels, Frans en Nederlands

Yorick gooit de vraag ‘Wat is de grootste blunder die je ooit hebt begaan?’ eruit en wil in plaats daarvan weten: ‘Wat zou je na je bachelor willen doen?’ (TJ)

Foto | Bart van Overbeeke

www.cursor.tue.nlFilmpje

Grüner

See:

http://tinyurl.com/lc3tzhs

Student | 25 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

En hoe is het in Tampere?

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl

Een Erasmus-periode in Finland zal niet voor iedereen de eerste keus zijn. Het is dan ook een uithoek van Europa, met koude winters en stille inwoners. Allemaal waar. Met -28 krijgt wachten in de rij voor een club een heel nieuwe dimensie. Die club is ook de enige plaats waar je de Finnen echt ziet losgaan. Geef ze wat alcohol, bij voorkeur zelf geïmporteerd uit Rusland of Estland, en ze veranderen in dansende karaoke-beesten, maar verder zijn ze erg rustig. Een Fin kent geen ongemakkelijke stiltes, samen zwijgen is ook gezellig.

Gelukkig staan de meeste Erasmus-studenten wat anders in het leven, en waren mijn vijf maanden in Tampere onvergetelijk. Tampere is de tweede stad van Finland, 150 kilometer ten noorden van Helsinki. Er zijn twee

universiteiten, en daarmee is er ook een druk studentenleven. Vrijwel alle Fuksi’s (eerstejaars en Erasmusstudenten) doen mee aan allerlei activiteiten om badges te verzamelen, die ze op een overall naaien. Een volle overall betekent een goede studententijd. Hoogtepunt is Vappu, op 1 mei, wanneer alle Fuksi’s in de ijskoude rivier in het centrum worden gedoopt. De twee weken hiervoor staan al in het teken van feesten.

Ik studeer sinds januari Architectuur aan Tampere University of Technology. De universiteit ligt in een suburb tien kilometer buiten het centrum, omringd door bos en meren. Vrijwel alle studenten wonen hier, op loopafstand van de campus. ’s Avonds is er altijd wel ergens een preparty, een naam die suggereert dat er nog een party volgt, maar wat net

zo goed kan betekenen dat je met zestig personen tot diep in de nacht bij iemand in het appartement staat te dansen. Naar goed Fins gebruik neemt iedereen zijn eigen drank mee, en het statiegeld is voor de gastheer die de volgende dag mag opruimen.

Onderwijs aan de TUT is redelijk vergelijkbaar met dat aan de TU/e. Er is alleen meer vrijheid gedurende het semester, je bent nog meer dan in Eindhoven zelf verantwoordelijk voor je werk. Een harde deadline is eigenlijk een zeldzaamheid. Voor mij betekende dat veel activiteiten en trips in de eerste drie maanden, en keihard doorwerken in april. Aan de faculteit hadden we de ‘glass box’, een soort glazen kooi waarin je 24/7 kunt werken, inclusief keukentje, comfortabele banken en een plotter. Samen doorwerken tot diep in de nacht is veel gezelliger, afgewisseld met een filmpje op de beamer en gratis koffie.

Na de kou en de sneeuw is het nu al sinds half april zonnig en vrij warm. Met de zon die vrijwel niet meer ondergaat, is het ideaal weer voor reizen, barbecues, en zwemmen in de meren die begin mei nog bevroren waren. Ik kom al weer bijna terug van een onvergetelijke tijd.

Folkert Hofstra, student Bouwkunde

Met spaghetti een brug slaan

Honderddertig aankomend studenten Werktuigbouwkunde

mochten zich dinsdag aan de faculteit uitleven met spaghetti.

Maar liefst 26 bruggen stonden na twee uur intensieve arbeid

klaar om getest te worden. De meest solide brug kon 3,8 kilo

aan gewicht hebben. Facultair communicatiemedewerker

Pascal Appel, die de activiteit had georganiseerd, had tachtig

pakken spaghetti, driehonderd paperclips en zesentwintig

rollen plakband ingeslagen. Volgens hem bleken de bruggen

die dik waren en waarbij de scholieren flink wat plakband

hadden gebruikt, het stevigst.

Dinsdag was er aan de TU/e een matchingsdag, waarbij

scholieren die zich hebben aangemeld alvast konden kennis-

maken met de TU/e en hun faculteit. Appel over de keuze

voor deze activiteit bij Werktuigbouwkunde: “We wilden ze

iets voorschotelen wat ze nog niet op een open dag hebben

gezien. Ook zijn we niet heel uitgebreid op zaken ingegaan.

Dat doen we al tijdens de Intro. Op deze manier konden de

scholieren alvast praktisch met het vak aan de slag.” (JvG)

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar

het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het

verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken

over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

In the picture

Folkert met zijn vriendin Maureen Quanjel in Lapland.

Volgende keer jouw foto op deze plek?

Mail ‘m naar [email protected]

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij vanaf september in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar [email protected].