Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

12

Click here to load reader

Transcript of Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

Page 1: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

Dag 15 september 2012Competenties Screenen De klinisch specialist stelt door middel van gerichte vragen, tests ofandere diagnostische verrichtingen binnen een beperkte tijd vast of eral dan niet sprake is van een binnen zijn competentiegebied vallendpatroon van tekens en/of symptomen.Diagnosticeren De klinisch specialist onderzoekt en beschrijft op basis van hulpvraagvan de cliënt het probleem van de cliënt met behulp van de terminologieuit het ICF. Daarbij houdt hij rekening met initiërende, onderhoudendeen prognostische factoren, op grond waarvan hij een behandelplanbinnen een optimaal zorgtraject opstelt.Therapeutischhandelen De klinisch specialist werkt (multi- en/of interdisciplinair) altijd samenmet de patiënt en andere betrokken zorgverleners, waarbij hijtherapeutische en preventieve behandelvormen toepast gericht opherstel van een optimale functie, activiteit en participatie en voorkomenvan recidief, waarbij hij voortdurend klinische tekenen evalueert.Wetenschappelijkonderbouwen vantherapeutischhandelen

De klinisch specialist onderbouwd zijn handelen aan de hand van ‘bestavailable evidence’ en vertaalt dit naar het handelen van de klinischspecialist op het niveau van de beroepsgroep binnen hetmusculoskeletale domein.Thema Temporomandibulaire dysfunctieVaardigheden Screening TMD Anamnese en evt. enkele toegevoegde testenOnderzoek TMG Inspectie intraoraalInspectie extraoraalPalpatieFunctieonderzoekBepalen therapeutischbehandelplan Aan de hand van HOAC II (Hypothesis Oriented Algorithm for CliniciansII)Therapie Handelen op basis van diagnostiekLesinhoud Screening: Anamnese, gerichte aandachtspunten. vlaggen OFT

Extraoraal (faciaal):inspectie, palpatie musculatuur, botstructuren, nervi, triggerpoints, actief bewegingonderzoek,passief bewegingsonderzoek, weerstand testenBeoordeling van pijn, mobiliteit, stabiliteit, coördinatie, functie en contra indicaties.Robor, Calor, Tumor, Functio LaesaEvt. beeld materiaalBeoordeel de ademhaling en stem van de patiëntIntraoraal:Speekselsecretie, hyposalivatie (o.a. droge tong), hypersalivatie, viscositeit speeksel (waterig,taai), tong en slijmvliezen, beslag op tong, palatum, bijtplekken wang, brandblaren, wondjes,gebit (of prothese) ontbrekende elementen, malocclusie, slecht passende prothese,voedselresten,Inspectie tandbogen (namen elementen, aantal elementen, evt, extracties, dorsale steunzone,occlusie, beetklasse (1,2,3), tongstand, kleur, vormPalpatie tong, musculatuurOrofarynx: orofaryngeaalIntegraal uitvoeren en beoordelen (zie later klinimetrie)TMD testenKlinisch redeneren volgens HOAC IIBehandeltechniekenPatiëntdemonstratie

Page 2: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

ALG Behandelen van actuele klinische vraag en probleemstellingenvanuit praktijkDagopdracht Beschrijf de functie van de elementen,tong en infra- en supra-hyoidale musculatuur bij hetkauwenLiteratuur Boek:Sobotta atlasArtikel:Kato T, Masuda Y, Yoshida A, Morimoto T (2011). Masseter EMG activity during sleep and sleepbruxism. Arch Ital Biol. Nov 7;149(4):478-91.Dag 15 september 2012Tijd Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Gnathologisch Onderzoek TMD intra-oraal Stanimira Kalaykova10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Gnathologisch Onderzoek TMD intra-oraal Stanimira Kalaykova11:15-12:00 Gnathologisch Onderzoek TMD extra-oraal Stanimira Kalaykova12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Gnathologisch Onderzoek TMD extra-oraal Stanimira Kalaykova13:30-14:15 Vaardigheden Gnathologisch Onderzoek Erwin Huiszoon14:15-15:00 Vaardigheden Gnathologisch Onderzoek Erwin Huiszoon15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Vaardigheden Gnathologisch Onderzoek Erwin Huiszoon16:00-16:45 ALG Erwin Huiszoon16:45-17:30 ALG Erwin HuiszoonDag 219 september 2012Competenties Screenen De klinisch specialist stelt door middel van gerichte vragen, tests of anderediagnostische verrichtingen binnen een beperkte tijd vast of er al dan nietsprake is van een binnen zijn competentiegebied vallend patroon van tekensen/of symptomen.Diagnosticeren De klinisch specialist onderzoekt en beschrijft op basis van hulpvraag van decliënt het probleem van de cliënt met behulp van de terminologie uit het ICF.Daarbij houdt hij rekening met initiërende, onderhoudende enprognostische factoren, op grond waarvan hij een behandelplan binnen eenoptimaal zorgtraject opstelt.Therapeutischhandelen De klinisch specialist werkt (multi- en/of interdisciplinair) altijd samen metde patiënt en andere betrokken zorgverleners, waarbij hij therapeutische enpreventieve behandelvormen toepast gericht op herstel van een optimalefunctie, activiteit en participatie en voorkomen van recidief, waarbij hijvoortdurend klinische tekenen evalueert.Wetenschappelijkonderbouwen vantherapeutischhandelen

De klinisch specialist onderbouwd zijn handelen aan de hand van ‘bestavailable evidence’ en vertaalt dit naar het handelen van de klinischspecialist op het niveau van de beroepsgroep binnen het musculoskeletaledomein.Thema Cervicale wervelkolom en schoudergordelVaardigheden Screening CWKSchoudergordel Anamnese en evt. enkele toegevoegde testenCervicaalonderzoek Inspectie, palpatie, functieonderzoekSchoudergordelonderzoek Inspectie, palpatie, functieonderzoekBepalentherapeutischbehandelplan Aan de hand van HOAC II (Hypothesis Oriented Algorithm for Clinicians II)

Page 3: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

Lesinhoud Anamnese: gerichte aandachtspunten. Rode vlaggen CWK/TWK/LWKInspectie, (Rubor, Calor, Tumor)Palpatie musculatuur, botstructuren, nervi, triggerpoints,Actief bewegingonderzoek (Dolor, Functio laesa)Passief bewegingsonderzoek (Dolor, Functio laesa)Weerstand testenBeoordeling van pijn, mobiliteit, stabiliteit, coördinatie, functie en contra indicaties.Evt. beeldmateriaalIntegraal kunnen uitvoerenHersenzenuwen:Kennis hersenzenuwen, anatomie, functie, schade, en herstelI n. olfactorius (S)II n. opticus (S)III n. oculomotorius (M)IV n. trochlearis (M)V n. trigeminus (B)VI n. abducens (M)VII n. facialis (B)VIII n. vestibulocochlearis (S)IX n. glossopharyngeus (B)X n. vagus (B)XI n. accessorius (M)XII n. hypoglossus (M)(S sensorisch, M motorisch, B beide)Klinisch redeneren volgens HOAC IICWK/schoudergordel behandeltechniekenPatiëntdemonstratieDagopdracht Bestudeer anatomie CWK,Bestudeer de 12 hersenzenuwen, inclusief hun celkernenLiteratuur Boek:Grieve G.P., Pannekoek-Westenburg, S.J.E. & Stibbe, P.D: De WervelkolomBoek:Binder, Sonne, Fishbein. Cranial Nerves: Anatomy, Pathology, ImagingDag 219 september 2012

Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 CWK Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Schoudergordel Erwin Huiszoon11:15-12:00 Vaardigheden CWK-onderzoek Erwin Huiszoon12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Vaardigheden CWK-onderzoek Erwin Huiszoon13:30-14:15 Vaardigheden onderzoek schoudergordel Erwin Huiszoon14:15-15:00 Patiëntdemonstratie Erwin Huiszoon15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Hersenzenuwen en perceptie Erwin Huiszoon16:00-16:45 Hersenzenuwen en perceptie Erwin Huiszoon16:45-17:30 Hersenzenuwen en perceptie Erwin HuiszoonDag 3

Page 4: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

3 oktober 2012Competenties Preventiefhandelen De klinisch specialist informeert, adviseert en begeleidt (individuele)cliënten of cliëntengroepen en zijn eventuele begeleiders, ten aanzien vanhet bewegend functioneren gericht op voorkomen van klachten ofvoorkomen van recidief.Case-management De klinisch specialist begeleidt, afgestemd op de hulpvraag, de patiënt metzijn specifieke klachten binnen een integraal multidisciplinair zorgproces.Thema Orofaciale pijnParafunctiesVaardigheden Kennis Modaliteiten van pijn en pijnverwerking, ParafunctiesMFB zoeken en behandelen triggerpointsCouseling Informeren en adviseren cliëntLesinhoud Hoorcollege pijn+ nociceptief+ neurogeen+ neuropatisch+ psychogeen+ referred pain+ tension type headache+ fantoompijnPijnverwerking, centrale sensitatiePijnbestrijding/-behandelingBehandeleffecten van massage/frictioneren/articulair bewegenOpsporen en behandelen van triggerpoints,CounselingActionLearninggroup Behandelen van actuele klinische vraag en probleemstellingenvanuit praktijkDagopdracht Beschrijf een casus vanuit je dagelijkse praktijk betreffende myogene,fasciale pijn, waarin hetklinisch redeneren (HOAC II) evident isLiteratuur Artikel:Dessem D, Moritani M, Ambalavanar R. (2007): Nociceptive craniofacial muscle primary afferentneurons synapse in both the rostral and caudal brain stem. J Neurophysiol. Jul;98(1):214-23.Epub 2007 May 9.Artikel:Autret A, Valade D, Debiais S (2012). Placebo and other psychological interactions in headachetreatment. J Headache Pain. 2012 Apr;13(3):191-8..Dag 33 oktober 2012

Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Hoorcollege pijn Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Hoorcollege pijn Erwin Huiszoon11:15-12:00 Pijnverwerking / -bestrijding Erwin Huiszoon12:00-12:45 Lunch-pauze12:45-13:30 Pijnverwerking / -bestrijding Erwin Huiszoon13:30-14:15 Triggerpoints Erwin Huiszoon14:15-15:00 Triggerpoints Erwin Huiszoon15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 ALG Erwin Huiszoon16:00-16:45 ALG Erwin Huiszoon

Page 5: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

16:45-17:30 ALG Erwin HuiszoonDag 424 oktober 2012Competenties Diagnosticeren De klinisch specialist onderzoekt en beschrijft op basis van hulpvraag van decliënt het probleem van de cliënt met behulp van de terminologie uit het ICF.Daarbij houdt hij rekening met initiërende, onderhoudende enprognostische factoren, op grond waarvan hij een behandelplan binnen eenoptimaal zorgtraject opstelt.Wetenschappelijkonderbouwen vantherapeutischhandelenDe klinisch specialist onderbouwd zijn handelen aan de hand van ‘bestavailable evidence’ en vertaalt dit naar het handelen van de klinischspecialist op het niveau van de beroepsgroep binnen het musculoskeletaledomein.Therapeutischhandelen De klinisch specialist werkt (multi- en/of interdisciplinair) altijd samen metde patiënt en andere betrokken zorgverleners, waarbij hij therapeutische enpreventieve behandelvormen toepast gericht op herstel van een optimalefunctie, activiteit en participatie en voorkomen van recidief, waarbij hijvoortdurend klinische tekenen evalueert.Thema KlinimetrieVaardigheden Meetinstrumenten Gebruik van voorhanden zijnde meerinstrumentenBewegingslab:Orofaciale analyse van (hyper)activiteit supra- /infrahyoidale musculatuur, cervicalemusculatuurLesinhoud Welke meetinstrumenten zijn er toepasbaar binnen orofaciaal onderzoek.Vragenlijsten (PSK, 4DKL, SBK etc), schuifmaat, VAS, VRS,Tampaschaal, Rand 36, NDI;CROM, electromyografieRöntgen, MRI+ reproduceerbaarheid+ betrouwbaarheid+ validiteit+ criteriumvaliditeit+ constructvaliditeit+ inhoudsvaliditeit+ responsiviteit+ interpreteerbaarheid.Dagopdracht Kies een patiënt uit je dagelijkse praktijk en beschrijf:Wat wil je wetenMet welk doel wil je metenMet welk soort meetinstrument wil je metenHoe vind je dat meetinstrumentWat is de hanteerbaarheid ervanWat is de methodologische kwaliteit (zoek in literatuur en refereer daarnaar)Hoe analyseer je de meetgegevensHoe interpreteer en rapporteer je de gegevenZoek en beschrijf informatie over Roadmap® en Abakus®Literatuur Boek:S. Beurskens: Meten in de Praktijk. Dag 424 oktober 2012

Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Klinimetrie Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Klinimetrie Erwin Huiszoon11:15-12:00 Vaardigheden klinimetrie Erwin Huiszoon

Page 6: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

12:00-12:45 Pauze Erwin Huiszoon12:45-13:30 Vaardigheden klinimetrie13:30-14:15 Bewegingsanalyse Sam Bruijs14:15-15:00 Bewegingsanalyse Sam Bruijs15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Bewegingsanalyse Sam Bruijs16:00-16:45 Myofeedback Sam Bruijs16:45-17:30 Mysofeedback Sam BruijsDag 57 november 2012Competenties Deskundigheidbevorderen De klinisch specialist bevordert de deskundigheid van collega’sbinnen en buiten de eigen discipline ten dienste van het verbeterenvan de zorg voor de patiënt.Deskundigheidbevorderen De klinisch specialist bevordert de deskundigheid van collega’sbinnen en buiten de eigen discipline ten dienste van het verbeterenvan de zorg voor de patiënt.Coachen vanberoepsgenoten/verlenenvan consultatie De klinisch specialist coacht collega’s en levert consultatie tendienste van het verbeteren van hun beroepsmatig handelen bijpatiënten.Management vaninnovatieprocessen De klinisch specialist vergroot de kwaliteit van de directezorgverlening door initiatief te nemen tot en leiding te geven aan devoorbereiding, implementatie, evaluatie en borging van(wetenschappelijk) onderbouwde zorginnovaties binnen de eigenwerksetting.Sturen van professioneelsamenwerken De klinisch specialist geeft deskundige leiding aan een mono- ofmultidisciplinair team binnen een organisatie of in een keten waarpatiënten worden behandeld en begeleid, met als doel om deinhoudelijke en organisatorische kwaliteit van de zorg te verbeterenen actuele wetenschappelijke evidentie en innovaties teimplementeren.Lesinhoud Snijzaal practicum Visualiseren CWK en orofaciale structurenBeantwoording van vooraf opgestelde klinische vragenstage CBT Patiëntendemonstraties. Welke populatie wordt bij CBT gezien. Watzijn de competentiesDagopdracht Stel 10 vragen op die je tijdens het snijpracticum beantwoord wilt hebbenLiteratuur Zoek en bestudeer een artikel dat met één van je vragen heeft te makenDag 57 november 2012

Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Snijzaal Patholoog10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Snijzaal Patholoog11:15-12:00 Snijzaal Patholoog12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Stage CBT Anton de Wijer13:30-14:15 Stage CBT Anton de Wijer14:15-15:00 Stage CBT Anton de Wijer15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Stage CBT Anton de Wijer16:00-16:45 Stage CBT Anton de Wijer16:45-17:30 Stage CBT Anton de WijerDag 6

Page 7: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

21 november 2012Competenties Preventiefhandelen De klinisch specialist informeert, adviseert en begeleidt (individuele)cliënten of cliëntengroepen en zijn eventuele begeleiders, ten aanzien van hetbewegend functioneren gericht op voorkomen van klachten of voorkomenvan recidief.Professioneelsamenwerken De klinisch specialist werkt multidisciplinair samen met beroepsbeoefenarenin het kader van de integrale zorgverlening voor de cliënt met zijn specifiekeklachten.Sturen vanprofessioneelsamenwerken De klinisch specialist geeft deskundige leiding aan een mono- ofmultidisciplinair team binnen een organisatie of in een keten waar patiëntenworden behandeld en begeleid, met als doel om de inhoudelijke enorganisatorische kwaliteit van de zorg te verbeteren en actuelewetenschappelijke evidentie en innovaties te implementeren.Thema LogopedieKaakchirurgie OncologieLesinhoud Topics:+ epidemiologie van de oncologie+ fundamentele aspecten van kanker+ medische diagnostiek+ chemotherapie+ radiotherapie en stralingsfibrose+ hematologie en verminderde afweer+ tumoren in het hoofdhals gebied+ weke delen tumoren+ huidtumoren+ plastische chirurgie+ prothesiologie en bottumorenDisciplines:• + keel-, neus- en oorarts - oncoloog• + kaakchirurg - oncoloog• + radiotherapeut - oncoloog• + chirurg - oncoloog• + internist, oncoloog• + plastisch chirurg• + tandarts maxillofaciale prothetiek• + patholoog• + radioloogOndersteunende disciplines• + logopedist• + mondhygiënist• + nurse practioner• + oncologieverpleegkundige• + medisch maatschappelijk werker• + fysiotherapeutFysiotherapeutisch interveniërenDagopdracht Uitwerken vragen van snijpracticum samen met bestudeerde literatuurLiteratuur Boek: Hakman, C.J.. Een nieuw gezicht?Boek: Tuinzing/Greebe/Dorenbos/Hakman: De Kaakcorrectie, Waarom, wanneer, welke

wijze?

Artikelen:1. Rütten, H., Pop, A.M., Janssens, G.O.R., Takes, R.P., Knuijt, S., Rooijakkers, A.F., Van den Berg,M., Markx, M.A., Van Herpen, C.M.L., Kaanders, J.H.A.M. (2011). Long-term outcome andmorbidity after treatment with accelerated radiotherapy and weekly cisplatin for locally

Page 8: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

advanced head-and-neck cancer: results of a multidisciplinary late morbidity clinic.International Journal of Radiation Oncology Biology Physics, 81(4), 923-9.2. Dwivedi, R.C., Kazi, R.A., Agrawal, N., Nutting, C.M., Clarke, P.M., Kerawala, C.J., Rhys-Evans,P.H., Harrington, K.J. (2009). Evaluation of speech outcomes following treatment of oral andoropharyngeal cancers. Cancer Treatment Reviews Journal, 35(5), 417-24.3. van der Molen, L., Rossum, M., Burkhead, L., Smeele, L., Rasch, C., Hilgers, F. (2010)Randomized Preventive Rehabilitation Trial in Advanced Head and Neck Cancer PatientsTreated with Chemoradiotherapy: Feasibility, Compliance, and Short-term Effects. Dysphagia

Dag 621 november 2012Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Logopedie Simone Knuijt10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Logopedie Simone Knuijt11:15-12:00 Logopedie Simone Knuijt12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Oncologie Thijs Merkx13:30-14:15 Kaak en aangezicht-chirurgie Thijs Merkx14:15-15:00 Radiotherapie Thijs Merkx15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Fysiotherapeutische consequenties Erwin Huiszoon16:00-16:45 Fysiotherapeutische interventies Erwin Huiszoon16:45-17:30 Fysiotherapeutische interventies Erwin HuiszoonDag 75 december 2012Competenties Screenen U kunt bij patiënten, die zich met een hulpvraag tot de specialistischefysiotherapeut binnen uw uitstroomprofiel richten, onderscheid makentussen indicatie en contra-indicatie voor specialistische fysiotherapeutischeinterventie binnen uw uitstroomprofiel (MT/OF/SF).U kunt specialistische screenings instrumenten gebruiken.Diagnosticeren U kunt op basis van de hulpvraag van de patiënt, de door hem/haargeïdentificeerde problemen duiden en, door middel van kritisch klinischredeneren, herleiden. Hierbij maakt u gebruik van en kent u demogelijkheden en beperkingen van verschillende specialistischediagnostische middelen en past deze toe. U stelt op basis van de verkregenuitkomsten, samen met de patiënt, de behandeldoelen vast. Daarnaast kuntu ten behoeve van de behandeldoelen een voor de patiënt prognoseopstellen en de eventuele noodzaak voor een externe consultatievaststellen. (reflection on action – expliciet algoritme volgen)Therapeutischhandelen U werkt samen met de patiënt, betrokkenen en belanghebbenden in hetzorgproces, waarbij u (consistent met zijn behandeldoelen) specialistischtherapeutische behandelvormen binnen uw uitstroomprofiel (MT/OF/SF)toepast en evalueert.Preventiefhandelen U kunt vanuit uw specialistische functie als fysiotherapeut bij eenindividuele patiënt met complexe problematiek die criteria benoemen opbasis waarvan toekomstige gezondheidsproblemen worden verwachtThema FacialispareseLesinhoud + Anatomie, video “Expressie van het gelaat” van Jan Bronk+ “Pathologie van de facialis”+ Restverschijnselen volgens ICF en klinimetrie+ Praktisch oefenen aan de hand van video’s van patiënten+ Patiëntendemonstratie+ Massage / oefentherapie+ Synkinesen en behandeling

Page 9: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

+ Expressie / Adviezen voor patiënten / Behandelplan / beperkingen therapieDagopdracht bestudeer: CBO richtlijn Idiopathische Perifere Aangezichtsverlamming 2009bestudeer:Literatuur 1. 1. Beurskens CHG, Burgers-Bots IAM. Diagnostiek en behandeling van een perifereaangezichtsverlamming door de fysiotherapeut. In: Veenhof C, Calders P, Geraets JJXR et al.editors. Jaarboek Fysiotherapie Kinesitherapie 2010. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2010. p.91-105.2. 2. Beurskens CHG, Heymans PG, Oostendorp RAB. Stability of benefits of mime therapy insequelae of facial nerve paresis during a 1-year period. Otol Neurotol 2006;27:1037-42.3. 3. Beurskens CHG, Heymans PG. Mime therapy improves facial symmetry in people with long-term facial nerve paresis: A randomised controlled trial. Austr J Phys Ther 2006;52:177-83.4. 4. Beurskens CHG, Munyan MM, Hankel M, Oostendorp RAB. Intrarater and interrater reliabilityof the Sunnybrook facial grading system during submaximal facial movements. Physioth Can2004;56:158-64.5. 5. CBO richtlijn Idiopathische Perifere Aangezichtsverlamming 2009.http://www.cbo.nl/Downloads/334/rl_facialis_09.pdf6. 6. Devriese PP, Schmacher T, Scheide A, de Jongh RH, Houtkoper J.M. Incidence, Prognosis andrecovery of Bell’s palsy. A survey of about 1000 patients. Clin Otolaryngol 1990;(15):15-27.7. 7. Gelder R van, Beurskens C, Heymans P. De aangezichtsverlamming voorbij. Maarssen: Elseviergezondheidszorg; 2003. (Niet in herdruk, nog te verkrijgen via Carien Beurskens a €15,-)8. 8. House JW, Brackmann DE. Facial nerve grading system. Otolaryngol Head Neck Surg1985;93:146-7.9. 9. Peitersen E. Bell's palsy: the spontaneous course of 2,500 peripheral facial nerve palsies ofdifferent etiologies. Acta Otolaryngol Suppl. 2002;(549):4-30.10. 10. Ross BG, Fradet G, Nedzelski JM. Development of a sensitive clinical facial grading system.Otolaryngol Head Neck Surg 1996;114:380-6.11. 11. VanSwearingen JM, Brach JS. The Facial Disability Index: Reliability and validity of a disabilityassessment instrument for disorders of the facial neuromuscular system. Phys Ther1996;76:1288-300. Dag 75 december 2012Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Anatomie expressie / facialispathologie Carien Beurskens10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Anatomie expressie / facialispathologie Carien Beurskens11:15-12:00 Restverschijnselen vlgs ICF en klinimetrie Carien Beurskens12:00-12:45 Lunch12:45-13:30 Restverschijnselen vlgs ICF en klinimetrie Carien Beurskens13:30-14:15 Patiëntendemonstratie / massage OT Carien Beurskens14:15-15:00 Patiëntendemonstratie / massage OT Carien Beurskens15:00-15:15 pauze15:15-16:00 Synkinesen / adviezen/ behandelplan / beperkingen Carien Beurskens16:00-16:45 Synkinesen / adviezen/ behandelplan / beperkingen Carien Beurskens16:45-17:30 Eindbespreking Erwin HuiszoonDag 819 december 2012Competenties Therapeutischhandelen U werkt samen met de patiënt, betrokkenen en belanghebbenden in hetzorgproces, waarbij u (consistent met zijn behandeldoelen) specialistischtherapeutische behandelvormen binnen uw uitstroomprofiel (MT/OF/SF)toepast en evalueert.Preventiefhandelen U kunt vanuit uw specialistische functie als fysiotherapeut bij eenindividuele patiënt met complexe problematiek die criteria benoemen opbasis waarvan toekomstige gezondheidsproblemen worden verwachtCasemanagement U kunt aangeven welke disciplines bij een specifiek en complexpatiëntprobleem (zoals binnen uw specialisatie regelmatig voorkomt)betrokken dienen te worden bij het zorgproces rondom de patiënt.

Page 10: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

Thema Psychosomatische fysiotherapieLesinhoud Typering Psychosomatische fysiotherapie+ modellen+ werkwijze+ werkomgeving+ op welke manier verschillen de competenties van de psychosomatische ft van die van dealgemeen practicus.Rollen en beroepscompetenties+ Specialist+ Beroepsontwikkelaar+ professioneel leider+ adviseurScreeningDiagnosticerenExpliciteren en operationaliseren hulpvraagInterveniërenOntspanningstechniekenRode, gele, blauwe en zwarte vlaggenALG Behandelen van actuele klinische vraag en probleemstellingenvanuit praktijkDagopdrachtLiteratuur volgt Dag 819 december 2012Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Daginleiding Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 ALG Erwin Huiszoon11:15-12:00 ALG Erwin Huiszoon12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Psychosomatiek Erwin Huiszoon13:30-14:15 Psychosomatische FT Alida van den Berg14:15-15:00 Psychosomatische FT Alida van den Berg15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 Psychosomatische FT Alida van den Berg16:00-16:45 Psychosomatische FT Alida van den Berg16:45-17:30 Eindbespreking Erwin HuiszoonDag 99 januari 2013Competenties Wetenschappelijkonderbouwen vantherapeutisch handelen De klinisch specialist onderbouwd zijn handelen aan de hand van‘best available evidence’ en vertaalt dit naar het handelen van deklinisch specialist op het niveau van de beroepsgroep binnen hetmusculoskeletale domein.Deskundigheidbevorderen De klinisch specialist bevordert de deskundigheid van collega’sbinnen en buiten de eigen discipline ten dienste van het verbeterenvan de zorg voor de patiënt.Coachen vanberoepsgenoten/verlenenvan consultatie De klinisch specialist coacht collega’s en levert consultatie tendienste van het verbeteren van hun beroepsmatig handelen bijpatiënten.Professioneelsamenwerken De klinisch specialist werkt multidisciplinair samen metberoepsbeoefenaren in het kader van de integrale zorgverlening

Page 11: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

voor de cliënt met zijn specifieke klachten.Sturen van professioneelsamenwerken De klinisch specialist geeft deskundige leiding aan een mono- ofmultidisciplinair team binnen een organisatie of in een keten waarpatiënten worden behandeld en begeleid, met als doel om deinhoudelijke en organisatorische kwaliteit van de zorg te verbeterenen actuele wetenschappelijke evidentie en innovaties teimplementeren.ThemaLesinhoud OrthodontieALG Behandelen van actuele klinische vraag en probleemstellingenvanuit praktijkDagopdrachtLiteratuur volgt Dag 99 januari 2012Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Dagindeiding Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Orthodontie CBT11:15-12:00 Orthodontie CBT12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Orthodontie CBT13:30-14:15 Orthodontie CBT14:15-15:00 Patientdemonstratie CBT15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 ALG Erwin Huiszoon16:00-16:45 ALG Erwin Huiszoon16:45-17:30 ALG Erwin HuiszoonDag 1023 januari 2013Competenties Beroep innoveren De klinisch specialist draagt bij tot kwalitatieveverbetering van het beroep binnen de snelveranderende context van hetWetenschappelijk onderbouwen vantherapeutisch handelen De klinisch specialist onderbouwd zijn handelen aan dehand van ‘best available evidence’ en vertaalt dit naarhet handelen van de klinisch specialist op het niveauvan de beroepsgroep binnen het musculoskeletaledomein.Deskundigheid bevorderen De klinisch specialist bevordert de deskundigheid vancollega’s binnen en buiten de eigen discipline tendienste van het verbeteren van de zorg voor de patiënt.Lesinhoud Anatomie evenwichtsorganen.Oorzaken van vertigo/tinnitis/oorpijn+ Benigne paroxysmale positionele vertigo (BPPV) (meestal a.g.v. hoofdletsel. Ook door deaanwezigheid van ‘oorkristallen’ in een deel van het binnenoor waar zij zich niet horen tebevinden. Namelijk de semicirculaire kanalen)+ Labyrinthitis (ontsteking van het evenwichtsorgaan, waaronder de half-cirkelvormige kanalen.)+ Otitis interna (meestal het gevolg van de uitbreiding van een niet behandelde, ernstige midden-oorontsteking.

Page 12: Curriculum MMR-OfT 13-7-2012

+ M. Meniere (Duizeligheid, gehoorverlies en tinnitus. Oorzaak dus ook behandeling onbekend)+ Acoustisch neuroom (Gehoorverlies is het belangrijkste symptoom. Omdat de oren van invloedop ons gevoel van evenwicht, kan uw coördinatie worden belemmerd. De symptomen zijnmeestal mild in eerste en toename van de intensiteit als de ziekte vordert)+ Vertebrobasilaire Insufficientie (VBI) (Vertebrale Basilaire Ischemie (ook wel Cosmetische salonsyndroom (BPS). Tijdelijke set van symptomen als gevolg van een verminderde bloedstroom inde achterste circulatie van de hersenen. Achterste circulatie levert bloed naar de medulla,cerebellum, pons, middenhersenen, de thalamus, en occipitale cortex (verantwoordelijk voor devisie). Daarom symptomen afhankelijk van welke delen van de hersenen significant verminderdebloedtoevoer ontvangen)+ MS (horizontale of verticale beweeglijkheid. Duizeligheid, zowel de echte draaierigheid alshet gevoel van onevenwichtigheid of balansverlies)+TIA (afname van bloedtoevoer via de slagaders naar de hersenstam, de kleine hersenen en hetachterste gedeelte van de hersenen).+ Migraine (gerelateerde vertigo. Oorzaak onbekend)+ Diabetes (risico: hypertensie / arteriosclerse / atheroscleroseDiagnose, behandelingALG Behandelen van actuele klinische vraag en probleemstellingenvanuit praktijkDagopdrachtLiteratuur volgt Dag 1023 januari 2012Activiteit Docent lokaal09:30-10:15 Evenwicht en anatomie Erwin Huiszoon10:15-10:30 Pauze10:30-11:15 Evenwicht en anatomie Erwin Huiszoon11:15-12:00 Oriëntatie in ruimte Erwin Huiszoon12:00-12:45 Pauze12:45-13:30 Oriëntatie in ruimte Erwin Huiszoon13:30-14:15 Evenwicht en fysiotherapie Erwin Huiszoon14:15-15:00 Evenwicht en fysiotherapie Erwin Huiszoon15:00-15:15 Pauze15:15-16:00 ALG Erwin Huiszoon16:00-16:45 ALG Erwin Huiszoon16:45-17:30 ALG Erwin Huiszoon