Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

38
CONTROLEPLAN ONDERZOEK CONTROLES CGGZ 2013 2 APRIL 2015

Transcript of Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Page 1: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

CONTROLEPLAN

ONDERZOEK CONTROLES CGGZ 2013

2 APRIL 2015

Page 2: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 2

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3

2. Scope van het controleplan ................................................................................................................. 5

2.1 Deelnemende zorgverzekeraars / GGZ-aanbieders .................................................................. 5

2.2 Reikwijdte .................................................................................................................................. 6

2.3 Verhoudingen en definities ....................................................................................................... 7

3. Tijdspad ............................................................................................................................................. 11

4. Controlemethodiek ........................................................................................................................... 13

4.1 AO/IC ....................................................................................................................................... 14

4.2 Data analyse ............................................................................................................................ 14

4.3 Deelwaarneming ..................................................................................................................... 16

4.4 Niet gemanipuleerde trekking ................................................................................................. 23

4.5 Dossieronderzoek .................................................................................................................... 23

4.6 Afwijking controlemethodiek .................................................................................................. 23

5. Wijze van rapporteren en vastleggen ............................................................................................... 24

6. Beoordeling & terugkoppeling .......................................................................................................... 27

7. Vervolgstappen door zorgverzekeraar .............................................................................................. 28

7.1 Hoor & Wederhoor .................................................................................................................. 28

7.2 Gesprek .................................................................................................................................... 28

7.3 Dossieronderzoek .................................................................................................................... 28

7. 4 Eindoordeel ............................................................................................................................ 28

8. Verantwoordingsproces .................................................................................................................... 30

9. Correctiemethodiek........................................................................................................................... 31

9.1 Micro correcties....................................................................................................................... 31

9.2 Macro correcties ...................................................................................................................... 32

9.3 Correctie op niet gefactureerde DBC’s .................................................................................... 32

9.4 Netto financiële impact ........................................................................................................... 33

10. Privacy en geschillen ....................................................................................................................... 34

10.1 Geschillen .............................................................................................................................. 34

10.2 Privacy ................................................................................................................................... 34

10.3 Geheimhouding ..................................................................................................................... 34

BIJLAGE 1: Nadere toelichting op controlepunt 15a/b en 16 Verblijf ................................................... 35

Page 3: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 3

1. INLEIDING Al een aantal jaren is de betaalbaarheid van zorg onderwerp van een breed maatschappelijk gevoerde discussie. De Zorgverzekeringswet dient er onder andere toe om zorgverzekeraars te faciliteren kwalitatief goede en tevens doelmatige zorg in te kopen. In navolging daarvan hebben zorgverzekeraars de wettelijke taak om de rechtmatigheid van de ingediende declaraties (zorggelden) te toetsen, waarmee getracht wordt de zorg binnen het huidige systeem betaalbaar te houden. De aan de samenleving gevraagde solidariteit komt in het geding indien onrechtmatig uitbetaalde gelden aan zorgaanbieders niet worden gecorrigeerd dan wel teruggevorderd door de zorgverzekeraar.

Binnen de GGZ-sector heeft de dynamiek in het zorglandschap tezamen met de wetswijzigingen en interpretatie daarvan de afgelopen jaren tot veel onduidelijkheden geleid. Dat heeft voor nagenoeg alle GGZ-aanbieders geresulteerd in een administratieve lastenverzwaring. In april 2014 heeft de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) audit alert 32 uitgebracht. Dit behelsde de strekking van de accountantsverklaringen bij de financiële overzichten 2013 van aanbieders van curatieve geestelijke gezondheidszorg (cGGZ) (vanaf nu ‘GGZ-aanbieder’). In navolging daarvan zijn op 23 juni 2014 in een bestuurlijk overleg GGZ procesafspraken gemaakt over de wijze waarop genoemde vraagstukken uit de NBA-alert opgelost zouden kunnen worden. Sindsdien is door de betrokken veldpartijen intensief overleg gepleegd om te komen tot een Plan van Aanpak. Enerzijds was het doel van het Plan van Aanpak het realiseren van goedkeurende accountantsverklaringen bij de jaarrekeningen over 2014 van GGZ-aanbieders, anderzijds om procesafspraken te maken om problemen rond de omzetverantwoording in de toekomst te voorkomen. De onderwerpen in het Plan van Aanpak, van toepassing zijnde op alle GGZ-aanbieders, hebben betrekking op hoofdbehandelaarschap, verwijzing en overige aspecten waar onzekerheden op rechtmatigheid en/of contractafspraken voortkomen. De GGZ-aanbieders dienen aan de hand van het Plan van Aanpak in een zelfonderzoek vast te stellen dat de door hen ingediende declaraties betreffende hoofdbehandelaarschap en verwijzing rechtmatig zijn. Daarnaast dienen de GGZ-aanbieders de ingediende declaraties op de voor hen van toepassing zijnde materiële controle onderwerpen (aangeleverd door de zorgverzekeraars) te onderzoeken. Ultimo december 2014 zijn de themagerichte onderzoeken over schadejaar 2013 bekend gemaakt. De materiële controle onderzoeken per individuele GGZ-aanbieder over schadejaar 2013 dienen uiterlijk 31 maart 2015 kenbaar gemaakt te worden door de zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars hebben in nauwe samenwerking met ZN en GGZ Nederland gezamenlijk het initiatief genomen om een onderzoek op te zetten ten behoeve van de controles curatieve GGZ 2013. Dit onderzoek ligt in het verlengde van het Plan van Aanpak en draagt daarmee bij aan het oplossen van de in het NBA alert 32 genoemde risico’s. In essentie betreft het een onderzoek waarin alle zorgverzekeraars gezamenlijk tot een lijst met formele- en materiële controlepunten (= Onderzoek controles cGGZ 2013) zijn gekomen. Met als doel controles voor schadejaar 2013 op een meer effectieve en efficiënte wijze uit te kunnen voeren. De controlepunten zijn besproken met GGZ Nederland, de NFU en NVZ. Aan de hand van de gesprekken zijn de controlepunten aangevuld en aangepast. Hierdoor kan dit document gezamenlijk worden voorgelegd aan de leden van ZN als aan de leden van GGZ Nederland, NFU en NVZ. Dit controleplan geeft een nadere toelichting op het Onderzoek controles cGGZ 2013. Deelname aan het Onderzoek controles cGGZ 2013 houdt in dat de GGZ-aanbieder de eigen declaraties van een afgebakende periode toetst op een aantal specifieke controlepunten. Dit gebeurt aan de hand van een vooraf door de zorgverzekeraars gezamenlijk gedefinieerd toetsings- en normenkader, wat vooraf is afgestemd met GGZ Nederland, NVZ en NFU. Deelname aan dit onderzoek is niet verplicht, echter het kent wel een aantal grote voordelen. Zo worden door deze aanpak de formele en materiële controles van alle zorgverzekeraars gebundeld, waardoor verantwoordingsjaar 2013 vanuit één controlebenadering snel en efficiënt afgewikkeld kan worden. De GGZ-aanbieder zal in navolging hiervan benaderd worden door één zorgverzekeraar, welke de uitkomsten van de controles 2013 voor alle zorgverzekeraars vaststelt. De uitkomsten van de controles zijn

Page 4: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 4

eerder in te schatten, waardoor de GGZ-aanbieder in staat is een betere inschatting te maken van zijn organisatierisico. Tot slot zien de zorgverzekeraars, GGZ Nederland en ZN het Onderzoek controles cGGZ en de wijze van controle hierin als opmaat naar Horizontaal Toezicht.

Page 5: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 5

2. SCOPE VAN HET CONTROLEPLAN Aan de basis van dit controleplan ligt een lijst met 27 groepen van controlepunten. Deze controlepunten zijn tot stand gekomen op basis van risicoanalyses, NZa rapportages, gesprekken met GGZ Nederland en ervaringen uit eerdere controles. Deze controlepunten zijn zowel formeel als materieel van aard en kunnen voortkomen uit de (publieke) NZa regelgeving en de WMG contractafspraken. De controles die buiten de scope van dit onderzoek vallen en waarbij de zorgverzekeraar nog steeds kan controleren, zijn:

1. De controles of de geleverde zorg ‘voldeed aan de laatste stand van wetenschap en praktijk’. In het kader van deze controles zijn in het Plan van Aanpak nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn tevens overgenomen in het Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013.

2. De controles die zorginstelling -overstijgend zijn, zoals bijvoorbeeld 365 verblijfsdagen, seriële en parallelle DBC’s over instellingen heen en samenloop met farmacie en laboratoriumonderzoeken. Deze declaraties zijn conform het protocol materiële controle van de NZa onrechtmatig. Indien mogelijk kunnen de GGZ-aanbieders en de representerend zorgverzekeraar overeenkomen de gecontracteerde tarieven 2013 te herzien.

3. Specifieke signalen van substantiële omvang (bijvoorbeeld klokkenluider) die op dit moment nog niet bekend zijn of nieuwe significante afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde o.b.v. spiegel- of benchmarkrapportages.

4. Fraudeonderzoeken, alle signalen waarbij een vermoeden van fraude bestaat. De zorgverzekeraar is verplicht deze signalen te allen tijde nader te onderzoeken.

5. Individuele contractafspraken, met name afspraken omtrent de totale declaratieruimte (plafondafspraken) zullen op basis van de rechtmatig gedeclareerde declaraties afgerekend worden.

6. Specifieke controles in verband met de Regeling Zorg Asielzoekers, waarbij deze afwijken van de genoemde controlepunten, bijvoorbeeld dyslexiezorg.

De 27 groepen van controlepunten zijn afgestemd met alle zorgverzekeraars, de NZa, de NVZ, de NFU en GGZ Nederland. Tevens is afgesproken dat naast de controles opgenomen in het Onderzoek controles cGGZ 2013, geen andere (individuele) formele en materiële controles over 2013 meer worden uitgevoerd bij de GGZ-aanbieders die beslissen mee te doen met dit onderzoek. Ten behoeve van het Onderzoek controles cGGZ 2013, zijn twee documenten opgesteld. Dit zijn het voorliggende Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 en het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013 inclusief bevindingenrapportages. Naast een toelichting van de controlepunten, worden in het Excel-bestand per controlepunt het toetsingskader, de controlestappen en controlevorm beschreven (zie tabblad controlepunten). In dit Excel-bestand is een invulformat opgenomen waarin de controlebevindingen gerapporteerd kunnen worden (tabblad bevindingenrapportage). Ook zijn tabbladen opgenomen voor de rapportage van de controlebevindingen behorend bij dossieronderzoek. Daar waar mogelijk zijn de controlepunten geclusterd, zodat de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk plaats kunnen vinden. Hoofdstuk 4 geeft een nadere beschrijving van de controlemethodieken welke gehanteerd worden in het Onderzoek controles cGGZ 2013. Daarnaast is de controlemethodiek per controlepunt nader uitgewerkt in het Excel-bestand Controlepunten. Het voorliggende controleplan geeft een toelichting op de scope van het onderzoek en deelnemende partijen (hoofdstuk 2), het tijdspad (hoofdstuk 3), de controlemethodieken (hoofdstuk 4), de wijze van rapporteren (hoofdstuk 5), het beoordelen en terugkoppelen van de bevindingen door de zorgverzekeraar (hoofdstuk 6), de vervolgstappen van de zorgverzekeraar (hoofdstuk 7), het verantwoordingsproces (hoofdstuk 8), de correctiemethodiek (hoofdstuk 9) en meer over privacy en geschillen (hoofdstuk 10).

2.1 DEELNEMENDE ZORGVERZEKERAARS / GGZ-AANBIEDERS Het controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 is een gedragen initiatief van alle zorgverzekeraars. De rol van de zorgverzekeraars in dit kader is het aanleveren van de controlepunten aan GGZ-aanbieders en middels dit controleplan duidelijkheid verschaffen omtrent het doel, de gewenste onderzoeksmethodiek en het gewenste format van de onderzoeksuitkomsten- van het onderzoek. Daarnaast hebben de zorgverzekeraars de taak om de uitkomsten van het Onderzoek controles cGGZ 2013, uitgevoerd door de GGZ-aanbieder, te toetsen

Page 6: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 6

aan de spelregels van formele en materiële controles en de GGZ-aanbieders nader te berichten over de uitkomsten van dit onderzoek. In beginsel beoordeelt één van de representerende zorgverzekeraars op basis van een uniform normenkader en namens de overige zorgverzekeraars, de uitkomsten van het Onderzoek controles cGGZ 2013. Van de keuze voor deze zorgverzekeraars wordt afgeweken indien één van onderstaande situaties van toepassing is:

Het is mogelijk dat een GGZ-aanbieder dusdanig opvalt in onder andere spiegels van een andere zorgverzekeraar - dat dit valideert dat de betreffende GGZ-aanbieder door die zorgverzekeraar wordt beoordeeld. De deelnemende GGZ-aanbieders welke als ‘rood’ gekenmerkt zijn zullen hierover geïnformeerd worden.

Omdat deelname aan dit onderzoek op vrijwillige basis plaats vindt kan het zo zijn dat wegens een evenredige verdeling van de werkzaamheden over de zorgverzekeraars een GGZ-aanbieder niet door haar representerend zorgverzekeraar wordt beoordeeld.

In het kader van de uniformiteit bestaat de mogelijkheid dat de zorgverzekeraars onderling de resultaten van de beoordeling afstemmen. Indien GGZ-aanbieders op meerdere AGB-codes declareren, zullen deze GGZ-aanbieders bij voorkeur door dezelfde zorgverzekeraar gecontroleerd worden. GGZ-aanbieders welke betrokken zijn in een fraudeonderzoek bij één van de zorgverzekeraars zijn uitgesloten van deelname aan het Onderzoek controles cGGZ 2013.

2.2 REIKWIJDTE Het onderzoek heeft betrekking op alle OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties

1 geopend in 2013, welke

vallen onder de reikwijdte van de Zorgverzekeringswet. De GGZ-aanbieder stelt, alvorens hij start met het onderzoek, vast op welke database en databestanden de controle wordt gebaseerd. Van het databestand (dump) wordt een kopie gemaakt (hierna: ‘totale onderzoeksmassa’). Credit DBC’s maken geen onderdeel uit van de controles, derhalve dienen deze DBC’s gecorrigeerd te worden op de totale onderzoeksmassa. De ontstane totale onderzoeksmassa met alleen debet DBC’s dient als basis voor het Onderzoek controles cGGZ 2013. De wijze waarop de totale onderzoeksmassa tot stand is gekomen dient dusdanig gedocumenteerd te worden dat de methodiek door de zorgverzekeraars beoordeeld kan worden. Daarnaast zal de GGZ-aanbieder de volgende controletotalen verantwoorden:

Totaal aantal DBC’s, gesplitst naar reeds wel/niet gedeclareerd per UZOVI.

Totaal aantal zorgkosten in euro’s gesplitst naar reeds wel/niet gedeclareerd per UZOVI per CVZ code. Deze controletotalen dienen als basis voor het vaststellen van de betrouwbaarheid van de opgestelde totale onderzoeksmassa (toets op volledigheid) en dient de GGZ-aanbieder te rapporteren in het tabblad Algemene gegevens van het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013:

Tabblad Algemene gegevens.

De beschreven totale onderzoeksmassa dient als basismassa. In hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe de te controleren massa per controlepunt getrokken dient te worden. Deze afgeleide bestanden worden getrokken uit de totale onderzoeksmassa, tenzij anders aangegeven.

1 Deelprestaties behorende bij DBC’s uit 2013, kunnen een startdatum in 2014 hebben als de DBC doorloopt in 2014.

Page 7: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 7

De uitkomsten van het onderzoek dient gesplitst te worden naar:

DBC’s die op het moment van peildatum gefactureerd zijn aan de zorgverzekeraars.

DBC’s die op het moment van peildatum nog niet gefactureerd zijn aan de zorgverzekeraars. De peildatum betreft het moment waarop de beschreven totale onderzoeksmassa tot stand is gekomen. Hoofdstuk 9 gaat verder in op de correctiemethodiek. Zorgverzekeraars zijn altijd verplicht om signalen van fraude op te volgen, dit staat geheel los van dit onderzoek. Daarnaast hebben zorgverzekeraars de plicht om in navolging van signalen (uit benchmarks of van bijvoorbeeld verzekerden) declaraties nader te onderzoeken. Dit gaat om specifieke onderzoeken die één of meerdere GGZ-aanbieders raken. De zorgverzekeraars dienen deze controles uit te blijven voeren, waarbij het proportionaliteitsbeginsel als uitgangspunt gehanteerd wordt.

2.3 VERHOUDINGEN EN DEFINITIES Ter verduidelijking zijn onderstaand de verschillende verhoudingen en definities beschreven, waarna specifiek is aangegeven wat nu wel en wat nu niet onder de scope van dit onderzoek valt.

2.3.1 VERHOUDING PUBLIEKE EN PRIVATE NORMSTELLING In het Plan van Aanpak (hoofdstuk 3.1) staat de verhouding tussen publieke en private normstelling als volgt beschreven: VWS en de NZa stellen de kaders en regels op waarbinnen zorgverzekeraars en aanbieders zich moeten begeven bij de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (publiekrechtelijk kader). Door de NZa wordt toezicht gehouden op de zorgverzekeraars in hoeverre ze declaraties op dit gebied van aanbieders voldoende controleren. Dit zijn de rechtmatigheidscontroles, vormgegeven via:

formele controles;

reguliere materiële controles;

materiële controles op gepast gebruik (stand van wetenschap en praktijk en redelijkerwijs aangewezen);

controles op misbruik en oneigenlijk gebruik (fraude). Declaraties die afwijken ten opzichte van het publiekrechtelijk kader zijn onrechtmatig in het kader van de Zorgverzekeringswet. Dit betekent dat alleen gedeclareerde prestaties (OVP’s, DBC’s of basis GGZ producten) die voldoen aan de publieke regels rechtmatig zijn en vergoed mogen worden. De maximumtarieven die de NZa bij de in de GGZ declarabele prestaties heeft vastgesteld, zijn dan ook in de basis gebaseerd op de gemiddelde kostprijs, de hoeveelheid tijd en activiteiten die bij de levering van die rechtmatige zorg horen

2.

Daarnaast kunnen zorgzorgverzekeraars en aanbieders in de GGZ prijzen afspreken die tot 10% boven het standaardmaximumtarief liggen ten behoeve van bijvoorbeeld kwaliteitsverhoging en innovatie en/of elementen die niet in de tarieven zijn opgenomen. Activiteiten die op zichzelf geen verzekerde zorg zijn, maar die volgens aanbieders en zorgverzekeraars wel gewenst of nodig zijn om verzekerde zorg goed te kunnen leveren (of de kwaliteit van verzekerde zorg te verhogen), kunnen niet vergoed worden door specifiek voor die activiteiten DBC’s in rekening te brengen (want de NZa stelt voor die activiteiten geen DBC’s vast). Wel is het mogelijk om deze te financieren uit de opbrengsten van rechtmatig gedeclareerde DBC’s door een ophoging van de prijs (binnen de grenzen van de publieke tariefregulering). Het is toegestaan dat zorgverzekeraars en aanbieders hier bij hun prijsonderhandelingen afspraken over maken. Daarnaast stellen de zorgverzekeraars eisen in privaatrechtelijke overeenkomsten:

2013: WMG-overeenkomst (inclusief alle daarbij behorende addenda) die de representerende zorgverzekeraar met de aanbieder heeft afgesproken (verder genoemd de WMG-overeenkomst ‘in ruime zin’);

2013: individuele overeenkomsten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.

2 Toelichting: deze kostprijsberekening is gebaseerd op basis van de werkelijke kostprijzen van aanbieders. Bij de bepaling van de kostprijs zijn een aantal elementen niet meegenomen, omdat op dat moment onduidelijkheid bestond over de uitleg van een aantal beleidsregels. Deze elementen hebben o.a. betrekking op extra kosten door nieuwe regelgeving, de eis voor toepassing van directe tijd of een aanscherping rondom het begrip hoofdbehandelaar.

Page 8: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 8

Deze privaatrechtelijke overeenkomsten scherpen vaak de publiekrechtelijke regels aan of leggen extra eisen op. Vaak ontbreken er in de privaatrechtelijke overeenkomsten bepalingen wat er in financiële zin gebeurt als er op één of meerdere aspecten niet aan de overeenkomst wordt voldaan. Een geheel of gedeeltelijk afkeuring van de gedeclareerde productie ligt dan niet per definitie voor de hand (er is immers wel sprake van rechtmatig geleverde zorg conform de Zorgverzekeringswet), zeker niet als de bepalingen over wel/niet vergoeden, niet expliciet zijn gemaakt. Overleg tussen zorgverzekeraar en instelling over de financiële impact ligt dan voor de hand, waarbij – zoals in dit plan van aanpak is opgenomen – in redelijkheid en billijkheid naar de afwijkingen zal worden gekeken. Indien er afwijkingen zijn in de declaraties ten opzichte van privaatrechtelijke overeenkomsten (maar binnen de publiekrechtelijke kaders) dan kan er door de zorgverzekeraar altijd ten gunste van de verzekerde van worden afgeweken (coulance van de zorgverzekeraar). In hoofdstuk 5 wordt de wijze waarop de bevindingen uit de controles door de GGZ-aanbieders gerapporteerd worden, nader toegelicht.

2.3.2 CONTROLES GEPAST GEBRUIK EN STAND WETENSCHAP EN PRAKTIJK In het Plan van Aanpak (bijlage 2 lid 8) is daarnaast een nadere toelichting opgenomen omtrent de uitwerking van controles gepast gebruik en stand van de wetenschap en praktijk. De zorgverzekeraars hebben de wettelijke taak om vast te stellen dat de gedeclareerde zorg aan de stand van de wetenschap en praktijk voldoet, dat de gedeclareerde zorg redelijkerwijs is aangewezen en geen kenmerken van misbruik en oneigenlijk gebruik bevat. Deze worden onder andere uitgevoerd aan de hand van spiegelinformatie/datamining. Zorgverzekeraars maken spiegels die gebaseerd zijn op alle beschikbare data per schadejaar, waarbij onder andere met de volgende aspecten rekening gehouden kan worden:

data wordt gecorrigeerd met persoonskenmerken

data groeperen naar type instellingen Op basis van de spiegel zullen een aantal zorgaanbieders opvallen of afwijken van de gemiddelde lijn. De zorgverzekeraar zal het gesprek met de zorgaanbieder aangaan om inzicht te verkrijgen in de geconstateerde afwijking. Afhankelijk van de uitkomsten is de zorgverzekeraar genoodzaakt om nader onderzoek uit te voeren, waarbij het Protocol opgesteld door de NZa bepalend is in de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden. De uitkomsten van dit onderzoek bepalen of er wel of geen sprake is van onrechtmatig gedeclareerde zorg en of er wel of geen financiële verrekening van ingediende en vergoede zorg moet plaats vinden. De uitkomsten van deze controles kunnen leiden tot terugvordering van al uitgekeerde bedragen, als achteraf toch blijkt dat de ingediende en vergoede declaratie niet aan genoemde aspecten voldoet en dus niet voor vergoeding vanuit de Basisverzekering in aanmerking komt. Alle reeds gedeclareerde zorg, welke achteraf niet voldoet aan de vanuit publieke regelgeving gestelde vereisten, wordt teruggevorderd. De zorgverzekeraar past bij het vaststellen van het financieel terug te vorderen bedrag geen fouttolerantie toe. Dit is volgens de richtlijnen gesteld aan de zorgverzekeraar niet mogelijk (Protocol NZa). Daarnaast zijn de volgende afspraken in het Plan van Aanpak gemaakt voor de toekomst (hoofdstuk 7d) betreffende gepast gebruik. Verzekeraars hebben de verplichting om gedeclareerde zorg te controleren op ‘gepast gebruik’ op basis van het verzekerde pakket van dat jaar. Dit is van belang omdat de verzekerde vanuit het perspectief van dat schadelastjaar de premie voor zijn basisverzekering heeft betaald. Dat wil zeggen dat zij met een voldoende mate van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid moeten kunnen vaststellen dat:

de gedeclareerde zorg van dat schadelastjaar conform de stand der wetenschap en praktijk is geleverd;

de verzekerde redelijkerwijs op die zorg was aangewezen (dit is een geïndividualiseerde norm die voortkomt uit de Zorgverzekeringswet;

de gedeclareerde zorg daarom rechtmatig ten laste van de basisverzekering van dat jaar mag worden gebracht.

Page 9: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 9

Om de risico’s rond de omzetbepaling die verband houden met de controles door verzekeraars op ‘gepast gebruik’ adequaat te kunnen beheersen, zullen zorgaanbieders een voor de accountant toetsbaar werkproces voor het toepassen van gepast gebruik inrichten. Over de contouren hiervan zullen zorgaanbieders in het voorjaar van 2015 landelijke afspraken maken met verzekeraars. Op deze wijze worden bij de zorgaanbieders vooraf voldoende (door de accountant objectief toetsbare) waarborgen ingebouwd zodat zij geen behandeling als basisverzekerde zorg declareren als die niet voldoet aan de normen voor gepast gebruik. Zorgaanbieders zullen deze werkprocessen vervolgens ook vastleggen in de eigen AO/IC procedures van de instelling om daarmee ook het proces van interne controle te versterken en te ondersteunen (zie 7c). De naleving van dit werkproces wordt zowel in het kader van de interne controle (door de IC functionaris), als in het kader van de externe controle (door de accountant) getoetst. Zorginstellingen en zorgverzekeraars maken verder afspraken met elkaar hoe zij van elkaar kunnen leren rond het thema gepast gebruik (ook op landelijk niveau). Nadere toelichting NZa:

Er bestaan nog wel eens wat misverstanden over de reikwijdte van controles op het gebied van gepast gebruik door zorgverzekeraars. Vaak wordt gedacht dat de uitkomsten van deze controles alleen toekomst gerichte effecten hebben en geen terugwerkende kracht financiële consequenties over de verstreken periode. In algemene zin (dat wil zeggen grotendeels) is die stelling juist. Er zijn echter uitzonderingen mogelijk. Deze betreffen o.a.: de controle op de verwijzing. Deze controles vallen óók onder het begrip gepast gebruik en betreffen dan de verstreken periode.

Rechtmatigheidsovertreding die vanuit benchmarking (praktijkvariatie) en uiteindelijk voortgezet detailonderzoek aan het licht zijn gekomen, maar dan wel met terugwerkende kracht gecorrigeerd moeten worden. Dit betreft dan alleen het deel dat de norm van de praktijk overstijgt.

Financiële afwikkeling van contractafspraken: de Q (rechtmatigheid) wordt niet aangepast maar wel de P. Dit heeft dan ook een achteraf financieel effect.

Het is aan de GGZ-instellingen en de accountants van de GGZ-instellingen om deze onzekerheden in te schatten. Het zal duidelijk zijn dat het kunnen steunen op de kwaliteit van de AO/IC procedures van de instelling (ook op medisch inhoudelijke zaken als stand van de wetenschap en indicaties) alsmede onderhandenwerk controles met contractafspraken en prognoses daarbij de belangrijkste steunpunten voor de accountant zijn. Omdat er veel discussie bestaat over wat wel en niet onder de term gepast gebruik wordt verstaan, is ervoor gekozen deze term niet langer te gebruiken in dit onderzoek. Vanaf heden praten ZN en GGZ NL over formele controle en materiële controle (= feitelijke en terechte levering). Deze begrippen zullen nog afgestemd worden met het Zorginstituut Nederland, NZa, VWS en overige partijen. Met de landelijke partijen wordt in het kader van de afspraken van het Plan van Aanpak een nadere verduidelijking gegeven wat naast deze controles nog over gepast gebruik gezegd moet worden, c.q. onder dit begrip zou vallen. Een deel van de termen gepast gebruik gaan over de inhoud van de zorg (redelijk aangewezen op) en over de wijze van invulling van deze zorg (stand van de wetenschap en praktijk).

2.3.3 DEFINITIES Ter verduidelijking zijn onderstaand de verschillende definities beschreven. In het Plan van Aanpak is het begrip rechtmatigheid nader gedefinieerd:

De term rechtmatigheid is gereserveerd voor de toepassing van de regels van de NZa. Als daar niet aan wordt voldaan is er in principe sprake van onrechtmatigheid.

Declaraties die afwijken ten opzichte van het publiekrechtelijk kader zijn onrechtmatig in het kader van de

Zorgverzekeringswet.

Voor wat betreft afspraken met de zorgverzekeraar, gaat het om onzekerheden over de interpretatie van de contractafspraken.

Zie verder Plan van Aanpak, d.d. 1 december 2014, hoofdstuk 3.

Page 10: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 10

Definities van de controles en het fraudebegrip zoals ze door o.a. de NZa worden gehanteerd:

Formele controle: een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of het tarief dat door een zorgaanbieder voor een prestatie in rekening is gebracht: 1°. een prestatie betreft, welke is geleverd aan een bij die zorgverzekeraar verzekerde persoon; 2°. een prestatie betreft, welke behoort tot het verzekerde pakket van die persoon (valt binnen de kaders van de Zorgverzekeringswet), 3°. een prestatie betreft, tot levering waarvan de zorgaanbieder bevoegd is, en 4°. het tarief betreft, dat voor die prestatie krachtens de Wet marktordening gezondheidszorg is vastgesteld of een tarief is dat voor die prestatie met de zorgaanbieder is overeengekomen;

Materiële controle: een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of de door de zorgaanbieder in rekening gebrachte prestatie is geleverd = feitelijke levering; en die geleverde prestatie het meest was aangewezen gezien de gezondheidstoestand van de verzekerde = terechte levering.

Zorgverzekeringsfraude: “Het opzettelijk plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden en/of verduistering, bij de totstandkoming en/of uitvoering van een overeenkomst van (zorg)verzekering, gericht op het verkrijgen van een uitkering, vergoeding of prestatie waarop geen recht bestaat, of een verzekeringsdekking te verkrijgen onder valse voorwendsels”. Zorgverzekeraars spreken dus pas van fraude als er sprake is van de volgende drie kenmerken:

o Opzet, een bewust handelen. o Overtreden van een regel. o (Financieel) wederrechtelijk voordeel.

Page 11: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 11

3. TIJDSPAD Streven is om het Onderzoek controles cGGZ 2013 met betrekking tot de hierboven afgebakende massa voor het einde van 2015 te hebben afgerond. Dit leidt tot de volgende tijdlijn:

- Tot 17 april 2015 kunnen GGZ-aanbieders zich aanmelden voor deelname aan het Onderzoek

controles cGGZ 2013 via het e-mailadres [email protected]. De GGZ-aanbieder wordt vervolgens

geïnformeerd over welke zorgverzekeraar, namens de andere zorgverzekeraars, het onderzoek zal beoordelen.

- Het Onderzoek controles CGGZ 2013 wordt door de GGZ-aanbieder uiterlijk 30 juni 2015 afgerond. Na afronding zal een beoordeling plaatsvinden door de zorgverzekeraar.

- Uiterlijk 1 augustus wordt door de controlerend zorgverzekeraar een terugkoppeling gegeven aan de GGZ-aanbieder over de volledigheid van de ingediende data (zie hoofdstuk 2.2).

- Zorgverzekeraars geven uiterlijk 1 november 2015 een (eerste) terugkoppeling/beoordeling op het uitgevoerde onderzoek.

- Indien noodzakelijk kan door de zorgverzekeraar nadere verduidelijking gevraagd worden. Dit onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking is uiterlijk 30 april 2016 afgerond (zie ook onderstaand tijdschema). Waar mogelijk streven de zorgverzekeraars naar een eerdere afronding.

Bovenstaand tijdschema en alle eerder benoemde afspraken gecombineerd met de tijdlijn schadelastjaar 2013 gedefinieerd in het Plan van Aanpak (pagina 32) geeft het overzicht op de volgende pagina:

Page 12: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 12

Deadline in de

tijd

Onderwerp Actor

1-12-2014 Start zelfonderzoek Plan van Aanpak GGZ-aanbieder

13-12-2014 Bekendmaking voorlopige (themagerichte) controles 2013

conform Plan van Aanpak

zorgverzekeraar

1-2-2015 -

1-4-2015

Zelfonderzoek Plan van Aanpak 2013 + rapportageformulier

gereed

GGZ-aanbieder

1-2-2015 -

1-4-2015

Evalueren zelfonderzoek Plan van Aanpak 2013 en bepalen of

met zorgverzekeraars overlegd zal moeten worden.

GGZ-aanbieder

1-3-2015 -

1-4-2015

Bij inschatting risico’s: Aanbieden zelfonderzoek Plan van Aanpak

+ feitelijk rapport van bevindingen van accountant door GGZ-

aanbieder aan zorgverzekeraar

GGZ-aanbieder

27-3-2015 Versturen door ZN en GGZ NL van controleplan Onderzoek

controles cGGZ 2013 en controlepunten Onderzoek controles

cGGZ 2013

ZN en GGZ NL

27-3-2015

Hiermee is voldaan aan: Bekendmaking definitieve

themagerichte en GGZ-aanbieder specifieke controles over

schadelastjaar 2013 (voor zover mogelijk om te melden)

zorgverzekeraar

1-4-2015 Plaatsen nieuwsbericht door GGZ NL en ZN GGZ NL en ZN

2-4-2015 Besluit ledenvergadering GGZ NL – over wel/niet deelname GGZ NL

17-04-2015 Aanmelden voor deelname Onderzoek controles cGGZ 2013 GGZ-aanbieder

April 2015/mei

2015

Uitvoer Onderzoek controles cGGZ 2013 door de GGZ-aanbieders GGZ-aanbieder

30-04-2015

(mei 2015)

Beoordelen verwachte effecten themagerichte controles

zorgverzekeraars, incl. bepalen impact jaarrekening 2013 en

nieuwe afweging tot overleg GGZ-aanbieder en zorgverzekeraar.

GGZ-aanbieder

Mei 2015 Aan de hand van de bevindingen gesprek accountant en GGZ-

aanbieder omtrent jaarrekening en verklaring: deponering en/of

uitstel

GGZ-aanbieder

Voor 1 juni 2015

Deze gesprekken

zullen nauwelijks

gevoerd zijn

Zoveel mogelijk afronding gesprekken tussen GGZ-aanbieder en

zorgverzekeraars n.a.v. zelfonderzoek Plan van Aanpak (indien

noodzakelijk)

GGZ-aanbieder en

zorgverzekeraar

30-06-2015 Sluiting van aanleveren uitkomsten Onderzoek controles cGGZ

2013

GGZ-aanbieder bij

zorgverzekeraar

1-8-2015 Communiceren uitkomsten van de volledigheidscontroles

omtrent de controletotalen (hoofdstuk 2.2) en de volledigheid

van de ontvangen stukken.

Zorgverzekeraar

aan GGZ-aanbieder

1-11-2015 Eerste review rapportages onderzoek afgerond zorgverzekeraar

30-4-2016 Afronding Onderzoek controles cGGZ 2013 zorgverzekeraar

1-6-2016 Indiening t.b.v. nacalculatie 2013 door NZa zorgverzekeraar en

GGZ-aanbieder

Tabel: tijdslijn Onderzoek controles cGGZ 2013 geïntegreerd met tijdlijn gedefinieerd in Plan van Aanpak.

Page 13: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 13

4. CONTROLEMETHODIEK De 27 groepen van controlepunten zijn tot stand gekomen op basis van risicoanalyses, NZa rapportages, gesprekken met GGZ Nederland en ervaringen uit eerdere controles. Deze controlepunten zijn zowel formeel als materieel van aard en kunnen voortkomen uit de (publieke) NZa regelgeving en de WMG contractafspraken. De hoofdcontrolepunten zijn opgenomen in het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013. Deze controlepunten worden middels één van onderstaande controlemethodieken onderzocht:

- AO/IC - Data-analyse - Deelwaarneming - Dossieronderzoek

Per controlepunt wordt in het Excel-bestand Controlepunten aangegeven welke controlemethodiek toegepast moet worden. Controlepunten Controles onderzoek cGGZ 2013 bevatten de volgende groepen van controlepunten:

Nr Controlepunt

1 Verwijzing

2 Hoofdbehandelaarschap

3 Startdatum

4 Behandelminuten_1

5 Behandelminuten_2

6 Verhouding indirecte tijd

7 Indirecte tijd DBC's

8 Feitelijke levering_1

9 Feitelijke levering_2

10 Feitelijke levering_3

11 Feitelijke levering_4

12 DBC Kenmerken (controle 12a, 12b en 12c)

13 Onverzekerde zorg

14 CONO beroepen

15a Verblijfscategorie

15b Verblijfsduur

15c Klinische opname

16 Deelprestaties E, F en G

17 Klinische behandeling kort

18 365 verblijfsdagen

19 Parallelliteit

20 Serialiteit_1

21 Serialiteit_2

22 Samenloop AWBZ/Zvw

23 Diagnostiek

24 Crisis

25 Dagbesteding

26 (Familie)relaties

27 Kinderen jonger dan drie jaar

Page 14: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 14

4.1 AO/IC Het kan voorkomen dat GGZ-aanbieders hun AO/IC zodanig gedurende heel 2013 hebben ingericht, dat door de AO/IC voor bepaalde controlepunten risico’s worden afgedekt. De GGZ-aanbieder heeft de risico’s samenhangend met het betreffende proces gedefinieerd. Per risico zijn beheersmaatregelen ingericht welke een betrouwbare werking over het gehele jaar garanderen. De GGZ-aanbieder maakt inzichtelijk op welke wijze zij de risico’s, de daarbij behorende beheersmaatregelen en de werking daarvan over het gehele jaar 2013 hebben vastgesteld. Voor de volgende controlepunten kan de AO/IC als controlemethodiek dienen:

a) AO/IC m.b.t. controlepunt 4: Behandelminuten_1 b) AO/IC m.b.t. controlepunt 14 en 24: Beroepentabel en Crisis c) AO/IC m.b.t. controlepunt 15: Verblijf

Ad a. Controlepunt 4 Behandelminuten_1 Indien de AO/IC zodanig is ingeregeld dat de validatieregels met betrekking tot de afleiding van de productgroep naar behoren in het software-systeem van de GGZ-aanbieder werken, kan de aanbieder dit aantonen door in het tabblad 4 Behandelminuten_1 van het Excel-bestand de twee algemene vragen te beantwoorden.

Ad b. Controlepunt 14 Beroepentabel en controlepunt 24 Crisis

Indien de AO/IC zodanig is ingeregeld dat: 1) aan de voorkant van het proces wordt voorkomen dat een behandelaar met een beroep buiten de

DBC-beroepentabel tijd kan registreren (controlepunt 14), 2) aan de voorkant van het proces is ingeregeld dat de validatieregels met betrekking tot crisis naar

behoren werken (controlepunt 24), kan de werking van de AO/IC door de GGZ-aanbieder aangetoond worden door voor 10 posten, welke middels een niet-gemanipuleerde trekking (paragraaf 4) zijn geselecteerd, de vragen benoemd voor ad 1) in tabblad 14 Beroepentabel respectievelijk voor ad 2) in tabblad 24 Crisis te beoordelen. Om deze vragen te beantwoorden, wordt gebruik gemaakt van een dossiercontrole (paragraaf 5). Komt er bij de 10 posten een onrechtmatigheid naar voren dan dient de controle uitgevoerd te worden volgens de controlemethodiek genoemd in kolom I van het Excel-bestand. Ad c. Controlepunt 15 Verblijf Voor de controlepunten (15 a, b en c) moet de AO/IC omtrent klinisch verblijf als bijlage aan het rapportageformat worden toegevoegd. De AO/IC dient als ondersteuning voor het beantwoorden van de vragen over verblijf. In bijlage 1 is een document over de verblijfsfunctie opgenomen, wat is opgesteld in samenwerking met GGZ Nederland en ZN. In deze bijlage wordt aangegeven op welke punten verblijf gecontroleerd moet worden en hoe dit in relatie staat tot de regelgeving en de contractafspraken in 2013. Naast het opleveren van de AO/IC dient er een dossiercontrole plaats te vinden, waarbij de deelwaarneming gebaseerd is op de methodiek genoemd in hoofdstuk 4.3.2. (zie hoofdstuk 4.3.1 ad f).

4.2 DATA ANALYSE Data analyse houdt in dat relevante data geselecteerd, verzameld, gelezen, geïnterpreteerd en verwerkt wordt tot een resultaat. Een data analyse wordt uitgevoerd op alle OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties

3

geopend in 2013. Wijze van uitvoer:

1. Stel de totale onderzoeksmassa vast welke als basismassa dient voor de uit te voeren controlepunten (paragraaf 2.2);

2. Selecteer de OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties (extract databestand) die nodig zijn om het controlepunt te onderzoeken (Excel-bestand Controlepunten);

3 Deelprestaties behorende bij DBC’s uit 2013, kunnen een startdatum in 2014 hebben als de DBC doorloopt in 2014.

Page 15: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 15

3. Beschrijf de totstandkoming van het databestand, de controletotalen en de selectie (extract databestand) in de rapportage, zodat deze navolgbaar is;

4. Voer een data analyse uit op het extract van het databestand;

Omschrijving data analyse In het Excel-bestand Controlepunten staat beschreven voor welke controlepunten data analyse als controlemethodiek toegepast moet worden. In het Excel-bestand moeten per controlepunt de bevindingen gerapporteerd worden. In de tabbladen (per controlepunt) wordt gevraagd om een aantal algemene vragen over de data analyse te beantwoorden of voor de DBC’s met bevindingen de specifieke vragen te beantwoorden. Onderstaand worden de data analyses verder toegelicht.

a) Data analyse 1 ten behoeve van controlepunt 3 Startdatum b) Data analyse 2 ten behoeve van controlepunt 4 Behandelminuten_1 c) Data analyse 3 ten behoeve van controlepunt 5 Behandelminuten_2 d) Data analyse 4 ten behoeve van controlepunt 6 Verhouding indirecte tijd e) Data analyse 5 ten behoeve van controlepunt 7 Indirecte tijd DBC’s f) Data analyse 6 ten behoeve van controlepunt 18 365 verblijfsdagen g) Data analyse 7 ten behoeve van controlepunt 22 Samenloop AWBZ/Zvw h) Data analyse 8 ten behoeve van controlepunt 23 Diagnostiek i) Data analyse 9 ten behoeve van controlepunt 25 Dagbesteding

Ad. a. Controlepunt 3 - Startdatum

Voor data analyse 1 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle initiële DBC’s (zorgtype 1);

- Stel vast of op de startdatum van de DBC’s een patiëntgebonden activiteit is geregistreerd;

- Maak inzichtelijk hoe vaak het voorkomt dat op de startdatum geen patiëntgebonden activiteit is

geregistreerd.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Startdatum’.

Ad. b. Controlepunt 4 - Behandelminuten_1

Voor data analyse 2 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Indien dit controlepunt middels AO/IC opgepakt kan worden volstaat de controlemethodiek zoals

beschreven in paragraaf 4.1. Anders;

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s;

- Stel het aantal werkelijke minuten per DBC vast;

- Stel vast of dit aantal werkelijke minuten niet onder het minimum van de gedeclareerde

productgroepen (staffel) valt.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Behandelminuten_1’.

Ad. c. Controlepunt 5 - Behandelminuten_2

Voor data analyse 3 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s met langdurige productgroepen. Dit betekent alle

DBC’s met een diagnose en dus niet de bijzondere productgroepen (Kort, Crisis, Indirect en

Diagnostiek);

- Stel vast hoeveel DBC’s in het begin, midden of einde van de productgroep vallen zoals beschreven in

het tabblad.

Stel vast hoeveel DBC’s in welke productgroep vallen, conform tabblad ‘Behandelminuten_2’.

Ad. d. Controlepunt 6 - Verhouding indirecte tijd

Voor data analyse 4 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s;

- Sluit uit DBC’s met enkel indirecte tijd;

- Stel vast wat het gemiddelde percentage indirecte tijd is over alle DBC’s.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Verhouding indirecte tijd’.

Page 16: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 16

Ad. e. Controlepunt 7 - Indirecte tijd DBC’s

Voor data analyse 5 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden: - Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s met alleen indirecte tijd; - Sluit de volgende zorgtypen uit: langdurig periodieke controle, voorgezette behandeling en uitloop

(zorgtype 201, 202, 203). Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Indirecte tijd DBC’s’.

Ad. f. Controlepunt 18 - 365 verblijfsdagen

Voor data analyse 6 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Let op: Bij deze controle moet naast de totale onderzoeksmassa gebruik gemaakt worden van

aanvullende data. Om te kunnen toetsen of binnen de DBC geopend in 2013 de 365 verblijfsdagen

worden gepasseerd, moeten ook alle DBC’s van eind 2011 (laatste kwartaal) en alle DBC’s uit 2012

met deelprestaties voor verblijf meegenomen worden in de analyse.

- Selecteer alle DBC’s waaraan deelprestaties voor verblijf (A t/m G) gekoppeld zijn, geopend in 2013;

- Neem alle voorgaande DBC’s van de patiënten die bij de stap hiervoor zijn geselecteerd met verblijf

mee in de berekening van het aantal dagen;

- Ga na voor deze behandeltrajecten of er meer dan 365 dagen verblijf overschreden zijn, rekening

houdend met het besluit Artikel 2.10 Bzv. zie toetsingskader;

- Bereken per verblijfstraject (initiële en vervolg DBC’s) het aantal verblijfsdagen.

Rapporteer alleen die bevindingen waar de 365 dagen grens binnen de DBC uit 2013 overschreven wordt in

tabblad ‘365 verblijfsdagen’.

Ad. g. Controlepunt 22 - Samenloop AWBZ/Zvw

Voor data analyse 7 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Let op: Bij deze controle moet gebruik gemaakt worden van de totale onderzoeksmassa én een

databestand waarin alle AWBZ GGZ Zorgzwaartepakketten B (GGZ B) prestaties uit 2013 en 2014 zijn

meegenomen;

- Stel vast of in beide bovengenoemde bestanden dezelfde patiënten voorkomen die in een

overlappende periode zorg hebben ontvangen vanuit zowel de Zvw als vanuit de AWBZ.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Samenloop’.

Ad. h. Controlepunt 23 - Diagnostiek

Voor data analyse 8 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle patiënten die een diagnostiek DBC hebben en waarvoor binnen 8 weken na het sluiten van deze diagnostiek DBC een nieuwe DBC is geopend.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Diagnostiek’.

Ad. i. Controlepunt 25 - Dagbesteding

Voor data analyse 9 dient de volgende aanpak gehanteerd te worden:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s waarin dagbesteding is geregistreerd (activiteitcodes 9.1, 9.2 of 9.3, 9.4, 9.5) en waarbij gelijktijdig direct patiëntgebonden activiteiten en/of verblijf zonder overnachting geregistreerd.

Rapporteer de bevindingen in tabblad ‘Dagbesteding’.

4.3 DEELWAARNEMING Deelwaarneming houdt in dat een selectie uit de onderzoeksmassa wordt gecontroleerd om uiteindelijk een

oordeel te vormen over bepaalde eigenschappen van de massa als geheel. De onderzoeksmassa is dat deel van

alle in 2013 geopende OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties (is totale onderzoeksmassa, zie paragraaf

2.2) dat betrekking heeft op het controleonderwerp.

Page 17: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 17

4.3.1 Onderzoeksmassa deelwaarneming In het Excel-bestand Controlepunten is per controlepunt beschreven welke deelwaarneming toegepast moet

worden. Ten behoeve van een efficiënte uitvoering van de controles wordt hieronder beschreven welke

deelwaarneming voor welke controlepunten gehanteerd kan worden. Op deze wijze kan een deelwaarneming

voor meerdere controlepunten gehanteerd worden. Na selectie van de posten zoals hieronder beschreven

worden de bij de controlepunten behorende tabbladen in het Excel-bestand ingevuld.

Onderstaande deelwaarnemingen dienen als controlemethodiek voor de genoemde controlepunten: a) Deelwaarneming A t.b.v. controlepunten 11, 12(a en b) en 14: Feitelijke levering_4, DBC Kenmerken

en Beroepentabel b) Deelwaarneming B t.b.v. controlepunten 12c en 13: DBC Kenmerken en Onverzekerde zorg c) Deelwaarneming C t.b.v. controlepunt 8: Feitelijke levering)_1 d) Deelwaarneming D t.b.v. controlepunt 9: Feitelijke levering_2 e) Deelwaarneming E t.b.v. controlepunt 10: Feitelijke levering_3 f) Deelwaarneming F t.b.v. controlepunt 15 (a en c) en 15b: Verblijf g) Deelwaarneming G t.b.v. controlepunten 16: Deelprestaties E, F en G h) Deelwaarneming H t.b.v. controlepunt 17: Klinische behandeling kort i) Deelwaarneming I t.b.v. controlepunt 19: Parallelliteit j) Deelwaarneming J t.b.v. controlepunt 20: Serialiteit_1 k) Deelwaarneming K t.b.v. controlepunt 21: Serialiteit_2 l) Deelwaarneming L t.b.v. controlepunt 24: Crisis m) Deelwaarneming M t.b.v. controlepunt 26: (Familie)relaties n) Deelwaarneming N t.b.v. controlepunt 27: Kinderen jonger dan drie jaar

Ad a. Controlepunt 11 Feitelijke levering_4, controlepunt 12(a en b) DBC Kenmerken en controlepunt 14 Beroepentabel Voor controlepunt 14 geldt dat als dit controlepunt middels AO/IC opgepakt kan worden, er volstaan kan worden met de controlemethodiek zoals beschreven in paragraaf 4.1. Zo niet, dan geldt de controlemethodiek zoals hieronder beschreven. Voor controlepunt 11 en 12 moet gebruik gemaakt worden van de hier beschreven methodiek. Om de onderzoeksmassa te bepalen voor deelwaarneming A, wordt gebruik gemaakt van de totale onderzoeksmassa (alle OVP’s en DBC’s en daarmee samenhangende deelprestaties geopend in 2013). Uit deze totale onderzoeksmassa wordt het aantal posten getrokken dat moet worden gecontroleerd. De methodiek om het aantal posten te bepalen, wordt verderop in paragraaf 4.3.2 toegelicht.

- Bereken op basis van deelwaarneming A voor hoeveel posten feitelijke levering gecontroleerd moet worden, zie paragraaf 4.3.2. Voorbeeld: bij meer dan 801 DBC’s dienen 100 posten getrokken te worden. Dit maakt inzichtelijk hoeveel posten gecontroleerd hadden moeten worden.

- Echter, voor deelwaarneming A worden eerst de posten gebruikt die zijn getrokken bij controlepunten 8, 9 en 10 (feitelijke levering) om de hoeveelheid te controleren posten te beperken. Bijvoorbeeld: Aantal posten voor controlepunt 8; 30, voor controlepunt 9; 35 en voor controle 10; 35. In totaal worden deze 100 posten gebruikt voor controlepunten 11, 12(a en b) en 14.

- Is het totaal aantal posten onder bovengenoemde stap kleiner dan 100 posten, dan wordt deelwaarneming A uitgebreid tot 100 posten. Het resterend aantal benodigde posten wordt niet gemanipuleerd getrokken en betreffen dus nieuwe posten. Het is mogelijk dat zich overlap voordoet met de getrokken posten voor controlepunten 8, 9 en 10 zijn. In dat geval wordt doorgenummerd van bovenaf.

- Zijn er voor controlepunten 8, 9 en 10 in totaal samen meer dan 100 posten, dan wordt evenredig uit elke controle een aantal posten geselecteerd. Bijvoorbeeld: aantal posten voor controlepunt 8: 100, voor controlepunt 9: 60 en voor controlepunt 10: 80, dan worden uit controlepunt 8 (100/240) 42 posten, uit controlepunt 9 (60/240) 25 posten en uit controlepunt 10 (80/240) 33 posten, geselecteerd worden. Dat maakt samen de benodigde 100 posten. Let ook hierbij op eventuele overlappende posten uit controlepuntpunten 8, 9 en 10.

Page 18: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 18

Onderstaande tabel geeft een nadere toelichting op bovenstaande methodiek:

Toelichting op controlepunt 11 Feitelijke levering: Niet alle geregistreerde minuten in de DBC’s dienen individueel gecontroleerd te hoeven worden. Er moet op een betrouwbare wijze vastgesteld worden dat het geheel van de contactverslagleggingen en/of afsprakenagenda’s past bij de geregistreerde activiteiten in de DBC. Toelichting controlepunt 12a en b DBC Kenmerken: Zorgverzekeraars hebben in nauwe samenwerking met ZN en GGZ Nederland gezamenlijk het initiatief genomen om een onderzoek op te zetten ten behoeve van de controles curatieve GGZ 2013. Dit onderzoek ligt in het verlengde van het Plan van Aanpak en draagt daarmee bij aan het oplossen van de in het NBA alert 32 genoemde risico’s. In essentie betreft het een onderzoek waarin alle zorgverzekeraars gezamenlijk tot een lijst met formele- en materiële controlepunten (= Onderzoek controles cGGZ 2013) zijn gekomen. Met als doel controles voor schadejaar 2013 op een meer effectieve en efficiënte wijze uit te kunnen voeren. De controlepunten zijn besproken met GGZ Nederland, de NFU en NVZ. Aan de hand van de gesprekken zijn de controlepunten aangevuld en aangepast. Hierdoor kan dit document gezamenlijk worden voorgelegd aan de leden van ZN als aan de leden van GGZ Nederland, NFU en NVZ (zie hoofdstuk 1). Ad b. Controlepunten 12c en 13: DBC Kenmerken en Onverzekerde zorg

- Voor controlepunten 12c en 13 wordt dezelfde aanpak gevolgd als voorgaande punt, deelwaarneming A, de 100 posten worden voor deze deelwaarneming opnieuw gebruikt.

- Bij constatering van een onrechtmatigheid op basis van de vereisten van controlepunten 12c en 13, dan dient deelwaarneming B te worden uitgevoerd.

Voor deelwaarneming B wordt de volgende selectie gebruikt: - Selecteer de totale onderzoeksmassa; - Sluit alle diagnostiek DBC’s en OVP’s uit; - Sluit alle DBC’s met enkel indirecte tijd uit.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken.

Voorbeeld berekening Controlepunt 8 Controlepunt 9 Controlepunt 10 Totaal

Controlepunt 11

(deelwaarneming A) Opmerking

Op basis van de methodiek voor het bepalen van

de grootte van de deelwaarneming moeten deze

hoeveelheid posten getrokken worden

In deze controle

komen zoveel

posten voor

In deze controle

komen zoveel

posten voor

In deze controle

komen zoveel

posten voor

Voorbeeld 1;

situatie 1 100 30 35 35 100

Voor controlepunt 11

worden de posten uit

controlepunten 8, 9 en

10 gebruikt

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Voorbeeld 1;

situatie 2 100 20 40 20 80

Voor controlepunt 11

moeten nog 20 posten

uit deelwaarneming A

geselecteerd worden

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Voorbeeld 1;

situatie 3 100 100 60 80 240

Voorbeeld 1;

situatie 3 dus voor controlepunt 11 42 25 33 100

Voor controlepunt 11

moeten de 240 posten

evenredig gebruikt

worden.

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Voorbeeld 2;

situatie 1 50 10 25 15 50

Voor controlepunt 11

worden de posten uit

controlepunten 8, 9 en

10 gebruikt

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Voorbeeld 2;

situatie 2 50 10 10 10 30

Voor controlepunt 11

moeten nog 20 posten

uit deelwaarneming A

geselecteerd worden

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Voorbeeld 2;

situatie 3 50 50 50 50 150

Voorbeeld 2;

situatie 3 50 17 17 16

Voor controlepunt 11

moeten de 150 posten

evenredig gebruikt

worden.

Voor controlepunten 12

(a, b en c), 13 en 14

kunnen dezelfde posten

als voor 11 gebruikt

worden

Page 19: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 19

Toelichting controlepunt 12c DBC Kenmerken: Zorgverzekeraars hebben in nauwe samenwerking met ZN en GGZ Nederland gezamenlijk het initiatief genomen om een onderzoek op te zetten ten behoeve van de controles curatieve GGZ 2013. Dit onderzoek ligt in het verlengde van het Plan van Aanpak en draagt daarmee bij aan het oplossen van de in het NBA alert 32 genoemde risico’s. In essentie betreft het een onderzoek waarin alle zorgverzekeraars gezamenlijk tot een lijst met formele- en materiële controlepunten (= Onderzoek controles cGGZ 2013) zijn gekomen. Met als doel controles voor schadejaar 2013 op een meer effectieve en efficiënte wijze uit te kunnen voeren. De controlepunten zijn besproken met GGZ Nederland, de NFU en NVZ. Aan de hand van de gesprekken zijn de controlepunten aangevuld en aangepast. Hierdoor kan dit document gezamenlijk worden voorgelegd aan de leden van ZN als aan de leden van GGZ Nederland, NFU en NVZ (zie hoofdstuk 1). Toelichting controlepunt 13 Onverzekerde zorg: De zorgaanbieder dient vast te stellen dat er gedurende de behandelcontacten geen onverzekerde zorg is verstrekt, welke tot een declaratie heeft geleid. De diagnose is leidend in dit onderzoek. Nevendiagnoses bepalen niet de behandeling en de daarmee samenhangende declaratie. Indien sprake is van registratiefouten, dienen deze onderbouwd te worden. In de bevindingenrapportage kan een en ander nader worden toegelicht. Ad c. Controlepunt 8: Feitelijke levering_1 Voor deelwaarneming C wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s waarbij meer dan 8 uur directe tijd voor een patiënt per dag is geregistreerd;

- Sluit crisis DBC’s uit (zorgtype 301, 302). Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad d. Controlepunt 9: Feitelijke levering_2 Voor deelwaarneming D wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s waarbij activiteiten zijn geregistreerd met meer dan 150 minuten;

- Sluit crisis DBC’s uit (zorgtype 301, 302); - Sluit diagnostiek DBC’s uit.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad e. Controlepunt 10: Feitelijke levering_3 Voor deelwaarneming E wordt de volgende selectie gebruikt:

- Let op: de methodiek van deze deelwaarneming wijkt af van de standaard; - Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle behandelaren die meer dan 10 uur patiëntgebonden tijd

per dag geregistreerd hebben; - Stel vast op welke DBC’s dit betrekking heeft.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren DBC’s getrokken. Toelichting controlepunten 8, 9 en 10 Feitelijke levering: Controlepunten met betrekking tot de feitelijke levering kunnen voorkomen in de praktijk, echter zijn vanuit risicoperspectief een aandachtspunt. De verwachting bestaat dat dergelijke situaties geen significante omvang hebben. Echter, doordat op voorhand geen oordeel geveld kan worden over de rechtmatigheid van de dossiers wordt de GGZ-aanbieder verzocht een dossieronderzoek uit te voeren. Ad f. Controlepunten 15(a en c) en 15b: Verblijf. Voor deelwaarneming F wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer de totale onderzoeksmassa; - Sluit DBC’s uit zonder een deelprestaties voor verblijf (A tot en met G); - Sluit DBC’s voor crisiszorg uit (zorgtype 301, 302).

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Let op: de te selecteren posten betreffen alleen DBC’s. De bijbehorende deelprestaties worden meegenomen in de beoordeling van de DBC’s. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de ‘Nadere toelichting op controlepunt 15 Verblijf’.

Page 20: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 20

Ad g. Controlepunt 16: Deelprestaties E, F en G Voor deelwaarneming G wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa de DBC’s die verblijf met categorie E, F en G bevatten. Let op: de DBC kan ook andere categorieën verblijf bevatten, deze worden dan meegenomen;

- Selecteer de DBC’s die op patiëntniveau meer dan 5% afwezigheidsdagen bevatten, gedurende die periode dat zij verbleven op deelprestatie E, F en G. Zie voor een nadere toelichting de voorbeelden hieronder.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Let op: de te selecteren posten betreffen alleen DBC’s. De bijbehorende deelprestaties worden meegenomen in de beoordeling van de DBC’s. Toelichting stap 2 controlepunt 16 Deelprestaties E, F en G:

Voorbeeld 1: bij 4 maanden opname (120 dagen) op E dan worden alleen die patiënten in de deelwaarneming meegenomen die meer dan 6 afwezigheidsdagen hebben).

Voorbeeld 2: De patiënt ligt eerst op een G bed, vervolgens op een E bed. De afwezigheid moet op patiëntniveau bepaald worden voor E, F en G samen, daarom dienen de afwezigheidsdagen eerst gesommeerd te worden over E en G, vervolgens dient het percentage bepaald te worden o.b.v. het totaal aantal opnamedagen E+G.

Voorbeeld 3: De patiënt ligt eerst op een F bed, vervolgens op een B bed. De afwezigheid moet voor deze patiënt alleen bepaald worden op basis van opnamedagen en afwezigheid binnen F. De opnamedagen en afwezigheid binnen B tellen niet mee voor de bepaling van de 5 %.

Ad h. Controlepunt 17: Klinische behandeling kort Voor deelwaarneming H wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle initiële DBC’s met productgroep korte behandeling, inclusief deelprestaties voor verblijf (A tot en met G);

- Bereken het percentage initiële klinische DBC’s met korte behandeling t.o.v. het totaal aantal klinische DBC’s. Bij meer dan 20% initiële DBC’s wordt het tabblad ingevuld.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad i. Controlepunt 19: Parallelliteit Voor deelwaarneming I wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle dubbele en parallelle DBC’s (incl. OVP’s en deelprestaties).

- Hierbij dient rekening gehouden te worden met meerdere AGB-codes binnen de GGZ-aanbieder. Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad j. Controlepunt 20: Serialiteit_1 Voor deelwaarneming J wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s met dezelfde hoofdgroepdiagnose per patiënt die geopend zijn binnen 365 dagen na opening van de voorgaande DBC.

- Hierbij dient ook diagnosegroep ‘000’ meegenomen te worden. Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad k. Controlepunt 21: Serialiteit_2 Voor deelwaarneming K wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s met een andere hoofdgroepdiagnose per patiënt die geopend zijn binnen 90 dagen na de sluitingsdatum van de voorgaande DBC en deze voorgaande DBC korter is dan 365 dagen.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad l. Controlepunt 24: Crisis Voor deelwaarneming L wordt de volgende selectie gebruikt:

- Indien dit controlepunt middels AO/IC opgepakt kan worden volstaat de controlemethodiek zoals beschreven in paragraaf 4.1. Anders;

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle crisis DBC’s (zorgtype 301 en 302). Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken.

Page 21: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 21

Ad m. Controlepunt 26: (Familie)relaties Voor deelwaarneming M wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle parallelle DBC’s op één postcode en huisnummer. - Sluit uit wanneer vast staat dat geen sprake is van een familierelatie (bijvoorbeeld verpleeghuis).

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken. Ad n. Controlepunt 27: Kinderen jonger dan drie jaar Voor deelwaarneming N wordt de volgende selectie gebruikt:

- Selecteer uit de totale onderzoeksmassa alle DBC’s geopend voor kinderen jonger dan 3 jaar op openingsdatum van de DBC.

Uit deze onderzoeksmassa worden de te controleren posten getrokken.

4.3.2 Methodiek om de grootte van de deelwaarneming te bepalen Als voorwaarde voor een deelwaarneming geldt dat er een minimaal aantal posten via niet gemanipuleerde trekking (zie verder paragraaf 4.4) wordt gecontroleerd over een populatie die als homogeen is aan te merken en waarvan de verwachting is dat het onderzoek geen afwijkingen oplevert. Om de hoeveelheid te controleren posten enigszins in verhouding te brengen met het aantal gedeclareerde posten per controleonderwerp, volgt de GGZ-aanbieder één van de volgende methodieken, afhankelijk van de grootte van de onderzoeksmassa:

I. Is de onderzoeksmassa 1 t/m 100 DBC’s groot, dan wordt 10% van deze DBC’s gecontroleerd met een minimum van 5 of alle DBC’s;

II. Omvat de onderzoeksmassa 101 t/m 400 DBC’s, dan wordt 10% van deze DBC’s gecontroleerd met een maximum van 25.

III. Omvat de onderzoeksmassa 401 t/m 800 DBC’s, dan wordt 10% van deze DBC’s gecontroleerd met een maximum van 50.

IV. Omvat de onderzoeksmassa meer dan 801 DBC’s, dan wordt 10% van deze DBC’s gecontroleerd met een maximum van 100.

Omdat de afspraken met betrekking tot Horizontaal Toezicht en de gebruikmaking van de AO/IC nog nader uitgewerkt moeten worden door partijen is bij de uitvoering van het Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 voor een relatief grote deelwaarneming gekozen. Wanneer geen onrechtmatigheden uit de beoordeelde deelwaarneming door de GGZ-aanbieder naar voren komen, kan de populatie waarop de deelwaarneming is uitgevoerd door de GGZ-aanbieder als rechtmatig worden beschouwd betreffende het onderzochte controlepunt. De wijze waarop de beoordeling en terugkoppeling plaatsvindt, is beschreven in hoofdstuk 6. Bij onrechtmatigheden in de verantwoording kan onderscheid gemaakt worden in structurele en incidentele bevindingen.

- Van een structurele bevinding is sprake als de oorzaak van de bevinding is gelegen in (onderdelen van) het systeem van uitvoering, waardoor bevindingen met een (zeker) herhalingskarakter (kunnen) optreden. Structurele bevindingen moeten niet alleen verder worden uitgezocht en in totaliteit worden gecorrigeerd, maar ook het systeem van uitvoering waardoor de bevindingen zijn ontstaan zal worden geëvalueerd door de GGZ-aanbieder (opname in risicoanalyse, aanpassing systeem). Uitgangspunt is dat bevindingen structureel zijn, tenzij.

- Van een incidentele (geïsoleerde) bevinding is sprake als het een toevallige bevinding betreft. Kenmerkend voor incidentele bevindingen is dat in principe geen herhaling optreedt van de geconstateerde bevinding. De GGZ-aanbieder dient te onderbouwen waarom zij van mening is dat de bevinding incidenteel is en derhalve geen impact heeft op de totale onderzoeksmassa en de daaruit te trekken conclusie aangaande de rechtmatigheid.

Wanneer een onrechtmatigheid wordt geconstateerd in de deelwaarneming, dan is nader onderzoek noodzakelijk. Dit vervolgonderzoek richt zich op de betreffende onrechtmatigheid en de (deel)populatie waarop deze onrechtmatigheid betrekking heeft. Vastgesteld moet worden of er sprake is van een incidentele dan wel structurele bevinding. Incidentele bevindingen dienen daar waar mogelijk geïsoleerd te worden zodat deze d.m.v. data analyse op micro niveau gecorrigeerd of uitgezonderd kan worden van de massa van de deelwaarneming. Indien dit mogelijk is dan wordt deze onrechtmatigheid gerapporteerd en is een verdere

Page 22: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 22

bevindingevaluatie uit de deelwaarneming (en dus ook in de eventuele extrapolatie) niet noodzakelijk. Indien dit niet mogelijk is dient de deelwaarneming uitgebreid te worden.

4.3.3 Uitbreiding deelwaarneming Als de onrechtmatigheid niet geïsoleerd kan worden (lees: een structurele bevinding), dan wordt de deelwaarneming uitgebreid met nogmaals hetzelfde aantal posten van de reeds uitgevoerde deelwaarneming. De financiële impact van deelwaarneming wordt bepaald nadat beide deelwaarnemingen zijn uitgevoerd. Dit betekent dat elke bevinding (wel of geen financieel resultaat) vanuit de eerste deelwaarneming resulteert in een uitbreiding van de deelwaarneming. De uitkomsten van beide deelwaarnemingen worden meegenomen in de bevindingevaluatie. Uitzondering hierop is deelwaarneming methodiek IV; de daar gecontroleerde aantallen geven volgens de steekproefmethodiek voldoende basis om de uitkomsten te vertalen naar de totale massa, uitbreiding van het aantal posten is derhalve niet noodzakelijk. Echter, indien de GGZ-aanbieder het wenselijk acht deze deelwaarneming IV uit te breiden met hetzelfde aantal posten van de eerste deelwaarneming IV, alvorens de uitkomsten te vertalen naar de totale massa, dan is dit toegestaan. Bij de bevindingevaluatie worden de gedane bevindingen betreffende onrechtmatigheden vertaald naar het financieel effect voor de totale onderzoeksmassa waar de deelwaarneming betrekking op heeft. De GGZ-aanbieder kan kiezen welke methodiek hij wil hanteren voor het bepalen van het financiële effect voor de totale onderzoek massa:

1. Uitkomsten van de deelwaarneming(en) worden geëxtrapoleerd over de totale onderzoeksmassa waar de deelwaarneming betrekking op heeft. Indien een dergelijke extrapolatie plaatsvindt, dan is altijd sprake van een afrekening op macro niveau. Geconstateerde onrechtmatigheden in de deelwaarneming wordt verhoudingsgewijs toegerekend naar de totale onderzoeksmassa;

2. De GGZ-aanbieder voert een 100% controle uit om de onrechtmatigheid op micro niveau vast te stellen.

Bij de toepassing van een deelwaarneming is nooit sprake van een toegestane bevinding of tolerantie. Elke bevinding dient derhalve nader onderzocht te worden middels bovenstaande methodiek. Ad 1. De geconstateerde onrechtmatigheden in de gecontroleerde deelwaarneming dienen vertaald te worden naar de totale onderzoeksmassa. Dit gebeurt door het bevindingpercentage van aangetroffen onrechtmatigheden in de deelwaarneming te extrapoleren naar de totale massa. Hierbij dient rekening gehouden te worden met correcties van DBC’s en telt alleen het netto gecorrigeerde bedrag mee in de extrapolatie, zie voorbeeld.

To

tale

on

de

rzo

ek

sma

ssa

To

tale

on

de

rzo

ek

sma

ssa

On

rech

tma

tig

e D

BC

als

ge

vo

lg v

an

on

de

rzo

ek

He

rde

cla

rati

e

sam

en

ha

ng

en

d m

et

on

rech

tma

tig

e D

BC

Ne

tto

fin

an

cie

el

eff

ect

# €

1 150

2 300 300 350 -50

3 650

4 400 400 400 0

5 800 800 700 100

6 1.200 1.200 400 800

Som Onderzoek 3.500 2.700 1.850 850

7 400

8 200

9 300

10 100

Totaal 4.500 2.700 1.850 850

Totale onderzoeksmassa betreft 10 DBC's.

Deelwaarneming betreft 6 DBC's (nummer 1 t/m 6)

Rechtmatige DBC's in deelwaarneming: DBC 1 en 3

Onrechtmatige DBC's in deelwaarneming: DBC 2, 4, 5 en 6

Fout% voor extrapolatie betreft: 850/3.500 = 24,29%

Geextrapoleerde fout voor totale onderzoeksmassa betreft:

24,29% x 4.500 = € 1.092,86

Page 23: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 23

4.4 Niet gemanipuleerde trekking Om een niet gemanipuleerde trekking te garanderen, wordt voorgeschreven hoe de populatie gerangschikt moet zijn, welke de basis is waaruit de posten voor de deelwaarneming getrokken moeten worden:

Stap 1: selecteer de relevante onderzoeksmassa voor het controlepunt;

Stap 2: sorteer de declaraties op BSN-nummer van hoog naar laag;

Stap 3: selecteer van bovenaf het aantal posten dat nodig is voor de deelwaarneming. De methodiek van de aselecte trekking moet hierbij navolgbaar zijn. Voorbeeld: Als bij een deelwaarneming 10 posten moet worden getrokken, neem dan regel 1 t/m 10. Sorteer de regels op BSN nummer en selecteer de regels 1 t/m 10;

Stap 4: indien er per BSN meerdere DBC’s zijn sorteer dan op openingsdatum en kies de eerste DBC. Per BSN wordt dus 1 DBC geselecteerd (tenzij meerdere DBC’s nodig zijn om tot het gevraagde aantal te onderzoeken posten te komen).

Door bovenstaande drie stappen te volgen, wordt op een eenvoudige wijze de auditrail inzichtelijk gemaakt. Indien nodig kan deze deelwaarneming herhaald worden door de controlerend zorgverzekeraar. Omdat een individuele zorgverzekeraar niet beschikt over alle declaraties van de GGZ-aanbieder, wordt de anonimiteit van de uitkomsten gewaarborgd. Indien een herhaling van de deelwaarneming noodzakelijk is, zal hiervoor het databestand van de GGZ-aanbieder als basis worden gebruikt.

4.5 DOSSIERONDERZOEK Dossieronderzoek is een specifieke detailcontrole, waarbij in patiëntendossiers nagegaan moet worden of er sprake is van (on)rechtmatigheden. In het Excel-bestand wordt aangegeven voor welke controlepunten dit van toepassing is.

4.6 AFWIJKING CONTROLEMETHODIEK De GGZ-aanbieder informeert de controlerende zorgverzekeraar als hij niet kan voldoen aan de gevraagde controlemethodiek. De GGZ-aanbieder geeft hierbij aan waarom de methodiek niet gevolgd kan worden waarbij hij met een concreet voorstel/oplossing komt. De controlerende zorgverzekeraar beoordeelt deze voorgestelde methodiek.

Page 24: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 24

5. WIJZE VAN RAPPORTEREN EN VASTLEGGEN Om op een juiste, betrouwbare en uniforme wijze de uitkomsten te kunnen beoordelen en te kunnen vergelijken moeten de uitkomsten van het onderzoek door de GGZ-aanbieder in de bevindingenrapportage worden verantwoord (Excel-bestand Controlepunten). De GGZ-aanbieder zorgt ervoor dat de gegevens geanonimiseerd worden aangeleverd. Echter, bij een Onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking, dan wel vragen van de zorgverzekeraar, moet het voor de GGZ-aanbieder mogelijk zijn om de gerapporteerde gegevens te herleiden naar specifieke patiënten en declaraties, welke als basis hebben gediend voor de gerapporteerde antwoorden (audit trail). De GGZ-aanbieder geeft in de bevindingenrapportage per controlepunt feitelijk weer wat de uitkomsten zijn, zoals het aantal patiënten, het aantal (on)rechtmatige DBC’s en de totale rechtmatige en onrechtmatige ingediende declaraties in euro’s. De te verantwoorden bevindingen per categorie dienen nader gespecificeerd te worden conform onderstaande tabel. In de bevindingenrapportage moet bij de vertaling van de conclusies naar financiële impact rekening gehouden worden met de volgende elementen:

Gedeclareerde- versus nog niet gedeclareerde DBC’s.

Herdeclaraties welke samenhangen met gedeclareerde DBC’s.

Correcties uit te voeren op micro en macro niveau.

Financiële correctie wegens ontdubbelen declaraties (declaraties welke bij meerdere controlepunten als bevinding zijn gekenmerkt).

Financiële correctie wegens het aanpassen van de tarieven 2013 (in overleg met de representerend zorgverzekeraar).

De op te leveren detailgegevens per controlepunt versus totaalniveau zijn in onderstaande tabel nader toegelicht.

Per controlepunt én op totaalniveau Op totaalniveau (aanvullend) Uitkomsten van het onderzoek, welke betrekking hebben op

gedeclareerde DBC’s, gespecificeerd per UZOVI. Per controlepunt moet tevens aangegeven worden of het een micro- of macro correctie betreft.

Herdeclaraties4 op reeds gedeclareerde DBC’s specificeren

per UZOVI. Ook hier dient aangegeven te worden op welke wijze de herdeclaratie is bepaald (micro versus macro).

Uitkomsten van het onderzoek, welke betrekking hebben op nog te declareren DBC’s, gespecificeerd per UZOVI. Per controlepunt moet tevens aangegeven worden of het een micro- of macro correctie betreft.

Herdeclaraties per UZOVI, indien nog te declareren DBC’s middels macrocorrectie zijn gecorrigeerd. Bij nog te declareren declaraties dienen correcties welke op microniveau bekend zijn gecorrigeerd te worden alvorens de declaratie ingediend wordt bij de zorgverzekeraar.

Het netto financieel effect betreft de onrechtmatige DBC’s verminderd met de herdeclaraties. De berekening dient conform de 4 bullets hierboven gerapporteerd te worden. De som van het netto effect bepaalt de financiële uitkomst van de uitgevoerde controle. Zie ook het voorbeeld opgenomen in hoofdstuk 4.3.3.

Indien dezelfde declaratie bij meerdere controlepunten tot resultaten heeft geleid, dient de zorgaanbieder het netto financieel effect over alle controlepunten heen te bepalen voor de betreffende declaratie. Met andere woorden, de GGZ-aanbieder dient vast te stellen wat de herdeclaratie op totaalniveau, rekening houdend met alle geconstateerde feiten, moet zijn. Het verschil tussen deze herdeclaratie op totaalniveau en de nog in te dienen/ingediende declaratie betreft de daadwerkelijke netto fout. De GGZ-aanbieder dient het verschil tussen deze uitkomst en de som van het netto financieel effect per controlepunt te corrigeren.

De financiële correctie als gevolg van de aanpassing van de tarieven 2013. Dit betreft een mogelijke correctie naar aanleiding van het afsluitend gesprek tussen GGZ-aanbieder, controlerend zorgverzekeraar en inkoper van de representerend zorgverzekeraar (zie hoofdstuk 6 aandachtsstreepje III).

4 Herdeclaratie = Die DBC welke de GGZ-aanbieder voor de geleverde zorg op basis van rechtmatige gronden kan

declareren, als de daarmee samenhangende DBC welke onderdeel uitmaakt van het Onderzoek controles cGGZ 2013 als

‘onrechtmatig’ bestempeld wordt.

Page 25: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 25

Betreffende gegevens dient de GGZ-aanbieder te verantwoorden in de bevindingenrapportage. Tabel 1 laat zien op welke wijze de bevindingen per controlepunt verantwoord moeten worden:

Tabel 1

De te verantwoorden gegevens in tabel 2 hebben betrekking op die controlepunten welke middels een

deelwaarneming onderzocht moeten worden. De strekking van tabel 3, zoals opgenomen in de

bevindingenrapportage, komt overeen met de strekking van tabel 2. Verschil zit in de te verantwoorden

controlepunten.

Tabel 2

De categorisering van DBC’s en herdeclaraties zijnde ‘gedeclareerde’ versus ‘nog te declareren’ is gebaseerd op de gehanteerde peildatum welke is gehanteerd bij het opstellen van de onderzoeksmassa. De methodiek betreffende de totstandkoming van de onderzoeksmassa is nader toegelicht in hoofdstuk 2.2.

Page 26: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 26

Indien correctie op declaratieniveau niet mogelijk is (als gevolg van een deelwaarneming met extrapolatie) rapporteert de GGZ-aanbieder de macro-correctie per UZOVI. De bepaling van de correctie per UZOVI wordt gebaseerd op de verhouding van het aantal behandelde patiënten (waarde DBC’s in totale onderzoeksmassa (hoofdstuk 2.2) per UZOVI. Financiële afwikkeling (verwerken correcties) vindt plaats nadat het eindoordeel door de zorgverzekeraar is opgesteld. Naast de financiële verantwoording wordt de GGZ-aanbieder gevraagd om een onderbouwing op te nemen in de bevindingenrapportage (oordeelsvorming). Deze toelichting is vormvrij. De zorgverzekeraar zal op basis van deze onderbouwing een conclusie trekken of er voldoende zekerheid is bereikt over de rechtmatigheid van de declaraties. Daar waar sprake is van dossieronderzoek, zal de GGZ-aanbieder de controleresultaten in het betreffende tabblad verantwoorden. Middels de bestuursverklaring dient het bestuur van de GGZ-aanbieder zicht te verantwoorden over de betrouwbaarheid en juistheid van de opgeleverde resultaten verantwoord in de bevindingenrapportage. De bevindingenrapportage opgesteld door de GGZ-aanbieder dient als basis voor het op te stellen eindoordeel door de zorgverzekeraar (zie paragraaf 7.4 eindoordeel). Correctie door de GGZ-aanbieder vindt plaats nadat het eindoordeel door de zorgverzekeraars is opgesteld. De GGZ-aanbieder maakt de genomen stappen in het dossieronderzoek, de data analyses, de deelwaarnemingen of de werking van de beheersmaatregelen (AO/IC) inzichtelijk en navolgbaar in verband met mogelijk onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking. Per controlepunt moet inzichtelijk zijn hoe het onderzoek is uitgevoerd en welke keuzes zijn gemaakt in de analyse, selectie en beoordeling van de posten. Indien de zorgverzekeraar hier vragen over heeft in het onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking, dan kan deze informatie worden opgevraagd.

Page 27: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 27

6. BEOORDELING & TERUGKOPPELING Per controlepunt is door de zorgverzekeraars het toetsingskader beschreven. Alle zorgverzekeraars houden zich bij de beoordeling van het Onderzoek controles cGGZ 2013 aan dit afgesproken toetsingskader. In de regel wordt de beoordeling uitgevoerd door één zorgverzekeraar. De zorgverzekeraars houden hierbij de mogelijkheid om in het kader van een uniforme beoordeling de controleresultaten met elkaar af te stemmen. Na ontvangst van de uitkomsten van het onderzoek wordt er door de zorgverzekeraar een volledigheidstoets uitgevoerd (beoordeling controletotalen (hoofdstuk 2.2) en volledigheid van de totaal aan te leveren gegevens). De bevindingen van de zorgverzekeraar omtrent de uitkomsten van de volledigheidscontroles omtrent de controletotalen (hoofdstuk 2.2) en de volledigheid van de ontvangen stukken worden uiterlijk 1 augustus gecommuniceerd aan de individuele GGZ-aanbieder. Indien data ontbreekt wordt bij de GGZ-aanbieder om aanvulling van de data gevraagd. Indien de aangeleverde data in orde blijkt te zijn, vindt er een inhoudelijke toetsing plaats op de navolgbaarheid van het door de GGZ-aanbieder uitgevoerde Onderzoek controles cGGZ 2013, alsmede een toets op de betrouwbaarheid van vastlegging van gegevens. Dit met als doel te kunnen steunen op de uitkomsten van het door de GGZ-aanbieder uitgevoerde Onderzoek controles cGGZ 2013. Indien na toetsing blijkt dat de data niet navolgbaar is en/of gegevens mogelijk onbetrouwbaar lijken, wordt het bestand met uitkomsten teruggestuurd en wordt de GGZ-aanbieder gevraagd de ontbrekende data aan te vullen dan wel nader toe te lichten. Indien daar aanleiding toe bestaat kan er een vervolgonderzoek plaats vinden. Oorzaak voor vervolgonderzoek kan zijn dat de gegeven antwoorden door de GGZ-aanbieder niet overeenkomen met de data en spiegels van de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar is in die gevallen wettelijk verplicht om nader onderzoek uit te voeren naar de mogelijk aanwezige onrechtmatigheid. De uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek worden getoetst aan de hand van de bevindingenrapportage van de GGZ-aanbieder. Deze toetsing zal bij alle GGZ-aanbieders op dezelfde wijze plaatsvinden. Omdat de uitkomsten van het Onderzoek controles cGGZ 2013 impact kunnen hebben op het financiële kader welke door de representerend zorgverzekeraar beschikbaar is gesteld aan de betreffende GGZ-aanbieder worden de volgende stappen doorlopen:

I. Onderzoek controles cGGZ 2013 wordt conform vereiste genoemd bij de controlepunten (Excel bestand controlepunten) uitgevoerd.

II. De financiële effecten worden door de GGZ-aanbieder per controlepunt gerapporteerd en besproken met de aan hem toegewezen zorgverzekeraar. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden tot nu toe kan een oordeel geveld worden over de rechtmatigheid van de declaraties. In deze fase wordt géén rekening gehouden met over-/onderfinanciering en mogelijke correctie van tarieven (macro-nacalculatie). De correcties hebben betrekking op de OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties welke zijn geopend in 2013.

III. De uitkomsten van het Onderzoek Controles cGGZ 2013 worden in totaliteit besproken met de GGZ-aanbieder, de aan de GGZ-aanbieder toegewezen zorgverzekeraar en een inkoper van de representerend zorgverzekeraar. Afhankelijk van de uitkomsten in samenhang met de gemaakte contractafspraken en de werkelijk geleverde zorg, bestaat de mogelijkheid dat de contracterende zorgverzekeraar de tarieven voor alle DBC’s 2013 kan aanpassen (verhogen). Deze afspraken worden separaat gedocumenteerd en indien noodzakelijk verrekend. Deze correctie kan plaatsvinden door een opslag op de overige gedeclareerde DBC’s, voor zover hier ruimte is binnen de max/max tarieven van de NZa.

Page 28: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 28

7. VERVOLGSTAPPEN DOOR ZORGVERZEKERAAR Onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking vindt plaats indien de zorgverzekeraar onvoldoende zekerheid heeft verkregen op basis van zijn eigen beeld en de daarop aanvullend gevoerde gesprekken. De zorgverzekeraar laat de GGZ-aanbieder zien waarop dat beeld is gebaseerd en er wordt in overleg besloten tot een nader onderzoek op dit specifieke signaal. Er wordt, indien de rapportage een ander beeld geeft dan de specifieke indicatie(s) van de controlerend zorgverzekeraar én deze in de gesprekken onvoldoende zijn verhelderd, op deze onderdelen ingezoomd. Hierna kan samen besloten worden om eventueel een onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking te doen op deze specifieke aspecten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden één of meerdere van onderstaande vervolgstappen. Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen bij de te kiezen methodiek. Indien de GGZ-aanbieder en de controlerend zorgverzekeraar niet tot overeenstemming komen over het Onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking zal de zorgverzekeraar dat zelf uitvoeren.

7.1 HOOR & WEDERHOOR De hoor en wederhoorfase heeft als doel het komen tot een definitieve vaststelling van de mate waarin de gecontroleerde DBC’s rechtmatig zijn. De hoor en wederhoor begint met een terugkoppeling van de reviewbevindingen Onderzoek controles cGGZ 2013 van de zorgverzekeraar aan de GGZ-aanbieder. Hoor en wederhoor wordt toegepast indien de zorgverzekeraar van mening is dat de aanwezige onzekerheden eenvoudig zijn te onderbouwen door de GGZ-aanbieder. Als de zorgverzekeraar voldoende zekerheid heeft over de rechtmatigheid van de geleverde zorg, wordt de controle bij de betreffende GGZ-aanbieder afgesloten. Bij twijfel over de rechtmatigheid kan de GGZ-aanbieder via een inhoudelijke onderbouwing (aanvullend bewijs) deze twijfel weg nemen. Indien het aanvullend bewijs de twijfel niet kan wegnemen, dient overgegaan te worden tot een volgende controlestap (gesprek of dossieronderzoek).

7.2 GESPREK Indien de uitkomsten van het onderzoek aanleiding geven tot vragen, kan ook besloten worden om op basis van een gesprek aanvullende zekerheid te krijgen over de rechtmatigheid van zorglevering. Hiervoor zal een gesprek worden ingepland. In dit gesprek krijgt de GGZ-aanbieder de gelegenheid om een nadere toelichting te geven op de punten waar nog vragen over zijn. Ook is het mogelijk dat tijdens dit gesprek nader wordt ingegaan op de onderbouwing van de GGZ-aanbieders en de uitgevoerde analyses (aanwezige audit trail).

7.3 DOSSIERONDERZOEK Indien uit de hoor en wederhoorfase en/of het gesprek blijkt dat de rechtmatigheid van de feitelijke en of terechte levering niet met voldoende zekerheid vastgesteld kan worden, is het mogelijk dat de zorgverzekeraar detailcontrole met inzage in het dossier uitvoert om deze zekerheid te bewerkstelligen. Dit type dossieronderzoek onderscheidt zich van het dossieronderzoek als controlemethodiek genoemd in hoofdstuk 4 doordat dit onderzoek door de zorgverzekeraar wordt uitgevoerd, waarbij gefocust wordt op een specifieke onzekerheid/onduidelijkheid.

7. 4 EINDOORDEEL GGZ-aanbieders ontvangen uiterlijk op 1 november 2015 een (eerste) schriftelijke terugkoppeling van de resultaten van het onderzoek. Indien er sprake is van een onderzoek met betrekking tot nadere verduidelijking ontvangt de GGZ-aanbieder uiterlijk 30 april 2016 de resultaten van het onderzoek. Wanneer de zorgverzekeraar met voldoende zekerheid een oordeel over het uitgevoerde Onderzoek controles cGGZ 2013 kan geven en overeenstemming wordt bereikt tussen zorgverzekeraar en GGZ-aanbieder betreffende de financiële resultaten, zal de zorgverzekeraar een definitief eindoordeel schrijven. Alle zorgverzekeraars committeren zich aan de in het eindoordeel gerapporteerde uitkomsten van het onderzoek.

Page 29: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 29

Het eindoordeel bevat de volgende gegevens:

Oordeel over het uitgevoerde Onderzoek controles cGGZ 2013;

Financiële uitkomsten Onderzoek controles cGGZ 2013, waarbij de gegevens uitvraag zoals opgenomen in hoofdstuk 5 gehanteerd zal worden;

Uitkomsten afsluitend gesprek GGZ-aanbieder, controlerend zorgverzekeraar en inkoper representerend zorgverzekeraar. Op basis van dit gesprek kan het definitieve financiële effect bepaald worden. De uitkomsten van dit gesprek dienen vertaald te worden naar:

o UZOVI. o Impact op tariefstelling (nieuw tarief geldend voor welke productgroepen).

Financiële afwikkeling (verwerken correcties door de GGZ-aanbieder) vindt plaats nadat het eindoordeel door

de zorgverzekeraar is opgesteld.

Page 30: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 30

8. VERANTWOORDINGSPROCES Doelstelling is dat de zorgverzekeraars hun oordeel kunnen baseren op basis van de rapportage van de GGZ-aanbieder. De bestuursverklaring ondertekend door de Raad van Bestuur van de GGZ-aanbieder, geeft een eerste oordeel over de betrouwbaarheid van de aangeleverde rapportage. Dit tezamen met de nadere analyse uitgevoerd door de zorgverzekeraar moet een betrouwbare uitspraak over de rechtmatigheid van de gedeclareerde declaraties mogelijk maken. Het is belangrijk dat de GGZ-aanbieder de gezette stappen en de onderliggende afwegingen en onderbouwingen in de rapportage opneemt. Dit voorkomt veel vragen van de zorgverzekeraar. Voor de rapportage is een invulformat gemaakt in het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013. Om de afwikkeling uniform en snel te laten verlopen wordt de GGZ-aanbieder verzocht gebruik te maken van de aangeleverde formats (Excel-bestand Controlepunten).

In afstemming met de accountants en Coziek is vastgesteld dat het niet mogelijk is om assurance te verkrijgen bij het door GGZ aanbieders uitgevoerde Onderzoek controles cGGZ 2013, een rapport van feitelijke bevindingen behoort tot de mogelijkheden. Echter, bij het zelfonderzoek 2012/2013 binnen de MSZ is gebleken dat een rapport van feitelijke bevindingen onvoldoende evidence biedt aan de zorgverzekeraars, waardoor aanvullende vragen/onderzoek door de zorgverzekeraar noodzakelijk is. Op basis van de uitkomsten van dit proces is besloten dat het verantwoordingsdocument Onderzoek controles cGGZ 2013 opgesteld door de GGZ-aanbieder niet voorzien hoeft te worden van een accountantsproduct. De zorgverzekeraar zal door middel van haar analyses de betrouwbaarheid van de aangeleverde gegevens en rapportages beoordelen.

Page 31: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 31

9. CORRECTIEMETHODIEK Indien er structurele bevindingen zijn geconstateerd in een deelwaarneming, kunnen deze op micro of macro niveau gecorrigeerd worden. Indien op micro niveau gecorrigeerd wordt, is er altijd sprake van een 100% controle (dan wel de gehele controlemassa, dan wel de geïsoleerde bevindingmassa). In een aantal gevallen zal dit niet mogelijk zijn. Dan zal er op macro niveau worden gecorrigeerd. Een correctie op macro niveau is in principe het gevolg van een extrapolatie van de geconstateerde onrechtmatigheden per controlepunt. De correcties worden geregistreerd in de bevindingenrapportage, opgenomen in het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013.

9.1 MICRO CORRECTIES De zorgverzekeraars en GGZ-aanbieders zijn overeengekomen dat de te onderzoeken thema’s zoveel mogelijk op basis van data analyse onderzocht moeten worden en onjuistheden indien mogelijk tot op micro niveau (zijnde individueel identificeerbare DBC-zorgproducten) gecorrigeerd moeten worden. In aanvulling daarop is overeengekomen dat uitsluitend de OVP’s / DBC’s met een financieel effect of wijziging van diagnose gecorrigeerd moeten worden. Om microcorrecties naar de betreffende zorgverzekeraar te verantwoorden, stelt de GGZ-aanbieder per zorgverzekeraar een deelrapportage met alle microcorrecties op. Let op: deze rapportages worden in verband met privacygevoelige informatie gescheiden naar de individuele zorgverzekeraar verstuurd. Uit de eindrapportage opgesteld door de GGZ-aanbieder en de eindrapportage opgesteld door de zorgverzekeraar blijkt de totale netto financiële correctie (waarde onrechtmatige DBC – waarde herdeclaratie (rechtmatige DBC) = netto financieel impact te verantwoorden in de deelrapportages en de bevindingenrapportage) per UZOVI. Onderstaand voorbeeld geeft een verdere verduidelijking: Voor controlepunt 14 geldt dat als dit controlepunt middels AO/IC opgepakt kan worden, volstaat de controlemethodiek zoals beschreven in paragraaf 4.1. Anders geldt de controlemethodiek zoals hieronder beschreven. Voor controlepunt 11 en 12 moet gebruik gemakt worden van de hier beschreven methodiek. De uitkomsten uit de deelrapportage worden op geaggregeerd niveau door de GGZ-aanbieder opgenomen in bevindingenrapportage. In de bevindingenrapportage blijkt de totale financiële correctie per UZOVI. Tevens is inzichtelijk gemaakt welk deel van de te corrigeren gedeclareerde declaraties middels microcorrectie dan wel middels macrocorrectie verwerkt zal worden. De individuele zorgverzekeraar kunnen op basis van deze rapportage de juistheid van de ontvangen deelbestanden met de micro/macrocorrecties beoordelen. Deze deelrapportage wordt door de GGZ-aanbieder in een Excelformat aangeleverd en bevat minimaal de volgende gegevens van de te corrigeren declaraties:

- BSN nummer - verzekerdennummer - declaratie- en prestatiecode - openings- en sluitingsdatum van de DBC - UZOVI code - Splitsing naar reeds gedeclareerde declaraties / nog niet gedeclareerde declaraties - Bedrag credit (= totale waarde onrechtmatige DBC) - Bedrag debet (indien van toepassing) (= totale waarde herdeclaratie: rechtmatige DBC na correctie

onrechtmatigheid) - Bedrag netto financieel impact per DBC (=waarde onrechtmatige DBC – waarde herdeclaratie

(rechtmatige DBC)

Page 32: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 32

9.2 MACRO CORRECTIES Als gevolg van structurele bevindingen (onrechtmatigheden) in een deelwaarneming, wordt het bevindingpercentage van de onrechtmatigheid berekend. Door onderstaande stappen te doorlopen wordt per controlepunt de netto financiële impact vastgesteld op basis van macro correcties.

1) Stel de foutmassa vast voor de deelwaarneming; 2) Stel het bedrag vast van de herdeclaraties voor de deelwaarneming; 3) Bepaal het verschil tussen de foutmassa en de massa van de herdeclaraties, dit is de netto fout van de

deelwaarneming. 4) Deel de netto fout van de deelwaarneming door de totale waarde van de declaraties van de

deelwaarneming, dit is het foutpercentage van de deelwaarneming. 5) Door dit foutpercentage te vermenigvuldigen met de totale waarde van de declaraties van de

onderzoeksmassa, wordt de totale netto fout berekend van het betreffende controlepunt. Zie voor een voorbeeld ook de uitwerking in hoofdstuk 4.3.3 Deze methodiek waarborgt dat de gevonden bevindingen evenredig geëxtrapoleerd worden over de totale onderzoeksmassa. Bevindingen met betrekking tot duurdere DBC’s zullen zwaarder meewegen dan bevindingen met betrekking tot goedkopere DBC’s. Dit geëxtrapoleerde bedrag wordt verdeeld naar aandeel per UZOVI en gerapporteerd in de bevindingenrapportage in het Excel-bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013. De bepaling van de correctie per UZOVI wordt gebaseerd op de verhouding van het aantal behandelde patiënten (waarde DBC’s in totale onderzoeksmassa (hoofdstuk 2.2) per UZOVI.

Toedeling aan concerns – UZOVI codes

Achmea 0211, 3271, 3273, 3274, 3329, 3337, 3342, 7007, 7125, 8958, 8960, 8971, 9086

ASR 0403, 3328, 3336, 3339, 8959, 8973, 9018, 9019

CZ 0104, 0201, 7053, 7119, 9664

DFZ 7084

DSW 7029, 7037

Eno 7032

Menzis 3332, 3333, 7054

ONVZ 0408, 0441, 3327

RZA (Menzis) 2650 (asielzoekers)

VGZ 0101, 0420, 0699, 0736, 3330, 3334, 3341, 7095, 8401, 8956, 8965, 8972, 8995, 9015

Z&Z 7085

9.3 CORRECTIE OP NIET GEFACTUREERDE DBC’S Het onderzoek heeft betrekking op alle OVP’s, DBC’s en bijbehorende deelprestaties geopend in 2013. Een deel van deze DBC’s zullen op de peildatum nog niet gefactureerd zijn (te hanteren peildatum gedeclareerd versus nog te declareren declaraties is vastgesteld op de datum waarop de totale onderzoeksmassa tot stand is gekomen, zie hoofdstuk 2.2). In de rapportage dient het onderscheid tussen deze twee stromen inzichtelijk gemaakt te worden. Ten aanzien van de nog te declareren DBC’s heeft de GGZ-aanbieder twee keuzemogelijkheden:

1. Correctie op micro niveau 2. Correctie door middel van extrapolatie

Ad 1. Bij optie 1 worden de nog niet gefactureerde DBC’s door de GGZ-aanbieder inzichtelijk gemaakt. Alvorens dat deze DBC’s gefactureerd worden aan de zorgverzekeraar, worden ze door de GGZ-aanbieder gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd. Doordat de declaraties zijn verantwoord in de rapportages is het mogelijk voor de zorgverzekeraar om deze declaraties bij ontvangst te toetsen op naleving van de te maken correctie. Ad 2. Bij de tweede optie hoeven de nog niet gefactureerde DBC’s niet gecontroleerd te worden door de GGZ-aanbieder, alvorens deze te declareren bij de zorgverzekeraar. In de eindrapportage van de GGZ-aanbieder zijn de macrocorrecties gedefinieerd en bepaald. De financiële afwikkeling vindt plaats op alle reeds gedeclareerde en nog te declareren declaraties, de nog te declareren regels hoeven derhalve niet gecorrigeerd te worden. De financiële correctie is berekend over de totale onderzoeksmassa (zie paragraaf 9.2).

Page 33: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 33

9.4 NETTO FINANCIËLE IMPACT De GGZ-aanbieder rapporteert de netto financiële impact. Deze is gedefinieerd als de bruto bevinding minus de herdeclaratie en eventuele correcties naar aanleiding van dubbele declaraties. Hieruit kan zowel een negatief bedrag (GGZ-aanbieder moet terugbetalen) als een positief bedrag komen (GGZ-aanbieder ontvangt). De rapportage zoals beschreven in paragraaf 7.4 dient voldoende inzicht te geven in de totstandkoming van de netto bevinding. De vervolgstappen inzake de beoordeling en terugkoppeling zijn beschreven in hoofdstuk 6.

Page 34: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 34

10. PRIVACY EN GESCHILLEN

10.1 GESCHILLEN GGZ Nederland en ZN stellen een geschillencommissie samen waarin GGZ-aanbieders en zorgverzekeraars een geschil kunnen voorleggen dat ontstaat tijdens de uitvoering en toetsing van het Onderzoek controles cGGZ 2013. De geschillencommissie geeft uitsluitsel over het geschil. Deze uitspraak is zwaarwegend maar niet bindend. De weg naar de rechter behoort voor beide partijen te allen tijde tot de mogelijkheden, hiervoor hoeven partijen niet eerst langs de geschillencommissie. De geschillencommissie bestaat uit de volgende nader te benoemen deelnemers:

Jurist door beide partijen gezamenlijk te kiezen.

Twee GGZ-aanbieders, welke voorgedragen worden door GGZ NL.

Twee zorgverzekeraars welke door de zorgverzekeraars aangedragen worden. Indien een geschil door een van de leden van de geschillencommissie wordt ingebracht, dan wordt dit lid vervangen door een ander partij (GGZ-aanbieder en/of zorgverzekeraar). Indien er interpretatieverschillen en/of hiaten door partijen worden geconstateerd inzake wet- en regelgeving wordt door de koepels gezamenlijk een gesprek gevoerd met de NZa.

10.2 PRIVACY In het controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 en in het Excel-bestand controlepunten worden geen gegevens opgevraagd die herleidbaar zijn naar individuele patiënten. In het kader van de privacy mogen er dan ook geen tot patiënten herleidbare gegevens verstrekt worden. Indien de rapportage wel tot patiënten herleidbare gegevens bevat wordt deze niet in behandeling genomen en worden de rapporten verwijderd. Let op: zoals beschreven in hoofdstuk 5 is het voor de GGZ-aanbieder mogelijk om de gerapporteerde gegevens te herleiden naar specifieke verzekerden en declaraties.

10.3 GEHEIMHOUDING Zorgverzekeraars behandelen de aangeleverde gegevens met grote zorg. Alle personen die betrokken zijn bij het Onderzoek controles cGGZ 2013 hebben een geheimhoudingsverklaring getekend. De geheimhoudingsverklaring zullen ten bureau van ZN gedocumenteerd worden, en zijn op aanvraag in te zien.

Page 35: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 35

BIJLAGE 1: NADERE TOELICHTING OP CONTROLEPUNT 15A/B EN 16

VERBLIJF Uitgangspunt controle verblijfsdagen cGGZ 2013, auteur GGZ Nederland 1. Systematiek van de letters

- Tot en met 2012 (budgettijdperk) was sprake van verpleegdagtarieven per soort afdeling. Deze waren

gebaseerd op een gemiddelde bedbezetting per jaar per soort afdeling en op basis van zorgzwaarte (bekostigingscategorieën).

- DBC onderhoud heeft bij de doorontwikkeling van de productstructuur voor verblijf, in 2011, bij het kostprijsonderzoek 2010 een extra uitvraag gedaan op basis van zorgvraag en kenmerken setting. Op basis van deze uitvraag is gekomen tot de indeling in de letters A t/m G met hun kenmerken. Deze inhoudelijke kenmerken zijn gekoppeld aan de units (settings/organisatorische eenheden) van de kostprijzen.

- De systematiek van de 7 verschillende letters voor verblijf in de cGGZ (en de Forensische Zorg) is

voortgekomen uit de NZa kostprijsberekeningen en de NZa tariefvaststelling van de verschillende soorten verpleegdagen.

- Ook is in 2013, op basis van de jaarrekening 2012, een uitgebreid kostprijsonderzoek uitgevoerd voor deze

eenheden. Gekozen is opnieuw om per unit tot een berekening te komen. Hierbij is de werkelijke inzet van de VOV en haar kosten naast de werkelijke indirecte kosten als basis genomen. Deze zijn gematched met de werkelijke aanwezigheidsdagen. Hierop is de kostprijs berekend. De afwezigheidsdagen zijn benut voor o.a. de kenmerken van de letters.

- Ook op de units met letters E, F en G worden in beperkte mate (tot 5%) afwezigheidsdagen geregistreerd op

individueel patiëntniveau. Dit betreft opname in het (algemeen) ziekenhuis of ongeoorloofde afwezigheid (weglopen).

- Units/afdelingen van deze soort dienen aan een groot aantal kwaliteitseisen-/afspraken met de IGZ te

voldoen. Deze stelt eisen aan de inrichting, bezetting enz. Deze worden gecombineerd met eisen rondom veiligheid voor patiënten en medewerkers.

- Een unit/afdeling (invulling setting) behandelt een groep vergelijkbare patiënten (homogeniteit). Een

unit/afdeling heeft een beperkte omvang. - Dit leidt voor de unit/afdeling tot een gemiddelde letter voor deze unit/afdeling om aan de aard van de zorg

te kunnen voldoen. Deze systematiek is nooit bedoeld én niet conform de eisen van de NZA om binnen één unit te differentiëren met letters.

- Een unit kan ook alleen draaien met patiënten van verschillende zorgzwaarte (voortvloeiend uit het stadium van de behandeling). Als alle patiënten net zoveel zorg op elk moment nodig zouden hebben dan lukt dat niet voor welke code dan ook.

- Vanuit inspectie-eisen en normen voor goede zorg moeten patiënten, indien dit maar even kan zoveel en zo

snel mogelijk herstellen. Ook op een gesloten afdeling kunnen patiënten, onder of later zonder begeleiding buiten de kliniek verblijven. Aan het eind van de periode of indien er een sterk sociaal netwerk is kan er gekozen worden voor één of meerdere dagen thuis te zijn in het kader van herstel.

- Dit is de enige manier om ervoor te zorgen om én goede zorg te leveren én behandelingen zoveel mogelijk te bekorten én er zodoende voor te zorgen dat de opname duur zo kort mogelijk is. Als je te snel patiënten zonder goede oefening naar huis laat gaan is de kans op ernstige incidenten en/of een snelle terugval groter, waardoor extra crisis en heropname vaak het geval is (en dus kosten maar dan wel op de goede hoge lettercode).

Page 36: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 36

- De normen van de zorginstelling, de begrote personeelsbezetting wordt ex ante vastgesteld. Dit wordt feitelijk zo ingevoerd en conform afspraken met de inspectie geborgd. Op basis van deze afspraken zijn de kostprijzen (met opslagen tot NZa tarieven) per verblijfsletter berekend.

- Zo zijn daar ex ante de 7 letters per soort organisatorische eenheid / afdeling uit voortgekomen. Ook in

relatie tot hoe de zorg georganiseerd is in relatie tot de huisvestingsmogelijkheden.

- Er zijn 5 karakteristieken van een unit; te weten: verblijfszorg, inzet VOV personeel, bedbezetting, toezicht/beveiliging en fysieke setting/kenmerken huisvesting.

- Wat nu blijkt, is dat de omschrijving van de bedbezetting van met name categorie E, F en G onvoldoende helder is en onvoldoende differentiatie geeft.

- Bijv. bij toezicht staat bij E, vrijheid beperkende maatregelen zijn op een groot gedeelte van toepassing. Terwijl bij bedbezetting staat, patiënten blijven tijdens de duur van de behandeling in de kliniek. Hiermee wordt bedoeld dat de behandeling met name plaatsvindt binnen de kliniek. Buiten de behandeluren (avonden, nachten en weekenden), kan voor het deel van de patiënten waar de vrijheid beperkende maatregelen verminderd zijn (buiten de afdeling/terrein met afspraken) of niet meer aanwezig zijn.

Nogmaals, ook het netwerk van de patiënt, bijv. een “sterke en dappere” partner/systeem bepaalt of patiënten al thuis kunnen oefenen met hun steunsysteem. Terwijl de toestand van de patiënt, als die op zichzelf aangewezen zou zijn, dit nog niet mogelijk maakt. Datzelfde geldt in steeds mindere mate voor de letters F en G. De beschreven uitgangspunten zijn informeel met de NZA besproken. In navolging van de vervolgstappen gedefinieerd in het Plan van Aanpak zal dit verder opgepakt worden. 2. Contractering

- De afspraken over de letters (welke, aantallen, prijs en plafond) worden ex ante door contractpartijen (aan

de voorkant) gemaakt, vaak op afdelingsniveau. - Er vindt een interne controle plaats op de toekenning van de letters. Dat wordt ook getoetst door de

externe accountant. De opzet van de interne controle varieert per instelling. - Deze afspraken staan in het kader van de afbouw van bedden, door de ambulantisering. De grootste

afbouw vindt plaats van bedden in de lichtere letters, de open bedden. - Wat resteert zijn met name de zwaardere bedden in de hogere codes. - Ook stelt de inspectie steeds hogere eisen aan het 24-uurs toezicht in bijv. separeerruimtes. Dat leidt

alleen voor deze units automatisch tot een hogere code. 1 extra dienst per separeer voor 24*7. Van de unit van bijv. 12 patiënten zijn er maar 2 patiënten die in de separeer worden verpleegd.

- Verzekeraars contracteren zo min mogelijk bedden. Instellingen moeten dus keuzes maken welke units blijven bestaan. Deze moeten worden ingericht, conform de eisen van het beveiligingsniveau.

- Verzekeraars begrijpen en accorderen in de contractafspraak dat er op de overgebleven bedden een hogere intensiteit kennen.

3. Goede zorg voor de patiënten in- en doorstroom in de klinieken

- Elke organisatie heeft een opnamebeleid (welke patiëntengroep komt met welke problematiek op welke

unit/afdeling). - Als een opname relatief kort kan duren zal de patiënt zoveel mogelijk gaan resocialiseren en weer met

ontslag gaan van de bestaande afdeling. Het steeds verplaatsen van patiënten naar andere units/afdeling werkt zeer slecht voor het herstel en zorgt voor langere opnames.

- Pas als de behandelduur langer zal worden, worden patiënten geplaatst naar vervolgafdelingen enz. - Als een OE/afdeling vol is, dan kan het zijn dat een patiënt op een andere letter wordt opgenomen. Dat

kan zowel op een formeel te lichte als op een te zware afdeling zijn. Dat is afhankelijk van de capaciteit op dat moment.

Page 37: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 37

4. Controle 4.1. Gebaseerd op indeling van units Gezien de systematiek van lettertoekenningen die door de NZA is voorgeschreven kunnen er alleen op groepen controles worden gedaan op de juiste lettertoewijzing. Afdelingen zijn ex-ante ingedeeld. Als er extra ziekteverzuim of vacatures zijn en instellingen moeten uitzendkrachten etc. inhuren of als er extra personeel moet worden ingezet na grote incidenten of onrust op afdelingen dan zijn deze extra kosten voor rekening van de instelling. Er wordt dus gerekend met de bruto ex-ante bezetting.

Als de bezetting in de werkelijkheid lager was dan is er ook een formeel probleem met de inspectie in het kader van de gesloten afdelingen. 4.2 Controle volgens de NZa (NZa controleprotocol nacalculatie GGZ 2013, COPRO 14090, pagina 10) schrijft hierover: a) Het aantal verblijfsdagen moet op juistheid van aanwezigheid worden getoetst. b) Daarnaast moet getoetst worden of de in rekening gebrachte verblijfscategorie (letter) aannemelijk is en

overeenkomt met de afspraken met de verzekeraar. c) Bij de aannemelijkheidstoets kan worden volstaan met het vaststellen dat de gefactureerde deelprestatie

voor de betreffende setting gelijk is aan de met de verzekeraar voor de betreffende setting afgesproken deelprestatie.

d) Hierbij is het uitgangspunt dat bij de contractering voor het schadelastjaar 2013 de deelprestatie voor het kalenderjaar 2013 is vastgelegd, behoudens tussentijdse aanpassing van de afspraak.

Hier moet de controlesystematiek op worden ingericht. We trekken een af te spreken deelwaarneming (zie hiervoor hoofdstuk 4) Hiervan moet per patiënt worden gecontroleerd of: 1) Het aantal dagen juist is.

Door ontslagdatum minus opnamedatum te vergelijken geeft dit het aantal kalenderdagen. Verminderd met het aantal in de DBC geregistreerde dagen geeft dit het aantal afwezigheidsdagen.

2) Door middel van het lezen van de rapportages te bezien of alle afwezigheidsdagen zijn geregistreerd. 3) De instelling toetst of de gedeclareerde letter overeenkomt met de met de verzekeraar afgesproken letter

voor deze unit (en indien niet afgesproken per unit voert zij een totaalcijferbeoordeling van de gerealiseerde verblijfsmix t.o.v. de afgesproken verblijfsmix uit).

4) Bij de lettercodes E, F en G zal het aantal afwezigheidsdagen meestal beperkt zijn en mede afhankelijk van het herstel van de patiënt en zijn steunsysteem. Verzekeraars willen hebben aangetoond dat deze afwezigheid onderbouwd is, dit is geen eis in de verantwoording.

We spreken af dat indien de afwezigheidsdagen op deze letters E,F en G hoger zijn dan 5% dat dit dan nader moet worden beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van het totaal aantal dagen van deze afdeling, maar ook vanuit het dossier van deze patiënt, door het geheel te beoordelen (bijv. uit de afspraken tussen de coördineren behandelaar en de patiënt omtrent de afwezigheid). 4.3. Toekomst Voor de nieuwe jaren vanaf 2015 kan worden afgesproken dat bij de contractering, indien verzekeraars dit wensen, vooraf per unit wordt vastgesteld dat deze units aan de juiste lettercode voldoen. De geregistreerde deelprestaties verblijf behoren overeen te komen met alle (5) in de spelregels beschreven kenmerken voor de deelprestaties verblijf (verblijfszorg, inzet VOV personeel, bedbezetting, toezicht beveiliging, fysieke kenmerken van de huisvesting).

Page 38: Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013

Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013 definitief 38

Indien er geen contractafspraken zijn gemaakt met verzekeraars dan moet een instelling wel voldoen aan de volledige controlelijst. 4.4. Controle op individueel patiënten-niveau ten opzichte van unit indeling De controle op individueel niveau vindt plaats op juistheid aantal dagen. Zie hierboven. De controle op letterindeling vindt niet plaats op basis van de zorgzwaarte van de patiënt gedurende het verloop. Dit is niet noodzakelijk voor het doelmatigheidsonderzoek van de NZa De landelijke systematiek is hier niet op ingericht, ook zijn hier vooraf geen afspraken over gemaakt Financieel leidt de verzekeraar of de Nederlandse overheid geen schade en blijft de zorg doelmatig omdat:

- Met de lettercodes wordt de infrastructuur van de GGZ in de regio bepaald. Deze moet voldoen aan de eisen van inspectie enz. en deze kosten moeten worden gefinancierd. Gekozen is door de NZa voor deze algemene systematiek.

- Er feitelijk wellicht patiënten zijn die te laag en te hoog zijn ingedeeld. Dat middelt elkaar uit. - Dat een te hoge code op het specifieke patiënten-niveau, in de episode van de patiënt, niet

automatisch leidt tot ondoelmatige zorg. Dat moet worden bezien in het geheel van de declaratie en vooral ook van het steunsysteem van de patiënt.

- Dat de patiënt hier geen nadeel van heeft omdat ongeacht welke code het eigen risico gebruikt zal zijn.

- Er is ook vaak een maximum gemiddelde prijs per patiënt en/of een plafond voor klinische omzet en/of een totaal contract afgesproken zodat dit niet tot ondoelmatige zorg kan leiden.