concept - klankbordgroeppoelenburg.files.wordpress.com · In Zaanstad zijn ruim 65.000 woningen,...

28
Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 1 2017/14795 concept UITVOERINGSPROGRAMMA Grondstoffenplan 3 de fase op naar halveringvan het restafval Dit Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan is het vervolg op de Inventarisatie Grondstoffenplan van maart 2015 en de Opwarmfase Grondstoffenplan 2016.

Transcript of concept - klankbordgroeppoelenburg.files.wordpress.com · In Zaanstad zijn ruim 65.000 woningen,...

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 1

2 0 1 7 / 1 4 7 9 5

conceptUITVOERINGSPROGRAMMA

Grondstoffenplan3de fase

op naar halvering van het restafval

Dit Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan is het vervolg op de Inventarisatie Grondstoffenplan van maart 2015 en de Opwarmfase Grondstoffenplan 2016.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 2

Lijstje met afkortingen

In de afvalwereld worden veel afkortingen gebruikt. Hieronder zijn de belangrijkste weergegeven:

Gfte groente-, fruit-, tuinafval en etensresten

Opk oud papier en karton

Plastic+ kunststof verpakkingsmaterialen, kartonnen pakken van zuivel of sappen en blik

Oac ondergrondse afvalcontainer

Wha woonhuisaansluitingen

hoewel veel bewoners deze containers

hoewel veel bewoners deze containers niet als klein ervaren, gaat het hier om de rolcontainers die aan huis staan voor de inzameling van restafval (grijs, merknaam kliko), groen (gfte), en blauw (opk).

Mini-container

Minicontainer gfte Minicontainer opk Minicontainer plastic+

Minicontainer restafval

Cocon Verzamelcontainer bij flats, bestaande uit een rolcontainer in behuizing voor gfte

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 3

Inhoud1 Van Afval naar Grondstof: de helft minder restafval ....................................................................4

2 Het Grondstoffenplan in een drieluik ..........................................................................................5

3 Afvalzak bestaat voor ruim 60 % uit waardevolle grondstoffen....................................................6

4 Bewoners gemakkelijker maken afval te scheiden.......................................................................8

4.1 Het nieuwe inzamelsysteem op hoofdlijnen.........................................................................9

4.2 Leerpunten Opwarmfase en project hoogbouw.................................................................12

5 Het maatregelenpakket.............................................................................................................14

5.1 Het nieuwe inzamelsysteem ..............................................................................................16

5.2 Afstemming met bewoners in alle fase van vernieuwing inzamelsysteem..........................20

5.3 Grofvuil: wegbrengen naar milieustraat promoten en ophalen ontmoedigen ....................22

6 Aanbodafhankelijke tariefstelling na invoering nieuw inzamelsysteem......................................23

7 Financiële consequenties ..........................................................................................................24

8 Organisatie................................................................................................................................25

Bijlage 1 transitie inzamelsysteem ...........................................................................................28

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 4

1 Van Afval naar Grondstof: de helft minder restafval

Zaanstad streeft naar een halvering van de hoeveelheid restafval en wil dit voor 2020 bereiken. Dit is vastgelegd in de Inventarisatie Grondstoffenplan van maart 2015. Dit streven vloeit voort uit de Zaanse doelstelling om een klimaat neutrale stad te worden en te behoren tot de top-tien van meest milieuvriendelijke gemeenten in Nederland (Milieuvisie 2010-2020). Hierbij hoort het zorgvuldig omgaan met grondstoffen. Het streven is om grondstoffen zo veel mogelijk úit deafvalzak te houden en kringlopen van grondstoffen te sluiten. Zo wordt een betere milieuprestatie geleverd. Extra reden om deze doelstelling na te streven, is dat het scheiden van grondstoffen helpt om de kosten op termijn beheersbaar te houden.

Het restafval bestaat nu nog voor een groot deel uit waardevolle grondstoffen, zoals plastic, drankenkartons, blik, papier, gft, glas en textiel. Deze en andere materialen kunnen goed wordenhergebruikt voor het maken van nieuwe producten. Als deze materialen gescheiden wordeningezameld, wordt voorkomen dat grondstoffen worden verbrand en nieuwe grondstoffenworden gebruikt. Grondstofvoorraden zijn eindig en aan de winning en gebruik van nieuwe grondstoffen kleven nadelen voor het milieu. Maar ook de afhankelijkheid van instabiele landen voor het leveren van grondstoffen is onwenselijk en reden om onafhankelijk daarvan te zijn door grondstoffen niet onnodig te vernietigen.

Door minder restafval en meer grondstoffen in te zamelen,kunnen kostenstijgingen in de nabije toekomst worden beperkt. Het verbranden van restafval is in toenemende mate kostbaar, mede door een onlangs ingevoerde rijksbelasting, autonome ontwikkeling van kosten en de aanstaande beëindiging van de Dienstverleningsovereenkomst tussen Zaanstad en HVC.Hergebruik van grondstoffen levert vergoedingen, opbrengsten of lagere kosten op. Zo zorgt het scheiden van afval uiteindelijk voor het beheersbaar houden van de kosten voor het afvalbeheer, die door alle inwoners van Zaanstad middels de Afvalstoffenheffing worden betaald.

De opgave is dan ook om afval te scheiden en de grondstoffen opnieuw te gebruiken in plaats van ze te verbranden. De doelstelling van het Grondstoffenplan sluit aan bij de landelijke opgave om maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaarin te zamelen. De Zaankanters gooide in het referentiejaar 2013 nog 260 kg in de afvalzak. Naast adequate voorzieningen die het voorbewoners veel makkelijker en vanzelfsprekender maakt om grondstoffen te scheiden, is het ook de opgave om het gedrag van mensen met betrekking tot het omgaan met afval te beïnvloeden, waar mogelijk tot in huis waar mensen al dan niet hun afval scheiden. Dit vergt de nodige investeringen in zowel voorzieningen als communicatie. In dit rapport is uitgewerkt hoe we dit willen aanpakken.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 5

2 Het Grondstoffenplan in een drieluik

De focus van het Grondstoffenplan ligt op het reduceren van de hoeveelheid te verbranden restafval door het verbeteren van het scheiden van afval. Het Grondstoffenplan is onderdeel gemaakt van recent vastgestelde programma Circulaire Economie. Met het scheiden van afval komen grotere hoeveelheden grondstoffen beschikbaar, die benut kunnen worden in de keten van productie, logistiek en gebruik. Innovatie, betere en hoogwaardigere vormen van recycling en economische ontwikkeling rondom het bewerken en verwerken van de grondstondstoffen uit het restafval en andere reststromen, staat in toenemende mate in de belangstelling. De nieuwe overeenkomst Textielketen Zaanstad is een prominent voorbeeld van het hoogwaardiger recyclen van een grondstof uit het restafval. In het kader van het programma Circulaire Economie wordt dit verder opgepakt en ontwikkeld.

Inventarisatie GrondstoffenplanHet Grondstoffenplan Zaanstad omvat het drieluik Inventarisatie, Opwarmfase en Uitvoeringsprogramma. In de eerste fase van het Grondstoffenplan, de Inventarisatie, zijn de mogelijkheden en de route naar de halvering van de hoeveelheid restafval verkend. Meerdere scenario’s met pakketten van maatregelen om meer grondstoffen te scheiden zijn uitgewerkt in de Inventarisatie Grondstoffenplan.

Nadat uit de brede bewonersbijeenkomst en de Zaanpeiling was gebleken dat voor het betreffende scenario veel draagvlak was, heeft het college gekozen voor het meest optimale scenario vanuit milieu- en financieel oogpunt. Het gekozen scenario gaat uit van een inzamelsysteem waarbij grondstoffen aan huis worden opgehaald en het inzamelen van restafval wordt ontmoedigd. Het belang van het inzamelen van grondstoffen wordt met dit systeem directbenadrukt en het levert dan ook de meest directe bijdrage aan de kernboodschap dat scheidenvan grondstoffen belangrijk is. Uiteindelijk levert dat het beste uitgangspunt voor de toekomstop. Omdat veranderingen in het algemeen tot weerstand leiden en het gat tussen huidig en gewenst gedrag fors is, is het van belang om bewoners goed te betrekken bij en te enthousiasmeren voor het scheiden van hun afval. Burgers worden goed voorbereid op het nieuweinzamelsysteem en door middel van een persoonlijke benadering geënthousiasmeerd om het nieuwe inzamelsysteem optimaal te gebruiken.

Het college heeft op basis van de Inventarisatie besloten om in het Uitvoeringsprogramma de volgende aspecten nader uit te werken:

Een vernieuwing van het inzamelsysteem gericht op het ophalen van grondstoffen aan huis en het ontmoedigen van het ophalen van restafval

Communicatie- en handhavingsstrategie

Systematiek voor aanbodafhankelijke tariefstelling onder het motto ‘degene die het afval scheidt wordt beloond door met lagere kosten’.

Milieustraat nieuwe stijl, waar brengen van grondstoffen in de vorm van grofvuil gecombineerd wordt met het verwerken en eventueel verhandelen van de grondstoffen

Opwarmfase GrondstoffenplanIn de tweede fase van het Grondstoffenplan, de Opwarmfase, is het beoogde nieuwe inzamelsysteem in mei 2016 in vier deelgebieden met in totaal 3.000 woningen ingevoerd. De inzamelresultaten uit de Opwarmfase zijn bemoedigend, in de vier deelgebieden is 38 % minder restafval ingezameld dan in de rest van Zaanstad. Alle leerpunten die tijdens het proces van invoeren van het nieuwe inzamelsysteem naar boven zijn gekomen, zijn verwerkt in het Uitvoeringsprogramma.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 6

Uitvoeringsprogramma GrondstoffenplanIn onderhavig Uitvoeringsprogramma, de derde fase van het Grondstoffenplan dat wederom in samenwerking met HVC is opgesteld, is uitgewerkt met welke maatregelen de gemeente de halvering van de hoeveelheid restafval wil gaan bereiken. De invoering van ene nieuw inzamelsysteem met bijbehorende communicatie en vernieuwing van inzameling van grofvuil zijn in het Uitvoeringsprogramma h5 uitgewerkt. Ingeschat wordt dat met dit maatregelenpakket een goede stap in de richting wordt gezet in het realiseren van de beoogde halvering van de hoeveelheid restafval. Door middel van voortgangsrapportages van inzamelresultaten en sorteeranalyses wordt de voortgang op het bereiken van de doelstelling gemonitord en geëvalueerd. In het geval de doelstelling nog niet wordt bereikt met de voorgestelde maatregelen, dan komen de mogelijkheden voor het invoeren van een aanbodafhankelijke tariefstelling aan de orde. In hoofdstuk 6 is een uiteenzetting van deze maatregel uitgewerkt.

VervolgprocesIn het vervolg van dit Uitvoeringsprogramma wordt een Afsprakenkader opgesteld waarin afspraken over financiën, planning en organisatie van uitvoering tussen Zaanstad en HVC worden belegd. Voorafgaand aan de uitvoering van de maatregelen, stellen HVC en Zaanstad een technisch uitvoeringsplan op.

3 Afvalzak bestaat voor ruim 60 % uit waardevolle grondstoffen

Zaanse bewoners scheiden ca 40 % van hun afval

In Zaanstad zijn ruim 65.000 woningen, waarvan ca 45.000 laagbouwwoningen en 20.000 flats.

In de huidige situatie staan de voorzieningen voor restafval naast de deur (minicontainer

restafval en afvalbak in de keuken) of de ingang van de flat (oac). Bewoners moeten meer

moeite doen om hun grondstoffen gescheiden aan te bieden, in veel gevallen staan de

voorzieningen voor plastic+, papier en glas verder weg van huis bij bijvoorbeeld supermarkten.

Dit maakt het voor bewoners aantrekkelijker om hun grondstoffen bij het restafval te gooien

in plaats van het te scheiden.

Hoewel veel bewoners gebruikmaken van de verzamelvoorzieningen voor grondstoffen, blijkt

het restafval nog veel grondstoffen te bevatten. Al jaren schommelt het scheidingspercentage

in Zaanstad zo rond de 40 %, ofwel van al het afval leveren bewoners ca 40 % gescheiden aan

en zo’n 60 % is restafval. In het referentiejaar 2013 zamelde iedere inwoner van Zaanstad nog

zo’n 260 kg restafval in.

De samenstelling van het restafval wordt jaarlijks twee maal geanalyseerd. Daaruit blijkt dat

dit restafval voor zo’n 60 % bestaat uit herbruikbare grondstoffen:

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 7

2013 2014 2015

Gescheiden ingezameld opk

34 kg / inw 45 kg / inw 42 kg / inw

Aandeel opk in restafval

37 kg / inw 37 kg / inw 24 kg / inw

Voor een groot deel bestaat het restafval uit gfte. Het merendeel van de etensresten verdwijnt in de keuken in de bak voor het restafval. Dit terwijl de minicontainer voor gfte in de zomer zelfs wekelijks wordt geleegd door HVC. Het gfte bestaat voor een relatief groot deel uit vocht en het is een relatief zwaar in gewicht. Het plastic dat in het restafval zit, vertegenwoordigt een groot volume. Na het beschikbaar stellen van de minicontainer voor papier aan bewoners van laagbouwwoningen is er een forse afname van papier in het restafval te constateren. Dat zal tevens te maken kunnen hebben met digitalisering waardoor minder papier in omloop komt.

Gedrag van bewonersAfval scheiden is in Nederlandse huishoudens best gewoon. Over het algemeen vindt men het scheiden van grondstoffen niet moeilijk en is men in de veronderstelling dat men dit ook goed doet. Dit wordt bevestigd in de antwoorden van de deelnemers van de Zaanpeiling die in het kader van de Inventarisatie Grondstoffenplan 2015 is gehouden. Deze positieve houding blijkt nog niet tot voldoende scheidingsgedrag te leiden, de werkelijkheid is weerbarstiger. In de praktijk blijkt dat zo’n 25 % van de burgers al hun grondstoffen scheiden, 50 % zo nu en dan en 25 % dat nooit doet.

Veel van het afval van bewoners ontstaat in de keuken, waar in veel gevallen een afvalbak voor restafval staat. Het gemak om al het afval, inclusief grondstoffen, in de afvalbak te gooien, is zodoende groot. Vaak is hierbij sprake van onbewust gedrag en onbekendheid met de consequenties. Daarbij geldt dat voor bewoners relatief veel aandacht besteden aan de aanschaf van producten en materialen en zich na afdanken relatief weinig verantwoordelijk voelen voor hun afval.

Het is voor veel bewoners wat gebruikelijker om glas en papier apart te houden. We zijn daar aan gewend, het is de norm van huis uit. Van papier is vrij algemeen bekend dat verenigingen er geld aan over houden. Toch blijkt er nog relatief veel papier in het restafval te zitten. Wellicht neemt niet iedereen de moeite om papier apart te houden, mogelijk is er ook sprake van

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 8

onbekendheid bij bewoners welk papier wel en welk papier niet gescheiden mag worden. Glas in de afvalzak kan kapot gaan waardoor de afvalzak kan scheuren met lekkages en risico op het bezeren aan de scherven.

Een groot deel van het restafval bestaat uit gfte. Het gebrek aan scheiden van gfte zal te maken hebben met hinder vanwege stank en het gemak om etensresten in de keuken in de nabije afvalbak te gooien. Het scheiden van plastic+ is relatief nieuw en bewoners moeten nu nog hun best doen om van het plastic+ af te komen.

4 Minder restafval door scheiden afval makkelijker te maken

De doelstelling van het Grondstoffenplan, een halvering van het restafval, is fors. Het gat tussen huidig, veelal onbewust en het gewenste gedrag is groot. Daarbij komt dat het scheiden van afval niet bij elke bewoner tot de top-tien van prioriteiten in het leven behoort. Er wordt zodoende in dit Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan gefocust op het beter scheiden van die stromen in het restafval die daar in grote mate in voorkomen: gfte, papier en plastic+. In het kielzog daarvan zullen de overige stromen mee profiteren.

De opgave is om bewustzijn te creëren en een duurzaamheidsbeweging op gang te brengen onder de Zaanse bewoners. Het scheiden van afval biedt hen de mogelijkheid om zelf gemakkelijk bij te dragen aan een beter milieu en het beheersen van hun eigen kosten. Hierbij horen voorzieningen die het bewoners makkelijker maken om grondstoffen te scheiden en een beetje moeilijker om van hun restafval af te komen. Er wordt een onderscheidt gemaakt in laagbouwwoningen en hoogbouwwoningen (flats) omdat de inzamelvoorzieningen voor beide anders zijn.

Bij laagbouwwoningen wordt ingezet op bronscheiding: bewoners scheiden hun afval in hoge mate in huis of nabij de woning. Bronscheiding blijkt in de praktijk het meest effectief om bewoners hun afval te laten scheiden en Laagbouwwoningen hebben hiertoe over het algemeen de ruimte en mogelijkheden.

Het is niet mogelijk om elke flatwoning te voorzien van drie minicontainers voor het scheiden van het afval, daar moet wel met verzamelcontainers worden gewerkt. Over het algemeen is het scheiden van afval voor flatbewoners lastiger dan voor bewoners van laagbouwwoningen. De woningen zijn kleiner en bewoners leggen al een afstand af met hun afval vanuit hun woning naar een verzamelcontainer beneden in de flat of buiten op straat. Met extra verzamelcontainers voor grondstoffen worden niet alle bewoners van flats gemotiveerd hun afval te gaan scheiden en er over het algemeen blijven er ook met extra inzamelvoorzieningen nog grondstoffen in het restafval over. Door de lagere hoeveelheid gescheiden afval van de flatbewoners, zijn de opbrengsten en de te vermijden kosten navenant minder. Het toevoegen van verzamelcontainers voor grondstoffen bij flats en het legen daarvan is daarbij relatief duur.

Het onderzoek van HVC naar de mogelijkheden van mechanische scheiding als aanvulling op bronscheiding, waarbij grondstoffen uit het te verbranden restafval wordt gehaald, is positief verlopen. Mechanische scheiding richt zich op het scheiden van plastic+ (plastic verpakkingsmaterialen, kartonnen pakken van dranken en zuivel en blik) uit het restafval. Het oud papier en karton kan niet adequaat worden gescheiden met deze scheidingstechniek. Gft in het restafval heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het mechanisch gescheiden plastic+ en de kwaliteit van het gft uit de voorscheidingsinstallatie is van mindere kwaliteit en levert veel minder op in zowel financiële als milieutechnische zin.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 9

Zodoende wordt bij flats de balans gezocht in het bieden van faciliteiten voor het scheiden van afval nabij de flatwoning (bronscheiding) en het scheiden van grondstoffen uit het restafval ineen mechanische installatie.

Het scheiden van huishoudelijk afval heeft ook betrekking op grofvuil. Op de milieustraat wordt het gebrachte grofvuil in vele compartimenten gescheiden, waardoor de grondstoffen voor hergebruik in aanmerking komen en minder grofvuil in de verbrandingsoven verdwijnt. Het wegbrengen van grofvuil naar de milieustraat beperkt zodoende niet alleen de collectieve kosten voor het inzamelen, maar ook de kosten voor het verwerken van het grofvuil nemen hiermee af.

4.1 Het nieuwe inzamelsysteem op hoofdlijnen

In onderstaande afbeeldingen is het nieuwe inzamelsysteem grafisch afgebeeld.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 10

Op hoofdlijnen bestaat het nieuwe inzamelsysteem van huishoudelijk fijn afval uit de volgende onderdelen:

Bronscheiding bij de laagbouwwoningenIn het nieuwe inzamelsysteem worden de grondstoffen plastic+, opk en gfte opgehaald aan huis in 3 afzonderlijke minicontainers. Hiervoor zijn extra voorzieningen voor plastic+ en voor gfte nodig. De grijze minicontainer voor restafval gaat gebruikt worden voor het inzamelen van plastic+. Voor hun resterende restafval gaan bewoners van laagbouwwoningen gebruikmaken van een oac, die op logische locaties staan of worden geplaatst. Deze logische plek staat centraal in de wijk, waarbij het uitgangspunt is dat per 150 woonhuisaansluitingen laagbouw 1 oac nodig is. De richtlijnen voor maximale loopafstanden van woningen tot de oac uit het voormalige Afvalstoffenplan komen hiermee te

vervallen. De minimale afstand van 5 meter van een oac tot de dichtstbijzijnde opening van een woning (bijv. voordeur, raam voorgevel) en 1 meter van een blinde muur blijven gehandhaafd.

Inzameling 1 * per 2 weken zomers wekelijks

Inzameling 1 * per 4 weken Inzameling 1 * per 4 weken

Is het legen van de minicontainer plastic+ eens in de 4 weken de voldoende ? Veel bewoners verbazen zich over de hoeveelheid en het volume van hun plastic verpakkingen, kartonnen pakken van zuivel en dranken en blik en ook hoe weinig restafval er dan nog overblijft. Uit ervaringen in de Opwarmfase blijkt dat ca 25 % van alle minicontainers plastic+ na 4 weken tot de rand zijn gevuld, 75 % van de minicontainers is dus niet geheel vol. Enkele bewoners klagen over volle containers en ook over stank na 4 weken opslag. De container biedt feitelijk alleen voldoende ruimte in het geval bewoners hun plastic handmatig goed samendrukken, vuile spullen uitspoelen en kartonnen pakken samenvouwen. Veel bewoners blijken bereid te zijn en nemen de verantwoordelijkheid dit te doen. Vaker legen heeft uiteraard effect op logistiek en per saldo zal het gene extra grondstoffen opleveren. Derhalve is vaker legen op minder efficiënt.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 11

Bronscheiding bij combinatie van hoogbouw en laagbouw Op strategische locaties bij flats met omliggende laagbouwwoningen, worden containereilanden gerealiseerd met de bestaande restafval container en verzamelcontainers voor grondstoffen. Deomliggende laagbouwwoningen kunnen zodoende gebruik maken van de oac. Het wordt

flatbewoners makkelijker gemaakt hun afval te scheiden, waardoor zij minder restafval in de oac gooien. Om zo effectief mogelijk om te gaan met bestaande faciliteiten worden de huidige containers voor plastic+ en papier naar de containereilanden verplaatst. Deze worden op de locaties waar ze nu nog staan, voornamelijk bij supermarkten bij laagbouwwoningen, overbodig omdat de laagbouwwoningen voorzieningen aan huis krijgen voor hun grondstoffen.

Mogelijk worden bij de containereilanden bovengrondse cocons voor gfte bij geplaatst. Dit wordt alleen overwogen in het geval een adequate uitvoeringsstrategie mogelijk en het financieel haalbaar blijkt te zijn. Hiertoe worden landelijke en lokale proeven met scheiden van afval in de hoogbouw afgewacht.

Mechanische verwerking restafval hoogbouwHet restafval uit oac’s, waarinnog grote hoeveelheden plastic+ wordt aangetroffen, wordt mechanisch verwerkt, waarbij het plastic+ alsnog wordt gescheiden uit het restafval. Het onderzoek van HVC naar de mogelijkheden van scheiding waarbij grondstoffen uit het te verbranden restafval worden gehaald, als aanvulling op bronscheiding, is positief verlopen. Deze mechanische verwerking richt zich op het scheiden van plastic+. Het opk kan niet adequaat worden

gescheiden met deze scheidingstechniek. Gfte in het restafval heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het mechanisch gescheiden plastic+ en de kwaliteit van het gfte uit de voorscheidingsinstallatie is van mindere kwaliteit en levert veel minder op in zowel financiële als milieutechnische zin.

Glas en textiel centraal in de wijkDe inzamelvoorzieningen voor textiel en glas blijven op centrale locaties in de wijken staan. In het kader van de private overeenkomst inzake de textielketen in Zaanstad wordt het inzamelsysteem voor textiel nader onderzocht en waar mogelijk geoptimaliseerd. Lokaal zijn combinaties met de

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 12

inzameleilanden en de verzamelvoorzieningen voor textiel nabij flats mogelijk. In de praktijk blijkt dat glascontainers die nabij woningen zijn geplaatst, dermate veel geluidhinder opleveren, dat er in de toekomst alleen nog glascontainers worden geplaatst bij winkelcentra ed. Dezegrondstoffen liften mee met alle aandacht die gegenereerd wordt voor het nieuwe inzamelsysteem.

4.2 Leerpunten Opwarmfase en project hoogbouw

In de tweede fase van het Grondstoffenplan is de zogenaamde Opwarmfase uitgevoerd van mei – oktober 2016, waarin het beoogde nieuwe inzamelsysteem in vier deelgebieden isgerealiseerd en een nieuwe wijze van communicatie is toegepast. Bewonerscoaches zijn ingezet om bewoners te begeleiden voorafgaand, bij de realisatie en de eerste fase van invoering van het nieuwe inzamelsysteem. Bewoners van de vier deelgebieden zijn op een interactieve wijze met het communicatieproject 100-100-100 betrokken bij en enthousiast gemaakt voor het scheiden van grondstoffen waarbij zij tegelijkertijd het gemak van de nieuwe inzamelvoorzieningen hebben kunnen ervaren. Deelnemers konden tips uitwisselen om het scheiden van grondstoffen te vergemakkelijken. Door middel van het uitvoeren van opdrachten konden deelnemers punten verzamelen om te besteden in de webwinkel aan producten die het scheiden van grondstoffen makkelijker maken.

Persoonlijke aanpak essentieel in slagen nieuw inzamelsysteemUit de Opwarmfase is gebleken dat de bewonerscoaches een essentiële rol hebben gespeeld in verkrijgen van draagvlak voor het nieuwe systeem. Door de persoonlijke benadering en het bieden van hulp tot achter de voordeur, kon weerstand bij bewoners tot draagvlak worden omgebogen, dat zelfs met regelmaat leidde tot enthousiasme bij bewoners om afval te scheiden. De bewonerscoaches zijn actief geweest in het benaderen van bewoners, zowel op afspraak naar aanleiding van een melding bij bewoners thuis als in gesprekken op straat onder andere tijdens het wijzigen van het inzamelsysteem en bij het legen van de minicontainers voor plastic+. Zo kon behoeften van bewoners inzichtelijk worden gemaakt, waarop de bewonerscoaches dan ook weer snel en adequaat konden anticiperen. Het afhandelen van meldingen en klachten door HVC en gemeente werd zodoende minder intensief. Overigens heeft de inzet van de bewonerscoaches tevens geleid tot de uitstroom van ongeveer de helft van de bewonerscoaches naar betaald werk.

Inzamelresultaten Opwarmfase bemoedigendMini plastic+ succesvolDe omschakeling met de inzameling van plastic+ in de minicontainers die recent nog voor restafval werden gebruikt bij laagbouwwoningen is goed verlopen. De bewoners van deze laagbouwwoningen gebruiken deze minicontainer voor plastic+ buitengewoon goed (zie onderstaande tabel). De bewoners uit de deelgebieden van de Opwarmfase leverde gemiddeld 38 % minder restafval in dan de overige bewoners van Zaanstad. Een aantal bewoners uit de vier deelgebieden vroegen na invoering van het nieuwe inzamelsysteem een minicontainer voor papier en of gfte aan.

Deelgebieden Plastic + kg/wha per jaar

Krommenie 73 kg / wha

Rooswijk 84 kg / wha

Zaandam-Zuid 45 kg / wha

Wormerveer 57 kg / wha

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 13

Afvalscheiding in de flats kan nog beterBewoners van flats zouden de nieuwe verzamelvoorzieningen voor grondstoffen nog iets intensiever kunnen gebruiken. De hoeveelheden plastic+, opk en gfte die de bewoners in de flats aanbieden, is zeer wisselend per container. Bewoners van de éne flat scheiden relatief hun afval goed, bewoners van een andere flat veel minder. Oorzaken daarvan zijn lastig vast te stellen. De inzameling van gfte bij flats is na een moeilijke opstartfase toch redelijk succesvolverlopen. Het uitdelen van biozakjes door de bewonerscoaches heeft bijgedragen aan een verbetering van de kwaliteit van het ingeleverde gfte. Na het uitdelen van de biozakjes, werden minder plastic zakken in de cocons aangetroffen.

Organisatorische leerpunten OpwarmfaseHet verkrijgen van een goede databank met adressen voor laagbouw en voor hoogbouw voor het versturen van de juiste informatie en pasjes voor het bedienen van nieuwe inzamelvoorzieningen naar de bewoners, bleek een forse inspanning te vergen. Ook bleek het aansluiten van alle bewoners op alle verzamelcontainers restafval in de omgeving tot softwarematige problemen te leiden, waardoor het toegangssysteem op een aantal verzamelcontainers niet bleek te functioneren. In de Opwarmfase is op een aantal plaatsen gebruik gemaakt van bovengrondse restafvalcontainers, in verband met het proefondervindelijk uitkristalliseren van het nieuwe inzamelsysteem en de meest ideale locatie voor de verzamelcontainer. De bovengrondse containers voor restafval blijken echter te klein en dumpingen van huisvuilzakken en grofvuil aan te trekken. In het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan wordt dan ook slechts zeer sporadisch gebruik gemaakt van bovengrondse containers die dan zo spoedig mogelijk worden vervangen door ondergrondse containers. Tegen enkele locaties van verzamelvoorzieningen is bezwaar gemaakt door omwoners. Met de bewonerscoaches is hier zo adequaat mogelijk op gereageerd.

proefproject scheiden afval hoogbouw in Kogerveld oa gericht op keukenmanagement HVC voert momenteel een proef uit in de Zaans flatwijk in Kogerveld in het kader van het landelijk project Van Afval naar Grondstof (Vang) Hoogbouw. In dit landelijke project worden bij flats in meerdere gemeenten proeven uitgevoerd om het scheiden van grondstoffen door bewoners te verbeteren. De proef die HVC in Zaanstad uitvoert is o.a. gericht op het inrichten van de keuken om het scheiden van afval veel makkelijker te maken.

Op basis van resultaten van het gehele Vang-project hoogbouw, die naar verwachting medio 2018 worden opgeleverd, kunnen voortschrijdende inzichten ontstaan over een effectieve aanpak in het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan, met name ten aanzien van de maatregelen bij flats.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 14

5 Het maatregelenpakket

In het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan is uitgewerkt hoe de gemeente Zaanstad, met HVC als uitvoerende partij, bovenstaande halvering gaat bereiken. Het gaat dan om de volgende activiteiten:1. Het invoeren van een nieuw inzamelsysteem: het nieuwe inzamelsysteem maakt het

makkelijker om grondstoffen aan huis in te zamelen en ontmoedigt het aanbieden van restafval.

2. Inzet van persoonlijke communicatie door bewonerscoaches voorafgaand aan, tijdens de realisatie en tijdens de eerste fase van oplevering van het nieuwe inzamelsysteem, naast alle reguliere communicatie (bewonersbrieven, website e.d.).

3. Het promoten van het wegbrengen van grofvuil naar de milieustraat door een betere service te verlenen aan de bewoners en het ophalen ervan ontmoedigen, onder andere door een bijdrage te vragen voor ophalen aan huis.

Mochten de wijzigingen in het inzamelsysteem en de communicatieacties leiden tot onvoldoende afname van het restafval , wordt overwogen om over te gaan tot het aanbodafhankelijk maken van het tarief.

In de volgende tabel zijn de maatregelen van het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan op hoofdlijnen gepresenteerd, waarna per fase een korte uitleg volgt.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 15

Fase-deelprojecten Doorlooptijd Planning*

Wijzigen inzamel-systeem

huishoudelijk afval en –grondstoffe

n met communicatiestrategie

OnderzoekProefprojecten Hoogbouw,

Kogerveld

Ca 1,5 jaar2017 -2018

Voorbereiding

Opstellen technisch plan van aanpak.

Ca 3 mnd 2017

Informeren bewoners voorafgaand aan realisatie

Met bewoners wordt afgestemd over locatie van inzamelvoorzieningen en formele procedures worden

doorlopen. Bewonerscoaches worden ingezet om bewoners te attenderen op de

aanstaande wijziging, zij bieden bewoners actief de helpende hand.

Eerste informatiebrieven

ca. 4 maandenvoorafgaand aan realisatie nieuw inzamelsysteem.

Inzet bewoners-coaches ca. 2 maanden

voorafgaand aan realisatie nieuw inzamelsysteem.

2017 – eind 2019

Realisatie

inzamelvoorzieningen, inclusief technische voorbereiding

Ca. 3 jaar2017 -2020

OpleveringCommunicatie door bewonerscoaches tijdens

realisatie en oplevering van nieuwe inzamelsysteem.

Tot ca. 4 maanden na in gebruik name

nieuw inzamel-systeem per wijk

2017 -2020

Wijzigen / optimaliser

en grofvuil

Implementatie maatregelen grofvuil

1 jaar 2017-2018

Monitoring en evaluatie en indien

nodig bijstellen

Besluitvorming invoering

aanbodafhankelijk tariefstelling in 2019

doorlopend

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 16

* planning is onder voorbehoud

5.1 Het nieuwe inzamelsysteem

In de Inventarisatie Grondstoffenplan is op basis van globale gegevens een doorrekening gemaakt van het aantal benodigde voorzieningen voor het nieuwe inzamelsysteem. Deze berekening is verfijnd. De wijken van Zaanstad zijn ingedeeld in logische geografische eenheden, gebieden die begrensd zijn door water, groen en/of infrastructuur, waarbinnen bewoners hun afval en grondstoffen kwijt moeten kunnen. Financiële consequenties van het nieuwe inzamelsysteem en de te verwachten milieueffecten zijn daarna verfijnd. Dat heeft vervolgens geleid tot een optimalisatie van het benodigd aantal inzamelvoorzieningen. Het nieuwe inzamelsysteem en het aantal voorzieningen is dusdanig ingericht dat

a. optimaal gebruik wordt gemaakt van de huidige verzamelcontainers voor restafval en voor grondstoffen;

b. het aantal verzamelcontainers voor restafval voor laagbouwwoningen wordt geminimaliseerd;

c. de bewoners van flats die hun afval willen scheiden, beter worden gefaciliteerd.

In bijlage 1 is een overzicht van het aantal te wijzigen voorzieningen opgenomen. Afhankelijk van de technische voorbereiding en het raadplegen van de bewoners kunnen wijzigingen optreden in aantallen te verplaatsen of nieuw te plaatsen verzamelcontainers.

Het Uitvoeringsprogramma geeft een richtlijn maar is geen blauwdruk voor het aantal nieuwe inzamelvoorzieningen. Flexibiliteit in het Uitvoeringsprogramma is noodzakelijk om in te kunnen spelen op landelijke ontwikkelingen en resultaten van deze proeven. Ook kan het Uitvoeringsprogramma op basis van monitoring en evaluatie worden bijgesteld en of worden aangevuld. Eventuele bijstellingen op details van het Uitvoeringsprogramma dienen te allen tijde te voldoen aan de hoofdlijnen van het nieuwe inzamelsysteem (h3) zoals deze door de raad worden vastgesteld met in acht name van financiële consequenties.

Uitvoeringsstrategie nieuw inzamelsysteemOm het nieuwe inzamelsysteem te realiseren worden verzamelcontainers verplaatst en nieuwe verzamelvoorzieningen geplaatst. Alle verzamelcontainers worden voorzien van informatie over aanbiedregels. Minicontainers voor restafval worden gereed gemaakt voor het inzamelen van plastic+ en extra minicontainers voor grondstoffen worden verstrekt. Het nieuwe inzamelsysteem wordt per wijk gerealiseerd waarbij gestart wordt in het noorden van Zaanstad richting het zuiden. Gestart wordt met het opstellen van een plan van aanpak voor de wijziging van de inzamelvoorzieningen. Inschatting is dat de technische voorbereiding, plaatsing en wijziging van de voorzieningen een periode van ca 2,5 tot 3 jaar in beslag neemt.

Uitgangspunt voor de realisatie van het nieuwe inzamelsysteem is dat er balans ontstaat tussen milieuopbrengsten, investeringen, vermeden kosten als gevolg van de afnemende hoeveelheid te verbranden restafval en opbrengsten van de grondstoffen. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van bestaande verzamelcontainers zodat een minimale hoeveelheid nieuwe verzamelcontainers hoeft te worden geplaatst.

In de uitvoering van de maatregelen van het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan wordt rekeningen gehouden en aansluiting gezocht met flankerend beleid en lokale wijkprojecten op het gebied van afval en participatie.

Saendelft en Willis

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 17

In Saendelft en in Willis wijkt de huidige inzamelstructuur af van de overige gebieden in Zaanstad. In Saendelft en Willis maken bewoners van laagbouwwoningen voor hun restafval gebruik van respectievelijk ondergrondse verzamelcontainers en cocons. In Willis heeft eenaantal bewoners ook beschikking over minicontainers voor gfte en opk.

Door in Saendelft minicontainers ter beschikking te stellen, blijft er minder restafval over en zijn er minder oac nodig. Na een korte gewenningsperiode wordt een deel van deze oac omgebouwd tot container voor opk. De andere overbodig geworden oac worden gefaseerd verplaatst naar geschikte locaties in de laagbouw elders in Zaanstadstad. Dit leidt tot de volgende acties:a. In de laagbouw van Saendelft worden minicontainers voor plastic+ en gfte beschikbaar

gesteld. Een deel van de huidige oac’s voor restafval wordt omgebouwd tot een oac voor opk. Een groot aantal van de huidige verzamelcontainers restafval wordt hiermee overbodig. Een aantal oac’s voor restafval blijft uiteraard staan en de overbodig geworden oac’s voor restafval komen vrij voor verplaatsing naar laagbouwwijken elders in Zaanstad.

b. In Willis worden extra minicontainers voor grondstoffen aangeboden. Bewoners van Willis krijgen zodoende beschikking over een minicontainers voor opk, gfte en plastic+. Voor hun restafval blijven zij gebruik maken van de bestaande bovengrondse cocons, totdat deze te zijner tijd worden vervangen door ondergrondse containers.

Restafval bij de laagbouw in verzamelcontainers op afstandVoor de inzameling van restafval voor de laagbouwwoningen zijn restafvalcontainers op geschikte locaties nodig. Deze worden als volgt gerealiseerd:c. De overgebleven oac’s voor restafval uit Saendelft worden verplaatst naar logische plekken

bij laagbouwwoningen. Op de overgebleven locaties worden nieuwe oac voor restafval geplaatst.

Restafval laagbouw in bestaande oac van flatd. In bepaalde gevallen kunnen laagbouwwoningen gebruik maken van de bestaande oac van

een nabijgelegen flat. Door middel van een aanwijsbesluit wordt dit formeel geregeld. Bij deze oac worden verzamelcontainers voor plastic+ en opk geplaats om de flatbewoners te faciliteren om hun afval te scheiden. Dit wordt gerealiseerd door het verplaatsen vanverzamelcontainers voor grondstoffen die overbodig zijn geworden in de laagbouwwijken. Deze laagbouwwoningen beschikken immers over eigen minicontainers voor opk en plastic+. Met de beschikbare verzamelcontainers voor opk en plastic+ worden ca. 95 containereilanden bij flats gerealiseerd.

e. Alleen in het geval de proef VANG-hoogbouw positief verloopt en het financieel rendabel blijkt te zijn, worden bij de containereilanden gfte-cocons geplaatst. Omdat gfte een groot deel van het restafval inneemt lijkt het logisch om ook in de hoogbouw voorzieningen te bieden voor het scheiden van deze fractie om de ambitie te realiseren. Eerder in Zaanstad zijn geen positieve resultaten bereikt met het scheiden van gfte in verzamelvoorzieningen. Met grote regelmaat werd de verzamelcontainer voor gfte gebruikt voor restafval. Een globale financiële doorrekening ten opzichte van het milieurendement van HVC op dit punt lijkt nog geen haalbare maatregel op te leveren.

Mechanische verwerking restafval met nog veel grondstoffen f. Bij een aantal flats zal de verzamelcontainer voor plastic+ en opk op enige afstand staan. In

het geval wordt geconstateerd dat in dat restafval nog voldoende plastic+ aanwezig is, wordt dit restafval voor verbranding door HVC mechanisch gescheiden. Hiervoor wordt het restafval uit deze containers apart ingezameld en geleid over een mechanische scheidingsinstallatie. Dit betreft een extra stap in de verwerking van het restafval binnen de poorten van HVC. HVC werkt momenteel aan de voorbereiding van deze installatie, die naar

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 18

verwachting in het derde kwartaal 2017 in gebruik zal worden genomen.

Geschikt maken minicontainers voor plastic+g. Na het plaatsen van de oac restafval voor de laagbouwwoningen, wordt de minicontainer

voor restafval van de laagbouwwoningen geschikt gemaakt voor het inzamelen van plastic+ . Hiervoor worden de minicontainers gereinigd waarna de deksels en de voorzijde van de containers worden voorzien van een sticker met aanbiedregels.

Extra minicontainers voor opkEind 2013 zijn de minicontainers voor opk in de laagbouw in Zaanstad geïntroduceerd. De hoeveelheid gescheiden ingezameld papier is hierdoor verhoogd. Extra bemoedigend is de daling van de hoeveelheid papier in het restafval. Door oa digitalisering neemt het totale aanbod van opk af. In 2015 is iets minder opk ingezameld dan in 2014.

2013 2014 2015

Gescheiden ingezameld opk

34 kg / inw 45 kg / inw 42 kg / inw

Aandeel opk in restafval

37 kg / inw 37 kg / inw 24 kg / inw

Bewoners van laagbouwwoningen hebben de minicontainer voor opk aangeboden gekregen. Alleen als de bewoners aangaven de container echt niet te willen ontvangen, dan werd afgezien van levering van deze minicontainer. Circa 25.000 bewoners hebben een minicontainer voor opk nu in gebruik. Een uitbreiding van de hoeveelheid en het gebruik van de minicontainers is goed voor de papieropbrengst en afname van de hoeveelheid restafval. Het optimaliseert tegelijkertijd de inzamelkosten. De verwachting is dat met het introduceren van het nieuwe inzamelsysteem en het verplaatsen van de verzamelcontainers voor opk in de laagbouwwijken, meer bewoners de minicontainer voor opk wil hebben. De ambitie is om het aantal minicontainers voor opk met ten minste 7.000 toe te laten nemen.

Aan de bewoners die de minicontainer voor opk nog niet hebben geaccepteerd, wordt deze alsnog verstrekt. Aan deze bewoners wordt gevraagd de minicontainer voor opk voor een periode van een half jaar te gebruiken, waarna zij alsnog kunnen aangeven om de minicontainer te laten ophalen. Ervaringen elders hebben geleerd dat dit het gebruik van de minicontainers voor opk optimaliseert, als bewoners eenmaal gewend zijn aan het gemak van zo’n minicontainer voor de deur, dan zullen zij deze ook intensiever gaan gebruiken.

Optimalisatie inzameling opk door verenigingen, instellingen en scholenVerenigingen, instellingen en scholen mogen in Zaanstad, conform het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenheffing 2010, opk inzamelen, mits zij dat inleveren bij HVC. HVC haalt het ingezamelde papier op, registreert het gescheiden ingezameld opk en verstrekt deze inzamelaars een vaste vergoeding per aangeleverd tonnage. De hoeveelheid opk die deze inzamelaars leveren aan HVC is de afgelopen jaren gedaald. De introductie van de minicontainer voor opk bij laagbouwwoningen zou daar een oorzaak van kunnen zijn. De afname van door verenigingen ingezameld opk kan ook verklaard worden uit de lagere vergoeding van HVC aan de inzamelaars dan de marktvergoeding voor opk. Mogelijk zijn enkele verenigingen derhalve geneigd hun ingezamelde opk niet aan te leveren aan HVC, maar voor een hogere vergoeding te verkopen aan een marktpartij. Hiermee wordt feitelijk een inkomstenbron onttrokken uit de collectieve voorziening, die bedoeld is om de totale kostenpost voor alle inwoners van Zaanstad te nivelleren.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 19

Het uitgangspunt van het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan is een hoge service om het voor bewoners makkelijk te maken hun papier en andere grondstoffen gescheiden te houden. Zaanstad vindt het ook belangrijk om verenigingen te ondersteunen die met de inzameling van papier de mogelijkheid hebben van een extra inkomstenbron. De betrokkenheid van burgers c.q.leden van de vereniging, om papier te scheiden wordt hiermee ook vergroot. In verband met het verbeteren van de milieuprestatie en de financiële consequenties, wordt ingezet op het optimaliseren van de samenwerking met de inzamelende verenigingen, instellingen en scholen door middel van een vergunningenstelsel.

Aan 5 tot 6 verenigingen, instellingen en scholen wordt een vergunning verstrekt voor het inzamelen van opk en het aanleveren hiervan aan HVC. De verenigingen, instellingen en scholen die de afgelopen jaren het meeste papier hebben geleverd aan HVC kunnen een vergunning aanvragen. Dit betekent dat voor de verenigingen die opk inzamelen bij bewoners en dit opk niet aanleveren bij HVC, het niet langer is toegestaan opk in te zamelen. Zij worden overigens wel de gelegenheid geboden een vergunning aan te vragen. De overige huidige inzamelaars krijgen een afkoopregeling aangeboden ter hoogte van twee maal de jaarvergoeding van het afgelopen jaar. Dit laatste geldt overigens alleen voor de inzamelaars die hun opk in de afgelopen jaren hebben aangeleverd bij HVC. Ter voorbereiding van de realisatie van het vergunningstelsel, wordt afgestemd met alle betrokken partijen.

MaatwerkHet nieuwe inzamelen vergt dat iedere laagbouwwoning in Zaanstad drie minicontainers aan huis heeft. Dit brengt feitelijk geen verandering met zich mee ten opzichte van de huidige situatie. Het overgrote deel van de bewoners van laagbouwwoningen in Zaanstad beschikt over een minicontainer voor restafval en voor gfte en veelal ook over een derde minicontainer die in 2014 beschikbaar is gesteld aan bewoners van laagbouwwoningen voor het inzamelen opk. Niet elke bewoner heeft de 3de minicontainer voor opk geaccepteerd, mogelijk wegens ruimtegebrek, de nabijheid van een verzamelvoorziening of het papier wordt gegund aan een vereniging die het papier aan huis ophaalt.

Bepaalde woonkernen van Zaanstad beschikken over een krap bemeten buitenruimte rondom de woningen. Bij die woningen met beperkte of geen voortuin en zonder achterom kan het moeilijk zijn om 3 minicontainers op eigen terrein te stallen. In die situaties waar de ruimte op eigen terrein van de woning beperkt is voor minicontainers en bewoners bezwaar maken, wordt naar maatwerkoplossingen gezocht.

Het wegbrengen van restafval naar een oac kan voor bepaalde groepen hulpbehoevenden een probleem vormen. Uiteraard kunnen zij hun restafval in kleinere hoeveelheden naar de oac brengen en hulp inroepen van derden. In die gevallen dat dat niet lukt, wordt gezocht naar maatwerkoplossingen met georganiseerde hulp, bijvoorbeeld via de bewonerscoach (BBZ),sociale wijkteams of buurthuizen.

Monitoring, evaluatie en bijsturingDe hoeveelheid ingezamelde huishoudelijke grondstoffen, restafval en grofvuil worden per kwartaal gerapporteerd door HVC. Twee maal per jaar voert Zaanstad sorteeranalyses uit waarbij de samenstelling van het restafval wordt onderzocht. Jaarlijks wordt de afvalmonitor opgesteld, waarbij de totale hoeveelheid restafval en de hoeveelheden gescheiden ingezamelde grondstoffen wordt gepresenteerd. In de communicatie met bewoners wordt aandacht besteed aan het terugkoppelen van deze resultaten.

Het aantal benodigde voorzieningen in het nieuwe inzamelsysteem wordt, zoals eerder

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 20

aangegeven, beschouwd als een richtlijn en geen blauwdruk. De opbrengsten van dit nieuwe inzamelsysteem, in de zin van afname van hoeveelheden restafval en toename van hoeveelheden grondstoffen is gebaseerd op aannames. De vergoedingen voor grondstoffen zijn bovendien onderhevig aan marktinvloeden. Landelijke ontwikkelingen en resultaten van de proefprojecten leiden tot behoefte aan flexibiliteit in de uitvoering van het maatregelenpakket. Mede op basis van monitoring van inzamelresultaten, evaluatie, voortschrijdend inzicht en praktische uitvoeringskwesties, is de mogelijkheid af te wijken van het aantal inzamelmiddelen in het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan ingebed. De stuurgroep (zie ‘Organisatie’)besluit over het bijsturen van het maatregelenpakket waarbij als voorwaarde geldt dat deze moeten passen binnen de kaders van hoofdlijnen van het nieuwe inzamelsysteem, zoals deze door de raad worden vastgesteld.

5.2 Afstemming met bewoners in alle fase van vernieuwing inzamelsysteem

Communicatie is zoals eerder al gesteld nodig in alle fasen van het Uitvoeringsprogramma: voorafgaand aan de wijzigingen en bij oplevering van de nieuwe voorzieningen. Voor een aantal bewoners zal het nieuwe inzamelsysteem voor grondstoffen en restafval geen probleem vormen, voor andere bewoners kan het wennen zijn. Het scheiden van afval kan wat aanpassingen in de keuken of bijkeuken vergen. Vooral bij een aantal klein behuisde bewoners zal dit tot ongenoegen kunnen leiden. Voor een aantal bewoners zal het ook wat onwennig zijn om het restafval weg te moeten brengen. Naar aanleiding van de positieve ervaringen in Opwarmfase is het voornemen om de persoonlijke aanpak van communicatie met bewoners te continueren. In deze paragraaf is de aanpak van de communicatie bij de wijziging van het inzamelsysteem nader uitgewerkt.

Formele proceduresVoor de beoogde wijziging van het inzamelsysteem is het noodzakelijk om formele procedures te doorlopen. De Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening worden aangepast op het nieuwe inzamelsysteem. De locatie van nieuwe verzamelvoorzieningen, de aansluitingen van woningen op de inzamelvoorzieningen en locaties voor het aanbieden van minicontainers worden met aanwijsbesluiten vastgelegd.

Aankondiging nieuw inzamelsysteem voorafgaand aan realisatieNa besluitvorming en overeenstemming met de gemeentelijke inzamelaar wordt de wijziging van het inzamelsysteem voor het huishoudelijk afval door middel van een kick-off evenement aangekondigd. Vervolgens wordt de communicatie afgestemd op het uitvoeringsplan in het kader van de realisatie van de nieuwe voorzieningen.

Per wijk waar de inzamelvoorzieningen worden gewijzigd, wordt de aanstaande wijziging intensief aangekondigd. De bewoners worden geïnformeerd per brief en mogelijk ook via billboards in de wijk en of een specifieke website en digitale filmpjes over de wijziging van het inzamelsysteem.

Er worden inloopavonden georganiseerd, waarbij bewoners invloed kunnen uitoefenen op de locaties van de voorzieningen. Dit laatste uiteraard binnen beperkingen en randvoorwaarden die verbonden zijn aan locaties voor inzamelvoorzieningen. De voorzieningen moeten bijvoorbeeld bereikbaar zijn voor de vuilniswagen. Ook moet rekening gehouden worden met kabels, leidingen, boomwortels e.d. in de ondergrond en met afstanden van de verzamelcontainer tot de betrokken woningen. Deze inloopavonden zijn tevens gekoppeld aan formele procedures, met name de bovengenoemde aanwijsbesluiten.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 21

Persoonlijke aanpak voor draagvlak en enthousiasmeren bewoners hun afval te scheidenDe bewonerscoach wordt ingezet op het stimuleren van het juiste gebruik van de voorzieningen,en gaat onjuist gebruik tegen door middel van gesprekken: bewoners informeren bewoners. Naast de prestatie die de bewonerscoaches op straat leveren, heeft de inzet vanbewonerscoaches tevens tot doel om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te reactiveren en te begeleiden naar betaald werk.

De bewonerscoaches starten met hun werkzaamheden zo’n 2 maanden voorafgaand aan de realisatie van het nieuwe inzamelsysteem met het informeren van bewoners. De bewonerscoaches leggen contact met relevante organisaties in de wijken, zoals scholen, het sociaal wijkteam en buurthuizen. Ook leggen de bewonerscoaches contacten met al dan niet formele contactpersonen van verenigingen van eigenaren. Zij informeren bewoners proactief, zijn duidelijk herkenbaar aanwezig en de bewonerscoaches zijn benaderbaar voor bewoners op straat, telefonisch en per mail. Zij zoeken naar sleutelfiguren in de wijk die ene voorbeeldfunctie zouden kunnen vervullen. Ook zijn zij aanwezig bij de informatieavonden. Daarnaast starten zij met het opruimen van zwerfafval in de wijken. Bij deze werkzaamheden en bij de informatieavonden hebben zij de mogelijkheid om met veel bewoners persoonlijk af te stemmen over het nieuwe inzamelsysteem en het belang van het scheiden van afval.

Gedurende een periode van ca. 4 maanden na oplevering van het nieuwe inzamelsysteem worden bewonerscoaches ingezet om bewoners te begeleiden bij het gebruik van het nieuwe inzamelsysteem. Meldingen, klachten, verzoeken om hulp en opmerkingen over locaties van voorzieningen worden door de bewonerscoaches behandeld. Tijdens het plaatsen en ombouwen van de voorzieningen en bij de eerste malen dat de voorzieningen worden geleegd zijn de bewonerscoaches zichtbaar en actief op straat aanwezig. De bewonerscoaches staan bij de verzamelcontainers om bewoners te instrueren over juist gebruik en scheiden van grondstoffen in de keuken. Zij organiseren evenementen rondom de verzamelcontainers om de aandacht van bewoners te trekken. Voorts bemiddelen zij in gevallen dat bewoners moeite hebben met de introductie van het nieuwe inzamelsysteem en kunnen zij het sociaal wijkteam betrekken. Zo motiveren de bewonerscoaches de bewoners om meer afval te scheiden en mobiliseren zij hen om medeverantwoordelijkheid te nemen voor het schoon houden van de openbare ruimte.

Ook helpen de bewonerscoaches met het schoon houden van de containerlocaties en zij informeren HVC en/of Wijkbeheer&onderhoud in geval van volle containers en of dumpingen grofvuil. De bewonerscoaches staan in nauw contact met medewerkers van de afdeling Straattoezicht. In het geval bewoners zich echt niet houden aan aanbiedregels, ook na herhaaldelijke interventie van de bewonerscoaches, is handhaving het sluitstuk.

Speciale aandacht vergt de omwisseling van het gebruik van de minicontainer voor plastic+ die in het oude systeem nog werd gebruikt voor restafval. De bewonerscoach heeft een actieve informerende taak tijdens de eerste keren dat de minicontainer voor plastic+ wordt geleegd. Bij onjuist gebruik van de minicontainer en te veel vervuiling van het plastic+ met restafval, benadert de bewonerscoach de betreffende bewoners. Handhaving volgt bij blijvend onjuist aanbiedgedrag.

Het scheiden van grondstoffen wordt met ludieke acties per grondstof verder ondersteund. Ook hierbij ondersteunen de bewonerscoaches door het persoonlijk uitreiken van informatie en/of kleine voorzieningen voor het scheiden van afval in de keuken aan bewoners. Terugkoppeling van behaalde resultaten behoren tevens tot de activiteiten van de bewonerscoaches.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 22

Jong geleerd maakt scheiden grondstoffen tot gewoontegedragIn samenwerking met het Zaans Natuur en Milieu Centrum (ZNMC) en HVC worden basisscholen in Zaanstad benaderd voor een actief en aanschouwelijk lesprogramma over het belang van het scheiden van grondstoffen. Beoogd wordt om op termijn het scholen mogelijk te maken om hun grondstoffen aan te bieden in de reguliere cyclus van inzameling door HVC. In ruil daarvoor dienen de scholen hun kinderen te betrekken bij het onderwerp scheiden van grondstoffen door afname van het lespakket. Hiervoor dient de Afvalstoffenverordening aangepast te worden.

5.3 Grofvuil: wegbrengen naar milieustraat promoten en ophalen ontmoedigen

Het wegbrengen van grofvuil naar de milieustraat wordt bevorderd door de services aan de burgers op de milieustraat te verbeteren. Het ophalen van grofvuil aan huis wordt ontmoedigd. Op de milieustraat wordt het gebrachte grofvuil in vele compartimenten gescheiden, waardoor meer grondstoffen voor hergebruik beschikbaar komen en minder grofvuil in de verbrandingsoven verdwijnt. Het wegbrengen van grofvuil naar de milieustraat beperktzodoende niet alleen de collectieve kosten voor het inzamelen, maar ook de kosten voor het verwerken van het grofvuil worden hiermee gereduceerd. De opgave is om bewoners meer grof vuil naar de milieustraat te laten brengen en de kleinere hoeveelheid grofvuil dat overblijft om te worden opgehaald aan huis, beter te scheiden. Met het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Grofvuil wordt, analoog aan het totale Uitvoeringsprogramma van dit Grondstoffenplan, een halvering van het aantal meldingen voor het ophalen van grofvuil in 2020 t.o.v. het referentiejaar 2013 nagestreefd.

Zowel in het noorden van Zaanstad, op Molletjesveer als in het zuiden, aan de Symon Spiersweg is er een milieustraat. Bewoners die hun grofvuil niet kunnen wegbrengen, hebben de mogelijkheid om HVC het grofvuil op te laten halen en Wijkonderhoud van de gemeente Zaanstad haalt gedumpt grofvuil op. Opgehaald grofvuil kan veel minder goed worden gescheiden, mede om arbo- technische randvoorwaarden wordt dit grofvuil in een perskraakwagen opgehaald wat het scheiden van grondstoffen sterk vermindert.

Het gratis ontvangen van bouw- en sloopmaterialen van bewoners op milieustraten in combinatie met het laten betalen voor het ophalen van grofvuil heeft elders in het werkgebied van HVC geleid tot een afname van het aantal meldingen en een afname van bouw- en sloopmaterialen in het restafval. Nu bewoners moeten betalen voor het afleveren van bouw- en sloopmaterialen, kiezen bewoners er namelijk nog al eens voor om hun sloopmaterialen te verkleinen en in hun minicontainers of verzamelcontainers voor restafval te stoppen en tevens zet dit aan tot het dumpen van bouw- en sloopafval. Met het verdwijnen van de minicontainer voor restafval zal de hoeveelheid klein gemaakt grofvuil in het restafval al afnemen.

De maatregelen worden vooraf duidelijk aangekondigd aan belanghebbenden. Het maatregelenpakket Grofvuil bestaat uit in onderstaande volgorde maatregelen:

Maatregelen wegbrengen promoten

Bewoners mogen alle stromen grofvuil en bouw- en sloopmaterialen gratis afleveren op de milieustraten.

HVC optimaliseert de openingstijden op de milieustraten met meer effectieve openingsuren, waarvoor zij voorbereidend onderzoek gaat uitvoeren en implementatie moet voorbereiden.

Bedrijfsafval van ondernemingen wordt niet meer geaccepteerd op de milieustraten. De milieustraten zijn bestemd voor en gefinancierd door bewoners. Elders in Zaanstad zijn

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 23

voorzieningen aanwezig voor bedrijven om hun grofvuil en bouw- en sloopmaterialen af te leveren.

Structureel houdt HVC in het voor- en najaar promotiecampagnes voor het wegbrengen van grofvuil naar de milieustraten.

Bij het promoten van het wegbrengen van grofvuil, hoort een nette en adequate ontvangst van bewoners op de milieustraat. De milieustraat in Zaandam-Zuid, de Spierling, is verouderd en aan vervanging toe. Een concept nieuwe stijl Grondstoffencentrum, al dan niet ter vervanging van de verouderde milieustraat de Spierling, wordt momenteel voorbereid waarna het project separaat ter bestuurlijke behandeling wordt voorgelegd. Uitgangspunt van het nieuwe concept Grondstoffencentrum is dat de inrichting de volgorde van de ladder van Lansink volgt, in de volgorde: producthergebruik, productontwikkeling, materiaalhergebruik, opvang overige grondstoffen. Op het Grondstoffencentrum is ruimte voor repair en kleinschalige herstelnijverheid en voor educatie.

Maatregelen ophalen ontmoedigen Om het ophalen van het grofvuil te ontmoedigen wordt voor het ophalen van grofvuil € 10,-

in rekening gebracht. Dit symbolische bedrag is bedoeld om het verschil tussen ophalen en wegbrengen te benadrukken en niet bedoeld om de kosten te dekken.

6 Aanbodafhankelijke tariefstelling na invoering nieuw inzamelsysteem

Uitzonderingen daargelaten geldt dat in huishoudens waar veel restafval wordt geproduceerd, grondstoffen niet goed worden gescheiden. Zij die relatief veel restafval produceren en daarmee minder grondstoffen aanbieden, genereren hogere kosten en minder opbrengsten. Nu nog worden de totale kosten voor het afvalbeheer gelijk verdeeld over alle huishoudens. Hiermee worden de relatief hogere kosten die een kleine groep mensen veroorzaakt mede betaald door de overige bewoners die hun grondstoffen wel goed scheiden. Tegelijkertijd kan de mogelijkheid om individueel kosten te besparen ook een prikkel geven aan bewoners om hun grondstoffen wel gescheiden aan te bieden.

Na een gewenningsperiode na het invoeren van het nieuwe inzamelsysteem, wordt door middel van monitoring geëvalueerd of de doelstellingen bereikt worden. In het geval de doelstellingen nog niet worden bereikt met het Uitvoeringsprogramma, dan kan overwogen worden om de tariefstelling, de hoogte van de Afvalstoffenheffing, aanbodafhankelijk te maken voor huishoudelijk restafval. Dit betekend dat de hoogte van de Afvalstoffenheffing wordt bepaald door de hoeveelheid restafval die de bewoner aanlevert. Hoe meer afval de bewoner scheidt, hoe lager de kosten. Het besluit om de tariefstelling aanbodafhankelijk te maken, is nu nog niet aan de orde. Bewoners worden eerst in de gelegenheid gesteld om hun afval makkelijk te scheiden. Een aparte bestuurlijke besluitvormingsprocedure binnen de gemeente zal voorafgaan aan de eventuele invoering hiervan.

Het meest gebruikelijke systeem van het aanbodafhankelijke tariefstelling is een vast tarief en een aanbodtarief, per klepopening van oac. Voorgesteld wordt om af te stemmen met buurgemeenten als Oostzaan over het mogelijk gelijktijdig en gezamenlijk invoeren van een dergelijk tariefsysteem. Dit om te voorkomen dat Zaankanters afval gaan dumpen in de buurgemeenten, zoals eerder andersom gebeurde bij de tijdelijke invoering van een dergelijk tariefsysteem in Oostzaan. Ervaring met dit financiële systeem in andere gemeenten leert dat een beperkt aantal bewoners, die niet bereid zijn hun afval te scheiden, uitkomt op een hogere kostenpost.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 24

In geval de wijzigingen in het inzamelsysteem en de communicatieacties tot onvoldoende afname van het restafval leiden, wordt overwogen om over te gaan tot het aanbodafhankelijk maken van het tarief. In dat geval wordt een projectgroep ingericht die de voorbereiding en uitvoering van de wijziging ter hand neemt. De afdeling Belastingen neemt hierbij een prominente rol in. Gegevens over aanbod van restafval moeten worden uitgewisseld tussen betrokken partijen (HVC-Zaanstad belastingen). Veel kan geleerd worden van andere gemeenten die dit systeem hanteren. Desalniettemin vergt het invoeren van een dergelijke tariefstelling een voorbereidingstijd van 1 tot 2 jaar.

7 Financiële consequenties

In de Inventarisatie Grondstoffenplan zijn de scenario’s op basis van kentallen van het aantal benodigde voorzieningen globaal doorgerekend op financiële consequenties en bijbehorende milieueffecten. Het aantal benodigde voorzieningen is in het kader van het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan nader uitgewerkt. Op basis van globale berekeningen van milieueffecten en kosten van meerdere uitwerkingsscenario’s, is het nieuwe inzamelsysteem nog verder geoptimaliseerd.

De kosten voor het verbranden van restafval stijgen autonoom, naar verwachting zijn de verbrandingskosten na het verstrijken van de looptijd van de Dienstverleningsovereenkomst met HVC ca € 10,- per ton duurder dan waarvoor Zaanstad in het huidige contract wordt aangeslagen. Met de huidige 42.000 ton te verbranden restafval komt dit al gauw neer op een extra kostenpost van ruim € 420.000,- per jaar. Daarnaast heeft het Rijk in 2015 een verbrandingsbelasting ingevoerd van € 13,- per ton. De hoogte van deze belasting is momenteel stabiel, maar onzeker is hoe zich dit zal ontwikkelen. Door minder restafval te produceren worden de totale kostenpost voor het afvalbeheer beteugeld.

Uit financiële berekeningen van HVC blijkt dat het nieuwe inzamelsysteem een financieel voordeel oplevert ten opzichte van de netto kosten van het huidige inzamelsysteem. De toenemende verbrandingskosten voor restafval op termijn kunnen naar verwachting in voldoende mate worden gecompenseerd door de afname van kosten van verbranding en de toename van opbrengsten van grondstoffen.

In het Afsprakenkader Grondstoffenplan worden definitieve financiële afspraken met HVC belegd. Met de directie van HVC is overeengekomen dat het financieel voordeel van het nieuwe inzamelsysteem ten opzichte van de huidige Dienstverleningsovereenkomst ten gunste valt aan Zaanstad. Deze afspraak is door de directie van HVC bevestigd door middel van een brief. De exacte hoogte daarvan wordt nog nader uitgewerkt , waarna definitieve financiële afspraken worden vastgelegd in het Afsprakenkader Grondstoffenplan. Het exacte financiële effect isoverigens afhankelijk van de hoeveelheden restafval en de grondstoffen die met het nieuwe inzamelsysteem door de bewoners van Zaanstad worden aangeleverd.

Kosten en batenTen behoeve van het nieuwe inzamelsysteem veranderen de kosten voor de afvalbeheertaak. Dit leidt tot de volgende kostenposten voor de beoogde wijziging van het inzamelsysteem: a. Investeringen in nieuwe voorzieningen (kapitaalslasten).b. Projectkosten van verplaatsen en ombouwen van voorzieningen (projectleiding en –

begeleiding door HVC en Zaanstad). De manuren van zowel HVC als Zaanstad, die nodig zijn voor het gehele project, vallen hieronder. Met de extra benodigde manuren voor de inzet van Zaanstad, is in de Begroting 2017-2020 rekening gehouden. Hierbij is rekening

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 25

gehouden met manuren voor de plaatsing van het nieuwe inzamelsysteem, aansturing van de communicatie en extra uren voor handhaving.

c. Verschuiving van inzamelkosten als gevolg van de wijziging van het inzamelsysteem. Een toename van minicontainers en veranderingen in aantallen verzamelcontainers voor restafval en grondstoffen zorgen voor een verandering van de inzamelroutes en een verschuiving van inzamelkosten.

d. Kosten voor communicatie.e. Beoogd wordt de kosten voor de inzet van bewonerscoaches vanuit verschillende

prestatievelden binnen de gemeente te dekken. De inzet is om ook de maatschappelijke prestatie, die met de bewonerscoaches wordt gerealiseerd, te belonen vanuit daartoe binnen de gemeente beschikbare budgetten.

BatenDe benodigde investeringen worden gedekt door:f. Een afname van de verwerkingskosten als gevolg van het minder ingezamelde restafval. Het

verbranden van restafval kost geld, hoe minder afval voor verbranding wordt aangeboden, hoe lager de kosten.

g. Een toename van de opbrengsten van de extra ingezamelde grondstoffen. Grondstoffen kunnen geldt opleveren. Hoe meer grondstoffen gescheiden worden aangeleverd, hoe hoger de opbrengsten. Tegelijkertijd wordt met een toename van de hoeveelheid grondstoffen, minder restafval geproduceerd. Dat reduceert de kostenpost dus weer.

h. Met HVC is schriftelijk vastgelegd dat de meeropbrengsten van scheiding van het restafval van de flatbewoners middels mechanische verwerking ten opzichte van bronscheiding van het restafval van flatbewoners, ten gunste valt van Zaanstad.

8 Organisatie

Het uitvoeren van het Grondstoffenplan vergt capaciteit van zowel Zaanstad als HVC en een duidelijke projectorganisatie bestaande uit een stuurgroep, managementteam en een werkgroep voorzieningen en communicatie. Hiervoor wordt aangesloten bij reeds bestaandeorganisatiestructuren. Veel ervaring is opgedaan bij de recente omwisselen van bovengrondse door oac’s in de afgelopen periode in Zaanstad. De lessen die hierbij zijn opgedaan worden in acht genomen, zowel op het vlak van organisatie, samenwerken en techniek. Zowel HVC als Zaanstad hebben belang bij een snelle doorlooptijd van het uitvoeren van de maatregelen. Beide partijen zetten zich daartoe in.

Op te leveren productenOp basis van het Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan stellen HVC en Zaanstad een Afsprakenkader vast, met planning van maatregelen en financiële consequenties voor beide partijen. Voorafgaand aan de uitvoering van de maatregelen wordt een Uitvoeringsplan opgesteld, waarin afspraken over de aantallen wijzigingen in het inzamelsysteem, financiële verrekeningen, planning van uitvoering en dergelijke worden vastgelegd. HVC neemt het voortouw in het opstellen van dit Uitvoeringsplan. Elk half jaar worden evaluatie- en monitoringsrapportages vastgesteld, waarin de voortgang van uitvoering en de inzamelresultaten worden vastgelegd. Op basis van voortschrijdende inzichten en de monitoring- en evaluatierapportages, kunnen voorstellen worden gedaan voor afwijkingen van het uitvoeringsprogramma, onder voorwaarde dat deze voldoen aan de uitgangspunten van het inzamelsysteem zoals vastgesteld door de raad en passen binnen de financiële randvoorwaarden.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 26

Projectorganisatie Zaanstad en HVC richten een projectorganisatie in voor de uitvoering van de maatregelen, de monitoring van gemaakte afspraken rondom aantallen inzamelvoorzieningen, planning van uitvoering, financiën en inzamelgegevens. De projectorganisatie bestaat in ieder geval uit onderstaande gremia:

Stuurgroep / bestuurlijk overleg Zaanstad – HVC De stuurgroep bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Grondstoffenplan en stelt de uitvoering bij als daar aanleiding voor is. De stuurgroep komt minimaal eenmaal per jaar bij elkaar en vaker als daartoe aanleiding is. De wethouder en directeur HVC nemen zitting in de stuurgroep. Bij de stuurgroep sluit het managementteam aan.

ManagementteamHet managementteam stemt in met agendastukken voor de stuurgroep. In het geval er geen draagvlak is voor te nemen beslissingen, escaleert het managementteam besluitvorming naar de stuurgroep. Zij stuurt daarbij op kwaliteit en planning op basis van het Afsprakenkader. Het managementteam neemt beslissingen over voortgang van de uitvoering. Het managementteam behandelt het uitvoerend plan van aanpak, de rapportages over monitoring en evaluatie envoorstellen voor bijstelling. Het managementteam komt eens per kwartaal samen. Het managementteam wordt bemand door de verantwoordelijk netwerker van de afdeling Netwerken en Markten van Zaanstad en de manager Ontwikkeling & Advies van HVC, aangevuld met de vakspecialist afval van Zaanstad en de gemeenteadviseur HVC.

Werkgroep voorzieningen / projectleiders uitvoering:Beide partijen stellen een uitvoerend projectleider aan die samen de werkgroep voorzieningen vormen. De projectleider HVC start in samenspraak met de projectleider Zaanstad met opstellenvan het Uitvoeringsplan, waarin de volgorde van plaatsing per deelgebied en planning van uit te voeren werkzaamheden worden uitgewerkt. Onderdeel van dit projectplan zijn ook de communicatiewerkzaamheden die gekoppeld zijn aan de wijziging van het inzamelsysteem.Daarvoor betrekken de projectleiders de verantwoordelijke medewerkers van de afdeling communicatie van beide organisaties. Na vaststelling van het Uitvoeringsplan door het managementteam en de stuurgroep volgt de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor projectleiders van beide organisaties verantwoordelijk zijn.

De werkgroep signaleert en rapporteert bevindingen van de uitvoering van de maatregelen en draagt informatie aan voor voortgangsrapportages inzake de planning van de uitvoering van maatregelen, de financiële consequenties en de monitoring van inzamelgegevens van grondstoffen en restafval ten behoeve van afstemming in het managementteam. In de uitvoering van de werkzaamheden is de rolverdeling als volgt:

Rol HVC: neemt het voortouw in het opstellen van het Uitvoeringsplan en betrekt Zaanstad hierbij. HVC levert de planning van de plaatsingen van de nieuwe voorzieningen en voert de plaatsing van de nieuwe voorzieningen uit, waarvoor zij alle voorbereidingen treffen en met Zaanstad afstemmen over de definitieve locaties van verzamelcontainers en aanbiedplaatsen voor minicontainers. HVC participeert in de voorbereiding en uitvoering van de informatieavonden, in de communicatie over de uitvoering van maatregelen en het verstrekken van benodigde passen voor verzamelcontainers. HVC faciliteert de bewonerscoaches met flyers en overige relevante communicatiemiddelen.

Rol Zaanstad: stelt locaties voor nieuwe voorzieningen voor aan HVC, betrekt hierbij de betrokken afdelingen binnen de gemeente en stemt met HVC af over de definitieve locatie, waarna Zaanstad een technische tekening van de locatie uitwerkt en Zaanstad houdt

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 27

toezicht op oplevering van de containerlocaties. Zaanstad is verantwoordelijk voor het doorlopen van formele procedures en Zaanstad organiseert in samenwerking met HVC en bewonerscoaches informatieavonden, waarin oa de voorgestelde locaties voor de nieuwe voorzieningen worden voorgelegd aan de bewoners. Zaanstad zet de opdracht om bewonerscoaches te selecteren, op te leiden en te begeleiden uit.

ProgrammamanagerMogelijk stellen partijen een programmamanager aan die de rol heeft van secretaris van de stuurgroep en het managementteam en voorzitter is van projectteam. De programmamanager bewaakt afspraken en uitgangspunten, signaleert en escaleert indien de uitvoering niet verloopt conform gemaakte afspraken en stelt wijzigingen voor samen met de uitvoerende projectleiders. Naast de uitvoering van de wijziging van de inzamelvoorzieningen, stuurt de programmamanager op de gemaakte afspraken inzake de maatregelen op het gebied van inzameling grofvuil.

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan Zaanstad Pagina 28

Bijlage 1 transitie inzamelsysteem

aantal woningen 65.778

laagbouwwoningen 39.407

hoogbouwwoningen 20.543

Saendelft 4.964

Willis 864

inzamelmiddel nu toekomst wijziging toelichting

Mini (26 inzamelrondes pj)41.377

(39.457 wha)2.959

38.418

(36.498 wha)NB: verschil in aantal wha en middelen

Rest OGC 693 771 78

Rest cocon 97 54 4343 verwijderen, 13 kunnen niet verwijderd en 41 in

Willis blijven gahandhaafd

Rolcontainers (inpandig) 228 228 0 Geen wijzigingen ihkv grondstoffenplan

Plastic+

Mini (13 inzamelrondes pj) 0 41.632 41.632 wha dat mini rest heeft+ Saendelft + Willis

OC 59 59 0

BC 36 36 0

Oud papier&karton

Mini (13 inzamelrondes pj) 25.000 32.000 7.000

OPK OC 138 178 40huidig: 60 bij hoogbouw, overige verplaatsen naar

hoogbouw en 40 rest uit Seandelft ombouwen

OPK BC 6 0 -6

OPK met verenigingenca 65

verenigingen

ca 5

verenigingen-59 Legaliseren & reguleren: reductie naar 5

GFT

Mini (32 inzamelrondes pj) 39.457 43.825 4.368 Toename vooral door Saendelft

GFT cocon 0 0 0 variant 150 cocons bij hoogbouw

Restafval

BC en OC verplaatsen naar hoogbouw

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenplan, wijziging inzamelsysteem