THESIS Service Flats

123
Voorwoord Toen vanuit serviceflats “Ten Olme” de vraag kwam om een tevredenheidsonderzoek te voeren in het kader van mijn eindwerk, heb ik niet getwijfeld. Ik ben namelijk geboeid door oudere mensen en hun leefwereld. Het leek me dan ook de perfecte kans om die verder te doorgronden. De inspiratie voor dit eindwerk komt van Bonmama, mijn grootmoeder, die vorig jaar overleden is. Door haar is mijn interesse in de leefwereld en de specifieke problemen waar ouderen mee te kampen hebben gegroeid. Door de weg die zij tijdens haar laatste levensjaren heeft doorwandeld is bij mij het besef gegroeid van het belang dat mensen zich goed voelen in hun woon- en leefsituatie. Ik heb in dit eindwerk heel veel energie gestopt, energie die ik op dat ogenblik dan niet aan andere dingen kon besteden. Daarom zijn er ook een aantal mensen die ik wil bedanken. In de eerste plaats, Thierry, mijn echtgenoot, hij heeft mij immers in deze zware periode gesteund. Niet enkel tijdens het maken van dit eindwerk, maar ook tijdens de drie jaar dat mijn studies geduurd hebben. Verder sta ik er op mijn ouders en schoonouders te bedanken. Ook zij waren er altijd om mij te steunen, en ook waren zij altijd bereid om op moeilijke momenten voor mijn kindjes te zorgen. Verder wil ik hier ook heel speciaal Emile en Guillaume vermelden, mijn zoontjes, die er altijd waren om mij te troosten in moeilijke momenten. Voor hen was dit ook een heel moeilijke periode, omdat ze vaak van Oma naar Mamy moesten. Ik heb ook heel veel te danken aan Nancy Toye, dagelijks verantwoordelijke in “Ten Olme”, aan Bart Denys, coördinator van de kortrijkse dienstencentra, en mevrouw Heidelinde Buyse, mijn interne eindwerk coördinator, die me bijstonden met raad en daad.

Transcript of THESIS Service Flats

Page 1: THESIS Service Flats

Voorwoord

Toen vanuit serviceflats “Ten Olme” de vraag kwam om een

tevredenheidsonderzoek te voeren in het kader van mijn eindwerk, heb ik

niet getwijfeld. Ik ben namelijk geboeid door oudere mensen en hun

leefwereld. Het leek me dan ook de perfecte kans om die verder te

doorgronden.

De inspiratie voor dit eindwerk komt van Bonmama, mijn grootmoeder, die

vorig jaar overleden is. Door haar is mijn interesse in de leefwereld en de

specifieke problemen waar ouderen mee te kampen hebben gegroeid.

Door de weg die zij tijdens haar laatste levensjaren heeft doorwandeld is bij

mij het besef gegroeid van het belang dat mensen zich goed voelen in hun

woon- en leefsituatie.

Ik heb in dit eindwerk heel veel energie gestopt, energie die ik op dat

ogenblik dan niet aan andere dingen kon besteden. Daarom zijn er ook een

aantal mensen die ik wil bedanken. In de eerste plaats, Thierry, mijn

echtgenoot, hij heeft mij immers in deze zware periode gesteund. Niet

enkel tijdens het maken van dit eindwerk, maar ook tijdens de drie jaar dat

mijn studies geduurd hebben. Verder sta ik er op mijn ouders en

schoonouders te bedanken. Ook zij waren er altijd om mij te steunen, en

ook waren zij altijd bereid om op moeilijke momenten voor mijn kindjes te

zorgen. Verder wil ik hier ook heel speciaal Emile en Guillaume vermelden,

mijn zoontjes, die er altijd waren om mij te troosten in moeilijke momenten.

Voor hen was dit ook een heel moeilijke periode, omdat ze vaak van Oma

naar Mamy moesten.

Ik heb ook heel veel te danken aan Nancy Toye, dagelijks

verantwoordelijke in “Ten Olme”, aan Bart Denys, coördinator van de

kortrijkse dienstencentra, en mevrouw Heidelinde Buyse, mijn interne

eindwerk coördinator, die me bijstonden met raad en daad.

Page 2: THESIS Service Flats

2

Probleemstelling

Door de vergrijzing van onze bevolking is er een voortdurende evolutie in

het woonlandschap voor ouderen. De behoeften van de bejaarden zijn erg

uiteenlopend. Sommigen hebben nood aan (heel) veel zorg, terwijl andere

bejaarden die nood veel minder hebben. Er zijn dan ook verschillende

woonmogelijkheden, zoals RVT’s, rusthuizen, kangoeroewonen,

bejaardenwoningen, zelfstandig thuis blijven wonen, al dan niet met

professionele of andere zorg… In dat gamma vinden wij ook de serviceflats

terug.

In het kader van mijn eindwerk, in het derde jaar bachelor verpleegkunde

afstudeerrichting Sociale verpleegkunde, zou ik mij willen toeleggen op de

serviceflat, en hun bewoners. Voornamelijk de geboden dienstverlening, en

de mening van de bewoners daaromtrent boeien mij.

Op vraag van de dagelijks verantwoordelijke van Serviceflats “Ten Olme”,

die tevens de taak van sociaal verpleegkundige in het aanpalende

dienstencentrum “De Zonnewijzer” op zich neemt, wil ik gaan peilen naar

de huidige dienstverlening en naar de behoeften van de

serviceflatbewoners. Tevens wil ik nagaan of de bewoners nog vragen

hebben, of er volgens hen hiaten zijn in de zorg of dienstverlening.

Ik ben er van overtuigd dat je ook in de opdrachten van een sociaal

verpleegkundige en de taken die zij uitvoert in de functie van dagelijks

verantwoordelijke in een serviceflat, de twee kerntaken heel goed kan

terugvinden. Namelijk de rol van gezondheidspromotor, onder andere

tijdens de gezondheidsconsultaties die vaak worden georganiseerd in een

aanpalend dienstencentrum. Ook de rol van psychosociaal begeleider, een

voorbeeld daarvan is er voor te zorgen dat de bewoners optimaal kunnen

functioneren in de serviceflat.

Ik wil niet zoeken naar grote infrastructurele wijzigingen, maar wel naar

“kleine” zaken zoals dienstverlening en sociale activiteiten die ten dienste

staan van de bewoners. Ik hoop door dit onderzoek een antwoord te krijgen

op de vraag of de bewoners globaal tevreden zijn over “Ten Olme”, maar ik

wil vooral te weten komen of de mensen zaken zien die zouden kunnen

Page 3: THESIS Service Flats

3

veranderd worden, of die volgens hen ontbreken in de infrastructuur en

dienstverlening. Ik wil iedere bewoner de kans geven om zijn mening over

dit onderwerp te uiten en daarom zal ik dit onderzoeken door het voeren

van groepsgesprekken met de bewoners.

Dit eindwerk bestaat uit een theoretisch gedeelte, waarin wordt toegelicht

wat een serviceflat is, ook de doelgroep en taak van de dagelijks

verantwoordelijke worden onder de loep genomen. In dit deel wil ik ook het

behoefteonderzoek en het groepsgesprek bespreken.

Binnen het praktische luik van dit eindwerk wordt dan de specifieke situatie

van “Ten Olme” besproken. Ik zal in dat deel ook de voorbereiding,

uitvoering en evaluatie van de groepsgesprekken en het onderzoek

bespreken. Daarop aansluitend wil ik ook de besluiten formuleren. Het is de

bedoeling van dit eindwerk dat ik adviezen in functie van het eventueel

verbeteren van de werking en dienstverlening kan geven aan de

verantwoordelijken van “Ten Olme”.

Page 4: THESIS Service Flats

4

Inhoudsopgave

VOORWOORD..................................................................................................................................................... 1

PROBLEEMSTELLING ..................................................................................................................................... 2

INHOUDSOPGAVE............................................................................................................................................. 4

THEORIE.............................................................................................................................................................. 6 HOOFDSTUK 1...................................................................................................................................................... 7 VERGRIJZING EN ONTGROENING VAN DE BEVOLKING .......................................................................................... 7

1.1 Inleiding .............................................................................................................................................. 7 1.2 Vergrijzing, ......................................................................................................................................... 7 1.3 Ontgroening ........................................................................................................................................ 8 1.4 Gevolgen van de vergrijzing voor de bevolking, ................................................................................. 8 1.5 Besluit................................................................................................................................................ 11

HOOFDSTUK 2.................................................................................................................................................... 12 SPECIFIEKE WOONVORMEN VOOR OUDEREN ...................................................................................................... 12

2.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 12 2.2. Rusthuis en RVT ................................................................................................................................ 12 2.3. Centra voor kortverblijf .................................................................................................................... 13 2.4. Aanleunwoningen.............................................................................................................................. 13 2.5. Geriatrische dienst van een ziekenhuis ............................................................................................. 13 2.6. Kangoeroewoning ............................................................................................................................. 14 2.7. Duplexwonen..................................................................................................................................... 14 2.8. Levenslang wonen ............................................................................................................................. 14 2.9. Besluit................................................................................................................................................ 15

HOOFDSTUK 3.................................................................................................................................................... 16 SERVICEFLATS ................................................................................................................................................... 16

3.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 16 3.2. Begripomschrijving ........................................................................................................................... 16 3.3. Belangrijke aspecten met betrekking tot serviceflats ........................................................................ 17 3.4. Samenwerkingsverbanden................................................................................................................. 24 3.5. Bouw en beheer van de serviceflat .................................................................................................... 26 3.6. Besluit................................................................................................................................................ 27

HOOFDSTUK 4.................................................................................................................................................... 28 DE SERVICEFLATBEWONER ................................................................................................................................ 28

4.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 28 4.2 Tot welke doelgroep richten de serviceflats zich............................................................................... 28 4.3 Reden van verhuis ............................................................................................................................. 29 4.4 Waarom een serviceflat ..................................................................................................................... 30 4.5 Besluit................................................................................................................................................ 31

HOOFDSTUK 5.................................................................................................................................................... 32 WOONTEVREDENHEID ....................................................................................................................................... 32

5.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 32 5.2. Wat maakt een thuis .......................................................................................................................... 32 5.3. Wat is tevredenheid ........................................................................................................................... 35 5.4 Hoe kan men tevredenheid gaan onderzoeken .................................................................................. 35 5.5 Knelpunten in het woontevredenheidsonderzoek .............................................................................. 36 5.6 Besluit................................................................................................................................................ 36

HOOFDSTUK 6.................................................................................................................................................... 37 GROEPSGESPREKKEN ......................................................................................................................................... 37

6.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 37 6.2. Het Groepsgesprek,........................................................................................................................... 37 6.3. Groepsgesprekken voor ouderen....................................................................................................... 46 6.4. Besluit................................................................................................................................................ 49

PRAKTIJK.......................................................................................................................................................... 50

Page 5: THESIS Service Flats

5

HOOFDSTUK 7.................................................................................................................................................... 51 SERVICEFLATS TEN OLME ................................................................................................................................. 51

7.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 51 7.2 Voorstelling ....................................................................................................................................... 51 7.3 Opnamevoorwaarden ........................................................................................................................ 52 7.4 De bewonersraad .............................................................................................................................. 53 7.5 Plaats van de instelling binnen het OCMW en Organogram............................................................ 53 7.6 Taak van de dagelijks verantwoordelijke .......................................................................................... 54 7.7 Besluit................................................................................................................................................ 58

HOOFDSTUK 8.................................................................................................................................................... 59 ONDERZOEKSOPZET ........................................................................................................................................... 59

8.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 59 8.2. Type onderzoek.................................................................................................................................. 59 8.2. Grondvorm ........................................................................................................................................ 60 8.3. Het onderzoeksontwerp ..................................................................................................................... 60 8.4. Besluit................................................................................................................................................ 63

HOOFDSTUK 9.................................................................................................................................................... 64 VOORBEREIDING VAN DE GROEPSGESPREKKEN ................................................................................................. 64

9.1. Inleiding ............................................................................................................................................ 64 9.2. Welke onderwerpen moeten aan bod komen ..................................................................................... 64 9.3. Introductie van het onderzoek ........................................................................................................... 64 9.4. Voorbereiding van de gesprekken ..................................................................................................... 65 9.6. Besluit................................................................................................................................................ 73

HOOFDSTUK 10.................................................................................................................................................. 74 UITVOERING VAN DE GESPREKKEN EN VERSLAGGEVING.................................................................................... 74

10.1. Inleiding ........................................................................................................................................ 74 10.2. Opkomst ........................................................................................................................................ 74 10.3. Verloop van de gesprekken............................................................................................................ 74 10.4. Verslagen ............................................................................................................................................. 78 10.5. Besluit............................................................................................................................................ 78

HOOFDSTUK 11.................................................................................................................................................. 79 ANALYSE DOOR EEN ALGEMEEN VERSLAG......................................................................................................... 79

11.1. Inleiding ........................................................................................................................................ 79 11.2. Analyse met behulp van een stappenplan...................................................................................... 79 11.3. Analyse van de groepsgesprekken................................................................................................. 80 11.4 Besluit................................................................................................................................................ 87

HOOFDSTUK 12.................................................................................................................................................. 88 CONCLUSIES EN VOORSTELLEN.......................................................................................................................... 88

12.1. Inleiding ........................................................................................................................................ 88 12.2. Conclusies ..................................................................................................................................... 88 12.3 Besluit................................................................................................................................................ 96

HOOFDSTUK 13.................................................................................................................................................. 97 VERDER VERLOOP.............................................................................................................................................. 97

13.2. Overleg.......................................................................................................................................... 97 13.3. Onderwerpen die aan bod komen tijdens de bewonersraad.......................................................... 97 13.4. Andere maatregelen ...................................................................................................................... 99 13.5. Besluit............................................................................................................................................ 99

BESLUIT ........................................................................................................................................................... 101

LITERATUURLIJST....................................................................................................................................... 102

BIJLAGEN ........................................................................................................................................................ 106

Page 6: THESIS Service Flats

6

THEORIE

Page 7: THESIS Service Flats

7

Hoofdstuk 1

Vergrijzing en ontgroening van de bevolking

1.1. Inleiding

Vergrijzing en ontgroening zijn termen die voor de meesten niet onbekend

klinken. Beide termen komen in de media regelmatig aan bod, maar wat

betekenen ze nu precies? Ook kun je je afvragen wat de gevolgen van

deze fenomenen zijn voor onze maatschappij. In dit hoofdstuk wil ik een

beknopt antwoord geven op deze vragen. Ik vind het belangrijk om deze

thema’s aan te halen in het kader van dit eindwerk omdat deze

maatschappelijke fenomenen een belangrijke invloed hebben op het wonen

van ouderen.

1.2. Vergrijzing1,2

Wanneer we de demografische gegevens voor België bekijken, zien we dat

er een daling van het sterftecijfer te constateren is. Concreet betekent dat,

dat mensen op latere leeftijd sterven, en er dus een grotere groep

zestigplussers is, dan vroeger het geval was.

De levensverwachting van de bewoners in ons land blijft stijgen, zowel voor

mannen als voor vrouwen. Het is echter wel zo dat de levensverwachting

voor vrouwen nog altijd hoger is dan die voor mannen. Hoewel de mannen

stilaan de vrouwen aan het inhalen zijn.

We merken niet enkel een stijging in het bejaardencijfer, maar er zijn ook

meer hoogbejaarden, dus mensen van vijfentachtig en ouder.

De reden van de vergrijzing kunnen we terugvinden in de verbeterde

hygiënische omstandigheden waarin we leven en in de medische

vooruitgang.

1 PLATFORM WONEN VAN OUDEREN, Handboek Wonen Voor Ouderen, Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, 2001, 379 blz. 2 J. CALLENS, Vaardigheidstraining geriatrie en thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004, 80 blz.

Page 8: THESIS Service Flats

8

1.3. Ontgroening

Door het dalende geboortecijfer doet zich een nieuw fenomeen voor,

namelijk de ontgroening. Dat betekent dat er minder jonge mensen zijn, en

dat er nu sprake is van een omgekeerde bevolkingspiramide. Meer

ouderen dan jongere mensen. Dat heeft tot gevolg dat de actieve bevolking

daalt.

1.4. Gevolgen van de vergrijzing voor de bevolking3,

Doordat er meer oudere mensen zijn in onze maatschappij, wordt ook hun

aanwezigheid sterker ervaren. Het is geen bevolkingsgroep waar je nog

overheen kunt kijken. Deze situatie beïnvloedt onder andere ook ons

sociaal zekerheidsstelsel. Door de ontgroening en de vergrijzing van onze

3 V. DEKOCKER, Relatie en seksualiteitsbeleving. Niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2002

Page 9: THESIS Service Flats

9

bevolking zullen er minder mensen moeten werken voor het pensioen van

velen.

Ook is er een merkbaar verschil in de generatiestructuur. Het aantal nog in

leven zijnde generaties binnen een familie neemt toe. Vier generaties is

niet uitzonderlijk meer. Ook neemt de omvang van die generaties af, door

de daling van het geboortecijfer.

Door een samenspel van verschillende demografische veranderingen die

worden vastgesteld in onze samenleving, zoals de hogere leeftijd waarop

mensen sterven, het dalende geboortecijfer… schuiven de verschillende

stadia in de gezinscyclus op.

1.4.1. Familiale veranderingen

Een belangrijke verandering is de fase waarin de kinderen het huis verlaten

en de partners opnieuw aan elkaar moeten wennen. Men spreekt over de

fase van het lege nest. De partners moeten hun leven opnieuw op elkaar

afstemmen. Voor sommigen verloopt deze overgang zonder moeilijkheden.

Anderen ervaren dat als zeer problematisch. Een andere verandering is dat

de (over)grootouderfase toeneemt in duur en frequentie. Vele mensen

worden grootouder op actieve leeftijd, en worden, doordat de

levensverwachting hoger is, ook vaker overgrootouder. Waar dit enkele

decennia geleden een eerder uitzonderlijk gegeven was, komt het in deze

tijd steeds vaker voor. We constateren ook het fenomeen van de ‘sandwich’

oma4 of opa. Dit betekent dat iemand op actieve leeftijd geconfronteerd

wordt met de zorg voor een hoogbejaarde, minder mobiele vader of

moeder en tezelfdertijd ook de zorg voor zijn/haar kleinkinderen op zich

neemt. Het grote gevaar dat hier in schuilt is dat deze persoon helemaal

geen tijd meer heeft voor zichzelf.

1.4.2. Vierde leeftijd

Er is ook een groei van het aantal mensen die de vierde leeftijd bereiken,

de hoogbejaarden. Men spreekt ook van de vergrijzing binnen de

vergrijzing, of dubbele vergrijzing. Er wordt verwacht dat het aantal

4 T. COUCKE, Verpleegkundige interventies, geriatrie. Niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Page 10: THESIS Service Flats

10

vijfentachtig plussers ook in de toekomst nog sterk zal toenemen. Uiteraard

zal dat grote gevolgen hebben voor de hulp en dienstverlening. De

invaliditeit en de afhankelijkheid van anderen zullen tenslotte sterk

toenemen met de leeftijd.

1.4.3. Protestgeneratie

Er wordt verwacht dat tegen tweeduizend en tien een nieuwe generatie

ouderen op de voorgrond zal treden, die door Beckers5 (1989) de

protestgeneratie wordt genoemd. Deze generatie zou men kunnen

herkennen door een grote politieke interesse, een activistische opstelling,

een antiautoritaire houding en protest tegen de bestaande structuren. Het

is een zelfstandige, mondige generatie met een groot zelfbewustzijn.

Deze generatie is de generatie van na de tweede wereldoorlog, die dus

weet hoe het is om in economische welstand te leven, en de so(m)berheid

van de oorlog niet heeft gekend. Dit heeft implicaties voor de zorg. De

huidige generatie ouderen stelt zich meestal nog tevreden met een

eenvoudige maaltijd, sobere huisvesting. Het zal als zorgverlener van groot

belang zijn om rekening te houden met de waarden van deze nieuwe

generatie, om toch een kwaliteitsvolle zorg te kunnen blijven verlenen, door

een aangepaste zorg te verlenen, rekening houdende met deze nieuwe

behoeften.

Tijdens stages op verschillende afdelingen in de voorgaande jaren van mijn

studie heb ik gemerkt dat het effectief zo is. Mensen die nu ongeveer zestig

jaar zijn stellen veel hogere eisen aan de zorg, en zullen ook minder snel

tevreden zijn met bepaalde zaken. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de

maaltijden.

1.4.4. Echtscheidingen

Een laatste tendens die ik hier wil aanhalen is het stijgende aantal

echtscheidingen. Door de vele echtscheidingen in de huidige actieve

generatie, zal er in de toekomst ook een groter aantal alleenstaande

bejaarden zijn.

5 VANDEN BOER, L. Over wonen-met-zorg van ouderen. Brussel, Centrum voor bevolkings- en gezinsstudie, 1999

Page 11: THESIS Service Flats

11

Nu kunnen we, naast de weduwen en ongehuwden, een ander type

alleenstaanden onderscheiden. Dat zijn vaak mensen die het contact met

hun kinderen hebben verloren en daardoor ook minder beroep kunnen

doen op een mantelzorger, want ook de partner is er niet meer om voor

hen te zorgen. Dit kan enigszins gerelativeerd worden door het ontstaan

van nieuw samengestelde gezinnen, waarin de partners dan weer als

mantelzorger kunnen optreden.

1.5. Besluit

Na het doornemen van dit hoofdstuk is duidelijk dat er een tendens is naar

het verouderen van de bevolking. De overheid zal dus ook de nodige

maatregelen moeten treffen om op deze tendens te kunnen inspelen. Er

moet daarbij niet enkel rekening gehouden worden met de stijgende

leeftijd, en dus meer vijfentachtig plussers, maar ook met de verminderde

hulpverlening door familieleden.

Door de veroudering, of vergrijzing van onze bevolking, is er een grote

demografische verandering tot stand gekomen. Deze zal zich ook in de

komende jaren blijven manifesteren. Dit heeft als gevolg dat er ook in de

woon- en zorgvoorzieningen voor onze ouderen wijzigingen zijn tot stand

gekomen, die sinds de jaren negentig in volle expansie zijn. In het volgende

hoofdstuk wil ik dan ook een aantal van die woonvormen bespreken.

Page 12: THESIS Service Flats

12

Hoofdstuk 2

Specifieke woonvormen voor ouderen

2.1. Inleiding

Ouderen kunnen er uiteraard voor kiezen om in de eigen woning te blijven,

wanneer hun toestand dat toelaat. Daarnaast kunnen ze inwonen bij hun

kinderen. Bij het kiezen van een nieuwe woonvorm is het belangrijk dat

bejaarden een goed geïnformeerde keuze kunnen maken. Daarom wil ik in

dit hoofdstuk een aantal andere woonvormen aanhalen die een alternatief

kunnen zijn voor de senior.

Over serviceflats zal ik het in dit hoofdstuk niet hebben, die komen

uitgebreid aan bod verder in het eindwerk. In dit hoofdstuk wil ik het vooral

hebben over de andere keuzemogelijkheden, die aan bejaarden kunnen

worden aangeboden wanneer zij niet meer in hun huisje willen of kunnen

blijven.

2.2. Rusthuis en RVT6

Deze meest bekende woonvorm voor ouderen voorziet niet enkel in een

woonplaats, maar ook alle nodige lichamelijke en huishoudelijke zorg en

hulp is er voorzien.

In 1987 voerde Minister van sociale zaken Dehaene een reconversie door

binnen de acute ziekenhuissector. Daardoor kwamen middelen vrij, die

gebruik moesten worden om het aanbod aan opvangmogelijkheden voor

ouderen te gaan uitbreiden. Zo werden de diensten geriatrie binnen het

ziekenhuis opgericht, en werden ook RVT’s (rust- en verzorgingstehuizen)

opgericht binnen de residentiele ouderenzorg. Deze RVT’s zijn er speciaal

voor langdurig zorgbehoevende personen. Deze mensen moeten dus een

langdurige aandoening hebben waardoor ze voortdurend hulp nodig

hebben bij hun ADL (activiteiten dagelijks leven) activiteiten.

6 J. CALLENS. VPK Interventies in de thuiszorg, niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004, 121 blz

Page 13: THESIS Service Flats

13

2.3. Centra voor kortverblijf7

Centra voor kortverblijf bieden een oplossing wanneer de mantelzorger de

zorg voor de bejaarde even niet meer aankan. Het is wel zo dat men

slechts beperkt beroep kan doen op deze dienst, namelijk een maximum

van drie maand per jaar.

2.4. Aanleunwoningen8

Bij een bestaand rusthuis of rusthuis en RVT worden woningen

aangebouwd. Daar kunnen bejaarden zelfstandig wonen, terwijl ze, indien

het nodig wordt geacht, toch een beroep doen op de diensten, geboden

door de aanleunende instelling. Essentieel is wel dat de bejaarde nog

voldoende zelfredzaam is om zich te kunnen behelpen in een zelfstandige

woning. De bejaarde staat via een soort intercom in verbinding met het

rusthuis. Uiteraard draagt dit bij tot een gevoel van veiligheid voor de

bewoner.

2.5. Geriatrische dienst van een ziekenhuis

Zoals in het voorgaande stukje reeds vermeld werden de geriatrische

diensten binnen een ziekenhuis opgericht in de jaren tachtig, onder impuls

van minister Dehaene. Op deze diensten worden geriatrische patiënten

behandeld. Vaak heerst het misverstand dat elke bejaarde een geriatrische

patiënt is. Deze stelling klopt echter niet. De patiënten moeten aan een

aantal voorwaarden9 voordien. Onder andere multipathologie,

multifarmacie, multikwetsbaarheid…

Op een geriatrische dienst vormen artsen (geriaters) en verpleegkundigen

een multidisciplinair team met een kinesist, een ergotherapeut… Er wordt

dus via een multidisciplinaire aanpak gezocht naar het behouden van de

zelfredzaamheid die de patiënt nog heeft. Het multidisciplinaire team zal via

zijn aanpak en overleg streven naar een integrale benadering van de

bejaarde.

7 Vrij naar: LEMIEGRE K., Mondelinge mededeling, via les, dd. 21 oktober 2004 8 Vrij naar SOENENS M., Mondelinge mededeling, via consultatie, dd. 23 november 2004 9 T. COUCKE. VPK Interventies in de geriatie, niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Page 14: THESIS Service Flats

14

Het is uiteraard wel belangrijk om hierbij te vermelden dat de dienst

geriatrie er uitsluitend is voor zieke bejaarden. Vaak kunnen ouderen na

hun verblijf op een geriatrische afdeling niet meer terug naar de eigen

woning en wordt in overleg met de bejaarde patiënt zelf, de familie en de

sociale dienst van het ziekenhuis naar een andere woonvorm gezocht voor

de bejaarde. Het spreekt voor zich dat de bejaarde het daar heel moeilijk

mee kan hebben. Het is dan ook heel belangrijk om al vanaf de opname

aan ontslagvoorbereiding10 te gaan doen.

2.6. Kangoeroewoning11

Een woning wordt op de benedenverdieping bewoond door een bejaarde,

terwijl op de bovenverdieping een jong gezin zijn intrek heeft genomen.

Terwijl de bewoners op elkaar kunnen rekenen in geval van nood, houden

ze toch hun zelfstandigheid. Dat geldt zowel voor de bejaarde bewoner als

voor het jonge gezin.

2.7. Duplexwonen12

Vergelijkbaar met het kangoeroewonen is het duplex wonen, ook wel

bekend als co-housing. Het gaat hier in feite om een soort “studio” die

ingebouwd wordt in een woonhuis. De oudere krijgt ook hier de kans om

volledig zelfstandig te blijven wonen.

2.8. Levenslang wonen13

Dit is een vorm van bouwen waarbij men reeds als jong persoon rekening

houdt met het ouder worden. Het gaat er om dat men de woning aan elke

fase van het leven kan aanpassen. Zo wordt er gewerkt met verschuifbare

muren en wordt een badkamer op de benedenverdieping voorzien.

Levenslang wonen kan ook worden aangepast wanneer de bewoners met

een handicap worden geconfronteerd.

10 J. CALLENS, Vaardigheidstraining geriatrie en thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004. 11 J. CALLENS, Vaardigheidstraining geriatrie en thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004. 12 GEMEENTEBELEID Bouwen en verkavelen, (6/02/2005) (http://www.zulte.be/Infoblad)

Page 15: THESIS Service Flats

15

2.9. Besluit

Uiteraard is deze opsomming helemaal niet exhaustief. Het is vooral

belangrijk dat we uit dit hoofdstuk onthouden dat er inspanningen worden

geleverd om verschillende woonvormen te creëren. De ouderen zullen ook

in de toekomst nog meer keuzes kunnen maken. We mogen daarbij echter

de financiële kant van de zaak niet vergeten.

Het is uiteraard ook van het grootste belang dat ouderen tevreden zijn met

de woonvorm die zij hebben gekozen. Ik wil hierbij ook vermelden dat de

dienst geriatrie uiteraard geen woonvorm is, maar het is wel zo dat voor

vele ouderen een opname in een geriatrische afdeling van een ziekenhuis

een tussenstap kan zijn naar een andere woonvorm. Sommigen kunnen de

overstap naar huis niet meer maken, en moeten dan, gesteund door de

sociaal verpleegkundige en hun omgeving, kiezen voor een andere

woonvorm.

In het volgende hoofdstuk wil ik het nu specifiek over een bepaalde

woonvorm hebben, met name de serviceflat.

13 GEMEENTEBELEID Bouwen en verkavelen, (6/02/2005) (http://www.zulte.be/Infoblad)

Page 16: THESIS Service Flats

16

Hoofdstuk 3

Serviceflats

3.1. Inleiding

Voor de meeste ouderen is het een ideale situatie om zolang mogelijk in

hun eigen huisje te blijven wonen. Wanneer dat om bepaalde redenen niet

meer haalbaar is moet er gezocht worden, in overleg met de oudere, naar

alternatieven. Daarbij moet, in de mate van het mogelijke, rekening worden

gehouden met de wensen en de behoeften van de oudere. Niet elke

bejaarde heeft er immers baat bij om opgenomen te worden in een

rusthuis, of in een rust- en verzorgingstehuis. Er zou, idealiter, steeds

gestreefd moeten worden naar een “maximale autonomie en een zo groot

mogelijke zelfredzaamheid14”.

In dit hoofdstuk wil ik dan ook stilstaan bij wat men van een serviceflat mag

verwachten, welke de normen zijn. Ik zal het hebben over de normering

waar serviceflats aan moeten voldoen, maar ook de rol van de dagelijks

verantwoordelijke komt in dit hoofdstuk aan bod.

3.2. Begripomschrijving15

Hoewel de naam serviceflats vele mensen bekend in de oren klinkt, zijn er

maar weinig mensen die eigenlijk weten wat het precies is. Dit heb ik

ervaren toen ik aan vrienden, kennissen en familieleden vertelde over het

onderwerp van mijn eindwerk.

Het begrip serviceflat werd voor het eerst gebruikt in 1985, door de

Vlaamse overheid. In het thuiszorgdecreet luidt de definitie als volgt: “Een

of meerdere gebouwen die, onder welke benaming dan ook, functioneel

een geheel vormen, bestaande uit individuele woongelegenheden en uit

gemeenschappelijke voorzieningen voor dienstverlening waarop zij

14 J. PACOLET. De rol van de serviceflats in de toekomst van Vlaanderen en Europa, Verslagboek van het colloquium van 28 maart 2001, Antwerpen 15J. CALLENS, Vaardigheidstraining geriatrie en thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004,

Page 17: THESIS Service Flats

17

facultatief een beroep kunnen doen”16. Deze definitie is niet enkel geldig

voor serviceflats, maar ook voor woningcomplexen met dienstverlening.

Deze definitie is uiteraard voor interpretatie vatbaar. Daarom is het ook

duidelijk dat elk individueel serviceflatcomplex er zijn eigen invulling aan

geeft. Dat is mij vooral duidelijk geworden wanneer ik in het kader van dit

eindwerk enkele sites bekeek van verschillende Vlaamse serviceflats. In

het praktijkgedeelte van dit eindwerk gaan we dieper in op de kenmerken

van “Ten Olme”.

3.3. Belangrijke aspecten met betrekking tot serviceflats

3.3.1. De zelfredzaamheid van de bewoners

Gezien het concept van de serviceflat is het belangrijk dat de bewoner over

een zekere mate van zelfredzaamheid beschikt. Want hoewel er een 24-

uur permanentie ter beschikking van de bejaarde is, staan de mensen niet

permanent onder toezicht. Wonen in een serviceflat is namelijk zelfstandig

wonen, met een zekere mate van bescherming.

Om de zelfredzaamheid van de bewoner te meten kan gebruik gemaakt

worden van de Katz-schaal, deze vindt u in bijlage. Omdat personen met

een categorie van zorgbehoevendheid B of C niet voldoende zelfredzaam

zijn, is het niet aangewezen om hen toe te laten tot een serviceflat. Behalve

wanneer zij samenwonen met een valide persoon of indien er intensieve,

frequente, continue en maximale niet-inwonende mantelzorg aanwezig is17.

De score kan worden ingevuld door de huisarts, de thuisverpleegkundige,

leden van een multidisciplinair opnameteam.

Wanneer mensen die reeds in een serviceflat verblijven niet meer

voldoende zelfredzaam zijn, moet de leiding van de serviceflat zijn

verantwoordelijkheid nemen. “Indien naar het oordeel van een geneesheer

de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner

zodanig is dat een definitieve overplaatsing naar een passende instelling is

geboden, verbindt de inrichting zich ertoe, in overleg met de bejaarde en de

16 DECREET, Houdende regeling van de erkenning en subsidiering van voorzieningen voor bejaarden, 5 maart 1985 17 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be)

Page 18: THESIS Service Flats

18

natuurlijke of rechtspersonen die voor de opneming instaan, te zorgen voor

een passend verblijf en de opzeggingstermijn zolang te verlengen”18.

3.3.2. Personeelsomkadering

De overheid streeft ernaar de zelfredzaamheid van de serviceflatbewoners

te bevorderen door geen vaste personeelsomkadering te voorzien19. Uit

een onderzoek van Lut vanden Boer20 blijkt echter dat er slechts weinig

professionelen voorstander zijn van een serviceflat waar geen vaste

personeelsomkadering aan verbonden is. Ik denk persoonlijk ook dat er

toch een minimum aan vast personeel moet verbonden worden aan de

serviceflats. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan een vaste schoonmaakploeg

(voor de gemeenschappelijke ruimten) en aan een klusjesman.

Ik denk dat de mensen meer vertrouwen zullen stellen in vast personeel

dan in een voortdurend wisselende personeelsomkadering. Het overgrote

deel van de ondervraagden in het onderzoek deelt die mening. Ik ben het

niet eens met de stelling dat er ook verplegend personeel aanwezig zou

moeten zijn, omdat de scheiding tussen rusthuis en serviceflat dan te klein

wordt.

Uiteraard moet er wel telkens een medewerker aanwezig zijn, die de

oproepen van de bewoners zowel dag en nacht kan beantwoorden.

Daarover zal ik het verder hebben in dit hoofdstuk, onder titel 3.3.5.

Het serviceflatgebouw beschikt niet over een personeelsomkadering die de

huishoudelijke taken en de hygiënische verzorging van de bewoners

overneemt of (gedeeltelijk) op zich neemt. Het is de bedoeling dat de

serviceflatbewoners voor de verzorgende tussenkomsten uitsluitend een

beroep doen op mantelzorgers en op de erkende diensten voor

gezinshulp21.

18 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverleining, 19 L. VAN DEN BOER, Over wonen-met- zorg van ouderen, CBGS, Brussel, 1999 20 L. VANDEN BOER, Onderzoek waarbij 58 personen ondervraagd zijn over hun mening van allerhande aspecten van serviceflats, de doelgroep, de financieringswijze, de voor- en nadelen… CBGS, Brussel, 1999 21 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening,

Page 19: THESIS Service Flats

19

In vele serviceflatgebouwen is er onderhoudspersoneel aanwezig dat

instaat voor het onderhoud van de gemeenschappelijke gebouwen. Ook

kunnen de bewoners vaak een beroep doen op een klusjesman.

Ik heb bij het bekijken van sites van verschillende serviceflats in

Vlaanderen gemerkt dat er wel serviceflats zijn die personeel voorzien voor

het onderhoud van de individuele gedeelten. Ik vind dit echter niet zo’n

goede zaak, omdat de mensen dan te weinig beroep doen op hun eigen

zelfredzaamheid.

3.3.2.1. Taak van de dagelijks verantwoordelijke22

Voor de sociaal verpleegkundige, werkzaam binnen een serviceflat, is vaak

de rol van dagelijks verantwoordelijke weggelegd. In de wetgeving wordt er

over de rol van de dagelijks verantwoordelijke in een serviceflatcomplex

niets teruggevonden, toch niet over de concrete invulling van de functie.

Ook over wie de rol moet invullen werd er in de wetgeving niets

opgenomen, daarom is deze job in de verschillende organisaties op een

totaal andere manier ingevuld. Wie de rol op zich neemt kan zowel een

directeur, opvoeder of sociaal verpleegkundige zijn. Deze functie wordt in

de erkenningsnormen van 1985 maar heel beperkt toegelicht. Wel staan er

een aantal op te volgen richtlijnen in:

- “De bejaarde mag in geen geval verplicht worden om het beheer van

zijn goederen of gelden aan de dagelijks verantwoordelijke over te dragen

of toe te vertrouwen. Indien dit toch is overeengekomen, dan kan dat

slechts op voorwaarde dat de overeenkomst schriftelijk is vastgelegd. Er

moet een commissie, voorgezeten door een magistraat, notaris of

bedrijfsrevisor, zijn goedkeuring geven aan de dagelijks verantwoordelijke

en ook controle uitoefenen over het beheer”.

- “De dagelijks verantwoordelijke moet voor zichzelf en voor elke

medewerker een getuigschrift van goed gedrag en zeden kunnen

voorleggen”.

22 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening,

Page 20: THESIS Service Flats

20

- “Wanneer de dagelijks verantwoordelijke veroordeeld werd voor

bepaalde misdrijven, dan kan de erkenning worden geweigerd of

ingetrokken”.

- “De dagelijks verantwoordelijke kan de bewonersraad verzoeken om

advies uit te brengen over alle aangelegenheden die de algemene werking

betreffen”.

- “De dagelijks verantwoordelijke kan uitgenodigd worden om de

vergadering van de bewonersraad bij te wonen”.

Voor een taakomschrijving van de dagelijks verantwoordelijke van

serviceflats “ten Olme” verwijs ik naar het praktijkgedeelte van dit eindwerk.

3.3.3. Dienstverlening

In het serviceflatgebouw wordt niet automatisch aan alle bewoners gezins-

en huishoudelijke zorg verstrekt. Deze dienstverlening moet echter wel in

het bereik van de bewoners worden gebracht. Zij kunnen dan, indien en

wanneer zij dat wensen een beroep doen op de beschikbare

dienstverlening. Deze dienstverlening is dus facultatief en niet verplicht.

Er zijn een aantal dienstverleningen23 die verplicht aanwezig zijn, zonder

dat de bewoners daar verplicht op moeten ingaan. Deze dienstverleningen

zijn minstens een warme maaltijd per dag, thuisverpleging, gezinshulp,

poetshulp, paramedische tussenkomsten… Deze dienstverlening moet

door de serviceflat worden geboden, uiteraard kan daarvoor beroep worden

gedaan op externe diensten. De diensten moeten dus, zoals in de vorige

paragraaf reeds vermeld, in het bereik van de bewoners moeten worden

gebracht. Het is zo dat het feit dat er met een bepaalde organisatie wordt

samengewerkt niet per definitie betekent dat de bewoner een beroep moet

doen op deze dienst. Een voorbeeld kan dat verduidelijken. Wanneer

iemand in een OCMW serviceflat woont is deze persoon niet verplicht om

poetshulp of warme maaltijden te bestellen bij het OCMW. De bewoner

mag zich ook beroep doen op diensten van een andere organisatie. De

bewoner moet zijn keuzevrijheid behouden en mag dus gerust op een

23 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening,

Page 21: THESIS Service Flats

21

andere externe dienst beroep doen. De hierboven opgesomde facultatieve

dienstverlening mag niet in de dagprijs worden inbegrepen24.

De facultatieve dienstverlening hoeft zich uiteraard niet te beperken tot wat

hierboven vermeld werd. Idealiter moet gestreefd worden naar een zo

uitgebreid mogelijke dienstverlening ter beschikking van de bewoners.

Hierbij kan worden gedacht aan kapper, voetverzorging, wasserij (of

wasautomaten), boodschappendienst, klusjesdienst (voor zover dat niet in

dagprijs is inbegrepen, zie verder in dit hoofdstuk), administratieve hulp,

vervoer…

Een aantal diensten kunnen wel geleverd worden en in de dagprijs van de

serviceflat in aanmerking worden genomen. De maximale inclusieve

diensten25 zijn; huisvesting in de serviceflat, de organisatie van het

oproepsysteem, reiniging van de buitenkant van het gebouw, onderhoud

van de gemeenschappelijke ruimten en tuin, onderhoud van de technische

installatie, kleine reparaties en klusjes in de flat, ophalen van huisvuil.

Verder kunnen ook verschillende verzekeringen inclusief zijn, ik denk hierbij

aan een familiale polis (verzekering schade aan derden) en aan een

brandverzekering (minimum huurdersaansprakelijkheid). Ook verschillende

nutsvoorzieningen zoals individueel en gemeenschappelijk waterverbruik,

verwarming, verlichting alsook de aansluiting van televisie en telefoon

kunnen in de dagprijs opgenomen zijn. Het is van het grootste belang dat in

de overeenkomst die de huurder met de instelling afsluit duidelijk genoteerd

staat welke elementen in rekening worden gebracht bij het berekenen van

de dagprijs26. Op die manier worden veel misverstanden voorkomen.

3.3.4. Aangepaste infrastructuur en accommodatie

Zowel de flat als het hele gebouw moeten aangepast zijn aan de noden

van de zelfstandig wonende oudere. Daartoe zijn een aantal minimum

normen opgesteld, zowel betreffende het serviceflatgebouw als de

individuele flats.27

24 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be) 25 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening, 26 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be) 27 J. PACOLET, De rol van serviceflats in de toekomst van Vlaanderen en Europa, Verslagboek van het colloquium van 28 maart 2001, ’t Elzenveld, Antwerpen

Page 22: THESIS Service Flats

22

De minimale voorzieningen betreffende het gebouw zijn de volgende28. Er

mogen geen dorpels aanwezig zijn, en indien deze er wel zijn, moeten ze

verholpen worden door hellende vlakken. Wanneer er meer dan een

verdieping is in het gebouw moet een lift aanwezig zijn. Ook wordt er in de

normen vermeld dat er een cafetaria, bar, animatielokaal of ontmoe-

tingsruimte aanwezig moet zijn. Deze ruimte moet een oppervlakte hebben

van minimum één vierkante meter per flat. Dat betekent dat voor een

serviceflat met twintig individuele flats de ontmoetingsruimte een minimale

oppervlakte van twintig vierkante meter moet hebben.

De minimale voorzieningen betreffende de flat worden ook bepaald29. Deze

bestaan uit een degelijk oproepsysteem die het mogelijk maakt voor elke

bewoner om op elk ogenblik vanuit zijn flat een medewerker op te roepen.

Er worden ook normen bepaald voor de keuken, die afzonderlijk moet zijn,

een keukenhoek is echter ook voldoende, die ingericht moet zijn, en een

fornuis met vier kookplaten, een dampafvoersysteem en een ijskast moet

bevatten. In de flat moet ook een afzonderlijke slaapkamer en badkamer

zijn, met een douche, geen zit- of ligbad. Bij voorkeur is er in de flat een

bergruimte voorzien. Indien dit niet het geval is, dan moet er wel een

bergruimte ter beschikking zijn in het gebouw. Uiteraard moeten voor

rolstoelgebruikers aangepaste sanitaire voorzieningen worden voorzien.

Deze normen zijn echt minimaal en volgens mij is het aangewezen om

toch, bij het optrekken van een serviceflat iets meer voorzieningen te

voorzien, die het wooncomfort en het gemak van de bewoners bevorderen.

Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan ingebouwde kasten, met ruimte voor

mantels, maar ook voor de televisie.

Ook betreffende de locatie van de serviceflat zijn een aantal normen

voorzien. Deze zijn van toepassing op gebouwen die nieuw worden

opgetrokken30,31. Oudere serviceflatgebouwen moeten proberen deze

normen te benaderen, dat is echter niet altijd mogelijk. In deze normen

worden vooral een aantal voorzieningen vermeld, die binnen loopafstand

van de serviceflat aanwezig moeten zijn. Het gaat hierbij om zaken die

28 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be) 29 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http: //www.wvc.vlaanderen.be) 30 30 J. PACOLET, De rol van serviceflats in de toekomst van Vlaanderen en Europa, Verslagboek van het colloquium van 28 maart 2001, ’t Elzenveld, Antwerpen

Page 23: THESIS Service Flats

23

mensen helpen om zelfstandig in hun dagelijkse behoeften te voorzien. De

vermelde voorzieningen zijn de volgende; een levensmiddelenwinkel, een

postkantoor of bankfiliaal, een huisarts en apotheek, een bushalte, een

café of tea-room, een telefooncel, een kapsalon of wasserij. De serviceflat

is bij voorkeur gelegen in een woonwijk, of in de buurt van een woonwijk.

Het valt mij op dat er bepaalde voorzieningen ook door de serviceflat zelf

kunnen geleverd worden.

3.3.5. Beschermd wonen

Het beschermd wonen is een van de basisvoorwaarden van een

serviceflat. Het is ook een van de hoofdredenen dat mensen kiezen voor

een serviceflat. De bewoners behouden hun autonomie, maar voelen zich

tevens een stuk veiliger omdat ze weten dat er steeds iemand binnen

bereik is in geval van nood.

Bij dag en bij nacht moet in het serviceflatgebouw zelf, of in de

onmiddellijke omgeving altijd een medewerker aanwezig zijn, die zonder

verwijl elke oproep kan beantwoorden32. Dat betekent dat de medewerker

zich binnen de vijf minuten moet begeven naar de plaats waar de oproep

vandaan komt. ’s Nachts is het voldoende dat er een oproepsysteem

bestaat waardoor de bewoner en de medewerker met elkaar kunnen

communiceren.

Dat deze permanentie op een adequate wijze moet georganiseerd zijn, is

logisch. Vooral de continuïteit speelt hierbij een rol. Daarom is het

belangrijk dat er steeds iemand aanwezig is en verantwoordelijk is voor het

oproepsysteem. Dit schept een gevoel van zekerheid, veiligheid en

vertrouwen.

Het is natuurlijk ook belangrijk dat er op een adequate manier gereageerd

wordt op de oproep. De reactie moet dus in overeenstemming zijn met het

probleem. Zo is het bijvoorbeeld nutteloos om onmiddellijk een huisarts te

roepen wanneer een bewoner gevallen is. De medewerker moet uiteraard

31 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be) 32 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening,

Page 24: THESIS Service Flats

24

wel kunnen inschatten wanneer het in zo’n geval wel nodig is om een arts

te verwittigen.

3.3.6. Persoonlijke vrijheid van de bewoner

In een serviceflat wordt gestreefd naar het bewaren van de autonomie van

de bewoners. Dit impliceert dat de persoonlijke vrijheid van de bewoners zo

weinig mogelijk wordt beperkt33.

De bejaarde moet dus zo veel mogelijk zijn eigen leven kunnen blijven

leven. Dat houdt onder andere in dat hij bezoek mag ontvangen in zijn flat,

wanneer hij dat maar wil, ook gaat hij op bezoek waar en zolang hij dat

wenst. Er zijn uiteraard nog een aantal andere vrijheden die heel belangrijk

zijn, zoals het recht op privacy, de keuzevrijheid in dienstverlening. Ook

mag de bewoner geen andere flat toewijzen dan degene die hem bij

opname werd gegeven, zonder dat hij daar de toestemming voor heeft

gegeven.

De inspraak van de bewoners is ook een niet te verwaarlozen recht.

Daarom moet in elk serviceflatcomplex een bewonersraad aanwezig zijn.

Deze moet minimaal driemaandelijks samenkomen. De raad kan adviezen

uitbrengen, op eigen initiatief op of verzoek van de dagelijks

verantwoordelijke34. Het advies betreft alle aangelegenheden die de

serviceflat betreffen. Er moet een verslag worden gemaakt, en dat verslag

moet ter beschikking worden gesteld van de bewoners. Om zo transparant

mogelijk te kunnen werken, moet er worden uitgehangen wie de leden van

de bewonersraad zijn.

3.4. Samenwerkingsverbanden

Het is aangewezen dat serviceflats samenwerken met andere

voorzieningen. De meest voor de hand liggende partners zijn rusthuizen,

RVT’s en dienstencentra. Dat zijn ook degenen waar het meest mee wordt

samengewerkt.

33 JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet, (22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be)

Page 25: THESIS Service Flats

25

3.4.1. Samenwerking met een rusthuis-RVT

Volgens het onderzoek van Vanden Boer35 wordt deze samenwerking als

positief ervaren. Volgens bepaalde professionelen die in het kader van dit

onderzoek ondervraagd werden, is het van belang dat er toch een

duidelijke scheiding wordt getrokken tussen serviceflat en rusthuis-RVT.

Het is niet de bedoeling dat de serviceflatbewoners beroep doen op de

diensten van het rusthuis voor onder andere medische en hygiënische

zorgen. Hoewel de samenwerking als positief wordt ervaren zijn er dus toch

nogal wat tegenkantingen.

Het grote voordeel van de samenwerking tussen een rusthuis en een

serviceflat is het feit dat men de noodinterventies en de nachtinterventies

vanuit het rusthuis kan organiseren36. Ook andere zaken kunnen vanuit het

rusthuis georganiseerd worden, denk hierbij maar aan het gezamenlijk

gebruik van de infrastructuur en het uitwerken van gezamenlijke

animatieprogramma’s. Er kan ook gedacht worden aan het uitwerken van

gezamenlijke dienstverlening zoals bijvoorbeeld maaltijden en vervoer.

Wanneer een samenwerkingsverband tussen een rusthuis-RVT en een

serviceflat tot stand komt, hebben degenen die dit uitwerken een grote

verantwoordelijk naar het bewaken van de eigenheid van de verschillende

bewonersgroepen. Ook moet er voor gezorgd worden dat de eigenheid van

de serviceflats steeds moet gevrijwaard worden ten opzichte van het

rusthuis.

3.4.2. Samenwerking met een dienstencentrum

Samenwerking met een dienstencentrum heeft als voordeel dat de

communicatie tussen de serviceflatbewoners en de buurtbewoners wordt

bevorderd. Een dienstencentrum is immers een ontmoetingsplaats die

tevens de nodige diensten verleent aan de buurtbewoners.

34 WEBSENIOR, Le site de reference des seniors et des maisons de repos. Internet, (23/01/2005) (http://www.websenior.be) 35 L. VANDEN BOER, Onderzoek waarbij 58 personen ondervraagd zijn over hun mening van allerhande aspecten van serviceflats, de doelgroep, de financieringswijze, de voor- en nadelen… CBGS, Brussel, 1999 36 WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen en woningcomplexen met dienstverlening,

Page 26: THESIS Service Flats

26

Een dienstencentrum heeft als centrale doelstelling het bevorderen en

bewaken van de zelfredzaamheid van de buurtbewoners. Dit doen ze door

het leveren van bepaalde diensten en door het organiseren van bepaalde

activiteiten. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de serviceflatbewoner

gestimuleerd wordt tot actief blijven.

3.5. Bouw en beheer van de serviceflat

Over wie het beheer van een serviceflat op zich neemt, staat niets vermeld

in de wet. Het is in de praktijk zo dat er serviceflats worden beheerd door

drie verschillende groepen. De openbare sector (OCMW’s), de VZW’s en

de privé-initiatiefnemers (NV’s en BVBA’s)37.

Hoewel het gaat om een verscheidenheid van initiatiefnemers, is de

centrale doelstelling veelal ongeveer gelijklopend. Deze is het creëren van

een aangepaste woongelegenheid voor ouderen. De onderliggende

doelstellingen en de doelgroepen die men tracht te bereiken kunnen vaak

wel uiteenlopen. Men kan stellen dat prive -initiatiefnemers vaak zoeken

naar een minder mobiele, kapitaalkrachtigere doelgroep38. Verenigingen

die een winstbejag nastreven zien hun initiatief vaak als een gelijkwaardige

vervanger voor een rusthuis. Zij bereiken dus een doelpubliek met een

lagere zelfredzaamheid dan andere initiatieven.

Om als serviceflat in aanmerking te komen voor een subsidiering, moet het

gaan om een organisatie van een OCMW of van een VZW. Initiatieven

uitgaande van prive -instellingen die winstbejag tot doelstelling hebben,

kunnen dus niet in aanmerking komen voor een subsidie. Omdat er in de

wet geen beperkingen opgelegd worden met betrekking tot de inrichtende

macht, kunnen prive-initiatieven met winstbejag, net als VZW’s en OCMW’s

wel in aanmerking komen voor een erkenning.

37,34 L. VAN DEN BOER, Over wonen-met- zorg van ouderen, CBGS, Brussel, 1999

Page 27: THESIS Service Flats

27

3.6. Besluit

In dit hoofdstuk werd uitgelegd wat de normen zijn, en waar de mensen

zich aan mogen verwachten wanneer ze er voor kiezen om naar een

serviceflat te verhuizen. Wie de mensen zijn die voor een serviceflat kiezen

zal ik verder toelichten in het volgende hoofdstuk.

Page 28: THESIS Service Flats

28

Hoofdstuk 4

De serviceflatbewoner

4.1 Inleiding

In de voorgaande hoofdstukken ben ik ingegaan op het fenomeen van de

veranderende demografie, verschillende alternatieve woonvormen om dan

in het derde hoofdstuk de serviceflat verder uit te diepen.

In dit vierde hoofdstuk wil ik verder ingaan op de serviceflatbewoners, op

de specifieke doelgroep die door de initiatiefnemers beoogd wordt.

4.2 Tot welke doelgroep richten de serviceflats zich?

In het bejaardendecreet van 1985 werd eigenlijk maar beperkt ingegaan op

de doelgroep. In de omzendbrief van minister Demeester van 1996 worden

deze richtlijnen verder uitgewerkt39.

In deze beleidsbrief staat duidelijk voor wie de serviceflats in eerste plaats

bestemd zijn. Het gaat om ouderen die in een moeilijk aanpasbare woning

leven, of om mensen die zelfstandig kunnen leven maar voor bepaalde

taken toch een beroep doen op mantelzorg of formele zorg. Deze tweede

groep van ouderen worden ondergebracht in de categorie 0 of A van de

Katzschaal40. Zoals reeds in het vorige hoofdstuk vermeld komen enkel

mensen met deze zorgcategorieën in aanmerking voor opname in een

serviceflat. Voor personen met een hogere categorie moet naar een

alternatief gezocht worden.

Een andere groep die in aanmerking komt voor opname in een serviceflat

zijn ouderen die totaal vereenzaamd en geïsoleerd dreigen te raken. Men

gaat er van uit dat het leven in een serviceflat dit probleem voor een stuk

kan oplossen. Verder komen ook ouderen in aanmerking die instaan voor

de zorg voor een zorgbehoevende partner of ander familielid. Vooral zij die

39 Omzendbrief serviceflats van Minister Demeester van 6 januari 1996 40 J. CALLENS, Vaardigheidstraining geriatrie en thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004.

Page 29: THESIS Service Flats

29

bij deze zorg thuis ernstige beperkingen ervaren door onaangepaste

infrastructuur. Een serviceflat zou dan een oplossing kunnen bieden naar

een betere coördinatie van de zorg toe. Ook hier werd in het vorige

hoofdstuk ingegaan.

Het is de bedoeling dat serviceflats vooral toegankelijk zijn voor mensen

die een zekere mobiliteit en zelfredzaamheid kunnen handhaven. Ook de

ouderen die in een onaangepaste woning verblijven en die om

verschillende redenen geen huis kunnen huren op de privé-markt.

De wettelijke minimumleeftijd voor serviceflat bewoners is bepaald op 60

jaar. Bij het bekijken van sites van verschillende serviceflats heb ik echter

gemerkt dat daar soms van wordt afgeweken en dat de minimumleeftijd

bepaald wordt op 65 jaar. Ook merk je dat bepaalde serviceflats een

maximumleeftijd instellen, bijvoorbeeld tachtig jaar. Oudere mensen

worden dan niet toegelaten. Ik stel me daar vragen bij. Volgens mij moet de

zelfredzaamheid het criterium zijn, niet de leeftijd. Iemand van vijfentachtig

kan even goed zijn plan kunnen trekken als iemand van zestig.

4.3 Reden van verhuis

Wanneer mensen ervoor kiezen om niet meer in hun woning te blijven is

dat niet enkel een rationele beslissing, er gaat ook een heel emotioneel

proces aan vooraf.

Het is een algemeen bekend gegeven dat de meeste ouderen het liefst zo

lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Dit heeft veel te

maken met het feit dat ze gehecht zijn aan de woning en de buurt waarin zij

leven. De meeste ouderen wonen al een hele tijd in dezelfde omgeving, en

zien elke verhuis dan ook als een stukje verlies van identiteit. Volgens een

niet zo recent onderzoek van Houben, 1984, maakt het “niet- hoeven-te-

verhuizen” een essentieel onderdeel uit van de woonbehoefte van de

oudere bevolking. Volgens Serail, 1987, zijn er een aantal veranderingen in

het leven van mensen die de woonbehoeften kunnen doen wijzigen41:

41 VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel, 1996

Page 30: THESIS Service Flats

30

- Kinderen die het huis verlaten, en de oudere achterblijft in een huis dat

te groot is voor een of twee personen.

- Bij pensionering, wanneer de directe woonomgeving een belangrijkere

rol gaat spelen in het leven van de oudere, en dit doordat de sociale

contacten een belangrijkere rol gaan spelen als vervanging van de

weggevallen professionele contacten.

- Overlijden van de partner, daardoor neemt ook de kans op

eenzaamheid toe.

- Er kan ook een verandering komen in de validiteit van de oudere,

waardoor het (heel wat) moeilijker wordt om onder andere huishoudelijke

taken zelfstandig uit te voeren42.

Zowel push als pull factoren spelen een rol bij de redenen waarom iemand

gaat verhuizen volgens Van der Molen, 1990. Pull factoren zijn de positieve

kenmerken die met de verhuis gepaard gaan, men kan daarbij denken aan

de aantrekkelijke woonomgeving, de aanwezige (of in het geval van

serviceflats beschikbare) dienstverlening, de aanwezigheid van andere

ouderen. Bij push factoren denken we aan de negatieve kenmerken die de

huidige woonsituatie met zich meedraagt, zoals het gebrek aan bereikbare

hulp, het te ver afgelegen zijn van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld

winkels, een te grote woning, te veel trappen…

Het keuzeproces, en de beslissing om al dan niet te verhuizen, worden

zowel door persoonlijke factoren bepaald, maar ook het aanwezige

zorgaanbod speelt een rol. Het is dan ook heel belangrijk dat de mensen

pas een beslissing nemen wanneer ze goed geïnformeerd zijn over de

alternatieve woonvormen. Vaak spelen de kinderen hierbij een heel

belangrijke rol. Ik wil hier ook benadrukken dat het heel belangrijk is dat

mensen goed begeleid worden naar het nemen van een beslissing toe.

Daar kan een sociaal verpleegkundige een belangrijke rol in spelen.

4.4 Waarom een serviceflat

Bij het kiezen voor een serviceflat blijken vooral de pull factoren een

belangrijke rol. De mensen zijn dus vooral voor het idee van een serviceflat

gewonnen door de positieve eigenschappen van deze woonvorm.

Page 31: THESIS Service Flats

31

Uit het onderzoek van Vanden Boer43, dat uitgevoerd werd bij 620

serviceflatbewoners in 1993 door het CBGS (Centrum voor Bevolkings- en

Gezinsstudie) blijkt dat de beslissing voor het verhuizen vaak wordt

beïnvloed door persoonlijke omstandigheden. Hierbij kan gedacht worden

aan plotse gebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner, maar ook

de afwezigheid van een mantelzorger. Ook de achteruitgang van de

gezondheidstoestand en het anticiperen daarop is een beslissende factor,

het plotseling drastisch achteruitgaan van de gezondheid zorgt er echter

niet voor dat mensen verhuizen naar een serviceflat, men kiest dan eerder

voor een woonvorm waar de zorg meer geïntegreerd is. Het netwerk en de

woonomstandigheden spelen een rol bij het nemen van de beslissing.

Wanneer men vraagt waarom men kiest voor een serviceflat en niet voor

een ander alternatief scoren eenzaamheid en de behoefte aan sociaal

contact hoog.

4.5 Besluit

In dit hoofdstuk werd duidelijk dat een serviceflat niet voor iedere oudere

een geschikte woonvorm is. Het is ook zo dat de voorwaarden slechts

beperkt door de overheid werden vastgelegd, en dat deze dus door iedere

organisatie redelijk ruim en vrij geinterpreteerd kunnen worden. De enige

norm waar geen interpretatie voor mogelijk is, is de minimumleeftijd.

Uit dit hoofdstuk blijkt ook dat de mensen die kiezen voor een verhuis naar

een serviceflat hoge verwachtingen stellen aan hun nieuwe woonst (pull-

factoren). Vandaar ook het belang voor de organisatie om na te gaan of de

woonst aan de verwachtingen voldoet. Zijn de bewoners echt tevreden? In

het volgende hoofdstuk sta ik dan ook stil bij het tevredenheidsonderzoek.

42 VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel, 1996 43 VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel, 1996

Page 32: THESIS Service Flats

32

Hoofdstuk 5

Woontevredenheid

5.1. Inleiding

In het vorige hoofdstuk heb ik reeds aangehaald hoe belangrijk het is dat

mensen tevreden zijn met hun beslissing. Voelen ze zich goed in de

serviceflat? Het is nuttig om daarnaar te peilen.

In dit hoofdstuk wil ik even stilstaan bij het begrip thuis en ook bij het

tevredenheidsonderzoek.

5.2. Wat maakt een thuis

Om dat te weten moeten we eerst en vooral eens kijken naar het verschil

tussen huis en thuis44. In het eerste geval gaat men uit van de

infrastructuur, van het bouwwerk, de woning. Een thuis daarentegen gaat

dieper, niet enkel, of toch zeker in mindere mate komt de structurele

component in aanmerking, maar is vooral het emotionele aspect van

belang. Daarmee wordt bedoeld dat iemand zich op zijn gemak voelt, zich

geen vreemde voelt, dat hij zich geborgen voelt.

De overgang van een huis naar een thuis kost tijd, en daarom is het, ook bij

de doelgroep die ik bij dit onderzoek voor ogen heb, belangrijk om de

mensen de tijd en de nodige begeleiding te geven45

Ik vind het heel belangrijk om dit onderscheid hier aan te halen omdat het

mijn persoonlijke visie is dat mensen meer tevreden zijn over de plaats

waar ze wonen als ze zich er thuis voelen. Of deze persoonlijke stelling

klopt zal ik moeten achterhalen in het onderzoek dat in het kader van dit

eindwerk wordt gevoerd.

44 VAN DALE, Nieuw Nederlands Handwoordenboek, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicographie, 1984, 1280 blz. 45 KNIES, J. Manifest over het verschil tussen huis en thuis, Eindhovenseschool.net, artikel (7 oktober 2004) (http://eindhovenseschool.net)

Page 33: THESIS Service Flats

33

5.2.1. Dimensies van het wonen

Het aspect wonen kan ontleed worden, en dan zie je dat wonen eigenlijk uit

drie dimensies bestaat. Het gaat om een fysieke dimensie, een sociale

dimensie en een biografische dimensie46. Elk van deze dimensie heeft zijn

invloed op het wonen van mensen en kan ook de tevredenheid over het

wonen gaan beïnvloeden.

5.2.1.1. Sociale dimensie

Door te wonen waar je woont kan je in contact komen met mensen die in

dezelfde omgeving wonen. Zo kan je bij het wonen in een wijk in contact

komen met wijkbewoners. Ook wanneer je in een serviceflat woont kom je

in contact met medebewoners. Door ergens te wonen heb je dus een

sociale omgeving. Dat betekent dat je in contact komt met mensen uit

dezelfde “buurt”. Daaronder verstaan we het leggen van contacten, het

betrokken zijn met de omgeving, maar evenzeer het creëren van een

afstand tussen jezelf en de buurt. De sociale dimensie wordt beïnvloed

door47 privacy die door de bewoners zelf gecreëerd wordt, bijvoorbeeld

door het ophangen van gordijnen. Ook sociale normen, zoals bellen,

dragen bij tot deze privacy. Verder wordt de sociale dimensie ook

beïnvloed door betrokkenheid, het in communicatie treden, het zorgen voor

anderen en door autonomie, zelf kunnen beslissen of en wanneer je

iemand toelaat, maar ook de behoefte om voor jezelf te zorgen, om

zelfstandig te blijven. Dat laatste speelt een belangrijke rol bij ouderen.

5.2.1.2. Biografische dimensie

Onder biografische dimensie verstaan we het feit dat mensen hun woning

zien als een uitvalsbasis die gebruikt wordt om de omgeving en de

buitenwereld te ontdekken.

Het betekent ook dat we bij het inrichten van onze woning bewust of

onbewust, aspecten van onszelf en wat belangrijk is voor ons integreren.

Het wordt niet voor niets gezegd dat de woning een weerspiegeling is van

wie we zijn. Zo kun je aan een woning vaak onmiddellijk zien wie er woont.

46 Gerontologie 3; sociaal en maatschappelijke aspecten van bejaardenzorg, Marcoen A, eindredacteur, STOHO, 1992

Page 34: THESIS Service Flats

34

Wanneer je in een huis komt, dan heb je onmiddellijk een beeld van de

bewoners.

5.2.1.3. Fysieke dimensie

De woning beschermt ons tegen weersomstandigheden, tegen vocht, tegen

allerhande gevaren van buitenaf. Ook biedt de woning ruimte voor

allerhande activiteiten. Er kan hierbij gedacht worden aan koken, aan

slapen, maar bijvoorbeeld ook een eigen plekje waar men zichzelf kan zijn.

Deze laatste activiteit zorgt er voor dat van een huis een thuis wordt

gemaakt.

Voor ouderen is de gebrekkige fysieke toestand van de woning vaak een

reden om te verhuizen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan slecht sanitair

of aan te veel trappen.

5.2.2. Ouderen en wonen48

Door veroudering en door verandering in hun fysieke toestand of ziekte

veranderen de noden van ouderen, ook op het vlak van wonen. De oudere

kan daardoor ook aanpassingsmoeilijkheden ervaren. Deze kunnen zowel

heel passief als actief zijn.

Een actieve aanpassing gebeurt door effectief te reageren op de situatie.

Zo kan men bijvoorbeeld aan de buren vragen of de TV wat zachter kan.

Passief kunnen ouderen reageren door de woning te laten voor wat ze is.

Ze schenken geen aandacht meer aan wat hen stoort, Het geeft niet dat de

tuin zo slecht wordt onderhouden, ik kom er toch nooit meer. Ook kunnen

ze reageren door te protesteren, bijvoorbeeld door te blijven vermelden hoe

vervelend het is dat een kraan lekt, tot een ander er wat aan doet. Ook

kunnen de ouderen reageren op een apathische manier, door bijvoorbeeld

de gedachten te hebben van “het is de moeite niet meer, mijn tijd is toch

gekomen”.

47 Social casework in de eenentwintigste eeuw 48 Gerontologie 3; sociaal en maatschappelijke aspecten van bejaardenzorg, Marcoen A, eindredacteur, STOHO, 1992

Page 35: THESIS Service Flats

35

5.3. Wat is tevredenheid

Ik ben tevreden, ik ben niet tevreden. Het zijn uitdrukkingen die door

iedereen gebruikt worden. Maar iedereen geeft er een andere betekenis

aan.

Volgens van Dale49 is tevredenheid “Voldaan, niet meer begerend” of “het

genoemde goed oordelend, ermee ingenomen zijn”.

Uit de verklaringen die men in Van Dale vindt over de term “tevredenheid”

blijkt duidelijk dat tevredenheid een subjectief gegeven is. Daarom is het

ook een niet zo gemakkelijk te meten gegeven.

Woontevredenheid zal ook sterk afhangen van de keuzemogelijkheden die

iemand heeft. Dat is zeker een belangrijk gegeven wanneer men de

tevredenheid van serviceflatbewoners gaat meten. Waren de mensen op

de hoogte van alternatieven en staan ze volledig achter hun beslissing om

naar een serviceflat te verhuizen50. Daarmee samenhangend is

tevredenheid ook beïnvloed door de verwachtingen die men vroeger had.

Hierbij wil ik een Amerikaanse kennis siteren “expect the worse, hope for

the best and you will always be satisfied”51.

Tevredenheid is sterk tijdsgebonden. Dat wordt duidelijk wanneer men de

woningen van nu vergelijkt met de woningen van een aantal jaren geleden.

Weinig mensen zouden vandaag nog tevreden zijn met een toilet buiten, op

de koer.

5.4 . Hoe kan men tevredenheid gaan onderzoeken52

Er zijn verschillende methodes om tevredenheid te gaan onderzoeken. Een

vaak gebruikte methode is de enquête. Dat is een gestructureerde

mondelinge of schriftelijke ondervraging van een relatief grote

onderzoeksgroep. Een tweede methode is het gebruik maken van

klachtenregistraties. Dit kan omschreven worden als een onderzoek waarbij

49 VAN DALE, Nieuw Nederlands Handwoordenboek, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicographie, 1984, 1280 blz. 50 VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel, 1996 51 HOLMBERG, R., Mondelinge mededeling, via informeel gesprek, 1992

Page 36: THESIS Service Flats

36

op een systematische wijze de gegevens die in een klachtenregistratie of

op suggestiekaarten zijn opgenomen worden geanalyseerd. Een andere

methode die men kan gebruiken is het diepte-interview, een min of meer

gestructureerd gesprek tussen een interviewer en een respondent met het

doel informatie te vergaren in de vorm van feiten, meningen of gevoelens

die systematische worden vastgelegd. De laatste methode die ik hier wil

aanhalen is het groepsgesprek, dat is een min of meer gestructureerd

gesprek tussen een gespreksleider en meerdere respondenten waarbij

wisselwerking tussen partijen voordelen kan opleveren. Deze laatste

methode zal ik dan ook toepassen in de praktijk van dit onderzoek.

5.5 . Knelpunten in het woontevredenheidsonderzoek53

Er zijn verschillende zaken waar men rekening mee moet houden bij het

voeren van een tevredenheidsonderzoek bij een oudere populatie. Zo zal

de fysieke toestand zeker een rol spelen. Wanneer de oudere zich niet

goed voelt, zal hij minder naar buiten treden en minder contacten hebben.

Zich niet goed voelen zal ook een rol spelen in het humeur van de oudere

en indien dan een onderzoek uitgevoerd wordt, zal dit humeur zeker een rol

spelen bij de resultaten. Wat ook een knelpunt kan zijn bij een

woontevredenheidsonderzoek bij ouderen is het feit dat mensen de

waarheid niet durven zeggen. Vooral wanneer ze vrezen dat ze dan zullen

moeten verhuizen. Dat kan voor ouderen een echte verlieservaring54 zijn. In

het onderzoek dat ik voer zal dat laatste minder een rol spelen gezien ik

werk met mensen die de stap naar een andere woonvorm al gezet hebben.

5.6 . Besluit

Uit dit hoofdstuk blijkt dat woontevredenheid een subjectief gegeven is.

Daarom is het zo belangrijk om het op een goede manier te onderzoeken,

zodat de verkregen gegevens van nut zijn, zodat je er iets mee kan doen.

De manier waarop ik het onderzoek zal voeren, via groepsgesprekken,

bespreek ik in het volgende hoofdstuk.

52 PEMBERTON, BULDER, Tevredenheid gemeten, VVSG, 53 Gerontologie 3; sociaal en maatschappelijke aspecten van bejaardenzorg, Marcoen A, eindredacteur, STOHO, 1992 54 VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel, 1996

Page 37: THESIS Service Flats

37

Hoofdstuk 6

Groepsgesprekken

6.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wil ik de methode, die ik zal gebruiken voor het onderzoek

verder toelichten. Ik zal werken met groepsgesprekken om mijn gegevens

te verzamelen.

Eerst zal ik algemeen rond het groepsgesprek spreken, om het daarna

specifiek over groepsgesprekken met ouderen te hebben.

Ik besteed in dit hoofdstuk ook heel veel aandacht aan spelregels, omdat

het mijn overtuiging is dat goede afspraken bijdragen tot een betere

samenwerking.

6.2. Het Groepsgesprek55,56

Een groepsgesprek kan gebruikt worden als een werkvorm bij

groepsvoorlichting, maar deze werkvorm biedt nog vele andere mogelijk-

heden. Zo kan een groepsgesprek ook gebruikt worden bij een onderzoek,

op die manier kun je veel informatie bekomen op een korte tijd. Het is

natuurlijk wel heel belangrijk om daar een goede voorbereiding voor te

doen. Je mag ook niet vergeten om aandacht te besteden aan de sfeer en

de omkadering.

6.2.1. De voorwaarden57

Aan het begin van een groepsgesprek is het heel belangrijk dat de

groepsleider de voorwaarden vooropstelt. Ten eerste moet duidelijk gesteld

worden wat de bedoeling is van het gesprek. De deelnemers aan het

gesprek moeten dus heel goed op de hoogte zijn van het doel van het

groepsgesprek.

55 58H. BUYSE, Collectieve gezondheidspromotie, 2004, niet gepubliceerde cursus, Katho, KORTRIJK

Page 38: THESIS Service Flats

38

Verder kunnen bij aanvang ook een aantal goede afspraken gemaakt

worden. Zo denk ik bijvoorbeeld aan wie wanneer het woord kan nemen.

Uiteraard hangen deze voorwaarden af van de doelgroep en van het aantal

deelnemers. Het is van belang dat het duidelijk is, dat iedereen zijn eigen

mening mag uiten. Ook de werkwijze moet tijdens de introductie goed

uitgelegd worden. Het is belangrijk dat er een prettige sfeer gecreëerd

wordt, zodat de deelnemers zich veilig voelen. Enkel dan wordt het

mogelijk om een productief gesprek te voeren.

6.2.2. Enkele technieken die gebruikt worden tijdens een groepsgesprek

6.2.2.1. Besprekingsrondes58

De besprekingsrondes kunnen in twee fases worden ingedeeld. Ten eerste

gaan we gaan verbreden en verdiepen, om dan in een tweede fase te

kunnen trechteren.

6.2.2.1.1. Verbreden en verdiepen

Tijdens deze fase komt de discussie tot ontwikkeling. De rol van de

gespreksleider bestaat er in deze fase in dat hij het gesprek volgt, zolang

de discussie loopt, over het onderwerp gaat en nieuwe informatie oplevert.

Hij houdt het onderwerp en de doelstelling in de gaten. Indien hij merkt dat

er wordt afgeweken van de doelstellingen, kan hij ingrijpen.

De groepsleider heeft verschillende taken tijdens deze fase van het

groepsgesprek. Bij aanvang van het gesprek, of bij het aansnijden van een

nieuw onderwerp, presenteert hij een nieuwe vraag. Daarna is het uiteraard

de bedoeling dat er tot discussie wordt overgegaan, dit kan hij bekomen

door een uitnodiging te lanceren, “wie wil reageren?”. Wanneer er tijdens

de discussie onduidelijkheden optreden, kan hij daarop ingaan door door te

vragen, door te vragen naar verduidelijking. Het is heel belangrijk om alert

te blijven, wanneer de groepsleider het gevoel heeft dat er van het

onderwerp wordt afgeweken, kan hij daarop ingaan, gewoon door te

zeggen “we zijn aan het afdwalen” en het vertelde kort samen te vatten. Je

57 H. BUYSE, Collectieve gezondheidspromotie, 2004, niet gepubliceerde cursus, Katho, KORTRIJK 58 H. BUYSE, Collectieve gezondheidspromtie, 2004, niet gepubliceerde cursus, Katho, KORTRIJK

Page 39: THESIS Service Flats

39

kan dan ook nog eens de originele vraag herhalen. Uiteraard is het beter

om dan aan de groep te vragen of zij daar ook zo over denken. Misschien

wordt er door het zogenaamde afdwalen wel relevante informatie

aangesneden. Wanneer de groepsleider integendeel het gevoel heeft dat

de discussie niet op gang komt, kan hij daar ook op reageren. Zo kan hij

bijvoorbeeld vragen of er nog andere elementen van belang zijn, of door

eventueel zelf een element aan te snijden. Samenvatten is hier ook een

vaardigheid die van het grootste belang kan zijn. Door samen te vatten

horen de deelnemers nog eens wat gezegd werd, en krijgen ze de tijd hun

gedachten te ordenen. Op die manier kunnen zij ook tot nieuwe inzichten

komen, die de discussie weer kunnen opengooien.

Het is heel belangrijk om constant het doel en het thema van het

groepsgesprek in het oog te houden, zodat er toch tot de essentie wordt

gekomen. Het is heel zinvol dat de deelnemers hun ervaringen open

kunnen vertellen, zodat we een kijk krijgen op de ervaringen en de

problemen van de gespreksleden.

6.2.2.1.2. Trechteren

Wanneer er te ver van de kern van het gesprek is afgeweken, kan

trechteren een belangrijke vaardigheid zijn. Trechteren betekent eigenlijk

het gesprek kort samenvatten. Ook wordt de relatie weergegeven tussen

het besproken onderwerp en het volgende thema dat moet worden

aangesneden. Hulpmiddelen kunnen hier van nut zijn. Ik denk hierbij aan

een flap-over, die zeker zijn nut zal bewijzen, wanneer er veel

samenvattingen moeten worden gegeven. Ook kunnen een aantal

kernwoorden genoteerd worden. Op die manier houden zowel de

deelnemers als de gesprekscoördinator een overzicht op het gesprek. Ook

hier kunnen enkele tips meegegeven worden. Zo kun je samenvatten wat

er tot nu toe gezegd wordt, en de essentie weergeven. Je koppelt best ook

het gezegde aan het volgende onderwerp. Het kan belangrijk zijn, en zeker

bij een groepsgesprek waarbij gepeild wordt naar tevredenheid, om

regelmatig een conclusie te formuleren. Je geeft best ook de verschil-

punten in de meningen aan. Wanneer je een samenvatting hebt

geformuleerd, is het aangewezen om na te gaan of het klopt met wat de

deelnemers erover denken, misschien ontbreekt er volgens hen nog

Page 40: THESIS Service Flats

40

belangrijke informatie. Het is dan ook belangrijk dat je hen de gelegenheid

geeft om aanvullingen te geven. Waak er wel over dat de discussie niet

opnieuw wordt geopend. Dan kan je overgaan tot het introduceren van een

nieuw onderwerp, zoals reeds besproken werd in het puntje “Verbreden en

Verdiepen”.

6.2.2.2. Procesbegeleiding

Het is een belangrijke taak van de groepsleider om er voor te zorgen dat de

deelnemers tot hun recht kunnen komen. Daarvoor moet hij steeds

waakzaam blijven.

Door de deelnemers zorgvuldig te observeren kun je een zicht krijgen op

de rol in de groep. Je ziet op die manier wie het voortouw neemt, en of de

bijdrage van die personen leidt tot het doel van de discussie. Misschien zijn

er ook deelnemers die de lachers op hun hand willen krijgen, of mensen die

sterk op de voorgrond treden. Hoe beïnvloeden deze mensen de

discussie? Wordt er door hen sterk van de kern afgeweken, of zorgen zij

net voor een goede sfeer in de groep, die de discussie bevordert? Indien

de bijdragen van bepaalde mensen als storend worden ervaren kan het

belangrijk zijn om in te grijpen. Dit moet uiteraard op een subtiele, niet

kwetsende manier gebeuren.

De communicatie in de groep kan bevorderd worden, doordat de

groepsleider “aanmoedigingen” geeft, bijvoorbeeld ja of hm. Ook knikken

en tussendoor samenvatten kan bevorderend werken. Het is ook belangrijk

om tussen door vragen te stellen.

Het is uitermate belangrijk om de deelnemers actief in het gesprek te

betrekken. Zo moet men er naar te streven om iedereen aan bod te laten

komen. Dat kan je doen door de veelpraters wat af te remmen, en iedereen

de kans te geven om aan het woord te komen. Wie de gespreksleider aan

bod laat komen kan soms bepaald worden door het non-verbale gedrag dat

de gespreksleider heeft geobserveerd. Zo kan hij iemand, die hij veelvuldig

ziet knikken, of neen schudden, het woord te geven.

Page 41: THESIS Service Flats

41

In een gesprek over meningen en ervaringen kan het voorkomen dat een

deelnemer steeds vragen stelt, zonder dat hij daarbij zijn eigen mening

geeft. Je kan daarop reageren door, in plaats van in te gaan op zijn vragen

zelf te vragen hoe hij op zijn eigen vraag zou antwoorden.

Wanneer een gesprek ontstaat tussen enkele deelnemers, kan de

groepsleider er voor kiezen om niet in te grijpen. Er kan immers ook dan

nuttige informatie worden uitgewisseld. De gespreksleider moet er wel voor

zorgen dat er tijdens deze onderlinge discussie over het thema wordt

gesproken, en dat er niet te ver van de essentie van de discussie wordt

afgeweken. Wanneer de andere groepsleden zich vergeten dreigen te

voelen, is het echter wel belangrijk, om in groep door te gaan over het

onderwerp. Je kan ook dit thema afronden en overgaan naar het volgende

onderwerp. Het is ook belangrijk dat je de mensen de kans geeft om even

onderling met elkaar te praten. Uiteraard dient een pauze daarvoor, maar

ook tijdens het gesprek kan dat van belang zijn. Op die manier kunnen de

mensen het thema even verwerken.

6.2.3. Werkvormen59

Als begeleider van een groepsgesprek ga je uiteraard gebruik gaan maken

van een aantal vaardigheden zoals doorvragen, reflecteren, herhalen,

samenvatten…

Afhankelijk van de te bespreken onderwerpen, van de doelgroep en van de

grootte van de groep kan je verschillende werkvormen hanteren tijdens het

groepsgesprek. Om te zorgen dat de deelnemers hun interesse niet

verliezen in de discussies, kan het nuttig zijn om een combinatie van

werkvormen te hanteren.

6.2.3.1. Vragen aan elkaar

Dit is een werkwijze die enkel geschikt is wanneer het gaat om een kleine

groep, of wanneer een grotere groep ingedeeld is in subgroepen. Vooraleer

er wordt overgegaan tot het werkelijke vragen stellen aan elkaar moet je

eerst een aantal spelregels afspreken met de groepsleden. Deze

59 H. BUYSE, Collectieve gezondheidspromtie, 2004, niet gepubliceerde cursus, Katho, KORTRIJK

Page 42: THESIS Service Flats

42

spelregels zijn heel belangrijk, omdat ze de veiligheid binnen een groep

moeten bewaken. Zoals reeds eerder in dit hoofdstuk vermeld werd, is die

veiligheid heel belangrijk om tot een productief gesprek te komen,

waarbinnen alle leden zich voldoende op hun gemak voelen om hun

mening te uiten.

De spelregels gaan over het soorten vragen die aan elkaar mogen worden

gesteld. Zo kan je bijvoorbeeld afspreken om enkel open vragen te stellen,

over relevante onderwerpen. De vragen mogen ook geen verkapte

meningen zijn. Ook het beantwoorden van de vragen kan afgesproken

worden. Zo kan je met de deelnemers afspreken om enkel vragen te stellen

die ze zelf ook zouden willen beantwoorden. De deelnemers moeten ook

de mogelijkheid krijgen om te zeggen dat ze liever niet op een vraag

zouden antwoorden.

Nadat de vragen gesteld zijn, en de antwoorden gegeven, is het

aangewezen om de belangrijkste resultaten plenair te bespreken. Deze

ervaringen kan je als gespreksleider best terugkoppelen aan het doel van

het gesprek.

6.2.3.2. Subgroepen en plenaire rapportage

Wanneer er met een grote groep aan het gesprek wordt deelgenomen en

toch iedereen aan bod moet komen, kan men er voor kiezen om met

subgroepen te werken. De groep wordt het best verdeeld in kleine

groepjes, van ongeveer 2 tot 6 personen. De groepsleden moeten

geïnformeerd worden over die manier van werken en moeten duidelijke

opdrachten krijgen, er mogen geen misverstanden ontstaan. Het is

belangrijk dat er spelregels worden afgesproken, zo weten de mensen

waar ze zich aan moeten houden. De groepsleden moeten ook weten dat

er na het gesprek per subgroep gerapporteerd dient te worden. De

groepsleider geeft de opdracht om deze rapportage voor te bereiden. De

verschillende groepjes dienen af te spreken wie de rapportage naar voor

zal brengen, en wat de inbreng zal zijn. Ze worden gestimuleerd om

gebruik te maken van de aanwezige hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld de

flap-over.

Page 43: THESIS Service Flats

43

Tijdens de besprekingen in de subgroepen ga je als groepsleider best even

de verschillende groepjes af. Stimuleer de discussie, en help hen over

bepaalde punten heen. Dat kan je onder andere doen door sommige zaken

te verduidelijken.

Bespreek plenair na. Vraag aan de vertegenwoordigers van de subgroepen

om hun ervaringen en bevindingen te vertellen en eventueel verder toe te

lichten. De gegeven informatie moet uiteraard gekaderd worden in het doel

van de bijeenkomst.

Het is belangrijk dat je er rekening mee houdt dat er mensen met

verschillende meningen in de groepjes zitten. Op die manier wordt de

discussie gestimuleerd.

6.2.3.2. Rondje

Door een rondje te geven kunnen ervaringen of meningen van

gespreksdeelnemers worden geïnventariseerd. Bij een rondje spreken alle

deelnemers zich om beurten uit over een bepaald punt. Op die manier

komen alle deelnemers aan bod. Het spreekt voor zich dat deze werkvorm

enkel geschikt is bij groepen waarbij de deelnemers voldoende vrijheid en

veiligheid ervaren. Zij moeten de indruk hebben dat zij hun mening ten

berde kunnen brengen. Indien dat niet het geval is, kan een rondje

bedreigend overkomen.

Nadat je het onderwerp hebt geïntroduceerd, leg je de werkvorm en de

spelregels uit. Tijdens het rondje geven de deelnemers geen commentaar

op elkaar. Er ontstaat dus nog geen discussie. Op die manier kan iedereen

eerst zijn info kwijt en wordt de discussie niet meteen een bepaalde richting

uitgestuurd. De deelnemers mogen tijdens het rondje echter wel om uitleg

vragen. Degene die aan de beurt is staat centraal en geeft dus de

toelichting. Pas na het rondje mogen andere deelnemers reageren. Ook de

richting van het rondje moet bepaald worden, met de klok mee of tegen de

klok in, tevens wordt bepaald wie begint. Uiteraard kan dat ook een

vrijwilliger zijn.

Page 44: THESIS Service Flats

44

Na het rondje vat de gespreksleider de info samen, en worden de

opvallendste punten benoemd. Er wordt ook een terugkoppeling gemaakt

naar het doel van de bijeenkomst.

6.2.3.3. Denkpauze

Dit is eigenlijk geen echte werkvorm, maar wel een heel belangrijke manier

die iedere deelnemer de kans geeft om een standpunt te bepalen, of de

ervaringen op een rijtje te zetten. Iedereen denkt dus even na over wat hij

wil inbrengen.

Geef aan dat je een denkpauze wilt inlassen om over een vraag of een

stelling na te denken. Geef ook aan wat je van iedereen wil. Dat kan een

mening zijn, een ervaring, ideeën. Geef de deelnemers de raad om

eventueel nota te nemen. Geef ook aan wat je met de resultaten na de

denkpauze wil doen. Bijvoorbeeld plenair bespreken, of gebruiken als

beginpunt van een discussie, of in subgroepen uitwisselen.

6.2.3.4. Brainstorm

Een brainstorm is bedoeld om naar aanleiding van een vraag zo veel

mogelijk ideeën te verzamelen. Pas na de sessie wordt de informatie

geordend. Na de ordening kan men overgaan tot de effectieve discussie.

Een brainstorm kan zowel individueel of in groep plaatsvinden.

Introduceer de werkvorm, en geef daarbij ook voldoende uitleg. Bespreek

ook de spelregels. Tijdens de inventarisatie van de gegevens mogen de

deelnemers geen commentaar leveren op de inbreng van anderen. Deze

spelregels hebben tot doel dat ieders idee een plaats krijgt. Schrijf de

ideeën op, voor iedereen zichtbaar. Op die manier is er een overzicht en

kunnen nieuwe ideeën worden opgeroepen.

6.2.3.5. Plakbriefjes

Het doel van werken met plakbriefjes is de verscheidenheid aan meningen

visueel zichtbaar te maken.

Page 45: THESIS Service Flats

45

Nadat je het onderwerp hebt geïntroduceerd worden de werkvorm en de

spelregels besproken. De stelling wordt op het bord geschreven. De

deelnemers geven met het plakbriefje aan of ze al dan niet akkoord zijn

met een stelling. Er kan eventueel met verschillende kleuren worden

gewerkt. Bij akkoord kunnen ze bijvoorbeeld een groen briefje kleven op

het bord, wanneer ze niet akkoord zijn gebruiken ze een rood briefje. De

deelnemers kunnen ook eventueel een kort commentaar schrijven op het

briefje.

Het resultaat wordt in groep besproken. Er wordt gekeken naar opvallende

dingen, wat springt onmiddellijk in het oog? De verzamelde informatie kan

worden gebruikt als uitgangspunt van een gesprek.

6.2.3.6. Situatiebespreking

Het bespreken van een situatie is geschikt om een probleem voor te leggen

en een verscheidenheid aan meningen, reacties of oplossingen te

genereren.

De gespreksleider stelt vooraf een situatieschets op. De schets omschrijft

iemands ervaringen in een bepaalde situatie. De situatie moet herkenbaar

en levensecht lijken voor de deelnemers. Vertel hoe de situatie er uit ziet,

of reik de situatieschets aan op papier. In het laatste geval moeten de

deelnemers de kans krijgen om de schets rustig te lezen. Vraag aan de

groepsleden om te bedenken hoe zij in de gegeven situatie zouden

reageren. De reacties moeten worden geïnventariseerd en besproken.

6.2.4. Afronding van een groepsgesprek

Vat het gesprek, en de begeleidende informatie samen. Koppel wat

besproken werd terug aan het doel van het gesprek. Indien mogelijk kan je

ook conclusies formuleren. Vraag ook aan de deelnemers of de

samenvatting en de conclusies kloppen en volledig zijn. Uiteraard vergeet

je de deelnemers ook niet te bedanken voor hun aanwezigheid en hun

inbreng.

Page 46: THESIS Service Flats

46

6.3. Groepsgesprekken voor ouderen60

Gezien de specifieke noden van de doelgroep waar ik mee werk, namelijk

de ouderen, zal ik mij aan een aantal methodologische regels moeten

houden, die het gemakkelijker maken om de gesprekken met mijn

doelgroep uit te voeren.

6.3.1. Medewerking

Wanneer je groepsgesprekken plant met oudere mensen moet je er

rekening mee houden dat vele mensen, ondanks een zorgvuldige planning

van de tijdstippen, niet komen opdagen. De redenen die mensen daarvoor

opgeven zijn onder andere ziekte en doktersafspraken.

6.3.2. Duur van de gesprekken

Ouderen kunnen zich vaak niet te lang concentreren, daarom wordt

aangeraden om de gesprekken niet langer dan anderhalf uur te laten

duren. Een korte pauze kan heel nuttig zijn om de concentratie van de

aanwezigen terug op te bouwen.

6.3.3. Gespreksonderwerpen

Het is belangrijk voor ouderen dat zij op voorhand goed ingelicht zijn over

het onderwerp van het gesprek. Achtergrond informatie helpt ook om de

concentratie te verhogen. Daarom moet bij aanvang van het gesprek nog

eens goed uitgelegd worden wat het doel van het onderzoek is.

Omdat ouderen zich goed zouden kunnen oriënteren tijdens het gesprek, is

het aangeraden om bij aanvang een overzicht te geven van de te

bespreken thema’s.

Om op een duidelijke manier de onderwerpen te kunnen introduceren kun

je de Gibson methode gebruiken. Deze methode bestaat erin met stellingen

te werken. Het is volgens mij aangewezen om de stellingen bij aanvang

van het gesprek allemaal voor te lezen. Het is ook heel belangrijk om de

60 BARRETT, J., STUART, K., Running focus groups with elderly and disabled elderly participants, The disabled Information Trust, Mary

Page 47: THESIS Service Flats

47

stellingen op te stellen in korte, eenvoudige zinnen, die zeer eenduidig te

begrijpen zijn.

6.3.4.. Problemen die men kan ervaren bij het werken met ouderen61.

Wie met oudere mensen werkt in groepsgesprekken moet zich bewust zijn

van een aantal knelpunten die de gesprekken moeilijker kunnen doen

verlopen.

6.3.4.1. Communicatieproblemen

Wanneer er mensen aan de gesprekken deelnemen die leiden aan een

spraakstoornis, bijvoorbeeld ten gevolge van een CVA (cerebro-vasculair-

accident), kan dat het verloop van het gesprek bemoeilijken. Het kan voor

de gespreksleider en de deelnemers moeilijk zijn om de persoon in kwestie

te begrijpen. Ook kan het voor moeilijkheden zorgen bij het verwerken van

de data, wanneer men er voor kiest het gesprek op te nemen en aan de

hand van die opname een verslag op te maken. Ook kunnen gehoor-

stoornissen voor communicatieproblemen zorgen. De gesprekleider moet

zich bewust zijn van die mogelijke problematiek en er op anticiperen,

bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat de stellingen ook op papier staan.

6.3.4.2. Aandacht

Zoals reeds eerder in dit hoofdstuk werd gesteld, hebben ouderen het

moelijk om zich gedurende langere tijd te concentreren. Daar zal de

moderator van een groepsgesprek met deze doelgroep zeker rekening mee

moeten houden.

In een onderzoek naar groepsgesprekken met ouderen uit 199962 stelde de

moderator vast dat bepaalde deelnemers het gesprek gebruikten om hun

eigen specifieke problemen aan te halen. Het is belangrijk om dat probleem

te onderkennen, maar om er achteraf met de bejaarde over te praten en

hem eventueel door te verwijzen. Anderen zullen aan de hand van het

62,64, BARRETT, J., STUART, K., Running focus groups with elderly and disabled elderly participants, The disabled Information Trust, Mary Malrborough Centre, Oxford, 2000

Page 48: THESIS Service Flats

48

gezegde aan bepaalde zaken herinnerd worden, wat het voor de bejaarde

moeilijk maakt om de aandacht bij het onderwerp te houden63.

Het is ook belangrijk om er voor te zorgen dat er niet door elkaar gepraat

wordt, omdat het voor vele ouderen moeilijk is om zich te concentreren

wanneer ze hun aandacht moeten verdelen (Kline en Sciafla,

psychologen).

De reactiesnelheid van ouderen is vaak ook trager dan die van een andere

volwassene, ook daar moet je je als moderator bewust van zijn, en de

deelnemers de tijd geven om te antwoorden.

6.3.5. Aanbevelingen voor groepsgesprekken met ouderen

In het vorige deeltje werd duidelijk dat er een aantal zaken zijn waar je

rekening mee moet houden om een groepsgesprek met ouderen goed te

laten verlopen.

Bij de introductie van een onderwerp moet de moderator eerst globaal op

het onderwerp ingaan, om het pas daarna meer gedetailleerder te gaan

bespreken, het kan ook nuttig zijn om achtergrondinformatie over het

onderwerp te gaan geven (Kreuger, 1994; Morgan, 1997,sociologen). De

introductie van de onderwerpen kan ook al gebeuren in de brief ter

uitnodiging voor het gesprek.

De eerste momenten van het groepsgesprek zijn zeer belangrijk, de manier

waarop men onthaald wordt en het gesprek aangevangen wordt, kan het

verloop van het gesprek beïnvloeden. Het is van belang om het gesprek te

introduceren vanuit een gekende context. Onderwerpen introduceren vanuit

een context die onbekend is voor de ouderen zorgen voor verwarring,

waardoor een gesprek vaak niet op gang komt (Tun en Wingfield, 1997,

neuropsychiaters).

Het is ook heel belangrijk dat de vragen of stellingen die worden gebruikt

in eenvoudige taal worden verwoord. Ook mogen de stellingen niet te lang

Page 49: THESIS Service Flats

49

zijn. De moderator moet ook in staat zijn om de stellingen of vragen te

herfraseren wanneer iemand een stelling niet begrijpt.

6.4. Besluit

In dit hoofdstuk werden heel duidelijk de principes van het groepsgesprek

uitgelegd, vooral de zaken waar de gespreksleider moet op letten werden

geaccentueerd. Uit dit hoofdstuk blijkt ook dat er voor de ouderen een

aantal zaken zijn waar de groepsleider specifiek rekening zal mee moeten

houden.

Nu deze aandachtspunten goed uitgelegd werden, kunnen we overgaan

naar het praktisch gedeelte van het eindwerk, waarin we de theorie in

praktijk zullen brengen.

Page 50: THESIS Service Flats

50

PRAKTIJK

Page 51: THESIS Service Flats

51

Hoofdstuk 7

Serviceflats Ten Olme

7.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wil ik een voorstelling maken van de serviceflats, waar ik

het tevredenheidsonderzoek zal uitvoeren.

In het theoretisch gedeelte heb ik het reeds over serviceflats gehad, hier wil

ik de concrete situatie van serviceflats “Ten Olme” bespreken.

7.2 Voorstelling

Ten Olme" telt 72 flats, gelegen in de Langemeersstraat 2 in Kortrijk. Ten

Olme" bestaat sinds 1982, toen waren er 60 flats, in 2001 kwamen daar

nog eens 12 appartementen bij. Deze flats staan ter beschikking van

zelfstandig wonende ouderen, zowel echtparen als alleenstaanden64. Ten

Olme" telt momenteel 88 bewoners, waarvan de meerderheid vrouwen zijn.

Er verblijven ook meer alleenstaanden dan koppels in de serviceflat.

Het grote verschil tussen "Ten Olme" (en andere serviceflats) en een

gewone flat, is dat er in "Ten Olme" altijd een permanentie-

verantwoordelijke of een vervanger aanwezig is. Dat betekent dat de

bewoners in geval van nood altijd iemand kunnen oproepen via het

alarmoproepsysteem waarmee de flat is uitgerust.

De bewoners kunnen ook gebruik maken van de dienstverlening,

bijvoorbeeld een warme maaltijd, de poetsdienst met dienstencheques, de

wasserette… en de activiteiten van het dienstencentrum “De Zonnewijzer”,

waar heel nauw mee wordt samengewerkt. Zo is het dienstencentrum voor

de mensen die in "Ten Olme" wonen te bereiken door een dienstingang,

zodat de mensen niet naar buiten moeten.

In “Ten Olme” wordt geen bestendige gezins- en huishoudelijke zorg

geleverd. Ook kunnen de mensen geen beroep doen op regelmatige

Page 52: THESIS Service Flats

52

verpleegkundige zorg. Deze mogelijkheden biedt de serviceflat niet.

Bewoners die nood hebben aan dergelijke zorgen kunnen wel een beroep

doen op de dagelijks verantwoordelijke, die zal bemiddelen, zodat de

nodige zorg en hulp kan geboden worden.

Ten Olme" is een serviceflat van het OCMW van Kortrijk, en werd volledig

met eigen middelen opgetrokken.

7.3 Opnamevoorwaarden65

Omdat, zoals reeds eerder vermeld, de serviceflats zich richten op een

specifiek publiek, is het duidelijk dat er een aantal voorwaarden zijn

waaraan kandidaat bewoners moeten voldoen.

7.3.1. Leeftijd

De mensen moeten op het moment dat zij een aanvraag indienen

pensioengerechtigd zijn. Tevens moeten de kandidaat bewoners op dat

ogenblik reeds zestig jaar zijn.

7.3.2. Zelfredzaamheid

Op het moment van de aanvraag moet de kandidaat bewoner ook

voldoende zelfredzaam zijn. Deze zelfredzaamheid moet ook nog kunnen

worden aangetoond op het moment van de opname. Gezien er een

wachtlijst bestaat en de wachttijd ongeveer tweeëneenhalf jaar bedraagt

gebeurt het regelmatig dat de toestand van de mensen zodanig achteruit is

gegaan dat zij niet meer in aanmerking komen voor “Ten Olme” en dan

onmiddellijk kiezen voor een opname in een rusthuis.

7.3.3. Woonachtig in Kortrijk

“Ten Olme” is een serviceflat die uitgebaat wordt door het OCMW van

Kortrijk. Vanuit het OCMW wordt dan ook de eis gesteld dat de toekomstige

bewoner op het ogenblik van de aanvraag in Kortrijk woont. Daar kan

64 F. D’HAENE, Jaarverslag 2004, Niet uitgegeven verslag, Kortrijk, 09/01/2005

Page 53: THESIS Service Flats

53

echter onder bepaalde omstandigheden van worden afgeweken. Er wordt

een uitzondering gemaakt wanneer de bejaarde kan aantonen dat het

enige familielid waarmee hij regelmatig contact heeft in Kortrijk woont. Ook

wanneer de bejaarde gedurende zijn leven minimum vijftien jaar in Kortrijk

heeft gewoond kan men een uitzondering maken.

7.4 De bewonersraad

Jaarlijks vinden minimaal vier bewonersraden plaats. Die worden geleid

door de dagelijks verantwoordelijke. Zij maakt tevens het verslag op.

Tijdens deze bewonersraden kunnen allerhande punten ter discussie

worden gesteld. Iedereen mag met een voorstel komen.

Voor de bewonersraad wordt een affiche uitgehangen. Op die manier

worden de bewoners er op gewezen dat er een bewonersraad wordt

gehouden en kunnen zij, indien zij dat wensen, aanwezig zijn.

7.5 Plaats van de instelling binnen het OCMW en Organogram

Het kortrijks OCMW plaatst de serviceflats in het luik thuiszorg.

7.5.1. Organogram

Dit organogram geeft de structuur van de ouderenzorg voor het OCMW van

Kortrijk duidelijk weer. Op die manier kan iedereen duidelijk zien op welk

niveau een bepaalde functie zich bevindt. Ook de hierarchie is duidelijk

herkenbaar.

65 TOYE, N., Mondelinge mededeling, via vraaggesprek, 17 februari 2005

Page 54: THESIS Service Flats

54

7.6 Taak van de dagelijks verantwoordelijke

Mijn stagementor en extern eindwerkbegeleider, mevrouw Nancy Toye, is

dagelijks verantwoordelijke binnen serviceflats “Ten Olme”. Zoals reeds in

het theoretisch gedeelte van dit eindwerk tot uiting kwam, is de taak van de

dagelijks verantwoordelijke niet duidelijk afgebakend. Daarom wil ik hier

specifieker ingaan op de situatie zoals die is binnen “Ten Olme”.

Mevrouw Toye werkt zowel als sociaal verpleegkundige binnen

dienstencentrum “De zonnewijzer” als als dagelijks verantwoordelijke voor

“Ten Olme”. Het is haar taak om mensen te begeleiden bij opname. Haar

taak begint eigenlijk al wanneer iemand voor het eerst contact opneemt

met “Ten Olme”. Meestal willen de mensen dan enkel informatie. Aan de

hand van de gegeven informatie kunnen zij dan vragen om op de wachtlijst

te worden geplaatst. Zij geeft tevens ook rondleidingen, de kandidaat-

bewoners krijgen dan een leegstaand flatje te zien. Andere zaken die tot

Page 55: THESIS Service Flats

55

haar takenpakket behoren zijn de formaliteiten die horen bij het beëindigen

van de huur, eventueel mensen die hulpbehoevend zijn geworden

doorverwijzen…

Er bestaat binnen het OCMW een duidelijke functiebeschrijving, ook het

profiel waar de dagelijks verantwoordelijke aan moet voldoen is duidelijk

omschreven.

7.6.1. De dagelijks verantwoordelijke

De dagelijks verantwoordelijke heeft als hoofdtaak het beheren van de

serviceflats, en dit als een “goede huisvader”. Uiteraard kan dit beheer ruim

geïnterpreteerd worden, daarom wil ik er iets dieper op in gaan.

Wanneer iemand een aanvraag indient tot opname is het haar taak die te

behandelen. Zij moet dan ook de nodige informatie verstrekken, en

uiteraard hoort ook het bijhouden van de wachtlijst tot de taken. Op de

wachtlijst van “Ten Olme” staan momenteel 176 kandidaat-bewoners. Er

wordt gesproken over een wachttijd van ongeveer 2,5 jaar.

Bij opname is het de taak van de dagelijks verantwoordelijke om de nieuwe

bewoner wegwijs te maken binnen “Ten Olme”. Ook is het haar taak om de

administratie rond de opname af te handelen. Uiteraard geldt dat ook

wanneer een bewoner de serviceflat verlaat.

De dagelijkse verantwoordelijke moet ook geregeld een spreekuur houden,

dit gebeurt in "Ten Olme" twee keer in de week, op maandag en

donderdagvoormiddag. Daar kunnen de bewoners terecht met al hun

vragen, klachten en bekommernissen. Deze individuele vragen moeten dan

uiteraard ook door haar opgevolgd worden. Het is daarom ook van belang

dat zij een individueel dossier van elke bewoner bijhoudt. Indien het nodig

is, moet de dagelijks verantwoordelijke ook instaan voor psychosociale

begeleiding bij een hulpvraag, en moet zij er ook op toezien dat de

bewoners de nodige zorgen krijgen. Ik denk hierbij aan het helpen bij het

zoeken naar een thuisverpleegkundige. Ook kan het belangrijk zijn dat de

dagelijks verantwoordelijke in bepaalde situaties optreedt als

Page 56: THESIS Service Flats

56

zorgbemiddelaar of coördinator. Zij moet er ook op toezien dat alles vlot

verloopt met het noodoproepsysteem.

De dagelijks verantwoordelijke moet ook regelmatig in overleg treden. Niet

enkel met het diensthoofd, bijvoorbeeld over financiële zaken of

infrastructureel beleid, maar ook met de bewoners. Het is ook een van haar

taken om een bewonersraad te organiseren en te leiden.

Een andere taak van de dagelijks verantwoordelijke is het opmaken en

opvolgen van de uurroosters van het onderhoudspersoneel.

7.6.2. Profiel van de dagelijks verantwoordelijke

Zoals uit het vorige puntje blijkt, heeft de dagelijks verantwoordelijke van

serviceflats “Ten Olme” een brede waaier aan taken en verantwoor-

delijkheden. Daarom werd door het OCMW van Kortrijk een duidelijke

profielbeschrijving opgemaakt66

Deze profielbeschrijving is onder te verdelen in drie grote onderdelen,

namelijk kennis, vaardigheden en attitudes. Persoonlijk vind ik dat een

sociaal verpleegkundige, wanneer ik dit profiel bekijk, uiterst geschikt is

voor het opnemen van de rol van dagelijks verantwoordelijke.

7.6.2.1. Kennis

De dagelijks verantwoordelijke moet kennis hebben van de organieke wet

OCMW, maar moet uiteraard ook op de hoogte zijn van het ouderendecreet

en het thuiszorgdecreet, ook de zorgverzekering moet haar goed bekend

zijn. Het is ook heel belangrijk dat de dagelijks verantwoordelijke een

grondige kennis heeft van de reglementeringen en sociale wetgeving

betreffende de ouderen. Uiteraard mag van een dagelijks verantwoordelijke

ook verwacht worden dat zij een ruime kennis heeft van de sociale kaart.

66 F. D’HAENE, Jaarverslag 2004, Niet uitgegeven verslag, Kortrijk, 09 januari 2005

Page 57: THESIS Service Flats

57

7.6.2.2. Vaardigheden

Communicatieve vaardigheden, zoals contactvaardigheid, kunnen

overleggen en onderhandelen, maar ook probleemoplossend werken en

conflicthantering moeten tot de capaciteiten van een dagelijks

verantwoordelijke behoren.

Een dagelijks verantwoordelijke moet ook analytisch kunnen werken naar

het oplossen van problemen toe. Zij is uiteraard in staat om systematisch

en doelgericht te werken. Daarbij is het belangrijk om efficiënt en planmatig

te werk te gaan.

Van een dagelijks verantwoordelijke mag men vragen dat zij een aantal

administratieve taken op zich neemt.

Het is heel belangrijk dat de dagelijks verantwoordelijke zelfstandig kan

werken. Zij staat er immers grotendeels alleen voor in het uitvoeren van

haar taken. Aan de andere kant is “Ten Olme” een OCMW instelling en

moet zij dus ook kunnen samenwerken met andere diensten van deze

instelling.

7.6.2.3. Attitudes

Het lijkt me heel logisch dat van een dagelijks verantwoordelijke binnen een

serviceflat een aantal basisattitudes verwacht worden. Voor de persoon die

deze functie op zich neemt voor “Ten Olme” staan deze duidelijk in het

functieprofiel omschreven. Er wordt van de verantwoordelijke verwacht dat

zij leergierig is, en dat zij in staat is tot kritische (zelf)analyse.

Een attitude die ik persoonlijk heel belangrijk vind en die specifiek vermeld

wordt in het functieprofiel is de vaardigheid om te luisteren en respect op te

brengen voor anderen.

Gezien de taken van de dagelijks verantwoordelijke en de verantwoorde-

lijkheid die de job met zich meebrengt lijkt het me normaal dat zij een

creatieve en inventieve aanpak combineert met flexibiliteit en actieve

betrokkenheid in de serviceflats.

Page 58: THESIS Service Flats

58

7.7 Besluit

In dit hoofdstuk ben ik iets dieper ingegaan op de instelling waar mijn

onderzoek over handelt. Het lijkt me heel belangrijk om een kijk te krijgen

op “Ten Olme”, zijn bewoners en zijn verantwoordelijken voor ik aan het

onderzoek kan beginnen. Nu ik “Ten olme” uitgebreid heb omschreven wil

ik in het volgende hoofdstuk overgaan tot het onderzoeksopzet.

Page 59: THESIS Service Flats

59

Hoofdstuk 8

Onderzoeksopzet

8.1. Inleiding Nadat ik in het eerste gedeelte van dit eindwerk een theoretisch kader heb

geschetst rond de serviceflat en het tevredenheidsonderzoek wil ik in dit

hoofdstuk ingaan op het onderzoek dat ik zal voeren om de doelstelling die

ik in mijn probleemstelling heb vooropgesteld te bereiken.

8.2. Type onderzoek

Aan de hand van de verzamelde informatie, in het theoretisch gedeelte

terug te vinden, heb ik geopteerd voor een beschrijvend onderzoek. Het is

namelijk niet de bedoeling om samenhangen tussen bepaalde fenomenen

te (onder)zoeken. Ook heb ik geen hypothese geformuleerd over bepaalde

zaken en of ze al dan niet voorkomen.

Het is mijn bedoeling om na te gaan of de bewoners van de serviceflats

“Ten Olme” tevreden zijn. Zoals in vorige hoofdstukken bleek is

tevredenheid een moeilijk begrip, en daarom vind ik het ook heel belangrijk

om met de doelgroep echt in communicatie te treden. Ik wil achterhalen of

de bewoners tevreden zijn, of zij knelpunten of tekorten ervaren. Daarom

zal ik de onderzoeken gaan voeren aan de hand van groepsgesprekken.

Wanneer ik de gesprekken heb gevoerd, en ze heb geanalyseerd wil ik aan

Mevrouw Toye, de dagelijks verantwoordelijke van “Ten Olme” de

resultaten meedelen, en ook een aantal adviezen formuleren over wat

veranderd zou kunnen worden. Het kan natuurlijk ook zijn dat de mensen

echt tevreden zijn en niet vinden dat er wijzigingen nodig zijn.

Verder wil ik aan de hand van de groepsgesprekken ook achterhalen of er

nog behoeften heersen onder de bewoners, die op een eenvoudige manier

kunnen ingevuld worden.

Page 60: THESIS Service Flats

60

8.2. Grondvorm

Het onderzoek dat ik voer bij de bewoners van serviceflat “Ten Olme” is

een kwalitatief onderzoek. Het gaat hier niet om een experiment. Ik ga dus

geen populatie gaan “manipuleren”. Ik werk ook niet met een

controlegroep. De grondvorm die ik ga gebruiken is een vorm van survey.

Ik ga dit onderzoek uitvoeren aan de hand van groepsgesprekken.

8.3. Het onderzoeksontwerp

Nadat ik door het opmaken van het theoretisch gedeelte gekomen ben tot

een duidelijk afgebakende probleemstelling kan ik nu de overstap maken

van theorie naar praktijk.67

Nu voor mij, aan de hand van de theorie duidelijk is geworden wat ik

precies wil onderzoeken en ik ook het type onderzoek en de grondvorm

heb bepaald, kan ik nu mijn uiteindelijke onderzoeksontwerp gaan

uitwerken.

8.3.1. Onderzoekspopulatie

Ik kies ervoor om mijn volledige onderzoekspopulatie, namelijk alle

bewoners van serviceflats “Ten Olme” te betrekken bij het onderzoek. Ik ga

dus niet werken met een steekproef.

De reden dat ik er voor kies om iedere bewoner bij het onderzoek te

betrekken is dat ik toch een heel duidelijk beeld wil krijgen van hoe

tevreden mensen zijn over de dienstverlening in “Ten Olme”, en welke

behoeften er nog heersen onder de bewoners. Ik vind het belangrijk dat

iedereen zijn mening kan zeggen.

8.3.2. Gegevensverzamelingsmethode

Er zijn drie methodes om gegevens te verzamelen. Je kan gegevens

verzamelen aan de hand van voorhanden zijnde materiaal. Wanneer deze

methode niet aangewezen is, kan je er voor kiezen om de gegevens te

Page 61: THESIS Service Flats

61

verzamelen aan de hand van observatie of door het stellen van vragen.

Deze laatste methode kan men toepassen aan de hand van enquêtes,

interviews of groepsgesprekken.

De groep mensen bij wie ik het onderzoek wil uitvoeren is toch redelijk

groot, het gaat om achtentachtig respondenten. Ik kies er, zoals reeds

eerder vermeld, heel bewust voor om iedereen de kans te geven aan het

onderzoek deel te nemen.

Het is echter moeilijk om iedere bewoner individueel te gaan bevragen.

Daarom heb ik er voor gekozen om groepsgesprekken te organiseren. Een

andere reden waarom ik kies voor de methode van groepsgesprekken is

het feit dat er een sociale context wordt gecreëerd. Deze sociale context

kan een stimulerende werking hebben op de deelnemers. Door de mening

van anderen te horen krijgt de respondent meer inzicht in zijn eigen opinie.

Er wordt tijdens een groepsgesprek ook dieper nagedacht over een

onderwerp dan tijdens een interview68. Het nadeel is wel dat diezelfde

context bij bepaalde mensen een afremmend effect kan hebben.

Ik kies er voor om verschillende groepsgesprekken te organiseren, omdat

een grote groep te onoverzichtelijk is en de kans bestaat dat het gesprek te

chaotisch zal verlopen. Daarom heb ik beslist om de bewoners per verdiep

uit te nodigen69.

8.3.3. Gegevensverzameling70

Om mijn groepsgesprekken in goede banen te leiden wil ik de onderwerpen

introduceren aan de hand van de Gibson methode. De methodiek werd

ontwikkeld om opvattingen van cliënten over een geleverde dienstverlening

in een groepsbijeenkomst op tafel te krijgen.

Deze methode bestaat er in aan het begin van het gesprek een aantal

stellingen te introduceren door ze op kaarten te schrijven, die de

deelnemers dan kunnen beoordelen. De deelnemers maken dan duidelijk

67 C. VANSEVEREN, Wetenschappelijke literatuur en rapportage , niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004 68 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG 69 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG 70 R. KRACHTEN, De vraag aan bod, De Gibsonmethode, http://www.qualiteit.nl/gibson.htm

Page 62: THESIS Service Flats

62

met welke stelling ze het al dan niet eens zijn. Er wordt enkel

gediscussieerd over stellingen waar onenigheid over bestaat.

8.3.4. Registratie van de gegevens71.

De gegevens van een groepsgesprek worden uitgewerkt in een verslag,

vergelijkbaar met het verslag van een vergadering. Dat kan op

verschillende manieren worden aangepakt. Je kan ervoor kiezen om

letterlijk te notuleren, en dan een verslag uit te werken. Dat betekent

uiteraard dat de gespreksleider iemand bij zich moet hebben die notuleert.

Een andere manier is om het gesprek op te nemen en steekwoorden te

noteren. Op die manier kan je naderhand ook een letterlijk afschrift maken

van het verslag. Ik heb niet gekozen voor deze manier omdat het volgens

Nancy Toye belemmerend zou werken voor de ouderen. Ook Bart Denys is

het met deze stelling eens. Ik heb bij verschillende mensen tijdens het

huisbezoek gepolst naar wat zij ervan zouden vinden moest het gesprek

opgenomen worden. Ik had zelf ook de indruk dat zij dat liever niet zouden

hebben. De methode van verslaggeving die ik heb gekozen is het noteren

van steekwoorden om er dan achteraf een verslag van te maken. Ik heb

voor deze methode gekozen omdat ik op die manier mijn volledige

aandacht bij het gesprek kon houden. Ik zal bij het opmaken van mijn

verslag per aangeboord thema kort noteren wat er gezegd werd. Om de

anonimiteit van de aanwezigen te bewaren zal ik niet noteren wie iets

gezegd heeft.

8.3.5. Analyse van de gegevens72,73

Omdat ik niet met voorgestructureerde vragen werk, zal het ook niet

mogelijk zijn om de analyse van de gegevens te structureren. Het gaat er

immers niet om dat ik kwantitatieve gegevens wil verzamelen. Het is voor

mij veel belangrijker dat ik een algemene indruk krijg over hoe tevreden de

bewoners zijn. Ook de reden waarom ze een bepaalde mening hebben en

de mogelijke oorzaak daarvan zijn voor mij veel interessanter.

71 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG 72 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG 73 J. CALLENS, Methodisch handelen, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Page 63: THESIS Service Flats

63

Nadat ik van elk groepsgesprek een verslag heb opgemaakt, zal ik aan de

hand van een stappenplan de gegevens gaan analyseren. Het stappenplan

bestaat er in op een systematische manier de gegevens van iedere stelling

per groepsgesprek te gaan samenvoegen, zodat het gemakkelijk is om de

resultaten per stelling te gaan vergelijken tussen de verschillende

groepsgesprekken onderling.

8.4. Besluit

In dit hoofdstuk is mijn onderzoeksopzet duidelijk gemaakt, in de volgende

hoofdstukken zal de praktische uitvoering worden uitgelegd. In een eerste

fase wil ik de voorbereiding van de groepsgesprekken uiteenzetten.

Page 64: THESIS Service Flats

64

Hoofdstuk 9

Voorbereiding van de groepsgesprekken

9.1. Inleiding

In dit hoofdstuk zal ik heel specifiek beschrijven hoe ik het heb aangepakt

in de voorbereidingsfase naar de groepsgesprekken toe.

9.2. Welke onderwerpen moeten aan bod komen

In de voorbereidingsfase van dit eindwerk heb ik verschillende gesprekken

gevoerd met Nancy Toye, dagelijks verantwoordelijke en met Bart Denys,

coördinator dienstencentra. Zij hebben immers een veel beter zicht op wat

nu precies moet bevraagd worden.

We willen aan de hand van de groepsgesprekken te weten komen of de

bejaarden die in “Ten Olme” wonen tevreden zijn over de dienstverlening in

de serviceflat. Verder is het de bedoeling om aan de hand van de

groepsgesprekken te weten te komen of de bewoners van “Ten Olme” nog

lacunes ervaren in de dienstverlening en in de infrastructuur. Een

voorbeeld kan dat misschien wat duidelijker maken. Toen ik een praatje

maakte met een aantal mensen in de zithoek van de inkomhal vertelde ik

wat ik eigenlijk van plan was. Toen zei een van de bewoners heel

spontaan: “het is hier allemaal dik in orde, maar het zou toch leuk zijn

moest de cafetaria open zijn op zondagnamiddag”. Naast het onderzoeken

van tevredenheid zijn dat precies de zaken waar ik naar op zoek wil gaan

door middel van de groepsgesprekken.

9.3. Introductie van het onderzoek

Tijdens de nieuwjaarreceptie, waar ik ook aanwezig was, heeft Nancy Toye

in haar toespraak al vermeld dat er een dergelijk onderzoek zou worden

uitgevoerd. Ik ben die avond dan ook tegen de mensen gaan praten en heb

mezelf voorgesteld. De eerste reactie van de ouderen was dat dat eigenlijk

niet nodig was, zo’n onderzoek, dat iedereen heel tevreden is in “Ten

Page 65: THESIS Service Flats

65

Olme”. Ik heb zelf ook wel de indruk dat de mensen zich daar gelukkig

voelen.

Ik vind het heel belangrijk om de mensen ook nog eens persoonlijk uit te

nodigen voor de groepsgesprekken. Daarom heb ik een brief opgesteld,

waarin ik de mensen duidelijk uitleg wat de bedoeling is van het gesprek.

Deze brief (zie bijlage) gooi ik niet in de brievenbus, ik ga bij alle bewoners

op huisbezoek en geef de brief persoonlijk af. Uiteraard neem ik dan ook

de tijd voor wat social talk en eventueel bijkomende uitleg.

Ik ben me bewust van het feit dat deze persoonlijke introductie zeer

tijdrovend zal zijn. Toch wil ik het op die manier doen. Ik ben er namelijk

van overtuigd dat mensen veel meer gemotiveerd zijn om aan iets deel te

nemen wanneer zij daar persoonlijk voor worden uitgenodigd74.

In informele momenten probeer ik de bewoners ook voor de gesprekken

aan te zetten. Ik leg dan uit wat ik ga doen en vraag hen dan ook om eens

na te denken of er eventueel zaken zijn die zij gewijzigd willen zien.

9.4. Voorbereiding van de gesprekken

9.4.1. Gespreksruimte

Het eerste wat ik moet doen is uiteraard zorgen voor een ruimte waar de

gesprekken kunnen plaatsvinden. In overleg met de dagelijks

verantwoordelijke heb ik er voor gekozen om de gesprekken te laten

doorgaan in het zaaltje van “Ten Olme”. Ik kies er specifiek voor om de

gesprekken in “Ten Olme” te laten doorgaan omdat het mijn overtuiging is

dat de drempel lager zal zijn wanneer het gesprek “thuis” doorgaat, in het

eigen gebouw. Daarom maak ik ook geen gebruik van de hobbyruimtes die

ter beschikking zijn in “De Zonnewijzer”.

74 C. VANSEVEREN, Wetenschappelijke literatuur en rapportage , niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Page 66: THESIS Service Flats

66

9.4.2. Onderzoeksmethode

Ik wil het onderzoek voeren aan de hand van de Gibson-methode, die ik

reeds aangehaald heb in het vorige hoofdstuk. De Gibson techniek bestaat

uit drie fases.

9.4.2.1. Aanvang van het gesprek

De begeleider geeft uitleg over de methodiek. Daarna kunnen de

gespreksdeelnemers de stellingen lezen. Die zijn door de gespreksleider

op losse kaartjes neergeschreven.

De stellingen waar men het mee eens is, worden opgepakt. De stellingen

die blijven liggen, zijn dus stellingen waar niemand het mee eens is. Deze

stellingen worden verwijderd en in een envelop gestopt waar “oneens” op

staat.

De stellingen die ik zal gebruiken, zijn de volgende:

1. Ik ken mijn buren

Reden voor het gebruik van de stelling: Men wil peilen naar de contacten

die mensen hebben binnen Ten Olme en of er veel eenzaamheid is in de

serviceflat.

2. Op het personeel kan je rekenen

Reden voor het gebruik van deze stelling: men wil peilen hoe tevreden de

Bewoners zijn over het personeel van “Ten Olme”.

3. Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer

Reden voor het gebruik van deze stelling: men wil achterhalen of De

Zonnewijzer vaak gebruikt wordt, omdat dan ook een beeld geeft van de

tevredenheid van de dienstverlening in De Zonnewijzer door de bewoners

van “Ten Olme”.

Page 67: THESIS Service Flats

67

4. Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf

Reden voor het gebruik van deze stelling: men wil achterhalen of er

behoefte is aan een boodschappendienst.

5. De tuin is goed onderhouden

Reden voor het gebruik van deze stelling: men wil achterhalen of de

bewoners tevreden zijn over hoe de tuin wordt onderhouden.

6. Ik voel me thuis in “Ten Olme”

Reden voor het gebruik van deze stelling: achterhalen of er een algemeen

gevoel van tevredenheid heerst bij de bewoners van “Ten Olme”.

7. De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen tevreden zijn

over het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimtes.

8. Ik wil meer contact met de andere bewoners

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of er behoefte is aan

activiteiten die het contact tussen de bewoners bevorderen.

9. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen tevreden zijn

over het onderhoud van de gordijnen, zowel de gordijnen in de

gemeenschappelijke ruimten als de gordijnen van de individuele flats,

gereinigd door “De Zonnewijzer”.

10. De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of men tevreden is over het

onderhoud van de vensters binnen de gemeenschappelijke ruimten.

11. Ik wil meewerken als vrijwilliger in “Ten Olme”

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of er mensen zijn die zich

willen opgeven voor vrijwilligerswerk binnen “Ten Olme”.

12. Ik heb voldoende activiteiten in het weekend

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of er behoefte is aan

activiteiten in het weekend. Er wordt met deze stelling en de stelling rond

Page 68: THESIS Service Flats

68

winteravonden gepeild naar de mate van eenzaamheid die heerst in “Ten

Olme”.

13. Ik weet waar ik met mijn problemen terechtkan

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen weten bij wie

ze met welk probleem terechtkunnen, en of ze tevreden zijn over de hulp

en steun die ze daarbij krijgen.

14. Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of er behoefte is aan

activiteiten tijdens de winteravonden.

15. De huishoudapparaten zijn goed onderhouden

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen tevreden zijn

over het onderhoud van de huishoudapparaten die door “Ten Olme”

worden geleverd. Er wordt tevens ook gepeild of de senioren tevreden zijn

over de diensten die de klusjesmannen leveren.

16. Toen ik naar "Ten Olme" kwam kreeg ik voldoende informatie

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen tevreden zijn

over de hoeveelheid aan informatie en het nut van de informatie die zij

kregen toen zij de overstap maakten van hun vorige woonvorm naar "Ten

Olme".

17. Ik heb voldoende privacy

Reden voor gebruik van deze stelling: nagaan of de mensen tevreden zijn

over de mate waarin hun privacy binnen “Ten Olme” gerespecteerd wordt

door het personeel.

18. Ik voel mij veilig in Ten Olme

Reden voor gebruik van deze stelling : Nagaan of de mensen tevreden zijn

over de veiligheidsmaatregelen die binnen Ten Olme getroffen worden,

zoals het automatisch sluiten van de deuren, en de permanentie.

Page 69: THESIS Service Flats

69

19. Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd

wordt

Reden voor gebruik van deze stelling: Nagaan of de mensen tevreden zijn

over de manier waarop de bewonersraad georganiseerd wordt sinds Nancy

de functie van dagelijks verantwoordelijke op zich heeft genomen.

9.4.2.2. Stellingen opnieuw beoordelen

De deelnemers krijgen nu de kans om de overgebleven stellingen te

bekijken. Stellingen waar men het niet mee eens is, worden omgedraaid.

De overige stellingen zijn stellingen waar iedereen het mee eens is, en die

worden dan ook in een envelop gestopt met het opschrift “eens”. De

overige stellingen zijn stellingen waar onenigheid over bestaat.

Ik vind deze methode van werken heel handig, maar gezien de leeftijd van

mijn doelgroep vond ik deze techniek te omslachtig. Ik kies er dan ook voor

om de stellingen voor te lezen, en de mensen een antwoordfiche te geven.

Zij moeten dan enkel akkoord of niet akkoord aankruisen. Het geeft mij ook

de kans om de stellingen, indien nodig, verder uit te leggen. Op die manier

zal ik ook niet geconfronteerd worden met mensen die er niet aan gedacht

hebben hun bril mee te nemen en daarom niet kunnen deelnemen aan

deze fase van de bijeenkomst.

Nadat ik alle stellingen heb voorgelezen en iedereen zijn antwoorden heeft

aangekruist haal ik de kaartjes op. Terwijl ik de resultaten noteer kunnen de

mensen onder elkaar praten. Pas wanneer ik al de resultaten heb

genoteerd kunnen we verder gaan met de volgende fase.

9.4.2.3. Bespreking

De resterende stellingen worden een voor een besproken. Het is bij deze

discussie niet van belang te weten hoeveel voor- en tegenstanders er zijn.

Wat wel belangrijk is, zijn de argumenten die de respondenten aanbrengen

ter verdediging van hun opinie.

Page 70: THESIS Service Flats

70

9.4.3. Gespreksgids75

Om mijn gesprekken vlotter te doen verlopen, en om ook een uniforme

vraagstelling te hebben binnen ieder gesprek, heb ik er voor gekozen om

een gespreksgids op te maken. Deze gids bevat een checklist van de

gegeven onderwerpen en ook welke aandachtspunten in het oog moeten

worden gehouden met betrekking tot onder andere het onthaal van de

deelnemers. In de gespreksgids heb ik ook nog eens de rol van de

gespreksleider genoteerd. Dit omdat het voor mij een steun is om dat op

papier te hebben terwijl ik mijn gesprekken met de bewoners leid.

9.4.3.1. Aanwijzingen voor de gespreksleider

In deze aanwijzingen staat in hoeverre de thema’s aan bod moeten komen,

ook of er al dan niet een volgorde moet gehanteerd worden. Er worden

ook, indien nodig, richtlijnen gegeven over de formulering van de vragen.

De aanwijzingen die ik in de gespreksgids aan bod liet komen waren de

volgende.

Alle thema’s moeten bevraagd worden, in de eerste fase van het gesprek,

bij het voorlezen van de stellingen. In de tweede fase wordt enkel datgene

bekeken waar onenigheid over bestaat of waar de meerderheid negatief op

antwoord.

De volgorde van de thema’s is niet belangrijk, het is wel belangrijk dat je

goed bijhoudt welke thema’s reeds besproken werden.

De vragen mogen hergeformuleerd worden bij onduidelijkheid, eventueel

zelfs naar het dialect of het Frans worden vertaald.

De gespreksleider moet zich zo neutraal mogelijk opstellen en mag niet

deelnemen aan de discussie. Hij moet wel de thema’s bewaken, zorgen dat

er niet te ver wordt afgeweken en indien nodig voldoende doorvragen.

75 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG

Page 71: THESIS Service Flats

71

9.4.3.2. Introductie van het gesprek

Tijdens de introductie van het gesprek, moeten een aantal zaken zeker aan

bod komen. In het geval van de groepsgesprekken met de bewoners van

“Ten Olme” zijn dat de volgende zaken.

Verwijzing naar de brief en de individuele huisbezoeken. Daarbij ook

zeggen dat iedereen uitgenodigd is op het gesprek omdat het belangrijk is

dat iedereen zijn mening mag laten horen. Vertellen dat het om een

onderzoek gaat dat peilt naar de tevredenheid van de bewoners en dat de

organisatie van "Ten Olme" de opdracht heeft gegeven voor het onderzoek.

Ook het doel van het onderzoek moet vermeld worden. Men wil weten of de

mensen tevreden zijn in “Ten Olme” en wat men kan doen om dit gevoel

nog te verhogen. Niet vergeten te zeggen dat er aan de hand van de

gesprekken verslagen worden opgemaakt, en dat deze verslagen dan

zullen verwerkt worden, zodat er conclusies en aanbevelingen worden uit

getrokken. Ook zeggen dat er geen namen genoteerd worden. De enige

namen die in het interview voorkomen zijn de namen van de mensen die

zich opgeven om als vrijwilliger mee te werken.

9.4.3.3. De gespreksthema’s

In dit onderdeel van de gespreksgids overloop ik de thema’s, maar vooral

de thema’s waarin een aantal zaken zeker aan bod moeten komen.

Ik ken mijn buren

Mensen die net naast u wonen en recht tegenover u

Op het personeel kan je rekenen

Zowel de dagelijks verantwoordelijke als de poetsdames, de klusjesman.

Ook de permanentieverantwoordelijke hoort hier bij

Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer

Zeker nagaan waarom iemand naar De Zonnewijzer gaat

Reden achterhalen waarom iemand niet naar De Zonnewijzer gaat

Page 72: THESIS Service Flats

72

Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf

Achterhalen wie ze dan wel doet

Is er een oplossing in geval van nood?

Achterhalen of er noodzaak is aan boodschappendienst georganiseerd

door "Ten Olme".

Het onderhoud van de gordijnen is voldoende

Achterhalen of de mensen op de hoogte zijn van de nieuwe service

Ik wil meewerken als vrijwilliger in “Ten Olme”

Namen noteren van wie eventueel wil helpen en wat hij wil doen

Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd wordt

Achterhalen of men ideeën heeft rond de organisatie van de bewonersraad.

9.4.4. Registratie van de groepsgesprekken

Om de gesprekken goed te doen verlopen, is het voor mij belangrijk dat ik

nota kan nemen. Ik kan me voorstellen dat de deelnemers ook graag iets

opschrijven. Daarom zal ik er voor zorgen dat op elke tafel pennen en

papier liggen. Vooraan in de ruimte zorg ik voor een flap-over. Daarop kan

ik dan eventuele stellingen of belangrijke kernwoorden noteren. Aan de

hand van wat daarop geschreven staat, kunnen de mensen zich beter

oriënteren in het gesprek.

Om in een later stadium een verslag te kunnen opmaken van de

gesprekken, zal ik tijdens de gesprekken een aantal kernwoorden noteren.

Deze worden dan verwerkt in een verslag, dat vergelijkbaar is met een

verslag van een vergadering76.

9.4.4. Ontvangst

Omdat ik wil dat de bewoners zich meteen welkom voelen, zal ik er voor

zorgen dat de ruimte gezellig aangekleed is. Ik zal er voor zorgen dat de

tafels zo geschikt staan dat alle deelnemers elkaar kunnen zien. Een

76 C. VANSEVEREN, Wetenschappelijke literatuur en rapportage , niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Page 73: THESIS Service Flats

73

tafelkleedje en een bloemetje op de tafels zorgen meteen voor een

gezellige sfeer.

Wanneer de mensen aankomen, zal ik aan de ingang staan om hen te

verwelkomen. Het is mijn overtuiging dat mensen die vriendelijk onthaald

worden zich beter op hun gemak zullen voelen. Op die manier draag je ook

bij tot de veilige sfeer77 waarin de mensen zich beter zullen uiten.

9.4.4. Pauze

Tijdens de pauze kan er informeel met de aanwezigen worden gesproken.

Uiteraard zullen zij ook onderling met elkaar spreken. Een pauze dient dus

niet enkel om even de gedachten tot rust te laten komen, maar is ook een

sociaal gegeven.

Tijdens de pauze wil ik de deelnemers koffie en cake aanbieden.

9.4.5. Afsluiten van het gesprek

Ter afsluiting van het gesprek wil ik iedereen bedanken. Het is ook

belangrijk dat de mensen feedback krijgen over de resultaten van de

groepsgesprekken. Daarom zal ik hen op de hoogte houden van de

belangrijkste conclusies, en eventuele veranderingen die door het voeren

van dit onderzoek uitgevoerd zijn.

9.5. Besluit

Zoals in dit hoofdstuk duidelijk wordt, komt er heel veel bij de voorbereiding

van een groepsgesprek kijken. Maar daarmee is de kous nog niet af, nadat

de gesprekken zijn uitgevoerd moeten de gegevens verwerkt worden. Aan

de hand van die gegevens kan ik dan een aantal besluiten formuleren. Dit

komt aan bod binnen de volgende hoofdstukken.

77 H. BUYSE, Collectieve gezondheidspromtie, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, , 2004

Page 74: THESIS Service Flats

74

Hoofdstuk 10

Uitvoering van de gesprekken en verslaggeving

10.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het verloop van de groeps-

gesprekken. Ik vind het ook belangrijk dat er een aantal knelpunten

aangehaald worden, die ik tijdens het voeren van de gesprekken met de

bewoners heb ervaren. Daarom zal ik in dit hoofdstuk van ieder gesprek

een product- en procesevaluatie geven.

10.2. Opkomst

Ik heb, zoals reeds eerder aan bod is gekomen, alle bewoners persoonlijk

uitgenodigd om aan de groepsgesprekken deel te nemen. In totaal wonen

er achtentachtig mensen in “Ten Olme”. Er zijn vierenveertig mensen naar

de groepsgesprekken gekomen, dat betekent dat de helft van de bewoners

op de groepsgesprekken aanwezig was.

Uiteraard waren er mensen die niet aanwezig konden zijn door ziekte of

door het feit dat ze op vakantie waren. Andere redenen waarom iemand

niet aanwezig was heb ik niet kunnen achterhalen.

10.3. Verloop van de gesprekken

Ik heb in totaal vier groepsgesprekken gevoerd. De kleinste groep was met

zeven aanwezigen, in de grootste groep waren er zeventien aanwezigen.

Volgens mij zijn de gesprekken goed verlopen. Ik ben er namelijk van

overtuigd dat ik aan de hand van de gesprekken mijn doel zal kunnen

bereiken. Ik wil achterhalen hoe tevreden de bewoners zijn over "Ten

Olme" en de dienstverlening.

Page 75: THESIS Service Flats

75

10.3.1. Evaluatie van de gesprekken

Ik had nog nooit de rol van gesprekleider op mij genomen. Het was voor mij

dan ook niet zo eenvoudig om de gesprekken in goede banen te leiden.

Het eerste gesprek verliep een stuk minder vlot dan het laatste. Al doende

leert men, en daarom wil ik dan ook per gesprek een evaluatie geven,

zowel naar product als naar proces.

10.3.1.1. Procesevaluatie eerste groepsgesprek

Bij aanvang van het eerste gesprek heb ik de Gibson methode niet duidelijk

genoeg uitgelegd. De mensen hadden nogal wat vragen rond de aanpak.

Ze begrepen niet goed wat hen te doen stond met dat antwoordformulier.

De uitleg die ik tijdens het eerste gesprek had gegeven rond de werkwijze

was voor vele mensen niet echt duidelijk. Ik vind ook dat ik niet duidelijk

genoeg de gespreksregels heb uiteengezet. Dit had tot gevolg dat de

mensen snel door elkaar begonnen te praten, wat een productieve

discussie in de weg stond.

Pas nadat ik mijn uitleg nog eens had gegeven was alles duidelijk. Daarom

heb ik er tijdens de andere gesprekken heel goed op gelet om heel duidelijk

en concreet uitleg te geven omtrent de werkwijze.

Ik had wel het gevoel dat de mensen zich vrij genoeg voelden om hun

mening te uiten. Er was echter een aanwezige die constant het voortouw

wou nemen, en dat werd na verloop van tijd storend voor de andere

deelnemers. Dan heb ik ingegrepen volgens de technieken die ik in het

theoretisch gedeelte heb uitgelegd.

10.3.1.2. Productevaluatie eerste groepsgesprek

Nadat ik met de aanwezigen een aantal afspraken gemaakt had, verliep het

gesprek een stuk vlotter. Ik heb ook de informatie verkregen die ik wilde

bekomen. Doordat ik het verslag onmiddellijk heb gemaakt na het gesprek,

en tijdens het gesprek ook per thema kernwoorden heb genoteerd, is het

verslag compleet.

Page 76: THESIS Service Flats

76

10.3.1.3. Procesevaluatie tweede groepsgesprek

Aan de hand van wat ik tijdens het eerste gesprek ervaren heb, heb ik er

voor gekozen om bij aanvang van dit gesprek heel uitgereid uitleg te geven

over de methode waarop dit gesprek gevoerd wordt. Ik heb gemerkt dat de

uitleg dit keer een stuk duidelijker was.

Toen de mensen hun mening moesten geven over de stellingen, ontstond

er meteen discussie. Het is uiteraard de bedoeling dat dat gebeurt, maar

niet tijdens de eerste fase van het gesprek. Dat heb ik dan ook onmiddellijk

een halt toegeroepen. Ik heb de mensen gevraagd om hun mening even

voor zich te houden. Ik heb daarbij de nadruk gegeven dat iedereen later

de kans zal krijgen om zijn mening te uiten.

10.3.1.4. Productevaluatie tweede groepsgesprek

Ik heb er veel aandacht aan besteed om bij aanvang van het gesprek nog

eens goed uit te leggen wat het doel was van het gesprek. Op die manier

wilde ik bekomen dat de mensen zich vrij voelden om alles te zeggen. Het

was de bedoeling om de tevredenheid van de bewoners na te gaan en te

kijken of er volgens hen nog lacunes ervaren werden. Ik vond het heel

belangrijk dat de aanwezigen wisten dat er zeker geen negatieve

consequenties zouden volgen op hetgene er gezegd werd. Ik denk dat ik

het doel van mijn gesprek bekomen heb.

10.3.1.5. Procesevaluatie derde groepsgesprek

Tijdens dit derde groepsgesprek heb ik de werkwijze heel duidelijk

uitgelegd. Tijdens deze vergadering waren maar zeven mensen aanwezig,

dus heb ik niet zo veel aandacht aan de spelregels besteed. Ik heb ze

uiteraard wel uitgelegd.

Tijdens dit groepsgesprek heb ik ook weinig problemen ervaren. Er was wel

een bewoner aanwezig, die niet actief deelnam aan het gesprek. Ik heb

dan ook enkele pogingen ondernomen om hem bij het gesprek te

betrekken. Na afloop vertelde hij mij dat hij dat wel op prijs stelde, maar dat

Page 77: THESIS Service Flats

77

het voor hem niet zo gemakkelijk is om in groep te spreken. Hij vindt het

belangrijk om aanwezig te zijn, en om te luisteren naar het gesprek.

10.3.1.6. Productevaluatie derde groepsgesprek

Ik heb een duidelijk verslag kunnen maken, mede doordat de aanwezigen

niet door elkaar hebben gepraat, en respect hadden voor elkaars mening.

10.3.1.7. Procesevaluatie vierde groepsgesprek

Op dit groepsgesprek waren zeventien aanwezigen. Daarom heb ik heel

veel aandacht besteed aan de spelregels. Uiteraard heb ook aandacht

besteed aan de werkwijze.

Gezien het om een grote groep ging, was het niet zo eenvoudig om een

goed gesprek te krijgen. De mensen hadden de neiging door elkaar te

praten en ook discussies te voeren in kleine groepjes. Ik heb dan ook

regelmatig de aandacht van de groep moeten vestigen op de

gespreksregels.

Dit was mijn laatste groepsgesprek, en enkele mensen hebben mij

geholpen met het opruimen. Ik had echter het gevoel dat ze nog iets wilden

vertellen. Toen ik hen vroeg waarom ze deze zaken niet tijdens het gesprek

zelf hadden verteld, zeiden ze me dat het niet voor de oren van de hele

groep bestemd was. Het ging ook wel over zaken die tamelijk privé waren

en die ik met Nancy heb besproken, maar die ik niet verder in dit eindwerk

aan bod zal laten komen.

10.3.1.8. Productevaluatie vierde groepsgesprek

Ik heb tijdens dit gesprek veel aandacht moeten besteden aan de

gespreksregels en heb dan ook heel veel aandacht aan de groep moeten

besteden. Daarom was het voor mij ook niet zo eenvoudig om

steekwoorden te noteren. Ik heb dan ook onmiddellijk na het gesprek mijn

verslag gemaakt, op die manier heb ik er voor gezorgd dat het verslag

volledig was, en dat er niets vergeten is.

Page 78: THESIS Service Flats

78

10.4. Verslagen

Na elk groepsgesprek heb ik onmiddellijk een verslag gemaakt. Het is

volgens mij belangrijk om een verslag zo snel mogelijk na het gesprek te

maken, dit omdat het dan nog fris in het geheugen zit.

10.4.1. Verslag groepsgesprek gelijkvloers

In bijlage vindt u het verslag van het gesprek met de aanwezige bewoners

van het gelijkvloers. Dit was het eerste groepsgesprek dat ik heb gevoerd.

Er waren tien bewoners aanwezig.

10.4.2. Verslag groepsgesprek eerste verdiep

In bijlage vindt u het verslag van het gesprek met de bewoners van het

eerste verdiep. Dit was het tweede groepsgesprek dat ik voerde. Er waren

elf bewoners aanwezig.

10.4.3. Verslag groepsgesprek tweede verdiep

In bijlage vindt u het verslag van het groepsgesprek dat ik heb gevoerd met

de mensen van het tweede verdiep. Dit was het derde groepsgesprek dat ik

heb gevoerd. Er waren zeven mensen aanwezig.

10.4.4. Verslag groepsgesprek derde en vierde verdiep

In bijlage vindt u het verslag van het groepsgesprek dat ik heb gevoerd met

de mensen van het derde en het vierde verdiep. Ik heb er voor gekozen om

deze twee verdiepingen samen te nemen omdat er minder flats en dus

minder bewoners op deze etages zijn, dan op de overige verdiepen.

Er waren zeventien bewoners aanwezig.

10.5. Besluit

In dit hoofdstuk is kort weergegeven hoe de gesprekken zijn verlopen. Nu

deze gesprekken zijn uitgevoerd en er een verslag van elk gesprek is

gemaakt, kan ik aan de hand van deze verslagen dan een analyse maken

van de gegevens en conclusies en voorstellen formuleren.

Page 79: THESIS Service Flats

79

Hoofdstuk 11

Analyse door een algemeen verslag

11.1. Inleiding

Nadat in de vorige hoofdstukken de uitvoering van de groepsgesprekken

aan bod is gekomen, kan ik nu evolueren naar het volgende stadium. Ik zal

de gesprekken analyseren door het maken van een algemeen verslag van

alle groepsgesprekken, waarin duidelijk de gelijkenissen en de verschillen

aan bod komen.

11.2. Analyse met behulp van een stappenplan78

Om de gegevens op een toch min of meer gestructureerde manier te

kunnen analyseren is het aangewezen een stappenplan te volgen.

In een eerste fase moeten de gespreksthema’s genummerd worden. In het

geval van de gesprekken die ik heb gevoerd is dat niet zo moeilijk, gezien

elke stelling als een gesprekthema kan worden gezien. De nummering is

ook al gebeurd. Er zijn 19 thema’s. De thema’s en de nummering zijn terug

te vinden in hoofdstuk 9, onder 9.4.2. Nummer 20, andere opmerkingen,

moet zeker in de analyse opgenomen worden, maar behandelt niet één

thema. Het zijn allerhande zaken die voor de bewoners belangrijk zijn,

maar die niet onder een van de andere thema’s vallen.

Ik kies er voor om een analyse uit te voeren per groepsgesprek en niet per

aanwezige. De nummering van de groepsgesprekken is als volgt. Het

groepsgesprek met het gelijkvloers is nummer 1, het groepsgesprek met

het eerste verdiep is nummer 2, het tweede verdiep draagt nummer 3 en

het derde en vierde verdiep vormen respondent nummer 4.

Nu kan ik een tabel maken met kolommen. In de eerste kolom komt het

nummer van het groepsgesprek. De titel van de tweede kolom is

78 A, PEMBERTON, B, BULDER, Tevredenheid gemeten, een handleiding, VVSG

Page 80: THESIS Service Flats

80

“themanummer” en in kolom nummer drie staan de antwoorden. In

bepaalde situaties kan het nuttig zijn om de antwoorden te coderen en daar

kan dan een vierde kolom voor worden aangemaakt. Gezien ik met een

klein aantal gesprekken werk, vind ik dat niet nuttig voor deze analyse.

Bij het opmaken van de kolommen zet ik de antwoorden van ieder

groepsgesprek per thema bij elkaar, op die manier kan men gemakkelijk

verschillen en gelijkenissen in mening gaan opmerken.

Op die manier is het relatief gemakkelijk om per thema de heersende

meningen te gaan achterhalen. Wanneer de antwoorden per vraag

doorlopen worden, is het tevens ook mogelijk om een algemene indruk te

krijgen van de achterliggende redeneringen en gedachten van de

respondenten.

11.3. Analyse van de groepsgesprekken

Gespreks-

nummer

Thema-

nummer

Antwoorden

1 1 Iedere aanwezige zegt zijn buren te kennen.

2 1 Iedere aanwezige zegt zijn buren te kennen

3 1 Bijna iedereen kent zijn buren, één iemand is nieuw en heeft nog

geen kennis gemaakt met haar buren.

4 1 Iedere aanwezige zegt zijn buren te kennen

1 2 Men vindt dat je op het personeel kan rekenen

2 2 Men vindt dat je op het personeel kan rekenen

3 2 Men vindt dat je op het personeel kan rekenen

4 2 Men vindt dat je op het personeel kan rekenen

1 3 Veel mensen gaan wekelijks naar De Zonnewijzer, anderen minder

vaak maar toch frequent. Redenen om te gaan zijn: gezelschap,

maaltijden, cafetaria, kapper, pedicure, gezondheidsconsultaties,

juke box. Niemand is lid van een club.

Veel lof over de vrijwilligers

Reden om niet vaak te gaan: te veel andere activiteiten

Page 81: THESIS Service Flats

81

2 3 Veel mensen gaan wekelijks naar De Zonnewijzer, anderen minder

maar toch frequent, iemand zegt nooit te gaan. Redenen om te gaan

zijn: maaltijden, krant lezen, contactnamiddagen, voordrachten,

scrabble. Niemand is lid van een club.

Nadeel aan De Zonnewijzer: er mag gerookt worden

3 3 Veel mensen gaan wekelijks naar De Zonnewijzer, anderen gaan

minder frequent. 1 iemand zegt nooit naar De Zonnewijzer te gaan.

Redenen om te gaan zijn kapper, pedicure, gelaatsverzorging,

maaltijden, kaarten, biljart. Er wordt ook gebruik gemaakt van de

dienst maaltijden aan huis van het OCMW

4 3 Veel mensen gaan wekelijks naar De Zonnewijzer, de anderen

regelmatig. De redenen om naar De Zonnewijzer te gaan zijn de

maaltijden, de cafetaria, de kapper, de pedicure, ook om te kaarten.

1 4 Iedereen doet zijn boodschappen zelf. Op het verdiep zijn er wel

mensen die zich laten helpen door medebewoners.

De optie van een boodschappendienst wordt hier niet aangehaald

2 4 De meesten doen hun boodschappen zelf, soms met hulp van de

kinderen.

Boodschappendienst is een goed idee.. Moeten wel voorwaarden

aan verbonden zijn om misbruik te voorkomen. Ook enkel voor

kleine boodschappen. Voor andere boodschappen kinderen

inschakelen.

3 4 De meesten doen boodschappen zelf, anders worden zij geholpen

door de kinderen.

Boodschappendienst is een goed idee, moet wel uitgaan vanuit de

organisatie en moet goed gestructureerd zijn, onder voorwaarden

om misbruik te voorkomen. Enkel om beroep op te doen in

noodgeval.

4 4 De meesten doen boodschappen zelf, anders worden zij geholpen

door de kinderen.

Boodschappendienst is een goed idee, moet wel uit gaan vanuit de

organisatie en moet goed gestructureerd zijn, onder voorwaarden

om misbruik te voorkomen. Bijvoorbeeld wekelijks lijstje afgeven en

dan wordt 1 dag uitgekozen om de boodschappen te doen. In

noodgeval zou het handig zijn om te weten bij wie je terechtkan voor

kleine boodschappen.

Page 82: THESIS Service Flats

82

1 5 Geen enkele aanwezige is tevreden over onderhoud van de tuin. De

haag wordt veel te weinig gesnoeid. Verwelkte bloemen worden niet

verwijderd. Bomen worden niet vaak genoeg gesnoeid. Er ligt veel

vuil in de perken, zoals broodzakken, flessen…

2 5 De mensen vinden de tuin goed onderhouden, maar de haag wordt

te weinig gesnoeid.

3 5 De mensen vinden de tuin goed onderhouden, maar de bomen

worden te weinig gesnoeid.

4 5 De mensen vinden de tuin goed onderhouden, maar de bomen

worden te weinig gesnoeid, vooral die op de parking.

1 6 Alle aanwezigen voelen zich thuis in “Ten Olme”

2 6 Alle aanwezigen voelen zich thuis in “Ten Olme”

3 6 Alle aanwezigen voelen zich thuis in “Ten Olme”

4 6 Alle aanwezigen voelen zich thuis in “Ten Olme”

1 7 De gemeenschappelijke ruimten zijn zeer proper. De poetsdames

doen hun werk heel goed.

2 7 De gemeenschappelijke ruimten zijn zeer proper. Kan één

poetsdame dat werk wel alleen?

3 7 De gemeenschappelijke ruimten zijn zeer proper.

4 7 De gemeenschappelijke ruimten zijn zeer proper.

Enkele opmerkingen: “Vaak te warm op het derde en vierde verdiep

(ook in de flats), door slechte isolatie van de buizen”.

“Dakterras aan flat 308 ziet er zeer slordig uit en de planten zijn niet

onderhouden”, volgens enkele aanwezigen.

1 8 Onenigheid rond de stelling. Sommigen hebben nood aan meer

contact, anderen niet. Contacten kunnen gelegd worden op de

bewonersraad en op de juke box in De Zonnewijzer. Activiteiten

enkel voor "Ten Olme" zeker geen slecht idee, maar zullen de

mensen die zich eenzaam voelen daar wel op af komen? De

aanwezigen zijn van mening dat de mensen die zich eenzaam

voelen de mensen zijn die ook geen moeite doen om contacten te

leggen.

2 8 Onenigheid rond de stelling. Sommigen willen meer contact, anderen

niet. Wie zich eenzaam voelt moet naar De Zonnewijzer gaan. Het is

niet de bedoeling om in "Ten Olme" activiteiten te organiseren. “Ten

Olme” is geen rusthuis

Page 83: THESIS Service Flats

83

3 8 Bijna iedereen wil contact met de andere bewoners. Zij vinden echter

niet dat er nood is aan activiteiten voor “Ten Olme” alleen. Wie

gezelschap en contact wil kan naar De Zonnewijzer.

4 8 De meesten vinden dat ze genoeg contacten hebben met andere

bewoners. Er is geen nood aan georganiseerde activiteiten voor

"Ten Olme". Evenementen zoals de barbecue en de

nieuwjaarsreceptie mogen wel regelmatig doorgaan.

1 9 Dienst is goed initiatief

2 9 Dienst is goed initiatief. Prijs is “schappelijk”

3 9 Velen niet op de hoogte van de mogelijkheden om de gordijnen te

laten reinigen in De Zonnewijzer. Zij die er wel gebruik van hebben

gemaakt vinden het een goede dienst.

4 9 Velen niet op de hoogte van de mogelijkheden om de gordijnen te

laten reinigen in De Zonnewijzer. Zij die er wel gebruik van hebben

gemaakt vinden het een goede dienst. Voorstel bewoner: beurtrol,

zodat de gordijnen van iedere flat jaarlijks een wasbeurt krijgen.

De gordijnen in de gemeenschappelijke ruimten moeten vaker

gereinigd worden. Kunnen gordijnen worden opgehangen aan het

raam bij de lift, dat neemt de warmte voor een stuk weg.

1 10 Allen zijn het met deze stelling eens

2 10 De vensters in de gemeenschappelijke ruimten worden niet vaak

genoeg gereinigd aan de buitenkant.

Opmerking : de vensters aan de balkonbalustrades van de nieuwe

flats zijn moeilijk schoon te maken aan de buitenkant.

3 10 Allen zijn het met deze stelling eens

4 10 De vensters in de gemeenschappelijke ruimten worden niet vaak

genoeg gereinigd aan de buitenkant.

1 11 Niemand wil meewerken als vrijwilliger in "Ten Olme"

2 11 Mevrouw … wil boodschappen doen

3 11 Mijnheer … wil in geval van nood wel boodschappen doen

4 11 Mevrouw … en Mevrouw … willen boodschappen doen, maar geen

grote zaken. Zij hebben geen wagen

1 12 De helft van de aanwezigen zegt genoeg te doen te hebben in het

weekend. Voorstel : cafetaria openen in de namiddag in het

weekend

Page 84: THESIS Service Flats

84

2 12 Meeste aanwezigen hebben genoeg te doen in het weekend. Men

zegt dat er toch veel eenzaamheid is in het gebouw. De mensen

moeten dat zelf oplossen. De cafetaria moet niet open in het

weekend omdat de vrijwilligers ook nood hebben aan tijd met hun

gezin.

3 12 Meeste aanwezigen hebben genoeg te doen in het weekend.

Volgens aanwezigen is er toch behoefte aan activiteit in het

weekend. Voorstel : Koffie, koekjes en een gezelschapsspel op

zondagnamiddag, voor de mensen die geen bezoek hebben.

Cafetaria van De Zonnewijzer zou open moeten zijn op zondag.

4 12 Meeste aanwezigen hebben genoeg te doen in het weekend. Er is

geen behoefte aan activiteiten in het weekend.

1 13 Iedereen weet bij wie hij voor welk probleem terechtkan.

2 13 Iedereen weet bij wie hij voor welk probleem terechtkan

3 13 Een aanwezige laat zich voor haar vragen bijstaan door haar dochter

die in De Zonnewijzer werkt.

4 13 Iedereen weet bij wie hij voor welk probleem terechtkan.

1 14 Meesten kunnen zich goed bezighouden. Geen nood aan een

activiteit ’s avonds, maar wel in de namiddag. Voorstel : video-

namiddag met films uit de oude doos of met reis- of natuur-

Reportages, spelletjesnamiddag, puzzelnamiddag

2 14 Iedereen zegt zich goed te kunnen bezighouden tijdens de

winteravonden.

3 14 Iedereen zegt zich goed te kunnen bezighouden tijdens de

winteravonden.

4 14 Iedereen zegt zich goed te kunnen bezighouden tijdens de

winteravonden.

1 15 Negen aanwezigen zijn het met deze stelling eens.

Er zijn wel enkele opmerkingen: “Dringende situaties worden heel

snel afgehandeld, maar de nazorg laat vaak op zich wachten”. “De

levering van de nieuwe koelkasten laat lang op zich wachten”.

“Onderhoudsmannen stellen het werk vaak uit”.

Er wordt wel begrip getoond voor de onderhoudsmannen, ze hebben

het volgens de aanwezige bewoners heel druk. Toch vindt men het

heel vervelend dat ze soms zo lang moeten wachten tot een

probleem opgelost is.

Page 85: THESIS Service Flats

85

2 15 Iedereen is het met deze stelling eens.

De onderhoudsmannen geven een snelle respons aan de oproepen,

maar vergeten “af en toe” iets.

3 15 Iedereen is het met deze stelling eens.

Soms moeten de mensen lang wachten als er een probleem niet

dringend is.

4 15 Iedereen is het met deze stelling eens.

Soms moeten de mensen lang wachten op een oplossing, dit omdat

de onderhoudsmannen het heel druk hebben.

1 16 Iedereen is het daar mee eens.

2 16 Iedereen is het daar mee eens.

3 16 1 aanwezige is het niet met deze stelling eens.

Voorstel : “rondleiding voor de nieuwe bewoners, vooral om een

aantal praktische zaken uit te leggen, zoals bijvoorbeeld de werking

van de deuren in de kelder en garage”, “Vergadering waarbij de

nieuwe bewoners worden voorgesteld, zodat het leggen van

contacten vlotter verloopt”.

4 16 Een aanwezige is het niet met deze stelling eens.

Te weinig informatie rond praktische zaken, zoals de werking van de

deuren in de kelder en garage.

1 17 Iedereen zegt zich veilig te voelen in "Ten Olme"

2 17 Iedereen zegt zich veilig te voelen in "Ten Olme"

Enkele opmerkingen: “nieuwe voordeur blijft te lang open eer ze

automatisch sluit, mensen vinden dat vervelend omdat iedereen

volgens hen kan binnenkomen”, “er is onvoldoende licht langs de

achterkant van de flats, daar zouden al handtassen zijn gestolen”,

“de sleutels kunnen te gemakkelijk worden bijgemaakt, op die manier

kan iedereen binnen komen”

3 17 Iedereen zegt zich veilig te voelen in "Ten Olme"

4 17 Iedereen zegt zich veilig te voelen in "Ten Olme "

Voorstel : “de bellen voor de noodoproepen testen”

1 18 Iedereen vindt dat ze voldoende privacy hebben in “Ten Olme”

2 18 Iedereen vindt dat ze voldoende privacy hebben in “Ten Olme”

3 18 Iedereen vindt dat ze voldoende privacy hebben in “Ten Olme”

4 18 Iedereen vindt dat ze voldoende privacy hebben in Ten Olme

1 19 Iedereen vindt dat de bewonersraad goed georganiseerd wordt.

Page 86: THESIS Service Flats

86

Goede manier om met elkaar te praten. Op die manier worden de

problemen in de flat besproken.

Voorstel : “af en toe een vergadering met de bewoners per verdiep”.

2 19 Iedereen vindt dat de bewonersraad goed georganiseerd wordt.

“Goede manier van werken omdat iedereen de kans krijgt om

aanwezig te zijn”

3 19 Iedereen vindt dat de bewonersraad goede georganiseerd wordt

4 19 Er zijn vragen rond de organisatie van de bewonersraad:

“Hoe moet dat wettelijk worden georganiseerd?”, “Mag er iemand

van het personeel aanwezig zijn?”, “Is er nood aan een

bewonersraad?”,

Opmerking van aanwezige : “bewonersraad heeft geen nut, beter om

probleem rechtstreeks met Bart of Nancy te bespreken, zal sneller

afgehandeld worden, dan wanneer je via bewonersraad gaat”

1 Andere “Hoewel de mensen tevreden zijn over Jo, zou het misschien

aangewezen zijn om de permanentie te laten uitvoeren door een

verpleegkundige.” Dit is niet de mening van alle aanwezigen,

sommigen vinden een EHBO cursus voldoende.

“Er zijn problemen met de parkeerplaatsen, er wordt misbruik

gemaakt van de oude kaarten, van mensen die al lang niet meer in

"Ten Olme" wonen, om op de gereserveerde plaatsen te gaan

staan, ook zijn er mensen die geen kaart hebben en zich daar

parkeren, verder zijn er ook mensen met een geldige kaart die niet

op bezoek gaan maar hun kaart gebruiken in "Ten Olme". Zijn er

personeelsleden die vooraan parkeren?”

“De parkeerplaats voor artsen en verpleegkundigen is slecht

gekozen, ze moeten achteraan parkeren en dan de toer doen om

vooraan te kunnen aanbellen bij hun patiënt.”

“Er zou een thermostaat moeten komen op de radiatoren in de flats

en in de gemeenschappelijke ruimten, dit voorkomt dat de radiatoren

altijd moeten worden dichtgedraaid.”

2 Andere “Er zijn problemen met de lift. Er zijn te weinig liften, ook is deze te

traag. De lift stopt vaak niet op het eerste verdiep.”

“Er zijn problemen met de parkeerplaatsen, er wordt misbruik

gemaakt van de oude kaarten, van mensen die al lang niet meer in

"Ten Olme" wonen, om op de gereserveerde plaatsen te gaan

staan, ook zijn er mensen die geen kaart hebben en zich daar

Page 87: THESIS Service Flats

87

parkeren, verder zijn er ook mensen met een geldige kaart die niet

op bezoek gaan maar hun kaart gebruiken in "Ten Olme".

3 Andere “Is er mogelijkheid om de vloer van de flats jaarlijks te waxen met de

waxmachine, en niet enkel wanneer er een nieuwe bewoner komt?”

“Er is nood aan een ruime fietsenstalling”

“Er zijn problemen met de lift. Er zijn te weinig liften, ook is deze te

traag. De lift is ook vaak defect.”

“Er zijn problemen met de parkeerplaatsen, er wordt misbruik

gemaakt van de oude kaarten, van mensen die al lang niet meer in

"Ten Olme" wonen, om op de gereserveerde plaatsen te gaan

staan, ook zijn er mensen die geen kaart hebben en zich daar

parkeren, verder zijn er ook mensen met een geldige kaart die niet

op bezoek gaan maar hun kaart gebruiken in "Ten Olme".

4 Andere “Is er mogelijkheid om een parkeerplaats te maken voor laden en

lossen voor de kinderen die de boodschappen doen?”

“Als men aanvraag doet voor een kast in de kelder dan moet men

veel te lang wachten eer men de kast krijgt.”

11.4 Besluit

In dit hoofdstuk werd de analyse van de groepsgesprekken gemaakt. Aan

de hand van deze analyse, is het mogelijk om conclusies te trekken uit de

groepsgesprekken. Dit is uiteraard een heel belangrijke stap in het

onderzoek. De conclusies zijn te vinden in het volgende hoofdstuk.

Page 88: THESIS Service Flats

88

Hoofdstuk 12

Conclusies en voorstellen

12.1. Inleiding

Aan de hand van de groepsgesprekken, de verslagen en de analyse van

de verslagen kan men nu overgaan tot het trekken van conclusies.

In dit hoofdstuk zal ik per aangeboorde stelling conclusies trekken. Indien

de conclusies dat vereisen, zal ik ook aanbevelingen geven naar de

organisatie toe, die zij kunnen gebruiken om veranderingen aan te brengen

naar de toekomst toe.

12.2. Conclusies

12.2.1. Ik ken mijn buren

In het algemeen zeggen de deelnemers dat ze hun buren kennen.

12.2.2. Op het personeel kan je rekenen

De algemene opinie is dat men tevreden is over het personeel. De

personeelsleden staan klaar voor de bewoners. Zowel administratief en

onderhoudspersoneel als de dagelijks verantwoordelijke, de coördinator en

de permanentieverantwoordelijke doen hun werk zoals het moet.

12.2.3. Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer

Er wordt door de bewoners van “Ten Olme” heel vaak gebruik gemaakt van

de diensten van “De Zonnewijzer”. De mensen gaan vooral naar “De

Zonnewijzer” voor de maaltijden, de cafetaria, de georganiseerde

activiteiten. Veel dames maken ook gebruik van de dienstverlening van de

kapper en de pedicure.

Page 89: THESIS Service Flats

89

De Zonnewijzer wordt door veel bewoners gezien als een pleisterplaats.

Een plek waar ze contacten hebben met leeftijdsgenoten, waar ze ook

ongedwongen wat tijd kunnen doorbrengen.

12.2.4. Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf

De meeste mensen doen hun boodschappen nog zelf. Toch is er volgens

de algemene opinie nood aan een boodschappendienst, voor

noodgevallen.

12.2.4.1. Aanbevelingen rond boodschappen

Een georganiseerde boodschappendienst zou zeker een meerwaarde

betekenen voor de dienstverlening van “Ten Olme”. Ik stel voor om die te

organiseren, maar om daar een aantal voorwaarden aan te koppelen.

Tijdens de groepsgesprekken hebben een aantal mensen te kennen

gegeven dat zij wel boodschappen willen doen voor mensen die het zelf

niet meer kunnen. Ik stel het volgende voor.

Ik stel voor om een boodschappendienst op punt te zetten waar de mensen

in een crisissituatie beroep op kunnen doen. Met een crisissituatie bedoel ik

een ziekte of andere acute situatie, waardoor een alleenstaande de flat niet

kan verlaten en ook geen beroep kan doen op een familielid voor de

boodschappen.

Deze boodschappendienst zou als volgt kunnen georganiseerd worden.

Men zou het lijstje moeten afgeven aan de dagelijks verantwoordelijke. Zij

vraagt dan aan een vrijwilliger om de boodschappen te doen. Deze levert

de boodschappen ook af bij de dagelijks verantwoordelijke die ze dan naar

de persoon in kwestie brengt. Ik kies er heel specifiek voor om de dienst via

de dagelijks verantwoordelijke te laten verlopen. Dit om misbruik van de

vrijwilligers te voorkomen, en om de privacy van de vrijwilliger en de

gebruiker te garanderen.

Ik stel tevens ook voor om een aantal afspraken te maken. Zo stel ik voor

dat alle boodschappen geregeld worden via de dagelijks verantwoordelijke.

Ook lijkt het me aangewezen dat men voldoende geld meegeeft wanneer

Page 90: THESIS Service Flats

90

men het lijstje aan de dagelijks verantwoordelijke afgeeft. Zij moet dan

noteren hoeveel de persoon precies heeft meegegeven. Dan kan daar ook

geen discussie rond ontstaan. Tevens vind ik het ook belangrijk dat er

duidelijk wordt gesteld dat degene die gebruik maakt van de diensten van

de boodschappendienst geen eisen mag stellen rond waar de vrijwilliger de

boodschappen doet. Het is immers niet de bedoeling dat de vrijwilliger naar

verschillende bakkers of slagers gaat. Ik ga er van uit dat iemand die echt

moeilijkheden heeft zich daar bij kan neerleggen.

Voor de grotere boodschappen zou een vrijwilliger bijvoorbeeld om de

veertien dagen met een OCMW busje kunnen naar een grootwarenhuis

rijden. De mensen zouden dan kunnen meerijden en hun boodschappen

doen, terwijl het busje op de parkeerplaats wacht. Er zou een tijdslimiet

kunnen afgesproken worden. Zo zou men kunnen afspreken dat het busje

een uur op de parkeerplaats blijft wachten.

12.2.5. De tuin is goed onderhouden

Over het algemeen is men tevreden over het onderhoud van de tuin. De

bewoners van het gelijkvloers vinden echter dat het onderhoud van de tuin

te wensen overlaat. Vooral het snoeien van haag en bomen zou volgens

hen frequenter moeten gebeuren. Ook ligt er veel vuilnis in de

bloemperken.

12.2.5.1. Voorstellen rond de tuin

Ik stel voor om met de logistiek medewerker een plan op te stellen, zodat

naast het maaien van het gras, ook de bomen en de haag regelmatig

gesnoeid worden. Ook zou aan de tuinman moeten gevraagd worden om

de vuilnis in de bloemperken regelmatig te verwijderen.

12.2.6. Ik voel me thuis in "Ten Olme"

Iedereen zegt zich thuis te voelen in “Ten Olme”.

Page 91: THESIS Service Flats

91

12.2.7. De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde

Over het algemeen is men tevreden over de gemeenschappelijke ruimten.

Het dakterras op het derde verdiep, aan flat 308 is slecht onderhouden. Op

het derde en vierde verdiep is het vaak erg warm, door de buizen.

12.2.7.1. Voorstellen rond de gemeenschappelijke ruimten

Ik stel voor om aan de tuinman te vragen het dakterras in orde te maken.

De roofing zou kunnen bedekt worden met steentjes. De planten in de

bakken zouden kunnen vervangen worden.

12.2.8. Ik wil meer contact met andere bewoners

Sommige mensen willen meer contact met andere bewoners, andere

bewoners hebben daar geen nood aan.

In het algemeen gaat men er van uit dat men in De Zonnewijzer

gemakkelijk contacten kan leggen. Over georganiseerde activiteiten enkel

voor de bewoners van “Ten Olme” is er onenigheid. Sommige mensen

vinden dat er nood aan is, anderen vinden dat niet.

De nieuwjaarsreceptie en de barbecue in de zomer zijn zeer populair.

12.2.9. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende

De mensen die gebruik maken van de dienst zijn er zeer tevreden over.

Veel mensen zijn echter niet op de hoogte van deze dienst.

De gordijnen in de gemeenschappelijke ruimten moeten vaker gereinigd

worden.

In de gemeenschappelijke zithoek aan de lift op het derde verdiep hangen

geen gordijnen.

Page 92: THESIS Service Flats

92

12.2.8.1. Voorstellen rond het onderhoud van de gordijnen

Ik stel voor om meer ruchtbaarheid te geven aan de gordijnreinigingsdienst

in "Ten Olme". Dat zou kunnen door het maken van affiches die op

strategische plaatsen in “Ten Olme” worden opgehangen. Uiteraard zal dit

moeten gebeuren in overleg met de poetsdames. Dit omdat het voor hen

uiteraard extra werk betekent. Daarom zal er ook een zorgvuldige planning

moeten worden opgesteld.

Er zou een planning kunnen worden opgesteld voor de reiniging van de

gordijnen in de gemeenschappelijke ruimten.

Ik stel voor om gordijnen te hangen aan de lift op het derde verdiep, dit om

de warmte buiten te houden. Er zou moeten nagegaan worden of er

gordijnen bestaan voor deze vensters, er hangt immers een gordijnlat met

haakjes.

Men zou ook kunnen nagaan of het mogelijk is om aan de buitenkant

zonneschermen te laten plaatsen. Dit zou een nog effectievere methode

kunnen zijn om de warmte buiten te houden.

12.2.10. De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt

De algemene mening is dat de ramen vaak genoeg worden

schoongemaakt langs binnen. Volgens sommige respondenten zijn de

ramen aan de buitenkant niet vaak genoeg gereinigd.

De ramen aan de buitenkant van de balustrades op de terrassen van de

nieuwe flats zijn moeilijk te bereiken en bij gevolg ook moeilijk te reinigen

door de bewoners zelf.

12.2.10.1. Voorstellen met betrekking tot het reinigen van de vensters

Ik stel voor om in de planning van de poetsdames een regelmatige

reiniging van de ramen op te nemen.

Ik stel voor om een bestek te laten maken bij een ruitenwasdienst om de

balustrades te reinigen. Dit zou dan te laste van de huurder zijn.

Page 93: THESIS Service Flats

93

12.2.11. Ik wil meewerken als vrijwilliger in "Ten Olme"

Enkele mensen willen meehelpen als vrijwilliger in een boodschappen-

dienst.

12.2.11.1. Voorstellen rond vrijwilligers

Ik stel voor om een lijst aan te leggen met namen van mensen die willen

meewerken als vrijwilliger in "Ten Olme".

12.2.12 .Ik heb voldoende activiteiten in het weekend

Algemeen hebben de mensen genoeg te doen in het weekend. Er is

volgens sommige mensen toch nood aan activiteiten in het weekend.

12.2.12.1. Voorstellen rond activiteiten in het weekend

Ik stel voor om maandelijks een bijeenkomst te organiseren voor de

bewoners van “Ten Olme” in het zaaltje op het derde verdiep. Dit op

zondagnamiddag. Misschien kan de permanentieverantwoordelijke daar

voor zorgen. Het doel van die bijeenkomst is om er voor te zorgen dat

mensen, die geen bezoek ontvangen, toch niet alleen in hun flatje moeten

blijven. Zij zouden hun zondagnamiddag op een aangename manier

kunnen doorbrengen. Er zou een spel kunnen worden georganiseerd, of

gewoon wat kletsen bij koffie en een koekje.

Ik stel voor om met een aantal vrijwilligers op zondagnamiddag de cafetaria

van “De Zonnewijzer” open te houden.

12.2.13. Ik weet waar ik met lijn problemen terechtkan

De overgrote meerderheid van de aanwezige bewoners weet wie hen kan

helpen bij het zoeken naar een oplossing voor een bepaald probleen. Er is

ook algemene tevredenheid over de dienstverlening.

Page 94: THESIS Service Flats

94

12.2.14. Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden

Algemeen kunnen de mensen zich tijdens de winteravonden goed

bezighouden.

12.2.14.1. Voorstellen rond activiteiten tijdens de winteravonden

Ik stel voor om tijdens de winter om de veertien dagen een filmnamiddag te

organiseren. De bewoners mogen zelf ook voorstellen brengen rond

activiteiten. Om de organisatie vlot te laten verlopen stel ik voor dat de

mensen zich op voorhand inschrijven voor de activiteit.

12.2.15. De huishoudapparaten zijn goed onderhouden

Over het algemeen zijn de mensen tevreden over de onderhouds-

apparaten. De mensen vinden ook dat de onderhoudsmannen heel

vriendelijk zijn. Soms moeten de mensen lang wachten. Daar heeft men

begrip voor, want de onderhoudsmannen hebben het heel druk.

12.2.15.1. Voorstellen naar het onderhoud toe

Ik stel voor dat de onderhoudsmensen werken met een boek, waarin alle

vragen worden genoteerd, op die manier zullen ze minder vlug iets over het

hoofd zien.

12.2.16. Toen ik naar Ten Olme kwam kreeg ik voldoende informatie

De meeste mensen vinden dat ze voldoende geïnformeerd werden toen ze

naar "Ten Olme" kwamen. Toch zijn er een aantal opmerkingen.

12.2.16.1. Voorstellen naar informatie toe

Wanneer nieuwe mensen aankomen in “Ten Olme” zou het goed zijn om

een rondleiding te organiseren, met oog voor details, zoals bijvoorbeeld de

werking van de deuren. Ook een vergadering, of bijeenkomst waar de

nieuwe bewoners worden voorgesteld is aangewezen. Dit kan eventueel in

de bewonersraad geïntegreerd worden.

Page 95: THESIS Service Flats

95

12.2.17. Ik heb voldoende privacy

Niemand vindt dat er een gebrek is aan privacy in de serviceflat.

12.2.18. Ik voel mij veilig in “Ten Olme”

Algemeen voelen de mensen zich veilig in “Ten Olme”, toch zijn er een

aantal zaken die voor verbetering vatbaar zijn, zoals de tijd dat het duurt

voor de deur zich sluit aan de brievenbussen en het licht aan de deur

achteraan.

12.2.16.1. Voorstellen rond veiligheid

Ik stel voor dat aan de firma die de deur heeft geïnstalleerd te vragen of het

mogelijk is om de duur dat de deur openblijft te verkorten.

Ik stel voor om een licht te installeren aan de deur achterin. Dat zou

eventueel een licht met een timer kunnen zijn.

12.2.19. Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd

wordt

Sommige mensen vinden dat een bewonersraad per verdiep moet worden

georganiseerd, anderen vinden de manier waarop de bewonersraad nu

georganiseerd wordt wel goed.

12.2.19.1. Voorstellen rond de bewonersraad

Ik stel voor om de bewonersraad driemaandelijks te laten doorgaan voor

alle bewoners. Tevens stel ik voor om (half)jaarlijks een vergadering te

beleggen per verdiep.

12.2.20. Andere opmerkingen

De mensen hadden vooral opmerkingen met betrekking tot de

parkeerplaatsen en het gebruik van de parkeerkaarten dat niet goed

georganiseerd is.

Page 96: THESIS Service Flats

96

12.2.20.1. Voorstellen rond parkeerplaatsen

Ik stel voor de bewoners die de flat definitief verlaten te vragen de

parkeerkaarten van de familieleden in te leveren.

Ik stel voor regelmatig controle te doen op de parking vooraan. Er zou

moeten worden gecontroleerd of er een parkeerkaart gebruikt wordt en of

de parkeerkaarten die geplaatst zijn aan de voorruit recent zijn. Eventueel

ook controle of de eigenaars van de wagen effectief ook aanwezig zijn in

de flat in kwestie. Wanneer dat niet het geval is kan men een

waarschuwing onder de voorruit plaatsen en eventueel verdere

maatregelen treffen. Dit is haalbaar wanneer dit uitgevoerd wordt door de

permanentieverantwoordelijke, die tevens deeltijds als logistiek

medewerker tewerkgesteld is binnen de instelling.

Ik stel voor om de parkeerkaarten te vervangen door nieuwe, van een

andere kleur. Op die manier kan men met een schone lei beginnen en

kunnen er ook geen misverstanden meer ontstaan of het al dan niet om

een recente parkeerkaart gaat. Misschien kan ook een lijst worden

aangelegd van de mensen die een parkeerkaart hebben, op die lijst zou

dan ook de nummerplaat van de wagen kunnen worden vermeld. Dat

maakt de controle voor een stuk gemakkelijker.

Het is natuurlijk een omslachtige taak, maar gezien er maar een beperkt

aantal niet betalende bezoekersparkeerplaatsen zijn, lijkt het me zeker

aangewezen om deze adviezen nader te bekijken.

12.3 Besluit

Nu er aan de hand van de analyse van de gesprekken een aantal besluiten

en voorstellen gedaan zijn, kunnen de verantwoordelijken van "Ten Olme"

nagaan in hoeverre zij vinden dat deze voorstellen haalbaar zijn. Zij kunnen

dan ook beslissen om deze al dan niet op te volgen.

Page 97: THESIS Service Flats

97

Hoofdstuk 13

Verder verloop

13.1. Inleiding

Nadat alle voorstellen geformuleerd zijn, is het uiteraard de bedoeling dat

daar iets mee wordt gedaan. In dit hoofdstuk wil ik dan ook kort vertellen

hoe er gevolg werd gegeven aan de bevindingen die ik aan de hand van de

groepsgesprekken heb bekomen.

13.2. Overleg

Nadat ik mijn besluiten en voorstellen heb geformuleerd heb ik, in overleg

met Bart Denys en Nancy Toye, een bewonersraad georganiseerd. Dit

omdat ik er van overtuigd ben dat de mensen het recht hebben om te

weten wat er verder gebeurt met wat er tijdens de gesprekken gezegd

werd. Deze bewonersraad zal door gaan op 7 april 2004.

13.3. Onderwerpen die aan bod komen tijdens de bewonersraad

Er werd besloten om een presentatie te geven, met de belangrijkste

bevindingen. Dat betekent dat er drie thema’s aan bod zullen komen,

namelijk de boodschappendienst, de bewonersraad en de

parkeerproblemen. Het verslag van de bewonersraad vindt u in bijlage.

13.3.1. Bewonersraad

Tijdens deze bewonersraad zal ik de mensen meer uitleg geven over wat

de wettelijke bepalingen zijn voor de organisatie van een bewonersraad, en

zullen de mensen de keuze krijgen over hoe zij willen dat deze in het

vervolg georganiseerd wordt.

Page 98: THESIS Service Flats

98

Aan de hand van een invulformulier, zie bijlage, zullen de bewoners de

kans krijgen in te vullen op welke manier zij willen dat de bewonersraad in

het vervolg georganiseerd wordt.

13.3.2. Boodschappendienst

Voor de boodschappendienst wil men binnen “Ten Olme” verschillende

pistes bewandelen. Het gaat om de voorstellen die ik geformuleerd heb.

Men wil een proefproject opstarten, waarbij een vrijwilliger met een busje

naar een grootwarenhuis rijdt, en de mensen dan op een afgesproken

tijdstip weer oppikt. Eventueel kunnen mensen ook aan twee verschillende

winkels worden afgezet, het gaat om winkels die niet zo ver van elkaar

gelegen zijn. Deze dienst zou niet gratis zijn, het bedrag dat zal worden

gevraagd aan de bewoners die gebruik maken van deze dienst zou de 2,5

euro niet mogen overschrijden.

Een tweede piste die overwogen wordt, om het gemakkelijker te maken

voor de bewoners is de volgende. Wanneer tijdens de bewonersraad

duidelijk wordt dat er vraag naar is, zou de dagelijks verantwoordelijke

contact opnemen met een drankencentrale, met de vraag of het bedrijf aan

huis zou willen leveren. Men zou dan kunnen de bakken op hun plaats

laten zetten, wat het leven voor de mensen een stuk eenvoudiger maakt.

Uiteraard zal een bak drank dan iets duurder zijn. Vraag is of de mensen

daarvoor zullen willen betalen.

Ook zal de dagelijks verantwoordelijke contact opnemen met de mensen

die hun naam hebben opgegeven om boodschappen te doen. Zij zal dan

met hen een aantal voorwaarden afspreken zodat een boodschappendienst

kan worden opgestart voor mensen die problemen hebben om hun

boodschappen te doen.

13.3.3. Parkeren

Ik zal het tijdens de bewonersraad ook hebben over de parkeerproblemen

waar veel bewoners het moeilijk mee hebben. Om de parkeerproblemen

aan te pakken is besloten om per flat een aantal kaarten te geven, volgens

Page 99: THESIS Service Flats

99

het aantal kinderen, en eventueel kleinkinderen die de mensen hebben.

Per kaart zal dan ook een nummerplaat moeten worden opgegeven. De

mensen die geen kinderen of kleinkinderen hebben kunnen maximaal drie

parkeerkaarten krijgen, maar ook zij moeten per kaart een nummerplaat

opgeven.

De kaarten die nu gegeven worden zullen een andere kleur hebben dan de

kaarten die tot nu toe gebruikt worden. Uiteraard zal er een

overgangsperiode worden ingelast. Tegen september mogen geen kaarten

van een andere kleur meer gebruikt worden dan de nieuwe kaarten die

vanaf nu worden uitgedeeld.

Tevens zal ook gevraagd worden aan de logistiek medewerker om

regelmatig te controleren op misbruiken.

13.4. Andere maatregelen

De zaken die tijdens de bewonersraad besproken worden zijn zaken die

iedere bewoner aanbelangen. Er zijn ook nog enkele andere beslissingen

genomen die er kunnen toe bijdragen dat de bewoners nog meer tevreden

zijn, zonder dat zij daar rechtstreeks bij betrokken worden.

Er werd besloten om de mensen van de klusjesdienst met een logboek te

laten werken, zodat het voor hen gemakkelijker wordt om alles bij te

houden en niets over het hoofd te zien. Aan de logistiek medewerker zal

gevraagd worden om af en toe de tuin op te ruimen, zodat er tussen de

haag geen vuil meer ligt, en dat verwelkte bloemen worden verwijderd. Dat

zal er voor zorgen dat de tuin een stuk verzorgder wordt. Er zal met de

tuinman overlegd worden over meer regelmatig snoeien van haag en

bomen.

13.5. Besluit

Met de besluiten en voorstellen die aan de hand van de groepsgesprekken

genomen werden, is echt iets gedaan. Daardoor wordt duidelijk dat men

Page 100: THESIS Service Flats

100

binnen de organisatie van “Ten Olme” echt iets wil doen om de

tevredenheid van de bewoners te verhogen.

Page 101: THESIS Service Flats

101

Besluit

Nu ik bijna aan het einde ben gekomen van dit eindwerk, vind ik het heel

belangrijk om er toch eens over te reflecteren.

Ik vind van mezelf dat ik er niet zo goed aan begonnen was. De eerste

hoofdstukken die ik schreef waren chaotisch en konden moeilijk met elkaar

in verband gebracht worden. Vandaar dat ik relatief snel besloten heb om

die te schrappen en te herbeginnen. Toen ik de juiste informatie gevonden

had, kon ik dan uiteindelijk herbeginnen, en dat verliep een stuk beter. Ik

heb er heel veel aandacht aan besteed om er voor te zorgen dat de rode

raad in dit eindwerk gemakkelijk te volgen was, en ook dat iemand die niet

thuis is in de wereld van de serviceflat aan de hand van dit eindwerk toch

een klare kijk krijgt op deze woonvorm.

Ik ben tevreden over het resultaat van dit eindwerk. Het getuigt volgens mij

dat ik zelf ook wel inzicht heb in de materie. Tevens heb ik geleerd hoe een

onderzoek te voeren bij een oudere bevolkingsgroep, door middel van

groepsgesprekken, iets wat in mijn verdere carrière als sociaal

verpleegkundige zeker van pas zal komen.

Page 102: THESIS Service Flats

102

Samenvatting

In dit eindwerk wordt eerst aandacht besteed aan de demografische veranderingen

in onze westerse maatschappij. Doordat mensen steeds langer leven, en er minder

kinderen geboren worden, kan men spreken van vergrijzing en ontgroening. Deze

fenomenen zorgen voor een aantal gevolgen voor de samenleving.

Een van die gevolgen is het groeiende aantal senioren en een stijgende groep

hoogbejaarden. Voor sommige ouderen is het niet mogelijk of wenselijk om in de

eigen woning te blijven wonen. Er zijn tal van initiatieven die zich richten op een

goede woon- en zorgsituatie voor al dan niet zorgbehoevende senioren.

Een van die initiatieven is de serviceflat. Een woonvorm voor ouderen die

voldoende zelfredzaam zijn om nog zelfstandig te wonen. Mensen die kiezen voor

een serviceflat kiezen voor een woonsituatie waarin hun autonomie maximaal

gerespecteerd wordt.Er is wel een permanentie aanwezig waar de bewoner in geval

van nood een beroep op kan doen.

In dit eindwerk probeer ik door middel van groepsgesprekken bij de bewoners van

serviceflat “Ten Olme” na te gaan of de mensen tevreden zijn over de

infrastructuur en de dienstverlening. Om daartoe te komen ben ik eerst nagegaan

wat woontevredenheid is, en hoe men op een adequate manier groepsgesprekken

met ouderen kan voeren.

De conclusie is dat de bewoners van “Ten Olme” zich goed voelen in hun

woonsituatie. Globaal gezien zijn zij tevreden over de infrastructuur en de

dienstverlening die in “Ten Olme” geboden wordt.

Page 103: THESIS Service Flats

103

Literatuurlijst

Boeken

- BARRETT, J., STUART, K., Running focus groups with elderly and

disabled elderly participants, The disabled Information Trust, Mary

Malrborough Centre, Oxford, 2000

- D’HAENE, F., Jaarverslag 2004, Niet uitgegeven verslag, Kortrijk,

09/01/2005

- MARCOEN, A., (eindredacteur) Gerontologie 3; sociaal en

maatschappelijke aspecten van bejaardenzorg, STOHO, 1992

- PACOLET, J., De rol van de serviceflats in de toekomst van

Vlaanderen en Europa, Verslagboek van het colloquium van 28

maart 2001, Antwerpen

- PEMBERTON, A., BULDER, B., Tevredenheid gemeten, een

handleiding, VVSG

- VAN DALE, Nieuw Nederlands Handwoordenboek,

Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicographie, 1984

- VANDEN BOER, L. Bewoners van serviceflats, CBGS, Brussel,

1996

- VANDEN BOER, L., Onderzoek waarbij 58 personen ondervraagd

zijn over hun mening van allerhande aspecten van serviceflats, de

doelgroep, de financieringswijze, de voor- en nadelen…

- VANDEN BOER, L. Over wonen-met-zorg van ouderen. Brussel,

Centrum voor bevolkings- en gezinsstudie, 1999

- VLAEMINCK, H., MALFLIET, W., SAELENS, S., Social casework in

de eenentwintigste eeuw, Kluwer, 2002

- PLATFORM WONEN VAN OUDEREN, Handboek Wonen Voor

Ouderen, Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, 2001

Cursussen

- BUYSE, H., Collectieve gezondheidspromotie, 2004, niet

gepubliceerde cursus, Katho, KORTRIJK

- CALLENS, J.,Vaardigheidstraining geriatrie en

thuisgezondheidszorg, niet gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk,

2004

Page 104: THESIS Service Flats

104

- CALLENS,J., VPK Interventies in de thuiszorg, niet uitgegeven

cursus, Katho, Kortrijk, 2004

- COUCKE, T., Verpleegkundige interventies, geriatrie. Niet

gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2004

- DEKOCKER, V., Relatie en seksualiteitsbeleving. Niet

gepubliceerde cursus, Katho, Kortrijk, 2002

- VANSEVEREN, C., Wetenschappelijke literatuur en rapportage ,

niet uitgegeven cursus, Katho, Kortrijk, 2004

Mondelinge bronnen

- HOLMBERG, R., Mondelinge mededeling, via informeel gesprek,

1992

- LEMIEGRE K., Mondelinge mededeling, via les, dd. 21 oktober

2004

- SOENENS M., Mondelinge mededeling, via consultatie, dd. 23

november 2004

- TOYE, N., Mondelinge mededeling, via vraaggesprek, 17 februari

2005

Internetbronnen

- GEMEENTEBELEID Bouwen en verkavelen, (6/02/2005)

(http://www.zulte.be/Infoblad)

- JURIWELL, Bijlage omzendbrief van 10 september 1996. Internet,

(22/12/2004). (http://www.wvc.vlaanderen.be)

- WEBSENIOR, Le site de reference des seniors et des maisons de

repos. Internet, (23/01/2005) (http://www.websenior.be)

- KNIES, J. Manifest over het verschil tussen huis en thuis,

Eindhovenseschool.net, artikel (7 oktober 2004)

(http://eindhovenseschool.net)

- KRACHTEN, R., De vraag aan bod, De Gibsonmethode,

http://www.qualiteit.nl/gibson.htm

Page 105: THESIS Service Flats

105

Wetten en decreten

- Decreet, houdende regeling van de erkenning en subsidiering van

voorzieningen voor bejaarden, Decreet van 5 maart 1985, Belgisch

staatsblad 30 augustus 1985

- Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de normen

waaraan een serviceflatgebouw ; een woningcomplex of een

rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen.

Besluit van 17 juli 1985, Belgisch staatsblad 30 augustus 1985

- WVC-VLAANDEREN, Erkeningsnormen voor serviceflatgebouwen

en woningcomplexen met dienstverlening,

- DEMEESTER, W., Omzendbrief serviceflats, Brussel, 6 januari

1996

Page 106: THESIS Service Flats

106

Bijlagen

Page 107: THESIS Service Flats

107

Bijlagenlijst

Bijlage 1 : Katzschaal

Bijlage 2 : Uitnodigingsbrief voor de groepsgesprekken

Bijlage 3 : Verslag groepsgesprek gelijkvloers

Bijlage 4 : Verslag groepsgesprek eerste verdiep

Bijlage 5 : Verslag groepsgesprek tweede verdiep

Bijlage 6 : Verslag groepsesprek derde en vierde verdiep

Bijlage 7 : Verslag bewonersraad

Page 108: THESIS Service Flats

108

Bijlage 1 : Katzschaal

CRITERIUM Score 1 2 3 4

ZICH WASSEN

kan zichzelf helemaal wassen zonder enige hulp

heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te wassen boven of onder de gordel

heeft gedeeltelijk hulp nodig om zich te wassen zowel boven als onder de gordel

moet volledig worden geholpen om zich te wassen zowel boven als onder de gordel

ZICH KLEDEN

kan zich helemaal aan- en uitkleden zonder enige hulp

heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te kleden boven of onder de gordel (zonder rekening te houden met de veters)

heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te kleden zowel boven als onder de gordel

moet volledig worden geholpen om zich te kleden zowel boven als onder de gordel

TRANSFER en VERPLAATSINGEN

is zelfstandig voor de transfer en kan zich volledig zelfstandig verplaatsen zonder mechanisch(e) hulpmiddel(en) of hulp van derden

is zelfstandig voor de transfer en voor zijn verplaatsingen, mits het gebruik van mechanisch(e) hulpmiddel(en) (kruk(ken), rolstoel,…)

heeft volstrekte hulp van derden nodig voor minstens één van de transfers en/of zijn verplaatsingen

is bedlegerig of zit in een rolstoel en is volledig afhankelijk van anderen om zich te verplaatsen

TOILETBEZOEK

kan alleen naar het toilet gaan, zich kleden en zich reinigen

heeft gedeeltelijk hulp nodig van derden om naar het toilet te gaan of zich te kleden of zich te reinigen

moet volledig worden geholpen om naar het toilet te gaan en/of zich te kleden en/of zich te reinigen

moet volledig worden geholpen om naar het toilet/toiletstoel te gaan en om zich te kleden en om zich te reinigen

CONTINENTIE

is continent voor urine en faeces

is accidenteel incontinent voor urine of faeces (inclusief blaassonde of kunstaars)

is incontinent voor urine (inclusief mictietraining) of voor faeces

is incontinent voor urine en faeces

ETEN

kan alleen eten en drinken heeft vooraf hulp nodig om te eten of te drinken

heeft gedeeltelijk hulp nodig tijdens het eten of drinken

de patiënt is volledig afhankelijk om te eten of te drinken

CRITERIUM Score 1 2 3 4 5

geen probleem nu en dan, zelden probleem bijna elke dag probleem volledig gedesoriënteerd

niet meer te testen omwille van zijn gevorderde toestand

PLAATS geen probleem nu en dan, zelden probleem bijna elke dag probleem

volledig gedesoriënteerd

niet meer te testen omwille van zijn gevorderde toestand

Op basis van bovenstaande evaluatie wordt : categorie O categorie A categorie B categorieC categorie Cdement aangevraagd (1)

(1) Schrappen wat niet past.

Page 109: THESIS Service Flats

109

Bijlage 2 : Uitnodigingsbrief voor de groepsgesprekken

Ten Olme, 28/02/2005 Geachte bewoner, Ik ben Virginie Lefevre, laatstejaarsstudente sociaal verpleeg-kundige, en ik loop stage in Ten Olme. Tevens maak ik hier ook mijn eindwerk. Het is mijn bedoeling om te onderzoeken hoe tevreden jullie zijn over de dienstverlening in de serviceflats Daar heb ik uw medewerking voor nodig. Ik wil u, samen met de andere bewoners van uw verdiep, uitnodigen voor een gesprek over Ten Olme. Ik verwacht u op vrijdag 4 maart, om 09.30 uur in het zaaltje op de derde verdieping. Ik zal zorgen voor een hapje en een drankje. Ik dank u voor uw medewerking Nancy Toye Bart Denys Dagelijks verantwoordelijke Coordinator dienstencentra Virginie Lefevre Student sociaal verpleegkundige

Page 110: THESIS Service Flats

110

Bijlage 3 : Verslag groepsgesprek gelijkvloers

Verslag groepsgesprek 04 maart 2005 Eindwerk : Tevredenheidsonderzoek bij de bewoners van Ten Olme Voorzitter : Virginie Lefevre Aanwezig : 10 bewoners gelijksvloers

Ik ken mijn buren (gedefinieerd als mensen onmiddellijk rechts en links van de flat en recht tegenover de flat)

Alle aanwezigen gaan akkoord met die stelling

Op het personeel kan je rekenen

Alle aanwezigen gaan akkoord met die stelling

Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer 8 aanwezigen zeggen wekelijks naar De Zonnewijzer te gaan, de 2 anderen doen dit niet. De redenen om naar de Zonnewijzer te gaan is om er te eten, iets te drinken, maar vooral het gezelschap. Veel van de aanwezigen maken ook gebruik van de diensten die geleverd worden door De Zonnewijzer. Vooral kapper, pedicure en gezondheidsconsultaties worden vaak bezocht, de Juke Box wordt door sommigen bijgewoond. Geen enkele van de aanwezigen is lid van een van de clubs die in De Zonnewijzer gevestigd zijn. De mensen die niet naar De Zonnewijzer gaan, zeggen dit niet te doen omdat ze nog te veel activiteiten buitenshuis hebben. De mensen die naar De Zonnewijzer gaan zeggen veel bewondering te hebben voor de vrijwilligers. Zij zeggen ook tevreden te zijn over de diensten waar men een beroep op kan doen. De kapster en de pedicure leveren heel goed werk volgens de aanwezige bewoners.

Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf Alle aanwezigen doen hun boodschappen nog zelf. Op het verdiep is er 1 bewoner waarvan men zeker weet dat zij haar boodschappen niet meer zelf doet. Zij laat haar helpen door een andere bewoner. Van de andere mensen die niet aanwezig waren op de vergadering weet men niet zeker of zij hun boodschappen nog zelf doen.

De tuin is goed onderhouden Niemand van de aanwezigen is tevreden over het onderhoud van de tuin. De zaken die volgens de bewoners niet goed zijn zijn de volgende : De haag vooraan is deze zomer niet gesnoeid geweest en ziet er vuil en slordig uit. Verwelkte bloemen worden niet vewijderd, dat geeft een vuile, onverzorgde indruk. De bomen zien er “verwilderd” uit, ze worden te weinig gesnoeid. In de groenperken ligt allerhande vuil, onder andere lege flessen, broodzakken… Wanneer de mensen iets vragen aan de tuinman zegt hij “altijd” dat hij het later zal doen, maar het gebeurt niet. De aanwezigen kunnen wel begrijpen dat hij weinig tijd heeft, maar het is niet aangenaam.

Page 111: THESIS Service Flats

111

Ik voel me thuis in Ten Olme Iedereen is akkoord met deze stelling. Slechts een aanwezige zegt aanpassingsmoeilijkheden te hebben gehad. De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde Iedereen is akkoord met deze stelling. De aanwezigen zeggen dat de ruimten voldoende warm zijn en regelmatig genoeg gepoetst. Ze zijn ook vol lof over Mirella en Marleen. Ik wil meer contact met de andere bewoners 4 aanwezigen gaan akkoord met deze stelling, 6 aanwezigen vinden dat ze voldoende contact hebben, of zeggen geen nood te hebben aan meer contact. Ze vinden dat de bewonersraden een goede manier is om contact te leggen met de andere bewoners. Ook de Juke Box in De Zonnewijzer is een goede gelegenheid. Misschien wel nood aan een activiteit enkel voor Ten Olme, maar de aanwezigen wijzen er op dat de mensen in Ten Olme die zeggen dat ze meer contact willen met anderen en die “klagen” over eenzaamheid ook diegenen zijn die niet zullen komen. Ze wijzen op de huidige vergadering als voorbeeld. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende Iedere aanwezige is akkoord met deze stelling De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt Iedere aanwezige is akkoord met deze stelling Ik wil meewerken als vrijwilliger in Ten Olme Een aanwezige doet vrijwilligerswerk buiten Ten Olme en De Zonnewijzer. De andere aanwezigen vinden dat ze “al genoeg gewerkt hebben in hun leven” Ik heb voldoende activiteiten in het weekend 5 mensen zijn akkoord met deze stelling, 5 aanwezigen vinden dat ze te weinig te doen hebben in het weekend. Men stelt voor om de cafetaria te openen in het weekend in de namiddag

Ik weet waar ik met mijn problemen terechtkan Iedere aanwezige is akkoord met deze stelling Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden 9 aanwezigen zijn met deze stelling akkoord, 1 persoon is het er niet mee eens. Een activiteit ’s avonds vinden de mensen geen goed idee. Zij vonden het wel een goed iedee om een videonamiddag te organiseren, met films uit de oude doos, reisreportages (eventueel van bewoners) of documentaires. Ook een gezelschaps-spelletjesnamiddag en puzzelen zou een goed idee zijn volgens hen. De namiddag zou niet mogen beginnen voor 15.00 uur omdat veel mensen een dutje doen. De huishoudapparaten zijn goed onderhouden 9 mensen zijn akkoord met deze stelling, 1 iemand is het daar niet mee eens. Bepaalde mensen zijn een nieuwe koelkast beloofd, en wachten daar al lang op. De onderhoudsmannen zijn wel vriendelijk, maar je moet erg lang wachten voor ze iets doen als je het vraagt. “Ze stellen het werk uit”. Bij dringende gevallen wordt het wel

Page 112: THESIS Service Flats

112

onmiddellijk opgelost, maar de nazorg gebeurt vaak niet. Een situatie van wateroverlast werd als voorbeeld aangehaald, er waren problemen met de reiniging van de tapijten. Ook voor de onderhoudsmensen werd er begrip getoond. De mensen begrijpen wel dat ze veel werk hebben. Niettegenstaande vinden ze dat heel vervelend. Toen ik naar Ten Olme kwam kreeg ik voldoende informatie Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik heb voldoende privacy Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik voel mij veilig in Ten Olme Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd wordt Iedereen gaat akkoord met deze stelling Het is een goede manier om nog eens met elkaar te praten. Ook vinden de mensen het goed dat er een aantal zaken over Ten Olme kunnen besproken worden. Een aanwezig zei achteraf dat het goed zou zijn om af en toe een vergadering te organiseren per verdiep, zoals nu het geval was geweest. Andere opmerkingen

Een aanwezige zei wel dat ze zich veiliger zou voelen moest de permanentie gebeuren door een verpleegkundige. Anderen vinden dat een EHBO-cursus voldoende is. Er is te weinig parking voor de bezoekers van Ten Olme. Bepaalde mensen gebruiken nog de parkeerkaarten van mensen die niet meer in Ten Olme wonen. Men denkt dat er enkele mensen die in de Lange Steenstraat werken hun auto daar parkeren met een oude kaart. Er is vraag naar meer controle vanuit de organisatie van Ten Olme. Parkeert het personeel soms vooraan? De parkeerplaats voor dokters en verpleegkundigen is slecht gekozen. Zij moeten een hele toer doen rond het gebouw om dan via de voordeur binnen te kunnen gaan en aan te bellen bij de patient. Er staan vaak auto’s geparkeerd die de brandweg blokkeren. Er zou een thermostaat moeten komen op de radiatoren in de flats en in de gemeenschappelijke ruimten. Nu moeten de radiatoren altijd worden dichtgedraaid.

Bijlage 4 : Verslag groepsgesprek eerste verdieping

Page 113: THESIS Service Flats

113

Verslag groepsgesprek 04 maart 2005 Eindwerk : Tevredenheidsonderzoek bij de bewoners van Ten Olme Voorzitter : Virginie Lefevre Aanwezig : 10 bewoners eerste verdieping

Ik ken mijn buren (gedefinieerd als mensen onmiddellijk rechts en links van de flat en recht tegenover de flat)

Alle aanwezigen gaan akkoord met die stelling

Op het personeel kan je rekenen

Alle aanwezigen gaan akkoord met die stelling

Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer 8 aanwezigen zeggen wekelijks naar De Zonnewijzer te gaan, de 2 anderen doen dit niet. De redenen om naar de Zonnewijzer te gaan is om er te eten, iets te drinken, maar vooral het gezelschap. Veel van de aanwezigen maken ook gebruik van de diensten die geleverd worden door De Zonnewijzer. Vooral kapper, pedicure en gezondheidsconsultaties worden vaak bezocht, geen enkele van de aanwezigen is lid van een van de clubs die in De Zonnewijzer gevestigd zijn. Nadeel aan De Zonnewijzer: er mag gerookt worden

Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf Alle aanwezigen doen hun boodschappen nog zelf. Sommigen worden daarbij geholpen door de kinderen. Van de andere mensen die niet aanwezig waren op de vergadering weet men niet zeker of zij hun boodschappen nog zelf doen. Boodschappendienst is een goed idee.. Moeten wel voorwaarden aan verbonden zijn om misbruik te voorkomen. Ook enkel voor kleine boodschappen. Voor andere boodschappen kinderen inschakelen.

De tuin is goed onderhouden Iedere aanwezige vindt de tuin goed onderhouden, maar vinden wel dat de haag vaker gesnoeid mag worden. Ik voel me thuis in Ten Olme Iedereen is akkoord met deze stelling. De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde Iedereen is akkoord met deze stelling. De aanwezigen zeggen dat de ruimten voldoende warm zijn en regelmatig genoeg gepoetst. Ik wil meer contact met de andere bewoners

Page 114: THESIS Service Flats

114

Wie meer contact wil met andere bewoners kan naar de Zonnewijzer gaan. Er zijn ook veel contacten in de hal. Mensen die geen contacten zoeken zijn vaak die mensen die zeggen zich eenzaam te voelen. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende Iedere aanwezige is akkoord met deze stelling De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt De vensters in de gemeenschappelijke ruimtes worden niet vaak genoeg gereinigd. De bewoners van de nieuwe flats vinden het heel moeilijk om de vensters van de ballustrades op het terras te reinigen. Ik wil meewerken als vrijwilliger in Ten Olme De meeste mensen doen liever geen vrijwilligerswerk, … wil wel boodschappen doen. Ik heb voldoende activiteiten in het weekend De meeste aanwezigen zijn het met deze stelling eens. Mensen die zich eenzaam voelen kunnen gezelschap opzoeken. Het is geen goed idee om de cafetaria open te houden in het weekend. De vrijwilligers moeten ook tijd kunnen doorbrengen met hun gezin.

Ik weet waar ik met mijn problemen terechtkan Iedere aanwezige is akkoord met deze stelling Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden Iedereen zegt zich goed te kunnen bezighouden tijdens de winteravonden De huishoudapparaten zijn goed onderhouden Iedereen is het met deze stelling eens. De onderhoudsmannen doen hun werk goed. Ze zouden wel af en toe iets vergeten. Toen ik naar Ten Olme kwam kreeg ik voldoende informatie Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik heb voldoende privacy Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik voel mij veilig in Ten Olme Iedereen gaat akkoord met deze stelling Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd wordt Iedereen gaat akkoord met deze stelling. Het is een goede manier om iedereen aan bod te laten komen. Andere opmerkingen “Er zijn problemen met de lift. Er zijn te weinig liften, ook is deze te traag. De lift stopt vaak niet op het eerste verdiep.” “Er zijn problemen met de parkeerplaatsen, er wordt misbruik gemaakt van de oude kaarten, van mensen die al lang niet meer in "Ten Olme" wonen, om op de gereserveerde plaatsen te gaan staan, ook zijn er mensen die geen kaart hebben en zich

Page 115: THESIS Service Flats

115

daar parkeren, verder zijn er ook mensen met een geldige kaart die niet op bezoek gaan maar hun kaart gebruiken in "Ten Olme".

Bijlage 5 : Verslag groepsgesprek tweede verdiep

Page 116: THESIS Service Flats

116

Verslag groepsgesprek 07 maart 2005 Eindwerk : Tevredenheidsonderzoek bij de bewoners van Ten Olme Voorzitter : Virginie Lefevre Aanwezig : 7 bewoners tweede verdiep

Ik ken mijn buren (gedefinieerd als mensen onmiddellijk rechts en links van de flat en recht tegenover de flat)

6 aanwezigen zijn het eens met deze stelling, 1 aanwezige zegt haar buren niet te kennen, maar zij is relatief nieuw in het gebouw en heeft buren die vaak op reis gaan.

Op het personeel kan je rekenen

Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens

Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer

5 aanwezigen gaan wekelijks naar de Zonnewijzer, & aanwezige gaat regelmatig, maar niet wekelijks. Een andere aanwezige zegt nooit naar De Zonnewijzer te gaan. Deze persoon krijgt maakt wel gebruik van de dienst maaltijden aan huis van het OCMW.

Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf

6 aanwezigen doen hun boodschappen zelf, 1 aanwezige laat haar boodschappen doen door haar kinderen. Volgens de aanwezigen zou het goed zijn moest er een gestructureerde boodschappendienst bestaan. Zo zouden ze weten bij wie ze terecht kunnen als ze een probleem hebben, bijvoorbeeld in geval van ziekte. Er zouden wel regels moeten aan de dienst verbonden zijn, zodat er geen misbruik ontstaat.

De tuin is goed onderhouden

Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens. De bomen zouden wel vaker mogen gesnoeid worden. De vraag wordt gesteld hoe het komt dat er in de zomer zo weinig gebruik wordt gemaakt van de banken.

Ik voel me thuis in Ten Olme Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Ik wil meer contact met de andere bewoners 6 aanwezigen zijn het met deze stelling eens. Ze zien het nut echter niet in van het organiseren van activiteiten enkel voor Ten Olme. Voor contact kan men naar De Zonnewijzer gaan. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende

Page 117: THESIS Service Flats

117

6 aanwezigen zijn het met deze stelling eens. Men merkt wel op dat veel bewoners niet p de hoogte zijn van de mogelijkheid om de gordijnen te laten reinigen in De Zonnewijzer. De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Ik wil meewerken als vrijwilliger in Ten Olme … wil in noodgevallen wel boodschappen doen, maar wil er niet op vastgepind worden om bijvoorbeeld wekelijks boodschappen te moeten doen. Ik heb voldoende activiteiten in het weekend 5 aanwezigen zijn het met deze stelling eens De mensen vinden toch dat er nood is aan een activiteit in het weekend, zoals het vroeger was, met de vorige permanentieverantwoordelijke. Koffie, koekjes en een kaart- of gezelschapspel zouden de mensen zoner bezoek helpen om de zondag door te komen. Het is ook jammer dat men niets kan gaan drinken in de cafetaria van De Zonnewijzer. Enkele mensen zeggen dat ze graag zouden met de kinderen in De Zonnewijzer gaan eten op zondag. Ik weet waar ik met mijn problemen terechtkan

6 aanwezigen zijn het met deze stelling eens, de dochter van de persoon die zegt dat niet te weten werkt in De Zonnewijzer en zij helpt haar bij het oplossen van de problemen.

Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden

Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens

De huishoudapparaten zijn goed onderhouden

Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens. Soms moet je wel lang wachten als iets niet dringend is. De aanwezigen vinden het niet correct dat ze moeten betalen voor de kranen, zoals in de nieuwe overeenkomst staat. Toen ik naar Ten Olme kwam kreeg ik voldoende informatie 1 aanwezige is het niet met deze stelling eens. Zij vindt dat er een rondleiding moet komen voor de nieuwe bewoners. Dit vooral om de details uit te leggen i.v.m. Ten Olmpe, zoals bijvoorbeeld de werking van de deuren in de kelder. Er zou ook af en toe een vergadering moeten komen waarin de nieuwe bewoners worden voorgesteld. Dat is ook goed voor de contacten tussen de bewoners. Ik heb voldoende privacy Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Ik voel mij veilig in Ten Olme Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd wordt Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Andere opmerkingen

Page 118: THESIS Service Flats

118

“Er zijn problemen met de lift. Er zijn te weinig liften, ook is deze te traag. De lift stopt vaak niet op het eerste verdiep.”

Bijlage 6 : verslag groepsgesprek derde en vierde verdiep

Page 119: THESIS Service Flats

119

Verslag groepsgesprek 07 maart 2005

Eindwerk : Tevredenheidsonderzoek bij de bewoners van Ten Olme Voorzitter : Virginie Lefevre Aanwezig : 17 bewoners derde en vierde verdiep

Ik ken mijn buren (gedefinieerd als mensen onmiddellijk rechts en links van de flat en recht tegenover de flat) Alle aanwezigen gaan akkoord met deze stelling

Op het personeel kan je rekenen

Alle aanwezigen gaan akkoord met deze stelling

Ik ga wekelijks naar De Zonnewijzer 12 aanwezigen gaan wekelijks naar De Zonnewijzer. De anderen gaan wel, maar minder vaak. Men gaat er heen om de krant te lezen, iets te drinken. Ook maakt men er gebruik van de diensten van de manicure en de pedicure. Verschillende aanwezigen gaan er heen om te kaarten. Het blijkt dat ook het gezelschap een belangrijke reden is om naar de Zonnewijzer te gaan.

Ik doe mijn boodschappen niet meer zelf 5 aanwezigen doen hun boodschappen niet meer zelf. Zij worden geholpen door een familielid. Het zou volgens de aanwezigen een goed idee zijn om een boodschappendienst op te richten. Zij stellen voor om een lijstje af te geven, zodat iemand 1 dag per week de boodschappen kan doen. Voor noodgevallen zou het wel goed zijn dat iemand kan worden ingeschakeld. Er moeten dan ook goede regels opgesteld worden.

De tuin is goed onderhouden De tuin is goed onderhouden, daar zijn 16 van de 17 aanwezigen het over eens. De bomen op de parking moeten nodig gesnoeid worden. Ik voel me thuis in Ten Olme Iedereen is het eens met deze stelling De gemeenschappelijke ruimten zijn in orde 8 aanwezigen zijn het niet eens met deze stelling. De aanwezigen vinden dat er te weinig liften in het gebouw zijn. Het is ook zo dat de aanwezige lift te traag is. Het probleem is ook dat de lift te vaak defect is. Op het derde en het vierde verdiep, ook in de flats is het vaak te warm. Dat komt doordat de buizen niet geisoleerd zijn, volgens een aanwezige. Er zijn ook problemen met het warm water. Dat is vaak afgesloten. Buiten, aan flat 308, zouden er weer keitjes moeten komen, deze zone is heel slecht onderhouden, en ziet er heel vuil uit volgens een aanwezige. Ik wil meer contact met de andere bewoners

Page 120: THESIS Service Flats

120

13 aanwezigen vinden dat zij genoeg contacten hebben met de bewoners. Het is zo dat er vooral nood aan is, om in het weekend iets te organiseren. Zoals het vroeger was, met de vorige permanentieverantwoordelijke. Er is volgens de aanwezigen geen nood aan georganiseerde evenementen. De mensen zeggen wel echt te genieten van de feestjes, zoals de barbecue en de nieuwjaarsreceptie. Het onderhoud van de gordijnen is voldoende Er zouden gordijnen moeten hangen aan de ramen bij de lift, dat zou in de zomer de warmte wat tegenhouden. De gordijnen in het zaaltje zouden dringend moeten gereinigd worden. Veel mensen zijn niet op de hoogte van het feit dat je kan aanvragen om de gordijnen te laten reinigen tegen betaling in De Zonnewijzer. Een aanwezige stelt voor om een beurtrol in te lassen zodat jaarlijks de gordijnen van elke flat een wasbeurt krijgen. De vensters worden vaak genoeg schoongemaakt 14 aanwezigen zijn het met deze stelling eens. De andere drie vinden dat de ramen vaker langs buiten moeten gereinigd worden. Ik wil meewerken als vrijwilliger in Ten Olme Mevr. Verschooren (409) en Mevr. Ovaere (404) willen wel kleine boodschapen doen, maar hebben geen wagen en willen dus geen grote boodschappen doen. Ik heb voldoende activiteiten in het weekend Zie ook de stelling rond meer contact met de andere bewoners Ik weet waar ik met mijn problemen terechtkan Alle aanwezigen zijn het eens met deze stelling Ik kan mij tijdens de winteravonden goed bezighouden Alle aanwezigen zijn het eens met deze stelling De huishoudapparaten zijn goed onderhouden Alle aanwezigen zijn het eens met deze stelling. Ze vinden wel dat ze soms vaak moeten wachten op Kurt, omdat hij het volgens hen heel druk heeft, en toch ook wat zou vergeten. De aanwezigen zijn het niet eens met de nieuwe regeling in de huurovereenkomst, ze vinden het niet correct dat zij moeten betalen voor de nieuwe kranen. Toen ik naar Ten Olme kwam kreeg ik voldoende informatie 16 aanwezigen zijn het eens met deze stelling. Een aan wezige vond dat ze niet genoeg geinformeerd werd over de praktische zaken, zoals de werking van de deur in de garage. Ik heb voldoende privacy Alle aanwezigen zijn het met deze stelling eens Ik voel mij veilig in Ten Olme Alle aanwezigen zijn het eens met deze stelling. Men denkt dat er nood is aan een test van de bellen. Ik vind dat de bewonersraad op een goede manier georganiseerd wordt

Page 121: THESIS Service Flats

121

Er worden enkele vragen gesteld bij de organisatie van de bewonersraad. “Hoe moet dat wettelijk worden georganiseerd?”, “Mag er wel iemand van het personeel aanwezig zijn?” “Is er wel nood aan een bewonersraad” Sommige aanwezigen vinden dat een bewonersraad geen nut heeft, het is nuttiger om rechtstreeks met Nancy of Bart te overleggen bij problemen. Andere opmerkingen Zou het mogelijk zijn om een parkeerplaats te maken, enkel voor laden en lossen, dit voor de kinderen die de boodschappen doen. Wanneer men een aanvraag doet voor een kast in de kelder dan duurt dat veel te lang.

Bijlage 7 : Verslag bewonersraad

Page 122: THESIS Service Flats

122

Verslag bewonersraad 7 april 2005 Aanwezig : 33 bewoners Sprekers : Nancy Toye, dagelijks verantwoorelijke, Virginie, student sociaal verpleegkundige, Isabel, student voortgezette opleiding sociaal verpleegkundige

Algemene mededelingen door Nancy Toye Verwelkoming Voorstellen nieuwe bewoners Terrassen worden in mei vernieuwd Uitleg rond legionellatesten in de flats Voorstelling Virginie en Isabel

Voorstelling van het onderzoek door Virginie

Algemene indruk iedereen tevreden Blij dat de overstap naar Ten Olme is gemaakt Veilig gevoel binnen Ten Olme Er wordt rekening gehouden met de opmerkingen Nood aan boodschappendienst

Enkele knelpunten Prive-parking Bewonersraad

De bewonersraad Om de drie maanden moet een bewonersraad worden samengeroepen. Op vraag van de leden van de bewonersraad kan de dagelijks verantwoordelijke of iemand anders van de organisatie van de serviceflat aanwezig zijn. In principe is niet iedere bewoner lid van de bewonersraad, maar er is geen wettelijke bepaling die zegt dat dat niet kan. De bewonersraad kan dus opengesteld worden voor alle bewoners. Ook kan de bewonersraad worden georganiseerd per verdieping. Er moet van elke bewonersraad een verslag worden opgemaakt.

Parking : Problemen Te weinig parkeerplaatsen Oude kaarten worden nog gebruikt Mensen met een geldige kaart maken er misbruik van Parking wordt gebruikt door mensen zonder parkeerkaart

Parking : Oplossingen Huidige kaarten vervangen door nieuwe kaarten in andere kleur. 1 Kaart per kind of kleinkind. Bewoners zonder kinderen krijgen 3 kaarten. Naam en nummerplaat van de kaarthouder wordt bijgehouden Regelmatig controle, zodat er minder misbruiken zijn.

Page 123: THESIS Service Flats

123

Opmerking van de bewoners : wat als iemand verschillende wagens heeft? Mogen wij een reservekaart in de flat houden? Boodschappen : Problemen Vooral bij ziekte of immobiliteit, of wanneer er veel of zware boodschappen moeten worden gedaan.

Boodschappen : oplossingen Boodschappendienst voor noodgeval, kleine boodschappen, duidelijke afspraken moeten worden gemaakt om misbruik te voorkomen. Lijstje doorgeven aan Nancy, zij neemt contact op met de vrijwilliger en brengt boodschappen naar flat. Er wordt een kleine vergoeding gevraagd. Voor veel boodschappen wordt voorgesteld met een busje naar een groot-warenhuis te rijden, het busje blijft een uur ter plaatse. Er wordt een vergoeding gevraagd. Voor zware boodschappen kan een beroep gedaan worden op mensen die aan huis leveren. Prijs wordt met leverancier overeengekomen Voorbeeld : Biervoerder, melkboer Korte uitleg rond kwaliteitshandboek door Isabel Op 13 april geeft Isabel uitleg rond het kwaliteitshandboek en de klachtenprocedure aan de bezoekers van De Zonnewijzer. De bewoners werden nu uitgenodigd om aanwezig te zijn op de uiteenzetting