clinic - tvionline.nl
Transcript of clinic - tvionline.nl
HET PRAKTIJKGERICHTE NA- EN BIJSCHOLINGSPLATFORM VOOR ALLE SPECIALISTEN WERKZAAM IN INFECTIOLOGIE EN MEDISCHE MICROBIOLOGIE
clinic
INTERVIEW met Charlie Obihara: De waakhond, het luchtfilter en de poepfile: metaforen voor in de communicatie tussen arts en patiënt
Neurologische manifestaties van COVID-19M.C. Brouwer
Westnijlvirus: virologie, epidemiologie, klinische beelden en diagnostiekJ.H.J. Reimerink, M.A.H. Braks, B.C.G. Voordouw, C.C. van den Wijngaard, H.C.T. van den Kerkhof, C.B.E.M. Reusken
Meningitis op basis van een autochtone infectie met westnijlvirusN.J.L.M. Taks, W.H. Bouvy, S.F.T. Thijsen, J.H.J. Reimerink, C.B.E.M. Reusken, C.F.H. Raven
Wat in eerste instantie een simpele cellulitis leek…M.E. Jacobs, W.J.M. Janssen, R.J.A. Diepersloot, I.M.M.J. Wakelkamp
De afweerreactie op tuberculose en na BCG-vaccinatieV.A.C.M. Koeken
Rotavirusvaccinatie is effectief voor een milde, acute gastro-enteritis in een poliklinische settingI.N. Vlasveld
Tijdschriftvoor InfectieziektenJAARGANG 16 | NUMMER 4
SEPTEMBER 2021
4
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
COLOFON TIJDSCHRIFT VOOR INFECTIEZIEKTEN
Het Tijdschrift voor Infectieziekten (TvI) verschijnt zesmaal per jaar en wordt via controlled circulation kosteloos aangebo-den aan internisten, kinderartsen, arts-microbiologen, der-matologen, neurologen, GGD-artsen, gynaecologen, arts- epidemiologen, geriaters, intensivisten, longartsen en reu-matologen met interesse voor infectieziekten en arts-assis-tenten in opleiding werkzaam binnen de eerder genoemde specialismen in Nederland. Het TvI is een praktisch en infor-matief vaktijdschrift. Het doel van het tijdschrift is de lezer inzicht en overzicht te geven op medisch gebied. Dankzij het TvI is men snel en op goed toegankelijke wijze op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het gebied van de infectieziek-ten en direct aanverwante medische vakgebieden. De inhoud komt tot stand door een onafhankelijke redactieraad en wordt gerefereerd om een objectieve informatieverstrekking te waar-borgen. Vanzelfsprekend staat het TvI open voor spontane bijdragen van lezers. Spontaan ingezonden bijdragen of refe-raten kunnen - na beoordeling en goedkeuring van de hoofd-redactieraad - worden geplaatst. Voor meer informatie hier-over, kunt u zich wenden tot de uitgever.
UITGEVER EN REDACTIESECRETARIAATAriez B.V.Redactiesecretariaat TvIWestzijde 22, 1506 EE ZaandamTel.: 075 642 94 20 Website: www.ariez.nlE-mailadres: [email protected]
VOORZITTER HOOFDREDACTIERAADMw. dr. A.H.E. Roukens, internist-infectioloog, afd. Infectie-ziekten, LUMC, Leiden
HOOFDREDACTIERAADDhr. dr. V. Bekker, kinderarts-infectioloog/immunoloog, Willem- Alexander Kinderziekenhuis, LUMC, LeidenDhr. dr. R.W. Bosboom, arts-microbioloog, Med. Microbiologisch en Immunologisch Laboratorium, Rijnstate Ziekenhuis, VelpDhr. dr. A.P. van Dam, arts-microbioloog, afd. Med. Microbiologie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam en Streeklaboratori-um GGD, AmsterdamDhr. dr. A.S.M. Dofferhoff, internist-infectioloog, afd. Interne Ge-neeskunde, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, NijmegenMw. M. Gompelman, internist-infectioloog en arts-onderzoeker, Radboudumc, NijmegenDhr. dr. A. Goorhuis, internist, afd. Infectieziekten en Centrum voor Tropische Geneeskunde & Reizigersgeneeskunde, Amsterdam UMC, locatie AMC, AmsterdamMw. dr. M.L. Grijsen, dermatoloog, Centre for Tropical Medicine and Global Health, Nuffield Dep. of Medicine, University of Oxford, Verenigd Koninkrijk, en Eijkman-Oxford Clinical Research Unit, Jakarta, IndonesiëDhr. dr. P.H.P. Groeneveld, internist-infectioloog, afd. Interne Ge-neeskunde, Isala, ZwolleDhr. dr. C.D.J. den Heijer, arts-epidemioloog maatschappij en ge-zondheid, profiel infectieziektebestrijding, GGD Zuid Limburg, HeerlenMw. dr. O. Karimi, internist-infectioloog en internist ouderenge-neeskunde, Ziekenhuis St Jansdal, HarderwijkMw. dr. F.N. Lauw, internist-infectioloog, afd. Interne Geneeskun-de, MC Jan van Goyen, AmsterdamDhr. dr. J.L.A.N. Murk, arts-microbioloog, Microvida, Elisabeth--TweeSteden Ziekenhuis, TilburgDhr. dr. C.C. Obihara, kinderarts-kinderinfectioloog/immunoloog, afd. Kindergeneeskunde, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis, TilburgMw. dr. S.E. van Roeden, internist-infectioloog i.o. en klinisch epi-demioloog, afd. Interne Geneeskunde en Infectieziekten, UMC Utrecht, UtrechtDhr. dr. L. Slobbe, internist-infectioloog, Erasmus MC Instituut voor Tropische Ziekten, afd. Med. Microbiologie en Infectieziek-ten, Erasmus MC, RotterdamDhr. drs. R. Steingrover, arts-microbioloog, afd. Med. Microbiolo-gie en Infectiepreventie, Sint Maarten Medical Center en Sint Maarten Medical Laboratory Services, Sint MaartenDhr. drs. I.N. Vlasveld, internist-infectioloog, Martini Ziekenhuis, GroningenDhr. dr. G.H.J. Wagenvoort, arts-microbioloog, Laboratorium voor Med. Microbiologie en Infectieziekten, Isala Klinieken, Zwolle Mw. dr. L.J. Wammes, arts-microbioloog/parasitoloog, afd. Med. Microbiologie, LUMC, LeidenMw. dr. M. Wegdam-Blans, arts-microbioloog, PAMM Laboratori-um voor Pathologie en Medische Microbiologie, Catharina Zieken-huis, VeldhovenMw. dr. M.E. van Wolfswinkel, internist-infectioloog, afd. Med. Mi-crobiologie, MUMC+, Maastricht
ABONNEMENTENVoor abonnementsaanvragen door bedrijven, instellingen en medisch specialisten die niet in aanmerking komen voor kos-teloze toezending via controlled circulation: Graag uw verzoek sturen aan: [email protected] Oplage: 2.500 ex. Frequentie: zesmaal per jaar
COPYRIGHT© Ariez B.V., Zaandam. Alle rechten voorbehouden. Behou-dens wettelijke uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave openbaar worden gemaakt of overgenomen worden door middel van druk, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoofdredactieraad en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties en/of mogelijke schadeclaims die hieruit kunnen voortvloeien. De hoofdredactieraad en uitgever wijzen elke verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor (de juist-heid van) de gepresenteerde gegevens af en garanderen noch ondersteunen enig product of dienst geadverteerd in deze uitgave, noch staan zij garant voor enige door de vervaardiger van dergelijke producten of diensten gemaakte beweringen. Hoofdredactieraad en uitgever zijn eveneens niet aansprake-lijk voor enig nadelig gevolg of schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie uit dit tijdschrift. De uitgever heeft het recht advertenties of soortgelijke uitingen zonder opgave van redenen te weigeren.
KAFTILLUSTRATIEGettyImages
ISSN-NUMMER 1872-0811
VOORWOORDA.H.E. Roukens
NEWSROOM
INTERVIEW Interview met Charlie Obihara: De waakhond, het luchtfilter en de poepfile: metaforen voor in de communicatie tussen arts en patiënt
OVERZICHTSARTIKELEN Neurologische manifestaties van COVID-19M.C. Brouwer
Westnijlvirus: virologie, epidemiologie, klinische beelden en diagnostiekJ.H.J. Reimerink, M.A.H. Braks, B.C.G. Voordouw, C.C. van den Wijngaard, H.C.T. van den Kerkhof, C.B.E.M. Reusken
CASUÏSTIEKMeningitis op basis van een autochtone infectie met westnijlvirusN.J.L.M. Taks, W.H. Bouvy, S.F.T. Thijsen, J.H.J. Reimerink, C.B.E.M. Reusken, C.F.H. Raven
Wat in eerste instantie een simpele cellulitis leek…M.E. Jacobs, W.J.M. Janssen, R.J.A. Diepersloot, I.M.M.J. Wakelkamp
PROEFSCHRIFTBESPREKINGDe afweerreactie op tuberculose en na BCG-vaccinatieV.A.C.M. Koeken
INFECTIEZIEKTEN IN BEELDUw diagnose?M.L. Grijsen, L.J. Secker, A.P.M. Lavrijsen
JOURNAL SCANRotavirusvaccinatie is effectief voor een milde, acute gastro-enteritis in een poliklinische settingI.N. Vlasveld
GEPOKT EN GEMAZELDK. van Halem
INFECTIES ZONDER GRENZENK.J. Vliegenthart-Jongbloed
MEDEDELINGEN EN AGENDA
INHOUDSOPGAVE 114
115116117
121
126
133
137141
144
147
148150152
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
INTERVIEW
De waakhond, het luchtfilter en de poepfile: metaforen voor in de communicatie tussen arts en patiëntdrs. C. Oldenburg
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):117-20)
Aan het einde van dit jaar of begin volgend jaar hoopt dr. Charlie Obihara (kinderarts-kinderinfectioloog/immunoloog, ETZ, Tilburg) online te kunnen gaan met zijn geesteskind Medifoor. Medifoor, dat wordt gesponsord door diverse fondsen, geeft uitleg over ziektebeelden door middel van zogeheten ‘medifo-ren’ (medische metaforen). Door middel van illustra-ties vertellen de mediforen wat er in het lichaam gebeurt bij een bepaalde aandoening, zoals een longontsteking. Op die manier willen Obihara en de rest van het team achter Medifoor de communicatie tussen arts en patiënt verbeteren.
EFFECTIEVE COMMUNICATIE?“Effectieve communicatie tussen arts en patiënt is essenti-
eel,” begint Obihara. “In onze uitleg naar patiënten den-
ken we vaak vanuit onze medische kennis, maar hoeveel je
effectief overbrengt op de patiënt is onduidelijk.” Hij ver-
wijst naar onderzoeken waaruit blijkt dat eenderde tot de
helft van de patiënten niet genoeg kennis over gezondheid
bezit om goed te begrijpen wat hun in de spreekkamer
wordt uitgelegd.1,2 Hieronder vallen zowel hoog- als
laagopgeleiden, maar onder laagopgeleiden is het aandeel
nog veel hoger. Uit een studie kwam naar voren dat 75%
van de ondervraagde artsen (orthopedisch chirurgen)
tevreden was met hun eigen uitleg over een klinisch pro-
bleem, terwijl slechts 21% van de patiënten er content mee
was.3 “Dat is een enorm gat!” zegt Obihara. “Effectieve
communicatie is niet alleen belangrijk voor de diagnose,
maar ook voor de uitleg over wat er speelt in het lichaam
van de patiënt, de monitoring van het herstel en de zorg-
uitkomst als geheel. Wat gebeurt er als een patiënt niet
goed begrijpt wat je vertelt? Hoe kan je dan als patiënt een
keuze maken voor een bepaalde behandeling? Laaggelet-
terden, ouderen, kinderen, volwassenen met dyslexie of
taalproblemen die ze niet altijd kenbaar maken… Zij
begrijpen niet altijd wat je als arts uitlegt. Met de medifo-
ren hopen we patiënten te kunnen helpen om ziektebeel-
den beter te begrijpen en te onthouden. We willen op prik-
kelende, beeldende wijze de communicatie tussen arts en
patiënt ondersteunen.”
HET ONTSTAAN VAN MEDIFOORAardbeitong, sinaasappelhuid, klokhuisafwijkingen;
metaforen in de medische wereld zijn niet nieuw. Met de
huidige technologische ontwikkelingen hebben artsen de
metaforen echter verlaten en is hun uitleg te technisch
geworden, meent Obihara. Beelden zorgen ervoor dat
mensen dingen beter onthouden. “Neem bijvoorbeeld de
reclames van ‘Even Apeldoorn bellen’, die weet je jaren
later nog steeds,” licht Obihara toe. “Als een beeld 1.000
woorden waard is, dan is een metafoor 1.000 beelden
waard. Dan kun je met metaforen heel veel bereiken!”
Deze overtuiging vloeit voort uit Obihara’s achtergrond:
Trefwoorden: arts, communicatie, Medifoor, metaforen, Mediphorics, patiënt.
Keywords: communication, doctor, Medifoor, Mediphorics, metaphors, patient.
117
Dr. Charlie Obiharakinderarts-kinderinfectioloog/immunoloog, ETZ, Tilburg
FOTO
: MA
RIA
VAN
DE
R H
EY
DE
N
Luister ook naar de podcast met dr. Charlie Obihara.
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
OVERZICHTSARTIKELEN 121
SAMENVATTING COVID-19 is een ernstige virale infectie van de lucht-wegen die wordt gekenmerkt door dyspneu, en in ernstige gevallen gepaard gaat met een ontregelde immuunrespons die tot multi-orgaanfalen en trom-botische complicaties kan leiden. Neurologische klachten bij COVID-19 bestaan uit hoofdpijn, spier-pijn, reukverlies en een gedaald bewustzijn. Neuro- logische complicaties bestaan onder andere uit een hypoxische of metabole encefalopathie, post- infectieuze inflammatoire syndromen, zoals het syn-droom van Guillain-Barré en acute gedissemineerde encefalomyelitis, en cerebrovasculaire complicaties. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de neurologische symptomen en complicaties die optreden bij COVID-19. (TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):121-5)
SUMMARYCOVID-19 is a severe viral infection of the respiratory tract which is characterised by dyspnea, and in severe cases can be complicated by a dysregulated immune response, leading to multi-organ failure and thrombotic complications. Neurologic symptoms in COVID-19 patients consist of headache, muscle ache, loss of smell and taste and an altered mental status. Neurologic complications consist of hypoxic or metabolic encephalopathy, post-infectious inflam-matory syndromes, such as Guillain-Barré syndrome and acute disseminated encephalomyelitis, and cerebrovascular complications. This article provides an overview of neurological symptoms and com-plications which can occur during COVID-19.
Neurologische manifestaties van COVID-19 Neurological manifestations of COVID-19
dr. M.C. Brouwer
Dit artikel is een bewerking van Brouwer MC. Neurologische manifestaties van COVID-19. Tijdschr Neurol Neurochir 2021;122(3):92-6.
Correspondentie graag richten aan: dhr. dr. M.C. Brouwer, neuroloog, Amsterdam UMC, afdeling Neurologie, Amsterdam Neuroscience,
Postbus 22660, 1100 DD Amsterdam, tel.: 020 566 91 11, e-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: de auteur heeft onderzoeksbeurzen van ZonMw (Vidi nr. 917.17.308), stichting de
Merel en de European Research Council (ERC consolidator grant nr. 101001237).
Trefwoorden: complicaties, COVID-19, encefalitis, meningitis, symptomen.
Keywords: complications, COVID-19, encephalitis, meningitis, symptoms.
ONTVANGEN 29 JANUARI 2021, GEACCEPTEERD 22 FEBRUARI 2021.
INLEIDINGSARS-CoV-2 heeft de wereld sinds begin 2020 ernstig
ontregeld met de uitbraak van COVID-19. Sinds de start
van de uitbraak in Wuhan, China, kwamen snel veel vra-
gen boven over de verschijnselen van de ziekte, betrok-
ken orgaansystemen, mortaliteit en snelheid van ver-
spreiding. Naarmate de epidemie een pandemie werd,
kwamen de eerste verslagen van neurologische manifes-
taties van COVID-19. De kwaliteit van de studies was
echter initieel nog vaak matig. Tevens was er vaak ondui-
delijkheid over de definities en classificatie. In de loop
van de eerste golf in het voorjaar van 2020 kwamen er
ook meer ‘case reports’ over neurologische ziektebeelden
die optraden bij of na COVID-19, zoals een acute necro-
tiserende encefalitis en cerebrale veneuze sinustrombose.
Later bleek ook dat het syndroom van Guillain-Barré,
acute gedissemineerde encefalomyelitis en herseninfarc-
ten voorkwamen bij patiënten met COVID-19. De vraag
bleef wat de werkelijke incidentie van deze complicaties
was, en of er een causaal verband was. In de loop van
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
OVERZICHTSARTIKELEN 126
SAMENVATTINGWestnijlvirus (WNV) is een door muggen overgedra-gen, zoönotisch virus dat zijn naam dankt aan de regio West-Nijl in Oeganda, waar het virus voor het eerst werd geïdentificeerd. De transmissie van west-nijlvirus verloopt in een enzoötische cyclus tussen muggen en vogels. Bij voldoende circulatie worden sporadisch mensen en paarden geïnfecteerd, die ver-der niet bijdragen aan de transmissie van het virus. Het verspreidingsgebied van het virus omvat de hele wereld, behalve Antarctica. Binnen Europa breidt het verspreidingsgebied van het virus zich steeds verder uit, wat ertoe heeft geleid dat in 2020 autochtone patiënten in Nederland werden gediagnostiseerd. De diagnostiek is grotendeels gebaseerd op serologie door de kenmerkende korte viremie (3-5 dagen) bij fla-vivirussen, maar in urine of volbloed kan het virus nog weken na de eerste ziektedag worden aangetoond met moleculaire technieken. De verwachting is dat in 2021 opnieuw patiënten zullen voorkomen en daarom is verhoogde alertheid bij clinici van belang voor het opnemen van WNV in de differentiaaldiagnose van met name neurologische verschijnselen.(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):126-32)
SUMMARYWest Nile virus (WNV) is a mosquito-borne zoonotic virus that is named after the West Nile region of Uganda, where the virus was first identified. West Nile virus transmission occurs in an enzootic cycle between mosquitoes and birds. With sufficient circu-lation, humans and horses are sporadically infected, but do not contribute to the transmission of the virus. In Europe, the spread of the virus continues to expand, which has led to the diagnosis of indigenous patients in the Netherlands in 2020. Diagnosis is largely based on serology due to the typical short viremia of 3-5 days of flaviviruses, but by using molecular techniques on urine or whole blood, the virus can be detected for weeks after the first day of illness. The recurrence of patients is expected in 2021 and therefore increased alertness among clini-cians is important to include WNV in the differential diagnosis, particularly in case of patients with neuro-logical symptoms.
1onderzoeker virologie, 2medisch entomoloog, Zoönose en Omgevingsmicrobiologie, 3arts-microbioloog, 4wetenschappelijk medewerker, Epide-
miologie en Surveillance van Infectieziekten, 5arts maatschappij & gezondheid, Centrum Coördinatie Infectieziektebestrijding, 6top-expert virolo-
gie, 7Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en laboratorium Surveillance, 8Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven.
Correspondentie graag richten aan: dhr. ing. J.H.J. Reimerink, RIVM, Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en laboratorium Surveillance,
Antonie van Leeuwenhoeklaan 9, Postbus 1, 3721 MA Bilthoven, tel.: 030 274 45 13, e-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Trefwoorden: muggenoverdraagbaar, neuro-invasief, viremie, westnijlvirus.
Keywords: mosquito-transmitted, neuroinvasive, viremia, West Nile virus.
ONTVANGEN 7 JUNI 2021, GEACCEPTEERD 20 JULI 2021.
Westnijlvirus: virologie, epidemiologie, klinische beelden en diagnostiekWest Nile virus: virology, epidemiology, clinical manifestations and diagnostics
ing. J.H.J. Reimerink1,7,8, dr. M.A.H. Braks2,8, dr. B.C.G. Voordouw3,7,8, dr. C.C. van den Wijngaard3,8, dr. H.C.T. van den Kerkhof5,8, dr. C.B.E.M. Reusken6,7,8
INLEIDINGWestnijlvirus (WNV) is een neurotroop, door muggen
overgedragen, zoönotisch pathogeen dat zich handhaaft in
een vogel-mug-vogel-cyclus en incidenteel wordt overge-
dragen op de mens. Het virus is voor het eerst geïdentifi-
ceerd in de regio West-Nijl in Oeganda in 1937 en heeft op
dit moment van de door muggen overgedragen pathoge-
nen het grootste verspreidingsgebied in de wereld.1,2 In
Europa komt het virus endemisch voor in landen rond de
Middellandse Zee en in Centraal-Europa. Vanaf 2018 is
JA ARGANG16 SEPTEMBER2021
133
SAMENVATTING Dit artikel beschrijft een 34-jarige man met klachten van hoofdpijn, koorts, braken en nekpijn in combina-tie met een huiduitslag over het hele lichaam. Uit liquoronderzoek bleek een geringe pleiocytose en een licht verhoogd eiwitgehalte. Hierop werd gestart met een antibacteriële en antivirale behandeling voor meningitis. De uitslagen van aanvullend onderzoek naar diverse virale en bacteriologische verwekkers waren negatief, waarop de behandeling werd gestaakt. Omdat in augustus 2020 het westnijlvirus in Nederland lokaal werd geconstateerd, werd het liquorsample van deze man op dit virus onderzocht, met positief resultaat. Vanwege de (mogelijk per- manente) aanwezigheid van het westnijlvirus in Nederland illustreert deze casus het belang om bij onverklaarde meningitis of encefalitis in de differen- tiaaldiagnose rekening te houden met een dergelijke infectie.(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):133-6)
SUMMARYA 34-year old man consulted the hospital with head-ache, fever, vomiting and neck pain combined with a generalized rash. Lumbar puncture showed a mild pleocytosis and slightly elevated protein level, the patient was therefore treated for meningitis. Addi-tional diagnostics for various viral and bacteriologi-cal pathogens were negative and antibiotic and anti-viral treatment was discontinued. Due to the local occurrence of the West Nile virus in the Netherlands in august 2020, additional diagnostics were used and the cerebrospinal fluid of the patient tested pos-itive for West Nile virus. The occurrence of autoch-thonous West Nile virus infections in the Netherlands underlines the importance of including this virus to the differential diagnosis in case of a patient with unexplained meningitis or encephalitis.
Meningitis op basis van een autochtone infectie met westnijlvirusMeningitis caused by an autochthonous infection of West Nile virus
drs. N.J.L.M. Taks1,7, dr. W. H. Bouvy2,8, dr. S.F.T. Thijsen3,8, ing. J.H.J. Reimerink4,9, dr. C.B.E.M. Reusken5,9, drs. C.F.H. Raven6,7,9
Dit artikel is een bewerking van Taks NJ, Bouvy WH, Thijsen SF, et al. Meningitis op basis van een autochtone infectie met westnijlvirus. Tijdschr Neurol Neurochir 2021;122(4):175-9.
1aios infectieziektebestrijding, 2neuroloog, afdeling Neurologie, 3arts-microbioloog, afdeling Medische Microbiologie en Immunologie, 4onderzoe-
ker virologie, 5top-expert virologie, 6arts maatschappij & gezondheid, 7afdeling Infectieziektebestrijding, GGD regio Utrecht, Zeist, 8Diakonessen-
huis, Utrecht, 9Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en laboratorium Surveillance, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven.
Correspondentie graag richten aan: mw. drs. N.J.L.M. Taks, GGD regio Utrecht, De Dreef 5, 3706 BR Utrecht, tel.: 030 630 54 00, e-mailadres:
Belangenconflicten: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Trefwoorden: encefalitis, huiduitslag, meningitis, Nederland, westnijlvirus.
Keywords: encephalitis, meningitis, rash, the Netherlands, West Nile virus.
ONTVANGEN 30 MAART 2021, GEACCEPTEERD 25 APRIL 2021.
INLEIDINGIn augustus 2020 is het westnijlvirus (WNV) voor het
eerst aangetroffen in Nederland bij muggen en vogels.1
Hierna is in oktober 2020 voor het eerst een humane
autochtone (opgelopen in Nederland) infectie met het
WNV vastgesteld.2 Infecties met WNV komen wel vaker
voor in Nederland, maar tot voor kort was de infectie dan
altijd opgelopen in het buitenland. Het WNV komt al
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
CASUÏSTIEK
SAMENVATTINGEen infectie met het koepokvirus manifesteert zich bij mensen in veel gevallen als een ulceratieve cutane afwijking, vaak in combinatie met passagère griep- achtige verschijnselen. Door een afname van de immuniteit tegen pokkenvirussen wordt het ziekte-beeld in de afgelopen jaren steeds vaker bij mensen gezien. Dit artikel beschrijft een casus van een patiënte en haar partner, beiden geïnfecteerd met het koepok- virus na contact met besmette kittens. Tevens was bij de patiënte sprake van een secundaire huidinfec-tie met Staphylococcus pseudintermedius. In beide casus werd goed gereageerd op de antibiotica- behandeling, hoewel persisterende littekenvorming hiermee niet kon worden voorkomen. Dit artikel benadrukt het belang van vroegtijdige herkenning van dit over het algemeen mild verlopende ziekte-beeld, om zo eventuele complicaties te voorkomen.(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):137-40)
SUMMARYA human cowpox infection usually presents with an ulcerative cutaneous lesion and transient flulike symptoms. Over the years, the incidence has increased due to the decreased immunity against the poxvirus. This article describes a case of a patient and her partner, who were both infected with the cowpox virus through exposure to kittens. Addi-tionally, the patient showed symptoms of a second-ary skin infection caused by the pathogen Staphylo-coccus pseudintermedius. In both cases, symptoms improved under antibiotic treatment, although per-sistent scar formation could not be prevented. This article emphasizes the importance of early recogni-tion of this generally mild infection, in order to pre-vent possible complications.
Wat in eerste instantie een simpele cellulitis leek…What seemed like a simple cellulitis at first…
drs. M.E. Jacobs1,5, dr. W.J.M. Janssen2,5, dr. R.J.A. Diepersloot3,6, dr. I.M.M.J. Wakelkamp4,6
1medisch student, afdeling Interne Geneeskunde, 2aios reumatologie, afdeling Interne Geneeskunde, 3arts-microbioloog, afdeling Medische
Microbiologie, 4internist-endocrinoloog, afdeling Interne Geneeskunde, 5UMC Utrecht, Universiteit Utrecht, Utrecht, 6St. Antonius, Utrecht.
Correspondentie graag richten aan: mw. dr. I.M.M.J Wakelkamp, St. Antonius Ziekenhuis Utrecht, afdeling Interne Geneeskunde,
Soestwetering 1, 3543 AZ, Utrecht, tel.: 088 320 30 00, e-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Trefwoorden: cellulitis, huidinfectie, koepokken, zoönose.
Keywords: cellulitis, cowpox, cutaneous infection, zoonosis.
ONTVANGEN 26 JUNI 2020, GEACCEPTEERD 12 OKTOBER 2020.
137
INLEIDINGDe incidentie van humane infecties met het koepokvirus is
in de afgelopen jaren toegenomen. De infectie uit zich
meestal als een cutane afwijking met voorbijgaande syste-
mische symptomen.1,2 Het virus wordt overgedragen van-
uit knaagdieren of (huis)katten en wordt vaak bij mensen
niet direct herkend.1,3,4 Hoewel de meeste humane infec-
ties mild verlopen, kan snelle herkenning zorgen voor het
verkorten van een ‘diagnostic delay’ en complicaties voor-
komen.
CASUSEen 46-jarige patiënte met een blanco voorgeschiedenis
presenteerde zich op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH)
in verband met een erythemateuze zwelling op het gelaat
met betrokkenheid van het rechteroog. Een week voor de
presentatie had de patiënte een papel op haar neusbrug
bemerkt, dat in de loop van de dagen in grootte en rood-
heid was toegenomen. Tevens had ze zich wat grieperig
gevoeld, waarbij ze een maximale lichaamstemperatuur
van 37,6 oC had gemeten. Na een bezoek aan de huisarts,
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
141PROEFSCHRIFTBESPREKING
INLEIDINGTuberculose is wereldwijd een van de dodelijkste infec-
tieziekten: jaarlijks lijden ongeveer 10 miljoen mensen
aan deze ziekte en sterven 1,5 miljoen mensen eraan.1 In
totaal is een kwart van de wereldbevolking besmet met
de tuberculosebacterie (Mycobacterium tuberculosis) en in
ongeveer 5-10% van de gevallen leidt besmetting tot
ziekte.2 De ontwikkeling van tuberculose bestaat uit 2
stappen: (1) iemand raakt besmet met M. tuberculosis, en
(2) de infectie groeit uit tot ziekte. Het immuunsysteem
speelt in beide processen een belangrijke rol. Zo is het
menselijk immuunsysteem in sommige gevallen in staat
infectie en/of ziekte te voorkomen. We begrijpen echter
nog onvolledig welke specifieke immuunprocessen
belangrijk zijn voor het onder controle houden van
M. tuberculosis. In dit proefschrift is gekeken naar de rol
van het menselijk immuunsysteem bij infectie, ziekte en
vaccinatieresponsen. Deze kennis kan in de toekomst
helpen bij het ontwikkelen van betere preventiemaatre-
gelen of behandelstrategieën.
SAMENVATTINGOp 26 maart 2021 promoveerde Valerie Koeken aan de Radboud Universiteit in Nijmegen met haar proef-schrift getiteld ‘Host response in tuberculosis and BCG vaccination’. Het onderzoek werd verricht onder supervisie van prof. dr. R. van Crevel, prof. dr. M.G. Netea en dr. A. van Laarhoven. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen besproken.(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):141-3)
SUMMARYOn March 26th 2021, Valerie Koeken successfully defended her PhD thesis at Radboud University in Nijmegen. Her thesis was entitled ‘Host response in tuberculosis and BCG vaccination’. Her thesis was supervised by prof. dr. R. van Crevel, prof. dr. M.G. Netea and dr. A. van Laarhoven. This article summa-rizes the most important findings of this thesis.
De afweerreactie op tuberculose en na BCG-vaccinatieHost response in tuberculosis and BCG vaccination
dr. V.A.C.M. Koeken
Correspondentie graag richten aan: mw. dr. V.A.C.M. Koeken, postdoctoraal onderzoeker, Radboudumc, afdeling Interne Geneeskunde,
Geert Grooteplein Zuid 10, 6525 GA Nijmegen, tel.: 024 361 11 11, e-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Trefwoorden: afweerreactie, BCG-vaccinatie, getrainde immuniteit, tuberculose.
Keywords: BCG vaccination, immune response, trained immunity, tuberculosis.
ONTVANGEN 26 MEI 2021, GEACCEPTEERD 26 JULI 2021.
Host response in tuberculosis and
BCG vaccination
Host response in tuberculosis and
BCG vaccinationValerie A.C.M. KoekenValerie A.C.M. Koeken
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
144INFECTIEZIEKTEN IN BEELD
ZIEKTEGESCHIEDENISEen 2-jarig meisje met een blanco voorgeschiedenis werd
naar de dermatoloog verwezen door de huisarts vanwege
een sinds 2 weken bestaande blaarachtige huidafwijking
aan de rechterduim. De laesie was ontstaan nadat zij
enkele dagen daarvoor was gebeten door een geit, die zij
op de kinderboerderij uit haar hand had laten eten. Aan-
vankelijk ontstond een blaasje dat in de loop van de
tijd groter werd. De patiënte had 1 dag koorts gehad. De
huisarts had 2 orale antibioticakuren met amoxicilline/
clavulaanzuur voorgeschreven, die echter niet tot ver-
betering leidden.
Bij lichamelijk onderzoek werd aan de laterale zijde van
digitus I van de rechterhand een solitaire, scherp
begrensde, erythemateuze-livide vesikel van 8 x 8 mm
met centrale ulceratie gezien, die omgeven was door een
erythemateuze hof (zie Figuur 1). De nagel was eveneens
aangedaan (zie Figuur 2). Van epitrocheaire of axillaire
lymfadenopathie was geen sprake. Een uitstrijk van het
wondexsudaat werd verricht.
WAT IS UW DIAGNOSE?
Uw diagnose?dr. M.L. Grijsen1,2, drs. L.J. Secker3, dr. A.P.M. Lavrijsen1
(TIJDSCHR INFECT 2021:16(4):144-6)
1dermatoloog, afdeling Huidziekten, LUMC, Leiden, 2Eijkman-Oxford Clinical Research Unit, Jakarta, Indonesië, en Centre for Tropical Medicine
and Global Health, Nuffield Department of Medicine, University of Oxford, Verenigd Koninkrijk, 3afdeling Dermatologie, Mauritskliniek, Den Haag.
Correspondentie graag richten aan: mw. dr. M.L. Grijsen, Eijkman-Oxford Clinical Research Unit, Jalan Diponegoro 69, 10430, Jakarta,
Indonesië, tel.:+ 62 213 19 00 41, e-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
ONTVANGEN 17 FEBRUARI 2021, GEACCEPTEERD 14 APRIL 2021.
FIGUUR 1. Aan de laterale zijde van de rechterduim bevond
zich een 8 x 8 mm grote, solitaire, scherp begrensde,
erythemateuze-livide vesikel met centrale ulceratie die werd
omgeven door een erythemateuze hof.
FIGUUR 2. Paars-blauw verkleurde nagel, eponychium
erythemateus en oedemateus.
JA ARGANG16 SEPTEMBER20214
JOURNAL SCAN 147
(TIJDSCHR INFECT 2021:16(4):147)
INLEIDINGHet rotavirus is een veelvoorkomende verwekker van een
acute gastro-enteritis bij kinderen. Voor de introductie van
de 2 geregistreerde vaccins (RotaTeq en Rotarix) in de Ver-
enigde Staten (VS) was vrijwel elk kind voor de leeftijd van
5 jaar geïnfecteerd en leidde dit tot jaarlijks meer dan
400.000 bezoeken aan een arts, 200.000 bezoeken aan de
afdeling Spoedeisende Hulp en 70.000 ziekenhuisopna-
men. De hoge vaccinatie-effectiviteit (VE) is inmiddels
bewezen voor matige en ernstige ziekte in de klinische set-
ting.1 Omdat data ontbreekt over de VE tegen mildere
ziekte waarbij enkel een artsbezoek op de polikliniek
nodig was, onderzoeken de auteurs in deze studie de VE
voor een milde gastro-enteritis.
SAMENVATTING EN RESULTATENBurke et al. deden een subsetanalyse van een grote data-
base met patiënten uit het noordwesten van de VS met een
acute gastro-enteritis die medische hulp zochten in de
periode van 1 april 2014 tot 30 september 2016.2 De
auteurs gebruikten een negatieve ‘test case-control’-design
voor kinderen jonger dan 12 jaar en pasten 4 casusdefini-
ties toe, afhankelijk van een kwantitatieve PCR en EIA op
fecessamples.
Van de 842 kinderen hadden 799 (95%) een milde gastro-en-
teritis, onder wie 698 (83%) kinderen volledig gevaccineerd
waren. Van de 842 fecessamples waren 55 (6,5%) PCR-test-
uitslagen positief voor het rotavirus en bij 49 van de 53
fecessamples werd de positieve uitslag bij het Amerikaanse
Centers for Disease Control and Prevention bevestigd. Van
de 53 bevestigde samples hadden 31 (58%) een Cq (kwanti-
tatieve cyclustijd) van <27 en 17 (32%) fecessamples hadden
ook een positieve EIA. Er was sprake van een voor de leeftijd
gecorrigeerde VE van 70% bij alle PCR-positieve patiënten,
een VE van 72% voor de PCR-positieven met een Cq <27, een
VE van 73% voor PCR-positieven en EIA-negatieven, en een
VE van 62% voor enkel EIA-positieven. Kinderen met het
rotavirus hadden vaker huisgenoten met een acute
gastro-enteritis (58% voor controles positief voor rotavirus,
versus 21% voor controles negatief voor rotavirus).
COMMENTAARDe auteurs concluderen dat vaccinatie effectief is voor kin-
deren met een milde gastro-enteritis in een poliklinische
setting met een PCR-uitslag positief voor rotavirus.2 De
lagere VE ten opzichte van eerdere studies wordt door de
auteurs verklaard doordat 90% van de populatie ambulant
was. De VE is hoger bij ernstige ziekte en lijkt hoger bij
kinderen jonger dan 2 jaar.1 In Nederland is in 2020 de
invoering van de vaccinatie in het Rijksvaccinatiepro-
gramma (RVP) voor kwetsbare kinderen stopgezet van-
wege een veel minder effectieve VE dan verwacht in deze
specifieke groep. In België en andere Europese landen is
na de introductie van het rotavirusvaccin echter een
reductie van 65-80% waargenomen in het aantal zieken-
huisopnamen bij kinderen van 2-24 maanden oud.3 De
implementatie van het rotavirusvaccin in Nederland bin-
nen het RVP lijkt een kwestie van tijd te zijn, waarbij waar-
schijnlijk ook de kwetsbare kinderen profijt zullen hebben
van groepsimmuniteit.4
REFERENTIES1. Pindyck T, et al. Expert Rev Vaccines 2018;17:593-606.
2. Burke RM, et al. Clin Infect Dis 2021;72:2000-5.
3. Karafilakis E, et al. Vaccine 2015;33:2097-107.
4. Van Dongen JA, et al. Pediatr Infect Dis J 2021;40:300-5.
Rotavirusvaccinatie is effectief voor een milde, acute gastro-enteritis in een poliklinische settingBron: Burke RM, Groom HC, Naleway AL, et al. Rotavirus vaccine is effective against rotavirus gas-
troenteritis resulting in outpatient care: results from the medically attended acute gastroenteritis (MAAGE) study. Clin Infect Dis 2021;72:2000-5.
Auteur: drs. I.N. Vlasveld, internist-infectioloog, Martini Ziekenhuis, Groningen.
Trefwoorden: gastro-enteritis, rotavirus, vaccinatie.
Keywords: gastroenteritis, rotavirus, vaccination.
ONTVANGEN 22 JUNI 2021, GEACCEPTEERD 12 JULI 2021.
JA ARGANG16 SEPTEMBER2021
148
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):148-9)
Binnen de infectieziekten is altijd veel te doen om naam-
geving. Van de zoveelste bacterie die een wetenschappelijk
juiste, maar toch irritante naamsverandering ondergaat
(Streptococcus bovis naar S. gallolyticus, Propionibacterium
naar Cutibacterium, Clostridium naar Clostridioides, et
cetera) tot de naamgeving van de vele varianten van SARS-
CoV-2 (liever het Griekse alfabet dan het land waar de
variant het eerst werd ontdekt).
Toen de onderliggende pathofysiologie van ziekten nog
niet ontrafeld was, werd een ziekte meestal vernoemd naar
een plaats of een persoon (eponiem). Zo zijn er talloze ver-
noemingen naar de persoon die de ziekte als eerste
beschreef of de plaats waar een ziekte werd ontdekt.
Een bijzondere categorie vormen de zogenoemde auto-epo-
niemen. Hierbij is een ziekte vernoemd naar iemand die
werd getroffen door de ziekte die hij zelf bestudeerde. Een
voorbeeld hiervan is rickettsiose, vernoemd naar de Ame-
rikaan Howard Taylor Ricketts, die tijdens zijn onderzoek
naar ‘tabardillo’ (endemische vlektyfus in Mexico) aan de
ziekte overleed. Ook zijn collega Stanislaus von Prowazek,
een Tsjechische parasitoloog die onderzoek deed naar
endemische vlektyfus in een Duitse gevangenis in 1915,
overleed aan de ziekte die hij onderzocht, waarna de
verwekker naar hen beiden werd vernoemd (Rickettsia
prowazekii). Een ander treurig voorbeeld is de ziekte van
Carrion (Bartonella bacilliformis-infectie), vernoemd naar
de Peruaanse geneeskundestudent Daniel Alcides Carrión,
die zichzelf inoculeerde met bloed van een patiënt met
‘verruga peruana’ (Peruaanse wratten, de chronische
vorm van de ziekte) om het verband met Oroya-koorts (de
acute vorm) te bewijzen. Hij bewees de relatie tussen de
2 uitingsvormen, maar overleefde het experiment niet.
Minder vaak werd een ziekte niet vernoemd naar de dok-
ter, maar naar de patiënt. John Cunningham was 36 en
had al 8 jaar de ziekte van Hodgkin toen hij in de zomer
van 1970 snel progressieve neurologische verschijnselen
ontwikkelde en werd opgenomen in een ziekenhuis in
Wisconsin. Een hersenbiopt toonde progressieve multifo-
cale leukencefalopathie, een zeldzame demyeliniserende
aandoening van het centraal zenuwstelsel. De oorzaak van
deze aandoening was nog onbekend en een behandeling
niet beschikbaar. In het postmortale hersenweefsel werd
door Rhein en haar collega’s een nieuw humaan polyoma-
virus ontdekt, wat het JC-virus werd genoemd, naar de
initialen van John Cunningham.1 Overigens is ook het
aan JC-virus verwante BK-virus vernoemd naar de eerste
patiënt bij wie het virus werd geïsoleerd: in 1971 uit urine
van een 29-jarige patiënt na niertransplantatie met ureter-
obstructie. Deze patiënt had de initialen B.K.
Even een kleine uitstap nu we het toch over initialen heb-
ben. In veel wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikge-
maakt van zogenaamde HeLa-cellen, die onderdeel zijn
van een oneindig delende humane cellijn en al decennia-
lang bij verschillende laboratoria over de hele wereld in
What’s in a name? Meer dan je misschien zou denkendrs. K. van Halem
internist-infectioloog, Jessa Ziekenhuis, Hasselt, België, e-mailadres: [email protected]
Trefwoorden: eponiem, infectieziekten, naamgeving.
Keywords: eponym, infectious diseases, naming.
FIGUUR 1. Henrietta Lacks met haar man David. Foto uit het
boek ‘The immortal life of Henrietta Lacks’ van R. Skloot.2
JA ARGANG16 SEPTEMBER2021
150
In de rubriek Infecties zonder Grenzen delen specia-listen, die in het buitenland werkzaam zijn op het gebied van infectieziekten, hun werkervaringen met de lezers van het TvI. In deze editie: Klaske Vliegent-hart, fellow infectieziekten in het Erasmus MC, tijdelijk werkzaam in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, Suriname.
“Hoe gaat het met u?” “Rustig.” “Lukt het de pillen te slikken?”
“Toch wel.” “Hoe vaak bent u de pillen vergeten afgelopen
week?” “Niet vaak.” “Oh, hoe vaak dan: 2 keer, of misschien 3
keer?” “Nee dokter, ik ga niet jokken hoor. Ik drink die pillen.” De
vraag is hoe de ART-compliance is, ik krijg er geen hoogte
van. Misschien ligt het aan mijn manier van vragen stellen.
Waarschijnlijk wil de patiënt fatsoenlijk zijn. Ik grabbel in
een bruine envelop die met 6 nietjes aan een stapel papier is
geniet en als polistatus fungeert. “Heeft u bloed laten prik-
ken?” “Ja dokter.” “Wanneer dan?” “3 dagen geleden.” Duidelijk,
een ‘viral load’ zit er niet in, dat duurt langer. Gelukkig zijn de
nierfunctie en de uitslagen van het urineonderzoek goed.
Voorschrijven dan maar en de patiënt ‘terugbestellen’.
INFECTIE-UITDAGINGENToch zijn juist de vele uitdagingen en de kleurrijke patiënten
de charme van het werken in Paramaribo. Veel patiënten
melden zich met een late hiv-diagnose, 30% meldt zich met
een CD4+-getal onder 200 cellen/mm3.1 Dit resulteert fre-
quent in complicaties als cryptokokkenmeningitis, toxo-
plasmose, tuberculose en vooral histoplasmose. De hiv-pre-
valentie is 1,3%, helaas kent de helft hiervan zijn status niet.
Het stigma is voor veel mensen verstikkend: ze worden
getreiterd op het werk of zwartgemaakt op Facebook.
Met een incidentie van 26 per 100.000 mensen is tubercu-
lose niet veelvoorkomend. Wel is in 27% van de gevallen
sprake van ‘double trouble’: een co-infectie van hiv en tbc,
wat gepaard gaat met slechtere uitkomsten (mortaliteit 29
versus 9%).2 De fellow loopt wekelijkse visite op het externe
sanatorium.
De consultvragen doen een infectiologenhart sneller klop-
pen;
antivirale
therapie bij
humaan T-lymfotroopvirus 1, oculaire lues, ziekte van Pott,
cryptokokkemie bij systemische lupus, enterokokken-endo-
carditis, bacteriële meningitis en veel bloedkweken met
Staphylococcus aureus, en de BRMO’s Klebsiella en Acineto-
bacter. Helaas zorgt de ongekende vertraging in de zorg, de
tsunami aan papieren uitslagen en statusvoering, en gebrek
aan adequate infectiepreventie eerder voor hartkloppingen.
FINANCIËLE UITDAGINGENIn Paramaribo bestaat een sterke wens om zorg te leveren
op een Westers niveau, met chemotherapie, nierfunctie-
vervangende therapie en thoraxchirurgie. Toch voelt het
als het bouwen van een luxe huis op een matig fundament.
Suriname heeft een staatsschuld van meer dan 4 miljard
Amerikaanse dollar, ruim € 6.000,- per inwoner.3 De ach-
terstallige betalingen en gebrekkige logistiek zijn merk-
baar. Momenteel zijn bijvoorbeeld amoxicilline/clavulaan-
zuur, bepaling van ‘viral load’ en CD4+-getal, coloscopie,
echografie of een dialyseplek niet beschikbaar. Medicatie-
spiegels zijn niet voorhanden, ondanks het toedienen van
dagelijks amikacine en liposomaal amfotericine B. Het
staatsziekenfonds dekt slechts 1 CT-scan per jaar, voor
een beenmergpunctie moet de familie geld inzamelen voor
de lidocaïne en de botboor. Flebitis en lijninfecties zijn een
regelrechte plaag. Een candidemie is helemaal een ramp,
want er is alleen fluconazol of liposomaal amfotericine B.
Als de familie geen nieuwe dialyselijn kan bekostigen en
Suriname: dezelfde taal, Suriname: dezelfde taal, maar een ander verhaalmaar een ander verhaalK.J. Vliegenthart-Jongbloed MD DTM&H
(TIJDSCHR INFECT 2021:16(4):150-1)
fellow infectieziekten, afdeling Interne Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam, en AZP, Paramaribo, Suriname, e-mailadres: [email protected]
Trefwoorden: gezondheidszorg, Suriname.
Keywords: health care, Suriname.
JA ARGANG16 SEPTEMBER2021
152
internist-infectioloog, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, tel.: 030 274 3035,
e-mailadres: [email protected]
Trefwoorden: Burkholderia pseudomallei, Haemophilus influenzae-type b, melioidose.
Keywords: Burkholderia pseudomallei, Haemophilus influenzae type b, melioidosis.
EpinieuwsVoor deze rubriek is een selectie gemaakt van recentelijk gepubliceerde signalen uit het Wekelijks overzicht infectieziektesignalen van het RIVM.
dr. A.F. Schoffelen
(TIJDSCHR INFECT 2021;16(4):152)
TOENAME INVASIEVE HIB-ZIEKTE IN 2020 EN 2021In 2020 was sprake van een verhoogd aantal patiënten met
invasieve Haemophilus influenzae-type b (Hib)-ziekte, met
relatief veel patiënten onder ongevaccineerde kinderen.
Deze toename zet zich voort in 2021 (zie Figuur 1) en is niet
alleen te zien bij kinderen, maar ook bij andere leeftijden,
met uitzondering van 65-plussers. De Hib-patiënten zijn
verspreid over het hele land. In 2021 zijn tot en met juni 32
Hib-patiënten gemeld, van wie 15 geboren na 1993 (het jaar
dat Hib-vaccinatie in Nederland werd ingevoerd) en ouder
dan 3 maanden; zij zouden dus (voldoende) gevaccineerd
kunnen zijn. Van hen was 60% (9/15) daadwerkelijk gevac-
cineerd. Het aandeel gevaccineerden in de groep die voor
vaccinatie in aanmerking is gekomen, is daarmee gelijk aan
wat in de afgelopen 5 jaar gezien is (in 2016-2019 gemiddeld
54% gevaccineerd), met uitzondering van 2020, toen het aan-
deel gevaccineerden lager was (30%). De geschatte vaccin-
effectiviteit voor januari-juni 2021 was 89% (95%-BI:
68-96%). Deze data wijzen er dus op dat er geen problemen
zijn met de vaccin-effectiviteit, maar indiceren een ver-
hoogde infectiedruk, mogelijk door meer dragerschap. Uit
eerdere typering van Hib in 2020 leek 1 gezamenlijke bron
voor de infecties onwaarschijnlijk en bleek ook dat de infec-
ties niet werden veroorzaakt door een nieuwe stam. De geo-
grafische verspreiding van de patiënten in 2020 en 2021
duidt ook niet op een (puntbron)uitbraak.
In de afgelopen jaren zijn ten aanzien van Hib 2 aspecten
veranderd in het Rijksvaccinatieprogramma: vervanging
van het combinatievaccin en verandering van het schema.
In december 2018 is het Infanrix-combinatievaccin (in
gebruik sinds augustus 2011) vervangen door Vaxelis. In
FIGUUR 1. Cumulatief aantal gemelde gevallen van invasieve Haemophilus influenzae-type b-ziekte gedurende het jaar in de
periode 2015-juni 2021. (Bron: RIVM, NRLBM)
JA ARGANG16 SEPTEMBER2021
BIJEENKOMSTEN IN NEDERLAND
23-24 september 2021
Vaccinology Masterclass: ‘Vaccines: current insights and new developments’Digitaal evenement/Almere. Informatie: https://vaccinologymasterclass.org/tweedaagse-masterclass-
voor-infectiologen-en-onderzoekers-2021/
6-8 oktober 2021 NVK Congres 2021Digitaal evenement. Informatie: https://www.nvk.nl/over-nvk/events/agenda/
evenement?eventid=96108544
13-15 oktober 2021 InternistendagenMaastricht. Informatie: https://www.internistendagen.nl/
8-9 november 2021 Cursus Antibiotica en kindergeneeskundeInformatie: https://www.antibioticabijkinderen.nl/
18 november 2021 Wetenschapsdag OuderengeneeskundeInformatie: https://www.internisten.nl/vereniging/activiteiten/wetenschapsdag-ouderengeneeskunde
26 november 2021 HavensymposiumRotterdam. Informatie: https://www.travelclinic.com/havensymposium/91/93.htm
16 december 2021 Infectious Diseases Symposium Amsterdam (IDSA 2021)Amsterdam. Informatie: https://www.amc.nl/web/over-de-locatie-amc/evenementenkalender-1.htm
30 juni 2022 SWAB Symposium 2022Informatie: https://swab.nl/nl/event/107/swab-symposium-2022
INTERNATIONALE BIJEENKOMSTEN
29 september- 3 oktober 2021
IDWeek 2021Digitaal evenement. Informatie: https://www.idsociety.org/events2/events3/2021/september/
idweek-2021/
8-11 oktober 2021 10th Trends in Medical Mycology (TIMM 2021)Digitaal evenement/Aberdeen, Schotland. Informatie: https://www.timm2021.org/
27-30 oktober 2021 18th European AIDS ConferenceDigitaal evenement/Londen, Verenigd Koninkrijk. Informatie: https://eacs-conference2021.com/
8-9 november 2021 World Anti-microbial Resistance CongressWashington, Verenigde Staten. Informatie: https://www.terrapinn.com/conference/
antimicrobial-resistance-congress-usa/index.stm
19 november 2021 World Pediatrics ConferenceDigitaal evenement/Bangkok, Thailand. Informatie: https://pediatrics.episirus.org/
13-14 februari 2022 25th Symposium on Infections in the Critically Ill PatientBarcelona, Spanje. Informatie: https://infections-online.com/
13-16 februari 2022 Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections (CROI)Denver, Verenigde Staten. Informatie: https://www.croiconference.org/
MEDEDELINGEN EN AGENDA154