Christus Koning (B 2009 34ste zondag door het jaar)
Transcript of Christus Koning (B 2009 34ste zondag door het jaar)
Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
Wij scholen samen rond de schriften:
de weg wordt vóór ons uitgelegd.
Woorden doorbreken onze driften;
mens Gods, uit duister opgedregd.
Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt
om in de wereld te getuigen
van liefde en goedgunstigheid.
Aanbidt en dankt uw Vader, God die leeft van eeuwigheid;
Aan hem behoort het koningschap en alle heerlijkheid.
Verkondigt hem en looft zijn naam,
bezingt zijn wondermacht;
dan zal op aarde vrede zijn
voor wie zijn hulp verwacht.
Aanbidt en dankt de Koningszoon,
die in de wereld kwam,
en al de zonden van zijn volk
gehoorzaam op zich nam.
Nu nodigt Hij zijn broeders uit
op 't grote koningsfeest
En waar Hij leeft aan Vaders hand,
daar heerst een goede Geest.
De vorsten dwingen ons tot volgzaamheid
en noemen zich daarom weldoende mensen.
Zij geven brood in ruil voor zwijgzaamheid,
buigen de wereld naar hun eigen wensen.
Zij gaan de weg van ongerechtigheid,
hun zucht naar macht is altijd zonder grenzen.
Zo mag het onder ons niet langer zijn.
Wij zullen al wat klein is, zoeken dienen.
Wij die uit naam van God geroepen zijn
steeds op te komen voor de ongezienen,
voor alwie leeft in armoe en in pijn.
Zo laat ons verder heersen door te dienen.
Geloofsbelevenis
Mapje
28
Tekens van leven ons gegeven,
mensen die houden van elkaar.
Doornen tot bloedens toe vergeven,
God zijt Gij hier of zijt Gij daar ?
Woon toch voorgoed hier in ons midden
en draag ons als de dood ons dreigt.
Wees in de vroegte zelf ons bidden,
Vader die naar ons roepen nijgt.
Brood ons gegeven, wijn geschonken,
Woord dat naar eeuwig leven geurt.
Water bewandeld, niet gezonken,
wat niet gebeuren kan gebeurt.
Kalende akkers vol van koren,
en pijn die toch naar vreugde smaakt.
Grijzende mensen nieuw geboren,
een hand die onze dorheid raakt.
Rond de tafel
Mapje
23
Dona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede aan wie op U vertrouwt.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Wat al eeuwen is verteld,
waar wij ook van dromen,
wat door velen is voorspeld,
gaat dat nog eens komen?
Wanneer eindigt toch de nacht,
komt de tijd door ons verwacht,
breekt het licht zich baan,
vangt de Vrede aan?
God, wanneer, ja wanneer
gaan de tijden keren
en zult U regeren?
Wanneer komt de dood niet meer
telkens tussenbeide,
liggen leeuw en bokje neer
aan elkanders zijde,
spelen kind'ren met een slang,
is geen mens en dier meer bang,
wordt het leven waar
voor en met elkaar?
God, wanneer, ja wanneer
gaan de tijden keren
en zult U regeren?