Chirurgische technieken 2016 handouts [Compatibiliteitsmodus] · Opschuiven lege ballonkatheter...
Transcript of Chirurgische technieken 2016 handouts [Compatibiliteitsmodus] · Opschuiven lege ballonkatheter...
1
Chirurgische technieken
Interuniversitair postgraduaat 26/02/2016
Interuniversitair Postgraduaat – Prof. F. Vermassen –26/02/20116UGent – Thoracovasculaire Heelkunde
Chirurgische technieken
1. Varicectomie2. Amputaties3. Thrombo- embolectomie4. Plaatsen poortcatheters - verblijfcatheters5. Controle van bloeding6. Vasculaire suturen + vaatanastomosen
1. Varicectomie
Varices� Definitie:
Verstoring van de normale anatomie van de oppervlakkige venen door dilatatie en tortuositeit.
� Epidemiologie‣ Frequent voorkomend‣ Toenemend met leeftijd‣ V/M= 3/1
� Primaire varices‣ Zonder onderliggende oorzaak behalve klepinsufficiëntie van oppervlakkig systeem of perforanten
Secundaire varices‣ Ten gevolge van insufficiëntie of obstructie in diep systeem‣ Gaat gepaard met chronische veneuze insufficiëntie
Classificatie
• graad 0: geen zichtbare tekens van CVI
• graad 1: telangiëctatische of reticulaire varices
• graad 2: trunculaire varicositas
• graad 3: oedeem
• graad 4: huidveranderingen tgv van CVI
• graad 5: graad 4 + genezen ulcera
• graad 6: graad 4 + actieve ulceraVena safena magna Vena safena parva
Anatomische verdeling
2
Indicaties ingreep
-Subjectieve bezwaren-Esthetische bezwaren-Huidafwijkingen-Veneuze ulcera
Behandeling/ Technieken1/Conservatief : Expectatief / Compressietherapie (kousen klasse II)2/Minimaal Invasief Sclerotherapie (Zijtakvarices, Teleangiëctasieën, Reticulaire venen )Flebectomie volgens Muller. Foamsclerose (FOAM). Endoveneuze laser (EVLT) Radiofrequente ablatie (RFA / VNUS) 3/Operatief Crossectomie + stripping VSM of VSP
Klassieke open techniek
INCISIE1 cm boven de liesplooi mediaal van de arteriele pulsaties
CROSSECTOMIE Opzoeken, afbinden en doorhalen van de 5 zijtakken en de safenofemorale junctie
STRIPPINGInbrengen stripper in de VSM en opvissen van deze via contraincisie thv de knie(short strip) of thv de malleolus medialis(long strip)
3
Opzoeken en afbinden van vooraf gemerkte insufficiënte perforanten Mülleren van convoluten (stapsgewijze resectie)
Minimaal invasieve techniek (VNUS/ LASER)
- Anti-Trendelenburg- Aanprikken VSM onder echogeleide met garrot- Plaatsen 7fr sheath
- Opschuiven tip probe tot 1-2 cm distaal vd cross onder echogeleide- Trendelenburg
- Tumescentie rondom de VSM (Fysiol 500 cc, Lidocaine met adrenaline 10 cc, 10mEq Nabicarbonaat)
- Terugtrekken van de probe volgens instructions for use- Dauerbinders / compressiekous klasse II tot aan de lies 3-4 weken
2. Amputaties
2. Amputatie
- Indicaties - Algemene basisprincipes - Verschillende niveau’s van amputatie- Technieken
Indicatie amputatie
- Acute / chronische ischemie (PAD, Diabetes ) zonder revascularisatiemogelijkheden- Ernstige traumata- Acute / chronische infecties- Maligne bot- en weke delen tumoren
Cave : hoge mortaliteit + morbiditeit vooral bij vaatpatienten !
4
Algemene basisprincipes
- Beperkte amputaties met behoud volledige lengte lidmaat te verkiezen boven OB- of BB- amputaties
- Voordeel beperkte amputaties = behoud van gewrichtsdragend oppervlak, normale proprioceptie, behoud zelfbeeld
- Voetvernauwende te verkiezen boven voetverkortende amputaties- Bevordering primaire wondheling door zeer nauwkeurige amputatietechniek zonder beschadiging van de huidranden- Geen gebruik van garrot ( bij vaatproblematiek)
- Preoperatief dubbel check + aanduiden zijde amputatie !!
Teendesarticulatie
1/ Interphalangeale desarticulatie- Grote teen: behoud MTP-gewricht, visbekincisie- Teen 2: doorheen P1 (voorkomt hallux valgus)
- Andere tenen: niveau (fig), transversale incisie
2/ MTP- desarticulatie- Grote teen: door P1, distaal FHB-aanhechting- Niet bij teen 2 , straalamputatie voorkeur- Teen 3- 4: ok
- Teen 5: MT-kop behouden, laterale condyl verwijderen, pulpaire flap
Transmetatarsale straalamputatie
- Nooit > 1 straal owv stabiliteit
- Zoveel mogelijk straallengte behouden
- 1 straal: enkel invloed op breedte voet
- Straal V: schuin amputeren voor behoud van peroneus brevis pees
Straal 5 Straal 2
5
Transmetatarsale voorvoetamputatie
- Indicatie: gangreen, infectie meerdere tenen
- Nood aan huid van goede kwaliteit tot aan de MT-koppen
- Contra-indicatie: voorvoetinfectie, cellulitis, lymfangitis, necrose plantair proximaal van de metatarsofalingeale plooi
- Sparen van MT1 en proximale kop van MT5 (schuine transsectie)
Majeure voetamputaties Onderbeenamputatie: posterior of skew flap
A/ Posterieure flaptechniek (Burgess)
-Posterieure flap = beter gevasculariseerd-Huidflappen iets langer dan nodig, bij sluiten trimmen tot gepaste lengte-Incisie anterieure flap : horizontaal , hand onder tuberositas tibiae, lengte 2/3 omtrek onderbeen-Incisie posterieure flap: boogvormig, 3 cm langer dan AP diameter van OB waar bot wordt doorgehaald
-Huid- subcutis doorhalen tot op fascia-VSM- VSP klemmen en afbinden-Anterieur alle weefsels doorhalen tot op bot
-Identificeren van de anterieure neurovasculaire bundel (tss musculus tibialis anterior en extensor hallucis longus
- Incisie vervolledigen doorheen lateraal compartiment met afbinden n. peroneus superficialis
-Doorhalen fibula 2 cm boven niveau tibia-Doorzaken tibia 1 cm distaal van de anterieure huidrand, afvlakken anterieure cortex (45°)-Posterieure spiermassa doorhalen met afbinden ATP- en AF- bundel
-Doorhalen nervus tibialis + afbinden-Losmaken en verwijderen m. soleus (enkel m. gastrocnemius blijft)-Huid sluiten met enkelvoudige hechtingen zonder tractie
-Vermijd hematomen
A/ Posterieure flaptechniek (Burgess)
6
B/ Skew flap
- Vascularisatie van ischemisch been verloopt via zijn laterale delen- Incisie 10-15 cm onder tibiaal plateau - Kortste niveau = 3 cm stomp onder de flexorpezen bij 90° gebogen knie- Markeren punt 2.5 cm lateraal crista tibia = punt waar beide flappen aan de voorzijde samenkomen
- Merken posterieure junctie met meetlint- Rest procedure identiek aan posterieure flaptechniek
Transgenuale amputatie
Bovenbeenamputatie-Visbekincisie zo distaal mogelijk, met gelijke anterieure en posterieure flap
-Doorhalen van de 3 spiergroepen tot op de femur - anterieure groep (sartorius, quadriceps femoris,tensor fasciae latae)
- mediale groep (gracilis, pectineus, adductor longus, brevis, and magnus)
- posterieur groepe ( biceps femoris, semitendinosus, semimembranosus)
-Identificatie en afbinden van de AFS-VF-NF
-Identificatie van de nervus ischiadicus , kort en scherp afsnijden , lokale infiltratie
-Doorzagen femur paar cm distaal huidrand en raspen van cortex-Wonde uitgebreid spoelen
-Heup in flexie voor sluiten (cave tractie)-Fixatie stomp met spieren – sluiten fascia (Vicril 1, 2-0) -Huid met aparte hechtingen (Flexocrin, Ethilon 2-0)
7
Heupdesarticulatie
3.Thrombo-embolectomie
Indicaties-Arterieel : acute ischemie OL
* embool
* in situ thrombose
- Veneus : gecompliceerde uitgebreide iliofemorale DVT (phlegmasie cerulea dolens)
Venous gangrene !
Lokalisatie embolen
Femorale bifurcatie 60%Iliacale bifurcatie 18%Arteria poplitea 11%Arteria brachialis 10%
Aorta 2%
Types Fogarthy catheter
1. klassieke ballon Fogarty: opblaasbare ballon op de tip v/e catheter
2. Over the wire Fogarty: met lumen voor GW -contrast -thrombolyse
3. Fogarty graft catheter: voor ruwere thrombi vnl in greffes
Techniek1. Vrijdisseceren arterie, proximaal en distaal omteugelen2. Arteriotomie (dwars / longitudinaal) 3. Opschuiven lege ballonkatheter voorbij thrombus/embool4. Ballon vullen (water+ evt contrast) en de ballon
terugtrekken onder manuele controle van de vulling5. Herhaal 3 en 4 tot geen klonter meer verwijderd kan
worden, dan nog eenmaal6. Controle angiografie7. Bij resttrombus : lokale thrombolyse
Bij stenotisch letsel : endovasculaire behandeling8. Sluiten arteriotomie
8
Arteriotomie
1. dwars 2. longitudinaal
vermoeden embolie
voorwaarde : soepel bloedvat
vermoeden thrombose
nut : mogelijkheid tot revascularisatie
Toegangswegen: via femoralisbifurcatie Toegang via de arteria poplitea infragenuaal
- Thrombus onderbeenarteriën- Noodzaak tot volledig vrijleggen van de trifurcatie (TTF, ATP, AF, ATA)- Al dan niet in combinatie met gebruik thrombolytica
Via de arteria brachialis
thv de oksel thv de elleboog
Complicaties
Fogarthy = meest gevaarlijke tool van de vaatchirur gie !! -wanddissectie - perforatie
thrombose – occlusie - vals aneurysma - arterioveneuse fistel- breken catheter-scheuren ballon
occlusie - thrombose- lostrekken van atheroomplaque
dissectie- occlusie - thrombose- impactie thrombus distaal
perifere thrombose, embolisatie naar distaal
9
Preventie complicaties
- correcte arteriotomie voor introductie van de balloncatheter
- rustige manipulaties van de catheter
- met beide handen werken (vullen ballon en terugtrekken
door 1 persoon !! )
- correct vullen balloncatheter, “gentle” opblazen
- heparine postoperatief
4. Plaatsen poortcatheters -verblijfcatheters
Poortcatheters - Indicaties
• IV chemotherapie• Langdurige IV antibiotica• IV antivirale middelen• Toediening bloed en bloedderivaten
• Langdurige pijnmedicatie• Frekwente bloedafname
Poortcatheters - Contra-indicaties
• Continue TPN-toediening• Veneuze trombose thv implantatieplaats• Radiotherapie thv implantatieplaats• Uitruiming lymfeklieren
Voordelen
• Lange termijn, intermittent gebruik• Gebruiksvriendelijk• Minder infectierisico dan bij gebruik
uitwendige katheters• Sparen van perifere vaten• Comfortabel • Gemakkelijke plaatsing
Techniek van de plaatsing
• Denudatie vena cephalica- VJI
• Punctie vena subclavia- VJI Nadeel : risico op pneumothorax
• Lokale of algemene anesthesie
10
Denudatie
• Incisie 2 cm onder de clavicula of thv de deltoido-pectorale groeve• Doorhalen subcutis tot op de spier• Opzoeken en denudatie van de vena cefalica (tss m. deltoïdeus – m.
pectoralis = loge van Morrisson)• Proximaal en distaal omteugelen vene met Vicril 4-0• Venotomie• Katheter opschuiven via de vena subclavia naar de vena cava
superior – overgang rechter atrium• Controle van positie en flow in de catheter • Maken van pocket voor poort• Fixatie van de poort
- Preventie van kantelen- Niet nodig bij kleine pocket- Op de M pectoralis of in subcutis bij obesiteit
Via punctie vena cephalica
Plaatsen PICC catheter
• Getunnelde centrale catheter
• Ind.:middellange IV therapie
• Gebruiksgemak
• Comfort patient
• Uitwendig deel thv arm
• Voorkeur via vena basilica
• Controle positionering
• Fixatie - Asepsis
5. Controle bloeding
- Nagenoeg alle uitwendige bloedingen kunnen gestopt worden door directe druk- Open bloedvaten gaan normaal in spasme- Bij spuitend bloedvat: plaatsen klem- Garrot is zelden nodig. Als geplaatst: noteer tijdstip- Definitief herstel door vaatsutuur
6. Vasculaire suturen:
-Instrumentarium-Dwarse Arteriotomie-End-to-end anastomose
-End-to-side anastomose-Sluiten longitudinale arteriotomie
-Parachute techniek-Patchplastie-Inlay techniek
Dwarse vaatnaad
11
Lengte vaatnaad Patch plastiek
Patch plastiek End-to-end anastomose
End-to-end anastomose End-to-side anastomose