blz 1 / 1 Versie: 12-1-2015

Chemie Overal 4 HAVO

Experiment 5.2: Oplosbaarheid zouten in water 1 Doel van het experiment.

In dit experiment worden een aantal zouten onderzocht of ze goed of

slecht oplosbaar zijn in water. Je gaat hierbij de oplosbaarheid na van vijf zouten. Niet iedereen krijgt dezelfde stoffen.

Noteer eerst je groepsnummer in je labjournaal. Noteer de namen van de 5 stoffen in je labjournaal en noteer of deze

stoffen goed of slecht oplosbaar zijn in water. Daarna schrijft iedereen zijn/haar bevindingen op het bord. Hierbij geef

je ook je groepsnummer aan: bijv. g(12). Voor een goed eindresultaat is het belangrijk dat iedereen nauwkeurig

deze proef uitvoert n opschrijft wat de waarneming/conclusie is.

2 Uitvoering.

Hieronder volgen vijf series van zouten, waarvan moet worden nagegaan of ze in water kunnen oplossen. Je docent wijst aan welke serie jij moet

uitvoeren.

A. Koper(II)nitraat, natriumchloride, zinkcarbonaat, kaliumsulfaat en

magnesiumfosfaat.

B. Koper(II)chloride, natriumcarbonaat, zinksulfaat, kaliumfosfaat en

magnesiumnitraat.

C. Koper(II)carbonaat, natriumsulfaat, zinkfosfaat, kaliumnitraat en

magnesiumchloride.

D. Koper(II)sulfaat, natriumfosfaat, zinknitraat, kaliumchloride en

magnesiumcarbonaat.

E. Koper(II)fosfaat, natriumnitraat, zinkchloride, kaliumcarbonaat en

magnesiumsulfaat.

Neem een spatelpuntje zout en doe dit in een droge reageerbuis. Voeg vervolgens een klein beetje gedestilleerd water toe (tot maximaal 3 cm

hoogte). Schud enige tijd met een krachtige polsbeweging. Noteer je waarneming.

Schrijf op het schoolbord je bevindingen met je groepsnummer en kijk ook wat je medeleerlingen hebben gedaan.

3 Opruimen. Spoel de reageerbuizen daarna goed uit met leidingwater.

Daarna de reageerbuizen in het metalen rek plaatsen van de vaatwasser.