Chapman, D.S., Uggerslev, K.L., Carroll, S.A.; Piasentin, K.A., Jones, D.A. (2005)Applicant...
-
Upload
arthur-kuipers -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
Transcript of Chapman, D.S., Uggerslev, K.L., Carroll, S.A.; Piasentin, K.A., Jones, D.A. (2005)Applicant...
Chapman, D.S., Uggerslev, K.L., Carroll, S.A.; Piasentin, K.A. , Jones, D.A. (2005)Applicant attraction to organisations and job choice. Journal of
applied Psychology, 90 (5)
Maarten van Riemsdijk
aangepast door Stephan Corporaal
Meta analyse
• Doel onderzoek: Wat maakt werk attractief voor sollicitanten en wanneer kiezen zij voor een baan
• Effectvariabele: attractiviteit van werk/organisatie, sollicitatie intentie en baankeuze
• Vragen:o Welke voorspellers werkeno Welke modererende variabelen er zijno Welke mediërende variabelen er zijn• 298 recuitment studies, daarvan 71 bruikbaar,
samen goed voor 74 onafhankelijke steekproeven.
Definities werving
• Werving is :”alle organisationele praktijken en beslissingen die invloed hebben op het aantal of type individuen die bereid zijn om op een baan te solliciteren of die te accepteren” (Rynes, 1991)
• “Heeft betrekking op al die organisationele activiteiten die 1. Het aantal of de type sollicitanten die op een baan solliciteren beïnvloeden en/of 2. beïnvloeden of een baan wordt geaccepteerd.” (Breaugh, 1992)
Fasenmodel Barber (1998)
• Barber onderscheidt drie fase in werving:
Generating Applicants
Maintaining Applicant Status
Influencing Job Choice
Effect variabelen (outcomes)
• Job persuit intentionso Meet de intentie van een sollicitant om te solliciteren, het bedrijf te
bezoeken, een sollicitatiegesprek aan te gaan, zonder dat een baan hoeft te worden geaccepteerd.
• Job-Organisation attractiono Drie onderdelen: Hoe attractief vindt u de baan (gevraagd wordt te reflecteren op de geboden baan) Hoe graag zou u voor dit bedrijf willen werken (gevraagd wordt hoe attractief men de
organisatie vindt) Dit is een attractieve organisatie om voor te werken (gevraagd wordt naar een
algemeen oordeel over de organisatie, niet gekoppeld aan het eigen oordeel)
Effect variabelen (outcomes)
• Acceptance intentionso Meet de waarschijnlijkheid dat een sollicitant een
baan zou accepteren, als die daadwerkelijk wordt aangeboden.
Hoe waarschijnlijk is het dat u een baan van dit bedrijf zou accepteren)
• Job Choiceo Meet of mensen een baan accepteren (dus niet
houding of intentie, maar daadwerkelijk gedrag)
Voorspellers (Predictors) 1/6
• Job and Organisation Characteristicso Objective factor theory voorspelt dat sollicitanten
hun keuze baseren op hun evaluatie van baan karakteristieken, of attributies van deze karakteristieken
Twee onderdelen: Specifiek voor de baan, zoals beloning, arbeidsvoorwaarden,
baankenmerken Op organisatieniveau , zoals imago, grootte, werkomstandigheden, locatie,
bekendheid met het bedrijf
Voorspellers (Predictors) 2/6
• Recruiter characteristicso Critical contact theory stelt dat sollicitanten te
weinig echte kennis hebben voor een goede keus. Degene die rekruteert kan dus een grote invloed hebben.
De kenmerken van de recruiter (leeftijd, functie) Gedrag/houding van de recruiter (vriendelijk, competent)
Voorspellers (Predictors) 3/6
• Perceptions of the recruitment processo Hoe het sollicitatieproces verloopt kan een
invloed hebben op de uitkomst Goede persoonlijke behandeling Tijdige informatie Goede selectie instrumenten Eerlijke en duidelijke procedure
Voorspellers (Predictors) 4/6
• Perceived Fito Complexere redenering, afkomstig uit de ‘subjective
factors theorie’; mensen worden verondersteld een goede ‘fit’ met de organisatie (persoon-organisatie of p-o fit) na te streven of een goede ‘fit’ met de baan (person-job of p-j fit)
o Men beoordeelt de karakteristieken van de baan, de organisatie en de recruiter in termen van eigen wensen en behoeften. Het gaat om de match tussen de persoonlijke kenmerken en de baan/organisatie kenmerken.
Voorspellers (Predictors) 5/6
• Perceived Alternativeso Heeft betrekking op de alternatieven die de
sollicitant heeft (wordt ook wel marketability genoemd)
o Verwachting is dat het hebben van veel alternatieve baanmogelijkheden de attractiviteit van een bepaalde baan doet afnemen
Voorspellers (Predictors) 6/6
• Hiring Expectancieso Expectancy theorie Mp= f(VxIxE) Mp = Motivational power V= Valence I= Instrumentality E= Expectancyo Expectancy is hier de verwachting van de
sollicitant hoe groot de kans is dat een baan wordt aangeboden
Mediators
• Verschillende theorieën voorspellen dat de houding van een sollicitant mbt bepaald gedrag leidt tot intentioneel gedrag en dat deze intenties uiteindelijk het gedrag voorspellen.
• Andere theorieën nemen aan dat de attractiviteit van een organisatie voor de sollicitant voorspelt of hij een baan zal accepteren.
• Medierend voor de eigenlijke baankeuze (job choice) zijn dus: Acceptance intentions en Applicant attraction
Model (direct effect)
Acceptance intentions
Voorspellers
Job and organisation characteristics
Recruiter characteristics
Perceptions of the recruitment process
Perceived fit
Perceived alternatives
Hiring expectancies
EffectJob choice
Job-Organisation attractiveness
Model (attitudes mediated)
Mediator
Acceptance intentionsVoorspellers
Job and organisation characteristics
Recruiter characteristics
Perceptions of the recruitment process
Perceived fit
Perceived alternatives
Hiring expectancies
EffectJob choice+
Mediator
Job-Organisation attractiveness
+
+
+
Model (Intentions Mediated)
Mediator
Acceptance intentionsVoorspellers
Job and organisation characteristics
Recruiter characteristics
Perceptions of the recruitment process
Perceived fit
Perceived alternatives
Hiring expectancies
EffectJob choice
+
Mediator
Job-Organisation attractiveness
+
+
+
Moderators
• Moderators zijn variabelen die de directe relatie tussen voorspellers en effect beïnvloeden (versterken of verzwakken)
o Sekse, heeft het geslacht van de sollicitant effect op de werking van de voorspellers?
Vrouwen zouden bijvoorbeeld meer gecharmeerd kunnen zijn van flexibele werktijden, dichtbij huis werk, opvang voor kinderen
o Ras (ethniciteit), heeft iemands ras effect op de voorspellers? Een bedrijf met een volledig Nederlandse arbeidsbevolking zou
bijvoorbeeld minder attractief kunnen zijn voor niet Nederlanderso Sollicitant type, maakt het uit of iemand een echte sollicitant is of niet? De meeste studies werken in een laboratorium setting en gebruiken dus studenten ipv
echte sollicitanten. De onderzoekers willen hierin een onderscheid kunnen maken in hun data
Model (Volledig)
Mediator
Acceptance intentionsVoorspellers
Job and organisation characteristics
Recruiter characteristics
Perceptions of the recruitment process
Perceived fit
Perceived alternatives
Hiring expectancies
EffectJob choice+
Mediators
Job-Organisation attractiveness
+
ModeratorsSekse
Ras (Etniciteit)
Type sollicitant
+
+
+
+
Uitkomsten
• Baan keuze blijkt met deze predictoren nauwelijks te voorspellen, er is geen significant direct effect van elk van de predictors op baankeuze.
• Via Job Organisation attraction en Acceptance intentions wel
Uitkomsten
• De effecten van de overige voorspellers op de uitkomsten waren gematigd en er was minder verschil tussen de grootte van de effecten dan je zou verwachten.
• Uitzonderingen:o Person Organisation fit heeft groot effect op Job
persuit intentionso Job en organisation characteristics Met name type of work en perceived work environment Hebben een sterk effect op Acceptance intentions
Model: Job Persuit intentions
Mediators
Job persuit intentions
.67
Job organisation attraction
.74
Acceptance intentions
Voorspellers
Job and organisation characteristics (.38)Type of workOrganisation image
Recruiter characteristics (.37)Recruiter personableness
Perceptions of the recruitment process (.27)
Perceived fit (.21)
Perceived alternatives (-)
Hiring expectancies (.26)
Job Choice
.53
.51
Weergegeven wordt de coëfficiënt die is gecorrigeerd voor de onbetrouwbaarheid in de predictor
.50
Model: Job Organisation attraction
Mediators
Job persuit intentions
Job organisation attraction
.78
Acceptance intentions
Voorspellers
Job and organisation characteristics (.39)Type of workWork environmentOrganisation image
Recruiter characteristics (.29)
Perceptions of the recruitment process (.42)Justice perceptionsPerceived fit (.45)person organisation fit
Perceived alternatives(.16)
Hiring expectancies(.33)
EffectJob Choice
.60
.48
.46
.40
.19
Model: Acceptance Intentions
Mediators
Job persuit intentions
Job organisation attraction
Acceptance intentions
Voorspellers
Job and organisation characteristics (.57)Type of workWork environmentOrganisation image
Recruiter characteristics (.32)trustworthiness
Perceptions of the recruitment process (.42)opportunities to performPerceived fit (.37)person job fit
Perceived alternatives (-.06)
Hiring expectancies (.37)
EffectJob Choice
.53
.52.53
.41
.53
.45
.33
* Eerste p waarde geeft de correlatie tussen de betreffende variabele en job-organizational attraction en de tweede p waarde geeft de correlatie tussen de betreffende variabele en acceptance intentions** directe relatie met acceptance intentions niet onderzocht
Model van Stephan
Type of work
Work environment
Organization image
Person-organization fit
Perceptions of the recruitment process
Job-organizational attraction
Acceptance intentions
Job choice
.38-.57*
.60-.45*
.48-.41*
.42-.42*
.78 .33
recruiting predictors recruiting outcomes
.46** .19
Conclusie (1)
• Wat de organisatie aanbiedt is sterk gerelateerd aan de attractiviteit voor sollicitanten. Vooral de kenmerken van de baan en de organisatie (Objective factors theory, Behlings et al. 1968)
Conclusie (2)
• Hoe wordt geworven is ook belangrijk, maar niet wie er werft (mannetje/vrouwtje, etniciteit) (Critical contact theory, Behlings et al. 1968)
o het gaat om 1. een persoonlijke benadering2. juiste informatie3. een consistente en eerlijke procedure
• Merk op dat we bij 3 in de fase zitten dat een sollicitant in de procedure zit
Conclusie (3)
• Fit (de perceptie van passendheid) is een van de sterkste voorspellers van de gedragskenmerken van sollicitanten. Maar het extra effect (bovenop voorgaande twee) is gering!
o Dan gaat het om de individuele behoeften van een sollicitant en in hoeverre de sollicitant meent dat de baan daaraan tegemoet komt. (subjective factor theory, Behling et al. 1968)
o Het vergt heel veel inspanningen van de werkgever om de precieze baankenmerken duidelijk en passend aan te bieden op individueel niveau.
o Die extra inspanning (met gering extra effect) is voor bedrijven dus alleen de moeite waard als het gaat om heel moeilijk te vervullen vacatures.
Overige Conclusies
• Er zijn enkele moderator effecteno Vrouwen kijken meer naar baankenmerken (vb
locatie, beloning) dan manneno Vrouwen kijken minder naar fairness
(opmerkelijk, maar slechts beperkt onderzocht)o De aard van de studie (laboratorium setting of
niet) maakt verschil.
Conclusie (4)
• Er blijkt geen direct effect van de voorspellers op baankeuze
Predictors Job choice
Conclusie (4 vervolg)
• Het model waarbij de effecten van de voorspellers volledig worden gemedieerd door de houding van de sollicitant m.b.t. aantrekkelijkheid, die leidt tot de intentie om een baan te accepteren en zo tot baankeuze werkt evenmin.
Predictors Attraction attitude Acceptance intention Job choice
Conclusies (5)
• Het gaat dus altijd om een gedeeltelijk gemedieerde relatie
o Deels via de houding van een sollicitant t.o.v. van de attractiviteit van een baan/organisatie (R2 = .12 – Job Choice)
o Deels via intenties van de sollicitant om een baan te accepteren (R2 = .11 – Job Choice)
• Daarbij geldt dat de acceptatie intenties uiteindelijk beter baankeuze voorspelt dan de houding t.o.v. de organisatie/baan, omdat deze later in het wervingsproces zit en dus dichter bij de keuze staat.
Conclusie (slot)
• De voorspellers met het grootste directe effect op acceptance intenties zijn:
o Job and organisation characteristics (.57) Compensation and advancement (.42) Type of work (.52) Work environment (.53) Organisation image (.41)o Perceptions of the recruiter(.53)o Perceptions of recruitment process (.42) Opportunity to perform (.53)o Perceived Fit (.37) Person Job Fit (.45)
Praktijk Relevantie
• Bij het begin van het wervingsproces moet vooral een heel persoonlijke benadering worden gehanteerd.
• Benadrukken van de positieve kenmerken van de werkomgeving en de goede kanten van het imago van de organisatie zijn belangrijk.
• Een faire en vriendelijke benadering zijn cruciaal in het wervingsproces, dat betekent duidelijke uitleg van de procedure, geïnformeerd houden van sollicitanten, voorkomen van vertraging.
• Bij complexe sollicitatieprocedures is het belangrijk sollicitanten gerust te stellen en hen te laten weten dat ook succesvolle sollicitanten de procedure moeilijk vonden.
• Verderop in het wervingsproces heeft het zin om nadruk te leggen op de waarden en behoeften die het best bij de sollicitant lijken te passen.