CF1100/1200 controlepaneel

Fire Systems

00786-CPD-21031

Brand

Certificering conform ISO 9001:2000Certificaatnummer: 714h/01

Goedgekeurd voor:EN54-2: 1997 & A1:2006EN54-4: 1997 & A1;2002 A2:2006EN54-13: 2005

Documentnr. PR203-68-514-03Marketingref: PINSTCF1100/1200NL

CF1100/1200 controlepaneelInstallatiehandleiding

2

CF1100/1200 - INSTALLATIEHANDLEIDING

Introductie tot de handleiding

Deze handleiding geeft informatie over het installeren, de werking en het onderhoud van het Menvier CF1100/1200 systeem.

Opmerking

Het functioneren van het CF1100/1200 systeem kan worden herzien ten gevolge van de ontwikkelingen van de systeemprogrammatuur en de componenten. Wijzigingen ten opzichte van deze handleiding zullen op verzoek worden verstrekt en dienen genoteerd te worden in de tabel die bij de inhoudsopgave wordt verstrekt.

Voorzichtig

Als de accu niet door het voorgeschreven type wordt vervangen bestaat er kans op explosiegevaar. Verwijder de accu’s op de voorgeschreven wijze.

Contact

http://www.coopersafety.nl/contactpersonen.html

http://www.coopersafety.nl/contactpersonen.html

Fire Systems

3


Inhoud

Sectie 1 - Systeeminstallatie en ontwerp 4Introductie 5Projectplanning 6Richtlijnenvoorhetsysteemontwerp 7Beschikbareapparatuur 8Beschikbareapparatuur 9Elektromagnetischenormen 10Systeemoverzicht 10Technischegegevens 12OptionelefunctiesconformEN54-2en-4 14Bekabeling 15Installatie 16Montagetips 17Externeaansluitingen-voeding 18Netwerken 19In-enuitgangen 20Onderhoud 22

Sectie 2 - Systeembeheer 23Menusysteembeheer 24Configuratie 25Storingsmelding 26Protocolformat 27BeheerprogrammavoordePC 28

Sectie 3 - Bediening en weergave 31Bedieningenweergave 32TouchScreenbeeldscherm 33BedieningvanhetCF-paneel 34Toegangsniveau 1-algemenetoegang 35Toegangsniveau 2-ontruiming 36Alarmuitschakelen 37Zoemeruitschakelen 38Reset 38Vooralarmen 39Uitgeschakeldeapparatuur 39Storingen 40Overige-LED-test 42Overige-wekelijksetest 43Overige-logboekinzien 44Overige-controleconfiguratie 45Overige-vervangapparaat 46Toegangsniveau 3-testen-testapparaat 47Testen-testzone 48Testen-testsirenevolume 49Testen-looptest 50Testen-testindicatie-LED’s 51Systeembeheer-uploadCDRvanlaptop 52Systeembeheer-downloadCDRnaarlaptop 53Systeembeheer-automatischleren 54Systeembeheer-logboekwissen 55Systeembeheer-systeemgegevens 56Systeembeheer-uploadlogo 57

Systeembeheer-analoogniveau 58Systeembeheer-paneelnummerwijzigen 59Systeembeheer-paneleninnetwerk 60Systeembeheer-italiaansestandaard 61Configuratie-in-/uitg.ensirenes-T1 62Configuratie-in-/uitg.ensirenes-T2 63Configuratie-in-/uitg.ensirenes-uitgangen 64Configuratie-in-/uitg.ensirenes-aux.circuit 65Configuratie-in-/uitg.ensirenes-alarmverificatie66Configuratie-geluidsinstellingen 67Configuratie-wijzigdatumentijd 68Configuratie-wijzigadrestekst 69Configuratie-wijzigzonetekst 70Configuratie-wijzigpaneeltekst 71Configuratie-configureerzones 72Configuratie-wijzigtoegangscode 73Configuratie-zonetoevoegen 74Configuratie-zonewissen 75Configuratie-apparaattoevoegen 76Configuratie-apparaatwissen 77Configuratie-hittedetectoren 78Configuratie-netwerk 79Configuratie-taal 80Configuratie-dag/nacht 81Beveiligdmettoegangscode 82

Sectie 4 - Installatie en montage 83Systeembekabeling 84GroepisolatorCSI350 854-voudigesirenecontrollerCSC354 86ZonemonitorCZMU352 87InterfacevoorwinkelsCSUM355 881-kanaalsingangsmoduleMCIM 901-kanaalsingangsmoduleMCOM 921-kanaalsingangsmoduleMCIM-C 941-kanaalsingangsmoduleMCOM-S 963-kanaalsin-/uitgangsmoduleCIO351 984-20mAinterfaceCGI420 99Serie300analogedetectoren 102SirenevoorwandmontageCAS381 105SirenevoorwandmontageCAS381/WP 106Sirene/flitservoorwandmontageCASB383 107Sirene/flitservoorwandmontageCASB383/WP108SirenesokkelCAS380 109Sirene/flitsersokkelCASBB384 111FlitserCAB382 113AdresseerbarehandbrandmelderCBG370 114Accessoiresvoorhandbrandmelders 115AdresseerbareindicatorMRIAD 116Legebatterijen 117Aantekeningen 118CEnormering 119

4


Sectie 1Systeeminstallatie en ontwerp

Sectie 1 - Systeeminstallatie en ontwerp

Fire Systems

5



Introductie

CF1100 (één lus) resp. CF1200 (twee lussen) biedt alle geavanceerde mogelijkheden die van een toonaangevend analoog adresseerbaar brandmeldsysteem mogen worden verwacht. Het staat voor een eenvoudige bediening en een strakke installatie zoals die door installateurs, monteurs en gebruikers wordt gevraagd.

Het brandmeldpaneel is geschikt voor inbouw en opbouw. De ruim bemeten metalen behuizing van de achterkant biedt ruimschoots mogelijkheden voor kabeldoorvoeringen langs achter- of bovenkant. Het brandmeldpaneel is leverbaar voor één lus (CF1100) en voor twee lussen (CF1200).

Zowel voor aansluiting op een lus als voor integratie in een netwerk is een repeater leverbaar (zie het overzicht van beschikbare apparatuur op blz. 8).

Er is een uitgebreide reeks aanvullende apparaten leverbaar voor aansluiting op het CF1100/1200-systeem zoals optische -, ionisatie-, opto-thermische - en hitte-detectoren, sirenes, lusgestuurde flitsers, handbrandmelders en een breed gamma interfaces.

Elk component van het CF1100/1200-systeem is speciaal voor dit systeem ontworpen. Daardoor heeft u de zekerheid dat het brandmeldpaneel, de detectoren, de interfaces en de randapparatuur volledig op elkaar zijn afgestemd en dat elk onderdeel bijdraagt tot het totaal van beschikbare systeemfuncties.

6



Projectplanning

Hieronder volgt een voorbeeld voor het plannen van een CF-installatie met een tijdschema na ontvangst van de definitieve opdracht.

1. ProjectvergaderingDe installateur en de gebruiker zijn hierbij aanwezig;Systeemspecificaties, montage- en bekabelingsschema’s zijn beschikbaar;De CF-handleiding voor installatie en inbedrijfstelling moet worden geleverd.

2. OnderdelenNormaliter staat voor het leveren van de vereiste systeemonderdelen twee weken;De leidingen worden gelegd en eventuele sokkels en inbouwdozen gemonteerd;Branddetectoren, handbrandmelders, alarmmelders, isolators en interfaces worden geplaatst.

3. AdressenschemaDe installateur rondt het overzicht van de locaties van de detectoren af en stuurt dit terug zodateen aanvang kan worden gemaakt met het programmeren van het systeem.

4. Automatisch lerenHet brandmeldpaneel en de nevenpanelen worden geplaatst en aangesloten;De installateur start het systeem op en hij activeert de auto-leer stand.De installateur test en controleert het systeem voordat het definitief in bedrijf wordt gesteld.

5. InbedrijfstellingMinimaal twee weken na de ontvangst van het adresschema en het verzoek tot inbedrijfstelling bezoekt een technicus van Cooper Safety de locatie om met de installateur het systeem te bespreken, te controleren en de procedure voor de definitieve inbedrijfstelling door te nemen.

Fire Systems

7



Richtlijnen voor het systeemontwerp

RichtlijnenHet systeem dient te voldoen aan de plaatselijke voorschriften en gebruikelijke normen. Het plannen van de installatie is vereenvoudigd doordat elk adresseerbaar onderdeel van het CF- systeem beveiligd is tegen kortsluiting. Let op dat u de plaatselijke voorschriften betreffende het lusbereik, kabellengte en kabelspecificaties volgt.

Onder bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn om van de voorschriften af te wijken. Deze afwijkingen moeten worden opgetekend in het certificaat van inbedrijfstelling.

KabellengteDe maximaal toegestane kabellengte is 2 km, gemeten vanaf de meest nabije tot aan de verst gelegen aansluiting op het moederbord van het CF-paneel. Voor de kabellengte geldt geen minimum. Elke zijtak van de hoofdleiding moet als een onderdeel van deze 2km worden gerekend. Op grote kabellengten moet tevens met hoogteverschillen rekening worden gehouden (bijvoorbeeld naar handmelders op een lagere of hogere verdieping). Houdt speciaal met de lengte van deze aansluitingen rekening als u de kabellengte berekent vanaf een schematische weergave van het systeem.

Kabelbelasting - totaal aantal adressenOp een lus kunnen maximaal 200 adressen worden aangesloten. Hieronder worden gerekend: detectoren, handbrandmelders en alle overige adresseerbare apparatuur. Bij het ontwerpen van een systeem is het raadzaam rekening te houden met toekomstige uitbreiding. Elk bekabeld onderdeel van het CF-systeem, waaronder rook- en hittedetectoren, sirenes, handbrandmelders en interfaces, is uitgevoerd met een beveiliging tegen kortsluiting. Daarom is geen aanvullende beveiliging tegen aansluitfouten nodig. In geval van een aansluitfout zal geen van de apparaten, die op dezelfde lus zijn aangesloten, defect raken aangezien de fout door de twee aangrenzende apparaten wordt geïsoleerd. Bekabelde apparaten voorbij de aansluitfout zullen niet functioneren.

NevenpanelenElk nevenpaneel vereist een adres en onttrekt niet meer stroom van de lus dan een rookdetector. Het nevenpaneel moet tevens op de netspanning worden aangesloten en een noodstroomaccu bevatten.

Verificatie van de kabelbelastingTenzij een berekening van de kabelbelasting al is uitgevoerd verzoeken wij u contact op te nemen met onze service afdeling (+31 (0)76 572 99 44) voordat u met de installatie begint om vast te stellen of de geplande kabelbelasting binnen de acceptabele normen valt.

8



Beschikbare apparatuurArtikelnummer Omschrijving Afmetingen (B/LxDxH mm)

PanelenCF1100 Brandmeldpaneelvoor1lus 495x400x180CF1200 Brandmeldpaneelvoor2lussen 495x400x180CF1100NC Brandmeldpaneelvoor1lusmetnetwerkkaart 375x357x50CF1200NC Brandmeldpaneelvoor2lussenmetnetwerkkaart 375x357x50CF3000PR Passiefnevenpaneelvoorlusaansluiting 332x270x92CF3000PRNC Passiefnevenpaneelvoornetwerkaansluiting 332x270x92

Analoge detectorenCAI310 Analogeionisatiedetector Ø101x33CAP320 Analogeoptischerookdetector Ø101x33CAH330 Analogehittedetector Ø101x43CAPT340 Analogeopto-thermischedetector Ø101x43CAB300 Sokkelvooranalogedetectoren Ø104x22

Conventionele handbrandmeldersCBG370 Handbrandmeldervoorinbouw Ø87x20CBG370-S Handbrandmeldervooropbouw Ø87x20CBG370-WP Weerbestendigehandbrandmelder Ø110x65

Adresseerbare sirenes en flitsersCAS380 Adresseerbaresireneinsokkel Ø102x40CASC DekselvoorCAS380 Ø102x13CAS381 Adresseerbaresirenevoorwandmontage Ø105x95CAS381WP AdresseerbaresirenevoorwandmontageIP66 Ø108x103CAB382 Adresseerbareflitser Ø95x50CASBB384 Adresseerbaresirene/flitsercombinatieopsokkel Ø114x36CASB383 Adresseerbaresirene/flitsercombinatievoorwandmontage Ø106x91CASB383/WP Adresseerbaresirene/flitsercombinatievoorwandmontageIP66 Ø110x100

Adresseerbare interfacesCSI350 Groepisolator 145x88x57CZMU352 Lusmonitor 150x89x58CSC354 4-voudigesirenecontroller 112x41x33CSUM355 Interfacevoorwinkels 300x300x74CGI420 4-20mAinterface 147x88x57MRIAD Adresseerbareindicator 87x87x49

In- en uitgangsmodulesCIO351 3-kanaalsin-/uitgangsmodule 180x130x60CMIO353 1-kanaalsuitgangsmodule(230VACrelais) 150x89x58MCIM 1-kanaalsingangsmodule 35x18,5x63MCOM 1-kanaalsuitgangsmodule 35x18,5x63MCIM-C 1-kanaalsingangsmodulevoorhandbrandmelder 35x18,5x63MCOM-S 1-kanaalsuitgangsmodulevoorsirene 35x18,5x63

Fire Systems

9



Beschikbare apparatuur

DetectorenBekabelde detectoren dienen van de Cooper Safety adresseerbare analoge serie te zijn. Conventionele detectoren van de 300 serie kunt via een CZMU352 interface aansluiten. Andere soorten detectoren aansluiten via een CZMU352 interface wordt afgeraden.

HandbrandmeldersBekabelde handbrandmelders dienen van de Cooper Safety adresseerbare analoge serie te zijn. Conventionele handbrandmelders van de 300 serie kunt via een CZMU352 interface aansluiten. Andere soorten handbrandmelders aansluiten via een CZMU352 interface wordt afgeraden.

SirenesBekabelde adresseerbare sirenes dienen van de Cooper Safety adresseerbare analoge serie te zijn. Conventionele sirenes kunt u aansluiten op de speciaal daarvoor aanwezige aansluitingen van het CF-paneel, of op de betreffende lus via een CSC354 adresseerbare sirenecontroller waarbij u de volgende punten in acht moet nemen:1. De sirene is geschikt voor 18V en 28V2. De sirene is gepolariseerd en normaal gesloten.3. De totale belasting bij alarm ligt onder de waarden van het paneel/alarm voeding interface.

Opmerking:U kunt andere apparaten gebruiken die niet onder de hierboven genoemde voorwaarden vallen. In dat geval hebt u daarvoor een externe voeding nodig en dienen ze door een daarvoor geschikt relais geschakeld te worden.

RelaisHet standaard CF-paneel beschikt over relais-circuits. U kunt aanvullende relais aan het systeem toevoegen. U gebruikt daarvoor de adresseerbare in-/uitgangsmodules.

Relais, telefoonkiezers en aanvullende randapparatenEen uitgebreide sortering relais en andere apparatuur kan op het CF-systeem worden aangesloten. Houdt u daarbij rekening met de volgende beperkingen:

1. Het CF-paneel biedt bewaakte uitgangen voor het aansturen van brandmeld- en foutmeldrelais in externe apparatuur. Externe relais dienen normaal gesloten te zijn. Als u een normaal geopend relais gebruikt, dan kunt u de diode aansluiten waarmee u een omgekeerde EMF onderdrukt bij het vrijgeven van het relais hetgeen een foutmelding op het paneel kan veroorzaken.

2. Het paneel beschikt over een 24VDC uitgang waarop u eenvoudig aanvullende apparatuur kunt aansluiten. Hoewel het paneel een continu stroomverbruik in rust heeft van 30mA dient u de eventueel vereiste normering op dit gebied te raadplegen om de toegestane waarden vast te stellen.

10



Elektromagnetische normen

Bij normaal gebruik voldoet dit product aan de voorschriften conform 89/336/EEC, EN50130-4 en EN61000-6-3.

Daarvoor dienen de onderstaande richtlijnen te worden gevolgd:

1. Externe kabels moeten via de daarvoor bestemde kabeldoorvoeringen worden aangesloten.

2. Voor het geleiden van externe kabels in de behuizing van het paneel geldt: a- De kabel dient zo kort mogelijk te zijn b- Geleid de kabel zo dicht mogelijk langs de behuizing c- Houd de kabel zover mogelijk van de aanwezige elektronica.

Afwijkingen ten opzichte van hetgeen in deze handleiding wordt beschreven, of afwijkend gebruik van een product kan problemen opleveren of schade veroorzaken. Het is voor verantwoordelijkheid van de gebruiker om aan de gestelde voorschriften op het gebied van EMC en laagspanning te voldoen.

Systeemoverzicht

Eenvoudige bedieningHet belangrijkste bestanddeel voor het bedienen van het CF-systeem is een groot Touch Screen beeldscherm met een zichtbaar gebied van 120x90mm. Dit beeldscherm biedt uitgebreide gebruikersinformatie en functioneert tevens als een multifunctioneel bedieningspaneel. Uitgebreide intuïtieve help-informatie is in alle menu’s aanwezig en assisteren ook niet ter zake kundige gebruikers met de bediening van het systeem.

Het Touch Screen beeldscherm schakelt automatisch over naar de gekozen functie. Bijvoorbeeld, als u in het menu de optie ‘wijzig tekst apparaat’ kiest, schakelt het scherm automatisch over naar een volledig QWERTY-toetsenbord zodat u snel en eenvoudig de gewenste tekst kunt invoeren. Het gebruik van een Touch Screen beeldscherm maakt het mogelijk een scala van faciliteiten voor de gebruiker en de installateur te benutten terwijl de bediening uiterst eenvoudig blijft.

Gebruikersconfiguratie en onderhoudsfaciliteitenHet paneel biedt uitgebreide faciliteiten om het systeem ter plaatse te configureren. De gebruiker kan rechtstreeks vanaf het paneel eenvoudige apparatuur toevoegen, verwijderen of de omschrijving van een apparaat wijzigen zonder dat hij daarbij een onderhoudsmonteur nodig heeft. Voor de basis systeemconfiguratie of ingrijpende wijzigingen is speciale configuratiesoftware voor de PC beschikbaar. Hiermee kan een technicus van Cooper Safety of uw installateur zeer efficiënt het systeem programmeren. Hij kan bestaande configuraties met zijn PC uploaden zodat hij de bestaande gegevens kan wijzigen zonder eerst de basisprogrammatuur te heropenen.

Intelligent sirenebeheerHet paneel beschikt over de mogelijkheid om zeer complexe sirene samenstellingen te ondersteunen. U kunt gebruikmaken van de meervoudige oorzaak-en-gevolg programmering zodat

Fire Systems

11



u naar behoefte iedere adresseerbare interface voor sirene of uitgang onafhankelijk kunt programmeren en in kunt stellen om te reageren op gespecificeerde adressen, lussen, panelen binnen een netwerksysteem of op een standaard algemene alarmmelding.Het paneel ondersteunt drie afzonderlijke instellingen per sirene en elke instelling kan op verschillende manieren worden geactiveerd. Bijvoorbeeld, als een detector wordt geactiveerd, dan kunt u het paneel zodanig programmeren dat de dichtst bijzijnde sirene onmiddellijk een continu signaal genereert. De sirenes in de aangrenzende lussen zullen een pulserend signaal geven en alle overige sirenes zullen niet eerder dan na een vooraf geprogrammeerde periode reageren, zodat men in staat is om de oorzaak van de melding op te sporen en te verhelpen voordat het systeem een totale alarmmelding genereert.

Het adresseren van analoge detectorenHet paneel maakt gebruik van een intelligente adresseertechnologie hetgeen de procedures voor het installeren en beheren aanzienlijk vereenvoudigt. Nadat u het systeem hebt geïnstalleerd en het menu ‘automatisch leren’ hebt geselecteerd scant het controlepaneel automatisch de detectielussen en lokaliseert elk apparaat met een adresnummer dat overeenkomt met de positie in de lus. U hoeft dus niet alle systeemonderdelen handmatig te adresseren. U bespaart kostbare werktijd en elimineert de kans op fouten.

Een belangrijke vernieuwing van het paneel is de mogelijkheid om groepen analoge apparatuur te integreren die via een groepisolator op een lus zijn aangesloten. Als het paneel een zijtak met een groep tegenkomt onderbreekt het de adressering van de apparatuur van die lus, adresseert eerst alle apparaten van de groep in een logische volgorde en vervolgt daarna de adressering van de bekabelde lusunits.

Elk analoog apparaat bevat een integrale beveiliging tegen kortsluiting zodat de betrouwbaarheid van het systeem maximaal verzekerd is. In geval van een kortsluiting zal geen van de aangesloten apparaten defect raken. De kortsluitbeveiliging van de apparaten aan weerszijden van de oorzaak zal in werking treden en het controle paneel regelt de communicatie vanaf beide einden van de lus. De groepisolator is eveneens uitgevoerd met een kortsluitbeveiliging zodat, in geval van kortsluiting binnen de groep, het functioneren van de lus hiervan geen hinder ondervindt. Raadpleeg de vereiste voorschriften met betrekking tot het maximale bereik van een lus.

Eenvoudige uitbreiding in de toekomstHet paneel is ontworpen om een toekomstige uitbreiding zo eenvoudig mogelijk te maken. Als u een extra apparaat moet toevoegen nadat het systeem is geprogrammeerd zal het controlepaneel het eerst volgend beschikbare adres vaststellen. Het zal niet de reeds bestaande adressen wijzigen zodat u door een eenvoudige aanpassing geen tekeningen en dergelijke hoeft te wijzigen. Hetzelfde geldt voor het verwijderen van een apparaat. Het betreffende adres wordt opgeslagen als een reserve adres voor toekomstig gebruik. De adressen van alle overige apparatuur blijven ongewijzigd.

Interne voeding en noodstroomaccuHet CF-paneel is ontworpen voor gebruikersgemak. De voeding en de noodstroomaccu zijn in de behuizing van het controlepaneel geïntegreerd, dus zelfs voor grote systemen met 4 lussen is slechts een enkel paneel nodig.

Meerdere talenHet paneel is standaard geprogrammeerd met een groot aantal talen.

12



Technische gegevens

Voeding (conform EN54-4)NetvoedingSpanning 230 VAC +10%, -15% nom.Stroom 75 mA nom.Hoofdzekering R1 NTC SG39 Imax 4 AHet paneel is beveiligd met een intern thermisch circuit dat geen onderhoud behoeft.

Accu’sAantal 2Fabrikaat YUASA YSP12-7Capaciteit 7 AhZekering 4 A snel (F4) Stroom (max.) 3,5 AStroomverbruik (in rust) 1 lus = 100 mA

IngangenAantal adresseerbare lussen CF1100 = 1 lus

CF1200 = 2 lussenBelasting per lus max. 500 mAAdresseerbare apparaten per lus max. 200Aansluitingen externe potentiaalvrije contacten

UitgangenAantal conventionele sirenecircuits 2Capaciteit 1,5 A totaalZekeringen (F1, 2, 3, 4) 1,6 A snelEindweerstand 6k8 W

BrandmeldapparatuurStroomverbruik 60 mAZekering (PTC2) 100 mA polyschakelaarEindweerstand 6k8 W

BrandbeveiligingsapparatuurStroomverbruik 60 mAZekering (PTC3) 100 mA polyschakelaarEindweerstand 6k8 W

Fire Systems

13



StoringmeldersStroomverbruik < 10 mAZekering (PTC1) 100 mA polyschakelaarEindweerstand 6k8 W

Aux. relaisCapaciteit 24 V; 1 A max.Zekering (PTC4) 1,35 A polyschakelaarDeze relais bieden een gezekerde potentiaalvrije schakeling op onbewaakte contacten.

Aux. voedingSpanning 24 V +/- 10% nom.Zekering (PTC5) 100 mA polyschakelaarCapaciteit 30 mA max.Deze uitgang is niet gezekerd voor branddetectieapparatuur of brandmeldstuurcircuits. Het stroomverbruik dat via deze uitgang wordt afgenomen beïnvloedt de standby tijd.

RS485 poortKabellengte 2 km max.Kabelsoort minimaal 1mm² afgeschermdDit is een seriële uitgang voor het aansturen van nevenpanelen e.d. Deze uitgang is beveiligd tegen kortsluiting.

RS232 poortDit is een seriële uitgang voor het aansturen van nevenpanelen e.d. Deze uitgang is beveiligd tegen kortsluiting.

Mechanische gegevensGewicht 9 kg inclusief accu’s

4 kg exclusief accu’sAfmetingen (LxBxD) 395 x 270 x 115 mmMateriaal achterkant behuizing gecoat staal

voorkant behuizing PC/ABSVuurbestendig UL 94 VOAantal kabeldoorvoeringen 11Diameter kabeldoorvoeringen Ø 20 mm

Aansluitblokken: Gebruik geen overdreven kracht bij het vastdraaien van de schroeven vanhet aansluitblok.Accu: Als de accu niet door het voorgeschreven type wordt vervangen bestaat er kans op explosiegevaar. Verwijder de accu’s op de voorgeschreven wijze.

Technische gegevens - vervolg

14



Optionele functies conform EN54-2 en -4

Het paneel is goedgekeurd voor EN54-2 en -4 inclusief de onderstaande opties waaruit u naar behoefte een keuze kunt maken.

UitgangenConventionele sirenecircuits - EN54-2 optie 7.8Twee paar uitgangen zijn aanwezig. Hierop mag u ALLEEN apparatuur met gelijke polariteit aansluiten. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat u voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) plaatst. Het totale stroomverbruik over alle uitgangen is maximaal 1,5 A. Alle uitgangen zijn gezekerd met een 1,6 A glaszekering. U dient de alarmmelders evenredig over de 4 sirenecircuits te verdelen.WAARSCHUWING: Overschrijdt niet de maximale capaciteit van de uitgang.

Communicatieapparatuur - EN54-2 optie 7.9Deze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor automatische verzending van signalen van brandmelders naar communicatieapparatuur (bijv. t.b.v. meldkamer brandweer). De uitgang schakelt met 24 V naar een extern apparaat zoals, bijvoorbeeld, een relais. Het stroomverbruik is begrensd op 30 mA door middel van een herstelbare polyschakelaar. Deze uitgang wordt niet beïnvloed resp. geactiveerd door systeemwijzigingen en testcondities. Indien deze uitgang wegens een alarmconditie wordt geactiveerd verschijnt een melding op het beeldscherm. Deze melding blijft zichtbaar totdat de brandmelding is hersteld. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) wordt geplaatst.

Brandbeveiligingsapparatuur - EN54-2 optie 7.10Deze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor het versturen van alarmsignalen naar automatische brandbeveiligingsapparatuur zoals bijvoorbeeld vergrendelingen van nooddeuren.De uitgang schakelt met 24 V naar een extern apparaat zoals, bijvoorbeeld, een relais. Het stroomverbruik is begrensd op 30 mA door middel van een herstelbare polyschakelaar. Deze uitgang wordt niet beïnvloed resp. geactiveerd door omschakelingen en testcondities. Indien deze uitgang wegens een alarmconditie wordt geactiveerd blijft de uitgang actief totdat de brandmelding is hersteld.Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) wordt geplaatst.

Storingsmelders - EN54-2 optie 9.4.1CDeze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor het verzenden van storingssignalen naar storingsmelders. Het stroomverbruik van deze uitgang is begrensd op 30 mA. Onder normale omstandigheden levert de uitgang 12 VDC waarop u rechtstreeks een extern relais kunt aansluiten. Bij storingen of zelfs bij stroomuitval schakelt deze uitgang naar 0 V. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat u voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) plaatst.

Uitgangen met vertraging - EN54-2 optie 7.11Het paneel biedt de mogelijkheid een vertraging in te stellen op de werking van de paneelsirenes, de communicatieapparatuur en de brandbeveiligingsapparatuur. U kunt deze vertraging instellen

Fire Systems

15



met behulp van de project-programmatuur die u als installateur kunt downloaden. De vertraging is instelbaar in stappen van 1 minuut tot maximaal 10 minuten. Gebruikers met toegangsniveau ‘2’ kunnen deze vertraging in- en uitschakelen. Het paneel heeft de faciliteiten voor een specifieke handmelder waarmee de vertraging kan worden uitgeschakeld. U kunt deze handmelder via een ingangsinterface programmeren om een evacuatiesignaal te genereren.

Alarmbevestiging type C - EN54-2 optie 7.12.3Het paneel beschikt over de mogelijkheid om de uitgangen van de sirenes, de communicatie-apparatuur en de brandbeveiligingsapparatuur uit te schakelen totdat een of meer signalen van verschillende lussen ter bevestiging zijn ontvangen. Deze functie kunt u programmeren met behulp van de project-programmatuur voor de installateur.

Alarmteller - EN54-2 optie 7.13Het paneel registreert het aantal gebeurtenissen dat voldoet aan de alarmcondities. Op het beeldscherm is dit afgekort tot ‘AC’ (Alarm Condition) en is zichtbaar op het brandschema van toegangsniveau ‘2’. Alleen de fabrikant kan de teller op nul stellen.

Test - EN54 optie 16De panelen met een testfunctie kunnen ingezet worden als zone of als adres.

AlarmverificatieHet paneel biedt de mogelijkheid om algemene alarmmeldingen te verifiëren waarbij de interval van de detector is ingesteld op 30 seconden.

Bekabeling

Cooper Safety adviseert onderstaande kabels voor het installeren van een CF-systeem:1. Voedingskabel - Hult FB 30/60 of FB 90 (functiebehoud 90 minuten)2. Signaalkabel - serie 2300 FB 30/60 of FB90

Bij uw keuze van de gewenste kabelsoort dient u de volgende bepalingen in acht te nemen:1. De kabel dient twee-aderig met afscherming te zijn.2. De maximale kabellengte per lus van een van de bovenstaande kabels is 2.000 m.3. De maximale spanningsval mag niet meer dan 7 V zijn.4. De aders dienen minimaal 1,5 mm², maximaal 2,5 mm² te zijn.5. Gebruik geen kabels met samengeslagen aders voor het aansluiten van detectoren.6. Sluit NOOIT meerdere lussen op dezelfde kabel aan.7. Voeding en signaal mogen nooit in dezelfde kabel samengaan.

KabelweerstandAder Weerstand1,0 mm² 18,1 W/km/ader1,5 mm² 12,1 W/km/ader2,5 mm² 7,41 W/km/ader4,0 mm² 4,61 W/km/ader

Optionele functies conform EN54-2 en -4 - vervolg

16



Installatie

U dient het paneel te installeren in een schone, droge, redelijk geventileerde omgeving en op een plaats waar geen direct zonlicht is. Temperaturen hoger dan 45° en lager dan -10°C kunnen problemen opleveren. Als u twijfelt neemt u contact op met Cooper Safety. Plaats het paneel niet in de buurt van potentieel gevaarlijke apparaten of situaties. Monteer het paneel op een plaats waar het makkelijk toegankelijk is voor personeelsleden die het moeten kunnen bedienen en brandweerlieden. Bij voorkeur in de omgeving van de hoofdingang van het gebouw. Monteer het paneel op de muur met behulp van de meegeleverde mal. Boor niet door het paneel in de muur omdat boorgruis de elektronische circuits nadelig kan beïnvloeden.

Installatiehandleiding1. Test nooit de isolatie van kabels die al op de elektronica zijn aangesloten.2. Gebruik geen overdreven kracht als u de schroeven van het aansluitblok vastdraait.3. Gebruik altijd het juiste type kabel voor voeding-, detectie- en alarmcircuits.4. Houdt altijd rekening met spanningsval als u de kabellengte berekent.5. Houdt altijd rekening met de polariteit over het gehele traject van een lus. Markeer aders die

geen specifieke kleurcode hebben.6. Afscherming van de aders dient over het gehele traject van een lus ononderbroken te zijn. Ook

bij verdeel- en lasdozen, interfaces, detectie- en meldapparatuur. De aansluitingen van elk apparaat zijn hierop ingesteld.

7. U dient de afscherming te aarden op het daarvoor aangewezen aansluitpunt van het CF-paneel en niet op enig ander punt. Zowel het begin als het einde van de lus moeten op de juiste punten voor de aarding worden aangesloten.

Pas op dat u de afscherming niet aardt op een behuizing van een metalen apparaat of een kabelgoot. Beschouw de afscherming of de geleide draad niet als een beveiligde aarde. Sluit ze daarom niet aan op punten die met een aardesymbool (z) worden aangeduid - behalve op het CF-paneel. Isoleer de afscherming of geleidedraad niet met een geel/groen kleurcode.

8. Het paneel maakt gebruik van de intelligente adresseertechnologie hetgeen het installeren en beheren sterk vereenvoudigt. Nadat het systeem is geïnstalleerd en het menu ‘automatisch leren’ is geopend, zal het paneel automatisch de lussen scannen en elk aangesloten apparaat adresseren met een nummer dat overeenkomt met de plaats in die betreffende lus. Dankzij deze technologie is het niet nodig om alle aangesloten apparaten handmatig te adresseren. Hiermee bespaart u niet alleen tijd, maar worden tevens potentiële fouten uitgesloten.

L EN

FAULT RELAY

FIRE R/E

+26V0V+- +-Tx-Tx+

RS485

NETWORK CIRCUIT

MAINS

E+ 1 - + 2 -

NOEAR

TH

EAR

TH

C NC

AUXRELAY

+-

FIRE P/E

EAR

TH

EAR

TH

CLASSCHANGE

LOOP2

E F-F+

LOOP1

LOOP2LOOP1

S+ S-E

EAR

TH

+ 1 - + 2 -

SOUNDER CIRCUIT

E F-F+

S+ S-E

Fire Systems

17



Montagetips

Lees eerst de instructies voordat u met het installeren begint. Het installeren van het paneel dient door een daartoe bevoegd en opgeleid persoon te worden uitgevoerd. De installatie dient te voldoen aan de IEE bekabelingsvoorschriften en BS5839-1.

De elektronische componenten in het paneel zijn gevoelig voor statische elektriciteit.Raak de elektronica niet rechtstreeks aan.

Montage van het achterdeel van het paneelHet CF-paneel is zowel geschikt voor opbouw als voor inbouw.Voor opbouwmontage boort u drie gaten en monteer het achterdeel van de behuizing op de muur.

BekabelingNadat het paneel is geplaatst kunt u de kabels voor de voeding en de lussen aanleggen en de kabeldoorvoeringen en geleidingen monteren.

Alle afmetingen in mm

270

141,8 128,222

9,8

325

50

345

18



Externe aansluitingen - voeding

U dient de voeding overeenkomstig de meest recente IEE bekabelingsvoorschriften aan te sluiten. Voor het aansluiten op de netspanning dient u een gezekerde schakelaar (bijvoorbeeld 3 A max.) te gebruiken die uitsluitend voor het brandmeldsysteem is gereserveerd. De behuizing daarvan moet rood zijn met de aanduiding

BRANDMELDSYSTEEM - NIET UITSCHAKELEN

Deze schakelaar dient afgeschermd te zijn tegen ongeoorloofd gebruik, bij voorkeur in een zorgvuldig afgesloten behuizing met een breekbaar deksel.

Een extra waarschuwing dient te worden aangebracht afhankelijk van:1. De schakelaar is vóór de hoofdschakelaar geplaatst. In dat geval dient u de onderstaande

waarschuwing op de schakelaar aan te brengen:WAARSCHUWING: VOEDING BLIJFT AANWEZIG

ALS DE HOOFDSCHAKELAAR IS UIT GEZET.

Op de hoofdschakelaar dient de waarschuwing te staan:WAARSCHUWING: DE VOEDING VAN HET BRANDMELDSYSTEEM BLIJFT AANWEZIG

ALS DEZE SCHAKELAAR WORDT UITGEZET.

of2. De schakelaar is achter de hoofdschakelaar geplaatst. In dat geval dient u de onderstaande

waarschuwing op de hoofdschakelaar aan te brengen:WAARSCHUWING: DEZE SCHAKELAAR REGELT TEVENS DE VOEDING

VAN HET BRANDMELDSYSTEEM.

Beschikbare voedingenHet bovenstaande geldt tevens voor een externe voeding bijvoorbeeld voor een nevenpaneel of een sirenecontroller.

KabelscheidingAlle bekabeling van het brandmeldsysteem dient apart gehouden te worden van enig andere aanwezige bekabeling.

KabelconfiguratieU kunt op de volgende manieren aftakkingen van een lus maken:1. CZMU352 adresseerbare lusmonitor - Hierop kunt u 20 conventionele rookdetectoren en een

ongelimiteerd aantal handbrandmelders aansluiten.2. CSI350 groepisolator - Hiermee kunt u een groep van analoge detectoren en

handbrandmelders rechtstreeks van de lus aftakken.

Fire Systems

19



Netwerken

U kunt 126 panelen of passieve nevenpanelen samenvoegen tot één systeemnetwerk. Hiervoor dient elk paneel van een netwerkkaart te worden voorzien (niet bij de standaardprijs inbegrepen). In een systeemnetwerk wordt elke brand- of storingsmelding op elk paneel weergegeven. Het uitschakelen van een alarmmelding evenals het resetten van het systeem kan eveneens vanaf elk paneel worden uitgevoerd, mits het daarvoor geconfigureerd is.

De panelen van een netwerk worden volgens onderstaand schema met elkaar verbonden.

Netwerkpanelen kunt u als actieve nevenpanelen gebruiken. Als alternatief zijn goedkopere passieve nevenpanelen leverbaar. Een dergelijk nevenpaneel kunt u op een specifiek paneel aansluiten, maar u kunt het ook in een lus van het netwerk opnemen.

De aanbevolen netwerkkabel voor de onderlinge verbindingen tussen de panelen is DRAKA serie 2300 FB 30/60 of FB90. De afscherming van de aders dient over het gehele traject van het netwerk ononderbroken te zijn. Ook bij verdeel- en lasdozen. U dient de afscherming te aarden op het daarvoor aangewezen aansluitpunt van het eerste CF-paneel en niet op enig ander punt. Beschouw de afscherming of de geleide draad niet als een beveiligde aarding. Sluit ze daarom niet aan op punten die met een aardesymbool (z) worden aangeduid - behalve op het CF-paneel. Isoleer de afscherming of geleidedraad niet met een geel/groen kleurcode.

Waar de netwerkkabel van het ene gebouw naar het andere wordt aangelegd mag u de afscherming niet doorleiden. Hier dient u, onafhankelijk van de kabellengte, op een geschikt punt in de kabel tussen de gebouwen een booster te plaatsen. De kabelafscherming sluit u in elk gebouw op de aarde van een paneel aan. Aan het begin en aan het einde van het netwerk dient een 102S terminator geplaatst te worden. Indien de lengte van het netwerk meer dan 1.000 m is, dient een booster te worden gebruikt. De booster vergt 24V voeding die van het dichtstbijzijnde paneel kan worden afgenomen.

TOP B X EYATOP B X EYA

Netwerkkabel

Aansluitblokop moederbordvan paneel 1

Aansluitblokop moederbordvan paneel 2

20


Aan/U

it-schakeling

(Tijd)schakelaar e.d.(GEEN spanning aansluiten)+

-

Alle sirenes moeten dezelfde polariteit hebben

Beide sirenecircuitsmoeten afgeslotenworden met een 6k8 Ωeindweerstand

- + - +

In- en uitgangen

PaneelingangenAan/Uit-schakeling (niet vereist voor EN54)Voor aan/uit-schakeling is één paar aansluitingen beschikbaar. Door verbinding te maken tussen de contacten (bijvoorbeeld door een (tijd)schakelaar) zal een alarmsignaal klinken (alleen sirenes). Het paneel geeft geen brandindicatie aan. Het alarmsignaal zal stoppen als de verbinding tussen de contacten wordt verbroken. Zolang de verbinding niet wordt verbroken zal het alarmsignaal klinken.Waarschuwing: Sluit op deze ingang GEEN spanning aan.

PaneeluitgangenPaneelsirenes - EN54-2 optie 7.8)Het paneel beschikt over twee paar uitgangen. U mag alleen apparatuur aansluiten met een gelijke polariteit. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen voortdurend wordt gecontroleerd en dat u voor een goede werking een eindweerstand (6k8 5%) monteert. Het totale stroomverbruik over de uitgangen is maximaal 1,5 A. Alle uitgangen zijn gezekerd met een 1,6 A glaszekering. U dient de alarmapparatuur gelijkmatig over de vier sirenecircuits te verdelen.Waarschuwing: Overschrijdt NIET de maximale belasting van een uitgang.

Communicatieapparatuur - EN54-2 optie 7.9Deze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor automatische verzending van signalen van brandmelders naar communicatieapparatuur (bijv. t.b.v. meldkamer brandweer). De uitgang schakelt met 24 V naar een extern apparaat zoals, bijvoorbeeld, een relais. Het stroomverbruik is begrensd op 30 mA door middel van een herstelbare polyschakelaar. Deze uitgang wordt niet beïnvloed resp. geactiveerd door systeemwijzigingen en testcondities. Indien deze uitgang wegens een alarmconditie wordt geactiveerd verschijnt een melding op het beeldscherm. Deze melding blijft zichtbaar totdat de brandmelding is hersteld.Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) wordt geplaatst.


Fire Systems

21



Brandbeveiligingsapparatuur - EN54-2 optie 7.10Deze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor het versturen van alarmsignalen naar automatische brandbeveiligingsapparatuur zoals bijvoorbeeld vergrendelingen van nooddeuren. De uitgang schakelt met 24 V naar een extern apparaat zoals, bijvoorbeeld, een relais. Het stroomverbruik is begrensd op 30 mA door middel van een herstelbare polyschakelaar.

Deze uitgang wordt niet beïnvloed resp. geactiveerd door omschakelingen en testcondities. Indien deze uitgang wegens een alarmconditie wordt geactiveerd blijft de uitgang actief totdat de brandmelding is hersteld. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) wordt geplaatst.

Storingsmelders - EN54-2 optie 9.4.1CDeze gezekerde uitgang die door een 6k8 eindweerstand wordt bewaakt kunt u gebruiken voor het verzenden van storingssignalen naar storingsmelders. Het stroomverbruik van deze uitgang is begrensd op 30 mA.

Onder normale omstandigheden levert de uitgang 24 VDC waarmee u rechtstreeks een extern relais kunt aansluiten. Bij storingen of zelfs bij stroomuitval schakelt deze uitgang naar 0 V. Zorg er voor dat de polariteit van de aansluitingen continu gecontroleerd wordt en dat u voor de goede werking een eindweerstand (6k8 5%) plaatst.

Aanvullend relais - Niet vereist voor EN54Deze uitgang is een potentiaalvrij contact, bewaakt door een polyschakelaar. De maximale capaciteit is 24 VDC; 1 A. Indien deze uitgang wordt geactiveerd blijft de uitgang actief totdat het alarm wordt hersteld.

Aanvullende uitgang - Niet gespecificeerd door EN54Het paneel beschikt over een 24 VDC uitgang. Deze uitgang wordt bewaakt door een polyschakelaar. U kunt deze uitgang gebruiken voor het bedienen van aanvullende brand- of storingsapparatuur. Let op dat alle op deze uitgang aangesloten apparaten tijdens alarmcondities stroom trekken.Waarschuwing: Overschrijd NIET de maximale belasting van een uitgang.

Mimische uitgang - Niet vereist voor EN54Deze RS485 uitgang gebruikt u voor het verzenden van gegevens naar een mimisch paneel of een nevenpaneel. De maximaal toelaatbare afstand is 2 km.

In- en uitgangen - vervolg

22



Onderhoud

Dagelijkse inspectieControleer of alleen het groene ‘POWER ON’ lampje brandt. Controleer op foutmeldingen. Meldt elke fout- of storingsmelding aan de systeembeheerder.

Wekelijkse testControleer alle lampjes. Druk op ‘Beheerder’ in de linker bovenhoek van het beeldscherm. Toets uw wachtwoord en kies de tab ‘Overige’. Druk op de knop ‘Wekelijkse test’ en bevestig dat u een test wilt uitvoeren. De amberkleurige LED ‘SYSTEM TEST’ gaat branden. Het paneel blijft gedurende vijf minuten in de teststand. Tijdens deze test activeert u een rookdetector of een handbrandmelder en controleer of het paneel op deze signalen reageert met de juiste zone-indicatie. Activeer elke keer dat u een wekelijkse test uitvoert een andere detector of melder zodat u zeker weet dat alle melders en detectoren naar behoren functioneren. Cooper Safety adviseert om een gedetailleerde plattegrond te maken met daarop de apparatuur en de lokaties die voor de weektest in aanmerking komen. Nadat de testperiode van 5 minuten is verstreken schakelt het paneel automatisch over naar standby. Als tijdens de testperiode geen melders of detectoren worden geactiveerd breekt het paneel de testprocedure af en schakelt na 5 minuten naar standby. Rapporteer de bevindingen van de weektest in het logboek.

KwartaaltestControleer alle notities in het logboek en ga na of de eventueel benodigde acties zijn ondernomen.Voer een weektest uit. Controleer visueel de accu’s en hun aansluitingen. Draai hiervoor de schroeven los achter de klep van de printer en open de paneel deur. Ontkoppel de netspanning en controleer met behulp van een handbrandmelder of de accu in staat is om de sirenes te activeren.

Jaarlijkse testAls wekelijkse - en kwartaaltest. Test bovendien alle sensoren en handbrandmelders en controleer de werking.

Elke 2-3 jaarLaat alle detectoren schoonmaken om zeker te zijn van een goed functioneren en ongewenste alarmmeldingen te voorkomen. Voor het schoonmaken zijn speciale materialen nodig. Raadpleeg hiervoor Cooper Safety.

Elke 5 jaarVervang de accu(‘s).

SchoonmakenGebruik voor het schoonmaken van het paneel een vochtige doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.

Fire Systems

23


Sectie 2Systeembeheer

Sectie 2 - Systeembeheer

24



Menu systeembeheer

LooptestIn de stand ‘Looptest’ kan een monteur de diverse detectoren en handbrandmelders testen zonder dat hij steeds naar het paneel moet lopen om het systeem te herstellen of de sirenes uit te schakelen. In de ‘Beheer’-stand functioneert het systeem normaal, behalve dat wanneer een detector of een handbrandmelder geactiveerd wordt, de alarmmelders slechts gedurende enkele seconden functioneren. Het paneel zal het apparaat automatisch herstellen en, indien de test met succes afgehandeld is zullen de alarmmelders weer enkele seconden een signaal geven waarna de monteur de volgende detector kan testen. Nadat een volledige test is uitgevoerd kan de monteur de volgorde controleren waarin de detectoren en handbrandmelders werden geactiveerd met behulp van het ‘Toon logboek’ menu.

Meer informatie over de vele functies van het beheerdersmenu vindt u in sectie 3.

In de stand ‘Looptest’ voegt het paneel een afwijkende code toe aan het logboek en de uitdraai. Hierdoor is het onderscheid zichtbaar tussen een apparaat dat geactiveerd werd tijdens een looptest en een apparaat dat tijdens de normale stand werd geactiveerd.

De onderstaande verschillen kunnen zich voordoen:1. In de stand ‘Logboek’ vermeldt het display ‘Looptest’ gevolgd door het adres en het type

apparaat.2. Op de uitdraai staat ‘Looptest’ gevolgd door het adres en het type apparaat.3. In de normale stand vermeldt het display ‘BRAND!’ gevolgd door het adres en het type

apparaat.

Fire Systems

25



Configuratie

VolumecontroleHet CF-paneel beschikt over de mogelijkheid om de sirenes van het systeem te testen en in te stellen op minimale geluidshinder. In de teststand van de sirenes klinken de sirenes gedurende 30 seconden en zijn daarna 30 seconden stil. Deze functie kunt u instellen vanuit het installateursmenu.

Knipperende detector-LEDDe functie van het CF-systeem om een LED van een detector te laten knipperen kunt u gebruiken voor een visuele inspectie of het paneel in verbinding staat met de geïnstalleerde apparatuur. Deze functie kunt u instellen vanuit het installateursmenu en op elk gewenst moment in- of uitschakelen.

Up/Downloaden (UDL) met PC-softwareMet PC-software kunt u adressen, lokatieteksten, apparaattypes en notities verzenden en ontvangen vanaf uw PC naar een CF-paneel of alle 126 panelen van een netwerk. De PC is achtereenvolgend met elk paneel van het netwerk verbonden. Alle gegevens voor het paneel worden dan verzonden of ontvangen. In een netwerk zijn de panelen genummerd P1, P2 enz.

De seriële RS232-poortvindt u op het moederbord

Null modemkabelSeriële uitgang

ofUSB uitgang

26



LE

N

FAU

LT R

ELAY

FIR

E R

/E

+ 26V0V

+-

+-

Tx -

Tx+

RS

485

NE

TW

OR

K C

IRC

UIT

MA

INS

E

+ 1 -+ 2 -

NO

EARTH

EARTHC

NC

AU

XR

ELA Y

+-

FIR

E P

/E

EARTH

EARTH

CLA

SS

CH

AN

GE

LOO

P2

E

F-

F+

LOO

P1

LOO

P2

LOO

P1

S+

S-

E

EARTH

+ 1 -+ 2 -

SO

UN

DE

R C

IRC

UIT

E

F-

F+S

+S

-

E

V

V

V

v

Ω

V

V

V

V

V

Ω

Storingsmelding

- 0,6V Mon +28V Brand (afhankelijk van programmering) 1

- 0,6V Mon +28V Brand (afhankelijk van programmering) 1

O/C Normaal S/C Brand

S/C Normaal O/C Brand

12V Geen storing 0V (sluiting) Storing

-0,6V Geen brand 28V Brand 2



28V (open circuit, geen ingang)

22V (met apparaat) 0V (niet in gebruik)

22V (met apparaat) 0V (niet in gebruik)

Noot 1: Raadpleeg uitdraai van de oscilloscoop voor het beoordelen van de omstandigheden.Noot 2: Geen branden. Raadpleeg uitdraai van de oscilloscoop voor het beoordelen van de omstandigheden.

Fire Systems

27



Protocol format

Van paneel naar apparaat Van apparaat naar paneel

300 µs

300 µs2 ms

1,1 ms

24 V Typ.

7,5 V0 V

Start

Commando

Byte 1 Byte 2 Byte 3

Modus

Lusstroom

Par

iteit

Response8 bits

ID5 bits

Flags3 bits

Alleen laatste bit1,36 ms

Adres8 bits

Commando voor normale communicatieMet de commando-bits ingesteld op ‘Normaal’ en de MSB van de drie modus-bits ingesteld op ‘0’ kan elk apparaat met deze verkorte versie van normale communicatie de analoge reactie of status van ieder apparaat lezen. Dit format wordt over het algemeen gebruikt voor de totale supervisie van de adresseerbare lus die continu op de achtergrond plaatsvindt.

Commando voor het vaststellen van een alarmmeldingDit commando, dat met een bepaalde regelmaat tijdens normale communicatie wordt verzonden, wordt door elk apparaat op een lus herkend zodat dus geen aparte adres-byte nodig is. Met dit commando kan elk apparaat dat een alarmconditie vaststelt reageren. Handbrandmelders hebben voorrang bij het doorgeven van hun adres. Dit commando zorgt er (bijvoorbeeld) voor, dat het controlepaneel bij een alarmmelding de algemene supervisie van de lus afbreekt en zich rechtstreeks op het betreffende apparaat richt.

Commando voor volledig protocol formatMet de commando-bits ingesteld op ‘Normaal’ en de MSB van de drie modus-bits ingesteld op ‘1’ kan deze lange versie van normale communicatie naar elk apparaat worden verzonden. Normaliter gebeurt dit door het paneel als reactie op een vastgestelde alarmmelding. Het paneel kan dan de adressen en ID controleren, en bevestigen dat de analoge reactie of statusmelding werkelijk een alarmconditie is voordat, bijvoorbeeld, de sirene uitgangen worden geactiveerd.

Zo maakt u voltage - en stroomcurves zichtbaar op het paneelLus 1. Gebruik een DSO (Digital Storage Oscilloscope). Sluit een kanaal aan op R34 van de

luskaart. Sluit de 0 V clip van dit kanaal aan op de ‘in-board’ kant van de weerstand. Deze aansluitingen tonen de lusspanning. Sluit het andere kanaal aan op de S+ aansluiting van lus 1 op het moederbord. Sluit de 0V clip van dit kanaal NIET aan.

Lus 2. Gebruik een DSO (Digital Storage Oscilloscope). Sluit een kanaal aan op R36 van de luskaart. Sluit de 0 V clip van dit kanaal aan op de ‘in-board’ kant van de weerstand. Deze aansluitingen tonen de lusspanning. Sluit het andere kanaal aan op de S+ aansluiting van lus 2 op het moederbord. Sluit de 0V clip van dit kanaal NIET aan.

Bij een lijnspanning van 24 V moet de onderlinge afstand van elk pakket van bovenstaande commando’s minimaal 20ms zijn.

28



Beheerprogramma voor de PC

Het programmeren van de ingangen van lus-apparatuurBrand: Paneel ontvangt brandmelding van detector/melder.Storing: Paneel ontvangt storingsmelding van apparaat X.Reset: Paneel herstelt status.Uitzetten: Paneel schakelt alle actieve sirenes uit.Voor-alarm: Paneel ontvangt voor-alarm van detector.Niet continu: Detector/melder blijft niet continu in alarm.

Wordt gebruikt in combinatie met geïsoleerde zones.

Dag / NachtBestemd voor apparaten die gevoelig zijn voor temperatuurwisseling.Opto-hitte detector Wisselt status hitte / opto-hitteHittedetector Wisselt status hitte A1R / hitte CS

Zones en adressen isolerenDe gebruiker kan zones of adressen isoleren als een detector of melder actief is. Met behulp van de knop ‘Isolate List’ kan de gebruiker 8 verschillende zones of adressen invoeren. Als ‘Niet continu’ is ingeschakeld kunnen geïsoleerde apparaten vrijgegeven worden wanneer het apparaat dat de melding heeft veroorzaakt weer naar standby terugkeert. De sleutelschakelaar van een handbrandmelder is van deze toepassing een goed voorbeeld.

Fire Systems

29



Beheerprogramma voor de PC - vervolg

Het programmeren van de uitgangen van lus-apparatuurHet configureren van een vertragingDe uitgang van een apparaat - als dit wordt geactiveerd - kan vertraagd reageren. De gebruiker definieert deze vertraging in minuten. Deze optie is actief als een waarde anders dan ‘0’ in het ‘Delay’-venster wordt ingevuld.

De vertraging overbruggenMet deze optie kunt u handmatig een vertraging overbruggen. Indien ingeschakeld (zie venster) kunt u de bovengenoemde vertraging vanaf elke willekeurige handbrandmelder in de betreffende lus overbruggen.

Dag / NachtZie ‘Tweevoudige detectie’ op de volgende bladzijde.

30



Beheerprogramma voor de PC - vervolg

Het programmeren van paneeluitgangenTweevoudige detectieElke paneeluitgang kan worden toegewezen aan een bepaalde reeks zones op voorwaarde dat die zones deel uitmaken van de zones die in dezelfde lus beschikbaar zijn. Om deze paneeluitgang te activeren moeten twee verschillende zones van dezelfde reeks een melding geven, of moet een zone die niet tot die reeks behoort de uitgang eveneens activeren. Als het ‘Coincidence’ -venster is ingevuld kan de gebruiker met de ‘Allocate Device’ -knop de lijst met de reeks zones bijwerken.

Fire Systems

31


Sectie 3Bediening en weergave

Sectie 3 - Bediening en weergave

32



Bediening en weergave

1. Systeem-LED’s2. Zone-LED’s3. Touch Screen beeldscherm

1

2

3

4

5

6

7

8

3

21

Algemenestoring

BRAND

TEST

Paneelstoring

Sirene______Uitgeschakeld- - - - -Storing

VoedingAAN

Systeemstoring

Acculaderstoring

LED Naam Functie Actie

1 VoedingAAN Netspanning/accu’saanwezig ControleerofdeLEDbrandt

2 BRAND Systeemontvangtbrandmelding Volgprocedurevoorbrand

3 Algemenestoring Detector/sirenefunctioneertniet/slecht Waarschuwsysteembeheerder

4 Paneelstoring Paneelfunctioneertniet/slecht Waarschuwinstallateur

5 Acculaderstoring Acculaderfunctioneertniet/slecht Waarschuwinstallateur

6 Systeemstoring Systeemfunctioneertniet/slecht Waarschuwsysteembeheerder

7 TEST Hetsysteemwordtgetest Raadpleegsysteembeheerder

8 Sirene Statusvandesirene Waarschuwsysteembeheerder

Fire Systems

33



Touch Screen beeldscherm

Het Touch Screen beeldscherm is een multi-functioneel beeldscherm met een resolutie van 320x240 pixels en een zeer intense achtergrondverlichting. Hierboven ziet u het beeldscherm onder normale omstandigheden met uitgeschakelde achtergrondverlichting.

Tijdens een activiteit van het systeem ziet u op het beeldscherm de eerste gebeurtenis en de laatste gebeurtenis plus overige gebeurtenissen voor zover de ruimte dat toelaat.

Normaliter worden de onderste twee regels gebruikt voor de weergave van het totale aantal gebeurtenissen, maar ze worden ook gebruikt voor onafhankelijk scrollen door brandmeldingen, storingen, vooralarmen en uitgeschakelde apparatuur, of voor het tonen van een beknopt menu tijdens een brandmelding.

Bij een activiteit van het systeem gaat de achtergrondverlichting branden tenzij dit onmogelijk is door een storing in de netspanning of voeding.

Met behulp van de SCROLL UP en SCROLL DOWN knoppen op het beeldscherm kunt u alle actuele systeemactiviteiten bekijken (beschikbaar voor toegangsniveau 1). U kunt de inhoud van het logboek inzien, evenals de details van brandmeldingen, vooralarmen, storingen of uitgeschakelde apparatuur. Bij de weergave van het systeemmenu worden de laatste vijf regels op het beeldscherm negatief afgebeeld.

BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test

Systeem in bedrijfxx zones actief

Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

34



Wanneer u een veld aantipt wordt het verlicht en verschijnt de gewenste informatie op het beeldscherm.

Tip hier op het beeldscherm voor een overzicht van de beschikbare gegevens.

Bediening van het CF-paneel

Het CF-paneel wordt bediend door middel van een Touch Screen beeldscherm met achtergrondverlichting. Hieronder ziet u de standaard weergave. Vanaf dit scherm kunt u alle functies bedienen. Zodra u het beeldscherm aanraakt gaat de achtergrondverlichting branden.

BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test


Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

BeheerderComm. uit

Brand1

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test

Systeem in bedrijf10 zones actief

Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

BeheerderComm. uit

Brand1

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test

Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

Eerste brandVergaderkamer 1, Gebouw 1, 1e verdiepingLus 1, Zone 2, Type Optisch

Totaal aantal branden = 1

001 BRAND! Vergaderkamer 1, Optisch, Gebied 169 Gebouw 1, 1e verdieping, Paneel 1, Lus 1, App. 4

Afdrukken Help

Fire Systems

35



Toegangsniveau 1 - algemene toegang

Voor het algemene toegangsniveau 1 is geen toegangscode vereist. Iedereen kan de onderstaande functies inzien.

BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test

Afdrukken Help

BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test


Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

BeheerderComm. uit

Brand1

Vooralarm0

Storing0

Uitgeschak./ Test

Donderdag07-07-2011

19:52.09EST Aan

Eerste brand12:26,23 App. 1, Zone 1Lus 1, Adres 1, Zone 1, Opto/therm [69]

Totaal aantal branden = 1 Afdrukken Help

Toonadressen

Toonzones

Toonin-/uitg.

Toontestzone

001 App. 2, Zone 1 Lus 1, Zone 1, Type Opto/thermisch




BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm6

Storing0

Uitgeschak./ Test

Afdrukken Help

001 06-jul-11 12:51 waarschuwing app. 1 Lus 1, Adr. 1, Zone 1, Opto/thermisch [69]





BeheerderComm. uit

Brand0

Vooralarm0

Storing5

Uitgeschak./ Test

Afdrukken Help

001 12:31:51 storing app. 1 Lus 1, Adr. 1, Zone 1, Type Opto/thermisch [69]





36



Toegangsniveau 2 - ontruiming

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies ‘Ontruimen’ in de menubalk bovenaan het scherm.

Kies ‘JA’ om het gebouw te ontruimen.

BeheerderComm. uit Ontruimen Alarm

uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel

Hiermee schakelt u ALLE sirenesen paneelzoemers in.

Wilt u doorgaan?

Ja Nee

BrandenAantal = 0 Voor-

alarmen

Uitgeschak.Storing

Overige

Fire Systems

37



Alarm uitschakelen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies ‘Alarm uitschakelen’ in de menubalk bovenaan het scherm.

Kies ‘JA’ om het alarm uit te schakelen.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel

Hiermee schakelt u ALLE sirenesen paneelzoemers uit.

Wilt u doorgaan?

Ja Nee


alarmen Uitgeschak.

StoringOverige

In- / Uitgang Zone 0

Adres 0

Tip op knop voor overzicht

38



Zoemer uitschakelen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies ‘Zoemer uitschakelen’ in de menubalk bovenaan het scherm.

Reset

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies ‘Herstel’ in de menubalk bovenaan het scherm.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel


alarmen Uitgeschak.Storing

Overige

In-/uitschakelen Wekelijkse test

Afdrukken Logboek

LED test Controleerconfiguratie


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige

001 14:22:49 Netspanning weggevallen

Storing = kortsluiting, defecte detectoren enz.De storingen uit het overzicht verwijderen:1) Verhelp storing2) Tip op ‘Herstel’

Hiermee herstelt u het paneel.Wilt u doorgaan?

Ja Nee

Fire Systems

39



Vooralarmen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Vooralarmen’.

Een vooralarm verschijnt als een detector rook of warmte in onvoldoende mate waarneemt om een volledige alarmmelding te geven. Vooralarm kan ook ontstaan door een vervuilde rookdetector. De detector ‘ziet’ dan de vervuiling als rook.

Uitgeschakelde apparatuur

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Uitgeschakeld’.

De afzonderlijke knoppen tonen de soort en de hoeveelheid apparatuur die is uitgeschakeld. Tip op een van de knoppen voor een gedetailleerd overzicht van de betreffende categorie.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel


alarmen

Uitgeschak.Storing

Overige

Vooralarm = Enige rook / hitte, echter onder ingestelde waarde.Deze waarschuwingen zullen verschijnen en verdwijnen.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel


alarmen Uitgeschak.

StoringOverige

In- / Uitgang Zone 0

Adres 0

Tip op knop voor overzicht

40



Storingen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Storingen’.

Overige - in-/uitschakelenVoor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en maak een keuze uit de beschikbare knoppen.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel


alarmen Uitgeschak. Storing

Overige


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


Fire Systems

41



Overige - in-/uitschakelen (vervolg)

Met de functie in-/uitschakelen kunt u het systeem geheel of gedeeltelijk uitschakelen met behulp van de sub-menu’s zoals hieronder weergegeven.

Hiermee schakelt u ALLE apparaten in.Wilt u doorgaan?

Ja Nee


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel

Adres in- / uitschakelen

Zone in- / uitschakelen

In- / uitg. in- / uitschakelen

Alles inschakelen

Netwerk in- / uitschakelen

Afsluiten

BeheerderComm. uit Afsluiten Netwerk in- / uitschakelen

BeheerderComm. uit

Ontruimen Alarmuitschak.

Zoemeruitschak.

Uitgeschak./ Test

Zone 001, Zone 1

Zone 001, Zone 2

Zone 003, Zone 3

Zone 004, Zone 4

Afsluiten

Ingeschakeld

Uitgeschakeld

Uitgeschakeld

Ingeschakeld

Tip op ‘Ingeschakeld’ om uit te schakelen.Tip op ‘Uitgeschakeld’ om in te schakelen.

BeheerderComm. uit


Zoemeruitschak.

Uitgeschak./ Test

Afsluiten

Ingang 1: Ingeschakeld

Ingang 2: Ingeschakeld

Ingang: Uitgeschakeld

Sirene 1: Ingeschakeld

Sirene 2: Uitgeschakeld

Communicatie: Ingeschakeld

Brandbeveiliging: Ingeschakeld

Vertraging: Ingeschakeld

Hulprelais: Ingeschakeld

Storingsrelais: Ingeschakeld

Paneelnummer

0

Wis

OK

1

4

7

2

5

8

3

6

9

BeheerderComm. uit


Zoemeruitschak.

Uitgeschak./ Test

Toonalles

Toondetectoren

Toonalarmen

Toonin-/uitg.






Afsluiten

Ingeschakeld

Uitgeschakeld

Uitgeschakeld

Ingeschakeld

Uitgeschakeld

42


Overige - LED-test

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en tip vervolgens op de knop ‘LED-test’.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


LED test

LED’s branden in numerieke volgorde

OK Annuleer


Fire Systems

43


Overige - wekelijkse test

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en tip vervolgens op de knop ‘Wekelijkse test’.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


Wekelijkse testWilt u doorgaan?

Ja Nee

Wekelijkse testWacht op alarmmelding

Herstel na 4 minuten

Annuleer

Deze test valt buiten de specificaties van EN54

Wekelijkse test wordt nu uitgevoerd.

Na afloop van de wekelijkse test zal het paneel automatisch terugkeren naar het standby scherm


44


Overige - logboek inzien

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en tip vervolgens op de knop ‘Logboek’.

Gebruik de scroll-balk voor het doorlopen van de lijst met maximaal 1.000 gebeurtenissen.

Het logboek heeft een capaciteit van 1.000 gebeurtenissen inclusief branden, storingen, herstellingen en adreswijzigingen. Nadat het maximum van 1.000 gebeurtenissen is bereikt zal elke eerstvolgende gebeurtenis automatisch de oudste overschrijven (FIFO). Het logboek kan alleen door een daartoe bevoegde servicemonteur worden hersteld.


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


Laatste Oudste Afsluiten

001 Maandag 04-jul-2011 08:34:12 Handmatig herstel

002 BRAND! Entree, [Optisch] (Ana=150) Gebouw 1, BG, paneel 1, Lus 1, App. 1

003 Vrijdag 01-jul-2011 18:09:07 Automatisch herstel

004 Vrijdag 01-jul-2011 18:08:57 Storing Paneel 1, Lus 2, Zone 2, Adres 5


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel

Toonalles

ToonBrand

ToonStoring

ToonTest


Fire Systems

45


Overige - controle configuratie

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en tip vervolgens op de knop ‘Contr. config’. Met deze functie controleert het systeem het netwerk en stelt de preciese plaats vast van een eventuele onderbreking in de bedrading. Tevens worden eventuele wijzigingen in de samenstelling van het netwerk (bijv. toegevoegde of vervangende apparatuur) geïdentificeerd.



uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


Afdrukken Afsluiten


uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel

BeheerderComm. uit

BeheerderComm. uit

Controleer configuratie

Vervang apparaat

Afsluiten


Ja Nee

Niets gevonden

Het bovenstaande apparaat is niet correct geconfigureerd.

Tip op de knop ‘Beheerder’ linksboven op het scherm.

46


Overige - vervang apparaat

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u uw toegangscode in. Activeer (=Enter) de beheerderscode en kies de tab ‘Overige’ en tip vervolgens op de knop ‘Vervang apparaat’. Met deze functie kunt u een bestaand apparaat vervangen zonder verlies van voorgeprogrammeerde teksten en gegevens. Voor het vervangen van een enkel apparaat gebruikt u het menu ‘Vervang apparaat’ om het bestaande adres aan het nieuwe apparaat toe te wijzen.



uitschak.Zoemer

uitschak. Herstel



Overige


Afdrukken Logboek


BeheerderComm. uit

BeheerderComm. uit


Vervang apparaat

Afsluiten

Selecteer een lus

Afsluiten

BeheerderComm. uit

Voer adres voor lus 1 in

0

Wis

OK

1

4

7

2

5

8

3

6

9

Lus 1

Lus 2

Afsluiten

CF1100 heeft slechts 1 lus.

CF1200 kan over een tweede lus beschikken.

Fire Systems

47


ServiceComm. uit

ServiceComm. uit

Zoemeruitschak. Herstel

Toonalles

Toondetectoren

Toonalarmen

Toonin- / uitg.

001 Lobby, Gebouw 1, 1e verdieping Lus 1, Zone 1, Type Opto/thermisch

002 Receptie, Gebouw 1, 1e verdieping Lus 1, Zone 1, Type Opto/thermisch

003 Magazijn/archief, Gebouw 1, 1e verdieping Lus 1, Zone 1, Type Opto/thermisch

004 Vergaderkamer 1, Gebouw 1, 1e verdieping Lus 1, Zone 1, Type Opto/thermisch

Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Test apparaat

Test zone

Test sirenevolume

Looptest

Indicatie-LED aan/uit

Afsluiten

Test apparaatLus 1, adres 1

Ja Nee

Tip op rij om te testen

Afsluiten

Afsluiten Ga naar Herstel

Toegangsniveau 3 - testen - test apparaat

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk.

Tip op de rij waarin het gewenste apparaat vermeld staat.


48



Testen - test zone

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Test’ en ‘Test zone’.

ServiceComm. uit

ServiceComm. uit


Zone 001 Gebouw 1, BG -

Zone 002 Gebouw 1, 1e verdieping Test

Zone 003 Gebouw 1, 2e verdieping -

Zone 004 Expeditie en opslag -

Zone 005 Gebouw 2, kelder -

Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Test apparaat

Test zone

Test sirenevolume

Looptest


Afsluiten

Test zoneBezig met scannen

Stop

Tip op ‘ - ’ achter de zone om de test te starten.Tip op ‘ Test ’ achter de zone om de test te stoppen.

Afsluiten Herstel

Afsluiten

Zoemeruitschak.

Fire Systems

49



Testen - test sirenevolume

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Test’ en ‘Test sirenevolume’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Test apparaat

Test zone

Test sirenevolume

Looptest


Afsluiten

Test sirenevolume

Alle sirenes zullen nu signaleren15 seconden aan, 30 seconden uit

Tip op ‘Stop’ om de test te stoppen

Stop

Test sirenevolumeWilt u doorgaan?

Ja Nee

Afsluiten

50



Testen - looptest

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Test’ en ‘Looptest’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit

Zoemeruitschak. HerstelAfsluiten

Looptest

Wacht op alarmmelding

Stop

LooptestWilt u doorgaan?

Ja Nee

Afsluiten

Test apparaat

Test zone

Test sirenevolume

Looptest


Deze test valt buiten de specificaties van EN54

Fire Systems

51



Testen - test indicatie-LED’s

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Test’ en ‘Indicatie-LED aan/uit’.Bij ‘indicatie-LED aan’ zullen alle indicatie-LED’s van de betreffende apparaten knipperen als bevestiging van een goede communicatie.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Indicatie-LED’s knipperen

Aan Uit

Afsluiten

Test apparaat

Test zone

Test sirenevolume

Looptest


52



Systeembeheer - upload CDR van laptop

CDR = Configuration Data Record.Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ en ‘Upload CDR’.

Nadat u op ‘Ja’ hebt gedrukt klikt u op de laptop op ‘Systeembeheer’ om de software te downloaden.

BELANGRIJK:Klik niet op ‘systeembeheer’ voordat u ‘Ja’ hebt aangetipt.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


CDR uploaden

Hiermee wist u de huidige CDR.Wilt u doorgaan?

Ja Nee

Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer

Aantal panelen in netwerk

Beschermingsdeur

Italiaanse standaard

Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren

Wis logboek en herstel

Systeemgegevens

Upload logo

Fire Systems

53



Systeembeheer - download CDR naar laptop

CDR = Configuration Data Record.Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ en ‘Download CDR’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


CDR downloaden

Start PC programma

Tip op ‘OK’ om door te gaanTip op ‘Annuleer’ om af te sluiten

OK Annuleer

Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

54



Systeembeheer - automatisch leren

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ en ‘Automatisch leren’.

BELANGRIJK:Met deze functie wist u alle bestaande programmering, teksten en configuratiegegevens.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Automatisch leren

Hiermee wist u de huidige CDR.Wilt u doorgaan?

Ja Nee

Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

Fire Systems

55



Systeembeheer - logboek wissen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ en ‘Wis logboek’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Hiermee wist u alle logboekinformatie.Wilt u doorgaan?

Ja Nee

Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

56



Systeembeheer - systeemgegevens

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’, ‘Systeemgegevens’ en de gewenste pagina.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit

Zoemeruitschak. HerstelAfsluitenAfsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

ServiceComm. uit HerstelAfdrukken Afsluiten

Programmaversie V0.00.15Programmadatum 09-mrt-2004Programma checksum 0xAA95524CDR V0.5CDR checksum 0xF7D95ELus controller 1 V0.0.0Lus controller 2 V0.0.0Paneelnummer 0Aantal panelen 1Aantal adressen 13Aantal zones 4


Lus 1 Lus 2

Optisch 0 0Ionisatie 13 14Thermisch A1R 0 0Opto/thermisch 0 0Thermisch BS 0 0Thermisch CS 0 0Handbrandmelder 2 1Alarmmelders 2 2In-/uitgangmodules 0 0

Blz. 1 Blz. 2 Blz. 3Blz. 1 Blz. 2 Blz. 3


Lus 1 Lus 2

Sirenemodule 1 1Spraakbericht 5 7Nevenpaneel 1 1ZMU / SUM 0 0IR detector 0 0Tijdschakelaar 1 0Toegangscontrole 1 1Noodverlichting 1 1CO2-melders 3 2

Blz. 1 Blz. 2 Blz. 3

Fire Systems

57



Systeembeheer - upload logo

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ en ‘Upload logo”.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

Logo uploaden vanaf laptop

58


ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

1

4

7

OKAfsluiten

ServiceComm. uit


Toonalles

Toondetectoren

Toonoptisch

Toonionisatie






Toonthermisch

Voer adres in

..........................

Lus 1 0 - 13

Lus 2 0 - 12

2

5

8

0

3

6

9


Systeembeheer - analoog niveau

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ gevolgd door ‘Analoog niveau’.

Opmerking:Met de ‘Ga naar’ functie kunt u rechtstreeks naar een bepaald adres gaan.

Fire Systems

59



Systeembeheer - paneelnummer wijzigen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ gevolgd door ‘Wijzig paneelnummer’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

1

4

7

OKAfsluiten

Wijzig paneel

..........................2

5

8

0

3

6

9

0

60



Systeembeheer - panelen in netwerk

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ gevolgd door ‘Aantal panelen in netwerk’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

1

4

7

OKAfsluiten

Aantal panelenin netwerk

..........................

2

5

8

0

3

6

9

1

Fire Systems

61



Systeembeheer - italiaanse standaard

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Beheer’ gevolgd door ‘Italiaanse standaard’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Analoog niveau

Printerinstellingen

Wijzig paneelnummer


Beschermingsdeur


Upload CDR

Download CDR

Automatisch leren


Systeemgegevens

Upload logo

ServiceComm. uit HerstelAfsluiten

T1: Vertraging handbrandmelder 0 min.; 0 sec.

T2: Vertraging detector 0 min.

Ingeschakeld Uitgeschakeld

62


Configuratie - in-/uitg. en sirenes - T1

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘In-/uitgangen en sirenes programmeren’ en ‘T1’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen

Hittedetectoren configureren

Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht

In-/uitgangen en sirenesprogrammeren

Datum / Tijd wijzigen

Tekst wijzigen

Zones configureren

Toegangscode wijzigen

ServiceComm. uit


T1

T2

Paneeluitgangen

Auxiliary circuit

Alarmverificatie

T1

Uit

Afsluiten

10 sec 20 sec 30 sec 40 sec 50 sec 60 sec




Fire Systems

63


Configuratie - in-/uitg. en sirenes - T2

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘In-/uitgangen en sirenes programmeren’ en ‘T2’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit


T1

T2

Paneeluitgangen

Auxiliary circuit

Alarmverificatie

T2

Uit

Afsluiten

1 min 2 min 3 min 4 min 5 min

6 min 7 min 8 min 9 min 10 min


64


Configuratie - in-/uitg. en sirenes - uitgangen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘In-/uitgangen en sirenes programmeren’ en ‘Paneeluitgangen’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit


T1

T2

Paneeluitgangen

Auxiliary circuit

Alarmverificatie


Fire Systems

65



Configuratie - in-/uitg. en sirenes - aux. circuit

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘In-/uitgangen en sirenes programmeren’ en ‘Auxiliary circuit’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit


T1

T2

Paneeluitgangen

Auxiliary circuit

Alarmverificatie

Niet vereist

VDS blusinstallatie

VDS brandmelding

Australische normering

Zweedse normering

66


Configuratie - in-/uitg. en sirenes - alarmverificatie

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘In-/uitgangen en sirenes programmeren’ en ‘Alarmverificatie’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit


T1

T2

Paneeluitgangen

Auxiliary circuit

Alarmverificatie

Alarmverificatie activeren?

Afsluiten

Ingeschakeld Uitgeschakeld


Fire Systems

67



Configuratie - geluidsinstellingen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Programmeer in-/uitg. en sirenes’, daarna ‘Sirenegeluid en -volume’ en ‘Geluidsinstellingen’. Maak daarna uw keuze zoals hieronder aangegeven.

ServiceComm. uit Afsluiten

Geluidsinstellingen

Herstel

Volume

Geluid

Herstel

Zacht

Normaal

Hard

Herstel

Volume

Geluid

Herstel

Slow whoop

Tweetonig

Continu

Herstel





68


Configuratie - wijzig datum en tijd

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Wijzig datum/tijd’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


OK Herstel

+ 1Uur

Annuleer

- 1Uur

- 10Minuten

+ 10Minuten

+ 1Minuut

- 1Minuut

+ 1Dag

- 1Dag

- 10Maand

+ 10Maand

+ 1Jaar

- 1Jaar

Systeemtijd:

Est Aan

Systeemdatum:

Woensdag13-07-2011

15:20:04

ServiceCOMM UIT


Fire Systems

69


Configuratie - wijzig adrestekst

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Tekst wijzigen’ en vervolgens ‘Wijzig adrestekst’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


1

Q

A

Z X C V B

S D F G

KAP.

OVERIGE

...........................................................................

SPATIE

W E R T Y

2 3 4 5 6

U I O P

7 8 9 0

N M , .

H J K L

OK ANNULEER

Naam voor adres 1

Adres 1

ServiceComm. uit


Wijzig adrestekst

Wijzig zonetekst

Wijzig paneeltekst

Afsluiten

ServiceComm. uit


Toonalles

Toondetectoren

Toonalarmen

Toonin-/uitg.







70


Configuratie - wijzig zonetekst

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Tekst wijzigen’ en vervolgens ‘Wijzig zonetekst’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


1

Q

A

Z X C V B

S D F G

KAP.

OVERIGE

...........................................................................

SPATIE

W E R T Y

2 3 4 5 6

U I O P

7 8 9 0

N M , .

H J K L

OK ANNULEER

Naam voor zone 1

zone 1

ServiceComm. uit


Wijzig adrestekst

Wijzig zonetekst

Wijzig paneeltekst

Afsluiten

ServiceComm. uit

Afsluiten

Herstel

Zone 001, Zone 1

Zone 002, Zone 2

Zone 003, Zone 3

Zone 004, Zone 4

Zone 005, Zone 5


Fire Systems

71


Configuratie - wijzig paneeltekst

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Tekst wijzigen’ en vervolgens ‘Wijzig paneeltekst’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


1

Q

A

Z X C V B

S D F G

KAP.

OVERIGE

...........................................................................

SPATIE

W E R T Y

2 3 4 5 6

U I O P

7 8 9 0

N M , .

H J K L

OK ANNULEER

Naam voor paneel 1

CF1100

ServiceComm. uit


Wijzig adrestekst

Wijzig zonetekst

Wijzig paneeltekst

Afsluiten


72


Configuratie - configureer zones

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Zone configureren’.

Tip op de ‘ - ‘ om de detector aan de zone toe te voegen.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit Herstel

Zone 001 Zone 1

Zone 002 Zone 2

Zone 003 Zone 3

Zone 004 Zone 4

AfsluitenService

Comm. uitAfsluiten Ga naar Herstel

Toonalles

Toondetectoren

Toonalarmen

Toonin-/uitg.






Tip op de gewenste zone Toonselectie

In zone

In zone

In zone

-

-


Fire Systems

73


ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit

Zoemeruitschak. HerstelAfsluitenAfsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


1

4

7

OKAfsluiten

Huidige code

.......................

Nieuwe code

.......................

Verificatie code

.......................

2

5

8

0

3

6

9

OK OK OK

Code niet correctWijziging niet uitgevoerd

Verificatie niet correctWijziging niet uitgevoerd

Nieuwe code correctWijziging uitgevoerd en opgeslagen

Configuratie - wijzig toegangscode

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Wijzig toegangscode’.


74


Configuratie - zone toevoegen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Toevoegen/wissen’ en vervolgens ‘Zone toevoegen’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren



Zone toevoegen

Zone wissen

Apparaat toevoegen

Apparaat wissen

Afsluiten

Ja Nee

Zone toevoegen?


Fire Systems

75


Configuratie - zone wissen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Toevoegen/wissen’ en vervolgens ‘Zone wissen’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren



Ja Nee

Zone wissen?

Zone toevoegen

Zone wissen

Apparaat toevoegen

Apparaat wissen


Tip op de gewenste zoneAfsluiten

Zone 001 Zone 1

Zone 002 Zone 2

Zone 003 Zone 3

Zone 004 Zone 4


76


Configuratie - apparaat toevoegen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Toevoegen/wissen’ en vervolgens ‘Apparaat toevoegen’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren



Zone toevoegen

Zone wissen

Apparaat toevoegen

Apparaat wissen


Lus 1

Lus 2

Afsluiten

Lus 2

Afsluiten

Bezig met scannen


Fire Systems

77


Configuratie - apparaat wissen

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Toevoegen/wissen’ en vervolgens ‘Apparaat wissen’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren



Ja Nee

Apparaat wissen?

Apparaat 3Lus 1, adres 3, type opto/thermisch

Zone toevoegen

Zone wissen

Apparaat toevoegen

Apparaat wissen

ServiceComm. uit







Tip op gewenst apparaat


78


Configuratie - hittedetectoren

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Hittedetectoren configureren’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren



Thermisch A1R

Thermisch BS

Thermisch CS

ServiceComm. uit







Tip op gewenst apparaat

Afsluiten


Fire Systems

79


Configuratie - netwerk

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Netwerk’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit

Herstel Netwerk

Ontruimen Netwerk

Sirene uit Netwerk

Brand Netwerk

Storing Netwerk

Vooralarm Netwerk

Te ontvangen bericht over netwerk

ServiceComm. uit

Herstel Niet gewenst

Tip betreffende regel om een functie in of uit te schakelen


80


Configuratie - taal

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Taal’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


ServiceComm. uit


English Français Deutsch

Nederlands Italiano Português

Vlaams Chinese Český

Danske Slovenčina Magyar

Slovenski


Fire Systems

81


Configuratie - dag / nacht

Voor het activeren van het Touch Screen tipt u op de linkerbovenhoek van het beeldscherm tot de achtergrondverlichting aan gaat. Om het beheersmenu te openen tipt u op de knop ‘Beheerder’ en voert u de toegangscode van de installateur in. Activeer (=Enter) de installateurscode en kies ‘Service’ linksboven in de menubalk en vervolgens op de knop ‘Configuratie’ gevolgd door ‘Dag / Nacht’.

ServiceComm. uit


Beheer

Configureren

Test

ServiceComm. uit


Afsluiten

Toevoegen / wissen


Netwerk

Taal wijzigen

Dag / Nacht



Tekst wijzigen

Zones configureren


Vertraging (minuten)

Deze functie valt buiten de specificaties van EN54

Uit

1 2 3 4 5

6 7 8 9 10

Afsluiten


82



BeheerderCOMM UIT 1

4 5 67 8 9

ok 0

2 3

Annuleer

Voer uw code in:

Beveiligd met toegangscode

De CF brandmeldcentrale van Cooper Safety is beveiligd door middel van een toegangscode waarmee het menu ‘Uitschakelen’ en de menu’s voor ‘Test-’ en ‘Systeembeheer’ toegankelijk zijn.

De toegangscode wordt gevormd door een reeks van vier resp. zes cijfers. De fabrieksmatige toegangscode voor niveau twee is 2214, voor niveau drie is dit 143243.

Voor het openen van het scherm voor het invoeren van uw toegangscode tipt u in de linkerbovenhoek op ‘Beheerder’. Toets uw toegangscode gevolgd door ‘ok’.

Als u driemaal een foutieve toegangscode hebt ingevoerd wordt de toegang tot het systeem ontzegd.

Fire Systems

83


Sectie 4Installatie en montage

Sectie 4 - Installatie en montage

84


Systeembekabeling

LE

N

F AU

LT

RE

LAY

FIR

E R

/E

+26V0 V

+-

+-

Tx-

Tx+

RS

485

NE

TW

OR

K C

IRC

UI T

MA

INS

E

+ 1 -+ 2 -

NO

EARTH

EARTH

CN

C

AU

XR

ELA

Y

+-

FIR

E P

/ E

EARTH

EARTH

CLA

SS

CH

AN

GE

LOO

P2

E

F-

F+

LOO

P1

LOO

P2

L OO

P1

S+

S-

E

EARTH

+ 1 -+ 2 -

SO

UN

DE

R C

I RC

UIT

E

F-

F+S+

S-

E

Op een lus kunt u elk type analoge detector van de 300-serie aansluiten.


Fire Systems

85



Groepisolator CSI350

InstallatieElke aansluiting is geschikt voor een enkelvoudige ader van max. 2,5mm². De CSI350 wordt geleverd in een behuizing voor opbouwmontage.

1. Scheidt de voor- en achterkant van de behuizing.

2. Boor de nodige kabeldoorvoeringen.3. Monteer de achterkant van de behuizing op

de gewenste plaats.4. Leidt de bekabeling door de

kabeldoorvoeringen.5. Sluit de groepisolator aan volgens

onderstaand schema.6. Monteer de voorkant van de behuizing.

AlgemeenU hoeft de groepisolator niet te adresseren.

Technische gegevensStroomverbruik 170 μA in rustWerktemperatuur -10° t/m +60°CRel. vochtigheid 0 t/m 95% niet condenserendBeschermingskl. IP40Normeringen EN54-2 en -4 CE-keurMateriaal PC/ABSAfmetingen (bxhxd) 147 x 88 x 57 mmKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Zie BS5839 Pt1:2002 voor maximale kabellengte en capaciteiten.3. Deze isolator is alleen geschikt voor Cooper CAB300 sokkels en overeenkomstige detectoren.

Geen eindweerstand vereistAnalogeadresseerbarelus

uit

in

E

E

E

-

-

-

+

+

+

86


4-voudige sirenecontroller CSC354

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. Sirenecircuits worden gecontroleerd op open contacten en sluiting.4. Het brandrelais is een set onbewaakte potentiaalvrije wisselcontacten.5. Tijdens ingeschakeld systeem dient de controller aangesloten te zijn op 220VAC netvoeding en de noodstroomaccu’s.

InstallatieElke aansluiting is geschikt voor een enkelvoudige ader van max. 2,5mm².


2. Monteer de achterkant van de behuizing op de gewenste plaats.

3. Leidt de bekabeling door de kabeldoorvoeringen en let op dat u de elektronica niet beschadigt.

4. Sluit de controller aan volgens onderstaand schema.

5. Monteer de voorkant van de behuizing.

AlgemeenDeze controller heeft een permanente voeding van 220VAC nodig.U hoeft deze controller niet te adresseren.

Technische gegevensVoeding 230VACStroomverbruik 0,5A 250 uA in rustWerkspanning 24VDCStandby periode 24h + 30 min aktiefAdressering ZelfadresserendUitg. sirenecircuit 0,8A max.Max. belasting 3,2A (4 kanalen)Brandrelais 30VDC 1A (weerstand) 0,5A (inductief)Werktemperatuur -10° t/m +45°CRel. vochtigheid 0 t/m 95% niet condenserendBeschermingskl. IP40Normeringen EN54-2 en -4 CE-keurAccu 2x 12V, 4Ah, SLAMateriaal PC/ABS/StaalAfmetingen (bxhxd) 300 x 300 x 74mmKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90

220VAC netspanning

Brandrelais

Analoge adresseerbare lusN

oods

troo

mac

cu

Sirenecircuit uit inL N E E + - E + - E + - E + - E E-

--

-+

++

+

N/O

BATT

C N/C

6k8 6k8 6k8 6k8


Fire Systems

87



E E E E- - - -+ + + +

- +

- +

- +

- +

Zonemonitor CZMU352

InstallatieElke aansluiting is geschikt voor een enkelvoudige ader van max. 2,5mm². De CZMU352 wordt geleverd in een behuizing voor opbouwmontage.


2. Boor de nodige kabeldoorvoeringen.3. Monteer de achterkant van de behuizing op


kabeldoorvoeringen.5. Sluit de monitor aan volgens onderstaand

schema.6. Monteer de voorkant van de behuizing.

AlgemeenU hoeft de zonemonitor niet te adresseren.

Technische gegevensWerkspanning 18 ~ 30VDCStroomverbruik 2,8mA in rust 3,4mA met 20 detectoren 8mA in alarmAdressering ZelfadresserendBelasting 20 detectoren max. Handbrandmelders onbeperktWerktemperatuur -10° t/m +60°CRel. vochtigheid 0 t/m 95% niet condenserendBeschermingskl. IP40Normeringen EN54-2 en -4 CE-keurMateriaal PC/ABSAfmetingen (bxhxd) 147 x 88 x 57mmKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. Raadpleeg de voorschriften voor het berekenen van de maximale kabellengte.4. Per zone uitgang is het aantal aangesloten conventionele handbrandmelders onbeperkt.5. Deze monitor is alleen geschikt voor Cooper CAB300 sokkels en overeenkomstige detectoren.

Analoge adresseerbare lus

uit inlus

Handmelderzone Detectorzone

12k

uitin

uitin

EOLM-1

88


E E E E

E

EN/O C N/C- - - -+ + + + +-

+

+

+

+

-

-

-

-

- +- +

- +- +


Interface voor winkels CSUM355

Installatie1. Scheidt de voor- en achterkant van de

behuizing.2. Boor de nodige kabeldoorvoeringen.3. Monteer de achterkant van de behuizing op


kabeldoorvoeringen.5. Sluit de interface aan volgens onderstaand

schema.6. Monteer de voorkant van de behuizing.

AlgemeenU hoeft de interface niet te adresseren.

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. Raadpleeg de voorschriften voor het berekenen van de maximale kabellengte.4. Het aantal aangesloten conventionele handbrandmelders is onbeperkt.5. Deze monitor is alleen geschikt voor Cooper CAB300 sokkels en overeenkomstige detectoren.


in uitlus

Zonehand-melder

Zonedetector

6k8

uitin

uitin

EOLM-1

Max. 20 conventionele detectoren

12k 12k

1 2sirene

Controle op externe voeding

Ingang 24VDC externe voeding

Voeding 24VDC

Storings-contact N/O

Uitgang24VDC

12k

Fire Systems

89



Technische gegevens

Lusbelasting Min. Nom. Max. EenheidStroomverbruikinrust 2,8 mAStroomverbruikmet20Cooper-detectorenenonbeperktaantalhandbrandmelders 3,4 mAStroomverbruiktijdensalarm 8,0 mA

SirenecircuitsIngangsspanningexternevoeding 20 24 30 VDCCapaciteitexternevoeding 1 AStroomverbruiksirene 300 mAEindweerstand 12±5% kW

HandbrandmeldersAantalperzone 0 Opm.1Eindweerstand 6,8 kWIngangsweerstandbrandmeldschakelaar 680 W

Weerstandstoringsmelderkortsluiting 100 W

Weerstandstoringsmelderopencircuit 39 kW

DetectorenAantalperzone 0 20Eindweerstand ActiefeindelijnapparaatIngangsweerstandbrandmeldschakelaar 680 W

Weerstandstoringsmelderkortsluiting 100 W

Weerstandstoringsmelderopencircuit 39 kW

Ingang monitor externe voedingEindweerstand 12±5% kWWeerstandstoringsmelder 100 W

BrandmeldrelaisGeschakeldespanning 30 VDCGeschakeldecapaciteit(nietgezekerd) 1 A

WerkomgevingWerktemperatuur -10 +60 °CRelatievevochtigheidsgraad(nietcondenserend) 95 %rh

Normen en standaardsEN54-2enEN54-4BS5839-1(installatie)

ToepassingGeschiktvoorgebruikinanalogeadresseerbarebrandmeldsystemenvanCooper

FysiekAfmetingen147x88x57mmGewicht0,25kgBeschermingsklasseIP40

Opmerkingen:1. Het aantal toegestane handbrandmelders is onbeperkt.2. Het eindelijn apparaat van een detectorzone is EOLM-1 (meegeleverd).

90



1-kanaals ingangsmodule MCIM

Installatie1. Monteer de behuizing op de gewenste

plaats.2. Sluit de module aan volgens onderstaand

schema.3. Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 of

Serie 2300 FB30/60 of FB90

MCIM

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. Bewaakte ingangen signaleren open circuits en kortsluiting.


22k

IN +

IN -

AARDE ING

AN

G LUS

AardeLus in+Lus in -

AardeLus uit+Lus uit-

Lus in

Lus uit

Ana

loge

ad

ress

eerb

are

lus

Afmetingen Montage

63 mm

18,5

mm

35 m

m

37,5

mm

20 mm

Fire Systems

91



Technische gegevens

Lusbelasting Min. Nom. Max. EenheidStroomverbruikinrust 310 µA

VoedingWerkspanning 18 30 VDC

IngangenSchakelweerstand 5,6 kWEindweerstand 22 kWWeerstandstoringsmelderkortsluiting 1 kWWeerstandstoringsmelderopencircuit 33 kW

Werkomgeving 6,8 kWWerktemperatuur -10 +60 °CRelatievevochtigheidsgraad(nietcondenserend) 95 %rh



FysiekAfmetingen63x35x18,5mmGewicht>0,1gBeschermingsklasseIP40

Kortsluiting-isolatorDeze adresseerbare module bevat een kortsluiting-isolator tussen de aansluitingen ‘IN -’ en ‘UIT -’. Deze isolator functioneert in samenwerking met analoge adresseerbare brandmeldpanelen van Cooper wanneer een lage paneelweerstand in de lusbekabeling aanwezig is tussen de +VE en de -VE aansluitingen.Technische gegevens

Totalelusweerstandvooreenjuistewerkingvandeisolator

max.50W

Toegestaancontinuecapaciteitviadeisolator max.700mA

Isolatorweerstandingeslotenpositie max.0,13W

Lekstroominopenpositie max.13mA

Weerstandinparallelstoringwaargenomenvanafhetcontrolepaneelwaarbijdeisolatorsopenen

typisch200W

92


MCOM


1-kanaals uitgangsmodule MCOM





Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Het uitgangrelais heeft onbewaakte potentiaalvrije contacten.


IN +

IN -

AARDE ING

AN

G LUS



Lus in

Lus uit

Ana

loge

ad

ress

eerb

are

lus

Afmetingen Montage

63 mm

18,5

mm

35 m

m

37,5

mm

20 mm

Fire Systems

93



Technische gegevens



UitgangrelaisGeschakeldespanning 24 30 VDCContactstroom 1 AGeschakeldecapaciteit 30 W







max.50W





typisch200W

94



1-kanaals ingangsmodule MCIM-C





MCIM-C

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. Bewaakte ingangen signaleren open circuits en kortsluiting.

AlgemeenU hoeft de interface niet te adresseren.Deze module dient geprogrammeerd te worden als een handbrandmelder.

22k

IN +

IN -

AARDE ING

AN

G LUS



Lus in

Lus uit

Ana

loge

ad

ress

eerb

are

lus

Afmetingen Montage

63 mm

18,5

mm

35 m

m

37,5

mm

20 mm

Fire Systems

95



Technische gegevens



IngangenSchakelweerstand 5,6 kWEindweerstand 22 kWWeerstandstoringsmelderkortsluiting 1 kWWeerstandstoringsmelderopencircuit 33 kW







max.50W





typisch200W

96



MCOM-S

1-kanaals uitgangsmodule MCOM-S





Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Het uitgangrelais heeft onbewaakte potentiaalvrije contacten.

AlgemeenU hoeft de interface niet te adresseren.Deze module dient geprogrammeerd te worden als een handbrandmelder.

IN +

IN -

AARDE ING

AN

G LUS



Lus in

Lus uit

Ana

loge

ad

ress

eerb

are

lus

Afmetingen Montage

63 mm

18,5

mm

35 m

m

37,5

mm

20 mm

Fire Systems

97



Technische gegevens



UitgangrelaisGeschakeldespanning 24 30 VDCContactstroom 1 AGeschakeldecapaciteit 30 W







max.50W





typisch200W

98


3-kanaals in-/uitgangsmodule CIO351

InstallatieElke aansluiting is geschikt voor een enkelvoudige ader van max. 2,5mm².


2. Verwijder de PCB.3. Boor de nodige kabeldoorvoeringen.4. Monteer de achterkant van de behuizing op

de gewenste plaats.5. Plaats de PCB terug in de behuizing.6. Leidt de bekabeling door de

kabeldoorvoeringen en let op dat u de elektronica niet beschadigt.

7. Sluit de module aan volgens onderstaand schema.

8. Monteer de voorkant van de behuizing.

AlgemeenU hoeft deze module niet te adresseren.

Technische gegevensWerkspanning 18 ~ 30VDCStroomverbruik 310μA in rustAdressering ZelfadresserendUitgangsrelais 30VDC 1A (weerstand) 0,5A (inductief)Schakelspanning 50VAC of 30VDCWerktemperatuur -10° t/m +60°CRel. vochtigheid 0 t/m 95% niet condenserendBeschermingskl. IP65Normeringen BS5839-1 (installatie) CE-keurAccu 2x 12V, 4Ah, SLAMateriaal PC/ABSAfmetingen (bxhxd) 180 x 129 x 60mmKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90

EE EE-- -- -- -- --++ ++ ++ ++ ++ NN//OO NN//OO NN//OOCC CC CCNN//CC NN//CC NN//CC

Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. Plaats altijd een eindweerstand ook als u de aansluiting niet gebruikt.3. De ingangcircuits worden gecontroleerd op open contacten en sluiting.4. De uitgangrelais zijn onbewaakte potentiaalvrije wisselcontacten.

5k6 5k6 5k6

22k 22k 22k


in uitlus

ingangen

uitgangen


Fire Systems

99


4-20mA interface CGI420

De CGI420 is een 4-20mA analoge module als interface voor gas detectoren en is toepasbaar met Cooper adresseerbare brandmeldpanelen. Binnen de adresseerbare lus van een Cooper brandmeldinstallatie heeft deze interface een eigen adres. De interface beschikt over een ingebouwde kortsluiting-isolator.

Elk van de DIL schakelaars JP1, JP2 en JP3 (zie tabel 1) is programmeerbaar voor het instellen van de grenswaarden van vooralarm 1, vooralarm 2 en alarm. De waarden zijn instelbaar als een percentage van L.E.L. (Lower Explosion Limit) of als PPM (Parts Per Million).

Algemene werkingMet de onderstaande 7 schakelstanden van elk van de 8-standen DIL schakelaars kunt u de gewenste waarde (LEL of PPM) binnen het bereik van 4 - 20mA in stappen van 5% instellen. De achtste positie van elke DIL schakelaar wordt gebruikt voor ‘tracking’ en functioneert als volgt:

Tracking‘AAN’ Tracking‘UIT’

Vooralarm1(JP1)Ingesteldewaardeoverschreden

• Paneeltoontvooralarm1• Geenbrand-LED

• Geenindicatieophetpaneel

Vooralarm2(JP2)Ingesteldewaardeoverschreden

• Paneeltoontvooralarm2• Geenbrand-LED


Alarm(JP3)Ingesteldewaardeoverschreden

• Paneeltoontalarmconditie• Brand-LEDoppaneelAAN• Paneelprogramma‘oorzaaken

gevolg’actief


Installatie1. Scheidt de voor- en achterkant van de behuizing.2. Boor de nodige kabeldoorvoeringen.3. Monteer de achterkant van de behuizing op de gewenste plaats.4. Leidt de bekabeling door de kabeldoorvoeringen en let op dat u de elektronica niet beschadigt.5. Sluit de module aan volgens onderstaand schema.6. Monteer de voorkant van de behuizing.

AdresserenU hoeft deze module niet te adresseren.


100



Technische gegevensLusbelasting Min. Nom. Max. EenheidStroomverbruikinrust 310 µA


IngangExternevoeding 24 30 VDC

Uitgang 30 W

4~20mA 4 20 mA




FysiekAfmetingen147x88x57mmGewicht250gBeschermingsklasseIP40

4-20mAGasdetector

24VDCin

24VDCuit


Opmerkingen:1. Sluit alleen de afscherming van de kabel aan op ‘E’ (= ‘schone aarde’).2. De uitgangrelais zijn onbewaakte potentiaalvrije wisselcontacten.3. De uitgangswaarden worden ingesteld door middel van DIL schakelaars JP1, JP2 en JP3.4. Voor deze interface is een externe voeding van 24VDC nodig.

Fire Systems

101



Instellingen van de DIL schakelaars JP1, JP2 en JP3

InstellingDILschakelaars,AAN=1

Percentages 8 7 6 5 4 3 2 1

0% 0 0 1 0 0 0 0

5% 0 0 1 0 0 1 1

10% 0 0 1 0 1 1 0

15% 0 0 1 1 0 0 1

20% 0 0 1 1 1 0 1

25% 0 1 0 0 0 0 0

30% 0 1 0 0 0 1 1

35% 0 1 0 0 1 1 0

40% 0 1 0 1 0 1 0

45% 0 1 0 1 1 0 1

50% 0 1 1 0 0 0 0

55% 0 1 1 0 0 1 1

60% 0 1 1 0 1 1 1

65% 0 1 1 1 0 1 0

70% 0 1 1 1 1 0 1

75% 1 0 0 0 0 0 0

80% 1 0 0 0 1 0 0

85% 1 0 0 0 1 1 1

90% 1 0 0 1 0 1 0

95% 1 0 0 1 1 0 1

100% 1 0 1 0 0 0 1



max.50W





typisch200W

Trac

king

sch

akel

aar

AA

Na

ctiv

eert

rel

ais

ens

tuur

t(vo

or-)

ala

rmm

eldi

ngen

naa

rhet

pan

eel.

UIT

act

ivee

rta

lleen

het

rel

ais.

102



Serie 300 analoge detectoren

VergrendelingDe sokkel beschikt over een vergrendeling waardoor het onmogelijk is de detector zonder gereedschap te verwijderen.

ArtikelnummersCAI310 analoge ionisatiedetectorCAP320 analoge fotoelectrische detectorCAPT340 analoge foto/hitte detectorCAH330 analoge hitte detectorCAB300 standaard sokkel

InstallatieBekabelingElk aansluitblok is twee polig (max. 2,5mm²).Geschikt voor montage op behuizingen met een montageruimte van 50 tot 80 mm in doorsnee.

AlgemeenProblemen met het monteren van de detector kan het gevolg zijn van te ruime bekabeling. Verplaats de bekabeling of kort de leidingen in.Door een onregelmatig oppervlak kan de sokkel vervormen als de montageschroeven te vast worden aangedraaid. Draai de schroeven zover vast dat de sokkel onvervormd blijft.

CAB300Technische gegevensVoeding 18-30VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Montageruimte Ø 50 ~ 80 mm

Aansluitschema

1. Verwijder de standaard aanwezige clip (1).2. Plaats de clip (2) die u in het midden van de

sokkel vindt.3. Plaats de detector op de sokkel en draai de

detector een volledig slag met de klok mee totdat hij in zijn vergrendeling klikt.

4. De detector is nu op de sokkel vergrendeld. U kunt de detector alleen verwijderen door een dunne schroevendraaier in het gat van de detector te steken en gelijktijdig de detector een volledige slag tegen de klok in te draaien.

1

2

S+

F

F+

S_

_

__

_

_

_

_

_

_

1

3

2

4 E

LED

1

3

2

4 E

LED

+VE uit

+VE in

-VE uit

Zie opm. hieronder Zie opm.

hieronder

Optionele indicatie LED

Analoog adresseerbaar

brandmeldpaneel van Cooper

Opm. Als u de buitenste aansluiting van aansluitblok 2 gebruikt, let dan op dat de schakelaar niet geblokkeerd wordt en dat er geen sluiting ontstaat tussen het contact en de aansluiting.

Let op dat de bekabeling geen sluiting maakt met het contact.

Fire Systems

103



Serie 300 analoge detectoren - vervolg

Technische gegevensModel CAI310 CAP320 CAH330 CAPT340Voeding 10~30VDCStroomverbruik 220µAinrust

5mAinalarm

Omg.temp.maximaal

minimaal

60°CA1R50°C

50°CBS65°CCS80°C

-20°C

Alarmtemp.(statisch) n.v.t.

A1R60ºC60°CBS77ºC

CS90°CKlassehitte-detectorvlgns.EN54-5

n.v.t.A1R,BS,CSinstelbaarvia

paneelA2S

Radioactiefmat. Am18,5kBq n.v.t.Rel.vochtigh. 0~95%nietcondenserend

Hoogte 34mmzondersokkel47mmmetsokkel

43mmzondersokkel56mmmetsokkel

Diameter 100mmGewichtzondersokkel 86g 78g 76g 78g

Materiaal PC/ABSKleur wit

Kortsluiting-isolatorDeze adresseerbare module bevat een kortsluiting-isolator tussen de aansluitingen ‘IN -’ en ‘UIT -’. Deze isolator functioneert in samenwerking met analoge adresseerbare brandmeldpanelen van Cooper wanneer een lage paneelweerstand in de lusbekabeling aanwezig is tussen de +VE en de -VE aansluitingen.Specificaties van de kortsluiting-isolator


max.50W





typisch200W

Installatie1. Plaats de detector op de sokkel en draai de

detector met de klok mee.2. Als de detector vergrendeld moet worden

zie ‘vergrendeling’ op de blz. hiernaast.3. Draai de detector verder met de klok mee

totdat hij in zijn vergrendeling klikt.4. Rookmelders worden geleverd met een

stofkap. Verwijder deze stofkap voordat u het systeem in werking stelt.

NB. De stofkap biedt geen bescherming tegen stof en zand van bouwwerkzaamheden. Monteer de detectoren pas nadat dergelijke werkzaamheden zijn afgesloten.

Testen - algemeen1. Alle detectoren dienen tijdens installatie of

planmatig te worden getest.2. Laat deze tests door deskundige personen

uitvoeren.3. Waarschuw de eindgebruiker dat het

systeem tijdens de test tijdelijk buiten bedrijf zal zijn.

4. Controleer of het brandmeldpaneel in de looptest-stand staat zodat u ongewenste alarmmelding voorkomt.

5. Nadat u de tests hebt beëindigd stelt u alle detectoren weer in werking en zet het brandmeldpaneel weer in de standby-stand.

6. Informeer de eindgebruiker dat het systeem weer operationeel is.

Testen - rookdetectoren1. Spuit een bepaalde hoeveelheid

goedgekeurde synthetische rook in het testpunt van de detector.

2. Controleer of de LED binnen 30 seconden oplicht en of de juiste alarmmelding op het brandmeldpaneel wordt weergegeven. Controleer tevens optioneel aangesloten LED’s.

3. Na enige seconden zal het brandmeld-paneel automatisch herstellen.

NB. Met betrekking tot de CAPT340 geldt deze test alleen voor de rooksensor.

Testen - hitte detectoren1. Gebruik een geschikt hitte pistool waarmee

u temperaturen tot 90ºC kunt genereren.2. Richt de hitte vanaf 15 ~ 30cm op de sensor

(zichtbaar via de zijkant van de behuizing). Let op dat de behuizing niet warmer wordt dan 110ºC.

104



3. Als de temperatuur de alarmwaarde bereikt controleert u of de LED van de sensor oplicht en of de juiste alarmmelding op het brandmeldpaneel wordt weergegeven. Controleer tevens optioneel aangesloten LED’s.

4. Na enige seconden zal het brandmeld-paneel automatisch herstellen.

NB. Met betrekking tot de CAPT340 geldt deze test alleen voor de hittesensor.

OnderhoudDeze detectoren hebben slechts minimaal onderhoud nodig aangezien ze geen onderhoudsgevoelige onderdelen bevatten. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van de omgeving van de installatie, echter, eenmaal

per jaar wordt aanbevolen. Vochtige of stoffige omgevingen vereisen een hogere onderhouds-frequentie.1. Neem de detector van zijn sokkel.2. Met een stofzuiger maakt u de rookkanalen

en -kamer schoon of de omgeving van het detecterend element.

3. Van de rookmelder controleert u de kanalen op insecten en vuildeeltjes die de vrije doorgang kunnen blokkeren.

4. Als schoonmaken op de bovenvermelde wijze onmogelijk blijkt vervangt u de detector.

5. Monteer de detector en voer de test uit als hierboven omschreven. Elke detector die de test niet doorstaat dient te worden vervangen.

Serie 300 analoge detectoren - vervolg

Fire Systems

105



Sirene voor wandmontage CAS381

ArtikelnummersCAS381 adresseerbare sirene voor

wandmontageCAS381/WP adresseerbare sirene voor

wandmontage IP66

Technische gegevensVoeding 20 ~ 28VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 320μA in rustWerktemperatuur -10 t/m +55ºC (95%rh)Materiaal ABS/FR (sirene) ABS/PC FR (IP66)Laag volume 87dB; < 2mA (±3dB)Midden volume 93dB; < 3mAHoog volume 100dB; < 6mASignaal Continu 984Hz Pulserend 984/0Hz; 1Hz Twee-tonig 644/984Hz; 1Hz Slow whoop 500-1.200Hz in 3,5s.; 0,5s

Montage CAS381

Aansluitingen

6050

50

Boor hier een kabeldoorvoering

Boor hier kabeldoorvoeringen

1. Boor de gaten voor de kabeldoorvoeringen.

2. Boor de montagegaten.

3. Monteer op de muur met 2 schroeven.

Samenstelling

- +E - +E

Lus

in

Lus

uit

aard

e

- in

+ in

aard

e

- ui

t

+ ui

t

Waarschuwing: Gebruik geen testers met hoge spanning als een apparaat op het systeem is aangesloten.Aarde moet over de hele lus ononderbroken zijn.



Hier knijpen om de delen te scheiden

Hier knijpen om de delen te scheiden

1. Klik de sirene op de sokkel.2. Controleer of de kabels niet de PCB raken.

Afmetingen

108

96108

106



Sirene voor wandmontage CAS381/WP

Montage CAS381/WP IP66

75

5050

6297

Geb

ruik

dez

e 4

gate

n vo

or

IP66

mon

tage

Boorpunten voor kabeldoorvoering

Aansluitingen

Samenstelling

- +E - +E

Lus

in

Lus

uit

aard

e

- in

+ in

aard

e

- ui

t

+ ui

t




1. De ribben van de sirene moeten in lijn staan met de ribben van de sokkel.

2. Controleer of de kabels niet de PCB raken.3. Monteer de sirene op de sokkel.

Afmetingen

rib

rib

105110

110

Fire Systems

107



Sirene/flitser voor wandmontage CASB383

ArtikelnummersCASB383 adresseerbare sirene met flitser

voor wandmontageCASB383/WP adresseerbare sirene met flitser

voor wandmontage IP66

Technische gegevensVoeding 17 ~ 32VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 450μA in rustWerktemperatuur -10 t/m +55ºC (95%rh)Materiaal ABS/FR (sirene) ABS/PC FR (IP66)Laag volume 92dB; < 6,5mA (±3dB)Midden volume 97dB; < 7,5mAHoog volume 100dB; < 8,5mABeschermingskl. type A/BNormering EN54-3 brandalarm sireneSignaal Continu 984Hz Pulserend 984/0Hz; 1Hz Twee-tonig 644/984Hz; 1Hz Slow whoop 500-1.200Hz in 3,5s.; 0,5s Flitser 1Hz

Montage CASB383

Aansluitingen

6050

50

Boor hier een kabeldoorvoering

Boor hier kabeldoorvoeringen

1. Boor de gaten voor de kabeldoorvoeringen.

2. Boor de montagegaten.

3. Monteer op de muur met 2 schroeven.

- +E - +E

Lus

in

Lus

uit

aard

e

- in

+ in

aard

e

- ui

t

+ ui

t




Samenstelling

1. Klik de sirene/flitser combinatie op de sokkel.

2. Controleer of de kabels niet de PCB raken.

Afmetingen

105

106

91

GeleiderGaten

Sleutel

108


Montage CASB383/WP IP66

Aansluitingen

75

5050

6297

Geb

ruik

dez

e 4

gate

n vo

or

IP66

mon

tage

Boorpunten voor kabeldoorvoering

Samenstelling

- +E - +E

Lus

in

Lus

uit

aard

e

- in

+ in

aard

e

- ui

t

+ ui

t




110

110

100

1. De ribben van de sirene moeten in lijn staan met de ribben van de sokkel.

2. Controleer of de kabels niet de PCB raken.3. Monteer de sirene op de sokkel.

Afmetingen

rib

Sirene/flitser voor wandmontage CASB383/WP


Fire Systems

109


Sirenesokkel CAS380

ArtikelnummersCAS380 adresseerbare sirenesokkelCAS380/COV deksel voor sirenesokkel (5st.)

Technische gegevensVoeding 17 ~ 32VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 320μA in rustWerktemperatuur -10 t/m +55ºC (95%rh)Materiaal ABS/FRBeschermingskl. Type A / IP21CLaag volume 84dB; < 4mA (±3dB)Midden volume 92dB; < 8mAHoog volume 95dB; < 12mANormering EN54-3 brandalarm sireneSignaal Continu 910Hz Pulserend 910/0Hz; 1Hz Twee-tonig 610/910Hz; 1Hz Slow whoop 500-1.200Hz in 3,5s.; 0,5s

Montage1. Open de gewenste montagegaten.

2. Monteer de sokkel met twee schroeven op de gewenste plaats.

Bij montage op een onregelmatig oppervlak kan de sokkel vervormen als de schroeven te vast worden aangedraaid. Draai de schroeven zover vast dat de sokkel onvervormd blijft.

50607080

Samenstelling1. Klik de sirene op de sokkel.

VergrendelingDe sokkel beschikt over een vergrendeling waardoor het onmogelijk is de sirene zonder gereedschap te verwijderen.1. Verwijder de standaard aanwezige clip (1).2. Plaats de clip (2) die u in het midden van de

sokkel vindt.3. Plaats de sirene op de sokkel en draai de

sirene een volledig slag met de klok mee totdat hij in zijn vergrendeling klikt.

4. De sirene is nu op de sokkel vergrendeld.

U kunt de sirene verwijderen door een dunne schroevendraaier in het gat van de sirene te steken en gelijktijdig de sirene een volledige slag tegen de klok in te draaien.

1

2


110


Sirenesokkel CAS380 - vervolg

Aansluitingen

Waarschuwing:Gebruik geen testers met hoge spanning als een apparaat op het systeem is aangesloten.De aarde moet over de hele lus ononderbroken zijn.

71

43

102Ø

102Ø

- + - +in out

S+

S-

F-

F+

22 33

EE

44 1 1

- + - +in out

Deze aansluiting niet gebruiken


Ana

loog

ad

ress

eerb

aar

bra

ndm

eld

pan

eel v

an

Coo

per

Ein

de

lus

Beg

in lu

s

Plaats de schroevendraaier in dit gaatje om de combinatie te ontgrendelen.

Het monteren van deksel of detector

Afmetingen

Sokkelsirene met deksel Sokkelsirene met detector


Fire Systems

111


Sirene/flitsersokkel CASBB384

Samenstelling1. Klik de sirene/flitser op de sokkel.

ArtikelnummersCASBB384 adresseerbare

sirene/flitsersokkel

Technische gegevensVoeding 18 ~ 32VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 450μA in rustWerktemperatuur -10 t/m +55ºC (95%rh)Materiaal ABS/FRBeschermingskl. Type A / IP21CLaag volume 77dB; < 6.4mA (±3dB)Midden volume 89dB; < 8mAHoog volume 90dB; < 8,5mANormering EN54-3 brandalarm sireneSignaal Continu 910Hz Pulserend 910/0Hz; 1Hz Twee-tonig 610/910Hz; 1Hz Slow whoop 500-1.200Hz in 3,5s.; 0,5s Flitser 1Hz

Montage1. Open de gewenste montagegaten.

2. Monteer de sokkel met twee schroeven op de gewenste plaats.

Bij montage op een onregelmatig oppervlak kan de sokkel vervormen als de schroeven te vast worden aangedraaid. Draai de schroeven zover vast dat de sokkel onvervormd blijft.

5060

70

80


Plaats de schroevendraaier in dit gaatje om de combinatie te ontgrendelen.

Het monteren van deksel of detector

Afmetingen

114

46

114

74

Sokkelsirene/flitser met dekselSokkelsirene/flitser met detector

112


Sirene/flitsersokkel CASBB384 - vervolg

Aansluitingen

Waarschuwing:Gebruik geen testers met hoge spanning als een apparaat op het systeem is aangesloten.De aarde moet over de hele lus ononderbroken zijn.

- + - +in out

S+

S-

F-

F+

22 33

EE

44 1 1

- + - +in out



Ana

loog

ad

ress

eerb

aar

bra

ndm

eld

pan

eel v

an

Coo

per

Ein

de

lus

Beg

in lu

s


Fire Systems

113



Flitser CAB382

ArtikelnummersCAB382 adresseerbare flitsersokkel

Technische gegevensVoeding 17 ~ 32VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 250μA in rust < 4,1mA in alarmWerktemperatuur -10 t/m +55ºC (95%rh)Beschermingskl. IP54Signaal 1/2Hz

MontageMonteer de sokkel met twee schroeven op de gewenste plaats.De achterplaat past onder de sokkel, de sireneplaat past in de sokkel.

50

kabeldoorvoering

achterplaat

sireneplaat

Aansluitingen

- +E - +E

Lus

in

aard

e

- in

+ in

aard

e

- ui

t

+ ui

t



Waarschuwing:Gebruik geen testers met hoge spanning als een apparaat op het systeem is aangesloten.Aarde moet over de hele lus ononderbroken zijn.

SamenstellingControleer of de kabels niet op de PCB drukken.

Afmetingen

dicht

open

Ø 9

3

53

114



Adresseerbare handbrandmelder CBG370

ArtikelnummersCBG370 adresseerbare handbrandmelder

voor inbouwCBG370/S adresseerbare handbrandmelder

voor opbouwCBG370/WP weerbestendige adresseerbare

handbrandmelder (IP67)CXBB/R opbouwbehuizing (10st.)

Technische gegevensVoeding 18 ~ 30VDCKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Stroomverbruik < 170μA in rust < 6mA in alarmWerktemperatuur -25 t/m +55ºC (95%rh)Materiaal ABSBeschermingskl. IP42 IP67 (model WP)

InbouwmontageHet inbouwmodel past in de meeste standaard inbouwdozen met een diepte van 25mm of meer. Let op de benodigde ruimte voor de bekabeling in en om de brandmelder. Bijv. een grotere diepte vergemakkelijkt de montage.

OpbouwmontageVoor het plaatsen van een opbouwmodel is een aparte behuizing nodig. Voor het boren van kabeldoorvoeringen in de behuizing is een mal beschikbaar om de drie gaten (max. Ø 20mm) op de juiste plaatsen aan de bovenkant van de behuizing te boren.

36

51 511

2

87

87

2

1

53

35,5

20

Mal voor het positioneren van 1 tot 3 kabeldoorvoeringen

Behuizing voor opbouwmontage

Afmetingen

Sleutel voor test en herstel en het afnemen van de frontplaat

ToepassingDeze adresseerbare handbrandmelder is geschikt voor analoge adresseerbare brandmeldpanelen van Cooper met een automatisch adresseerprotocol.

Fire Systems

115



Accessoires voor handbrandmelders

ArtikelnummersCXS/R spacerCXBZ/R montageringCXPC transparante klepCX/P/KIT herstelbare frontplaat (10 st.)

SpacerIn plaats van een inbouwdoos kunt u deze spacer gebruiken wanneer de diepte beperkte mogelijkheden biedt. U dient rekening te houden met bekabeling aan de buitenkant.

87

87

36

16

100100

60

MontageringMet deze montagering bedekt u merktekens op en boorgaten in de muur rond de handbrand-melder. Deze ring is toepasbaar op de meeste standaard inbouwdozen.

107

107 16

36

10010

0

60

Transparante klepDeze transparante klep biedt extra bescherming tegen onopzettelijk gebruik van de handbrandmelder.

Herstelbare frontplaatDeze herstelbare kunststof frontplaat met veer vervangt het glasplaatje. Als op deze kunststof plaat wordt gedrukt verschijnt een zichtbare vlag als teken dat de melder geactiveerd is.

Veer

herstelbarekunststoffrontplaat

standbyconditie

alarmconditie

116


2

4

1

3

S+

F

F+

S_

_

__

_

_

_

_

_

_

87mm 49mm 60,3mm

Adresseerbare indicator MRIAD

Ana

loog

adr

esse

erba

ar

bran

dmel

dpan

eel v

an

Coo

per

Eind

e lu

s

B

egin

lus

+VE in +VE uit

+ uitin

Het aansluitblok is uitneembaar t.b.v.

makkelijke montage.

Technische gegevensStroomverbruik 220μA in rust 6mA in alarmKabel (min-max) 0,5 t/m 2,5mm²Aanbevolen kabel Hult FB 30/60 of FB 90 Serie 2300 FB30/60 of FB90Montagegat centraal in Ø 60,3mm

WaarschuwingDe aarde moet over de hele lus ononderbroken zijn.

Kortsluiting isolatorDeze adresseerbare indicator bevat een kortsluiting-isolator tussen de aansluitingen ‘COM IN -’ en ‘COM UIT -’. Deze isolator functioneert in samenwerking met analoge adresseerbare brandmeldpanelen van Cooper wanneer een paneelweerstand van 200W aanwezig is tussen de +VE en de -VE aansluitingen van de lus.Specificaties van de kortsluiting-isolator


max.50W





typisch200W

Aansluitingen

Afmetingen


Fire Systems

117


Lege batterijen

Hoewel batterijen lood en kleine hoeveelheden antimonium en arsenicum bevatten zijn ze veilig in het gebruik volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. U mag de batterijen niet ontmantelen aangezien dit diverse gevaren met zich meebrengt. Vernietiging van batterijen kan het best gebeuren met speciale apparatuur onder gecontroleerde omstandigheden. Probeer nooit een batterij te repareren.

Lever lege batterijen in op de daarvoor aangewezen plaatsen.

118


Aantekeningen

Fire Systems

119


CE normering

714h/01 714h/01

EN 54-2 1997 & A1:2006

Control and indicating equipment for fire detection and firealarm systems for buildings

EN 54-2 Clause

Options Provided

7.8 Output to fire alarm devices7.9.1 Output to fire alarm routing equipment7.10.1 Output to automatic fire protection equipment (type A)7.10.2 Output to automatic fire protection equipment (type B)7.11 Delays to outputs7.12.3 Dependencies on more than one alarm signal-Type C7.13 Alarm counter8.9 Output to fault routing equipment9.5 Disablement of each point10 Test condition

EN 54-4 1997 & A1:2002 A2:2006

Power supply equipment for fire detection and fire alarmsystems for buildings

Cooper Lighting and Safety LtdWheatley Hall Road

DoncasterSouth Yorkshire

DN2 4NB

09

Cooper Lighting and Safety LtdWheatley Hall Road

DoncasterSouth Yorkshire

DN2 4NB

09

ERC T I FN ICO AI TT IN OE NV E BR OP AS RS DOL

LPCBERC T I FN ICO AI TT IN OE NV E BR OP AS RS DOL

LPCB

CF1100 & CF1200

00786-CPD-21031

Other technical data: see Doc. PR203-68-514 held by themanufacturer

Other technical data: see Doc. PR203-68-514 held by themanufacturer

00786-CPD-21031

CF1100 & CF1200

© Cooper Safety B.V. 2011.

Alles is in het werk gesteld om er voor te zorgen dat de inhoud van deze handleiding correct is. Echter, noch de samenstellers, noch Cooper Safety B.V. accepteren enige aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging, direct of indirect het gevolg van, of gesteld te zijn veroorzaakt door dit document.

De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. Indien de inhoud van deze handleiding de kernfuncties van het product niet weergeeft verzoeken wij u ons dit te laten weten. U kunt de meest recente uitgave van deze handleiding verkrijgen via: www.coopersafety.eu.

Cooper Safety B.V.Bezoekadres:Terheydenseweg 465NL 4825 BK BredaNederlandPostadres:postbus 3397NL 4800 DJ BredaTelefoon +31 (0)76 572 99 44Fax +31 (0)76 572 99 49www.coopersafety.eue-mail [email protected] [email protected]

http://www.coopersafety.eu

http://www.coopersafety.eu

CF1100/1200 controlepaneel

Documents

Transcript of CF1100/1200 controlepaneel