Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500 · PDF file2 Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500...

22
1 Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500 Amsterdam de eerste driehonderd jaar 1200-1500

Transcript of Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500 · PDF file2 Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500...

1

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Amsterdamde eerste driehonderd jaar 1200-1500

2

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

V oor je over de topografische geschiedenis van een stad kunt verhalen moet je het eerst hebben over wat vooraf ging. De Romeinen beschouwden

Nederland boven de rivieren als onbewoonbaar land, waar zich alleen ‘wilden’ ophielden. Holland was een hoogveen-gebied met veenkussens van één tot drie meter boven NAP. Doordat landbouwers de bovenlaag gingen bewerken begon de oxidatie en het inklinken van het veen. Het gevolg was dat het begon te zakken tot het punt waar we nu zijn, namelijk onder de zeespiegel. Hoe intensiever er op geboerd werd, hoe sneller het ging! In de twaalfde eeuw was dat al zo ver dat de bodem ontwaterd moest worden. Dat was de ontginning die een groot deel van Amsterdam vorm gegeven heeft. In het eerste millennium veranderde de monding van de IJssel (=Rijndelta) in een estuarium (Flevomeer) en in de 10e of 11e eeuw door stormvloeden via Almere in de Zuiderzee. Door een steeds opener verbinding met de Noordzee ontstond op die Zuiderzee eb en vloed en werd het water van brak tot zout. Afwateringen als het IJ veranderden in woeste wa-tervlakten en de grote storm-vloeden van de 12e en 13e eeuw hebben de zuidoever van het IJ flink gehavend. Dat

deed diverse braken en het Nieuwe Diep ontstaan en sloeg de hele IJ-dijk tussen het dorp Oetewaal en het Kamperhoofd weg. Daarvoor moest een inlaagdijk gelegd worden, de Sint Anthonieszeedijk en de Diemerdijk gerepareerd worden: de Zeeborgh (Zeeburgerdijk).

Is de Amstel deels gegraven?Door dat inklinken van het veenpakket daalde de bodem van Amstelland en ging de Amstel via het Diemermeer (Water-graafsmeer) op de Zuiderzee afwateren. Daar die uitwatering niet optimaal was zou in de eeuw(en) vóór de geboorte van

Boven: Artist impression van het 13e-eeuwse Amsterdam, met dam en ‘fort’Links: Aan de Amstel binnen de stadsgrenzen van Amsterdam zijn zeker

mensenhanden te pas gekomen, maar daarbuiten ook?

3

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Amsterdam een verbinding gemaakt zijn tussen die oer-Am-stel en een bestaand veenstroompje dat in het IJ uitmondde. Dat kanaal zou gegraven zijn tussen de Omval – de plek waar de rivier afboog naar het Diemermeer – en de Blauwbrug, waar een bruikbare uitwatering naar het IJ stroomde. De geboorte van de Amstel zoals we die nu kennen? Die hypothese wordt ondersteund door het onwaarschijnlijk rechte verloop van het stuk Amstel aldaar, maar een hypothese zal het wel blijven.Lees ook: Is de Amstel deels een gracht? en Het IJ ouder…?, P.P. de Baar (red.) in Ons Amsterdam jg.59 (2007), p.48 e.v en OA jg.59 (2007), p.242 e.v.

1200De eerste bewoners van Amsterdam waren landbouwers en vissers die zich aan de monding van de Amstel vestigden. Rond 1200 was dat al drasgebied geworden en dat wonen ge-beurde op primitieve terpjes aan de kaden langs de rivier. Die kaden waren daar gelegd door de landsheer, de bisschop van Utrecht en – in zijn opdracht – door zijn schout in Amstelland: de Heer van Amstel, zetelend in Ouderkerk. Het opwerpen van die kaden ging vooraf aan de ontginning van Amstelland. Al doende kon de Amstel de boezem voor die ontginning vormen. Waar de ontginners van Amstelland geen rekening mee had-den gehouden was het binnendringen van brak Zuiderzeewa-ter via de Amstel, waardoor dat water voor bevloeiing onge-schikt dreigde te worden. De oplossing die men bedacht was een dam in de riviermonding, in de eerste vernauwing vanaf de ±100m brede monding. Dat gebeurde tussen 1260 en 1270 en het bijkomende voordeel van de dam was de betere water-beheersing (‘s zomers!) in het achterland.

4

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Het leggen van de dam was het startschot voor een meer ste-delijke samenleving aan de monding van de Amstel. De dam, met aanvankelijk alleen een spuisluis, werd een overslagplaats voor goederen die stroom-op of -af gebracht moesten worden. Dat trok andersoortig werkvolk aan, die zich naast de land-bouwers en vissers vestigden, wat weer verzorgende beroepen aantrok, zoals schoenmakers, smeden en winkeliers. De pro-ducten van het ontgonnen achterland werden deels via Am-sterdam uitgevent over het IJ naar Waterland en Haarlem en dat trok kooplieden aan. De dam werd een plaats waar mark-ten gehouden werden, de ‘stad’ was geboren.De verdediging van het stadje was minimaal en dat merkten de bewoners toen losgeslagen troepen van Floris V tijdens hun strooptochten in het land van de bisschop van Utrecht Amsterdam met de grond gelijk maakten. De in verlegenheid gebrachte Floris vergoedde in 1275 de schade met ondermeer

een tolvrijdom in geheel Hol-land, een gebeurtenis die graag als de erkenning van de stad Amsterdam gezien wordt.In die ‘stad’ leefden op dat mo-ment goed 1000 mensen. Het bewoonde gebied strekte aan de oostzijde van Oude Brug-steeg tot de Vogelenzang met zijn spui op de Amstel via de Lombardstegen en aan de west-zijde van Kolksteeg tot Sint Lu-ciënsteeg. De begrenzing opzij

Bezit Amstelland betwist door de graven van HollandHet graafschap Holland bestond slechts uit de smalle strook geest-gronden achter de Hollandse duinen. Dat was niet naar de zin van de van expansiedrift verteerde Hollandse graven, die uitbreiding zochten in de meer landinwaarts gelegen veengebieden, eigen-dom van de Bisschop van Utrecht. Agressieve graven tegenover zwakke bisschoppen deden het grondgebied van Holland uitbrei-den en onder Floris V was Amstelland aan de beurt. Gijsbrecht IV van Amstel (1235-1303) dacht deze plannen te kunnen dwarsbo-men door, met een aantal kornuiten, in 1296 Floris te ontvoeren en te gijzelen. Tijdens een ontzettingspoging raakten zij in paniek en doodden de graaf. Op de hielen gezeten door de Kennemers vluchtte Gijsbrecht naar Vlaanderen, waarna Holland Amstelland confisqueerde en weer een flink stuk aan zijn gebied toevoegde. Floris’ zoon Jan I stierf al in 1299 (einde Hollandse Huis) en werd opgevolgd door zijn oom Jan II van Avesnes (1237-1304, graaf van Henegouwen), die al voogd van de zeer jonge Jan I was geweest. De politieke situatie was allerminst stabiel na de machtsgreep in Amstelland, die Jan II van diverse kanten betwist werd en dat niet alleen door de bisschop van Utrecht. Vanaf 1299 was Jan II al door zijn nieuwe verovering getrokken en bevestigde in elke stad opnieuw de bestaande keuren en rechten. Hij beleende zijn broer Gwijde met Amstelland, die zich op 21 mei 1300 te Amsterdam liet inhuldigen waarbij hij een stadskeur uitvaardigde. De Am-sterdammers bleken echter onbetrouwbare partners toen de zoon van Gijsbrecht IV de stad in 1303 zonder slag of stoot heroverde. Het volgend jaar al werd de stad opnieuw ingenomen door de op-volger van de in 1304 overleden Jan II, Willem III van Avesnes. Bij deze herovering kregen de Amsterdammers als straf de opdracht alle bruggen, versterkingen en omwallingen af te breken en met de grond gelijk te maken, waarvoor ze veertien dagen de tijd kregen. Na 1304 bleef Amstelland mèt Amsterdam Hollands gebied.

5

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

werd uitgemaakt door twee ontwateringsloten parallel aan de Amstel, die later verbreed zouden worden tot vestgrachten: de Voorburgwallen. Behalve de oversteek via de dam, de Middel-dam, was er de Oude Brug over de monding, die tegelijk een verdedigende functie had. Over versterkingen op de landtoe-gangen is nauwelijks iets bekend; het wachten is op de defini-tieve waardebepaling van de gevonden versterking (einde 13e eeuw) aan de Dirk van Hasseltssteeg.

1300Over het moment dat Amsterdam stadsrechten kreeg ver-schillen de meningen. In 1300 ondertekende Gwijde van Henegouwen, door zijn broer Jan II beleend met Amstel-land, een keur waarin enkele rechten van Amsterdam om-

schreven werden en belangrijker nog, het grondgebied waarover Amsterdam jurisdictie had flink verruimd werd. Het origineel van deze keur is niet bewaard gebleven maar bij de keur van 1342, verleend door Willem IV van He-negouwen, zijn delen van die van 1300 overgenomen. De ruimte voor het groeiende bewonersaantal werd krap en medio 14e eeuw was de noordgrens, dankzij de nieuwe keur, opgerukt naar de Nieuwe Brugsteeg en de natuurlijke Grim in het zuiden. Aan de overkant was dat respectievelijk de IJ-dijk

Boven: De Sint Olofspoort van de veldzijde gezien.Rechts: Osjessluis, oorspronkelijk het spui van de Boerenwetering.

6

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

(en dat is dan nog niet de Nieuwendijk) en het spui van de Boe-renwetering (Spui). De stad kende vijf buurten (zie afb. pag. 3): aan de oostzijde de Kerkbuurt (Warmoesstraat), Gansoord (Nes tot Lombardstegen), Grimmenes (Nes tot Grimburg-wal) en aan de westzijde Windmolenzijde (Nieuwendijk) en Bindwijk (Kalverstraat). Rond de stad werden wallen opge-worpen waarop palissaden stonden met aan de uitvalswegen drie poorten van hout, mogelijk waren dat slechts hekken. Die poorten waren gebouwd over spuisluizen die op de Amstel loosden. Aan de oostzijde de Sint Olofspoort over het spui van de (Oudezijds) Voorburgwal naar de Amstel, ter hoogte van de Nieuwebrugsteeg. Het valt op dat de Sint Anthoniesdijk de enige uitvalsweg aan deze zijde van de stad is. In het zuiden strandt alles in een moerassig gebied, vandaar ‘nes’ dat voor nat en drassig staat. Aan de westzijde stond in het noorden een

poort waar we weinig informatie over hebben, maar over het spui ter hoogte van de Haringpakkerssteeg gestaan moet heb-ben. Meer is over de Bindwijkerpoort bekend, die over het spui van de Boerenwetering gebouwd was. Over de Amstelmon-ding kwam een nieuwe versterkte brug, verder naar buiten, ter hoogte van de Nieuwebrugsteeg. Cornelis Anthonisz geeft ons op z’n kaart van 1538-‘44 een idee hoe die er uitzag (p.10). In diezelfde periode werden aan beide zijden van de Amstel-monding stroken van de rivierbedding geplempt. Aan de oost-zijde werd een strook geplempt waarop de huiseigenaren aan de Warmoesstraat pakhuizen tot aan het water bouwden. Die rooilijn is tot vandaag gehandhaafd gebleven. Aan de westzij-de kwam een kade om de ligplaatsen der schepen beter te kun-

Boven: Boomhuisje in de Amstel met palenrijen tegen indringers; dit is er een van de Tweede Uitleg, maar het principe bleef eeuwen gelijk.

Links: Langebrug over de Amstel, van het Spui naar Grimmenes.

7

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

nen benaderen. Die kade heet-te tot de 19e eeuw Op ’t Water om daarna als Damrak verder te gaan. Dat maakte het moge-lijk het buitendijkse land tot de (Nieuwen-)dijk te bebouwen. Tevens kon over de Amstel nog een brug geslagen worden, de Papenbrug, die niet op een steeg naar de Nieuwendijk uit-kwam maar ergens op de kade, zodat die pas na de aanleg van Op ’t Water (1531) gemaakt

kan zijn. Even voor 1365 was de Oudebrug herbouwd, zodat er toen ná de dam drie bruggen de verbinding tussen beide zijden van de stad onderhielden, tegen maar één voor de dam: de Langebrug ter hoogte van Spui/Grimburgwal.Rond 1380 volgde een verder uitbreiding van Amsterdam. Het jaartal is omstreden, de keur is van 1386. De stad werd aan beide zijden uitgebreid tot reeds bestaande waterlopen. In het oosten tot de Nonnensloot of -vaart, een der vele kreken die het drasland doorsneden en ontwaterden. In het noorden werd een aansluiting gemaakt met de Voorburgwal, in het zuiden sloot de Nonnensloot al op de Grim aan. In het westen werd uitgebreid tot een waterloop die wel eens de ‘zijdewende’ van de ontginningssloten kan zijn geweest. De weren eindigde namelijk in een dwarssloot die op een klein aantal plaatsen uitwaterde op de boezem, in dit geval de Amstel. Aan beide

zijde werd de modder, die uit de verbreding van de nieuwe vestgracht vrijkwam, gebruikt om het gewonnen land behoor-lijk op te hogen en nieuwe wallen op te werpen. Na slech-ting van de oude wallen kon daar een nieuwe huizenrij aan de Voorburgwal verrijzen. Beide nieuwe vestgrachten gingen in die dagen als ‘nye grafte’ door het leven, wij kennen ze als de Achterburgwallen. Aan de nieuwe zijde moet een simpele aansluiting op de Voorburgwal voor grote problemen gezorgd hebben. Voor het eind van de eeuw heeft men namelijk van die samenvoeging een kolk naar een nieuw te maken sluis in de IJ-dijk gegraven, met een geul van die sluis door het buiten-dijkse land (Martelaarsgracht) voor een betere afvoer van het polderwater naar het IJ en niet langer de Amstel. Die IJ-dijk is de nieuwe, verstevigde en noordelijker verlegde zeewering, die dan Nieuwendijk gaat heten, een naam die, ter vervanging van Windmolenzijde, voor de hele dijk tot ‘die Plaetse’ gebrui-

Rechts: Houten huizen aan de Nieuwezijds Voorburgwal.

8

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

kelijk werd. Voor ’t eerst werd die nieuwe dijk in 1382 ver-meld en een nieuwe poort erop in 1397. Al deze werken aan de westzijde van de rivier in de laatste helft 14e eeuw mogen we best als één grote onderneming zien. Alle onderdelen hadden met elkaar te maken. Lees ook: nieuwendijk.pdf.Blijft over te memoreren het plempen van kaden buiten de IJ-

dijken voor grotere zeeschepen, waarvoor het Damrak te ondiep was geworden. Dat werden Ha-ringpakkerij, Texelsekade en Oude Teertuinen. Aan het einde van de 14e eeuw was Amsterdam een hele stad geworden, sinds 1367 lid van de Hanzeverbond en vijfde stad in grootte van Hol-land. Er woonden toen ongeveer 3000 mensen.Lees ook: waterstaat.pdf

1400Of 1397 het bouwbegin of het jaar van in gebruikname is we-ten we niet, maar rond die tijd werd de eerste Haarlemmer-poort gebouwd. Dat gebeurde weer over een sluis, de (Oude) Haarlemmersluis in de Nieuwendijk. Rond 1400 begint ook de vestiging van kloosters op gang te komen. De stichting van het Begijnenhof aan het Spui ging daar in de 14e eeuw aan vooraf. De kloosterorden betrokken grondstukken waar nog geen huizenbouw had plaatsgevonden, waarschijnlijk omdat de grond daarvoor niet geschikt geacht werd. Het Regulie-ren- en Karthuizerklooster kwamen zelfs ver buiten de stad en

Oudezijds, NieuwezijdsRond 1400 begon de bouw van een tweede parochiekerk, de Nieuwe Kerk, ten westen van de Amstel. De bisschoppelijke goedkeuring kwam in 1408 maar de bouw was al zo veel vroe-ger begonnen dat in 1409 al de eerste mis gelezen werd. Naar de beide parochies, de oude en de nieuwe, raakte in de loop van de 15e eeuw de benamingen Oudezijds en Nieuwezijds voor beide stadsdelen in zwang en de kerken werden bekend als Oude Kerk (gewijd aan Sint Nicolaas) en Nieuwe Kerk (gewijd aan Maria en Catharina).

Boven: Sint Anthoniespoort, het huidige Waaggebouw op de Nieuwmarkt.

9

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

zelfs buiten de stadsvrijheid om bemoeizucht van Amsterdam te ontlopen. Vooral de kloosters aan de oostzijde, en dat was het merendeel, hadden grote moeite om droge voeten te hou-den en de grond geschikt te maken voor het verbouwen van hun eigen voedsel. Lees ook: kloostersadam.pdfRond 1425 ontstond door de groeiende bevolking behoefte aan weer een uitbreiding van het grondgebied. In een periode van zo’n 25 jaar werd eerst het Singel gegraven, of was het weer een vergraving van de zijdewende van de polder? Opnieuw kwam er aan die zijde een minieme strook van soms minder dan 30 meter breed bij de stad. De grootste winst kwam in het zui-den, waar een lap grond van wel 200m toegevoegd werd, tot het

huidige Muntplein. Daarvoor werd zo’n 25 jaar met waterschap Amstelland onderhandeld en verplichtte de stad zich een dijk zo hoog als de Kalverstraat te leggen buiten Singel en Heilige-weg. Aan de oude zijde werd een bestaande wetering, de Brede-sloot, vergraven tot Kloveniersburgwal die doorliep tot de Sint Anthoniesdijk. Vandaar werd de Geldersekade gegraven en op de dijk kwam een poortgebouw, de Sint Anthoniespoort. Het eerste gedeelte daarvan was al in 1387 gereedgekomen maar in 1488 werd het uitgebreid tot het machtige gebouw dat we nu kennen (p.8). In 1454 werd bij de poort een schutsluis gebouwd die Kloveniersburgwal en Geldesekade aaneensloot en in 1614 werd die overkluisd waardoor de Nieuwmarkt ontstond. Het duurde tot medio 15e eeuw voor alle werken gereed waren en de gewonnen grond enigszins bebouwd kon worden. Aan de oude zijde bleef het land bezuiden de Grim zelfs onbebouwd, afgezien van twee vrouwenkloosters, de verdedigingswer-ken en een stadswerkplaats. De nieuwe vestgrachten wer-den aanmerkelijk breder dan de oude en ook de poorten en wallen werden uitgevoerd om weerstand te kunnen bie-den aan nieuwe fenomenen: de mortier (bombarde) en het kanon. De poortgebou-wen, die ongetwijfeld eerst van hout waren werden met en met ‘versteend’, opnieuw opgetrokken van natuur- en Boven: Bolwerk (of liever: fort) in het IJ vóór de Martelaarsgracht.

10

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

baksteen. Door een aantal ongelukkige branden in de stad (1421 en 1452) werden zeeschepen, inclusief de scheepsbouw zelf, naar buiten de wal verplaatst. Dat werd de Lastage die, dankzij de door de landsheer hertog Albrecht uitgebreide stadsvrijheid tot 100 roeden (±368m), in gebruik genomen en bebouwd kon worden. Dit industriegebied bleef, zeer tegen de zin van de gebruikers, tot 1578 onverdedigd, op een vooruitge-schoven fort Montelbaen na. Lees ook: lastage.pdfHet havenfront was door al deze uitbreidingen zo’n 600 meter breed geworden en werd tegen indringers verdedigd door een rij houten palen, die op enige afstand in het IJ geheid werden. ’s Nachts werden de doorgangen daarin, eerst maar twee, la-ter drie, afgesloten met drijvende boomstammen. Binnen deze ‘palingen’ gold een streng regiem, waar stadspersoneel toe-zicht op hield vanuit ‘boomhuisjes’ die in het IJ gebouwd wer-den. De haven werd vanaf de wal verdedigd door twee voor-uitgeschoven bolwerken. Eén op een opgehoogd en versterkt Kamperhoofd en één in het water gebouwd bolwerk, opgeno-

men in de palenrij voor de Martelaarsgracht. De Nieuwebrug over de Amstel werd tussen de jukken met schotten gesloten en was alleen via het beweegbare brugdeel te passeren, dat op haar beurt ook weer met een drijvende boom gesloten kon worden. Naast de brug stonden twee bewapende torens en op de brug nog eens een blokhuis. In tijd van oorlog kon de hele kade van Singel tot Geldersekade manshoog gesloten worden door houten schotten met schietgaten. Hier heeft zich dan ook nooit een aanval voorgedaan! Lees ook: deFremery.pdf

Boven: De geschilderde vogelvluchtkaart van 1538, vervaardigd door Cornelis Anthonisz in opdracht van het stadsbestuur als geschenk voor Karel V.

Links: De Nieuwebrug, zoals weergegeven op de vogelvluchtkaart boven.

11

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

In het laatste kwart van de 15e eeuw drongen de nieuwe lands-heren uit het Bourgondische Huis aan op verbetering van de stadsverdediging en met name het ‘verstenen’ van de wal. Die klus werd gestart in 1482 en duurde tot 1496, wat een situatie opleverde die eindelijk eens door een eigentijds kunstenaar vastgelegd is: de volgelvluchtkaart van Cornelis Anthonisz., geschilderd in 1538 en als houtsnede uitgebracht in 1544 (afb. rechts). Hij maakte de benodigde schetsen vanaf 1535, waar-van hij in 1538 in opdracht van het stadsbestuur het schilderij maakte (p.10). De houtsnede rechts is een ingekleurde versie van de houtsnede van 1544.

Klik de afbeelding voor een vergroting ter ondersteuning bij de nu volgende wandeling langs de stadsgrens.

In 1480 bedraagt het inwonertal van Amsterdam 9000 zielen, een aantal dat in 1500 nog net geen 10.000 geweest zal zijn.

Klik de afbeelding

Boven: Het Kamperhoofd (rechts) en de Schreierstoren (ná 1482).Rechts: Dezelfde kaart van pag. 10, nu in (ingekleurde) houtsnede van 1544.

12

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Laten we een wandeling maken langs de vestgracht rond het laat-middeleeuwse Amsterdam. Beginnen we aan het IJ en fan-taseren dat de muur er nog staat, die tussen 1602 en 1613 pas afgebroken is. We verplaatsen ons naar het jaar 1500…Het bolwerk dat ’t verst het IJ in steekt is het Kamper-hoofd. We kwamen al eerder een versterking op die land-tong tegen en daar is eigenlijk niet veel aan veranderd, an-ders dan aanpassingen aan het moderne geschut. Vergele-ken met de situatie op de kaart van 1544 is er in de eeuwen daarna wel heel veel veranderd; vandaag valt het Kam-perhoofd alleen van een vliegtuig uit nog te herkennen. Dicht bij het Kamperhoofd was een stevig uitgevoerde ves-tingtoren in de muur opgenomen, de Schreierstoren. De toren

heette de Schrayershoucktoren omdat de stadsmuur hier een scherpe hoek maakt (van schray = ‘scherp’). Deze toren is in 1487 gebouwd, maar niet onwaarschijnlijk stond er al een voor-ganger na de in gebruikname van de Lastage, toen Albrecht van Beieren in 1387 de stadsvrijheid verruimde tot 100 gaarden.Lees ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schreierstoren.We zijn dan de uitmonding van de Oudezijdskolk overge-stoken. De sluis zelf is nauwelijks zichtbaar, zo overbouwd is hij. Net als vandaag is er maar aan één zijde een smalle kade. De sluis en kolk die de Oudezijds Burgwallen verbindt met het IJ zijn er pas sinds 1425. Voor het Amsterdam van

Boven: De Schreierstoren bewaakte de Geldersekade en de Oudezijds Kolk.Links: Het Kamperhoofd bewaakte de Nieuwebrug en de Oudezijds Kolk.

13

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

de vroeg-15e eeuw was dat toch een hele onderneming, waar ze toen net zo veel moeite mee hadden als in de 19e eeuw het doorgraven van de duinenrij voor het Noordzeekanaal. We lopen nu de Geldersekade op, richting Sint Anthoniesdijk. Aan de overzijde is de Lastage en daar kom je als onbevoegde niet zo makkelijk. Aan de binnenzijde van de muur lopen we langs drie muurtorens, waarvan de middelste steviger is, de Nicolaastoren. De toren werd in 1545 afgebroken en het fun-dament opgenomen in een bolwerk. Op de kaart van Pieter Bast (1597) zien we dat bolwerk voor het eerst. In 1921, bij de vernieuwing van de brug nr. 298 ter plaatse, zijn de funda-

menten van de toren teruggevonden.Even ten noorden van deze toren is een brug naar de Lastage. Verder zuidwaarts komen we bij de de Sint Anthoniespoort, het huidige Waaggebouw (p.8). Voor deze poort werd de eerste steen op 28 april 1488 gelegd; hij is gebouwd óp de Sint Antho-niesdijk, de zeewering tegen het IJ. Deze dijk is een inlaagdijk, een reparatie na een dijkdoorbraak in een onbekend jaar, ergens in de 11e of 12e eeuw. Buiten de muur loopt de dijk met een grote bocht terug naar de Diemerzeedijk. Oostelijk van de Amstel is deze dijk de enige toegang tot de stad. Onder het voorplein be-vindt zich een spuisluis die het IJ van het stadswater afsluit.Lees ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Waag_(Amsterdam).

Boven: Stadsmuur, gezien over het IJ, met v.r.n.l. de scheepskraan, een walto-ren en de Nicolaastoren bij de Stormsteeg.

Rechts: Het Cellezusters convent aan de Zeedijk.

14

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Binnen de poort is er ruimte gelaten voor een bescheiden wa-genplein. We kijken de dijk over de stad in en zien links de gevelwand van het Cellezusterklooster, dat daar sinds 1475 ge-vestigd is. Tegenover de poort is het Minderbroedersklooster dat in 1463 gesticht werd. Op onze weg hierheen zijn we haast alleen nog maar kloosters tegengekomen. Ze zien er in de re-gel erg ontoegankelijk uit, omgeven door hoge stenen muren. Als de congregaties arm zijn hebben ze de buitenkant van hun klooster aan particulieren verkocht, maar hun huizen mogen dan geen ramen aan de kloosterzijde hebben.Verder naar het zuiden, nu langs de Kloveniersburgwal, weer drie muurtorens, waar geen namen van bekend zijn. Aan de

rechterkant eerst het rond 1455 gestichte Bethaniënklooster. De financiën van het klooster zijn pover, waardoor het stads-bestuur stukken grond terug heeft kunnen kopen waarop de Koestraat gerooid is, een doorgang naar de Achterburgwal. Van de Bethaniënstraat tot de Hooghstraat staan zowaar wat burgerhuizen, de eerste sinds de St. Anthoniespoort.Verder lopend komen we aan de Hooghstraat waar de Paulus-broeders al van vóór 1409 hun convent hebben. Na de Alteratie is het Paulusbroedersconvent opgedeeld in diverse stukjes, het Stadsbushuis, het Sint Jorishof, het Dolhuys en hun kerk werd de Waalse kerk. Het Bushuis werd in 1602 verhuurd aan de VOC en hun deel van het complex omgebouwd tot Oost-Indisch huis.

Boven: Het Paulusbroeder convent.Links: Het Minderbroedersklooster.

15

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Daarna komen we langs het Ursulaklooster, ook wel de Elf Duizend Maagden genoemd. In 1585 werd het klooster op-geheven en hier het Spinhuis gevestigd en op een deel dat aan de Paulusbroeders grensde een deel van het Dolhuys. Rond de Raamgracht (na demping: Rusland) zowaar weer wat burgerbebouwing en in de wal het Raampoortje, een kleine doorgang in de muur met een brug naar het buitengebied. Dit poortje geeft toegang tot Swaenenburgh waar ‘die Raemen’ van de textielveredelaars staan.Lees ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lakenindustrie.

Eindelijk komen we aan de zuidzijde van de middeleeuwse stad. Bij de toren ‘Swijgh Utrecht’ knikt de muur naar het zuid-wes-ten. Na afbraak van de muur ter plaatse (1607) bleef deze toren aanvankelijk staan als onderkomen voor de schutterij, maar in 1882 moest hij wijken voor de nieuwbouw van het Doelenhotel. Van deze toren naar het bolwerk ‘Rondeel’ liep na 1607 alleen een borstwering (zie tekening onder). We lopen langs de wering door een niemandsland, geen bebouwing, alleen wat tuinen van het Oude en Nieuwe Nonnenklooster.Lees over de spraakverwarring in het Noord-Nederlands rond bolwerken en bastions:http://nl.wikipedia.org/wiki/Bolwerkhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Bastion

Boven: Het Raampoortje, dat toegang gaf tot de textielramen.Rechts: Waltoren Swijgh Utrecht aan het eind van de Kloveniersburgwal.

16

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

We zijn voor de afwisseling weer eens langs een klooster ge-lopen, dat van de Oude Nonnen, het oudste klooster binnen de stad (1386). Het is ook het grootste klooster qua omvang en neemt met de Nieuwe Nonnen aan de Amstel bijna de hele ‘Uterste Nesse’ in beslag. Alleen de verdedigingswerken zijn stadsgebied. Dat verandert als het klooster in geldproblemen komt. In 1522 koopt de stad een stuk grond waarop zij een tim-merwerf vestigt, de Scaffery. Bij opheffing van het klooster (1578) is er ook een particuliere bierbrouwerij op het terrein gevestigd.Op de zuidelijkste punt van de ommuring staat een zwaar bol-werk, het Rondeel. We zijn aangekomen bij de Amstel. Dit bol-werk moet de toegangsweg via de Amstel bewaken. Behalve deze verdediging staan er ook nog palenrijen in de Amstel met een door een drijvende boom afsluitbare doorgang, bewaakt door een boomhuisje (p.6). Het bolwerk was er al ver voor de verstening van de wal, de eerste vermelding is van 1435 maar zegt niets over het bouwjaar.

In 1535 zal het bolwerk geheel opnieuw opgetrokken worden en na slechting van de muur na 1600 gesloopt voor de bouw van een logement ‘Het Rondeel’ dat op haar beurt in 1896 werd afgebroken voor de bouw van hotel De l’Europe.Steken we via de Roobrug de rivier over, dan komen we bij een muurtoren ‘Leeuwenburg’ aan. Op de brug zagen we op de linker Amsteloever het oude Sint Jorisgasthuis. De besmettelijk zieken zijn, sinds het gasthuis binnen de muren terecht kwam, al verhuisd naar het Leprozenhuis, het Sint Nicolaasgasthuis buiten de muur aan de Sint Anthoniesdijk. De toren Leeuwen-burg brandde in 1618 samen met een deel van de Reguliers-poort en de tussengebouwde huizen af. Het St.Jorisgasthuis zal na de Alteratie naar het Paulusbroederconvent verhuizenLees ook: http://www.reinwardtprojecten.nl/groepbhistorisch/1munttoren.htmlDe toren Leeuwenburg werd na de brand niet meer herbouwd maar van de Regulierspoort bleef één toren en het wachthuis

Boven: Roobrug, toren Leeuwenburg, op de achtergrond de Regulierspoort.Links: Bolwerk het Rondeel.

17

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

staan, het deel dat we vandaag nog als Munt kennen, al-hoewel het wacht-huis in 1877 ver-vangen werd door de huidige neo-aanbouw. In 1619-’20 kreeg de stompe toren zijn fraaie spits van Hendrik de Keijser.De ruimte binnen al deze bebouwing heet Schapenplein en is een deel van de veemarkt die in het laatste deel van de Kalverstraat ge-houden wordt. Nu bevinden we ons echt op het zui-delijkste punt van de stad van 1500 en vervolgt onze weg verder noord-waarts. We komen langs het terrein dat rijke Amsterdam-

mers gekocht hebben voor de Clarissen. De vestiging van een klooster wordt echter geblokkeerd door de stad Amsterdam maar er wordt op dit moment (1500) stiekum toch al gebouwd.Na weer een onbekende muurtoren komen we bij de Heilige-wegspoort (1480), aan het einde van de Heiligeweg voorzover die binnen de stad lag. Die zet zich buiten de stad voort tot de Kostverlorenwetering, waar hij splitst in een weg naar Amstel-veen en over de vaart naar Sloten. Deze weg is aangelegd op de

Links: Regulierspoort, stadzijde.Onder: Heiligewegspoort, stadzijde.

18

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

kade die de Binnendijkse Buitenvelderse polder van de Stads- en Godshuispolder scheidt. Daarlangs loopt over de hele lengte de Heiligewegsvaart, die de vestgracht met de Kostverloren-vaart verbindt en waar de roemruchte ‘Overtoom’ te vinden is.Op de kaart van 1544 smokkelt Cornelis de problematische kruising van deze Heiligewegsvaart met de Boerenwetering onder de mat. Het waterniveau van beiden verschilt namelijk aanmerkelijk en de kruising gaat gepaard met sluis en omleg-gingen, die op latere stadskaarten wel uitgewerkt zullen zijn. De brug voor de Heiligewegspoort zal rond 1540 gesloopt worden om een einde te maken aan het ‘buitendrinken’ waar-door de stad accijnzen misliep en de dranklokalen in de stad benadeeld werden. Hoe de vele pelgrims op weg naar Kal-verstraat en de ‘Heilige Stede’ (Nieuwezijds kapel) de stad in moesten komen interesseerde weinig, die moesten maar via de Regulierspoort omlopen. Een brug zou hier pas in 1590 terug-

keren na de aanleg van de tweede Heili-gewegspoort aan de Herengracht. Ver-der noordwaarts lo-pend zien we over de muur de Handboog- en Voetboogdoelen. Daarna komen we bij een water-poort, geflankeerd door twee muur-torens. Die water-

poort ligt in het tracé van de Boerenwetering die, eenmaal binnen de muur, via ‘het Boerenverdriet’ (een sluis) in het Spui uitkomt. Via deze vaarweg wordt Amsterdam dage-lijks bevoorraad met verse zuivelproducten en groenten. Na een flink eind lopen langs drie muurtorens komen we bij een bolwerk waarop de Gasthuismolen staat. Het bolwerk da-teert al van 1457 en de eerste vermelding van de molen van 1463. De molen is eigendom van het Sint Elisabethgasthuis, dat tussen het stadhuis en de Nieuwezijds Voorburgwal lag. In 1492 fuseerde het gasthuis met het Sint Pietergasthuis in de Nes

Boven: Waterpoort met doorgang naar het Spui via de sluis ‘het Boerenverdriet’Links: Kruising Boerenwetering met Heiligewegsvaart, detail uit de kaart

van Jacob van Deventer uit 1560.

19

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

en verhuisde daar ook heen, waarna het stadhuis de gebouwen in gebruik nam. In 1564 werd de molen tijdens een executoriale verkoping door de stad gekocht en afgebroken.Lees ook: Amstelodamum, Jb.75 (1983), p.150 e.v.

Naast het bolwerk is nog een klein muurpoortje, net als aan de andere zijde van de stad ook Raampoortje geheten, alhoe-wel op de kaart van 1544 geen brug meer voorkomt. Die komt wel even verder als we bij de Jan Roodenpoort aankomen. Na sloop van de muren heeft de toren ook een fraaie spits van De

Keijser gekregen, maar het geheel is in 1829 wegens bouwval-ligheid gesloopt.Verder noordwaarts lopend komen we langs drie muurtorens, waarvan de middelste duidelijk veel zwaarder uitgevoerd is, bij het Korsjespoortje. Dat is een verbastering van ‘Cors-ginspoortje’ naar een muurdoorlaat tegenover de tuinderijen van Corsgin Jacobszoon buiten de vestgracht. De steeg naar poortje en brug heet nog steeds (Korte) Korsjespoortsteeg. Op weg naar de tweede Haarlemmerpoort komen we langs een muurtoren waar de stad andere plannen mee heeft. Als we de wandeling een aantal jaren later gemaakt zouden hebben stond hier de Roomolen of ook wel Roode Molen. Dat is een voor rekening van de stad tot molen verbouwde muurtoren. Op de

Boven: De Gasthuismolen met het Raampoortje.Rechts: De Jan Roodenpoort.

20

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

Haringpakkerstoren, waarmee we weer aan het IJ aangekomen zijn. De toren kreeg, net als de Jan Roodenpoortstoren, in 1606 een spits en werd eveneens in 1829 wegens bouwvalligheid af-gebroken. Voor deze poort bestaan serieuze herbouwplannen!

We stoppen onze wandeling nog niet op dit punt maar lopen langs het Open Havenfront terug naar het beginpunt. Dat doen we niet over de dijk maar langs het water, over de brede ge-plempte stroken grond die helemaal in bezit genomen zijn door cargadoors en handelaren. We zoeken onze weg over de Ha-ringpakkerij tussen stapels hout, vaten, kisten en sjouwerlui

schets van Cornelis Anthonisz. uit ±1532 heeft deze molen nog zes wieken, een niet geslaagd experiment want in 1538 schil-derde Cornelis er nog maar vier. De verbouwing tot molen zou in 1518 hebben plaatsgevonden. Lees ook: Amstelodamum, Mb.57, p.111 e.v.De tweede Haarlemmerpoort werd waarschijnlijk iets na 1482 gebouwd, ter vervanging van de enkele tientallen me-ters binnen de wal gelegen eerste Haarlemmerpoort over de Martelaarsgracht, boven op de schutsluis naar de Nieuwezijds Voorburgwal. Het nieuwe poortgebouw staat in het water van het Singel. De poort werd direct met de muur in 1601 afge-broken om een grotere Haarlemmersluis te kunnen aanleggen. Na enkele tientallen meters stopt de muur bij de Heiligkruis- of

Boven: De Heiligkruistoren, de basis voor de latere HaringpakkerstorenLinks: Het Korsjespoortje.

21

Amsterdam, de eerste 300 jaren 1200-1500

door naar een solitair staande toren op het Spaarndammer-hoofd, aan de Martelaarsgracht. In de verte zien we de slui-zen met de enorme tredraderen die de hefdeuren van de sluis bewegen. Deze sluis schijnt al eind 14e eeuw gebouwd te zijn. In 1544 zal deze sluis nog steeds niet met eb- en vloeddeu-ren uitgerust zijn. De Martelaarsgracht heeft alleen aan de westzijde een kade, aan de andere kant staan de huizen tot aan het water. Die huizen bereik je via de Ramskooi, de laatste zijstraat voor de sluis. In het IJ is een bolwerk gebouwd ter bescherming van de sluiskolk, net als bij de Oude zijds Kolk. We staan intussen op de Texelschekade en in de verte zien

we weer een vestingtoren op de hoek van kade en Amstel. We steken de rivier over via de Nieuwebrug (p.10) die we eer-der tegenkwamen. Aan de andere kant aangekomen is het voor ons, eenvoudige wandelaars, niet de bedoeling dat we verder langs het water over de Teertuinen lopen. We gaan door de Nieuwebrugsteeg en door de Olofspoort, die omgebouwd is tot stadsgevangenis nu de St. Anthoniespoort de zeedijk bewaakt. Rechts kijken we de Warmoesstraat in, maar gaan linksaf de poort door. Eenmaal door de poort komen we op de (Oude) Teertuinen. De brandbare pek en teer zijn allang verbannen naar de Lastage dus ook hier weer hetzelfde beeld als Texelse-kade en Haringpakkerij. Daar is het Kamperhoofd weer....

Theo Bakker, 2009

Boven: Martelaarsgracht met op de achtergrond de oude Haarlemmersluis.Rechts: De Olofspoort, toegangspoort tot de Warmoesstraat.

T h e o B a k k e r ’ s D o m e i n} Naar website

○ = elders in de lijst ook al genoemd * = ondersteunend artikel van andere auteurDe topografische bijzonderheden van Amsterdams ontwikkelingMiddeleeuws Amsterdam● Decope-ontginningvanAmstelland● PoerteendeVrihedevanAmstelredamme● Deeerste300jaarinhetbestaanvanAmsterdam● StadspoortenopdeNieuwendijk● IsdeNieuwezijdswelgegraven?● DekopvandeNieuwendijk,een14e-eeuwsestadsuitbrei-

ding● DeBoerenweteringenzijnloopdoorAmsterdam● HoeoudishetDamrakalskadelangsdeAmstel?● MiddeleeuwsekloostersvanAmsterdam● HetSintAnthoniusgasthuis(Leprozenhuis)* HetLeprozenhuisteAmsterdam, Mej.Dr.I.H.vanEeghen1955● HetKartuizerkloosterSintAndriesterZaligerHaven● IndenUuterstenNessebiderAmstel;Binnengasthuis● DemetamorfosevandiePlaetsetotdeDam● Amsterdam,vanHeren,vanbisschoppenenvangraven● Amsterdam,vanHoekenenKabeljauwen● Pacificatie,Satisfactie&Alteratie● HetPapeneilandAmsterdams nijverheid, handel en transport● MarktenvanAmsterdam(locatiesdoordeeeuwengevolgd)* BotermarktenKaasplein,Dr.A.Halberstadt1910● Beurtvaarders,trekschuitenenoverzetveren● MiddeleeuwsebierbrouwerijeninAmsterdam● Vroegeindustriegebieden:Stadsrietlanden,Zaagmolensloot,

Mennonietensloot,Overtoomsevaart,KwakerspoelenZaagmolenbuurt

* MolensinStadsrietlanden,Mr.J.H.vandenHoekOstende* Heteindevandekorenmolensopdebolwerkenaande

Singelgracht,Mr.J.H.vandenHoekOstende,1972* PrecarioenWindgeld,Mr.J.H.vandenHoekOstende,1969● GeschiedenisvanRederijJ.H.Bergmann● GeschiedenisvanRederijBoekel● GeschiedenisvanhetLeidsepleinenHirsch&Cie● DegeschiedenisvandeHaarlemsetram(NZH)● De geschiedenis van de Waterlandse tran (NHTM)● Straattypenenstandwerkers

● Straathandel● Stadschroniqueursinde17een18eeeuw● TopografischetekenaarsinAmsterdam● TopografischefotografeninAmsterdam● Casino,MusisSacrumenHuizeBob● BrouwerijDeHooiberg&DiePortvanCleve● VanLiesveldscheBijbeltotBeursplein5:BibleHotelAmsterdam havenstad● Zeehaveninbeweging,metdeLastage,Rapenburg,Marken

enUilenburg,hetWaalseilandendeOostelijkeeilandenKattenburg,WittenburgenOostenburg

○ WestelijkeeilandenBickers-,Prinsen-&Realeneiland* OpkomstderAmsterdamsehaven,W.H.M.deFremery* GeschiedenisAmsterdamsescheepsbouw, Dr.L.van

Nierop● VanPetroleumhaventotgrootstebenzinehaventerwereldStadsuitleg 1578-1596● DeEersteenTweedeUitleg1578-1596● Rembrandtplein,metamorfosevaneenonbedoeldplein● Vlooienburg&Zwanenburg● DeHaarlemmerbuurt,verdeeldover2een3eUitleg● DeeersteJoodsegemeentenenhunsynagogenStadsuitleg 1609-1700● DeDerdeenVierdeUitleg1609-1700● DieVerheelinghe;geschiedenisvandeLeidsegracht.● DeAmsterdamseschansenbolwerken● DeTrapjesschans,eennijverstukjeSchans● WestelijkeeilandenBickers-,Prinsen-&Realeneiland● Devijfgrotewagenpleinen● HetontstaanvandeJordaan● GangenenhovenvandeJordaan● DevertraagdebebouwingvandeDriehoekstraat● DePlantage,eengeslaagdemislukking● Amstelkerk,noodgebouwmeteeuwigheidswaardeStadsuitleg 1877-1921● Annexaties1877-1921● Stadsontwikkelingendepolitiek● SpaarndammerbuurtenZeeheldenbuurt

● VanSmallePadtotPlanciusstraat● HetMuseumkwartierendeWaskaarsenfabriek● Stads-enGodshuispolder,eenstukjeAmsterdamindepolder* WesterplantsoenindeZeeheldenbuurt,AHuyser* Dewetkentgeensteden, Drs.J.P.Janse,1992(annexatieNieuwer-Amstel)* Dorpsestratenindestad,Ph.Spangenberg1995-1996Amsterdam-Noord● VolewijckslandenenBuiksloterham,deruggegraatvan

Noord● DegeschiedenisvandeWaterlandsetram* IndustrieBuiksloterhamWimHuissen* ENTOSWimHuissen* ELTAWimHuisenVerkeersdoorbraken● Damstraat-Paleisstraat1865-1914● Raadhuisstraat1894-1897● Vijzelstraat1917-1935● Weesperstraat1959-1969;deWibaut-asAmsterdam en het water● AmsterdamsWaterstaat● Raadselachtigewaterwerken● Sluizen,keringenenduikersinAmsterdam● Donkeresluis● Stadsuitlegendeomringendewaterschappenengemeenten● ‘tIJ,vangetijdekreekviawaterwolftotdroogmakerij● VanopenhavenfronttotOpenHavenfront● DevreemdegeschiedenisvandeKostverlorenweteringen

deovertoom● AanlooptothetNoordzeekanaal;Hollandopz’nsmalst, Amsterdamopz’nsmalst● HoekomtdeMirakelbrugaanz’nnaam?Jaarboeken, enzovoort● Jaarboek2015,50opstellenoverAmsterdamseitems● Indexquizpagina’svanaf2014,metkleinereonderwerpen

A5

Bijproblemenmetweergaveinuwbrowseropentuditpdf-bestandinAcrobat(Reader)