= C 30, M 87, Y 0, B 47

= C 0, M 60, Y 100, B 0

Klantnaam :Projectnaam :Projectnummer :Documentnaam :Laatste correctie :

Gebruikte kleuren :PMS nummers :

Status :

Druktechniek :

DTP-Programma :

Account :Ontwerper :Operator :

De kleuren op deze print zijn niet representatief voor het uiteindelijk drukresultaat tenzij dit een proefdruk is.

Tel. 31 (0)35 623 10 79

CALVIJNLOGO1582000515820005_Calvijn_logo_fc.eps07-09-04

ADOBE ILLUSTRATOR 9.0

HannekeIrma/JeroenLex

CYAAN MAGENTA YELLOW BLACK000 C 000 C 000 C 000000 000 000 000

OFFSET FLEXO DIEPDR. BOEKDR.

DUMMIE LITH.INT. LITH.EXT.WERKTEK

CSG Calvijn

Calvijn Reglementjanuari 2010

Calvijn reglement

2

Dit reglement bestaat uit vier hoofdstukken: 1. het CVO-reglement, dat geldt voor alle scholen van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs

te Rotterdam en omgeving 2. het algemeen schoolreglement (inclusief veiligheidsparagraaf) dat geldt voor alle vestigingen van de

CSG Calvijn 3. het leerlingenstatuut 4. de algemene huisregels Januari 2010

Calvijn reglement

3

Hoofdstuk 1: CVO-reglement Artikel 1: Grondslag onderwijs Het onderwijs wordt gegeven in overeenstemming met de statutaire grondslag en de missie van de vereniging en in overeenstemming met de wettelijke voorschriften. Artikel 2: Vakken Onderwijs wordt overeenkomstig de Wet Voortgezet Onderwijs gegeven in de voorgeschreven verplichte en in de door de school aangeboden facultatieve vakken, waaronder het vak godsdienst. Artikel 3: Dagopening Elke schooldag wordt geopend met een dagopening, waarin o.a. door bijbellezing en gebed uiting wordt gegeven aan de identiteit van ons onderwijs. Artikel 4: Schooljaar Het schooljaar begint op 1 augustus en eindigt op 31 juli. Artikel 5: Vakanties Voor vakanties buiten de jaarlijks vastgestelde vakantieperioden wordt aan de leerlingen geen toestemming gegeven. Artikel 6: Toelating De eisen van toelating tot de school worden vastgesteld door het bestuur met inachtneming van de wettelijke voorschriften. Artikel 7: Aangifte nieuwe leerlingen a. De aangifte van nieuwe leerlingen vindt plaats bij de rector. b. Indien een aspirant-leerling op het moment van inschrijving minderjarig is, zijn de school en de

ouders/verzorgers partij bij de overeenkomst tot het verstrekken van onderwijs door de school aan de betreffende leerling.

Door het door de ouders/verzorgers tekenen van het inschrijfformulier van de school komt de overeenkomst tot stand. De overeenkomst wordt, behoudens het bestaan van bijzondere omstandigheden die zich verzetten tegen voortzetting daarvan en de reguliere uitschrijving, aan het eind van elk schooljaar stilzwijgend verlengd.

c. Bij het door de leerling bereiken van meerderjarigheid gaat de overeenkomst tussen de school en de ouders/verzorgers tot het verstrekken van onderwijs aan de betreffende leerling stilzwijgend over in een overeenkomst tussen de school en de meerderjarige leerling, tenzij deze leerling daartegen uitdrukkelijk bezwaar maakt.

d. Wensen ouders of verzorgers van een minderjarige leerling deze minderjarige leerling een volgend schooljaar de school niet meer te laten bezoeken, dan dienen zij hiervan voor het begin van de zomervakantie schriftelijk mededeling te doen aan de rector.

Wenst een meerderjarige leerling een volgend schooljaar de school niet meer te bezoeken, dan dient hij hiervan voor het begin van de zomervakantie schriftelijk mededeling te doen aan de rector.

Artikel 8: Overzicht vorderingen Tijdens het schooljaar wordt aan elke leerling tenminste tweemaal een overzicht van de vorderingen uitgereikt, in de vorm van een rapport of een computeruitdraai. Een rapport moet, met uitzondering van het eindrapport, zo spoedig mogelijk weer worden ingeleverd. In geval van een computeruitdraai dient een controlestrook te worden ingeleverd. In beide gevallen dienen deze voor gezien te zijn ondertekend door één van de ouders of verzorgers. Bij meerderjarige leerlingen kan deze ondertekening desgewenst plaats vinden door de leerling zelf. Artikel 9: Bevordering Het al dan niet bevorderen van de leerlingen naar een hoger leerjaar vindt plaats aan het einde van het schooljaar. Hiertoe brengt de lerarenvergadering advies uit aan de rector die vervolgens een besluit neemt.

Calvijn reglement

4

Artikel 10: Bevordering eerste leerjaar Wanneer een leerling aan het einde van het eerste leerjaar niet bevorderd wordt en naar het oordeel van de lerarenvergadering geacht wordt het onderwijs niet met voldoende resultaat te kunnen volgen, kan de lerarenvergadering een advies uitbrengen dat de leerling niet voor herplaatsing in het eerste leerjaar in aanmerking komt. De rector neemt vervolgens een besluit. (zie ook artikel 24 van Schoolreglement Calvijn). Artikel 11: Examen De leerlingen van het hoogste leerjaar kunnen deelnemen aan het eindexamen, dat ieder jaar in overeenstemming met de wettelijke voorschriften en de bepalingen van het examenreglement en een programma van toetsing en afsluiting wordt afgenomen. Artikel 12: Aanwezigheid De leerlingen zijn verplicht alle lessen volgens het voor hen geldende lesrooster te volgen. Van de afwezigheid van een leerling wegens ziekte wordt aan de rector zo spoedig mogelijk kennis gegeven. Voor afwezigheid van andere aard is voorafgaande toestemming van de rector nodig. Artikel 13: Gedrag a. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij zich tijdens het onderwijs en de overige activiteiten binnen en

buiten het schoolgebouw gedragen overeenkomstig de vastgestelde regels en met zorgvuldigheid ten aanzien van anderen en hun bezittingen. Van hen wordt verwacht, dat zij door hun gedrag in en buiten de school de goede naam van de school hoog zullen houden en helpen bevorderen.

b. Zij zijn verplicht zich in en rond de school zodanig te gedragen, dat de veiligheid van henzelf en anderen niet in gevaar wordt gebracht.

De schoolleiding kan maatregelen treffen deze veiligheid te waarborgen. c. Alle wapens, en hetgeen als wapen gebruikt kan worden, zijn op school verboden. Artikel 14: Schorsing Bij overtreding van de regels van dit schoolreglement en in alle gevallen waarin dit in verband met het behoud van een ordelijk en veilig schoolklimaat aangewezen is, kan het bestuur op advies van de rector een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene, meegedeeld. Bij schorsing voor een periode langer dan één dag, stelt het bestuur de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van dit feit in kennis. De rector is gemandateerd tot het treffen van de disciplinaire maatregel schorsing van een leerling voor de duur van maximaal één week. Een besluit tot schorsing als bovenbedoeld wordt door de rector op de dag waarop het besluit genomen is schriftelijk meegedeeld aan het bestuur. Artikel 15: Verwijdering Bij zodanige overtreding van de regels van dit schoolreglement, dat verdere deelname van de leerling aan het door de school geboden onderwijs niet gewenst of uitgesloten wordt geacht, kan het bestuur besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling. Het bestuur besluit op advies van de rector slechts tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze, en indien deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van de leerling, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Van het bovenvermelde advies worden de leerling, en indien deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van de leerling schriftelijk in kennis gesteld. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie en indien een andere school tot toelating van de leerling bereid is gevonden. Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst. Het bestuur stelt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve verwijdering in kennis. Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene, meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid te verzoeken om herziening van het besluit.

Calvijn reglement

5

Binnen zes weken na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verwijdering, kan door de leerling en, wanneer deze minderjarig is, ook door de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene, schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, neemt het bestuur na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening. Daarbij geldt de eis dat eerst de leerling, en wanneer deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene, in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. Gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering kan het bestuur de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen. Artikel 16: Schade De schade die door een leerling in of aan een schoolgebouw of aan de inventaris van de school is toegebracht, wordt hersteld op kosten van hen die de schade veroorzaakten. Voor beschadiging of diefstal van fietsen, kledingstukken en andere eigendommen van leerlingen of personeelsleden e.d. in en bij de schoolgebouwen aanvaardt de vereniging geen aansprakelijkheid. Artikel 17: Gegevens Wijzigingen in adres of andere belangrijke persoonsgegevens van een leerling dienen zo spoedig mogelijk ter kennis van de rector te worden gebracht. Artikel 18: Schoolboeken en leermiddelen De school stelt elk schooljaar gratis lesmateriaal, waaronder de boeken ter beschikking, voor zover dat binnen de gestelde wettelijke kaders is voorgeschreven. De leerlingen dienen in het bezit te zijn van ander lesmateriaal en benodigdheden, vermeld in het programmaboekje. De rector kan verouderde middelen die niet aan de vastgestelde eisen voldoen, afkeuren. Artikel 19: Schoolvereniging De leerlingen mogen met toestemming van de rector een vereniging oprichten. Het bestuur van de vereniging houdt de rector geregeld op de hoogte van de gang van zaken in deze vereniging. De rector heeft tevens de bevoegdheid om regelend op te treden ten aanzien van het aantal te beleggen bijeenkomsten en om programmapunten te wijzigen of te doen vervallen. Bij het optreden van deze vereniging naar buiten wordt het programma aan de goedkeuring van de rector onderworpen. De rector kan een procedure tot ontbinding van deze vereniging entameren, indien schoolbelangen dit naar zijn oordeel gewenst maken. Artikel 20: Toehoorder De rector kan iemand toestemming geven de lessen in één of meer vakken als toehoorder te volgen. De toestemming kan te allen tijde worden ingetrokken. Ook op toehoorders is dit reglement , voor zover niet anders overeengekomen,van toepassing. Artikel 21: Kosten a. Aan de leerlingen of, indien zij minderjarig zijn aan hun ouders/verzorgers, worden kosten voor

leer(hulp)middelen e.d. en kosten van excursies/werkweken in rekening gebracht. b. Bovengenoemde verschuldigde kosten dienen zo veel mogelijk bij vooruitbetaling te worden voldaan. c. Voor leerlingen of ouders/verzorgers die om aantoonbare financiële redenen de in lid a. van dit artikel

bedoelde kosten niet kunnen opbrengen, kan het bevoegd gezag een regeling treffen. Artikel 22: Huisregels school Naast dit schoolreglement, dat voor alle scholen van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving geldt, heeft iedere school eigen huisregels, door de rector op te stellen. Artikel 23: Overig In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector.

Calvijn reglement

6

Hoofdstuk 2: Algemeen schoolreglement Calvijn Artikel 24: Beperking doubleren Een leerling komt niet voor (her)plaatsing in een leerjaar van één van de schooltypen in aanmerking, als zij/hij dat leerjaar reeds eenmaal heeft gedoubleerd. Artikel 25: Voorwaardelijke plaatsing Om te voorkomen dat leerlingen vastlopen in een voor hen niet passende opleiding kent Calvijn een plaatsing onder voorwaarden (met een leer/werkovereenkomst). Een voorwaardelijke plaatsing is een plaatsing voor maximaal één schooljaar. In dat schooljaar krijgt de leerling de kans zijn/haar mogelijkheden te bewijzen. Een voorwaardelijke plaatsing kan uitsluitend voorkomen: - als een leerling die doubleert of reeds eerder heeft gedoubleerd een onderbouwd schriftelijk advies de

opleiding op een lager niveau te vervolgen niet opvolgt; - als eraan getwijfeld wordt of een leerling die doorstroomt van vmbo (tl) naar havo, van havo naar vwo

of die van een andere school komt, de door hem/haar gewenste opleiding met succes zal kunnen volgen. In dat geval wordt aan de leerling eveneens een onderbouwd schriftelijk advies uitgebracht.

Een voorwaardelijk geplaatste leerling kan in principe niet doubleren. Een leerwerkovereenkomst kan zowel na het eerste of derde rapport (tweede fase: tweede of vierde rapport) schriftelijk op grond van de behaalde resultaten worden beëindigd. Calvijn begeleidt dan direct aansluitend naar een vervolgopleiding. Artikel 26: Schorsing en verwijdering Een leerling kan in een aantal gevallen in aanmerking komen voor een procedure conform art. 14 of 15 van het CVO-reglement (schorsing of verwijdering). Artikel 27: Te laat komen Te laat komen is storend voor docenten en medeleerlingen en moet daarom worden vermeden. De gang van zaken bij te laat komen is per vestiging geregeld. Artikel 28: Kleding Een leerling dient zich, rekening houdend met maatschappelijke gewoonte en de bijzondere identiteit van de school , correct te kleden en zich niet aanstootgevend te gedragen. In bepaalde situaties zijn er voorschriften met betrekking tot het dragen van beschermende kleding of sportkleding. De instructies die daarvoor gelden, moeten worden opgevolgd. Voor alle overige kleding geldt dat de leerling zelf afweegt welke kleding hij of zij op school kan dragen. De kleding mag niet uitdagend, beledigend of discriminerend zijn voor andere mensen of groepen. Omdat niet iedereen daarbij dezelfde normen aanlegt, kan het zijn dat de schoolleiding de leerling aanspreekt op de kledingkeuze. In het gesprek met de schoolleiding wordt aangegeven waar de grenzen liggen en worden afspraken gemaakt over wat er van de leerling wordt verwacht. In het algemeen geldt voor jassen en hoofdbedekking, dat deze kledingstukken in de garderobe of het kluisje dienen te worden bewaard. Artikel 29: Leerlingenstatuut Het Leerlingenstatuut van CSG Calvijn maakt deel uit van het Calvijnreglement en regelt de rechten en plichten van de leerlingen. Het is van toepassing op alle aan de school ingeschreven leerlingen en geldt t.o.v. het curatorium/bestuur en alle aan de school verbonden organen en personeelsleden. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en -terreinen, bij alle activiteiten die van de school uitgaan.

Calvijn reglement

7

Artikel 30: Veiligheidsreglement Algemeen Leerlingen en ouders/verzorgers mogen van de school verwachten dat zij 1. het onderwijs aan de leerling verzorgt met inachtneming van de missie en de doelstelling van de

school; 2. met respect en met inachtneming van de gewenste omgangsvormen omgaat met de leerling en

ouders/verzorgers; 3. voor de veiligheid van de leerling zorgt. Dit doet zij door onder andere regels omtrent dit onderwerp

vast te stellen, deze op te nemen in het schoolreglement en te communiceren naar leerlingen en ouders/verzorgers.

De school mag van de leerlingen verwachten dat zij 4. de missie waar de school van uitgaat respecteren of onderschrijven, en in hun gedrag en uitlatingen

rekening houden met deze grondslag; 5. kennis nemen van de op hen van toepassing zijnde in de school geldende regels; 6. zich aan de binnen de school geldende regels houden; 7. meedenken over de veiligheid op school, al dan niet door te participeren in de leerlingenraad en/of

leerlingenkring/. De school mag van de ouders/verzorgers verwachten dat zij 8. de missie waar de school van uitgaat respecteren of onderschrijven, en in hun gedrag en uitlatingen

rekening houden met deze grondslag; 9. de voor de school geldende regels, ook die op het gebied van veiligheid, respecteren en

onderschrijven; 10. meedenken over de veiligheid op school, al dan niet door te participeren in de ouderraad. Verplichte regelingen, zoals de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Leerplichtwet, de Arbo-wetgeving, privacybescherming en de klachtenregeling, neemt de school in acht. In dit hoofdstuk worden de regelingen niet beschreven. Wel wordt er naar verwezen. U kunt de verschillende regelingen op school te allen tijde opvragen. Paragraaf 1: Schoolregels 1.1. Algemene schoolregels 1.1.1 Zowel het personeel als de leerlingen en ouders dragen zorg voor een ordelijk, leefbaar en veilig schoolklimaat. 1.1.2 Het schoolgebouw wordt schoon, heel en veilig gehouden. 1.1.3 Het gedrag van leerlingen onderling, tegenover het personeel en anderen dient correct te zijn. Bij alle activiteiten in schoolverband, de dagelijkse gang naar school en weer naar huis daarbij inbegrepen, wordt ook van de leerlingen verwacht dat zij zich ervan bewust zijn dat hun gedrag ook verbonden is aan de naam van de school. 1.1.4 Leerlingen bezorgen de buurtbewoners voor en na schooltijd, in pauzes en tussenuren geen overlast. 1.1.5 Het bezit, het voorhanden hebben en/of gebruiken van wapens, daarop gelijkende voorwerpen en

voorwerpen waarmee een ander schade kan worden toe gebracht, alcohol, drugs en/of vuurwerk is op school en buiten school tijdens activiteiten die door de school worden georganiseerd, verboden.

1.1.6 Het uitschelden en/of pesten van mensen is op school verboden. 1.1.7 Roken is binnen de school niet toegestaan. 1.1.8a Binnen de school is het gebruik van audioapparatuur, beeldverwerkende apparatuur of

mobiele telefoon en daarmee verwante apparatuur niet toegestaan. 1.1.8b Het opnemen van beeld en/of geluid waarin medewerkers of leerlingen van CSG Calvijn

voorkomen is niet toegestaan, tenzij met nadrukkelijke instemming van betrokkenen en de schoolleiding. Het plaatsen van dergelijk beeld en/of geluidsmateriaal op internet (You Tube e.d.) is eveneens verboden.

Calvijn reglement

8

1.1.8c De vestigingsdirecteur kan bepalen dat het gebruik van mobiele telefoons, alleen voor het voeren van telefoongesprekken, op bepaalde plaatsen en tijdstippen is toegestaan. Een dergelijk besluit is op de website van de betreffende vestiging gepubliceerd.

1.1.8d Door docenten mogen in schoolverband, en enkel en alleen ten behoeve van de school, opnames worden gemaakt in afwijking van 1.1.8b. Medewerkers en leerlingen kunnen de vestigingsdirecteur verzoeken voor publicatie uit de opnames verwijderd te worden indien zij aanzienlijk in hun belangen worden geschaad door een dergelijke publicatie.

1.1.9 De leerlingen kennen de regels en consequenties omtrent absentie, te laat komen, schorsing en verwijdering.

1.1.10 Leerlingen blijven de gehele schooldag verantwoordelijk voor hun eigendommen. 1.1.11 Er wordt Nederlands gesproken in alle ruimten van de school. 1.1.12 Op het schoolplein wordt niet ge(brom)fietst. 1.2 Definities 1.2.1 Strafbare feiten: alle handelingen en gedragingen die op grond van enige Nederlandse wettelijke

bepaling verboden zijn en als misdrijf of overtreding strafbaar zijn gesteld (Bij wijze van voorbeeld worden genoemd: diefstal, vernieling, bekladding, vervuiling, e.d. vallen hier ook onder).

1.2.2 Wapens: voorwerpen die zijn aangewezen in de Nederlandse wapenwetgeving, de Wet wapens en munitie. Hieronder vallen ook wapens die strafbaar zijn gesteld op grond van artikel 2 lid 1 categorie 4 onder 7 van de Wet wapens en munitie. Dit zijn voorwerpen waarvan, gelet op de aard en/of omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij het voor geen ander doel bestemd waren dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Voorbeelden hiervan zijn zakmessen en schroevendraaiers. 1.2.3 Drugs: stoffen/middelen die zijn aangewezen in de Nederlandse drugswetgeving, de Opiumwet (ook kleine hoeveelheden hasj, wiet en XTC-pillen vallen hieronder). 1.3 Bevoegdheden schoolleiding

De schoolleiding is te allen tijde bevoegd om de naleving van de voorschriften te controleren (de controles worden door tenminste twee door de schoolleiding aangewezen personen en, indien mogelijk, in aanwezigheid van de betrokken leerlingen uitgevoerd) door:

1.3.1 de leerlingen te verplichten om zakken leeg te halen, en, alleen wanneer er sprake is van een grondig vermoeden, te fouilleren; 1.3.2 de door leerlingen meegevoerde voorwerpen op de aanwezigheid van verboden voorwerpen te controleren, op a-selectieve basis; 1.3.3 de door leerlingen in gebruik zijnde kluisjes op de aanwezigheid van verboden voorwerpen te controleren.

Daarnaast heeft de schoolleiding de bevoegdheid: 1.3.4 (disciplinaire) maatregelen (zie par. 2.1) te treffen tegen betrokken leerlingen bij overtreding van het schoolreglement; 1.3.5 om bij calamiteiten/incidenten, daar waar er niet in voorzien is in het schoolreglement, maatregelen te nemen en de eindbeslissing te nemen. 1.4 Maatregelen 1.4.1 Indien de veiligheid van het personeel of leerlingen in het geding komt, levert de schoolleiding op verzoek informatie aan de politie, ouders/verzorgers en de inspectie. 1.4.2 De school doet altijd aangifte bij de politie van strafbare feiten en vermeldt daarbij de personalia

van de betrokken personen. Gedrag dat door middel van camera's is vastgelegd valt eveneens onder deze regel. Ook wordt vermeld bij wie welke voorwerpen en/of goederen zijn aangetroffen alsmede de wijze waarop de school de beschikking heeft gekregen over deze goederen. De school draagt gelijktijdig de aangetroffen voorwerpen en/of goederen over aan de politie.

1.4.3 In beginsel draagt de school aangetroffen wapens drugs en illegaal vuurwerk over aan de politie. 1.4.4 Van het bezit van wapens die strafbaar zijn gesteld op grond van artikel 2 lid 1 categorie 4 onder 7

van de Wet wapens en munitie, doet de school aangifte bij de politie, indien met behulp van die aangetroffen wapens strafbare feiten zijn gepleegd.

Calvijn reglement

9

1.4.5 De school kan besluiten om aangetroffen alcohol, legaal vuurwerk of wapens die strafbaar zijn gesteld op grond van artikel 2 lid 1 categorie 4 onder 7 van de Wet wapens en munitie, aan de ouders/verzorgers van de betrokken leerlingen af te geven. 1.4.6 De school informeert de ouders/verzorgers van leerlingen die het schoolreglement hebben overtreden. 1.4.7 De school voert administratie van overtredingen (zie par. 4) van het schoolreglement. Paragraaf 2: Disciplinaire maatregelen Tegen een leerling die handelt in strijd met algemeen geldende fatsoensregels of met de in de school geldende regels (waaronder uitdrukkelijk ook wordt verstaan het niet of niet correct opvolgen van aanwijzingen van het personeel) worden maatregelen genomen, die kunnen liggen op het gebied van leerstof, zowel als op huishoudelijk en algemeen opvoedkundig gebied en in een uiterste geval schorsing of verwijdering, volgens de regels die de wet daaraan heeft gesteld. De ouders/verzorgers van de leerling worden op de hoogte gesteld. 2.1 Disciplinaire maatregelen 2.1.1 De leerling die de in de school geldende regels niet nakomt kan een disciplinaire maatregel worden

opgelegd. De bevoegdheid een straf aan een leerling op te leggen, komt alleen toe aan de schoolleiding, onderwijsteamleider, docenten en het schoolbestuur.

2.1.2 Een administratief of technisch medewerker is niet bevoegd een straf op te leggen, maar wel bevoegd het gedrag van een leerling vanwege een overtreding aan de orde te stellen, resp. in overleg met de bevoegde de straf ten uitvoer te laten brengen.

2.1.3 Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel is opgelegd, kan hij dit aan zijn mentor, studiecoördinator, onderwijsteamleider, de schoolleiding of de vertrouwensdocent ter beoordeling voorleggen. Ook kan de leerling een klacht indienen volgens de op school geldende klachtenregeling.

2.1.4 Disciplinaire maatregelen kunnen onder andere zijn: - maken van strafwerk - tijdelijk uit de les verwijderd worden - vroeger naar school komen en/of nablijven - gemiste lessen inhalen - opruimen van gemaakte rommel - corveewerkzaamheden uitvoeren - waarschuwing/berisping - geschorst worden (zie par. 2.3) - definitief van de school verwijderd worden (zie par. 2.4).

2.1.5. Voor het opleggen van een disciplinaire maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen enerzijds de ernst van de aanleiding tot het opleggen ervan en anderzijds de zwaarte van de maatregel. Dit is ter beoordeling aan de schoolleiding.

2.1.6. Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden deze les te verlaten. Wie uit de les wordt verwijderd, meldt zich bij de betreffende functionaris (mentor, studiecoördinator of onderwijsteamleider) aangegeven door de docent. De docent die een leerling uit de klas heeft verwijderd, maakt diezelfde dag bij de mentor, studiecoördinator of onderwijsteamleider melding van deze verwijdering.

2.2 Schorsing en verwijdering Een leerling komt in ieder geval in aanmerking voor een procedure conform par. 2.3 of 2.4 (schorsing of verwijdering) als zij/hij in schoolverband:

2.2.1 een bedreiging vormt voor de veiligheid van medeleerlingen en/of personeel van de school of in de school aanwezige derden;

2.2.2 zich intimiderend, discriminerend of beledigend uit of gedraagt; 2.2.3 andermans eigendommen ontvreemdt e.d.; 2.2.4 andermans eigendommen beschadigt of vernielt; 2.2.5 alcohol, drugs e.d. gebruikt of bij zich heeft; 2.2.6 vuurwerk afsteekt of bij zich heeft (geldt ook voor de omgeving van de school); 2.2.7 wapens bij zich heeft.

Calvijn reglement

10

2.3 Procedure schorsing 2.3.1 Bij overtreding van de regels of bij het herhalen van het overtreden van de regels kan het bestuur

op advies van de algemeen rector een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week (vijf schooldagen) schorsen, en dus de toegang tot de school (met inbegrip van alle door de school gebruikte locaties en terreinen) ontzeggen.

2.3.2 Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is ook aan de ouders/verzorgers van de betrokkene, meegedeeld.

2.3.3 Bij schorsing voor een periode langer dan één dag, stelt de algemeen rector namens het bestuur de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van dit feit in kennis.

2.3.4 De algemeen rector is gemandateerd tot het treffen van de disciplinaire maatregel schorsing van een leerling voor de duur van maximaal één week overeenkomstig artikel 13 van het Inrichtingsbesluit. Een besluit tot schorsing als bovenbedoeld, wordt door de algemeen rector op de dag waarop het besluit genomen is schriftelijk meegedeeld aan het bestuur.

2.4 Procedure verwijdering 2.4.1 Bij zodanige overtreding van de regels, dat verdere deelname van de leerling aan het door de

school geboden onderwijs niet gewenst of uitgesloten wordt geacht, kan het bestuur besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling.

2.4.2 Het bestuur besluit op advies van de algemeen rector slechts tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze en, indien deze minderjarig is, ook de ouders/verzorgers van de leerling, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. Van het bovenvermelde advies worden de leerling en, indien deze minderjarig is, ook de ouders/verzorgers van de leerling schriftelijk in kennis gesteld.

2.4.3 Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie en indien een andere school tot toelating van de leerling bereid is gevonden.

2.4.4 Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst. De algemeen rector stelt namens het bestuur de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve verwijdering in kennis. Ook Bureau Leerplicht wordt onverwijld op de hoogte gebracht van de verwijdering.

2.4.5 Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene en, indien deze minderjarig is, ook aan de ouders/verzorgers van de betrokkene, meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid te verzoeken om herziening van het besluit.

2.4.6 Binnen zes weken na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verwijdering, kan door de leerling en, wanneer deze minderjarig is, ook door de ouders/verzorgers van de betrok-kene, schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit bij het bestuur.

2.4.7 Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 weken (wettelijke beslistermijn) na ontvangst van het verzoek, neemt het bestuur na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing op het verzoek om herziening.

2.4.8 Daarbij geldt de eis dat eerst de leerling en, wanneer deze minderjarig is, ook de ouders/ verzorgers van de betrokkene, in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten.

2.4.9 Gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering kan het bestuur de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen.

Paragraaf 3: Gebruik computers/internet De in de school aan leerlingen beschikbaar gestelde computers dienen met zorgvuldigheid behandeld te worden. Naast de zorgvuldigheid waarmee omgegaan dient te worden met de computer als inventaris van de school (hardware), geldt de bepaling dat er met zorg omgegaan dient te worden met de aan de leerling beschikbaar gestelde software.

3.1 Acties van leerlingen die tot gevolg hebben of bedoeld zijn om door de school aangebrachte beveiligingen aan

bestanden te omzeilen of teniet te doen, of om gegevens of programma’s te wissen of om standaardinstellingen te wijzigen zijn strikt verboden.

3.2 Tegen leerlingen die zich niet aan deze bepaling houden, zullen maatregelen getroffen worden. De kosten van het herstel van programmatuur/salariskosten zullen op de betreffende leerling c.q. zijn ouders/verzorgers worden verhaald.

Calvijn reglement

11

3.3 Het is niet toegestaan de naam van de school of een afkorting van de schoolnaam of enige andere aanduiding die met de school te maken heeft te gebruiken als domeinnaam van een website die een duidelijke betrekking heeft op de school.

3.4 De school zal juridische middelen inzetten om een eind te maken aan misbruik en onterecht gebruik van de schoolnamen. Daarnaast kunnen door de school interne maatregelen getroffen worden tegen leerlingen die zich niet aan deze bepaling houden.

3.5 De school zal maatregelen treffen tegen degenen die in woord of beeld schoolcomputers of het internet gebruiken om medewerkers van de school te beledigen of te schaden in hun eer of goede naam.

3.6 Leerlingen kunnen kosteloos gebruik maken van de daartoe aangewezen schoolcomputers om informatie te verzamelen op het internet. Afdrukkosten dienen, overeenkomstig de geldende regeling, te worden betaald.

3.6.1 Het gebruik van de internetcomputer voor andere doeleinden dan het verzamelen en ver-/ bewerken van zinnige informatie ten behoeve van de studie is niet toegestaan.

3.7 Bij misbruik kunnen maatregelen tegen de leerling getroffen worden, waaronder begrepen kunnen worden de ontzegging van de toegang tot de computerruimte, schorsing of verwijdering.

Bovenstaande regels zijn ontleend aan het voor leerlingen bedoelde gedeelte in het ICT-protocol. Het volledige protocol dat is te downloaden via de website, is van toepassing voor elk gebruik van schoolcomputers door leerlingen en personeelsleden. Paragraaf 4: Incidentenregistratie (de regels van de wet bescherming persoonsgegevens worden hierbij in acht genomen) 4.1 Alle incidenten die in of om de school voorvallen worden geregistreerd.

Als incident is gedefinieerd: alle strafbare juridische gedragingen, zoals vermeld in het Wetboek van Strafrecht.

4.2 Bij elk incident horende passende maatregelen dan wel sancties. Deze maatregelen en sancties zijn geanonimiseerd opgenomen in het incidentenprotocol van de school. Dit protocol ligt ter inzage op school.

4.3 In het geval van incidenten, zoals genoemd bij artikel 4.1, wordt ook aangifte gedaan en wordt er informatie over de leerling en het incident uitgewisseld met de politie, justitie en eventueel betrokken scholen.

Paragraaf 5: Ongewenste intimiteiten 5.1 Leerlingen raken elkaar niet ongevraagd aan, maar gedragen zich volgens de gangbare omgangsvormen. 5.2 Indien een leerling zich onveilig of gekwetst voelt door een benadering of intimiteit (van de kant van medeleerlingen of personeel of anderen in de school) die de leerling niet wenst, kan hij

zich wenden tot de mentor of tot de vertrouwenspersoon op school. De namen van deze personen worden in de schoolgids gepubliceerd.

5.3 De klachtenregeling ligt ter inzage bij de centrale administratie. Paragraaf 6: Bescherming privacy en wettelijke rechten van personeel en leerlingen 6.1 Indien het gaat om de veiligheid van de school, het personeel en/of de leerling(en), bestaat de

mogelijkheid dat de schoolleiding gegevens van leerlingen aan derden, zoals politie en andere scholen verschaft. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen.

6.2 Indien in directe relatie tot de schoolactiviteiten inbreuk wordt gemaakt op de privacy of wettelijke rechten van personeel en/of leerlingen door personeel of leerlingen is de school gerechtigd passende maatregelen te nemen tegen het betreffende personeelslid of de leerling ter bescherming van degene die in zijn rechten is aangetast.

Paragraaf 7: Schade 7.1 Leerlingen moeten zich zó gedragen dat er geen schade ontstaat aan bezittingen van

medeleerlingen of aan het gebouw of de inventaris van de school en dienen dus alle gebruiksmaterialen van de school en medeleerlingen met de grootst mogelijke voorzichtigheid te behandelen.

7.2 Wanneer er desondanks schade ontstaat, dienen leerlingen dit meteen aan de schoolleiding, onderwijsteamleiders of de conciërge te melden en vervolgens dienen zij mee te werken aan verhaalsacties, zoals hieronder beschreven.

Calvijn reglement

12

7.3 Bij nalatigheid, kennelijke onvoorzichtigheid of opzet kunnen daarnaast maatregelen tegen de leerling getroffen worden. Leerlingen dienen opdrachten en richtlijnen op te volgen van schoolleiding en personeel. 7.4 Wanneer de school aansprakelijk wordt gesteld voor schade ontstaan bij leerlingen, personen die bij de school werkzaam zijn of derden, wordt die schade gemeld bij de aansprakelijkheids- verzekering van de school. 7.5 Voor beschadiging of diefstal van fietsen, kledingstukken, e.d. in en bij de schoolgebouwen

aanvaardt de school geen aansprakelijkheid. 7.6 De school is niet aansprakelijk voor door leerlingen opgelopen schade, inbegrepen beschadiging

of verlies van door leerlingen meegebrachte zaken (fietsen, kleding, tassen, materialen), De school of personeelsleden van de school zijn ook jegens derden niet aansprakelijk voor schade door leerlingen opgelopen of toegebracht wanneer redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat de school toezicht houdt. Dit geldt in het bijzonder voor de tijd die zij in tussenuren buiten de school doorbrengen, of in gangen, overblijf- en zelfstudieruimten, schoolplein en fietsenstalling/-kelder.

Paragraaf 8: Schoolactiviteiten 8.1 Er is sprake van een schoolactiviteit (bijvoorbeeld sporttoernooi, schoolfeest e.d.) als die activiteit onder verantwoordelijkheid en conform de regels van de school wordt georganiseerd. Voor andere georganiseerde activiteiten heeft de school geen verantwoordelijkheid. 8.2 Over activiteiten, georganiseerd door en onder de verantwoordelijkheid van de school worden de ouders/verzorgers altijd geïnformeerd door de school (via de internetsite van de school of per brief). 8.3 De mogelijkheid tot het meenemen van introducés bij schoolactiviteiten zal per activiteit door de schoolleiding worden aangegeven. 8.4 Tijdens schoolactiviteiten gelden de standaard gedrags- en huisregels van de school. Wapens en drugbezit en -gebruik zijn dus te allen tijde verboden. Alcoholgebruik en -bezit is voor de leerlingen van de onderbouw verboden. Indien er wel alcohol gedronken mag worden door de leerlingen van de bovenbouw, worden de ouders/verzorgers hierover geïnformeerd. Paragraaf 9: Toegang gasten 9.1 De school verleent in principe alleen toegang aan personeel en leerlingen van de school. 9.2 Eenieder die niet geregistreerd staat op school, moet zich bij binnenkomst melden bij de conciërge. 9.3 De schoolleiding kan hen die zich niet hebben gemeld de toegang tot de school weigeren. 9.4 Indien de veiligheid van de school in het geding is, wat ter beoordeling is aan de schoolleiding, kan de schoolleiding de toegang weigeren aan de desbetreffende perso(o)n(en.) Paragraaf 10: Verzuim, absentie en te laat komen Om ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten tegen te gaan, heeft de school een verzuimbeleid en -protocol. De school geeft hierin aan op welke manier er gewerkt wordt om het verzuim te controleren, terug te dringen en/of te voorkomen. Dit protocol besteedt in de vorm van regelingen aandacht aan: - geoorloofd verzuim (ziekte, aanvang thuis)

- geoorloofd verzuim (ziekte, aanvang op school) - geoorloofd verzuim (overige omstandigheden, zoals bruiloft, begrafenis van een direct

familielid). Zie de Leerplichtwet. - terugkeer na ziekte - te laat komen (bij aanvang van de lesdag) - te laat komen (gedurende de lesdag)

Ook staat in het protocol beschreven hoe de schoolleiding de controle op geoorloofd en ongeoorloofd verzuim regelt. U kunt het verzuimprotocol te allen tijde opvragen of inzien op school. In het kort zijn hier de volgende bepalingen opgenomen: 10.1 Personeel, leerlingen, en ouders/verzorgers zijn op de hoogte van de verschillende regelingen van verzuim, absentie en te laat komen. 10.2 Leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er door de schoolleiding een andere regeling is getroffen.

Calvijn reglement

13

10.3 Leerlingen die om een dringende reden de school tussentijds moeten verlaten melden zich af bij de mentor/conciërge/schoolleiding. In het geval van calamiteiten binnen school (brand, ontruiming) moet het voor de schoolleiding duidelijk zijn wie er wel en niet in het gebouw aanwezig zijn. 10.4 Ter naleving van het verzuimprotocol registreert de school elke dag alle absenten. Na deze registratie neemt de school direct contact op met de ouders/verzorgers, en na drie dagen niet- vermelde absentie wordt er door de school melding gemaakt bij Bureau Leerplicht. 10.5 Een leerling die om een niet aanvaardbare reden te laat in de les komt, verliest het recht tot

het bijwonen van de les. 10.6 De leerling dient zich gedurende de totale roosterdag (08.00 uur t/m 17.00 uur) beschikbaar te houden voor het inhalen van proefwerken, corrigerende maatregelen, e.d. Bijbaantjes en andere niet-schoolse activiteiten kunnen niet gelden als reden voor uitzondering op deze regels. 10.7 Voor vakanties buiten de jaarlijks vastgestelde vakantieperioden kan aan de leerlingen geen toestemming gegeven worden. Voor uitzonderingen: zie de leerplichtwet. Paragraaf 11: Vrijheid van meningsuiting 11.1 De in de grondwet vastgestelde vrijheid van meningsuiting wordt door iedereen gerespecteerd. Dit betekent echter niet, dat iedereen onder alle omstandigheden zijn mening kan weergeven. Gangbare omgangsvormen bepalen hierin namelijk de maat, zulks ter beoordeling van de algemeen rector. 11.2 Wie zich door een ander in woord, gebaar, of geschrift beledigd voelt, kan een klacht indienen

volgens de op school geldende klachtenregeling.

Calvijn reglement

14

Hoofdstuk 3: Leerlingenstatuut 1. Betekenis 1.1 Het leerlingenstatuut legt de rechten en plichten van leerlingen vast. 2. Doel 2.1 Een leerlingenstatuut verduidelijkt en verbetert de rechtspositie van leerlingen. Het

leerlingenstatuut werkt op drie manieren: probleemvoorkomend, probleemoplossend en willekeuruitsluitend

3. Begrippen Hierna wordt verstaan onder: 3. 1 Bevoegd gezag: het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving 3. 2 Curatorium: de door het bestuur benoemde commissie die toezicht houdt op de gang van zaken op school 3. 3 Docenten: degenen die lesgeven en niet-lesgevende taken verrichten en in dienst zijn van CVO; 3. 4 Leerlingen: allen die als leerling ingeschreven staan bij de school 3. 5 Leerlingenraad en/of leerlingenkring: de door verkiezing uit en door de leerlingen tot stand gekomen groep ter vertegenwoordiging van alle leerlingen van de school 3. 6 Medezeggenschapsraad: het wettelijk voorgeschreven orgaan van overleg tussen personeel en school, ouders en leerlingen, in de zin van de Wet Medezeggenschap op Scholen 3. 7 Mentor: degene die de klas en de leerlingen uit die klas begeleidt 3. 8 Ouders: ouders, voogden en verzorgers van leerlingen (de wettelijke vertegenwoordigers) 3. 9 School: de CSG Calvijn te Rotterdam en Barendrecht 3.10 Schoolleiding: het Centraal Management Team met daarin de algemeen rector, de directeur bedrijfsvoering en de directeur onderwijs(CMT), de vestigingsdirecteur en de onderwijsteamleiders in de zin van de

Wet op het Voortgezet Onderwijs 4. Procedure 4.1 Het leerlingenstatuut wordt op voorstel van de directie, via de leerlingenraad en/of leerlingenkring

en de medezeggenschapsraad, vastgesteld door het Centraal Management Team. 4.2 Het Centraal Management Team dient het voorgenomen besluit, ter instemming, in bij de medezeggenschapsraad. 5. Geldigheidsduur 5.1 Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld door het CMT.

Daarna kan het opnieuw besproken worden in alle geledingen en weer - al dan niet gewijzigd of aangevuld - voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Indien geen bespreking plaats-vindt, wordt het leerlingenstatuut door het CMT opnieuw voor twee schooljaren vastgesteld.

6. Toepassing 6.1 Het leerlingenstatuut is bindend voor: - de leerlingen - de docenten - het onderwijsondersteunend personeel - de schoolleiding - het bevoegd gezag

Calvijn reglement

15

- de ouders Dit geldt behoudens wettelijk vastgestelde bevoegdheden en reglementen. 7. Publicatie 7.1 Het leerlingenstatuut wordt op school gepubliceerd en op de website onder ‘regelingen’ geplaatst. 8. De school 8.1 De school verzorgt het onderwijs met inachtneming van de statutaire grondslag en de doelstelling van de vereniging CVO, waarvan de school uitgaat, en overeenkomstig de Wet Voortgezet Onderwijs. 9. Onderwijs 9.1 De schoolleiding bevordert een goede werksfeer voor personeel en leerlingen. 9.2 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inzetten om goed onderwijs te verzorgen. 9.3 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces mogelijk te maken. 9.4 De leerling die de voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. 9.5 Als een docent naar het oordeel van een groep leerlingen zijn taak niet op behoorlijke wijze

vervult, kan dat door de leerlingen aan de orde gesteld worden bij de leerlingenraad en/of leerlingenkring, zo nodig bij de schoolleiding.

Indien de schoolleiding wordt ingeschakeld, geeft deze de leerlingen binnen tien schooldagen een reactie op de klacht. 9.6 Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op een gelijke behandeling. 9.7 De schoolleiding houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Het curatorium vervult daarbij

een belangrijke klankbordfunctie. Ook in de onderwijsteams, de ouderkringen en de leerlingenraad en/of leerlingenkring wordt informatie uitgewisseld over de kwaliteit van het onderwijs aan de school.

10. Veiligheid In het Calvijnreglement is een veiligheidsparagraaf opgenomen. Zie hoofdstuk 2, artikel 31. 11. Toetsing van het onderwijs 11.1 Toetsing van onderwijs kan op verschillende wijzen geschieden. Onderscheiden worden:

a. repetitie b. proefwerk c. schriftelijke overhoring (s.o.), voortgangstoets d. mondelinge overhoring (m.o.) e. kijk/luistertoets f. practicum g. spreekbeurt h. (profiel/sector)werkstuk

i. handelingsdeel, praktische opdracht, dossiertoets

Omschrijving van de vermelde begrippen: a. een repetitie is een aangekondigde schriftelijke toets over grotere hoeveelheden leerstof die in

een eerder stadium geleerd zijn; b. een proefwerk is een schriftelijke toets waarvoor geen noodzakelijke voorbereiding in de vorm van huiswerk nodig is; c. een schriftelijke overhoring is een schriftelijke toets waarvoor voorbereiding in de vorm van huiswerk nodig is; d. een mondelinge overhoring is een mondelinge toets waarvan de voorbereiding gelijk is aan die

van een so; e. een kijk/luistertoets is een middel om luistervaardigheid te toetsen. f. een practicum kan bestaan uit een of meer van de volgende onderdelen:

1. het zelfstandig uitvoeren van proeven;

Calvijn reglement

16

2. het kunnen beredeneren van verschijnselen of resultaten met behulp van wetten en experimenten;

3. experimenten kunnen voorbereiden, uitvoeren en in een verslag beantwoorden; g. een spreekbeurt is een mondelinge behandeling van een of meer onderwerpen; h. een werkstuk is een schriftelijke behandeling van een of meer onderwerpen uit een vakgebied;

het profielwerkstuk (havo/vwo) is een omvangrijke opdracht. Het profielwerkstuk moet betrekking hebben op een of twee volledige vakken. Het sectorwerkstuk(vmbo) is een vergelijkbare opdracht, verband houdend met de gekozen sector.

i. het handelingsdeel bestaat per vak uit een of meer activiteiten die de leerling moet uitvoeren. Het handelingsdeel dient naar behoren te worden afgerond en wordt niet voorzien van een cijfer;

een praktische opdracht is een opdracht, bedoeld om vaardigheden te beoordelen. Zowel het proces als het eindproduct van de opdracht worden beoordeeld aan de hand van criteria die vooraf aan de leerling bekendgemaakt zijn. Het resultaat blijft staan tot en met het laatste examenjaar;

een dossiertoets is een schriftelijke of mondelinge toets die meetelt voor het schoolexamen. Met behulp van deze toets wordt een leerstofonderdeel afgesloten. Het resultaat blijft staan tot en met het laatste examenjaar.

11.2 Een repetitie wordt tenminste een week van te voren opgegeven (waarbij het gewicht bekend is gemaakt). 11.3 Leerlingen mogen in principe maximaal één repetitie per dag krijgen, met uitzondering van

repetitieweken. De schoolleiding beslist in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden. 11.4 Repetities dienen van zodanige omvang te zijn dat zij binnen de reguliere lesuren gemaakt kunnen worden. In repetitieweken kunnen repetities een grotere omvang hebben, waarvoor dan ook meer tijd ter beschikking wordt gesteld. 11.5 De docent kijkt een schriftelijk werk binnen tien schooldagen na. De schoolleiding beslist in geval

van overmacht of bijzondere omstandigheden. 11.6 Een schriftelijk werk wordt nabesproken in de les. 11.7 Een leerling heeft na de beoordeling recht op inzage in het door hem/haar gemaakte schriftelijke

werk. 11.8 De cijfers worden door de docent meegedeeld en waar nodig toegelicht. 11.9 Wie het niet eens is met de beoordeling van een toets, tekent bezwaar aan bij de docent. 11.10 Wanneer het maken van werkstukken onderdeel is van het onderwijsprogramma en meetelt bij

het vaststellen van het rapportcijfer, dient van tevoren duidelijk te zijn aan welke eisen een werkstuk moet voldoen en wanneer het gereed moet zijn.

11.11 In voorkomende gevallen pleegt de leerling zo spoedig mogelijk overleg met de vakdocent over het inhalen van gemiste toetsen. Is dat niet gebeurd binnen twee weken na terugkeer op school, dan kan het cijfer één (1) worden genoteerd. Het initiatief tot een nadere afspraak ligt bij de leerling. Bij ongeoorloofd verzuim of fraude kan een één (1) als plaatsvervangende beoordeling worden gegeven.

12 Rapporten 12.1 Viermaal per jaar wordt aan ouders en leerlingen verslag uitgebracht van de studieresultaten. Deze

rapporten worden uitgereikt in de vorm van een computeruitdraai. De rapporten kunnen behouden worden. Het omslag moet echter, voorzien van de handtekening van ouder/verzorger, zo spoedig mogelijk weer worden ingeleverd.

12.2 Voor het al dan niet bevorderen van een leerling aan het eind van een schooljaar brengen de docenten van het onderwijsteam advies uit aan de onderwijsteamleider, die vervolgens een besluit neemt. De bevordering geschiedt volgens de richtlijnen die door de school zijn vastgesteld en bekend worden gemaakt via de schoolgids.

13. Overgangsnormen en bevorderingsregeling 13.1 De richtlijnen worden jaarlijks in het informatieblad Scala en op de website gepubliceerd. 14. Huiswerk 14.1 De leerling is verplicht het opgegeven huiswerk naar behoren te doen, dit ter beoordeling van de vakdocent. Het huiswerk kan altijd mondeling of schriftelijk worden getoetst.

Calvijn reglement

17

14.2 De docenten streven ernaar huiswerk zodanig op te geven en te spreiden dat van een evenwichtige belasting sprake is. 14.3 De leerling die niet in de gelegenheid is geweest het opgegeven huiswerk te maken of te leren, meldt dit voor de aanvang van de lessen via een door een van de ouders ondertekende brief bij de docent. 14.4 Als een leerling langere tijd thuis moet blijven wegens ziekte, nemen de ouders contact op met de mentor om afspraken te maken over het huiswerk. 14.5. De leerlingen van de onderbouw hebben recht op enkele huiswerkvrije dagen per cursus. De leerlingen worden hiervan bijtijds op de hoogte gesteld. Als de regeling door omstandigheden anders moet worden toegepast zal een alternatief worden aangeboden.

15. Toelating 15.1 De eisen van toelating tot de school worden vastgesteld door het Centraal Management Team op

advies van het curatorium en met inachtneming van de wettelijke voorschriften (art. 6 van het CVO-schoolreglement).

16. Schoolkrant 16.1 De schoolkrant is in eerste instantie bestemd voor de leerlingen, maar is ook beschikbaar voor

anderen. 16.2 Voor de inhoud van de schoolkrant is de redactie verantwoordelijk. 16.3 De schoolleiding is bevoegd om na overleg met de redactie te beslissen om een stuk voor de schoolkrant te wijzigen c.q. te schrappen. De schoolleiding is verplicht een toelichting op de beslissing te geven. 17. Bijeenkomsten 17.1 De leerlingen hebben het recht om op school vergaderingen en bijeenkomsten te houden in

overleg met de schoolleiding. 17.2 Anderen (docenten, schoolleiding en ouders) worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van de

leerlingenraad en/of leerlingenkring, als de leerlingen hen uitnodigen. 17.3 De schoolleiding stelt voor een bijeenkomst van de leerlingen een ruimte beschikbaar, binnen de

mogelijkheden van de school. 17.4 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op behoorlijke wijze te gebruiken

en achter te laten. 18. Leerlingenraad en/of leerlingenkring 18.1 De leerlingen kunnen voor hun belangen opkomen via de leerlingenraad en/of leerlingenkring.

Deze kan de schoolleiding adviseren en door de schoolleiding geraadpleegd worden over zaken die voor leerlingen van belang zijn.

18.2 De schoolleiding bevordert de totstandkoming van een reglement voor de leerlingenraad en/of leerlingenkring waarin in elk geval wordt vermeld hoe verkiezingen geregeld worden, uit hoeveel mensen de raad bestaat, wat de taakverdeling is en hoe met de schoolleiding wordt overlegd.

18.3 Aan de leerlingenraad en/of leerlingenkring wordt zo mogelijk een vaste ruimte en in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. Ook worden binnen redelijke grenzen drukfaciliteiten gratis ter beschikking gesteld.

18.4 De leden van de leerlingenraad en/of leerlingenkring kunnen voor hun werkzaamheden van de schoolleiding zo nodig lesuren vrij krijgen.

19. Leerlingenadministratie 19.1 Er is op school een leerlingenadministratie. Deze administratie staat onder de verantwoordelijk-

heid van de schoolleiding. 19.2 Het bevoegd gezag geeft aan welke gegevens van een leerling in het leerlingendossier opgenomen

worden. 19.3 Een leerling en de ouders van de leerling hebben de bevoegdheid tot inzage van de gegevens die

over de leerling genoteerd zijn. Zij hebben het recht correcties aan te doen brengen. De ouders van leerlingen van 18 jaar en ouder hebben dit recht niet.

Calvijn reglement

18

19.4 Het leerlingendossier is alleen toegankelijk voor de begeleiders van de leerling in de school. De gegevens worden alleen binnen de school gebruikt, tenzij met de ouders anders is afgesproken, bijvoorbeeld ten behoeve van externe zorg. De school volgt hierin de officiële wet- en regelgeving.

20. Privacy van de leerling 20.1 Indien het gaat om de veiligheid van de school, het personeel en/of de leerling(en), bestaat de

mogelijkheid dat de schoolleiding gegevens van leerlingen aan derden, zoals politie, en andere scholen verschaft. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens en het privacyreglement leerlingen in acht genomen.

21. Ongewenste intimiteiten 21.1 De directie draagt zorg voor twee vertrouwenspersonen, een man en een vrouw, bij wie leerlingen

terecht kunnen bij ongewenste intimiteiten van leerlingen en medewerkers. De namen van de vertrouwenspersonen worden in de schoolgids vermeld.

21.2 In geval van ongewenste intimiteiten kan men zich wenden tot de vertrouwensinspecteur. Het adres wordt via de schoolgids bekendgemaakt. Ook bestaat de mogelijkheid in contact te treden met de schoolarts of schoolverpleegkundige.

22. De regels van het huis 22.1 Aan het begin van elk cursusjaar krijgen de leerlingen de schoolregels en huisregels. Deze regels

worden besproken met leerlingen en personeel. Ieder wordt geacht zich aan de regels te houden. De regels maken onderdeel uit van het leerlingenstatuut.

22.2 De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan elkaars en andermans goederen.

22.3 Van elke leerling kan worden gevraagd door middel van corvee een bijdrage te leveren aan het schoonhouden van de schoolinventaris, lokalen, de leerling-overblijfruimten (kantine e.d.) en de naaste omgeving van de school. Het schoonhouden van de school en de naaste omgeving daarvan is niet alleen een taak voor de schoonmaakpersoneel.

23. Aanwezigheid

23.1 Leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen. 23.2 Leerlingen kunnen bij de schoolleiding wijzigingen in het rooster voorstellen. 23.3 Tijdens pauzes en lesvrije uren zijn de leerlingen van het eerste en tweede leerjaar verplicht op

school te blijven. 23.4 Van elke leerling kan worden gevraagd dagelijks van 8.00 tot 17.00 uur aanwezig te zijn voor bijvoorbeeld - het inhalen van werk; - extra lessen; - het ondergaan van disciplinaire maatregelen. 24. Te laat komen 24.1 De regels betreffende te laat komen zijn opgenomen in de schoolgids en/of het informatieblad

‘Scala’ en op de website van de school. 25. Verzuim 25.1 De regels in geval van verzuim zijn opgenomen in de schoolgids en/of het informatieblad ‘Scala’ en

op de website van de school. 26. Straffen 26.1 Bij het opleggen van een straf dient een evenwichtige verhouding te bestaan tussen de strafmaat

en de ernst van de overtreding. 26.2 In alle gevallen moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. 26.3 Bij verschil van mening over een opgelegde straf kan de leerling een klacht indienen bij de

vestigingsdirecteur. 27. Schorsing en verwijdering 27.1 De regels van schorsing staan vermeld in art. 14 van het schoolreglement CVO (zie schoolgids).

Calvijn reglement

19

27.2 De regels van verwijdering staan vermeld in art. 15 van het schoolreglement CVO (zie schoolgids) 27.3 Een leerling komt in aanmerking voor schorsing of verwijdering als hij in elk geval in schoolverband - een bedreiging vormt voor de veiligheid van medeleerlingen en/of personeel van de school of in

de school aanwezige derden scholengemeenschap; - zich intimiderend, discriminerend of beledigend uit of gedraagt; - andermans eigendommen ontvreemdt e.d.; - andermans eigendommen beschadigt of vernielt; - alcohol, drugs e.d. gebruikt of bij zich heeft; - vuurwerk afsteekt of bij zich heeft (geldt ook voor de omgeving van de school); - wapens bij zich heeft. 28. Klachten (klachtenregeling en vertrouwenspersonen) 28.1 Een klachtenprocedure door leerlingen of hun ouders/verzorgers is mogelijk in de volgende

situaties: a. leerlingen zijn van mening dat een docent zijn taak t.o.v. hen niet naar behoren vervult; b. een leerling is het niet eens met de beoordeling van een door hem/haar gemaakte toets of

met een rapportcijfer; c. een leerling acht zich door een docent ernstig beledigd; d. een leerling is het niet eens met een hem/haar opgelegde straf. 28.2 a. In de onder 28.1 genoemde situaties wordt eerst bezwaar aangetekend bij de betrokken

docent. b. Indien men niet tevreden is met de afwikkeling, dient men de klacht in bij de

onderwijsteamleider. Op verzoek van de leerling(en) of zijn ouders/verzorgers geeft deze binnen 10 dagen een reactie. c. Is deze reactie naar het oordeel van de leerling(en) of de ouders/verzorgers niet

afdoende, dan kan beroep aangetekend worden bij de vestigingsdirecteur. Deze toetst dan of de onderwijsteamleider de klacht juist behandeld heeft.

28.3 Klachten worden bij de vestigingsleiding ingediend en door deze behandeld. Mocht een klacht naar het oordeel van de leerling(en) of de ouders/verzorgers niet juist zijn behandeld, dan kan de kwestie voorgelegd worden aan het CMT. 28.4 De klachtenregeling staat vermeld in de schoolgids onder het hoofdstuk ‘Regels van het huis’. 28.5 In de schoolgids onder het hoofdstuk ‘Regels van het huis’ wordt jaarlijks vermeld wie de

vertrouwenspersonen klachtenregeling zijn. 29. Keuzebegeleiding 29.1 De school verzorgt keuzebegeleiding. 30. Examenkandidaten 30.1 Voor het schoolexamen en het centraal examen gelden andere bepalingen. Examenkandidaten

krijgen voor 1 oktober van het jaar waarin de examenperiode begint een Programma van toetsing en afsluiting.

31. Excursies 31.1 De school organiseert jaarlijks een aantal binnen- en buitenlandse excursies en werkweken. Het

programma wordt jaarlijks vastgesteld en staat in de schoolgids. De excursies zijn verplicht. Wanneer een leerling niet mee kan, dient hij een gemotiveerd verzoek tot vrijstelling in bij de schoolleiding. Indien de schoolleiding akkoord gaat met dit verzoek, zal aan de leerling een alternatief programma worden voorgelegd.

De schoolleiding kan een leerling deelname aan een excursie ontzeggen. De schoolleiding geeft aan betrokkene de reden van het besluit aan. 32. Schoolfeesten 32.1 Voor het houden van schoolfeesten is toestemming nodig van de vestigingsdirecteur. Deze geeft,

bij het onthouden van toestemming, een toelichting. 32.2 Voor klassenavonden geldt een aparte regeling.

Calvijn reglement

20

Dit statuut treedt in werking op 1 janauri 2010. Met de inwerkingtreding van dit statuut vervalt de vorige versie van het leerlingenstatuut. Dit statuut wordt aangehaald als “Leerlingenstatuut”.

Calvijn reglement

21

Hoofdstuk 4: Huisregels Voor alle vestigingen geldt: WIJ ZIJN TROTS OP ONZE SCHOOL EN DUS… ……hebben we respect voor elkaar en voor elkaars spullen ……doen we alle jassen, petten, e.d. in de kluisjes ……zijn we op tijd in de les met alles wat nodig is ……hebben we onze schoolpas altijd op zak ……gebruiken we onze diskman, mp3-speler, gsm enz. niet in de school ……lopen we tijdens de lessen niet door de gangen ……eten, drinken we alleen in de kantine ……gooien we alle rommel in de afvalbakken ……rennen, gillen en stoeien we niet ……spreken we Nederlands Elke vestiging heeft hiernaast eigen aanvullende regels. Deze zijn opgenomen in de Schoolgids.

CSG Calvijn

Roerdomplaan 42 3084 NM Rotterdam 010 493 33 66 Info@calvijn.nl www.calvijn.nl