Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

30
DE SLAG AAN DE SABIS (DBG.II 15-28) Caesar: de slag aan de Sabis 1

Transcript of Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

Page 1: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

DE SLAG AAN DE SABIS

(DBG.II 15-28)

Caesar: de slag aan de Sabis 1

Page 2: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

HET PUIK DER BELGEN (Caesar, DBG. II. 15)

Eorum fines Nervii attingebant.

Quorum de natura moribusque Caesar cum quaereret, sic

reperiebat:

nullum esse aditum ad eos mercatoribus;

nihil pati vini reliquarumque rerum ad luxuriam pertinentium inferri,

quod his rebus relanguescere animos eorum et remitti virtutem

existimarent;

esse homines feros magnaeque virtutis;

increpitare atque incusare reliquos Belgas, qui se populo Romano

dedidissent patriamque virtutem projecissent;

confirmare sese neque legatos missuros neque ullam condicionem

pacis accepturos.

Eorum : van de Ambiani

natura: wezen, aard, natuur,

natuurwet

virtus: wilskracht, energie

relanguescere: verslappen

increpitare: uitschelden

incusare: verwijten

proicere: vooruitwerpen,

verwerpen, wegwerpen,

prijsgeven, uitstellen

Caesar: de slag aan de Sabis 2

Page 3: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

IN HINDERLAAG ACHTER DE STROOM (Caesar,DBG. II. 16)

Cum per eorum fines triduum iter fecisset,

inveniebat ex captivis Sabim flumen a castris suis non amplius

milibus passuum decem abesse;

trans id flumen omnes Nervios consedisse adventumque ibi

Romanorum exspectare una cum Atrebatibus et Viromanduis,

finitimis suis (nam his utrisque persuaserant uti eandem belli

fortunam experirentur);

exspectari etiam ab iis Atuatucorum copias atque esse in itinere;

mulieres quique per aetatem ad pugnam inutiles viderentur in

eum locum conjecisse quo propter paludes exercitui aditus non

esset.

triduum: (tijd van) drie dagen

fortuna: toeval, kans, lot, geluk,

toestand, fortuin

Caesar: de slag aan de Sabis 3

Page 4: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

SCHRANDER STRIJDPLAN (Caesar, DBG. II. 17)

His rebus cognitis, exploratores centurionesque praemittit,

qui locum castris idoneum deligant.

Cum ex dediticiis Belgis reliquisque Gallis complures Caesarem

secuti una iter facerent,

quidam ex his, ut postea ex captivis cognitum est, eorum dierum

consuetudine itineris nostri exercitus perspecta, nocte ad Nervios

pervenerunt atque his demonstrarunt inter singulas legiones

impedimentorum magnum numerum intercedere, neque esse

quicquam negotii, cum prima legio in castra venisset reliquaeque

legiones magnum spatium abessent, hanc sub sarcinis adoriri;

qua pulsa impedimentisque direptis, futurum ut reliquae contra

consistere non auderent.

dediticius: onderworpen

sarcinae: bagage

adoriri: overvallen

diripere: plunderen

contra consistere: weerstand

bieden

IMPEDIMENTA

Dit is de term voor de legerbagage of de tros. We maken onderscheid tussen de tros van een legioen

en de feitelijke legertros. Tot de tros van een legioen behoorden de tenten voor de soldaten, de

handmolens, de voorraden werpsperen en wapens, kampbenodigdheden en de persoonlijke bagage

van de soldaten voor zover ze die niet zelf moesten dragen. Gewoonlijk was één ezel voorzien per 8

soldaten. Elk legioen beschikte over een 1200 à 1500 lastdieren om deze bagage te dragen. Tot de

tros van het leger behoorden de bezittingen van de imperator en de hogere officieren, voorraden

graan en levensmiddelen, de ateliers voor leerlooiers, smeden, pottenbakkers, etc., de

belegeringstuigen en het grof geschut. Een legio heet impeditus wanneer het vergezeld is van zijn

eigen tros. Vooral wanneer men de vijand nadert, sluit men de legioenen aaneen om bij een

verrassingsaanval gemakkelijker te kunnen reageren. In dat geval sluit de tros van het legioen aan bij

de legertros die meestal achteraan volgt. In zo'n geval heet het legioen expeditus, d.i. niet gehinderd

door zijn tros, gevechtsklaar.

Caesar: de slag aan de Sabis 4

Page 5: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

SARCINAE

Ook in een legio expedita draagt de soldaat zijn eigen bagage: sarcinae. Het betreft de persoonlijke

bagage die niet tot de legioentros behoort. Een dergelijk soldaat heet sub sarcinis. Tot de sarcinae

behoort: het scutum of schild, één of meer pila of werpspiezen, de pugio of dolk, de gladius of het

zwaard, de galea of helm, vaandels en standaarden, gamellen, een slaapmatras, een deken, rantsoen

voor een dag, enkele werktuigen (spade, bijl, zaag, twee schanspalen). Men schat dat de bagage

tussen de 40 en 45 kg woog. Een miles impeditus is een soldaat die sub sarcinis is, een miles

expeditus daarentegen is een soldaat die paraat is voor de strijd. In een legio expedita heb je dus nog

altijd milites impediti.

Caesar: de slag aan de Sabis 5

Page 6: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

PANORAMA (Caesar, DBG. II. 18)

In hoofdstuk 17b beschrijft Caesar het terrein waar hij met zijn leger doortrok: om aanvallen van

vijandelijke ruiterij af te slaan hadden de Nerviërs de open plaatsen in hun gebied aangeplant met

jonge bomen waartussen ze braam- en doornstruiken plaatsten. Dergelijke ondoordringbare hagen

bemoeilijkten natuurlijk de manoeuvers van de oprukkende legioenen. Bovendien vormden ze een

prima uitvalsbasis voor verrassingsaanvallen. In hoofdstuk 18 beschrijft hij nu het strijdperk.

Loci natura erat haec, quem locum nostri castris delegerant.

Collis ab summo aequaliter declivis ad flumen Sabim, quod supra

nominavimus, vergebat.

Ab eo flumine pari acclivitate collis nascebatur adversus huic et

contrarius,

passus circiter ducentos ab infima parte apertus,

ab superiore parte silvestris,

ut non facile introrsus perspici posset.

Intra eas silvas hostes in occulto sese continebant;

in aperto loco secundum flumen paucae stationes equitum

videbantur.

Fluminis erat altitudo pedum circiter trium.

aequaliter: gelijkmatig

declivis ad: glooiend naar, naar

beneden hellend naar

vergere, -o: hellen

acclivitas: helling, glooiing

(naar boven)

nasci: zich verheffen

adversus: tegenover

ab infima parte: onderaan

apertus: open, onbegroeid

ab superiore parte: bovenaan

silvestris: bebost

introrsus perspicere:

erdoorheen kijken

in occulto se continere: zich

verborgen houden

secundum + acc.: langs

pauci: enkele, enige

statio: wachtpost

Caesar: de slag aan de Sabis 6

Page 7: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

EEN ANDERE MARSORDE (CAESAR, DBG. II. 19a)

Caesar, equitatu praemisso, subsequebatur omnibus copiis;

sed ratio ordoque agminis aliter se habebat ac Belgae ad Nervios

detulerant.

Nam quod hostibus appropinquabat, consuetudine sua Caesar

sex legiones expeditas ducebat;

post eas totius exercitus impedimenta collocarat;

inde duae legiones quae proxime conscriptae erant, totum agmen

claudebant praesidioque impedimentis erant.

ratio ordoque: de organisatie

se habere: esse

aliter … ac: anders dan

appropinquare: naderen

expeditus: gevechtsklaar

conscribere: lichten

ITER

De iter of dagmars was ongetwijfeld het zwaarste karwei voor de soldaten. Normaal vertrekt een leger

bij zonsopgang om even na de middag de voorzien kampplaats te bereiken. Een iter justum of

gewone dagmars bedraagt 20 à 25 km, een iter longum 30 à 40 km. Caesar stond bekend voor de

snelheid waarmee hij optrad. Zijn record is een dagmars van 75 km, afgelegd in een dikke 24 uur.

AGMEN

Men heeft berekend dat een legioen met bijbehorende ruiterij, tros, hulptroepen en entourage een

colonne vormde van ongeveer 6 km. Welnu, Caesar beschikt in het jaar 57 over 8 legioenen. Het

ganse leger vormde dus een colonne van 48 km. Een dagmars bedroeg gemiddeld ongeveer 30 km.

Dat betekent dat wanneer de eerste manschappen met het optrekken van het nieuwe kamp

begonnen, zich nog een derde van de troepen in het oude kamp bevond. Het moet een

indrukwekkende parade geweest zijn wanneer men de troepen van Caesar voorbij zag trekken.

Caesar: de slag aan de Sabis 7

Page 8: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

DE HEL BREEKT LOS (Caesar, DBG. II. 19b)

Equites nostri cum funditoribus sagittariisque flumen transgressi,

cum hostium equitatu proelium commiserunt.

Cum se illi identidem in silvis ad suos reciperent ac rursus ex

silva in nostros impetum facerent, neque nostri longius quam

quem ad finem loca aperta pertinebant, cedentes insequi

auderent, interim legiones sex quae primae venerant, opere

dimenso, castra munire coeperunt.

Ubi prima impedimenta nostri exercitus ab iis qui in silvis abditi

latebant visa sunt, quod tempus inter eos committendi proelii

convenerat, ita ut intra silvas aciem ordinesque constituerant,

subito omnibus copiis provolaverunt impetumque in nostros

equites fecerunt.

His facile pulsis ac proturbatis,

incredibili celeritate ad flumen decucurrerunt,

ut paene uno tempore et ad silvas et in flumine et jam in manibus

nostris hostes viderentur.

Eadem autem celeritate adverso colle ad nostra castra atque eos

qui in opere occupati erant, contenderunt.

funditor: slingeraar

sagittarius: boogschutter

proelium committere: de strijd

aanbinden

identidem: herhaaldelijk

se recipere: zich terugtrekken

dimetiri: uitmeten, afmeten

abditus: verscholen

provolare: vooruitsnellen

proturbare: in wanorde

voortjagen

contendere: oprukken

Caesar: de slag aan de Sabis 8

Page 9: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

GEÏMPROVISEERD VERWEER (CAESAR,DBG. II. 20)

Caesari omnia uno tempore erant agenda:

vexillum proponendum, quod erat insigne, cum ad arma concurri

oporteret;

ab opere revocandi milites;

qui paulo longius aggeris petendi causa processerant arcessendi;

acies instruenda;

milites cohortandi;

signum tuba dandum.

Quarum rerum magnam partem temporis brevitas et incursus

hostium impediebat.

His difficultatibus duae res erant subsidio,

scientia atque usus militum, quod superioribus proeliis exercitati

quid fieri oporteret non minus commode ipsi sibi praescribere

quam ab aliis doceri poterant,

et quod ab opere singulisque legionibus singulos legatos Caesar

discedere nisi munitis castris vetuerat.

Hi propter propinquitatem et celeritatem hostium nihil jam

Caesaris imperium exspectabant, sed per se quae videbantur

[administranda] administrabant.

vexillum proponere: de vlag

hijsen

insigne: signaal

opus: "schansarbeid"

agger: materiaal (om de wal te

versterken)

arcessere: halen, roepen, laten

komen, ontbieden

tuba: krijgstrompet

incursus: toeloop

subsidium: steun, hulp

usus: gebruik, nut, ervaring

superior: hoger, vroeger

exercitare: oefenen, trainen,

drillen

oportet: het is nodig

non minus commode: even

gemakkelijk, even goed

docere: erop wijzen

opus: "schansarbeid"

singuli: respectievelijk

legatus: commandant

discedere: weggaan, zich

verwijderen

castra munire: een versterkt

kamp opslaan

propinquitas: nabijheid

imperium: gezag, bevel

per se: uit eigen beweging

administrare: regelen,

maatregelen nemen

Caesar: de slag aan de Sabis 9

Page 10: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

Belangrijk is de omwalling van het kamp. Een palissade of vallum vormt het

vast onderdeel van de versterking. Elke soldaat brengt twee palen aan met

een diameter van 12 cm en een lengte van 180 cm. Ze worden 60 cm diep

geheid en in het midden aan elkaar gesjord. Soms graaft men over de gehele

omtrek een gracht, de fossa. Met de opgehoopte aarde wordt een dam

gemaakt, de agger, waarop men de palissade aanbrengt.

Het vexillum was de rode vlag die boven de veldheerstent werd gehesen ten teken

van alarm. Daarnaast waren er nog andere vexilla, vierkante vaandels die op een

horizontale stang waren bevestigd en als standaard dienden voor de ruiterij, de

hulptroepen of onderdelen van het legioen met een speciale missie.

LEGERLEIDING

Een imperator werd bijgestaan door enkele legati. Aantal en aanstelling gebeurde door de senaat,

maar er werd rekening gehouden met de wensen van de imperator. Zo kreeg Caesar tien legaten

toegewezen i.p.v. de gebruikelijke drie. Meestal kwamen ze uit de senatoriale stand en waren ze

gebonden aan de bevelen van de opperbevelhebber. Bij veldslagen voerden zij het bevel over

bepaalde afdelingen van het leger (bijv. Labienus in de slag bij de Sabis) of stonden voor langere tijd

aan het hoofd van een legioen. Het welslagen van Caesars militaire ondernemingen is mede te

danken aan de bekwaamheid van zijn legaten.

Aanvankelijk had elk legioen zes tribunen die elk gedurende twee maanden het legioen aanvoerden.

In Caesars tijd betrof het meestal jonge mannen, veelal uit de stand van de equites of de ridders, die

gedurende een tweetal jaar in het leger dienden om ervaring op te doen. Daarom had Caesar het

bevel over de legioenen bij de tribuni weggehaald en toevertrouwd aan de meer ervaren legati. Nu

werden ze meer tussenpersonen tussen de opperbevelhebber en het legioen. De tibunen leidden het

leger op mars en voerden het commando over kleine contingenten, bijv. bij verkenningsopdrachten.

Verder zorgden zij voor de opstelling en de controle van de wachtposten en voor de graantoevoer. Ze

namen deel aan de krijgsraad en vergezelden de imperator of zijn legati bij de onderhandelingen met

de vijand.

Caesar: de slag aan de Sabis 10

Page 11: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

ELK STRIJDT ZIJN EIGEN STRIJD (Caesar,DBG. II. 23)

Legionis nonae et decimae milites, ut in sinistra parte aciei

constiterant, pilis emissis, cursu ac lassitudine exanimatos

vulneribusque confectos Atrebates (nam his ea pars obvenerat)

celeriter ex loco superiore in flumen compulerunt et transire

conantes insecuti gladiis magnam partem eorum impeditam

interfecerunt.

Ipsi transire flumen non dubitaverunt et in locum iniquum

progressi, rursus resistentes hostes redintegrato proelio in fugam

conjecerunt.

Item alia in parte diversae duae legiones, undecima et octava,

profligatis Viromanduis, quibuscum erant congressae, ex loco

superiore, in ipsis fluminis ripis proeliabantur.

At totis fere castris a fronte et a sinistra parte nudatis, cum in

dextro cornu legio duodecima et non magno ab ea intervallo

septima constitisset, omnes Nervii confertissimo agmine duce

Boduognato, qui summam imperii tenebat, ad eum locum

contenderunt;

quorum pars ab aperto latere legiones circumvenire, pars

summum castrorum locum petere coepit.

nonus: negende

sinister: links

pilum: speer

lassitudo: vermoeidheid

exanimatus: buiten adem

iniquus: ongelijk, onrechtvaardig,

onredelijk, ongunstig, gevaarlijk

redintegrare: hernieuwen

diversus: van elkaar gescheiden

profligare: overweldigen

proeliari: strijden

sinister: links

confertus: dicht opeengepakt

contendere: oprukken

ab aperto latere: langs de

onbeschermde flank (d.i. de

flank die niet door het schild

gedekt is …)

VRAGEN

1. De legioenen strijden op verschillende fronten. Normaal strijdt een Romeins leger als

een geheel. Hoe komt het dat Caesar hier gedwongen is anders te vechten?

2. Hoe verloopt de strijd op de verschillende fronten? Gebruik de kaart hieronder.

Caesar: de slag aan de Sabis 11

Page 12: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

Caesar: de slag aan de Sabis 12

Page 13: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

PANIEK (Caesar, DBG II. 24)

Eodem tempore equites nostri levisque armaturae pedites,

qui cum iis una fuerant, quos primo hostium impetu pulsos

dixeram,

cum se in castra reciperent,

adversis hostibus occurrebant ac rursus aliam in partem fugam

petebant;

et calones, qui ab decumana porta ac summo jugo collis nostros

victores flumen transire conspexerant, praedandi causa egressi,

cum respexissent et hostes in nostris castris versari vidissent,

praecipites fugae sese mandabant.

Simul eorum qui cum impedimentis veniebant clamor fremitusque

oriebatur, aliique aliam in partem perterriti ferebantur.

Quibus omnibus rebus permoti equites Treveri, quorum inter

Gallos virtutis opinio est singularis, qui auxilii causa a civitate

missi ad Caesarem venerant, cum multitudine hostium castra

[nostra] compleri, legiones premi et paene circumventas teneri,

calones, equites, funditores, Numidas diversos dissipatosque in

omnes partes fugere vidissent, desperatis nostris rebus, domum

contenderunt.

Romanos pulsos superatosque, castris impedimentisque eorum

hostes potitos civitati renuntiaverunt.

armatura: bewapening

pedes, peditis: infanterist

calo: kampknecht

decumana porta: de

achterpoort van het kamp

jugum: juk, rug (van een heuvel)

praedari: plunderen, roven

fugae se mandare: op de

vlucht slaan

fremitus: geschreeuw, geraas

perterritus: hevig verschrikt

ferri, -or: ijlen, vliegen

permotus: hevig bewogen

singularis: uitzonderlijk

complere: vullen

calo: kampknecht

funditor: slingeraar

Numidae: de Numidische

(boogschutters)

dissipare: verstrooien

contendere: zich begeven

renuntiare: melden

Caesar: de slag aan de Sabis 13

Page 14: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

CAESAR, DE ROTS IN DE BRANDING (Caesar,DBG. II. 25)

Caesar ab decimae legionis cohortatione ad dextrum cornu profectus,

ubi suos urgeri,

signisque in unum locum collatis,

duodecimae legionis confertos milites sibi ipsos ad pugnam esse

impedimento vidit,

quartae cohortis omnibus centurionibus occisis signiferoque interfecto,

signo amisso, reliquarum cohortium omnibus fere centurionibus aut

vulneratis aut occisis, in his primipilo P. Sextio Baculo, fortissimo viro,

multis gravibusque vulneribus confecto, ut jam se sustinere non

posset,

reliquos esse tardiores et nonnullos a novissimis proelio excedere ac

tela vitare,

hostes neque a fronte ex inferiore loco subeuntes intermittere et ab

utroque latere instare et rem esse in angusto vidit,

neque ullum esse subsidium quod submitti posset,

scuto ab novissimis [uni] militi detracto, quod ipse eo sine scuto

venerat,

in primam aciem processit centurionibusque nominatim appellatis

reliquos cohortatus milites signa inferre et manipulos laxare jussit,

quo facilius gladiis uti possent.

Cujus adventu spe illata militibus ac redintegrato animo,

cum pro se quisque in conspectu imperatoris etiam in extremis suis

rebus operam navare cuperet,

paulum hostium impetus tardatus est.

decimus: tiende

cohortatio: aansporing

duodecimus: twaalfde

confertus: dicht

opeengepakt

quartus: vierde

signifer: vaandeldrager

novissimi: de achterhoede

non intermittere

subeuntes: zonder

onderbreking uit de diepte

komen

angustus: nauw

submittere: te hulp zenden

nominatim: bij naam

manipulus: manipel

laxare: verwijden

redintegrare: hernieuwen

operam navare: zich

inspannen

tardare: vertragen

SIGNA

De signa of veldtekens hadden een heilig karakter. Ze werden in een kapel nabij het praetorium

bewaard. In de strijd duidden ze de plaats van opstelling aan. Het verlies van het veldteken gold voor

het betrokken legeronderdeel voor vernederend. Om de troepen aan te sporen dapper te vechten gaf

men soms het bevel om het veldteken tot in de rangen van de vijanden te gooien! Wie door lafheid het

veldteken in de steek liet of het door eigen schuld verloor, werd zonder pardon onthoofd.

Caesar: de slag aan de Sabis 14

Page 15: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

Het signum legionis was sedert Marius een aquila met gespreide vleugels boven op een vergulde

stang. In zijn klauwen hield hij soms een zilveren of gouden bliksem. De drager heette de aquilifer en

werd door de centuriones gekozen uit de moedigste mannen van het legioen. Boven helm en harnas

droeg de aquilifer een leeuwenvel. De positie van het legioen in de acies werd aangeduid door dit

signum legionis.

Het signum manipuli bestond uit een stang die uitliep op een uitgestrekte hand (manus) waaronder

verschillende ronde metalen platen waren bevestig. Het werd gedragen door de signifer die er in zijn

berenvel wreed en afschrikwekkend uitzag. Het signum manipuli duidde de positie van de manipulus

aan in het legioen. De cohorten en de centuriën hadden geen specifiek signum.

PRIMIPILUS

De centuriones vormden het corps van onderofficieren. Zij hadden als

eenvoudig soldaat dienst genomen en waren met de tijd wegens hun

verdiensten bevorderd tot de rang van honderdman. Zij waren voor het

leger van onschatbare waarde. Zij stonden zeer dicht bij de soldaten

voor wie ze een modelfunctie hadden en vertegenwoordigden voor de

imperator een kapitaal aan kennis en ervaring.

De honderdmannen van een legioen stonden niet allemaal op dezelfde

voet, maar kenden een eigen hiërarchie. Op de laagste trap vond je de

centurio van de 6de centurie van de 10de cohorte. De hoogste rang of

ordo was die van de 1ste centurie van de 1ste cohorte. Deze centurio

kreeg de titel van primipilus. Hoewel hij als centurio tot de lagere officieren behoorde, was de

primipilus ongetwijfeld een man met een belangrijke stem in de krijgsraad. Ook zijn aanzien bij de

soldaten was zeer groot. Hij was immers een van hen en had, meestal na een lange carrière, alle

moeilijke momenten van een soldatenleven meegemaakt én overleefd. Vandaar dat de wedijver

Caesar: de slag aan de Sabis 15

Page 16: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

onder de centuriones om een rang of ordo op te schuiven heel groot was en hen stimuleerde om goed

te presteren.

DE SITUATIE KLAART OP (Caesar, DBG. II. 26)

Caesar zag dat het zevende legioen, dat zich naast het twaalfde

had opgesteld, eveneens door de vijand in het nauw gedreven

was. Daarom waarschuwde hij de tribunen ut paulatim sese

legiones conjungerent et conversa signa in hostes inferrent.

De legioenen voerden dit manoeuver uit en omdat ze elkaar nu

hulp boden en geen angst meer hadden ne aversi ab hoste

circumvenirentur begonnen ze moediger weerstand te bieden

en dapperder te vechten. Interim milites legionum duarum

quae in novissimo agmine praesidio impedimentis fuerant,

proelio nuntiato, cursu incitato in summo colle ab hostibus

conspiciebantur, et T. Labienus castris hostium potitus et ex

loco superiore quae res in nostris castris gererentur

conspicatus decimam legionem subsidio nostris misit. Bij het

zien van de vluchtende ruiters en oppassers beseften ze quo in

loco res esset quantoque in periculo et castra et legiones et

imperator versaretur. Daarom haastten ze zich zo snel mogelijk

naar de overkant.

paulatim: geleidelijk

signa inferre: aanvallen

in novissimo agmine: in de

achterhoede

cursum incitare: toesnellen

geri: zich afspelen

in quo loco: in welke toestand

versari: vertoeven, verkeren,

zijn

Caesar: de slag aan de Sabis 16

Page 17: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

TOT DE LAATSTE MAN (Caesar, DBG. II. 27)

Horum adventu tanta rerum commutatio est facta,

ut nostri, etiam qui vulneribus confecti procubuissent, scutis innixi

proelium redintegrarent,

calones perterritos hostes conspicati,etiam inermes armatis

occurrerent,

equites vero, ut turpitudinem fugae virtute delerent, omnibus in locis

pugnae se legionariis militibus praeferrent.

At hostes, etiam in extrema spe salutis, tantam virtutem praestiterunt,

ut, cum primi eorum cecidissent, proximi jacentibus insisterent atque ex

eorum corporibus pugnarent,

his dejectis et coacervatis cadaveribus qui superessent ut ex tumulo

tela in nostros conicerent et pila intercepta remitterent:

ut non nequiquam tantae virtutis homines judicari deberet ausos esse

transire latissimum flumen, ascendere altissimas ripas, subire

iniquissimum locum; quae facilia ex difficillimis animi magnitudo

redegerat.

procumbere:

voorovervallen

redintegrare: hernieuwen

calo: stalknecht

conspicari: bemerken

inermis: ongewapend

delere: doen vergeten

praestare: overtreffen,

verschaffen, blijk geven

van, beter zijn

coacervare:opeenstapelen

cadaver: lijk

pilum: speer

intercipere:onderscheppen,

wegnemen, opvangen

"bijgevolg moet men

denken dat zo'n dappere

mensen het niet zonder

kans op slagen aangedurfd

hebben…"

ascendere: beklimmen

Caesar: de slag aan de Sabis 17

Page 18: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

CAESAR GROOTMOEDIG (Caesar, DBG. II. 28)

Hoc proelio facto et prope ad internecionem gente ac nomine

Nerviorum redacto,

majores natu, quos una cum pueris mulieribusque in aestuaria ac

paludes conjectos dixeramus,

hac pugna nuntiata,

cum victoribus nihil impeditum, victis nihil tutum arbitrarentur,

omnium qui supererant consensu legatos ad Caesarem miserunt

seque ei dediderunt;

et in commemoranda civitatis calamitate

ex sescentis ad tres senatores,

ex hominum milibus sexaginta vix ad quingentos, qui arma ferre

possent, sese redactos esse dixerunt.

Quos Caesar, ut in miseros ac supplices usus misericordia

videretur, diligentissime conservavit suisque finibus atque oppidis

uti jussit et finitimis imperavit ut ab injuria et maleficio se suosque

prohiberent.

Na afloop van deze veldslag en

toen de stam en de naam van

de Nerviërs … (1)

stuurden de stamoudsten, van

wie ik had gezegd dat ze … (2)

toen (de afloop van) de

veldslag gemeld werd en ze

meenden dat er voor de

overwinnaars … (3) en voor de

overwonnenen … (4) met

instemming van alle

overlevenden gezanten naar

Caesar en … (5).

Bij het gedenken van de ramp

die hun stam getroffen had,

zeiden ze dat ze herleid waren

van … (6) 3 "senatores" en

van … (7) strijdbare mannen

tot … (8).

supplex: smekeling

diligens: zorgvuldig

injuria: onrecht (t.o.v.

personen)

maleficium: slechte daad,

vergrijp (t.o.v. eigendommen)

Caesar: de slag aan de Sabis 18

Page 19: Caesar Boek II Slag Aan de Sabis[1]

Bespreking van "De slag aan de Sabis"

1. Caesar beging in zijn opmars tegen de Nervii één onvergeeflijke onvoorzichtigheid.

Welke?

2. a) Ga na hoe hij om die te verdoezelen uitvoerig alle voorzorgsmaatregelen vermeldt

die hij treft. Gebruik bijv. hoofdstuk 17.

b) Wie beschuldigt hij bij deze voorbereidende actie stilzwijgend van een zekere

nalatigheid?

c) Welke verwijtende woorden gebruikt hij in hoofdstuk 27? Zoek de Latijnse woorden.

3. a) Op het einde van hoofdstuk 27 stelt hij de aanval bovendien voor als werkelijk niet te

voorzien. Maar hoe legt hij nu uit dat de aanval dan toch gebeurd is? Lees daartoe

hoofdstuk 19 b.

b) Door welke stijlfiguur wordt de snelheid van de vijand hier in de verf gezet?

4. Vat het verloop van de slag samen, zodat de verschillende strijdfasen duidelijk naar

voor komen.

5. a) Hoe heeft Caesar het 12de legioen gered?

b) En het 7de?

c) Wiens verdienste op dat kritieke ogenblik was misschien even groot?

d) Laat Caesar dat ook uitkomen? Waarom (niet)?

6. De slag aan de Sabis is misschien de meest dramatische episode uit de Gallische

oorlog; ook Caesars stijl, anders zo rustig, zindert nog onder de spanning.

De meest lyrische zin uit het hele Bellum Gallicum vinden we aan het einde van de slag

(II 27);

a) de eerste helft is zeer realistisch: hoe slaagt Caesar erin ons een concreet beeld

voor ogen te spiegelen van de ongelooflijke dapperheid der Belgen?

b) Hoe suggereert Caesar dat ze eigenlijk blijven vechten?

Caesar: de slag aan de Sabis 19