Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte...

11
Gietbouw in de utiliteitsbouw Als het draait om solide bedrijfsvloeren Monolietvloeren Giet bouw

Transcript of Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte...

Page 1: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

Gietbouw in de utiliteitsbouw

Als het draait om solide bedrijfsvloeren

Monolietvloeren

Gietbouw

Page 2: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

3

De bedrijfsvloer:basis voor gezonde bedrijfsvoeringAan bedrijfsvloeren worden tal van eisen gesteld, daarom is hetontwerpen van een bedrijfsvloer een complexe opgave, waarbij mettal van aspecten en ontwerpcriteria rekening moet worden gehouden.Op de eerste plaats moet de ontwerper kijken naar de gebruiksfunctiesvan een vloer. Immers, afhankelijk van de gebruiksfunctie gelden anderecriteria voor slijtvastheid, vlakheid, vloeistofdichtheid en onderhouds-mogelijkheden. Vervolgens moet de ontwerper kijken naar de construc-tieve functie van de vloer. Daaruit volgt het benodigde draagvermogen.Dat staat dan weer in directe relatie met de draagkracht van de onder-grond, waarbij rekening moet worden gehouden met de dynamischeen statische belastingen van de vloer, met andere woorden welke eisenworden er in een specifiek geval gesteld aan sterkte en stijfheid van devloer.

De uiteindelijke kwaliteit van de bedrijfsvloer is daarnaast sterk af-hankelijk van de wijze waarop de vloer is uitgevoerd. Daarbij gaat hetbijvoorbeeld over de keuze voor het toepassen van glijfolie of het makenvan een werkvloer. Verder moet natuurlijk het stortplan worden bepaalden dient rekening te worden gehouden met weersomstandigheden inde bouwfase enzovoort.

Het inschakelen van specifieke deskundigheid in alle fasen van hetbouwproces voor bedrijfsvloeren is noodzakelijk. Van het ontwerpen,detailleren, het bepalen van de juiste betonsamenstelling, tot hetbepalen van de wijze van uitvoering en nabehandeling zal relevantekennis ingebracht moeten worden. Deze brochure zal daarbij alsleidraad kunnen dienen.

DefinitieIn het kader van deze brochure verstaan we onder een bedrijfsvloer detoepassing van een monoliet afgewerkte betonnen bedrijfsvloer gelegenin een binnenklimaat. Een monolietvloer wordt in één arbeidsgangvervaardigd, zodat de toplaag één geheel vormt met de onderliggendeconstructievloer.In deze brochure bepalen wij ons tot het ontwerp en de uitvoering vanbedrijfsvloeren in beton die op staal zijn gefundeerd. De constructeurzal een dergelijke bedrijfsvloer berekenen als elastisch ondersteundebetonplaat conform CUR-Aanbeveling 36.Vrijdragende vloeren op palen of balkenrooster zijn in deze brochure nietaan de orde, ofschoon een groot deel van de uitvoeringswerkzaamhedenook van toepassing is op dergelijk betonvloeren.Buitengelegen bedrijfsvloeren, hellingbanen, laad- en losplaatsen, laad-kuilen e.d. worden als betonverhardingen aangeduid. Deze verhardingenstaan bloot aan weersinvloeden en temperatuurwisselingen ten gevolgevan zon, neerslag, vorst en dooizouten en dienen derhalve afzonderlijkbeschouwd te worden en worden hier niet verder behandeld.

’ Ontwerp en uitvoering van monoliet afgewerkte betonnen bedrijfsvloeren

Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren

• Snelle bouwwijze door integratie van toplaag metconstructievloer

• Gecontroleerde vlakheid van de vloer • Kwaliteit toplaag aan te passen aan eisen gebruiker

(ruwheid, stroefheid etc.)• Machinale afwerktechnieken

(met vlindermachine voor schuren en polijsten)• Makkelijk transporteerbare en verwerkbare betonmengsels• Hoge duurzaamheid

Inhoud

De bedrijfsvloer:basis voor gezonde bedrijfsvoering 3

Ontwerpcriteria 4

Vloerconcepten 8

Dimensionering, berekening,detaillering en bestek 10

Uitvoering 12

Nabehandeling, bescherming en ingebruikname 16

Checklist monolietvloeren 17

Page 3: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

Beheersing van krimp: scheurbeperkende maatregelen

Het scheurgedrag van beton is niet op basis van exacte wetenschappe-lijke kennis te voorspellen. De eigenschappen van betonmengsels en deomstandigheden waaronder deze verwerkt worden vertonen een grotespreiding. De mate van scheurvorming kan door het treffen van geschiktemaatregelen worden beperkt zodanig dat de scheuren zowel uit construc-tief als esthetisch oogpunt als acceptabel beschouwd kunnen worden.Hiertoe dienen zowel in ontwerp als tijdens de uitvoering van beton-vloeren verschillende maatregelen getroffen te worden.Wanneer de verkorting en/of kromming van de vloer te veel wordtverhinderd, kunnen de trekspanningen zo hoog oplopen dat de trek-sterkte wordt overschreden en scheurvorming ontstaat. Dat scheur-vorming in veel gevallen toch achterwege blijft is te danken aan delange duur van dit krimpproces. Hierdoor blijven de spanningen tengevolge van relaxatie beperkt. Er hoeft echter maar weinig tegen tezitten of er treedt scheurvorming op.

Er zijn vele maatregelen te treffen ter voorkoming en/of beperking vandeze scheurvorming:• storten op een vlakke ondervloer (zandbed);• storten op een folie ter beperking van de verhinderde vervorming,

in combinatie met toepassing van dilatatie- en/of krimpvoegen(schijnvoegen);

• vloeren los houden van randbalken, poeren en kolommen;• geen obstakels in ondergrond zoals balken, putten, kolomvoeten, e.d.;• toepassing van voorspanning ter beperking van trekspanningen;• toepassing van wapening om voldoende scheurverdeling te

bewerkstelligen;• toepassing van staalvezels ter beheersing van een fijnmazige

scheurverdeling;• betonmengsel zodanig samenstellen dat de krimpmaat zo laag

mogelijk is;• goede uitvoeringstechniek met betrekking tot verdichten en

nabehandelen.

Diverse vormen van krimp

ÿ Plastische krimpTijdens en na het storten kan water uit de nog plastische betonspe-cie verdampen, waardoor krimpscheuren aan het oppervlak ontstaandie vergelijkbaar zijn met scheuren in uitdrogende klei.

ÿ Thermische krimp Tijdens de eerste fase in de verharding kan de temperatuur alsgevolg van hydratatie, de omgevingstemperatuur en zoninstralingbehoorlijk oplopen. Wanneer het jonge beton onbeschermd is, kan inde nacht de temperatuur van de vloerconstructie behoorlijk dalen inde fase dat de treksterkte van het beton nog zeer laag is. Hoe hogerde temperatuur stijgt en hoe sneller de afkoeling verloopt, des tegroter is de krimp en dus ook de kans op scheurvorming.

ÿ Uitdrogingskrimp Door het verdampen van niet gebonden water is, afhankelijk van detemperatuur en de relatieve vochtigheid, in meer of mindere matesprake van uitdrogingskrimp.Bij bedrijfsvloeren hebben we te maken met grote oppervlakken meteen relatief dunne constructie. Deze vloeren zijn met name erggevoelig voor uitdrogingskrimp en, als gevolg hiervan, het mogelijkoptreden van scheuren.Als er sprake is van kleine, grillig gevormde scheurtjes aan het opper-vlak, spreken we van craquelé. Deze scheurvorming wordt veroorzaaktdoor het barsten van de betonhuid in een grillig patroon van fijnescheurtjes als gevolg van een geringe ontmenging aan de oppervlakteo.a. door een te hoge water-cementfactor als gevolg van het optredenvan bleeding.

5

De ontwerpcriteria die een rol spelen bij het ontwerpen van eenbedrijfsvloer kunnen worden onderscheiden naar criteria die betrek-king hebben op de constructieve functie en op criteria die betrekkinghebben op de gebruiksfunctie van de bedrijfsvloer. Vanuit de gebruiks-functie zijn voor bedrijfsvloeren gebruikscomfort en gering onderhoudbelangrijke uitgangspunten. Gebruikscomfort houdt onder meer in datbijvoorbeeld palletwagens vlot kunnen worden verreden en dat devloer eenvoudig kan worden schoongemaakt. In de praktijk wordt vooreen bedrijfsvloer samen met de opdrachtgever een programma vaneisen (pve) opgesteld, omdat de kwaliteit van een bedrijfsvloer natuur-lijk nauw is gerelateerd aan de eisen die de gebruiker eraan stelt.De boogde bedrijfsvoering vormt in de meeste gevallen dan ook hetuitgangspunt bij het ontwerpen van een bedrijfsvloer. Dat betekent dathet productieproces, de wijze van intern transport en de gehanteerdeopslagmethode in hoofdlijnen bij de ontwerper bekend moeten zijn.In het pve komen onder meer de volgende punten aan de orde:

Constructieve aspecten• gebruiksbelastingen/toelaatbare temperaturen (koelhuizen)• krimpgedrag• draagvermogen van de ondergrond

Gebruiksaspecten• gewenste vlakheid (toelaatbare onvlakheid)• slijtvastheid, ruwheid en stroefheid van de toplaag• chemische bestendigheid en vloeistofdichtheid• afschot en afwatering• elektrische isolatie

Constructieve aspecten

GebruiksbelastingenBij het ontwerp van een bedrijfsvloer kunnen twee soorten belastingenworden onderscheiden, namelijk belastingen die betrekking hebben ophet gebruik zoals transport en opslag en de opgelegde vervormingenten gevolge van zakkingsverschil, krimp en temperatuur.De belasting op bedrijfsvloeren wordt bepaald door het gebruik van deruimte. Dat gebruik kan uiteenlopen van gebruik door een veelheid aanvoertuigen en materialen opgeslagen in bulk, maar ook in stellingen encontainers. Omdat in de ontwerpfase niet altijd duidelijk is welketoepassing een bedrijfshal zal krijgen, zijn in onderstaande tabel eenaantal ontwerpbelastingen voor verschillende toepassingsgebiedenaangegeven. Hiermee is het mogelijk reeds in een vroeg ontwerpstadiumeen idee te vormen aan welke belastingen een bedrijfsvloer blootgesteldkan worden.

KrimpgedragNaast gebruiksbelastingen kunnen opgelegde vervormingen ten gevolgevan krimp, kruip en temperatuur als belasting worden beschouwd.Het beheersen van de scheurvorming als gevolg van het krimpgedragvan beton is veelal bepalend voor de keuze van een vloerconcept.Met name bij het constructieve ontwerp van de bedrijfsvloer moet aanhet krimpgedrag van de betonvloer de nodige aandacht wordengeschonken, alsmede de wijze waarop de scheurvorming als gevolg vanverhinderde krimpvervorming kan worden beperkt. Bij beton is sprakevan meerdere vormen van krimp. De uitdrogingskrimp na het gereed-komen van de betonvloer bepaalt in belangrijke mate de te nemenmaatregelen om mogelijke scheurvorming te beheersen.Het ontstaan van wilde scheurvorming met scheuren wijder dan 0,4 mmzal bij het berijden van de vloer met kleine harde wieltjes leiden totafbrokkeling van de scheurranden. Terwijl het optreden van haar-scheurtjes van 0,25 mm in gewapend beton als normaal verschijnselwordt beschouwd, kan dit bij betonvloeren tot discussie aanleidinggeven. Hierover zal in samenspraak met de opdrachtgever in de ontwerp-fase in relatie tot de functies van de bedrijfsvloer duidelijkheid gegevenmoeten worden. Het is soms ook vooraf te bespreken dat bij het optredenvan wilde scheuren achteraf geïnjecteerd wordt. Deze afweging kan inbepaalde gevallen een prima oplossing zijn (dan is genezen beter danvoorkomen).De ontwerper kan op grond van die functionele eisen een keuze makenwaarop beperking van de scheurwijdte is te realiseren.

4

Ontwerpcriteria

Categorie

Werkplaatsen,OpslagruimtenMagazijnenlicht belastH 0 < 5 mMagazijnenmiddelmatig belastH < 10 mMagazijnenzwaar belastH > 10 m

Representatieve belasting

prep 5 kN/m2

Frep 10 kNprep 15 kN/m2

Frep 20 kNAslast 50 kN15 kN/m2 < prep < 50 kN/m2

20 kN < Frep < 100 kN50 kN < Aslast < 200 kNprep 50 kN/m2

Frep 100 kNAslast 200kN

Indicatie van gebruiksbelasting

• Belasting bepalen aan de hand van soortgoederen en beschikbare opslaghoogte

• Stellingen tot 5 m hoogte• Heftrucks, hefvermogen tot 20 kN• Reachtrucks, hefvermogen tot 12 kN• Stellingen van 5 tot 10 m hoogte• Heftrucks, hefvermogen 20 – 90 kN• Reachtrucks, hefvermogen tot 50 kN• Stellingen hoger dan 10 m• Heftrucks, hefvermogen 90 kN• Bijzondere voertuigen, bijv. vliegtuigen• Containeropslag in meerdere lagen

Schotelen De specifieke verkorting door krimp is aan de bovenzijde van de vloergroter dan aan de onderzijde door de vrije verdamping. Aan de vrijeranden van een betonvloer wordt hierdoor een geringe opkrulling vande randen (schoteling) veroorzaakt hetgeen bij belasten tot scheur-vorming kan leiden.

DeuvelenTer voorkoming van het schotelen en voor een betere lastoverdrachtter plaatse van voegen worden deuvels toegepast.

Bij de verharding van betonspecie is de

krimp aan de (vrije) bovenzijde groter dan

aan de onderzijde (opgesloten door de

ondergrond). Het verschil in krimp is met

een stippellijn aangegeven

Krimpvoeg met deuvels

§ 25–250, L=500

Diep 35% van de vloerdikte

Eenzijdig voorzien van huls of ingestreken om horizontale beweging toe te laten.

Als de plaat door een belasting, aangegeven

met een pijl + P, weer naar beneden wordt

gedrukt, zal er wat verderop een scheur

ontstaan (zie cirkel).

Door het verschil in krimp zal de plaat

kromtrekken, opkrullen.

δb >δo

δo

P

Page 4: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

Afvoer en afschotOp bedrijfsvloeren kan water terecht komen vanuit het arbeidsprocesof bij de reiniging van de vloer vanwege hygiënische eisen. Om te voor-komen dat er water op de vloer blijft staan zal ten behoeve van debeloop- en berijdbaarheid voorzien moeten worden in voldoende afschotin de vloer (5 à 10 mm/m’ afhankelijk van de vlakheidseis) en de nodigeafvoerputten (bovenkant put 10 mm -/- peil).

Elektrische isolatie De slechte geleidbaarheid van beton komt goed van pas bij inductie-geleiding van intern transport. Om in geval van elektronische apparatuuraan de eisen (aarding, geleiding, doorgangsweerstand en vonkontlading)te kunnen voldoen dienen speciale coatings of vloerafwerkingenaangebracht te worden.Bij toepassing van inductie dient de dekking op de wapening minimaal50 mm te bedragen.

OnderhoudBij afvoer en afschot is reeds geconstateerd dat water dat vrij kan komentijdens het productieproces of water dat wordt gebruikt om de vloer tereinigen moet kunnen worden afgevoerd. Daarnaast moet bij hetontwerp van de vloer rekening gehouden worden met te gebruikenschoonmaakmiddelen al dan niet opgelost in water. Bovendien kan deruwheid een rol spelen bij de reinigbaarheid.

Slijtvastheid, ruwheid en stroefheidTen behoeve van de slijtvastheid van betonvloeren voor bedrijfsruimtenen magazijnen kan bij normaal gebruik als instrooimateriaal kwartsworden gebruikt, hierbij geeft een mengsel van 2 kg kwarts en 1 kgcement per m2 vloer voldoende resultaat.Wanneer hogere eisen aan de slijtvastheid worden gesteld, zoals in werk-plaatsen en in geval van intensief verkeer met harde wielen, kan hetkwarts gedeeltelijk worden vervangen door een harder materiaal zoalskorund. Uit het oogpunt van vlakheid en hechting dient de hoeveelheidinstrooimateriaal tot 3 à 4 kg per m2 beperkt te blijven.De slijtvastheid van de betonvloer wordt niet alleen bepaald door dehardheid en korrelopbouw van de instrooilaag, maar wordt medebeïnvloed door de stabiliteit van het onderliggende beton, het aantalpolijstgangen en de nabehandelingsomstandigheden.

De ruwheid is van invloed op de mate waarin vocht en vuil in het vloer-oppervlak achterblijven. De ruwheid zegt niets over de stroefheid vanhet vloeroppervlak, maar is vooral voor de hygiëne en reinigbaarheidvan belang.

De gewenste stroefheid van een vloer kan worden bereikt door de keuzevan het basismateriaal, het toevoegen van instrooi- of toeslagmateriaalin de oppervlakteafwerking of door het aanbrengen van een speciale top-laag. Vooral bij intern transport is een voldoende mate van stroefheid vanbelang. De stroefheid van vloeren verandert door het gebruik en de matewaarin dit gebeurt wordt bepaald door de kwaliteit van de toplaag.

Vloeistofdichtheid en chemische bestendigheidIn toenemende mate zullen eisen aan de vloeistofdichtheid en bestendig-heid tegen chemische invloeden van vloeren worden gesteld, met nameals boven het vloeroppervlak wordt gewerkt met milieubelastendevloeibare chemicaliën en minerale of organische oliën, zoals dat gebeurtin garagebedrijven, tankstations, wasplaatsen, stalvloeren en opslag-plaatsen voor chemische stoffen. Bij de keuze van de vloer zal deontwerper met deze omstandigheden rekening moeten houden.Als sprake is van voegen, zal aan de detaillering van voegen en aan-sluitingen speciale aandacht geschonken moeten worden. Hiervoorwordt verwezen naar CUR-rapport 196 ‘Ontwerp en detaillering bodem-beschermende voorzieningen’.

7

Draagvermogen van de ondergrondHet draagvermogen van de (natuurlijke) ondergrond is van belang bij dekeuze of op staal gefundeerd kan worden of dat de belasting middelseen grondverbetering of palen naar een dieper gelegen draagkrachtigelaag wordt afgedragen. Hier komt uitsluitend de fundering op staal aande orde ofwel de elastisch ondersteunde bedrijfsvloer.Voor het vaststellen van het draagvermogen en zettingsgedrag van deondergrond is grondonderzoek noodzakelijk door het uitvoeren vanenkele boringen, sonderingen en/of plaatproeven. Op basis hiervankan het draagvermogen en zettingsgedrag van de ondergrond middelsdiverse parameters zoals beddinggetal, E-moduli of o.a. CBR-waardeworden gekarakteriseerd zoals in onderstaande tabel staat aangegeven.Het beddinggetal ofwel de k-waarde geeft een globale indicatie van hetgedrag van de ondergrond.

Ter verkrijging van een goede ondergrond voor de betonvloer wordt detoplaag van teelaarde veelal vervangen door een grondverbetering van200 à 500 mm verdicht zandbed. Dit pakket compenseert onregelmatig-heden in de dichtheid van de aanwezige natuurlijke ondergrond.Soms is het nodig een dikker pakket te verwijderen en wordt eengrondverbetering in de vorm van ongebonden, gestabiliseerde of licht-gebonden granulaten van diverse herkomst toegepast. Ook schuim-beton e.d. komt hier in aanmerking. Bij de constructieve opbouw vaneen vloerconstructie zijn verschillende onderdelen te onderscheiden.Afhankelijk van de lokale ondergrond en de gebruikseisen wordt eenvloerconcept gekozen.

Gebruiksaspecten

Gewenste vlakheid (toelaatbare onvlakheid)De gewenste vlakheid is afhankelijk van de logistieke afhandeling vangoederen. Met andere woorden, de bestemming van de bedrijfsvloerbepaalt de toleranties voor wat betreft de vlakheid. Voor de vereistevlakheid kan onderscheid gemaakt worden tussen de verschillendegebruiksfuncties van vloeren:• Vloeren waar de vereiste vlakheid wordt bepaald door het type

voertuig, de breedte van de gangpaden, de wijze waarop eenheftruck goederen afzet en de hoogte van het afzetten.

• Vloeren waar de vereiste vlakheid wordt bepaald door de plaatsings-toleranties van de inventaris zoals machines, rijdende kranen, hogemagazijnstellingen, apparatuur voor assemblage e.d.

• Vloeren in werkplaatsen, showrooms e.d. waar eventueel eenbedekking op wordt aangebracht.

Vanuit functionele eisen is vlakheidsklasse 3 volgens NEN 2747 meestalvoldoende. Hogere klassen kunnen worden bereikt door specialeuitvoeringstechnieken.

In Nederland worden naast NEN 2747 ook vlakheidseisen volgensbuitenlandse normen gehanteerd zoals de Duitse normen DIN 18202,DIN 15185 en de Britse norm TR 34. Dit gebeurt in verband met de eisendie leveranciers van (hef)trucks stellen aan de vlakheid van de rijvloer.

6

Op het gebied van vlakheid is de volgende klassenindeling (NEN 2747) van toepassing

VlakheidsklasseNEN 2747

1 Supervlak

2 Zeer vlak

3 Zeer vlak

4 Vlak

5 Vlak

6 Matig vlak

7 Onvlak

Toelaatbare hoogte-verschillen per m1

2,0 mm

3,0 mm

4,0 mm

5,0 mm

6,0 mm

8,0 mm

12,0 mm

Toepassingsgebied

Smallegangenmagazijn met hefhoogte > 8 mGladde glanzende afwerklaag

Smallegangenmagazijn met hefhoogte < 8 mBredegangenmagazijn met hefhoogte > 8 mSchokvrije voegpassages in vloeren indien geen plasvorming is toegestaan

Brede gangen magazijn met hefhoogte < 8 mBulkopslag met hefhoogte > 8 mShowrooms, tentoonstellingsruimten

Bulkopslag met hefhoogte < 8 mOpslagruimten, Werkplaatsen, Parkeerruimten, Overige ruimten zonder nadere eisen

Tabel ondergrond

Soort Conus- Beddinggetal CBR-waardeondergrond weerstand

qc [N/mm2] ko [N/mm3] [%]

Veen 0,1 – 0,3 0,01 – 0,02 1 – 2

Klei 0,2 – 2,5 0,02 – 0,04 3 – 8

Leem 1,0 – 3,0 0,03 – 0,06 5 – 10

Zand 3 – 25 0,04 – 0,10 8 – 18

Grind-zand 10 – 30 0,08 – 0,13 15 – 40

Page 5: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

9

Op basis van de functionele eisen die aan een bedrijfsvloer wordengesteld zal een betonvloer ontworpen moeten worden. Bij vloeren opstaal (elastische bedding) is het belangrijkste ontwerpcriterium dewijze waarop scheurvorming als gevolg van het krimpgedrag van betonwordt beheerst.Op basis van zowel de functionele eisen als de genoemde constructieveoplossingen ter beperking van de scheurvorming zal uit een aantal vloer-concepten een keuze kunnen worden gemaakt.

We onderscheiden de volgende concepten van monolietvloeren op staal:

ÿ Vloeren met voegen• vloeren zonder wapening• vloeren met staalvezels• vloeren met marginale onderwapening

ÿ Voegloze vloeren • vloeren met staalvezels, max. ca. 40 x 40 m• vloeren met uitsluitend bovenwapening• vloeren met onder- en bovenwapening• vloeren met voorgespannen staal

ÿ Vloeren van ongewapend beton met krimpvoegen

Deze eenvoudige betonvloeren worden veelal aangebracht op eenondergrond met een goede draagkracht. De krimpvoegen bestaanuit zaagsneden h.o.h. ca. 5 m. De vloeren zijn geschikt voor werk-plaatsen en lichtbelaste magazijnen. Het voegenpatroon moetbestaan uit niet onderbroken zaagsneden. De ongewapende beton-vloer is weinig storingsgevoelig in uitvoering.

ÿ Vloeren van staalvezelbeton met krimpvoegen

Vloeren van staalvezelbeton bevatten als minimale versterking 25 à 35 kg staalvezels per m3 beton (afhankelijk van het vezeltype),waardoor de buigtreksterkte en de schokweerstand ten opzichte van ongewapend beton wordt verhoogd, zodat de vloer dunner kanworden uitgevoerd. De krimpvoegen zijn uitgevoerd als zaagsnedenh.o.h. ca. 7 tot 12 m met een diepte van ca. 1/3 van de vloerdikte ineen vooraf vastgelegd patroon.

ÿ Vloeren van marginaal gewapend beton met krimpvoegen

Onder marginaal gewapend betonvloeren verstaan we betonvloerenvoorzien van een praktische onderwapening bestaande uit eenkruisnet van § 6 à § 8 – 150. Deze wapening is onvoldoende om dekrimpspanningen op te nemen en de betonvloer zal dan ook voorzienmoeten worden van gezaagde krimpvoegen h.o.h. ca. 5 m.

ÿ Vloeren met staalvezels

Om een monolietvloer voegloos uit te voeren met staalvezels zal een dosering met een gehalte van ca. 30 tot 45 kg/m3 nodig zijn,e.e.a. afhankelijk van het vezeltype, de betonkwaliteit (B25/B35) en de vloerafmetingen. Het is mogelijk hiermee de scheurvormingzodanig te beheersen dat vloervelden met een afmeting tot 40 mvoegloos gerealiseerd kunnen worden.

ÿ Vloeren met uitsluitend bovenwapening

Een vloerconcept dat steeds vaker voorkomt is een betonvloer dieuitsluitend aan de bovenzijde is gewapend met een praktischekruiswapening, bij voorkeur met een kleine maaswijdte zoals § 8 à 10 – 100. Deze bovenvloer in combinatie met een ondervloervan menggranulaat zonder toepassing van glijfolie resulteert in een goede beheersing van het krimpgedrag van de toplaag.Met dit vloersysteem zijn naadloze vloervelden te realiseren.

ÿ Vloeren met onder- en bovenwapening

Voor vloeren die aan zeer hoge nuttige belastingen worden bloot-gesteld en waarvan de scheurvorming t.g.v. krimp en temperatuur-belastingen volledig beheerst moet worden biedt een vollediggewapende vloer uitkomst. Het benodigde wapeningspercentage inéén richting is minimaal 0,65% van de betondoorsnede, te verdelenvoor 1/3 over de onderwapening en 2/3 over de bovenwapening.Voor het op juiste hoogte stellen van de wapening is een vlakke endraagkrachtige werkvloer noodzakelijk. Met dit vloersysteem zijnnaadloze vloervelden tot 200 m zonder dilataties te realiseren.

ÿ Vloeren met voorgespannen staal

Dit type vloeren wordt veelal uitgevoerd met voorspankabels zonderaanhechting die na voldoende verharding worden voorgespannen.Hierbij worden hoge eisen gesteld aan de vlakheid van de ondergronden de hierop aangebrachte glijlaag. Bij een voldoende hoeveelheidvoorspanning kunnen hiermee grote oppervlakken als doorgaandevoegloze monolietvloer worden uitgevoerd. Aan de randen hebbendeze vloeren een sterkte neiging tot opkrullen.

8

Vloerconcepten

Page 6: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

1110

Berekening

Voor de berekening van elastisch ondersteunde vloeren bestaat deCUR-Aanbeveling 36 ‘Ontwerpen, berekenen en detailleren van bedrijfs-vloeren van constructief beton’Om de werkzaamheden voor de constructeur te vereenvoudigen is opbasis van deze CUR-Aanbeveling het programma Floor® ontwikkeld.

Floor®Floor® (waarvan inmiddels versie 2.0 beschikbaar is) is een veelzijdigrekenprogramma met veel toepassingsmogelijkheden dat is gebaseerdop CUR-Aanbeveling 36 ‘Ontwerpen, berekenen en detailleren vanbedrijfsvloeren van constructief beton’. Het is geschikt voor ongewapendevloeren, vloeren met staalvezelbeton, gewapende vloeren en voor-gespannen vloeren. Het programma voert controleberekeningen uitrekening houdend met de afmeting van de vloer en de aanwezigheidvan voegen met of zonder deuvels. Alle mogelijke uitwendige belastingenkunnen worden ingevoerd zoals gelijkmatig verdeelde belastingen,lijnlasten en geconcentreerde lasten. Ook kan voor mobiele lasten deduur en het aantal lastwisselingen in rekening worden gebracht.Tevens rekent het programma met de verhinderde opgelegde vervormingen door krimp en temperatuur.

benodigde invoergegevens• Stijfheidsparameters ondergrond (k-waarde)• Belastingen zoals puntlasten, mobiele lasten, stellingen,

bulkgoederen, e.d.• Bedrijfsvloer: type, dikte, levensduur, veiligheidsklasse, etc.• Materiaalkeuze zoals betonkwaliteit, wapening, vezels, etc.• Plaats van de (krimp)voegen en de te berekenen doorsnede• Krimp- en kruipgegevens beton

Dimensionering

Nadat een keuze is gemaakt uit de verschillende vloerconcepten zal devloerdikte vastgesteld moeten worden. De dimensionering van de vloer-dikte voor de verschillende vloerconcepten geschiedt op basis van hetdraagvermogen van de ondergrond en de te verwachten belastingen dieop de bedrijfsvloer worden uitgeoefend.

SterkteklasseDe sterkteklasse vormt de basis waarop de bedrijfsvloer is berekend omde belastingen op te kunnen nemen. Voor bedrijfsvloeren wordt voor desterkteklasse van de te verwerken beton ten minste B25 aangehouden.Aanvullende eisen die betrekking hebben op snellere verwerking van despecie, snellere sterkteopbouw of duurzaamheid van de vloer kunnenleiden tot een betonsamenstelling die een hogere sterkte genereert dandie op constructieve gronden is vereist. Een hogere sterkte geeft debedrijfsvloer ook een hogere stijfheid en maakt hem derhalve gevoeligervoor scheurvorming. Bij de dimensionering van de bedrijfsvloer moetde constructeur hiermee rekening houden.

MilieuklasseDe duurzaamheid van een betonconstructie wordt uitgedrukt in eenmilieuklasse die wordt bepaald door de mate waarin aantasting dooragressieve stoffen in het geding is.De duurzaamheid van beton wordt vooral bepaald door de dichtheidvan het beton. De voorschriften stellen op basis van de opgegevenmilieuklasse aanvullende eisen aan de betonsamenstelling met betrek-king tot de maximale water-bindmiddelfactor, het minimale bindmiddel-gehalte, in enkele gevallen de cementsoort en soms het minimalegewenste luchtgehalte.

Dimensionering, berekening, detailleringen bestek

belasting-categorie

werkplaats

magazijn licht

magazijn middel

magazijn zwaar

ongewa-pend

100 – 150

130 – 240

160 – 300

staalvezel-beton

100 – 150

120 – 200

150 – 240

180 – 300

bovennet

120 – 160

150 – 180

180 – 240

dubbel net

150 – 200

180 – 240

Detaillering

De detaillering van een elastisch ondersteunde vloer bestaat in hoofdzaakuit de aansluiting aan omringende bouwdelen, de vloerbeëindigingenen de diverse voegtypen in de vloer.Juist bij discontinuïteiten in de vloer is de kans dat scheurvormingoptreedt groot.Dit geldt ook voor het voegenpatroon van krimpvoegen die als zaag-sneden worden uitgevoerd. Zaagsneden kunnen niet midden in de vloerbeëindigd worden, deze dienen altijd door te lopen tot aan de vrije rand.Rondom kolommen zal een insnijding in ruitvorm uitkomst bieden.

DilatatievoegEen dilatatievoeg is een volledige doorsnijding van de betonvloerwaarbij onderlinge vervorming ten gevolge van krimp en temperatuuronbelemmerd kan optreden. De voegwijdte bedraagt doorgaans 10 mm.

KrimpvoegEen krimpvoeg is meestal een gedeeltelijke doorsnijding van de beton-vloer waarmee een zwakke doorsnede in de vloer wordt geformeerd,waardoor de vloer bij krimpverkorting juist daar zal scheuren.Deze voeg wordt middels zaagsneden volgens een vooraf bepaald patroonover 1/3 van de vloerdikte aangebracht. Deze voegen worden aangebrachtom de krimpvervormingen te beheersen bij ongewapende en staalvezelbetonvloeren.

UitvoeringsvoegDit is een voeg die als tijdelijke beëindiging in het productieproces vande betonvloer is aangebracht. Bij hervatting van het stortproces wordttegen de geformeerde rand een volgend vloerdeel gestort, er wordtderhalve ook wel gesproken over een stortnaad. Veelal zal de uitvoerings-voeg mogelijk als dilatatievoeg of krimpvoeg worden uitgevoerd.

Voegpatronen van krimpvoegenDe plaats en het stramien van de aan te brengen krimpvoegen moetenaan de volgende voorwaarden voldoen:• Voegen moeten loodrecht op de plaatrand zijn aangebracht en

mogen geen scherpe hoeken maken.• De stramienmaten van de krimpvoegen moeten zo veel mogelijk

worden afgestemd op de kolomstramienen.• De stramienmaten van ca. 5 m bij ongewapend beton tot meer dan

12 m bij staalvezelbeton zijn afhankelijk van het vloertype:de vloervelden dienen zoveel mogelijk gelijke afmetingen te hebben,bij voorkeur vierkant, met een maximale verhouding van de zijdenvan 1:1,3.

• Verspringende voegen en T-aansluitingen mogen niet wordentoegepast.

• Rondom kolommen moet een ruitvormig zaagpatroon wordentoegepast.

• Het stramienplan moet door de constructeur worden bepaald.• Het inzagen dient binnen 48 uur na het storten van de vloer plaats

te vinden, afhankelijk van de aanvangssterkte.

Bestek

In het bestek dienen de prestatie-eisen – een vertaling van de functioneleeisen – samen met de juridische bepalingen vastgelegd te worden.De verantwoordelijkheden ten aanzien van ontwerp, constructie,uitvoering, afwerking, nabehandeling en bescherming van de bedrijfs-vloer zullen duidelijk vastgelegd moeten worden. Ten slotte zal aandachtbesteed moeten worden aan de wijze van oplevering, de onderhouds-periode en de garantievoorwaarden. Uiteraard is een voorwaarde vooreen goede kwaliteitsbeheersing dat de uitvoering geschiedt door eengespecialiseerd vloerenbedrijf.

vloertype

Floor® 2.0 schermafbeeldingen

Indicatie vloerdikte(in mm)

Floor® 2.0 kan besteld worden bij stichting CUR: www.cur.nl

Geen hoeken < 90º

20

20

Detail rondom kolom

Page 7: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

1312

Uitvoeringsaspecten van detaillering

De uitvoering van details zoals randbekisting, voegen, dilataties,sparingen en aansluitingen op putten, goten, kolommen en overigerandconstructies zal in het werkplan meegenomen moeten worden.Ook de voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van vervuiling vanwanden door betonspecie zullen hierin aandacht moeten krijgen.Elastisch ondersteunde ofwel op staal gefundeerde bedrijfsvloerendienen altijd vrij te blijven van overige fundaties. Als voegwijdte voorgevels en balken dient 6 mm te worden aangehouden, terwijl rondomkolommen een voegwijdte van 20 à 25 mm moet worden aangehouden.

WapeningVoor de bovendekking van wapening dient min. 20 tot max. 35 mm aante worden gehouden. Bij toepassing van inductiegeleiding in het vloer-oppervlak is echter minimaal 50 mm dekking nodig. Daarnaast zal detoepassing van deuvels en koppelstaven in voegconstructies onderdeelzijn van de wapening.

Bij de uitvoering van monoliet vloeren worden drie afzonderlijkeaspecten onderscheiden:• de voorbereiding,• de wijze van uitvoering en • de betonsamenstelling.

Voorbereiding

OndergrondZoals ook bij het ontwerp reeds aangegeven, is het bij betonvloeren dieop staal worden gefundeerd van belang inzicht te hebben in het draag-vermogen van de ondergrond. De toplaag van teelaarde zal verwijderdworden en afhankelijk van het draagvermogen van de ondergrondvervangen worden door een goed verdicht zandpakket van minimaal300 mm dikte of in sommige gevallen een grondverbetering van eengrotere laagdikte uitgevoerd in zand of puingranulaat. Deze lagen moetengoed verdicht en geëgaliseerd worden, zodanig dat bij het belopen geenvoetafdrukken zichtbaar achter blijven en de vloer voldoet aan de eisenmet betrekking tot de vlakheid. Vervolgens moet er een keuze wordengemaakt tuusen het toepassen van glijfolie, het maken van een werk-vloer of het direct op de ondergrond storten van de uiteindelijke vloer.Voor een geslaagde uitvoering moet overigens ook aan randbekistingenen in te storten voorzieningen aandacht gegeven worden.

Direct storten op de ondergrond.Als de betonnen constructievloer zonder tussenlaag van folie of werk-vloer op de ondergrond wordt gestort, is het noodzakelijk de ondergrondvooraf te bevochtigen (aardvochtig).

GlijfolieToepassing van één of twee lagen glijfolie met elk een dikte van minimaal0,20 mm en voldoende overlap bij de naden kan een goed alternatiefzijn voor direct op de ondergrond storten. Met de folie wordt voorkomendat de ondergrond vocht uit de verse betonspecie opzuigt. De folie zorgter ook voor dat de wrijving tussen de betonvloer en de ondergrond wordtverminderd en daardoor de krimpvervorming minder wordt belemmerd.Probleem is om de folie op z’n plaats te houden. Opwaaien en plooienvan de folie hebben snel een negatieve werking, met scheurvorming alsgevolg.

Werkvloer Als er sprake is van een gewapende bedrijfsvloer, zal een werkvloer vanbeton nodig zijn om de wapening op de juiste hoogte te plaatsen en vanvoldoende dekking te voorzien. Hiervoor wordt meestal gebruikgemaaktvan een ca. 30 mm dikke laag vloeispecie die op het uitgevlakte zandbedwordt aangebracht. Aldus ontstaat een voldoende draagkrachtige envlakke werkvloer. Ook kan een ondervloer van puingranulaat goed alswerkvloer functioneren.

Eisen voortvloeiend uitde wijze van uitvoering

Vanuit het uitvoeringsproces zullen aanvullende eisen aan de beton-specie worden gesteld. Dit betreft met name de verwerkbaarheidtijdens het storten en uitvlakken (de samenhang/stabiliteit) en deafwerkbaarheid van de toplaag nadat de betonspecie enige opstijvingheeft ondergaan. De aanvoersnelheid en de stortsnelheid dienen opelkaar afgestemd te worden, zodat de wachttijd van mixers en daarmeede terugloop in verwerkbaarheid van de aangevoerde betonspeciewordt beperkt.

Storten en verdichtenDe betonspecie wordt aangevoerd met kubel, betonpomp of beton-dumper. Voor een kubel is een kraan nodig die voldoende ruimte krijgtom te manoeuvreren, terwijl een betondumper over een stevige onder-grond van puingranulaat zonder belemmeringen moet kunnen rijdenhetgeen alleen bij vloeren in ongewapend beton en staalvezelbetonmogelijk is. Bij het storten met een betonpomp dient de lengte van deaansluitende leidingen in de logistiek en de plasticiteit van de beton-specie afgestemd te worden. In alle gevallen dient een doordachtstortplan opgesteld te worden.Om snel en gemakkelijk bij grote vloeroppervlakken de aangevoerdebetonspecie te kunnen verwerken, wordt veelal gewerkt met zeer hogeplasticiteit en vindt verdichting alleen aan de oppervlakte plaats middelseen afreitrilbalk. Het toe te passen consistentiegebied is veelal 4,echter bij vloeren op afschot mag de consistentie niet hoger zijn danconsistentiegebied 3. Bij hoogplastische mengsels dient de verdichtings-apparatuur afgestemd te worden op de consistentie van de betonspeciezodanig dat geen ontmenging plaatsvindt.

Afwerking op hoogte/vlakheidDe betonspecie wordt bij voorkeur machinaal op hoogte gebracht;gebruik van trilapparaten bij het verplaatsen van betonspecie is uitden boze omdat dit ontmenging van de toplaag tot gevolg heeft.De gewenste hoogte wordt veelal met behulp van laserapparatuuraangegeven. Het zware werk van het vloerenleggersvak kan verlichtworden door gebruik te maken van de z.g. laserscreed, de betonspeciewordt lasergestuurd machinaal op hoogte gebracht en vlak afgewerkt.Hiermee kan een hoge mate van vlakheid worden bereikt.De gewenste vlakheid dient vooraf vastgesteld te worden door hetopgeven van een vlakheidsklasse (3,4,5 of 6) conform NEN 2747.Het toepassen van een strooilaag zal de vlakheid negatief kunnenbeïnvloeden.

Afwerking van de toplaag:voorschuren – instrooien – inschuren – pleisterenVoor het vervaardigen van een vlakke, slijtvaste en duurzame beton-vloer is vakmanschap nodig. Bepalend voor de kwaliteit van de vloer isde afwerking van het betonoppervlak na het storten en het verdichtenvan de betonspecie. De wachttijd tussen einde stort en begin van deafwerking ligt tussen de 2 en 12 uur, afhankelijk van de temperatuur envan de betonsamenstelling. De wachttijd is nodig om voldoende opstij-ving te verkrijgen zodanig dat met een mechanische afwerkmachine opde vloer gewerkt kan worden. Het monoliet afwerken bestaat uit hetschuren en vervolgens pleisteren van het betonoppervlak. Voor dezebewerkingen worden zogenaamde vlindermachines ingezet, men spreektdan ook bij het monoliet afwerken meestel over het ‘vlinderen’ van beton-vloeren. Als er een slijtlaag wordt aangebracht, wordt na het voorschureneen instrooilaag aangebracht die vervolgens wordt ingeschuurd in hetnog enigszins vochtige betonoppervlak. De laatste bewerking bestaatuit het pleisteren van het oppervlak met dubbelbladige vlindermachines,het zogeheten afvlinderen.

InstrooilaagEen instrooilaag dient om de oppervlaktekwaliteit wat betreft slijtvast-heid en stootvastheid te verbeteren en kan ook pigmenten bevattenom de kleur van de toplaag te beïnvloeden. De instrooilaag bestaat uiteen droog mengsel van cement en slijtvaste granulaten zoals kwarts,porfier, carborundum en amaril. De effectiviteit is goed bij grove korrels(1 – 3 mm). De slijtvastheid kan onderscheiden worden naar het gebruikvan de vloer en de samenstelling van de instrooilaag (zie tabel).

Uitvoering

Toepassing vloer

Weinig verkeer/voetgangers

Normaal gebruik,bedrijfsruimten, magazijnen

Werkplaatsen, intensief verkeermet harde wielen

Zeer intensief gebruik,schokbestendig

Instrooilaag

Geen

Harde granulaten:kwarts, porfier, basalt

Zeer harde granulaten:carborundum, korund of amaril

Metaalgranulaten (denk aan roestrisico)

Page 8: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

1514

Checklist voor het samenstellen vanbeton voor vloeren

Door onderstaande vragen te beantwoorden worden alle gegevens dienodig zijn voor het samenstellen van beton voor een monoliet afgewerktebetonvloer verkregen (de prestaties van het gekozen betonmengsel zullenveelal een compromis zijn tussen de eisen die worden gesteld in deverharde fase en de omstandigheden waaronder de vloer vervaardigdwordt).

ÿ Wat zijn de eisen op het gebied van de sterkteklasse?ÿ Wat zijn de eisen op het gebied van de milieuklasse?ÿ Hoe is het transport naar de bouwlocatie geregeld?ÿ Hoe wordt de betonspecie op de bouwplaats gestort en verwerkt? ÿ Hoe zijn de klimatologische omstandigheden tijdens het storten,

afwerken en verharden?

Verder zal extra aandacht moeten worden gegeven aan de volgendeonderdelen.• Verwerkbaarheid in consistentiegebied 3 of 4 door aanduiding van

schudmaat: 450 – 600.• Verwerkingsmethode en transportafstand aangeven: kubel, pomp

(m2 leiding) of dumper.• Beperken van krimp door optimale keuze tussen hoeveelheid

bindmiddel en de water-bindmiddelfactor.• Goede korrelopbouw zand- en grindmengsel.• De keuze van de cementsoort afstemmen op het gewenste tijdstip

van afwerken en het beheersen van temperatuurspanningen tengevolge van hydratatie van het cement.

• Bij hoge dosering van plastificerende hulpstoffen kunnen neven-effecten optreden zoals ontmenging, vertragende binding ofluchtbelvorming.

• Beperken van bleeding door een goede korrelopbouw en gehaltefijn materiaal < 250 µm van ca. 140 liter per m3 beton.

CementsoortDe keuze van de cementsoort wordt niet alleen bepaald door deuiteindelijk gewenste sterkte en duurzaamheid, maar ook door deweers- en verwerkingsomstandigheden op de bouwplaats. Denk hierbijaan de omgevingstemperatuur, de invloed van wind en tocht, de specie-temperatuur, de stortmethode, het gewenste opstijfgedrag en de toete passen afwerkingstechnieken. Ook toepassing van een instrooilaagheeft invloed op de keuze van het te gebruiken cement.

Hulpstoffen en vulstoffenDe hulpstoffen die bij betonvloeren worden toegepast zijn (super-)plastificeerders die de verwerkbaarheid van de betonspecie verhogenzonder toevoeging van extra water. Hiermee wordt de dichtheid enderhalve de kwaliteit van de betonvloer bevorderd. Het toepassen vansuperplastificeerders kan ongewenste nevenwerkingen geven zoalsbindingsvertraging en bleeding. Ook de verwerkingsduur kan snelteruglopen.

Vulstoffen worden veelal toegepast om de samenhang en stabiliteitvan de betonspecie tijdens de verwerking te bevorderen. Toepassing vanvulstoffen zoals poederkoolvliegas en steenmeel (fijner dan 125 µm)verhogen de stabiliteit van de plastische betonspecie en kunnen hetoptreden van bleeding beperken.

Om te komen tot de gewenste betonsamenstelling voor de bedrijfsvloerzal de betontechnoloog van de betoncentrale geïnformeerd moetenworden over alle relevante eisen die betrekking hebben op de wijze vanuitvoering.

Bepaling van het moment van afwerking van het betonoppervlak

Het tijdstip waarop met monoliet afwerken of ‘vlinderen’ kan wordenbegonnen luistert erg nauw. Ben je te vroeg, dan zakt de machine wegin de betonspecie. Ben je te laat, dan valt er weinig meer af te werken.Het tijdstip waarop begonnen kan worden met de afwerking wordtbepaald door de betonafwerker, die op basis van zijn vakmanschap hetjuiste moment kiest. Het opstijfgedrag van betonspecie wordt nietalleen bepaald door de keuze van cementsoort, type hulpstof of specie-temperatuur, maar ook de rijtijd (wachttijd) en het transportmiddelspelen een rol. Denk daarbij aan de transportmethode zoals bijvoorbeeldde betonpomp en de aangesloten lengte van de leiding alsmede demanier van verdichten. Heel belangrijk zijn ook de omgevingsomstandig-heden: de buitentemperatuur, de windsnelheid en de relatieve vochtig-heid. Kortom wordt de vloer in weer en wind of binnen aangelegd.Maar ook de constructie van de vloer speelt mee, zoals de dikte van devloer en de ondergrond. Wordt folie toegepast tussen vloer en onder-grond, en zo nee, in hoeverre neemt de ondervloer gemakkelijk vochtop. Het antwoord op deze vragen zal mede van invloed zijn op de tijddie verloopt tussen het storten en het moment van afwerking van hetbetonoppervlak.

SondeOmdat het opstijfgedrag van de betonspecie bepaalt wanneer met hetmonoliet afwerken kan worden begonnen, bestaat er behoefte aan eenmethode waarmee de opstijving van de betonspecie kan wordengemeten. Er is nu een methode beschikbaar die gebaseerd is op hetbereiken van een bepaalde indringdiepte van een sonde.Deze sonde is een dikke staaf met een afgeronde punt die door middelvan een valgewicht in de betonspecie dringt. De diepte waarmee destaaf in de betonspecie doordringt is afhankelijk van de mate vanopstijving van de betonspecie. Uit praktijkonderzoek is gebleken dateen indringing van 35 mm veelal een goed moment is om te startenmet het monoliet afwerken van de betonvloer.

BleedingBij het verwerken van vloeibare betonspecie en na het verdichten kanenig water op het betonoppervlak komen te staan. Fijnere deeltjes enwater concentreren zich aan de betonoppervlakte. Ook zonder echteontmenging kan aanmaakwater aan de oppervlakte komen waarbijcementdeeltjes worden meegevoerd. We noemen dit ‘bleeding’.

Betonsamenstelling

Vanuit de vele mogelijkheden en diversiteit van grondstoffen zoalstoeslagmaterialen, cementsoorten, hulpstoffen en vulstoffen is hetniet mogelijk een eenduidige aanbeveling te geven over de beton-samenstelling voor vloeren. Het is daarom van groot belang de diverseprestatie-eisen van de bedrijfsvloer vast te leggen en in de voor-bereidingsfase de betontechnoloog hierbij te betrekken.

ToeslagmaterialenIn het algemeen zullen de gebruikelijke natuurlijke toeslagmaterialenzand en grind goed toepasbaar zijn. Een belangrijk aandachtspunt bijnatuurlijke toeslagmaterialen is de mogelijke verontreiniging met oer-hout. Houtdeeltjes en versteend hout uit het toeslagmateriaal kunnenna verloop van tijd aan het oppervlak zichtbaar worden en putjes inhet oppervlak veroorzaken. Zelfs hoeveelheden die ver beneden detoegestane verontreiniging liggen kunnen tot ongewenste putvormingleiden. Het verdient daarom aanbeveling potentieel verdacht toeslag-materiaal evenals puingranulaten niet als grondstof voor monolietafgewerkte bedrijfsvloeren te gebruiken.

Door het verdichten ontstaat enig

transport van water en fijne delen

naar het oppervlak.

Page 9: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

1716

NabehandelenNa het afwerken van de vloer is de wijze van nabehandeling van doorslag-gevende betekenis voor de uiteindelijke kwaliteit van de betonvloer.Nabehandelen is niets meer dan het voorkomen van het verdampenvan water en afkoeling o.a door bescherming tegen tocht en isolatie.Door een snelle verdamping van water aan het oppervlak kan de beton-specie ‘verbranden’, hetgeen betekent dat er onvoldoende hydratatieplaatsvindt door gebrek aan water; de vloer kan bij gebruik gaan‘stuiven’. Een tweede gevolg van vroegtijdige verdamping van water ishet ontstaan van plastische krimpscheuren. Bij tijdige ontdekking kunnendeze scheuren nog worden dichtgeschuurd. Juist de zeer plastische enstabiele betonspecies met een laag watergehalte en een hoog gehalteaan fijn materiaal, zijn erg gevoelig voor plastische krimpscheuren.Te vroege uitdroging van het afgewerkte oppervlak kan worden voor-komen door het aanbrengen van curing compound in combinatie methet afdekken van het betonoppervlak met folie.Vloeren mogen nooit korter dan 3 dagen worden nabehandeld, tweeweken verdient aanbeveling en komt de kwaliteit ten goede. Een goedenabehandeling maakt deel uit van de uitvoering en vereist extra zorgna het afwerken van de vloer.

BeschermenTijdens het verharden dient naast de nabehandeling ter voorkomingvan het uittreden van vocht de betonvloer ook beschermd te wordentegen grote temperatuurverschillen. Bij zeer lage temperaturen bestaatkans op vorstschade terwijl er bij zeer hoge temperaturen kans is ophet optreden van thermische scheurtjes. Maar ook tegen vroegtijdigbelasten moet de vloer worden beschermd, opdat krimpvervormingenonbelast kunnen optreden.Bij het aanbrengen van een afdekking of isolatielaag moet beschadigingvan het betonoppervlak worden voorkomen. Als isolatiematerialen zijnnoppenfolie, platen van kunststofschuim of minerale woldekens goedtoe te passen. De materialen moeten goed op elkaar aansluiten enwegwaaien moet worden voorkomen.Tijdens het inzagen van krimpvoegen zal de isolatie tijdelijk verwijderdmoeten kunnen worden.

IngebruiknameHet tijdstip waarop de vloer kan worden belast is afhankelijk van desterkteontwikkeling van het beton in de vloer en de oppervlakte-hardheid. Bij vroegtijdige ingebruikname zal belasten van vooral dehoeken en de randen moeten worden vermeden.

’ Algemeen

Beschikbaarheid vanreserve-capaciteitreserve-materieel

’ Ontwerpen en detailleren

Constructieve aspectenGebruiksbelastingenKrimpgedragDraagvermogen ondergrond

GebruiksaspectenGewenste vlakheid (toelaatbare onvlakheid)Slijtvastheid, ruwheid, stroefheidChemische bestendigheidVloeistofdichtheidAfschot en afwateringElektrische isolatie

DetailleringKrimpvoegenDilatatievoegenStortvoegen

’ Ondergrond, wapening enrandvoorziening

OndergrondWerkvloer/folieVlakheid, afschot

WapeningWapeningstekeningDekkingsblokjes, supportenDeuvels en ankersInstortvoorzieningenVlakheid en beloopbaarheid wapening

RandvoorzieningenMaatvoeringDilataties en voegprofielenVrij houden van wanden/kolommenBescherming omliggende constructies

’ Storten en verwerken betonmortel

AlgemeenStortdatum • Tijdstip aanvangWeersomstandighedenStortomvang • in m3/resp. m2

Stortsnelheid • in m3/uurStortmethode • Kubel

• Pomp• Dumper

VerdichtingsmethodeBereikbaarheid

TransportvoorzieningenLeidingen/bochtenAan- en afvoerwegen mixersTransportafstanden

StortenConsistentiegebiedOpstijfgedrag

’ Afwerken, nabehandelen,in gebruik name

Monoliete afwerkingVlak, onder de reiInstrooimateriaal, mineraalgroep N, M, SVlindermachines • Schuren

• PleisterenNabehandelen

Aanbrengen curing compoundFolieInzagen krimpvoegenTijdstip belasten, in gebruik nemen

In gebruik nameNa … dagen/bij sterkte … N/mm2

’ Leveren betonmortel

SterkteSterkteklasse • B-waardeSterkte-ontwikkeling/gewogen rijpheidStaalvezelbeton • R-waardeStaalvezels • type/… kg/m3

DuurzaamheidMilieuklasseVloeistofdichtheid

KrimparmLage wcf, cementgehalte beperken

VerwerkbaarheidPlastischVloeibaarHoogvloeibaar

GrondstoffenCementsoortVulstoffenHulpstoffenToeslagmateriaal • Korrelgroep

• Korrelverdeling• Herkomst /verontreiniging

Staal-/kunststofvezels • Type vezel/hoeveelheid/m3

VerwerkingsaspectenMonolitische afwerkingVerpompbaarDormante periodeSondeWarmteontwikkelingSpecietemperatuur

Nabehandeling, beschermingen ingebruikname

uitdroging en plastische krimpEen juiste nabehandeling van het

beton zal uitdroging voorkomen en

plastische krimp tot een minimum

beperken

Checklist monolietvloeren

Page 10: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

18

December 2003

Deze brochure is een uitgave van VOBN, de brancheorganisatie van de

betonmortelindustrie, en is tot stand gekomen met medewerking van:

• ABT adviesbureau voor bouwtechniek bv

• Bureau Vloeradvies

• Ingenieursbureau voor bouwtechniek Goudstikker-de Vries bv

VOBN

Postbus 383

3900 AJ Veenendaal

t 0318 55 74 74

f 0318 55 74 70

e [email protected]

w www.gietbouw.nl

Betoncentra:

Betoncentrum Noord-Oost Nederland Betoncentrum West Nederland Betoncentrum Zuid Nederland

Schrevenweg 1-9 Prins Bernhardlaan 12p Bosscheweg 57

8024 HB Zwolle 2405 VT Alphen a/d Rijn 5056 KA Berkel-Enschot (Tilburg)

t 038 454 87 88 t 0172 65 35 08 t 013 455 91 83

f 038 452 67 24 f 0172 65 35 12 f 013 455 91 85

e [email protected] e [email protected] e [email protected]

Page 11: Brochure Hooghmrdschp 6klap - Joostdevree.nl · 2010. 1. 19. · Voordelen monoliet afgewerkte bedrijfsvloeren • Snelle bouwwijze door integratie van toplaag met constructievloer

Ontw

erp:springvorm bno,’s-H

ertogenbosch.TU

-03-05