Brief aan de vrienden en weldoeners Juli 2012 · overweldigende en weldoende invloed op deze...

35
St. Petrus-Broederschap in de Benelux Brief aan de vrienden en weldoeners Juli 2012

Transcript of Brief aan de vrienden en weldoeners Juli 2012 · overweldigende en weldoende invloed op deze...

St. Petrus-Broederschap in de Benelux

Brief aan de vrienden en weldoeners

Juli 2012

St Petrus-Broederschap, Benelux 2

Inhoud

Voorwoord ……………………………..…………3

Zei U "Liturgie"?…….....................................…….5

Gebed om het heiligste en volmaakste van de

christelijke wet, om Jezus en Maria na te volgen

…………………………………….……..………11

Het heilig priesterschap.............……………...…..18

De deugd van Hoop................................................24

De onbetwistbare waarheden die de glorie van Maria

uitmaken (2de

deel)…………………………....….28

Messen en kerkdiensten…………….………...….33

St Petrus-Broederschap, Benelux 3

Voorwoord

Beste Vrienden en Weldoeners,

Met de aanvang van de zomervakantie, voor velen het synoniem van een

zekere dosis vrije tijd, durf ik dit Voorwoord vervangen door drie "post-

it"s, drie "memo's" :

- God heeft de wereld geschapen in zes

dagen; de zevende dag rustte Hij. De

mens, afbeelding van God, heeft vakantie

nodig.

Rust is re-creatie (letterlijk opnieuw

scheppen), niet uiteenvallen of laten gaan.

God blijft op de eerste plaats; tijdens de

vakantie hebben we wel meer tijd vrij om

Hem te dienen en om voor onze ziel te

zorgen door geestelijke afzondering, het

bijwonen van de Mis in de week, elke dag

wat langer bidden dan anders : het zijn

enkele tips voor een gezonde, nuttige,

hoogstaande vakantie.

- Begin juli houdt de Sint-Petrus Broederschap (FSSP) zijn zesjaarlijkse

Generaal Kapittel : een allerbelangrijkst moment waarop een algemene

balans van de zes voorbije jaren wordt opgemaakt en de voornaamste

beslissingen voor de zes komende jaren genomen worden. Het gaat

natuurlijk om de benoemingen, vooral op de hoogste posten, maar ook om

St Petrus-Broederschap, Benelux 4

de organisatie en de stuwkracht binnen de Broederschap. Bidt opdat de

Heilige Geest de aanwezigen alle nodige genaden zou geven en dit

vruchten moge afwerpen.

- Bij de hervatting

van het werkjaar

houdt u zondag 16

september vrij voor

onze jaarlijkse

bedevaart naar

Foy-Notre-Dame

met onze

Aartsbisschop Mgr

Léonard rond het

thema "Bekering

door de traditie".

Redenen te over

om allen op het

appél "aanwezig"

te antwoorden.

Samen met mijn Confraters wens ik u van harte een deugddoende en

christelijke vakantie, en verzeker ik u onze volledige priesterlijke inzet in

Christo Rege.

Pater Hervé Hygonnet FSSP

St Petrus-Broederschap, Benelux 5

Zei U "Liturgie"?

Tegenwoordig en in onze omgeving horen we vaak spreken over

"Liturgie".

Het woord komt uit het Grieks en betekent "openbare daad (of dienst)".

Voor velen is de Liturgie een opmerkelijke bijkomstigheid in het christelijk

leven; men denkt dan aan versierselen in gothische of Romaanse stijl, aan

Latijnse woorden eindigend op "us", aan lange soms ouderwetse

plechtigheden en aan Gregoriaanse gezangen. De liturgie zou de

uitdrukking zijn van een oude gewijde kunst, ergens grenzend aan de

archeologie en behorend tot een zeer speciale branche waar alleen enkele

liefhebbers van antiek of een paar dromers en andere dilettanten hun draai

kunnen vinden.

Figure 1 Sacramentsdag

St Petrus-Broederschap, Benelux 6

Sommigen stellen de pijnlijke vraag : waarom zo hard werken aan het

weer invoeren van dingen die niet meer van deze tijd zijn ? De

hedendaagse devoties, of toch de recentere, hebben hun proeftijd achter de

rug; ze passen zich beter aan aan de tijd waarin wij leven en sommige zijn

door de Kerk goedgekeurd. Waarom dan trachten die devoties op zij te

zetten, ze te vervangen of op zijn minst naar de achtergrond te

verschuiven, achter iets dat voorbijgestreefd is ?

Anderen drijven het niet zo ver en bekijken de liturgie als de gewone

uitwendige organisatie van de openbare cultus van de Kerk voor haar God

: een uitgebreid, ingewikkeld draaiboek van voorschriften, regels en

ceremonies dat alleen de priesters aangaan (de "soutanepriesters" in elk

geval !)

Dit laatste argument kan ontzenuwd worden met te zeggen dat dit alleen

het corpus, het zichtbare gedeelte van de Liturgie, is.

Maar de Liturgie heeft ook een ziel die onzichtbaar is en daarom helaas

vaak over het hoofd wordt gezien.

Deze ziel is de deugd die deze voorwerpen, deze formules, deze uiterlijke

riten bezitten om God te verheerlijken en de mens te heiligen.

Wie kan immers zeggen hoeveel de mensen God met deze cultusdaden

eren en wat ze allemaal terugkrijgen aan genade en verlichting met het

opzeggen van deze gebeden en het deelnemen aan deze plechtigheden.

De Liturgie is de officiële cultus van de Kerk, een cultus die zijn waarde

haalt uit het feit dat de Kerk hem erkend als haar eigen authentieke cultus

en de viering ervan ordent en reglementeert.

Het is bij uitstek een sociale instelling, omdat het in de eerste plaats de

voortzetting is van het gebed en het offer opgedragen voor het heil van de

gehele wereld door Jezus Christus in het Cenakel en op Golgotha, die de

katholieke hiërarchie, bekleed met het priesterschap van Christus, in het

openbaar aanbiedt aan God op het altaar, vaak tijdens een bijeenkomst van

gelovigen en altijd in naam van allen en voor allen.

Wat een prachtig schouwspel ! De hele maatschappij der christenen die

aan de Allerhoogste de cultus aanbiedt die ze Hem verschuldigd is door de

eeuwen heen door de Paus in de basilieken van Rome, door de

bisschoppen in de kathedralen en door de pastoors en priesters in de

parochiekerken en in alle heiligdommen van de wereld.

St Petrus-Broederschap, Benelux 7

Wat is ze groot, die authentieke organisatie van de voornaamste

heilsmiddelen : het Offer, de Sacramenten, de Heilige Schrift, de Traditie

en de Sacramentaliën die de Kerk in haar Liturgie inschakelt en die

daardoor een eersterangsinstrument tot heiliging is !

Het is zowaar de grootste dienst die de Kerk op deze aarde kan verlenen :

de cultus aan God de Almachtige in de eerste plaats en de heiliging van de

zielen in de tweede plaats; en deze twee sublieme werkingen tegelijkertijd.

In het eerste Motu Proprio van zijn roemrijk pontificaat onderstreept de

Heilige Pius X :

"De ware christelijke geest vindt zijn eerste en onmisbare betekenis in de

actieve deelname aan de heilige mysteries en het publieke gebed van de

Kerk".

De beroemde

Kardinaal Mercier

zei dat het leven

en de sociale

vraagstukken

groot voordeel uit

de Liturgie halen

en dat "de

godsdienst met

haar goddelijk

voedsel ons hele

leven zal bezielen

en ons

doeltreffend zal

helpen onze

sociale opdracht te

vervullen".

Al heel lang

(tenminste sinds

het begin van de

20ste eeuw) is een

positieve

liturgische Figure 2 Désiré Félicien François Joseph kardinaal Mercier (Eigenbrakel, 21 november 1851 - Brussel, 23 januari 1926)

St Petrus-Broederschap, Benelux 8

beweging in het spoor getreden van Dom Guéranger, onder meer met Pius

X, om de hele "Stad van God" te oriënteren en als het ware te stuwen naar

de Liturgie. Dit is trouwens een kenmerk van de vroomheid van toen dat

ze ten volle katholiek was, want liturgisch.

Net zoals meesterwerken de eeuwen trotseren, doordat ze danig aangepast

zijn aan het mensdom in het algemeen dat ze geen exclusief kenmerk

vertonen van deze of gene kunstenaar, deze of gene "mode" in de kunst,

deze of gene nationaliteit of een bepaald tijdperk, zo ook past de Liturgie –

dit aardse meesterwerk van de Heilige Geest – zich aan en moet zich

kunnen aanpassen aan de behoeftes van de ziel zowel van tegenwoordig

als van vroeger.

De Liturgie is bedoeld voor alle mensen, voor alle rassen en alle tijden.

De Liturgie is het katholieke gebed, en ook de Kerk zelf, waarvan de

meervoudige formules verbieden ons op te sluiten in ons egoïsme en

individualisme.

Net zoals het evangelische dogma

onthuld door de Verlosser, en de

moraal van de Decaloog door God

aan Mozes gegeven, is de liturgische

cultus even doctrinaal en

moraliserend, én altijd oud én altijd

nieuw.

Elke eeuw brengt nieuwe verrijking

die alleen de traditionele

basisfundamenten doet aangroeien.

Zo hebben we bijvoorbeeld het

eerder recente Feest van het Heilig

Hart, en van Sint-Jozef of nog het

Feest van OLV van de Rozenkrans,

van OLV van Lourdes, of van het

Onbevlekte Hart van Maria die

vieringen zijn van Maria's

providentieële verschijningen in de

geschiedenis van de Kerk.

Hoewel alle landen en alle tijdperken hun eigen devoties hebben die een

typisch beeld geven van het volk of de tijdsgeest waar ze ontstaan zijn,

St Petrus-Broederschap, Benelux 9

zullen alleen deze de tand des tijds doorstaan die hun plaats hebben

gevonden in de liturgische kalender.

Opdat deze feesten een blijvende uitstraling zouden hebben, zei Jezus

bijvoorbeeld aan de Heilige Margareta-Maria Alacoque dat ze ervoor

moest ijveren om het Feest van het Heilig Hart in de universele liturgische

cyclus te krijgen, en met dezelfde bedoeling voerde Pius XI het Feest van

Christus-Koning in.

In dit verband moet

er met nadruk op

gewezen worden hoe

kostbaar en bijzonder

eerbiedwaardig de

Liturgie is die de Kerk

ons door de eeuwen

heen heeft

doorgegeven, en dat

die niet totaal kan

omgegooid worden,

noch na zelfs

uitgebreide en lange

studie, noch om sociologische redenen. De Liturgie veranderen, gebeurt

veiligheidshalve heel omzichtig en heel weinig.

De Liturgie ontwikkelt zich zoals een levend organisme dat langzaam

groeit, op natuurlijke wijze zonder plotse opstoten en zonder haar eigen

gezondheid te schaden.

De Liturgie zoals die onlangs in de jaren 70 vernieuwd werd, heeft jammer

genoeg danig veel nieuwigheden te verwerken gekregen, dat men ze samen

met vele gezaghebbende personen terecht "De Nieuwe Liturgie" mag

noemen, of "De Nieuwe Mis" die men trouwens voortaan als de enige

geldige is gaan beschouwen. Dit is één van die pijnlijke en gevaarlijke

zwaktes, want door de Liturgie van de Romeinse traditie plots ouderwets

en voorbijgestreefd te gaan noemen die niet meer zou moeten toegepast

worden, ten voordele van de nieuwe Liturgie van recente makelij, loopt

men het risico dat eerlang dezelfde kritiek op de Nieuwe Liturgie geuit

wordt; de Liturgie zal op die manier op haar grondvesten gaan wankelen

en een evolutieve periode tegemoet gaan waarin ze zich constant snel zal

moeten aanpassen aan de situaties en de gemeenschappen waar ze zal

gevierd worden.

St Petrus-Broederschap, Benelux

10

Is het dit niet dat we al zo vaak gezien hebben : diepgaande veranderingen

van de ene parochie of katholieke gemeenschap tot de andere ? … Helaas.

Keren we even terug naar de bijzondere devoties : de Liturgie, die het

gebed is van de grote katholieke familie, neemt het niet op tegen de

modernere of plaatselijke devoties, maar oefent in tegendeel haar

overweldigende en weldoende invloed op deze devoties uit door ze samen

te smelten met de hoofdzakelijk moderne devotie die de officiële cultus

van de Kerk in haar majesteit en zelfzekere uitdrukkingswijze is.

Het komt er dus niet op aan de bijkomende devoties af te schaffen maar te

hiërarchiseren door ze ondergeschikt te maken aan de officiële cultus, om

de Almachtige de grootst mogelijk eer te bewijzen die Hem toekomt, en

voor de mens zoveel mogelijk broodnodige genade te bekomen.

Zonder daarom de bijkomende bronnen van bovennatuurlijk leven de rug

toe te keren, moeten wij meer vasthouden aan en/of terugkeren naar de

eerste bron waar de zielen zich sinds de eerste eeuwen van de Kerk hun

dorst hebben gelaafd : in de eerste plaats de Heilige Mis, en vervolgens het

Goddelijk Officie (bijvoorbeeld de Vespers), de zegening met het

Allerheiligste Sacrament, (en de meestal erbij horende Aanbidding), de

gebruikelijke zegeningen die de Kerk haar dierbare kinderen aanbiedt :

zegening van het huis, de auto, het magazijn of de werkplaats, zegening

vóór de reis, het dragen van het schapulier of medailles met aflaten die

ontvangen worden volgens een liturgisch ritueel na een grondige

voorbereiding (…)

In navolging van de Heilige Pius X zien we hier één van de doeltreffendste

middelen om "alles te herstellen in Christus".

Dat is het doel.

Pater Hervé Hygonnet, FSSP

St Petrus-Broederschap, Benelux

11

Gebed om het heiligste en volmaakste van de

christelijke wet, om Jezus en Maria na te

volgen

Koningin der Engelen en Heiligen, en mijn lieve Moeder, Maria, Doordring mij met een grote eerbied jegens God ; laat mij inzien hoe klein ik ben. Laat mij elke zonde, hoe klein ze ook is, vrezen en verafschuwen. Leer mij een afschuw te hebben voor de ijdelheden van deze wereld en mijn eigen neigingen te verloochenen. Laat mij altijd de laatste plaats zoeken en wek in mij het verlangen op door de wereld te worden veracht. Leer mij het kruis beminnen, en het met een sterk en edelmoedig hart te dragen.

Leer mij te lijden met vreugde ! Ontvlam mij met uw zuivere liefde en leer mij zelfs mijn vervolgers lief te hebben. Laat mij streven naar de zuiverste, volmaakste graad van deugd en laat mij mij verenigen met het hoogste en ware Goed. Amen.

Dit gebed bevat de hoofdzakelijke werkingen die God in het binnenste van

een ziel kan voortbrengen. Natuurlijk zijn er nog andere, heel belangrijke

werkingen, zoals de dankbaarheid en het berouw jegens God, maar als de

werkingen die in dit gebed staan, aanwezig zijn, dan zullen die andere

werkingen in de ziel vanzelf ontstaan, waar de omstandigheden dat vragen.

St Petrus-Broederschap, Benelux

12

Het zijn ook precies die werkingen die ontstaan als God zich openbaart aan

een ziel, of als iemand een visioen van God ontvangt. Als al deze

werkingen tijdens het ontvangen van een visioen of openbaring ontstaan,

kan men er praktisch zeker van zijn, dat zo een visioen of openbaring van

God komt.

Als dit gebed de belangrijkste werkingen bevat die

God in een ziel kan teweegbrengen, waarom zou

men daar dan niet om bidden? Daarom is het zeer

aan te bevelen, dit gebed dagelijks te bidden,

bijvoorbeeld gedurende het morgengebed of als

deel van de voorbereiding op de heilige Communie.

Bid dit gebed niet zo snel als men vaak het Onze

Vader bidt, maar langzaam en overwegend, zodat

men zich goed bewust is waarom men bidt. God

pleegt zich mee te delen aan een ziel die in rust op

God gericht is, en niet aan iemand in haast en

onrust.

Op dit gebed berust geen auteursrecht. Men is

volledig vrij dit gebed (en uitleg) te verspreiden, en

het is zelfs zeer aan te bevelen. Wèl wordt gevraagd de essentie van de

werkingen in het gebed niet te veranderen en verder is het gebed

geschreven voor privégebruik. Misschien kent u ook iemand die in dit

gebed zou kunnen zijn

geïnteresseerd?

Hierna volgt een kleine uitleg van het

gebed in de hoop dat u nog

vruchtbaarder de genaden van Gods

werkingen moge ervaren.

Doordring mij met een grote eerbied

jegens God

Overwegen wij dat God de oorzaak is

van alles wat bestaat, van alles wat

wij hebben en zijn. Omdat wij alles

zonder enige verdienste aan onze

kant van God hebben gekregen, God

ons alles uit pure goedheid gegeven

heeft, zijn wij Hem ook alles

Figure 3 Zr. Maria van Agreda (1602-1665)

St Petrus-Broederschap, Benelux

13

verschuldigd. Aangezien wij alle onze krachten van God hebben gekregen

om te werken, daarom behoren ook al onze werken aan God toe, niet aan

ons zelf of aan een ander. Enerzijds vervult het ons met grote dankbaarheid

dat God ons geschapen heeft, ons door de Verlossing door Zijn Zoon de

Hemel weer geopend heeft en ons – als wij dat tenminste willen en de

Heer dienen zoals Hij dat van ons vraagt – voortdurend door de Heilige

Geest de vruchten van de Verlossing op ons toepast en ons uiteindelijk

deel laat nemen aan Zijn Eeuwige Heerlijkheid in de Hemel; anderzijds

vervult de gedachte, dat God ons leven elke moment in stand houdt, dat

wij elk moment kunnen sterven en voor Zijn rechterstoel moeten

verschijnen, en daarna – afhankelijk van onze werken – ofwel uiteindelijk

voor eeuwig in de Hemel ofwel voor eeuwig in de Hel terechtkomen, ons

met groot ontzag voor Hem. Deze gedachten zijn heel belangrijk voor een

juiste en passende verhouding jegens God.

Laat mij inzien hoe klein ik ben.

Als wij vervuld zijn met een grote eerbied jegens God, als wij ons een

beetje realiseren hoe groot God is, zullen wij ook gemakkelijk onze

kleinheid zien. En deze deugd van nederigheid is belangrijk: zij is het

fundament van alle andere deugden. Hoe groter onze nederigheid jegens

God, hoe meer de liefde Gods in ons kan groeien en daarmee ook onze

liefde tot onze naaste.

Laat mij elke zonde, hoe klein zij ook is, vrezen en verafschuwen.

Een zonde is een belediging van de Majesteit

van God en verontreinigt de ziel. Zelfs de

kleinste zonde is een veel grotere belediging

van God dan wij ons hier op aarde kunnen

voorstellen (God is in zijn Wezen immers

oneindig). Wij zullen dat in het hiernamaals

veel beter begrijpen. Wij moeten daarom de

zonde vrezen, d.w.z. vrezen God te beledigen

door een overtreding van Zijn Wet; vrezen is

de sterkste hartstocht. Omdat de zonde zo

vreselijk is in zijn uitwerkingen, moeten wij

haar ook verafschuwen, er een ware afkeer

van hebben. Ook zo kunnen wij de zonde

gemakkelijker vermijden.

Leer mij een afschuw te hebben voor de

ijdelheden van deze wereld

Figure 4 Maria van Agreda was een paar honderd keer in bilocatie in Texas en in New Mexico en evangeliseerde daar hele indianenstammen.

St Petrus-Broederschap, Benelux

14

De ijdelheden in deze wereld brengen de ziel geen voordeel, zij voeren de

ziel van God weg, zij verhinderen de genade, en brengen de ziel in gevaar

zonden te doen. Daarom is het belangrijk ook daar een afkeer van te

hebben. Iemand die naar het wereldse verlangt, houdt op met naar God te

streven. De liefde Gods in zo een ziel wordt beetje bij beetje verstikt. Het

is te vergelijken met een baby die men i.p.v. melk water geeft. Het water is

geen gif, maar de baby sterft uiteindelijk toch aan ondervoeding; zo ook de

ziel door gebrek aan genade.

en mijn eigen neigingen te verloochenen.

Heel belangrijk is het ook te bidden om de genade, altijd de eigen

neigingen te kunnen verloochenen en ons verstand te volgen. Want heel

dikwijls volgen de mensen meer hun neigingen, die vaak tot het kwade

neigen, dan hun verstand. Zij maken hun verstand onderschikt aan hun -

vaak verkeerde- neigingen van het ogenblik, i.p.v. andersom. Anders

gezegd: zij doen wat zij willen, of het nu verstandig is of niet, maar alleen

omdat hun neigingen hen daartoe aandringen, en zoeken daarna naar

argumenten om hun daden te verdedigen. Daarmee bedriegt de mens

zichzelf en voor men het weet is de zonde een feit.

Laat mij altijd de laatste plaats zoeken

Jezus adviseert dat de eerzuchtige Farizeeën

en natuurlijk eenieder van ons. In het

algemeen is het goed het mindere te kiezen

om God en de naaste het betere te kunnen

geven. Het is niet voor niets dat in vele orden

de armoede zo hoog in het vaandel staat. Luxe

hebben wij niet nodig, alleen het

noodzakelijke hebben wij nodig om de liefde

tot God en de naaste in praktijk te kunnen

brengen. En zelfs het noodzakelijke hebben

veel heiligen vaak niet nagestreefd, maar

hebben bij hun werken vertrouwd op de

Goddelijke Voorzienigheid. Als wij

daarentegen luxe zouden nastreven, dan zouden wij onszelf zoeken en God

aan de kant zetten.

en wek in mij het verlangen op door de wereld te worden veracht.

St Petrus-Broederschap, Benelux

15

Het succes in de wereld doet God vergeten.

Men wordt gemakkelijk trots en

hoogmoedig. Jezus gaf ons op Zijn

Kruisweg en aan het Kruis een voorbeeld

van wat de ware navolger van Christus

wacht: de verachting door de wereld, en

waar wij uiteindelijk geen afkeer van mogen

hebben. Het is soms werkelijk heel moeilijk

om de verachting van de wereld zonder

protest te verdragen, maar wij weten dat wij

het voor Christus doen en dat het heel

verdienstelijk is! Naar verachting verlangen

wij waarschijnlijk niet, maar daar bidden

wij ook niet om bij deze bede. Wij bidden

slechts, dat wij het verlangen ernaar mogen

geschonken krijgen.

Leer mij het Kruis beminnen en het met een sterk en edelmoedig hart te

dragen.

Naar het lijden, het Kruis,

schijnen alleen de heiligen

verlangd te hebben. Als wij

Christus willen navolgen

moeten wij echter bereid

zijn ons Kruis te dragen.

Hoeveel gemakkelijker zou

dat gaan als wij het Kruis

ook zouden liefhebben!

Hoe meer wij Jezus

beminnen en offeren uit

liefde tot Hem, hoe meer wij

ook graag ons Kruis dragen

uit liefde tot Hem. En daarom vragen wij in deze bede. Verder vragen wij

het met een sterk hart te dragen, d.w.z. standvastig, zonder te dralen. Wij

vragen het Kruis edelmoedig te dragen, d.w.z. te lijden, de moeilijkheden

te verdragen, zonder ons te beklagen, maar graag, uit liefde tot Onze Lieve

Heer, zoals ook de volgende bede zegt:

Leer mij te lijden met vreugde!

U kent ongetwijfeld wel die passage uit de Handelingen der Apostelen,

waarbij de apostelen in het Sanhedrin werden gegeseld, en verheugd waren

Figure 5 Zuster Maria van Agreda en de Allerheiligste Maagd met het kindje Jezus

St Petrus-Broederschap, Benelux

16

dat zij waardig bevonden waren omwille van Jezus te mogen lijden

(Hand. 5). Menselijk gezien is dat niet denkbaar, maar met de genade

Gods is alles mogelijk!

Ontvlam mij met Uw zuivere Liefde

In deze bede vragen wij niet om een wereldse liefde, maar om de instorting

van de goddelijke deugd van Liefde. Het is een kuise liefde en een liefde

met een zuivere intentie, d.w.z. wij zoeken niet ons eigen plezier, maar wij

zoeken alleen God te behagen, zonder allerlei bijbedoelingen.

en leer mij zelfs mijn vervolgers lief te hebben.

Gods Liefde is alomvattend en als wij dus Gods Liefde in ons hebben,

moeten wij ook onze vijanden liefhebben. Ook de mensen die door hun

zware zonden God vijandig gezind zijn, zijn Gods schepselen, hoewel zij

dat niet waardig zijn. Wij moeten ze liefhebben, zoals ook Jezus dat

voorgedaan heeft, door voor zijn beulen te bidden. Bedenken wij verder,

dat ook wij door onze zonden God beledigd hebben, en dat ook wij Jezus’

verlossende kracht nodig hebben! Als wij dus door Gods Voorzienigheid

vervolging omwille van Onze Lieve Heer mogen ervaren, denken wij dan

daaraan dat ook wij door onze zonden God a.h.w. vijandig gezind waren,

en aanvaarden wij het lijden dat die vervolging met zich meebrengt om

onze zonden weer goed te maken!

Laat mij streven naar de zuiverste, volmaakste graad van deugd

Wij zijn hier op aarde om onze verkeerde neigingen en ongeregelde

hartstochten, onze ondeugden, en onze verdere gewoonten te zondigen, af

te leggen en steeds meer en steeds volmaakter de deugden te beoefenen,

zodat, dat, wat de groei van de liefde Gods in ons hindert, wordt

verwijderd en men zich door de liefde steeds meer met God kan verenigen.

en laat mij verenigen met het hoogste en ware Goed. Amen.

Op aarde zijn wij, als wij in staat van genade zijn, reeds door de

heiligmakende genade met God verenigd. Hoe meer wij God liefhebben,

hoe meer, en hoe volmaakter wij met God verenigd zijn. Het hoogste en

ware Goed is natuurlijk God. `Hoogste`, omdat er geen wezen bestaat dat

groter en volmaakter is dan God. `Ware`, omdat alleen God waarachtig

goed is, d.w.z. alleen God is de werkelijke Bron van al wat goed is, en

geluk geeft. Al het andere wat goed is, ontleend zijn goedheid aan God.

St Petrus-Broederschap, Benelux

17

Ik heb mij bij dit gebed

sterk laten inspireren

door hoofdstuk 14 van

het tweede boek (8 delen

in totaal) van het boek

dat geschreven is door

de eerbiedwaardige

spaanse abdis Maria van

Agreda (2 april 1602 –

24 mei 1665) over de

mystieke visioenen die

zij kreeg over het leven

van de Allerheiligste

Maagd Maria.

Dit boek is geestelijk

heel diepgaand, hoewel

niet moeilijk geschreven.

Het ademt de Wijsheid

van God uit en niet

zelden is men bij het

lezen van het boek vol

verbazing en

bewondering wegens de

grote geheimen en

wonderen die God in een

schepsel (Maria) heeft

kunnen bewerken.

Pater Alfard Schijffelen FSSP

http://mariavanagreda.weebly.com

St Petrus-Broederschap, Benelux

18

Het heilig priesterschap

Inleiding.

De uitwendige tekenen om het goddelijk Leven in onze ziel te bewerken

en te voltooien gaf Christus. Maar wie zou met deze tekenen de mens

kunnen naderen? Wie had daartoe macht en opdracht? Christus zelf ging

van ons heen. Hij schonk in de sacramenten de vruchten van Zijn

Verlossing. Daar moet toch iemand zijn om die vruchten van zijn dood uit

te reiken, anders bleven velen verstoken van Zijn genade en konden ze niet

in contact komen met de Levensbron welke Hij geopend had. Sacramenten

dienen de mens. Zij brengen God en mens tot elkaar. Zij nemen in zekere

zin de taak van Christus’ Mensheid over. Daarom lag het voor de hand, dat

Christus’ priesterlijke bemiddeling tussen God en ons, Zijn eigenlijke

verlossing op zichtbare wijze werd doorgezet. Dit was enkel mogelijk

wanneer er een ander kwam in zijn plaats, een ander, die in Zijn naam en

door Zijn kracht die sacramenten uitreikte en uitdeler werd van Zijn

St Petrus-Broederschap, Benelux

19

geheimenissen (I Cor. 4,1). Hij stelde een sacrament in, waardoor het

mogelijk werd, dat de gemeenschap blijvend de kracht en inwerking van

Zijn verlossing ondervond: het sacrament van het priesterschap. Aldus

verbond Hij Zijn goddelijke geschenken aan een vorm, die zo levendig

mogelijk aan Hem herinnerde, aan Hem als de enige Middelaar tussen God

en wereld; want de functie van Middelaar welke Hij door dit sacrament

aan enkele mensen geeft, doet hen als mensen verdwijnen: zij spreken

slechts in Zijn Naam, zij doen enkel wat Hij deed. Wat zij meedelen is niet

van henzelf ontstaan, maar het zijn louter gaven van Hem, Die slechts

macht gaf tot het bedienen van die sacramenten. Zonder deze macht, van

Hem ontvangen, staat elke priester machteloos. Christus, de eeuwige

Hogepriester, heeft aan Zijn Kerk Zijn priesterschap meegedeeld.

St Petrus-Broederschap, Benelux

20

De vijf sacramenten (doopsel, vormsel, eucharistie, biecht en oliesel)

beogen voornamelijk de persoonlijke heiliging van de gelovigen. De

sacramenten van het priesterschap en het huwelijk, hebben op de eerste

plaats een maatschappelijke betekenis: zij zijn hoofdzakelijk ingesteld tot

het geestelijk welzijn van de gemeenschap. Door het huwelijk worden

steeds nieuwe leden voor de Kerk gewonnen; door het priesterschap krijgt

de Kerk haar offeraars en uitdelers van de heilige sacramenten. Zonder

priesterschap zouden er geen uitdelers van de sacramenten zijn; zonder

huwelijk waren er geen gelovigen, die de sacramenten ontvingen. Door het

priesterschap en huwelijk worden degene, die het ontvangen ook

persoonlijk geheiligd, maar de heiliging wordt hun geschonken, om aan de

heiliging van de anderen te werken en daardoor geestelijk welzijn te

stimuleren (maatschappelijk aspect van deze twee sacramenten).

1. De Heilige Schrift.

In de geschriften van het Nieuwe Testament is Christus de eeuwige

Hogepriester en enige Middelaar, die aan Zijn Kerk in Zijn apostelen Zijn

priesterschap meedeelt. Er is en blijft maar een Hogepriester, zoals er maar

een is, die als Leraar en Herder Zijn Kerk bestuurt en onderwijst. Sint

Paulus zegt het in zijn brief aan de Hebreën uitdrukkelijk: “Hij bezit een

onvervreemdbaar priesterschap, omdat Hij blijft voor eeuwig. Daarom kan

Hij ook te allen tijde hen redden die tot God komen door Zijn bemiddeling,

daar Hij altijd leeft om hun Middelaar te zijn” (Hebr. 7, 24 – 25).

Vanaf het begin van Zijn openbaar leven heeft Christus een groep

leerlingen rond zich verzameld. In overeenstemming met de twaalf

stammen van Israel stelde Hij, na uren van gebed, twaalf opvolgers aan die

Hij apostelen noemde. Hij vormt hen heel speciaal in verband met hun

taak. Hun belooft Hij de macht te geven over het Rijk Gods en het eeuwig

Leven: binden kunnen zij en ontbinden alles wat tot het heil dienstig is; zij

ontvangen de Heilige Geest en de macht om de zonden te vergeven en te

behouden (J. 20, 21 – 23). Tot de apostelen zegt Christus: “Doet dit tot

Mijne gedachtenis” (Lc. 22, 19), als Hij in het Laatste Avondmaal Zijn

kruisoffer voorafbeeldt onder de tekenen van brood en wijn. Uiteindelijk

aan hen gaf Hij het bevel alle volken te dopen en te onderwijzen

Begrip

Een sacrament is een uitwendig teken, door Christus ingesteld,

waardoor genade wordt aangeduid en gegeven.

St Petrus-Broederschap, Benelux

21

Het priesterschap is een sacrament, waarin door de handoplegging

en het gebed van de bisschop aan de wijdeling de macht en de genade

wordt medegedeeld om priesterlijk te leven en te werken (om zijn taak als

bedienaar van de Kerk te vervullen). Het priesterschap onderscheidt zich

hierin van de andere sacramenten, dat het niet alleen genade, maar ook de

macht geeft.

Het priesterschap is door Christus ingesteld. Hij gaf aan de apostelen de

macht om brood en wijn te veranderen in zijn Bloed en Lichaam en zo het

onbloedig offer van de Nieuwe Wet op te dragen. En niet alleen aan de

apostelen, maar ook aan hun wettige opvolgers werd de macht

toevertrouwd.

Wanneer heeft Christus dit sacrament ingesteld?

Tijdens het Laatste Avondmaal, toen Hij door de verandering van het

brood in zijn Lichaam en van de wijn in zijn Bloed het Heilige Misoffer

heeft ingesteld en opgedragen en daarbij tot zijn apostelen sprak: “Doet

dit te mijner gedachtenis”. Door deze woorden namelijk gaf Hij zijn

apostelen de macht en het bevel hetzelfde te doen, wat Hij zelf gedaan

had. De macht om te zonden te vergeven gaf Hij zijn apostelen op de

verrijzenisdag, toen Hij zei tot hen: “Ontvangt de Heilige Geest, wier

zonden gij zult vergeven, hun zijn zij vergeven; en wier zonden gij zult

houden, hun zijn zij gehouden”.

Uitwending teken. De apostelen wijdden de eerste diakens door

handoplegging en gebed (Act. 6,6; 14,22) waardoor de genade werd

gegeven (1 Tim. 4, 14; 2 Tim. 1, 6).

De stof van dit sacrament bestaat in de handoplegging. De vorm van

het priesterschap bestaat in de woorden, welke de bisschop bij de

handoplegging uitspreekt. De bedienaren van de Kerk zijn: diakens,

priesters en bisschoppen. Deze ontvangen de macht om priesterlijke taken

te vervullen; tegelijkertijd ontvangen zij de genade, om dit te doen naar

behoren d.i. op een wijze, die overeenstemt met grote heiligheid van deze

bedieningen.

Het priesterschap geeft de vermeerdering van de heiligmakende

genade, want het is een sacrament van de levenden. Bovendien verleent het

priesterschap ook het recht op genade van bijstand, die te geschikte tijd

gegeven wordt.

Het sacramentele merkteken. Het is een geestelijk, onuitwisbaar en

onvergankelijk teken, in de ziel gedrukt, waardoor de mens op bijzondere

wijze aan Christus wordt toegewijd, aan Hem gelijkvormig en van alle

St Petrus-Broederschap, Benelux

22

anderen wordt onderscheiden. Door het Priesterschap wordt de mens op

heel bijzondere wijze aan Christus toegewijd en zijn plaatsvervanger in het

toedienen van de genade. Christus blijft door hem op zichtbare wijze Zijn

Middelaarschap uitoefenen. De gelijkvormigheid met Christus, de

deelneming aan zijn priesterschap bestaat voor de diaken hierin, dat hij de

onmiddellijke medehelper bij het offer is; hij is ook de buitengewone

bedienaar van sommige sacramenten. Voor de gewone priester, deze

gelijkvormigheid bestaat, dat hij als vertegenwoordiger van Christus het H.

Misoffer in eigenlijken zin opdraagt en de gewone bedienaar van de

sacramenten is. Voor de bisschop bestaat deze omdat hij ook anderen tot

offeraars en bedienaars van de sacramententen wijdt en daardoor het offer

en het priesterschap van het Nieuwe Verbond in stand houdt.

Het priesterschap: slechts

een sacrament. Al zijn er

drie sacramentele wijdingen

of orden, toch is er slechts

een sacrament. De volle

priesterlijke macht en

waardigheid worden

ontvangen bij de

bisschopswijding. Dezelfde

macht en waardigheid, maar

in mindere mate, worden

geschonken bij de

priesterwijding; een

deelneming in dezelfde

macht en waardigheid geeft

de diakenwijding, in zoover

zij de wijdeling heiligt tot

dienaar en medehelper van

het priesterschap.

St Petrus-Broederschap, Benelux

23

Bedienaar

van dit

sacrament en

wie dit

sacrament kan

ontvangen.

Alleen de

bisschop is de

bedienaar van

het priesterschap.

Daardoor is hij

van de gewone

priesters

onderscheiden,

dat hij niet alleen

zelf de macht

bezit om de H.

Misoffer op te

dragen, maar die

ook aan anderen

kan mededelen.

Alleen een man

kan dit sacrament

ontvangen. Hij moet gedoopt zijn en de mening hebben om dit sacrament

te ontvangen (dus de intentie). Voor de geldigheid van de

bisschopswijding moet de wijdeling reeds priester zijn. De wijding is wel

geldig, maar ongeoorloofd als de kandidaat te jong is. Om waardig dit

sacrament te ontvangen moet men in de staat van de genade zijn.

Pater Martin Kromann Knudsen FSSP

St Petrus-Broederschap, Benelux

24

De deugd van Hoop

De Hoop is de goddelijke deugd waardoor wij naar het Rijk der Hemelen

en het Eeuwige Leven verlangen als naar ons geluk, door ons vertrouwen

te stellen in de beloften van Christus,hierbij niet steunend op onze

krachten, maar op de hulp van de genade van de Heilige Geest. (KKK,

1817)

Het behoort tot de christelijke leerstelling dat God

aan elke ziel die Hij schept, voldoende genade verstrekt

om de Hemel te bereiken. De deugd van Hoop die met

het Doopsel in onze ziel wordt ingebracht, steunt op

deze leerstelling van de Kerk van Jezus Christus, en

heeft zich in de loop der eeuwen uit deze leerstelling

ontwikkeld. Met andere woorden, wie niet in de hemel

geraakt, moet het aan zichzelf wijten. God van Zijn kant

heeft ons zielenheil verzekerd. Alleen aan onze kant -

met name onze samenwerking met Gods genade – blijft

onzekerheid bestaan.

We zouden de hoop kunnen definiëren als een

goddelijke deugd die ons doet verlangen naar God als ons opperste goed

en die ons met vast vertrouwen, omwille van Gods Goedheid en Almacht,

doet wachten op de Eeuwige Zaligheid en de noodzakelijke middelen om

die te bereiken. We zien hier dat het eerste en essentiële doel van onze

hoop God zelf is in die zin dat Hij onze zaligheid is, namelijk God eeuwig

te bezitten door het heldere inzicht en de volkomen Liefde. Maar

aangezien we dit doel niet kunnen bereiken zonder hulp van de genade,

gaat onze hoop ook naar alle noodzakelijke bovennatuurlijke hulpmiddelen

om de zonde te vermijden, bekoringen te weerstaan en de christelijke

deugden te verwerven. Natuurlijk is de reden van onze hoop Gods

Goedheid en Gods Almacht. Wij hopen op God, omdat Hij ons alle

middelen toegezegd heeft om ons einddoel te bereiken. Dit vertrouwen in

Gods Goedheid, in Zijn Almacht en Zijn Trouw maken dat wij de

tegenslagen van het leven beter aankunnen. Vergt de beoefening van de

deugd van Hoop van ons zelfdiscipline en zelfverloochening, en soms

zelfs het martelaarschap, dan vinden wij de kracht hiertoe in de zekerheid

van de eindoverwinning.

St Petrus-Broederschap, Benelux

25

De deugd van Hoop wordt ons bij het Doopsel in onze ziel

ingebracht, samen met de heiligmakende genade. Zelfs een pasgeborene

die gedoopt werd, bezit de deugd van Hoop. Maar we mogen die niet laten

indommelen. Wanneer we de jaren van verstand bereiken, moeten we de

deugd van Hoop uitdrukken door akten van Hoop die slechts de inwendige

overtuiging en de bewuste uitdrukking zijn van ons vertrouwen in God en

Zijn beloften. Akten van Hoop zouden een bijzondere plaats moeten

innemen in onze gebeden van elke dag. Deze gebeden zijn God bijzonder

welgevallig, omdat ze zowel onze totale afhankelijkheid van Hem

uitdrukken als ons absoluut vertrouwen in Zijn Liefde voor ons.

Het ligt voor de hand dat de akte van Hoop onmisbaar is voor ons

heil. Blijven twijfelen aan Gods Trouw aan Zijn beloften of aan de

doeltreffendheid van Zijn genade om onze zwakheden te overwinnen, zou

een belediging aan Zijn goddelijke majesteit zijn. We zouden onmogelijk

de zware bekoringen kunnen overwinnen en komen tot de nodige

zelfverloochening in de beoefening van de naastenliefde. Kortom, we

zouden geen echt christelijk leven kunnen leiden, als we geen vertrouwen

hadden in het eindresultaat. Slechts zeer weinigen onder ons zouden de

kracht hebben om het rechte pad te blijven bewandelen, als er maar één

kans op één miljoen bestond om de hemel te bereiken.

Vandaar dat onze hoop krachtig moet zijn. Wankele hoop is een

vernedering van God in Zijn oneindige almacht of Zijn grenzeloze

Goedheid. Dit betekent niet dat wij geen heilzame vrees moeten hebben

om onze ziel niet te verliezen; wel moet deze vrees voortkomen uit ons

gebrek aan zelfvertrouwen, en niet uit ons gebrek aan vertrouwen in God.

Als Lucifer Gods genade heeft kunnen afwijzen, dan zouden ook wij

kunnen falen, maar de schuld voor deze mislukking kan niet op God

worden geschoven. Een heilige is iemand die zichzelf helemaal wantrouwt

en zich volledig in vertrouwen overgeeft aan God.

De deugd van Hoop vervult een zeer belangrijke rol in onze

heiligmaking. In de eerste plaats maakt ze ons één met God door ons los

te maken van aardse goederen. We worden aangetrokken door zintuiglijk

genot, door de voldoening van de hoogmoed en de schittering van

rijkdommen, en tenslotte door de natuurlijke genoegens van het lichaam of

de geest. Maar de Hoop, die stoelt op een levendig Geloof, geeft aan dat al

St Petrus-Broederschap, Benelux

26

deze aardse genoegens, hoe gewettigd ook, twee essentiële elementen van

geluk ontberen : volmaaktheid

en duurzaamheid.

Hoop, gepaard met

nederigheid, maakt onze

gebeden doeltreffend en

bezorgt ons daardoor alle

genaden die wij nodig hebben.

Er is niets meer ontroerend dan

de dringende aansporingen in de

Heilige Schrift tot vertrouwen in

God. Vooral in het Nieuwe

Testament komt de

doeltreffendheid van het

vertrouwen overduidelijk naar voren. De Heer verricht wonderen voor wie

vertrouwen hebben in Hem: denken we maar aan zijn houding tegenover

de honderdman of de lamme, de Kanaänese vrouw en zovele andere

gevallen. Trouwens, niets eert God meer dan ons vertrouwen in Hem. Op

die manier verkondigen wij Zijn Almacht en Zijn Goedheid; God van Zijn

kant die grenzeloos is in Zijn Mildheid, beantwoordt dit vertrouwen met

overvloedige uitstorting van genaden.

Hoop tenslotte is een vruchtbaar activiteitsprincipe. De Hoop brengt

immers heilige verlangens voort, vooral het verlangen naar de Hemel, het

verlangen om God te bezitten. En dit verlangen geeft de ziel het nodige

vuur, de geestdrift, het verlangen om het beoogde doel te bereiken en

ondersteunt onze inspanningen tot wij bij dit doel zijn geraakt.

Hoop doet onze energie toenemen door het vooruitzicht op een

beloning die onze inspanningen ver zal overtreffen. Hoop geeft ons de

moed, het uithoudingsvermogen dat met zekerheid tot succes zal leiden.

Bestaat er niets dat meer ontmoedigt dan vechten zonder hoop op een

overwinning, dan bestaat er niets dat ons integendeel meer krachten geeft

dan de zekerheid op een overwinning. De deugd van Hoop geeft ons die

zekerheid.

Het is ook goed eraan te herinneren dat de basis van de christelijke

hoop zowel van toepassing is op onszelf als op de anderen. God wil niet

alleen mijn redding, maar ook die van alle mensen. Dit moet ons ertoe

aanzetten altijd te blijven bidden voor de zondaars en de ongelovigen,

vooral voor die uit onze onmiddellijke omgeving, in onze familie of onze

St Petrus-Broederschap, Benelux

27

vriendenkring. De katholieke theologen verklaren dat God nooit iemand

volledig van alle genaden uitsluit, zelfs niet de hardnekkigste zondaars.

Als een dierbare komt te overlijden zonder zich uiterlijk met God te

hebben verzoend, moeten wij niet "gaan treuren zoals degenen die geen

hoop hebben". Pas in de Hemel zullen wij vernemen wat een stortvloed

van genade God op deze koppige zondaar heeft doen neerstromen tot in de

laatste ogenblikken van zijn leven, en de genaden die hij kan bekomen

hebben dankzij precies ons betrouwvol gebed.

Ook al is het vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid niet

precies hetzelfde als de Goddelijke Hoop, toch is deze voldoende

verbonden aan het vertrouwen, om er hier wat over uit te weiden.

Vertrouwen hebben in de GoddelijkeVoorzienigheid betekent dat wij

geloven dat God van ons houdt, van elk van ons, met een oneindige

Liefde, met een liefde die, als wij de enige levende wezen op aarde waren,

niet rechtstreekser of persoonlijker zou kunnen zijn. Bij dit geloof komt

nog de zekerheid dat God alleen maar ons welzijn wil, dat hij in Zijn

oneindige Wijsheid beter dan wij weet wat goed is voor ons, en ons dit met

Zijn oneindige Almacht ook geeft. Met te vertrouwen op de stevige steun

van de Liefde, de Wijsheid en de Almacht van God zijn we veilig. Als "de

zaken er slecht voor staan", vervallen wij niet in een troosteloze bui.

Vallen onze plannen in duigen, komen we met onze illusies bedrogen uit

en is de mislukking in zicht, dan weten wij dat God zal maken dat deze

gebeurtenissen bijdragen tot ons uiteindelijk welzijn. We weten dat met de

miserie die de mens zichzelf aandoet, God zal zorgen dat deze zich op een

of andere wijze aanpassen aan Zijn Goddelijke Voorzienigheid.

Dit totale vertrouwen in de

Goddelijke Voorzienigheid komt ons

ter hulp, wanneer wij geneigd zijn te

denken dat wij intelligenter zijn dan

God, dat wij beter weten dan Hij wat

op een bepaald ogenblik goed is voor

ons.

Pater Andrzej Komorowski FSSP

St Petrus-Broederschap, Benelux

28

De onbetwistbare waarheden die de glorie van

Maria uitmaken (2de deel)

Zoals beloofd, zetten wij

onze studie voort over de door de

Kerk plechtig gedefiniëerde grote

geloofswaarheden die

rechtstreeks betrekking hebben

op de Gelukzalige Maagd Maria.

We hebben al toelichting

gegeven bij de dogma's over het

Goddelijke Moederschap en de

Eeuwigdurende Maagdelijkheid van Onze-Lieve-Vrouw, die

beide afgekondigd werden tijdens

het eerste millennium van de

geschiedenis van de Kerk; nu rest

ons uitleg te verstrekken bij de

twee laatste dogma's betreffende

Onze-Lieve-Vrouw afgekondigd

tijdens het tweede millennium

van het bestaan van de Kerk :de

Onbevlekte Ontvangenis en de

Tenhemelopneming van de

Allerheiligste Maagd Maria.

Het wordt eindelijk tijd dat sommige waarheden opentrokken worden

III/ De Onbevlekte Ontvangenis

Op 8 december 1854 werd de ontwikkeling van het dogma van de

Onbevlekte Ontvangenis besloten met de plechtige definitie door Paus

Pius IX : "Door een genade en een bijzonder privilege van de Almachtige

God, en de verdiensten overwegend van Jezus Christus, Redder van het

mensdom, werd de Allergelukzaligste Maagd Maria van bij het eerste

St Petrus-Broederschap, Benelux

29

ogenblik van haar ontvangenis behoed en vrijgesteld van elke vlek van de

erfzonde". (Pauselijke Bul Ineffabilis Deus).

Deze bloem van de Onbevlekte

Ontvangenis was al vroeg in de gedachten van de

Kerk ontsproten. In de 2de eeuw stellen de

Kerkvaders Eva "oorzaak van de dood, tegenover

Maria, oorzaak van het Leven" (Sint Ephrem) en

van de redding en voeren aldus de belofte uit

vermeld in de Genesis : de Vrouw (of haar

afstamming) zal de kop van de demon

verpletteren (Gen 3, 15). Voor zo'n opdracht

scheen een heilige ontvangenis noodzakelijker :

"In U, Heer, is er geen enkele fout, en in uw

Moeder geen enkele vlek", zei dezelfde Sint

Ephrem. En de Heilige Augustinus zal schrijven :

"Van bij haar ontvangenis behoorde ze tot de

goddelijke afstamming door een genade van

wedergeboorte". Op het Concilie van Lateranen

in 649 wordt Maria verklaard tot "altijd

Onbevlekte Maagd". Vanaf de 7de eeuw wordt het feest van de Onbevlekte

Ontvangenis aanvankelijk in het Oosten gevierd en later in geheel Europa.

Toch waren eminente theologen, zoals Sint-Thomas, Sint-Bernardus

of Sint-Bonaventura geen voorstanders van dit privilege, omdat ze in de

eerste plaats – met de nodige omzichtigheid - de universaliteit van de

Verlossing wilden verdedigen. Het was echter de buitengewone verdienste

van de Gelukzalige Duns Scot († 1309) die begreep dat in Maria de

Verlossing niet bevrijdend was, maar behoudend. In het gebed bij het

Feest van de Onbevlekte Ontvangenis dat in 1476 door Paus Sixtus IV

werd goedgekeurd, werd reeds gezegd : "(Maria) werd gevrijwaard van

elke vlek in het vooruitzicht van de dood van Haar Zoon" en met het

voordeel van de deugden van ditzelfde Heil.

Alles past in elkaar ! De Maagd wordt door en voor haar Zoon

gevrijwaard, omdat Ze de Moeder van de Heiland zal worden. Zij wordt

als eerste gered : in haar wordt het Heilsmysterie op de heerlijkste manier

verwezenlijkt.

In de Vespers van 8 december, het feest van de Onbevlekte

Ontvangenis, mogen we trots verkondigen : "Tota pulchra es, ô Maria, et

Figure 6 De heilige Juan Diego ziet Onze Lieve Vrouw van Guadalupe

St Petrus-Broederschap, Benelux

30

macula originalis non est in te – U bent al schoonheid, O Maria, en de

erfvlek is niet in U".

IV/De Hemelvaart van de Allerheiligste Maagd Maria

Hier komt nu de bekroning van het Maria-mysterie. Op 1 november

1950 verklaarde Paus Pius XII met onfeilbaar gezag voor geheel de wereld

: "Wij verkondigen, verklaren en bepalen dat het een door God goddelijk

geopenbaard dogma is dat Maria, de Onbevlekte Moeder van God, altijd

Maagd, op het einde van haar aardse leven met lichaam en ziel in de

hemelse Glorie werd opgenomen. Mocht iemand – het behage God niet –

vrijwillig in twijfel trekken wat wij bepaald hebben, dat hij hierbij verneme

dat hij het goddelijke en katholieke Geloof totaal verlaten heeft."

(Pauselijke Bul Munificentissimus Deus").

Wij lezen heel duidelijk in deze plechtige zinnen dat het Maria-

dogma een essentieel deel is van ons Katholieke Credo ! En één van de

steunpilaren van ons geloof niet willen aanvaarden, ondermijnt het hele

Kerkgebouw. De Kerk heeft niet willen bepalen of Maria gestorven is

zoals wij zullen sterven. Zelfs als "de dood het loon is van de zonde" en

Maria nooit gezondigd heeft, moest ze misschien toch haar Zoon volgen in

de dood ? Deze kwestie is niet opgelost. In de theologie is er sprake van

inslaping (dormitio), maar alleen het vrij zijn van ontbinding en de

verheerlijking (met lichaam en ziel) is dogmatisch vastgelegd.

Ook hier zullen wij dit mysterie moeten benaderen in nauw verband

met de Christologie : de zegevierende Maagd, de Vennoot van de

Verlosser, vervoegt haar Zoon in de glorie. De liturgie heeft in haar de

vrouw gezien "bekleed met de zon, de maan aan Haar voeten en op haar

hoofd een kroon van twaalf sterren" (Apoc. 12, 1)

En ten laatste verpersoonlijkt de Maagd de hoop van het mensdom :

als leidster en gids opent ze voor ons de weg; dit dogma verzekert ons op

onfeilbare wijze de hemelse glorie die ons is beloofd, als we tenminste de

genade niet weigeren.

V/Maria Medeverlosseres en Bemiddelaarster : twee onloochenbare

waarheden !

St Petrus-Broederschap, Benelux

31

Dit zijn nog geen vastgelegde dogma's, maar met zekerheid bepaalde

waarheden die door het kerkelijk leergezag als dogma's kunnen worden

bepaald. Ze ontkennen, zou

verkeerd zijn.

Aan de andere kant zou

het verkeerd zijn de Heilige

Maagd naast haar Zoon te

beschouwen, want door

Christus aan te vullen bij Zijn

verlossingsdaad of bij de

toepassing van de genaden van

het Kruis zou ze wijzen op een

ontoereikendheid, op een

onvolmaaktheid. Grove fout !

De Openbaring bij monde van

de Heilige Paulus is duidelijk :

"Want er is één God, en ook

één Middelaar tussen God en

de mensen, de Mens Jezus

Christus, die Zich gaf als

losprijs voor allen." (1Tim. 2,

5).

Christus is de enige

Verlosser. Maar het heeft God

behaagd de Heilige Maagd bij

onze afkoop te betrekken.

Door haar "Fiat" bij de

Boodschap van de Engel gaf ze

al haar instemming "in de

plaats van het hele mensdom" voor dit heilswerk (Cf. IIIa, q 30, a 1).

Vervolgens op Golgotha, aldus de Heilige Pius X : "Door het samengaan

van smart en wilskracht die haar met Christus verbond, heeft Maria

verdiend op een zeer verheven wijze de herstelster van de vervallen wereld

te worden". (Encycliek Ad Diem Ilud, 1904).

Verwijzend naar het onroerende voorbeeld van de bekering van de

grote heilige die Sint-Augustinus was, schrijft Kardinaal Journet : "De

bekering van Augustinus is één totaal, uniek, onlosmakelijk effect volledig

te danken aan Christus als Verlosser en aan Maria als Mede-Verlosseres.

St Petrus-Broederschap, Benelux

32

Als Mede-Verlosseres in en door de Verlosser als tweede ondergeschikte

oorzaak heeft zij "met Christus het hele mensdom vrijgekocht" (Benedictus

XV).

Alle genade komt van

het Kruis. Maar het

maagdelijk hart van Maria

werd op dit opperste ogenblik

bij het offeren van Haar Zoon

voor ons met een zwaard van

smart doorboord; Als onze

Moeder baarde zij ons, deze

keer in pijn, en werd ze "het

eerste werktuig voor de

verlening van genade" (Paus

Pius X).

In Kanaän had Ze al

van Haar Zoon een eerste

wonder bekomen (Joh. 2, 1-

12). Sint-Bernardus noemt

Haar graag "de aquaduct van

alle genaden". Middelares in

de Bemiddelaar en

ondergeschikt aan Hem, "is

de Heilige Maagd aldus vol

van alle genaden, die alle

zonder uitzondering door

Haar hand gaan" (Sint-

Albertus de Grote).

Laat ons met deze wetenschap Maria's hulp inroepen in geloof en

met overtuiging. In alle omstandigheden en vooral in alle moeilijkheden is

zij, om het met de woorden van Sint-Bernardus te zeggen "Maria de

Moeder van God om alles te bekomen en de Moeder der mensen om alles

te verlenen."

Pater Louis-Dominique Kegelin FSSP

St Petrus-Broederschap, Benelux

33

Missen en Kerkdiensten

Namen

Kapel v.d. heilige Therese

Avenue Jean Ier, 5b (citadel)

Vrijdag: Mis om 18.15 u, daarna

uitstelling v/h Allerheiligste en

biecht tot 19.30 u.

Zaterdag: H. Mis om 11.00 uur

Zondag en kerkelijke feestdagen:

Hoogmis om 10.00 uur

Kapel van het huis St. Aubain

Rue François Dufer 25,

B-5000 Namen

Ma t/m do: H. Mis om 18.15 uur

Herstal (Luik)

Sint-Oremuskapel - Place Jean Jaurès, B - 4040 HERSTAL

*Zondag en kerkelijke feestdagen : gezongen Missen om 9.00 u en 10.30 u

*Eerste donderdag v/d maand: Mis om 18.30 u

*Eerste vrijdag v/d maand: H. Uur om 17.30 u, daarna votief-Mis ter ere

van het Allerheiligst Hart van Jezus om 18.30 u

*Op andere vrijdagen: Mis om 18.30 u

*Zaterdag: Biechtgelegenheid vanaf 9 u, daarna Mis om 10 u; Rozenkrans

om 17.30 u

*Voor bijzondere (feest)dagen : gelieve te bellen: tel.: +32(0)81 74.25.74

Amsterdam

St. Agneskerk

Amstelveenseweg 161

1075 XA Amsterdam

Elke dag een Mis om 11 u (behalve op maandag)

Tel. : +31 (0) 206 62 94 70

Vlissingen:

Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk, Singel 106 (niet ver van het Stadhuis)

H. Mis op een zondag, eens per twee maanden om 17 u ; vóór de H. Mis

wordt biecht gehoord.

Tel.: +31 (0) 206 62 94 70 tridentijnsvlissingen.blogspot.com

Volgende zondagsmis : zondag 2 september 2012.

St Petrus-Broederschap, Benelux

34

Brussel

Sint-Jan-en-Stefaan-der-Minimen-Kerk,

Minimenstraat 62

1000 Brussel

*Dinsdag - Vrijdag: Mis om 18.30uur

*De eerste vrijdagen van de maand (ter ere v/h H.Hart van Jezus)

-Mis om 18.30 uur

-Aanbidding v/h Allerheiligst Sacrament: tot 20.30 uur

*Zaterdag: Mis om 9 uur

*Zondag: gezongen Mis om 9.30 uur (preek is franstalig)

*Biechtgelegenheid: een half uur vóór de Mis

Van 11 t/m 21 juli geen H.Mis, behalve op zondag 15 juli 2012.

Brugge

Basiliek van het Heilig Bloed,

Burg 13,

8000 Bruges

De laatste zondagen van de maand: om 17 uur

Biecht : een half uur vóór de H. Mis.

St Petrus-Broederschap, Benelux

35

Priesterbroederschap St. Petrus in de Benelux

Honoraria voor Missen:

Neem rechtstreeks contact op met één van onze priesters of schrijf

naar bovenstaand adres met vermelding van de gewenste intentie.

De hiernavolgende bedragen zijn richtprijzen; bij financiële

moeilijkheden geeft u naar beste vermogen en de Mis zal worden

opgedragen...

+ Mis: 12 €

+ Novene (9 Missen op 9 opeenvolgende dagen): 120 €

+ Gregoriaanse dertig Missen (30 opeenvolgende dagen): 420 €