BrandVeilig Leven Evolutie of Revolutie?

Op weg naar een andere brandweer Rapportage verkenning BrandVeilig Leven

Léon Haver Han van Bussel april 2010 definitief

Managementsamenvatting

De brandweer heeft in een toekomstverkenning “vernieuwingen” de contouren geschetst voor een nieuw bedrijfsmodel. Speerpunten hierbij zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie en meer sturen op risico’s. Dheeft, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties“Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederlandbelangrijke stap bij het invullen van een nieuwe strategische doctrine brandveili Deze rapportage geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven (voorheen Community Safety genoemd).activiteiten brandweerkorpsen in Nederland en iveiligheid van verschillende doelgroepengrote klankbordgroep een analyse gemaakt van de huidige aanpak en de mogelijkheden bepaald om brandveiligheid te vergroten. De inventarisatie van huidige activiteiten leert dat een groot deel van de regionale en gemeentelijke brandweerkorpsen wel activiteiten in het kader van steeds ligt op het beperken van het gerichte activiteiten zijn naar doelgroepen. Er is nog veel ruimte voor ontwikkeling. En hier kan geleerd worden van de activiteiten en ontwikkelingen bijBrittannië), die vaak al een stap verder zijn. BrandVeilig Leven: evolutie of revolutie? De rapportage toont aan dat er al een waarbij brandweerkorpsen invulling geven aan het vergroten van de brandveiligheid. De rapportagelaat ook zien dat de gewenste aanpak soms sterk afwijkt van de huidige aanpak en dat er een revolutie, een nieuwe visie op Brand In de rapportage worden vijf hoofdaanbevelingen gedaan voor de i Samenwerking De brandweer moet meer samenwerken met externe partners. Samenwerken om beter de verschillende doelgroepen te kunnen bereiken. Samenwerken om kennis en ervaring te benutten in de gedragsverandering die nodig is. Samenwerken om bestuurlijk draagvlak te creëren voor een andere aanpak binnen de brandweer met meer zelfredzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Aanpak In de aanpak moet de focus meer liggen op het verkleinen van de kans op incidenten. De effectivihet grootste door activiteiten te richten op specifieke doelgroepen met de grootste risico’s (particulieren) en de meeste impact (jongeren). Hiervoor is het wenselijk om per regio een risicoprofiel te maken waarmee de juiste doelgroep kan worden be In de aanpak gaat het naast de gebruikelijke veranderen. Ook hier is het belangrijk om de aanpak goed te laten aansluiten bij de doelgroep. Jongeren vragen bijv. om andere programma’s waarbij de pleiten, naast een aanpak op korte/middellange termijn, voor een specifieke aanpak voor de lange termijn, gericht op ‘de nieuwe generatie’. Dit om een andere paradigma op het organiseren van veiligheid ter realiseren. Deze andere aanpak kost tijd en vraagt om een lange adem. De aanbevolen aanpak vraagt om meerinvulling van de brandweer (andere competenties). Bewustwording Invulling geven aan meer brandveilighen bedrijven. Door bewustwording van de risico’s kan de verantwoordelijkheid beter worden gedeeld en kan er acceptatie ontstaan voor acceptabele restrisico’s. Ontwikkeling van een nieuwe aanpaen draagvlak voor de verandering.

De brandweer heeft in een toekomstverkenning “de Brandweer over morgen, strategische reis voor ” de contouren geschetst voor een nieuw bedrijfsmodel. Speerpunten hierbij zijn een

veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie en meer sturen op risico’s. Dvan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederland” uitgevoerdbij het invullen van een nieuwe strategische doctrine brandveili

Deze rapportage geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten in het kader van (voorheen Community Safety genoemd). In een onderzoek is geïnventariseerd welke

brandweerkorpsen in Nederland en in het buitenland uitvoeren om de fysieke en sociale verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Daarnaast is met een

grote klankbordgroep een analyse gemaakt van de huidige aanpak en de mogelijkheden bepaald om

De inventarisatie van huidige activiteiten leert dat een groot deel van de regionale en gemeentelijke brandweerkorpsen wel activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven uitvoert, maar dat de focus nog steeds ligt op het beperken van het effect en dat de impact bovendien beperkt is doordat er nog weinig gerichte activiteiten zijn naar doelgroepen. Er is nog veel ruimte voor ontwikkeling. En hier kan geleerd

en ontwikkelingen bij buitenlandse brandweerkorpsen (metdie vaak al een stap verder zijn.

: evolutie of revolutie? De rapportage toont aan dat er al een evolutiewaarbij brandweerkorpsen invulling geven aan het vergroten van de brandveiligheid. De rapportagelaat ook zien dat de gewenste aanpak soms sterk afwijkt van de huidige aanpak en dat er een

BrandVeilig Leven, nodig is om de kans op risico’s te verkleinen.

worden vijf hoofdaanbevelingen gedaan voor de invulling van Brand

De brandweer moet meer samenwerken met externe partners. Samenwerken om beter de verschillende doelgroepen te kunnen bereiken. Samenwerken om kennis en ervaring te benutten in de

. Samenwerken om bestuurlijk draagvlak te creëren voor een andere aanpak binnen de brandweer met meer zelfredzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid.

In de aanpak moet de focus meer liggen op het verkleinen van de kans op incidenten. De effectivihet grootste door activiteiten te richten op specifieke doelgroepen met de grootste risico’s (particulieren) en de meeste impact (jongeren). Hiervoor is het wenselijk om per regio een risicoprofiel te maken waarmee de juiste doelgroep kan worden bepaald.

de gebruikelijke voorlichting vooral om programma’s om het gedrag te Ook hier is het belangrijk om de aanpak goed te laten aansluiten bij de doelgroep.

Jongeren vragen bijv. om andere programma’s waarbij de nieuwe media kan worden ingezet. Wij pleiten, naast een aanpak op korte/middellange termijn, voor een specifieke aanpak voor de lange termijn, gericht op ‘de nieuwe generatie’. Dit om een andere paradigma op het organiseren van

eze andere aanpak kost tijd en vraagt om een lange adem. aanpak vraagt om meer samenwerking met gespecialiseerde partners en om een andere

invulling van de brandweer (andere competenties).

Invulling geven aan meer brandveiligheid vraagt om een groter brandveiligheidbewustzijnen bedrijven. Door bewustwording van de risico’s kan de verantwoordelijkheid beter worden gedeeld en kan er acceptatie ontstaan voor acceptabele restrisico’s. Ontwikkeling van een nieuwe aanpak vraagt ook om bewustwording van het eigen en nieuw personeel en draagvlak voor de verandering.

2/43

weer over morgen, strategische reis voor ” de contouren geschetst voor een nieuw bedrijfsmodel. Speerpunten hierbij zijn een

veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie en meer sturen op risico’s. De NVBR van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het project

uitgevoerd. Dit project is een bij het invullen van een nieuwe strategische doctrine brandveiligheid.

Deze rapportage geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten in het kader van In een onderzoek is geïnventariseerd welke

buitenland uitvoeren om de fysieke en sociale in hun eigen omgeving te verbeteren. Daarnaast is met een

grote klankbordgroep een analyse gemaakt van de huidige aanpak en de mogelijkheden bepaald om

De inventarisatie van huidige activiteiten leert dat een groot deel van de regionale en gemeentelijke uitvoert, maar dat de focus nog beperkt is doordat er nog weinig

gerichte activiteiten zijn naar doelgroepen. Er is nog veel ruimte voor ontwikkeling. En hier kan geleerd buitenlandse brandweerkorpsen (met name Groot-

evolutie gaande is, waarbij brandweerkorpsen invulling geven aan het vergroten van de brandveiligheid. De rapportage laat ook zien dat de gewenste aanpak soms sterk afwijkt van de huidige aanpak en dat er een

, nodig is om de kans op risico’s te verkleinen.

BrandVeilig Leven.

De brandweer moet meer samenwerken met externe partners. Samenwerken om beter de verschillende doelgroepen te kunnen bereiken. Samenwerken om kennis en ervaring te benutten in de

. Samenwerken om bestuurlijk draagvlak te creëren voor een andere aanpak binnen de brandweer met meer zelfredzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid.

In de aanpak moet de focus meer liggen op het verkleinen van de kans op incidenten. De effectiviteit is het grootste door activiteiten te richten op specifieke doelgroepen met de grootste risico’s (particulieren) en de meeste impact (jongeren). Hiervoor is het wenselijk om per regio een risicoprofiel

om programma’s om het gedrag te Ook hier is het belangrijk om de aanpak goed te laten aansluiten bij de doelgroep.

nieuwe media kan worden ingezet. Wij pleiten, naast een aanpak op korte/middellange termijn, voor een specifieke aanpak voor de lange termijn, gericht op ‘de nieuwe generatie’. Dit om een andere paradigma op het organiseren van

eze andere aanpak kost tijd en vraagt om een lange adem. samenwerking met gespecialiseerde partners en om een andere

brandveiligheidbewustzijn bij burgers en bedrijven. Door bewustwording van de risico’s kan de verantwoordelijkheid beter worden gedeeld

k vraagt ook om bewustwording van het eigen en nieuw personeel

Ontwikkeling en ondersteuning Vanuit de brandweerkorpsen is een duidelijke behoefte aan een landelijk beleidskader en middelen om de veranderingen te implementeren. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om met pilots en leerkringen te werken om een nieuwe aanpak te ontwikkelen en van elkaar te leren. Meetbaarheid BrandVeilig Leven heeft als doelstelling om het maatschappelijk rendement te verhogen. Op dit moment is het meten van dit rendement is echter beperkt ontwikkeld terwijl zichtbaar rendement wel nodig is om draagvlak bij het bestuur en de samenleving te verwerven. De aanbeveling is om een (landelijke) methode voor meetbaarheid te ontwikkelen en dit

Vanuit de brandweerkorpsen is een duidelijke behoefte aan een landelijk beleidskader en middelen om

nteren. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om met pilots en leerkringen te werken om een nieuwe aanpak te ontwikkelen en van elkaar te leren.

heeft als doelstelling om het maatschappelijk rendement te verhogen. Op dit ent is het meten van dit rendement is echter beperkt ontwikkeld terwijl zichtbaar rendement wel

nodig is om draagvlak bij het bestuur en de samenleving te verwerven. De aanbeveling is om een methode voor meetbaarheid te ontwikkelen en dit in de pilots te toetsen

3/43

Vanuit de brandweerkorpsen is een duidelijke behoefte aan een landelijk beleidskader en middelen om nteren. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om met pilots en

leerkringen te werken om een nieuwe aanpak te ontwikkelen en van elkaar te leren.

heeft als doelstelling om het maatschappelijk rendement te verhogen. Op dit ent is het meten van dit rendement is echter beperkt ontwikkeld terwijl zichtbaar rendement wel

nodig is om draagvlak bij het bestuur en de samenleving te verwerven. De aanbeveling is om een te toetsen.

Inhoudsopgave Managementsamenvatting ................................

1. Inleiding ................................

1.1 Aanleiding ................................

1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen

1.3 Leeswijzer ................................

2. Kaders en samenhang ................................

2.1 Wat is BrandVeilig Leven?

2.2 Koppeling met andere NVBR

2.2.1 Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB).

2.2.2 Terugdringen nodeloze uitrukken

2.2.3 Actieprogramma Brandveil

3. BrandVeilig Leven in de praktijk

3.1 Onderzoeksaanpak ................................

3.2 Uitkomsten Nederland

3.2.1 Juridische toets ................................

3.3 Uitkomsten buitenland

4. Conclusies en aanbevelingen

4.1 Samenwerking ................................

4.1.1 Aanbevelingen samenwerking

4.2 Aanpak ................................

4.2.1 Aanbevelingen aanpak

4.3 Bewustwording ................................

4.3.1 Aanbevelingen bewustwording

4.4 Ontwikkeling en ondersteuni

4.4.1 Aanbevelingen ontwikkeling en ondersteuning

4.5 Meetbaarheid ................................

4.5.1 Aanbevelingen meetbaarheid

Bijlage 1: Bronnen ................................

Bijlage 2: Verandering gedrag ................................

Bijlage 3: Mogelijke regionale aanpak

Bijlage 4: Vragenlijsten ................................

Bijlage 5: Beschrijving landelijke projecten

...........................................................................................

................................................................................................

................................................................................................

Doelstelling en onderzoeksvragen ................................................................

................................................................................................

................................................................

Veilig Leven? ................................................................

met andere NVBR-projecten ................................................................

Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB). ................................

Terugdringen nodeloze uitrukken ................................................................

Actieprogramma Brandveiligheid ................................................................

Veilig Leven in de praktijk ................................................................

.......................................................................................

................................................................

..........................................................................................

Uitkomsten buitenland ................................................................

Conclusies en aanbevelingen ................................................................

............................................................................................

samenwerking ................................................................

................................................................................................

................................................................

...........................................................................................

bewustwording ................................................................

Ontwikkeling en ondersteuning ................................................................

ontwikkeling en ondersteuning................................

.............................................................................................

meetbaarheid ................................................................

................................................................................................

................................................................

Bijlage 3: Mogelijke regionale aanpak ................................................................

.............................................................................................

e projecten ................................................................

4/43

........................... 2

..................................... 5

................................... 5

...................................... 7

................................... 7

..................................................... 8

................................................ 8

................................ 8

.................................. 8

....................................... 9

....................................... 9

...................................... 10

....................... 10

.................................................. 10

.......................... 15

.................................................. 15

.......................................... 17

............................ 17

......................................... 17

..................................... 18

.................................................. 20

........................... 22

........................................ 24

....................................... 25

..................................................... 25

............................. 26

.......................................... 27

................................... 28

..................................................... 30

........................................... 31

............................. 33

.................................... 36

1. Inleiding

Deze rapportage geeft inzicht in BrandVeilig Leven (voorheen Community Safetybuitenland. Preventieve activiteiten die de zelfredzaamheid bevorderen. De verkenning is uitgevoerd verkenning naar Community Safety in Nederlandbrandweerkorpsen van Nederland en een selectie van verschillende buitenlandse korpsen. De uitkomsten moeten een handvat bieden om ontwikkelen in de lijn van de strategische toekomstverkenning diheeft uitgevoerd onder de naam, de achtergronden hiervan zijn terug te vinden in het boek “basis voor vernieuwing.” In deze rapportage wordt verder geen verdieping gegeven op de strategireis behalve daar waar het voor de keuzes in deze rapportage van belang is. 1.1 Aanleiding

De Strategische Reis is de basis voor brandweerveld. De Strategische Reis geeft een beeld hoe de brandweer er in de toekomst (2040) uit kan zien en schetst de contouren van een belangrijke basis voor beleidsinitiatieven van Risicobeheersingkomende jaren. Wat is het probleem? Vanuit de Strategische Reis is een uitgebreide analyse gemaakt naar de rol, heteffecten van de inzet van de brandweer in relatie tot de veranderende maatschappij.binnen het nieuwe bedrijfsmodel organisatie en meer sturen op risico’s. Belangrijke constateringen uit de Strategische Reis • Er is een maatschappelijke verandering aan de gang waarbij:

• de overheid de bureaucratie en regelgeving• verantwoordelijkheden gedeeld worden

• De huidige activiteiten van de brandweer incidenten en minder op het verkleinen van de kans op een incident;

• Risicobeheersingactiviteiten regelgeving. De effectiviteit hiervan is niet regels, mede vanuit het oogpunt van

Nieuwe trends en ontwikkelingen leiden in het bestaande bedrijfsmodel tot een eindeloze liverbeterprojecten en tot kostenverhoging. Daarom wordt in de Strategische Reis gekozen voor het ontwikkelen van een nieuw bedrijfsmodel met een hoger maatschappelijk rendement. In dit bedrijfsmodel ligt de aandacht nog sterker op de voorkant van dop incidenten. Dit kan bereikt worden door meer samenwerking en verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken partijen binnen de keten van brandveiligheiddoor een toename van het brandveiligheidbewustzijnbedrijven.

geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten Community Safety genoemd) bij brandweerkorpsen in Nederland en in het

buitenland. Preventieve activiteiten die het veiligheidsbewustzijn, de verantwoordelijkheidsverdelingelfredzaamheid bevorderen. De verkenning is uitgevoerd door het NVBR project

verkenning naar Community Safety in Nederland” onder alle gemeentelijke en regionale brandweerkorpsen van Nederland en een selectie van verschillende buitenlandse korpsen. De uitkomsten moeten een handvat bieden om BrandVeilig Leven binnen Nederland verder vorm te geven en te

strategische toekomstverkenning die de brandweer de afgelopen jaren heeft uitgevoerd onder de naam, de Strategische Reis. Meer informatie over de Sachtergronden hiervan zijn terug te vinden in het boek “De Brandweer over morgen, strategische reis als

.” In deze rapportage wordt verder geen verdieping gegeven op de strategireis behalve daar waar het voor de keuzes in deze rapportage van belang is.

De Strategische Reis is de basis voor nagenoeg alle huidige belangrijke bewegingen bbrandweerveld. De Strategische Reis geeft een beeld hoe de brandweer er in de toekomst (2040) uit

de contouren van een nieuw bedrijfsmodel. Deze Strategische Reis is een belangrijke basis voor beleidsinitiatieven van Risicobeheersing (proactie en preventie)

Vanuit de Strategische Reis is een uitgebreide analyse gemaakt naar de rol, het brandweer in relatie tot de veranderende maatschappij.

binnen het nieuwe bedrijfsmodel zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare atie en meer sturen op risico’s.

uit de Strategische Reis zijn: een maatschappelijke verandering aan de gang waarbij:

bureaucratie en regelgeving probeert te beperken; gedeeld worden tussen overheid en burgers/bedrijven.

idige activiteiten van de brandweer richten zich primair op het beperken van het effect van het verkleinen van de kans op een incident;

isicobeheersingactiviteiten worden vooral ingevuld door adviseren vanuit en handhaven van e effectiviteit hiervan is niet inzichtelijk en er is een sterke tendens naar minder

t oogpunt van administratieve lastenverlichting.

Nieuwe trends en ontwikkelingen leiden in het bestaande bedrijfsmodel tot een eindeloze liverbeterprojecten en tot kostenverhoging. Daarom wordt in de Strategische Reis gekozen voor het ontwikkelen van een nieuw bedrijfsmodel met een hoger maatschappelijk rendement. In dit bedrijfs

de aandacht nog sterker op de voorkant van de veiligheidsketen, het . Dit kan bereikt worden door meer samenwerking en een verscherping

verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken partijen binnen de keten van brandveiligheidbrandveiligheidbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van burgers en

5/43

van de verkenning van de activiteiten in het kader van bij brandweerkorpsen in Nederland en in het

twoordelijkheidsverdeling en door het NVBR project “Veilig Leven, een

onder alle gemeentelijke en regionale brandweerkorpsen van Nederland en een selectie van verschillende buitenlandse korpsen. De uitkomsten

binnen Nederland verder vorm te geven en te e de brandweer de afgelopen jaren

Meer informatie over de Strategische Reis en de De Brandweer over morgen, strategische reis als

.” In deze rapportage wordt verder geen verdieping gegeven op de strategische

bewegingen binnen het brandweerveld. De Strategische Reis geeft een beeld hoe de brandweer er in de toekomst (2040) uit

een nieuw bedrijfsmodel. Deze Strategische Reis is daarom ook (proactie en preventie) in de

functioneren en de brandweer in relatie tot de veranderende maatschappij. Speerpunten

zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare

tussen overheid en burgers/bedrijven. zich primair op het beperken van het effect van

vooral ingevuld door adviseren vanuit en handhaven van sterke tendens naar minder

Nieuwe trends en ontwikkelingen leiden in het bestaande bedrijfsmodel tot een eindeloze lijst van verbeterprojecten en tot kostenverhoging. Daarom wordt in de Strategische Reis gekozen voor het ontwikkelen van een nieuw bedrijfsmodel met een hoger maatschappelijk rendement. In dit bedrijfs-

e veiligheidsketen, het verkleinen van de kans een verscherping van de

verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken partijen binnen de keten van brandveiligheid. En en de eigen verantwoordelijkheid van burgers en

Met BrandVeilig Leven is de brandweer op weg naar een nBrandVeilig Leven kan “het gat” vullen tussen de huidige proactiedoor wet- en regelgeving zijn ingegeven, zie figuur BrandVeilig Leven is ook een logische ontwikkeling die voortkomt uit tal van (lokale) initiatieven die nu al worden genomen om de brandveiligheid te vergrotenLeven wil deze beweging inspireren en faciliteren om samen te reizen op weg naar een brandveiligere samenleving.

figuur 1: BrandVeilig Leven als onderdeel van de Strategische Reis

is de brandweer op weg naar een nieuwe strategische doctrine kan “het gat” vullen tussen de huidige proactie- en preventieactiviteiten die vooral

en regelgeving zijn ingegeven, zie figuur 1.

is ook een logische ontwikkeling die voortkomt uit tal van (lokale) initiatieven die nu al worden genomen om de brandveiligheid te vergroten (zie voor voorbeelden bijlage 5)

eging inspireren en faciliteren om samen te reizen op weg naar een brandveiligere

BrandVeilig Leven als onderdeel van de Strategische Reis

6/43

doctrine brandveiligheid. en preventieactiviteiten die vooral

is ook een logische ontwikkeling die voortkomt uit tal van (lokale) initiatieven die nu voor voorbeelden bijlage 5). BrandVeilig

eging inspireren en faciliteren om samen te reizen op weg naar een brandveiligere

1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen

De laatste jaren zijn veel initiatieven in het land ontstaan op Straat, Community Safety en Veilig Wonen. Deze initiatieven zijn zeer divers van invulling, maar streven allen een vergelijkbaar doel na Om meer zicht te krijgen op de mogelijkheden en wenselijkheid van heeft de NVBR, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesproject “Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederlandbevat de uitkomsten van deze verkenning. De belangrijkste onderzoeksvragen • Wat verstaan we onder Brand• Wat doet de brandweer aan • Hoe kan de (brand)veiligheid • Hoe kan het rendement van interventies • Hoe kan de brandweer bijdragen aan

beleid van de overheid? 1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een definitie voor (strategische) ontwikkelingen in het beleidsveld. Hoofdstuk 3 beschrijft de onderzoeksmethode en de resultaten van de verkenning naar de verschillende initiatieven op het gebied van zoals deze is uitgevoerd onder de Nederlandse brandweerkorpsen en in het buitenland. Tevens is een juridische toets gedaan. Hoofdstuk 4 verkenning en relateert dit daar waar mogelijkgetrokken en aanbevelingen gedaan

Doelstelling en onderzoeksvragen

De laatste jaren zijn veel initiatieven in het land ontstaan onder verschillende noemers als Meer Rood op Straat, Community Safety en Veilig Wonen. Deze initiatieven zijn zeer divers van invulling, maar streven allen een vergelijkbaar doel na dat aansluit bij de doelstelling van Brand

krijgen op de mogelijkheden en wenselijkheid van BrandVeilig Leven in Nederland heeft de NVBR, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederland” gesde uitkomsten van deze verkenning.

De belangrijkste onderzoeksvragen voor deze verkenning waren: BrandVeilig Leven?

Wat doet de brandweer aan BrandVeilig Leven initiatieven in Nederland? )veiligheid met deze activiteiten worden vergroot?

het rendement van interventies vergroot worden? kan de brandweer bijdragen aan een betere verantwoordelijkheidsverdeling die past in het

en definitie voor BrandVeilig Leven en de samenhang hiervan met andere (strategische) ontwikkelingen in het beleidsveld. Hoofdstuk 3 beschrijft de onderzoeksmethode en de

naar de verschillende initiatieven op het gebied van zoals deze is uitgevoerd onder de Nederlandse brandweerkorpsen en in het buitenland. Tevens is een

Hoofdstuk 4 verbindt de resultaten van de binnenlandse en buitenlandse verkenning en relateert dit daar waar mogelijk is aan theoretische kaders. Hieruit worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomst.

7/43

onder verschillende noemers als Meer Rood op Straat, Community Safety en Veilig Wonen. Deze initiatieven zijn zeer divers van invulling, maar

BrandVeilig Leven.

Veilig Leven in Nederland heeft de NVBR, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het

” gestart. Deze rapportage

een betere verantwoordelijkheidsverdeling die past in het

Veilig Leven en de samenhang hiervan met andere (strategische) ontwikkelingen in het beleidsveld. Hoofdstuk 3 beschrijft de onderzoeksmethode en de

naar de verschillende initiatieven op het gebied van Brandveilig leven zoals deze is uitgevoerd onder de Nederlandse brandweerkorpsen en in het buitenland. Tevens is een

verbindt de resultaten van de binnenlandse en buitenlandse aan theoretische kaders. Hieruit worden conclusies

2. Kaders en samenhang

2.1 Wat is BrandVeilig Leven?

Veel partijen houden zich bezig met veiligheid. Samen met verschillende partijen die als sociale veiligheid betrokken zijn is voor BrandVeilig Leven. Deze partijen waren het CCV, de Taakgroep Handicap en SamenlevingBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Uit de dialogen met deze verschillende partijen kwam een aantal wezenlijke van belang werden geacht voor een definitie van • BrandVeilig Leven beperkt zich niet tot• Brandveiligheid is de eerste focus, mede door

maakt het makkelijker het publiek • De meeste effectiviteit is te bereiken door in de directe (woon)omgeving te starten Dit, aangevuld met de uitkomsten van

BrandVeilig Leven omvat de activiteiten die van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving

veiligheidsbewustzijn, en

Dit in samenwerking met a

Kortom BrandVeilig Leven is de verzamelnaam van activiteiten om de veiligheid in de omgeving te verbeteren. Deze activiteiten zijn gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid, door de eigen verstimuleren (gedragsverandering)waarop een burger wordt aangesprokenis daarom van groot belang. Hierbij is het belangrijk om de samenverbeteren, om de toegankelijkheid tot de doelgroep(en) te vergroten en de focus te verbreden naar meer dan alleen brandveiligheid. Omdat de focus bredtermijn uit de titel verdwijnt en het 2.2 Koppeling met andere NVBR

BrandVeilig Leven staat niet op zichzelf. projecten, die spelen in het brandweerveldprojecten en hun relatie met Brand

2.2.1 Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB).

In het Besluit Veiligheidsregio 's (art. 3.2.1) zijn de opkomsttijden voor de brandweer vastgelegd, inclusief de mogelijkheid om hier beargumenteerd van af te wijken. Dit heeft een relatie met het dekkingsplan en met het regionaal risicoprofielbrandrisico's moet worden opgenomen. Doel ontwikkelen om - vanuit het vak beredeneerd waarom gemotiveerd afgeweken kan worden van de Relatie met BrandVeilig Leven Als door regio's afgeweken wordt van de opkomsttijden, is het de bedoeling dat dit gepaard gaat met voorzieningen die het niveau van brandveiligheid op peil houden.

1 Bijna 90% van de brandslachtoffers (2008) gedrag aan te passen

2 Zie ook bijlage 2

Veilig Leven?

bezig met veiligheid. Samen met verschillende partijen die als sociale veiligheid betrokken zijn is een aanzet gegeven om tot een eenduidige definitie te komen

Deze partijen waren het CCV, de Nederlandse Brandwondenstichtingnleving, Verbond van Verzekeraars en de ministeries van VROM en

Koninkrijksrelaties, NVBR Netwerk LNB en Risicobeheersing

Uit de dialogen met deze verschillende partijen kwam een aantal wezenlijke aspecten werden geacht voor een definitie van BrandVeilig Leven:

beperkt zich niet tot de fysieke veiligheid, maar betreft ook deBrandveiligheid is de eerste focus, mede door het sterke en betrouwbare imago van brandweer

het publiek te bereiken. eeste effectiviteit is te bereiken door in de directe (woon)omgeving te starten

, aangevuld met de uitkomsten van de verkenning, leidt tot de volgende definitie:

vat de activiteiten die tot doel hebben de fysieke en sociadoelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Dit gebeurt door het

veiligheidsbewustzijn, en hun rol in het organiseren van de (eigen) veiligheid zelfredzaamheid te vergroten.

Dit in samenwerking met andere partijen in die omgeving.

is de verzamelnaam van activiteiten om de veiligheid in de activiteiten zijn gericht op het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en

, door de eigen verantwoordelijkheid van de burger bij zijn/haar eigen veiligheid te stimuleren (gedragsverandering). De effectiviteit wordt bepaald door de mate waarin

een burger wordt aangesproken2. Hoe specifieker, des te groter het effect. Doelgroepbenis daarom van groot belang. Hierbij is het belangrijk om de samenwerking met andere partijen te

om de toegankelijkheid tot de doelgroep(en) te vergroten en de focus te verbreden naar meer dan alleen brandveiligheid. Omdat de focus breder is, is het belangrijk dat de term ‘termijn uit de titel verdwijnt en het Veilig Leven gaat heten.

Koppeling met andere NVBR-projecten

Veilig Leven staat niet op zichzelf. BrandVeilig Leven heeft een relatie met die spelen in het brandweerveld. Hieronder een globaal overzicht van een aantal van deze

BrandVeilig Leven. Dit overzicht is niet-limitatief

Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB).

's (art. 3.2.1) zijn de opkomsttijden voor de brandweer vastgelegd, inclusief de mogelijkheid om hier beargumenteerd van af te wijken. Dit heeft een relatie met het dekkingsplan en met het regionaal risicoprofiel, waarin ook een inventarisatie en anabrandrisico's moet worden opgenomen. Doel van dit project is om een landelijk kader of handreiking te

vanuit het vak beredeneerd - een antwoord te kunnen geven op de vragen hoe en waarom gemotiveerd afgeweken kan worden van de gestelde normen.

Als door regio's afgeweken wordt van de opkomsttijden, is het de bedoeling dat dit gepaard gaat met voorzieningen die het niveau van brandveiligheid op peil houden. Zo wordt in Drenthe gekeken of de

Bijna 90% van de brandslachtoffers (2008) valt in de woonomgeving, betrokkenheid bij eigen omgeving vergroot de bereidheid

8/43

bezig met veiligheid. Samen met verschillende partijen die zowel bij fysieke om tot een eenduidige definitie te komen

Nederlandse Brandwondenstichting, NIFV, en de ministeries van VROM en

Netwerk LNB en Risicobeheersing.

aspecten naar voren, die

ook de sociale veiligheid imago van brandweer. Dit

eeste effectiviteit is te bereiken door in de directe (woon)omgeving te starten1.

olgende definitie:

de fysieke en sociale veiligheid . Dit gebeurt door het

hun rol in het organiseren van de (eigen) veiligheid en de

in die omgeving.

is de verzamelnaam van activiteiten om de veiligheid in de directe leef-het veiligheidsbewustzijn en

antwoordelijkheid van de burger bij zijn/haar eigen veiligheid te De effectiviteit wordt bepaald door de mate waarin en de wijze

. Hoe specifieker, des te groter het effect. Doelgroepbenadering werking met andere partijen te

om de toegankelijkheid tot de doelgroep(en) te vergroten en de focus te verbreden naar er is, is het belangrijk dat de term ‘Brand’ op

Veilig Leven heeft een relatie met veel van andere . Hieronder een globaal overzicht van een aantal van deze

's (art. 3.2.1) zijn de opkomsttijden voor de brandweer vastgelegd, inclusief de mogelijkheid om hier beargumenteerd van af te wijken. Dit heeft een relatie met het

waarin ook een inventarisatie en analyse van de een landelijk kader of handreiking te

een antwoord te kunnen geven op de vragen hoe en

Als door regio's afgeweken wordt van de opkomsttijden, is het de bedoeling dat dit gepaard gaat met n Drenthe gekeken of de

, betrokkenheid bij eigen omgeving vergroot de bereidheid

lagere opkomsttijden gecompenseerd kunnen worden door Ook in Rotterdam en Amsterdam zijn wijken uitgerust met rookmelderskazerne werd gesloten. Het doel van het sluiten, maar om in situaties, waarbij wordt afgeweken van de opkomsttijden, de bestuurders op de mogelijkheid van compenserende maatregelen te wijzen. De keuze voor afwijken en welke maatregelen als compensatie dienenen gelegitimeerd zijn (immers de opkomsttijden worden vastgelegd in het dekkingsplan dat onderdeel is van het beleidsplan dat voorligt bij alle gemeenteraden). Het is van belang dat de bestuurder dit actief communiceert aan de buris in de wet of het besluit. In de rampen en crises, maar niet over BrandVeilig Leven bij deze communicatie

2.2.2 Terugdringen nodeloze uitrukken

Loze meldingen komen geregeld project onderzoekt hoe op de middelsubstantieel (meer dan de helft) verlaagd kan worden. ventionele” aanpak: aanpassing vante melden en daarmee de verant Relatie met BrandVeilig Leven Om het aantal nodeloze uitrukken drastisch terug te dringen, wordgebruiksfuncties doormelden van verantwoordelijkheid van de gebruiker/eigenaar voor ontvluchting voorop.BrandVeilig Leven, in het bijzonder een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid brandweer en over hun eigen verantwoordelijkheid moet brandweer/overheid alles oplost, verantwoordelijkheid.

2.2.3 Actieprogramma Brandveiligheid

Eén van de bereikte resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid is een gezamenlijk gedragen Visie op Brandveiligheid, die de basis decentrale overheden als het bedrijfsleven Een betere verdeling van de verantwoordelijkheidonderdelen van de visie. Brandveiligheid is samenwerking tussen burgers, bedrijven en overheid vraagt.handelen vanuit regelgeving naar risicogericht denken en handelendoelgroepen. De burger moet zich meer bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid en het feit dat de overheid niet in staat is een risico Relatie met BrandVeilig Leven Ook voor BrandVeilig Leven is het Actieprogramma een belangrijk kader en sluit daarop aan. De omslag van regelgericht denken en haen een doelgroepenbenadering met situatiespecifieke en risicogerichte aanpak zijn belangrijke leidraden voor BrandVeilig Leven.

3 Het Actieprogramma Brandveiligheid is in januari 2009 aangeboden aan de Tweede Kamer en had een looptijd van januari 2007 tot januari 2009.

In dit kader is het interessant dat bedrijven reageren metkrijgen we zelf intern allerlei loze meldingen. Dit maakt onze interne organisatie minder alert, omdat er

komsttijden gecompenseerd kunnen worden door bijvoorbeeld rookmelders aan te brengen. Ook in Rotterdam en Amsterdam zijn wijken uitgerust met rookmelders, omdat de dichtstbijzijnde kazerne werd gesloten. Het doel van het artikel in het Besluit Veiligheidsregio 's sluiten, maar om in situaties, waarbij wordt afgeweken van de opkomsttijden, de bestuurders op de mogelijkheid van compenserende maatregelen te wijzen.

De keuze voor afwijken en welke maatregelen als compensatie dienen, moeten goed beargumenteerd en gelegitimeerd zijn (immers de opkomsttijden worden vastgelegd in het dekkingsplan dat onderdeel is van het beleidsplan dat voorligt bij alle gemeenteraden).

Het is van belang dat de bestuurder dit actief communiceert aan de burgers, hoewel dit geen vereiste wet of het besluit. In de wet staat wel een verplichting om te communiceren over mogelijke

rampen en crises, maar niet over andere veiligheidsrisico’s. In ieder geval is het duidelijk dat ommunicatie een belangrijke rol kan spelen.

uitrukken

komen geregeld bij de brandweerprofessie en de bestuurders onder de aandachtop de middellange termijn het aantal nodeloze uitrukken

substantieel (meer dan de helft) verlaagd kan worden. Een drastische verlaging vraagt een aanpassing van wet- en regelgeving met andere criteria wat wel en

daarmee de verantwoordelijkheden anders te beleggen.

Om het aantal nodeloze uitrukken drastisch terug te dringen, wordt onderzocht bij welke oormelden van alarmeringen achterwege kan blijven. Ook hierbij staat de eigen

erantwoordelijkheid van de gebruiker/eigenaar voor ontvluchting voorop. Hier ligt Veilig Leven, in het bijzonder de bewustwording bij bedrijven en brancheorganisaties

verantwoordelijkheid wordt gedaan. Het beeld dat mensen hebben over de brandweer en over hun eigen verantwoordelijkheid moet worden bijgesteld. De gedachte

alles oplost, moet verschuiven naar het nemen van bewustwording en

amma Brandveiligheid3

Eén van de bereikte resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid is een gezamenlijk gedragen de basis vormt voor toekomstig beleid van zowel het kabinet, de

decentrale overheden als het bedrijfsleven.

verantwoordelijkheid voor de veiligheid is een van de Brandveiligheid is gezamenlijke verantwoordelijkheid,

samenwerking tussen burgers, bedrijven en overheid vraagt. De visie bepleit een omslag van denken en naar risicogericht denken en handelen, benaderd vanuit zich meer bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen

overheid niet in staat is een risicoloze maatschappij te creëren.

Veilig Leven is het Actieprogramma een belangrijk kader en de Visie op Brandveiligheidaan. De omslag van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en handelen

en een doelgroepenbenadering met situatiespecifieke en risicogerichte aanpak zijn belangrijke leidraden

Het Actieprogramma Brandveiligheid is in januari 2009 aangeboden aan de Tweede Kamer en had een looptijd van januari 2007

In dit kader is het interessant dat bedrijven reageren met: "als het niet meer doorgemeld kan worden, krijgen we zelf intern allerlei loze meldingen. Dit maakt onze interne organisatie minder alert, omdat er

dus velen loos blijken te zijn."

9/43

rookmelders aan te brengen. omdat de dichtstbijzijnde

's is niet om kazernes te sluiten, maar om in situaties, waarbij wordt afgeweken van de opkomsttijden, de bestuurders op de

ten goed beargumenteerd en gelegitimeerd zijn (immers de opkomsttijden worden vastgelegd in het dekkingsplan dat onderdeel

gers, hoewel dit geen vereiste staat wel een verplichting om te communiceren over mogelijke

. In ieder geval is het duidelijk dat

onder de aandacht. Dit uitrukken door de brandweer

Een drastische verlaging vraagt een “oncon-wat wel en wat niet door

t onderzocht bij welke “categorieën" achterwege kan blijven. Ook hierbij staat de eigen

Hier ligt de relatie met en brancheorganisaties waarbij meer

et beeld dat mensen hebben over de De gedachte dat de

bewustwording en eigen

Eén van de bereikte resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid is een gezamenlijk gedragen voor toekomstig beleid van zowel het kabinet, de

is een van de belangrijke , die goede

een omslag van denken en benaderd vanuit vast te stellen

zich meer bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen maatschappij te creëren.

de Visie op Brandveiligheid ndelen naar risicogericht denken en handelen

en een doelgroepenbenadering met situatiespecifieke en risicogerichte aanpak zijn belangrijke leidraden

Het Actieprogramma Brandveiligheid is in januari 2009 aangeboden aan de Tweede Kamer en had een looptijd van januari 2007

orgemeld kan worden, krijgen we zelf intern allerlei loze meldingen. Dit maakt onze interne organisatie minder alert, omdat er

78%

22%

Type korps I

3. BrandVeilig Leven in de praktijk

3.1 Onderzoeksaanpak

Om de onderzoeksvragen van Brandaangepakt4: Binnenland

• Er is gestart met een verkennende van een elektronische vragenlijst. 156

• Vervolgens is een verdiepend ontplooien en de verdiepingsvragenlijst te willen invullenvragenlijst teruggestuurd;

• Parallel zijn diepte-interviewsveiligheidsveld en andere relevante domeinen

• Ook is een juridische toets op

Buitenland

• Via de internationale brandweerorganisatie CTIF/EFA is brandweerkorpsen in het buitenland vragenlijst. Daarnaast is via internet nog een aauitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk zijn 21 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd

Alle resultaten en de voorlopige conclusies van dit onderzoek actieve korpsen uit het land en leden van het Ltot een verdieping heeft geleid. De resultaten van dit onderzoek geven een representatief beeld van de huidige van BrandVeilig Leven door Nederlandse hiervan en een vergelijking met de aanpak van enkele buitenlandse brandweerkorpsen. Door de diepteinterviews, een vergelijking van de Nederlandse resultaten met de inzichten uit het bestudeerde documentatie is een analyse gemaakt voor de verdere ontwikkeling van Hieronder vindt u de resultaten van het onderzoek. 3.2 Uitkomsten Nederland

Van de 435 regionale of gemeentelijke korpsen (CBS, 2008) in Nederlanddeelgenomen. De respondenten waren grafiek 3). De onderzoeksgroep bestaat verder uitof een beroepskorps (8%) (zie grafiek 4).

4 De gebruikte vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 4.

grafiek 3: verdeling deelnemende korpsen naarorganisatorische inbedding

Gemeente

Regionaal

8%

54%

38%

Type korps II

de praktijk

BrandVeilig Leven te kunnen beantwoorden is het onderzoek

verkennende inventarisatie bij alle brandweerkorpsen in Nederland in de vorm vragenlijst. 156 Brandweerkorpsen (35,9 %) hebben deze vragenlijst ingevuld

verdiepend onderzoek uitgezet bij de brandweerkorpsen die aangaven activiteiten te ontplooien en de verdiepingsvragenlijst te willen invullen. 25 Brandweerkorpsen

interviews uitgevoerd met actief betrokkenen en specialisten uit het veiligheidsveld en andere relevante domeinen. Tevens is diverse documentatie bestudeerd (bijlage 1)

toets op de concept Wet Veiligheidsregio ’s uitgevoerd;

Via de internationale brandweerorganisatie CTIF/EFA is een verkennende inventarisatie bij brandweerkorpsen in het buitenland gedaan, met een vragenlijst die afgeleid is van de Nederlandse

via internet nog een aantal extra internationale brandweerorganisaties uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk zijn 21 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd

en de voorlopige conclusies van dit onderzoek zijn met een klankbordgroep van 30 e korpsen uit het land en leden van het Landelijk Netwerk Brandpreventie (LNB) besproken, wat

De resultaten van dit onderzoek geven een representatief beeld van de huidige activiteiten in het kader Nederlandse brandweerkorpsen, hun wensen voor de verdere ontwikkeling

en een vergelijking met de aanpak van enkele buitenlandse brandweerkorpsen. Door de diepte, een vergelijking van de Nederlandse resultaten met de inzichten uit het

een analyse gemaakt van deze huidige aanpak. Dit leidde verdere ontwikkeling van BrandVeilig Leven.

de resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk 4 staan conclusies e

meentelijke korpsen (CBS, 2008) in Nederland hebben 156 korpsen respondenten waren 78% gemeentelijk brandweerkorpsen en 22% regionale korpsen

derzoeksgroep bestaat verder uit een vrijwilligerskorps (54%), een gemenof een beroepskorps (8%) (zie grafiek 4).

De gebruikte vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 4.

e korpsen naar organisatorische inbedding

grafiek 4: verdeling deelnemende korpsen naar organisatiegraad

10/43

54%

Type korps II

Beroeps

Vrijwillig

Gemengd

eilig Leven te kunnen beantwoorden is het onderzoek als volgt

inventarisatie bij alle brandweerkorpsen in Nederland in de vorm deze vragenlijst ingevuld;

bij de brandweerkorpsen die aangaven activiteiten te Brandweerkorpsen hebben deze

met actief betrokkenen en specialisten uit het is diverse documentatie bestudeerd (bijlage 1);

;

inventarisatie bij , met een vragenlijst die afgeleid is van de Nederlandse

ntal extra internationale brandweerorganisaties uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk zijn 21 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd.

met een klankbordgroep van 30 randpreventie (LNB) besproken, wat

activiteiten in het kader hun wensen voor de verdere ontwikkeling

en een vergelijking met de aanpak van enkele buitenlandse brandweerkorpsen. Door de diepte-, een vergelijking van de Nederlandse resultaten met de inzichten uit het buitenland en de

t leidt tot aanbevelingen

conclusies en aanbevelingen.

hebben 156 korpsen (35,9%) en 22% regionale korpsen (zie

een gemengd korps (38%)

grafiek 4: verdeling deelnemende korpsen naar

21%

11%

47%

0%

21%

Huidige activiteiten

De meerderheid van de brandweerkorpsen (103activiteiten uit te voeren in het kader van als onderdeel van hun reguliere taak (preventie/voorlichting)geen activiteiten in dit kader uit te voeren.

Redenen om niet aan BrandVeilig leven te doenIn 70% van de korpsen die nog geen ontbreekt. Enkele korpsen wachten de regionalisering af (5x) of missen nog een beleid (5 Een meerderheid (61%) van dezeimplementatie helpt om wel aandacht Van de 53 korpsen geeft een ruime meerderheid (64%) aan wel de toekomst. In de meeste gevallen gaat het dan om gekozen doelgroep voor deze toekomstige activiteiten zijn scholen (26%). Activiteiten en doelgroepen De activiteiten die de brandweerkorpsen uitvoeren in het kader vover meerdere categorieën. De meeste tijd wordt besteed aan toelichting van de activiteiten wordt geanalyseerd, blijken erg veel activiteiten algemene voorlichtingsactiviteiten te zijn. algemene voorlichting. De uitgevoerde activiteiten zijn dus op verschill

54% Van de activiteiten is gericht op bedrijven en overheid en 13% op particulieren (woonhuizen en studenten), terwijl daar de meeste branden ontstaan en slachtoffers vallen. In sommige gevallen zijn de doelgroepen specifieker ingekaderd, zoals ‘Objecten buiten de 15 en 18 minuten opkomsttijd‘Wijken waar in de afgelopen 5 jaar de meeste woningbranden hebben plaatsgevonden’ of ‘Huishoudens met een 'krappe beurs', hoofdzakelijk ingeschreven bij de sociale dienst’. In sommige gevallen is de doelgroep dus specifiek afgebakend

De keuze voor deze indelingen hebben we niet nader onderzocht. Bis de doelgroep echter algemeen vastgesteld.

5 Er is geen significant verschil in de typologiLeven .

grafiek 5: verdeling huidige BrandVeilig Leven

11%

Huidige activiteiten

Voorlichting

Kennisoverdracht

Advisering

Opleiding

Overig

8%7%

6%

22%

5%12%

11%

18%

11%

Doelgroepen

De meerderheid van de brandweerkorpsen (103: 66%) geeft aan extra preventieve (voorlichtings)in het kader van Veilig Wonen, Community Safety en/of Meer

als onderdeel van hun reguliere taak (preventie/voorlichting). Dit betekent dat 53 kgeen activiteiten in dit kader uit te voeren.

Veilig leven te doen5 die nog geen BrandVeilig Leven activiteiten doen wordt aangegeven dat

achten de regionalisering af (5x) of missen nog een beleid (5

ze korpsen geeft aan dat ondersteuning/faciliteringaandacht te besteden aan BrandVeilig Leven.

Van de 53 korpsen geeft een ruime meerderheid (64%) aan wel dit soort activiteiten st. In de meeste gevallen gaat het dan om preventieve voorlichtingsactiviteiten

gekozen doelgroep voor deze toekomstige activiteiten zijn scholen (26%).

activiteiten die de brandweerkorpsen uitvoeren in het kader van BrandVeilig Leven zijn te verdelen De meeste tijd wordt besteed aan ‘advisering’ (grafiek 5).

toelichting van de activiteiten wordt geanalyseerd, blijken erg veel activiteiten lichtingsactiviteiten te zijn. Dit betekent dat in totaal 45% van de activiteiten bestaat uit

De uitgevoerde activiteiten zijn dus op verschillende manieren te interpreteren.Het merendeel van de korpsen activiteiten ontplooit in het kader van Leven geeft aan dit te willen blijven doengeen opvallend verschil gevonden in huidige activiteiten en ideeën voorpunt. De doelgroepen voor deze activiteiten zijn af te lezen in grafiek 6. De doelgroepen zijn divers. De grootste doelgroep (22%). Studenten is met 5% de kleinste doelgroep waar de activiteiten op gericht zijn.

gericht op en 13% op

tudenten), terwijl daar de meeste branden ontstaan

In sommige gevallen zijn de doelgroepen bjecten

buiten de 15 en 18 minuten opkomsttijd’, Wijken waar in de afgelopen 5 jaar de

Huishoudens met een 'krappe beurs', hoofdzakelijk ingeschreven

’. In sommige gevallen is de doelgroep dus specifiek afgebakend.

De keuze voor deze indelingen hebben we niet nader onderzocht. Bij de meerderhalgemeen vastgesteld.

Er is geen significant verschil in de typologie tussen korpsen die wel of niet activiteiten uitvoeren in het kader van

BrandVeilig Leven-activiteiten

grafiek 6: verdeling activiteiten naar doelgroepen

11/43

22%

Woonhuizen

Bedrijven

Overheidsorganisaties

Scholen

Studenten

Gebruiksvergunnings

plichtige pandenBHV

Horeca

extra preventieve (voorlichtings) of Meer Rood op Straat of

Dit betekent dat 53 korpsen (34%) aangeeft

wordt aangegeven dat hun de tijd achten de regionalisering af (5x) of missen nog een beleid (5x).

facilitering van de activiteiten en

dit soort activiteiten te willen uitvoeren in voorlichtingsactiviteiten. De meest

Veilig Leven zijn te verdelen (grafiek 5). Wanneer echter de

toelichting van de activiteiten wordt geanalyseerd, blijken erg veel activiteiten hiervan (ruim 52%) Dit betekent dat in totaal 45% van de activiteiten bestaat uit

ende manieren te interpreteren. van de korpsen (77%) dat nu

in het kader van BrandVeilig dit te willen blijven doen. Er is

geen opvallend verschil gevonden in huidige voor de toekomst op dit

De doelgroepen voor deze activiteiten zijn af e doelgroepen zijn

divers. De grootste doelgroep betreft scholen (22%). Studenten is met 5% de kleinste doel-groep waar de activiteiten op gericht zijn.

ij de meerderheid van de activiteiten

e tussen korpsen die wel of niet activiteiten uitvoeren in het kader van BrandVeilig

grafiek 6: verdeling activiteiten naar doelgroepen

Samenwerking en activiteiten Bijna 65% van de ondervraagden verbanden is gericht op de fysieke veiligheidnaar de sociale veiligheid. In 62%brandweer. Uit de toelichting van de samenwerkende partners is een onderverdeling gemaakt in typologieën (tabel 1). Bij de indeling van de typologieën is gekeken naar de functie van de samenwerking:0. korps voert de activiteiten zelfstandig uit1. de samenwerking wordt uitgevoerd met ‘interne’ partners (binnen de gemeente, binnen de

brandweer en/of binnen de regimogelijk te maken;

2. Partners, van buiten de brandweer/gemeente, die het makkelijker en/of mogelijk maken de eigen activiteiten uit te voeren. Denk aan woningcorporaties,

3. Partners die een nieuwe functie in de fysieke veiligheid toevoegen aan de activiteiten van de brandweer. Denk bijvoorbeeld

4. Idem als 3, maar dan partners die een functie toevoegen 5. Een mix van de voorgaande partners Type samenwerking 0. Geen samenwerking 1. Gemeente, regio of een ander korps2. Functionele partners binnen de fysieke veiligheid (partners die

nodig zijn om de eigen activiteiten uit te voeren)3. Partners binnen de fysieke veiligheid4. Partners binnen de sociale veiligheid5. Een mix van fysieke en sociale veiligheidspartners

Ook de type activiteiten zijn geanalyseerdsamenwerking. De 115 activiteiten zijn• Focus: Zijn de activiteiten gericht op:

• Verkleinen van de kans dat een incident zich voordoet? Een voorbeeld hiervan is een schooltraject voor kinderebrand.

• Beperken van de effecten van een incident Denk hierbij aan activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van branduitbreiding, rookmelders en voorlichting over vluchten.

• Impact: de mate van impact van de acti

• De mate van aansluiting van de benadering, activiteiten en voorbeelden bij de doelgroep;• De mate van actieve betrokkenheidHoe meer sprake is van actieve betrokkenheid van informatie/activiteit, des te groter en langer is de impact. De investeringen in tijd en energiedaarbij echter wel vaak groter

6 gebaseerd op aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellen.7 Om tot een gedragsverandering te komen is het belangrijk dat zowel de attitude (de houdsociale norm (hoe denken relevante anderen hierover) en de eigen effectiviteit (ben ik in staat om me veiliger te gedragen). Zie voor meer uitleg bijlage 2

tabel 1: samenwerkingstypologieën

show me and I may not remember,Involv

5% van de ondervraagden voert de activiteiten in samenwerking uit. 57% vis gericht op de fysieke veiligheid. Bij 8% van de activiteiten breidt de samenwerking zich uit

62% van de samenwerkingsverbanden komen de partners brandweer. Uit de toelichting van de samenwerkende partners is een onderverdeling gemaakt in

Bij de indeling van de typologieën is gekeken naar de functie van de samenwerking:korps voert de activiteiten zelfstandig uit; de samenwerking wordt uitgevoerd met ‘interne’ partners (binnen de gemeente, binnen de brandweer en/of binnen de regio) om de eigen activiteiten makkelijker uit te voeren en/of

brandweer/gemeente, die het makkelijker en/of mogelijk maken de eigen Denk aan woningcorporaties, Verenigingen van Eigenaren

Partners die een nieuwe functie in de fysieke veiligheid toevoegen aan de activiteiten van de bijvoorbeeld aan de politie die een bijdrage levert over criminaliteit

Idem als 3, maar dan partners die een functie toevoegen in de sociale veiligheidEen mix van de voorgaande partners.

Aantal

ander korps Functionele partners binnen de fysieke veiligheid (partners die

tiviteiten uit te voeren) Partners binnen de fysieke veiligheid Partners binnen de sociale veiligheid Een mix van fysieke en sociale veiligheidspartners

Totaal

zijn geanalyseerd. Gekeken is naar welke activiteiten uitgevoerd worden in de samenwerking. De 115 activiteiten zijn onderverdeeld in ‘focus’ en ‘impact6’:

Zijn de activiteiten gericht op: Verkleinen van de kans dat een incident zich voordoet? Een voorbeeld hiervan is een schooltraject voor kinderen dat gericht is op het voorkomen van

Beperken van de effecten van een incident Denk hierbij aan activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van branduitbreiding, rookmelders en voorlichting over vluchten.

mate van impact van de activiteit op de burger, wordt o.a. bepaald doorDe mate van aansluiting van de benadering, activiteiten en voorbeelden bij de doelgroep;

mate van actieve betrokkenheid van de doelgroep bij de activiteiten; sprake is van actieve betrokkenheid van de doelgroepen en hoe specifieker de

informatie/activiteit, des te groter en langer is de impact. De investeringen in tijd en energieechter wel vaak groter.

gebaseerd op aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellen.

Om tot een gedragsverandering te komen is het belangrijk dat zowel de attitude (de houding van burgers t.o.v. risico’s), de sociale norm (hoe denken relevante anderen hierover) en de eigen effectiviteit (ben ik in staat om me veiliger te gedragen).

samenwerkingstypologieën

Tell me and I will forget, show me and I may not remember, Involve me and I will understand.

Confucius, BC 450

12/43

van de samenwerkings-de activiteiten breidt de samenwerking zich uit

partners van buiten de brandweer. Uit de toelichting van de samenwerkende partners is een onderverdeling gemaakt in vijf

Bij de indeling van de typologieën is gekeken naar de functie van de samenwerking:

de samenwerking wordt uitgevoerd met ‘interne’ partners (binnen de gemeente, binnen de o) om de eigen activiteiten makkelijker uit te voeren en/of

brandweer/gemeente, die het makkelijker en/of mogelijk maken de eigen Verenigingen van Eigenaren, etc.

Partners die een nieuwe functie in de fysieke veiligheid toevoegen aan de activiteiten van de criminaliteitspreventie;

in de sociale veiligheid;

Aantal activiteiten 41 25 23

17 4 5

115

en uitgevoerd worden in de

n dat gericht is op het voorkomen van

Denk hierbij aan activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van branduitbreiding,

wordt o.a. bepaald door: De mate van aansluiting van de benadering, activiteiten en voorbeelden bij de doelgroep;

de doelgroepen en hoe specifieker de

informatie/activiteit, des te groter en langer is de impact. De investeringen in tijd en energie7 zijn

ing van burgers t.o.v. risico’s), de sociale norm (hoe denken relevante anderen hierover) en de eigen effectiviteit (ben ik in staat om me veiliger te gedragen).

In figuur 2 zijn deze typeringen tegenover elkaar uitgezet.samenwerking uiteengezet. Op de horizontale as is een verdeling gemaakt tussen activiteiten gericht op vóór het incident (links) en na het incident (rechts) en de mate van impact.

De activiteiten ‘verkleinen kans’

A. Actieve participatie van de doelgroep (ervaren)B. Activiteiten gericht op opdoen/verbeteren van C. Gerichte kennisoverdracht op de specifieke situatie van de burgerD. Algemene informatie gericht op de situatie voor het incident

De activiteiten ‘beperken effect’E. Algemene informatie gericht op de situatie na het incidentF. Activiteiten voor de burger op initiatief van een

vanuit bepaalde wet- en regelgeving)G. Activiteiten op initiatief van de burger zelf H. Actieve participatie van de doelgroep (de burger/klant doet)

Hierbij is nog op te merken: • Activiteiten die niet helder te positioneren waren omdat ze

beperken van het effect in zich heb• De mate van impact is onafhankelijk

neemt aan beide kanten vergelijkbaar toe.

Opvallend is dat 94% van de activiteitenactiviteiten die zich richten op actifocus op ‘verkleinen kans’. Vanuit een te leren dat hoe meer de activitde impact van de activiteit, waarbij ook een grotere mate van samenwerking de kracht van de activiteiten bevordert. De meest impactvolle activiteiten bevinden zich dan ook in de rechter ebovenhoeken van de figuur, hiervan

figuur 2: activiteiten verdeling naar

zijn deze typeringen tegenover elkaar uitgezet. In deze figuur is op de verticale as het type samenwerking uiteengezet. Op de horizontale as is een verdeling gemaakt tussen activiteiten gericht op vóór het incident (links) en na het incident (rechts) en de mate van impact.

verkleinen kans’ zijn onderverdeeld in: Actieve participatie van de doelgroep (ervaren)

opdoen/verbeteren van vaardigheden Gerichte kennisoverdracht op de specifieke situatie van de burger Algemene informatie gericht op de situatie voor het incident

beperken effect’ zijn onderverdeeld in: Algemene informatie gericht op de situatie na het incident Activiteiten voor de burger op initiatief van een derde (bijvoorbeeld de woningbouwvereniging of

en regelgeving) itiatief van de burger zelf

Actieve participatie van de doelgroep (de burger/klant doet)

Activiteiten die niet helder te positioneren waren omdat ze zowel het verkleinen van de kans als in zich hebben, zijn op de middenas geplaatst.

De mate van impact is onafhankelijk van het feit of het op actie voor of na het incident gericht is en aan beide kanten vergelijkbaar toe.

van de activiteiten is gericht op het beperken van effectendie zich richten op actieve participatie van burgers en/of gerichte ‘

Vanuit een aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellenmeer de activiteiten zich aan de buitenkanten van de figuur bevinden, des te groter

de impact van de activiteit, waarbij ook een grotere mate van samenwerking de kracht van de activiteiten bevordert. De meest impactvolle activiteiten bevinden zich dan ook in de rechter e

, hiervan zijn echter geen voorbeelden in de praktijk gevonden

: activiteiten verdeling naar focus/impact en samenwerking

13/43

de verticale as het type samenwerking uiteengezet. Op de horizontale as is een verdeling gemaakt tussen activiteiten gericht op

e (bijvoorbeeld de woningbouwvereniging of

verkleinen van de kans als

of het op actie voor of na het incident gericht is en

fecten. Er zijn geen opleidingen’ met een

aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellen is eiten zich aan de buitenkanten van de figuur bevinden, des te groter

de impact van de activiteit, waarbij ook een grotere mate van samenwerking de kracht van de activiteiten bevordert. De meest impactvolle activiteiten bevinden zich dan ook in de rechter en linker

echter geen voorbeelden in de praktijk gevonden.

Ondersteuning De korpsen die actief zijn met Brandondersteuning bij hun activiteitenwerden aangegeven (meerdere antwoorden mogelijk). In 61% van de gevallen werd de NVBR genoemd als partner van wie de korpsen ondersteuning verwachtgenoemde ondersteuningspartners.

De meeste korpsen geven vooral de uitvoeringsfase te willen ontvangenRespondenten vragen om handvatten in de vorm vamateriaal (tabel 3). Deze ondersteuning wordt vooral verwacht van ‘centraal’ (NVBR, NIFV, ministeries) en vanuit de regio’s.

Knelpunten en succesfactoren In het vervolgonderzoek is aan dekorpsen mee te maken hebben. Deze zijn onderverdeeld naar de Niveau van intern organiseren 1. Bestuurlijk niveau –

bestuursfase

De meeste dknelpunten (5x) of hebben deze vraag niet beantwoord (10x). Wel is het vrijmaken van financiën een veelgenoemd knelpunt op dit niveau (6x).

2. Organisatieniveau – ontwikkelfase

Ook hier worden door de diverse korpsen relatief weinig knelpunten ervaren (5x). De kwaliteit en eigen mensen wordt als belangrijkste (7x) knelpunt ervaren. Zoals door een deelnemer wordt beschreven als: ‘waan van de dag bepaalt vaak de beschikbaarheid om organisatie in te richten en uit te voeren

3. Operationeel niveau – uitvoeringsfase

Ook hier geen probleem (5x). Beschikbare tijd en capaciteit worden echter in 30% van de gevallen genoemd als knelpunt.

Suggesties richting andere korpsen zijn met name gericht op het uitwisselen van ervaringen en documentatie. Er worden ook adviezen gegeven als ‘specifieke doelgroep om het effect te vergrotenbrainstorming’ en ‘zorg dat het in het beleid wordt opgenomen Meetbaarheid, doelen en effectenOp de vraag ‘Op welke manier meet je het resverschillend. Zes korpsen hebben deze vraag niet beantwoord. andere manier invulling te geven aan het meten van doelen en effecten. De andere

NVBR 33

NIFV 12

De Veiligheidsregio 12

Ministeries 6

Andere korpsen 4

Overig 5

tabel 2: partijen voor ondersteuning

BrandVeilig Leven is gevraagd of zij behoefte hebbenactiviteiten (tabel). Hierop antwoordde 52% positief, waarbij

aangegeven (meerdere antwoorden mogelijk). In 61% van de gevallen werd de NVBR genoemd als partner van wie de korpsen ondersteuning verwachten. Ook de Veiligheidsregiogenoemde ondersteuningspartners.

vooral aan ondersteunend materiaal (zoals flyers, folders, checklists e.d.) ontvangen en is een sterke behoefte aan meer van en met elkaar leren.

handvatten in de vorm van beleidskaders, leerkringen en ondersteunend steuning wordt vooral verwacht van ‘centraal’ (NVBR, NIFV, ministeries)

de 25 korpsen gevraagd naar de knelpunten en succesfactoren waar de korpsen mee te maken hebben. Deze zijn onderverdeeld naar de drie niveaus van intern

Knelpunten Succesfactoren

De meeste deelnemers zien hier geen knelpunten (5x) of hebben deze vraag niet beantwoord (10x). Wel is het vrijmaken van financiën een veel-genoemd knelpunt op dit niveau (6x).

Enthousiasme en betrokkenheid van bestuurders voor het project of de activiteit is in kwartgenoemd als succesfactor. Uiteindelijk leidt dit namelijk tot (het toekennen van) budget.

Ook hier worden door de diverse korpsen relatief weinig knelpunten ervaren (5x).

kwaliteit en beschikbaarheid van de gen mensen wordt als belangrijkste

(7x) knelpunt ervaren. Zoals door een deelnemer wordt beschreven als: ‘De waan van de dag bepaalt vaak de beschikbaarheid om organisatie in te richten en uit te voeren’.

Het enthousiasme van zowel vrijwillige als beroepsbrandweerbelangrijke succesfactor. ‘bij repressief personeel nadat blijkt dat deze Community Safetyleuk zijn om uit te voeren’zichtbaar maken van resultaten en de hulp van externe partnersgevallen genoemd.

Ook hier ervaart een aantal korpsen geen probleem (5x). Beschikbare tijd en capaciteit worden echter in 30% van de gevallen genoemd als knelpunt.

Als succesfactor wordt de betrokkenheid, waardering, herkenbaarheid,aansluiting en het enthousiasme van de burger genoemd.

Suggesties richting andere korpsen zijn met name gericht op het uitwisselen van ervaringen en documentatie. Er worden ook adviezen gegeven als ‘focus je vooral op de echte risico's en kies een specifieke doelgroep om het effect te vergroten’, ‘betrek betrokkenen uit de wijken voor

zorg dat het in het beleid wordt opgenomen’.

Meetbaarheid, doelen en effecten Op welke manier meet je het resultaat van de activiteit?’, zijn de antwoorden erg Zes korpsen hebben deze vraag niet beantwoord. Negen korpsen geven aan op de een of

andere manier invulling te geven aan het meten van doelen en effecten. De andere

Ondersteunend materiaal

Bestuursfase

Organisatiefase

Uitvoeringsfase

Voorbeelden/ leren van elkaar

Financiële middelen

Beleidskader

Ondersteuning bij opzet/ontwikkeling

steuning tabel 3: gewenste ondersteuning

14/43

gevraagd of zij behoefte hebben aan specifieke , waarbij diverse partijen

aangegeven (meerdere antwoorden mogelijk). In 61% van de gevallen werd de NVBR genoemd Veiligheidsregio en NIFV zijn veel

aan ondersteunend materiaal (zoals flyers, folders, checklists e.d.) voor een sterke behoefte aan meer van en met elkaar leren.

, leerkringen en ondersteunend steuning wordt vooral verwacht van ‘centraal’ (NVBR, NIFV, ministeries)

naar de knelpunten en succesfactoren waar de niveaus van intern organiseren.

Succesfactoren

Enthousiasme en betrokkenheid van voor het project of de kwart van de gevallen

genoemd als succesfactor. Uiteindelijk leidt dit namelijk tot (het toekennen van)

et enthousiasme van zowel vrijwillige als randweer wordt genoemd als

succesfactor. ‘Enthousiasme bij repressief personeel nadat blijkt dat

Community Safety werkzaamheden leuk zijn om uit te voeren’. Ook het zichtbaar maken van resultaten en de hulp

externe partners zijn in enkele gevallen genoemd. Als succesfactor wordt de betrokkenheid,

ing, herkenbaarheid, binding, aansluiting en het enthousiasme van de

genoemd.

Suggesties richting andere korpsen zijn met name gericht op het uitwisselen van ervaringen en te risico's en kies een wijken voor

, zijn de antwoorden erg Negen korpsen geven aan op de een of

andere manier invulling te geven aan het meten van doelen en effecten. De andere korpsen geven aan

Bestuursfase 0

Organisatiefase 7

Uitvoeringsfase 23

12

8

10

3

dat het resultaat niet gemeten wordtinspanning wordt door vier korpsen gedaan. Wanneer gemeten wordt, gebeurt dat op verschillende manieren en van inspanningen en activiteiten en bijna niet op het meten van doelen en effecten. enquêtes tot steekproeven en tevredenheidkaartjes. Ook de indicatoren waarop gemeten wordt niet eenduidig. De respondenten gevenmeten. In veel gevallen wordt het resultaat gemeten aan de hand uitvoering/inspanningsaantallen (bijvoorbeeld aantal rookmelders, aantal huisbezoeken, aantal huishoudens e.d.). Bij het meten van de betrokkenen, aantal bezoeken of opgehangen rookmelders. Ook schadecijfers, incidentregistraties en andere gevolgen worden genoemd als onderwerp waarop gemeten wordt. Deze indicatoren zijn echter niet (alleen) direct toe te wijzen aan de Ondersteuning hierbij en meer eenduidigheid over meerdere korpsen/regio’s heen is hierbij respondenten gewenst.

3.2.1 Juridische toets

Er is een toets gedaan of de nieuwe Wet aantal juristen van verschillende werden de volgende vragen gesteld: 1. Welke aanknopingspunten biedt de 2. Kent de wet beperkingen voor 3. Zijn er handvatten:

a) waarmee BrandVeilig Leven een impuls gegeven kan worden?b) hoe BrandVeilig Leven bestuurlijk een plek kan krijgen?

Artikel 3 lid 1 sub a van de Wet Veiligheidsregio het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt Daarnaast is het college van B&W op basis van artikel 2 vanorganisatie van de brandweerzorg. Brandweerzorg is o.a. het voorkomen van brand, dus in die zin zou het bestuurlijke aandacht moeten hebben/kunnen krijgen. Dit zou echter dan wel vanuit de brandweer geïnitieerd moet worden middels projecten. Vervolgens stelt lid 2 dat de gemeenteraad in een brandbeveiligingsverordening regels kan stellen over de in het eerste lid, onder a, bedoelde taak. In de Wet Veiligheidsregio 's (met het bijbehorende besluit) worden opkomsttijmet de reactie van de NVBR en de VNG zou afwijking van de normen mogelijk moeten zijn, mits een gelijk niveau van brandveiligheid wordt bereikt door maatregelen in de sfeer van risicobeheersing. Brandweerzorg en risicobeheersing Leven kan onder meer bijdragendie BrandVeilig Leven een impuls kunnen geven of kunnen beperken. Geconcludeerd kan worden dat de wetgeving ruimte biedt om meer voorkant van de keten en dat de 3.3 Uitkomsten buitenland

Van de 21 ingevulde vragenlijsten zijnkorpsen zijn afkomstig uit Denemarken, Griekenland, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, Zweden en Ierland.Hieruit zijn de volgende resultaten gehaald: Activiteiten Het type activiteit is redelijk uiteenlopend, van algemeducatieprogramma’s met oefeningen en ervaringen. Wat opvalt is dat veel van de activiteiten met name gericht zijn op kinderen en kwetsbare groepen (75%). Er zijn diverse educatieprogramma’s

resultaat niet gemeten wordt of slechts incidenteel. Het registreren van de activiteitkorpsen gedaan.

gebeurt dat op verschillende manieren en richt zich dat activiteiten en bijna niet op het meten van doelen en effecten.

enquêtes tot steekproeven en tevredenheidkaartjes. Ook de indicatoren waarop gemeten wordt De respondenten geven aan erg lastig te vinden te bepalen waarop en

In veel gevallen wordt het resultaat gemeten aan de hand van reacties, of de aantallen (bijvoorbeeld aantal rookmelders, aantal huisbezoeken, aantal

Bij het meten van doelen en effecten kijkt men bijvoorbeeld naar tevredenheid van de betrokkenen, aantal bezoeken of opgehangen rookmelders. Ook schadecijfers, incidentregistraties en andere gevolgen worden genoemd als onderwerp waarop gemeten wordt. Deze indicatoren zijn

toe te wijzen aan de BrandVeilig Leven-activiteiten.

Ondersteuning hierbij en meer eenduidigheid over meerdere korpsen/regio’s heen is hierbij

Er is een toets gedaan of de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s van invloed is op Brandvan verschillende Veiligheidsregio ’s is verzocht onderzoek hiernaar te doen.

werden de volgende vragen gesteld:

Welke aanknopingspunten biedt de Wet Veiligheidsregio’s voor BrandVeilig Leven?beperkingen voor BrandVeilig Leven?

Veilig Leven een impuls gegeven kan worden? Veilig Leven bestuurlijk een plek kan krijgen?

Veiligheidsregio ’s stelt het volgende: tot de brandweerzorg, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar

en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt

is het college van B&W op basis van artikel 2 van de Wet Veiligheidsregio organisatie van de brandweerzorg. Brandweerzorg is o.a. het voorkomen van brand, dus in die zin zou het bestuurlijke aandacht moeten hebben/kunnen krijgen. Dit zou echter dan wel vanuit de brandweer

t worden middels projecten. Vervolgens stelt lid 2 dat de gemeenteraad in een brandbeveiligingsverordening regels kan stellen over de in het eerste lid, onder a, bedoelde taak.

's (met het bijbehorende besluit) worden opkomsttijden met de reactie van de NVBR en de VNG zou afwijking van de normen mogelijk moeten zijn, mits een gelijk niveau van brandveiligheid wordt bereikt door maatregelen in de sfeer van risicobeheersing. Brandweerzorg en risicobeheersing hebben daarmee dus een duidelijke invloed op elkaar

bijdragen om hieraan invulling te geven. Verder zijn geen artikelen Veilig Leven een impuls kunnen geven of kunnen beperken.

de wetgeving ruimte biedt om meer activiteiten te ontwikkelen aan de en dat de verantwoordelijkheid voor activiteiten primair bij de overheid ligt.

ingevulde vragenlijsten zijn 11 afkomstig uit Groot-Brittannië en 3 uit Canada. De overige korpsen zijn afkomstig uit Denemarken, Griekenland, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, Zweden en Ierland.Hieruit zijn de volgende resultaten gehaald:

redelijk uiteenlopend, van algemene voorlichting tot specifieke educatieprogramma’s met oefeningen en ervaringen. Wat opvalt is dat veel van de activiteiten met name gericht zijn op kinderen en kwetsbare groepen (75%). Er zijn diverse educatieprogramma’s

15/43

. Het registreren van de activiteiten en

dat vooral op het meten activiteiten en bijna niet op het meten van doelen en effecten. Dit gaat van

enquêtes tot steekproeven en tevredenheidkaartjes. Ook de indicatoren waarop gemeten wordt zijn te bepalen waarop en hoe men moet

van reacties, of de aantallen (bijvoorbeeld aantal rookmelders, aantal huisbezoeken, aantal

bijvoorbeeld naar tevredenheid van de betrokkenen, aantal bezoeken of opgehangen rookmelders. Ook schadecijfers, incidentregistraties en andere gevolgen worden genoemd als onderwerp waarop gemeten wordt. Deze indicatoren zijn

Ondersteuning hierbij en meer eenduidigheid over meerdere korpsen/regio’s heen is hierbij vinden de

BrandVeilig Leven. Een is verzocht onderzoek hiernaar te doen. Daarbij

Veilig Leven?

brandweerzorg behoort het beperken van brandgevaar, het voorkomen

en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.

Veiligheidsregio ’s belast met de organisatie van de brandweerzorg. Brandweerzorg is o.a. het voorkomen van brand, dus in die zin zou het bestuurlijke aandacht moeten hebben/kunnen krijgen. Dit zou echter dan wel vanuit de brandweer

t worden middels projecten. Vervolgens stelt lid 2 dat de gemeenteraad in een brandbeveiligingsverordening regels kan stellen over de in het eerste lid, onder a, bedoelde taak.

den genormeerd. In lijn met de reactie van de NVBR en de VNG zou afwijking van de normen mogelijk moeten zijn, mits een gelijk niveau van brandveiligheid wordt bereikt door maatregelen in de sfeer van risicobeheersing.

ben daarmee dus een duidelijke invloed op elkaar. BrandVeilig geen artikelen gevonden

activiteiten te ontwikkelen aan de voor activiteiten primair bij de overheid ligt.

Brittannië en 3 uit Canada. De overige korpsen zijn afkomstig uit Denemarken, Griekenland, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, Zweden en Ierland.

ene voorlichting tot specifieke educatieprogramma’s met oefeningen en ervaringen. Wat opvalt is dat veel van de activiteiten met name gericht zijn op kinderen en kwetsbare groepen (75%). Er zijn diverse educatieprogramma’s

ontwikkeld, maar ook het ophangenactiviteiten. Meetbaarheid De meeste brandweerorganisaties in het buitenland geven aan dat activiteiten worden gemeten aan de hand van aantallen branden, aantallen ongelukken, aantal doden enmeldingen. Ook worden enkele zaken activiteitgericht gemeten, zoals aantallen huisbezoeken en aantal rookmelders. Enkelen geven aan dat ze doen, is daarbij niet aangegeven. Samenwerking Inmiddels werken 95% van de buitenlandse andere organisaties. Voor een enkeling is gaat het veel verder dan dit. Dit is echter niet zo zo ontwikkeld. Vooral in Groot-Brittannië toelichtingen hiervoor zijn; ‘We believe that we all have a part to play in making our community safer’ en ‘ (…) partnership protocol with a large number of other partners (…) we believe we have shared aims and ambitions’. Het bewustzijn dat brandweer/fysieke veiligheid wordt door deze antwoorden onderschreven. Ook valt hrespondenten (15%) aangeven met commerciële partijen samen te werken. middelen aan te trekken. Ontwikkelingen Opvallend is dat veel activiteiten uiteindelijk opgepakt door de landelijke politiekactiviteiten werden op die manier verankerd. centraal de lokale initiatieven. Een voorbeeld hiervan is het opnemebrandveiligheid in de schoolprogramma’s. Enkele zijn: • Van algemene voorlichting naar• Van algemene huisbezoeken naar doelgroepspecifi• Van alleen de brandweer en gericht op brandveiligheid naar een collectieve aanpak met diverse

partners gericht op zowel fysieke als Beleid Zoals ook hierboven is aangegeven, zijn veel activiteiten ontwikkeld. Inmiddels zijn veel vanpunten die genoemd zijn om het ook op beleidsniveau aandacht te geven zijn:• Laat resultaten zien die de activiteiten opleveren• Betrek meerdere partijen om de activiteiten en resultaten

perspectieven) • Leg verantwoording af over de

ontwikkeld, maar ook het ophangen van rookmelders en ‘home safety checks’ zijn veel voorkomende

De meeste brandweerorganisaties in het buitenland geven aan dat activiteiten worden gemeten aan de hand van aantallen branden, aantallen ongelukken, aantal doden en gewonden en aantal loze

enkele zaken activiteitgericht gemeten, zoals aantallen huisbezoeken en geven aan dat ze de verandering in kennis en gedrag

is daarbij niet aangegeven.

buitenlandse korpsen, op het gebied van Community Safety, Voor een enkeling is dit een ander brandweerkorps, maar in de meeste gevallen

Dit is echter niet zo gestart, maar heeft zich in de loop van de jaren zicht Brittannië is de samenwerking inmiddels breed opgezet.

We believe that we all have a part to play in making our community (…) partnership protocol with a large number of other partners (…) we believe we have

Het bewustzijn dat Community Safety meer is dan alleen wordt door deze antwoorden onderschreven. Ook valt h

respondenten (15%) aangeven met commerciële partijen samen te werken. Ondermeer om fin

Opvallend is dat veel activiteiten op initiatief van verschillende korpsen zijn ontstaandelijk opgepakt door de landelijke politiek. Dit bracht een versnelling met zich mee

op die manier verankerd. Inmiddels ondersteunt en stimuleert men steeds meer Een voorbeeld hiervan is het opnemen van zes uur educatie over

in de schoolprogramma’s. Enkele herkenbare ontwikkelingen over de afgelopen jaren

naar doelgroepgerichte voorlichting; Van algemene huisbezoeken naar doelgroepspecifieke aanpak; Van alleen de brandweer en gericht op brandveiligheid naar een collectieve aanpak met diverse

zowel fysieke als sociale veiligheid.

Zoals ook hierboven is aangegeven, zijn veel activiteiten door de korpsen op eigen iInmiddels zijn veel van deze initiatieven geborgd in nationaal en regionaal

punten die genoemd zijn om het ook op beleidsniveau aandacht te geven zijn: die de activiteiten opleveren

partijen om de activiteiten en resultaten meer zichtbaar te maken

de bestede gelden.

16/43

’ zijn veel voorkomende

De meeste brandweerorganisaties in het buitenland geven aan dat activiteiten worden gemeten aan de gewonden en aantal loze

enkele zaken activiteitgericht gemeten, zoals aantallen huisbezoeken en de verandering in kennis en gedrag meten. Hoe ze dat

op het gebied van Community Safety, samen met dit een ander brandweerkorps, maar in de meeste gevallen

gestart, maar heeft zich in de loop van de jaren zicht breed opgezet. Een tweetal

We believe that we all have a part to play in making our community (…) partnership protocol with a large number of other partners (…) we believe we have

meer is dan alleen wordt door deze antwoorden onderschreven. Ook valt het op dat enkele

ndermeer om financiële

ontstaan. Dit is . Dit bracht een versnelling met zich mee en de

en stimuleert men steeds meer uur educatie over over de afgelopen jaren

Van alleen de brandweer en gericht op brandveiligheid naar een collectieve aanpak met diverse

op eigen initiatief regionaal beleid. Enkele

zichtbaar te maken (meerdere

4. Conclusies en aanbevelingen

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de binnenlandse en buitenlandse verkenningen ingebracht tot elkaar en tot theoretische inzichten. Vanuit deze vergelijkingen worden getrokken en aanbevelingen gedaan voor het vervolg. Hierbij dat het inzicht in de ontwikkelingen in het buitenland toespitst op Groot-Brittannië. Het aantal respondenten is te klein om van representatief onderzoek te spreken. Toch zijn de ontwikkelingen herkenbaar en leren. Een verdere verdieping van de uiteindelijke resultaten die in het buitenland worden geboekt en de weg die ze hebben bewandeld kan helpen om de Nederlandse situatie verder vorm te geven en mogelijk te versnellen. We onderscheiden vijf hoofdthema’s voor de aanbeveling hebben echter betrekking op meerdere thema’s. 4.1 Samenwerking

Het aantal korpsen dat in het buitenland op het gebied van Community Safety samenwerkt is beduidend hoger dan dat bij de ondervraagNederland is vooral gericht op de bekende partners (gemeente, regio, andere korpsenfunctionele partner binnen de fysieke veiligheidveiligheid wordt nog weinig opgepakt, dit is eigen expertise ervaring opbouwen met deze veelal nieuwe activiteiten. gestart met een samenwerking vanuit de fysieke veiligheid. Dit omdadaarmee ook de gedragenheid bij de uitvoerenden. Inmiddels werken veel verschillende partijen samen (bijvoorbeeld sportverenigingen, (hobby)lessen, rijscholen, verslavingszorg etc.). Deze brede samenwerking in de uitvoering draagt bij aan een grote verscheidenheid aan benadering van de verschillende doelgroepen. In verschillende contexten en situaties worden doelgroepen met ‘veiligheid’ geconfronteerd. communicatiewetenschap leert dat dervan bijdraagt aan een vergroting van het veiligheidsbewustzijn. Het valt op dat wanneer aan de respondenten wordt gevraagd naar samenwerking, dit voornamelijk wordt beantwoord vanuit de uitvoering van activiteiten (uitvoeringsfase). Wel wordt onderkend dat samenwerking met externe partners een belangrijke succesfactor is in de organisatiefase Opvallend is dat in elke fase vooral de ‘doelgroep’ van die fase wordt genoemdbestuurders in de bestuursfase, de brandweer Hieruit blijkt dat samenwerking met verschillende partners in alle fasen blijkbaar nog niet als een belangrijke succesfactor wordt ervaren voor het opzetten en/of uitvoeren van Wanneer de brandweer daadwerkelijk wil inzetten op de voorkant van de veiligheidsketen dan is de brandweer daarzelfstandig te kunnen realiseren, omdat daar over het algemeen nog geen ervaring mee is opgebouwd.

4.1.1 Aanbevelingen samenwerking

1. Ontwikkel samenwerkingsvormen en het versterken van de doelstellingen van de activiteiten en/of het bereiken van de verschillende doelgroepen. Start daarbij bij partners die dichtbij de huidige taken staan voor een goede gedragenheid bij uitvoerenden. Stel wel een duidelijk ontwikkelpad op hoe de samenwerking zichkan ontwikkelen en welke meerwaarde dit biedt voor de doelen van de activiteiten. Dit is dan tevens een punt waarop het effect gemeten dient te worden.

2. Een diversiteit in samenwerkingspartners kan worden gevonden door bijvoorbeeld per doelgroep de leefpatronen te analyseren en de huidige partners die daarin een rol spelen in kaart te brengen.

n aanbevelingen

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de binnenlandse en buitenlandse verkenningen ingebracht tot elkaar en tot theoretische inzichten. Vanuit deze vergelijkingen worden getrokken en aanbevelingen gedaan voor het vervolg. Hierbij moet de kanttekening

ontwikkelingen in het buitenland slechts beperkt is en zich Brittannië. Het aantal respondenten is te klein om van representatief onderzoek te

spreken. Toch zijn de ontwikkelingen herkenbaar en waardevol om in de Nederlandse situatie van te en verdere verdieping van de uiteindelijke resultaten die in het buitenland worden geboekt en

de weg die ze hebben bewandeld kan helpen om de Nederlandse situatie verder vorm te geven en

thema’s voor de conclusies en aanbevelingen. Sommige conclusies en/of aanbeveling hebben echter betrekking op meerdere thema’s.

Het aantal korpsen dat in het buitenland op het gebied van Community Safety samenwerkt is bij de ondervraagde korpsen in Nederland. De huidige samenwerking

is vooral gericht op de bekende partners (gemeente, regio, andere korpsenfunctionele partner binnen de fysieke veiligheid) en richt zich vooral op de fysieke veiligheid.

id wordt nog weinig opgepakt, dit is voor velen nog een stap te ver. Men wil eerst vanuit de eigen expertise ervaring opbouwen met deze veelal nieuwe activiteiten. In het buitenland is ook gestart met een samenwerking vanuit de fysieke veiligheid. Dit omdat de vertrouwdheid groter is en daarmee ook de gedragenheid bij de uitvoerenden. Inmiddels werken de korpsen in het buitenland met veel verschillende partijen samen (bijvoorbeeld sportverenigingen, (hobby)lessen, rijscholen,

de samenwerking in de uitvoering draagt bij aan een grote verscheidenheid aan benadering van de verschillende doelgroepen. In verschillende contexten en situaties worden doelgroepen met ‘veiligheid’ geconfronteerd. Zowel de veranderkunde als de

ewetenschap leert dat de kracht van de herhaling van de boodschap en de diversiteit aan een vergroting van het veiligheidsbewustzijn.

aan de respondenten wordt gevraagd naar samenwerking, dit voornamelijk twoord vanuit de uitvoering van activiteiten (uitvoeringsfase). Wel wordt onderkend dat

externe partners een belangrijke succesfactor is in de organisatiefase

Opvallend is dat in elke fase vooral de ‘doelgroep’ van die fase wordt genoemd de brandweer zelf in de ontwikkelfase en de burgers in de uitvoerings

Hieruit blijkt dat samenwerking met verschillende partners in alle fasen blijkbaar nog niet als een ordt ervaren voor het opzetten en/of uitvoeren van Brand

Wanneer de brandweer daadwerkelijk wil inzetten op gedragsveranderingprogramma’s als de voorkant van de veiligheidsketen dan is de brandweer daartoe nu onvoldoende in sta

, omdat daar over het algemeen nog geen ervaring mee is opgebouwd.

samenwerking

vormen en –verbanden met partners die een bijdrage kunnen leveren aan stellingen van de activiteiten en/of het bereiken van de verschillende

Start daarbij bij partners die dichtbij de huidige taken staan voor een goede gedragenheid bij uitvoerenden. Stel wel een duidelijk ontwikkelpad op hoe de samenwerking zichkan ontwikkelen en welke meerwaarde dit biedt voor de doelen van de activiteiten. Dit is dan tevens een punt waarop het effect gemeten dient te worden.

Een diversiteit in samenwerkingspartners kan worden gevonden door bijvoorbeeld per doelgroep de tronen te analyseren en de huidige partners die daarin een rol spelen in kaart te brengen.

17/43

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de binnenlandse en buitenlandse verkenningen in relatie gebracht tot elkaar en tot theoretische inzichten. Vanuit deze vergelijkingen worden conclusies

de kanttekening gemaakt worden zich dan nog voornamelijk

Brittannië. Het aantal respondenten is te klein om van representatief onderzoek te de Nederlandse situatie van te

en verdere verdieping van de uiteindelijke resultaten die in het buitenland worden geboekt en de weg die ze hebben bewandeld kan helpen om de Nederlandse situatie verder vorm te geven en

Sommige conclusies en/of

Het aantal korpsen dat in het buitenland op het gebied van Community Safety samenwerkt is De huidige samenwerking in

is vooral gericht op de bekende partners (gemeente, regio, andere korpsen of een ) en richt zich vooral op de fysieke veiligheid. Sociale

Men wil eerst vanuit de In het buitenland is ook

t de vertrouwdheid groter is en de korpsen in het buitenland met

veel verschillende partijen samen (bijvoorbeeld sportverenigingen, (hobby)lessen, rijscholen, de samenwerking in de uitvoering draagt bij aan een grote

verscheidenheid aan benadering van de verschillende doelgroepen. In verschillende contexten en Zowel de veranderkunde als de

e kracht van de herhaling van de boodschap en de diversiteit

aan de respondenten wordt gevraagd naar samenwerking, dit voornamelijk twoord vanuit de uitvoering van activiteiten (uitvoeringsfase). Wel wordt onderkend dat

externe partners een belangrijke succesfactor is in de organisatiefase.

als succesfactor: de de burgers in de uitvoeringsfase.

Hieruit blijkt dat samenwerking met verschillende partners in alle fasen blijkbaar nog niet als een BrandVeilig Leven.

gedragsveranderingprogramma’s als aanvulling aan nu onvoldoende in staat om dat

, omdat daar over het algemeen nog geen ervaring mee is opgebouwd.

verbanden met partners die een bijdrage kunnen leveren aan stellingen van de activiteiten en/of het bereiken van de verschillende

Start daarbij bij partners die dichtbij de huidige taken staan voor een goede gedragenheid bij uitvoerenden. Stel wel een duidelijk ontwikkelpad op hoe de samenwerking zich kan ontwikkelen en welke meerwaarde dit biedt voor de doelen van de activiteiten. Dit is dan

Een diversiteit in samenwerkingspartners kan worden gevonden door bijvoorbeeld per doelgroep de tronen te analyseren en de huidige partners die daarin een rol spelen in kaart te brengen.

3. Investeer in samenwerking tussen partners

veranderingen te komen. Zoek samenwerking met geëquipeerde partners die de brhelpen met de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe gedragsveranderende rol (ontwikkelingsfase). Hierbij kan gedacht worden aan (gedrags)wetenschappelijke en educatieve partners, maar ook aan organisaties die zich momenteel al met gedragsNederlandse Brandwondenstichting

4. Samenwerkingspartners kunnen ook andere mogelijkheden bieden tot incidentele en structurele financiële bronnen. Een gezamenlijke aanpak met verslavingbieden bij verzekeraars. Ook zijnvraagt verdere verkenning en uitwerking.

4.2 Aanpak

Focus op effectiviteit Uit de verkenning blijkt dat veel van de huidige actiactiviteiten. Daarbij is in de aanpak veelal niet een bewuste keuze gemaakt voor een specifieke doelgroep. Wel zien we dat 54% van de activiteiten worden uitgevoerd bij bedrijven/overheid en 13% bij particulieren (incl. studenten). Uit het rvan de branden en de meeste slachtoffers juist in de woonomgeving bij particulieren voorkomen. De effectiviteit van de activiteiten kan dus verbeterverminderd zelfredzame groepen Gedragsveranderingprogramma’In de Visie op Brandveiligheid, een van de resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid, wordt de keuze gemaakt voor verschuiving van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en handelen vanuit doelgroepen. Deze keuze vormt de leidraad voor al het huidige beleid, Ook in diverse andere projecten en bewegingen is dit herkenbaar, zoalsEen betere verdeling van verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid is hiervan een resultante die ook bevestigd wordt door de analyses van de Strategische Reis. Immers de huidige aanpak met primaire focus op repressie en risicobeheersing gestuurd vanuit de regelgeving levert geen substantiële verbetering op. Daarnaast blijkt uit diverse onderzoekpreventieve maatregelen zoals brandblussers en rookmelderszijn er ook relatief meer slachtoffers geconcludeerd dat brand discrimineert. Een ander resultaat vraagt dus om een andereStrategische Reis dat dit juist gezocht moet worden aan de voorkant van de veiaanvulling op de huidige meer regelgerichte preventieve aanpak. Dus wanneerstimulering van meer eigen verantwoordelijkheid en dit minder vanuit de regelgeving moet worden ingegeven, vraagt dat om verandering van att Uit de verkenning blijkt dat volgens de actieve korpsen, betrokkenheid van, aansluiting bij en herkenning door de burger als belangrijke succesbepalende factor vanuit de gedragswetenschappen en de psychologievan belang zijn bij het opzetten en uitvoeren van gedragsveranderingprogramma’sgedragsveranderend effect van Brand• de activiteiten zoveel mogelijk de persoonlijke situatie te laten raken• informatie en voorbeelden te

en belevingswereld van de doelgroep(en)factoren etc. bepalen of de geboden informatie en activiteiten effect hebben op de doelgroepde bereidheid verandert om ander gedrag te vertonen;

• de personen uit de doelgroep

8 Zie ook bijlage 2, Verandering gedrag

in samenwerking tussen partners en benut de ingezette ketenbenadering om tot . Zoek samenwerking met geëquipeerde partners die de br

helpen met de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe gedragsveranderende rol (ontwikkelingsfase). Hierbij kan gedacht worden aan (gedrags)wetenschappelijke en educatieve partners, maar ook aan organisaties die zich momenteel al met gedragsveranderingprogramma’s bezighouden zoals de

stichting en Consument en Veiligheid.

Samenwerkingspartners kunnen ook andere mogelijkheden bieden tot incidentele en structurele financiële bronnen. Een gezamenlijke aanpak met verslavingszorg of GGD kan mogelijk ingang bieden bij verzekeraars. Ook zijn worden dan diverse subsidiemogelijkheden toegankelijk. Dit punt vraagt verdere verkenning en uitwerking.

Uit de verkenning blijkt dat veel van de huidige activiteiten (45%) bestaan uit algemene voorlichtingsin de aanpak veelal niet een bewuste keuze gemaakt voor een specifieke

doelgroep. Wel zien we dat 54% van de activiteiten worden uitgevoerd bij bedrijven/overheid en 13% bij ieren (incl. studenten). Uit het rapport Fatale woningbranden 2008 van het NIFV blijkt dat 90%

van de branden en de meeste slachtoffers juist in de woonomgeving bij particulieren voorkomen. De effectiviteit van de activiteiten kan dus verbeterd worden door juist te richten op de particulieren

redzame groepen.

’s vanuit doelgroepbenadering In de Visie op Brandveiligheid, een van de resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid, wordt de

chuiving van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en handelen vanuit doelgroepen. Deze keuze vormt de leidraad voor al het huidige beleid, Ook in diverse andere projecten en bewegingen is dit herkenbaar, zoals bij IBDB en Terugdringen Een betere verdeling van verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid is hiervan een resultante die ook bevestigd wordt door de analyses van de Strategische Reis. Immers de huidige aanpak met primaire focus

ing gestuurd vanuit de regelgeving levert geen substantiële verbetering op.

onderzoeken dat vooral de sociaal zwakkere doelgroepen niet of nauwelijks zoals brandblussers en rookmelders (kunnen) nemen in

er ook relatief meer slachtoffers in deze doelgroepen te betreuren. Hieruit kan worden geconcludeerd dat brand discrimineert.

Een ander resultaat vraagt dus om een andere c.q. aanvullende aanpak. Ook bleek uit de analyse van de Strategische Reis dat dit juist gezocht moet worden aan de voorkant van de veiligheidsketen, in de aanvulling op de huidige meer regelgerichte preventieve aanpak. Dus wanneer gekozen wordt voor stimulering van meer eigen verantwoordelijkheid en dit minder vanuit de regelgeving moet worden ingegeven, vraagt dat om verandering van attitude en gedrag bij burgers en bedrijven.

Uit de verkenning blijkt dat volgens de actieve korpsen, betrokkenheid van, aansluiting bij en herkenning door de burger als belangrijke succesbepalende factor is genoemd. Dit wordt ondersteund

etenschappen en de psychologie. Hieruit kan een aantal lessen worden geleerdhet opzetten en uitvoeren van gedragsveranderingprogramma’s

BrandVeilig Leven activiteiten kan o.a. vergroot worden doode activiteiten zoveel mogelijk de persoonlijke situatie te laten raken;

te gebruiken die zo veel mogelijk aansluiten bij de doelgroep(en). Eigen achtergrond, kenmerken, sociaalecon

factoren etc. bepalen of de geboden informatie en activiteiten effect hebben op de doelgroepde bereidheid verandert om ander gedrag te vertonen;

uit de doelgroep zelf een actieve rol te laten vervullen bij de activiteiten;

18/43

ingezette ketenbenadering om tot . Zoek samenwerking met geëquipeerde partners die de brandweer kunnen

helpen met de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe gedragsveranderende rol (ontwikkelingsfase). Hierbij kan gedacht worden aan (gedrags)wetenschappelijke en educatieve partners, maar ook aan

veranderingprogramma’s bezighouden zoals de

Samenwerkingspartners kunnen ook andere mogelijkheden bieden tot incidentele en structurele szorg of GGD kan mogelijk ingang

diverse subsidiemogelijkheden toegankelijk. Dit punt

viteiten (45%) bestaan uit algemene voorlichtings-in de aanpak veelal niet een bewuste keuze gemaakt voor een specifieke

doelgroep. Wel zien we dat 54% van de activiteiten worden uitgevoerd bij bedrijven/overheid en 13% bij van het NIFV blijkt dat 90%

van de branden en de meeste slachtoffers juist in de woonomgeving bij particulieren voorkomen. De op de particulieren en

In de Visie op Brandveiligheid, een van de resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid, wordt de chuiving van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en

handelen vanuit doelgroepen. Deze keuze vormt de leidraad voor al het huidige beleid, Ook in diverse Terugdringen Nodeloze Uitrukken.

Een betere verdeling van verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid is hiervan een resultante die ook bevestigd wordt door de analyses van de Strategische Reis. Immers de huidige aanpak met primaire focus

ing gestuurd vanuit de regelgeving levert geen substantiële verbetering op.

doelgroepen niet of nauwelijks n hun woning. Daardoor

Hieruit kan worden

aanpak. Ook bleek uit de analyse van de ligheidsketen, in de gekozen wordt voor

stimulering van meer eigen verantwoordelijkheid en dit minder vanuit de regelgeving moet worden itude en gedrag bij burgers en bedrijven.

Uit de verkenning blijkt dat volgens de actieve korpsen, betrokkenheid van, aansluiting bij en genoemd. Dit wordt ondersteund

een aantal lessen worden geleerd8 die het opzetten en uitvoeren van gedragsveranderingprogramma’s. Het

vergroot worden door:

gebruiken die zo veel mogelijk aansluiten bij de situatie, kenmerken sociaaleconomische

factoren etc. bepalen of de geboden informatie en activiteiten effect hebben op de doelgroep en of

bij de activiteiten;

• wenselijke gedrag te laten zien, ervaring op te laten doen met het gewenste gedrag (direct

toepassen) en de eigen situatie te laten beoordelen en (handelingsperspectief);

• partners te betrekken die relevant zijn voor de betreffendemaar vooral ook relevante beïnvloeders

Aansluiting bij de persoonlijke situatie individuele aanpak daarbij het summum, maar logistiek en capacitair niet haabelangrijk om homogene doelgroepen te identificerengemeenschappelijke kenmerken groot is. Daarbij is het tevens van belang datdoor een goede schaalgrootte, enige mate van standaardisatie mogelijk is om het behapbaar te houden. Wat de juiste doelgroepen zijn, is mogelijk per regio verschillend. Daarom is het van belang dat iedere regio zelf een eigen doelgroepbepaling maakt. Hierbij kan mogelijk worden aangesloten bij het regionaal risicoprofiel (zie § nog geen gemeengoed binnen de brawerken en hoe dit zich doorvertaalt in keuze voor activiteiten en aanpak is te vinden in bijlage Lange termijn aanpak Een fundamenteel andere kijk op de eigen verantwoordelijkheid bij het organveiligheid vraagt een lange adem. Verwachtingen dat de overheid de risico’s in de maatschappij oplost of tot een minimum beperkt zijn daarbij hardnekkig en worden gevoed door huidig beleid. In diverse buitenlandse situaties zien we daactievere rol speelt in de organisatie van de eigen veiligheid. landen, Australië en Canada kennenniet uitgaan dat de brandweer tijdig aanwezig is om te blussen. Hier zie je dan ook datmaatregelen worden genomen om de kans op brand te verkleinen en, veelal in gezamenlijkheid met de omgeving, maatregelen worden getroffen om eventuele De meeste activiteiten in Nederland verschillende doelgroepen. In het buitenland zijn de activiteiten Zo heeft de algemene voorlichting zialgemene huisbezoeken nu een doelgroepgerichte aanpak. Jongerenbuitenland inmiddels de belangrijk Om deze fundamentele verandering in het denken belang om de activiteiten te richten op ‘de nieuwe generatie’. Kinderen zijn nog zeer bevattelijk voor andere waarden en normen. Daarnaast staan zij nog aan het begin van hun leven en nemen zij het fundament dat zij in hun kinderjaren opbouwen mee in de rest vals recreatiesituatie. Wanneer kinderen een andere visie ontwikkelen op hun eigen verantwoordelijkheid, zal dat tevens de basis zijn voor hetgeen zij aan hun kinderenandere belangrijke doelgroep voor de lange termijn voor andere waarden en normen die de veiligheid en dus een goede toekomst voor hun kinderen vergroten. Er kan geconcludeerd worden dat jLeven, vooral voor fundamentele verandering op langere termijn. Een legitieme vraag is echter wel of de brandweer de juiste partij is om invulling te geven aan deze gedragsveranderingprogramma’s? En Kijkend naar de voorgenomen beweging waar de brandweer voor staat, de kennis die binnen de brandweer aanwezig is die als input kan dienen en het sterke imago van de brandweer waarvoor de burger open staat, zou de rol wel p Nemen we echter de huidige ervaringen, worstelingen, de huidige personeelopbouw en de competenties die daarbij gevraagd, ingezet en ontwikkeldde brandweer op dit moment niet (vol

9 Gezaghebbende personen of helden van de doelgroepzelf kan deze rol ook mede invullen dankzij

ijke gedrag te laten zien, ervaring op te laten doen met het gewenste gedrag (direct de eigen situatie te laten beoordelen en directe alternatieven te bieden

die relevant zijn voor de betreffende doelgroep. Zowel in de bereikbaarheid, relevante beïnvloeders9.

bij de persoonlijke situatie zorgt voor een optimale herkenbaarheid. Uiteraard is een individuele aanpak daarbij het summum, maar logistiek en capacitair niet haalbaar. Daarom is het belangrijk om homogene doelgroepen te identificeren. De doelgroepen dienen voldoende gemeenschappelijke kenmerken te vertonen zodat de herkenning met de activiteiten en voorbeelden

. Daarbij is het tevens van belang dat de uitvoering ‘dichtbij’ kan plaatsvinden, terwijl toch, door een goede schaalgrootte, enige mate van standaardisatie mogelijk is om het behapbaar te

Wat de juiste doelgroepen zijn, is mogelijk per regio verschillend. Daarom is het van belang egio zelf een eigen doelgroepbepaling maakt. Hierbij kan mogelijk worden aangesloten bij

2.2.1). Een goede bepaling van de juiste doelgroepen blijkt nu echter nog geen gemeengoed binnen de brandweer. Hoe het regionale proces tot doelgroepbepaling kan werken en hoe dit zich doorvertaalt in keuze voor activiteiten en aanpak is te vinden in bijlage

Een fundamenteel andere kijk op de eigen verantwoordelijkheid bij het organiseren van (de eigen) veiligheid vraagt een lange adem. Verwachtingen dat de overheid de risico’s in de maatschappij oplost of tot een minimum beperkt zijn daarbij hardnekkig en worden gevoed door huidig beleid. In diverse buitenlandse situaties zien we dat die verwachting van de overheid ontbreekt en men zelf een actievere rol speelt in de organisatie van de eigen veiligheid. Diverse gebieden in de Scandinavische

kennen lange opkomsttijden van hulpdiensten. Bij een brand kan menniet uitgaan dat de brandweer tijdig aanwezig is om te blussen. Hier zie je dan ook datmaatregelen worden genomen om de kans op brand te verkleinen en, veelal in gezamenlijkheid met de omgeving, maatregelen worden getroffen om eventuele effecten te beperken.

De meeste activiteiten in Nederland zijn vooral van algemene aard en slechts beperkt gericht opn het buitenland zijn de activiteiten inmiddels wel meer

Zo heeft de algemene voorlichting zich ontwikkeld tot doelgroepgerichte programma’s en kennen de algemene huisbezoeken nu een doelgroepgerichte aanpak. Jongeren en kwetsbare groepen

belangrijkste doelgroep.

Om deze fundamentele verandering in het denken en handelen in Nederland te realiseren is het van belang om de activiteiten te richten op ‘de nieuwe generatie’. Kinderen zijn nog zeer bevattelijk voor andere waarden en normen. Daarnaast staan zij nog aan het begin van hun leven en nemen zij het

t dat zij in hun kinderjaren opbouwen mee in de rest van hun leven. In zowel woonals recreatiesituatie. Wanneer kinderen een andere visie ontwikkelen op hun eigen verantwoordelijkheid, zal dat tevens de basis zijn voor hetgeen zij aan hun kinderenandere belangrijke doelgroep voor de lange termijn betreft “jonge ouders”. Ook zij zijn bevattelijker voor andere waarden en normen die de veiligheid en dus een goede toekomst voor hun kinderen

Er kan geconcludeerd worden dat jongeren een belangrijke doelgroep zijn voor , vooral voor fundamentele verandering op langere termijn.

is echter wel of de brandweer de juiste partij is om invulling te geven aan deze gedragsveranderingprogramma’s? En zo ja, is ze daartoe in staat?

Kijkend naar de voorgenomen beweging waar de brandweer voor staat, de kennis die binnen de brandweer aanwezig is die als input kan dienen en het sterke imago van de brandweer waarvoor de burger open staat, zou de rol wel passen bij de toekomstige brandweer.

Nemen we echter de huidige ervaringen, worstelingen, de huidige personeelopbouw en de competenties die daarbij gevraagd, ingezet en ontwikkeld worden dan kan geconcludeerd worden dat de brandweer op dit moment niet (voldoende) in staat is om deze rol te vervullen. Wanneer de

van de doelgroep, van binnen of buiten de directe omgeving van de doelgroepdankzij het sterke en betrouwbare imago

19/43

ijke gedrag te laten zien, ervaring op te laten doen met het gewenste gedrag (direct directe alternatieven te bieden

Zowel in de bereikbaarheid,

. Uiteraard is een lbaar. Daarom is het voldoende

de herkenning met de activiteiten en voorbeelden oering ‘dichtbij’ kan plaatsvinden, terwijl toch,

door een goede schaalgrootte, enige mate van standaardisatie mogelijk is om het behapbaar te Wat de juiste doelgroepen zijn, is mogelijk per regio verschillend. Daarom is het van belang

egio zelf een eigen doelgroepbepaling maakt. Hierbij kan mogelijk worden aangesloten bij Een goede bepaling van de juiste doelgroepen blijkt nu echter

het regionale proces tot doelgroepbepaling kan werken en hoe dit zich doorvertaalt in keuze voor activiteiten en aanpak is te vinden in bijlage 3.

iseren van (de eigen) veiligheid vraagt een lange adem. Verwachtingen dat de overheid de risico’s in de maatschappij oplost of tot een minimum beperkt zijn daarbij hardnekkig en worden gevoed door huidig beleid. In diverse

t die verwachting van de overheid ontbreekt en men zelf een iverse gebieden in de Scandinavische

lange opkomsttijden van hulpdiensten. Bij een brand kan men daar niet uitgaan dat de brandweer tijdig aanwezig is om te blussen. Hier zie je dan ook dat zelf diverse maatregelen worden genomen om de kans op brand te verkleinen en, veelal in gezamenlijkheid met de

slechts beperkt gericht op meer doelgroepgericht.

tot doelgroepgerichte programma’s en kennen de en kwetsbare groepen zijn in het

en handelen in Nederland te realiseren is het van belang om de activiteiten te richten op ‘de nieuwe generatie’. Kinderen zijn nog zeer bevattelijk voor andere waarden en normen. Daarnaast staan zij nog aan het begin van hun leven en nemen zij het

an hun leven. In zowel woon-, werk- als recreatiesituatie. Wanneer kinderen een andere visie ontwikkelen op hun eigen verantwoordelijkheid, zal dat tevens de basis zijn voor hetgeen zij aan hun kinderen overbrengen. Een

“jonge ouders”. Ook zij zijn bevattelijker voor andere waarden en normen die de veiligheid en dus een goede toekomst voor hun kinderen

ongeren een belangrijke doelgroep zijn voor BrandVeilig

is echter wel of de brandweer de juiste partij is om invulling te geven aan deze

Kijkend naar de voorgenomen beweging waar de brandweer voor staat, de kennis die binnen de brandweer aanwezig is die als input kan dienen en het sterke imago van de brandweer waarvoor de

Nemen we echter de huidige ervaringen, worstelingen, de huidige personeelopbouw en de worden dan kan geconcludeerd worden dat

doende) in staat is om deze rol te vervullen. Wanneer de

, van binnen of buiten de directe omgeving van de doelgroep. Brandweer

brandweer kiest voor invulling van de nieuwe rol op deze wijze, dan is de consequentie datfundamentele keuzes gemaakt moeten worden voor de werving en ontwikkeling van de juiste kwaliteiten binnen de brandweer.

4.2.1 Aanbevelingen aanpak

1. De brandweer ontwikkelt zich naar een nieuw bedrijfsmodel met nieuwe rollen, taken en verantwoordelijkheden. De verschuiving naar de voorkant van de veiligheidsketen is al enkele jaren geleden ingezet, maar zal de komemaatschappelijke effecten van de huidige activiteiten/interventies en gericht nieuwe effectieve activiteiten/interventies ontwikkelen vraagt een echter een andere focus binnen deze verschuiving:• Meer richten op activiteiten die de kans op incidenten verkleinen• Meer aandacht voor interventies t.b.v. gedragsverandering

2. Een lange termijn aanpak kan de focus van het locale c.q. regionale bestuur voorbij gaan. Toch is

deze doelgroep, de nieuwe generatie,aandacht voor deze doelgroep te garanderen past een “landelijke opdracht”, door bijvoorbeeld het ministerie van BZK aan de regio’s hiervoor. Deze landelijke aanpak, regionaal en lokaal uitgevoerd, zou landelijk ontwikkeld kunnen worden, met gebruikmaking van de diverse goede voorbeelden die op dit moment al in verschillende regio’s aanwezig zijn. De verschuiving van repressieve naar preventieve taken is een lange weg en levert mogelijk pas op langere tijd middelen op. landelijke opdracht past dan ook een landelijke financiële ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van BZK. Dit zou het veelgenoemde knelpunt van de financiële dekking bij de korpsen beperken. Ook kan dit een impuls bieden aan de nu nog nLeven aan de slag te gaan.

3. Ontwikkel een eenduidige aanpak voor het bepalen van de juiste doelgroepen per regio op basis van een ‘risicofoto’. Zo mogelijkbenut kan worden; • Maak daarbij de koppeling met • Verbind hierbij de fysiek

4. Maak bij het bepalen van doelgroep onderscheid tussen directe doelgroepen

(gedrags)effect te bereiken?) en indirecte doelgroepen (via wie zijn de directe doelgroepen te bereiken). Deze indirecte doelgroepen kunnen belangrijke samenwerkingspartners zijn om de activiteiten (mee) uit te voeren. Denk hierbij aan bijvoozelfredzamen of imams t.b.v. allochtone doelgroepen.(functionele) samenwerkingspartners (zie ook figuur 2, pag

5. Een aantal specifieke doelgroepen die speciale aandacht vragen:

• particulieren, omdat hiermee de grootste maatschappelijke effectiviteit • jongeren, omdat zij op de lange termijn voor een fundamenteel andere kijk op veiligheids

bewustzijn kunnen zorgen. 6. De brandweer is op dit moment zelf onvoldoende in staat om gedragsveranderingprogramma’s op

te zetten en uit te voeren. Om deze rol uit te voeren:• Zoek landelijke samenwerking met gespecialiseerde partners op dit terrein die de brandweer

kunnen helpen dergelijke programma’s op te zetten en (gezamenlijk) uit te voeren;• Een nieuwe rol vraagt veelal een ander type mens. Uiteraard zijn binnen het huidige

personeelsbestand ook mensen te vinden die prima deze nieuwe rol kunnen vervullen; • Ontwikkel, mede in de lijn van de Strategische Reis, een profiel voor de ‘

adviseur’: functionarissen die de profiel kan gebruikt worden voor bestaande functionarissen, maar ook voor het werven van bijvoorbeeld nieuw type vrijwilligers/burgerparticipanten die zich voor deze rol willen inzetten;

• Ontwikkel een specifieke ‘talentscan’ (competentieof bestaande mensen (in potentie) in deze rol passen. Dit kan ook wordekandidaten ten behoeve van de 2

brandweer kiest voor invulling van de nieuwe rol op deze wijze, dan is de consequentie datfundamentele keuzes gemaakt moeten worden voor de werving en ontwikkeling van de juiste

en de brandweer.

De brandweer ontwikkelt zich naar een nieuw bedrijfsmodel met nieuwe rollen, taken en verantwoordelijkheden. De verschuiving naar de voorkant van de veiligheidsketen is al enkele jaren geleden ingezet, maar zal de komende jaren alleen maar worden versterkt. Verbeteren van de maatschappelijke effecten van de huidige activiteiten/interventies en gericht nieuwe effectieve activiteiten/interventies ontwikkelen vraagt een echter een andere focus binnen deze verschuiving:

r richten op activiteiten die de kans op incidenten verkleinen Meer aandacht voor interventies t.b.v. gedragsverandering

Een lange termijn aanpak kan de focus van het locale c.q. regionale bestuur voorbij gaan. Toch is , de nieuwe generatie, voor een fundamentele verandering essentieel. Om de juiste

aandacht voor deze doelgroep te garanderen past een “landelijke opdracht”, door bijvoorbeeld het ministerie van BZK aan de regio’s hiervoor. Deze landelijke aanpak, regionaal en lokaal uitgevoerd,

keld kunnen worden, met gebruikmaking van de diverse goede voorbeelden die op dit moment al in verschillende regio’s aanwezig zijn. De verschuiving van repressieve naar preventieve taken is een lange weg en levert mogelijk pas op langere tijd middelen op. landelijke opdracht past dan ook een landelijke financiële ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van BZK. Dit zou het veelgenoemde knelpunt van de financiële dekking bij de korpsen beperken. Ook kan dit een impuls bieden aan de nu nog niet actieve korpsen om met

Ontwikkel een eenduidige aanpak voor het bepalen van de juiste doelgroepen per regio op basis ogelijk dit (landelijk) standaardiseren zodat ook bovenlokale informa

koppeling met de (maatschappelijke) kosten per doelgroepfysieke risicogegevens (op termijn) met de sociale risico

Maak bij het bepalen van doelgroep onderscheid tussen directe doelgroepente bereiken?) en indirecte doelgroepen (via wie zijn de directe doelgroepen te

bereiken). Deze indirecte doelgroepen kunnen belangrijke samenwerkingspartners zijn om de activiteiten (mee) uit te voeren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan thuiszorg t.b.v. minder zelfredzamen of imams t.b.v. allochtone doelgroepen. Indirecte doelgroepen zijn feitelijk (functionele) samenwerkingspartners (zie ook figuur 2, pag. 13).

Een aantal specifieke doelgroepen die speciale aandacht vragen: rticulieren, omdat hiermee de grootste maatschappelijke effectiviteit

jongeren, omdat zij op de lange termijn voor een fundamenteel andere kijk op veiligheidsbewustzijn kunnen zorgen. Leer hierbij vooral ook van de voorbeelden uit het buite

De brandweer is op dit moment zelf onvoldoende in staat om gedragsveranderingprogramma’s op te zetten en uit te voeren. Om deze rol uit te voeren:

samenwerking met gespecialiseerde partners op dit terrein die de brandweer pen dergelijke programma’s op te zetten en (gezamenlijk) uit te voeren;

Een nieuwe rol vraagt veelal een ander type mens. Uiteraard zijn binnen het huidige personeelsbestand ook mensen te vinden die prima deze nieuwe rol kunnen vervullen;

in de lijn van de Strategische Reis, een profiel voor de ‘adviseur’: functionarissen die de BrandVeilig Leven-activiteiten kunnen uitvoeren. Dit profiel kan gebruikt worden voor bestaande functionarissen, maar ook voor het werven van

oorbeeld nieuw type vrijwilligers/burgerparticipanten die zich voor deze rol willen

Ontwikkel een specifieke ‘talentscan’ (competentie- en gedragsanalyse) dat zichtbaar maakt of bestaande mensen (in potentie) in deze rol passen. Dit kan ook wordekandidaten ten behoeve van de 2e loopbaan.

20/43

brandweer kiest voor invulling van de nieuwe rol op deze wijze, dan is de consequentie dat ook fundamentele keuzes gemaakt moeten worden voor de werving en ontwikkeling van de juiste

De brandweer ontwikkelt zich naar een nieuw bedrijfsmodel met nieuwe rollen, taken en verantwoordelijkheden. De verschuiving naar de voorkant van de veiligheidsketen is al enkele jaren

nde jaren alleen maar worden versterkt. Verbeteren van de maatschappelijke effecten van de huidige activiteiten/interventies en gericht nieuwe effectieve activiteiten/interventies ontwikkelen vraagt een echter een andere focus binnen deze verschuiving:

Een lange termijn aanpak kan de focus van het locale c.q. regionale bestuur voorbij gaan. Toch is e verandering essentieel. Om de juiste

aandacht voor deze doelgroep te garanderen past een “landelijke opdracht”, door bijvoorbeeld het ministerie van BZK aan de regio’s hiervoor. Deze landelijke aanpak, regionaal en lokaal uitgevoerd,

keld kunnen worden, met gebruikmaking van de diverse goede voorbeelden die op dit moment al in verschillende regio’s aanwezig zijn. De verschuiving van repressieve naar preventieve taken is een lange weg en levert mogelijk pas op langere tijd middelen op. Bij een landelijke opdracht past dan ook een landelijke financiële ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van BZK. Dit zou het veelgenoemde knelpunt van de financiële dekking bij de korpsen

iet actieve korpsen om met BrandVeilig

Ontwikkel een eenduidige aanpak voor het bepalen van de juiste doelgroepen per regio op basis zodat ook bovenlokale informatie

(maatschappelijke) kosten per doelgroep; risicogegevens;

Maak bij het bepalen van doelgroep onderscheid tussen directe doelgroepen (bij wie een te bereiken?) en indirecte doelgroepen (via wie zijn de directe doelgroepen te

bereiken). Deze indirecte doelgroepen kunnen belangrijke samenwerkingspartners zijn om de rbeeld aan thuiszorg t.b.v. minder

Indirecte doelgroepen zijn feitelijk

rticulieren, omdat hiermee de grootste maatschappelijke effectiviteit is te bereiken jongeren, omdat zij op de lange termijn voor een fundamenteel andere kijk op veiligheids-

Leer hierbij vooral ook van de voorbeelden uit het buitenland.

De brandweer is op dit moment zelf onvoldoende in staat om gedragsveranderingprogramma’s op

samenwerking met gespecialiseerde partners op dit terrein die de brandweer pen dergelijke programma’s op te zetten en (gezamenlijk) uit te voeren;

Een nieuwe rol vraagt veelal een ander type mens. Uiteraard zijn binnen het huidige personeelsbestand ook mensen te vinden die prima deze nieuwe rol kunnen vervullen;

in de lijn van de Strategische Reis, een profiel voor de ‘BrandVeilig Leven–activiteiten kunnen uitvoeren. Dit

profiel kan gebruikt worden voor bestaande functionarissen, maar ook voor het werven van oorbeeld nieuw type vrijwilligers/burgerparticipanten die zich voor deze rol willen

en gedragsanalyse) dat zichtbaar maakt of bestaande mensen (in potentie) in deze rol passen. Dit kan ook worden ingezet voor

• Laat nieuwe mensen instromen voor deze nieuwe rol. Denk hierbij vooral ook aan nieuw soort

vrijwilligers/burgerparticipanten. Mensen die bijvoorbeeld vanuit hun professie over de juiste competenties beschikken. Zij zijn veelal buiten hun reguliere werktijd beschikbaar (’s avonds en bv op zaterdag). Dit zijn tevens de momenten dat particulieren meestal het best bereikbaar zijn. Een voorbeeld van een doelgroep die mogelijk al snel deze burgerparticipantenrol te bereiken is zijn trainers en adviseurs. Hun vak is nieuwe informatie en/of inzichten aan anderen over te brengen. Bij de brandweer zijn vele externe adviseurs en trainers betrokken. Het zou een burgerparticipant actief zijn.

• Ontwikkel de benodigde competenties binnen de brandweer door dit te borgen in de brandweeropleidingen of gebruik te maken van andere instituten. Naast inzicht in het gedachtegoed vraagt het specifieke competenties, vbestaande brandweeropleidingen én opzet van nieuwe opleidingen (modules);

7. Bij jongeren is het van belangleerprocessen. Jongeren wordhet effect op hun gedragsontwikkeling groot. Effectieve manieren om jongeren te bereiken zijn:• Schoolprogramma’s: educatieve programma’s waarbij zelf ervaren een belangrijke rol speelt.

Belangrijk is dat een koppeling wordt gemaakt met de eigen thuissituatie en dat het programma een herhalingseffect in zich heeft.• Streef ernaar om, net zoals in diverse buitenlanden ‘veiligheids

wordt gesteld op scholen• Jeugdverenigingen: clubs waar kinderen en jongeren bij betrokken zijn, spelen een grote rol in

hun normen- en waardenkader. Wat vriendjes en vriendinnetjes vinden is daarbij van grote invloed. Ook de wijze waarop zowel in de activiteiten als daarbuiten bij de vereniomgegaan met thema’s als veiligheid, eigen verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar spelen een grote rol bij de ontwikkeling en latere zienswijze en gedrag.

• Helden/symbolen: zeker voor kinderen en jongeren is het van groot belang wat ‘anderenvinden. Belangrijke beïnvloeders zijn helden uit bijvoorbeeld de muziek, sport of televisie. Voor jongere kinderen kunnen dit ook animatiefiguren zijn. De boodschappen van deze helden worden als zeer belangrijk ervaren en hebben grote impact op hun gedraverbonden worden met ‘goed gedrag’ hebben dit effect. Denk aan cadeautjes die verkregen en/of verzameld kunnen worden door goed gedrag in de praktijk te brengen.

• Speelhuizen: spelenderwijs leren is bijzonder krachtig, zeker oErvaringen uit het buitenland laten zien dat speciale speelomgevingen voor kinderen waar relevante thema’s in en door het spel worden aangeleerd een groot effect hebben.

• Onderzoek daarom de mogelijkheid om te participeren in ktelevisie. Dit heeft grote invloed op de sociale norm en de attitude bij jongerengedrag positief worden beïnvloed.

• Start met de ontwikkeling van een samenwerking met externe veiligheidspartners kan worden gerealiseerd.spelenderwijs leren is bij jongeren erg populair en wint nog steeds enorm aan populariteit. onderwijs en trainingen te verpakken in een game kuen blijft dit, door het herhalingseffect, ook goed hangen.

• Serious Gaming is een andere krachtige manier om jongeren te bereiken

Wat is Serious Gaming? Een serious game is een spel (veelal via comonderwijs (kennis en inzichten) en trainingen (vaardigheden en ervaringen). Het is een spel, maar door het te spelen wordt een ander doel beoogd. De tijdsbesteding aan games bij kinderen en afgelopen jaren snel toe. Serious games zijn dan ook uitermate geschikt om hehiervoor is dat er een belangrijke relatie is tussen leren en het hebben van plezier. Mensen leren en onthouden dingen omdat onze hersesteeds een stap verder te gaan en een volgend niveau te halen. Iedere keer als een nieuw niveau wordt bereikt komt er een stof in de hersenen vrij (endorfine) dat een plezierig gevoel geeft. D Daarnaast is voor de meeste kinderen het wedstrijdgevoel een belangrijke stimulans om een game te herhalen.

Laat nieuwe mensen instromen voor deze nieuwe rol. Denk hierbij vooral ook aan nieuw soort vrijwilligers/burgerparticipanten. Mensen die bijvoorbeeld vanuit hun professie over de juiste

beschikken. Zij zijn veelal buiten hun reguliere werktijd beschikbaar (’s avonds en bv op zaterdag). Dit zijn tevens de momenten dat particulieren meestal het best bereikbaar zijn. Een voorbeeld van een doelgroep die mogelijk al snel deze burger

rol te bereiken is zijn trainers en adviseurs. Hun vak is nieuwe informatie en/of inzichten aan anderen over te brengen. Bij de brandweer zijn vele externe adviseurs en trainers betrokken. Het zou een pre kunnen zijn om opdrachten te verkrijgen wanneer burgerparticipant actief zijn.

Ontwikkel de benodigde competenties binnen de brandweer door dit te borgen in de brandweeropleidingen of gebruik te maken van andere instituten. Naast inzicht in het gedachtegoed vraagt het specifieke competenties, vaardigheden en gedrag. Dit vraagt aanpassing van diverse bestaande brandweeropleidingen én opzet van nieuwe opleidingen (modules);

Bij jongeren is het van belang om goed aan te sluiten bij hun belevingswereld en hun specifieke orden erg sterk beïnvloed door Media en Games. spelenderwijs te leren is

het effect op hun gedragsontwikkeling groot. Effectieve manieren om jongeren te bereiken zijn:: educatieve programma’s waarbij zelf ervaren een belangrijke rol speelt.

een koppeling wordt gemaakt met de eigen thuissituatie en dat het programma een herhalingseffect in zich heeft.

Streef ernaar om, net zoals in diverse buitenlanden ‘veiligheidslesprogramma’sscholen.

: clubs waar kinderen en jongeren bij betrokken zijn, spelen een grote rol in en waardenkader. Wat vriendjes en vriendinnetjes vinden is daarbij van grote

invloed. Ook de wijze waarop zowel in de activiteiten als daarbuiten bij de vereniomgegaan met thema’s als veiligheid, eigen verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar spelen een grote rol bij de ontwikkeling en latere zienswijze en gedrag.

: zeker voor kinderen en jongeren is het van groot belang wat ‘anderenvinden. Belangrijke beïnvloeders zijn helden uit bijvoorbeeld de muziek, sport of televisie. Voor jongere kinderen kunnen dit ook animatiefiguren zijn. De boodschappen van deze helden worden als zeer belangrijk ervaren en hebben grote impact op hun gedrag. Ook specifieke symbolen die verbonden worden met ‘goed gedrag’ hebben dit effect. Denk aan cadeautjes die verkregen en/of verzameld kunnen worden door goed gedrag in de praktijk te brengen.

: spelenderwijs leren is bijzonder krachtig, zeker ook bij de ‘nieuwe generatie’. Ervaringen uit het buitenland laten zien dat speciale speelomgevingen voor kinderen waar relevante thema’s in en door het spel worden aangeleerd een groot effect hebben.Onderzoek daarom de mogelijkheid om te participeren in kinder- en/of jongerenprogramma’s op

heeft grote invloed op de sociale norm en de attitude bij jongerenpositief worden beïnvloed. (zie ook bijlage 2).

Start met de ontwikkeling van een Serious Game en verken daarbij of het samenwerking met externe veiligheidspartners kan worden gerealiseerd.spelenderwijs leren is bij jongeren erg populair en wint nog steeds enorm aan populariteit. onderwijs en trainingen te verpakken in een game kunnen mensen dus spelenderwijs iets leren en blijft dit, door het herhalingseffect, ook goed hangen.

is een andere krachtige manier om jongeren te bereiken

en serious game is een spel (veelal via computer, internet, telefoon en/of televisie) die ingezet wordt voor onderwijs (kennis en inzichten) en trainingen (vaardigheden en ervaringen). Het is een spel, maar door het te spelen wordt een ander doel beoogd. De tijdsbesteding aan games bij kinderen en afgelopen jaren snel toe. Serious games zijn dan ook uitermate geschikt om hen iets te leren. De reden hiervoor is dat er een belangrijke relatie is tussen leren en het hebben van plezier. Mensen leren en onthouden dingen omdat onze hersens automatisch patronen herkennen. Een game daagt mensen uit om steeds een stap verder te gaan en een volgend niveau te halen. Iedere keer als een nieuw niveau wordt bereikt komt er een stof in de hersenen vrij (endorfine) dat een plezierig gevoel geeft. D

Daarnaast is voor de meeste kinderen het wedstrijdgevoel een belangrijke stimulans om een game te

21/43

Laat nieuwe mensen instromen voor deze nieuwe rol. Denk hierbij vooral ook aan nieuw soort vrijwilligers/burgerparticipanten. Mensen die bijvoorbeeld vanuit hun professie over de juiste

beschikken. Zij zijn veelal buiten hun reguliere werktijd beschikbaar (’s avonds en bv op zaterdag). Dit zijn tevens de momenten dat particulieren meestal het best bereikbaar zijn. Een voorbeeld van een doelgroep die mogelijk al snel deze burger-

rol te bereiken is zijn trainers en adviseurs. Hun vak is nieuwe informatie en/of inzichten aan anderen over te brengen. Bij de brandweer zijn vele externe adviseurs en

kunnen zijn om opdrachten te verkrijgen wanneer zij als

Ontwikkel de benodigde competenties binnen de brandweer door dit te borgen in de brandweer-opleidingen of gebruik te maken van andere instituten. Naast inzicht in het gedachtegoed vraagt

aardigheden en gedrag. Dit vraagt aanpassing van diverse bestaande brandweeropleidingen én opzet van nieuwe opleidingen (modules);

om goed aan te sluiten bij hun belevingswereld en hun specifieke spelenderwijs te leren is

het effect op hun gedragsontwikkeling groot. Effectieve manieren om jongeren te bereiken zijn: : educatieve programma’s waarbij zelf ervaren een belangrijke rol speelt.

een koppeling wordt gemaakt met de eigen thuissituatie en dat het programma

lesprogramma’s’ verplicht

: clubs waar kinderen en jongeren bij betrokken zijn, spelen een grote rol in en waardenkader. Wat vriendjes en vriendinnetjes vinden is daarbij van grote

invloed. Ook de wijze waarop zowel in de activiteiten als daarbuiten bij de verenigingen wordt omgegaan met thema’s als veiligheid, eigen verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar spelen een

: zeker voor kinderen en jongeren is het van groot belang wat ‘anderen’ vinden. Belangrijke beïnvloeders zijn helden uit bijvoorbeeld de muziek, sport of televisie. Voor jongere kinderen kunnen dit ook animatiefiguren zijn. De boodschappen van deze helden worden

g. Ook specifieke symbolen die verbonden worden met ‘goed gedrag’ hebben dit effect. Denk aan cadeautjes die verkregen en/of verzameld kunnen worden door goed gedrag in de praktijk te brengen.

ok bij de ‘nieuwe generatie’. Ervaringen uit het buitenland laten zien dat speciale speelomgevingen voor kinderen waar relevante thema’s in en door het spel worden aangeleerd een groot effect hebben.

en/of jongerenprogramma’s op heeft grote invloed op de sociale norm en de attitude bij jongeren en kan hun

en verken daarbij of het direct of op termijn in samenwerking met externe veiligheidspartners kan worden gerealiseerd. Deze vorm van spelenderwijs leren is bij jongeren erg populair en wint nog steeds enorm aan populariteit. Door

nnen mensen dus spelenderwijs iets leren

is een andere krachtige manier om jongeren te bereiken

puter, internet, telefoon en/of televisie) die ingezet wordt voor onderwijs (kennis en inzichten) en trainingen (vaardigheden en ervaringen). Het is een spel, maar door het te spelen wordt een ander doel beoogd. De tijdsbesteding aan games bij kinderen en jongeren neemt de

iets te leren. De reden hiervoor is dat er een belangrijke relatie is tussen leren en het hebben van plezier. Mensen leren en

ns automatisch patronen herkennen. Een game daagt mensen uit om steeds een stap verder te gaan en een volgend niveau te halen. Iedere keer als een nieuw niveau wordt bereikt komt er een stof in de hersenen vrij (endorfine) dat een plezierig gevoel geeft. Daarom is gamen leuk.

Daarnaast is voor de meeste kinderen het wedstrijdgevoel een belangrijke stimulans om een game te

NB1: Ook veel mensen met een fysieke beperking maken vdaarom ook een zeer geschikt middel om verminderd

NB2: vooral de aanbevelingen onder punt 6 vragen een landelijke aanpak, omdat dit de regionale schaal

overschrijdt. Zie ook § 4.4.1 4.3 Bewustwording

Een nieuwe rol van de brandweer en de nieuwe kijk op externe omgeving van de brandweer zich hiervan bewust is, omdat het ook op hen het nodigheeft. Om de beweging naar de nieuwe rol te kunnen maken is het commitment daarvoor bij het bestuur van essentieel belang. Ook zien veelbestuur een bepalende factor is voor het succeuitkomsten van de buitenlandse verkenning, waarbij de ondersteuning en stimulering van de loinitiatieven door het bestuur een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de successen die zijn geboekt. En andere belangrijke succesfactor wordt gezien in de gedragenheid en enthousiasme voor Leven bij het eigen personeel. De overgrote meerderheid van de brandweer is echter nog niet of nauwelijks op de hoogte van de toekomstvisie voor de brandwevan de brandweerkorpsen uit repressieve collega’s, die de beweging mogelijk (in eerste instantie) niet met enthousiasme ontvangen, omdat de nieuwe ontwikkelingen zich juist van de primair repressieve aanpak af bewegen. Ook blijkt uit de verkenning dat de korpsen zich vooral focussen op de uitvoering van activiteiten en minder aandacht hebben voor de bestuurlijke en organisatorische inbedding danwel dit moeilijk vinden om invulling aan te geven. Gezien het belang van van het eigen personeel vraagt dit voor de toekomst de nodige aandacht en ondersteuning§ 4.4). Niet alleen voor het huidige personeel, maar ook zeker voor alle nieuwe mensen die nu bij de brandweer komen. Een belangrijke beweging in alle huidige projecten en bewegingen op het gebied van veiligheid is de betere balans in de verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid. Deze betere balans kan echter alleen ontstaan wanneer burgers en bedrijven zich ook bewust zijn van hun verantwoordelijkheid én van de risico’s in hun omgeving. Uiteraard is BrandVeilig Leven geen doel op zich, maar een middel dat bezien moet worden in relatie tot andere middelen (bijvoorbeeld wettrendanalyse van de Strategische Reis is geconcludeerd dat burgers en ondernemers verantwoordelijkheid zien/accepteren. Zij verwachten hier juist veel van de overheid, terwijl juist, ingegeven door de nieuwe Visie op Brandveiligheid die is geformuleerd, de overheid de

Serious Games in de praktijkOp het gebied van rampen is de serious game Habbo ontwikkeld. Habbo is met gemiddeld 950.000 ubezoekers per maand de grootste virtuele community in Nederland voor tieners en volwassenen. De jongeren krijgen in het virtuele Habbois dat jongeren leren hoe ze zich het deze serious game bereikt wordt, moet nog worden geëvalueerd. Dat een serious game gedragsverandering tot gevolg kan hebben blijkt uit het spel gebruikt op het VMBO om de lage instroom in de installatiebranche een impuls te geven. Doel van het spel is om scholieren bekend te maken met de spannende mogelijkheden van de technische vakken en de diversiteit van de branche onder de aandacht te brengen. [n het spel moeteen echt Pool Paradise. Het spel bleek een groot succes te zijn onder leerlingen.merkbaar, aangezien de neergaande tendens van instroom van VMBOintroductie van het spel is gestopt en er sprake is van een groeiende belangstelling voor de installatievakken (Kranenburg, Slot, Staal, Leurdijk & bron: Risicocommunicatie door gemeenten

Ook veel mensen met een fysieke beperking maken veel gebruik van games. Serious gaming is geschikt middel om verminderd zelfredzamen te bereiken.

vooral de aanbevelingen onder punt 6 vragen een landelijke aanpak, omdat dit de regionale schaal 4.4.1)

nieuwe rol van de brandweer en de nieuwe kijk op brandveiligheid vereist ook dat de interne én externe omgeving van de brandweer zich hiervan bewust is, omdat het ook op hen het nodig

Om de beweging naar de nieuwe rol te kunnen maken is het commitment daarvoor bij het bestuur zien veel van de actieve Nederlandse korpsen dat de betrokkenheid van het

bestuur een bepalende factor is voor het succes van BrandVeilig Leven. Dit is vergelijkbaar met de uitkomsten van de buitenlandse verkenning, waarbij de ondersteuning en stimulering van de loinitiatieven door het bestuur een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de successen die zijn geboekt.

En andere belangrijke succesfactor wordt gezien in de gedragenheid en enthousiasme voor De overgrote meerderheid van de brandweer is echter nog niet of

nauwelijks op de hoogte van de toekomstvisie voor de brandweer. Daarnaast bestaat het grootste deel van de brandweerkorpsen uit repressieve collega’s, die de beweging mogelijk (in eerste instantie) niet met enthousiasme ontvangen, omdat de nieuwe ontwikkelingen zich juist van de primair repressieve

Ook blijkt uit de verkenning dat de korpsen zich vooral focussen op de uitvoering van activiteiten en minder aandacht hebben voor de bestuurlijke en organisatorische inbedding danwel dit moeilijk vinden om invulling aan te geven. Gezien het belang van deze organisatorische inbedding en de gedragenheid van het eigen personeel vraagt dit voor de toekomst de nodige aandacht en ondersteuning

Niet alleen voor het huidige personeel, maar ook zeker voor alle nieuwe mensen die nu bij de

Een belangrijke beweging in alle huidige projecten en bewegingen op het gebied van veiligheid is de betere balans in de verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid. Deze betere balans kan echter alleen

eer burgers en bedrijven zich ook bewust zijn van hun verantwoordelijkheid én van de

Veilig Leven geen doel op zich, maar een middel dat bezien moet worden in relatie tot andere middelen (bijvoorbeeld wet- en regelgeving) om de veiligheid te verhogen. Uit de trendanalyse van de Strategische Reis is geconcludeerd dat burgers en ondernemers verantwoordelijkheid zien/accepteren. Zij verwachten hier juist veel van de overheid, terwijl juist,

door de nieuwe Visie op Brandveiligheid die is geformuleerd, de overheid de

Serious Games in de praktijk Op het gebied van rampen is de serious game Habbo ontwikkeld. Habbo is met gemiddeld 950.000 ubezoekers per maand de grootste virtuele community in Nederland voor tieners en volwassenen. De jongeren krijgen in het virtuele Habbo-hotel te maken met een aantal rampenoefeningen. Het doel van deze oefeningen is dat jongeren leren hoe ze zich het beste kunnen voorbereiden op noodsituaties. Of het beoogde doel met deze serious game bereikt wordt, moet nog worden geëvalueerd.

Dat een serious game gedragsverandering tot gevolg kan hebben blijkt uit het spel MBO om de lage instroom in de installatiebranche een impuls te geven. Doel van het spel is

om scholieren bekend te maken met de spannende mogelijkheden van de technische vakken en de diversiteit van de branche onder de aandacht te brengen. [n het spel moet de speler een oud zwembad ombouwen tot een echt Pool Paradise. Het spel bleek een groot succes te zijn onder leerlingen. merkbaar, aangezien de neergaande tendens van instroom van VMBO-leerlingen bij elektrotechniek na de

ductie van het spel is gestopt en er sprake is van een groeiende belangstelling voor de installatievakken (Kranenburg, Slot, Staal, Leurdijk & Buçgmeijer).

Risicocommunicatie door gemeenten, TNO J.H. Kerstholt en M. Koenders (2009)

22/43

eel gebruik van games. Serious gaming is redzamen te bereiken.

vooral de aanbevelingen onder punt 6 vragen een landelijke aanpak, omdat dit de regionale schaal

vereist ook dat de interne én externe omgeving van de brandweer zich hiervan bewust is, omdat het ook op hen het nodige effect

Om de beweging naar de nieuwe rol te kunnen maken is het commitment daarvoor bij het bestuur korpsen dat de betrokkenheid van het

Dit is vergelijkbaar met de uitkomsten van de buitenlandse verkenning, waarbij de ondersteuning en stimulering van de lokale initiatieven door het bestuur een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de successen die zijn geboekt.

En andere belangrijke succesfactor wordt gezien in de gedragenheid en enthousiasme voor BrandVeilig De overgrote meerderheid van de brandweer is echter nog niet of

Daarnaast bestaat het grootste deel van de brandweerkorpsen uit repressieve collega’s, die de beweging mogelijk (in eerste instantie) niet met enthousiasme ontvangen, omdat de nieuwe ontwikkelingen zich juist van de primair repressieve

Ook blijkt uit de verkenning dat de korpsen zich vooral focussen op de uitvoering van activiteiten en minder aandacht hebben voor de bestuurlijke en organisatorische inbedding danwel dit moeilijk vinden

deze organisatorische inbedding en de gedragenheid van het eigen personeel vraagt dit voor de toekomst de nodige aandacht en ondersteuning (zie ook

Niet alleen voor het huidige personeel, maar ook zeker voor alle nieuwe mensen die nu bij de

Een belangrijke beweging in alle huidige projecten en bewegingen op het gebied van veiligheid is de betere balans in de verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid. Deze betere balans kan echter alleen

eer burgers en bedrijven zich ook bewust zijn van hun verantwoordelijkheid én van de

Veilig Leven geen doel op zich, maar een middel dat bezien moet worden in relatie egelgeving) om de veiligheid te verhogen. Uit de

trendanalyse van de Strategische Reis is geconcludeerd dat burgers en ondernemers niet hun eigen verantwoordelijkheid zien/accepteren. Zij verwachten hier juist veel van de overheid, terwijl juist,

door de nieuwe Visie op Brandveiligheid die is geformuleerd, de overheid de

Op het gebied van rampen is de serious game Habbo ontwikkeld. Habbo is met gemiddeld 950.000 unieke bezoekers per maand de grootste virtuele community in Nederland voor tieners en volwassenen. De jongeren

hotel te maken met een aantal rampenoefeningen. Het doel van deze oefeningen beste kunnen voorbereiden op noodsituaties. Of het beoogde doel met

Dat een serious game gedragsverandering tot gevolg kan hebben blijkt uit het spel 'Pool Paradise' dat wordt MBO om de lage instroom in de installatiebranche een impuls te geven. Doel van het spel is

om scholieren bekend te maken met de spannende mogelijkheden van de technische vakken en de diversiteit de speler een oud zwembad ombouwen tot

Bovendien is er verandering leerlingen bij elektrotechniek na de

ductie van het spel is gestopt en er sprake is van een groeiende belangstelling voor de installatievakken

, TNO J.H. Kerstholt en M. Koenders (2009)

verantwoordelijk meer wil delen. Daar zit dan ook de grote uitdaging, waarbij positieve bijdrage kan leveren dit beeld bij te stellen De brandweer heeft, mede door de middels BrandVeilig Leven-activiteiten, het veiligheidsbewustzijn te vergroten en op een acceptabele wijze een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij de burger te le Zoals uit § 4.2 blijkt zijn gedragsveranderingprogramma’s geschikt omeigen veiligheid te stimuleren en daarmee het veiligheidbewustzijn en de zelfredzaamheid te vergroten. Gedragsverandering is echter niet eenvoudig. kader van veiligheid te veranderennegatieve gevolgen van een incident. Men is zich daalt). Een voorbeeld hiervan is het veranderde koopgedrag van burgers na een ernstige brand in de directe omgeving (meer rookmelders kopen en plaatsen). Wanneer door de brandweer, bedrijven en de overheid meer preventie, leidt dit tot een hogere veiligheidbranden neemt af) als subjectief (hogere veiligheidsbeleving). Deze positieve trend heeft echter ook een negatief effect. Door de afnameverantwoordelijkheid voor veiliger gedrag afnemen. En minder veilig gedrag verhoogt weer de risico’s op brand. Een schijnbare paradox. Meer preventie, minder veilig gedrag.preventieparadox.

De kunst om deze paradox op te lossen is risico’s in hun directe woon-, werkhun (eigen) veilig gedrag. In de nieucommuniceren over mogelijke rampen en crises, maar niet over andere veiligheidsrisico’s. een onvolledig beeld ontstaan. Het is dus van belang dat ook de risico’s die het bestuur accep(zie ook bijlage 3) helder gecommuniceerd wordwaken over ons, maar ieder blijft verantwoordelijk voor blijven (acceptabele) risico’s bestaan die je Het belang van een realistisch veiligheidsbeeldCanada. Er zijn daar gebieden waar opkomsttijden van veiligheidsdiensten/langer gewoon zijn. Men is zich veel meer bewust van de risico’s die men loopt en zorgt zelf, met elkaar als burgers en bedrijven, voor maatregelen om eventuele incidenten en de gevolgen te beperken.

figuur 3: de preventieparadox

verantwoordelijk meer wil delen. Daar zit dan ook de grote uitdaging, waarbij Brandpositieve bijdrage kan leveren dit beeld bij te stellen

ede door de repressieve rol, een sterk imago. Dit imago kan worden benut om, activiteiten, het veiligheidsbewustzijn te vergroten en op een acceptabele

wijze een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij de burger te leggen.

zijn gedragsveranderingprogramma’s geschikt om de verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid te stimuleren en daarmee het veiligheidbewustzijn en de zelfredzaamheid te

Gedragsverandering is echter niet eenvoudig. De bereidheid van mensen om heid te veranderen wordt gestimuleerd wanneer ze geconfronteerd worden met de

negatieve gevolgen van een incident. Men is zich dan bewust van de risico’s (subjectieve veiligheid is het veranderde koopgedrag van burgers na een ernstige brand in de

directe omgeving (meer rookmelders kopen en plaatsen). door de brandweer, bedrijven en de overheid meer en juiste aandacht wordt besteed aan

preventie, leidt dit tot een hogere veiligheid, zowel objectief (aantal branden of de impact van de branden neemt af) als subjectief (hogere veiligheidsbeleving). Deze positieve trend heeft echter ook een negatief effect. Door de afname van de risico’s kan het risicobewustzijn afnemen en de eigen verantwoordelijkheid voor veiliger gedrag afnemen. En minder veilig gedrag verhoogt weer de risico’s op brand. Een schijnbare paradox. Meer preventie, minder veilig gedrag. De zogenaamde

De kunst om deze paradox op te lossen is ervoor te zorgen dat mensen een helder beeld krijgen van de , werk- en leefomgeving en zich verantwoordelijk gaan/blijven voelen voor

nieuwe Wet Veiligheidsregio ’s staat wel een verplichting om te communiceren over mogelijke rampen en crises, maar niet over andere veiligheidsrisico’s. een onvolledig beeld ontstaan. Het is dus van belang dat ook de risico’s die het bestuur accep

) helder gecommuniceerd worden naar de maatschappij: “De overheid en de brandweer blijft verantwoordelijk voor zijn of haar eigen Brand

blijven (acceptabele) risico’s bestaan die je kunt beperken door de zelfredzaamheid te vergroten.

Het belang van een realistisch veiligheidsbeeld wordt geïllustreerd door situaties in ondermeer Zweden en gebieden waar opkomsttijden van veiligheidsdiensten/brandweer van en

langer gewoon zijn. Men is zich veel meer bewust van de risico’s die men loopt en zorgt zelf, met elkaar als burgers en bedrijven, voor maatregelen om eventuele incidenten en de gevolgen te beperken.

23/43

BrandVeilig Leven een

rol, een sterk imago. Dit imago kan worden benut om, activiteiten, het veiligheidsbewustzijn te vergroten en op een acceptabele

ggen.

de verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid te stimuleren en daarmee het veiligheidbewustzijn en de zelfredzaamheid te

De bereidheid van mensen om hun gedrag in wanneer ze geconfronteerd worden met de

(subjectieve veiligheid is het veranderde koopgedrag van burgers na een ernstige brand in de

t wordt besteed aan owel objectief (aantal branden of de impact van de

branden neemt af) als subjectief (hogere veiligheidsbeleving). Deze positieve trend heeft echter ook van de risico’s kan het risicobewustzijn afnemen en de eigen

verantwoordelijkheid voor veiliger gedrag afnemen. En minder veilig gedrag verhoogt weer de risico’s De zogenaamde

een helder beeld krijgen van de zich verantwoordelijk gaan/blijven voelen voor

staat wel een verplichting om te communiceren over mogelijke rampen en crises, maar niet over andere veiligheidsrisico’s. Hierdoor kan een onvolledig beeld ontstaan. Het is dus van belang dat ook de risico’s die het bestuur acceptabel acht

De overheid en de brandweer Brandveilige gedrag. Er

door de zelfredzaamheid te vergroten.”

wordt geïllustreerd door situaties in ondermeer Zweden en brandweer van enkele uren of

langer gewoon zijn. Men is zich veel meer bewust van de risico’s die men loopt en zorgt zelf, met elkaar als burgers en bedrijven, voor maatregelen om eventuele incidenten en de gevolgen te beperken.

Dit voorbeeld bevestigt dat gedrag bij zich richt op veiliger gedrag en een heldere boodschap van de risico’s en brandweer nooit alle risico’s kunnen wegnemen.

4.3.1 Aanbevelingen bewustwording

1. Bewustwording geldt voor alle direct betrokkenen (bestuur, samenleving (burgers en bedrijven)alleen helder wordt gemaakt wat de nieuwe rol van de brandweer wordt maar vooral ook wat deconsequenties zijn voor zowel besturen, partners als burgers en bedrijven. • Besturen: commitment bij het

succesfactor voor BrandVeilig Levenniveau. • op meerdere niveaus dient de dialoog gevoerd te worden. Vanaf ministerie (

aanbeveling 2 § 4.2.1• Een professioneel en eenduidig verhaa

de nieuwe rol in het algemeen en communicatiemiddelen ‘sterke sprekers’ kan ookvan het verhaal.

• Partners: samen met partners moet de verkenning worden gestart wat in de samenwerking en hoe de partners de brandweer daarbij kunnen helpen en hoeLeven de partners kan helpen. Ook dit kan zowel regionaal als landelijk worden opgepakt.

• Burgers en bedrijven: een belangrijke omschakeling voor burgers en bedrijven is het besef van eigen verantwoordelijkheid. Zoals blijkt uit de gedragstheorlastig en zal de noodzaak hiertoe helder moeten worden. Een heldere communicatie over het geaccepteerd restrisico (zie ook en vraagt dit lef. Bij benadering van burgers en bedrijven is het daarnaast van groot belang om niet alleen aan te geven waar risico’sbieden. Wat kunnen zij zelf doen om de risico’s te beperken

• De effectiviteit van de aanpak kan worden vergroot door onderzoek naar kennis, wensen en verwachtingen van de burgers/overige actoren Sluiten de ideeën van de brandweer burgers/overige actoren?

2. Het eigen personeel is ook een zeer belangrijke succesfactor

de nodige weerstand te verwachtenbedreiging kan worden gezien voor• Ondersteuning bieden bij acceptatie verkrijgen. De actieve korpsen kunnen hier een waarde

rol bij spelen en hierbij een belangrijk• Verken bij het personeel w

wel bekend zijn. Uit de veranderkunde blijkt dat de te verwachten weerstand niet altijd juist is.

10 Ook de gemeenteraden zijn een belangrijke doelgroep om mee te nemen in de commu

Vuurwerk Een voorbeeld in Nederland is hoe we in Nederland omgaan met de risico’s bij vuurwerk. De risico’s van onveilig vuurwerk en onveilig gedrag zijn objectief niet zo groot (2009/2010: 770 spoedeisende hulpbehandelingen, geen dodelijke slachtoffers per jaar in verhouding tot ca 80 miljoen uitgaven aan vuurwerk1), maar door gerichte campagnes is bijna iedereen zich bewust van de impact van het risico. De indringende beelden van vuurwerkslachtoffers zijn groot. Ondanks pogingen in de Tvuurwerk afsteken te beperken en veiliger te maken (per gemeente gezamenlijke evenementen) en daarmee de inspanningen aan toezicht en handhaving door brandweer en politie te beperken, blijven we vasthouden aan de traditie dat iedereen zeveilig gedrag. De overheid bewaakt en grijpt alleen in bij grote overtredingen.

gedrag bij burgers daadwerkelijk is te beïnvloeden door een aanpak dat zich richt op veiliger gedrag en een heldere boodschap van de risico’s en dat we als overheid en brandweer nooit alle risico’s kunnen wegnemen.

bewustwording

lle direct betrokkenen (bestuur, partners en brandweersamenleving (burgers en bedrijven). Dit vraagt een heldere communicatiestrategie, waarin niet alleen helder wordt gemaakt wat de nieuwe rol van de brandweer wordt maar vooral ook wat deconsequenties zijn voor zowel besturen, partners als burgers en bedrijven.

: commitment bij het bestuur10 voor de nieuwe rol van de brandweer is Veilig Leven. Dit vraagt veel op zowel regionaal/lokaal als op

op meerdere niveaus dient de dialoog gevoerd te worden. Vanaf ministerie (4.2.1) , Veiligheidsberaad, (Genootschap van) Burgemeesters/college etc.en eenduidig verhaal naar bestuur kan bijdragen aan de gedragenheid van

de nieuwe rol in het algemeen en BrandVeilig Leven in het bijzonder. Een landelijke set met len helpt hierbij. Ondersteuning bij de gesprekken/presentaties door

‘sterke sprekers’ kan ook landelijk ondersteund worden. Dit bevorder

: samen met partners moet de verkenning worden gestart wat Brandin de samenwerking en hoe de partners de brandweer daarbij kunnen helpen en hoe

de partners kan helpen. Ook dit kan zowel regionaal als landelijk worden opgepakt.een belangrijke omschakeling voor burgers en bedrijven is het besef van

eigen verantwoordelijkheid. Zoals blijkt uit de gedragstheorieën en de preventieparadox is dit lastig en zal de noodzaak hiertoe helder moeten worden. Een heldere communicatie over het

risico (zie ook § 4.2 en bijlage 4) door het bestuur is hierbij van groot belang Bij benadering van burgers en bedrijven is het daarnaast van groot belang om

niet alleen aan te geven waar risico’s zitten, maar vooral ook om handelingsperspectief te bieden. Wat kunnen zij zelf doen om de risico’s te beperken?

teit van de aanpak kan worden vergroot door onderzoek naar kennis, wensen en van de burgers/overige actoren naar de rol van de brandweer en

van de brandweer wel voldoende aan bij de wensen en ideeëngers/overige actoren?

Het eigen personeel is ook een zeer belangrijke succesfactor, zoals blijkt uit de verkenning. Hier is de nodige weerstand te verwachten, zeker bij repressief personeel, voor wie bedreiging kan worden gezien voor de repressieve taak. Dit vraagt o.a.

bieden bij acceptatie verkrijgen. De actieve korpsen kunnen hier een waarderol bij spelen en hierbij een belangrijke ambassadeursrol vervullen (coöperatief implementeren)Verken bij het personeel waar mogelijke weerstanden zitten en neem niet vooraf aan dat deze

zijn. Uit de veranderkunde blijkt dat de te verwachten weerstand niet altijd juist is.

Ook de gemeenteraden zijn een belangrijke doelgroep om mee te nemen in de commu

Een voorbeeld in Nederland is hoe we in Nederland omgaan met de risico’s bij vuurwerk. De risico’s van onveilig vuurwerk en onveilig gedrag zijn objectief niet zo groot (2009/2010: 770 spoedeisende

e slachtoffers per jaar in verhouding tot ca 80 miljoen uitgaven aan ), maar door gerichte campagnes is bijna iedereen zich bewust van de impact van het risico.

De indringende beelden van vuurwerkslachtoffers zijn groot. Ondanks pogingen in de Tweede Kamer om het vuurwerk afsteken te beperken en veiliger te maken (per gemeente gezamenlijke evenementen) en daarmee de inspanningen aan toezicht en handhaving door brandweer en politie te beperken, blijven we vasthouden aan de traditie dat iedereen zelf vuurwerk mag afsteken. Je blijft zelf verantwoordelijk voor veilig gedrag. De overheid bewaakt en grijpt alleen in bij grote overtredingen.

24/43

daadwerkelijk is te beïnvloeden door een aanpak dat dat we als overheid en

brandweer) en ook voor de Dit vraagt een heldere communicatiestrategie, waarin niet

alleen helder wordt gemaakt wat de nieuwe rol van de brandweer wordt maar vooral ook wat de

brandweer is een belangrijke Dit vraagt veel op zowel regionaal/lokaal als op landelijk

op meerdere niveaus dient de dialoog gevoerd te worden. Vanaf ministerie (zie ook (Genootschap van) Burgemeesters/college etc.

l naar bestuur kan bijdragen aan de gedragenheid van in het bijzonder. Een landelijke set met

Ondersteuning bij de gesprekken/presentaties door evordert ook de eenduidigheid

BrandVeilig Leven betekent in de samenwerking en hoe de partners de brandweer daarbij kunnen helpen en hoe BrandVeilig

de partners kan helpen. Ook dit kan zowel regionaal als landelijk worden opgepakt. een belangrijke omschakeling voor burgers en bedrijven is het besef van

ieën en de preventieparadox is dit lastig en zal de noodzaak hiertoe helder moeten worden. Een heldere communicatie over het

door het bestuur is hierbij van groot belang Bij benadering van burgers en bedrijven is het daarnaast van groot belang om

zitten, maar vooral ook om handelingsperspectief te

teit van de aanpak kan worden vergroot door onderzoek naar kennis, wensen en naar de rol van de brandweer en hun eigen rol.

wensen en ideeën van de

zoals blijkt uit de verkenning. Hier is bij repressief personeel, voor wie BrandVeilig Leven als

bieden bij acceptatie verkrijgen. De actieve korpsen kunnen hier een waardevolle ambassadeursrol vervullen (coöperatief implementeren)

aar mogelijke weerstanden zitten en neem niet vooraf aan dat deze zijn. Uit de veranderkunde blijkt dat de te verwachten weerstand niet altijd juist is.

Ook de gemeenteraden zijn een belangrijke doelgroep om mee te nemen in de communicatie.

Een voorbeeld in Nederland is hoe we in Nederland omgaan met de risico’s bij vuurwerk. De risico’s van onveilig vuurwerk en onveilig gedrag zijn objectief niet zo groot (2009/2010: 770 spoedeisende

e slachtoffers per jaar in verhouding tot ca 80 miljoen uitgaven aan ), maar door gerichte campagnes is bijna iedereen zich bewust van de impact van het risico.

weede Kamer om het vuurwerk afsteken te beperken en veiliger te maken (per gemeente gezamenlijke evenementen) en daarmee de inspanningen aan toezicht en handhaving door brandweer en politie te beperken, blijven we

lf vuurwerk mag afsteken. Je blijft zelf verantwoordelijk voor

3. Niet alleen de bestaande brandweermensen zullen bewust moeten worden van de nieuwe rol, ook

de nieuwe aanwas. • Bied alle potentiële en nieuwe brandweermensen

voordat en vanaf het moment dat zij starten. De situatie die zij op dit moment tegenkomen is eindig en iedereen dient zich bewust te zijn van aanzienlrol. Daarom is het van belang dat hun verwachting over de rol van de brandweer in de toekomst en hun eigen rol daarbij direct op de juiste manier wordt neergezet.

• In alle opleidingen (vanaf manschappen A) zal dit denken 4.4 Ontwikkeling en ondersteuning

Van de korpsen die nog niet actief zijn met behoefte te hebben aan ondersteuning en facilitering bij de opzet en implementatie van Leven-activiteiten. Voor 70% van hen kan dit de drempel zo verlagen dat zij alsnog willen starten. Ook de al actieve korpsen wensen duidelijk centrale ondersteuning, vooral van de NVBR. Het gaat hen daarbij vooral om ondersteuning bij operatie (uitvoeorganisatiefase (organisatorische inbedding). middelen en de tijd/beschikbaarheid van de eigen mensenorganisatiefase. Hier is ook behoefte aan ondersteuning en gemeenschappelijke denkkracht om hier tot passende oplossingen te kunnen komen. Tijdens de verkenning zijn naar aanleiding vanontvangen van verschillende regio’s hoezochten ze vooral ondersteuning osterk de wens uit om vooral een eenduidige koers te varen en aan te sluiten bij landelijke keuzeeenduidig landelijk beleidskader, gevoed door ervaringen uit de praktijk en inzichten uit de verkenning, is daarop het antwoord. Een andere veelgehoorde behoefte is om meer en makkelijkevoor de betrokkenen in het land hebben behoefte aan ondersteuning hierbijervaringen gedeeld worden, maar vooral ook nieuwe kennis en inzichten worden toegevoegdbeweging naar meer gedragsverandering ook daadwerkelijk vorm te kunnen geven. In het buitenland zien we dat de ontwikkeling van Community Safety in een versnelling kwam nadat lokale initiatieven landelijk werden verankerd en gestimuleerd om verder bundeling van kennis en ervaringen kregen deze en toekomstige activiteiten een impuls. Landelijke coördinatie en ondersteuning en lokale/regionale uitvoering was daarvoor dus de sleutel. Belangrijke ontwikkelingen die daaruit volgden:• Vooral algemene voorlichting werd gezamenlijk doelgroepspecifiek gemaakt• Ook de algemene aanpak van de huisbezoeken werd doelgroepgericht en daardoor effectiever• De eerst alleen brandweer/brandveiligheidbenadering werd, in door collectieve aanpak met

partners, verbreed naar een aanpak voor fysieke en sociale veiligheid.Dit alles werd geborgd in beleidskaders. Deze ontwikkeling heeft in het buitenland ruim 10 jaar geduurdDoor goed te kijken wat hen succes heeft gebracht kan Nederland deze ontwikkeling ver

4.4.1 Aanbevelingen ontwikkeling en ondersteuning

1. Bied landelijke coördinatie en stimulering

ter ondersteuning van de beleidsontwikkeling waarbij de richting wordt ingeslagen naar gedragsverandering bij burgers, bedrijfsleven en andere partners en de beweging naar preventie en proactie (“de voorkant”) waar het gaat om risicobeheersing. • Ontwikkel een landelijk overkoepelend beleidskader inclusief r

Dit bevat concrete handvatten/bouwstenen gericht op: • bestuurlijk commitment• organisatorische en financiële denk hierbij aan concept beleidsdocumenten, plannen van aanpak en bestuurs• operationele programma's en hulpmiddelen

Niet alleen de bestaande brandweermensen zullen bewust moeten worden van de nieuwe rol, ook

alle potentiële en nieuwe brandweermensen direct ‘het nieuwe toekomstperspectief’ voordat en vanaf het moment dat zij starten. De situatie die zij op dit moment tegenkomen is eindig en iedereen dient zich bewust te zijn van aanzienlijke veranderingen, ook in hun eigen rol. Daarom is het van belang dat hun verwachting over de rol van de brandweer in de toekomst en hun eigen rol daarbij direct op de juiste manier wordt neergezet. In alle opleidingen (vanaf manschappen A) zal dit denken ook een plek moeten krijgen

ndersteuning

korpsen die nog niet actief zijn met BrandVeilig Leven-activiteiten, geeftbehoefte te hebben aan ondersteuning en facilitering bij de opzet en implementatie van

activiteiten. Voor 70% van hen kan dit de drempel zo verlagen dat zij alsnog willen starten. Ook actieve korpsen wensen duidelijk centrale ondersteuning, vooral van de NVBR. Het gaat hen

daarbij vooral om ondersteuning bij operatie (uitvoeringsfase) en beperkter ondersteuning in de organisatiefase (organisatorische inbedding). Belangrijke andere knelpunten zijn de financiële

beschikbaarheid van de eigen mensen. Dit zijn vraagstukken uit de bestuursfase en . Hier is ook behoefte aan ondersteuning en gemeenschappelijke denkkracht om hier tot

passende oplossingen te kunnen komen.

naar aanleiding van de communicatie over het project veel vragen ontvangen van verschillende regio’s hoe zij invulling kunnen geven aan BrandVeilig Levenzochten ze vooral ondersteuning op het gebied van beleid en inrichting. Nagenoeg allemaal spraken sterk de wens uit om vooral een eenduidige koers te varen en aan te sluiten bij landelijke keuzeeenduidig landelijk beleidskader, gevoed door ervaringen uit de praktijk en inzichten uit de

daarop het antwoord.

veelgehoorde behoefte is om meer en makkelijker te kunnen leren van elkaar. veelal niet exact helder wie waarmee bezig is. De respondenten

hebben behoefte aan ondersteuning hierbij. Belangrijk hierbij is wel dat niet alleen de huidige ervaringen gedeeld worden, maar vooral ook nieuwe kennis en inzichten worden toegevoegdbeweging naar meer gedragsverandering ook daadwerkelijk vorm te kunnen geven.

In het buitenland zien we dat de ontwikkeling van Community Safety in een versnelling kwam nadat ale initiatieven landelijk werden verankerd en gestimuleerd om verder te ontwikkelen. Door

bundeling van kennis en ervaringen kregen deze en toekomstige activiteiten een impuls. Landelijke coördinatie en ondersteuning en lokale/regionale uitvoering was daarvoor dus de sleutel. Belangrijke ontwikkelingen die daaruit volgden:

Vooral algemene voorlichting werd gezamenlijk doelgroepspecifiek gemaaktOok de algemene aanpak van de huisbezoeken werd doelgroepgericht en daardoor effectieverDe eerst alleen brandweer/brandveiligheidbenadering werd, in door collectieve aanpak met

verbreed naar een aanpak voor fysieke en sociale veiligheid. Dit alles werd geborgd in beleidskaders. Deze ontwikkeling heeft in het buitenland ruim 10 jaar geduurdDoor goed te kijken wat hen succes heeft gebracht kan Nederland deze ontwikkeling ver

ontwikkeling en ondersteuning

landelijke coördinatie en stimulering vanuit de NVBR op het gebied van ter ondersteuning van de beleidsontwikkeling waarbij de richting wordt ingeslagen naar

verandering bij burgers, bedrijfsleven en andere partners en de beweging naar preventie en proactie (“de voorkant”) waar het gaat om risicobeheersing.

Ontwikkel een landelijk overkoepelend beleidskader inclusief realisatieplan concrete handvatten/bouwstenen gericht op:

bestuurlijk commitment; en financiële consequenties;

concept beleidsdocumenten, plannen van aanpak en bestuursoperationele programma's en hulpmiddelen.

25/43

Niet alleen de bestaande brandweermensen zullen bewust moeten worden van de nieuwe rol, ook

‘het nieuwe toekomstperspectief’ voordat en vanaf het moment dat zij starten. De situatie die zij op dit moment tegenkomen is

ijke veranderingen, ook in hun eigen rol. Daarom is het van belang dat hun verwachting over de rol van de brandweer in de toekomst

ook een plek moeten krijgen.

activiteiten, geeft een groot deel aan behoefte te hebben aan ondersteuning en facilitering bij de opzet en implementatie van BrandVeilig

activiteiten. Voor 70% van hen kan dit de drempel zo verlagen dat zij alsnog willen starten. Ook actieve korpsen wensen duidelijk centrale ondersteuning, vooral van de NVBR. Het gaat hen

ringsfase) en beperkter ondersteuning in de Belangrijke andere knelpunten zijn de financiële

Dit zijn vraagstukken uit de bestuursfase en . Hier is ook behoefte aan ondersteuning en gemeenschappelijke denkkracht om hier tot

de communicatie over het project veel vragen Veilig Leven. Daarbij

beleid en inrichting. Nagenoeg allemaal spraken ze sterk de wens uit om vooral een eenduidige koers te varen en aan te sluiten bij landelijke keuzes. Een eenduidig landelijk beleidskader, gevoed door ervaringen uit de praktijk en inzichten uit de

te kunnen leren van elkaar. Het is nu . De respondenten

Belangrijk hierbij is wel dat niet alleen de huidige ervaringen gedeeld worden, maar vooral ook nieuwe kennis en inzichten worden toegevoegd om de beweging naar meer gedragsverandering ook daadwerkelijk vorm te kunnen geven.

In het buitenland zien we dat de ontwikkeling van Community Safety in een versnelling kwam nadat te ontwikkelen. Door

bundeling van kennis en ervaringen kregen deze en toekomstige activiteiten een impuls. Landelijke coördinatie en ondersteuning en lokale/regionale uitvoering was daarvoor dus de sleutel. Belangrijke

Vooral algemene voorlichting werd gezamenlijk doelgroepspecifiek gemaakt Ook de algemene aanpak van de huisbezoeken werd doelgroepgericht en daardoor effectiever De eerst alleen brandweer/brandveiligheidbenadering werd, in door collectieve aanpak met

Dit alles werd geborgd in beleidskaders. Deze ontwikkeling heeft in het buitenland ruim 10 jaar geduurd. Door goed te kijken wat hen succes heeft gebracht kan Nederland deze ontwikkeling versneld doormaken.

de NVBR op het gebied van BrandVeilig Leven. Dit ter ondersteuning van de beleidsontwikkeling waarbij de richting wordt ingeslagen naar

verandering bij burgers, bedrijfsleven en andere partners en de beweging naar preventie en

ealisatieplan BrandVeilig Leven.

concept beleidsdocumenten, plannen van aanpak en bestuursdocumenten.

De bouwstenen kenmerken zich doordat ze reeds 80% gereed zijn, maar nog ruimte laten voor lokale inkleuring (modulair maatwerk)inkleuring zijn de bouwstenen voorzien van h• Organiseer overkoepelende activiteiten die voor regionale schaal te klein zijn

basis voor vooral lange termijn aanpak en overkoepelende activiteiten zoals strategische samenwerkingsverbanden en ontwikkelen van Serious Gaming. Zie hiervoor ook diversaanbevelingen verschillende thema’s.

2. Positioneer een/enkele kwartiermaker

BrandVeilig Leven gedachtegoed verspreiden. Daarnaast ontwikkelen en invullen van hun belontwikkelingen etc. Ze kunnen helpen bij het ontwikkelen van een implementatieaanpak en ondersteunen bij de landelijke uitrol.

3. Een revolutie (ingrijpende andere aanpak) is alleen te bereiken door eenEr is immers geen “one best overkoepelende begeleiding van deze experimenten aan te bevelen. Daarom:• Start een drietal pilots van meerdere regio’s die een vergelijkbare

ontwikkelen en inkleuren conform eigen situatie. Hierdoor ontstaandrie programma’s. Deze programma’s vinden hun basis in bestaande activiteiten die op dit moment worden uitgevoerd en die worden doorontwikkeld o(gedragsbeïnvloedend) effect te bereiken. Door te kiezen voor deze opzet isterwijl toch de samenhang tussen de verschillende initiatieven geborgd kan worden. Hierdoor wordt het mogelijk om de lessen van de pilots te benuttebouwstenen, genoemd onder

• Start een vierde pilot vergelijkbaar als hierboven waarbij een nieuw programma wordt ontwikkeld, volledig gericht op gedragsverandering om de kans op incidenten teHiervoor zijn geen activiteiten gevonden die daarop zijn gerichtopgezet moeten worden

• Omdat het een nieuwe expertise betreft voor de brandweer en dit invulling geeft aan een strategische beweging is een goede van deze activiteiten een must

• Beloon en benut bij de pilots worden getrokken.

4. Initieer en faciliteer leerkringen waarin kennis en ervar

advies en meedenkkracht kan worden gemobiliseerd. Zo kan worden geleerd van andermans successen en missers. • Ondersteun de kennisdeling

hun kennis, ervaringen en middelen dit door geïnteresseerden Leven-wiki, of een van de bestaande platforms

4.5 Meetbaarheid

Uit de verkenning blijkt dat meten van het rendement van de activiteiten beperkt is ontwikkeldwaar het wordt uitgevoerd gebeurt dit op verschillende manieren veelal gericht op de inspanningen en minder gericht op de bereikte resultaten. Ook in het buitenland is de meetbaarheid een moeilijk punt. De meetbaarheid wordt in het buitenland namelijk meestal vertaald aan de hand van algemene cijfers als bijvoorbeeld aantal branden. Omdat men, vooral in Groot Brittannië, al langer bezig is zijnbeschikbaar waardoor vergelijking over korpsen heen mogelijk wordt.mogelijk. Van de activiteiten die op dit moment worden uitgevoerd is geen helder beeld wat de exacte kosten zijn die ermee gemoeid zijn. Ook de (maatschappelijke) effecten zijn niet goed in beeld. Of de inspanningen het gewenste resultaat opleveren is daarom over het algemeen niet duidelijk.

n kenmerken zich doordat ze reeds 80% gereed zijn, maar nog ruimte laten voor (modulair maatwerk). Voor een goede invulling en ten behoeve van de lokale

inkleuring zijn de bouwstenen voorzien van heldere handvatten/instructies. r overkoepelende activiteiten die voor regionale schaal te klein zijn

basis voor vooral lange termijn aanpak en overkoepelende activiteiten zoals strategische samenwerkingsverbanden en ontwikkelen van Serious Gaming. Zie hiervoor ook diversaanbevelingen verschillende thema’s.

kwartiermaker(s) die optreedt/optreden als ambassadeur en mede het gedachtegoed verspreiden. Daarnaast denken ze mee met de regio’s bij het

ontwikkelen en invullen van hun beleid en leggen ze verbinding tussen korpsenkunnen helpen bij het ontwikkelen van een implementatieaanpak en

eunen bij de landelijke uitrol.

Een revolutie (ingrijpende andere aanpak) is alleen te bereiken door een variëteit aan activiteiten. way”. Om met elkaar te kunnen leren van deze variëteit is

overkoepelende begeleiding van deze experimenten aan te bevelen. Daarom:Start een drietal pilots van meerdere regio’s die een vergelijkbare aanpak/programma ontwikkelen en inkleuren conform eigen situatie. Hierdoor ontstaan verschillende varianten van drie programma’s. Deze programma’s vinden hun basis in bestaande activiteiten die op dit moment worden uitgevoerd en die worden doorontwikkeld om een groter (gedragsbeïnvloedend) effect te bereiken. Door te kiezen voor deze opzet isterwijl toch de samenhang tussen de verschillende initiatieven geborgd kan worden. Hierdoor wordt het mogelijk om de lessen van de pilots te benutten om het landelijk beleid en de bouwstenen, genoemd onder aanbeveling 1, mede vorm te geven; Start een vierde pilot vergelijkbaar als hierboven waarbij een nieuw programma wordt ontwikkeld, volledig gericht op gedragsverandering om de kans op incidenten te

geen activiteiten gevonden die daarop zijn gericht; dit zal worden;

Omdat het een nieuwe expertise betreft voor de brandweer en dit invulling geeft aan een strategische beweging is een goede wetenschappelijke onderbouwing bij de (door)ontwikkeling

een must; de pilots ook zeker de missers. Hieruit kunnen veelal de beste lessen

faciliteer leerkringen waarin kennis en ervaringen worden uitgewisseld en collegiaal advies en meedenkkracht kan worden gemobiliseerd. Zo kan worden geleerd van andermans

kennisdeling verder door het bieden van een (virtueel) platform rvaringen en middelen op eenvoudige wijze beschikbaar kunnen stellen en waar

dit door geïnteresseerden makkelijk is te vinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een BrandVeilig , of een van de bestaande platforms.

meten van het rendement van de activiteiten beperkt is ontwikkeldwaar het wordt uitgevoerd gebeurt dit op verschillende manieren en meet men verschillende zaken, veelal gericht op de inspanningen en minder gericht op de bereikte resultaten.

Ook in het buitenland is de meetbaarheid een moeilijk punt. De meetbaarheid wordt in het buitenland namelijk meestal vertaald aan de hand van algemene cijfers als bijvoorbeeld aantal branden. Omdat men, vooral in Groot Brittannië, al langer bezig is zijn wel steeds meer (eenduidige) meetgegevens

waardoor vergelijking over korpsen heen mogelijk wordt. In Nederland is dit nog

Van de activiteiten die op dit moment worden uitgevoerd is geen helder beeld wat de exacte kosten e ermee gemoeid zijn. Ook de (maatschappelijke) effecten zijn niet goed in beeld. Of de

inspanningen het gewenste resultaat opleveren is daarom over het algemeen niet duidelijk.

26/43

n kenmerken zich doordat ze reeds 80% gereed zijn, maar nog ruimte laten voor . Voor een goede invulling en ten behoeve van de lokale

eldere handvatten/instructies. r overkoepelende activiteiten die voor regionale schaal te klein zijn: een landelijke

basis voor vooral lange termijn aanpak en overkoepelende activiteiten zoals strategische samenwerkingsverbanden en ontwikkelen van Serious Gaming. Zie hiervoor ook diverse

(s) die optreedt/optreden als ambassadeur en mede het met de regio’s bij het

tussen korpsen, onderwerpen, kunnen helpen bij het ontwikkelen van een implementatieaanpak en

variëteit aan activiteiten. Om met elkaar te kunnen leren van deze variëteit is

overkoepelende begeleiding van deze experimenten aan te bevelen. Daarom: aanpak/programma verschillende varianten van

drie programma’s. Deze programma’s vinden hun basis in bestaande activiteiten die op dit m een groter

(gedragsbeïnvloedend) effect te bereiken. Door te kiezen voor deze opzet is voldoende variatie terwijl toch de samenhang tussen de verschillende initiatieven geborgd kan worden. Hierdoor

n om het landelijk beleid en de

Start een vierde pilot vergelijkbaar als hierboven waarbij een nieuw programma wordt ontwikkeld, volledig gericht op gedragsverandering om de kans op incidenten te verkleinen.

dan ook volledig nieuw

Omdat het een nieuwe expertise betreft voor de brandweer en dit invulling geeft aan een onderbouwing bij de (door)ontwikkeling

ook zeker de missers. Hieruit kunnen veelal de beste lessen

ingen worden uitgewisseld en collegiaal advies en meedenkkracht kan worden gemobiliseerd. Zo kan worden geleerd van andermans

platform waar gebruikers beschikbaar kunnen stellen en waar

e vinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een BrandVeilig

meten van het rendement van de activiteiten beperkt is ontwikkeld. Daar meet men verschillende zaken,

Ook in het buitenland is de meetbaarheid een moeilijk punt. De meetbaarheid wordt in het buitenland namelijk meestal vertaald aan de hand van algemene cijfers als bijvoorbeeld aantal branden. Omdat

wel steeds meer (eenduidige) meetgegevens In Nederland is dit nog niet

Van de activiteiten die op dit moment worden uitgevoerd is geen helder beeld wat de exacte kosten e ermee gemoeid zijn. Ook de (maatschappelijke) effecten zijn niet goed in beeld. Of de

inspanningen het gewenste resultaat opleveren is daarom over het algemeen niet duidelijk. Dit komt

niet alleen door de beperkte meting, maar ook doordat in veel gevalleactiviteiten ontbreken. Als een van de belangrijke succesfactoren van commitment bij het bestuur, wordt de zichtbaarheid van de resultaten genoemd. Hierbij gaat het niet alleen om de eindresultaten van de activiteiten, maar bijvoorbeeld ook over het zichtbaar maken van de effecten van samenwerking met partners e.d. Andere indicatoren die worden genoemd voor succes en daarmee mogelijk gemeten dienen te worden zijn: betrokkenheid, waarderaansluiting en binding van de doelgroepen. Geconcludeerd kan worden dat het meetbaar maken van inspanningen nog in ontwikkeling isontbreekt inzicht in de effectiviteit van de activiteiten. Dit maakt sturing op juiste activlastig. Men is hierin zoekende en verwacht hierbij een ondersteunende rol van de NVBR en/of NIFVhet ontwikkelen van een eenduidige systematiek

4.5.1 Aanbevelingen meetbaarheid

1. Koppel aan de activiteiten heldere meetbare doelen, maak de resulta

resultaten aan de bestede middelen. Neem dit ook direct mee bij de genoemde pilots (aanbevelingen § 4.1.1).

2. Geef vorm aan een methode voor meetbaarheid van inspanningen en effecten. Kies hierbij voeen eenduidige methodiek om leereffecten over regio’s/korpsen heen te vergroten en beleid mee te voeden. • Zorg voor een goede diversiteit in de indicatoren waarbij inspanningen en resultaten worden

gemeten en zowel harde (aantallen) als zachte indicatorworden meegenomen.

• Laat dit wetenschappelijk onderbouwen omuitkomsten te vergroten. Dit is extra van belang omzijn voor het bestuurlijk commitment van de activiteiten.

niet alleen door de beperkte meting, maar ook doordat in veel gevallen concrete doelen van de

Als een van de belangrijke succesfactoren van BrandVeilig Leven, vooral ten behoeve van het commitment bij het bestuur, wordt de zichtbaarheid van de resultaten genoemd. Hierbij gaat het niet

indresultaten van de activiteiten, maar bijvoorbeeld ook over het zichtbaar maken van de effecten van samenwerking met partners e.d. Andere indicatoren die worden genoemd voor succes en daarmee mogelijk gemeten dienen te worden zijn: betrokkenheid, waardering, herkenbaarheid,

binding van de doelgroepen.

Geconcludeerd kan worden dat het meetbaar maken van inspanningen nog in ontwikkeling isontbreekt inzicht in de effectiviteit van de activiteiten. Dit maakt sturing op juiste activ

Men is hierin zoekende en verwacht hierbij een ondersteunende rol van de NVBR en/of NIFVhet ontwikkelen van een eenduidige systematiek.

meetbaarheid

Koppel aan de activiteiten heldere meetbare doelen, maak de resultaten zichtbaar en koppel deze resultaten aan de bestede middelen. Neem dit ook direct mee bij de genoemde pilots

Geef vorm aan een methode voor meetbaarheid van inspanningen en effecten. Kies hierbij voeen eenduidige methodiek om leereffecten over regio’s/korpsen heen te vergroten en beleid mee

Zorg voor een goede diversiteit in de indicatoren waarbij inspanningen en resultaten worden gemeten en zowel harde (aantallen) als zachte indicatoren (gedragsaspecten en beleving)

Laat dit wetenschappelijk onderbouwen om de legitimatie en acceptatie van de methodiek en uitkomsten te vergroten. Dit is extra van belang omdat de uitkomsten hiervan mede bepalend

jk commitment van de activiteiten.

27/43

n concrete doelen van de

, vooral ten behoeve van het commitment bij het bestuur, wordt de zichtbaarheid van de resultaten genoemd. Hierbij gaat het niet

indresultaten van de activiteiten, maar bijvoorbeeld ook over het zichtbaar maken van de effecten van samenwerking met partners e.d. Andere indicatoren die worden genoemd voor succes

ing, herkenbaarheid,

Geconcludeerd kan worden dat het meetbaar maken van inspanningen nog in ontwikkeling is. Hierdoor ontbreekt inzicht in de effectiviteit van de activiteiten. Dit maakt sturing op juiste activiteiten erg

Men is hierin zoekende en verwacht hierbij een ondersteunende rol van de NVBR en/of NIFV bij

ten zichtbaar en koppel deze resultaten aan de bestede middelen. Neem dit ook direct mee bij de genoemde pilots

Geef vorm aan een methode voor meetbaarheid van inspanningen en effecten. Kies hierbij voor een eenduidige methodiek om leereffecten over regio’s/korpsen heen te vergroten en beleid mee

Zorg voor een goede diversiteit in de indicatoren waarbij inspanningen en resultaten worden en (gedragsaspecten en beleving)

de legitimatie en acceptatie van de methodiek en dat de uitkomsten hiervan mede bepalend

Bijlage 1: Bronnen

Documentatie • Rapport Fatale woningbranden 2008

• Website Consument en Veiligheid (• RIVM rapport, Nuchter omgaan met risico’s

• Community Safety of Fictie? Is in Nederland een optimum bereikt of kan het met Community Safety nog beter?, Ir. Alex Overbeeke, Overbeek Advies (2009)

• Rapport Risicocommunicatie door gemeent

• Visie op brandpreventie in de

• International Fire Statistics and the Potential Benefits of Fire CounterRetardants Association (EFRA (2005))

• Rapport Handreiking Risicocomi.s.m. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Vereniging Nederlandse Gemeenten (2003)

• Eindrapportage Actieprogramma BrandveiligheidKoninkrijksrelaties (2009)

• Rapport Risicocommunicatie door gemeenten

• Uitgangspuntennotitie risicobeheersing

• Rapport Brandveiligheid: Wie doet wat, hoe en waarom? (2009)

• Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, 2008. Amsterdam University Press, Den Haag/Amsterdam.

• CCV Ruud Heeringa, Community SafetyIntegrale Veiligheidskunde

• Peter Schot Community SafetyBedrijfskunde

• Hans v Mensvoort, In EuropaBrussel, afstudeeronderzoek leergang Master of Crisis and Disastermanagement

• Fishbein, M en I. Ajzen, ‘Belief, attitude, intention and behavior: an introduction to theory and research’ en Organizational Behavior And Human Decision Processes

• Kok, G., H. de Vries, A.M. Mudde en V.J. Strecher, ‘efficacy’ (1991)

• NIFV – statistische gegevens • CBS – statistische gegevens • Presentatie: De Strategische Reis• Presentatie: Brandweer, meer dan een vliegende keep?!

• Boek: de Brandweer over morgen, strateische reis al Met bijdrage van • Deelnemers verkenning en verdieping Nederland:

• Mariska de Lange, Brandweer Barneveld• Thijs Verheul, VEILIGHEIDSREGIO

Oost Brabant • Marcel van Doorn, Brandweer Schijndel• Mees Siers, Brandweer Henge• Martin Lambert, Brandweer Heiloo • Vincent de Winter, Brandweer OVSW

• Gerrit Dam, Reg. Brandweer Drenthe • Bas Gul, Brandweer Amersfoort• Robert Kleine, Brandweer Emmen• Loes Hilbrink, Brandweer Hengelo• Wytse Borst, Brandweerzorg Eindhoven• Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede• Berend Stenveld, Gemeente Noordenveld

Fatale woningbranden 2008, Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (2009)Website Consument en Veiligheid (www.veiligheid.nl)

Nuchter omgaan met risico’s Prof. ir. N D van Egmond (2003) Community Safety of Fictie? Is in Nederland een optimum bereikt of kan het met Community

Ir. Alex Overbeeke, Overbeek Advies (2009) Risicocommunicatie door gemeenten” TNO (2009)

Visie op brandpreventie in de Veiligheidsregio , ing. R. Hagen MPA cs (2009)International Fire Statistics and the Potential Benefits of Fire Counter-Measures, European Flame Retardants Association (EFRA (2005))

Handreiking Risicocommunicatie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i.s.m. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Vereniging Nederlandse Gemeenten (2003)

Actieprogramma Brandveiligheid, Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Risicocommunicatie door gemeenten, TNO J.H. Kerstholt en M. Koenders (2009)Uitgangspuntennotitie risicobeheersing, NVBR (2008)

Brandveiligheid: Wie doet wat, hoe en waarom? SEO i.o.v. Verbond van

Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, 2008. Amsterdam University Press, Den

Community Safety Brandweer Leiden, Afstudeerscriptie Haagse Hogeschool,

mmunity Safety door de brandweer, Afstudeeropdracht Hogeschool NOVI.

In Europa, Strategische heroriëntatie van de Nederlandse brandweerlobby in , afstudeeronderzoek leergang Master of Crisis and Disastermanagement

Belief, attitude, intention and behavior: an introduction to theory and Organizational Behavior And Human Decision Processes (1991)

, G., H. de Vries, A.M. Mudde en V.J. Strecher, ‘Planned heath education and the ro

De Strategische Reis (2009) meer dan een vliegende keep?! , Elie van Strien (2008)

Boek: de Brandweer over morgen, strateische reis als basis voor vernieuwing, NVBR (2010)

Deelnemers verkenning en verdieping Nederland: Mariska de Lange, Brandweer Barneveld

VEILIGHEIDSREGIO Zuid

Marcel van Doorn, Brandweer Schijndel Mees Siers, Brandweer Hengelo Martin Lambert, Brandweer Heiloo Vincent de Winter, Brandweer OVSW

Brandweer Drenthe Bas Gul, Brandweer Amersfoort Robert Kleine, Brandweer Emmen Loes Hilbrink, Brandweer Hengelo-Borne Wytse Borst, Brandweerzorg Eindhoven

uis, Brandweer Enschede Berend Stenveld, Gemeente Noordenveld

• Marcel van Galen, Brandweer Flevoland• Geert Sjoerdstra, Brandweer Skarsterlân en Lemsterland• Jos Neefjes, brandweer Medemblik / Wervershoof• Roelof Willemze, Brandweer Bunschoten• Rob van Bussel/mw. H. Sijbring, Brandweer Bergen op

Zoom en Roosendaal • Joop Nieuwenhuize, Brandweer Leerdam • Jos de Graaf, Veiligheidsregio• René van der Valk, Brandweer Roermond, Maasgouw en

Roerdalen • Koen de Boer en Gert Smink, Brandweer Ze• Anton Slofstra, Regionale brandweer Zuid• Janpeter Klerk, Brandweer Rotterdam• Annette de Wolde/ Ricardo Weewer, Brandweer

Amsterdam-Amstelland

28/43

, Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (2009)

Community Safety of Fictie? Is in Nederland een optimum bereikt of kan het met Community

, ing. R. Hagen MPA cs (2009) Measures, European Flame

, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i.s.m. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Vereniging

landse Zaken en

, TNO J.H. Kerstholt en M. Koenders (2009)

Verbond van Verzekeraars

Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, 2008. Amsterdam University Press, Den

, Afstudeerscriptie Haagse Hogeschool,

Afstudeeropdracht Hogeschool NOVI.

Strategische heroriëntatie van de Nederlandse brandweerlobby in , afstudeeronderzoek leergang Master of Crisis and Disastermanagement -

Belief, attitude, intention and behavior: an introduction to theory and

Planned heath education and the role of self-

, Elie van Strien (2008) s basis voor vernieuwing, NVBR (2010)

Marcel van Galen, Brandweer Flevoland Geert Sjoerdstra, Brandweer Skarsterlân en Lemsterland Jos Neefjes, brandweer Medemblik / Wervershoof Roelof Willemze, Brandweer Bunschoten-Spakenburg

van Bussel/mw. H. Sijbring, Brandweer Bergen op

Joop Nieuwenhuize, Brandweer Leerdam Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

René van der Valk, Brandweer Roermond, Maasgouw en

Koen de Boer en Gert Smink, Brandweer Zeist Anton Slofstra, Regionale brandweer Zuid-Holland Zuid Janpeter Klerk, Brandweer Rotterdam-Rijnmond Annette de Wolde/ Ricardo Weewer, Brandweer

• Gesprekspartners:

• André de Rond, Regionale Brandweer Haaglanden• Bas Gul, Brandweer Ame• Charles Meijer, voorzitter • Eugène van Mierlo, NVBR• Hans van Mensvoort, Brandweer Midden• Heleen de Goeijen-Kroon, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk• Henk Stijntjes, ministerie • Hester Veltman, NVBR • Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede• Katja Steverink, CCV • Marjan Heijman, NVBR • Rene Hagen, lector brandpreventie NIFV• Ricardo Weewer, Regionale Brandweer Amsterdam• Rob Frek, Veiligheidsregio• Rob Brons, Veiligheidsregio

• Deelnemers verkenning Buitenland

• Melanie Duke, York, Canada• Liisa Honkaranta, Stockholm, Zweden• Mr Corey, Winnipeg, Canada• Peter Derrington, Toronto, Canada• Peter Hofman-Bang, Denemarken• Tania Devikos, Griekenland• Franziska Lausch, Oostenrijk• Rui Silva, Lissabon, Portugal• Vladimir Vlcek, Tsjechië • C. Kirby, Limerick County, Ireland

• Aanwezigen BrandVeilig Leven

• Auke Raaf, VeiligheidsregioNoord

• Bas Gul, Brandweer Amersfoort• Charles Hermus, Brandweer Dordrecht• Corine van Namen, Brandwe• Erik Meijerkink, Brandweer Hengelo• Gerrit Dam, Regionale brandweer Drenthe • Jan vd Poll, Veiligheidsregio• Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede• Maarten Kiers, Brandweer Nijmegen• Marco Troost, Brandweerzorg Dordrecht• Mees Siers, Brandweer Hengelo • Koen de Boer, Brandweer Zeist• R. de Boer, Brandweer Flevoland • Peter Schuurmans, Veiligheidsregio

Rotterdam-Rijnmond

• Klankbordgroep • Bas Gul, Brandweer Amersfoort• Hester Veltman, NVBR • Jacquelien van ’t Zand – • Jacqueline Buitendijk, voorzitter LNB• Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede• Martin Slot, Brandweer Nijmegen

André de Rond, Regionale Brandweer Haaglanden Bas Gul, Brandweer Amersfoort Charles Meijer, voorzitter cluster Gebruik LNB Eugène van Mierlo, NVBR Hans van Mensvoort, Brandweer Midden- en West-Brabant

Kroon, Ministerie van Binnenlandse Zaken en KoninkrijkHenk Stijntjes, ministerie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk

Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede

brandpreventie NIFV Ricardo Weewer, Regionale Brandweer Amsterdam-Amstelland

eidsregio Utrecht (VRU) Veiligheidsregio Haaglanden, EFA

Buitenland: Melanie Duke, York, Canada Liisa Honkaranta, Stockholm, Zweden Mr Corey, Winnipeg, Canada Peter Derrington, Toronto, Canada

Bang, Denemarken Tania Devikos, Griekenland Franziska Lausch, Oostenrijk Rui Silva, Lissabon, Portugal Vladimir Vlcek, Tsjechië C. Kirby, Limerick County, Ireland

• Andy Hermiston, Dundee, Groot• David Turnbull, Durham, Groot• Mike Hagen, Merseyside, Gr• Russ James, Manchester, Groot• D. Ferguson, Northampton, • Peter Craig, Lisburn – Northern Ireland, • Steven Flanagan, Winsford, • Justin Johnston, Cumbria, • James Hannaford, Devon & Somerset, • Neil Parr, Kent, Groot-Brittannië

Veilig Leven-bijeenkomst Veiligheidsregio Noord-Holland

Bas Gul, Brandweer Amersfoort Charles Hermus, Brandweer Dordrecht Corine van Namen, Brandweer Dordrecht Erik Meijerkink, Brandweer Hengelo-Borne Gerrit Dam, Regionale brandweer Drenthe

Veiligheidsregio Haaglanden Joost Nijenhuis, Brandweer Enschede Maarten Kiers, Brandweer Nijmegen Marco Troost, Brandweerzorg Dordrecht

Brandweer Hengelo Brandweer Zeist

R. de Boer, Brandweer Flevoland Veiligheidsregio

• Annemiek Dorland, Brandweer Amsterdam• Annette de Wolde, Brandweer Amsterdam• Bernadette Sourbag, Brandweer Amsterdam• Lotte Scholten, Brandweer Amsterdam• Caroline Reitsma, Brandweer 's• Charles Meijer, LNB Cluster Gebruik (

Midden- en West Brabant) • Floor van Lintel, LNB Cluster Gebruik (

Midden- en West Brabant) • Henk Jongen, LNB Cluster Gebruik (Hulpverlening

Gelderland Midden) • Eise Dijkstra, Brandweer Skarsterlân en Lemsterland• Svante Gustafsson, Veiligheidsregio• Jos de Graaf, Veiligheidsregio• Lars Volkers, Veiligheidsregio• Rob van Bussel, Brandweer Bergen op Zoom en

Roosendaal

Amersfoort

Veiligheidsregio Drenthe (thans NVBR) Jacqueline Buitendijk, voorzitter LNB

, Brandweer Enschede , Brandweer Nijmegen

29/43

Kroon, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties n Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië

D. Ferguson, Northampton, Groot-Brittannië Northern Ireland, Groot-Brittannië

Steven Flanagan, Winsford, Groot-Brittannië Justin Johnston, Cumbria, Groot-Brittannië

ord, Devon & Somerset, Groot-Brittannië Brittannië

Annemiek Dorland, Brandweer Amsterdam-Amstelland Annette de Wolde, Brandweer Amsterdam-Amstelland

andweer Amsterdam-Amstelland Lotte Scholten, Brandweer Amsterdam-Amstelland Caroline Reitsma, Brandweer 's-Hertogenbosch Charles Meijer, LNB Cluster Gebruik (VEILIGHEIDSREGIO

Floor van Lintel, LNB Cluster Gebruik (VEILIGHEIDSREGIO

Henk Jongen, LNB Cluster Gebruik (Hulpverlening

Eise Dijkstra, Brandweer Skarsterlân en Lemsterland Veiligheidsregio Utrecht

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond igheidsregio NHN (Heerhugowaard)

Rob van Bussel, Brandweer Bergen op Zoom en

Bijlage 2: Verandering gedrag

Voor het verbeteren van BrandVeilig Leven is het nodig om burgers en bedrijven te stimuleren om veiliger gedrag te tonen. Gedragsbeïnvloeding is echter niet manier om te bepalen hoe je gedrag kunt beïnvloeden en kan de basis zijn voor het uitwerken van activiteiten.

Belangrijkste uitgangspunten van dit model zijn:

• Gedrag wordt beïnvloed door de intentie van mensen• Intentie wordt beïnvloed door attitude, sociale norm en eigen effectiviteit• De relatie tussen intentie en gedrag kan worden verstoord door barrières (extern) of door

gebrekkige vaardigheden • Attitude is het resultaat van een afweging tussen voor

componenten een rol: • de overweging (overtuigingen)• de waardering (positief of negatief)

• Sociale norm wordt vooral bepaald door wat relevante anderen vinden. Hierin spelen ook componenten een rol: referentopvattingen (wat vinden ande(neiging om zich aan te passen)

• Externe variabelen beïnvloeden weer de sociale norm. Voorbeelden zijn intelligentie en sociaaleconomische status.

• Eigen effectiviteit is de inschatting door een persoon van de mate waarinbeoogde gedrag te vertonen. Bij de inschatting van eigen effectiviteit spelen 4 factoren een rol:• observeren van anderen;• ervaring met gedrag; • waarneming van eigen toestand• overtuiging door anderen

Een illustratie van dit model is het benutten om mensen te beïnvloeden om minder te roken.

• Attitude: steeds meer bewustwording van negatieve effecten van roken (duur en slecht voor gezondheid) door veel voorlichting en directe confrontatie (teksten op pakjes sigaretten)

• Sociale norm: steeds minder acceptatie van rookgedrag (door wetgeving) waardoor ik niet meer overal mag roken (verschillen in de groep waar je deel vanuit maakt beïnvloeden deze sociale norm (het percentage rokers op MBO is hoger dan op VWO))

• Eigen effectiviteit: ondanks herhaalde pogingen om te stoppen zie ik andere succesvolle pogingen en zie ik een nieuw alternatief. En dat is nodig want ik heb er steeds meer last van.

• Intentie: in dit voorbeeld neemt de intentie toe• Barrières: ik wil graag blijven uitgaan en mijn st• Vaardigheden: ik stop voor de zoveelste keer op 1 januari en neem niet deel aan een cursus• Gedrag: ondanks de positievere intentie rookt iemand weer na 3 weken (op het eerste feestje is de

verleiding te groot)

figuur 4: theorie van gepland gedrag (

Verandering gedrag

Veilig Leven is het nodig om burgers en bedrijven te stimuleren om veiliger gedrag te tonen. Gedragsbeïnvloeding is echter niet eenvoudig. Onderstaand model is een manier om te bepalen hoe je gedrag kunt beïnvloeden en kan de basis zijn voor het uitwerken van

itgangspunten van dit model zijn:

Gedrag wordt beïnvloed door de intentie van mensen tie wordt beïnvloed door attitude, sociale norm en eigen effectiviteit

De relatie tussen intentie en gedrag kan worden verstoord door barrières (extern) of door

Attitude is het resultaat van een afweging tussen voor- en nadelen. Hierin spelen

de overweging (overtuigingen); de waardering (positief of negatief)

Sociale norm wordt vooral bepaald door wat relevante anderen vinden. Hierin spelen ook componenten een rol: referentopvattingen (wat vinden anderen) en motivatie om te conformeren (neiging om zich aan te passen) Externe variabelen beïnvloeden weer de sociale norm. Voorbeelden zijn intelligentie en sociaal

Eigen effectiviteit is de inschatting door een persoon van de mate waarin hij in staat is om het beoogde gedrag te vertonen. Bij de inschatting van eigen effectiviteit spelen 4 factoren een rol:

;

waarneming van eigen toestand; overtuiging door anderen.

l is het benutten om mensen te beïnvloeden om minder te roken.

Attitude: steeds meer bewustwording van negatieve effecten van roken (duur en slecht voor gezondheid) door veel voorlichting en directe confrontatie (teksten op pakjes sigaretten)

steeds minder acceptatie van rookgedrag (door wetgeving) waardoor ik niet meer overal mag roken (verschillen in de groep waar je deel vanuit maakt beïnvloeden deze sociale norm (het percentage rokers op MBO is hoger dan op VWO))

ks herhaalde pogingen om te stoppen zie ik andere succesvolle pogingen en zie ik een nieuw alternatief. En dat is nodig want ik heb er steeds meer last van.Intentie: in dit voorbeeld neemt de intentie toe Barrières: ik wil graag blijven uitgaan en mijn stamcafé houdt zich niet aan het rookverbodVaardigheden: ik stop voor de zoveelste keer op 1 januari en neem niet deel aan een cursusGedrag: ondanks de positievere intentie rookt iemand weer na 3 weken (op het eerste feestje is de

theorie van gepland gedrag (Fishbein, Ajzen, Madden)

30/43

Veilig Leven is het nodig om burgers en bedrijven te stimuleren om eenvoudig. Onderstaand model is een

manier om te bepalen hoe je gedrag kunt beïnvloeden en kan de basis zijn voor het uitwerken van

De relatie tussen intentie en gedrag kan worden verstoord door barrières (extern) of door

rin spelen twee

Sociale norm wordt vooral bepaald door wat relevante anderen vinden. Hierin spelen ook twee ren) en motivatie om te conformeren

Externe variabelen beïnvloeden weer de sociale norm. Voorbeelden zijn intelligentie en sociaal-

hij in staat is om het beoogde gedrag te vertonen. Bij de inschatting van eigen effectiviteit spelen 4 factoren een rol:

l is het benutten om mensen te beïnvloeden om minder te roken.

Attitude: steeds meer bewustwording van negatieve effecten van roken (duur en slecht voor gezondheid) door veel voorlichting en directe confrontatie (teksten op pakjes sigaretten)

steeds minder acceptatie van rookgedrag (door wetgeving) waardoor ik niet meer overal mag roken (verschillen in de groep waar je deel vanuit maakt beïnvloeden deze sociale norm

ks herhaalde pogingen om te stoppen zie ik andere succesvolle pogingen en zie ik een nieuw alternatief. En dat is nodig want ik heb er steeds meer last van.

amcafé houdt zich niet aan het rookverbod Vaardigheden: ik stop voor de zoveelste keer op 1 januari en neem niet deel aan een cursus Gedrag: ondanks de positievere intentie rookt iemand weer na 3 weken (op het eerste feestje is de

Bijlage 3: Mogelijke regionale aanpak

Risicobepaling doelgroepen Elk verzorgingsgebied in Nederland is anders. Een goede aansluiting op de eigen verzorgingsgebied vraagt een helder beeld van het gebied dan is een effectieve aanpak mogelijk. Een dergelijke ‘risicofoto’ van een wijk kan verschillende sociografische en demografische kenmerken bevatten zoals: • Type gebruik wijk (wonen, scholen, industrie, kantoren, voorzieningen etc.)• Kenmerken gebruikers/bewoners (denk aan leeftijd, afkomst, gezinssamenstelling,

opleidingsniveaus, sociaal-economische kenmerken, soort woning en levensstijl)• Veiligheidsinformatie (alarmcentraledata als aantal branden/(loze) uitrukken, brandoorzaken, reeds

aanwezige preventieve voorzieningen en/of maatregelen, andersoortige incidenten, criminaliteitsgegevens (politie), gevaarlijke stoffen mogelijke sociale veiligheidsaspecten.) Brandonderzoek kan hierbij ook waardevolle informatie leveren.

Acceptabel risico? Op basis van de risicofoto bepaaltbenoemde risico in relatie tot de (maatschappelijke) kosten maatregelen om de kans te verkleinen) zogenaamde maatschappelijke rendement.

Hoewel langzaam verbetering optreedt, heerst maatschappij, dat ten koste gaat van geaccepteerde risico helder te communiceren aan de burgersechter het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid wordt juist gestimuleerdCommuniceren van de risico’s die men accepteert vraagt dus wel lef van het bestuur. Aan de hand van het risico dat het bestuur consequenties dit zowel extern als intern heeft en welke activiteiten uitgevoerd moeten w• Extern

Dit betreft een doorvertaling van het niet geaccepteerde risico naar hoeveel en welke doelgroepen benaderd moeten worden en hoe zij zich kenmerken (gedragskenmerken vertonen zij? Welke sociale normen zijn opportuumogelijk een rol? Welke andere partners zijn al actief bij deze doelgroepen? (kan ook op andere vlakken dan de veiligheid) etc.gemaakt op basis van onder meer urgentiede doelgroep (grootte en toegankelijkheid).

• Intern Een tweede doorvertaling dient gemaakt te worden naar organisatie. Wat vraagt het van de regio/het korps om de betrebenaderen? Bij de interne doorvertaling zijn 1. Bestuurlijk niveau – BestuursfaseHier staat de bestuurlijke inbedding centraal. Het organiseren van commitment voor de opdracht en de aanpak, inclusief de organisatorische en financiële consequenties bij zowel gemeentelijk bestuur als bestuur van de Veiligheidsregio (zie resultaten verkenning). Het is belangrijk in deze fase om te bepalen kan/moet worden samengewerkt om de ambities te realiseren.

Er zijn verschillende manieren om tot een riszelf de gegevens te verzamelen en te bundelen (Amersfoort), maar ook zijn er applicaties

die al deze informatie geautomatiseerd koppelen en vertalen naar gespecificeerde

ogelijke regionale aanpak

Elk verzorgingsgebied in Nederland is anders. Een goede aansluiting op de kenmerken en risico’s eigen verzorgingsgebied vraagt een helder beeld van het gebied en de doelgroepen daarbinnendan is een effectieve aanpak mogelijk.

‘risicofoto’ van een wijk kan verschillende sociografische en demografische kenmerken

Type gebruik wijk (wonen, scholen, industrie, kantoren, voorzieningen etc.) kers/bewoners (denk aan leeftijd, afkomst, gezinssamenstelling,

economische kenmerken, soort woning en levensstijl)Veiligheidsinformatie (alarmcentraledata als aantal branden/(loze) uitrukken, brandoorzaken, reeds

entieve voorzieningen en/of maatregelen, andersoortige incidenten, criminaliteitsgegevens (politie), gevaarlijke stoffen mogelijke sociale veiligheidsaspecten.) Brandonderzoek kan hierbij ook waardevolle informatie leveren.

bepaalt het bestuur, welk risico zij acceptabel vindt. de (maatschappelijke) kosten (als het risico zich voordoet en van de

maatregelen om de kans te verkleinen) en de (maatschappelijke) opbrengsten hiervan:zogenaamde maatschappelijke rendement.

Hoewel langzaam verbetering optreedt, heerst in de samenleving een sterk beeld van een risicoloze , dat ten koste gaat van het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid

geaccepteerde risico helder te communiceren aan de burgers daalt wellicht de veiligheidsbeleving, echter het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid wordt juist gestimuleerd

isico’s die men accepteert vraagt dus wel lef van het bestuur.

Aan de hand van het risico dat het bestuur niet acceptabel vindt, bepaalt de regio of het korps welke consequenties dit zowel extern als intern heeft en welke activiteiten uitgevoerd moeten w

Dit betreft een doorvertaling van het niet geaccepteerde risico naar hoeveel en welke moeten worden en hoe zij zich kenmerken (Welke specifieke risico

gedragskenmerken vertonen zij? Welke sociale normen zijn opportuun? Welke barrières spelen mogelijk een rol? Welke andere partners zijn al actief bij deze doelgroepen? (kan ook op andere vlakken dan de veiligheid) etc.) Met behulp van deze inzichten kan een gerichte aanpak worden gemaakt op basis van onder meer urgentie, mate van risico, beoogd effect en de benadering van de doelgroep (grootte en toegankelijkheid).

Een tweede doorvertaling dient gemaakt te worden naar de consequenties voor de interne Wat vraagt het van de regio/het korps om de betreffende doelgroepen effectief te

benaderen? Bij de interne doorvertaling zijn drie niveaus te onderkennen:

Bestuursfase Hier staat de bestuurlijke inbedding centraal. Het organiseren van commitment voor de opdracht en

ief de organisatorische en financiële consequenties bij zowel gemeentelijk bestuur Veiligheidsregio . Dit commitment is essentieel voor een succesvolle realisatie

. Het is belangrijk in deze fase om te bepalen met welke partners samengewerkt om de ambities te realiseren.

Er zijn verschillende manieren om tot een risicofoto te komen. Dit kan ‘handmatig’ door zelf de gegevens te verzamelen en te bundelen (Amersfoort), maar ook zijn er applicaties

die al deze informatie geautomatiseerd koppelen en vertalen naar gespecificeerde profielinformatie (Amsterdam-Amstelland).

31/43

kenmerken en risico’s in het en de doelgroepen daarbinnen. Pas

‘risicofoto’ van een wijk kan verschillende sociografische en demografische kenmerken

kers/bewoners (denk aan leeftijd, afkomst, gezinssamenstelling,

economische kenmerken, soort woning en levensstijl) Veiligheidsinformatie (alarmcentraledata als aantal branden/(loze) uitrukken, brandoorzaken, reeds

entieve voorzieningen en/of maatregelen, andersoortige incidenten, criminaliteitsgegevens (politie), gevaarlijke stoffen mogelijke sociale veiligheidsaspecten.)

. Criterium hierbij is het (als het risico zich voordoet en van de

hiervan: het

een sterk beeld van een risicoloze et veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid. Door het

veiligheidsbeleving, echter het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid wordt juist gestimuleerd (zie ook § 4.2).

isico’s die men accepteert vraagt dus wel lef van het bestuur.

vindt, bepaalt de regio of het korps welke consequenties dit zowel extern als intern heeft en welke activiteiten uitgevoerd moeten worden.

Dit betreft een doorvertaling van het niet geaccepteerde risico naar hoeveel en welke Welke specifieke risico- en n? Welke barrières spelen

mogelijk een rol? Welke andere partners zijn al actief bij deze doelgroepen? (kan ook op andere Met behulp van deze inzichten kan een gerichte aanpak worden

, mate van risico, beoogd effect en de benadering van

de consequenties voor de interne ffende doelgroepen effectief te

Hier staat de bestuurlijke inbedding centraal. Het organiseren van commitment voor de opdracht en ief de organisatorische en financiële consequenties bij zowel gemeentelijk bestuur

. Dit commitment is essentieel voor een succesvolle realisatie met welke partners

icofoto te komen. Dit kan ‘handmatig’ door zelf de gegevens te verzamelen en te bundelen (Amersfoort), maar ook zijn er applicaties

die al deze informatie geautomatiseerd koppelen en vertalen naar gespecificeerde

2. Organisatieniveau – OntwikkelfaseDeze tweede fase loopt voor een belangrijk deel parallel met de eerste fase. Dit omdat het van

BrandVeilig Leven heeft invloed op het hele korps en niet alleen op de repressieve of de preventieve dienst. Voor een korps/regio betekent het samenwerken over (afdelings) grenzen heen en met (keten)partners. Op welke wijze specifieke eigen situatie: Wat is de opdracht van het bestuur? Welke riacceptabel? Bestaat het korps uit vrijwilligers of beroepskrachten? Etc..

Het succes van BrandVeilig LevenHet is geen gereedschapskist die in de organisatie wordt geopenéchte commitment vereist van bestuur en management. Daarom zal een dergelijke beweging verankerd moeten worden in de strategische koers van het korps/de regio.

3. Operationeel niveau – UitvoeringsfaseDe uitvoeringsfase betreft het daadwerkelijk voorbereiden, uitvoeren en doorontwikkelen van de BrandVeilig Leven-activiteiten. direct mee te starten, zonder goed bij de eerdere fases stil te staan. doelen en beoogde effecten per doelgroep te concretiseren. Op basis daarvan wordt gekeken welke mensen en (hulp)middelen nodig zijn om dat te realiseren. Ook het (laten) verzorgen van eventuele opleidingen en instructies bepalen het succes

Op basis van deze stappen ontstaat dus een passende, effectieve aanpak, die aansluit bij het risicoprofiel van het verzorgingsgebied. wettelijke opkomsttijden bepaald worden BrandweerImplementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB).

Een aantal jaren geleden is brandweer Nijmegen gestart met diverse (Brand)Veilig Leven-activiteiten. Hiervoor hebben ze diverse taken, zoals onderhoud, uit het dagprogramma uitbesteed of anders georganiseerd. Ook hebben ze een flinke cultuuromslag gemaakt en het leiderschap bij het middenkader, waaronder de bevelvoerders ontwikkeld om deze taken beter te kunnen managen en uitvoeren.

figuur 5: mogelijke aanpak BrandVeilig Leven

Ontwikkelfase Deze tweede fase loopt voor een belangrijk deel parallel met de eerste fase. Dit omdat het van

grote invloed is op de strategische keuzes diegemaakt worden. Het organisatieniveau houdt in dat de consequenties voor de organisatie gebracht worden? Hierbij gaat het bijvoorbeeld om: Hebben we genoeg en de juiste capaciteit in huis? Welke competenties en middelen hebben we nodig en beschikbaar? Wat vraagt dit van onze cultuur? Kortom: zijn we in staat om de ‘opdracht’ uit te voeren? Zo nee, wat is hier voor nodig en wat is nu al wel mogelijk?

heeft invloed op het hele korps en niet alleen op de repressieve of de ventieve dienst. Voor een korps/regio betekent het samenwerken over (afdelings) grenzen heen

en met (keten)partners. Op welke wijze dit wordt gedaan is afhankelijk van het risico en de specifieke eigen situatie: Wat is de opdracht van het bestuur? Welke risico’s vinden ze niet acceptabel? Bestaat het korps uit vrijwilligers of beroepskrachten? Etc..

Veilig Leven wordt dan ook mede bepaald door de organisatorische inbedding. Het is geen gereedschapskist die in de organisatie wordt geopend, maar een ontwikkeltraject dat échte commitment vereist van bestuur en management. Daarom zal een dergelijke beweging verankerd moeten worden in de strategische koers van het korps/de regio.

Uitvoeringsfase eft het daadwerkelijk voorbereiden, uitvoeren en doorontwikkelen van de

activiteiten. Zoals uit de verkenning blijkt is de neiging van veel korpsen om hier , zonder goed bij de eerdere fases stil te staan. Het is van

doelen en beoogde effecten per doelgroep te concretiseren. Op basis daarvan wordt gekeken welke nodig zijn om dat te realiseren. Ook het (laten) verzorgen van eventuele bepalen het succes van de uitvoering.

Op basis van deze stappen ontstaat dus een passende, effectieve aanpak, die aansluit bij het risicoprofiel van het verzorgingsgebied. Op basis van dit geheel kan dus tevens de relatie met de wettelijke opkomsttijden bepaald worden (zie ook § 2.2.1 Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen

Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB).)

Een aantal jaren geleden is brandweer gestart met diverse (Brand)Veilig

activiteiten. Hiervoor hebben ze diverse taken, zoals onderhoud, uit het dagprogramma uitbesteed of anders georganiseerd. Ook hebben ze een flinke

en het leiderschap bij het middenkader, waaronder de bevelvoerders ontwikkeld om deze taken beter te kunnen managen en uitvoeren.

BrandVeilig Leven

32/43

Deze tweede fase loopt voor een belangrijk deel parallel met de eerste fase. Dit omdat het van grote invloed is op de strategische keuzes die gemaakt worden. Het organisatieniveau houdt in dat de consequenties voor de organisatie zelf in kaart gebracht worden? Hierbij gaat het bijvoorbeeld om: Hebben we genoeg en de juiste capaciteit in huis? Welke competenties en middelen hebben we nodig

schikbaar? Wat vraagt dit van onze cultuur? Kortom: zijn we in staat om de ‘opdracht’ uit te voeren? Zo nee, wat is hier voor nodig en wat is nu al

heeft invloed op het hele korps en niet alleen op de repressieve of de ventieve dienst. Voor een korps/regio betekent het samenwerken over (afdelings) grenzen heen

is afhankelijk van het risico en de sico’s vinden ze niet

wordt dan ook mede bepaald door de organisatorische inbedding. d, maar een ontwikkeltraject dat

échte commitment vereist van bestuur en management. Daarom zal een dergelijke beweging verankerd moeten worden in de strategische koers van het korps/de regio.

eft het daadwerkelijk voorbereiden, uitvoeren en doorontwikkelen van de blijkt is de neiging van veel korpsen om hier

Het is van belang eerst de doelen en beoogde effecten per doelgroep te concretiseren. Op basis daarvan wordt gekeken welke

nodig zijn om dat te realiseren. Ook het (laten) verzorgen van eventuele

Op basis van deze stappen ontstaat dus een passende, effectieve aanpak, die aansluit bij het Op basis van dit geheel kan dus tevens de relatie met de

Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen

Bijlage 4: Vragenlijsten

1. Opzet vragenlijst Inventarisatie 1. Voeren jullie activiteiten uit in het kader van (Brand)Veilig Leven/Community Safety?

Nee (zie hieronder)

2. Waarom niet? • Geen tijd voor • Geen interesse in • Andere reden, namelijk: 3. Ben je van plan om activiteiten in het kader van (Brand)Vei

Nee

4a Zou een vorm van ondersteuning/faciliteren deze mening kunnen veranderen? Zo ja, wat zou je dan nodig hebben?

4b. Aan wat voor activiteiten denk je dan?

[Gesloten vraag antwoorden mo• Voorlichtingsactiviteiten• Kennisoverdracht• Advisering• Opleidingen• …• Overig, namelijk……….

A. Wat is je naam (niet verplicht)B. Wat is je functie (niet verplicht)C. Bij welk korps/regio werk je?D. Is je korps een beroepskorps, vrijwilligerskorps, gemengd korps?<Hartelijk dank voor de medewerking>

Bij vraag 1 antwoord Ja: 2. Wat voor type activiteiten voeren jullie uit?[Gesloten vraag – meerdere antwoorden mogelijk]• Voorlichtingsactiviteiten • Kennisoverdracht • Advisering • Opleidingen • … • Overig, namelijk………. 3. Voor welke doelgroep voeren jullie deze activiteitmogelijk] • Woonhuizen • Bedrijven • Overheidsorganisaties • Scholen • Studenten • Gebruiksvergunningsplichtige panden• BHV • Horeca • Overig, namelijk……….

4. Kun je een korte omschrijving geven van jullie activiteiten? 5 Kun je toelichten waarom je juist voor deze activiteit(en) en doelgroep(en) hebt gekozen6. Wie voert deze activiteiten uit?

Opzet vragenlijst Inventarisatie

jullie activiteiten uit in het kader van (Brand)Veilig Leven/Community Safety?

Nee (zie hieronder) Ja (zie pag 2)

3. Ben je van plan om activiteiten in het kader van (Brand)Veilig Leven op te pakken?Ja, mogelijk in de toekomst

4b. Aan wat voor activiteiten denk je dan?

[Gesloten vraag – meerdere antwoorden mogelijk]

Voorlichtingsactiviteiten Kennisoverdracht Advisering Opleidingen … Overig, namelijk……….

En aan welke doelgroepen?[Gesloten vraag antwoorden mogelijk]• Woonhuizen• Bedrijven• Overheidsorganisaties• Scholen • Studenten• Gebruiksvergunningsplich

panden • BHV • Horeca • Overig, namelijk……….

Wat is je naam (niet verplicht) Wat is je functie (niet verplicht) Bij welk korps/regio werk je? Is je korps een beroepskorps, vrijwilligerskorps, gemengd korps?

<Hartelijk dank voor de medewerking>

2. Wat voor type activiteiten voeren jullie uit? meerdere antwoorden mogelijk]

3. Voor welke doelgroep voeren jullie deze activiteiten uit? [Gesloten vraag – meerdere antwoorden

Gebruiksvergunningsplichtige panden

4. Kun je een korte omschrijving geven van jullie activiteiten? [Open vraag] 5 Kun je toelichten waarom je juist voor deze activiteit(en) en doelgroep(en) hebt gekozen6. Wie voert deze activiteiten uit? [Gesloten vraag – meerdere antwoorden mogelijk]

33/43

jullie activiteiten uit in het kader van (Brand)Veilig Leven/Community Safety?

Ja (zie pag 2)

lig Leven op te pakken?

En aan welke doelgroepen? [Gesloten vraag – meerdere antwoorden mogelijk]

Woonhuizen Bedrijven Overheidsorganisaties

Studenten Gebruiksvergunningsplichtige

Overig, namelijk……….

meerdere antwoorden

5 Kun je toelichten waarom je juist voor deze activiteit(en) en doelgroep(en) hebt gekozen meerdere antwoorden mogelijk]

• Preventisten • Preparatisten • Repressieve dienst - beroeps• Repressieve dienst vrijwilligers• Overige vrijwilligers • Anderen namelijk……. 7. werken jullie met deze activiteiten samen met partners buiten de brandweer?Nee Ja, namelijk met (meer opties in te

vullen) 8. Ben je van plan om in de toekomst nog andere activiteiten op tdoelgroepen te bedienen? [Gesloten vraag]

Nee

9. Aan wat voor activiteiten denk je dan?[Gesloten vraag]• Voorlichtingsactiviteiten• Kennisoverdracht• Advisering• Opleidingen• … • Overig, namelijk……….

9 heb je nog behoefte aan specifieke ondersteuning bij je activiteiten?Nee Ja

Wat voor ondersteuning? [open vraag]

A. Wat is je naam (niet verplicht)B. Wat is je functie (niet verplicht)C. Bij welk korps/regio werk je?D. Is je korps een beroepskorps, vrijwilligerskorps, gemengd korps?E. Ben je bereid om in een tweede ronde (elektronisch

activiteiten? nee ja, mijn mailadres is:…… en mijn telefoonnummer is:……

<Hartelijk dank voor de medewerking> 2. Opzet vragenlijst verdieping

Naam:

Korps:

Telefoonnummer:

Welke activiteit voer je uit in kader van (Brand)Veilig Leven?

Wat is het doel van deze activiteit?

Voor welke doelgroep(en) pak je deze activiteit op?

Wat is het beoogde resultaat?

Intern (bijvoorbeeld voor het korps en/of de brandweermensen)

Wat is het beoogde resultaat?

Extern (bijvoorbeeld voor de burger, maatschappij en/of het bestuur)

Geef een korte beschrijving van de aanpak

Wie zijn binnen het korps betrokken bij deze activiteit?

beroeps nst vrijwilligers

7. werken jullie met deze activiteiten samen met partners buiten de brandweer?namelijk met (meer opties in te

8. Ben je van plan om in de toekomst nog andere activiteiten op te pakken danwel nieuwe [Gesloten vraag]

Ja

9. Aan wat voor activiteiten denk je dan? [Gesloten vraag]

Voorlichtingsactiviteiten Kennisoverdracht Advisering Opleidingen

Overig, namelijk……….

Nog aan andere doelgroepen?• Woonhuizen• Bedrijven• Overheidsorganisaties• Scholen• Studenten• Gebruiksvergunningsplichtige

panden • BHV • Horeca • Overig, namelijk……….

9 heb je nog behoefte aan specifieke ondersteuning bij je activiteiten?

Wat voor ondersteuning? [open vraag] Van wie verondersteuning? [open vraag]

Wat is je naam (niet verplicht) Wat is je functie (niet verplicht) Bij welk korps/regio werk je? Is je korps een beroepskorps, vrijwilligerskorps, gemengd korps? Ben je bereid om in een tweede ronde (elektronisch) nadere informatie te geven over jullie

ja, mijn mailadres is:…… en mijn telefoonnummer is:……

<Hartelijk dank voor de medewerking>

Opzet vragenlijst verdieping

Vragen per activiteit

voer je uit in kader van (Brand)Veilig Leven?

Wat is het doel van deze activiteit?

Voor welke doelgroep(en) pak je deze activiteit op?

Intern (bijvoorbeeld voor het korps en/of de brandweermensen)

Extern (bijvoorbeeld voor de burger, maatschappij en/of het bestuur)

Geef een korte beschrijving van de aanpak

binnen het korps betrokken bij deze activiteit?

34/43

7. werken jullie met deze activiteiten samen met partners buiten de brandweer?

e pakken danwel nieuwe

Nog aan andere doelgroepen? uizen

Bedrijven Overheidsorganisaties

Studenten Gebruiksvergunningsplichtige

Overig, namelijk……….

wacht je deze ondersteuning? [open vraag]

) nadere informatie te geven over jullie

Wie zijn van buiten het korps betrokken bij deze activiteit?

Hoe zijn deze derden bij de activiteit betrokken?

Welke hulpmiddelen gebruik je voor deze activiteit?

Waar meet je het resultaat aan?

Op welke manier meet je het resultaat van de activiteit?

Welke knelpunten kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Planfase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

Welke knelpunten kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aangezet tot actie ed

Welke knelpunten kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied worden uitgevoerd)

Welke succesfactoren kom je tegen in de volgende fasen van de activi

Planfase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

Welke succesfactoren kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aange

Welke succesfactoren kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied worden uitgevoerd) Wat voor soort kosten zijn met deze activiteit begeleiding, materialen etc.)?

Hoeveel kosten zijn met deze activiteit bij benadering gemoeid?

Zou deze activiteit een meerwaarde zijn voor andere korpsen? [Ja/Nee]

Waarom wel of waarom niet? 3. Questionnaire Community Safety 1. Does your organisation undertake any kind of Community Fire Safety activities? 2. If so, what kind of activities?3. To whom are these activities aimed at? And why did you choose for these target groups (for

them?) 4. What are the results of these activities?5. Do you cooperate with other organisations to achieve your goals?6. If so, why these partners? 7. To what purpose? 8. How/with witch activities did you start Community Fire Safety and how has it developped?9. Are these activities your own in

and/or obligates you? 10. Where do you work? 11. What is your position 12. Are you willing to fill in a second questionnaire

with some more detailed questions?13. If so, please leave your mail

van buiten het korps betrokken bij deze activiteit?

derden bij de activiteit betrokken?

Welke hulpmiddelen gebruik je voor deze activiteit?

Waar meet je het resultaat aan?

Op welke manier meet je het resultaat van de activiteit?

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

fase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aangezet tot actie ed

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit; Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Planfase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit;

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aange

kom je tegen in de volgende fasen van de activiteit; Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied

met deze activiteit gemoeid ( denk bv aan opleiding, uitvoering,

met deze activiteit bij benadering gemoeid?

Zou deze activiteit een meerwaarde zijn voor andere korpsen? [Ja/Nee]

ire Community Safety

Does your organisation undertake any kind of Community Fire Safety activities? If so, what kind of activities? To whom are these activities aimed at? And why did you choose for these target groups (for

of these activities? Do you cooperate with other organisations to achieve your goals?

How/with witch activities did you start Community Fire Safety and how has it developped?Are these activities your own initiative or is there any national policy (or law) that supports

Are you willing to fill in a second questionnaire with some more detailed questions?

Yes / No

If so, please leave your mail address:

35/43

fase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aangezet tot actie ed)

Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied

Planfase (waarin bv plannen/beleid wordt opgesteld, afstemming met bestuur plaatsvindt etc.)

Organisatiefase (waarbij de organisatie wordt ingericht, de mensen worden aangezet tot actie ed.)

Operationele uitvoeringsfase (waarbij de daadwerkelijke activiteiten in het verzorgingsgebied

gemoeid ( denk bv aan opleiding, uitvoering,

Does your organisation undertake any kind of Community Fire Safety activities?

To whom are these activities aimed at? And why did you choose for these target groups (for

How/with witch activities did you start Community Fire Safety and how has it developped? itiative or is there any national policy (or law) that supports

Yes / No

Bijlage 5: Beschrijving landelijke

Naam korps

Brandweer Amersfoort Sinds 2006 uitvoering geven aan “Veilig Wonen”. Projectmatig wijken bezoeken waarbij brandweermensen huis aan huis voorlichtover brandveiligheid en gratis rookmelders monteren.

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Kazerne als spil in de wijk. Amstelveen /pilot risicocommunicatie ‘zelfredzaamheid’. Oprichting teams jeugdbrandweer. Projecten/initiatieven van de afdeling VeilGebruiksbesluit/brandveilige gebouwen. Risicokaarten/wijkkaarten. Team brandonderzoek. ‘Hoe effectief is het inzetten van voorlichting na een woningbrand? Programma Informatiemanagement.

Brandweer Barneveld Voorlichting op wijkavonzorginstellingen, agrarische verenigingen, etc.) Deelname aan keurmerk veilig ondernemen (ondernemers bij aangesloten).

Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal

Momenteel staat alles nog zeer in de kinderschoeneneen fase daarvoor. Op diverse niveaus zijn we dan ook aan het zoeken naar ingangen in het onderwijs (lager+middelbaar), buurtwijkverenigingen en corporaties. Er is dan ook (nog) geen intern beleid opgesteld. 2 wekelijks wordengepubliceerd. Deze hebben een algemeen karakter en richten zich met name op huisgesprekken met o.a. de politie om te kijken hoe gezamenlijk opgetrokken kan worden bij zogeisburger/prikkels om mensen te stimuleren om bepaalde acties te ondernemen welke dat jaar aanook proberen om iets structureels op te pakken. Dit jaar heeft dit geresulteerd in gastcolleges op het ROC voor leerlingen van zorginstellingen. Tijdens deze de branworden verwacht indien zij in "hun rol" zijn tijdens het uitoefenen van hun functie.

Brandweer Bunschoten-Spakenburg

Voorlichting bij VVE, verenigingen , maatschappelijke organisaties, scholen,

Brandweer Drenthe Brandveiligheid Thuis. Belangrijke pijlers zijn:• Verhogen brandveiligheidbewustzijn van de burger en verhogen van de rookmelderdichtheid in de woning.• Educatie van de jeugd. Jonbasisscholen.• Duurzame communicatie m.b.v. media op geëigende momenten het hele jaar door.• Voorlichting na brand aan omwonenden in bijvoorbeeld een buurthuis.• Samenwerking met partners zoals energiewachten, wo

Brandweer Emmen Meerderonderzoek uitgevoerd in het kader van opkomsttijden. Op basis van het programma Care hebben wij berekend bij welke objecteverzorgingsgebied wij buiten de door ons bestuur vastgestelde opkomsttijden komen. Bij die objecten (alleen woningen) brengen wij op dit moment een bezoek door brandweervrijwilligers. Zij vertellen hun de aanleiding, nemen hun mee in het verhaal vthuis en bieden aan om bouwbesluit 2003 op kosten van de gemeente.

landelijke projecten

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Sinds 2006 uitvoering geven aan “Veilig Wonen”. Projectmatig wijken bezoeken waarbij brandweermensen huis aan huis voorlichtover brandveiligheid en gratis rookmelders monteren.

Kazerne als spil in de wijk. Amstelveen /pilot risicocommunicatie ‘zelfredzaamheid’. Oprichting teams jeugdbrandweer. Projecten/initiatieven van de afdeling Veiligheid en Vergunningen. Gebruiksbesluit/brandveilige gebouwen. Risicokaarten/wijkkaarten. Team brandonderzoek. ‘Hoe effectief is het inzetten van voorlichting na een woningbrand? Programma Informatiemanagement.Voorlichting op wijkavonden. Voorlichting bij doelgroepen (scholen, zorginstellingen, agrarische verenigingen, etc.) Deelname aan keurmerk veilig ondernemen (ondernemers bij aangesloten).Momenteel staat alles nog zeer in de kinderschoeneneen fase daarvoor. Op diverse niveaus zijn we dan ook aan het zoeken naar ingangen in het onderwijs (lager+middelbaar), buurtwijkverenigingen en corporaties. Er is dan ook (nog) geen intern beleid opgesteld. 2 wekelijks worden (standaard) publicaties in lokale media gepubliceerd. Deze hebben een algemeen karakter en richten zich met name op huis tuin en keuken preventie. Lowgesprekken met o.a. de politie om te kijken hoe gezamenlijk opgetrokken kan worden bij zogenaamde scholenprojecten. Hierbuiten is jaarlijks de brandpreventieweek waarin wij actief trachten om de burger/maatschappij te bereiken. Onze insteek is om dit te doen met prikkels om mensen te stimuleren om bepaalde acties te ondernemen welke dat jaar aan de BPW is gekoppeld. Anderzijds willen we jaarlijks ook proberen om iets structureels op te pakken. Dit jaar heeft dit geresulteerd in gastcolleges op het ROC voor leerlingen van zorginstellingen. Tijdens deze colleges wordt ingegaan op de rol van de brandweer tijdens calamiteiten, maar ook wat van leerlingen mag worden verwacht indien zij in "hun rol" zijn tijdens het uitoefenen van hun functie.

Voorlichting bij VVE, verenigingen , maatschappelijke organisaties, scholen, gezinsvervangende tehuizen of checks bij mensen thuis.

Brandveiligheid Thuis. Belangrijke pijlers zijn: • Verhogen brandveiligheidbewustzijn van de burger en verhogen van de rookmelderdichtheid in de woning. • Educatie van de jeugd. Jong geleerd is oud gedaan! Les geven op de basisscholen. • Duurzame communicatie m.b.v. media op geëigende momenten het hele jaar door. • Voorlichting na brand aan omwonenden in bijvoorbeeld een buurthuis.• Samenwerking met partners zoals energiewachten, woningcorporaties, zorgkoepels, ISD's, installateurs

Meerdere, de meest in het oog springende: Wij hebben dit jaar een onderzoek uitgevoerd in het kader van opkomsttijden. Op basis van het programma Care hebben wij berekend bij welke objecteverzorgingsgebied wij buiten de door ons bestuur vastgestelde opkomsttijden komen. Bij die objecten (alleen woningen) brengen wij op dit moment een bezoek door brandweervrijwilligers. Zij vertellen hun de aanleiding, nemen hun mee in het verhaal vthuis en bieden aan om rookmelders op te laten hangen conform bouwbesluit 2003 op kosten van de gemeente.

36/43

(beschrijving door korpsen)

Sinds 2006 uitvoering geven aan “Veilig Wonen”. Projectmatig wijken bezoeken waarbij brandweermensen huis aan huis voorlichting geven over brandveiligheid en gratis rookmelders monteren.

Kazerne als spil in de wijk. Amstelveen /pilot risicocommunicatie ‘zelfredzaamheid’. Oprichting teams jeugdbrandweer.

igheid en Vergunningen. Gebruiksbesluit/brandveilige gebouwen. Risicokaarten/wijkkaarten. Team brandonderzoek. ‘Hoe effectief is het inzetten van voorlichting na een woningbrand? Programma Informatiemanagement.

den. Voorlichting bij doelgroepen (scholen, zorginstellingen, agrarische verenigingen, etc.) Deelname aan keurmerk veilig ondernemen (ondernemers bij aangesloten). Momenteel staat alles nog zeer in de kinderschoenen of zelfs nog in een fase daarvoor. Op diverse niveaus zijn we dan ook aan het zoeken naar ingangen in het onderwijs (lager+middelbaar), buurt- en wijkverenigingen en corporaties. Er is dan ook (nog) geen intern beleid

ard) publicaties in lokale media gepubliceerd. Deze hebben een algemeen karakter en richten zich

keuken preventie. Low profile. Verder zijn gesprekken met o.a. de politie om te kijken hoe gezamenlijk

naamde scholenprojecten. Hierbuiten jaarlijks de brandpreventieweek waarin wij actief trachten om de

te bereiken. Onze insteek is om dit te doen met prikkels om mensen te stimuleren om bepaalde acties te ondernemen

de BPW is gekoppeld. Anderzijds willen we jaarlijks ook proberen om iets structureels op te pakken. Dit jaar heeft dit geresulteerd in gastcolleges op het ROC voor leerlingen van

wordt ingegaan op de rol van dweer tijdens calamiteiten, maar ook wat van leerlingen mag

worden verwacht indien zij in "hun rol" zijn tijdens het uitoefenen van

Voorlichting bij VVE, verenigingen , maatschappelijke organisaties, gezinsvervangende tehuizen of checks bij mensen thuis.

• Verhogen brandveiligheidbewustzijn van de burger en verhogen van

g geleerd is oud gedaan! Les geven op de

• Duurzame communicatie m.b.v. media op geëigende momenten het

• Voorlichting na brand aan omwonenden in bijvoorbeeld een buurthuis.• Samenwerking met partners zoals energiewachten,

ningcorporaties, zorgkoepels, ISD's, installateurs

, de meest in het oog springende: Wij hebben dit jaar een onderzoek uitgevoerd in het kader van opkomsttijden. Op basis van het programma Care hebben wij berekend bij welke objecten in ons verzorgingsgebied wij buiten de door ons bestuur vastgestelde opkomsttijden komen. Bij die objecten (alleen woningen) brengen wij op dit moment een bezoek door brandweervrijwilligers. Zij vertellen hun de aanleiding, nemen hun mee in het verhaal van brandveiligheid

op te laten hangen conform

Naam korps

Brandweer Enschede Bij Brandweer Enschede voeren door het jaar heen verschillende activiteiten aan de hand van verschillende themaKinderdagverblijven Wijkgericht andere aanpak studenten even uitlichten.

Brandweer Flevoland Wij hebben buurtvoorlichters van verschillende nationaliteiten langs de deuren van "achterstands"talen) en een vragenlijst om ervoor te zorgen dat iedereen die in die wijk woont meer bewust wordt dan ook een informatie bijeenkomst waar mensen gedetailleerde vragen aan de brandweer kon stellen.

Brandweer Hengelo (gld) In de zomerperiode worden door de vrijwilligers uit Bronckhorst de campings bezocht, er wordt de camping, bereikbaarheid en aanwezige blusmiddelen, ook de kampeermiddelenafwezigheid van rook en co melders.

Brandweer Hengelo - Borne Ontruimingsoefeningen:OpenEen keer in de twee jaar wordt binnen het brandweercluster een open dag georganiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met de politie en de gemeente. Rondleidingen:Voor bedrijven en scholen worden rondleidingen georganiseerd.Brandpreventieweken:Zoacentraal thema. Door een thema te kiezen, wil de stichting bereiken dat de preventieboodschap richtingeenduidig gezicht krijgt.Voorlichting basisscholen:In 2007 is dbrandweer en politie, gestart met het Schooladoptieplan. KVO:Om de binnenstad van Hengelo en het winkelgebied het PleinWestermaat veiliger te maken voor mensen die er wonen, werken, winkelen en uitgaaKeurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Objectenkennis:Door middel van objectenkennis worden objecten in kaart gebracht die op repressief dan wel preventief gebied vanuit de brandweer aandacht behoeven.

Brandweer Leerdam Voorlichting geven

Brandweer Medemblik / Wervershoof

rookmelders actie

Brandweer OVSW Rookmelders uitdelen gratis

Brandweer Roermond, Maasgouw en Roerdalen

De belangrijkste Daarnaast brandoscholen, objectconvenanten met bedrijventerreinen

Brandweer Rotterdam-Rijnmond

Rookmelderactie voor huishoudens met een 'krappe beurs'.

Brandweer Schijndel voorlicdoor eigen pand verzorgen

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Bij Brandweer Enschede voeren door het jaar heen verschillende activiteiten aan de hand van verschillende themaKinderdagverblijven - Ziekenhuis - Studenten - Bedrijven/ industrie Wijkgericht - Horeca Bij elk thema en doelgroep hebben we een andere aanpak afgestemd op de doelgroep. Als voorbeeld zal ik de studenten even uitlichten.

Wij hebben buurtvoorlichters van verschillende nationaliteiten langs de deuren van "achterstands"-wijken gestuurd met folders (in diverse talen) en een vragenlijst om ervoor te zorgen dat iedereen die in die wijk woont meer bewust wordt van brandveiligheid. Daaraan vast zit dan ook een informatie bijeenkomst waar mensen gedetailleerde vragen aan de brandweer kon stellen. In de zomerperiode worden door de vrijwilligers uit Bronckhorst de campings bezocht, er wordt daarbij gekeken naar de voorzieningen op de camping, bereikbaarheid en aanwezige blusmiddelen, ook de kampeermiddelen worden gecontroleerd, gasslangen elektra aan of afwezigheid van rook en co melders.

Ontruimingsoefeningen: Open dagen: Een keer in de twee jaar wordt binnen het brandweercluster een open dag georganiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met de politie en de gemeente. Rondleidingen: Voor bedrijven en scholen worden rondleidingen georganiseerd.Brandpreventieweken: Zoals ieder jaar wordt de brandpreventieweek gekoppeld aan een centraal thema. Door een thema te kiezen, wil de stichting bereiken dat de preventieboodschap richting de burgers een duidelijk en eenduidig gezicht krijgt. Voorlichting basisscholen: In 2007 is de gemeente Borne samen met de adoptiepartners, zoals brandweer en politie, gestart met het Schooladoptieplan. KVO: Om de binnenstad van Hengelo en het winkelgebied het PleinWestermaat veiliger te maken voor mensen die er wonen, werken, winkelen en uitgaan is er gestart met het traject om te komen tot het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Objectenkennis: Door middel van objectenkennis worden objecten in kaart gebracht die op repressief dan wel preventief gebied vanuit de brandweer aandacht behoeven. Voorlichting geven

rookmelders actie

Rookmelders uitdelen gratis

De belangrijkste activiteit is het verstrekken van voorlichting. Daarnaast brandonderzoek, actieve deelname aan open dagen op scholen, object- themagerichte controles (winkels, horeca), convenanten met bedrijventerreinen Rookmelderactie voor huishoudens met een 'krappe beurs'.

voorlichting aan de hand van een presentatie geven en rondleiding door eigen pand verzorgen

37/43

(beschrijving door korpsen)

Bij Brandweer Enschede voeren door het jaar heen verschillende activiteiten aan de hand van verschillende thema’s en doelgroepen. -

Bedrijven/ industrie - Bij elk thema en doelgroep hebben we een

op de doelgroep. Als voorbeeld zal ik de

Wij hebben buurtvoorlichters van verschillende nationaliteiten langs wijken gestuurd met folders (in diverse

talen) en een vragenlijst om ervoor te zorgen dat iedereen die in die van brandveiligheid. Daaraan vast zit

dan ook een informatie bijeenkomst waar mensen gedetailleerde

In de zomerperiode worden door de vrijwilligers uit Bronckhorst de daarbij gekeken naar de voorzieningen op

de camping, bereikbaarheid en aanwezige blusmiddelen, ook de worden gecontroleerd, gasslangen elektra aan of

Een keer in de twee jaar wordt binnen het brandweercluster een open dag georganiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met de politie en de

Voor bedrijven en scholen worden rondleidingen georganiseerd.

ls ieder jaar wordt de brandpreventieweek gekoppeld aan een centraal thema. Door een thema te kiezen, wil de stichting bereiken

de burgers een duidelijk en

e gemeente Borne samen met de adoptiepartners, zoals brandweer en politie, gestart met het Schooladoptieplan.

Om de binnenstad van Hengelo en het winkelgebied het Plein-Westermaat veiliger te maken voor mensen die er wonen, werken,

n is er gestart met het traject om te komen tot het

Door middel van objectenkennis worden objecten in kaart gebracht die op repressief dan wel preventief gebied vanuit de brandweer

is het verstrekken van voorlichting. nderzoek, actieve deelname aan open dagen op themagerichte controles (winkels, horeca),

Rookmelderactie voor huishoudens met een 'krappe beurs'.

hting aan de hand van een presentatie geven en rondleiding

Naam korps

Brandweer Skarsterlân en Lemsterland

Er wordt structureel voorlichting gegeven op alle basisscholen in de gemeente Skarsterlân. Elke twee jaar is deze voorlichting bestemvoor de kinderen van groep 7 en 8. Dit programma wordt in een dagdeel gegeven door vrijwilligers van de brandweer die daarvoor geworven zijn.Aan bedrijven en instellingen wordt op Ad hoc basis voorlichting gegeven toegesneden op de problematiek die speebedrijven cq. instellingen.In de gemeente Lemsterland is een project geweest over de bereikbaarheid in het buitengebied. Op basis van een risicoinventarisatie isbetrokken bewoners. op de zelfredzaamheid van de bewoners. Als geste konden alle bewoners en recreanten een gratis rookmelder meekrijgen of afhalen bij de balie in het gemeentehuis in Lemmer. Op het voortgezet onderwijs in LemstDe brandweer participeert in deze projectweek door een op de brandweerkazerne in Lemmer een voorlichting te geven over brandveilig uitgaan aan scholieren van rond de 15

Brandweer Zeist 1234

Brandweerzorg Dordrecht Bezoek aan huis:Voorlichting op scholen: (wekelijkse activiteit)Begaan“Als elke seconde telt”.Openstellen van de kazerneDeelnemen aan evenementen.Nazorg

Brandweerzorg Eindhoven Brandpreventieweek

Gemeente Noordenveld Wij zijn bezig om een proj

Hulpverlening Gelderland Midden

Het project Geen nood bij brand! is een samenwerkingsproject tussen brandweerkorpsen en zorginstellingen om de brandveiligheid (risicobewustzijn en zelfredzaamheid in de gezondheidszorg verbeteren. Voorlichting aan Studenten, scholen en wijken

Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Er is een folder uitgebracht voor de bewoners en winkeliers van een winkelcentrum en flat waar meerdere branden hebben plaatsgevonden.Er is waar een de hoofdentree is uitgebrand.Er worden diverse voorlichtingen gegeven,gebouwenbeheerders van een woningstichting.In de periode voor carnaval wordenuitgereikt. De laatste jaren voerde de brandweer Breda voorafgaand aan carnaval speciale controles uit bij de horecabedrijven. Dit jaar gebeurt dat niet. In plaats daarvan bezoekt de brandweer deze bedrijven om het logboek brandveiligheilichten.

Regionale brandweer Zuid-Holland Zuid

Huisbezoek: Geven van voorlichting op het gebied van brandveilighied in de woning en plaatsen hierbij een rookmelder.

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Er wordt structureel voorlichting gegeven op alle basisscholen in de gemeente Skarsterlân. Elke twee jaar is deze voorlichting bestemvoor de kinderen van groep 7 en 8. Dit programma wordt in een dagdeel gegeven door vrijwilligers van de brandweer die daarvoor geworven zijn. Aan bedrijven en instellingen wordt op Ad hoc basis voorlichting gegeven toegesneden op de problematiek die speebedrijven cq. instellingen. In de gemeente Lemsterland is een project geweest over de bereikbaarheid in het buitengebied. Op basis van een risicoinventarisatie is een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor de betrokken bewoners. Na uiteenzetting van de problematiek isop de zelfredzaamheid van de bewoners. Als geste konden alle bewoners en recreanten een gratis rookmelder meekrijgen of afhalen bij de balie in het gemeentehuis in Lemmer. Op het voortgezet onderwijs in Lemsterland is jaarlijks een projectweek veilig uitgaan. De brandweer participeert in deze projectweek door een op de brandweerkazerne in Lemmer een voorlichting te geven over brandveilig uitgaan aan scholieren van rond de 151\ Wekelijks een artikel op de gemeentepagina (de Nieuwsbode)2\ Workshop zelfredzaamheid 3\ Rookmeldercampagne 4\ BHV-opleiding voor VMBO’ers

Bezoek aan huis: (wekelijkse activiteit) Voorlichting op scholen: (wekelijkse activiteit) Begaanbaarheid van operationele voertuigen: (streven is 4x per jaar)“Als elke seconde telt”. Openstellen van de kazerne Deelnemen aan evenementen. Nazorg

Brandpreventieweek - activiteiten

Wij zijn bezig om een project brandveilig thuis op te starten

Het project Geen nood bij brand! is een samenwerkingsproject tussen brandweerkorpsen en zorginstellingen om de brandveiligheid (risicobewustzijn en zelfredzaamheid in de gezondheidszorg verbeteren. Voorlichting aan Studenten, scholen en wijken

Er is een folder uitgebracht voor de bewoners en winkeliers van een winkelcentrum en flat waar meerdere branden hebben plaatsgevonden. Er is een informatiebulletin uitgebracht voor de bewoners van een flat waar een de hoofdentree is uitgebrand. Er worden diverse voorlichtingen gegeven, bijvoorbeeld aan gebouwenbeheerders van een woningstichting. In de periode voor carnaval worden aan de horeca uitgereikt. De laatste jaren voerde de brandweer Breda voorafgaand aan carnaval speciale controles uit bij de horecabedrijven. Dit jaar gebeurt dat niet. In plaats daarvan bezoekt de brandweer deze bedrijven om het logboek brandveiligheid uit te reiken en toe te lichten.

Huisbezoek: Geven van voorlichting op het gebied van brandveilighied in de woning en plaatsen hierbij een rookmelder.

38/43

(beschrijving door korpsen)

Er wordt structureel voorlichting gegeven op alle basisscholen in de gemeente Skarsterlân. Elke twee jaar is deze voorlichting bestemd voor de kinderen van groep 7 en 8. Dit programma wordt in een dagdeel gegeven door vrijwilligers van de brandweer die daarvoor

Aan bedrijven en instellingen wordt op Ad hoc basis voorlichting gegeven toegesneden op de problematiek die speelt binnen dergelijke

In de gemeente Lemsterland is een project geweest over de bereikbaarheid in het buitengebied. Op basis van een risico-

een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor de Na uiteenzetting van de problematiek is ingezet

op de zelfredzaamheid van de bewoners. Als geste konden alle bewoners en recreanten een gratis rookmelder meekrijgen of afhalen bij de balie in het gemeentehuis in Lemmer. Op het voortgezet

erland is jaarlijks een projectweek veilig uitgaan. De brandweer participeert in deze projectweek door een op de brandweerkazerne in Lemmer een voorlichting te geven over brandveilig uitgaan aan scholieren van rond de 15-16 jaar.

ijks een artikel op de gemeentepagina (de Nieuwsbode)

baarheid van operationele voertuigen: (streven is 4x per jaar)

veilig thuis op te starten

Het project Geen nood bij brand! is een samenwerkingsproject tussen brandweerkorpsen en zorginstellingen om de brandveiligheid (risico-bewustzijn en zelfredzaamheid in de gezondheidszorg structureel te verbeteren. Voorlichting aan Studenten, scholen en wijken

Er is een folder uitgebracht voor de bewoners en winkeliers van een winkelcentrum en flat waar meerdere branden hebben

een informatiebulletin uitgebracht voor de bewoners van een flat

bijvoorbeeld aan

aan de horeca in Breda logboeken uitgereikt. De laatste jaren voerde de brandweer Breda voorafgaand aan carnaval speciale controles uit bij de horecabedrijven. Dit jaar gebeurt dat niet. In plaats daarvan bezoekt de brandweer deze

d uit te reiken en toe te

Huisbezoek: Geven van voorlichting op het gebied van brandveilighied in de woning en plaatsen hierbij een rookmelder.

Naam korps

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Andijk haakt nagenoeg iedbrandpreventieweek, zo hebben het afgelopen jaar 3 van de 4 basisscholen actief mee gedaan met een ontruimingsoefening, en hebben we in het verleden al eens met een marktkraampje met rookmelders bij het winkelcentrum gestaan, verdde kertstijjd wel een publicatie in het plaatselijke krantje met tips voor brandveilig gebruik van kerstversieringen, verder isde brandweer Andijk een link naar de folders van het NVBR, deze folders zitten overigens oogemeentehuis staat.brandweer en wordteens en voorlichtingsavond gegeven.

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Uitvoeren van risico woning en het plaatsen van rookmelders. Per project ca. 1000 woningen Actief voorlichten van studenten in het kader van brandveiligheid bij kamerbewoning en tevens uitvoeren van RWB’s binnen studentenhuisvesting. (pVoorlichting op basisscholen groepen 7 en 8“Post fire awareness”.Nabespreking met burgers en hulpverleners na ingrijpende incidenten Deelname aan het keurmerk Veilig ondernemenBrandpreventieve voorlichting aan Brandpreventieve voorlichting tijdens (grootschalige) evenementen

Veiligheidsregio Haaglanden

Veel accent ligt op de tweede permanente taak betreft een zelfde bewustmaking enbevorderen van brandveilig gedrag bij burgers via instellingen en bedrijven. Het gaat hier primair om het gedrag van mensen en niet zozeer om de naleving van wet

Veiligheidsregio Zuid Oost Brabant

Het informeren van bewoners in het gebieopkomsttijd van de brandweer wonen over de opkomsttijd van de brandweer, het belang van een snelle ontdekkingstijd, maatregelen die burgers kunnen treffen ter verbetering van hun eigen zelfredzaamheid en verwijzingen naar interess

Brandweer Barneveld Voorlichting aan de inwoner, binnenkort via website, vooroverleg bouwaanvragen, evenementen, verspreiding folders

Boxtel Voorlichting en controle van bedrijven, overheid en scholen. Ondersteuning bij ontruimingsoefening, beontruimingsplannen. Verstrekken van rookmelders voor woningen. Gericht overleg met woonstichting voor bevorderen brandveiligheid

Korps Heiloo In de meeste gevallen gaat het over mondelinge of schriftelijk instructie "wat te doen biaan het gebruik van kleine blusmiddelen, en ontruimingsplannen.

Opsterland Tijdens voorlichting kennisoverdracht geven. Advisering aan bouwbedrij

BAA (exacte naam onbekend)

We hebben een straat geadopteerd en een rookmelder aangeboden.

Amersfoort Er worden gratis rookmelders aangeboden en opgeplakt in bepaalde wijken. Daarnaast wordt ook voorlichting gegeven

Wageningen folderserie zie www.zegnooitnooit.info of www.wageningen.nl/brand_kan_ook_jou_overkomen

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Andijk haakt nagenoeg ieder jaar aan bij nationale brandpreventieweek, zo hebben het afgelopen jaar 3 van de 4 basisscholen actief mee gedaan met een ontruimingsoefening, en hebben we in het verleden al eens met een marktkraampje met rookmelders bij het winkelcentrum gestaan, verdde kertstijjd wel een publicatie in het plaatselijke krantje met tips voor brandveilig gebruik van kerstversieringen, verder isde brandweer Andijk een link naar de folders van het NVBR, deze folders zitten overigens ook op de foldermolen die in het gemeentehuis staat. Verder is incidenteel een open dag bij de brandweer en wordt op aanvraag van bv. een vrouwenclub oid. wel eens en voorlichtingsavond gegeven.

Uitvoeren van risico assesments brandveiligheid (RWB’s) binnen de woning en het plaatsen van rookmelders. Per project ca. 1000 woningen Actief voorlichten van studenten in het kader van brandveiligheid bij kamerbewoning en tevens uitvoeren van RWB’s binnen studentenhuisvesting. (project zal lopen van april t/m juni 2010)Voorlichting op basisscholen groepen 7 en 8 “Post fire awareness”. Nabespreking met burgers en hulpverleners na ingrijpende incidenten Deelname aan het keurmerk Veilig ondernemen Brandpreventieve voorlichting aan verenigingen van eigenaren (VVE’s)Brandpreventieve voorlichting tijdens (grootschalige) evenementen

Veel accent ligt op de beïnvloeding van kinderen via de scholen. Een tweede permanente taak betreft een zelfde bewustmaking enbevorderen van brandveilig gedrag bij burgers via instellingen en bedrijven. Het gaat hier primair om het gedrag van mensen en niet zozeer om de naleving van wet- en regelgeving.

Het informeren van bewoners in het gebied die buiten de 8 minuten opkomsttijd van de brandweer wonen over de opkomsttijd van de brandweer, het belang van een snelle ontdekkingstijd, maatregelen die burgers kunnen treffen ter verbetering van hun eigen zelfredzaamheid en verwijzingen naar interessante sites

Voorlichting aan de inwoner, binnenkort via website, vooroverleg bouwaanvragen, evenementen, verspreiding folders

Voorlichting en controle van bedrijven, overheid en scholen. Ondersteuning bij ontruimingsoefening, beoordelen noodplannen en ontruimingsplannen. Verstrekken van rookmelders voor woningen. Gericht overleg met woonstichting voor bevorderen brandveiligheid

In de meeste gevallen gaat het over mondelinge of schriftelijk instructie "wat te doen bij brand". Daarbij wordt aandacht besteedt aan het gebruik van kleine blusmiddelen, en ontruimingsplannen.

Tijdens controles praktijk voorbeelden welke ik tegen kom meteen voorlichting kennisoverdracht geven. Advisering aan bouwbedrijven. We hebben een straat geadopteerd en hebben klanten voedselbank een rookmelder aangeboden.

Er worden gratis rookmelders aangeboden en opgeplakt in bepaalde wijken. Daarnaast wordt ook voorlichting gegeven

folderserie zie www.zegnooitnooit.info of www.wageningen.nl/brand_kan_ook_jou_overkomen

39/43

(beschrijving door korpsen)

er jaar aan bij nationale brandpreventieweek, zo hebben het afgelopen jaar 3 van de 4 basisscholen actief mee gedaan met een ontruimingsoefening, en hebben we in het verleden al eens met een marktkraampje met rookmelders bij het winkelcentrum gestaan, verder is ieder jaar rond de kertstijjd wel een publicatie in het plaatselijke krantje met tips voor brandveilig gebruik van kerstversieringen, verder is op de site van de brandweer Andijk een link naar de folders van het NVBR, deze

k op de foldermolen die in het incidenteel een open dag bij de

op aanvraag van bv. een vrouwenclub oid. wel

brandveiligheid (RWB’s) binnen de woning en het plaatsen van rookmelders. Per project ca. 1000

Actief voorlichten van studenten in het kader van brandveiligheid bij kamerbewoning en tevens uitvoeren van RWB’s binnen

roject zal lopen van april t/m juni 2010)

Nabespreking met burgers en hulpverleners na ingrijpende incidenten

verenigingen van eigenaren (VVE’s) Brandpreventieve voorlichting tijdens (grootschalige) evenementen

van kinderen via de scholen. Een tweede permanente taak betreft een zelfde bewustmaking en bevorderen van brandveilig gedrag bij burgers via instellingen en bedrijven. Het gaat hier primair om het gedrag van mensen en niet

d die buiten de 8 minuten opkomsttijd van de brandweer wonen over de opkomsttijd van de brandweer, het belang van een snelle ontdekkingstijd, maatregelen die burgers kunnen treffen ter verbetering van hun eigen

ante sites

Voorlichting aan de inwoner, binnenkort via website, vooroverleg bouwaanvragen, evenementen, verspreiding folders

Voorlichting en controle van bedrijven, overheid en scholen. oordelen noodplannen en

ontruimingsplannen. Verstrekken van rookmelders voor woningen. Gericht overleg met woonstichting voor bevorderen brandveiligheid

In de meeste gevallen gaat het over mondelinge of schriftelijk j brand". Daarbij wordt aandacht besteedt

aan het gebruik van kleine blusmiddelen, en ontruimingsplannen.

praktijk voorbeelden welke ik tegen kom meteen voorlichting kennisoverdracht geven. Advisering aan bouw- en teken

klanten voedselbank

Er worden gratis rookmelders aangeboden en opgeplakt in bepaalde wijken. Daarnaast wordt ook voorlichting gegeven

www.wageningen.nl/brand_kan_ook_jou_overkomen

Naam korps

Zwolle oefeningen metbedrijven en relevante groehulpverleners en noodzaak van eigen voorbereiding door burgers.

Brandweer Zaanstad Burgers worden regelmatig geadviseerd een werkende rookmelder(s) in huis op te hangen. Vergunninghouders van gebruiksvergunningsplichtige geïnformeerddie zij moeten

Horst a/d Maas Project met Woningstichting. Brandveiligheidscertificaat bij renovatie. Voorlichting aaStructurele rookmelderactie gekoppeld aan huisbezoek.

Tilburg De brandweer heeft op verzoek van de gemeente mee gewerkt met het oprichten van een A Team. Dit team controleert adhv van een checklist een aantal punten, waaronder de aansluitingketels, vluchtmogelijkheden, brandonveilige situaties etc,

VRZOB/Gemeente Gemert-Bakel

We verzorgen op verzoek voorlichting aan b.v. scholen komen op excursie, (particuliere) organisaties zoals buurtverenigingen.

Veiligheidsregio IJsselland/Raalte

Advisering op gebied proactie en preventie, gevraagd en ongevraagd. Zowel naar collegaDaarnaast voorlichtingsbijeenkomsten op ad

korps niet genoemd keurmerk veilig ondernemen indu

korps niet genoemd met name presentaties op verzoek, voorlichting op scholen en het actief aanbieden van kennis aan b.v. woningbouwverenigingen voor in de nieuwsbrieven.

Veenendaal/Utrecht -Leven

Graft-De Rijp, Noord-Holland Noord

stimuleren toepassen van rookmelders standaard bij elke bouwvergunning voor bestaande bouw. promoten op ondernemersbeurs. assisteren bij ontruimingsoefeningen vaen verzorgingstehuizen

Gemeente Enkhuizen Voorlichting en hulp bij oefeningen in alle (bejaarden)zorg instellingen. Jaarlijkse ontruiming van alle scholen en kinderdagverblijven gelijktijdig met de controle van de gebruiksvergunning. Bedrijven noefeningen. I

Lingewaard Begeleiden ontruimingsoefeningen

Venlo Rookmeldercampagne (brandweer gaat die bij mensen thuis ophangen) Bezoek/voorlichting op scholen. Bezoek/voorlichting opEigenaren. Schriftelijk e

Brandweer Twente via diverse lokale korpsen zijnscholen, ontruimingsoefeningen, platte dakondernemen, keurmerk veilig

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

demografische analyse oprichten schoolbrandweer woningsprinklers onderzoek naar risicoperceptie onderzoek naar zelfredzaamheidonderzoek naar effect van woningbouwcoBrandwondenstichting

Beuningen Met name voorlichtingsactiviteiten, vaak gepaard met de thema's van de brandpreventieweek. Advisering over van Externe Veiligheid wordt met de gebruikers van het betreffende pand besproken.

Activiteit (beschrijving door korpsen)

oefeningen met BHV organisaties informatie-uitwisselingbedrijven en relevante groepen over (on)mogelijkheden van de hulpverleners en noodzaak van eigen voorbereiding door burgers.

Burgers worden regelmatig geadviseerd een werkende rookmelder(s) in huis op te hangen. Vergunninghouders van gebruiksvergunningsplichtige panden worden tijdens controles geïnformeerd over hun huidige rol en over het nut van maatregelen die zij moeten treffen

Project met Woningstichting. Brandveiligheidscertificaat bij renovatie. Voorlichting aan nieuwe bewoners Keurmerk VeiliStructurele rookmelderactie gekoppeld aan huisbezoek.

De brandweer heeft op verzoek van de gemeente mee gewerkt met het oprichten van een A Team. Dit team controleert adhv van een checklist een aantal punten, waaronder de aansluitingketels, vluchtmogelijkheden, brandonveilige situaties etc,

We verzorgen op verzoek voorlichting aan b.v. seniorenberaadscholen komen op excursie, (particuliere) organisaties zoals buurtverenigingen. Advisering op gebied proactie en preventie, gevraagd en ongevraagd. Zowel naar collega-ambtelijke organisaties als particulierenDaarnaast voorlichtingsbijeenkomsten op ad hoc keurmerk veilig ondernemen industrieterrein

met name presentaties op verzoek, voorlichting op scholen en het actief aanbieden van kennis aan b.v. woningbouwverenigingen voor in de nieuwsbrieven. - Rookmelderproject voor zelfstandig wonende ouderenLevensloopgeschikt maken van woongebouwen voor ouderen

stimuleren toepassen van rookmelders standaard bij elke bouwvergunning voor bestaande bouw. promoten op ondernemersbeurs. assisteren bij ontruimingsoefeningen vaen verzorgingstehuizen Voorlichting en hulp bij oefeningen in alle (bejaarden)zorg instellingen. Jaarlijkse ontruiming van alle scholen en kinderdagverblijven gelijktijdig met de controle van de gebruiksvergunning. Bedrijven niet systematisch. Op verzoek of bij oefeningen. I Begeleiden ontruimingsoefeningen

Rookmeldercampagne (brandweer coördineert inkoop rookmelders en gaat die bij mensen thuis ophangen) Bezoek/voorlichting op scholen. Bezoek/voorlichting op bedrijven en bij bijv. Verenigingen van Eigenaren. Schriftelijk en gericht benaderen van horeca

via diverse lokale korpsen zijn activiteiten, zoals voorlichting op scholen, ontruimingsoefeningen, rookmeldercampagnesplatte daken, controles bij studentenwoningen, keurmerk veilig ondernemen, keurmerk veilig recreëren

demografische analyse oprichten schoolbrandweer woningsprinklers onderzoek naar risicoperceptie onderzoek naar zelfredzaamheidonderzoek naar effect van voorlichting samenwerking met stadsdelen, woningbouwcorporaties, thuiszorg en Nederlandse Brandwondenstichting Met name voorlichtingsactiviteiten, vaak gepaard met de thema's van de brandpreventieweek. Advisering over zelfredzaamheid in het kader van Externe Veiligheid wordt met de gebruikers van het betreffende pand besproken.

40/43

(beschrijving door korpsen)

uitwisseling met pen over (on)mogelijkheden van de

hulpverleners en noodzaak van eigen voorbereiding door burgers.

Burgers worden regelmatig geadviseerd een werkende rookmelder(s)

panden worden tijdens controles over hun huidige rol en over het nut van maatregelen

Project met Woningstichting. Brandveiligheidscertificaat bij renovatie. nieuwe bewoners Keurmerk Veilig Ondernemen.

Structurele rookmelderactie gekoppeld aan huisbezoek.

De brandweer heeft op verzoek van de gemeente mee gewerkt met het oprichten van een A Team. Dit team controleert adhv van een checklist een aantal punten, waaronder de aansluitingen van cv ketels, vluchtmogelijkheden, brandonveilige situaties etc,

seniorenberaad, scholen komen op excursie, (particuliere) organisaties zoals

Advisering op gebied proactie en preventie, gevraagd en ongevraagd. ambtelijke organisaties als particulieren.

basis.

met name presentaties op verzoek, voorlichting op scholen en het actief aanbieden van kennis aan b.v. woningbouwverenigingen voor in

Rookmelderproject voor zelfstandig wonende ouderen; - loopgeschikt maken van woongebouwen voor ouderen

stimuleren toepassen van rookmelders standaard bij elke bouwvergunning voor bestaande bouw. promoten op ondernemersbeurs. assisteren bij ontruimingsoefeningen van scholen

Voorlichting en hulp bij oefeningen in alle (bejaarden)zorg instellingen. Jaarlijkse ontruiming van alle scholen en kinderdagverblijven gelijktijdig met de controle van de

iet systematisch. Op verzoek of bij

inkoop rookmelders en gaat die bij mensen thuis ophangen) Bezoek/voorlichting op scholen.

bedrijven en bij bijv. Verenigingen van n gericht benaderen van horeca

activiteiten, zoals voorlichting op rookmeldercampagnes, info over

en, controles bij studentenwoningen, keurmerk veilig

demografische analyse oprichten schoolbrandweer woningsprinklers onderzoek naar risicoperceptie onderzoek naar zelfredzaamheid

samenwerking met stadsdelen, Nederlandse

Met name voorlichtingsactiviteiten, vaak gepaard met de thema's van zelfredzaamheid in het kader

van Externe Veiligheid wordt met de gebruikers van het betreffende

Naam korps

Gemeente Bunnik afdeling Dienstverlening

Door middel van Thema pagina's in de lokale kranten en via internet voorlichtingcampagnes houden

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

In de VNOG vinden activiteiten die gericht zijn op risicobewustzijn veelal plaats door aan te sluiten bij projectmatige gemeentelijke initiatieven, zoals preventieweek, KVOcontrole/

Brandweer Oss Naast de reguliere controles en jaren alle scholen en verzorgingstehuizen bezocht voor een nulmeting. Deze keer niet in de rol van handhaver maar meer als adviseur om de mensen bew

Bouwplantoetsing + toezicht, toetsen milieuvergunningen,inspecties i.h.k.v. afgegeven gebruiksvergunningen/hoc, opleidingen voor bouwtoezichters van de gemeenten, begeleiden ontruim

Medemblik ontruimingsoefeningen betrekking tot brandveiligheid

Oude IJsselstreek Voorlichting over brandveiligheid aan verenigingen, instellingen en scholen. Actie plaats een rookmelder vobuitengebied. Op locatie bedrijven adviseren.

Korps niet bekend gemaakt Het geven van voorlichting

Buren-Culemborg Ontruimingsoefeningen i.s.m. BHV Voorlichting KVO bedrijven ontruimingsoefeningen scholen en verzorgingshuizen voorlichparticulieren en bedrijven tijdens controles.

Brandweer Zuid Limburg Voorlichting in KVO trajecten (bedrijven)deelname in centrummanagement/buurtgericht werk activiteiten. Voorlichting op scholen en buurtverenigingen, kindervakantiepas/scouting (ronazorgactiviteiten in een buurt na brand, rookmelderacties

Leek en Marum/Groningen voorlichting tijdens opendagen

Brandweer Amsterdam Amstelland

deels ontwikkelen nieuwe netwerken, instrumenten, kennis en deels meeliften op bestaande zaken.opzetten. evenementen afsluiten, vooral de regie voeren.

Etten-Leur Met de brandpreventieweken enigen andere instanties op aanvraag

Rucphen Gerichte voorlichting, instructie per doel

Brandweer Kennemerland/ regio Kennemerland

Voorlichting. Advisering (bijv. in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen)

Gemeente Smallingerland -

Brandweer Bommelerwaard In hethouden van ontruimingsoefeningen.

Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, distr Rijnmond Noord

* Presentatie Veiligheidsbewustzijn en voorkomen van brand in woningen (VVE's) * Geven gehoor als bedrivragen.RM ophangen dor brw.

Brandweer Zutphen-Zutphen

Wij voeren 1 x per week een dagdeel ROS werkzaamheden uit

Delfzijl, Appingedam, Eemsmond, Loppersum, Regionale Brandweer Groningen

Voorlichting op basisscholen en voortgezet onderwijs. Dit gebeurt nog nog incidenteel en op beperkte schaal, in regionaal verband zal in de toekomst dit meer structureel ingebed gaan worden. Daarnaast het gevraagd en ongevraagd adviseren van bedrijven.

's-Hertogenbosch Lesgeven bij opleiding integrale veiligheid (HBO). Deelname in Keurmerk Veilig Ondernemen en Keurmerk Veilig Uitgaan. Seminars organiseren voor hoofden BHV van specifieke instellingen (mindezelfredzamen).

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Door middel van Thema pagina's in de lokale kranten en via internet voorlichtingcampagnes houden In de VNOG vinden activiteiten die gericht zijn op risicobewustzijn veelal plaats door aan te sluiten bij projectmatige gemeentelijke initiatieven, zoals preventieweek, KVO-trajecten en controle/inspectierondes ihkv gebruiksvergunningcontroles. Naast de reguliere controles en adviezen hebben we de afgelopen jaren alle scholen en verzorgingstehuizen bezocht voor een nulmeting. Deze keer niet in de rol van handhaver maar meer als adviseur om de mensen bewust te maken van het brandveiligheidsBouwplantoetsing + toezicht, toetsen milieuvergunningen,inspecties i.h.k.v. afgegeven gebruiksvergunningen/-meldingen, voorlichting (adhoc, opleidingen voor bouwtoezichters van de gemeenten, begeleiden ontruimingsoefeningen, etc. ontruimingsoefeningen begeleiden uitleg over brandweer advies met betrekking tot brandveiligheid

Voorlichting over brandveiligheid aan verenigingen, instellingen en scholen. Actie plaats een rookmelder voor bewoners van het buitengebied. Op locatie bedrijven adviseren. Het geven van voorlichting

Ontruimingsoefeningen i.s.m. BHV Voorlichting KVO bedrijven ontruimingsoefeningen scholen en verzorgingshuizen voorlichparticulieren en bedrijven tijdens controles.

Voorlichting in KVO trajecten (bedrijven)deelname in centrummanagement/buurtgericht werk activiteiten. Voorlichting op scholen en buurtverenigingen, kindervakantiepas/scouting (ronazorgactiviteiten in een buurt na brand, rookmelderacties

voorlichting tijdens opendagen

deels ontwikkelen nieuwe netwerken, instrumenten, kennis en deels meeliften op bestaande zaken. Afspraken maken, netwerkorganisaties opzetten. evenementen afsluiten, vooral de regie voeren.Met de brandpreventieweken enigszins actief beleid, voor bedrijven en andere instanties op aanvraag Gerichte voorlichting, instructie per doelgroep.

Voorlichting. Advisering (bijv. in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen) - aandacht voor de opkomsttijd, schoorsteenbrand, gebruik BBQ e.d.

In het kader van de brandpreventieweek scholen begeleiden met het houden van ontruimingsoefeningen. * Presentatie Veiligheidsbewustzijn en voorkomen van brand in woningen (VVE's) * Geven gehoor als bedrijven/instanties hierom vragen. * Bij een bedrijf maar opzoek om thuis situatie te bespreken.RM ophangen dor brw. personeel en safetycheck (model

Wij voeren 1 x per week een dagdeel ROS werkzaamheden uit

Voorlichting op basisscholen en voortgezet onderwijs. Dit gebeurt nog nog incidenteel en op beperkte schaal, in regionaal verband zal in de toekomst dit meer structureel ingebed gaan worden. Daarnaast het gevraagd en ongevraagd adviseren van bedrijven.

Lesgeven bij opleiding integrale veiligheid (HBO). Deelname in Keurmerk Veilig Ondernemen en Keurmerk Veilig Uitgaan. Seminars organiseren voor hoofden BHV van specifieke instellingen (mindezelfredzamen).

41/43

(beschrijving door korpsen)

Door middel van Thema pagina's in de lokale kranten en via internet

In de VNOG vinden activiteiten die gericht zijn op risicobewustzijn veelal plaats door aan te sluiten bij projectmatige gemeentelijke

trajecten en ebruiksvergunningcontroles.

hebben we de afgelopen jaren alle scholen en verzorgingstehuizen bezocht voor een nulmeting. Deze keer niet in de rol van handhaver maar meer als adviseur om de

ust te maken van het brandveiligheidsrisico Bouwplantoetsing + toezicht, toetsen milieuvergunningen,inspecties

meldingen, voorlichting (ad hoc, opleidingen voor bouwtoezichters van de gemeenten, begeleiden

uitleg over brandweer advies met

Voorlichting over brandveiligheid aan verenigingen, instellingen en or bewoners van het

Ontruimingsoefeningen i.s.m. BHV Voorlichting KVO bedrijven ontruimingsoefeningen scholen en verzorgingshuizen voorlichting

Voorlichting in KVO trajecten (bedrijven)deelname in centrummanage-ment/buurtgericht werk activiteiten. Voorlichting op scholen en buurtverenigingen, kindervakantiepas/scouting (roefeldagen), nazorgactiviteiten in een buurt na brand, rookmelderacties

deels ontwikkelen nieuwe netwerken, instrumenten, kennis en deels fspraken maken, netwerkorganisaties

opzetten. evenementen afsluiten, vooral de regie voeren. zins actief beleid, voor bedrijven

Voorlichting. Advisering (bijv. in het kader van het Keurmerk Veilig

aandacht voor de opkomsttijd, schoorsteenbrand, gebruik BBQ e.d.

kader van de brandpreventieweek scholen begeleiden met het

* Presentatie Veiligheidsbewustzijn en voorkomen van brand in jven/instanties hierom

* Bij een bedrijf maar opzoek om thuis situatie te bespreken. * personeel en safetycheck (model

Wij voeren 1 x per week een dagdeel ROS werkzaamheden uit

Voorlichting op basisscholen en voortgezet onderwijs. Dit gebeurt nog nog incidenteel en op beperkte schaal, in regionaal verband zal in de toekomst dit meer structureel ingebed gaan worden. Daarnaast het gevraagd en ongevraagd adviseren van bedrijven.

Lesgeven bij opleiding integrale veiligheid (HBO). Deelname in Keurmerk Veilig Ondernemen en Keurmerk Veilig Uitgaan. Seminars organiseren voor hoofden BHV van specifieke instellingen (minder

Naam korps

Valkenswaard regio Zuidoost Brabant

Actieve deelname brandweer binnen het KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen)en KVU (Keurmerk Veilig Uitgaan). Daarnaast actief de horeca informeren rondom de kerst, voetbal. Daarnaa

Gem. Renkum, HGM voorlichtingspraatjes, opendagen, op markten staan.

Strijen Het betreft voornamelijk voorlichting/advisering. Gevraagd en ongevraagd.

Den Haag / Haaglanden Onze 4 brandveiligheidsadvisebrandveilig gedrag aan bovenstaande doelgroepen.

Buren/Culemborg Voorlichting advisering ontruimingsoefeningen brandpreventie Keurmerk veilig ondernemen bedrijventerrein

Boekel Preventievoorlichtingsamenwerking met BHV

Zwolle / IJsselland infoeen adviesrol naar diverse afdelingen binnen de gemeente

Deventer Voorlichting ontruimingsplannen en bij oefeningen, betrokkenheid in een platform voor de verschillende bedrijventerreinen.

Intergemeentelijke Brandweer Gaasterlân-Sleat en Nijefurd

Gbezoeken diverse panden

Brandweer Gooi en Vechtstreek

Brandveiligheidscontroles woningen (incl. rookmelders) i.o.m. woningcorporaties; wijkveiligheidprojecten (m.n. bereikbaarheid/parkeerproblematiek); deelname in KeurmeOndernemen projecten voor winkel

Dalfsen Voorlichting op scholen /campings en advisering via de gebruiksvergunning

Tiel/ Gelderland-Zuid adviseren en voorlichting over m.n. brandveilig gebruik van... Les geven in het kade

Nuenen Geven van adviezen t.a.v. brandveiligheid, regelgeving. Observeren bij ontruimingsoefeningen. Activiteiten in de brandpreventieweek

Brandweer Oldambt Adviseringvoorlichting aan BHV, s

Castricum, Veiligheidsregio NHN

voorlichting scholen, horeca ondernemers uitgeven brandweerkrant publicaties website

Veiligheidsregio IJsselland Brandpreventie voorlichtingsplan op hoofdlijnen op regionaal

Gemeente Alphen-Chaam Stimuleren en meewerken aan

Hardenberg Brandpreventie week en eigen invulling inwoners van de gemeente gemeente via "Bertje blus" Voorlichting aan de meer onder 1 kap woningengebruiksvergunning verlening en handhaving

Leiderdorp Voorlichting met als doel het

Gennep en Mook en Middelaar

Voorlichting oDaarnaast hebben wij gedurende twee jaar een rookmeldercampagne gevoerd waarbij inwoners tegen een gereduceerd tarief een (of meerdere)

Pijnacker-nootdorp voorlichting, ontruimingsplannen, voorlichting lokale krant keurmerk veilig ondernemen bedrijventerreinen en winkelcentra

Kampen/Steenwijkerland Voorlichting aan scholen en bedrijven, rondleidingen op kazernes, aanspreken in het kader van oms opvolgin

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Actieve deelname brandweer binnen het KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen)en KVU (Keurmerk Veilig Uitgaan). Daarnaast actief de horeca informeren rondom de kerst, carnaval en bijv. EK en Wk voetbal. Daarnaast actief communiceren aangaande de festiviteitenvoorlichtingspraatjes, opendagen, op markten staan.

Het betreft voornamelijk voorlichting/advisering. Gevraagd en ongevraagd. Onze 4 brandveiligheidsadviseurs geven dagelijks presentaties over brandveilig gedrag aan bovenstaande doelgroepen.

Voorlichting advisering ontruimingsoefeningen brandpreventie Keurmerk veilig ondernemen bedrijventerrein

Preventievoorlichting, advisering aan bedrijven, oefeningen in samenwerking met BHV-organisaties van bedrijven en instellingeninformatiesessies verzorgen aan kwetsbare doelgroepen en we hebben een adviesrol naar diverse afdelingen binnen de gemeente

Voorlichting in allerlei soorten en smaken, ondersteuning bij opstellen ontruimingsplannen en bij oefeningen, betrokkenheid in een platform voor de verschillende bedrijventerreinen. Gastspreker bij diverse bijeenkomsten - voorlichting geven bij bezoeken diverse panden

Brandveiligheidscontroles woningen (incl. rookmelders) i.o.m. woningcorporaties; wijkveiligheidprojecten (m.n. bereikbaarheid/parkeerproblematiek); deelname in KeurmeOndernemen projecten voor winkel- en bedrijventerreinen

Voorlichting op scholen /campings en advisering via de gebruiksvergunning adviseren en voorlichting over m.n. brandveilig gebruik van... Les geven in het kader van VCA

Geven van adviezen t.a.v. brandveiligheid, regelgeving. Observeren bij ontruimingsoefeningen. Activiteiten in de brandpreventieweek

Advisering/ controle op bouw-, gebruiks- en milieuvergunningen; voorlichting aan BHV, scholen (oa vuurwerkproject) en

voorlichting scholen, horeca ondernemers uitgeven brandweerkrant publicaties website

Brandpreventie voorlichtingsplan op hoofdlijnen op regionaal

Stimuleren en meewerken aan schoolprojecten.

Brandpreventie week en eigen invulling - Voorlichting aan nieuwe inwoners van de gemeente - Voorlichting aan kampeerders in de gemeente via "Bertje blus" - Voorlichting aan plaatselijkVoorlichting aan de meer onder 1 kap woningen. gebruiksvergunning verlening en handhaving Voorlichting met als doel het brandveiligheidbewustzijn

Voorlichting op verzoek, met name bij scholen, bedrijven en horeca. Daarnaast hebben wij gedurende twee jaar een rookmeldercampagne gevoerd waarbij inwoners tegen een gereduceerd tarief een (of meerdere) rookmelders konden kopen die door medewerkers vanvoorlichting, ontruimingsplannen, voorlichting lokale krant keurmerk veilig ondernemen bedrijventerreinen en winkelcentra

Voorlichting aan scholen en bedrijven, rondleidingen op kazernes, aanspreken in het kader van oms opvolging etc

42/43

(beschrijving door korpsen)

Actieve deelname brandweer binnen het KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen)en KVU (Keurmerk Veilig Uitgaan). Daarnaast actief de

en bijv. EK en Wk st actief communiceren aangaande de festiviteiten

voorlichtingspraatjes, opendagen, op markten staan.

Het betreft voornamelijk voorlichting/advisering. Gevraagd en

urs geven dagelijks presentaties over brandveilig gedrag aan bovenstaande doelgroepen.

Voorlichting advisering ontruimingsoefeningen brandpreventie

edrijven, oefeningen in organisaties van bedrijven en instellingen

verzorgen aan kwetsbare doelgroepen en we hebben een adviesrol naar diverse afdelingen binnen de gemeente

in allerlei soorten en smaken, ondersteuning bij opstellen ontruimingsplannen en bij oefeningen, betrokkenheid in een platform

voorlichting geven bij

Brandveiligheidscontroles woningen (incl. rookmelders) i.o.m. woningcorporaties; wijkveiligheidprojecten (m.n. bereikbaarheid/parkeerproblematiek); deelname in Keurmerk Veilig

en bedrijventerreinen

Voorlichting op scholen /campings en advisering via de

adviseren en voorlichting over m.n. brandveilig gebruik van... Les

Geven van adviezen t.a.v. brandveiligheid, regelgeving. Observeren bij ontruimingsoefeningen. Activiteiten in de brandpreventieweek

en milieuvergunningen; cholen (oa vuurwerkproject) en zorginstellingen

voorlichting scholen, horeca ondernemers uitgeven brandweerkrant

Brandpreventie voorlichtingsplan op hoofdlijnen op regionaal niveau

Voorlichting aan nieuwe Voorlichting aan kampeerders in de

aan plaatselijk belang - . Bouwplan toetsing

brandveiligheidbewustzijn te verhogen

p verzoek, met name bij scholen, bedrijven en horeca. Daarnaast hebben wij gedurende twee jaar een rookmeldercampagne gevoerd waarbij inwoners tegen een gereduceerd tarief een (of

konden kopen die door medewerkers van voorlichting, ontruimingsplannen, voorlichting lokale krant keurmerk veilig ondernemen bedrijventerreinen en winkelcentra

Voorlichting aan scholen en bedrijven, rondleidingen op kazernes,

Naam korps

Flevoland Voorlichtingsacties daarbuiten (op aanvraag) gericht op doelgroep. advisering aan burgers/bedrijven op verzoek en in kader vergunningen

Oud-Beijerland, regio Zuid Holland Zuid

Voorlichting aan persoen gezinsvervangende tehuizen. Bij bedrijven voorlichting op verzoek aan de bhv. Begeleiden van ontruimingsoefeningen op scholen.

Hulpverleningsdienst Drenthe

Brede campagne gericht op verhoging van de zelfredzaamheid door het geven van directe voorlichting, intensieve en continue communicatie, brandveiligheidscontroles thuis en lessen op basisscholen.

Ede Voorlichtingsavonden over brandveiligheid wonen voor bewonerswijkvereniVoorlichtingsbijeenkomsten bij instellingen / bedrijven met specifieke vragen (maatwerk) Voorlichting studenten

Brandweer Leiden Onze activiteiten bestaan vooral uit publieksgericht voorlichting (cawinter, Brandpreventieweek)en doelgroepengericht, studenten, horeca, woningbouwverenigingen, ouderenzorg, GGD, bureau HALT.

Brandweer GNL Binnen het kader van brandveiligheid gevraagd en ongevadvies/voorlichting Voorlichting aan scholen/verenigingen over de brandweer en brandveiligheid op hun verzoek.

Veiligheidsregio Brabant-Noord

participatie brandpreventieweek cursus mbt doormelding brandmeldinstallaties tbv bedrijven/gemeenten bijscoverleg diverse zorginstellingen als partner in brandveiligheid

Activiteit (beschrijving door korpsen)

Voorlichtingsacties tijdens brandpreventiecampagne maar ook daarbuiten (op aanvraag) gericht op doelgroep. advisering aan burgers/bedrijven op verzoek en in kader vergunningen

Voorlichting aan personeel van bejaardencentra, kinderdagverblijven en gezinsvervangende tehuizen. Bij bedrijven voorlichting op verzoek aan de bhv. Begeleiden van ontruimingsoefeningen op scholen.Brede campagne gericht op brandveiligheidbewustzijverhoging van de zelfredzaamheid door het geven van directe voorlichting, intensieve en continue communicatie, brandveiligheidscontroles thuis en lessen op basisscholen.

Voorlichtingsavonden over brandveiligheid wonen voor bewonerswijkverenigingen (lopen door rook in tent/portocabin) Voorlichtingsbijeenkomsten bij instellingen / bedrijven met specifieke vragen (maatwerk) Voorlichting studenten

Onze activiteiten bestaan vooral uit publieksgericht voorlichting (campagnes en mailings zoals CO problematiek in woningen vanaf de winter, Brandpreventieweek)en doelgroepengericht, studenten, horeca, woningbouwverenigingen, ouderenzorg, GGD, bureau HALT.

Binnen het kader van brandveiligheid gevraagd en ongevadvies/voorlichting Voorlichting aan scholen/verenigingen over de brandweer en brandveiligheid op hun verzoek.

participatie brandpreventieweek cursus mbt doormelding brandmeldinstallaties tbv bedrijven/gemeenten bijscholing gemeentelijk BWT overleg diverse zorginstellingen als partner in brandveiligheid

43/43

(beschrijving door korpsen)

tijdens brandpreventiecampagne maar ook daarbuiten (op aanvraag) gericht op doelgroep. advisering aan burgers/bedrijven op verzoek en in kader vergunningen

neel van bejaardencentra, kinderdagverblijven en gezinsvervangende tehuizen. Bij bedrijven voorlichting op verzoek aan de bhv. Begeleiden van ontruimingsoefeningen op scholen.

brandveiligheidbewustzijn van de burgers, verhoging van de zelfredzaamheid door het geven van directe voorlichting, intensieve en continue communicatie, brandveiligheidscontroles thuis en lessen op basisscholen.

Voorlichtingsavonden over brandveiligheid wonen voor bewoners- en portocabin)

Voorlichtingsbijeenkomsten bij instellingen / bedrijven met specifieke

Onze activiteiten bestaan vooral uit publieksgericht voorlichting mpagnes en mailings zoals CO problematiek in woningen vanaf de

winter, Brandpreventieweek)en doelgroepengericht, studenten, horeca, woningbouwverenigingen, ouderenzorg, GGD, bureau HALT.

Binnen het kader van brandveiligheid gevraagd en ongevraagd advies/voorlichting Voorlichting aan scholen/verenigingen over de

participatie brandpreventieweek cursus mbt doormelding brandmeld-holing gemeentelijk BWT

overleg diverse zorginstellingen als partner in brandveiligheid