B&R

3
Vrijhandelsverdrag tussen EU en VS minacht democratie Soevereiniteit en democratie worden afgeschaft ten gunste van technocratisch beleid, vinden Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema. THIERRY BAUDET EN BASTIAAN RIJPKEMA Niemand heeft het erover, maar vandaag gaat de derde onderhandelingsronde over het EU-VS Vrijhandelsverdrag van start. De onbekendheid van deze ingrijpende gebeurtenis is geen toeval. Politici willen namelijk niet dat u hier zicht op heeft – laat staan dat u zich er mee bemoeit. De voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, moet van politici herhalen dat het beoogde verdrag ‘groei en arbeidsplaatsen oplevert’, en dat bezwaren ertegen ‘ongegrond’ zijn. Barroso gaf onze politieke managers deze boodschap op vrijdag 22 november, toen zij werden geïnstrueerd over het ‘communiceren’ van het vrijhandelsverdrag. Ondertussen blijven alle daadwerkelijke afspraken geheim. We kunnen op geen enkele manier controleren of onze bezwaren inderdaad ‘ongegrond’ zijn. Net als met EU-regelgeving is het met dit verdrag: hoe minder erover gesproken wordt, hoe beter. Wanneer politici en bureaucraten in de schaduw hun plannen kunnen voortzetten en ze naar buiten toe rookgordijnen kunnen optrekken over ‘win-win situaties’, hebben die plannen de meeste kans van slagen. Want geen enkele bevolking die haar democratische rechten serieus neemt zou de implicaties van een vrijhandelsverdrag zomaar accepteren. Daarom zou geen enkele bevolking de huidige geheimhouding moeten tolereren. Het veelomvattende vrijhandelsverdrag dat nu wordt opgetuigd, behoort onderwerp te zijn van een voortdurend publiek debat. In februari van dit jaar begonnen de onderhandelingen voor het verdrag, toen Barack Obama er in zijn State of the Union voor pleitte. De volgende dag meldde Barroso al enthousiast dat een dergelijk verdrag er inderdaad zou komen. Waar deze Barroso het gezag vandaan haalt om dit namens ons aan te kondigen? De brutaliteit om dit te beslissen ontleent hij aan het Europese grondwettelijk verdrag. De Europese Commissie heeft daarin de bevoegdheid gekregen om in naam van de EU handelsverdragen te sluiten. En ja, geheel in EU-stijl wordt een schijnbaar onschuldige competentie direct tot in het uiterste opgerekt: geen bilaterale coördinatie met een buurland, maar niets minder dan een alomvattende handelsunie met de Verenigde Staten. Het beoogde vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS heeft tot doel de handel te vergemakkelijken. In de praktijk betekent dit, precies zoals in de ‘interne markt’ die de EU

Transcript of B&R

Page 1: B&R

Vrijhandelsverdrag tussen EU en VS

minacht democratie

Soevereiniteit en democratie worden afgeschaft ten gunste van technocratisch beleid,

vinden Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema.

THIERRY BAUDET EN BASTIAAN RIJPKEMA

Niemand heeft het erover, maar vandaag gaat de derde onderhandelingsronde over het EU-VS

Vrijhandelsverdrag van start. De onbekendheid van deze ingrijpende gebeurtenis is geen

toeval.

Politici willen namelijk niet dat u hier zicht op heeft – laat staan dat u zich er mee bemoeit.

De voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, moet van politici herhalen dat het

beoogde verdrag ‘groei en arbeidsplaatsen oplevert’, en dat bezwaren ertegen ‘ongegrond’

zijn.

Barroso gaf onze politieke managers deze boodschap op vrijdag 22 november, toen zij werden

geïnstrueerd over het ‘communiceren’ van het vrijhandelsverdrag.

Ondertussen blijven alle daadwerkelijke afspraken geheim. We kunnen op geen enkele manier

controleren of onze bezwaren inderdaad ‘ongegrond’ zijn.

Net als met EU-regelgeving is het met dit verdrag: hoe minder erover gesproken wordt, hoe

beter. Wanneer politici en bureaucraten in de schaduw hun plannen kunnen voortzetten en ze

naar buiten toe rookgordijnen kunnen optrekken over ‘win-win situaties’, hebben die plannen

de meeste kans van slagen.

Want geen enkele bevolking die haar democratische rechten serieus neemt zou de implicaties

van een vrijhandelsverdrag zomaar accepteren. Daarom zou geen enkele bevolking de huidige

geheimhouding moeten tolereren. Het veelomvattende vrijhandelsverdrag dat nu wordt

opgetuigd, behoort onderwerp te zijn van een voortdurend publiek debat.

In februari van dit jaar begonnen de onderhandelingen voor het verdrag, toen Barack Obama

er in zijn State of the Union voor pleitte. De volgende dag meldde Barroso al enthousiast dat

een dergelijk verdrag er inderdaad zou komen.

Waar deze Barroso het gezag vandaan haalt om dit namens ons aan te kondigen? De

brutaliteit om dit te beslissen ontleent hij aan het Europese grondwettelijk verdrag. De

Europese Commissie heeft daarin de bevoegdheid gekregen om in naam van de EU

handelsverdragen te sluiten.

En ja, geheel in EU-stijl wordt een schijnbaar onschuldige competentie direct tot in het

uiterste opgerekt: geen bilaterale coördinatie met een buurland, maar niets minder dan een

alomvattende handelsunie met de Verenigde Staten.

Het beoogde vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS heeft tot doel de handel te

vergemakkelijken. In de praktijk betekent dit, precies zoals in de ‘interne markt’ die de EU

Page 2: B&R

heeft afgedwongen, dat staatssteun zal moeten verdwijnen en dat wetgeving zal moeten

harmoniseren.

Wellicht goed voor de handel – maar opheffing van staatssteun en harmonisatie van

wetgeving zijn niet onomstreden.

Ze vormen geen door iedereen en in alle omstandigheden gewenst beleid. Want zijn er niet tal

van terreinen van het leven waarin efficiëntie niet het dragende motief is? De biologische

veeteelt, bijvoorbeeld, zou zonder staatssteun niet kunnen overleven.

De Europese landen hebben bovendien verschillende economieën en verschillende, dikwijls

tegengestelde, belangen. Door dit verdrag zal één lijn getrokken moeten worden, ook al zijn

de belangen en wensen totaal verschillend. Frankrijk wil een uitzondering voor de

audiovisuele industrie ter bescherming van zijn films en muziek. Het land is bang om op dat

gebied overspoeld te worden door Hollywood.

Nederland heeft minder problemen met wederzijdse openstelling, onder meer vanwege

Nederlandse popsterren als Afrojack en Eva Simons die een grote afzetmarkt hebben in de

VS.

Daarnaast de harmonisatie. Wie vrijhandel bedrijft, moet helderheid hebben over de

standaarden waaraan producten moeten voldoen. Wat zijn bijvoorbeeld de veiligheidsnormen

voor, zeg, genetische modificatie?

In Amerika wordt daarover anders gedacht dan in Europa. Betekent dit dat wij onze

standaarden aan de Amerikanen moeten aanpassen? Of zij de hunne aan die van ons?

Het zijn vragen die een politieke keuze vergen waarmee we het wel of niet eens kunnen zijn.

En ook daarvoor geldt weer: niet alles wat goed is voor het ene Europese land is goed voor

het andere. Een vrijhandelsverdrag bedreigt de cultuur en de zelfbeschikking van de partijen

die het afsluiten. Eenmaal opgetuigd kan de reikwijdte van het verdrag door jurisprudentie

gemakkelijk worden vergroot. Het Europese Hof van Justitie heeft de macht van de EU zeer

sterk opgerekt. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een rechtsprekende instantie van

het vrijhandelsverdrag meer terughoudendheid zal betrachten.

Ervaringen met arbitragemechanismen uit handelsverdragen wijzen in de richting van

bijkomende problemen.

Moderne handelsverdragen tussen staten geven investeerders – private partijen – een

klachtrecht. Een dergelijk recht schijnt ook deel uit te maken van de gesprekken tussen de VS

en de EU. Anders blijven investeerders weg, zo houdt de Europese Commissie ons voor.

Maar de gevolgen kunnen enorm zijn. Bedrijven zijn in staat miljoenenclaims in te dienen als

nieuwe wetgeving – bijvoorbeeld over groene energie – hun niet zint.

Binnen de EU gebeurt dat al. Het Zweedse energiebedrijf Vattenfall klaagde Duitsland aan

wegens zijn streven naar planeetvriendelijke stroom.

Page 3: B&R

Als zulke claims doorzetten, wordt democratische besluitvorming onmogelijk. Een handvol

pseudorechters krijgt dan nagenoeg onbeperkte macht op basis van vage, in zalvende

algemeenheden opgetuigde verdragsbepalingen.

Ernstige zorgen zijn op hun plaats. Het is schokkend dat wij niets weten over de voorstellen

die ter tafel zullen komen. Niets.

Alles aan de onderhandelingen blijft geheim: het onderhandelingsmandaat van de Europese

Commissie, de standpunten van lidstaten, de conceptteksten, de reikwijdte van de

conflictbeslechtings-procedure – geen enkel document is openbaar.

Nogmaals: dat is geen toeval. We leven in een tijd van politicide. De democratische politiek

wordt afgeschaft ten gunste van technocratisch-utilitair beleid. Burgers die inspraak willen,

zijn maar lastig.

Het onderhandelingsproces van het vrijhandelsverdrag maakt duidelijk hoe diep de

minachting is van onze politici voor democratie en soevereiniteit.

Ze zouden de bevolkingen van de nationale staten moeten vertegenwoordigen, maar ze zetten

die juist steeds verder buiten spel.

Thierry Baudet is gepromoveerd jurist en historicus. Bastiaan Rijpkema is rechtsfilosoof en

als promovendus verbonden aan de Universiteit Leiden.