0

BPA NR. 19 GROTE IEPERSTRAAT, wijz A

1227�9225$)���%LM��WZLMIHO�KHEEHQ�GH�JUDILVFKH�YRRUVWHOOLQJHQ�YRRUUDQJ�RS�GH�YRRUVFKULIWHQ���

����

hoo

fd

nev

en

in

%

in

m²

V/T

roo

ilijn

zijk

avel

gren

s

ach

terk

avel

gr.

min

. kav

el

max

. kav

el

min

max

min

max

max

. k

roon

lijst

max

. b

ouw

lage

n

min

max

A B C

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

� ���

H.D.

H.D.

_

_

B2B3B4B5B6

B2

B1

22

C4

C3

C2

C2

C8

C7

C6

C5

B2B3B4B5B6

B2

B2

A B2B3B4B5B6

B4B5

B4B5

A

A

A

A

A

A

A

B1

B1

6012 6,5

AV

8

AV

AV

AV

ZIE

3

2

1 30 60H.D.

308

8 20

20_

20

ZIE

ZIE

ZIE

6

20

20

6

6Z.P.

4

Z.P.

Z.P.

8

8

Z.P.

0/3

Z.P.

Z.P.

Z.P.

Z.P.

Z.P.

VOLUMES Dakvorm

typ

e

gelijkvl. verdiepmin

_

_

_

_

_

_

_

250

_

250

_

_

20

250 _ Z.P. 4

250 _ Z.P. 0/370

40

40

100

100

70

70

H

H

W1

_

_

_

_

N

BW,K

0

W3

W1

KB

NB

W1 H

W2 H

�������� �������������

����� ��� �������

_

helling

60 C130

��� �! �"#��

breedte diepte hoogte

_

_

_

$%� � ����&&'� ��(

)*�,+�-,���./��.��0�12�����3�3/���45 ��67���

Plaatsingin meter

max

+RRIGJHERXZHQ

_

8 12

15_

_ __

_ 20

_26,5

_ 15

_

B1

B1

6,5 2 B1

6,5 2

_ _

1

9(5./$5,1*�%,-�7$%(/�����%28:=21(6. $/*(0((1 X niet bepaald ZP zie grafische cijfergegevens op plan AV zie algemene voorschriften - nihil .2/20��� � Aanduiding van de kleur die op het grafisch gedeelte de

bestemming aangeeft en het volgnummer van de zones. .2/20���(1�� De hoofdbestemming is deze waarvoor 70 % van de

constructie is bestemd. De procentuele berekening gebeurt op basis van de vloeroppervlakten. De nevenbestemming is deze waarvoor minder dan 30 % (met maximum van 300 m²) van de totale vloeroppervlakten is aangewend of zal aangewend worden.

De kenletters uit kolom 2 en 3 hebben volgende betekenis: W1 menging van gesloten en half-open bebouwing W2 menging van open- en halfopen bebouwing W3 open bebouwing KB klein bedrijf N nijverheid O openbaar nut (gemeentelijke depot) H horeca, detailhandel, diensten (niet hinderend voor

dewoonomgeving) en kantoren NB nabestemming BW, K zone voor bedrijfswoning en kantoren

Nota : De perceelsdelen van de bouwzone die niet bebouwd zijn, niet bebouwd zullen worden of kunnen worden, krijgen de bestemming PT uit tabel II.

�.2/20�� De maximum terreinbezetting wordt uitgedrukt in een

procent van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone.

.2/20��� �������� De maximum terreinbezetting wordt uitgedrukt in m². .2/20�� V = som van de vloeroppervlakte. De vloeroppervlakte wordt buitenwerks gemeten. Voor de

berekening worden alle bouwlagen in aanmerking genomen. Vloeren van lokalen die meer dan 1,50 m onder het pas van de inkomdorpel liggen, worden niet meegerekend. Voor de vloeren onder het dak worden enkel deze meegerekend waarvan de vrije hoogte minstens 1,80 m bedraagt.

T = oppervlakte van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone.

.2/20�� Maximum afstand van de voorbouwlijn ten opzichte van de

rooilijn.

2

.2/20�� De aanduiding O/X betekent dat op één van de zijkavelgrenzen dient gebouwd te worden en dat ten opzichte van de andere zijkavelgrens verschillende plaatsingen mogelijk zijn. Er dient ten opzichte van deze laatste zijkavelgrens een vrije onbebouwde behouden, indien aan de andere zijde van de betrokken zijkavelgrens een vrije onbebouwde zijstrook wordt geëerbiedigd, of wanneer aan de andere zijde een vrijliggend perceel van minimum 12 m breedte gelegen is. Wanneer het perceel paalt aan het openbaar domein, mag de afstand steeds 0 meter zijn.

.2/20��� Geeft de minimale kavelbreedte aan. De breedte wordt

gemeten op de voorgevel-bouwlijn. Indien de mogelijkheid X uit kolom 8 gebruikt wordt dient deze minimumwaarde met X vermeerderd.

.2/20��� Geeft de maximale kavelbreedte aan.

.2/20�����������������

De afmetingen uit deze kolommen worden gemeten tussen de gekozen voorgevelbouwlijn en de verst ervan verwijderde achtergevel.

.2/20������� De hoogte wordt gemeten vanaf het pas van het voetpad. Bij hellende terreinen telt het pas van het voetpad in het midden van het hoofdgebouw. Bij bepaling van de hoogte in aantal bouwlagen wordt een bouwlaag van maximum 3 m vloerpeil tot vloerpeil bedoeld.

.2/20��� H.D. hellend dak P.D. plat dak .2/20������� De helling wordt aangeduid in graden.

3

9(5./$5,1*�%,-�7$%(/�����23(1�58,07(1��

VT voortuinstrook PO private oprit PP private parking PT private tuin B bergplaatsen en tuingebouwen GR garagestraat BU bufferzone WE zone voor openbare wegenis NW nieuwe wegas met vast tracé S zone voor sport en recreatie

.2/200(1��������������������������

Zie verklaring bij tabel 1 onder kolommen 1, 2, 3, 5, 7, 8, 18, 19 en 20.

.2/20��� � �

Bou

wla

gen

hoo

fd

nev

en

in

%

in

m²

roo

ilijn

zijk

avel

gren

s

ach

terk

avel

gr.

bou

wst

rook

min

max

max

A B C

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13

_ _ __ _ _ _

_ _ __ _ _ _

_ _ __ _ _ __ _ _

_ _ _

_ _ __

_

_ _

_

_NW

WE

GR _

_

_

C11

16

17

18

11 14

C14___ _ _

_

_

_ C13

_ _ _ _ _ _ _

_ _ _ _

_ _ _ C12

_ _ _

_ _ _ _HDPD

_ _

_ _ B2 C10B 10 30 _

_ _ C9_ _ _ _

B1

40

_ 30 _

_ _ _100

_

_ _

_ __ _ _ _ _ _ _ _

_

10 200

_ _ _ _ _

13

PT

14

15

PO

BU

PP

$DQYXOOHQGH

YRRUVFKULIWHQ

'DNYRUP

HDPD

����

����

��%

LMJ

HE

RX

ZH

Q3ODDWVLQJ�

LQ�PHWHU

�7�2�9�

typ

e

_10

S

=R

QH

%HVWHP

PLQJ

0D[��WH�

EHERXZH

Q�

RSSHU�

YODNWH

VT PO

_

_

11

12

Helling

_

60

_

45

_

_

_

4

Geeft de maximale toegelaten bezetting voor de nevenbestemming van het perceel of delen van het perceel gelegen binnen de betrokken zone aan.

$$198//(1'(�92256&+5,)7(1������ � ��$��$/*(0(1(�92256&+5,)7(1� A.1. AFSLUITINGEN OP PERCEELSGRENZEN. Op zij- en achterkavelgrens: afsluitingen in hout of baksteen en hagen zijn toegelaten tot maximum 2 m hoogte. Bij hoekperceel: op de rooilijn (tot 5 m van het kruispunt der rooilijnen) : afsluitingen tot maximum 0,60 m hoogte. A.2. PARKEERRUIMTEN, GARAGES OF STALLINGSRUIMTEN. 1. Woningen: Bij iedere nieuwbouw dient per woning voorzien te worden: 1 garage of stallingsruimte 1 parkeerplaats (aansluitend bij de openbare weg of de private weg, die

toegang verleent tot de eventueel dieper gelegen bebouwing). Uitzonderingen: - parkeerplaats niet te voorzien bij aaneengesloten bebouwing in een reeds bebouwde straat - bij een nieuwe verkaveling van rijbebouwing mogen bij aaneengesloten

bebouwing de parkeerplaatsen gegroepeerd worden in kleine parkeerhavens:

.parkeerhavens : maximum 10 auto’s

.geen enkele woning is verder dan 30 m verwijderd van een parkeerhaven

- garages zijn verboden bij ingesloten woningen die niet breder zijn dan 6 m - garages niet noodzakelijk bij ingesloten percelen die smaller zijn dan 9 m - garages zijn niet toegelaten in het hoofdgebouw op percelen die smaller zijn

dan 9 m en waar, in het Bpa een garageweg voorzien is. 2. Winkels, horeca, kantoren, stapelplaatsen: - parkeerplaatsen volgens vigerende voorschriften op het ogenblik van de bouwaanvraag - per 4 parkeerplaatsen dient 1 hoogstammige boom te worden geplant A.3. MATERIALEN. 1. Algemeen Het materiaalgebruik van alle gevels moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld.

5

2. Woningen, winkels, diensten, kantoren, autobergplaatsen : gevelbekleding: kleinschalige materialen vb wel : baksteen en betonsteen niet : prefab- en betonelementen dakbedekking : - bij platte daken die lager dan 5 m zijn, dient een grindbedekking te worden aangebracht. - hellende daken: pannen, leien en golfplaten, voor zover ze harmoniëren met de omgeving. 3.Industriële gebouwen : - gevels : voor zover die aansluiten bij gebouwen vermeld onder A.3.2. dienen

kleinschalige materialen gebruikt te worden. In andere gevallen zijn prefab-elementen of bezettingen toegelaten.

- daken : duurzame materialen die harmoniëren met de omgeving. Golfplaten zijn toegelaten.

6

%��%,-=21'(5(�92256&+5,)7(1�� B.1. BIJGEBOUWEN. - Bijgebouwen zijn toegelaten in zover de terreinbezetting (kolommen 4 en 5)

niet wordt overschreden. - maximum gabarit vanaf de perceelsgrens.

- Het bouwen op de perceelsgrens is enkel toegelaten in zoverre de muur op

de perceelsgrens wordt opgetrokken in baksteen. Indien niet op de perceelsgrens gebouwd wordt, dient een afstand van min. 1 m tot deze perceelsgrens te worden in acht genomen.

- Indien aan de andere zijde van de perceelsgrens reeds gebouwd is, dient daar tegenaan gebouwd te worden.

- Niet van toepassing tussen het hoofdvolume en de zijkavelgrens. B.2. AFWERKING SCHEIDINGSMUREN. Waar aaneengesloten kan gebouwd worden, dienen de delen van de scheidingsmuren binnen het toegelaten gabarit, waar niet tegenaan wordt gebouwd, te worden afgewerkt met materialen die de waterdichtheid van de scheidingsmuur verzekeren en die in harmonie zijn met de omgeving. B.3. UITBOUWEN. 1. Per verdieping is op de voorgevel een uitbouw van maximum 0,60 m

toegelaten tot op maximum 0,60 m van de uiterste hoeken van de voorgevel en over maximum de halve gevelbreedte (4m). De uitsprongen over de weggrens mogen echter niet meer bedragen dan de voetpadbreedte vermindert met 0,75 m. De hoogte onder de uitsprongen moet minimum 2,50 m bedragen, gemeten vanaf het voetpad. In de voortuinstrook worden op het gelijkvloers eveneens uitbouwen toegelaten. Ze zullen voldoen aan de beschrijvingen hierboven vermeld. Binnen de opgelegde bouwzone zijn geen beperkingen inzake uitbouwen.

max 6 mperceelsgrens

max 30°

max 3 m

PD[����Pð

7

2. Dakkapellen zijn enkel toegelaten op min. 0,50 m uit het gevelvlak, tot max. 1,50 m breedte en op min. 1 m afstand onderling. De afstand tot het midden van de zijmuren bedraagt minimaal 1 m. De hoogte van de verticale wand is max. 1,50 m. Een hellend dak is verplicht.

B.4. PRIVATE BUITENRUIMTE. Iedere woongelegenheid moet, aansluitend bij de woonvertrekken, over een private buitenruimte beschikken. Indien er op de verdieping gewoond wordt (bv. appartementen), moet elke woongelegenheid over een totale buitenruimte van minimum 10 m² beschikken, waarvan de kleinste buitenruimte minimum 6 m² moet bedragen met als kleinste afmeting 2 m. B.5. HARMONIE. De hoogte van de kroonlijst, de dakafdekking en de materialen van de bouwdelen in de naast- liggende zones dienen steeds in harmonie te zijn met elkaar. B.6. AANSLUITING GABARITTEN. Wanneer de gebouwen uit een zone kunnen aansluiten bij gebouwen uit een naastliggende zone, dient het gabarit van deze naastliggende zone binnen de eerste zone over een minimumlengte van 3 m te worden aangehouden, dit om een harmonische overgang te kunnen waar maken. Dit geldt eveneens in de zone zelf, tussen de bestaande bouwvolumes en de nieuw op te richten bouwvolumes.

8

&�� =21(92256&+5,)7(1��

&����

De blinde gevels dienen afgewerkt te worden. Op minder dan 15 m van een straathoek wordt de bouwdiepte van de hoofdbebouwing beperkt tot 10 m van de achterkavelgrens indien het gebouw palend aan deze achterkavelgrens belemmerd wordt in zijn licht- en zichtname.

&����

1. Bebouwing

Zone voor eengezinswoningen. Bij open of halfopen bebouwing zijn volgende schikkingen van de hoofdvolumes

toegelaten: Bij een nieuwe verkavelingsaanvraag dient gespecificeerd te worden welke oplossing op de verschillende percelen wordt toegelaten. De kavels dienen een minimum breedte van 20 m te hebben.

Bij halfopen bebouwing dienen de bouwwerken op een afstand van 4 m te bewaren van de open zijkavelgrens. De kavels dienen een minimum breedte van 12 m te hebben.

Maximum 40 % van het niet bebouwd gedeelte van het perceel mag worden verhard.

2. Openbare ruimte

De materiële aanleg van de wegenis moet zodanig zijn dat het woonkarakter wordt benadrukt en de snelheid van het verkeer sterk wordt afgeremd. Dit kan ondermeer door toepassing van asverschuiving, drempels, vernauwing, enz. (cfr. woonerf). De aangeduide assen van de openbare wegenis en deze van de voetgangersdoorgangen zijn louter figuratief en kunnen 15 m naar rechts of links verschuiven.

4 4 4 4 4 4 4 4

9

&����=RQH�PHW������EH]HWWLQJ��

Nieuwbouw. - maximum gabariet

- de maximum te bebouwen oppervlakte is 100 % van de zone.

&����=RQH�YRRU�VWDSHOSODDWV�HQ�NOHLQH�EHGULMYHQ��

Met een klein bedrijf wordt bedoeld dat de schaal en de aard van de bedrijvigheid te verenigen is met de directe woonomgeving. In de gebouwen en op de onbebouwde delen van de zone zijn activiteiten verboden die een reuk-, rook-, stof- en/of lawaaihinder veroorzaken, hetzij een gevaar inhouden voor de aanpalende woonomgeving en het milieu.

1. Nieuwbouw. - maximum gabariet

- enkel stapelen toegestaan van, voor de omgeving niet hinderlijke of gevaarlijke produkten. - de inplanting is vrij - oppervlakte gebouw : maximum 250 m² - de muur op de achterperceelsgrens moet uitgevoerd worden in volle

baksteen of beton- gevelsteen.

2. Bestaande gebouwen.

30° max

perceels- of zonegrens

max 3 m

max 6 m

max 30°

perceelsgrenzen of

zonegrenzen

max 3 m

max 6 m

10

- Bestaande gebouwenvolumes mogen als stapelplaats of kleinbedrijf gebruikt worden. - Aan de gebouwen die het maximum volume vermeld onder 1. overschrijden,

worden slechts instandhoudingswerken toegelaten. - Bij afbraak van deze gebouwen of uitbreidingen moeten de nieuwe gebouwen beantwoorden aan de voorschriften vermeld onder 1&����=RQH�PHW�QDEHVWHPPLQJ��

De nabestemming heeft betrekking op percelen waarop nu schuren, stapelplaatsen of kleine bedrijven opgetrokken zijn in een zone waar normalerwijze geen schuren, stapelplaatsen of kleine bedrijven zijn voorzien.

Binnen deze zone mogen de bestaande gebouwen worden gebruikt voor volgende activiteiten: stapelen, handel of klein bedrijf. Aan deze gebouwen zijn geen grondige verbouwingswerken toegelaten. Bij gehele of gedeeltelijke afbraak van deze gebouwen mag het gedeelte van het gebouw gelegen binnen deze zone, niet worden herbouwd. Bij vernietiging ten gevolge van heirkracht kan het bedrijfsgebouw niet meer worden opgericht.

De violetkleurige band duidt de zone met nabestemming aan. De andere kleuren van de zone hebben betrekking op de nabestemming die moet gerealiseerd worden volgens de voorschriften van de zones met hetzelfde kleur. De nabestemming gaat in bij stopzetting van de huidige bedrijfsactiviteiten of bij verval van de uitbatingsvergunning van het bedrijf. Het opstarten van nieuwe activiteiten is verboden.

&����=RQH�YRRU�QLMYHUKHLG��

Met nijverheid wordt een bedrijf bedoeld waarbij de directe woonomgeving beïnvloed wordt door de schaal en de aard van de bedrijvigheid. Er mag echter geen gevaar zijn voor de directe woonomgeving en het milieu. Daarom wordt deze bestemming strikt beperkt tot deze zone. Een bijkomende bufferzone rond deze bedrijven is dus vanzelfsprekend. De aanleg van de bufferzone zal integraal deel uitmaken van de bouwvergunning.

1. Nieuwbouw. - maximum gabariet

11

- Waar de zone aansluit bij een woonzone (waarbij geen bufferzone voorzien is) wordt de hoogte van de gebouwen op de zonegrens beperkt tot 4 m met een dakhelling tot 30°.

- Parkeerplaatsen volgens de vigerende wetgeving. - De aanleg van de bufferzone zal integraal deel uitmaken van de bouwvergunning.

2. Bestaande gebouwen. - De bestaande gebouwenvolumes mogen voor nijverheid worden gebruikt. - Aan de gebouwen die het maximum gabariet vermeld onder 1.

overschrijden, worden slechts instandhoudingswerken toegelaten. - Bij afbraak van deze gebouwen of uitbreidingen moeten de nieuwe gebouwen beantwoorden aan de voorschriften vermeld onder 1.&����]RQH�YRRU�EHGULMIVZRQLQJ�HQ�NDQWRUHQ��

- Deze bebouwing is volledig ten bate van het aanpallende bedrijf en kan in functie van een conciergewoning of burelen ten nute van het bedrijf gebruikt worden. - Aan deze zone zijn de voorwaarden verbonden van de bouwzone 1 die als hoofdbestemming bezit “ gesloten bebouwing ”.

&����=RQH�YRRU�JHPHHQWHOLMNH�VWDSHO��HQ�EHUJSODDWVHQ�WHQ�EHKRHYH�YDQ�KHW�DOJHPHHQ�QXW��

- De max. te bebouwen oppervlakte bedraagt : 20 % van de in het Bpa aangeduide zone, circulatieruimte niet inbegrepen.

- De inplanting van de gebouwen (stapelruimte met werkplaatsen, refter en burelen)is vrij, doch ten opzichte van de zonegrenzen beperkt deze zich tot de 45° projectie van de geplande hoogte van de kroonlijst van het gebouw (max. 6,5 m);

- De nokhoogte bedraagt max. 9 m - Enkel stapelen toegestaan, van voor de omgeving niet hinderlijke of gevaarlijke produkten. - In de gebouwen en op de onbebouwde delen van de zone zijn activiteiten

verboden die naar buiten een reuk-, rook-, stof- en/of lawaaihinder veroorzaken, hetzij een gevaar inhouden voor de aanpalende woonomgeving en het milieu.

30° m a x

p e rc e e ls- o f zo n e g re n s

m a x 6 m

m a x 8 m

12

- Het bunkeren van bouwmaterialen en stortgoederen gebeurt in U-vormige constructies met een max. hoogte van 3 m.

- Strooizoutcontainers in silovorm hebben een maximale hoogte van 6 m. - Rond de gebouw dient een brandpreventiestrook van 4 m gerespecteerd te

worden. Stapelen van goederen is verboden in deze strook. - Bij de gebouwen zal een parkeerruimte worden voorzien, waarbij per 6

parkeerplaatsen een hoogstammige boom dient te worden geplant. - Een groenscherm, bestaande uit streekeigen hoogstammige loofbomen tussen heesteraanplanting, dient aangelegd zodat de tuinen van de aanpalende eigenaars visueel worden afgeschermd

&����9RRUWXLQVWURRN��

Zone non-aedificandi. Aan de bestaande gebouwen of delen van bestaande gebouwen in deze zone zijn instandhoudingswerken toegelaten. Bij volledige afbraak dient de zonebestemming gerespecteerd. Maximum 40 % van deze zone mag verhard worden in kleinschalige materialen (geen monoliet betonplaten of asfalt).

13

&�����$XWREHUJSODDWVHQ�HQ�EHUJLQJHQ��

Maximum toegelaten gabarit. plat dak ofwel hellend dak

- kroonlijsthoogte : 3 m - maximum nokhoogte :

. 5 m indien de nok evenwijdig loopt met de zijperceelsgrens . 4 m indien de nok evenwijdig loopt met de achterperceelsgrens

Wanneer diverse garages gegroepeerd worden opgericht, zullen ze een architectonisch geheel vormen, d.w.z. de bouwhoogte, het materiaalgebruik en het gabarit dienen op elkaar afgestemd te worden.

C.11. Bufferzone.

Bouwen of stapelen op deze strook is verboden. Een groenscherm bestaat uit struiken en/of bomen die ook ’s winters een voldoende visueel scherm vormen ten aanzien van de aanpalende woningen. Dit groenscherm zal integraal deel uitmaken van de bouwaanvraag. In deze bufferzone kunnen wel toegangsmogelijkheden worden aangelegd, doch geen parkeergelegenheden of andere verhardingen.

C.12. Zone voor sport en recreatie.

Bij nieuwbouw is, bij het bepalen van de minimum-inplanting tegenover de perceelsgrens, de projectie van 45° van de hoogte van het gebouw vereist, waarbij de maximumhoogte van de nieuwbouw 10 m bedraagt. Indien verschillende gebouwen worden opgericht zullen deze een architectonisch geheel vormen. Het materiaalgebruik moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. Het gebruik van prefab-elementen is toegelaten in zoverre ze qua vorm, materiaal en kleurgebruik een kleinschalig gevelbeeld beogen. De nodige aandacht zal besteed worden aan de ruimtelijke inkleding door middel van beplanting.

max 3 m

max 4 m

max 3 m

max 5 m

14

15

&�����3ULYDWH�RSULW�JDUDJHZHJ��

In deze zone mogen geen gebouwen gebouwd worden. Deze zone mag verhard en beplant worden. Stapelen van goederen is verboden.

&�����3ULYDWH�SDUNLQJ�

Deze parking dient dermate ingericht te worden, dat het op- en afrijden het doorgaand verkeer niet belemmerd. Per 6 parkeerplaatsen dient een hoogstammige boom te worden geplant.