Bouwen met prentenboeken logo van de · 2015-05-20 · Bouwen met prentenboeken E.Troost-Landsman,...

1
Bouwen met prentenboeken E.Troost-Landsman, T. Loose en Petra van Lunteren OBS De Klipper te Hoorn NH, januari – mei 2013 . Tel: 0229-291919 logo van de school INLEIDING Wij wilden de bouwhoek centraal stellen omdat deze plek in een kleutergroep vaak een overgeslagen hoek is binnen het aanbieden van een rijke leeromgeving. Daarbij wilden we onderzoeken of het aanbieden van een betekenisvolle context bij de bouwopdrachten middels een prentenboek en daarbij aangeboden attributen van invloed waren op de betrokkenheid. Het onderzoek vond plaats in twee verschillende kleutergroepen op verschillende schoollocaties met ieder hun eigen bouwhoek inrichting . METHODE Een select groepje van alle oudste kleuters (5/6 jarigen zowel jongens als meisjes) kregen een prentenboek aangeboden. Het prentenboek was gerelateerd aan het taal thema dat op dat moment in de groepen werd aangeboden. Iedere leerkracht maakte zelf de keuze welk prentenboek er in de groep werd aangeboden. Tevens kregen de kinderen attributen aangeboden passend bij het verhaal. Op de week-werkkaart kregen zij de bouwopdracht “bouw iets wat past bij het prentenboekverhaal”. De overige oudste kleuters kregen een vrije bouwopdracht op hun week werkkaart. De attributen waren echter wel in de bouwhoek aanwezig. De geselecteerde kinderen werden tijdens het bouwen gefilmd en geobserveerd door de leerkracht. Deze resultaten werden geregistreerd in een eigen ontwikkeld observatieprotocol. Voorafgaand aan dit bovenstaande hebben we eerst een nulmeting gedaan. Deze nulmeting bestond uit het filmen van het vrije bouwspel zonder aangeboden context en attributen. Deze hebben wij geobserveerd en geregistreerd in ons observatieprotocol. RESULTATEN Kinderen die gaan bouwen n.a.v. een prentenboek, kiezen niet altijd een plaatje uit het boek maar overleggen wel meer met elkaar en de spelduur is langer, t.o.v. de nulmeting. Het bouwresultaat past uiteindelijk wel bij het verhaal. Kinderen corrigeren elkaar hier ook op. De kinderen verliezen het doel/de opdracht minder snel uit het oog. De mate van gebruik van de attributen bij hun bouwwerken verschilt van kind tot kind. Andere kinderen werden juist geprikkeld om zelf nog meer attributen/materialen te gebruiken om hun bouwwerken mee te kunnen verrijken. Binnen de groep is bij een aantal kinderen de interesse in de bouwhoek vergroot. CONCLUSIES Binnen de groep zijn er kinderen die door deze manier van aanbieden meer worden uitgedaagd en geprikkeld. Het bouwspel wordt zeker verrijkt. Kinderen gaan creatiever om met de aangeboden materialen. Steeds iets nieuws in de bouwhoek nodigt uit. VERVOLG In de kleuterbouw wordt hier geen vervolg aan gegeven. Echter de betrokken leerkrachten van het onderzoek zijn voortvarend om de ontwikkelde aanpak voort te zetten. We hopen dat deze olievlek zich verspreidt. BRONNEN 1) Hoekenwerk- Hoeken in de ontwikkelingsgerichte onderbouw.- Bekadidact, Baarn 1999 2) Hoekenboek- ideeënboek voor het werken in hoeken.-groep 1 /2- Malmberg 1997 3) Timmeren aan ontdekkend onderwijs – H.W. Huurnink- 2008 4) Levende boeken: zo werkt dat! – Sardes - 2007 5) De bouwhoek leeft! – H. Galama-koolen “De wereld vanvan het jonge kind “-okt. 2005 6) Werken en spelen met een plattegrond . A. v/d Heijden “De wereld van het jonge kind” –mei 2007 7) Pedagogisch-didactisch handelen: bouwen aan ontwikkeling. W. Visser Zone- jaargang 11 – 2012 nr. 1 ONDERZOEKSVRAAG Wordt het spel en het bouwen daadwerkelijk verrijkt door toevoeging van een verhaallijn, een verhaalfiguur/figuren en passende attributen? VU Vindplaatsenproject 2012-2013

Transcript of Bouwen met prentenboeken logo van de · 2015-05-20 · Bouwen met prentenboeken E.Troost-Landsman,...

Page 1: Bouwen met prentenboeken logo van de · 2015-05-20 · Bouwen met prentenboeken E.Troost-Landsman, T. Loose en Petra van Lunteren OBS De Klipper te Hoorn NH, januari – mei 2013

Bouwen met prentenboeken E.Troost-Landsman, T. Loose en Petra van Lunteren OBS De Klipper te Hoorn NH, januari – mei 2013 . Tel: 0229-291919

logo van de school

INLEIDING Wij wilden de bouwhoek centraal stellen omdat deze plek in een kleutergroep vaak een overgeslagen hoek is binnen het aanbieden van een rijke leeromgeving. Daarbij wilden we onderzoeken of het aanbieden van een betekenisvolle context bij de bouwopdrachten middels een prentenboek en daarbij aangeboden attributen van invloed waren op de betrokkenheid. Het onderzoek vond plaats in twee verschillende kleutergroepen op verschillende schoollocaties met ieder hun eigen bouwhoek inrichting .

METHODE Een select groepje van alle oudste kleuters (5/6 jarigen zowel jongens als meisjes) kregen een prentenboek aangeboden. Het prentenboek was gerelateerd aan het taal thema dat op dat moment in de groepen werd aangeboden. Iedere leerkracht maakte zelf de keuze welk prentenboek er in de groep werd aangeboden. Tevens kregen de kinderen attributen aangeboden passend bij het verhaal. Op de week-werkkaart kregen zij de bouwopdracht “bouw iets wat past bij het prentenboekverhaal”. De overige oudste kleuters kregen een vrije bouwopdracht op hun week werkkaart. De attributen waren echter wel in de bouwhoek aanwezig. De geselecteerde kinderen werden tijdens het bouwen gefilmd en geobserveerd door de leerkracht. Deze resultaten werden geregistreerd in een eigen ontwikkeld observatieprotocol. Voorafgaand aan dit bovenstaande hebben we eerst een nulmeting gedaan. Deze nulmeting bestond uit het filmen van het vrije bouwspel zonder aangeboden context en attributen. Deze hebben wij geobserveerd en geregistreerd in ons observatieprotocol.

RESULTATEN Kinderen die gaan bouwen n.a.v. een prentenboek, kiezen niet altijd een plaatje uit het boek maar overleggen wel meer met elkaar en de spelduur is langer, t.o.v. de nulmeting. Het bouwresultaat past uiteindelijk wel bij het verhaal. Kinderen corrigeren elkaar hier ook op. De kinderen verliezen het doel/de opdracht minder snel uit het oog. De mate van gebruik van de attributen bij hun bouwwerken verschilt van kind tot kind. Andere kinderen werden juist geprikkeld om zelf nog meer attributen/materialen te gebruiken om hun bouwwerken mee te kunnen verrijken. Binnen de groep is bij een aantal kinderen de interesse in de bouwhoek vergroot.

CONCLUSIES Binnen de groep zijn er kinderen die door deze manier van aanbieden meer worden uitgedaagd en geprikkeld. Het bouwspel wordt zeker verrijkt. Kinderen gaan creatiever om met de aangeboden materialen. Steeds iets nieuws in de bouwhoek nodigt uit.

VERVOLG In de kleuterbouw wordt hier geen vervolg aan gegeven. Echter de betrokken leerkrachten van het onderzoek zijn voortvarend om de ontwikkelde aanpak voort te zetten. We hopen dat deze olievlek zich verspreidt.

BRONNEN 1) Hoekenwerk- Hoeken in de ontwikkelingsgerichte onderbouw.- Bekadidact, Baarn 1999 2) Hoekenboek- ideeënboek voor het werken in hoeken.-groep 1 /2- Malmberg 1997 3) Timmeren aan ontdekkend onderwijs – H.W. Huurnink- 2008 4) Levende boeken: zo werkt dat! – Sardes - 2007 5) De bouwhoek leeft! – H. Galama-koolen “De wereld vanvan het jonge kind “-okt. 2005 6) Werken en spelen met een plattegrond . A. v/d Heijden “De wereld van het jonge kind” –mei 2007 7) Pedagogisch-didactisch handelen: bouwen aan ontwikkeling. W. Visser Zone- jaargang 11 –

2012 nr. 1

ONDERZOEKSVRAAG Wordt het spel en het bouwen daadwerkelijk verrijkt door toevoeging van een verhaallijn, een verhaalfiguur/figuren en passende attributen?

VU Vindplaatsenproject 2012-2013