Blijf Gezond opm4 · lei nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld. Het wetenschappelijk onderzoek op...
Transcript of Blijf Gezond opm4 · lei nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld. Het wetenschappelijk onderzoek op...
BLIJF GEZOND! TIPS VOOR SENIOREN
GEORGIE DOM
Blijf Gezond_opm4.indd 3 06-02-15 07:28
3e, geheel herziene en uitgebreide druk, februari 2015
© 2015 Consumentenbond, Den Haag
Auteursrechten op tekst, tabellen en illustraties voorbehouden
Inlichtingen Consumentenbond
Auteur: Georgie Dom
Verder werkte mee: prof. dr. M.G.M. Olde Rikkert, klinisch geriater, hoofd Afdeling Geriatrie en
Alzheimer Centrum Nijmegen, Radboudumc, Nijmegen
Eindredactie: Vantilt Producties, Nijmegen
Grafische verzorging: PUUR Publishers
Illustraties: Rogier Trompert (pag. 226 en 251)
Foto’s: iStockphoto
ISBN 978 90 5951 3082
NUR 860
Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende
op het auteursrecht c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem op
te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-
kopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor
kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16B
Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. Hoewel de gegevens in dit boek met
grote zorgvuldigheid zijn bijeengebracht, aanvaardt de uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele (zet)fou-
ten of onvolledigheden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van derden zo goed mogelijk te regelen;
degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot de uitgever wenden.
Blijf Gezond_opm4.indd 4 06-02-15 07:28
5 INHOUD
INHOUD
Inleiding 11
1 Over ouder worden 13
1.1 We worden steeds ouder 14
1.2 Ouder dan muizen 15
1.2a Vruchtbaarheid verandert 15
1.3 Hoe verouderen we? 17
1.4 Al met al 18
1.4a Nóg ouder 18
1.5 Wat gebeurt er precies? 19
1.5a Cellen 22
1.5b Weefsels 23
1.5c Eerder duizelig 24
1.5d Oren en ogen 24
1.5e Lagere inspanning 24
1.5f Drogere mond 24
1.5g Iets vergeetachtiger 24
1.5h Minder vocht, meer vet 24
1.5i Kleiner en krommer 24
1.5j Meer veranderingen 26
2 Zo word ik gezond oud 27
2.1 Blijf bewegen 30
2.2 Oefen de geest 31
2.3 Houd contact 31
2.4 Eet gezond 32
2.5 Stop met roken 32
Blijf Gezond_opm4.indd 5 06-02-15 07:28
6 BLIJF GEZOND!
2.5a Gelukkiger en gezonder 33
2.5b Motivatie 34
2.5c Hulpmiddelen 35
2.5d Liever niet 36
2.5e Naar de huisarts 38
2.6 Wees matig met alcohol 38
2.7 Blijf op gewicht 39
2.8 Overweeg vaccinatie 40
2.8a Meer weerstand? 41
2.9 Ga op tijd naar de huisarts 42
2.9a Alarm! 43
2.10 Voorzichtig met geneesmiddelen 46
3 Gezond eten 47
3.1 Richtlijnen 48
3.1a De vijf V’s van gezond eten 48
3.2 Goede vetzuursamenstelling 49
3.2a Vet herkennen 50
3.2b Visvetzuren 52
3.3 Voldoende voedingsvezels 54
3.3a Groente en fruit 55
3.3b Aardappelen 57
3.3c Rijst 58
3.3d Pasta 59
3.4 Vermogen (energie) 60
3.5 Vocht 61
3.6 Vitaminen 61
3.6a Vitamine D 61
3.6b Vitamine B12
63
3.7 Minder zout 64
3.7a Stapsgewijs minderen 65
3.8 Superfoods? 68
3.8a Gezondheidseffecten 69
4 Bewegen & afvallen 71
4.1 Gezonde effecten 72
4.1a Fitter 72
4.1b Kwalen voorkomen 72
4.1c Beter herstellen 73
4.1d Prettiger oud worden 73
Blijf Gezond_opm4.indd 6 06-02-15 07:28
7 INHOUD
4.1e Prima voor brein en geest 74
4.1f Kortom 74
4.2 Hoeveel moet ik bewegen? 75
4.2a Nederlandse Norm Gezond Bewegen 75
4.3 Wat ga ik doen? 78
4.3a Lichamelijke veranderingen 78
4.3b Geschikte activiteiten 79
4.4 Afvallen 83
4.4a Gewicht bepalen 84
4.4b Hoe val ik af? 86
4.4c Op gewicht blijven 91
5 Horen & zien 93
5.1 Horen 94
5.1a Bouw van het oor 94
5.1b Oorproblemen 94
5.1c Diagnose 96
5.1d Naar de audicien 97
5.1e Hoortoestellen 99
5.1f Meer hulpmiddelen 101
5.2 Zien 102
5.2a Bouw van het oog 102
5.2b Oogproblemen 103
5.2c Andere oogkwalen 111
6 Helder blijven 113
6.1 Zenuwstelsel 114
6.1a Veranderingen 114
6.1b De hersenen 115
6.2 Geheugen 116
6.2a Vergeten hoort erbij 117
6.2b Geheugentraining? 119
6.2c Eten tegen vergeten 120
6.3 Dementie 120
6.3a Verwardheid of dementie? 121
6.3b Soorten dementie 122
6.3c Alzheimer 123
6.3d Wat kan ik zelf doen? 126
Blijf Gezond_opm4.indd 7 06-02-15 07:28
8 BLIJF GEZOND!
7 Uitgerust & vrolijk 131
7.1 Slaap 132
7.1a Slaapmiddelen 135
7.1b Slapeloos door depressie 135
7.2 Depressie 136
7.2a Oorzaken 137
7.2b Diagnose 138
7.2c Voorkomen? 138
7.2d Wat kan ik zelf doen? 139
7.2e Winterdip 142
7.3 Angststoornissen 144
7.3a Wat kan ik zelf doen? 144
8 Stevige botten & gewrichten 145
8.1 Botontkalking 146
8.1a Tegengaan 148
8.1b Preventief slikken? 154
8.2 Reuma 155
8.2a Artrose 156
8.3 Jicht 161
9 Sterk hart, schone vaten 163
9.1 Veroudering 165
9.1a Mannen en vrouwen 166
9.1b Overgang en hart- en vaatziekten 167
9.2 Risicofactoren 169
9.2a Hoge bloeddruk 169
9.2b Verhoogd cholesterol 171
9.2c Overgewicht 172
9.2d Diabetes 172
9.2e Erfelijke factor 173
9.3 Risico verkleinen 173
9.3a Niet roken 174
9.3b Bewegen 174
9.3c Gewicht 176
9.3d Voeding 176
9.3e Minder stress 185
9.3f Aspirientje? 185
Blijf Gezond_opm4.indd 8 06-02-15 07:28
9 INHOUD
10 Genoeg lucht 187
10.1 Veroudering luchtwegen 188
10.2 Bronchitis en longontsteking 189
10.2a Wat kan ik zelf doen? 189
10.3 COPD 190
10.3a Wat kan ik zelf doen? 191
11 Droog, maar niet te droog 193
11.1 Incontinentie 195
11.1a Vormen 196
11.1b Wat kan ik zelf doen? 197
11.1c Opvangmateriaal 198
11.2 Urineweginfectie 199
11.2a Wat kan ik zelf doen? 200
11.3 Uitdroging 202
11.3a Droge huid 204
11.4 Nierinsufficiëntie 209
11.4a Chronisch en acuut 209
11.4b Gezond leven 210
12 Gezonde darmen & maag 211
12.1 Verstopping 213
12.1a Wat kan ik zelf doen? 213
12.1b Aambeien 216
12.2 Maag- en darmzweren 218
12.2a Wat kan ik zelf doen? 218
12.3 Ondervoeding 219
12.3a Wanneer is er sprake van ondervoeding? 220
13 Actieve klieren & hormonen 223
13.1 Ouderdomsdiabetes 224
13.1a Twee vormen 225
13.1b Wat kan ik zelf doen? 227
13.2 Seks op oudere leeftijd 229
13.2a Erectiestoornissen 229
13.2b Testosteron 231
14 Greep op kanker 233
14.1 Kanker en onze leefstijl 235
14.1a Rook niet 235
Blijf Gezond_opm4.indd 9 06-02-15 07:28
14.1b Let op uw gewicht 235
14.1c Beweeg voldoende 236
14.1d Eet gezond 237
14.1e Overweeg deelname aan bevolkingsonderzoek 241
14.2 Borstkanker 242
14.2a Wat kan ik zelf doen? 243
14.3 Huidkanker 244
14.3a Voorzichtig met zonlicht 245
14.4 Darmkanker 247
14.4a Uitzaaiing 248
14.4b Risicofactoren 248
14.5 Longkanker 249
14.5a Risicofactoren 250
14.6 Prostaatkanker 250
14.6a Geen bevolkingsonderzoek 252
14.6b Wat kan ik zelf doen? 252
10 BLIJF GEZOND!
Blijf Gezond_opm4.indd 10 06-02-15 07:28
11 INLEIDING
We worden steeds ouder. Deels doordat onze levensomstandigheden aanzienlijk zijn
verbeterd, maar ook doordat we steeds meer over gezondheid weten en er aller-
lei nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld. Het wetenschappelijk onderzoek op
het gebied van normale veroudering (gerontologie) en verouderingsziekten (geriatrie)
is volop in ontwikkeling. In dit boek treft u de laatste inzichten uit beide vakgebieden
aan, met een sterk accent op die gezondheidszaken waarvoor u zelf kunt kiezen en
die u kunt beïnvloeden, zonder dat u daarbij medische voorkennis nodig heeft.
We worden niet alleen ouder, maar blijven ook veel langer gezond dan vroeger.
Ouderdom hoeft beslist niet synoniem te staan aan afhankelijkheid en aftakeling. Dat
neemt niet weg dat sommige aandoeningen bij ouderen beslist vaker voorkomen,
zoals kanker en dementie. Een lichtpunt is dat ziekten op hoge leeftijd veelal aanzien-
lijk trager verlopen. Bovendien zijn die aandoeningen vaak verwant aan verouderings-
processen, en zijn er vaak wel degelijk dingen die we kunnen doen (of juist laten) om
het risico erop te verkleinen en de progressie te vertragen.
Het eerste hoofdstuk gaat in het algemeen op veroudering in. Hoofdstuk 2 vertelt wat
u kunt doen om zo gezond mogelijk ouder te worden, samengevat in tien tips, van
stoppen met roken tot het onderhouden van een sociaal netwerk. Drie belangrijke tips
krijgen in hoofdstuk 3 en 4 extra aandacht: goede voeding, voldoende beweging en
een gezond gewicht.
In de hoofdstukken hierna belichten we wat er in verschillende delen van het lichaam
verandert als we ouder worden, en tot welke problemen en kwalen dat kan leiden.
Daarbij staat steeds aangegeven wat u zelf kunt doen om een aandoening te voorkó-
men of de gevolgen ervan te beperken. We gaan slechts beperkt op de behandeling in
en beperken ons daarbij tot het noemen van vrij verkrijgbare genees- en hulpmiddelen.
Een echt doe-het-zelfboek dus.
Hoofdstuk 5 beschrijft wat er bij het klimmen van de jaren met onze zintuigen gebeurt,
met name de ogen en het gehoor. Hoofdstuk 6 gaat in op de geestelijke alertheid,
zoals ons geheugen, en dementie. In hoofdstuk 7 leest u over slaapproblemen en
depressie.
Hoofdstuk 8 beschrijft de veranderingen in ons bewegingsapparaat; denk aan botont-
kalking en artrose. Hoofdstuk 9 is gewijd aan hart en bloedvaten. Hierin komen onder
INLEIDING
Blijf Gezond_opm4.indd 11 06-02-15 07:28
BLIJF GEZOND!12
Georgie Dom schrijft al bijna 30 jaar boeken
over allerlei consumentenzaken voor de
Consumentenbond. Gezondheid heeft daarbij
haar speciale aandacht.
meer belangrijke risicofactoren, zoals hoge bloeddruk en te hoog cholesterol, aan bod,
met veel tips hoe u het risico op hart- en vaatziekten kunt voorkomen.
Hoofdstuk 10 gaat over de longen en de problemen die daarbij kunnen ontstaan (denk
aan COPD). Ook de urinewegen en de prostaat kunnen bij het ouder worden minder
goed functioneren; zie hoofdstuk 11. Hoofdstuk 12 beschrijft de invloed van veroude-
ring op de maag en darmen, met onder meer aandacht voor verstopping, maag- en
darmzweren, en ondervoeding. Hoofdstuk 13 behandelt de mogelijke complicaties
van de schildklier en de alvleesklier, met aandacht voor ouderdomsdiabetes en seks
op oudere leeftijd.
Kanker komt beknopt aan bod in het laatste, geheel nieuwe hoofdstuk 14. We noemen
daar de belangrijkste kankersoorten waarmee ouderen te maken kunnen krijgen.
Er staan in de verschillende hoofdstukken van dit boek allerlei adviezen die u kunt vol-
gen om zo gezond mogelijk ouder te worden: ‘menukaarten’ van wat allemaal moge-
lijk is. De kunst en de uitdaging is om het menu uit te kiezen dat u de ‘beste, lekkerste
en meest verteerbare maaltijd’ oplevert.
We reiken u keuzes aan waaruit u het beste advies, goed passend bij uw persoonlijke
situatie kunt kiezen. Het belangrijkste criterium daarbij is te kiezen voor iets waarvan u
de meeste winst verwacht. Gedragsverandering is immers moeilijk, zodat u ook mee
moet wegen wat voor u haalbaar is, opdat het een duurzaam gedragspatroon kan
worden. Veel van onze ‘slechte’ gewoonten zijn niet gebaseerd op bewuste beslissin-
gen, maar op routine. Daarin verandering brengen is mogelijk, maar niet gemakkelijk.
Bewustwording van het werkelijke motief achter een gewoonte helpt daarbij.
‘Goed verteerbaar’ wil zeggen dat het menu uitvoerbaar moet zijn gezien uw gezond-
heidstoestand. Vaak kunt u dit zelf beoordelen, soms heeft u hiervoor advies nodig van
uw huisarts of de klinisch geriater, de specialist in verouderingsproblemen. Een laatste
tip: om tot het eind van uw leven in goede conditie te verkeren, moet u vooral vanaf 50
jaar uw reserves vakkundig beheren. Maak dus tijdig een balans op van uw voedingsge-
woonten, uw fysieke peil, de conditie van uw organen en zintuigen en uw sociale net-
werk. Waar nodig werkt u vervolgens aan verbetering.
Al lezend zult u merken dat u via uw leefstijl meer greep op een gezonde oude dag
heeft dan u wellicht denkt. Dit boek geeft u daar waardevolle adviezen voor.
Blijf Gezond_opm4.indd 12 06-02-15 07:28
OVER OUDERWORDEN 01Waarom verouderen we eigenlijk? Hoe snel gebeurt dat? En wat houdt het precies in?
Blijf Gezond_opm4.indd 13 06-02-15 07:29
14 BLIJF GEZOND!
Verouderen is een natuurlijk verschijnsel, dat vrijwel alle levende wezens treft (zie
het kader ‘De onsterfelijke hydra’). Maar waarom wordt de ene soort ouder dan de
andere? En wanneer begint dat verouderingsproces?
We zeggen het maar meteen: hoe veroudering precies ontstaat, kunnen we nog
steeds niet helemaal verklaren. Vandaar dat er zo veel verschillende theorieën
over zijn. De veroudering zelf kunnen we dan wel niet tegengaan, maar aan de
negatieve bijverschijnselen ervan kunnen we wel wat doen.
1.1 We worden steeds ouderVrijwel alle levende wezens maken een verouderingsproces door. De ene soort
veroudert sneller dan de andere, maar de maximale levensduur is binnen elke
soort min of meer constant. Bepalende factoren voor de levensduur zijn:
• de lichaamsmassa;
• de massa en de complexiteit van het zenuwstelsel;
• de mate van blootstelling aan schadeprikkels;
• de doeltreffendheid van de systemen om genetisch materiaal en
eiwitenzymen te herstellen;
• de mate waarin eiwitten (de bouwstenen) worden vernieuwd.
De onsterfelijke hydraDat leven niet hetzelfde hoeft te betekenen als veroudering, be-
wijst de hydra, een zoetwaterweekdier van ongeveer 1 cm groot.
In de sloot wordt hij opgegeten door een stekelbaarsje of een
andere vis, maar in de beschermde omgeving van een laboratorium
vertoont de hydra geen tekenen van veroudering. Ook na vele jaren ziet het diertje er
nog jong uit en is het overlijdensrisico niet toegenomen. Hoe dat kan? De hydra bezit
een onuitputtelijk regeneratief vermogen. Verlies van ieder deel van het lichaam kan
zonder blijvende schade worden hersteld, doordat alle lichaamscellen dezelfde func-
tionele capaciteiten hebben. Uit een enkele cel aan de buitenkant van het lichaam kan
door knopvorming een volledig nieuwe hydra ontstaan. Anders gezegd: alle cellen
waaruit een hydra is opgebouwd, hebben het vermogen tot voortplanting behouden.
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid is er een aanzienlijke toename
van de gemiddelde levensverwachting. Dat hebben we te danken aan de sterk
verbeterde leefomstandigheden (betere hygiëne, aanleg van rioleringen, toege-
nomen welvaart, betere medicijnen en behandelingen).
Daar staat tegenover dat het geboortecijfer in onze maatschappij een daling laat
Blijf Gezond_opm4.indd 14 06-02-15 07:29
15 OVER OUDER WORDEN
zien. Door deze ‘dubbele vergrijzing’ vormen oudere mensen een steeds groter
deel van de wereldbevolking. Vandaar de groeiende belangstelling voor het pro-
ces van ouder worden, ook onder wetenschappers.
De gemiddelde levensverwachting van mensen is in de afgelopen 100 tot 150 jaar
flink toegenomen, met een gemiddelde snelheid van 0,2 jaar per kalenderjaar. Het
is opmerkelijk dat dat effect niet afzwakt. Ook de maximale levensduur is sterk
toegenomen (het record staat op 122 jaar, de leeftijd die de Française Jeanne Cal-
ment in 1996 bereikte).
1.2 Ouder dan muizenIn de evolutie gaat het om het voortbestaan van de soort. Daarbij worden onder-
houd (de gemiddelde levensduur van een soort) en vruchtbaarheid (hoeveelheid
nakomelingen) tegen elkaar afgewogen. In het kort komt het hierop neer: als een
soort veel bedreigingen kent, reageert de natuur door de vruchtbaarheid te ver-
groten. Immers, het voortbestaan van de soort moet zeker gesteld worden. Maar
als een soort goed blijkt te kunnen overleven, wordt de evolutionaire energie
besteed aan onderhoud: een langer leven.
Dit verklaart waarom de mens langer kan leven dan een muis. Muizen moeten,
omdat ze veel natuurlijke vijanden hebben, meer investeren in vruchtbaarheid en
dus minder in onderhoud. Veroudering bij muizen zal dus snel optreden, maar
dat is geen probleem, omdat de nakomelingen zich al snel kunnen voortplanten.
Wij mensen hebben weinig vijanden en dus kunnen we ons permitteren minder
te investeren in vruchtbaarheid en meer in onderhoud. Dat zien we terug in een
lange draagtijd, een lange ontwikkeling tot volwassenheid, een beperkt aantal
nakomelingen en een lange levensduur.
1.2a Vruchtbaarheid verandert
Een andere interessante ontwikkeling is het feit dat toen het ons nog niet zo goed
ging een minderheid van de vrouwen verantwoordelijk was voor een meerder-
heid van de nakomelingen. Tegenwoordig krijgt een meerderheid van de vrou-
wen nakomelingen, ook de vrouwen die minder vruchtbaar zijn. Dat betekent dat
in de komende generaties de erfelijke code voor verminderde vruchtbaarheid in
toenemende mate tot uiting zal komen. Daardoor wordt er minder geïnvesteerd in
vruchtbaarheid en meer in onderhoud. Theoretisch is dus voor de komende gene-
raties een hogere levensverwachting mogelijk, die ten koste gaat van de vrucht-
baarheid. Mogelijk neemt de gemiddelde levensverwachting verder toe door aan-
passingen in de erfelijke opmaak. Maar de balans ten opzichte van andere trends,
zoals nadelige effecten van toenemend lichaamsgewicht, is nog onduidelijk,
waardoor concrete voorspellingen een grote mate van onzekerheid hebben.
Blijf Gezond_opm4.indd 15 06-02-15 07:29
16 BLIJF GEZOND!
Het is goed oud worden in NederlandNederland is een topland voor ouderen. Volgens de Global Age
Watch Index (oktober 2014) draait ons land wat sociale en eco-
nomische rijkdom van mensen boven de 60 betreft mee in de
wereldtop. We staan op de zesde plek in de ranglijst, die wordt
samengesteld door de internationale ouderenorganisatie Help Age
International. De organisatie keek naar verschillende categorieën,
zoals inkomenszekerheid, gezondheid en sociale welvaart. Daarbij
is gebruikgemaakt van gegevens van de United Nations Depart-
ment of Economic and Social Aff airs, de Wereldbank, de Internatio-
nal Labour Organization, Unesco en de Gallup World Poll. Ons land
kent volgens het rapport in 2014 4 miljoen mensen boven de 60,
dat is 23,8% van de totale bevolking. In 2030 en 2050 zal dat stijgen
naar respectievelijk 31,7 en 32,9%. Als je 60 bent, heb je gemiddeld
nog 24 jaar te goed, waarvan 17,8 jaar in goede gezondheid. Zie
voor meer informatie www.helpage.org/global-agewatch.
Blijf Gezond_opm4.indd 16 06-02-15 07:29
17 OVER OUDER WORDEN
1.3 Hoe verouderen we?Door invloeden van binnen en van buiten doen zich op ieder moment verstorin-
gen in de moleculaire systemen van ons lichaam voor. Ons lichaam probeert zo’n
verstoring zo goed mogelijk te herstellen. De evolutionaire investering in onder-
houd en herstel is bij mensen wel groot (zie par. 1.2), maar niet onbeperkt. Daarom
is volledig herstel niet mogelijk en zal blijvende schade ontstaan.
Die schade beperkt zich niet tot een enkel deel van ons lichaam. Zo kunnen ver-
anderingen op celniveau in het genetische materiaal leiden tot een wijziging in
de samenstelling van een eiwit, waardoor de biologische functie ervan verloren
gaat. Dit leidt bij weefsels tot beperkingen en ziekten, en dat leidt bij het orga-
nisme weer tot een verhoogde kans op overlijden.
Over de veranderingen in cellen en weefsels bij het ouder worden leest u in par. 1.5.
Het ‘wegwerplichaam’Evolutionair gezien is er een simpele reden waarom we niet eeuwig blijven leven. Het
heeft geen zin te investeren in een lang leven, omdat het voor het voortbestaan van
de menselijke soort niet van belang is dat we langer leven dan het moment waarop
onze nakomelingen vruchtbaar zijn en op hun beurt kinderen krijgen.
Daarom veroudert een lichaam en kan het komen te overlijden wanneer het niet meer
noodzakelijk is voor de opvoeding van het nageslacht. Dit wordt de theorie van het
wegwerplichaam genoemd (Disposable Soma theory van Thomas Kirkwood).
Veroudering kunnen we beschouwen als de optelsom van alle schade op alle
niveaus van ons lichaam. Daarom zijn er ook zo veel verschillende theorieën om
veroudering te verklaren, elk met het accent op andere factoren. We kunnen de
volgende verdeling maken:
• Stochastische theorieën verdedigen het toevalskarakter van veroudering.
Veroudering zou het gevolg zijn van een willekeurige opstapeling van
gebreken en schade aan onze moleculen.
• Genetische theorieën gaan ervan uit dat onze genen geprogrammeerd zijn om
geleidelijk bepaalde stofwisselingsfuncties uit te schakelen, zodat veroudering
optreedt.
• Immunologische theorieën zijn van mening dat veroudering ontstaat doordat
ons immuunsysteem met de jaren minder doeltreffend wordt. Daardoor wordt
het lichaam steeds vatbaarder voor aanvallen van buitenaf.
• Neuro-endocriene theorieën zien ouderdom als gevolg van functieverlies van
neuronen en daarmee samenhangende hormonen.
Blijf Gezond_opm4.indd 17 06-02-15 07:29
18 BLIJF GEZOND!
Hoe oud word ik?Volgens een onderzoek van de Universiteit van
Glasgow (januari 2012) valt kort na de geboorte al
enigszins te voorspellen hoe oud iemand in principe
kan worden. In principe, want ongelukken en
levensstijl zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.
De onderzoekers hebben een manier gevonden
om uit het DNA af te lezen hoelang je kunt leven.
Telomeren zitten aan de uiteinden van chromosomen
en bevatten genetische informatie en spelen een rol bij
celdeling. Bij zebravinken is het verband tussen telomeren en levensduur onderzocht.
Gedurende het leven van de vink zijn verschillende bloedmonsters genomen om de
lengte van de telomeren te meten. Hoe langer de telomeren waren, hoe ouder de vink
werd. De lengte van de telomeren kort na de geboorte van de vinken bleek de beste
aanwijzing voor de toekomstige levensduur te geven.
1.4 Al met alUit al het onderzoek naar de oorzaken van veroudering wordt één ding steeds
duidelijker: verschillende factoren hebben invloed op veroudering, waarbij een
combinatie van verscheidene mechanismen optreedt, die gestuurd wordt door
onze genen. Welke genen daarbij precies een rol spelen, is nog niet bekend. Onze
levensduur is dus voor een belangrijk deel, zo’n 20 tot 30%, bepaald door de op
erfelijk niveau vastgelegde mate van investering in ons ‘onderhoud’.
Naast die geprogrammeerde elementen kunnen allerlei externe factoren, de
omgeving en het toeval (leefomstandigheden, ziekte, ongelukken, levenswijze,
stofwisselingsfouten, blootstelling aan vrije zuurstofradicalen afkomstig uit de
stofwisseling van onze ademhalingsketen enzovoort), het ideale traject afbuigen
naar een snellere veroudering en een kortere levensduur.
1.4a Nóg ouder
Onze leefomstandigheden zijn dermate verbeterd dat we niet alleen ouder wor-
den, maar ook veel langer gezond blijven. Ziekte en sterfte op middelbare leef-
tijd komen veel minder voor dan vroeger. In vergelijking met 25 jaar geleden is
bijvoorbeeld de kans op een hartinfarct aanzienlijk afgenomen. Dat is het directe
gevolg van de steeds verbeterende leefomstandigheden. In welvarende landen
wordt zelfs al een daling waargenomen in de sterftecijfers van mensen van 85
jaar en ouder.
Blijf Gezond_opm4.indd 18 06-02-15 07:29
19 OVER OUDER WORDEN
Op onze genetische bagage hebben we (vooralsnog) geen invloed. Onze leefom-
standigheden (het milieu, de werkomgeving, sociale contacten) hebben we ook
niet altijd in de hand. En ook op toeval, zoals het wel of niet krijgen van een onge-
luk of ziekte, hebben we geen invloed. Maar onze levensverwachting hangt ook
samen met de risico’s die we nemen, daarom is preventie zo belangrijk; op dat
terrein kunt u door uw leefwijze wel degelijk veel doen.
Het is nooit te laat om via aanpassingen van de leefstijl invloed uit te oefenen op
je eigen tweede en derde levenshelft. Het tempo waarin iemand veroudert, is
ongeveer voor een kwart erfelijk bepaald, de rest is te beïnvloeden.
1.5 Wat gebeurt er precies?Hoewel nog niet precies duidelijk is waarom we ouder worden, is er al wel veel
bekend over wat er dan in ons lichaam gebeurt, vooral op cel- en weefselniveau.
Voordat we dieper ingaan op de cellen en weefsels, leest u eerst over het veroude-
ringsproces en de ziekten en gebreken die daaruit kunnen voortvloeien. Dit en de
volgende hoofdstukken gaan over de effecten van ouder worden op verschillende
delen van het lichaam: cellen, zenuwstelsel, hart- en vaatstelsel, ademhaling,
brein, spijsvertering enzovoort. We vertellen u daarbij regelmatig over risico’s,
kwalen en ziekten. Toch is tot op hoge leeftijd gezond en fit blijven geen utopie.
Het is van belang hoe u uw eigen situatie ervaart. Dat is natuurlijk ook afhan-
kelijk van de eisen die u aan uw oude dag stelt. Maar hopelijk meet u de kwali-
teit van leven niet alleen af aan fysieke prestaties. De Wereldgezondheidsorga-
nisatie (WHO) ziet het ook breder en definieert gezondheid als ‘een toestand van
optimaal lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren’. Maar die oude defini-
tie (1948) is bij veroudering vaak niet haalbaar. Het is mede om die reden dat we
gezondheid nu liever definiëren als: ‘Het je kunnen aanpassen en zelf kunnen
redden bij veranderende omstandigheden’ (Huber en andere auteurs in: How
should we define Health, BMJ 2011; 343:d4163). Voor een gezond aanpassingsver-
mogen en voldoende veerkracht zijn sociale contacten minstens even belangrijk
als de conditie van het lichaam.
Fysiologische reserve
Veroudering wordt gekenmerkt door vermindering van de fysiologische reserve.
Daaronder verstaan we dat het lichaam bij het ouder worden, door gebrek aan
reserves, zijn vermogen verliest om te reageren op agressie van buitenaf. Daar-
door wordt het lichaam kwetsbaarder. Dat neemt nog toe door eventuele (chroni-
sche) ziekten. Het uiteindelijke gevolg is een toename van het risico van overlij-
den met het stijgen van de leeftijd.
De kwetsbaarheid schommelt zeer sterk van soort tot soort, van individu tot indi-
Blijf Gezond_opm4.indd 19 06-02-15 07:29
20 BLIJF GEZOND!
vidu en zelfs van orgaan tot orgaan. Dat blijkt ook uit de grote spreiding van de
waarden rond het gemiddelde. De uitersten liggen bij oudere mensen veel verder
uit elkaar dan bij jongeren. Omgevingsfactoren als de manier van leven, klimaat
en sociaaleconomisch milieu werken de grote verschillen in de hand.
Veel ziekten komen vaker voor naarmate de leeftijd vordert: kanker, alle hart- en
vaatziekten, longziekten enzovoort. Sommige ziekten komen op middelbare leef-
tijd zo zelden voor, dat het lijkt alsof ze uitsluitend op hoge leeftijd ontstaan, maar
dat is niet waar. De kans op dementie wordt bijvoorbeeld pas echt groot vanaf het
70e jaar, maar dementie kan ook voorkomen bij een 50-jarige. Het heeft dan ook
geen zin te spreken over ‘specifieke ziekten’ op hoge leeftijd of over ‘ouderdoms-
ziekten’.
Ziekte op hoge leeftijd gedraagt zich gemiddeld niet anders dan ziekte op jonge
en middelbare leeftijd, maar er zijn belangrijke uitzonderingen. Borstkanker ver-
spreidt zich bijvoorbeeld (net zoals een aantal andere kankertypen) minder snel
op hoge leeftijd. Bovendien zijn de symptomen vaak iets minder duidelijk en rea-
geert een ouder lichaam anders op geneesmiddelen dan een jong lijf.
Blijf Gezond_opm4.indd 20 06-02-15 07:29
21 OVER OUDER WORDEN
Studies
Er is tot nu toe weinig klinisch-therapeutisch onderzoek onder ouderen gedaan,
maar dat is aan het veranderen. Tal van westerse landen hebben een healthy
aging-programma opgezet (een Amerikaanse term voor al het onderzoek naar
gezond ouder worden). Ook in Nederland lopen verschillende grote onderzoeken.
Het Universitair Medisch Centrum (UMC) Groningen heeft veroudering tot be-
langrijkste thema verheven en het International Ageing Center opgericht. Daar
wordt alle kennis over gezond zijn en gezond blijven gebundeld. Ook is begon-
nen met ERIBA, een Europees onderzoek naar de biologie van veroudering. In
Groningen loopt ook de grootschalige cohortstudie ‘Lifelines’, waaraan 165.000
inwoners van de drie noordelijke provincies meedoen. Drie generaties worden 30
jaar lang ondervraagd over voedingsgewoonten, bewegingspatroon en leefom-
standigheden.
Bij het Leidse UMC loopt momenteel de LangLeven-studie, waaraan 450 broers
en zussen van boven de 90 en hun kinderen (60’ers en 70’ers) meedoen. Het Rot-
terdamse ERGO-onderzoek naar verouderingsziekten onder 15.000 ouderen loopt
al ongeveer 20 jaar.
In Nijmegen onderzoekt men op grote schaal de veroudering van het brein als
model voor algehele veroudering, onder andere met de brain aging monitor
(www.brainagingmonitor.nl). In dit model staat veroudering door opstapeling van
verschillende soorten schade centraal. Veroudering van het vaatstelsel telt hierbij
het zwaarst, doordat het vaatstelsel ook weer invloed heeft op de snelheid van het
ontstaan en opruimen van schade in alle andere organen.
Rem op de stofwisselingHet wetenschappelijk onderzoek naar veroudering staat niet stil. Bij muizen en wor-
men kunnen wetenschappers een gen uitschakelen, waardoor de stofwisseling wordt
geremd en de dieren 10 tot 30% langer leven. In principe zou in een laboratorium bij
de conceptie dat gen ook bij de mens kunnen worden uitgeschakeld. Dit komt neer op
genetische manipulatie en daar zijn veel ethische bezwaren tegen. Onderzoekers zijn
nu aan het kijken of dit gen ook via voeding of met een pil uit te schakelen is. Maar het
is nog onzeker wat de effecten van vergelijkbare genen bij de mens zijn en genthera-
pie hiervoor is vooralsnog niet te verwachten.
Nieuwe ziekten?
Tegenwoordig sterven mensen meestal aan andere ziekten dan pakweg 200 jaar
geleden. De gemiddelde levensverwachting was in die tijd 40 jaar en dat was voor
een groot deel te wijten aan zuigelingen- en kindersterfte. Kanker, hart- en vaat-
Blijf Gezond_opm4.indd 21 06-02-15 07:29
22 BLIJF GEZOND!
ziekten en dementie kwamen vrijwel uitsluitend op hoge leeftijd voor en slechts
een klein deel van de bevolking werd oud genoeg om deze ziekten te ontwikkelen.
Maar dat wil niet zeggen dat ze toen niet bestonden. Zo zijn er bij mummies van
mensen die in een ver verleden op middelbare leeftijd zijn overleden, uitgebreide
tekenen van aderverkalking gevonden, zowel bij mannen als bij vrouwen.
Waren in die tijd vooral infectieziekten en tuberculose belangrijke doodsoorza-
ken, nu zijn dat kanker en hart- en vaatziekten, en in toenemende mate dementie,
beroerten en de late gevolgen van suikerziekte. De groei van kanker en hart- en
vaatziekten is deels ook te verklaren doordat deze ziekten door moderne geavan-
ceerde onderzoeksmethoden eerder worden ontdekt.
Wees lief voor uw vatenGezonde vaten spelen een essentiële rol bij gezond blijven. Het vaatstelsel heeft na-
melijk invloed op al onze organen (zie hoofdstuk 9).
1.5a Cellen
Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam. Ons lichaam telt er miljarden. Cellen
verouderen anders naar gelang het weefseltype waarin ze zich bevinden. Er zijn
vier fundamentele celtypen.
• Primitieve stamcellen kunnen zich nog tot allerlei soorten cellen ontwikkelen.
Ze zijn vooral te vinden in huid, dunne darm en blaas. Deze cellen worden in
de loop van een mensenleven voortdurend vervangen door nieuwe (denk aan
de constante vernieuwing van de huid).
• Gedifferentieerde stamcellen hebben al definitieve specialistische eigen-
schappen. Ze komen vooral voor in bloed en hoornvlies. Ook deze cellen wor-
den tijdens het leven voortdurend vernieuwd. Het aantal gedifferentieerde
stamcellen neemt af met de toenemende leeftijd. De reserve voor regeneratie
wordt kleiner.
• Gedifferentieerde intermitotische cellen (mitose = celdeling) zijn slapende
cellen die zich kunnen vernieuwen als dat nodig is. Ze zijn te vinden in lever,
nieren en botten. Hun herstellend vermogen blijkt bijvoorbeeld uit verdikking
van de ene nier wanneer de andere is verwijderd en uit herstel na botbreuken.
• De vaste postmitotische cellen zijn hoofdzakelijk aanwezig in het zenuw-
stelsel. Deze cellen worden nooit vervangen. We krijgen er bij onze geboorte
meteen een definitieve voorraad van mee. Overigens kunnen we hier dankzij
allerlei recent onderzoek inmiddels vraagtekens bij plaatsen. Zelfs zenuwcellen
zouden in staat zijn te regenereren, maar doen dit in de praktijk veel minder
dan bijvoorbeeld huidcellen.
Tip
Blijf Gezond_opm4.indd 22 06-02-15 07:29
23 OVER OUDER WORDEN
De cellen uit de eerste drie groepen kunnen weliswaar regenereren, maar in de
loop der jaren verliezen ze dat vermogen geleidelijk. Dat verklaart bijvoorbeeld
waarom een botbreuk bij oudere mensen minder snel herstelt dan bij een kind.
1.5b Weefsels
Het lichaam bestaat uit twee soorten weefsels:
• Actief (werkzaam of ‘parenchym’) weefsel bestaat uit nauw aaneengesloten
cellen en bevindt zich in de organen, het zenuwstelsel en de spieren.
• Bind- of steunweefsels bestaan uit cellen die van elkaar gescheiden worden
door grote hoeveelheden intercellulaire stof: collageen, elastine, proteoglycaan
en glycoproteïnen. Ze beschermen de organen en bepalen de onderlinge
beweeglijkheid.
Veroudering kenmerkt zich door een verdikking van de intercellulaire stof. Daar-
door wordt de verspreiding van voedingsstoffen in de weefsels vertraagd. Verder
verliest het elastine aan kwaliteit, waardoor de elasticiteit van bepaalde organen
minder wordt, zoals bij de aorta (grote slagader) en bij de longen.
Er zijn ook ziekten die de veroudering van het bindweefsel versnellen, bijvoor-
beeld diabetes, osteoporose (botontkalking) en arteriosclerose (aderverkalking).
Op deze weefselveranderingen komen we terug in de hoofdstukken 5 t/m 14,
waarin we de veroudering in de verschillende lichaamsstelsels (bijvoorbeeld het
hart- en bloedvatenstelsel) bespreken.
Blijf Gezond_opm4.indd 23 06-02-15 07:29
24 BLIJF GEZOND!
1.5c Eerder duizelig
Door verminderde elasticiteit van de aderen neemt de diastolische bloeddruk (de
onderdruk) af en de systolische druk (de bovendruk) toe. Dit is, samen met de
daling van de bloeddruk bij het opstaan, een belangrijke oorzaak van vallen en
klachten over duizeligheid.
1.5d Oren en ogen
Door veroudering horen we minder hoge tonen en wordt de ooglens minder elas-
tisch, waardoor verziendheid optreedt, meestal na het 40e levensjaar. Door klonte-
ring van eiwitten in de lens kan cataract ontstaan.
1.5e Lagere inspanning
Bij het ouder worden neemt de functie van het hart af door het verlies van hart-
spiercellen, het minder efficiënt opnemen van zuurstof en de verlaging van de
maximale hartfrequentie. Onze maximale inspanningscapaciteit neemt dus af.
De longen verliezen een deel van hun elasticiteit, waardoor ook de maximale
ademcapaciteit afneemt.
1.5f Drogere mond
Ouderen hebben vaak een verminderde speekselproductie en daardoor vaak een
droge mond.
1.5g Iets vergeetachtiger
Bij het ouder worden neemt de hoeveelheid hersenweefsel af, met verlies van
neuronen. Ook wordt de doorbloeding in de hersenen minder. Daardoor ontstaan
enige vertraging en achteruitgang in het geheugen.
1.5h Minder vocht, meer vet
Bij het ouder worden verandert de samenstelling van het menselijk lichaam aan-
zienlijk. Tussen de leeftijd van 25 en 75 jaar neemt de totale hoeveelheid water in
het lichaam af van ruim 65% naar 50 tot 40% (vrouwen hebben een lager vochtge-
halte dan mannen), de botmassa van 6% naar 5% en de weefselmassa (droge stof)
van 17% naar 12%. De hoeveelheid vet daarentegen verdubbelt van 15% tot 30%.
Toch betekent dit niet automatisch dat u zwaarlijvig wordt. Het lichaamsgewicht
neemt bij mannen tot 45 à 50 jaar toe, en bij vrouwen tot 60 à 65 jaar. Daarna ver-
mindert het weer geleidelijk (uitzonderingen daargelaten).
1.5i Kleiner en krommer
De lichaamslengte neemt met het toenemen van de leeftijd af, en wel vanaf on-
geveer 50 jaar. Vrouwen worden gemiddeld 4,5 cm kleiner, mannen 3 cm. Dit
Blijf Gezond_opm4.indd 24 06-02-15 07:29
25 OVER OUDER WORDEN
heeft twee oorzaken. Ten eerste neemt de dikte van de tussenwervelschijven
af, wat waarschijnlijk komt doordat de weefsels minder water vasthouden.
Ten tweede zakken de wervels in door botontkalking of osteoporose. Deze twee
fenomenen leiden tot een kromming van de rug, doordat de wervels aan de ach-
terkant via scharnieren met elkaar zijn verbonden. Een ouder mens gaat dan ook
gemiddeld wat krommer lopen.
Leve mijn robotDe ontwikkelingen in de ouderenzorg helpen om ouderen langer zelfstandig thuis
te laten wonen. Een van de nieuwste uitvindingen is een robot die de bloeddruk, het
zuurstofgehalte in het bloed en de suikerspiegel doorgeeft, maar ook kijkt of iemand
op tijd eet en naar bed gaat, niet gevallen is en zelfs of de koelkastdeur niet open is
blijven staan. Medio 2014 zijn vijf van deze pioniers in de elektronische hulpverlening
thuis werkzaam in Italië, Spanje en Zweden. Ook in Azië gaan de ontwikkelingen erg
snel en zijn al allerlei toepassingen mogelijk.
Geen grijze haren meer?Grijs haar ontstaat doordat cellen in de hoofdhuid niet goed meer functioneren.
Pigmenten die voor onze haarkleur zorgen, verdwijnen daardoor. Niets aan te doen,
dachten we heel lang, en grepen naar een tube verf.
Misschien is dat over enkele jaren niet meer nodig. Een groep onderzoekers van de
Universiteit van New York heeft ontdekt hoe de kleur van het haar mogelijk behouden
kan blijven. De sleutel ligt in de proteïne wnt; dit eiwit zou ervoor zorgen dat de cellen
hun werk goed blijven doen. Want is ook belangrijk voor de groei van het haar en de
aanmaak van haarzakjes; goed nieuws voor mensen die
kaal worden. Voordat u naar de drogist rent: het eiwit is op
muizen getest. Of en wanneer het op mensen wordt
getest, is niet bekend.
Blijf Gezond_opm4.indd 25 06-02-15 07:29
26 BLIJF GEZOND!
1.5j Meer veranderingen
Andere veranderingen die met het blote oog zichtbaar zijn en echt bij een hoge
leeftijd horen, zijn afplatting van de neus, verlenging van de oorschelp, elastici-
teitsverlies van de huid (rimpels), grijs worden van de haren, haaruitval bij man-
nen en verminderde lichaamsbeharing bij zowel mannen als vrouwen. De huid
wordt dunner en er ontstaan ouderdomsvlekken. Deze veranderingen zijn op zich
niet schadelijk voor onze gezondheid.
Blijf Gezond_opm4.indd 26 06-02-15 07:29