biochemie en biotechnologie - ua.ac.be · Biochemie is een wetenschap die zich situeert op het...

32
biochemie en biotechnologie >> faculteit farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen >> masteropleiding | 2010-2011

Transcript of biochemie en biotechnologie - ua.ac.be · Biochemie is een wetenschap die zich situeert op het...

1 |

biochemie en biotechnologie

>> faculteit farmaceutische, biomedische en diergeneeskundige wetenschappen

>> masteropleiding | 2010-2011

| 2

Colofon

Redactie Dienst Studieinformatie en de faculteiten.Vormgeving Ann Engelen (kaft), Ellen Willockx (binnenwerk)Fotografie J. Crab

Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure.

3 |

Inhoud

Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Biochemie en biotechnologie binnen de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

Over Biochemie en Biotechnologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Loopbaanperspectieven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Vakbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Studeren in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Onderwijs en examens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Studieadvies en studentenbegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Nuttige websites . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

Meer info? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

| 4

Voorwoord

Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien heb je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit gevonden en hier je bachelor-opleiding voltooid.

In elk geval word je masterstudent, en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces.

De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 13.000 studenten. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bachelor-opleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnho-geschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool.

Tijdens je masteropleiding wordt de kennis die je opdeed tijdens je bacheloropleiding verder uitgediept. De Universiteit Antwerpen stelt alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan maatschappelijke en wetenschappelijke evoluties.

We nodigen je alvast uit op onze infodagen (20 maart en 24 april 2010) of op de infomarkt (15 september 2010).

Welkom bij de Universiteit Antwerpen!

Prof. dr. Alain VerschorenRectorUniversiteit Antwerpen

5 |

Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?

STUDENTGERICHTHEID

De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen.

De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee onder-steund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem.

Studenten worden bovendien ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Uni-versiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en –ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.

INNOVERENDE ACADEMISCHE OPLEIDINGEN

De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet.

De ‘ivoren’ academische toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memo-riseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroeps relevante opdrachten en problemen op te lossen. Ook de BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.

INFRASTRUCTUUR

Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne in-frastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria, aula) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden.

De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 13.000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten.

| 6

De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Biochemie en Biotechnologie is gesitueerd op Campus Groenenborger.

VORMING

De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische in-gesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en stu-denten.

ANTWERPEN

Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuur historisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.

Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A” !

Biochemie en Biotechnologie

binnen de Universiteit Antwerpen

Dat de biochemie in brede zin de basis vormt voor de ontwikkelingen in de biotechnologie en de ‘genetische manipulaties’ is evident. Het domein is echter zo breed en vergt gespecialiseerde technieken waardoor taakverdeling en specialisatie noodzakelijk worden. Onze opleiding sluit onmiddellijk aan bij de meest recente ontwikkelingen in genoom- en proteoomanalyse, de bio-informatica en de computermodellering. Naast een grondige theoretische vorming krijg je ook een degelijk praktische opleiding zowel in het laboratiorium als op de computer.

Een degelijk programma, actief onderwijs, vlot contact tussen academisch personeel en studenten kenmerken de opleiding Biochemie en Biotechnologie aan de Universiteit Antwerpen.

7 |

De master opleiding Biochemie & Biotechnologie heeft als afstudeerrichting Molecu-laire en Cellulaire Genbiotechnologie. Als voorbereiding op een specifiek beroep kan je binnen deze afstudeerrichting kiezen uit drie opties.

Als je kiest voor de optie onderzoek dan ben je geïnteresseerd in een loopbaan in het wetenschappelijk onderzoek. Je opleiding is er op gericht om problemen in verband met biochemisch gedrag van levende organismen autonoom aan te pakken en op te lossen.

Kies je voor de optie onderwijs dan krijg je, naast een degelijke wetenschappelijke opleiding, een lerarenopleiding die overeenkomt met 30 studiepunten

In de optie ondernemerschap krijg je dan weer een equivalent van 30 studiepunten op-leiding in beleid, management en ondernemerschap.

Over Biochemie en Biotechnologie

Biochemie is de basiswetenschap die een verklaring van het leven op moleculair- biologisch niveau probeert te geven. De chemische reacties die bij een bepaald biologisch verschijnsel horen worden onderzocht tot op moleculair niveau. Door het begrijpen van deze verschijnselen op het micro niveau, kunnen verschijnselen op het macro niveau (bijvoorbeeld cel-weefsel-organisme niveau) verklaard worden. Deze stu-die is toegespitst op o.a. de overdracht van genetische informatie, de organisatie van de energiehuishouding, het bepalen en onderhouden van structuur, het tot stand brengen van levensverrichtingen, ….

Biotechnologie houdt zich bezig met de technieken om de fundamenteel biochemische kennis te gebruiken voor praktische doeleinden en is een heel breed terrein dat zich uitstrekt van kaasmaken tot high-tech laboratoriumwerk. Een onderdeel van de biotechnologie dat tegenwoordig in de aandacht staat is de genetische manipulatie en de implicaties hiervan op het proteoom.

Waarom Biochemie en Biotechnologie studeren?

Ben je geïnteresseerd in biologische fenomenen op moleculair niveau? Heb je belangstelling voor de creatie van nieuwe moleculen met biologische relevantie? Heb je interesse in de toepassing van deze kennis in de praktijk?

Biochemie is een wetenschap die zich situeert op het grensgebied van de biologie, de chemie en de fysica. Je bent bijgevolg ook in al deze gebieden geïnteresseerd en je wilt deze wetenschappen met elkaar combineren.

| 8

Doelgroep en toelatingsvoorwaarden

Je kiest deze opleiding vanuit een belangstelling voor de biologie en chemie van het leven, de organismen en hun cellen. Je vindt de moleculaire architectuur en functie van de cel, de informatieoverdracht tussen cellen fascinerend.

RECHTSTREEKSE INSTROOM:

- Bachelor in de Biochemie en Biotechnologie

RECHSTREEKSE INSTROOM, MITS VOLGEN VAN AANGEPASTE KEUZEVAKKEN:

- Bachelor in de Biologie - Bachelor in de Biomedische Wetenschappen- Bachelor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, Afstudeerrichting Cel en Gen-

biotechnologie

Loopbaanperspectieven

Een belangrijke tewerkstellingspool is het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit en onderzoeks- en ontwikkelingscentra, navorsings- en ontwikkelingswerk in de farmaceutische en de bio-industrie, het onderwijs (secundair en hoger) en andere functies buiten het eigen vakgebied. Ook in de gezondheidssector en in de medische laboratoria werken biochemici/biotechnologen.

Gezien het niveau van specialisatie bereiden de meeste afgestudeerde bioche-mici/ biotechnologen een doctoraat voor. Nadien blijven een aantal bedrijvig in het wetenschappelijk onderzoek. Anderen vinden een job in de biotechnologische of farmaceutische industrie, of elders in het bedrijfsleven.

De getuigschriften taalvaardigheid, bedrijfskunde, de doctoraatsopleiding en de voort-gezette opleidingen bieden voldoende mogelijkheden om de horizon te verbreden als aanvulling op de gespecialiseerde studie die de Biochemie en Biotechnologie is.

9 |

Studieprogramma

MASTER 1

AFSTUDEERRICHTING MOLECULAIRE EN CELLULAIRE GENBIOTECHNOLOGIE

Algemene stam

Bioethiek 3

Gen- en genoomtechnologie 6

Eiwittechnologie en proteoomanalyse 6

Systeemfysiologie 6

Functionele genoomanalyse 3

Functionele proteoomanalyse 3

Biotechnologie 3

Industriële microbiologie en biotechnologie 3

Afstudeervakken optie onderzoek

Ruimtelijke structuren van eiwitten 3

Ontwikkelingsbiologie van modelorganismen 3

Octrooien en innovatie 3

Keuzevakken * 18

Afstudeervakken optie onderwijs

Inleiding in de onderwijskunde 3

Didactiek natuurwetenschappen 3

Didactiek uitbreidingsmodule (Biologie of chemie) 3

Oefenlessen 3

Leerlingenbegeleiding- trends en ontwikkelingen 3

Inleefstage 3

Keuzevakken * 9

Afstudeervakken optie ondernemerschap

Communicatie 6

Management van een organisatie 6

Financieel management en juridische aspecten 6

Keuzevakken * 9

TOTAAL 60

| 10

MASTER 2

AFSTUDEERRICHTING MOLECULAIRE EN CELLULAIRE GENBIOTECHNOLOGIE

Algemene stam

Stage 12

Masterproef 30

Afstudeervakken optie onderzoek

Capita selecta moleculaire en cellulaire genbiotechnologie 6

Keuzevakken * 12

Afstudeervakken optie onderwijs

Onderwijsorganisatie en –beleid 3

Keuzevak onderwijs 6

Instapstage 3

Keuzevakken * 6

Afstudeervakken optie ondernemerschap

Innovatie en entrepreneurship 6

Procesmanagement en kwaliteitszorg 6

Keuzevakken * 6

TOTAAL 60

KEUZEVAKKEN (*)

Keuzemodules kunnen ook gekozen worden uit andere masteropleidingen maar moeten voldoen aan de criteria van de master biochemie en biotechnologie opleiding en dienen daarom ter goedkeuring voorgelegd worden aan de onderwijscommissie.

Overzicht keuzevakken

Neurogenetica 3

Genetische epidemiologie 3

Moleculaire immunologie 3

Moleculaire biofysica 3

Toegepaste bio-informatica 3

Ruimtelijke structuur van eiwitten 3

Toegepaste celbiologie 3

Moleculaire neuropathologie 3

11 |

Vakbeschrijvingen

MASTER 1

Afstudeerrichting Moleculaire en cellulaire genbiotechnologie

Bio-ethiek Bio-ethiek duidt op de filosofische studie van de ethische problemen en vraagstukken die ontstaan door de ontwikkeling en toepassing van biomedische/-technologische we-tenschappen. Het is een relatief jonge academische discipline die voornamelijk gestuwd werd door tal van maatschappelijk problemen teweeggebracht door de enorme vooruit-gang in de geneeskunde en biowetenschappen vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw (dergelijke problemen omvatten onder meer nieuwe en complexe ethische vraag-stukken rond menselijke ingrijpen in het leven; verschuivingen in de vermeende grens tussen leven en dood; de morele waarde van een levende persoon versus die van een niet-persoon; de economische implicaties van levensverlengde handelingen, enz). Aan de hand van verschillende casussen behandelen we in deze inleidende cursus actuele ethische vraagstukken binnen de klinische medische praktijk en biomedisch onderzoek. We gaan ook in op enkele ruimere vragen betreffende de morele status van dieren in termen van wetenschappelijk onderzoek, de implicaties van huidige R&D trends op het welzijn van kwetsbare populaties, en de invloed van creationistisch denken op bio-ethi-sche debatten. Een grondige benadering van dergelijke vraagstukken vereist dat men verschillende ethische perspectieven kan onderscheiden en tegen elkaar afwegen. De cursus heeft tot doel verschillende theoretische argumentatiekaders en argumentatie-methodes aan te reiken die bruikbaar zijn voor het ontleden en evalueren van bio-ethi-sche controverses.

Gen- en genoomtechnologieDeze cursus heeft als doel het verwerven van methoden en beschikbare werk middelen van de recombinant DNA technologie. Je leert protocols raadplegen en raakt vertrouwd met wetenschappelijke literatuur rond gentechnologie. De cursus wordt jaarlijks aan-gepast aan de meest recente technologie met betrekking tot kloneringstechnieken ( klonerings- en expressievectoren), PCR- en labellingstechnieken; genomische en expressiebanken (array-technologie), opstellen van genetische en fysische kaarten van complexe genomen, strategieën voor positionele en functionele klonering, voorbeelden van “in silico cloning” aan de hand van genoomprojecten, mutatie-detectiemethoden, principes voor genetische modificatie (transgenese, gene-targetting, gene-silencing), analyse van eukaryotische genen in celkulturen en modelorganismen.

| 12

Eiwittechnologie en proteoomanalyseDe theorie zal uiteengezet en nadien experimenteel toegepast worden. In een eerste deel zal de aandacht vooral gaan naar de studie van eiwitten:

- Chemische modificatie van eiwitten: vb (i) chemische wijziging op de aminozuren cysteïne en lysine door vinylpyridilatie en modificatie met maleïnezuur anhydride; (ii) biotinilatie van eiwitten

- Zuivering van eiwitmengsels met beperkte complexiteit door ionenuitwisseling- en omgekeerde fase chromatografie. Controle van de zuiverheid door SDS-PAGE

- Strategiëen voor het klieven van eiwitten in peptide mengsels - Scheiden van peptide mengsels met beperkte complexiteit via omgekeerde fase chro-

matografie - N-terminale sequentiebepaling van eiwitten en peptiden door Edman afbraak. - Voorbeelden van affiniteitschromatografie

In een tweede deel wordt in een aantal hoorcolleges de Proteoomanalyse sensu strictu uiteengezet, waarbij vooral aandacht zal gaan naar

- Scheidingstechnieken van complexe eiwitmengsels op basis van gelelectroforese of chromatografie

- Identificatietechnieken op basis van massaspectrometrie. - Bespreking van verschillende strategiëen voor de vergelijking van eiwitprofielen

Dit theoretische gedeelte wordt gevolgd door een praktisch gedeelte dat zowel labora-toriumwerk (staal voorbereiding en 2D-gelelectroforese) als demonstraties (2D-micro-capillaire chromatografie en massaspectrometrie) omvat.

SysteemfysiologieVoortbouwend op de algemene kennis van anatomie (bouwplannen biologie en cellen en weefsels Ba1), zal de structuur van de besproken organen, nodig voor het begrijpen van de functie, kort worden toegelicht.

De cursus systeemfysiologie van circulatie, long, nier en endocrinologie is erop gericht de student een inzicht te geven in de werking van deze orgaansystemen als dusdanig en in hun geïntegreerde rol in de homeostase van het organisme (bij hogere vertebraten).

Functionele genoomanalyseStructurele genoomanalyse - genoomcomplexiteit, en –structuur met nadruk op hu-maan genoom - in kaart brengen en sequentiebepaling van grote genomen - DNA-her-schikkingen in mensgenoom - functionele annotatie van genoomsequenties in functie van transcriptie, transcriptieregulatie, DNA-replicatie en evolutie Comparatieve ge-noomanalyse - definitie en toepassingen - genfamilies - synteny mapping en functionele gen-annotatie Functionele genoomanalyse - transcriptoomanalyse - comprehensive mutant libraries

13 |

Biotechnologie Industriële microbiologieBiotechnologie omvat de toepassingen dewelke gebruik maken van biologische systemen en organismen teneinde produkten en processen te creëren en/of te mo-dificeren voor welbepaalde doeleinden. Gezien de diversiteit en dynamiek van de bio technologie zal er, in een eerste deel, aandacht besteed worden aan de verschillende biotechnologische aspecten en toepassingen in: de landbouw; voeding, farmaceutische sector, gen therapie, immunologie en geneeskunde. Tevens zal er aandacht geschonken worden aan te verwachten ontwikkelingen binnen de biotechnologie

In een tweede deel zullen vooral industriële implementaties worden besproken met volgende aspecten: overzicht van de meest gebruikte (micro)organismen inclusief genetisch gemodificeerden, upstream en downstream processing (fermentatie, cel-breking, zuiverings- technieken en formulering), Current Good Manufacturing Practices (cGMP), bioveiligheid en regelgeving, patentering en kostprijsanalyse.

Een industriële ‘case’-studie uit verschillende bedrijfssectoren, zoals de farmacie, voeding, fijn chemie en bioremediatie zal besproken worden, waarbij de hierboven vermelde aspecten aan bod komen. In het bijzonder zal worden ingegaan op het hoe en waarom van de gevolgde strategieën, de keuze van de microorganismen , de gebruikte technieken en instrumentatie.

Afstudeervakken optie onderzoek

Ruimtelijke structuren van eiwittenTijdens deze cursus krijg je een overzicht en vergelijking van methoden van biologische moleculaire structuuranalyse door middel van radiatie.(microscopie, spectro scopie, diffractie..). We bekijken onder andere de kristallografische structuuranalyse van biologische macromoleculen, kernmagnetische resonantiemethoden en gebruiken vooral voor beelden uit proteïne- en nucleïnezuur systemen, biochemische processen en enzymologie die het gebruik van de informatie bekomen vanuit deze methoden illustreren.

Ontwikkelingsbiologie van modelorganismenDeze cursus zal gegeven worden door gastdocenten die expert zijn in het gebruik van verschillende modelsystemen zoals C. elegans, Drosophila, gist, Arabidopsis, Xenopus en muis. Voor elk model zal een algemene inleiding gegeven worden over de ontwikke-ling (morphogenese, specialisatie en determinatie) en de gebruikte technieken (kweek, identificatie van genen en eiwitten, etc). Daarnaast zal elke docent ingaan op meer details van het gebruik van deze modellen om specifieke aspecten te bestuderen zoals neurodegeneratie in C. elegans, Drosophila en muis, mentale retardatie in Drosophila, celdeling in Arabidopsis, voedselsensing in gist en andere.

| 14

Octrooien en innovatieDe inhoud kan samengevat worden in 5 hoofdstukken, nl.:

1. ‘Innovatie en Intellectuele eigendomsrechten’: wat en waarom? 2. ‘Patenten of Octrooien’: historiek, wat is een patent, wat is een uitvinding, criteria

voor het verkrijgen en toekennen van een octrooi, inhoud en publicatie van octrooien, verdragen: het Europees Octrooiverdrag en de PCT, prioriteit, verschillen tussen Europa en de V.S. mbt octrooien, octrooien op biologisch materiaal, informatie over octrooien, beschermingsduur, uitvinder en aanvrager, oppositie voeren, kosten...

3. ‘Octrooien en informatie’: op zoek in octrooidatabanken 4. ‘Gebruik van octrooien en overeenkomsten’: inbreuk, licenties, confidentialiteitsover-

eenkomsten, materiaal transfer overeenkomsten, R& D overeenkomsten... 5. ‘Innovatie & Start-ups’: algemene principes, de actoren, aandelen, raad van bestuur,

dagelijkse leiding, investeerders, kapitaalsverhoging, biotech start-up (voorbeelden)...

Afstudeervakken optie onderwijs

Inleiding in de onderwijskundeVolgende topics komen aan bod:

1. De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan

2. Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen, groeperingsvormen, media, evaluatie

3. De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klas-klimaat, sociometrie, ordeproblemen, pesten, participatie

4. De leraar en de school: leiderschap, beroepsbeelden, loopbaanfasen, schoolculturen5. Ervaringen uit de inleefstage

Didactiek natuurwetenschappenDe basismodule Didactiek Natuurwetenschappen tezamen met een uitbreidingsmodule Vakdidactiek Biologie, Chemie of Fysica vormt één geheel. Hierbij wordt, vanuit een spiraalvormige ordening van leerinhouden, gewerkt aan de nodige competenties om op een didactisch verantwoorde wijze een les (natuur)wetenschappen voor te bereiden en te geven. Vandaar dat sommige competenties, alsmede de inhouden die daaraan gekoppeld worden, aan bod komen in beide modules. De uitbreidingsmodules zorgen echter voor de nodige verdieping en verbreding binnen een specifieke vakdidactiek.

Leren wordt in beide modules steeds gezien als het actief verwerken van aangeboden informatie tot nieuwe kennis, en dit op basis van voorkennis. De implicaties van deze visie voor het onderwijs van exacte vakken loopt als een rode draad doorheen de diverse onderdelen van cursus.

Aangezien het ontwikkelen van vaardigheden als één van de belangrijkste doelstellingen van de module gezien wordt, wordt tijdens de lessen van de studenten een actieve

15 |

inbreng verwacht: leesopdrachten voor thuis, werken aan opdrachten in kleinere groepen, vaardigheidsoefeningen, deelname aan groepsdiscussies, ….

Didactiek uitbreidingsmodule biologieZie didactiek natuurwetenschappen

Didactiek uitbreidingsmodule chemieZie didactiek natuurwetenschappen

OefenlessenDe oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student gekozen heeft. Ze worden begeleid door de vakdidacticus en de praktijkassistent(en). Voor studenten die kiezen voor meerdere vakdidactieken worden de oefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Oefenlessen, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn.

Oefenlessen verwijzen naar lessen die studenten aan de universiteit aan mede studenten of leerlingen secundair onderwijs geven. Deze lessen moeten voorbereid worden en worden achteraf besproken. Studenten wonen ook de lessen van collega-studenten bij en nemen actief deel aan de bespreking. De aanwezigheid en een actieve inbreng van de studenten is dus vereist, zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer collega-studenten les geven. Studenten leren gericht observeren, reflecteren en hun bevindingen achteraf structureren (bv. in een logboek). De concrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken zijn aangepast aan de gekozen vakdidactiek(en): geven van volledige lessen of mini-lessen en/of inoefenen van deelvaardigheden, individueel en/of in groep les geven, ...

Leerlingbegeleiding – trends en ontwikkelingenVolgende topics worden behandeld:

1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding: - Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’ - Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’ - Leerbegeleiding ‘leren leren’ - Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de

school 2 . Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken 3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg 4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan

| 16

InleefstageIn deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn.

Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aan het leraarsberoep. Naast observatie van het lesgeven (micro-niveau) gaat aandacht naar activiteiten op het niveau van de school (meso-niveau) en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid (macro-niveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is de invalshoek niet zozeer die van de eigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar en leerlingen, van de leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen, enz. Activiteiten op schoolniveau betreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats, bijwonen van een klassenraad of oudercontact, enz. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv. het school-werkplan, het beleid dat de school voert inzake leerlingenbegeleiding, het participatie-beleid van de school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake.

Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso) en bij voorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in de ervaringen die studenten opdoen in voor hen minder bekende onderwijs- en leersettings en waardoor ze hun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school waar ze zelf onderwijs genoten.

Afstudeervakken optie ondernemerschap

strategische bedrijfsCommunicatieHet vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisatorische (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowel praktische vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatie-thema’s. Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties.

ManagementcommunicatieManagers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)proces-sen aansturen, zowel intern als extern. In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externe communicatie,

17 |

identiteit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van digitale media etc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaal noodzakelijk.

Technische communicatieGespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt.

BedrijfscommunicatieIn alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategisch en correct is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfs communi catie en staan we stil bij strategieën, structuren en conventies.

Management van een organisatie In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippen management, manager en managementwetenschappen. Anderzijds overlopen we de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiden geven en controleren). Pér managementfunctie staan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruikte methoden en instrumen-ten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. We benadrukken tenslotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (vb. er bestaat niet één wijze/manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren).

In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de studenten de theoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als “(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijk aspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats).

Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (vb. informatica, of biomedische wetenschappen, of …) én van hun later carrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoende interessant en vooral relevant is.

Financieel management en juridische aspectenDe cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid.

Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zijn bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan de techniek van het boekhouden en de inhoud

| 18

van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen.

Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid

Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht.

De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennis inzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reële praktijksituaties.

De deelnemers dienen een aantal groepopdrachten uit te werken en te presenteren.

MASTER 2

Afstudeerrichting Moleculaire en cellulaire genbiotechnologie

StageDe master stage verloopt in een laboratorium verbonden aan de UA, een andere uni-versiteit of wetenschappelijke instelling (ITG, VITO, VIB of vergelijkbare instituten) of bedrijf (Biotech, Chemie, Farmacie of vergelijkbare sectoren) onder de supervisie van een promotor. De onderwerpen worden aan de studenten meegedeeld en gekozen tijdens het tweede semester van Ma 1. De laboratoria en onderwerpen werden vooraf goedge-keurd door de coördinatoren van de master stage en in overleg met het onderwijsbureau Biochemie & Biotechnologie. De master stage heeft als doel praktische vaardigheden te ontwikkelen in het laboratorium, maar tevens een goede wetenschappelijke kennis verwerven van de gebruikte technologie.

MasterproefDe masterproef Biochemie en Biotechnologie heeft als doel de studenten zelfstandig een probleem binnen het domein van de biowetenschappen te leren oplossen. De student zal inzicht verwerven in onderzoeksmethodes, het opstellen van een onderzoeksplan en het kritisch gebruik van wetenschappelijke literatuur, databanken en/of apparatuur. De studenten maken een schriftelijk werkstuk waarin ze de doelstellingen van hun onderzoek uiteenzetten, de reeds bestaande kennis en nieuwste ontwikkelingen synthetiseren, de resultaten van hun eigen onderzoek rapporteren en de relevantie van hun onderzoek kritisch toelichten in relatie tot de reeds bestaande kennis. Nadien stellen zij de resultaten van hun onderzoekswerk mondeling voor en verdedigen zij hun conclusies.

19 |

Afstudeervakken onderzoek

Capita selecta moleculaire en cellulaire genbiotechnologieIn een reeks van voordrachten gegeven door internationaal erkende experten uit zowel de academische als de industriële wereld, leren de studennten hoe wetenschappelijke ontdekkingen in de moleculaire en cellulaire genbiotechnologie succesvol zijn toegepast om onze levenskwaliteit te verhogen. Een aantal van deze toepassingen bevinden zich in de domeinen van de menselijke gezondheidzorg, landbouw en voedingswetenschap-pen zoals de efficiënte productie van gewassen en bier, nieuwe methoden voor het aan-maken van geneesmiddelen en antilichamen, de ontwikkeling van transgene dieren en het cloneren van dieren. Tijdens deze cursus worden voordrachten gegeven over een aantal brede onderwerpen alsook over specifieke voorbeelden. De presentaties worden op een informele manier gegeven en de studenten krijgen de kans om vragen te stellen en te discussiëren met de sprekers na elke presentatie.

Afstudeervakken onderwijs

Onderwijsorganisatie en –beleidVolgende topics worden behandeld:

1. Overzicht van het onderwijssysteem in Vlaanderen: grondwettelijke waarborgen voor onderwijs, leerplicht, structuur van het onderwijslandschap, beleid op macro-, meso- en microniveau, interne en externe participatie- en overlegstructuren, financiering en onderwijsbudget, hoe gebeurt de beleidsvorming en de beleidsuitvoering, hoe komt de onderwijswetgeving tot stand. Welke beleidsdocumenten stelt de minister op, impact van Europa op het Vlaamse onderwijs.

2. Evaluatie van het onderwijs en het onderwijssysteem in Vlaanderen: onderwijs-inspectie, Curriculum (DVO), pedagogische begeleidingsdiensten, evaluatie van onder-wijsinstellingen.

3. Onderwijzend personeel: arbeidsvoorwaarden en statuut van het onderwijzend per-soneel, directeurs, inspecteurs, personeel van pedagogische begeleidingsdiensten en ander onderwijspersoneel; relevante wetgeving

4. Onderwijsbeleid van de Vlaamse regering (beleidsnota’s en beleidsbrief)

De klemtoon ligt op bovenstaande topics. Basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en onderwijs voor leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften komen beperkt aanbod. Organisatorische dimensie: toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze, indeling, organisatie van de schooltijd, kostenplaatje,… Inhoudelijke dimensie: curriculum en vakken, onderwijsmethoden en didactisch materiaal, voortgang van leerlingen, diplomering.Maatregelen voor de begeleiding van leerlingen zoals geïntegreerd onderwijs, het gelijke onderwijskansenbeleid, inclusief onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding en maatregelen voor migrantenleerlingen worden aangehaald.

| 20

InstapstageDe instapstage sluit aan bij de vakdidactiek die de student gekozen heeft. Voor studenten die kiezen voor meerdere vakdidactieken wordt de instapstage verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Instapstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn.

Tijdens de instapstage maken de studenten verder kennis met het functioneren als vakleraar. De begeleiding op de stageschool gebeurt door een vakmentor. Vanuit de universiteit worden de studenten begeleid en opgevolgd door de vakdidacticus en de praktijkassistent(en). De nadruk ligt op het vakdidactische aspect. De studenten observeren lessen uit hun eigen vakdiscipline, staan zelf voor de klas, stellen een toets op en verbeteren die, ... Zelf leren lesgeven gaat gradueel, bv. starten in teamteaching met de vakmentor (kleine delen van de les overnemen, begeleiden bij groepswerk), co-teaching met een medestudent (een groter deel van een les geven), tot het zelfstandig voorbereiden en geven van een volledige les.

Voor de verdeling van het aantal observatielessen en eigen lesmomenten in de instapstage hanteren we volgende richtlijn:

- een observatie betekent een studiebelasting van ca. 3 uur (een les van 50 minuten observeren met ongeveer 2 uur reflectie en bespreking nadien). Er worden in deze fase 10 observatielessen voorzien (= ca. 30 uur).

- een stageles op dit voorbereidend niveau betekent een werkbelasting van ca. 8 uur (bespreking met mentor vooraf, lesvoorbereiding uitwerken, les geven, bespreking achteraf, verslag). Studenten worden geacht deze eerste leservaringen op te doen met een tijdswaarde van 6 volledige lessen (= ca. 48 uur).

De totale studiebelasting voor dit opleidingsonderdeel bedraagt in totaal 75 à 90 uur.

De stagelessen worden gegeven in één school; de observaties kunnen in twee scholen. De studenten kiezen dan voor uiteenlopende onderwijs- en leersettings, o.a. de onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso). Eén van de scholen waar de observaties plaatsvinden, is bij voorkeur een school waar ook de inleefstage plaatsvindt/vond en/of waar studenten later zelf tijdens de groeistage lessen geven. Zo kunnen ze de beginsituatie beter inschatten.

21 |

Afstudeervakken ondernemerschap

Innovatie en entrepreneurshipQuality assessment van science & technology.We gaan even in op de verschillende types van onderzoek die er bestaan en hoe zij zich relateren tov de eventuele valorisatiepiste. Vervolgens behandelen we de kwaliteitseva-luatie van de onderliggende vinding en/of technologie.

Bescherming van de intellectuele eigendom en Freedom to Operate. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de manier waarop men een vinding of innova-tie kan beschermen. De verschillende systemen worden toegelicht. Innovatie staat of valt bij de freedom to operate. In dit gedeelte komen aspecten aan bod die essentieel zijn om de innovatie naar te markt te kunnen brengen. De problematiek van patenten, trademarks, inlicentiëring en confidentialiteit wordt uitvoerig toegelicht.

Geïntegreerde Productontwikkeling. Aan de hand van een projectmatige benadering wordt een moderne benadering van pro-ductontwikkeling besproken. Snelle en hoogwaardige productontwikkeling moet leiden tot een versnelde vernieuwingscyclus van het productenpalet en een belangrijk compe-titief voordeel. De studenten vernemen hoe zo’n proces verloopt.

Productdefinitie versus markt. In eerste instantie worden methodes besproken om de toegevoegde waarde te bepalen. Er kunnen verschillende modellen gehanteerd worden Naast de elementaire product-positionering zowel naar de verworven intellectuele eigendom als naar de eigen capa-citeiten van het bedrijf toe (engineering, productie,...) wordt nagegeaan hoe men met aangepaste business-modellen de verschillende marktsegmenten van de markt moet inschatten en benaderen. Marktkritische factoren zoals prijsstelling, waarde-perceptie, marktpenetratie en concurrentie-analyse komen uitvoerig aan bod.

Team. In dit gedeelte wordt ingegaan op de belangrijkste asset van innovatieve bedrijven: het team. Bij de bespreking van de teamsamenstelling voor innovatieve projecten worden aspecten zoals complementariteit, coaching, selectie, recrutering, motivatie en enga-gement uitvoerig besproken. De factor “human capital” wordt in de toenemende ken-nismaatschappij een beslissend element bij het succesvol realiseren van innovatieve ideeën.

Organisation and Innovation.Innovatie brengt andere organisatievormen met zich mee. We bekijken de belangrijkste verschillen met klassieke organisaties op het vlak van communicatie, knowledge ma-nagement, cross disciplinary collaboration etc. Business Strategy and Alliances. We be-kijken welke business strategieën er passen om innovatie maximaal tot succes te bren-

| 22

gen. Het eerder bepaalde business model moet worden opgebouwd met partnerships. Het kiezen van goede partners ligt meer en meer aan de basis van succesvolle innovatie zowel op het vlak van engineering, productie als marketing en verkoop. Er wordt uitvoe-rig ingegaan op de elementen die bij een partnerkeuze van cruciaal belang zijn. Net zoals bij de andere assessments, zal gebruik gemaakt worden van de SWOT-analyse.

Budget en financiering.We zien hoe aan de hand van een doorgedreven procesanalyse de verschillende budget-taire componenten worden bepaald. De verschillende vormen van innovatie-financie-ring, inclusief de equity-financiering worden toegelicht aan de hand van voorbeelden. Een uitgebreid overzicht van de binnenlandse en buitenlandse mogelijkheden zal wor-den gegeven. De huidige crisis in de financiële wereld en het effect ervan op innovatie wordt besproken.

Business Plan.In dit gedeelte wordt toegelicht hoe al deze elementen worden verwerkt tot een busi-ness plan met inbegrip van een financieel plan.Valuation. Tot slot worden de regels be-handeld die in aanmerking komen bij het bepalen van de waarde van innovation.

Procesmanagement en kwaliteitszorgPartim 1: Procesmanagement

Sub I behandelt Process Technology en geeft een generische wijze aan om processen te behandelen. Op het einde van dit gedeelte kan de student een energie en massabalans opstellen, een flowsheet opstellen en zal hij alle standaard symbolen kennen die daarbij worden gebruikt. Hij kan een evaluatie maken van de kosten en de schaalbaarheid van processen om zo nadien een financiële haalbaarheid te kunnen inschatten.

Sub II legt de focus op de schaalbaarheid van bepaalde specifieke installaties ( distillatie, membraanscheiding, kristallisatie, biochemische reactors, stoomgeneratoren…).

Sub III introduceert basisconcepten van processturing en -controle.

Sub IV behandelt een selectie van materialen, met het oog op corrosie, isolatie en weer-stand van materialen (metallische profielen, structuren, composiet materialen, vuurbe-stendigheid).

Sub V sluit af met enkele snelle methodes voor kostbepaling van industriële processen en het inschatten van geassocieerde financiële ratio’s en indicatoren om goede haalbaarheidstudies te kunnen maken.

Op het einde van de cursus kan de student de tools toepassen op andere gevalstudies. Daarmee moet hij een theoretische en praktische kennis kunnen aanwenden om massa- en energiebalansen op te stellen, flowsheets te tekenen, de controle circuits en de daarvoor benodigde meetinstrumenten aan te geven, de juiste keuze te maken van de

23 |

benodigde materialen en uiteindelijk een financiële inschatting te geven ten behoeve van de haalbaarheid van het gehele proces.

Partim 2: Kwaliteitszorg

Sub I beoogt de filosofie en de concepten TQM. De link met strategie, operationeel management and organisatie wordt toegelicht.

Sub II bespreekt de toolbox voor TQM. Er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van specifieke cases door voorbeelden te bespreken uit het dagelijks leven (voorbeelden uit de huiselijke omgeving zullen worden gebruikt om elk van de concepten te bespreken). De studenten zullen Excel spreadsheets gebruiken om de praktijk van TQM toolbox te ervaren. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op de moderne probleemoplossende technieken, die integraal deel uitmaken van de Total Quality Toolbox, en verondersteld worden gebruikt te worden door de beslissers in de industrie: mental maps, probleem prioriteits-stelling, oorzaak-gevolg diagram, business process model, cause - effect –mitigation & remediation analysis, multi-criteria ranking van opties & scenarios. De criteria worden uiteindelijk verder geaggregeerd tot aanvaardings-, duurzaamheids- en haalbaarheids-indexen om zo een rationele ranking toe te laten van de verschillende opties.

In sub III, wordt de Lean 6 Sigma Method in detail behandeld, als een Standaard voor Quality Management in zowel een productie- als in een service-omgeving. De nadruk ligt hierbij op het meten van process indicatoren om zo verschuivingen en biasen te kunnen detecteren, de tolerantie te leren respecteren en de grenzen van de procesmogelijk-heden te leren kennen.

Studeren in het buitenland

De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit.

In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samen-werkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.

Meer info op www.ua.ac.be/dis

| 24

Onderwijs en examens

MASTER IN BAMA

In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omge-vormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer infor-matie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be.

In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een s chakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een a cademische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen:

AcAdemische BAchelor AcAdemische mAster

AcAdemische BAchelor voorBereidingsprogrAmmA AcAdemische mAster

professionele BAchelor schAkel AcAdemische mAster

SEMESTERSYSTEEM EN EXAMENS

Aan de Universiteit Antwerpen wordt het semestersysteem gehanteerd. Het academie-jaar wordt opgesplitst in twee delen, die elk afgesloten worden door een examenperiode. Deze twee examenperiodes (in januari en juni) vormen samen de eerste zittijd. In de tweede zittijd worden alle examens hernomen waarvoor je minder dan 10/20 behaalde. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je credits.

Het examenreglement wordt elk jaar kritisch geëvalueerd en aangepast, in samenspraak met studentenvertegenwoordigers. Het volledige reglement kan je raadplegen op www.ua.ac.be/studport.

25 |

Studieadvies en studentenbegeleiding

STUDIEADVIES EN STUDENTENBEGELEIDING

Tijdens het academiejaar kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding in eerste instantie terecht voor informatie en advies. Je kan daarbij niet alleen denken aan algemene informatie over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook aan informatie over het leerkrediet, over het onderwijs- en examenreglement, enzovoort. Daarnaast kan je bij de dienst terecht met studiegebonden en persoonlijke problemen. Dit zowel onder de vorm van groepsactiviteiten als onder de vorm van individuele begeleiding, die beide volledig gratis worden aangeboden. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP).

STUDIEKEUZE EN HERORIËNTERING

Bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding kan je onder meer terecht voor advies omtrent je studiekeuze. Aan de hand van gesprekken en oefeningen kan je meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen. Ook bij twijfel aan je studiekeuze kan je bij de dienst terecht om je oorspronkelijke studiekeuze te herevalueren om vervolgens na te gaan welke stappen je kan ondernemen wanneer je wil stoppen of veranderen van studierichting.

ALGEMENE STUDIEBEGELEIDING: STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING

Daarnaast organiseren Studentenbegeleiders elk semester trainingen over studie-vaardigheden, o.a. de trainingen ‘effectief plannen en studeren’ en ‘uitstelgedrag’. Je kan er echter ook terecht voor individuele en digitale begeleiding rond deze topics.

PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING

Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen ervaart zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving, ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider voor een psychologische begeleiding. Dat kan op verschillende manieren, gaande van individuele gesprekken over het volgen van een training tot het bekomen van een gepaste doorverwijzing. Dit alles gebeurt steeds op vrijwillige basis.

BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING,

TOPSPORT OF KUNSTBEOEFENING:

Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leer stoornis zoals dyslexie, AD(H)D, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen.

| 26

Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attesten zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector.

AFSTUDEERBEGELEIDING

Tot slot kan je bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding terecht voor begeleiding bij het afstuderen. Misschien kan je hulp gebruiken bij je zoektocht naar geschikte jobs, wil je weten welke jobs bij je passen, wil je weten welke studies je na het behalen van je diploma nog kan gaan doen, hoe je het solliciteren best aanpakt, … Met al deze vragen kan je op de dienst terecht voor een individuele begeleiding. Ook worden jaarlijks sollicitatietrainingen aangeboden en jobdagen georganiseerd met panelgesprekken, infosessies en bedrijvenstanden. Je kan hierover meer informatie krijgen op het STIP. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt ook in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.

Nuttige websites

WEBSITE MASTERS

Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit.

INFOMOMENTEN VOOR TOEKOMSTIGE STUDENTEN

Infodagen

Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen.

Infomarkt

Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master na masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf in-schrijven is niet nodig. De datum en meer info vind je op www.ua.ac.be/infodagen.

27 |

INSCHRIJVEN

Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven.

HET STUDENTENPORTAAL

Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische ka-lender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, stu-dentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculeit, doctoreren, enz..

BIBLIOTHEEK

De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking voor studen-ten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibiliotheek voor de huma-ne en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be

BEGIN ACADEMIEJAAR

Het academiejaar 2010-2011 start op maandag 27 september 2010. Op www.ua.ac.be/onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden.

HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN?

De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen.

| 28

Meer info?

SECRETARIAAT OPLEIDING

Departement Biomedische wetenschappen, onderwijscommissie Biochemie en Biotechnologie

Onderwijscommissie Biochemie & Biotechnologie Campus Drie Eiken

Voorzitter: Prof. J. del Favero Secretariaat: Mevr. E. Pluym Universiteitsplein 1 Gebouw S, 1ste verdieping 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 265 23 01 | F +32 (0)3 265 23 39

www.biochemie.ua.ac.be

Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Campus Drie Eiken

Gebouw S, 1ste verdieping Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 820 20 04 | F +32 (0)3 820 24 40

[email protected]

DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN

Studenten Informatie Punt (STIP)

Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 265 48 72

Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 265 20 09

[email protected]

29 |

Notities

| 30

Notities

31 |

Notities

| 32

Notities