Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale...

24
Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door 2 getallen: • Het aantal herhalingen van het experiment (n) • De kans op succes bij één experiment (p)

Transcript of Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale...

Page 1: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling

Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door 2 getallen:

• Het aantal herhalingen van het experiment (n)

• De kans op succes bij één experiment (p)

Page 2: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Als we het aantal successen aangeven met de letter X , dan zeggen we dat X binomiaal verdeeld is met de parameters n en p.

Een voorbeeld:

Als ik bij een multiple-choice-toets met 40 vierkeuzen-vragen de antwoorden willekeurig invul, dan is het aantal goed beantwoorde vragen binomiaal verdeeld met parameters n=40 en p=0.25

Ofwel: als we het aantal goede antwoorden X noemen dan geldt:

X = bin(40; 0.25)

Page 3: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Als ik nu wil uitrekenen hoe groot de kans is dat ik precies 17 goede antwoorden heb, dan kan dat met de volgende formule:

In wiskunde-jargon:

P( X=17)met

X=bin(40 ; 0.25)

2317

4

3

4

1

17

40

P(X=17)=

Page 4: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

De kans op succes:P=1/4

Page 5: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

Het aantal succesen

Page 6: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

De kans op mislukking:1-1/4=3/4

Page 7: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

Het aantal mislukkingen:

40-17=23

Page 8: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

Het aantal manieren waarop je 17 successen en 23 mislukkingen in volgorde kunt zetten.

Page 9: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

2317

4

3

4

1

17

40

Deze zogenaamde binomiaalcoëfficiënt kun je op de GR uitrekenen met de functie nCr , die je vindt onder het knopje MATH, (submenu PRB) Typ eerst het bovenste getal dan nCr, dan het onderste getal en vervolgens de ENTER-toetsë

Page 10: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

knk ppk

n

1P(X=k) =

In formulevorm:

Als X = bin(n;p) , dan geldt:

Page 11: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Ook kun je de grafische rekenmachine de berekening laten uitvoeren.

Je gaat dan als volgt te werk.

Page 12: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Onder de functie distr vind je een menu met kansverdelingen

Page 13: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Het tiende menu-item is de benodigde functie: binompdf

Page 14: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Eerst vermeld je het aantal herhalingen (n)

Page 15: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Vervolgens de kans op succes (p)

Je kunt deze kans ook als breuk invoeren:Bijvoorbeeld 1/4

Page 16: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

En tenslotte het aantal successen

Na het indrukken van de enter-toets zie je dat deze kans ongeveer 0,007 is (=0,7%)

Page 17: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Met binompdf(n,p,k) kun een kans uitrekenen van de vorm:

P ( X = k)

Als je moet uit rekenen P(X 5) met X=bin(20 ; 0.4), dan zou je met binompdf dat als volgt moeten doen:

P(X 5) = binompdf(20, 0.4 ,0)+ binompdf(20, 0.4 ,1) + binompdf(20, 0.4 ,2) + binompdf(20, 0.4 ,3) + binompdf(20, 0.4 ,4) + binompdf(20, 0.4 ,5).

Page 18: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Voor dit soort cumulatieve kansen is er een aparte functie:

binomcdf (te vinden in het menu distr)

Page 19: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Met deze functie kun je in één keer de kans uitrekenen P(X 5)

Het derde getal in binomcdf(n,p,k) is de bovengrens, de ondergrens is altijd nul.

Page 20: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

Berekeningen met binomcdf

Stel je doet 20 keer een experiment met kans 0.3 op succes.

Noem het aantal successen X

Dan is X binomiaal verdeeld met n=20 en p=0.3

Kansen als P(X=8) en P(X8) kunnen rechtstreeks bepaald:

P(X=8) = binompdf(20 , 0.3 , 8)

P(X8) = binomcdf(20 , 0.3 , 8)

Page 21: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Hoe groot is P(X>10) ? (n=20 , p=0.3)

Stel eerst vast welke getallen dat zijn:

De kans op één van de andere getallen kan uitgerekend:

P(X 10) = binomcdf(20 , 0.3 , 10)

Gebruik de complementregel: P(A) = 1 – P(niet-A)

P(X>10) = 1 – P(X 10) = 1 – binomcdf(20 , 0.3 , 10)

Page 22: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Hoe groot is P(X10) ? (n=20 , p=0.3)

Gebruik weer de complementregel:

P(X 10) = 1 – P(X 9) = 1 – binomcdf(20 , 0.3 , 9)

Page 23: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Hoe groot is P(5<X<10) ? (n=20 , p=0.3)

X 9

X 5

P(5<X<10) = P(X 9) – P(X 5)

= binomcdf(20 , 0.3 , 9) – binomcdf(20 , 0.3 , 5)

Page 24: Bij een herhaald experiment, met telkens dezelfde kans op succes gebruiken we de binomiale kansverdeling Een binomiale kansverdeling wordt gekenmerkt door.

0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20

Hoe groot is P(7 X 13) ? (n=20 , p=0.3)

X 13

X 6

P(7 X 13) = P(X 13) – P(X 6)

= binomcdf(20 , 0.3 , 13) – binomcdf(20 , 0.3 , 6)