Big%20society%20Bijlage

5
1 Aanpak van de pilots Big Society in vijf stadswijken in Leeuwarden Samenvatting Onder de naam ‘Big Society’ starten in 2013 experimenten in enkele stadswijken met nieuwe verhoudingen in de samenwerking tussen overheid en wijkbewoner. De experimenten zijn onderdeel van de Leeuwarder zoektocht naar de nieuwe rol van de overheid in een veranderende wereld. Kenmerkend voor Big Society is dat het initiatief én de uitvoering bij wijkbewoners komt te liggen. De raad heeft gekozen voor pilots in een beperkt aantal wijken (maximaal vijf) . Het voorstel komt tegemoet aan de wens die leeft bij bewoners in de Wielenpôlle en andere wijken die verantwoordelijkheid willen nemen voor het oplossen van zaken die spelen in de eigen wijk. De pilots zullen drie jaar nemen en daarna beslist de gemeenteraad over het vervolg. 1. Inleiding Op 10 november 2011 nam de gemeenteraad de motie ‘Werkwijze Wielenpôlle en Schepenbuurt en pilot Big Society’ aan waarin werd uitgesproken dat in Leeuwarden een experiment (pilot) zal starten conform de werkwijze Big Society in een aantal stadswijken waaronder de Wielenpôlle en de Schepenbuurt. Het college heeft deze motie overgenomen. Ter afdoening daarvan is dit procesdocument opgesteld. Daarin komt achtereenvolgens aan de orde: - Context: wat is Big Society en wat wil de gemeente er mee in Leeuwarden; - Proces: de stappen die tot nu toe zijn gezet en het vervolg; - Condities: de contouren van het experiment (pilot) in enkele wijken en de condities waaronder dit alles plaatsvindt. Met dit document stelt het college de uitgangpunten vast voor de aanpak met pilots voor experimenten Big Society die in vijf wijken zullen gaan plaatsvinden. Deze notitie is nauw verweven met de notitie ‘De zoektocht naar de Leeuwarder variant van de nieuwe overheid: samenwerken aan stad en regio vanuit maatschappelijke veerkracht en dynamiek’ (kortweg: ‘De Nieuwe Overheid’). Daarin worden de volgende rollen van de overheid benoemd: krachtig, modern en lenig. Big Society doet vooral een beroep op de lenige overheid, die zich opstelt als samenwerker en facilitator. Big Society is binnen De Nieuwe Overheid benoemd als één van de doorbraakdossiers, en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de leeromgeving die we willen opzetten. 2. Context Wat is Big Society? Met het begrip Big Society wordt in Groot-Brittannië een samenstel van inzichten aangeduid die zijn terug te voeren op ‘actief burgerschap’: ruimte geven aan burgers die verantwoordelijkheid willen nemen voor de publieke zaak. Het begrip is inhoud gegeven door Phillip Blond, de man achter een Britse denktank en vormgever van het nieuwe beleid van de regering Cameron in Engeland. Big Society raakt aan begrippen als ‘civil society’ en maatschappelijk ondernemerschap. Het zet vraagtekens bij de effectiviteit van grootschalige vormen van hulp en zorg zoals die in ons sociale stelsel van overheidswege worden geregeld en bij de inzet van het professionele welzijnswerk. Big Society is gestoeld op het besef dat mensen in het verband van hun wijk of buurt in staat zijn zelf oplossingen aan te dragen voor problemen die zij in de lokale gemeenschap ervaren. Niet meer de vraag ‘wie lost dit voor mij op’, maar ‘wat kan ík daar aan bijdragen’. Dat kan door nieuwe verbindingen aan te gaan, met wijkbewoners onderling, met maatschappelijke instituties (scholen, welzijnswerk, zorg, gezondheid), met marktpartijen (bedrijfsleven) en met de overheid.

description

http://www.cdaleeuwarden.nl/documents/Big%20society%20Bijlage.pdf

Transcript of Big%20society%20Bijlage

Page 1: Big%20society%20Bijlage

1

Aanpak van de pilots Big Society in vijf stadswijken in Leeuwarden

Samenvatting Onder de naam ‘Big Society’ starten in 2013 experimenten in enkele stadswijken met nieuwe verhoudingen in de samenwerking tussen overheid en wijkbewoner. De experimenten zijn onderdeel van de Leeuwarder zoektocht naar de nieuwe rol van de overheid in een veranderende wereld. Kenmerkend voor Big Society is dat het initiatief én de uitvoering bij wijkbewoners komt te liggen. De raad heeft gekozen voor pilots in een beperkt aantal wijken (maximaal vijf) . Het voorstel komt tegemoet aan de wens die leeft bij bewoners in de Wielenpôlle en andere wijken die verantwoordelijkheid willen nemen voor het oplossen van zaken die spelen in de eigen wijk. De pilots zullen drie jaar nemen en daarna beslist de gemeenteraad over het vervolg.

1. Inleiding Op 10 november 2011 nam de gemeenteraad de motie ‘Werkwijze Wielenpôlle en Schepenbuurt en pilot Big Society’ aan waarin werd uitgesproken dat in Leeuwarden een experiment (pilot) zal starten conform de werkwijze Big Society in een aantal stadswijken waaronder de Wielenpôlle en de Schepenbuurt. Het college heeft deze motie overgenomen. Ter afdoening daarvan is dit procesdocument opgesteld. Daarin komt achtereenvolgens aan de orde: - Context: wat is Big Society en wat wil de gemeente er mee in Leeuwarden; - Proces: de stappen die tot nu toe zijn gezet en het vervolg; - Condities: de contouren van het experiment (pilot) in enkele wijken en de condities waaronder dit alles plaatsvindt. Met dit document stelt het college de uitgangpunten vast voor de aanpak met pilots voor experimenten Big Society die in vijf wijken zullen gaan plaatsvinden. Deze notitie is nauw verweven met de notitie ‘De zoektocht naar de Leeuwarder variant van de nieuwe overheid: samenwerken aan stad en regio vanuit maatschappelijke veerkracht en dynamiek’ (kortweg: ‘De Nieuwe Overheid’). Daarin worden de volgende rollen van de overheid benoemd: krachtig, modern en lenig. Big Society doet vooral een beroep op de lenige overheid, die zich opstelt als samenwerker en facilitator. Big Society is binnen De Nieuwe Overheid benoemd als één van de doorbraakdossiers, en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de leeromgeving die we willen opzetten.

2. Context Wat is Big Society? Met het begrip Big Society wordt in Groot-Brittannië een samenstel van inzichten aangeduid die zijn terug te voeren op ‘actief burgerschap’: ruimte geven aan burgers die verantwoordelijkheid willen nemen voor de publieke zaak. Het begrip is inhoud gegeven door Phillip Blond, de man achter een Britse denktank en vormgever van het nieuwe beleid van de regering Cameron in Engeland. Big Society raakt aan begrippen als ‘civil society’ en maatschappelijk ondernemerschap. Het zet vraagtekens bij de effectiviteit van grootschalige vormen van hulp en zorg zoals die in ons sociale stelsel van overheidswege worden geregeld en bij de inzet van het professionele welzijnswerk. Big Society is gestoeld op het besef dat mensen in het verband van hun wijk of buurt in staat zijn zelf oplossingen aan te dragen voor problemen die zij in de lokale gemeenschap ervaren. Niet meer de vraag ‘wie lost dit voor mij op’, maar ‘wat kan ík daar aan bijdragen’. Dat kan door nieuwe verbindingen aan te gaan, met wijkbewoners onderling, met maatschappelijke instituties (scholen, welzijnswerk, zorg, gezondheid), met marktpartijen (bedrijfsleven) en met de overheid.

Page 2: Big%20society%20Bijlage

2

Hoe gaat dat in de praktijk? Bewoners gaan zelf aan de slag met het oplossen van problemen die zij in de woon- en leefomgeving signaleren. Niet door de gemeente in te schakelen, maar door zelf oplossingen te ontwikkelen en de uitvoering ter hand te nemen. Voor organisatiekracht (mensen, financiële middelen) gaan initiatief-nemers als eerste op zoek naar krachten in de eigen wijk. Die kunnen liggen bij bewoners, bedrijven, verenigingen en maatschappelijke instellingen. De vorm die Big Society aanneemt zal per wijk verschillen. Vaak zal het gaan om sociale arrangementen en andere kleinschalige oplossingen voor problemen die wijkbewoners in de dagelijkse leefomgeving ervaren. Initiatieven kunnen ook een economische invalshoek hebben. Dat kan worden aangepakt in de vorm van ‘wijkondernemingen’, naar het model van de development trusts in Engeland. De wijk richt dan een bedrijf op dat zorgt voor het leveren van (bestaande of geheel nieuwe) diensten. Een wijk-onderneming kan personeel in dienst hebben en voor wijkbewoners een bron van nieuwe werkgelegenheid zijn. Voorbeelden zijn: het beheer van wijkaccommodaties, het exploiteren van een kwekerij voor stadsgroenten of het verzorgen van publieke diensten, zoals vervoer of groenonderhoud. Ook kan de wijk zelf het welzijnswerk gaan uitvoeren. De opbrengsten van dit soort (sociale) ondernemingen vloeien niet toe naar een kleine private groep, maar worden opnieuw voor publieke doelen ingezet om zo te investeren in de wijk. Van belang is dat deze projecten zichzelf kunnen bedruipen en niet afhankelijk worden van overheidsfinanciering. Hoe past dit in het beleid van de gemeente? De rol van de gemeente bij Big Society is gericht op het wegnemen van belemmeringen en het verloop van de pilots waar nodig te faciliteren. Burgers zijn aan zet, de gemeente volgt en draagt zorg voor de procesregie: brengt het verloop in beeld , meet resultaten en zorgt voor de eindevaluatie. Bij Big Society stelt de gemeente zich op als lenige overheid en neemt een bescheiden betrokken houding in.

3. Proces: de stappen die zijn gezet Met de motie heeft de raad zich uitgesproken voor enkele experimenten (‘pilots’) in een beperkt aantal stadswijken. Deze zullen in ieder geval plaatsvinden in Schepenbuurt en Wielenpôlle, omdat inwoners en bewonersorganisaties daar al bezig zijn met initiatieven onder de noemer van ‘Big Society’. Omdat het vooraf stellen van kaders en condities in tegenspraak is met de rol die de overheid in de big society-aanpak wil innemen (‘op de handen zitten’), maar de raad heeft aangedrongen dat het college op dit gebied initiatieven ontwikkelt, hebben we er voor gekozen om eerst in gesprek te gaan met vertegenwoordigers uit buurten en wijken. Ter voorbereiding is een informatieve notitie opgesteld . Die is toegezonden aan organisaties en individuen waarvan werd verwacht dat zij interesse hebben voor dit onderwerp . Via een oproep in de media zijn overige belangstellenden uitgenodigd om aan een bijeenkomst deel te nemen. Deze informatie- en discussiebijeenkomst met wijkorganisaties, buurtverenigingen en wijkpanels heeft op 24 april 2012 in De Bres plaatsgevonden. De notitie waarin het begrip ‘Big Society’ nader is verkend, is daar door de wethouders Thea Koster en Andries Ekhart toegelicht. Met name is ingegaan op de intenties van de gemeente om in enkele stadswijken met pilots van start te gaan. Ook zijn initiatief-nemers aan het woord geweest die de aanwezigen hebben geïnformeerd over Big Society-achtige projecten die aan de gang zijn (of nog zullen starten) in de desbetreffende wijken. Uit de inbreng van de deelnemers hebben we vastgesteld dat er naast Wielenpôlle en Schepenbuurt ook initiatieven zijn van Bilgaard, Achter de Hoven en Aldlân. Er is die avond vooral energie gestoken in het uitwisselen van beelden over wat te verstaan valt onder ‘Big Society’ en wat de gemeente en bewoners in de pilots over en weer van elkaar verwachten (betrokkenheid, bevoegdheden, budget). Ook is benadrukt dat wijken uiteraard niet hoeven te wachten op groen licht van de gemeente om bewonersinitiatieven te ontplooien. Deze zijn er nu ook en die gaan uiteraard gewoon door. Een wijk als Heechterp-Schieringen is een bewonersbedrijf gestart en dient geen aanvraag in voor een pilot Big Society.

Page 3: Big%20society%20Bijlage

3

Vervolg, plannen van aanpak Met de wijkvertegenwoordigers is afgesproken dat belangstellende wijken zich met een brief aanmelden voor deelname aan de pilot. De gemeente heeft intussen schriftelijke reacties ontvangen van belangstellende wijken, die ideeën, voorstellen en plannen voorleggen. Naast Wielenpôlle en Schepenbuurt – de pilot-wijken genoemd in de motie – zijn er aanmeldingen van Aldlân, Bilgaard en Achter de Hoven. Dat zijn nog geen startklare plannen; de ideeën moeten eerst nog worden omgezet in werkplannen. De gemeente is in gesprek met de indieners om te overleggen over het concretiseren van hun plannen. Dat gebeurt aan de hand van het soort activiteiten dat de wijk wenst te gaan ondernemen. Daarnaast wordt rekening gehouden met de beschikbare capaciteit bij de gemeente om het experiment procesmatig te begeleiden (contacten onderhouden en resultaten vastleggen). Over de het uitlijnen van de pilots, de deelname door wijken en de inzet van de gemeente vanuit de ambtelijke organisatie wordt intern een projectplan vastgesteld, waarin is uitgewerkt wat de pilot voor de gemeente in organisatorische zin inhoudt en hoe de procesregie wordt vormgegeven. De pilots zullen starten vanaf januari 2013.

4. Uitgangspunten

Bij de inrichting en het verloop van de pilots worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Organisatie en bekostiging Er leven veel vragen bij de wijken over het vrijmaken van gemeentelijke middelen die wijken zelf voor publieke dienstverlening willen inzetten. Op basis van het plan van aanpak van een wijk moet onderzocht worden of en hoe inzet van gemeentelijke middelen mogelijk is. Dit is een mogelijkheid als het de uitvoering van huidige gemeentelijke taken betreft en een belangrijke kwestie daarbij is op welke termijn overdracht van gemeentelijke middelen mogelijk is. Het vertrekpunt voor de gemeente bij transitie is dat overdracht kan plaatsvinden als dat gebeurt met inachtneming van de bestaande wettelijke kaders. De insteek hierbij moet zijn om initiatieven van de wijk te faciliteren Als de wijk gemeentelijke dienstverlening wil overnemen, wordt onderzocht of en welke budgetten kunnen worden vrijgemaakt. Het uitgangspunt is dat gemeentelijke kosten bij organisatie van de pilots binnen bestaande budgetten van de programmabegroting worden bekostigd en dat organisatiekosten van de wijk door de wijk zelf worden bekostigd. Rol van de gemeente in de pilots De experimenten zijn bedoeld om ruimte te geven aan initiatieven die vanuit bewoners ontstaan, van onderaf en niet van bovenaf. Dat kán in de vorm van een wijkonderneming zijn, maar dat hoeft niet. Dat is aan wijkbewoners zelf. De wijken zijn aan zet: door op een manier die zij zelf kiezen aan de slag te gaan met het op ondernemende wijze ontplooien van initiatieven en het oplossen van wijkproblemen. De rol die de gemeente onder de noemer van ‘Big Society’ zal aannemen is om te faciliteren dat gedurende enkele jaren pilots plaatsvinden in enkele wijken met zelfgekozen vormen van bewoners-participatie (procesregie). De gemeente zal zorgen voor het inrichten van de samenwerking met de pilotwijken (onder andere voorzien in een ambtelijk/politiek aanspreekpunt) gericht op het wegnemen van belemmeringen en om opgedane ervaringen vast te leggen (monitoring van het verloop, effectmeting en rapportage). In het nieuwe wijken- en dorpenbeleid van de gemeente moet ruimte zijn voor bewonersinitiatieven. Rol van de initiatiefnemers In de voorbeeldwijken nemen bewoners op een zelf gekozen en ondernemende wijze verantwoordelijkheid voor het oplossen van wijkproblemen en het ontplooien van initiatieven. Het gaat in de pilots om een fundamentele verandering in het denken in de samenleving. Dat vindt plaats door op zoek te gaan naar de goede voorbeelden, door successen te boeken, en uiteindelijk de bevestiging dat er betere oplossingen komen. De winst ligt niet alleen bij goedkopere, maar vooral bij betere en meer bevredigende oplossingen.

Page 4: Big%20society%20Bijlage

4

Overige uitgangspunten De gemeente verleent medewerking aan de pilots door een flexibele opstelling te kiezen en bereid te zijn deze wijken op maat te bedienen (zowel ambtelijk als bestuurlijk) als het om het taakgebied van de gemeente gaat. Wat dat inhoudt zal de tijd leren en is vooraf niet in schema’s vast te leggen. Het heeft te maken met het accepteren van de experimentstatus van de betrokken wijken. Voor te stellen is dat het zal gaan om het wegnemen van belemmeringen in beleid en regelgeving. Ook is de gemeente in principe bereid om na te gaan of diensten die de nu door de gemeente zelf (ambtelijke dienst) of in opdracht van de overheid door derden (Omrin, Welzijn Centraal) worden verleend ter uitvoering aan de wijken over te dragen. Omdat dit bestaande partijen en overeenkomsten betreft, zal dit niet van de een op de andere dag kunnen en zal het met de nodige zorgvuldigheid moeten plaatsvinden. Zoals eerder vermeld is het uitgangspunt dat overdracht alleen kan plaatsvinden als dat gebeurt met inachtneming van de bestaande wettelijke kaders. Dit betekent dat als sprake is van het willen uitvoeren van een gemeentelijke (wettelijke) taak door een wijk de volgende zaken duidelijk moeten worden:

Wettelijke kaders: wat is verplicht?

Gewenst kwaliteitsniveau van uitvoering door de wijk in relatie tot de gemeentelijke uitvoering. Is er een plus als de wijk het overneemt? Zijn we tevreden met dezelfde kwaliteit? Is de kwaliteit van de uitvoering goed door de wijk vastgelegd?

Financiële kaders: wat betekent de uitvoering van de taak door een wijk voor de mogelijke overdracht van (een deel van) de budgetten naar die wijk? Uitgangspunt is dat dit maximaal de gemeentelijke budgetten voor uitvoering zijn.

Partijen, tempo en voorwaarden. Huidige betrokken partijen en de verhouding met die partijen: subsidie of privaat? Hierbij is van belang of, in welk tempo en onder welke voorwaarden taken naar de wijk kunnen worden overgeheveld. Hierbij past zeker ook het werk dat voor de gemeente gemoeid is bij die afbouw.

Omkeerbaarheid. De raad heeft aangegeven na drie jaar te willen evalueren. Het moet mogelijk zijn om, als een pilot niet het gewenste resultaat oplevert, de uitvoering van de taak bij te (laten) stellen of zelfs naar de gemeente terug te halen.

Verantwoording door de wijk. Samenvattend Een looptijd van drie jaar; Maximaal vijf wijken in de pilot; Geografische spreiding over de stad, niet alleen aandachtswijken De focus in de pilots is op collectieve vraagstukken: zaken die de héle wijk betreffen; het gaat niet

om individuele belangenbehartiging of hulp- en zorgverlening (zoals problemen die bewoners kunnen hebben op het gebied van sociale zaken, zorg, veiligheid of onderwijs);

De gemeente is bereid snel en flexibel in te spelen op ideeën en voorstellen uit wijken (waar het werkzaamheden van of namens de gemeente betreft);

Voor het procesverloop en de gezamenlijke monitoring en effectmeting/evaluatie wordt een projectorganisatie ingericht, met o.a. een duidelijk ambtelijk aanspreekpunt binnen de gemeente voor de betreffende wijken/dorpen (in afstemming met wijkmanagement) en bestuurlijk door het aanwijzen van een coördinerend wethouder;

Het partnerschap met de wijk verloopt via een ‘initiatiefgroep’ (bestaande of nieuwe rechtspersoon die geheel of grotendeels bestaat uit wijkbewoners) die voor wijkbewoners en de gemeente aanspreekbaar is als drager van de activiteiten van het experiment;

Bij overdracht van gemeentelijke middelen is de wijkpartner bereid en in staat te voldoen aan de geldende kwaliteitseisen voor de rechtmatige besteding van de middelen. Dit vereist in een plan van aanpak (bedrijfsplan) van de wijkpartner, het vastleggen van prestatie-indicatoren op de uit te voeren activiteiten en een verantwoording op de uitvoering hiervan;

Voorafgaand aan overdracht overlegt de wijkpartner dit deugdelijk bedrijfsplan over het organiseren en uitvoeren van het daarbij behorende werk. Uit dat plan wordt de meerwaarde van het overdragen van het budget duidelijk en wordt inzichtelijk hoe de initiatiefnemers voor draagvlak in de wijk hebben gezorgd;

Open en transparant verloop van de experimenten: experimentwijk is bereid om de door de raad bij motie genoemde prestaties na te streven en inzet te leveren voor monitoring en effectmeting

Page 5: Big%20society%20Bijlage

5

daarvan; gemeente is bereid om gedurende een afgesproken periode ‘op de handen’ te gaan zitten, ook wanneer dingen door de wijk anders worden opgepakt dan verwacht. Wel moet vooraf duidelijk zijn op welk moment de gemeente kan en wil ingrijpen in geval van afwijking van de afspraken of veelvuldige klachten.

Het projectplan gaat uit van het gegeven dat het doorvoeren van pilots om te experimenten met bewonersparticipatie en wijkondernemingen goed aansluit bij de tijdgeest. Een vernieuwende aanpak stemt overeen met de ontwikkelingsfase waarin de gemeente verkeert en het geeft ruimte aan de initiatieven die in wijken op gang zijn gekomen of nog zullen starten. Een win-winsituatie, waarbij het van belang is het volgende voor ogen te houden: de gemeente stelt voor de Big Society-pilots geen additioneel budget beschikbaar: beginkapitaal,

opstartkosten, innovatiemiddelen, trainingskosten en dergelijke zijn kosten waarin de gemeente niet kan voorzien; wijken zullen dit - net als ondernemers - zelf moeten regelen als onderdeel van de bedrijfsvoering; in het projectplan zal aan de hand van de ingediende plannen inzicht worden gegeven in de benodigde proceskosten en hoe deze uit ruimte op de bestaande programma-middelen kunnen worden gedekt;

de experimentstatus betekent niet dat geldende wet- en regelgeving in de deelnemende wijken en het gemeentelijke beleid waarmee de wijkbewoners van doen hebben komen te vervallen; de pilot gaat over flexibiliteit bij het toepassen van beleid, gericht op het wegnemen van belemmerende en conflicterende bepalingen die bewoners ondervinden bij het implementeren van voorgestane, nieuwe oplossingen;

onomkeerbare veranderingen bij de gemeente kunnen tijdens de pilot niet worden doorgevoerd omdat de raad na afloop de ruimte moet houden om op de schreden terug te keren; evenwicht tussen baten en lasten: doen wat redelijk is binnen het bestek van het experiment.

5. Tot slot Aan het begin van dit stuk is uiteen gezet dat hoe de gemeente Big Society ziet als het motto waaronder in de komende periode geëxperimenteerd gaat worden met nieuwe werkvormen in de relatie met maatschappelijk actieve stadsbewoners. Vanwege de overzichtelijkheid is het aantal wijken in de proefperiode beperkt. In de pilots gaat het naast de fysieke woon- en leefomgeving ook over duurzaamheid, veiligheid, werkgelegenheid, educatie en gezondheid. Daarmee zijn vraagstukken aan de orde die zich vaak niet beperken tot de grenzen van één wijk. De Nieuwe Overheid gaat uit van verschillende rollen van de gemeente: die van krachtige, moderne en lenige overheid. De uitvoering van de pilots Big Society is het begin van een andere, eigentijdse relatie van de lenige overheid met de burgers, bedrijven, instellingen en organisaties. De werkwijze geeft een omkeer in oriëntatie te zien: van ‘leidend’, met ambtenaren en bestuurders in een trekkende rol, naar ‘volgend’, met burgers als eerste aan zet. Dat heeft gevolgen voor de beleidsontwikkeling en –uitvoering (dienstverlening) door de gemeente die verstrekkend kunnen zijn. De zoektocht naar De Nieuwe Overheid raakt de portefeuilles van de meeste bestuurders, die nu ook al te maken hebben met andere vormen van participatie (denk aan projecten als Kloppend Hart, Culturele hoofdstad, omvorming cultuureducatie) en met initiatieven om gemeentelijke taken (groenonderhoud) over te nemen. De basis van het denken over De Nieuwe Overheid is vastgelegd in het stuk ‘De zoektocht naar de Leeuwarder variant van de nieuwe overheid: samenwerken aan stad en regio vanuit maatschappelijke veerkracht en dynamiek’, de experimenten in het kader van Big Society leveren daarvoor belangrijke ingrediënten op. In combinatie moet dat leiden tot een andere, eigentijdse relatie die de gemeente wil onderhouden met burgers, bedrijven, organisaties en maatschappelijke instellingen. De Nieuwe Overheid geeft een overall visie op maatschappelijke dynamiek en actief burgerschap. Big Society, maar ook andere projecten waarin maatschappelijke deelname een belangrijke rol speelt, past in deze beleids-visie en zal modulair, als bouwsteen, tot uitvoering worden gebracht. Dit past in de visie die de gemeente in de midterm review heeft uiteengezet over actief burgerschap. Afstemming vindt eveneens plaats op de te ontwikkelen wijken- en dorpennota. Aan de hand van het visiedocument zal later dit najaar een gesprek worden gevoerd tussen college en raad over deze nieuwe aanpak gericht op ruimte geven aan maatschappelijke dynamiek.