Bhopal: een aanhoudende ramp 1984-2001 - … een aanhoudende ramp 1984-2001 In de nacht van twee op...

2
Bhopal: een aanhoudende ramp 1984-2001 In de nacht van twee op drie december 1984 zijn ongeveer 40 ton methyl isocyanaat en andere dodelijke gassen weggelekt van de pesticidenfabriek Carbide Corporation in Bhopal, India. Het was de ernstigste chemische ramp in de wereldgeschiedenis. Als gevolg van de directe blootstelling aan het gas stierven ongeveer 3.500 – 7.500 mensen, maar het exacte cijfer blijft onzeker. Triest genoeg vormde de nacht van de ramp alleen maar het begin van een tragedie die zich nog steeds ontvouwt. Union Carbide, dat ten tijde van het gaslek eigenaar was van de pesticidenfabriek, verliet de pesticidenfabriek terwijl er nog grote hoeveelheden gevaarlijk gif aanwezig waren. Het liet de mensen van Bhopal achter met een vervuilde watervoorziening en een giftige nalatenschap die tot op de dag van vandaag schade en letsel tot gevolg heeft. Union Carbide probeerde de verantwoordelijkheid voor de levens die door de ramp waren opgeëist te ontlopen door een vergoeding te betalen. Deze vergoeding was echter bij lange na niet voldoende. Tegenwoordig wonen meer dan 20.000 mensen dichtbij het fabrieksterrein en ondergaat een tweede generatie kinderen de invloed op hun leven of hun gezondheid van een giftige industriële nalatenschap. Sinds de ramp stierven tot 16.000 mensen aan de gevolgen en daarnaast raakten nog eens een half miljoen personen gewond. In 1999 ontdeed Union Carbide zich van zijn naam door een fusie aan te kondigen met de multinational Dow Chemicals in de VS. Met de koop van Union Carbide, voor een bedrag van 9,3 miljard USD, waarmee het op één na grootste chemische bedrijf ontstond, kocht Dow niet alleen de activa van de onderneming maar ook de verplichtingen ten aanzien van de Bhopal-ramp. Toch weigert Dow de morele verantwoordelijkheid voor de daden van Union Carbide in Bhopal te aanvaarden, terwijl zijn wettelijke verantwoordelijkheid nog steeds in de rechtbanken van de VS wordt getoetst. Ondertussen blijft de bevolking van Bhopal het slachtoffer, niet alleen van het ongeluk maar ook van de blootstelling aan het vervuilde fabrieksterrein. Het ongeluk schokte de wereld en een reactie bleef dan ook niet uit. Na Bhopal werd de wetgeving op het gebied van het milieu en chemische veiligheid in veel rijke landen verscherpt en ontwikkelde de industrie programma’s zoals Responsible Care. Dows vice-president voor milieu verwoordde het in een recente toespraak: “...in 1984 vond de vreselijke tragedie in Bhopal plaats die ons allen in het bedrijfsleven wakker heeft geschud…". Deze hervormingen gaan echter niet ver genoeg en hebben weinig opgeleverd voor de mensen die het meest door het ongeluk werden getroffen. Hun oproepen voor een betere vergoeding en sanering van het fabrieksterrein door de chemische industrie worden nog steeds genegeerd. Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de productie, het gebruik en de vrijgave van giftige chemicaliën in het milieu moeten ook verantwoordelijk worden gehouden voor de levens die ze verwoesten. Greenpeace werkt samen met AACCTT*, een coalitie van lokale organisaties in Bhopal om Dow/Union Carbide te dwingen de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen, het terrein te reinigen en de slachtoffers van de ramp een volledige vergoeding voor de geleden schade te betalen. De ramp Tijdens de nacht van de ramp bleek dat zes veiligheidsvoorzieningen, bestemd om het lekken van gas te voorkomen, slecht functioneerden, opgeheven of anderszins ontoereikend waren. Daarnaast was de veiligheidssirene uitgeschakeld die de gemeenschap moest waarschuwen in geval zich een ongeluk voordeed. De gassen verbrandden het oog- en longweefsel, kwamen in de bloedbaan terecht en tastten bijna elk systeem in het lichaam aan. Velen stierven in hun bed, anderen strompelden uit hun huizen, verblind en snakkend naar adem, om op straat te sterven. Veel meer mensen stierven later, nadat ze de ziekenhuizen en noodhulpcentra hadden bereikt. De eerste acute effecten waren braken en een branderig gevoel in ogen, neus en keel. De meeste sterfgevallen werden toegeschreven aan ademhalingsproblemen. Bij sommigen veroorzaakte het giftige gas zo veel afscheiding dat hun longen vol raakten met vloeistof, terwijl bij anderen een vernauwing van de bronchiën leidde tot verstikking. Velen van degenen die de eerste dag overleefden bleken ernstige longproblemen te hebben. Uit andere onderzoeken bij de overlevenden, kwamen neurologische klachten zoals hoofdpijn, een verstoorde balans, depressie, vermoeidheid en geprikkeldheid naar voren. (zie voor meer informatie het Greenpeace-rapport: The Bhopal Legacy, op http://www.greenpeace.org/~toxics). Gerechtigheid voor Bhopal? Union Carbide werd gevraagd om de gewonden een vergoeding te betalen voor het verlies van hun arbeidsvermogen. De onderneming weigerde het bedrag van INR 3,5 miljard (220 miljoen USD) te betalen dat door lokale organisaties werd geëist als tijdelijke ondersteuning. Na vijf jaar juridisch geharrewar stemde de Indiase regering in februari 1989 toe: er werd een minnelijke schikking van US $470 miljoen getroffen. Dit moest de volledige en definitieve schikking zijn inzake alle civiele aansprakelijkheid. De gemiddelde uitbetaling voor persoonlijk letsel lag tussen de $370-$533 per persoon, nauwelijks genoeg geld om de medische uitgaven gedurende een periode van vijf jaar te dekken. Veel van deze personen en hun kinderen zullen hun hele leven ziek zijn. Het officiële sterftecijfer werd in november 1989 geschat op 3.598. In oktober 1990 werd dit 3.828, het aantal doden waar de Indiase regering van uitging bij de regeling met Union Carbide. De hoofdpatholoog-anatoom in Bhopal meldde later echter dat hij in de eerste vijf of zes maanden van 1985 4.950 autopsies had verricht. Later, in december 1992, werd dit aantal bijgesteld tot 4.136 en in oktober 1995 tot 7.575, bijna het dubbele aantal van de schatting die de basis van de schikking vormde. Volgens schattingen van de lokale organisaties overlijden er ook nu nog maandelijks tien tot vijftien mensen. Niet minder dan 100.000 mensen hebben nog steeds dringend behoefte aan medische zorg en zijn de vergoeding misgelopen. De toegekende vergoeding dekt niet de gezondheids- en andere schade die in verband staat met de blootstelling aan de voortdurende vervuiling van het fabrieksterrein. Het grootste industriële ongeluk ter wereld kostte Union Carbide slechts 48 dollarcent per aandeel. In een poging een passende vergoeding te bewerkstelligen zijn er sinds 1984 ten behoeve van slachtoffers en overlevenden van Bhopal meer dan 140 burgerlijke rechtsvorderingen ingediend bij de federale rechtbanken van de Verenigde Staten. Deze zaken duren tot op de dag van vandaag voort.

Transcript of Bhopal: een aanhoudende ramp 1984-2001 - … een aanhoudende ramp 1984-2001 In de nacht van twee op...

Page 1: Bhopal: een aanhoudende ramp 1984-2001 - … een aanhoudende ramp 1984-2001 In de nacht van twee op drie december 1984 zijn ongeveer 40 ton methyl isocyanaat en andere dodelijke gassen

Bhopal: een aanhoudende ramp1984-2001

In de nacht van twee op drie december 1984 zijn ongeveer 40 ton methyl isocyanaat en andere dodelijke gassen weggelekt van de pesticidenfabriekCarbide Corporation in Bhopal, India. Het was de ernstigste chemische ramp in de wereldgeschiedenis. Als gevolg van de directe blootstelling aanhet gas stierven ongeveer 3.500 – 7.500 mensen, maar het exacte cijfer blijft onzeker. Triest genoeg vormde de nacht van de ramp alleen maar hetbegin van een tragedie die zich nog steeds ontvouwt. Union Carbide, dat ten tijde van het gaslek eigenaar was van de pesticidenfabriek, verliet depesticidenfabriek terwijl er nog grote hoeveelheden gevaarlijk gif aanwezig waren. Het liet de mensen van Bhopal achter met een vervuildewatervoorziening en een giftige nalatenschap die tot op de dag van vandaag schade en letsel tot gevolg heeft.

Union Carbide probeerde de verantwoordelijkheid voor de levens die door de ramp waren opgeëist te ontlopen door een vergoeding te betalen. Dezevergoeding was echter bij lange na niet voldoende. Tegenwoordig wonen meer dan 20.000 mensen dichtbij het fabrieksterrein en ondergaat eentweede generatie kinderen de invloed op hun leven of hun gezondheid van een giftige industriële nalatenschap. Sinds de ramp stierven tot 16.000mensen aan de gevolgen en daarnaast raakten nog eens een half miljoen personen gewond.

In 1999 ontdeed Union Carbide zich van zijn naam door een fusie aan te kondigen met de multinational Dow Chemicals in de VS. Met de koop vanUnion Carbide, voor een bedrag van 9,3 miljard USD, waarmee het op één na grootste chemische bedrijf ontstond, kocht Dow niet alleen de activavan de onderneming maar ook de verplichtingen ten aanzien van de Bhopal-ramp. Toch weigert Dow de morele verantwoordelijkheid voor de dadenvan Union Carbide in Bhopal te aanvaarden, terwijl zijn wettelijke verantwoordelijkheid nog steeds in de rechtbanken van de VS wordt getoetst.Ondertussen blijft de bevolking van Bhopal het slachtoffer, niet alleen van het ongeluk maar ook van de blootstelling aan het vervuildefabrieksterrein.

Het ongeluk schokte de wereld en een reactie bleef dan ook niet uit. Na Bhopal werd de wetgeving op het gebied van het milieu en chemischeveiligheid in veel rijke landen verscherpt en ontwikkelde de industrie programma’s zoals Responsible Care. Dows vice-president voor milieuverwoordde het in een recente toespraak: “...in 1984 vond de vreselijke tragedie in Bhopal plaats die ons allen in het bedrijfsleven wakker heeftgeschud…". Deze hervormingen gaan echter niet ver genoeg en hebben weinig opgeleverd voor de mensen die het meest door het ongeluk werdengetroffen. Hun oproepen voor een betere vergoeding en sanering van het fabrieksterrein door de chemische industrie worden nog steeds genegeerd.

Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de productie, het gebruik en de vrijgave van giftige chemicaliën in het milieu moeten ook verantwoordelijkworden gehouden voor de levens die ze verwoesten. Greenpeace werkt samen met AACCTT*, een coalitie van lokale organisaties in Bhopal omDow/Union Carbide te dwingen de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen, het terrein te reinigen en de slachtoffers van de ramp eenvolledige vergoeding voor de geleden schade te betalen.

De rampTijdens de nacht van de ramp bleek dat zes veiligheidsvoorzieningen, bestemd om het lekken van gas te voorkomen, slecht functioneerden,opgeheven of anderszins ontoereikend waren. Daarnaast was de veiligheidssirene uitgeschakeld die de gemeenschap moest waarschuwen in gevalzich een ongeluk voordeed. De gassen verbrandden het oog- en longweefsel, kwamen in de bloedbaan terecht en tastten bijna elk systeem in hetlichaam aan.

Velen stierven in hun bed, anderen strompelden uit hun huizen, verblind en snakkend naar adem, om op straat te sterven. Veel meer mensen stiervenlater, nadat ze de ziekenhuizen en noodhulpcentra hadden bereikt. De eerste acute effecten waren braken en een branderig gevoel in ogen, neus enkeel. De meeste sterfgevallen werden toegeschreven aan ademhalingsproblemen. Bij sommigen veroorzaakte het giftige gas zo veel afscheiding dathun longen vol raakten met vloeistof, terwijl bij anderen een vernauwing van de bronchiën leidde tot verstikking. Velen van degenen die de eerstedag overleefden bleken ernstige longproblemen te hebben. Uit andere onderzoeken bij de overlevenden, kwamen neurologische klachten zoalshoofdpijn, een verstoorde balans, depressie, vermoeidheid en geprikkeldheid naar voren. (zie voor meer informatie het Greenpeace-rapport: TheBhopal Legacy, op http://www.greenpeace.org/~toxics).

Gerechtigheid voor Bhopal?Union Carbide werd gevraagd om de gewonden een vergoeding te betalen voor het verlies van hun arbeidsvermogen. De onderneming weigerde hetbedrag van INR 3,5 miljard (220 miljoen USD) te betalen dat door lokale organisaties werd geëist als tijdelijke ondersteuning. Na vijf jaar juridischgeharrewar stemde de Indiase regering in februari 1989 toe: er werd een minnelijke schikking van US $470 miljoen getroffen. Dit moest de volledigeen definitieve schikking zijn inzake alle civiele aansprakelijkheid. De gemiddelde uitbetaling voor persoonlijk letsel lag tussen de $370-$533 perpersoon, nauwelijks genoeg geld om de medische uitgaven gedurende een periode van vijf jaar te dekken. Veel van deze personen en hun kinderenzullen hun hele leven ziek zijn.

Het officiële sterftecijfer werd in november 1989 geschat op 3.598. In oktober 1990 werd dit 3.828, het aantal doden waar de Indiase regering vanuitging bij de regeling met Union Carbide. De hoofdpatholoog-anatoom in Bhopal meldde later echter dat hij in de eerste vijf of zes maanden van1985 4.950 autopsies had verricht. Later, in december 1992, werd dit aantal bijgesteld tot 4.136 en in oktober 1995 tot 7.575, bijna het dubbele aantalvan de schatting die de basis van de schikking vormde. Volgens schattingen van de lokale organisaties overlijden er ook nu nog maandelijks tien totvijftien mensen. Niet minder dan 100.000 mensen hebben nog steeds dringend behoefte aan medische zorg en zijn de vergoeding misgelopen.

De toegekende vergoeding dekt niet de gezondheids- en andere schade die in verband staat met de blootstelling aan de voortdurende vervuiling vanhet fabrieksterrein. Het grootste industriële ongeluk ter wereld kostte Union Carbide slechts 48 dollarcent per aandeel. In een poging een passendevergoeding te bewerkstelligen zijn er sinds 1984 ten behoeve van slachtoffers en overlevenden van Bhopal meer dan 140 burgerlijkerechtsvorderingen ingediend bij de federale rechtbanken van de Verenigde Staten. Deze zaken duren tot op de dag van vandaag voort.

Page 2: Bhopal: een aanhoudende ramp 1984-2001 - … een aanhoudende ramp 1984-2001 In de nacht van twee op drie december 1984 zijn ongeveer 40 ton methyl isocyanaat en andere dodelijke gassen

Gerechtelijke stappenIn 1991 bevestigde het Indiase hooggerechtshof opnieuw de potentiële strafrechtelijke verantwoordelijkheid van Union Carbide. De strafzaak is nogsteeds aanhangig bij de arrondissementsrechtbank van Bhopal. In 1992 werd overgegaan tot een bevel tot inhechtenisneming van Warren Anderson,de president van Union Carbide ten tijde van het ongeval, en van managers van de Union Carbide fabriek in India. Anderson is niet voor derechtbank verschenen om de tenlastelegging onder ogen te zien en werd acht jaar geleden door het Indiase hof tot niet-verschijnende verklaard.

Op 13 september 1996 deed het hooggerechtshof, in reactie op het hoger beroep van enkele beschuldigde functionarissen van Union Carbide IndiaLtd, een uitspraak waarin de tenlastelegging van ‘dood door schuld’ werd afgezwakt tot ‘dood door nalatigheid’. Hierdoor werd de maximale periodevan inhechtenisneming verlaagd van tien tot twee jaar. Er lopen nog steeds rechtszaken tegen de Indiase aangeklaagden voor de gerechtelijkehoofdmagistraat in Bhopal, maar dit vindt plaats in een buitengewoon langzaam tempo. Ondanks alle pogingen van Union Carbide om vervolging teontlopen, is er ook nu nog geen uitspraak gedaan in de strafzaken tegen de aangeklaagden en blijven ze aanhangig.

Op 15 november 1999 hebben zeven personen en vijf organisaties bij de federale arrondissementsrechtbank van New York een aanklacht ingediendtegen Union Carbide en Warren Anderson. In de aanklacht werden zware schendingen van het internationale recht en de mensenrechten ten lastegelegd aan de onderneming en de fabrieksmanagers, voortkomend uit hun “roekeloze en verwerpelijke onverschilligheid jegens het menselijk leven”omdat ze zich schuldig hadden gemaakt aan de ramp. Door deze rechtszaak werd Anderson op 8 maart 2000 gedwongen zichzelf te onderwerpen aanhet VS-proces. Op 28 augustus 2000 verklaarde rechter John F. Keenan van het federale hof in het zuidelijk district van New York de aanklacht nietontvankelijk, hoofdzakelijk omdat de ‘Bhopal Act 1985’ personen of organisaties buiten de Indiase regering belet een rechtszaak tegen UnionCarbide of haar functionarissen aan te spannen. Dit besluit is nu naar een hoger gerechtshof verwezen.

Union Carbide/DowSinds de ramp heeft Union Carbide voortdurend gepoogd zijn identiteit op verschillende manieren te wijzigen, teneinde zichzelf te ontdoen van hetBhopal-stigma. Union Carbide India Ltd. veranderde zijn naam daarom in Eveready Industries India Ltd. en Union Carbide Eastern, Hong Kong. Eenvolledige dochter van het bedrijf maakte haar registratie in 1992 ongedaan, om vervolgens als nieuwe onderneming, Union Carbide Asia, weer op testaan. Nu heeft Union Carbide zich door de fusie met Dow op een succesvolle manier van zijn gehate naam bevrijd.

In november 2000 deinsde de recent gekozen president/CEO van Dow, Michael D. Parker, in zijn eerste media briefing er niet voor terug de lof tezingen over Union Carbide in Bhopal: 'Het is duidelijk dat we ons diep bewust zijn van Bhopal en het feit dat dit ongeval in verband wordt gebrachtmet Union Carbide, [maar Union Carbide heeft] gedaan wat nodig is om de juiste milieu-, gezondheids- en veiligheidsprogramma's uit te voeren.’

Op 11 mei 2000 namen leden van de campagne voor gerechtigheid in Bhopal, een coalitie van studenten en milieuactivisten in de VS, deel aan dejaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Dow en eisten dat Dow, in geval van een fusie met Union Carbide, de lopende verplichtingen van demaatschappij accepteert. Dows antwoord luidde: 'Het ligt niet binnen onze mogelijkheden om verantwoordelijkheid te nemen voor een gebeurtenisdie 15 jaar geleden plaatsvond en voor een product dat wij nooit hebben ontwikkeld, op een locatie waar wij nooit actief zijn geweest.’ (VoorzitterFrank Popoff)

Terwijl Dow/Union Carbide het probleem ontwijkt, blijft de giftige nalatenschap van Bhopal voortbestaan. Bhopal is één van de vele locaties diedoor Dow en andere chemische bedrijven zijn vervuild, waarvan vele in ontwikkelingslanden. Aan het begin van een nieuw millennium mag dechemische industrie zijn verantwoordelijkheid voor de giftige vervuiling niet ontlopen.

Greenpeace en lokale organisaties eisen dat:• Dow op eigen rekening het giftige fabrieksterrein saneert;• Dow zorgt voor medische faciliteiten op lange termijn voor de overlevenden van het giftige gaslek;• Dow zorgt voor economische rehabilitatie van de door het gas getroffen personen en hun gezinnen;• Dow de gemeenschappen die gedwongen worden om grondwater te drinken dat giftige stoffen bevat, voorziet van schoon drinkwater;• De managers van de Union Carbide fabriek voor het gerecht worden gebracht;• Er internationale wetgeving komt die de organisaties in strafrechtelijke en financiële zin verantwoordelijk stelt voor industriële rampen

en aanhoudende giftige vervuiling.

* AACCTT: Action Against Corporate Crime and Toxic Terror

Zie voor meer achtergrondinformatie http://www.greenpeace.org/~toxics of www.bhopal.net