BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet...

64
Afgiſtekantoor Gent x - P2a9256 232 JUNI JUIN 2016 Brand Incendie Overstroming Inondation Aardbeving Séisme Gevel Façade BETON232 Bescherming Prévention DOSSIER Bescherming | Prévention

Transcript of BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet...

Page 1: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

THE BACKBONE OF STRUCTURE

Totaaloplossingen in prefabbeton: gewelven, TT- en TTT-elementen, balken, gevelpanelen, kolommen,...Solutions totales en béton préfabriqué: hourdis, éléments TT et TTT, poutres, panneaux de façade, colonnes,...

STRUCTO+

STEENKAAI 107, B-8000 BRUGGET +32 (0)50 44 43 42 / F +32 (0)50 44 43 43WWW.STRUCTO.BE

STR5051-adv.A4-TijdschriftBETON.indd 1 16/01/14 11:18

Afgiftekantoor Gent x - P2a9256

232J U N IJ U I N2 0 1 6

• Brand Incendie

• Overstroming Inondation

• Aardbeving Séisme

• Gevel Façade

BETO

N232

BeschermingPrévention

DOSSIER Bescherming | Prévention

Page 2: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

Hasseltsesteenweg 119A, B-3800 St.-TruidenT. +32 (0)11 765 719 | F. +32 (0)11 765 720 | [email protected] | www.webeco.be

Waar water vloeit is Webeco. Jarenlang specialist in ‘Concrete Water Products’. Voor het project “Fietsen door het water” van Toerisme Limburg gelegen op het Fietsknooppunt 91#FDHW produceerde en leverde we onlangs de betonnen koppelbare L-elementen en de uitgewassen rijplaten. Deze werden door een aannemer vakkundig geplaatst.

Mozes?

Foto: © Guy van Grinsven

Webeco. Steeds een oplossing op maat.

KOKERELEMENTEN | MAATWERK | BUIZEN | PUTTEN | LIJNAFWATERING | KEERWANDEN | CABINES

WEBECO_adv_2016_A4_BETON.indd 1 20/05/16 14:37

Page 3: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

Creativity makesthe

Creativitythe

Creativitydiff erenceCreativitydiff erenceCreativity !

Grasslines Big

diff erence

Profi lbanden / Bordures type Profi lbanden / Bordures type ‘‘Profi lProfi l’’

Giant Block / Bloc-Giant

Smooth ObjectsSmooth Objects

Graspastegel Type L Graspastegel Type L

Dalles Graspas Type L

Creativity

Een breed scala aan producten: esthetisch en functioneel.Niet alleen het esthetische aspect wordt meer en meer belangrijk, maar ook de zorg voor een optimale veiligheid krijgt alle aandacht.

Ebema ontwikkelde hiervoor specifi eke bestratingselementen en oplossingen.

Une vaste gamme de produits : esthétique et fonctionnelle.Non seulement l'esthétique devient de plus en plus important,

mais aussi le souci pour une plus grande sécurité prend de plus en plus d'importance.Pour cela Ebema a conçu des solutions et éléments de pavage spécifi ques.

Voor meer info / Pour plus d'informations :

16_EBEM_1579 Advertentie Beton 232.indd 1 25/04/16 16:42

Page 4: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

JUNIJUIN

HOOFDREDACTEUR • RÉDACTEUR EN CHEF Stef Maas

REDACTIECOMITÉ • COMITÉ DE RÉDACTION Katrien Darras (KDa), Yasmine Desenfants (YD), Bart Hendrikx (BHE), Stef Maas (SMA), Jef Marinus (JM), Sébastien Russo (SR), Lieve Vijverman (LVI)

REDACTIE - PUBLICITEIT • RÉDACTION - PUBLICITÉ Katrien Darras - Yasmine Desenfants - Sébastien Russo

ADMINISTRATIE • ADMINISTRATION FEBE Vorstlaan 68 Bd du Souverain 1170 Brussel/Bruxelles T 02 735 80 15 - F 02 734 77 95 [email protected] - www.febe.be

Ontvangt uw bedrijf of bureau het magazine BETON op naam van personen die er niet (meer) werken? Mail-scan-fax-stuur het adresblad terug met de doorstreepte naam en wij verwijderen de abonnee uit ons bestand.

Votre entreprise reçoit le magazine BETON aux noms de personnes qui n’y travaillent pas (plus)? Renvoyez-nous le feuillet adresse corrigé, par courrier, par email ou par fax et nous supprimerons l’abonné de nos fichiers.

LOS NUMMER • PAR NUMÉRO 4 €

VERSPREIDING Overheidsdiensten voor openbare werken, architecten, ingenieurs, studiebureaus, bouwondernemingen, prefabrikanten en alle gebruikers van geprefabriceerde betonproducten.

DIFFUSION Services de travaux publics, architectes, ingénieurs, bureaux d’études, entreprises de construction, fabricants de béton et tous les utilisateurs de produits préfabriqués en béton.

VERTALINGEN • TRADUCTIONS Elan Languages

DESIGN DADDY KATE

DRUK EN AFWERKING • IMPRESSION ET FINITION Lannoo Drukkerij - www.lannooprint.be (113876)

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER • ÉDITEUR RESPONSABLEE Stef Maas, Vorstlaan 68 Bd du Souverain 1170 Brussel/Bruxelles

COVER © Vicky Matthys

232

DOSSIER Bescherming | Prévention

▶ Stevin-project te Zeebrugge kiest voor riettegels

▶ Le projet Stevin à Zeebrugge opte pour les dalles roseaux

▶ KU Leuven legt waterdoorlatende parkeerterreinen aan met gerecycleerde fundering

▶ La KU Leuven construit des aires de parking perméables avec des fondations en granulats recyclés

▶ Beton biedt verschillende voordelen bij brand

▶ Face à l’incendie, le béton présente différents avantages

▶ Bescherming van beton met hydrofuge

▶ Protection du béton avec un hydrofuge

612

20

26

TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN DE BETONINDUSTRIE LA REVUE DE LA FÉDÉRATION DE L’INDUSTRIE DU BÉTON

VERSCHIJNT 4X PER JAAR (MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER)

PARAÎT 4 FOIS PAR AN (MARS, JUIN, SEPTEMBRE ET DECEMBRE)

INH

OU

D | SO

MM

AIR

E

Page 5: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

29 ▶ De principes van

seismisch bouwen

▶ Les principes de la construction parasismique

39 ▶ Aardbevingsbestendig ontwerpen van prefab betonconstructies

▶ Conception parasismique des constructions en béton préfabriqué

50 ▶ Betonnieuws

▶ Nouvelles du béton

57 ▶ Wie zijn de FEBE-fabrikanten

▶ Qui sont les membres de la FEBE

DOSSIER Bescherming | Prévention

EN VER

DER | ET A

USSI

Page 6: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

Luca Beelfotograaf-designerOntwerpster van de trofee voor de FEBE Elements Awards 2016

Hebt u uw meesterwerk al ingeschreven? Werken met beton is een kunst. Waarom zou prefab beton dan geen meesterwerken opleveren?FEBE bekroont jaarlijks de meest prestigieuze projecten in prefab beton. Valt dat van u ook in de prijzen? Het antwoord op 29 november!

Inschrijven kan tot 3 oktober 2016 via www.febe.be of www.febeawards.be

AD_FEBE_297x210_2.indd 2 15/06/16 17:09

Page 7: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 5

Halte au pavage, halte à l'extension, halte à l'asphalte... Nombreuses étaient les possibilités pour baptiser les projets pour 2050 de la ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de l'Agriculture Joke Schauvliege. Mais en fin de compte, ce sera… « halte au béton »(« betonstop »). Ne nous arrêtons pas sur l'auteur de ce malheureux choix de mots. Il ou elle n'a pas compris que le béton, plus particulièrement le béton préfabriqué, faisait partie de la solution et non du problème.

Les pavés drainants, par exemple, combinent la rétention et l'infiltration. Ils contribuent à limiter la surcharge hydrique et au maintien à niveau des nappes aquifères. Nous constatons que le particulier le comprend et investit durablement. Mais les pouvoirs publics restent à la traîne. Vous voulez d'autres exemples ? Les chambres de visite et les fossés drainants, les dalles gazon et les tuyaux faisant office de collecteurs sont tous des réponses au risque d'inondation, grâce à une infiltration immédiate et à la rétention des eaux de pluie.

Le béton préfabriqué protège également contre les caprices de la nature. Dans ce numéro, nous montrons par exemple comment les structures préfabriquées apportent des solutions à l'impact d'un séisme. Ou comment le béton constitue un matériau avantageux dans l'ingénierie de la sécurité incendie, sans pour cela compliquer la conception.

Pour revenir sur « halte au béton », les structures préfabriquées sont adaptables et flexibles. De ce fait, elles peuvent facilement répondre aux besoins changeants de notre société, sans devoir empiéter pour cela sur encore plus d'espaces verts. N'est-ce pas là votre objectif, madame la Ministre ? Notre secteur sera ravi de réfléchir avec vous sur ce thème.

Stef Maas, Directeur

Verhardingsstop, uitbreidingsstop, asfaltstop,... Er waren vele mogelijkheden om de plannen voor 2050 van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege te benoemen. Maar het werd… ‘betonstop’. Wie verantwoordelijk is voor de ongelukkige woordkeuze laten we in het midden. Zij of hij heeft niet begrepen dat beton – meer bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem.

Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering en infiltratie. Ze dragen bij tot het beperken van wateroverlast én tot het in stand houden van de watertafel. We stellen vast dat de particulier dit inziet en duurzaam investeert. Maar de overheden blijven achter. Nog meer voorbeelden? Drainerende putten en grachten, grastegels, buizen die dienst doen als collectoren, het zijn allemaal antwoorden op overstromingsgevaar, dankzij een onmiddellijke infiltratie en berging van hemelwater.

Prefab beton beschermt ook op andere manieren tegen de kracht van de natuur. In dit nummer laten we bijvoorbeeld zien hoe geprefabriceerde structuren oplossingen bieden tegen de impact van een aardbeving. Of hoe beton een dankbaar materiaal is bij geavanceerde fire safety engineering, zonder dat het complex hoeft te zijn.

Om terug te komen op de betonstop - prefabstructuren zijn aanpasbaar én flexibel. Daardoor kunnen ze gemakkelijk inspelen op de veranderende woonbehoeften van onze samenleving, zonder dat daarvoor meer groene oppervlakte moet worden aangesneden. Is het niet wat U wil bereiken, Mevrouw de Minister? Onze sector denkt graag met U mee.

Stef Maas, Directeur

edito

Beste lezer,

Cher lecteur,

Page 8: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

6 BETON232

CONSOLIDATION DES BERGES ET DES ACCOTEMENTS AVEC DE LA VÉGÉTATION

Le projet Stevin à Zeebrugge opte pour les dalles roseaux

Le gestionnaire du réseau de transport belge d’électricité Elia va mettre en œuvre dans les prochaines années le

projet « Stevin », en vue de renforcer le réseau d’électricité entre Zeebrugge et Zomergem. À Zeebrugge, une nouvelle

station haute tension est en construction, celle-ci abritera les équipements de commutation et de transformation

pour différentes liaisons haute tension. Tous les bâtiments du projet Stevin sont intégrés dans l’environnement via des

éléments verts. Le site de Zeebrugge met ainsi à profit de fort belle manière la polyvalence des dalles roseaux.

Le grand projet Elia « Stevin » permet d’amener l’énergie éolienne des parcs éoliens off-shore à terre et de la trans-porter à l’intérieur du pays.

Une station haute tension est installée à cette fin à Zeebrugge. Celle-ci abrite les équipements de commutation et de transformation pour les différents réseaux et sert de centre pour la liaison vers Zomergem. En outre, la station sert au raccordement de la région de la côte avec le réseau local, et elle intègre les câbles venant des parcs éoliens off-shore.

© Vicky Matthys

Page 9: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 7

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

OEVER- EN BERMVERSTERKING MET NATUURLIJKE BEGROEIING

Stevin-project te Zeebrugge kiest voor riettegels

De beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit Elia realiseert de komende jaren het project ‘Stevin’, ter versterking

van het elektriciteitsnet tussen Zeebrugge en Zomergem. In Zeebrugge wordt een nieuw hoogspanningsstation gebouwd. Dat zal de schakel- en transformatieapparatuur voor diverse

hoogspanningsverbindingen herbergen. Alle gebouwen van het Stevin-project worden via groenelementen geïntegreerd in de omgeving. De site van Zeebrugge maakt daarbij op een mooie

manier gebruik van de veelzijdigheid van riettegels.

Het grootschalige Elia-project ‘Stevin’ maakt het mogelijk om de windenergie van windparken op zee aan land te brengen en naar het binnenland te transporteren.

In Zeebrugge wordt in dat kader een hoogspanningsstation geplaatst. Dat herbergt de schakel- en transfor-matieapparatuur voor de verschil-lende netten en dient als knooppunt voor de verbinding naar Zomergem.

© Vicky Matthys

Page 10: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

8 BETON232

Verder staat het station in voor de ver-binding van de kustregio met het lokale net, en brengt het de kabels onder die afkomstig zijn van de offshore windmo-lenparken op zee.

Rondom de technische installaties voorziet Elia een landschappelijke inkleding. Zo worden de gebouwen

gecamoufleerd met een houten gevel-bekleding, een geknikte dakvorm en een groendak, zodat ze maximaal worden ingepast in de omliggende Oudemaers-polder. Parallel met de Kustlaan vormt een grondwal zowel een fysieke als visuele barrière tussen de Strandwijk en het station. Ten zuiden van het station wordt een groot bufferbekken voorzien.

Aan beide zijden van deze waterbuffer zal een natuurzone worden aangelegd.

Zowel voor de waterbuffer als voor de grondwal werd gekozen voor verster-king met riettegels, aangelegd door Franco grondwerken. Eric Franco: “Er bestaan diverse mogelijkheden van oever versterking, met verschillende

Autour des installations techniques, Elia prévoit un aménagement paysager. Ainsi, les bâtiments sont camouflés avec un bardage en bois, une forme de toiture brisée et une toiture végétale, de sorte qu’ils s’intègrent au maximum dans l’Oudemaerspolder environnant. Parallèlement à la Kustlaan, une levée de terre fait office de barrière tant

physique que visuelle entre le Strand-wijk et la station. Au sud de la station, un grand bassin de rétention est prévu. De part et d’autre de ce bassin, une zone naturelle sera aménagée.

Tant pour le bassin de rétention que pour la levée de terre, on a opté pour une consolidation avec des dalles roseaux,

posées par l’entreprise de terrassement Franco. Eric Franco : « Il existe plusieurs possibilités de consolidation des berges, avec différentes sortes d’ouvertures. Les éléments en béton avec ouvertures circulaires permettent tout spéciale-ment aux roseaux de s’implanter. Le rôle du roseau n’est pas sans impor-tance. Étant donné que les racines du

© Vicky Matthys

Het hoogspanningsstation met gracht van riettegels.

La station à haute tension avec ses fossés en dalles roseaux.

Page 11: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 9

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

soorten van openingen. De beton-elementen met cirkelvormige uitspa-ringen laten specifiek toe om begroeiing van rietplanten mogelijk te maken. Het riet speelt een niet onbelangrijke rol. Doordat de wortels van riet één uitge-strekt web vormen, zetten die de grond snel vast. Dit is heel belangrijk bij een nieuw aan te leggen talud. Specifiek daarom werd gekozen voor riettegels.“

De riettegels in dit project werden geleverd door Alkern VOR. Jan Vande-naweele, verantwoordelijke verkoop, licht toe: ”Riettegels worden geplaatst

op palen en planken of rechtstreeks op de fundering. Ze voorkomen aantas-ting en instabiliteit van taluds, gracht-bodems, beken of waterlopen. De versterkende elementen verhinderen de indringing van ongedierte, maar laten wel een natuurlijke begroeiing van de gracht toe.”

Bij de vormgeving van de riettegels speelt de stabiliteit een belangrijke rol. Eén zijkant van de riettegel is over de volledige lengte voorzien van een V-vor-mige inkeping om een optimale stabili-teit te garanderen. Bij de aanleg moet

daarmee rekening worden gehouden. Eric Franco: “Bij de afwerking van het talud is het belangrijk om de hellings-graad in te gaten te houden, om zo de riettegels juist te kunnen implemen-teren. De hellingshoek is hier deels 60°, deels 45°. Een talud die met riettegels beplant wordt, mag een hellingsgraad van maximum 65° hebben.”

Naast het talud langs de Kustlaan, zijn de riettegels ook terug te vinden in de waterpartij ten zuiden van de site. Door-groeitegels, zoals de riettegel, zorgen ervoor dat een natuurlijke versteviging

roseau forment un maillage extrême-ment étendu, elles permettent de fixer rapidement les terres. Ceci s’avère très important lorsqu’il s’agit d’aménager un talus. C’est spécifiquement pour cette raison que l’on a opté pour les dalles roseaux.»

Les dalles roseaux de ce projet ont été fournies par Alkern VOR. Jan Vande-naweele, responsable des ventes, explique : « Les dalles roseaux sont posées sur des pieux et des planches ou directement sur la fondation. Elles

évitent la dégradation et l’instabilité des talus, des fonds de fossés, des ruisseaux ou des cours d’eau. Les éléments de renforts empêchent la pénétration des animaux nuisibles, mais ils permettent néanmoins une végétation naturelle du fossé. »

Pour ce qui concerne la forme des dalles roseaux, la stabilité joue un rôle impor-tant. Un côté de la dalle roseau est doté sur toute la longueur d’une encoche en V pour garantir une stabilité optimale. Il faut en tenir compte lors de la pose.

Eric Franco : « Lors de la finition du talus, il est important de surveiller attenti-vement le degré d’inclinaison, afin de pouvoir ainsi appliquer correctement les dalles roseaux. Le degré d’inclinaison est ici en partie de 60° et en partie de 45°. Un talus avec dalles roseaux en vue d’une plantation ne peut avoir un degré d’inclinaison supérieur à 65°. »

Outre le talus le long de la Kustlaan, on retrouve aussi les dalles roseaux dans la pièce d’eau au sud du site.

© Vicky Matthys

De grondwal als fysieke en visuele barrière tussen de Strandwijk en het station.

La levée de terre qui fait office de barrière physique et visuelle entre le Strandwijk et la station.

Page 12: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

10 BETON232

van de oever kan plaatsvinden. Riet–tegels beschikken over 35 % ronde drai-neeropeningen. De elementen kunnen op die manier de bestaande oever-karakteristieken zo goed als mogelijk naar een natuurlijke toestand brengen. Gezien de uitsparingen zijn riettegels geschikt voor zowel infiltratie als buffe-ring. De waterbuffer die hier wordt aan-gelegd kan de bodemwaterstand van de site op peil houden, ter bewatering van de omliggende aan te leggen groenpar-tijen. Eric Franco: “De gracht heeft een

drainerende functie. Rekening hou-dend met de diepte van de gracht en de bestaande kleilaag onder de gracht, heeft deze geen belangrijke infiltre-rende rol.”

PRODUCTRiettegels zijn al verschillende jaren op de markt. Ze bieden vandaag een dank-bare oplossing om te voldoen aan de eisen van de hemelwaterverordening. De kwaliteit van het product zelf wordt gewaarborgd door PTV 123, waardoor

de tegels onder Benor kunnen worden geleverd. Jan Vandenaweele: “De tegels worden volgens de PTV getest op sterkte. De mechanische sterkte wordt gekenmerkt door de buigsterkte. Deze wordt aangegeven door de fabrikant en mag niet kleiner zijn dan 30kN/m. Het is om die reden dat in de brede versie op twee centrale plaatsen geen opening kan voorzien worden. Verder schrijft de PTV voor dat de draineeropeningen minimum 15% moet bedragen voor de draineerplaten en minimum 30%

Les dalles ajourées, telles que la dalle roseau, veillent à la consolidation natu-relle des berges. Les dalles roseaux disposent de 35 % d’ouvertures de drai-nage rondes. Les éléments peuvent ainsi amener les caractéristiques des berges existantes de façon optimale vers une situation naturelle. Étant donné les ouvertures, les dalles roseaux conviennent aussi bien pour l’infiltra-tion que pour la rétention. Le bassin de rétention qui est aménagé ici peut maintenir à niveau la résistance du sol

du site, tout en servant d’apport en eau pour les plantations environnantes à aménager. Eric Franco : « Le fossé exerce une fonction drainante. Compte tenu de la profondeur du fossé et de la couche d’argile existante sous le fossé, ce dernier ne joue pas un rôle d’infiltration important. »

PRODUITLes dalles roseaux sont commer-cialisées depuis plusieurs années déjà. Elles offrent aujourd’hui une

solution intéressante pour respecter les exigences du décret relatif aux eaux de pluie. La qualité du produit propre-ment dit est garantie par le PTV 123, de sorte que les dalles peuvent être fournies sous la certification Benor. Jan Vandenaweele : « La robustesse des dalles est testée conformément au PTV. La résistance mécanique est caractérisée par la résistance à la flexion. Celle-ci est indiquée par le fabricant et ne peut pas être inférieure à 30 kN/m. C’est pour cette raison que

© Vicky Matthys

Waterbuffer aan de rand van de site. De buffer houdt de bodemwaterstand op peil.

Le bassin de rétention au bord du site. Il maintient à niveau la résistance du sol du site.

Page 13: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 11

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

voor de doorgroeiplaten. Bij doorgroei-platen zijn de openingen niet kleiner dan 10 mm. De wateropslorping mag maximum 6,5 % bedragen.”

AANLEGHet plaatsen van riettegels gebeurt via een hydraulische graafkraan met mechanische klem, specifiek te gebruiken voor deze elementen. De riet-tegels die de rioolbuis ondersteunen, worden gefundeerd door vierkante eiken palen met een diameter van 9 cm.

Tegels op de grachtwanden worden ondersteund door de bodemtegels van de gracht. Afhankelijk van hun functie kunnen ze op verschillende manieren geïnstalleerd worden. Eric Franco: “De riettegels worden aangelegd op zand-cement. Riet is echter zo sterk dat het de mogelijkheid vindt om te groeien, doordat er continu water aanwezig is in de gracht. Ter bevordering van de groei kunnen de openingen worden opgevuld met plantgrond.”

Bij de site Stevin in Zeebrugge zijn op dit ogenblik vooral de oeverelementen zichtbaar. Pakweg over een jaar zal het terrein een groene en natuurlijke vlakte zijn, waar geen beton meer zichtbaar is. (KDA) l

la version large ne possède pas d’ou-vertures en deux zones centrales. En outre, le PTV prescrit que les ouver-tures de drainage doivent occuper au moins 15 % pour dalles drainantes et au moins 30 % pour les dalles ajourées. Pour les dalles ajourées, les ouvertures ne sont pas inférieures à 10 mm. L’ab-sorption d’eau ne peut excéder 6,5 %. »

POSELa pose de dalles roseaux s’effectue à l’aide d’une excavatrice hydraulique

équipée d’une pince mécanique, spécialement adaptée à ces éléments. Les dalles roseaux qui soutiennent la conduite d’égout reposent sur des poteaux carrés en chêne d’un diamètre de 9 cm. Les dalles des parois du fossé sont soutenues par les dalles de fond du fossé. Suivant leur fonction, celles-ci peuvent être installées de différentes manières. Eric Franco : « Les dalles roseaux sont posées sur un stabilisé. Le roseau est toutefois tellement fort qu’il trouvera la possibilité de se développer,

étant donné la présence permanente d’eau dans le fossé. Pour favoriser la croissance, les ouvertures peuvent être remplies de terre végétale. »

À l'heure actuelle, sur le site Stevin de Zeebrugge, ce sont surtout les éléments de berge que l'on voit. Dans environ un an, le terrain sera une surface verte et naturelle, où on ne verra plus de béton. (KDA) l

PROJECT ‘STEVIN’, SITE ZEEBRUGGE Zeebrugge 2016

OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE: Elia

ALGEMEEN AANNEMER | ENTREPRENEUR GÉNÉRALE: Artes Depret

PLAATSING RIETTEGELS | PLACEMENT DALLES ROSEAUX: Franco BVBA

PREFAB BETON ELEMENTEN | ÉLÉMENTS EN BÉTON PREFA: Alkern VOR

© Vicky Matthys © Vicky Matthys

Page 14: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

12 BETON232

La KU Leuven a construit deux nouvelles aires de parking conformes aux exigences strictes du Règlement d’Urbanisme

Régional. Il est intéressant de noter que le maître d’ouvrage a choisi une autre approche que celle prescrite dans

le Standaardbestek 250, le cahier des charges pour la construction des routes en Flandres. En effet, des granulats

recyclés ont été utilisés pour les fondations.

Rob Vandenbergh, technicien de projet pour les infrastructures extérieures des Services techniques de

l’Université, a participé à la supervision des travaux d’étude et a surveillé les travaux sur le chantier. Il jette un regard

rétrospectif satisfait sur le processus et le résultat.

Le règlement relatif aux eaux pluviales - en vigueur en Flandre - a été intro-duit en 2010 et s’est considérablement durci en 2013. La forte proportion de revêtements et de surfaces bâties dans notre pays est l’une des causes du faible niveau des nappes phréatiques. Ce manque d’eau à des effets néfastes, notamment sur l’agriculture. Par consé-quent, le règlement impose à tout constructeur/transformateur un certain nombre de mesures visant à empêcher l’écoulement immédiat des eaux de pluie.

Le règlement de la province de Brabant flamand stipule que toute nouvelle aire de parking doit être perméable, sauf

UN EXEMPLE DE BONNE PRATIQUE POUR L’AVENIR

La KU Leuven construit des aires de parking perméables avec des fondations en granulats recyclés

Page 15: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 13

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

EEN VOORBEELD VAN GOEDE PRAKTIJK VOOR DE TOEKOMST

KU Leuven legt waterdoorlatende parkeerterreinen aan met gerecycleerde fundering Aan de KU Leuven werden twee nieuwe parkeerterreinen aangelegd volgens de strikte voorschriften van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening. Opmerkelijk is dat de bouwheer een andere benadering koos dan voorgeschreven in het Standaardbestek 250. Er werd gebruik gemaakt van gerecycleerde granulaten als fundering.

Rob Vandenbergh, projecttechnicus buiteninfrastructuur bij de Technische Diensten van de universiteit, begeleidde mee het studiewerk en hield toezicht tijdens de werfwerkzaamheden. Hij blikt tevreden terug op proces en resultaat.

De hemelwaterverordening werd in 2010 ingevoerd en aanzienlijk ver-strengd in 2013. Het groot aandeel van verhardingen en bebouwde oppervlakte in ons land, is één van de oorzaken van een te lage grondwaterstand. Die water-schaarste heeft op termijn nefaste gevolgen voor onder meer de landbouw. Daarom legt de verordening elke (ver)bouwer een aantal maatregelen op, om te voorkomen dat regenwater onmid-dellijk wordt afgevoerd.

impossibilité technique. Lors de la pose d’un revêtement, l’eau de pluie doit être stockée temporairement dans la structure et infiltrée ou évacuée à retar-dement.

L’infiltration est évidemment la solution la plus écologique. Si le sol n’est pas suffisamment perméable, on peut opter

pour une évacuation ralentie. Dans ce cas, une partie de l’eau de pluie dispa-raîtra malgré tout dans le sol.

SOLUTION DURABLEEn ce qui concerne les deux aires de parking, comptant respectivement 134 et 194 emplacements, la solution la plus durable a été recherchée, sans que

celle-ci puisse entraîner une augmen-tation des coûts. Dans l’une des aires concernées, la fondation permet l’in-filtration, tandis que l’autre prévoit un stockage temporaire.

Explication de Rob Vandenbergh : « Pour la première aire de stationnement, nous avons constaté sur la carte pédologique que le sol était sablonneux et présen-tait donc un taux d’infiltration élevé, ce qui est plutôt exceptionnel dans cette région, mais l’idéal pour une première réalisation à revêtement perméable. »

Dans sa quête de la solution la plus durable, la KU Leuven a suivi les règles de conception du RCC.

Parkeerterrein SEG had een helling van 6%. Dit loste men op door de parkeerstroken op verschillende niveaus met tussenliggende groenzones aan te leggen.

L’aire de parking SEG présentait une pente de 6 %. Ce problème a été résolu en construisant les emplacements de parking à différents niveaux, avec des espaces verts intermédiaires.

Page 16: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

14 BETON232

De verordening schrijft in de provincie Vlaams-Brabant voor dat alle nieuwe terreinen waterdoorlatend moeten zijn, tenzij dat technisch onmogelijk is. Bij de aanleg van verhardingen moet het hemelwater gebufferd worden in de structuur, en geïnfiltreerd of vertraagd afgevoerd worden.

Infiltreren is uiteraard de meest ecolo-gische oplossing. Is de ondergrond niet voldoende doorlatend, dan kan voor vertraagde afvoer worden gekozen. Dan zal nog steeds een deel van het hemel-water in de ondergrond verdwijnen.

DUURZAME OPLOSSINGVoor de twee parkeerterreinen met respectievelijk 134 en 194 parkeer-plaatsen, zocht men bij de aanleg naar

de meest duurzame oplossing, zonder de prijs op te drijven. Bij één terrein werkt de fundering infiltrerend, bij een ander als buffer.

Rob Vandenbergh licht toe: “Voor de eerste parking zagen we op de bodem-kaart met zanderige grond te maken te hebben, en dus een hoge infiltratieg-raad, vrij uitzonderlijk in deze regio, maar ideaal voor een eerste realisatie met waterdoorlatende verharding.”

In zijn zoektocht naar de meest duur-zame oplossing, volgde de KU Leuven de ontwerpregels van het OCW. Die adviseert om voor waterdoorlatende fundering met natuursteengranulaten te gebruiken. In economisch opzicht zijn zulke natuurlijk materialen enkel

een optie voor het Waalse landsdeel, wegens de nabijheid van de groeves. In Vlaanderen speelt de transportprijs een te grote rol.

Daarom zocht de opdrachtgever naar een mogelijkheid om met recupera-tiemateriaal van gebroken beton te werken, wat ook volgens het standaard-bestek 250 voor de wegenbouw is toe-gelaten. Drie proefvlakken bepaalden de optimale balans tussen draagkracht en waterdoorlatendheid.

Rob Vandenbergh: “Uiteindelijk werd een consensus gevonden in een gebroken beton 4/40 met nog 25% natuursteenslag 0/8. Deze materialen werden in een mengcentrale gemengd en kant-en-klaar aangeleverd. De

Ce dernier recommande l’utilisation de granulats de pierre naturelle pour les fondations perméables. En termes économiques, ces matériaux naturels ne sont une option que pour la partie wallonne du pays, du fait de la proxi-mité des carrières. En Flandre, le prix du transport joue un rôle trop important.

Le maître d’ouvrage a donc cherché une possibilité de travailler avec des maté-riaux recyclés de béton concassé, ce qui est également autorisé par le cahier des charges standard 250 pour la construc-tion de voiries. Trois parcelles d’essai

In samenwerking met het OCW werden drie proefvlakken aangelegd om de optimale balans tussen draagkracht en waterdoorlatendheid te bepalen.

En collaboration avec le RCC trois parcelles d’essai ont été aménagée pour déterminer l’équilibre optimal entre la force portante et la perméabilité à l’eau.

> Une construction perméable à l’eau peut également s’avérer judicieuse sur un substrat moins perméable.

Page 17: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 15

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

plaatproef, die een indicatie geeft van de draagkracht, haalde 110 MPa en ook de doorlatendheid voldeed ruim-schoots (> 10-⁴ m/s, nvdr).“

BESTRATINGDe parkingopbouw omvat niet-geweven geotextiel op de aardebaan. Daarbo-venop ligt een pakket van 40 cm van een waterdoorlatende onderfunde-ring en fundering. Dat bestaat uit één en hetzelfde materiaal, dat in lagen is opgebouwd.

In de fundering werd een drainage gelegd. Dat gebeurt via een knijpvoor-ziening, aangesloten op een betonput. Daardoor wordt het water sterk ver-traagd afgevoerd en maximaal geïn-filtreerd. Tot op heden heeft deze

overloop nog maar weinig gewerkt, wat bewijst dat het systeem werkt.

Voor de bestrating zelf koos de KU Leuven voor waterpasserende beton-straatstenen, wegens het gemak in onderhoud. Vandenbergh: “Alleen rond de beplantingsvakken, waar zich wat organisch materiaal verzamelt, zullen we extra moeten borstelen om te zorgen dat de voegen goed open en waterdoor-latend blijven.”

Een waterdoorlatende verharding func-tioneert optimaal op een plat wegdek. Een eventuele helling mag maximaal 1 % bedragen. Zo kan het regenwater loodrecht en dus maximaal door-dringen. Eén van de terreinen had een helling van 6%. Dit loste men op door

de parkeerstroken op verschillende niveaus met tussenliggende groen-zones aan te leggen.

ALLUVIUMVoor beide parkeerterreinen werd dezelfde opbouw gebruikt. Toch is de ondergrond verschillend. Rob Van-denbergh legt uit: “Was in het eerste geval de ondergrond volledig infiltre-rend, voor het tweede geval konden we ervan uitgaan dat het parkeerter-rein, dat wel volledig vlak ligt, weinig doorlatend was. Aan de ene kant loopt de Voer, aan de andere kant de Dijle. Dan weet je dat daartussen een allu-vium ligt, dat weinig infiltreert. Toch gebruikten we dezelfde opbouw. Deze buffert immers in de fundering en onderfundering gemiddeld 90 l/m².

ont déterminé l’équilibre optimal entre la force portante et la perméabilité à l’eau.

Rob Vandenbergh : « Finalement, un consensus a été trouvé avec un béton concassé 4/40, contenant encore 25 % de pierre naturelle 0/8. Ces matériaux ont été mélangés dans une unité de mélange et livrés prêts à l’emploi. Le test de plaque, qui donne une indication de la force portante, a révélé une force de 110 MPa, tandis que la perméabilité a aussi donné largement satisfaction (> 10-⁴ m/s, ndlr) ».

PAVAGELa structure du parking comprend du géotextile non tissé sur le remblai. Il est surmonté d’un ensemble de 40 cm de sous-fondation et de fondation perméable. Cet ensemble se compose d’un seul et même matériau, qui présente une structure en couches.

Un drainage a été posé dans la fonda-tion. Ce drainage s’opère par un dispositif de pincement, relié à un puits en béton. De ce fait, l’eau est évacuée avec un fort ralentissement et infiltrée au maximum. À ce jour, ce trop-plein n’a

encore que très peu servi, ce qui prouve que le système fonctionne.

Pour le pavage, la KU Leuven a opté pour des pavés perméables en béton, en raison de leur facilité d’entre-tien. Vandenbergh : « Nous ne devrons brosser davantage qu’autour des compartiments de plantations, où des matières organiques s’agglutinent, afin de nous assurer que les joints restent bien ouverts et perméables. »

Voor de gerecycleerde granulaten werd een consensus gevonden in een gebroken beton 4/40 met nog 25% natuursteenslag 0/8. Deze materialen werden in een mengcentrale gemengd en kant-en-klaar aangeleverd.

Pour les granulats recyclés, un consensus a été trouvé avec un béton concassé 4/40, contenant encore 25 % de pierre naturelle 0/8. Ces matériaux ont été mélangés dans une unité de mélange et livrés prêts à l’emploi.

Page 18: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

16 BETON232

Wordt de drainage hoger geplaatst dan de onderfundering dan zal bij een minder doorlatende ondergrond toch nog een groot gedeelte infiltreren.

Leuven heeft een vrij hoge grondwater-stand. Een oplossing met ondergrondse infiltratiebekkens was daarom niet aan-gewezen. Bovendien zijn deze moei-lijk te inspecteren en te reinigen. Ook bovengrondse bufferbekkens waren geen optie, gezien dit ten koste zou gaan van het aantal parkeerplaatsen.”

Het project toont aan dat een water-doorlatende constructie ook zinvol kan zijn op minder doorlatende onder-grond.

WATERPASSERENDE STEENDe parkeerterreinen vergden dan wel enig onderzoekswerk, voor Rob Van-denbergh vormen ze een goed voor-beeld voor toekomstige projecten:

Un revêtement perméable à l’eau fonc-tionne de manière optimale sur un pavement plat. Toute pente éventuelle ne peut dépasser une déclivité de 1 %. Ainsi, l’eau de pluie peut pénétrer à la verticale et donc au maximum des possibilités. L’un des terrains présentait une pente de 6 %. Nous avons résolu ce problème en construisant les emplacements de parking à différents niveaux, avec des espaces verts inter-médiaires.

ALLUVIONSPour les deux aires de stationnement, nous avons utilisé la même structure. Cependant, les substrats sont différents. Rob Vandenbergh nous donne une explication : « Si, dans le premier cas, le substrat était complètement infiltrant, dans le second cas, nous pouvions supposer que l’aire de stationnement, pourtant complètement plate, était peu perméable.

Werkingsprincipe van waterdoorlatende verhardingen De constructie van waterdoorlatende verhardingen met betonstraatstenen is gebaseerd op volgende principes:

1. De opname van water aan het oppervlak gebeurt door de straatstenen. Die moeten een voldoende grote doorlatendheid hebben. Dat kan door de steen zelf of door verbrede voegen of drainageopeningen. De straatstenen brengen het water zo snel mogelijk naar de onderliggende lagen.

2. De draagkracht voor verkeer wordt verzekerd door de fundering. Tijdens de buffering wordt zoveel mogelijk vermeden dat de fundering verzadigd is met water om geen verlies aan draagkracht te hebben. De fundering zal het water doorgeven aan de onderfundering, waar het gebufferd wordt.

3. De buffering van het hemelwater gebeurt onder in de structuur. De onderfundering doet dienst als buffer, zeker als de grond weinig doorlatend is.

4. De afvoer van het hemelwater gebeurt bij voorkeur door infiltratie in de ondergrond en anders door vertraagde afvoer naar een nabijgelegen infiltratiebekken of sloot. De waterafvoer wordt door middel van een knijpleiding voldoende vertraagd om stroomafwaarts geen overbelasting te krijgen en de buffering in de structuur te laten gebeuren.

Principe de fonctionnement des revêtements perméables La construction de revêtements perméables avec un pavage en béton repose sur les principes suivants :

1. L’absorption de l’eau en surface est assurée par les pavés. Ceux-ci doivent présenter une perméabilité assez forte. Elle peut venir de la pierre elle-même ou de l’élargissement des joints ou des ouvertures de drainage. Les pavés acheminent l’eau le plus rapidement possible jusqu’aux couches sous-jacentes.

2. La force portante pour le trafic est assurée par la fondation. Au cours du stockage temporaire, on évite autant que possible une saturation de la fondation par l’eau afin de ne rien perdre en force portante. La fondation transmettra l’eau à la sous-fondation, où elle sera stockée temporairement.

3. Le stockage temporaire de l’eau de pluie se produit dans la structure. La sous-fondation sert de lieu de stockage temporaire, en particulier lorsque le sol est peu perméabl.

4. Le drainage de l’eau de pluie se fait de préférence par infiltration dans le sous-sol ou, à défaut, par une évacuation ralentie vers des bassins d’infiltration ou une fosse à proximité. Le drainage est suffisamment ralenti au moyen d’une conduite de pincement pour éviter une surcharge en aval et permettre le stockage temporaire dans la structure.

Page 19: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 17

BESCHERMING | PRÉVENTION

7.1.2.15 Steenslag voor fundering van waterdoorlatende bestratingenSteenslag voor steenslagfunderingen voor waterdoorlatende bestrating voldoet aan de vol-gende bepalingen overeenkomstig de norm NBN EN 13342:

7.1.2.15.A AARD EN HERKOMSTDe volgende materialen zijn toegelaten: - 7.1.1.A Natuursteenslag;- 7.1.1.B.3.2 Hoogwaardig betongranulaat.

7.1.2.15.B AFMETINGEN VAN DE GRANULATENDe maximale korrelmaat D bedraagt 32 mm.Het gehalte aan deeltjes fijner dan 0,063 mm beantwoordt aan de categorie f3 volgens NBN EN 13342.De fractie 0/2 mm is kleiner dan 25 %.

7.1.2.15.C VORM VAN DE GRANULATENDe vlakheidsindex beantwoordt aan de categorie FI35 volgens NBN EN 13342.

7.1.2.15.D INTRINSIEKE EIGENSCHAPPENDe Los Angeles-coëfficiënt (LA) en micro-Deval-coëfficiënt (MDE) beantwoorden aan de categorieën volgens NBN EN 13342, aangegeven in tabel 3-7-8.

Toepassing LA MDE

Voor bouwklasse B9 LA25 MDE20Voor bouwklasse B10 en BF LA25 MDE20

Tabel 3-7-8: intrinsieke eigenschappen

7.1.2.15 Pierre concassée pour la fondation de pavages drainantsLa pierre concassée utilisée pour la fondation en pierre concassée de pavages drainants satisfait aux dispositions suivantes conformément à la norme NBN EN 13342 :

7.1.2.15.A NATURE ET ORIGINELes matériaux suivants sont autorisés : - 7.1.1.A A Pierre concassée naturelle ;- 7.1.1.B.3.2 Granulés de béton de qualité.

7.1.2.15.B DIMENSIONS DES GRANULÉSLa granulométrie maximum D est de 32 mm.La teneur en particules plus fines que 0,063 mm correspond à la catégorie f3 selon NBN EN 13342.La fraction 0/2 mm est inférieure à 25 %.

7.1.2.15.C FORME DES GRANULÉSLe coefficient d’aplatissement correspond à la catégorie FI35 selon NBN EN 13342.

7.1.2.15.D CARACTÉRISTIQUES INTRINSÈQUESLe coefficient Los Angeles (LA) et le coefficient micro-Deval (MDE) correspondent aux catégories indiquées dans le tableau 3-7-8 selon NBN EN 13342.

Application LA MDE

Pour classe de construction B9 LA25 MDE20Pour classes de construction B10 et BF LA25 MDE20

Tableau 3-7-8 : Caractéristiques intrinsèques

Het Standaardbestek 250 over de fundering voor waterdoorlatende bestratingen. Het standaardbestek schrijft natuursteenslag voor. Voor de parkeerterreinen in Leuven werd gebruikt gemaakt van gerecycleerde granulaten.

Le cahier des charges type flamand (SB 250) relatif à la fondation des pavages drainants. Le SB 250 prescrit de la pierre concassée naturelle. Des granulés recyclés ont été utilisés pour le parking situé à Louvain.

DOSSIER

Page 20: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

18 BETON232

BESCHERMING | PRÉVENTIONDOSSIER

“Binnen het kader van een toenemend bewustzijn rond duurzaamheid en een verstrengde wetgeving rond hemel-water, is het voor ons, als opdracht-gever, telkens zoeken naar een goede technische oplossing die ook prijstech-nisch verantwoord is. Deze 2 realisaties zijn daar een mooi voorbeeld van. Waar mogelijk en relevant zullen we dit prin-cipe ook in de toekomst doortrekken.”

De opdrachtgever rekende zelf na of dit een duurdere oplossing was, dan de aanleg met een gesloten verharding en klassiek rioleringsstelsel. Hij kwam tot de conclusie dat de kostprijs ver-gelijkbaar is. Alleen is deze oplossing met buffering, infiltratie en vertraagde afvoer, duurzamer. (KDA, LVI) l

D’un côté, c’est la Voer qui coule et, de l’autre côté, la Dyle. On sait ainsi qu’il y a présence d’alluvions entre les deux et qu’ils sont peu infiltrants. Nous avons néanmoins utilisé la même structure. Celle-ci stocke temporairement 90 l/m² en moyenne dans la fondation et la sous-fondation. Si le drainage est placé plus haut que la sous-fondation, une grande partie de l’eau peut toute-fois s’infiltrer dans un substrat moins perméable.

Le niveau des nappes phréatiques à Louvain est relativement élevé. Une solution comportant des bassins d’in-filtration souterrains n’était donc pas indiquée. En outre, ces bassins sont difficiles à inspecter et à nettoyer. Des

bassins tampons en surface n’étaient pas davantage une option, car cela aurait réduit le nombre de places de parking. »

Le projet démontre qu’une construc-tion perméable peut également être judicieuse sur un substrat moins perméable.

UNE PIERRE PERMÉABLELes aires de parking ont nécessité tout un travail de recherche. Pour Rob Vandenbergh, elles constituent un bon exemple pour de futurs projets : « Dans le contexte d’une prise de conscience croissante en matière de durabilité et d’une législation plus stricte sur les eaux de pluie, nous devons toujours

chercher, en tant que maître d’ouvrage, une bonne solution technique dont le prix est justifié. Ces 2 projets en sont une belle illustration. Lorsque cela sera possible et pertinent, nous applique-rons aussi ce principe à l’avenir. »

Le maître d’ouvrage a calculé lui-même après réalisation si cette solution était plus coûteuse qu’une construction avec un revêtement fermé et un égouttage classique. Il est arrivé à la conclusion que le coût est comparable. La diffé-rence est que cette solution de stockage temporaire, d’infiltration et d’écoule-ment ralenti est plus durable. (KDA, LVI) l

PARKEERTERREINEN - KU LEUVEN - AIRES DE PARKING Heverlee 2013-2015

MAÎTRE D’ OUVRAGE: Service Technique KU LeuvenOPDRACHTGEVER: Technische Diensten KU Leuven

RÉCEPTION | OPLEVERING: 2013 & 2015

PLAN: KU Leuven - Service technique - département infrastructure extérieureONTWERP: KU Leuven – Technische Diensten – afdeling Buiteninfrastructuur

AANNEMER | ENTREPRENEUR

AIRE DE PARKING | PARKEERTERREIN OUDE MOLEN: LiemaAIRE DE PARKING | PARKEERTERREIN SEG: Hegrola

ÉLÉMENTS EN BÉTON PREFA | PREFAB BETON ELEMENTEN: Bovin beton

Parkeerterrein Oude Molen (aan het kasteel van Arenberg in Heverlee) ligt tussen de Voer en de Dijle. Het terrein is er niet waterdoorlatend. Hoewel het terrein niet waterdoorlatend is, werd toch gekozen voor waterpasserende stenen.

L’aire de parking Oude Molen (au Château d’Arenberg à Heverlee) est située entre la Voer et la Dyle. Le terrain n’est pas perméable, malgré cela des pavés perméables ont quand même été placés.

> Waterdoorlatende constructie kan ook zinvol zijn op minder doorlatende ondergrond.

Page 21: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

KORATON SAVisserskaai 26

B-8500 KORTRIJKT +32 (56) 23 07 11F +32 (56) 22 79 63

[email protected]

Oplossingen op alle niveau’s

• Draagvloeren met voorgespannen balkjes en vulstenen • Planchers à poutrelles en béton précontraint et entrevous

SAMEN BETER BOUWENMIEUX CONSTRUIRE ENSEMBLE

des solutions à tous les niveaux

Page 22: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

20 BETON232

La vérification de la résistance au feu d’une structure est une discipline que le bureau Greisch pratique depuis de nombreuses années. Cette discipline a néanmoins connu un essor important ces dernières années par le biais de différents facteurs dont il sera fait état dans la suite de cet article.

CONTEXTEA l’entame de toute mission, l’auteur de projet évolue tout d’abord au sein d’un contexte législatif. En première ligne de ce contexte, se positionnent les normes de base et les arrêtés royaux qui fixent les recommandations minimales auxquelles l’ouvrage sollicité par l’in-cendie doit satisfaire. Il s’agit donc de la loi à laquelle nul ne peut déroger.

Il faut cependant admettre que ces textes législatifs sont fréquemment

sujets à interprétations. Les nombreux contacts pris avec les services de prévention incendie permettent alors de débattre ensemble et de se fixer une ligne de conduite qui ne doit plus être remise en question ultérieurement.

Au-delà de ce volet législatif, le second levier permettant d’aboutir à la « carto-graphie incendie » d’un projet, trouve sa source dans l’ensemble des consi-dérations complémentaires émanant du maître d’ouvrage lui-même, de ses assureurs, du bureau de contrôle. Ce levier constitue probablement la prin-cipale difficulté dans le domaine de l’ingénierie de la sécurité incendie, les bonnes questions doivent être posées ! Quelle sera la future affectation d’un local ? Quelles sont les différentes possibilités du bâtiment ? Quels produits doivent y être conservés ?

Dans un contexte de sécurité toujours accrue, la résistance au

feu des structures constitue un défi permanant que l’ingénieur

doit résoudre de manière efficace et ciblée. Comment

protéger au mieux nos bâtiments contre l’incendie ?

La question est souvent posée aux architectes ou aux bureaux

d’études. Que font au juste les ingénieurs et sur quoi se

concentrent-ils ?

Face à l’incendie, le béton présente différents avantages

Page 23: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 21

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Beton biedt verschillende voordelen bij brandVeiligheid is een steeds belangrijker factor bij het ontwerpen van gebouwen. Het is dan ook niet te verbazen dat het voor ingenieurs een permanente uitdaging betekent om brandwerendheid op een efficiënte en doelgerichte manier aan te pakken. Hoe kunnen we onze gebouwen maximaal beschermen tegen brand? Deze vraag krijgen architecten en studiebureaus vaak te horen. Wat doen ze precies en waarop spitsen ingenieurs zich toe?

Studiebureau Greisch is al jaren gespe-cialiseerd in controle van de brandwe-rendheid van structuren. De voorbije jaren heeft deze discipline steeds meer aan belang gewonnen en in dit artikel gaan we dieper in op de reden daarvan.

CONTEXTAan het begin van elke opdracht beweegt de projectontwikkelaar zich in eerste instantie binnen een wetge-vende context. Er bestaan namelijk basisnormen en Koninklijke Besluiten

die de minimale aanbevelingen bepalen waaraan een constructie bij brand moet voldoen. Dit is de wetgeving die iedereen moet naleven.

Toch moeten we toegeven dat deze wetgevende teksten vaak voor inter-pretatie vatbaar zijn. De vele contacten met de brandpreventiediensten maken het mogelijk om samen te discussiëren en een aanpak te bepalen die later niet meer ter discussie kan worden gesteld.

Naast dit wetgevende luik is er een tweede drijfveer die aanleiding geeft tot een ‘brandkaart’ van een gebouw: bijko-mende overwegingen van de bouwheer

Le maître d’ouvrage n’a pas toujours la compétence spécifique requise pour pouvoir établir d’avance le schéma de la situation.

DIMENSIONNEMENTUne fois la « cartographie incendie » de l’ouvrage réalisée, le dimensionnement en bonne et due forme de ce dernier peut démarrer. Les Eurocodes notam-ment nous fournissent sur ce sujet de précieuses indications.

Au cours de ces dernières années, nous avons acquis une grande expérience dans le maniement des méthodes de calcul proposées par les normes. Du plus élémentaire via le recours aux valeurs tabulées, vers le plus élaboré via les méthodes avancées, les nombreux projets étudiés nous ont permis d’em-ployés fréquemment ces différentes méthodes.

De nombreux outils sont à notre dispo-sition pour étudier et modéliser les

structures soumises aux sollicitations liées à l’incendie. Nous pouvons ainsi citer le logiciel de calcul par éléments finis SAFIR développé dans les services du professeur Franssen à l’université de Liège. Ce logiciel permet de modé-liser des sections quelconques et de calculer l’échauffement de ces sections soumises à un incendie quel que soit le matériau constitutif (voir par exemple Figure 1 et Figure 2). Dans un second temps, les structures tridimension-nelles constituées de ces sections quelconques peuvent être modéli-sées et la stabilité de la structure au cours du développement de l’incendie peut être analysée. Nos nombreux contacts avec les services du professeur Franssen et l’expérience acquise par notamment par Frédéric Gens lors de ses années passées comme ingénieur de recherches dans ces services, nous permettent de disposer de connais-sance approfondies de ces méthodes de calcul.

V.l.n.r. Philippe Closset, Frédéric Gens en Luc Demortier van het studiebureau Greisch.

De g. à dr. Philippe Closset, Frédéric Gens et Luc Demortier du bureau d’études Greisch

Page 24: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

22 BETON232

zelf, of van zijn verzekeraars en keu-ringsinstantie. Die motivatie vormt waarschijnlijk de grootste moeilijk-heid bij fire safety engineering. Het is met name heel belangrijk om de juiste vragen te stellen! Wat is de toekomstige bestemming van een ruimte? Wat zijn de verschillende mogelijkheden van het gebouw? Welke producten zullen

er worden bewaard? De bouwheer beschikt niet altijd over de vereiste spe-cifieke vaardigheden om van tevoren het situatieschema op te stellen.

BEPALING VAN DE AFMETINGENZodra de ‘brandkaart’ van het gebouw klaar is, kunnen de afmetingen vol-gens de regels worden bepaald. De

eurocodes bieden op dit vlak zeer waar-devolle informatie.

De voorbije jaren hebben we heel wat ervaring verworven met de berekenings-methoden die in de normen worden voorgesteld. Van de meest elementaire werkwijze, met behulp van getabel-leerde waarden, over meer uitgewerkte

FIRE ENGINEERINGFort de cette expérience, nous préco-nisons la prise en considération de la stabilité au feu des ouvrages dès l’en-tame de la conception de ces derniers. Trop souvent nous sommes confrontés à des situations où un ouvrage a été dimensionné pour résister aux sollicita-tions classiques à froid, puis la question

se pose de vérifier ce dernier sous l’in-cendie. A ce moment, il est trop tard pour intervenir sur la structure elle-même et il faut alors se tourner vers les protections passives. Réfléchir à la conception sous les sollicitations d’in-cendie dès le départ permet pourtant très souvent de minimiser, voire de supprimer ces protections passives des

structures. Il peut ainsi par exemple être plus économique de sur-dimen-sionner légèrement certaines parties de structures pour qu’elles fonctionnent toujours à chaud sans protection. Envi-sager un schéma statique différent lors de l’incendie et permettant une reprise des efforts sous cette sollicitation acci-dentelle est également une possibilité.

TIME: 7500 sec1051.30992.37933.44874.51815.59756.66697.73638.80579.87520.94462.01403.09344.16285.23226.30

?INSULATIONINSULATIONINSULATION

Metalen kolom beschermd door isolatie

Colonne métallique protégée par un complexe isolant

Temperatuur in de isolatie na een ISO-brand van 2 uur

Température dans le complexe après 2 heures de feu ISO

FIG. 1

FIG. 2

Page 25: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 23

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

methodes tot de meest gedetailleerde. Dankzij tal van projecten hebben we al deze verschillende methoden al vaak kunnen toepassen.

We hebben verschillende hulpmiddelen om structuren, die onderhevig zijn aan belastingen ten gevolge van een brand, te onderzoeken en te modelleren. Zo is er bijvoorbeeld de SAFIR-software voor de berekening van de verhitting van constructieonderdelen, ontwikkeld door professor Franssen aan de univer-siteit van Luik. Met deze software kun je willekeurige secties modelleren en de verhitting van de secties berekenen, ongeacht het bouwmateriaal (zie bij-voorbeeld Figuur 1 en Figuur 2). In een tweede fase kun je de driedimensionale

structuren die door deze willekeurige secties worden gevormd, modelleren en de stabiliteit van de structuur tijdens de ontwikkeling van de brand analyseren. Dankzij onze nauwe samenwerking met professor Franssen en de jarenlange ervaring van Frédéric Gens als onder-zoek ingenieur is er een grote kennis van deze berekeningsmethoden.

FIRE ENGINEERINGOp basis van deze ervaring pleiten we ervoor om van bij het ontwerp reke-ning te houden met de brandstabiliteit van gebouwen. We worden te dikwijls geconfronteerd met een gebouw dat werd berekend op de klassieke koude belastingen en waarbij we daarna pas de vraag krijgen om de brandweerstand

te controleren. Het is op dat ogenblik te laat om de structuur zelf nog aan te passen. Bijgevolg moet er dan gewerkt worden met passieve bescherming. Door vanaf het ontwerp na te denken over de brandbelasting kan men deze passieve beschermingen heel vaak beperken of zelfs schrappen. Zo kan het bijvoorbeeld goedkoper zijn om bepaalde structurele elementen iets te overdimensioneren, zodat ze altijd zonder bescherming functioneren bij brand. Een andere optie is om bij brand een ander belastingschema te voorzien en de daarbij optredende accidentele belastingen op een ander manier op te vangen.

Page 26: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

24 BETON232

In bepaalde situaties zet onze erva-ring ons ertoe aan om de brandbelas-tingen bij een echte brand te analyseren in plaats van bij een genormali-seerde brand. In talrijke toepassingen maakt deze methode het mogelijk om de bereikte temperaturen aanzien-lijk te verlagen of om ten minste de duur van de blootstelling te beperken. Deze methoden vereisen een grondige

kennis van de verschillende verschijn-selen, zowel bij de bepaling van brands-cenario’s als bij de bepaling van lichtere brandlasten. De bouwheer kan enkel een beroep doen op deze methoden als ze door de wetgever toegelaten zijn, zoniet moet hij een afwijking aanvragen en kunnen rechtvaardigen dat zijn plannen gegrond zijn. Bij het definiëren van brandscenario’s worden hypotheses

geformuleerd over de brandbelas-ting die daadwerkelijk aanwezig is in het compartiment. Deze hypotheses moeten duidelijk worden besproken met de bouwheer. Ze bepalen namelijk het gebruikskader van het gebouw als het in gebruik is. Bepaalde bouwheren willen niet noodzakelijk zo ver gaan in fire safety engineering, maar opteren eerder voor een algemene en uniforme

Dans certain cas de figure, l’expérience accumulée nous pousse à analyser les sollicitations d’incendie sous feu réel et non sous le feu normalisé. Dans de nombreuses applications, cette méthode permet de réduire considé-rablement les températures atteintes ou à tout le moins de limiter la durée d’exposition. Il faut être très attentif au fait que ces méthodes requièrent un haut niveau de connaissance des phénomènes, que ce soit dans la défi-nition des scénarii d’incendie, dans

la définition des échauffements, etc… Notons que le recours à ces méthodes, s’il est autorisé par la norme, oblige le maître d’ouvrage à demander une déro-gation et donc à justifier le bien fondé de ses développements. Dans la définition des scénarii d’incendie, des hypothèses sont prises quant à la charge au feu réellement présente dans le compar-timent. Ces hypothèses doivent être clairement discutées avec le maître de l’ouvrage. En effet, elles définissent le cadre d’utilisation de l’ouvrage au cours

de sa vie. Certains maîtres d’ouvrage ne souhaitent pas nécessairement aller aussi loin dans l’ingénierie de la sécurité incendie, mais optent plutôt pour une solution passe-partout et générale qui offre une flexibilité maximale au bâti-ment. C’est fréquemment le cas pour les immeubles de bureaux, dont l’exploi-tation doit souvent être très souple et multifonctionnelle. Pour ce type d’ap-proches, les solutions de structures en béton présentent de nombreux avan-tages.

Page 27: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 25

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

oplossing die het gebouw een maxi-male flexibiliteit verleent. Dit is vaak het geval voor kantoorgebouwen, waarvan de exploitatie vaak heel soepel en mul-tifunctioneel moet zijn. Voor dit soort aanpak bieden de oplossingen van betonstructuren talrijke voordelen.

EVOLUTIES De veiligheid met betrekking tot brandbelasting is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. De normen zijn volop in ontwikkeling. Ingenieurs ver-werven meer ervaring in de bestaande methoden en zorgen er zelf voor dat de normen evolueren. Tezelfdertijd worden ook de materialen voortdurend beter. Zeker beton, dat intrinsiek een goede brandweerstand heeft door zijn lage thermische geleidbaarheid, evolu-eert naar een steeds hogere weerstand, waardoor steeds slankere structuren mogelijk zijn. Hoge of ultrahogesterk-

tebeton is hiervan een zeer goed voor-beeld. De toenemende weerstand van beton geeft wel aanleiding tot bijko-mende complexiteit. Ten eerste kunnen heel fijne barsten ontstaan door het gebruik van ultrafijne partikels, die de afvoer van de waterdamp verhin-deren. Dit verschijnsel kan men voor-komen door met de samenstelling van het beton te spelen. Ten tweede veroor-zaakt de omvang van de belastingen in het (koude) beton en de slankheid van de secties (beton met een hogere weer-stand -> fijnere secties) een aanzienlijk verlies van de weerstand tegen hitte. Dit laatste verschijnsel leidt tot een meer technische fire-engineeringaanpak.

Dankzij deze evoluties kan fire enginee-ring aanzienlijk vooruitgang boeken, maar is er ook meer expertise vereist om er op een intelligente manier mee om te gaan. l

Dit artikel werd geschreven door spe-cialisten van het studiebureau Greisch• Frédéric Gens is al elf jaar aan de slag bij het studiebureau Greisch. Daarvoor werkte hij drie jaar aan de universiteit van Luik, waar hij zich specialiseerde in de berekening van structuren die worden onderworpen aan brand. Bij Greisch legt hij zich toe op de bereke-ning van bruggen, maar geeft hij ook advies over de berekening van de brand-weerstand van gebouwen.• Ingenieur Philippe Closset werkt al zeventien jaar bij Greisch. Hij is aan de slag in de gebouwensector, een sector die meer te maken krijgt met brandpro-blematiek. Zijn focus ligt op de stabiliteit van gebouwen.• Luc Demortier is zaakvoerder van het studiebureau en werkt al meer dan 25 jaar voor Greisch.

EVOLUTIONS Le domaine de la sécurité sous les solli-citations d’incendie a fortement évolué ces dernières années. Les normes sont en constante évolutions, les ingénieurs gagnent en expérience dans l’utilisation de ces méthodes et font eux-mêmes évolués les normes. Dans le même temps, les matériaux sont eux aussi en constante évolution. Citons notamment le béton qui possède intrinsèque-ment une bonne résistance au feu de par sa faible conductivité thermique, et qui possède des résistances de plus en plus élevées permettant de réaliser des structures de plus en plus élancées. Le béton à haute voire très haute performance est un exemple particulièrement parlant. L’augmenta-tion de résistance du béton engendre certaines complexités supplémentaires.

Premièrement, l’apparition de phéno-mènes d’éclatement induits par l’usage de particules ultrafines qui empêchent l’évacuation de la vapeur d’eau. Ce phénomène peut être évité en jouant sur la composition du béton. Deuxiè-mement, l’importance des contraintes dans le béton (à froid) et l’amincisse-ment des sections (béton plus résistant -> sections plus fines) engendre des pertes de résistance plus importantes à chaud. Ce dernier phénomène conduit à des approches du type « Fire Enginee-ring » plus pointues.

Ces évolutions permettent de faire avancer grandement l’ingénierie incendie mais le niveau de compétence requis pour les manier intelligemment augmente également nécessitant une grande attention. l

Cet article a été écrit par des spécia-listes du bureau d’étude Greisch. • Frédéric Gens travaille depuis onze ans au bureau d’études Greisch. Auparavant, il a travaillé trois ans à l’université de Liège, où il s’est spécialisé dans le calcul de structures soumises à l’incendie. Chez Greisch, il se consacre au calcul de ponts, mais donne également des con-seils sur le calcul de la résistance au feu de bâtiments.• Philippe Closset, ingénieur, travaille depuis dix-sept ans chez Greisch. Res-ponsable de la cellule bâtiment, il opère dans un secteur davantage confronté à la problématique de l’incendie. Il s’in-téresse essentiellement à la stabilité de bâtiments.• Luc Demortier est administrateur du bureau d’études Greisch, il travaille depuis plus de 25 ans pour Greisch.

Page 28: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

26 BETON232

PROLONGEZ LA DURÉE DE VIE DE VOTRE FAÇADE

Protection du béton avec un hydrofugeVotre projet de construction est enfin terminé. La façade est finie et correspond parfaitement à vos désirs. Les balcons resplendissent, les éléments décoratifs et les corniches sont magnifiquement exécutés, le tout en béton préfabriqué. Il va de soi que le résultat doit garder son éclat, et ce, durant de nombreuses années. C’est la raison pour laquelle l’entrepreneur a opté pour le béton. Pour préserver la surface de façon optimale et prolonger la durée de vie, il est recommandé d’appliquer un hydrofuge après les travaux.

La surface du béton est toujours poreuse, même lorsque celui-ci a subi un traitement (sablage, acides ou lavage).

Ces pores constituent une porte d’accès idéale pour l’eau dans le béton, qui reste ainsi humide plus longtemps. La saleté s’incruste plus facilement dans les pores. La magnifique corniche

devient ainsi un terrain fertile idéal pour la mousse. Parallèlement, l’eau véhicule la saleté dans le béton et à sa surface. Pour toutes ces raisons, notre belle façade doit être traitée contre l’humidité.

La technique la plus utilisée pour contrôler le taux d’humidité consiste à rendre les éléments en béton

hydrophobes. Ledit hydrofuge possède des qualités de résistance à l’eau. Il ne forme pas une couche de protection sur le béton, mais se niche dans les pores, de sorte que l’humidité ne peut plus y pénétrer.

Un hydrofuge est en principe invisible. Il ne modifie pas l’aspect des éléments en béton. Ce n’est pas le cas de la couche de protection contre les graffitis. Cette dernière est effectivement couvrante et est donc visible sur le béton.

TRAITEMENTTenez compte de quelques conseils lors de l’application de l’hydrofuge. L’application du produit sur un béton frais comporte un risque de formation de taches. Appliquez par conséquent l’hydrofuge le plus tard possible. Cela présente l’avantage supplémentaire que les réparations éventuelles du béton bénéficieront du traitement.

Het ING-hoofdkantoor (Brusselse kleine ring) ziet er na een behandeling met

hydrofuge weer als nieuw uit.

Le siège central de la banque ING (petite ceinture de Bruxelles) a retrouvé

sa jeunesse grâce à un traitement à l’hydrofuge.

© IN

G- G

ordo

n Bu

nsha

ft (S

kidm

ore,

Ow

ings

& M

erril

)

Page 29: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 27

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR BrusselGroenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fi deris.be - www.fi deris.be

Voor uw borgstelligen maak de sprong naar...

• expertise sinds 1926

• marktleider

• coöperatieve vennoot-schap die de winsten deelt met haar vennoten

• voor openbare , privé werken en de wet Breyne

• voor hoofd- en onder-aannemers in alle bouw-sectoren

• hoge ristorno

• onze borg verzwaart uw bank kredieten niet

Fideris

VERLENG DE LEVENSDUUR VAN UW GEVEL

Bescherming van beton met hydrofugeEindelijk is het zover. De gevel van uw bouwproject is klaar en beantwoordt helemaal aan het droombeeld. De balkons schitteren, sierelementen en kroonlijsten zijn gaaf uitgevoerd, allemaal in prefab beton. Uiteraard moet het resultaat even schoon blijven, vele jaren lang. Daarom koos de aannemer ook voor beton. Om het oppervlak optimaal te houden en de levensduur te verlengen, is het aan te bevelen een hydrofuge aan te brengen na de bouwwerken.

Aan het oppervlak van beton zitten altijd poriën, ook als het beton een nabewerking kreeg zoals stralen, zuren of uitwassen.

Deze poriën zijn ideale toegangs-poorten voor water in het beton, dat zo langer vochtig blijft. In de poriën blijft gemakkelijker vuil achter. De prachtige kroonlijst wordt daardoor een ideale voedingsbodem voor mos. Tegelijk is water ook de transporteur van vuil in en op het betonoppervlak. Om al die redenen heeft onze mooi afgewerkte gevel een goede vochthuishouding nodig.

De meest gebruikte techniek om die vochthuishouding onder con-trole te krijgen, is het hydrofoberen van de betonelementen. De zoge-naamde hydrofuge bezit waterafsto-tende eigenschappen. Ze vormt geen deklaag op het beton, maar nestelt zich in de poriën, waardoor die geen vocht kunnen opnemen.

Een hydrofuge is in principe onzicht-baar. Zij verandert het uitzicht van de betonelementen niet. Dat in tegen-stelling tot een anti-graffitilaag. Die laatste is wel dekkend en dus zichtbaar op het beton.

BEHANDELINGHoud bij het aanbrengen van de hydrofuge enkele tips in aanmerking. Het product appliceren op jong beton, houdt risico op vlekvorming in. Breng daarom de hydrofuge zo laat mogelijk aan. Dat heeft het bijkomende voor-deel dat eventuele herstellingen van het beton, mee de behandeling ondergaan.

De poriën van beton zijn doorgaans kleiner dan die van de andere steenach-tige materialen. Daarom kiest men best voor een hydrofuge op basis van silanen of Teflon. Dit zijn kleinere ketens die gemakkelijker de kleine poriën van het beton binnendringen en overbruggen. Het certificaat moet aantonen dat het product specifiek geschikt is voor beton. Producten voor natuur- of bak-steen hebben andere eigenschappen.

Tweede belangrijk element in acht te nemen bij de keuze van het hydro-fobeermiddel, is de indringingsdiepte en het percentage werkende bestand-delen. Deze parameters beïnvloeden

Page 30: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

28 BETON232

in belangrijke mate kostprijs, maar ver-tellen ook veel over de levensduur van de behandeling. Die varieert van 2 à 3 jaar voor de minst goede, tot meer dan 10 jaar voor degelijke producten.

Een hydrofuge is actief aan het opper-vlak. In de massa hydrofoberen heeft daarom geen zin. Het beschermende product wordt aangebracht door ver-neveling, tot verzadiging van de onder-grond. Of u voldoende product heeft aangebracht, is eenvoudig te contro-leren. Giet een glas water op het opper-vlak. Parelt de vloeistof mooi, en loopt het af, dan is het oppervlak voldoende behandeld. Neemt de gevel het vocht op, moet de behandeling hernomen worden.

Op dezelfde wijze kan eenvoudig worden nagegaan of na x-aantal jaren de hydrofuge al dan niet vernieuwd moet worden. Voor de hernieuwing is altijd merkelijk minder product nodig dan bij de eerste behandeling. Een her-nieuwing wordt geadviseerd om de 10 jaar. De eerste behandeling (en vol-gende) wordt best aangebracht op de werf, tegen het beëindigen van het bouwwerk. Voor een minimale meer-prijs van een hydrofuge blijft uw gevel vele malen langer schoon en in prima conditie. (JM) l

Les pores du béton sont toujours plus petits que ceux des autres matériaux pierreux. C’est la raison pour laquelle il est préférable d’opter pour un hydro-fuge à base de silanes ou de Téflon. Ils possèdent des chaînes plus petites qui pénètrent et ferment plus facilement les pores de taille réduite. Le certificat doit démontrer spécifiquement que le produit convient pour le béton. Les produits pour la pierre naturelle et la brique possèdent d’autres propriétés.

Le deuxième élément important à prendre en compte lors du choix du produit hydrophobe est la profon-deur de pénétration et le pourcentage d’ingrédients actifs. Ces paramètres

influencent dans une large mesure le prix de revient, mais ils sont également significatifs pour la durée de vie du trai-tement. Celle-ci varie de 2 à 3 ans pour les moins bons, à plus de 10 ans pour les produits efficaces.

Un hydrofuge est actif en surface. Cela n’a pas de sens d’appliquer un traite-ment hydrophobe dans la masse. Le produit de protection est appliqué par pulvérisation jusqu’à saturation du support. Il est facile de contrôler si vous avez appliqué suffisamment de produit. Versez un verre d’eau à la surface. Si le liquide perle correctement en surface et s’écoule le long, la surface est suffisamment traitée. Si la façade

absorbe l’humidité, le traitement doit être poursuivi.

De même, cette méthode peut être simplement utilisée pour vérifier après un certain nombre d’années si l’hydrofuge doit être ou non renouvelé. Un renouvellement nécessite toujours nettement moins de produit que lors du premier traitement. Il est conseillé d’effectuer un renouvellement tous les 10 ans. Le premier traitement et les suivants seront appliqués de préfé-rence sur le chantier pour la fin des travaux. En optant pour un hydrofuge dont le coût est minime, votre façade restera bien plus longtemps propre et en parfait état. (JM) l

De hydrofuge bezit water–afstotende eigenschappen. Ze vormt geen deklaag op het beton, maar nestelt zich in de poriën, waardoor die geen vocht kunnen opnemen.

L'hydrofuge possède des qualités de résistance à l'eau. Il ne forme pas une couche de protection sur le béton, mais se niche dans les pores, de sorte que l’humidité ne peut plus y pénétrer.

Page 31: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 29

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

De principes van seismisch bouwen Aardbevingsbestendig of seismisch bouwen associëren we doorgaans met zuiderse en aardbevingsgevoelige gebieden. Toch is de praktijk ook in sommige Belgische regio’s relevant. Omwille van de grotere bewustwording en de actuele normen, zal seismisch bouwen steeds meer ingang vinden. De belangrijkste principes van aardbevingsbestendig worden in dit artikel op een bevattelijk manier uitgelegd door Dror Zeiger. Hij deed onder meer ook berekeningen voor het gebouw van AGC in Louvain-la-Neuve. Zeiger deed ervaring rond seismisch bouwen op in Israël. De minst gevoelige zone valt er qua normering samen met de bij ons meest kritieke regio, tussen Luik en Charleroi.

Les principes de la construction parasismique

Nous associons toujours la construction parasismique aux régions méditerranéennes et celles sujettes aux tremblements de terre.

Pourtant, la pratique est également pertinente dans certaines régions de Belgique. Étant donné la prise de conscience toujours

plus forte et les normes actuelles, la construction parasismique va gagner en importance. Les premiers principes de construction

parasismique sont expliqués clairement dans le présent article par Dror Zeiger. Il a notamment effectué les calculs pour le bâtiment d’AGC à Louvain-la-Neuve. Zeiger a acquis de l’expérience dans la

construction parasismique en Israël. La zone la moins sensible correspond en matière de normalisation avec la région la plus

critique chez nous, entre Liège et Charleroi.

LA CONSTRUCTION PARASISMIQUE EN BELGIQUE EST-ELLE NÉCESSAIRE ?Lorsque l’on parle de séismes dans le contexte belge, il convient de remettre les choses en perspective. En comparaison du reste de l’Europe et du monde, la Belgique est un pays à faible risque. Notre pays est divisé en 4 zones sismiques. Seules quelques régions se trouvent en zone sismique 4, une zone dans laquelle les forces sismiques ne sont plus négligeables pour certains bâtiments et où les règles spécifiques de l’Eurocode 8 doivent être respectées.

Page 32: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

30 BETON232

IS AARDBEVINGSBESTENDIG BOUWEN IN BELGIË NOODZAKELIJK ?Wanneer we over aardbevingen spreken in Belgische context, is het belang-rijk de zaken in proportie te zien. Ver-geleken met de rest van Europa en de wereld, is België een laag-risicoland. Ons land is ingedeeld in 4 seismische zones. Slechts een aantal gebieden ligt in seismische zone 4, een zone waarin voor bepaalde gebouwen de aardbe-vingskrachten niet meer verwaarloos-baar zijn en de specifieke regels van Eurocode 8 gevolgd moeten worden. In seismische zone 2 kan doorgaans het ontwerp gebaseerd worden op Euro-code 2, eventueel aangevuld met enkele eenvoudige regels met betrekking tot aardbevingen.

Door de komst van Eurocode 8 groeide het bewustzijn rond aardbevingsbe-stendig bouwen en wordt deze con-structiewijze alsmaar meer toegepast. Ze is onder meer van belang bij gevaar-lijke en belangrijke constructies, of gebouwen die op cruciale momenten een zeer grote rol kunnen spelen. Denk maar aan nucleaire installaties, politie- en brandweerkazernes en zie-kenhuizen. De constructieve maatre-gelen die genomen moeten worden om aardbevingsbestendig te bouwen zijn dus niet alleen afhankelijk van de lig-ging, maar ook van het belang van het

gebouw. Seismisch bouwen hoeft trou-wens niet per se duurder te zijn.

WELKE KRACHTEN WERKEN TIJDENS EEN AARDBEVING IN OP EEN GEBOUW? Om de noodzakelijke afmetingen van de structuurelementen te bepalen, berekent men de krachten die worden veroorzaakt door de wind én door een mogelijke aardbeving. Een aardbe-ving is een accidentele situatie waarin andere veiligheidscoëfficiënten gelden dan bij windkracht. Ofwel één ofwel beide situaties kunnen bepalend zijn

Dans la zone sismique 2, la conception peut toujours être basée sur l’Eurocode 2, éventuellement complété par quelques règles simples relatives aux séismes.

Avec l’arrivée de l’Eurocode 8, la conscience autour de la construction parasismique s’est développée et ce mode de construction est appliqué de plus en plus. Il est notamment important pour les constructions dangereuses et essentielles, des bâtiments qui à des moments cruciaux peuvent jouer un très grand rôle. On pense aux installations nucléaires, aux hôtels de police et aux casernes de pompiers ainsi qu’aux hôpitaux. Le niveau de sismicité ne dépend donc pas seulement de la localisation, mais aussi de l’importance du bâtiment. La construction parasismique ne doit d’ailleurs pas forcément être plus.

QUELLES SONT LES FORCES EXERCÉES SUR UN BÂTIMENT PENDANT UN SÉISME ? Pour déterminer les dimensions nécessaires des éléments structurels, on calcule les forces qui sont générées par le vent ainsi que par un séisme potentiel. Un séisme est une situation accidentelle dans laquelle des coefficients de sécurité différents de la poussée du vent s’appliquent. Soit une seule soit les deux situations peuvent être déterminantes lors du calcul du bâtiment. Un exemple : l’hôtel

de police de Charleroi bénéficie d’une construction parasismique, comme le bâtiment d’AGC à Louvain-la-Neuve (cf. p35). Lors de la conception de l’hôtel de police, un séisme potentiel a été plus déterminant que pour le bâtiment d’AGC. L’hôtel de police est plus haut, mais sa forme s’avère très efficace contre le vent : la tour rétrécit à mesure qu’elle s’élève et est donc moins soumise à la poussée du vent. De ce fait, l’impact sismique est plus fort et donc plus déterminant pour le bâtiment. Il en va tout autrement par exemple pour un

PGA Belgique,EN1998‐1ANB 2011 ANB

PGA Belgique,EN1998‐1ANB 2011 ANB

PGA Belgique, EN 1998-1ANB 2011 ANB

België wordt volgens Eurocode 8 ingedeeld in vier seismische zone

Selon l’Eurocode 8, la Belgique est divisée en quatre zones sismiques

Page 33: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 31

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

bij de berekening van het gebouw. Een voorbeeld: de politiekazerne van Char-leroi werd seismisch gebouwd, net als het gebouw AGC in Louvain-la-Neuve (zie p35). In het ontwerp van de politie-kazerne was een mogelijke aardbeving meer bepalend dan voor AGC. De poli-tiekazerne is hoger, maar de vorm ervan is heel efficiënt opgevat tegen de wind: de toren versmalt namelijk naar boven toe en zal dus minder vatbaar zijn voor de wind. Hierdoor weegt de seismi-sche impact zwaarder door, waardoor ze dus meer bepalend zal zijn voor het gebouw. Dat ligt helemaal anders bij

bijvoorbeeld een (willekeurig) ellips-vormig gebouw. In de langse richting kan de windbelasting determinerend zijn, terwijl in de smalle richting de seis-mische belasting bepalend is.

HOE REAGEERT EEN GEBOUW OP SEISMISCHE KRACHTEN?Het vermogen van een gebouw om een aardschok op te vangen wordt bepaald door het ‘dissipatievermogen’, ofwel het vermogen om energie te verdelen en te absorberen. Men kan dit prin-cipe het best illustreren aan de hand van de ophanging van een wagen. Een

auto heeft een vering, maar daarnaast ook schokdempers. Wordt de auto naar beneden geduwd – bijvoorbeeld bij het rijden over een berm – dan zal de auto slechts éénmaal terug veren. Hij zal niet blijven schommelen, dankzij de schok-dempers. Die zorgen ervoor dat de energie vrijkomt en wordt omgezet in warmte.

Hetzelfde principe van dissipatie speelt ook in een gebouw tijdens een aard-beving. Veronderstel een gebouw van drie verdiepingen. De stijve kern geeft horizontale stijfheid aan het gebouw.

bâtiment en forme d’ellipse (arbitraire). Longitudinalement, la poussée du vent peut être déterminante, tandis que dans le plan étroit, la charge sismique est déterminante.

COMMENT UN BÂTIMENT RÉAGIT-IL AUX FORCES SISMIQUES ?La capacité d’un bâtiment à résister à un séisme dépend de la puissance de « dissipation », à savoir la capacité de répartir et absorber l’énergie. On peut idéalement illustrer ce principe au moyen de la suspension d’une

voiture. Une voiture est équipée d’une suspension, mais aussi d’amortisseurs. Lorsque la voiture est poussée vers le bas – par exemple en roulant sur un accotement – l’amortissement ne sera compensé qu’une seule fois. Elle ne va pas continuer de rebondir, grâce aux amortisseurs. Ceux-ci veillent à ce que l’énergie soit libérée et transformée en chaleur.

Le principe de dissipation intervient aussi dans un bâtiment pendant un séisme. Supposons un immeuble

de trois niveaux. Le noyau rigide assure la rigidité horizontale du bâtiment. La masse du bâtiment est concentrée dans les planchers. Lors d’un séisme, le noyau et les planchers vont se mettre à trembler. À présent, la capacité de dissipation dépend de plusieurs facteurs. Lorsque des forces sont libérées sur une structure « nue », par exemple la Tour Eiffel, celle-ci va se mettre à vibrer et cela va durer un certain temps, jusqu’à ce que les forces aient été exercées.

© VK ENGINEERING

Page 34: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

32 BETON232

De massa van het gebouw is geconcen-treerd in de vloeren. Tijdens een aard-beving zullen de kern en de vloeren aan het beven gaan. Het vermogen tot dis-sipatie nu, hangt van verschillende fac-toren af. Wanneer men op een ‘naakte’ staalstructuur – bijvoorbeeld de Eiffel-toren - krachten loslaat, zal die aan het trillen gaan en dat zal zo een tijdlang doorgaan, tot de krachten zijn uitge-werkt. Een andere, wél ingerichte staal-structuur – een gebouw voorzien van binnenmuren bijvoorbeeld - zal veel minder lang natrillen. De binnenmuren doen namelijk dienst als schokdem-pers. Ze zullen energie opnemen door de wrijving, waardoor de trilling sneller zal ophouden.

Een betonnen gebouw nu, beschikt over een hoger dissipatievermogen dan een stalen gebouw. Anderzijds zal de hogere massa van het beton tot hogere

laterale krachten leiden. De krachten die op een gebouw inwerken tijdens een aardbeving staan, los van de grondver-snelling, in verhouding tot de massa en de stijfheid van het gebouw. Hoe stijver het gebouw, hoe groter de krachten die er op inwerken. Op die manier kan men spelen met het principe van dissipatie.

HOE FUNCTIONEERT DE DISSIPATIE BIJ BETONCONSTRUCTIES?Beton heeft een groot dissipatiever-mogen dankzij de scheuren die tijdens de schokken ontstaan. Een betonnen balk die belast wordt bijvoorbeeld, zal een zekere buiging vertonen. Wordt de last weggenomen, dan keert de balk terug naar zijn oorspronkelijke vorm.

Als men de belasting verder opvoert, zal het beton op een bepaald moment scheuren. De trekspanningen worden vanaf dat moment opgenomen door het staal in de balk. Pas als ook de trek-sterkte van het staal bereikt wordt, zal de balk bezwijken.

Een betonnen gebouw kan met andere woorden behoorlijk grote vervormingen aan tijdens een aardbeving. Het beton zal scheuren waardoor de energie van de aardbeving geabsorbeerd wordt door het gebouw. Dankzij deze dissi-patie zal een betonnen gebouw bijna nooit instorten. Zelfs na zeer zware aardbevingen ziet men betonnen gebouwen met zéér verregaande ver-vormingen, die weliswaar afgebroken moeten worden, maar tijdens de beving bieden ze voldoende weerstand om de bewoners te beschermen.

Une autre structure en acier, aménagée quant à elle, un immeuble doté de murs intérieurs, par exemple, vibrera moins longtemps. Les murs intérieurs font notamment office d’amortisseurs. Ils vont absorber l’énergie par le frottement, de sorte que la vibration cessera plus rapidement.

Un immeuble en béton quant à lui dispose d’une capacité de dissipation supérieure à un bâtiment en acier. D’autre part, la masse supérieure du béton engendrera des forces latérales plus importantes. Les forces agissant sur un bâtiment pendant un séisme sont, indépendamment de l’accélération du sol, en rapport avec la masse et la rigidité du bâtiment. Plus le bâtiment est rigide, plus les forces exercées dessus sont grandes. Il est ainsi possible de jouer avec le principe de dissipation.

COMMENT OPÈRE LA DISSIPATION POUR LES CONSTRUCTIONS EN BÉTON ?Le béton possède une grande capacité de dissipation grâce aux fissures engendrées durant les chocs. Une poutre en béton soumise à une force par exemple présentera un certain fléchissement. Lorsque la charge est retirée, la poutre reprend sa forme d’origine. Si l’on continue d’augmenter la charge, le béton va à un moment donné se fissurer. Les contraintes de traction sont alors prises en charge par l’acier dans la poutre. Ce n’est que lorsque la résistance maximale à la traction de l’acier est atteinte que la poutre s’affaissera.

Autrement dit, un immeuble en béton peut subir des déformations considérables durant un séisme. Le béton se fissurera de sorte que l’énergie du séisme sera absorbée par le bâtiment. Grâce à cette dissipation, un immeuble en béton ne s’effondrera pratiquement jamais. Même après un

séisme, on voit ainsi des immeubles en béton présentant des déformations très importantes qui devront être démolis, certes, mais qui pendant le séisme auront offert une résistante suffisante à la protection des occupants.

Un point important est que les nœuds constructifs doivent être suffisamment robustes, de manière à absorber suffisamment d’énergie.

COMMENT CALCULE-T-ON UN BÂTIMENT PARASISMIQUE ? Contrairement au vent, un séisme n’est pas une force constante, mais une masse qui se met à vibrer. De ce fait, on devrait pouvoir effectuer un calcul dynamique, qui est nettement plus complexe qu’un calcul statique. L’Eurocode 8 fournit toutefois une solution permettant d’opérer simplement. L’Eurocode fournit une

Page 35: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 33

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Een belangrijk punt daarbij is, dat de bouwknopen dermate versterkt moeten zijn, dat ook zij voldoende energie kunnen opnemen.

HOE BEREKENT MEN EEN AARDBEVINGSBESTENDIG GEBOUW? In tegenstelling tot de wind is een aard-beving geen constante kracht, maar een massa die begint te trillen. Hierdoor zou men in principe een dynamische bere-kening moeten uitvoeren, hetgeen een stuk gecompliceerder is dan een sta-tische berekening. Eurocode 8 geeft echter een oplossing om hier eenvoudig mee om te gaan. De Eurocode biedt een methode aan om een aardbe-ving uit te drukken als een horizontale

kracht. Via de gedragsfactor kan het responsspectrum bepaald worden. Voor België volstaat deze oplossing. In Japan daarentegen zal men voor belangrijke gebouwen wel een simulatie maken en dus een echte dynamische berekening uitvoeren.

Voor een kolom in staal kan het volstaan om een klein I-profiel te plaatsen. In beton zal in dezelfde omstandigheden een veel massievere kolom nodig zijn,. Enerzijds is dat negatief tijdens aardbe-vingen, omwille van het grotere gewicht. Anderzijds zal een betonnen structuur tijdens een aardbeving scheuren, waar-door de energie wordt geabsorbeerd en gedissipeerd. De scheuren die optreden

zullen veel groter zijn dan in normale belastingsgevallen.

Een belangrijk aspect bij aardbevings-bestendige betonconstructies is de overlapping van de wapening in de sta-biliserende elementen. De stijve kernen in een gebouw zullen samen met de verdiepingsvloeren zorgen voor de hori-zontale stabiliteit. In de stijve kernen bijvoorbeeld zullen er wapeningsstaven overlopen van de ene verdieping naar de andere. De overlapping van deze wapeningsstaven moet voldoende zijn om de grote krachten over te dragen, zelfs in de volledig gescheurde toe-stand, wanneer de staven buiten hun elastisch gebied moeten werken.

Dat geldt niet voor de kolommen. Zij dragen namelijk meestal niet bij tot de horizontale stabiliteit. Hier is het belangrijk dat de wapeningsstaven niet kunnen uitknikken, zodat de kolommen niet zijdelings kunnen bezwijken. Zij moeten namelijk de verticale stabiliteit blijven garanderen (KDA, BHE).

Deze basisprincipes werden toegepast in het gebouw van AGC Glass Europe, zie p 35.

méthode pour exprimer un séisme sous forme de force horizontale. Le spectre de réponse peut être calculé sur la base du coefficient de comportement. Pour la Belgique, cette solution suffit. Au Japon par contre, il faudra toutefois pour les bâtiments importants effectuer une simulation et donc exécuter un véritable calcul dynamique.

Pour une colonne en acier, l’installation d’un petit profil en I peut suffire. En béton, une colonne beaucoup plus massive sera nécessaire dans les mêmes circonstances, parce qu’une structure en béton est plus rigide et plus lourde. D’une part, cela influe négativement durant les séismes, d’autre part une

structure en béton durant un séisme va se fissurer, de sorte que l’énergie sera absorbée et dissipée. Les fissures qui surviennent seront beaucoup plus grandes qu’en cas de contraintes normales.

Un aspect important des constructions en béton parasismique est le chevauchement de l’armature dans les éléments de stabilisation. Les noyaux rigides d’un bâtiment assureront la stabilité horizontale avec les planchers des différents niveaux. Dans les noyaux rigides par exemple, les tiges d’armature se chevaucheront d’un étage à l’autre. Le chevauchement de ces tiges d’armature doit être suffisant pour transmettre

les grandes forces, même en état de fissuration complète, llorsque les tiges doivent opérer en dehors de leur domaine élastique.

Cela ne vaut pas pour les colonnes. Elles ne contribuent notamment pas à la stabilité horizontale. Il est important ici que les tiges d’armatures ne puissent pas se gauchir, de sorte que les colonnes ne puissent pas s’affaisser latéralement. Elles doivent notamment continuer de garantir la stabilité verticale (KDA, BHE).

Ces principes de base ont été appliqués au bâtiment d’AGC Glass Europe, voir p.35

In tegenstelling tot de wind is een aardbeving een dynamische kracht.

Contrairement au vent, un séisme est une force dynamique.

Time history - Japan, 11 maart/mars 2011, Miyagi

Page 36: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

LTB-Adv_GWW-A4.indd 2 25/08/15 10:20

Page 37: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 35

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

CASE: Anti-seismisch bouwen bij AGC Glass Europe (Louvain-la-Neuve)

Assar Architecten bouwden in 2014 het ‘New Technovation Center’ van AGC Glass Europe in Gosselies. Architecturaal is het ontwerp opgevat als één geheel. Bouwkundig werd het ingedeeld in verschillende eenheden, die van elkaar gescheiden zijn door dilatatievoegen. Elk gebouw is op zich bestand tegen windkracht en aardbevingen. Voor de verschillende eenheden werden uiteenlopende oplossingen gebruikt. Een klein overzicht.

Overzicht van het gebouw en de verdeling via

dilatatievoegen.

Aperçu du bâtiment et de la répartition par par les

joints de dilatation.

CAS : Construction parasismique chez AGC Glass Europe (Louvain-la-Neuve)

En 2014, Assar Architects a construit le nouveau « Technovation Center » d’AGC Glass Europe à Gosselies. Sur le plan architectural, le projet est conçu comme un tout. D’un point de vue architectonique, il est divisé en plusieurs unités, séparées les unes des autres par des joints de dilatation. Chaque bâtiment est en soi résistant à la force du vent et aux tremblements de terre. Pour les différentes entités, des solutions diverses ont été utilisées. En voici un bref aperçu.

P, B, U GEBOUW | BÂTIMENT

DILATATIEVOEGENJOINTS DE DILATATION

Page 38: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

36 BETON232

GEBOUW B Oplossing via stijve kernen

In gebouw B fungeren de 4 lift- en trapschachten als stijve kernen. Ze werden uitgevoerd in dubbele wanden die verankerd zijn in de fundering. De diafragmawerking wordt verzekerd door de vloeren, opgebouwd uit holle vloerelementen. Ze zijn voorzien van een gewapende druklaag, die is verankerd in de stijve kernen. Zo worden de horizontale krachten opgenomen door de kernen. De kolommen werden zelf verankerd in de vloeren om de verticale stabiliteit tijdens een aardbeving te garanderen. Om torsieproblemen te vermijden koos men voor meerdere stijve kernen, die vrij ver uit elkaar staan.

GEBOUW U Oplossing via schoring

In gebouw U zijn de twee lift- en trapschachten niet voldoende om de horizontale stabiliteit te garanderen. Daarom werden op verschillende plaatsen ook stabiliserende betonwanden voorzien, verankerd in de fundering. Opvallend is dat deze wanden slechts in één richting voorzien werden. In de andere richting zijn extra stabiliserende elementen overbodig omdat de dilatatievoegen tussen gebouw U en B werden voorzien van glijdeuvels. Dit zijn constructieve verbindingsmiddelen die een beweging in één richting toelaten. Op die manier kunnen de dilatatievoegen ‘sluiten’ waardoor de horizontale krachten dwars op de stabiliserende betonwanden overgedragen worden naar de 4 stijve kernen van gebouw B.

BÂTIMENT B Solution basée sur des noyaux rigides

Dans le bâtiment B, les quatre cages d’ascenseurs et d’escaliers font office de noyaux rigides. Elles ont été réalisées dans des doubles parois ancrées dans les fondations. L’effet diaphragme est assuré par les planchers, composés d’éléments de plancher creux. Ceux-ci sont dotés d’une couche de solidarisation armée, fixée dans les noyaux rigides. Les forces horizontales sont ainsi absorbées par les noyaux. Les colonnes ont été elles-mêmes intégrées aux planchers dans le but de garantir la stabilité verticale en cas de tremblement de terre. Afin d’éviter tout problème de torsion, il a été opté pour plusieurs noyaux rigides, assez éloignés les uns des autres.

Page 39: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 37

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

GEBOUW P

Gebouw P bestaat uit twee lage delen en een iets hoger centraal deel met een houten dak, waardoor dit gebouw lichter is. In de lage delen werden alle kolommen ingeklemd in de fundering om de horizontale stabiliteit te garanderen. Dit is dikwijls voldoende voor lage gebouwen. Voor het centrale deel werden stijve kernen en stabiliserende wanden voorzien. De horizontale krachten in de verdiepingsvloer worden rechtstreeks afgedragen naar deze stijve kernen en wanden. Het houten dak werd geplaatst op doorlopende kolommen die uitkragen boven de verdiepingsvloer. Op die manier worden de horizontale krachten in het dak overgedragen naar de stijve kernen en wanden en is de horizontale stabiliteit verzekerd.

BÂTIMENT U Solution basée sur des étançons

Dans le bâtiment U, les deux cages d’ascenseurs et d’escaliers ne sont pas suffisantes pour assurer la stabilité horizontale. Dès lors, des parois de stabilisation en béton ont été construites à différents endroits et ancrées dans les fondations. Étonnamment, ces parois ont été prévues dans une seule direction. Dans les autres directions, des éléments de stabilisation supplémentaires sont superflus, car les joints de dilatation entre les bâtiments U et B ont été complétés par des goujons coulissants. Il s’agit de dispositifs structurels de fixation limitant le mouvement à une seule direction. Les joints de dilatation peuvent ainsi « se fermer », de sorte que les forces horizontales qui traversent les parois de stabilisation en béton sont reportées sur les quatre noyaux rigides du bâtiment B.

BÂTIMENT P

Le bâtiment P est constitué de deux parties peu élevées et d’une partie centrale plus haute couverte d’un toit en bois, qui éclaire l’édifice. Dans les parties basses, toutes les colonnes sont implantées dans les fondations, afin de garantir la stabilité horizontale. Cette technique suffit souvent pour les bâtiments de faible hauteur. Concernant la partie centrale, elle est composée de noyaux rigides et de parois de stabilisation, vers lesquels les forces horizontales du plancher de l’étage sont directement transférées. Le toit en bois a été placé sur des colonnes continues en porte à faux au-dessus du plancher de l’étage. De cette manière, les forces horizontales exercées dans le toit sont répercutées sur les noyaux rigides et les parois, ce qui assure la stabilité horizontale.

Page 40: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

38 BETON232

Luca BeelPhotographe-designerCréatrice du trophée des FEBE Elements Awards 2016

Et si vous inscriviez votre œuvre d’art ? Si c’est tout un art de faire une œuvre avec du béton, il est raisonnable de penser que le béton préfabriqué peut produire des chefs-d’œuvre.Chaque année, la FEBE couronne les projets en béton préfabriqué les plus prestigieux. Le vôtre en fera-t-il partie ? Réponse le 29 novembre !

Inscriptions jusqu’au 3 octobre 2016 via www.febe.be ou www.febeawards.be

AD_FEBE_297x210_2.indd 1 15/06/16 17:10

Page 41: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 39

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Aardbevingsbestendig ontwerpen van prefab betonconstructiesHoe kan men bij het ontwerp van prefab betonconstructies

een gepast veiligheidsniveau bereiken om zich te behoeden voor aardbeving? Een aardbeving is namelijk een uitzonderlijk

belastinggeval. Het onderscheidt zich door de grote horizontale impact, die deze van wind ver kan overstijgen. Bovendien gaat

het om een dynamische inwerking, terwijl wind meestal als statisch beschouwd wordt. De uit te voeren toetsing vraag geen uitzonderlijke inzichten. Men moet wel over de juiste

ontwerpmethodiek en software tools beschikken. In dit artikel bieden we een korte inleiding.

NORMERINGIn het verleden zijn er in heel België regelmatig aardbevingen waarneem-baar geweest met actieve breuklijnen in Luik, Henegouwen, Waals-Brabant en Noord-Limburg. Voor wat seismisch ontwerpen betreft was er tot nog toe sprake van enige onwetendheid.

Conception parasismique des constructions en béton préfabriquéComment la conception de constructions en béton préfabriqué peut-elle atteindre un niveau de protection suffisant contre les séismes ? Un séisme est un événement exceptionnel. Il se distingue par un impact horizontal important pouvant excéder nettement celui du vent. En outre, il s’agit d’une action dynamique, tandis que le vent est généralement considéré comme statique. Les vérifications requises n’exigent pas de connaissances exceptionnelles. Il faut toutefois disposer de la méthode de conception et des outils logiciels adéquats. Nous proposons une brève introduction dans le présent article.

In 1983 vond in Luik nog een aardbeving plaats met een sterkte van 5,0 op de schaal van Richter.

En 1983, à eu lieu à Liège un tremblement de terre avec une force de 5,0 sur l'échelle de Richter.

NORMALISATIONDans le passé, de très nombreux séismes ont été réguliè-rement ressentis dans toute la Belgique avec des lignes de faille actives dans les provinces de Liège, du Hainaut et du Brabant flamand et dans le nord du Limbourg.

La conception parasismique restait cependant jusqu’il y a peu assez méconnue en Belgique. En octobre 2011, un chan-gement est survenu avec la parution des annexes nationales de la série Eurocode 8 (NBN EN 1998-X – Calcul des structures pour leur résistance aux séismes).

Page 42: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

40 BETON232

In oktober 2011 kwam daar verandering in met het verschijnen van de nationale bijlagen bij de Eurocode 8 reeks (NBN EN 1998-X – ontwerp en berekening van aardbevingsbestendig constructies).

Sinds het verschijnen van de laatste nationale bijlage bij de NBN EN 1990 (grondslag voor het constructief ont-werp - januari 2013) kan elke con-structie in België getoetst worden aan de mogelijke impact van een aardbe-ving. Gebouwen met een bouwaanvraag na die datum zouden systematisch moeten getoetst worden. Dat is geen wettelijke verplichting maar een niet zomaar te negeren aanbeveling.

Het grote voordeel van de NBN EN 1998-1 is dat er specifiek aandacht wordt besteed aan het gegeven van geprefabriceerde betonnen gebouwen met hun typische verbindingsdetails. Andere codes zoals de Amerikaanse ACI

318 (2014) laten wel prefab toe, maar eisen dan weer dat de verbindingen dezelfde capaciteiten kunnen ontwik-kelen als deze in ter plaatse gestort beton. Dit euvel vinden we ook terug in andere normen.

Wat wordt volgens de norm als een prefabconstructie beschouwd? Van de onderstaande lijst, ontleend uit de norm, zijn enkel situaties (2) en (3) prefab in de Belgische betekenis van het woord.

1. Prefabgebouw met ter plaatse ge storte knopen zodat de samenge-stelde constructie reageert als een ter plaatse gestort gebouw;

2. Prefabonderdelen in combinatie met ter plaatse gestorte kernen of afschui-vingswanden als zogenaamde primaire elementen (zie verder);3. Volledig geprefabriceerd gebouw zoals een industriële loods of gebouwen opgetrokken met prefabkaders zonder ter plaatse gestorte kernen.

ONTWERPASPECTENDe te nemen maatregelen hebben hoofdzakelijk invloed op de zoge-naamde primaire elementen, die spe-cifiek bijdragen tot de weerstand tegen seismische belastingen. Alle andere ele-menten worden aangeduid als secun-dair en zijn niet onderworpen aan Eurocode 8 (EC8). Volgens de definitie

Depuis la parution de la dernière annexe nationale de la norme NBN EN 1990 (Bases de calcul des structures – janvier 2013), chaque construction en Belgique peut être évaluée relative-ment à l’impact potentiel d’un séisme. Les bâtiments faisant l’objet d’une demande de permis de bâtir après cette date devraient en principe être systé-matiquement évalués. Ce n’est pas une obligation légale, mais une recomman-dation à ne pas négliger.

Le grand avantage de la norme NBN EN 1998-1 est l’attention spécifique portée aux bâtiments en béton préfabriqué et à leurs détails d’assemblage spécifiques. D’autres codes tels que l’ACI 318 (2014) aux États-Unis autorisent la préfabrica-tion, mais exigent pour leur part que les assemblages puissent développer les mêmes capacités que ceux en béton

coulé sur place. On trouve cet inconvé-nient aussi dans d’autres codes que le code européen.

Qu’est-ce qu’une construction préfa-briquée selon la norme ? D’après la liste suivante, reprise de la norme sismique, seule les situations (2) et (3) correspondent vraiment aux systèmes préfabriqués tels qu’on les entend habi-tuellement en Belgique.

1. Un bâtiment préfabriqué avec des nœuds coulés sur place de sorte que la construction assemblée réagit comme un bâtiment coulé sur place ;

2. Des éléments préfabriqués en combinaison avec des noyaux coulés sur place ou des voiles de cisaille-ment comme éléments dits primaires (cf. infra) ;3. Bâtiment entièrement préfabriqué tel qu’un entrepôt industriel ou des bâtiments érigés au moyen de cadres préfabriqués sans noyaux coulés sur place.

ASPECTS DE CONCEPTIONLes mesures à prendre influent prin-cipalement sur les éléments dits primaires, qui contribuent spécifique-ment à la résistance contre les charges

Genesis Braine l’Alleud voor AXA, prefab gevelkaders en welfsels (Echo)

Genesis Braine l'Alleud pour Axa, cadres de façade en prefa et hourdis (Echo)

Page 43: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 41

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

van deze norm mag de totale bijdrage in laterale stijfheid van alle secundaire ele-menten niet groter zijn dan 15% van de primaire seismische elementen. Zo zal een trappenkern met een binnenafme-ting van 4x4 m² (wanddikte 0,2 m) pri-mair blijven tot en met 249 kolommen van 0,5x0,5 m²/trappenkern. Meestal zijn de eisen dan ook enkel van toe-passing op de trappen en liftkernen. De secundaire elementen en hun ver-bindingen moeten toch gedetailleerd worden, zodanig dat zij de seismische beweging van de primaire structuur kunnen volgen.

Daarnaast zijn er ook een aantal eisen voor niet-constructieve elementen die bij falen aanleiding kunnen geven tot risico’s voor personen, de hoofdcon-structie of levensnoodzakelijke faci-liteiten. Ze zijn terug te vinden in de hierna gedeeltelijk overgenomen tabel 4.4 uit de EC8.

Tabel 4.4. uit Eurocode 8Niet constructieve elementen Uitkragende borstweringen of sier-stukkenBorden en aanplakbordenSchoorstenen, masten en tanks op poten die langs minder dan de helft van hun totale hoogte zich gedragen als ongeschoorde uitkragingenBinnen- of buitenwandenTussenwanden en voorgevelsSchoorstenen, masten en tanks op poten die langs minder dan de helft van de hoogte zich gedragen als ongeschoorde uikragingen, of die geschoord of getuid zijn aan de constructie ter hoogte van of boven hun massazwaartepuntVerankeringselementen voor perma-nente kasten en boekenrekken die gedragen worden door de vloerVerankeringselementen voor valse (han-gende) plafonds en bevestigingen voor verlichtingsarmaturen

Alvorens ook maar één berekening uit te voeren is het van belang om enkele algemene principes na te leven, onaf-hankelijk van het type constructiema-teriaal en dus niet specifiek voor prefab beton constructies:• Constructieve eenvoud• Uniformiteit, symmetrie en verdeelca-

paciteit• Bi-directionele stijfheid en weerstand• Torsieweerstand en stijfheid• Schijfwerking op het niveau van ver-

diepingen• Geschikte fundering

Constructies worden verder ingedeeld volgens hun vermogen om energie te verdelen en te absorberen (ook wel ‘dis-sipatievermogen’ genoemd). De rang-schikking gebeurt aan de hand van ductiliteitsklassen. Ductiliteit is de mate waarin een materiaal plastisch vervormt voor dat het breekt. Construc-ties met een hoge ductiliteit zijn in

sismiques. Selon la définition de l’Eu-rocode 8 (EC8), la contribution totale à la rigidité latérale de tous les éléments secondaires ne peut pas excéder 15 % de celle des éléments sismiques primaires.

Un noyau d’escalier de 4x4 m² (épais-seur de voile de 0,2 m) reste primaire jusqu’à 249 colonnes de 0,5x0,5 m²/noyau d’escalier. En général, les exigences spécifiques s’appliquent donc uniquement aux noyaux d’escaliers et d’ascenseurs. Les éléments secon-daires et leurs assemblages doivent être détaillés, de manière à pouvoir suivre le mouvement sismique de la structure primaire.

Il existe également un certain nombre d’exigences pour les éléments non constructifs qui en cas de défaillances peuvent constituer un risque pour les personnes, pour la structure principale et pour les équipements de première néces-sité. On retrouve ces équipements dans le tableau 4.4, partiellement tiré de l’EC8.

Tableau 4.4 de l'Eurocode 8Elements non structurals Garde-corps ou ornementsSignalisations et panneaux d’affichageCheminées, mâts et réservoirs sur poteaux, se comportant en consoles non contreventées sur plus de la moitié de leur hauteur totaleMurs de façade et intermédiairesCloisons et façadesCheminées, mâts et réservoirs sur poteaux, se comportant en consoles non contreventées sur moins de la moitié de leur hauteur totale, ou cont-reventées ou haubanées à la structure au niveau ou au-dessus de leur centre de gravitéEléments de fixations des meubles lourds et des bibliothèques supportés par les planchersEléments de fixations des faux-plafonds et autres dispositifs légers de fixation.

Avant d’effectuer le moindre calcul, il est important de respecter quelques principes généraux, indépendants du

type de matériau de construction et non spécifiques donc aux constructions en béton préfabriqué :• Simplicité constructive• Uniformité, symétrie et redondance• Rigidité et résistance bidirectionnelles• Résistance et rigidité à la torsion• Action des diaphragmes au niveau des

étages• Fondation adéquate

Les constructions sont en outre subdi-visées en fonction de leur capacité à répartir et absorber l’énergie (que l’on appelle aussi « capacité de dissi-pation »). La classification s’effectue au moyen du concept de classe de ductilité (La ductilité est la capa-cité d’un matériau à se déformer de manière plastique avant de rompre ; les constructions présentant une haute ductilité sont capables d’absorber une quantité d’énergie importante). Lorsque la conception est conforme à la norme « béton » NBN EN 1992-1-1 ordinaire,

Page 44: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

42 BETON232

staat veel energie te absorberen. Wan-neer het ontwerp voldoet aan de eisen van de gewone ‘beton’-norm NBN EN 1992-1-1, wordt verondersteld dat het sowieso voldoet aan de eisen voor een lage ductiliteit (DCL = ductility class low). Meestal is dat voor België vol-doende en zijn er geen bijkomende ont-werpmaatregelen te treffen. De enige specifieke maatregel is dat de wapening van klasse B of C dient te zijn (BE500S of ook BE500TS als meest courante).

Naast de lage ductiliteit heb je ook nog gebouwen die kunnen voldoen aan middelmatige (DCM) en hoge ductili-teit (DCH) door middel van bijkomende maatregelen aan die van Eurocode 2.

Om tot een economisch ontwerp en detaillering te komen, beperkt men zich in België doorgaans tot de klasse DCM en een gedragsfactor q van 1,5. Die factor laat toe om een ingewikkelde niet-lineaire analyse te vervangen door een eenvoudige lineaire berekening. De dissipatieve respons wordt immers gevonden door de elastische respons te delen door deze factor.

Verder zijn er voor de verschillende mogelijke elementen standaard ont-werp- en detailleringsregels beschik-baar die gaan over eenvoudige geometrische randvoorwaarden (bv een aanbevolen dikte/verdiepings-hoogte verhouding voor een wand) naar positie van wapening, beugelvormen en

dergelijke. Deze zijn uiteraard terug te vinden in de normering.

SEISMISCHE BELASTING.Om het effect van een aardbeving in rekening te brengen werd vaak gewerkt met de ‘equivalente laterale kracht methode.’ Daarbij wordt een deel van het (verticaal werkende) eigen gewicht rekenkundig horizontaal op het gebouw geplaatst. Op die manier idealiseert men de inertiekrachten die optreden gedurende de aardbeving en kan men het ontwerp vervolgens aanpassen. Het grote voordeel van deze methode bestaat erin dat een handberekening toelaat een eerste inschatting te maken en dat men gevoel houdt met de optre-dende krachten.

les structures sont considérées comme en classe de ductilité limitée (DCL = ductility class low). En général, c’est suffisant pour la Belgique et il ne faut pas prendre de mesures de conception supplémentaires. Seule mesure spéci-fique : l’armature doit être de classe B ou C (BE500S ou aussi BE500TS plus couramment).

Outre la ductilité faible, il existe aussi des bâtiments qui peuvent répondre à une ductilité moyenne (DCM) et à une ductilité haute (DCH), moyennant des mesures additionnelles à celle de l’Eu-rocode 2.

Pour une économie tant au niveau de la conception générale que des dispo-sitions constructives, on se limite pour

les applications standard en Belgique à la classe DCM, et un facteur de compor-tement q égale à 1,5. Ce facteur de comportement permet de remplacer une analyse complexe non-linéaire par une analyse linéaire plutôt simple. Si on divise la réponse élastique par ce facteur, on retrouve la réponse plas-tique (limitée)

En outre, il existe pour les différents types d’éléments possibles des règles de conception et des dispositions constructives standard qui définissent des critères géométriques simples (p. ex. un rapport épaisseur/hauteur de niveau recommandé pour un voile) ou des règles sur la position de l’armature, les formes d’étriers et autres. On les retrouve naturellement dans les normes.

EFFORT SISMIQUEPour calculer l’effet d’un séisme, on travaille souvent avec la « méthode de force latérale équivalente ». Pour ce faire, une fraction du poids propre est appliquée horizontalement sur le bâti-ment. De cette manière, on idéalise les forces d’inertie qui surviennent durant le séisme et l’on peut ensuite analyser la structure et dimensionner les éléments en conséquence. Le grand avantage de cette méthode ? Elle permet d’effectuer une première estimation simple et de se faire une idée des forces actives.

Moyennant un certain nombre de simplifications, il est possible, pour des bâtiments jusqu’à 40 m de hauteur, de se représenter l’influence du vent par rapport à celle d’un séisme.

Page 45: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 43

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Mits een aantal vereenvoudigingen kan men voor gebouwen tot 40 m hoog een beeld krijgen van de invloed van de wind in verhouding tot deze van een aardbeving.

In onderstaande figuur geeft de x-as de gebouwdiepte weer, de y-as de dwars-kracht/m breedte. De volle lijnen geven de kracht weer ten gevolge van een aard-beving met grondtype D in seismische zone 1 en de stippellijnen de kracht ten gevolge van wind met een veiligheid 1,5, cf = 1,3, basis snelheid van 25 m/s en terreincategorie II. Dit alles voor 5 ver-schillende gebouwhoogten van 5 tot 40 m boven maaiveld.

Door de beschikbare rekenkracht kan men meerdere eigenperiodes en de onderlinge invloed beschouwen (= mul-tiple respons spectrum analyse MRSA). Het kritieke punt daarbij is evenwel de selectie van de betrokken modes om de rekentijd te beperken en toch voldoende nauwkeurige resultaten te bekomen.

Dankzij deze methode kunnen ingewik-kelde structuren doorgerekend worden en krijgt de ontwerper meer vrijheid.

Om het ontwerpspectrum te bepalen zijn er vier termen van belang; • het type respons spectrum, in België

is dit type 2, zie NBN EN 1998-1 ANB

Dans la figure ci-dessus, l’axe x indique la longueur du bâtiment et l’axe y la force de cisaillement par mètre de largeur. Les lignes continues indiquent la force résultant d’un séisme pour un sol de type D dans une zone sismique 1 et les lignes pointillées indiquent la force du vent avec une sécurité de 1,5, cf = 1,3, une vitesse de base de 25 m/s et une catégorie de terrain II, le tout pour 5 hauteurs de bâtiments de 5 à 40 m au-dessus du sol naturel.

La capacité de calcul dont nous dispo-sons à l’heure actuelle permet de considerer plusieurs périodes propres ainsi que leur influence respective (= Modal Response Spectrum Analysis – MRSA). Le point critique réside ici cependant dans une sélection des modes concernés, pour limiter le temps de calcul et obtenir quand même des résultats suffisamment précis. Grace à cette méthode, nous pouvons

analyser des bâtiments beaucoup plus complexes sans limiter la liberté de conception

Pour déterminer le spectre de dimen-sionnement, quatre facteurs sont importants : • le type de spectre de réponse, en

Belgique il est de type 2, voir NBN EN 1998-1 ANB

• L’accélération de référence du sol agR

pour le type de sol A (= rocher), voir figure 3.1-ANB NBN EN 1998-1 ANB

• le facteur d’importance γI du bâtiment, voir annexe B NBN EN 1990 ANB et NBN EN 1998-1 ANB

• le coefficient d’amplification de sol S, voir tableau 3.1.-ANB NBN EN 1998-1 ANB et tableau 3.3. du document mère. En Belgique, la description du sol est généralement conforme aux types B à E ou S = 1,35 (B) à 1,80 (D).

Catégorie d'impor-tance

Coefficient d'impor-tance γI Description

I 0,8 Bâtiments d’importance mineure pour la sécurité des personnes, par exemple, bâtiments agricoles ou généralement inoccupés.

II 1,0 Bâtiments courants n’appartenant pas aux autres catégories < 500 pers.

III 1,2 Bâtiments dont la résistance au séisme est importante compte tenu des conséquences d’un effondrement, par exemple, écoles, salles de réunion, centres commerciaux, institutions culturelles, salles de concert, tribunes, etc.

IV 1,4 Bâtiments abritant des substances ou des produits dangereux, par exemple, centrales électriques, hôpitaux, casernes de pompiers ou autres bâtiments dont l’intégrité est d’une importance vitale pour la protection civile.

Belang-rijkheids-klasse

Belang-rijkheids-factor γI

Omschrijving

I 0,8 Gebouwen met minder belang voor publieke veiligheid, bvb. agrarisch doeleinde of gewoonlijk niet bezet.

II 1,0 Gewone gebouwen niet in de andere categorieën < 500 pers.

III 1,2 Seismische weerstand belangrijk met het oog op bezwijken, scholen, vergaderzalen, handelscentrum, culturele centra, concertalen, tribunes, enz.

IV 1,4 Gebouwen waarin zich gevaarlijke stoffen, producten bevinden, krachtcentrales, ziekenhuizen, kazernes, of andere gebouwen van vitaal belang voor de burgerbescherming

Page 46: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

44 BETON232

• de referentie grondversnelling agR voor grondtype A (= rots), zie figuur 3.1-ANB NBN EN 1998-1 ANB

• de belangrijkheidsfactor γI van het gebouw, zie bijlage B NBN EN 1990 ANB en NBN EN 1998-1 ANB

• de grondfactor S, zie tabel 3.1.-ANB NBN EN 1998-1 ANB en tabel 3.3. uit het moederdocument. In België vol-doet de beschrijving van de onder-grond meestal aan bodemtypes B tot E of S = 1,35 (B) à 1,80 (D).

Als het product van agR∙γI∙S kleiner blijft dan 0,06∙g hebben we te maken met zeer lage seismiciteit en zijn de regels voor aardbevingen niet van toepassing. Vanaf 0,10∙g is een controle noodza-kelijk maar vaak nog niet maatgevend (behoudens wapeningstype). Concreet is dit voor gewone gebouwen pas van toepassing met een agR > 0,06∙g of enkel in de zones 3 en 4 in de figuur met de referentie grondversnelling. Voor gebouwen met klasse III of IV kan dit evenwel reeds van toepassing zijn voor

een groot deel van België, volgens de grondkwaliteit.

VERBINDINGSDETAILS.Typisch voor prefab constructies zijn de verbindingen. Voor gevoelige construc-ties zijn er een aantal ‘droge’ moge-lijkheden, maar we botsen al gauw op de mechanische beperkingen van dit soort verbindingen. Men zal veelal moeten overgaan tot natte knopen. Eén van de populairste hulpmid-delen is het toepassen van druklagen

Si le produit de agR∙γI∙S reste inférieur ou égal à 0,06∙g, nous avons affaire à une très faible sismicité et les règles inhé-rentes aux séismes ne s’appliquent pas. Au-delà, un contrôle est nécessaire, mais il n’est pas souvent déterminant. Concrètement, cela s’applique aux bâti-ments courants avec agR > 0,06∙g ou uniquement dans les zones 3 et 4 de la carte d’aléa. Pour les bâtiments de catégorie d’importance III ou IV, cela peut toutefois déjà être d’application pour une grande partie de la Belgique, suivant la qualité du sol.

DÉTAILS D’ASSEMBLAGELes assemblages constituent un point spécifique des constructions préfabri-quées. Pour les constructions sensibles, il existe un certain nombre de possi-bilités « sèches », mais l’on se heurte rapidement aux limites mécaniques de ce type d’assemblage. Il faudra le plus souvent passer à des nœuds humides. L’un des dispositifs les plus popu-laires est la mise en œuvre de dalles de compression sur les éléments de plan-cher pour pouvoir créer un diaphragme qui assure un transfert des charges hori-zontales aux éléments rigides verticaux

(murs de contreventement). Cette couche de compression doit présenter une épaisseur d’au moins 50 mm. L’ar-mature doit également être adaptée. (Par comparaison, la dalle doit tre de 70 mm lorsqu’elle est entièrement coulée sur place). Les éléments rigides doivent être présents dans deux direc-tions orthogonales. La déformation horizontale due à une charge sismique dans une direction est limitée par les éléments muraux dans cette même direction. Elle implique également des efforts hors-plan sur les murs perpendi-culaires à la direction du séisme.

EC8 Zonation 2009

0 (-)1 (0.04 g)2 (0.06 g)3 (0.08 g)4 (0.10 g)

Legende?

Légende?

Page 47: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 45

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

op vloerelementen om een diafragma te kunnen vormen die de horizontale lastoverdracht naar stijve elementen (shear walls) verzekeren. Deze druklaag moet algemeen minimaal 50 mm dik zijn. De wapening moet ook aangepast zijn, om in alle toepassingen te kunnen gebruiken (waar dit voor ter plaatse gestort zelfs 70 mm dient te zijn). De stijve elementen dienen steeds in twee orthogonale richtingen aanwezig te zijn. De uitwijking ten gevolge van een seismische belasting in één richting

wordt beperkt door wandelementen in dezelfde richting. Ze belast wel de wanden die er loodrecht op staan.

Er zijn behoorlijk wat verbindingen op de markt (bijvoorbeeld Loop Boxen, Halfen) die perfect combineerbaar zijn met een aardbevingsbestendig ont-werp. In het ideale geval worden de geometrische kenmerken omgezet naar mechanische randvoorwaarden in een rekenmodel. Dit is niet anders dan bij een gewone berekening.

Er zijn heel wat redenen waarom het wenselijk is om zonder druklaag te werken. De belangrijkste reden is wel-licht het feit dat een druklaag een bij-komende belasting is die bij een aardbeving bijkomende krachten gene-reert. Ook hiervoor zijn er oplossingen beschikbaar, via vloerelementen die voorzien zijn van een sinusvormig langsprofiel. Mits een goede detaillering van de dwarse kettingen, heeft deze voeg een hogere dwarskrachtcapaciteit en betere absorberende capaciteiten.

Il existe de nombreux assemblages sur le marché (par exemple, les Loop Box, Halfen) qui peuvent être combinés à la perfection avec une conception para-sismique. En général, il suffit de définir un modèle mécanique approprié des connexions en fonction des caractéris-tiques géométriques des assemblages puis d’effectuer un calcul ordinaire.

Il existe de nombreuses raisons pour lesquelles il peut être souhaitable de travailler sans couche de compression. Le fait qu’une couche de compression constitue une masse supplémentaire qui génèrera des forces d’inertie supplémen-taires lors d’un séisme est probablement la principale de ces raisons.

Eenvoudige geïndustrialiseerde verbinding (Halfen) versus arbeidsintensieve verbinding (Project Ecuador)

Assemblages industrialisés simples (Halfen) versus assemblages qui nécessite l'emploi d'une forte main-d'œuvre (projet Ecuador).

Page 48: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

46 BETON232

BEREKENINGSSCHEMAHet hele aardbevingsontwerp is geba-seerd op een aantal principes: zwakkere horizontale elementen, waarin energie zich moet verdelen enerzijds, en sterke koppelingen met verticale compo-nenten zoals de kolommen en wanden. Hierin zit het belang van een zo juist mogelijke theoretische benadering van de verbinding. Door ze juist te dimensi-oneren zetten we de nodige oversterkte op de juiste plaats.

Het werk van de ingenieur wordt in praktijk enkel uitgebreid met een extra analyse van dezelfde structuur. In klas-sieke toepassingen wordt een beton-structuur elastisch berekend met de

stijfheden van de ongescheurde en ongewapende betonsecties. Hieruit volgen verplaatsingen en krachten, waarbij de aan trek onderworpen zones van (buig)trekwapening moeten voor-zien te worden.

Bij aardbevingen bestaat de algemene procedure erin de uitwijking van de structuur te bepalen voor een aantal eigenperiodes, om vervolgens via de hoger aangehaalde gedragsfactor q tot de bijhorende krachten te komen.

In het geval van een aardbeving hebben we te maken met een oscillerende belasting, wat maakt dat het beton op een aantal plaatsen quasi zeker

gescheurd zal zijn, mogelijk zelfs over de hele doorsnede. Op deze plaatsen treden er grotere verplaatsingen op. Dat zal op zijn beurt de krachtver-deling beïnvloeden. De voorheen geschetste berekening zal dan ook uit-gebreid worden met een bepaling van de gescheurde zones, respectievelijke stijfheden (inclusief wapeningstaal) en terug moeten worden doorgerekend met aangepaste verplaatsingen en/of wapening tot gevolg. Doorgaans vol-staat één extra routine.

De Eurocode laat toe om hier ogenblik-kelijk van af te stappen door de homo-gene beginstijfheden te delen door een factor 2. Al kan dit leiden tot een

Des solutions sont prévues ici aussi, via des éléments de plancher dotés d’un profil latéral sinusoïdal. Moyennant un bon dimensionnement des chaînages transversaux, ce joint dispose d’une capacité de résistance au cisaillement supérieure et de meilleures capacités de dissipation.

SCHÉMA DE CALCULToute la conception parasismique est basée sur un certain nombre de principes : d’une part, des éléments horizontaux plus faibles, dans lesquels l’énergie doit se répartir, et d’autre part des assemblages et des composants verticaux (colonnes et voiles) robustes. D’où l’importance d’une approche théo-rique de l’assemblage la plus juste

possible. En le dimensionnant correc-tement, nous plaçons la résistance nécessaire au bon endroit.

En situation sismique, le travail de l’in-génieur se limite en pratique à inclure une analyse supplémentaire de cette même structure. Dans les applications classiques, une structure en béton est calculée de manière élastique avec les rigidités des sections en béton non fissurées et non armées. On en déduit les déplacements et les efforts, les zones soumises à traction sont alors dotées d’une armature de traction.

En ce qui concerne les séismes, la procédure générale consiste à calculer la déformation de la structure pour un

certain nombre de périodes propres, pour obtenir ensuite les forces corres-pondantes, compte tenu du facteur de comportement q évoqué ci-dessus.

Dans le cas d’un séisme, nous avons affaire à une charge dynamique et il est quasiment certain que le béton se fissurera à un certain nombre d’en-droits, peut-être même à travers toute la section. Des déformations plus impor-tantes se produisent dans ces zones. Par voie de conséquence, cela influen-cera la répartition des charges. Le calcul ébauché précédemment sera donc élargi à une analyse des zones fissu-rées, des rigidités respectives (y compris l’acier d’armature) et devra alors prendre en compte des déplacements adaptés

▶ Homogene doorsnede en dynamische eigenschappen

Section Homogène et caractéristiques dynamiques

▶ Bepaling wapening

Détermination des armatures

▶ Gescheurde secties

Sections fissurées

▶ Gescheurde, gewapende snede en dynamische eigenschappen

Section fissurée, armée et caractéristiques dynamiques

▶ Bepaling wapening

Détermination des armatures

▶ Gescheurde secties

Sections fissurées

▶ ... tot convergentie

Jusqu'à la convergence

Illustratie van de algemene procedure

Illustration de la procédure générale

Page 49: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 47

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

onnauwkeurigheid bij het bepalen van krachten en vervormingen, dit laatste is zeker van belang bij een aanbouw/uit-breiding.

De output van de meeste software programma’s kan rechttoe rechtaan omgezet worden naar wapeningteke-ningen toe. Alleen in de verbindings-details moet er nog enig handmatig rekenwerk gebeuren. Quasi alle verbin-dingen kunnen trouwens gecontroleerd of ontworpen worden met behulp van hoofdstuk 6.2.5. uit de gewone EC2. Een aantal standaarden worden in de euro-code 8 dan weer opgegeven, maar extra rekenwerk wordt beloond met een een-voudigere uitvoering.

Het is trouwens de moeite waard om te vermelden dat er de laatste tijd wel wat onderzoek wordt uitge-voerd naar verbindingsmethoden die hogere q-waarden voor prefab con-structie toelaten1 en naar Self-cen-tering concrete2, enkele referenties zijn terug te vinden via de bijgaande linken. Door voorspanning op de juiste locatie en manier aan te brengen keert het beton naar zijn originele plaats terug na belangrijke verplaatsingen. Wie kent het drukpopje niet uit zijn kindertijd, opgebouwd uit een aantal (prefab) componenten die via het aan-spannen van een eenvoudige elastiek terug in zijn beginvorm weerkeren. Een zeer eenvoudig principe, maar de

toepassing op constructies vraagt het betere rekenwerk.

VOORBEELDPROJECTIn België zijn de laatste jaren al een aantal projecten met prefab struc-turen ontworpen. Zie bijvoorbeeld het artikel p.29, waar AGC glass in Louvain-la-Neuve aan bod komt. De mooiste toepassing in het kader van dit thema-nummer rond bescherming ongetwij-feld te vinden in Ecuador. In 2015 werd StuBeCo gevraagd om mee te werken aan een project van de Ecuadoraanse regering. Via een speciaal gebouwde fabriek te Riobamba wordt Ecuador voorzien van aardbevingsbestendige prefab (school)gebouwen.

et/ou une modification de l’armature. Une itération supplémentaire suffit généralement.

L’Eurocode permet cependant de se simplifier la vie en considérant des rigi-dités égales à la rigidité initiales divisées par 2. Bien que cela puisse entraîner une imprécision lors du calcul des forces et déformations, c’est certainement suffi-sant en première approche.

Dans la plupart des logiciels, les résul-tats de l’analyse peuvent être convertis directement en plans d’armature. Seuls les détails d’assemblage nécessitent un certain travail de calcul manuel. Quasiment tous les assemblages peuvent d’ailleurs être contrôlés ou

conçus à l’aide de la section 6.2.5. de l’EC2. Un certain nombre de solutions sont reprises dans l’Eurocode 8, mais un travail de conception additionnel permet généralement d’aboutir à une exécution plus simple.

Signalons que des recherches récentes ont étudiés des méthodes d’as-semblage autorisant des valeurs q supérieures pour la construction préfa-briquée1 et des solutions structurelles avec capacité de recentrage2. Plusi-eurs références peuvent être obtenues

via les liens suivants. En appliquant la précontrainte au bon endroit et de manière correcte, le béton revient à son emplacement d’origine même après des déplacements importants. Qui ne connaît pas le jouet articulé de son enfance, constitué d’un certain nombre de composants (préfabriqués) et qui reprend sa forme de départ lors-qu’un élastique est simplement tendu. Un principe très simple, mais son appli-cation aux constructions exige encore un travail de recherche et développe-ment important.

Bouw Volvo Rutten, Hechtel-Eksel

Construction Volvo Rutten, Hechtel-Eksel

1 http://elsa.jrc.ec.europa.eu/showproject.php?id=21) 2 https://researchspace.auckland.ac.nz/handle/2292/6875

Page 50: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

48 BETON232

De constructies moeten resistent zijn aan een referentie grondversnelling agR voor grondtype A tot 0,5∙g (bvb. Haïti 2010). Na de aardbeving van 16 april 2016 (nabij Muisne Magnitude 7.8) bleek een eerste parkinggebouw in Guayacuil (300 km van het epicentrum maar nog met schade en slachtoffers) de test glansrijk te hebben doorstaan.

Door de realisatie van schoolgebouwen beschermt men de toekomst van het

land en realiseert men ‘safehouse’, zodat de bevolking in een post-aardbe-ving-scenario te kunnen overleven. Het ontbreken ervan heeft recent in Nepal nog aanleiding gegeven tot ontwrich-ting van volledige gemeenschappen. Een aantal voorheen gepresenteerde details zijn uit dit project geplukt (met consensus tussen NEC-11 en EC8). Hierbij dienden vooral de eenvoud van uitvoering en lage materiaalkost geres-pecteerd te worden. l

Recente voorbeelden van construc-ties die paraseismisch zijn gebouwd zijn: Volvo Rutten, Hechtel-Eksel – VISO, Hasselt – The Genesis voor AXA, Braine l’Alleud – Magazijn Lidl, Genk.

EXEMPLE DE PROJETEn Belgique, un certain nombre de projets impliquant des structures préfabriquées ont déjà été conçus ces dernières années, compte tenu de l’ac-tion sismique. Voir par exemple l’article p.29 sur AGC glass à Louvain-la-Neuve. C’est sans aucun doute en Équateur que l’on trouve la plus belle application dans le cadre de cette thématique autour de la protection. En 2015, StuBeCo a été invitée à collaborer à un projet du gouvernement équatorien.

Grâce à une usine spécialement construite à Riobamba, l’Équateur se voit doter de bâtiments (scolaires)

préfabriqués parasismiques. Les constructions doivent résister à une accélération de référence du sol agR pour un type de sol A jusqu’à 0,5∙g (p. ex. Haïti 2010). Après le séisme du 16 avril 2016 (près de Muisne, magni-tude de 7,8), un premier immeuble de parking à Guayaquil (300 km de l’épi-centre) semble avoir réussi brillamment le test (mais avec encore des dégâts et des victimes).

La réalisation de bâtiments scolaires permet de protéger l’avenir du pays et de réaliser des « safehouse », de sorte que la population puisse survivre dans un scénario d’après séisme. Leur absence a

récemment entraîné au Népal la désor-ganisation de communautés entières. Un certain nombre de détails présentés précédemment sont issus de ce projet (avec consensus entre NEC-11 et EC8). Il fallait ici garantir avant tout la facilité d’exécution et des frais de matériaux réduits. l

Detail van dakranden van geprefabriceerde gebouwen in Ecuador.

Détail des rives de bâtiments préfabriqués en Equateur.

De récents exemples de structures construites selon une conception parasismique: Volvo Rutten, Hech-tel-Eksel – VISO, Hasselt – The Genesis pour AXA, Braine l’Alleud – Magasin Lidl, Genk.

Page 51: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 49

BESCHERMING | PRÉVENTION DOSSIER

Deze tekst is een samenwerking tussen Tom Molkens en Hervé Degée.• Tom Molkens (StuBeCo bvba/Sweco Belgium nv) is zaakvoerder van StuBeCo, een ingenieursbureau dat gespeciali-seerd is in engineering voor uitzonder-lijke belastingen. • Hervé Degée is vakgroepvoorzitter van de master industriële Wetenschappen Bouwkunde aan de UHasselt.

Met dank aan Echo Precast Engineering om de theorie in praktijk om te zetten in een niet-alledaagse omgeving en met ‘nieuwe’ randvoorwaarden.

Meer details over hoe men stijfheden van verbindingen kan berekenen en diverse voorbeeldprojecten zijn terug te vinden in een presentatie gegeven naar aanleiding van de 2de studiedag over aardbevingsweerstand van gebouwen – 14 december 2015 – UHasselt.

Er is behoorlijk wat informatie terug te vinden in de verschillende fib-bulle-tins, bijvoorbeeld nr. 27. Ook de gratis op het internet te downloaden publicatie “Guidelines for the use of Structural Precast Concrete in Buildings” van de New-Zealand concrete society kan een bron van informatie zijn voor extreme situa-ties (sommige afbeeldingen en oplossingen zijn wel gedateerd).

In de nabije toekomst ie-net een studiedag organiseren rond de gevolgen van het ANB op EN 1990 om de Belgische context beter te kunnen kaderen. Wilt u op de hoogte gehouden worden? Stuur een mailtje naar Yasmine Desenfants [email protected], met als subject ‘seismisch bouwen’.

De plus amples détails sur la méthode de calcul des rigidités des assemblages et différents exemples de projets sont disponibles dans une présentation donnée à l’occasion de la 2ième journée d’étude - Résistance parasismique des bâtiments - 14 décembre 2015 - UHasselt.

Il est possible de trouver des informations plus détaillées dans les différents bulletins FIB, par exemple le n° 27. 27. La publication « Guidelines for the use of Structural Precast Concrete in Buildings » de la New-Zealand Concrete Society, téléchargeable gratuitement sur Internet, peut aussi constituer une source d’informations en cas des conditions plus sévères (certaines illustrations et solutions datent néanmoins).

Prochainement, ie-net organisera une journée d’étude consacrée aux consé-quences de l’ANB sur EN 1990 afin de pouvoir mieux cerner le contexte belge. Si vous désirez être tenu informé(e), veuillez envoyer un courriel à Yasmine Desenfants [email protected], avec en objet « construction para-sismique ».

Bouw Volvo Rutten, Hechtel-Eksel

Construction Volvo Rutten, Hechtel-Eksel

Ce texte est le fruit de la collaboration menée entre Tom Molkens et Hervé Degée.• Tom Molkens (StuBeCo bvba/Sweco Belgium nv) est l’administrateur de StuBeCo, un bureau d’études spécia-lisé en ingénierie pour des surcharges extrêmes. • Hervé Degée est le président du Master en génie industriel « constructions » de l’UHasselt.

Avec l’aide d’Echo Precast Engineering pour la mise en pratique de la théorie dans un environnement hors du commun et avec de « nouvelles conditions-cadres. »

Page 52: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

50 BETON232

CRH ouvre officiellement son nouveau « carrousel »En début d’année, CRH Structural Concrete Belgium a investi plus de 2,5 M € dans un tout nouveau carrousel pour la production de prémurs sur le site de Prefaco à Lebbeke. La mise en service du carrousel a été célébrée en grandes pompes le 15 avril dernier.

Le carrousel désigne, en plus du fameux manège de chevaux de bois que tout le monde connaît, une installation avec plusieurs tables de production mobiles tournant autour de stations fixes : coffrage, armature, coulage de béton, four de séchage, stations de basculement et décoffrage. Il s’agit également des étapes majeures de la fabrication des prémurs, qui seront alors prêts à être acheminés sur chantier. Les tables en rotation continue évoquent donc le « carrousel ».

Dorénavant, une automatisation poussée et robotisée permettra à Prefaco de produire des parois avec une plus grande précision. Cette toute nouvelle installation augmente le degré de finition qu’il est possible d’atteindre. Ainsi, il est maintenant possible de fabriquer des coffrages pour fenêtres et portes et de livrer un coffrage de bord en béton fibré. Le carrousel produit également des prémurs isolés. L’autre nouveauté, c’est que Prefaco stockera dorénavant ses prémurs à l’intérieur. De cette manière, la production de Prefaco peut répondre à des exigences esthétiques plus élevées.

Eric Sels, brand manager chez Prefaco Wieze : « Nos nouveaux prémurs répondent aux exigences de plus en plus strictes en matière de confort énergétique. C’est une façon pour Prefaco de réagir à la demande en éléments préfabriqués aux caractéristiques thermiques et acoustiques de plus en plus performantes. » (KDA)

BetonnieuwsNouvelles du béton

Page 53: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 51

CRH opent officieel zijn nieuwe ‘carrousel’CRH Structural Concrete Belgium investeerde begin dit jaar ruim 2,5 mio € in een gloednieuwe carrousel voor de productie van dubbele wanden op de site van Prefaco in Lebbeke. De carrousel werd op 15 april feestelijk in gebruik genomen.

Een carrousel is – naast de paardenmolen die iedereen kent - een installatie waarbij mobiele productietafels rondom een aantal vaste stations draaien: bekisting, wapening, beton storten, droogoven, kantelstation en ontkisting. Dat zijn meteen ook de voornaamste stappen om tot een dubbele

wand te komen, die klaar is voor transport naar de werf. De continue ronddraaiende tafels doen dus sterk denken aan een ‘carrousel’.

Door middel van een robot gestuurde en verregaande automatisatie produceert Prefaco vanaf nu de wanden met een grotere precisie. Met de bouw van deze gloednieuwe installatie verhoogt de mogelijke afwerkingsgraad. Zo zijn raam- en deurbekistingen mogelijk, kan er randbekisting in vezelbeton worden geleverd. De carrousel produceert ook geïsoleerde dubbele wanden. Nieuw is ook dat Prefaco vanaf nu zijn dubbele wanden binnen stockeert. Zo kan voldaan worden aan hogere eisen met betrekking tot de esthetische kwaliteiten.

Eric Sels, brand manager bij Prefaco Wieze: “Onze nieuwe geïsoleerde wanden bieden een antwoord op de steeds hogere eisen die gesteld worden aan energetisch comfort. Ook hier wil Prefaco inspelen op de vraag van de markt naar prefab elementen met steeds hogere thermische en akoestische eigenschappen.” (KDA)

www.prefaco.be

Page 54: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

52 BETON232

BetonnieuwsNouvelles du béton

Solar bank van Stradus Infra in de kijker bij Living TomorrowOp vrijdag 13 mei opende Minister van Energie Bart Tommelein het Solar Fast Charging Station van Living Tomorrow in Vilvoorde. Het Solar Fast Charging Station geeft vorm aan het laadstation van de toekomst en omvat zowel het thuisladen als het DC ‘fast chargen’ en het business laden met een AC snellader. Ook de Solar bank van Stradus Infra kreeg een plaats binnen het concept. Deze bank vormt een mooie de uitbreiding op het laadstation. De bank is voorzien van een geïntegreerd zonnepaneel die het opgevangen zonlicht omzet in groene energie. Het laat gebruikers toe hun elektrische fiets, mobiele telefoon of tablet aan de bank op te laden.

Verheyen BETON werkt mee aan The Triangle in CambridgeVerheyen betonproducten start in de Britse universiteitsstad Cambridge een prestigieus project. Het omvat alle betonelementen voor een enorm nieuwbouwproject van Cambridge assessment aan Shaftbury Road. Verheyen mag de elementen in architectonisch beton leveren, omwille van de innoverende technieken die zij kunnen bieden. The Triangle wordt het nieuwe gebouw van de examengroep van de befaamde universiteit van Cambridge. Momenteel is het team van de universiteit verspreid over elf kantoren. De nieuwe kantoorruimtes moeten tegen 2025 onderdak bieden aan 3000 medewerkers.

Verheyen BETON s’apprête à collaborer au projet The Triangle à CambridgeVerheyen betonproducten entame un projet prestigieux dans la ville universitaire britannique de Cambridge. Grâce aux techniques innovantes que l’entreprise est en mesure d’offrir, Verheyen betonproducten livrera prochainement tous les éléments en béton pour un énorme projet de construction de Cambridge assessment sur la Shaftbury Road. The Triangle sera le nouveau bâtiment du groupe d’examen de la célèbre université de Cambridge. Pour le moment, l’équipe de l’université est disséminée dans onze bureaux différents. D’ici 2025, les nouveaux bureaux devraient abriter 3000 collaborateurs.

www.verheyenbeton.be

Le banc Solar de Stradus Infra a fait sensation au Living TomorrowLe vendredi 13 mai, le ministre de l’Énergie Bart Tommelein a inauguré la Solar Fast Charging Station du Living Tomorrow à Vilvorde. La Solar Fast Charging Station définit les contours de la borne de recharge de demain et comprend tant le chargement à domicile que la « recharge rapide » DC et la recharge professionnelle avec chargeur rapide AC. Le banc Solar de Stradus Infra a également trouvé sa place au sein du concept Living Tomorrow. Ce banc constitue une belle extension à la borne de recharge. Le banc est équipé d’un panneau solaire intégré qui transforme la lumière du soleil en énergie verte. Il permet aux utilisateurs de connecter leurs vélos électriques, leurs téléphones portables ou leurs tablettes au banc pour les recharger.

www.stradusinfra.be

Page 55: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 53

DECOMO, uw gevel in beton …Architectonisch beton staat garant voor een creatieve en duurzame oplossing voor uw gevel in prefab elementen, toegepast in zowel residentiële bouwprojecten, utiliteitsgebouwen als kantoorgebouwen. Met meer dan 35 jaar ervaring, is DECOMO de specialist inzake de productie van dit kwalitatief en uiterst hoogwaardig betonproduct op maat, dat tevens constructief kan worden aangewend. Wij bieden reeds vanaf de ontwerpfase van uw bouwproject een professioneel advies met aandacht voor een maximale integratie van functies in één prefab concept. Ontdek de voordelen van onze aanpak bij de uitvoering van uw DECOMO gevel in beton.

DECOMO, votre façade en béton …Le béton architectonique, c’est la solution durable et créative pour les éléments de façade de vos projets qu’ils soient résidentiels, utilitaires, ou immeubles de bureau. Avec plus de 35 ans d’expérience, DECOMO est le spécialiste dans le domaine de la préfabrication de ce produit en béton sur mesure, de qualité supérieure, et également utilisable comme élément structurel de l’édifice. Nous offrons un avis conceptuel dès la phase de l’élaboration de tout projet de construction et nous nous portons garant d’un suivi professionnel de la réalisation de votre façade en béton.

www.decomo.be

DEC06094-advertentie-NEW-A5liggend-NL_FR.indd 1 18/12/14 09:06

Anders BETON levert 500 ste Eco-vloerDe Eco-vloer van Anders BETON stond al in de kijker in BETON 220. De vloer is een combinatie van rubber en beton. Het systeem draagt bij tot het dierenwelzijn en is een antwoord op de reglementering om ammoniakemissie-arm te bouwen.

Anders BETON leverde intussen zijn 500ste vloer, vlak voor de Belgische grens bij Essen. De Eco-vloer is sinds 2010 gecommercialiseerd. Het grootste deel van de vloeren is geïnstalleerd in Nederland. De vloeren zijn verder ook geëxporteerd naar Duitsland en het Verenigd koninkrijk.

Anders BETON livre son 500e

Eco-solNous avions déjà abordé l’Eco-sol

d’Anders BETON dans le BETON 220. Il s’agit d’un sol fabriqué à partir

d’une combinaison de caoutchouc et de béton. Le système contribue

au bien-être animal et répond à la réglementation quant à la

fabrication de matériel à faible émission d’ammoniaque.

Entre-temps, Anders BETON a livré son 500e sol, à la frontière

belge près d’Essen. L’Eco-sol est commercialisé depuis 2010.

La majeure partie de ces sols est installée aux Pays-Bas. Les sols s’exportent également en

Allemagne et au Royaume-Uni.

© L

ande

r Loe

ckx

www.andersbeton.com

Page 56: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

54 BETON232

Le membre FEBE Cobatim à la biennale de VeniseÀ la Biennale d'Architecture de Venise on peut voir une installation à laquelle le membre FEBE Cobatim à coopérer. Il s’agit d’un module - ou un modèle en taille réelle – de SOMA, un nouvel élément de marché couvert pour les abattoirs d'Anderlecht. On doit sa conception aux architectes de l’Organization for Permanent Modernity, invités de la Biennale d'Architecture.

La Biennale di Venezia, se déroule jusqu'au 27 Novembre.

FEBE-lid Cobatim op de biënnale van VenetiëOp de architectuurbiënnale van Venetië is een installatie te zien waar FEBE-lid Cobatim aan meewerkte. Het gaat om een module – of een maquette op ware grootte – van SOMA, een nieuwe markthal voor de slachthuizen van Anderlecht. Het ontwerp werd geleverd door de architecten van Organization for Permanent Modernity. Zij waren genodigde op de architectuurbiënnale.

La Biennale di Venezia loopt nog tot 27 november.

BetonnieuwsNouvelles du béton

www.cobatim.be

Page 57: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 55

Page 58: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

FEBEProductencatalogusCatalogue produits2016

Internationaal leverancier van bouwmaterialen Fournisseur international de matériaux de construction

CRH wordt in België vertegenwoordigd door oaCRH est représenté en Belgique par e. a.

Le catalogue des produits des fabricants est maintenant une publication séparée. Téléchargez votre exemplaire sur www.febe.be De FEBEproductcatalogus is nu een aparte publicatie.Download uw exemplaar op www.febe.be

Bezoek onze website Visitez notre site web

www.febe.be

Page 59: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 57

AGREF N.V.Tragelweg 4, 9230 WETTEREN T 09/369.19.11 F 09/369.07.04 www.agref.be [email protected] VOR BETON N.V. Ieperseweg 112, 8800 ROESELARE T 051/23.24.20 F 051/22.85.76 www.alkern.be [email protected] BÉTON S.P.R.L. Rue John Cockeril 13, 4780 ST. VITH T 080/28.12.12 F 080/28.12.13 www.alphabeton.eu [email protected] N.V.Victor Dumonlaan 26, 2830 WILLEBROEK T 03/860.00.30 F 03/886.19.88 www.alpreco.be [email protected] BETON N.V. Industriezone Lanklaar Siemenslaan 7, 3650 DILSEN-STOKKEM T 089/65.13.30 F 089/65.13.31 www.altaan.be [email protected] ANDERS BETON N.V. Meerseweg 135A, 2321 HOOGSTRATEN-MEER T 03/315.72.72 F 03/315.87.12 www.andersbeton.com [email protected]. CONSTRUCTION Nijverheidsweg 89, 3945 HAM T 011/34.04.34 F 011/40.13.92 www.basf-cc.be [email protected]. S.A. Av. Émile Rousseaux 40, 6001 MARCINELLE T 071/44.02.25 F 071/44.02.50 www.betondc.com [email protected] N.V. Doelhaagstraat 81, 2840 RUMST T 03/888.55.71 F 03/888.23.06 www.betca.be [email protected] DE CLERCQ N.V. Steenkaai 111, 8000 BRUGGE T 050/31.73.61 F 050/31.73.65 www.declercq-beton.be [email protected] DE LA LOMME S.A. Parc d'Activités Économiques Rue de la Dolomie 2, 5580 ROCHEFORT T 084/21.34.40 F 084/21.19.70 www.betondelalomme.be [email protected] DOBBELAERE-BONTE NV Galgenveldstraat 31, 8700 TIELT T 051/40.09.10 F 051/40.63.17 www.beton-dobbelaere.be [email protected] BETONFABRIEK COECK N.V. De Laetstraat 6, 2845 NIEL T 03/880.75.00 F 03/880.75.10 www.coeck.be [email protected] ROESELARE N.V. Beurtkaai 4, 8800 ROESELARE T 051/27.23.50 F 051/25.45.83 www.bleijko.com [email protected]

BOVIN BETON & NATUURSTEEN N.V.Schoolstraat 6, 3470 KORTENAKEN T 011/58.69.20 F 011/58.69.23 www.bovin-beton.be [email protected] SIERBETON N.V.Hollestraat 104, 9150 KRUIBEKE T 03/774.16.67 F 03/774.01.98 www.bwksierbeton.be [email protected] BETON B.V.B.A. Gentstraat 26, 8780 OOSTROZEBEKE T 051/40.08.89 F 051/40.34.48 www.ciersbeton.be [email protected] S.P.R.L. Rue des Rubaniers 7-21, 7780 COMINES T 056/55.48.53 F 056/55.48.52 www.cobefa.be [email protected] N.V. Rue du Textile 9, 7780 COMINES T 056/55.40.11 F 056/55.40.12 www.cobatim.be [email protected] N.V.Diebeke 37, 9500 GERAARDSBERGEN T 054/41.55.77 F 054/41.71.25 www.concreton.be [email protected] S.A. Rue du Pays-Bas 48, 6061 MONTIGNIES-SUR-SAMBRE T 071/20.22.02 F 071/20.22.00 [email protected] & CO B.V.B.AIndustriezone Op’t Reeck Reeckervelt 9, 3770 RIEMST T 012/45.14.53 F 012/45.55.56 www.daerden.be [email protected] DAUBY S.P.R.L. Rue Georges Tourneur 17, 6030 MARCHIENNE AU PONT T 071/51.99.91 F 071/51.92.48 www.daubybeton.be [email protected] DONCKER B.V.B.A. Nieuwe Kaai 20, 1760 ROOSDAAL T 054/33.22.63 F 054/32.91.11 www.ddr.be [email protected] SMEDT BETON N.V. Molenstraat 47, 1880 NIEUWENRODE T 015/71.18.39 F 015/71.02.62 www.desmedtbeton.be [email protected] N.V.Boulevard Industriel 96, 7700 MOUSCRON T 056/85.07.11 F 056/344 891 www.decomo.be [email protected]

FABRIKANTEN FABRICANTS

Page 60: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

58 BETON232

DOUTERLOIGNE N.V. Vichtsesteenweg 159, 8570 ANZEGEM T 056/69.40.40 F 056/68.09.14 www.douterloigne.be [email protected] N.V. Dijkstraat 3, 3690 ZUTENDAAL T 089/61.00.11 F 089/61.31.43 www.ebema.be [email protected] WATER TECHNOLOGIES N.V.Hasseltsesteenweg 119, 3800 SINT-TRUIDEN T 011/68.00.22 F 011/68.39.32 www.eco-beton.be [email protected] WATER S.A. Zoning des Damré Rue des Spinettes 13 , 4140 SPRIMONT T 04/382.44.00 F 04/382.44.01 www.eloy.be [email protected] ENJOY CONCRETE N.V. Vaartstraat 50A, 8630 VEURNE T 058/28.00.76 F 057/28.00.74 www.enjoyconcrete.be [email protected] NV Marnixdreef 5, 2500 LIER T 03/490.04.11 F 03/489.23.27 www.ergon.be [email protected] N.V. Vaartstraat 13, 2240 ZANDHOVEN T 03/466.09.91 F 03/466.09.97 www.eurobeton.be [email protected] VRA B.V.B.A. Fabriekstraat 16, 2440 GEEL T 014/56.29.25 F 014/57.83.58 www.gavra.be [email protected] N.V. Nijverheidsstraat 21, 2390 MALLE T 03/309 26 26 F 03/311 72 41 www.fingo.be [email protected] BETON B.V.B.A. Holstraat 3-5, 1831 DIEGEM T 02/252.22.78 F 02/252.56.83 www.hoolants-beton.be [email protected] B.V.B.A. Industriezone TTS Italiëstraat 8-10 , 9140 TEMSE T 03/711.25.44 F 03/711.25.45 www.ibeton.be [email protected] JACOBS PREFAB N.V. Berlaarbaan 404, 2861 O.- L.- VROUW WAVER T 015/75.53.66 F 015/75.41.13 www.jacobsbeton.be [email protected] N.V. KERCKHOVEKeibergstraat 107, 8820 TORHOUT T 050/21.15.67 F 050/22.08.87 www.kerckhove.be [email protected] 2000+ N.V. Industrieweg 11, 2280 GROBBENDONK T 014/50.00.31 F 014/50.15.73 www.kerkstoel.be [email protected] N.V. Visserskaai 26 , 8500 KORTRIJK T056/23.07.11 F056/22.79.63 www.koraton.be [email protected] PRODUCTS N.V. Weg op Bree 125, 3670 MEEUWEN T 011/79.02.02 F 011/79.24.28 www.lgproducts.be [email protected] N.V. Kanaalstraat 18, 8470 GISTEL T 059/27.60.60 F 059/27.65.03 www.lithobeton.be [email protected] N.V. Brug Zuid 12, 9880 AALTER T 09/374.65.48 F 09/374.05.32 www.loveld.com [email protected] S.A. Rue de la Jonction 20, 6990 HOTTON T 084/46.61.63 F 084/46.75.87 www.mabegra.com [email protected] N.V. Dellestraat 41, 3550 HEUSDEN-ZOLDER T 013/53.05.00 F 013/55.05.42 www.marlux.be [email protected] BETON N.V. Berkebossenlaan 10, 2400 MOL T 014/81.12.51 F 014/81.40.96 www.martensgroep.nl [email protected] PELS BETON N.V. Albertkade 3, 3980 TESSENDERLO T 013/67.91.20 F 013/66.20.87 www.maxpels.com [email protected] MEGATON N.V.Industriezone II Nederwijk-Oost 279, 9400 NINOVE T 054/33.45.11 F 054/32.60.47 www.megaton.be [email protected] NERVA N.V. Kortrijksesteenweg 244, 8530 HARELBEKE T 056/73.50.10 F 056/70.02.87 www.nerva.be [email protected] O-BETON N.V. Schaapbruggestraat 26, 8800 RUMBEKE T 051/68.00.68 F 051/68.00.69 www.obeton.be [email protected] N.V. Hooggeistersveld 15, 3680 MAASEIK-NEEROETEREN T 089/86.01.00 F 089/86.37.05 www.oeterbeton.be [email protected]

FABRIKANTEN FABRICANTS

Page 61: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

BETON232 59

OLIVIER BETON N.V. Moervaartkaai 15, 9042 GENT T 093/26.95.20 F 093/26.95.27 www.olivierbeton.be [email protected] N.V. Kempische kaai 170, 3500 HASSELT T 011/21.14.61 F 011/22.75.11 www.omnibeton.be [email protected] BETON HOUTHALEN N.V. Centrum Zuid 2007, 3530 HOUTHALEN T 011/52.36.54 F 011/52.56.67 www.paesenbeton.be [email protected] BETON N.V. Industrielaan 19, 3730 HOESELT T 089/411.300 F 089/416.719 www.paulibeton.be [email protected] N.V.Hoeksken 5a, 9280 LEBBEKE T 053/76.73.73 F 053/79.00.12 www.prefaco.be [email protected] BELGIUM N.V.Desselgemsesteenweg 44, 8540 DEERLIJK T 056/72.70.11 F 056/72.70.22 www.prefadim.be [email protected] N.V.Kasteelstraat 9, 8980 GELUVELD T 057/401.414 F 057/401.415 www.prefaxis.be [email protected] N.V.Sint-Truidensesteenweg 220B, 3300 TIENEN T 016/78.17.70 F 016/78.17.71 www.presol.be [email protected] B.V.B.A.Mijnwerkerslaan 15, B-3550 HEUSDEN-ZOLDER T 011/52.55.85 F 011/52.55.86 www.preton.be [email protected] N.V.Industrieterrein Ravenshout 3315, 3980 TESSENDERLO T 013/67.09.40 F 013/66.79.46 [email protected] REMACLE S.A.Rue Sous-la-Ville 8, 5150 FLORIFFOUX T 081/44.88.88 F 081/44.88.99 www.remacle.be [email protected] N.V.Meiselaan 96, 1880 NIEUWENRODE T 015/71.00.36 F 015/71.00.37 www.rodal.be [email protected] S.A.Chemin de Rebonmoulin 16, 5590 CINEY T 083/23.23.00 F 083/21.29.10 www.ronveaux.be [email protected] BÉTONS S.A.Rue Wauters 152, 7181 FAMILLEUREUX T 064/23.95.55 F 064/55.77.09 www.roosens.com [email protected]. N.V. Aerschotstraat 114, 9100 SINT-NIKLAAS T 03/760.49.00 F 03/777.47.84 www.svk.be [email protected] N.V. Industriezone Heikemp 1121, 3640 Kinrooi T 089/70.03.50 F 089/70 03 60 www.schelfhout-beton.be [email protected] N.V. Industriezone Meersbloem 58, 9700 OUDENAARDE T 055/23.25.60 F 055/23.25.70 www.seveton.be [email protected] N.V. Vaarstraat 174, 2520 OELEGEM-RANST T 03/475.00.08 F 03/485.78.77 www.socea.be [email protected] N.V. Schollebeekstraat 74/1, 2500 LIER T 03/480.01.52 F 03/489.36.73 www.stijlbeton.be [email protected] AQUA N.V. Breeërweg 33, 3680 NEEROETEREN T 089/86.01.74 F 089/86.01.81 www.stradusaqua.be [email protected] INFRA N.V. Dellestraat 41, 3550 HEUSDEN-ZOLDER T 013/53.05.00 F 013/55.05.44 www.stradusinfra.be [email protected] N.V. Steenkaai 107, 8000 BRUGGE T 050/44.43.42 F 050/44.43.43 www.structo.be [email protected] TUBOBEL N.V. Albertkade 4, 3980 TESSENDERLO T 013/67.07.10 F 013/67.07.11 www.tubobel.be [email protected] N.V. Lillerheidestraat 51, 3910 NEERPELT T 011/64.00.41 F 011/64.80.72 www.vaheja.be [email protected] PREFAB BETON N.V. Rodenbachstraat 72, 8908 VLAMERTINGE T 057/20.25.01 F 057/20.38.14 www.valcke-prefab.be [email protected] DE VELDE BETON N.V. Schaapheuzel 2, 1745 MAZENZELE T 052/35.69.69 F 052/35.70.80 www.vandeveldebeton.be [email protected] HESSCHE B.V.B.A. Industrielaan 5, B-8740 PITTEM (EGEM) T 051/46.67.58 F 051/46.66.69 www.vanhessche.be [email protected]

FABRIKANTEN FABRICANTS

Page 62: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

60 BETON232

FABRIKANTEN FABRICANTS

VAN MAERCKE PREFAB N.V. Scheldekaai, 9, 9690 KLUISBERGEN T 055/39.02.50 F 055/38.99.59 www.vanmaercke.com [email protected] VAN RYSSELBERGHE BETON B.V.B.A. Gentsesteenweg 374, 9240 ZELE T 09/367.59.11 F 09/367.59.12 www.vrb.be [email protected] VB BETON N.V. Industrieweg 10, 3840 BORGLOON T 012/74.48.86 F 012/74.55.59 www.vbbeton.com [email protected] BOUWMATERIALEN N.V. Stationsstraat 30, 460 OUDENBURG T 059/25.50.50 F 059/25.50.26 www.verhelst.be [email protected] BETONPRODUCTEN N.V.Hoge Mauw 460, 2370 ARENDONK T 014/68.91.50 F 014/68.91.51 www.verheyenbeton.be [email protected] N.V. Hasseltstesteenweg 119 A, 3800 SINT-TRUIDEN T 011/76.57.19 F 011/76.57.20 www.webeco.be [email protected] XELLA N.V. Kruibeeksesteenweg 24, 2070 BURCHT T 03/250.47.00 F 03/250.47.06 www.xella.be [email protected]

RETROFLEX Lichtrefl ecterende bestrating / pavage réfl échissant

• Verkrijgbaar in lijnvormige elementen, stenen en tegels

• Getest op retrofl ectie volgens de norm EN 1436

• Lichtrefl ectie vergelijkbaar met wegenisverf

• Disponible sous forme d’éléments linéaires, pavés et dalles

• Testé quant à la rétrofl exion selon la norme EN 1436

• Réfl exion de la lumière comparable à celle d’une peinture routière

www.stradusinfra.beOntdek meer opDécouvrez plus sur

1604_beton_185x128_Street Safe_Retroflex.indd 1 20/04/16 14:37

Page 63: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

Hasseltsesteenweg 119A, B-3800 St.-TruidenT. +32 (0)11 765 719 | F. +32 (0)11 765 720 | [email protected] | www.webeco.be

Waar water vloeit is Webeco. Jarenlang specialist in ‘Concrete Water Products’. Voor het project “Fietsen door het water” van Toerisme Limburg gelegen op het Fietsknooppunt 91#FDHW produceerde en leverde we onlangs de betonnen koppelbare L-elementen en de uitgewassen rijplaten. Deze werden door een aannemer vakkundig geplaatst.

Mozes?

Foto: © Guy van Grinsven

Webeco. Steeds een oplossing op maat.

KOKERELEMENTEN | MAATWERK | BUIZEN | PUTTEN | LIJNAFWATERING | KEERWANDEN | CABINES

WEBECO_adv_2016_A4_BETON.indd 1 20/05/16 14:37

Page 64: BETON 232 THE BACKBONE OF STRUCTURE...bepaald prefab beton - deel uitmaakt van de oplossing en niet van het probleem. Waterdoorlatende straatstenen bijvoorbeeld, combineren buffering

THE BACKBONE OF STRUCTURE

Totaaloplossingen in prefabbeton: gewelven, TT- en TTT-elementen, balken, gevelpanelen, kolommen,...Solutions totales en béton préfabriqué: hourdis, éléments TT et TTT, poutres, panneaux de façade, colonnes,...

STRUCTO+

STEENKAAI 107, B-8000 BRUGGET +32 (0)50 44 43 42 / F +32 (0)50 44 43 43WWW.STRUCTO.BE

STR5051-adv.A4-TijdschriftBETON.indd 1 16/01/14 11:18

Afgiftekantoor Gent x - P2a9256

232J U N IJ U I N2 0 1 6

• Brand Incendie

• Overstroming Inondation

• Aardbeving Séisme

• Gevel Façade

BETO

N232

BeschermingPrévention

DOSSIER Bescherming | Prévention