Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork · Aan Westerbork zijn op de Visiekaart 2020 geen...

Bestemmingsplan Gezondheidscentrum

Westerbork

V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Gezondheidscentrum

Westerbork

V A S T G E S T E L D

Inhoud

Toelichting en bijlagen

Regels

Verbeelding

28 april 2011

Projectnummer 153.05.50.00.00

O v e r z i c h t s k a a r t

G e m e e n t e M i d d e n - D r e n t h e , b r o n : T o p o g r a f i s c h e D i e n s t

153.05.50.00.00.toe

T o e l i c h t i n g

153.05.50.00.00.toe

I n h o u d s o p g a v e

1 I n l e i d i n g 9

2 Be l e i d s kader 11 2.1 Provincie 11 2.2 Gemeente 12

3 P l a nbe s ch r i j v i n g 13 3.1 Huidige situatie 13 3.2 Toekomstige inrichting 13 3.3 Juridische vormgeving 14

4 Toe t s a a n wet - e n r eg e l g e v i n g 15 4.1 Wet geluidhinder 15 4.2 Wet milieubeheer 15 4.3 Luchtkwaliteit 15 4.4 Externe veiligheid 16 4.5 Bodem 17 4.6 Water 17 4.7 Ecologie 18 4.8 Archeologie 20

5 E conom i s che u i t v o e rb a a r h e i d 21

6 I n s p r a a k en o v e r l eg 23

B i j l a g en

153.05.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork - 14 maart 2011

9

1 I n l e i d i n g De gemeente Midden-Drenthe is verzocht medewerking te verlenen aan de

uitbreiding van het Gezondheidscentrum aan de Groeneweg 3 te Westerbork.

Op dit moment bestaat het Gezondheidscentrum uit een huisartsenpraktijk en

een apotheek. Het is de bedoeling om het aanbod aan medische voorzieningen

zodanig uit te breiden dat ter plaatse een redelijk volledige en duurzame 'eer-

stelijnszorg' kan plaatsvinden. Dit ontlast de ziekenhuizen in de regio en speelt

in op een in de laatste jaren sterk toegenomen behoefte onder zorgbehoeven-

den en -aanbieders. De gemeente heeft aangegeven in principe medewerking

te willen verlenen aan de beoogde uitbreiding op voorwaarde dat er een (post-

zegel)bestemmingsplan wordt opgesteld.

De globale ligging en begrenzing van het plangebied is aangegeven op het

overzichtskaartje voorin dit bestemmingsplan. Het plangebied grenst aan de

noordzijde aan het Padenbos. De zuid- en oostzijde vallen samen met de per-

ceelsgrenzen van enkele woningen aan de Zandhoeklaan. De Groeneweg vormt

de westgrens.

Het plangebied maakt op dit moment deel uit van het Bestemmingsplan Wes-

terbork - Kom (gemeente Westerbork, 4 juli 1991) en is daarin bestemd voor

bedrijven en wonen. De beoogde uitbreiding van het gezondheidscentrum is op

grond van dit vigerend bestemmingsplan niet mogelijk omdat daarvoor de

bouwvlak- en bestemmingsgrens zal worden overschreden. Voor het gebruik als

gezondheidscentrum is in 2003 reeds een vrijstelling ex artikel 19 WRO ver-

leend.

In het volgende hoofdstuk is het ruimtelijk beleid op provinciaal en gemeente-

lijk niveau beschreven. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op de toe-

komstige inrichting van het plangebied. Hoofdstuk 4 is gewijd aan

milieuhygiënische aspecten. In de laatste twee hoofdstukken komen de eco-

nomische uitvoerbaarheid en de inspraak en het overleg ex artikel 3.1.1 van

het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aan bod.

HET PLANGEBIED

HUIDIG BESTEMMINGSPLAN

LEESWIJZER


11

2 B e l e i d s k a d e r 2 . 1

P r o v i n c i e

Op 2 juni 2010 is door Provinciale Staten de Omgevingsvisie Drenthe vastge-

steld. Deze opvolger van POP II beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikke-

ling van Drenthe tot 2020 en heeft als missie: “Het koesteren van de Drentse

kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij

deze kernkwaliteiten.”

De kernkwaliteiten zijn: rust, ruimte, natuur, landschap, oorspronkelijkheid,

kleinschaligheid, naoberschap, menselijke maat en veiligheid. Onder een 'brui-

send Drenthe' verstaat de provincie een plek “waarin het goed wonen en wer-

ken is en waar voldoende te doen is voor jong en oud.”

Het kernenbeleid uit het POP II ten aanzien van wonen, werken en voorzienin-

gen wordt in grote lijnen voortgezet in de Omgevingsvisie. De provincie wil de

leefkwaliteit van kernen op een hoog niveau houden. Behoud van voorzienin-

gen wordt in dat verband van belang geacht.

Uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen is de zogenaamde SER-ladder

(zie kader). Onderhavig initiatief valt onder punt 3. De beschikbare (bestem-

mingsplan)ruimte binnen het plangebied is reeds volledig benut. Meervoudig

ruimtegebruik of verhoging van de ruimteproductiviteit biedt geen oplossing

voor de gewenste uitbreiding van het voorzieningenaanbod.

Aan Westerbork zijn op de Visiekaart 2020 geen specifieke waarden toegekend.

Op de kaart Kernkwaliteit Cultuurhistorie is het centrum aangeduid als 'histori-

sche kern'.

S E R - l a d d e r

1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door

herstructurering beschikbaar kan worden gemaakt.

2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de

ruimteproductiviteit te verhogen.

3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het

ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en

belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorg-

vuldige keuze van de locatie van 'rode' functies en door investeringen in kwaliteits-

verbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het

meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwali-

teit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt.

153.05.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork - 14 maart 2011 12

2 . 2

G e m e e n t e

De gemeenteraad heeft op 1 juli 2004 de Welstandsnota 2004 vastgesteld. Het

doel van deze welstandsnota is 'een bijdrage te leveren aan het behouden en,

daar waar nodig, het versterken van de schoonheid en aantrekkelijkheid van

de gemeente Midden-Drenthe'. Dit gebeurt door per gebied criteria vast te

stellen waarop bouwplannen door de Welstandscommissie zullen worden ge-

toetst. Het plangebied maakt deel uit van het welstandsgebied 'Niet-

planmatige uitbreidingen'. Voor dit gebiedstype gelden specifieke eisen ten

aanzien van de ligging, de massa en de vorm, de detaillering en kleur- en het

materiaalgebruik die bij nieuwe ontwikkelingen dienen te worden gerespec-

teerd.

De Structuurvisie Westerbork 2009 - 2020 (maart 2009) is richtinggevend voor

toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kern. De structuurvisie dient

als onderlegger voor te actualiseren bestemmingsplannen en geldt als vertrek-

punt voor de afweging bij beslissingen over concrete ruimtelijke invullingen.

Uitgangspunt voor de toekomst is dat de landschappelijke omgeving, de cul-

tuurhistorische waarden en de toeristische aantrekkingskracht van Westerbork

zoveel mogelijk in stand worden gehouden en, waar mogelijk, worden ver-

sterkt. In de structuurvisie wordt niet expliciet op het plangebied ingegaan.

Wel is aangegeven dat voorzieningen een positieve impuls aan het dorpsleven

geven.

WELSTANDSNOTA

STRUCTUURVISIE


13

3 P l a n b e s c h r i j v i n g 3 . 1

H u i d i g e s i t u a t i e

Het Gezondheidscentrum Westerbork bestaat op dit moment uit een artsen-

praktijk en apotheek. Deze voorzieningen zijn ondergebracht in een pand van

(hoofdzakelijk) één bouwlaag. Rondom het pand bevindt zich, met uitzonde-

ring van de zuidkant een parkeerterrein. Dit betekent dat het gehele plange-

bied op dit moment geheel is verhard. De woning die in de verbeelding van het

vigerend bestemmingsplan aan de noordwestkant van het plangebied is aange-

geven (zie inleiding), is gesloopt.

L u c h t f o t o p l a n g e b i e d ( b r o n : G o o g l e E a r t h )

3 . 2

T o e k o m s t i g e i n r i c h t i n g

Het bestaande pand wordt in oostelijke richting uitgebreid. De uitbreiding, die

een grondoppervlak van circa 350 m2 beslaat, wordt uitgevoerd in twee bouw-

lagen. De maximale bouwhoogte is 8 m. In het nieuwe gebouw kunnen de vol-

gende voorzieningen een plek krijgen c.q. plaatsvinden:

- archief;

- receptie/secretariaat;

- behandel/spreekkamer artsen;

- kantine;

- apotheek;

- huisartsenzorg;


- (detail)handel in geneesmiddelen en verzorgende producten;

- fysiotherapie;

- podotherapie;

- psychologie;

- logopedie;

- ergotherapie;

- diëtetiek;

- zuigelingen- en peuterzorg (consultatiebureau);

- administratieve werkzaamheden;

- winkel medische producten en diensten;

- voorlichting, cursus en vergadering;

- overige diensten en verrichtingen die samenhangen met gezondheids-

zorg;

- tand- en mondheelkundige producten en diensten;

- pedicure.

De capaciteit van het huidige parkeerterrein is ruimschoots voldoende voor

(toekomstige) bezoekers in het plangebied.

De Welstandscommissie heeft inmiddels het bouwplan voor het gezondheids-

centrum beoordeeld en op 9 juli 2010 aangegeven in principe positief te advi-

seren wat betreft de gekozen ligging, massa, vorm, detaillering en het gekozen

kleurgebruik.

3 . 3

J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g

Aan het plangebied is één bestemming toegekend: Dienstverlening. Met deze

bestemming wordt aangesloten bij het in voorbereiding zijnde bestemmings-

plan voor Westerbork. In de vorige paragraaf is reeds aangegeven wat mini-

maal binnen de bestemming Dienstverlening mogelijk is (zie opsomming).

Daarbij gaat het ook om detailhandel, voorzover gelieerd aan de gezondheids-

zorg. Aan het plangebied is verder een bouwvlak toegekend. Deze geldt voor

het bestaande gebouw en de beoogde uitbreiding. Op grond van de bijgebou-

wenregeling is het mogelijk om buiten het bouwvlak één ondergeschikt bijge-

bouw op te richten voor het stallen van materieel en voertuigen (mede ten

behoeve van onderhoud en exploitatie van het gezondheidscentrum).


15

4 T o e t s a a n w e t - e n r e g e l g e v i n g 4 . 1

W e t g e l u i d h i n d e r

In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones,

met uitzondering van wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt

of wegen die zijn aangeduid als 'woonerf'. Behoudens situaties waarbij door

burgemeester en wethouders of Gedeputeerde Staten een hogere waarde is

vastgesteld, geldt voor hindergevoelige objecten binnen een zone als hoogst

toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 48 dB (artikel 106 van de Wet ge-

luidhinder). Het Gezondheidscentrum is geen hindergevoelig object volgens de

Wet geluidhinder. Dit betekent dat akoestisch onderzoek achterwege kan blij-

ven.

4 . 2

W e t m i l i e u b e h e e r

De VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering geeft aan dat voor 'artsenprak-

tijken, klinieken en dagverblijven' een afstand van 10 m tot hindergevoelige

objecten moet worden aangehouden. De kortste afstand tussen het (uitgebrei-

de) Gezondheidscentrum en woningen in de directe omgeving is circa 10 m. Dit

betekent dat er geen sprake is van onevenredige hinder voor omliggende wo-

ningen.

Het gezondheidscentrum is een inrichting die onder het Activiteitenbesluit

valt. Er geldt geen vergunningsplicht.

4 . 3

L u c h t k w a l i t e i t

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmple-

menteerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden

overal met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandig-

hedenwet van toepassing).

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer

in werking getreden.

Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

(NSL). Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Hierin staat wanneer

NSL/NIBM


en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het

programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten

of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoe-

ven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor lucht-

kwaliteit.

Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de

luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor

luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake

is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm.

In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal

programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toena-

me van maximaal 1,2 µg/m³ NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt

beschouwd.

De uitbreiding van het Gezondheidscentrum leidt tot een beperkte verkeers-

aantrekkende werking ten opzichte van de huidige situatie. Het is niet zozeer

de bedoeling om meer bezoekers te trekken, maar om bezoekers langer vast te

houden. Zij kunnen straks immers na doorverwijzing ook direct voor aanvullen-

de medische zorg onder hetzelfde dak terecht. Overigens wordt de vorenge-

noemde grens van 3% ook pas bij een toename van circa

1.100 motorvoertuigen/etmaal overschreden (zo blijkt uit ervaring). Luchtkwa-

liteitsonderzoek is niet noodzakelijk.

4 . 4

E x t e r n e v e i l i g h e i d

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) heeft als doel individuele en

groepen burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een

ongeval met gevaarlijke stoffen. Het verplicht gemeenten en provincies die

milieuvergunningen verlenen of een bestemmingsplan maken, rekening te hou-

den met externe veiligheid.

In het Externe Veiligheidsbeleidsplan 2009-2012 geeft de gemeente Midden-

Drenthe haar visie en ambitieniveau weer wat betreft risicobeheersing van

bedrijven en het transport van gevaarlijke stoffen. Dit plan sluit de vestiging

van nieuwe Bevi-inrichtingen in dorpen, buurtschappen en lintbebouwing uit.

In de directe nabijheid van het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die

onder de werking van het besluit vallen (bron: Risicokaart Drenthe).

Het Veiligheidsbeleidsplan geeft aan dat voor provinciale en gemeentelijke

wegen geen belemmeringen voor ruimtelijke ontwikkelingen gelden.

Het plangebied ligt ruim buiten de effectafstand van aardgastransportleidin-

gen.

BESTEMMINGSPLAN

INRICHTINGEN

TRANSPORT GEVAARLIJKE

STOFFEN

BUISLEIDINGEN


17

4 . 5

B o d e m

In 2000 is door EcoReest bv een verkennend bodemonderzoek en nader onder-

zoek binnen het plangebied uitgevoerd1. Hieruit is naar voren gekomen dat er

geen milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn voor realisatie van het

gezondheidscentrum. Aangezien een bodemonderzoek een wettelijke 'houd-

baarheidsdatum' van vijf jaar heeft, is het onderzoek geactualiseerd door Sig-

ma Bouw en Milieu2. De resultaten van het onderzoek geven geen aanleiding

om aanvullend grondonderzoek te verrichten. In de grond zijn geen gehalten

boven de streefwaarde aangetroffen. Voor de toepassing van grond buiten het

plangebied is wel onderzoek vereist op grond van het Besluit bodemkwaliteit.

De grond mag alleen worden verwerkt in bodems met dezelfde kwaliteitsklas-

se. In het grondwater zijn sterk verhoogde gehalten aan koper aangetroffen.

Herbemonstering wordt niet zinvol geacht. De aangetoonde gehalten zijn geen

belemmering voor verlening van de omgevingsgunning. Wel dient rekening te

worden gehouden met bronbemaling bij afvoer van (mogelijk) verontreinigd

water.

4 . 6

W a t e r

Op grond van artikel 3.1.6 uit het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toe-

lichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen.

De digitale watertoets is op 13 juni 2010 doorlopen. Het Waterschap Reest en

Wieden heeft naar aanleiding daarvan aangegeven dat voor dit bestemmings-

plan kan worden volstaan met een zogenaamde ‘standaardwaterparagraaf’.

Deze paragraaf is hierna integraal weergegeven. De initiatiefnemer zal dit

bestemmingsplan technisch uitwerken volgens de principes die het waterschap

aanreikt. Daarbij wordt gekozen voor: lozing op oppervlaktewater via een bo-

dempassage, toepassing van duurzame en niet-uitlogende bouwmaterialen en

genoemde ontwateringsdiepte. Verder kan nog worden opgemerkt dat de initi-

atiefnemer een alternatieve energievoorziening middels warmte-/koudeopslag

zal realiseren.

W a t e r hu i s h o ud i n g

Het plan loopt geen verhoogd risico op wateroverlast als gevolg van overstro-

mingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en

ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast

1 Verkennend Bodemonderzoek ter plaatse van: Groeneweg 1 te Westerbork (23 augustus

2000) en Resultaten bovengrond en grondwater onderzoek Groeneweg 1 te Westerbork (27

november 2000). 2 Milieukundige actualisatie bodemonderzoek Groeneweg nr.1 te Westerbork (10 november

2010).


of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak

is minder dan 1.500 m².

V o o r k e u r s b e l e i d he m e l w a t e r a f v o e r

In het plan wordt gestreefd het voorkeursbeleid van het waterschap op te vol-

gen. Als het hemelwater niet wordt aangekoppeld of wordt afgekoppeld van

het bestaande rioolstelsel is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem

uitgangspunt. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het op-

pervlaktewater via een bodempassage gewenst. Speciale aandacht wordt be-

steed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte

om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen.

A a n l e g h o og te v a n d e b e b o uw i ng

Voor de aanleghoogte van de gebouwen (onderkant vloer begane grond) wordt

een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 cm ten opzichte van de

gemiddelde hoogste grondwaterstand(GHG).

Bij een afwijkende maatvoering is de kans op structurele grondwateroverlast

groot. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een gerin-

gere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrij-

ven te voorkomen, wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 cm boven

het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen

ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het

voorkomen van wateroverlast.

W a t e r t oe t s p r oc e s

De initiatiefnemer heeft het Waterschap Reest en Wieden geïnformeerd over

het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording

van de vragen heeft er toe geleid dat de korte procedure van de watertoets is

toegepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe

invloed op de waterhuishouding.

“De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de

Handreiking Watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief

wateradvies.”

4 . 7

E c o l o g i e

Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische

inventarisatie van de natuurwaarden in het projectgebied uitgevoerd. Tevens

is gekeken naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel

hiervan is, na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en fau-

nawet en/of een oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbescher-

mingswet 1998 of de Ecologische Hoofdstructuur noodzakelijk is. Het

projectgebied is daartoe op 23 juli 2010 bezocht door een ecoloog van Bügel-

Hajema Adviseurs.


19

So o r t en bes cherm in g

Het projectgebied bestaat uit de huidige bebouwing van het gezondheidscen-

trum en parkeerplaatsen. Uit de informatie van Het Natuurloket3 (kilometer-

hok 237-541, d.d. 23 juli 2010) blijkt dat in de directe omgeving van het

plangebied naast enkele in het kader van de Flora- en faunawet licht be-

schermde diersoorten, ook enkele (middel)zwaar beschermde diersoorten

voorkomen.

Op basis van het veldbezoek blijkt echter dat het plangebied een zeer beperk-

te natuurwaarde kent. Gezien de praktisch volledige verharding van het plan-

gebied worden binnen het plangebied geen diersoorten verwacht. Enkele

algemene, licht beschermde soorten (zoals spitsmuizen) en zwaarder be-

schermde vogels kunnen in de directe omgeving van het plangebied voorko-

men. Alle inheemse vogelsoorten zijn in het kader van de Flora- en faunawet

zwaar beschermd.

De huidige bebouwing in het plangebied heeft door de afwezigheid van ge-

schikte tussenruimten geen potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen of

vogels zoals huismus. Door de ontwikkelingen zullen geen negatieve effecten

op vleermuizen of vogels met een jaarrond beschermde nestplaats optreden.

De aanwezige licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan be-

dreigd en vallen in de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor

deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor

deze soorten de zorgplicht van de Flora- en faunawet.

Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te vernietigen of te

verstoren. Met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden dient der-

halve rekening te worden gehouden met het broedseizoen. De Flora- en fau-

nawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of

een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt

dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt.

Geb i ed s be s cherm in g

Het projectgebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd gebied in het

kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De meest nabijgelegen gebieden

uit de Natuurbeschermingswet 1998 betreffen de Natura 2000-gebieden 'Elper-

stroomgebied' en 'Mantingerbos'. Beide zijn gelegen op een afstand van meer

dan 3 km. Het bosperceel ten noorden van het projectgebied sluit op ongeveer

200 m aan op bospercelen die onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofd-

structuur.

Deze beschermde gebieden liggen, gezien de aard van de ingrepen, op een

voldoende afstand van het projectgebied. Er zijn geen negatieve effecten als

3 Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar die gegevens over beschermde

soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van talloze

organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het Natuurloket

bezit zelf geen gegevens. Het Natuurloket is een initiatief van het Ministerie van Landbouw,

Natuur en Voedselkwaliteit en de organisaties binnen de VOFF (www.natuurloket.nl).

INVENTARISATIE

EFFECTEN

INVENTARISATIE

EFFECTEN


gevolg van de ontwikkelingen te verwachten. Voor deze activiteit is daarom

geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De voor-

genomen activiteit is ook niet in strijd met het 'nee, tenzij'-beleid uit de Nota

Ruimte en de uitwerking daarvan in het POP-Drenthe voor de Ecologische

Hoofdstructuur. Deze inventarisatie geeft geen aanleiding voor verder onder-

zoek.

Con c l u s i e

Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat, wanneer bij de

planning en werkzaamheden voldoende rekening wordt gehouden met het

broedseizoen van vogels, geen noodzaak bestaat voor een vooronderzoek in

het kader van de Flora- en faunawet. Het plan is wat betreft de Flora- en fau-

nawet uitvoerbaar.

Voorts is naar voren gekomen dat er geen noodzaak bestaat een oriëntatiefase

in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel een analyse van de

Ecologische Hoofdstructuur uit te voeren. Het is aan het bevoegd gezag, Colle-

ge van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, om de visie ten aanzien

van beschermde gebieden te bevestigen.

4 . 8

A r c h e o l o g i e

Archeologische waarden dienen op grond van de (aangepaste) Monumentenwet

1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen.

Het Drents Plateau is gevraagd om advies uit te brengen of er veldonderzoek

binnen het plangebied noodzakelijk is. Op 19 juli 2010 heeft het Drents Pla-

teau per e-mail aangegeven dat onderzoek achterwege kan blijven, gelet op

feit dat de bodem op dit moment reeds aanzienlijk verstoord is en vanwege

het relatief geringe oppervlakte van uitbreiding (zie bijlagen).


21

5 E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d Aangezien onderhavig plan een particulier initiatief betreft, zijn aan de uit-

voering hiervan geen kosten voor de gemeente verbonden. De kosten zijn ge-

heel voor rekening van initiatiefnemer. Voor eventuele planschadekosten

wordt een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer gesloten. Aange-

zien de uitbreiding minder dan 1.000 m² bedraagt, kan een exploitatieover-

eenkomst achterwege blijven.

153.05.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork - 28 april 2011

23

6 I n s p r a a k e n o v e r l e g Er is geen inspraak op grond van de Inspraakverordening verleend. Vooroverleg

met de provincie Drenthe en het Rijk is achterwege gelaten, omdat met dit

bestemmingsplan geen provinciaal belang, respectievelijk landsbelang in het

geding is. Er is wel overleg gevoerd met het Waterschap Reest en Wieden.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 23 december 2010 tot en met 2 fe-

bruari 2011 ter inzage gelegen. Er is één zienswijze ingediend. Dit heeft niet

geleid tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Voor de ingediende ziens-

wijze en het Zienswijzenverslag wordt verwezen naar de bijlagen.

B i j l a g e n

- Zienswijzenverslag

- Archeologisch advies

Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork · Aan Westerbork zijn op de Visiekaart 2020 geen...

Documents

Transcript of Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Westerbork · Aan Westerbork zijn op de Visiekaart 2020 geen...