Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen...

20
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent leefbaarheid Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 - 2020 Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 hebben vastgesteld (besluit d.d. 24 mei 2016, nr. A.17, zaaknummer 631219 en besluit d.d. 4 juli 2016, zaaknummer 638614). Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid treedt na bekendmaking in het Provinciaal Blad in werking en werkt terug tot en met 7 juli 2016. In hoofdstuk 2 van het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid zijn subsidieregelingen en -plafonds opgenomen. Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 luidt als volgt: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 - 2020 Een woord vooraf Bij het aantreden van het nieuwe College van Gedeputeerde Staten in 2015 hebben we leefbaarheid benoemd als een van de centrale thema’s. Het is het eerste inhoudelijke onderwerp dat we in ons akkoord hebben benoemd, na de bestuursstijl die we als College willen hanteren. Een breed onderwerp, zoveel is duidelijk – met dwarsverbanden naar wonen, gaswinning, energie, duurzaamheid, zorg, sociale agenda en cultuur en sport. Op al deze terreinen zijn investeringen nodig om onze provincie aantrekkelijk te houden en hier goed te kunnen leven, wonen en werken. In het Collegeakkoord hebben we aangegeven dat de provincie hier een actieve rol in wil spelen en dat we hier zowel bestaand als nieuw beleid voor willen inzetten. Met het voorliggende Uitvoeringsprogramma komen we die belofte na en vullen deze meer gedetailleerd in. We hebben de afgelopen jaren al de nodige programma’s en instrumenten ontwikkeld en daar gaan we ook in deze periode volop mee door. Tegelijkertijd zien we dat de druk op de leefbaarheid toeneemt. Door de gevolgen van de gaswinning en de bevolkingsdaling en allerlei andere ontwikkelingen die daardoor in gang worden gezet: van het verdwijnen van voorzieningen tot en met de vereenzaming van ouderen in onze dorpen. Daarom heeft dit College besloten 47 miljoen euro te investeren in leefbaarheid, bovenop het bestaande beleid. Kijkend naar wat er al gebeurt in de provincie – ook door onze partners zoals de gemeenten – hebben we dit Uitvoeringsprogramma gemaakt. We investeren met subsidies in gebieden, gebouwen en bewonersinitiatieven, omdat wij menen dat hier momenteel grote behoefte aan bestaat. Dat geldt ook voor de fondsen die we gaan inzetten: het accommodatiefonds voor (sport)voorzieningen en dorpshuizen en het maatschappelijk investeringsfonds. Met dit ‘aanjaaggeld’ kunnen goede initiatieven verder gebracht worden. Wij hebben deze programmaopzet gemaakt, maar de verdere invulling vindt nadrukkelijk plaats met de mensen in onze provincie. Met de gemeenten, onze inwoners en ondernemers, iedereen die in zijn of haar werk met leefbaarheid bezig is. Wat een gebied leefbaar maakt, bepalen wij namelijk niet vanuit het provinciehuis. Ons idee van leefbaarheid is dat mensen zelf aangeven wat zij belangrijk vinden. Dat proberen wij als provincie te ondersteunen, samen met onze gemeenten, in vol vertrouwen. Laten we het zó organiseren dat mensen zelf hun leefomgeving en hun toekomst kunnen vormgeven! Namens het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Eelco Eikenaar, gedeputeerde Leefbaarheid Hoofdstuk 1 Inleiding: het waarom, wat en hoe 1.1 Het programma: waarom als provincie investeren in leefbaarheid? Groningen is een mooie provincie. Landschap en historie hebben de Groningers gevormd: nuchtere aanpakkers, met een mentaliteit van ‘doe maar gewoon’. Sociaal, warm en betrokken. Trots op de provincie en bereid zich daar voor in te zetten. Met als motto: ‘Kop d’r veur’. De Groninger dorpen zijn kleine, hechte gemeenschappen, waar bewoners zich inzetten voor elkaar en voor een actief dorpsleven. Met elkaar willen wij dit bijzondere gebied leefbaar houden, voor de mensen van nu en later. Leefbaarheid is een begrip waar veel onder valt, maar uiteindelijk betekent het dat we hier goed kunnen leven, nu en later. Wat dat ‘goed’ precies is, dat bepalen onze inwoners zelf. Velen leveren hier nu al een bijdrage aan, klein of wat groter – en alles telt mee. We zien elke dag om ons heen hoe Groningers bezig zijn Nr. CVDR410635_5 CVDR 26 maart 2019 Officiële uitgave van Groningen. Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 2019 1

Transcript of Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen...

Page 1: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels

omtrent leefbaarheid Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie

Groningen 2016 - 2020

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid

Provincie Groningen 2016-2020 hebben vastgesteld (besluit d.d. 24 mei 2016, nr. A.17, zaaknummer

631219 en besluit d.d. 4 juli 2016, zaaknummer 638614).

Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid treedt na bekendmaking in het Provinciaal Blad in werking

en werkt terug tot en met 7 juli 2016. In hoofdstuk 2 van het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid zijn

subsidieregelingen en -plafonds opgenomen.

Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 luidt als volgt:

Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 - 2020

Een woord vooraf

Bij het aantreden van het nieuwe College van Gedeputeerde Staten in 2015 hebben we leefbaarheid

benoemd als een van de centrale thema’s. Het is het eerste inhoudelijke onderwerp dat we in ons

akkoord hebben benoemd, na de bestuursstijl die we als College willen hanteren. Een breed onderwerp,

zoveel is duidelijk – met dwarsverbanden naar wonen, gaswinning, energie, duurzaamheid, zorg, sociale

agenda en cultuur en sport. Op al deze terreinen zijn investeringen nodig om onze provincie aantrekkelijk

te houden en hier goed te kunnen leven, wonen en werken.

In het Collegeakkoord hebben we aangegeven dat de provincie hier een actieve rol in wil spelen en dat

we hier zowel bestaand als nieuw beleid voor willen inzetten. Met het voorliggende

Uitvoeringsprogramma komen we die belofte na en vullen deze meer gedetailleerd in. We hebben de

afgelopen jaren al de nodige programma’s en instrumenten ontwikkeld en daar gaan we ook in deze

periode volop mee door. Tegelijkertijd zien we dat de druk op de leefbaarheid toeneemt. Door de

gevolgen van de gaswinning en de bevolkingsdaling en allerlei andere ontwikkelingen die daardoor in

gang worden gezet: van het verdwijnen van voorzieningen tot en met de vereenzaming van ouderen

in onze dorpen. Daarom heeft dit College besloten 47 miljoen euro te investeren in leefbaarheid, bovenop

het bestaande beleid.

Kijkend naar wat er al gebeurt in de provincie – ook door onze partners zoals de gemeenten – hebben

we dit Uitvoeringsprogramma gemaakt. We investeren met subsidies in gebieden, gebouwen en

bewonersinitiatieven, omdat wij menen dat hier momenteel grote behoefte aan bestaat. Dat geldt ook

voor de fondsen die we gaan inzetten: het accommodatiefonds voor (sport)voorzieningen en dorpshuizen

en het maatschappelijk investeringsfonds. Met dit ‘aanjaaggeld’ kunnen goede initiatieven verder

gebracht worden.

Wij hebben deze programmaopzet gemaakt, maar de verdere invulling vindt nadrukkelijk plaats met

de mensen in onze provincie. Met de gemeenten, onze inwoners en ondernemers, iedereen die in zijn

of haar werk met leefbaarheid bezig is. Wat een gebied leefbaar maakt, bepalen wij namelijk niet vanuit

het provinciehuis. Ons idee van leefbaarheid is dat mensen zelf aangeven wat zij belangrijk vinden. Dat

proberen wij als provincie te ondersteunen, samen met onze gemeenten, in vol vertrouwen. Laten we

het zó organiseren dat mensen zelf hun leefomgeving en hun toekomst kunnen vormgeven!

Namens het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Eelco Eikenaar, gedeputeerde Leefbaarheid

Hoofdstuk 1Inleiding: het waarom, wat en hoe

1.1 Het programma: waarom als provincie investeren in leefbaarheid?Groningen is een mooie provincie. Landschap en historie hebben de Groningers gevormd: nuchtere

aanpakkers, met een mentaliteit van ‘doe maar gewoon’. Sociaal, warm en betrokken. Trots op de

provincie en bereid zich daar voor in te zetten. Met als motto: ‘Kop d’r veur’. De Groninger dorpen zijn

kleine, hechte gemeenschappen, waar bewoners zich inzetten voor elkaar en voor een actief dorpsleven.

Met elkaar willen wij dit bijzondere gebied leefbaar houden, voor de mensen van nu en later. Leefbaarheid

is een begrip waar veel onder valt, maar uiteindelijk betekent het dat we hier goed kunnen leven, nu

en later. Wat dat ‘goed’ precies is, dat bepalen onze inwoners zelf. Velen leveren hier nu al een bijdrage

aan, klein of wat groter – en alles telt mee. We zien elke dag om ons heen hoe Groningers bezig zijn

Nr.

CVDR410635_5CVDR 26 maart

2019

Officiële uitgave van Groningen.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20191

Page 2: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

met de kwaliteit van leven in hun eigen lokale omgeving. Daar komen allerlei goede initiatieven en

projecten uit voort. Van inwoners, gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers en anderen.

Bij elkaar opgeteld, vormt al deze energie de basis voor een samenleving waarin we naar elkaar omkijken

en iedereen erbij hoort. Ook de provincie Groningen levert hier een bijdrage aan, vanuit haar eigen rol

en verantwoordelijkheid. Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de

economie en leefbaarheid op het platteland. Ook met ons sociaal beleid en de Groningse krimpaanpak

proberen we de inwoners in dit gebied vooruit te helpen (zie 1.7).

Het College van Gedeputeerde Staten heeft bij haar aantreden in 2015 leefbaarheid als een van de

belangrijkste doelstellingen geformuleerd. Het is één van de rode draden in het collegeakkoord ‘Vol

Vertrouwen’. Er gebeurde al het nodige, maar we gaan nu echt een versnelling hoger. Het gebied en

de mensen die daar wonen vragen daarom. Zij zien de laatste jaren ontwikkelingen op zich afkomen

die hen zorgen baren. Met elkaar komen we daarom in actie. Gemeenten en anderen doen uiteraard

al heel veel op dit gebied, maar ook de provincie kan en wil meer doen. Samen staan we sterker.

De provincie zet de komende jaren een bedrag van 59,6 miljoen euro in wat een steun in de rug kan

betekenen voor initiatieven in onze provincie. Het bedrag is verdeeld over subsidies (34,6 miljoen euro)

en fondsen/'aanjaaggeld' (25 miljoen euro). We kunnen hiermee een belangrijke bijdrage leveren aan

de leefbaarheid in het besef dat we hiermee niet alle problemen in de provincie oplossen. Deze middelen

worden voor de héle provincie ingezet (niet alleen voor krimp- en bevingsgebieden). Wat daarbij komt

kijken en hoe de provincie daarbij te werk wil gaan wordt in dit eerste hoofdstuk van het

Uitvoeringsprogramma nader toegelicht.

1.2 De opzet voor het programma: de basis voor de komende tijdDe basis voor het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid is gelegd in het voorstel van het College van

Gedeputeerde Staten, dat eind 2015 is aangeboden aan Provinciale Staten. Hierin staat ons doel

omschreven: we zetten ons in voor een vitale provincie waarin mensen zelf de mogelijkheid hebben

om te kiezen voor wat zij belangrijk vinden in hun directe woon-, werk- en leefomgeving. De provincie

ondersteunt hierbij initiatieven waarbij mensen het heft in eigen hand nemen om tot verbetering van

de leefomgeving te komen.

Het is duidelijk dat we in Groningen met ontwikkelingen te maken hebben die mensen dagelijks en

ingrijpend raken, waaronder bevolkingsdaling en aardbevingen. De gevolgen zijn divers: voorzieningen

die verdwijnen, met een veranderende mobiliteitsbehoefte, zorgstructuren die veranderen, sociale

verbanden die kraken. We proberen de gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Dat doen Groningers

met elkaar: samen investeren in wat we waardevol vinden om te behouden of om verder te ontwikkelen.

Begin februari 2016 hebben Provinciale Staten van Groningen hun steun gegeven aan het

Leefbaarheidsprogramma. Het is daarmee een programma van ons allemaal geworden, waar iedereen

de komende tijd verder aan kan bijdragen. Rond de zomer van 2016 gaat het programma van start!

1.3 De invulling van het programma: met onze inwoners samenHet voorstel van het College van GS voor het Leefbaarheidsprogramma was nadrukkelijk bedoeld als

voorzet. Aan de hand van de gesprekken die wij in het gebied hebben gevoerd hebben we de plannen

verder uitgewerkt. Daarmee hebben we op hoofdlijnen keuzes gemaakt waar het beleid van de provincie

zich in de uitvoering op richt. Het programma is echter zeker ook een kader waarbinnen nadere keuzes

gemaakt worden. Zoals gezegd, wat een straat, buurt of dorp leefbaar maakt vullen onze inwoners zelf

in – dat kun je als provincie niet ‘van bovenaf’ bepalen. Daarom hebben we onze inwoners gevraagd

aan te geven wat dat zij belangrijk vinden voor de leefbaarheid. (Meldweek voor de Leefbaarheid 2-8

april 2016.). Statenleden zaten aan de telefoon om alles te noteren. De gesprekken leverden waardevolle

inzichten op in de problemen die mensen ervaren, maar ook in wat daaraan gedaan kan worden – door

henzelf en door anderen. Op 6 april is ook een werkconferentie belegd voor onze gemeenten en mensen

die vanuit hun werk met leefbaarheid bezig zijn. Ook zij hebben aangegeven wat er belangrijk is bij de

verdere uitwerking van het programma. Al deze opmerkingen zijn verwerkt in de manier waarop het

geld uit het programma zo goed mogelijk wordt ingezet. Daarbij heeft de provincie ook haar eigen

kennis en opvattingen rondom leefbaarheid ingebracht, passend bij haar rol van ‘verbinder’ en ‘aanjager’.

De uitkomst van deze gecombineerde aanpak wordt in het vervolg van deze notitie verder verduidelijkt.

1.4 De opbouw van het programma: subsidies en fondsenHet Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid maakt gebruik van twee instrumenten: subsidies en fondsen.

Het belangrijkste verschil: subsidies zijn bijdragen van de provincie die niet hoeven te worden

terugbetaald. Bij de fondsen is dat wel het geval. Het zijn in feite leningen met gunstige voorwaarden

die initiatiefnemers in staat stellen hun projecten van de grond te krijgen. Het geld betalen zij in vijf tot

vijftien jaar terug. Daarmee wordt het fonds opnieuw gevuld en kunnen andere initiatieven weer

ondersteund worden. Het gaat dus echt om ‘aanjaag-geld’, bedoeld om zaken in beweging te brengen.

Hieronder wordt aangegeven hoe de subsidies en de fondsen de komende tijd worden ingezet.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20192

Page 3: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

1.5 De subsidies: vier onderdelenVoor de komende vier jaar zetten wij 34,6 miljoen euro in voor de leefbaarheid, bovenop reeds bestaande

programma’s (zie 1.7). De subsidies kunnen de héle provincie ten goede komen – met een nadruk op

die plaatsen waar de bevolkingsdaling en/of de problematiek het grootst is. De middelen worden ingezet

om initiatieven vanuit de samenleving te ondersteunen. Wat lokaal speelt en energie heeft (en geeft),

dat is leidend.

De subsidies zijn over vier onderdelen verdeeld: de gebiedsgerichte aanpak, de locatiegerichte aanpak,

bewonersinitiatieven en zorggerichte aanpak. De provincie heeft juist deze onderdelen gekozen omdat

uit gesprekken met onze gemeenten en inwoners is gebleken dat hier de meeste zorg over bestaat.

Tegelijkertijd zit hier ook veel energie op; mensen willen zich graag voor een concreet project inzetten.

Zij willen trots kunnen zijn op hun dorp of buurt. De bebouwde omgeving in onze provincie krijgt veel

aandacht: vitalisering van dorpscentra, leegstaande gebouwen, verkrottende woningen. Door deze

‘fysieke’ omgeving te verbeteren en te verduurzamen gaan onze inwoners er ook sociaal en economisch

op vooruit. Daar komt weer de brede invulling van het begrip ‘leefbaar’ om de hoek kijken. We wonen,

werken en verblijven nu eenmaal liever in een omgeving die er verzorgd en aantrekkelijk bij staat dan

in een buurt die achteruit gaat.

Op al deze vier terreinen wil de provincie verbetering mogelijk maken:

- Onderdeel 1: de gebiedsaanpak.

Soms is het nodig in een kern of dorp om een groter gebied in zijn geheel aan te pakken. Denk

bijvoorbeeld aan een centrumgebied dat wordt aangepakt. Hier zijn vaak al meerdere partijen bij

betrokken: eigenaren, ondernemers, woningcorporaties, gemeenten, bewoners. Met hen samen

wil de provincie een aantal projecten selecteren die de komende tijd verder gebracht moeten

worden. Hiervoor is in totaal 22,5 miljoen euro beschikbaar.

- Onderdeel 2: de locatiegerichte aanpak.

Ook gebouwen kunnen invloed hebben op de leefbaarheid, zeker wanneer ze leeg staan en

verkommeren. Binnen dit onderdeel onderscheiden we twee invalshoeken:

2a: voorzieningen op peil

Een bundeling van functies (‘alles onder één dak’) kan een impuls betekenen voor buurten

en dorpen. Binnen dit programma wordt 3 miljoen euro ingezet om gebouwen (waaronder

bijvoorbeeld cultureel erfgoed, beeldbepalende gebouwen) een nieuw leven te geven,

afgestemd op de wensen van de inwoners op het gebied van onderwijs, zorg, sport en

andere voorzieningen.

2b: transitiefonds particuliere woningvoorraad

Daarnaast is 2 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van de particuliere woningvoorraad:

koopwoningen die verbeterd dan wel gesloopt moeten worden. Hier is de afgelopen tijd al

de nodige ervaring mee opgedaan (zie www.groningsgereedschap.nl): plannen, experimenten

en methodieken zijn succesvol uitgevoerd. Het is nu tijd om op nog meer plekken het proces

op gang te brengen.

Voor aardbevingsgemeenten is er 0,5 miljoen beschikbaar.

- Onderdeel 3: de bewonersinitiatieven.

Onze inwoners hebben zelf allerlei ideeën om hun omgeving leefbaar te maken en te houden.

Mensen kunnen met de steun van de provincie in de rug zelf het heft in handen nemen. Voor de

ondersteuning van deze initiatieven is 2 miljoen euro beschikbaar.

- Onderdeel 4: zorggerichte aanpak

Het Groninger zorglandschap is in verandering. De leefbaarheid van de provincie staat daardoor

onder druk. De rol -en reikwijdte- van de provincie binnen het thema zorg is beperkt gezien het

ontbreken van wettelijke taken op het vlak van zorg. De leefbaarheid in de provincie is echter wel

een speerpunt van de provincie; de mate waarin het zorglandschap is geregeld, bepaalt immers

voor een groot deel de leefbaarheid in de provincie, zeker ook in het licht van de toenemende

vergrijzing in Groningen. Daarom investeert de provincie in de zorg van Groningen. De beschikbare

midelen worden verdeeld over twee subsidieonderdelen:

Onderdeel 4a zorgvoorzieningen en regionale zorgprojecten.

Dit onderdeel heeft tot doel om zorgontwikkelingen te faciliteren die een uitstralingseffect

hebben op een regionale schaal. Zo worden bijvoorbeeld de regionale projecten en

programma's van zorgpartijen en partners uit de regio mede mogelijk gemaakt. Ook de

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20193

Page 4: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

overname van zorgvastgoed en -voorzieningen door bewoners(coöperaties) of het opzetten

van een gezondheidscentrum kan hiermee worden gefinancierd. Hiermee faciliteren we

zowel de transitie naar een duurzaam zorglandschap als het toekomstbestendig maken van

fysieke zorgvoorzieningen.

Onderdeel 4b Bewonersinitiatieven Zorg.

Dit onderdeel heeft tot doel om kleinschalige bewonersinitiatieven te faciliteren die de zorg

en zorginfrastructuur in Groningen verbeteren en inwoners beter in staat stellen de zorg

voor elkaar goed op te pakken. Het kan hierbij gaan om fysieke investeringen, bijvoorbeeld

in materialen, maar ook kan het ingezet worden om advies- en proceskosten te betalen. Met

de regeling worden kleinschalige, lokale initiatieven op het gebied van zorg gestimuleerd

en ondersteund. Hiermee wordt bereikt dat de zorg aan blijft sluiten bij de vraag van de

toekomst.

De vier onderdelen worden in het vervolg van dit Uitvoeringsprogramma nader uitgewerkt.

1.6 De fondsen: het aanjaag-geldVoor een aantal specifieke onderwerpen heeft de provincie ook extra geld beschikbaar in de vorm van

leningen (in totaal 25 miljoen euro). Deze leningen moeten worden terugbetaald, maar hebben wel

aantrekkelijke voorwaarden. Daardoor fungeren ze als ‘aanjaag-geld’. Initiatieven die bijvoorbeeld via

een bank geen lening kunnen krijgen, kunnen dat bij deze fondsen wel:

- het accommodatiefonds, met een omvang van 10 miljoen euro. Bestemd voor verbetering van

sportvoorzieningen en dorpshuizen;

- het maatschappelijk investeringsfonds, 15 miljoen euro groot. Dit ondersteunt lokale initiatieven

op het gebied van duurzame energie en zorg.

Deze fondsen worden nader uitwerkt en gaan in het najaar van start.

1.7 Raakvlakken met provinciale beleidsterreinenDe manier waarop het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid is ontwikkeld, heeft ook veel te maken met

wat anderen doen en wat de provincie nu al doet op dit gebied. Het Uitvoeringsprogramma is aanvullend

en richt zich op een aantal terreinen die tot nu toe niet of minder specifiek aan de orde kwamen of waar

zich nieuwe problemen voordoen. Daarom is het ook goed om te weten wat er allemaal al gebeurt in

de provincie, zowel binnen de opgave leefbaarheid als binnen andere beleidsvelden:

- Sociaal beleid. Hierin investeert de provincie bij benadering 2 miljoen euro tussen 2016 en 2019.

Aandachtsgebieden zijn zorg, asielzoekers en armoede. Ook al heeft de provincie niet veel wettelijke

taken meer op sociaal gebied, ook hier willen we een bijdrage leveren. Dit in samenwerking met

en in aanvulling op het vele dat gemeenten al doen op dit terrein. In Groningen kijken we naar

elkaar om.

- Krimpbeleid. De bevolking in Groningen neemt af in omvang en verandert van samenstelling

(minder jongeren, meer ouderen). Dat heeft gevolgen op allerlei terreinen. De provincie voert hier

al sinds 2010 actief beleid op. Via de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden wordt tussen 2010 en

2020 30 miljoen euro geïnvesteerd in projecten op het gebied van wonen, onderwijs, zorg,

sociaaleconomische vitaliteit, kwetsbare groepen en voorzieningen. Daarnaast is specifiek geld

beschikbaar voor SW-bedrijven in Oost-Groningen (waaronder rijksmiddelen) en voor

Delfzijl/Winschoten/De Marne (werk, energie en leefbaarheid, 30 miljoen euro – vooral voor

ingrepen in gebouwen).

- Aardbevingen. Voor de negatieve consequenties van de gaswinning en de aardbevingen is door

de Dialoogtafel/Nationaal Coördinator Groningen een apart programma opgesteld voor de

aardbevingsgebieden (Meerjarenprogramma NCG ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen’).

Het Loket Leefbaarheid voor burgerinitiatieven is daarin een van de drie onderdelen, naast

herstructurering en vijf regionale programma’s.

- LEADER. Dit is een Europees subsidieprogramma, bedoeld om economie en leefbaarheid op het

platteland te versterken. Tussen 2014 en 2020 zet de EU hier in Groningen 3,5 miljoen euro voor

in. Provincie en gemeenten dragen beide dat bedrag ook bij. Besloten is om alle middelen te

investeren in Oost-Groningen, omdat de problematiek hier groot is.

- Energietransitie. Dit college heeft een hoge ambitie voor het versnellen van de energietransitie.

Een ambitie die past bij de energieregio, bij de noodzaak voor de transitie en de kansen die wij

voor Groningen hierin zien. Concreet een vertaling op de korte en lange termijn van onze duurzame

energievoorziening. Daarnaast verbinden wij ons aan de nationale doelstelling van 1,5%

energiebesparing per jaar. De provincie streeft een aanvullende doelstelling na, die inhoudt dat

wij inzetten op energieneutraliteit in 2035 voor zaken waar wij direct invloed op hebben. Vanuit

ons Uitvoeringsprogramma kan daar, waar mogelijk, een bijdrage aan geleverd worden.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20194

Page 5: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

- Cultuur, sport en toerisme. Juist voor de vulling van de gebouwen die vanuit leefbaarheid worden

herbestemd/(ver)bouwd zijn cultuur, sport en toerisme van belang.

Wanneer het erfgoed beschadigd raakt, of erger nog, verdwijnt, zal dit een grote weerslag hebben

op de leefbaarheid in het gebied, dus ook op het landschap en de ruimtelijke kwaliteit. Behoud,

herstel en, indien noodzakelijk, herbestemming van het Groninger erfgoed is dan ook noodzakelijk

om de leefbaarheid, de ruimtelijke en sociale structuren van de provincie Groningen te behouden

en te versterken.

Binnen ons Uitvoeringsprogramma kan een combinatie gemaakt worden met enerzijds het nieuwe

cultuurbudget (vanaf 2017) en anderzijds onderdeel 2a locatiegerichte aanpak ten behoeve van

aard- en nagelvaste investeringen in cultuurpanden.

Ook bewonersinitiatieven kunnen zowel uit onderdeel 3 bewonersinitiatieven vanuit het

Leefbaarheidsprogramma als uit het Cultuurprogramma worden ondersteund.

Ook sportverenigingen (en dus vrijwilligers) en –gebouwen hebben een functie als het gaat om

de leefbaarheid in een dorp. In onderdeel 2a locatiegerichte aanpak gaat het dan ook over het

combineren van voorzieningen, waaronder sportvoorzieningen. Hier zit bovendien ook een link

naar het accommodatiefonds.

Ook toerisme draagt bij aan de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in het landelijk gebied.

Wij zien hier goede mogelijkheden binnen onderdeel 3 bewonersinitiatieven.

- Mobiliteit en bereikbaarheid. Het provinciaal beleid richt zich op vlot, veilig en duurzaam

verplaatsen van mensen en goederen van de ene naar de andere plek. Een goede bereikbaarheid

van steden en dorpen is van belang voor de leefbaarheid en verdere ontwikkeling van onze

provincie. Uit de Meldweek is ons ook gebleken dat dit thema onder de inwoners erg leeft. Waar

mogelijk kan een slimme koppeling met het Uitvoeringsprogramma gemaakt worden.

- Economie en werkgelegenheid. Deze opgave verlangt een sector overstijgende benadering en

is alleen succesvol als proactief de samenwerking met de partners in het gebied wordt gezocht

en tot stand komt. Hierin zit een raakvlak met leefbaarheid en in het Uitvoeringsprogramma maken

we waar mogelijk slimme koppelingen.

Kortom: het motto van de provincie is en blijft: afstemming en samenwerking daar waar programma’s

elkaar raken, versterken en aanvullen.

1.8 De aanpak: hoe nu verder?De 59,6 miljoen euro die de provincie Groningen ter beschikking stelt in de komende jaren moet

zorgvuldig verdeeld worden. Met zo min mogelijk regels, criteria en drempels – maar ook wel zo dat

voor iedereen duidelijk is waarom bepaalde projecten wel geld krijgen en andere niet (of minder). Voor

de selectie van de projecten heeft de provincie Groningen criteria opgesteld, die eveneens in het vervolg

aan bod komen. Aanvragen die binnenkomen voor subsidies en/of leningen worden daaraan getoetst.

Daarnaast werkt de provincie met haar Algemene subsidieverordening, die ook voor het

Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid van toepassing is. Het team van het Uitvoeringsprogramma staat

aanvragers graag te woord en helpt bij het zo goed mogelijk indienen van hun verzoek.

1.9 Leeswijzer: de opbouw van het UitvoeringsprogrammaDit Uitvoeringsprogramma bestaat uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk twee behandelen we de

verschillende regelingen. Daarbij wordt onder meer aangegeven voor wie de regelingen bedoeld zijn

en welke criteria hiervoor gelden. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 beschreven hoe de resultaten van

het programma worden bijgehouden (monitoring en evaluatie). We sluiten af met enkele opmerkingen

over de communicatie (hoofdstuk 4).

Hoofdstuk 2

De onderdelen van het programma

In dit hoofdstuk beschrijven we de onderdelen van het programma, die hierna zijn vertaald in een aantal

regelingen: de subsidieregeling voor de gebieds- en locatiegerichte aanpak, het transitiefonds voor de

particuliere woningvoorraad en de subsidieregeling voor bewonersinitiatieven. In totaal is hiervoor

34,6 miljoen euro beschikbaar, waarbinnen ook 1.587.000 euro miljoen aan uitvoeringskosten is

opgenomen. In dit programma is een aantal, reeds gecommitteerde, projecten ondergebracht dat vanuit

onder andere het programma ISV wordt uitgevoerd. Deze projecten vallen programmatisch onder de

gebiedsgerichte en locatiegerichte aanpak.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20195

Page 6: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

Onderdeel 1 Gebiedsgerichte aanpak

Doel van de regeling

Voor de leefbaarheid is het van groot belang dat mensen elkaar ontmoeten, dat zij samen dingen kunnen

doen. Niet alleen de activiteiten zelf, maar ook de plekken waar deze plaatsvinden zijn essentieel.

Leegstaande, verpauperde panden en een slecht ingerichte openbare ruimte hebben een sterk negatieve

invloed op de leefbaarheid. Wij zien een terugloop van voorzieningen en stimuleren dan ook een

clustering van dat wat blijft in robuuste centra. Het gaat daarbij steeds om opgaven, met een aanmerkelijk

publiek belang. De leefbaarheid wordt hier verbeterd door een ruimtelijke ingreep te doen, zoals het

herinrichten, slopen, (duurzaam) verbouwen, samenvoegen of (duurzaam) nieuw bouwen. Met de

gebiedsaanpak willen wij deze opgaven ondersteunen.

Verwacht resultaat

De gebiedsaanpak van in dorpen, steden en wijken gelegen locaties met een slechte ruimtelijke kwaliteit

moet een bijdrage leveren aan het realiseren van toekomstbestendige kernen en wijken.

Maximale bijdrage

Een initiatief kan bestaan uit meerdere projecten binnen één programma. De maximale bijdrage vanuit

deze regeling is het afgesproken trekkingsrecht voor de deelnemende gemeenten.

Aanvragers

Uitgangspunt is dat subsidieaanvragen door éen van de volgende gemeenten worden ingediend:

Gemeente Appingedam, gemeente Delfzijl, gemeente Hogeland, gemeente Groningen, gemeente

Loppersum, gemeente Midden-Groningen, gemeente Oldambt.

Datum van aanvragen

Aanvragen kunnen worden ingediend tot 1 oktober 2019. Er vinden drie beoordelingsrondes plaats.

Ronde 1 sluit op 1 april 2019, ronde 2 sluit op 15 juni 2019 en ronde 3 sluit op 1 oktober 2019.

Wijze van aanvragen

Aanvragen kunnen digitaal worden ingediend.

Subsidie plafond

Het plafond is vastgesteld middels een trekkingsrecht per gemeente en als volgt verdeeld voor het

tijdvak vanaf de dag na publicatie in het Provinciaal Blad tot en met 31 december 2019:

Gemeente Appingedam: € 1.464.288,-

Gemeente Delfzijl: € 1.573.846,-

Gemeente Groningen: € 1.529.468,-

Gemeente Hogeland: € 810.681,-

Gemeente Loppersum: € 1.271.887,-

Gemeente Midden-Groningen: € 1.093.222,-

Gemeente Oldambt: € 331.608,-

Projecten/programma’s moeten aan de volgende criteria voldoen:

1. Het project/programma is toekomst- en/of regiobestendig.

2. Het project/programma houdt rekening met de opgaven die het gevolg zijn van de veranderende

samenstelling van de bevolking in een bepaald gebied (toekomstgericht).

3. De aanpak biedt een oplossing voor een leefbaarheidsprobleem.

4. Meerdere partijen werken samen in het project/programma.

5. Het project/programma wordt gedragen door de betrokken partijen.

6. Het project/programma betreft de uitvoering, het aanpakken van een opgave of gebied in een

stad, dorp of wijk, waarmee ook op lange termijn een sterke bijdrage wordt geleverd aan de

leefbaarheid.

7. Het project/programma is gericht op duurzame gebiedsontwikkeling.

8. De financiering van het project is bij verlening van de subsidie sluitend of is dit op korte termijn.

Weigeringsgronden subsidie

De subsidie wordt geweigerd als:

- de aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde criteria.

- de aanvraag betrekking heeft op vergoeding van exploitatie- en kapitaalslasten.

- de aanvraag betrekking heeft op een project dat reeds in uitvoering is genomen.

- het plafond van het trekkingsrecht van de indienende gemeente is bereikt.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20196

Page 7: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

- de aanvraag niet in overeenstemming is met Europese staatssteunregels omdat:

de subsidie, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een steunmaatregel vormt in de zin

van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

a.

b. ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend

op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en

onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Besluitvorming

1. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de criteria door een ambtelijke adviesgroep,

bestaande uit een onafhankelijk voorzitter en ambtelijke vertegenwoordiging van de

aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen. De ambtelijke adviesgroep geeft een advies

aan de stuurgroep.

2. De aanvragen worden door een stuurgroep, bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van

de aardbevingsgemeenten en een Gedeputeerde, beoordeeld. Deze stuurgroep geeft zwaarwegend

advies aan Gedeputeerde Staten.

Verantwoording

1. De subsidie wordt financieel verantwoord via SiSa.

2. Indien bij de SiSa verantwoording blijkt dat er onverhoopt vrijval ontstaat dan wordt voor dit

eventuele restant een overboekingsvoorstel gedaan omdat het hier gaat om middelen die aan de

regio beschikbaar zijn gesteld en ook voor de regio beschikbaar moeten blijven.

Onderdeel 2 Locatiegerichte aanpak

2a Voorzieningen op peilDoel van de regeling

Het doel van de locatiegerichte aanpak is om op integrale wijze een bijdrage te leveren aan het in stand

houden en verbeteren van het voorzieningenniveau in onze provincie. Daar waar voorzieningen

ontbreken, dreigen te verschralen of te verdwijnen willen wij initiatieven ondersteunen die meerdere

voorzieningen en functies (onder één dak) weten te combineren. Ook een enkelvoudige invulling van

een pand is mogelijk als die de sociale structuur van het dorp kan versterken.

De provincie Groningen heeft te maken met bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing. Minder

inwoners, minder jongeren en veel meer ouderen is een ontwikkeling die negatieve gevolgen heeft

voor het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in onze provincie. Zonder ingrijpen nemen de

mogelijkheden om te participeren in de samenleving af. Wij investeren daarom in de vitaliteit en

leefbaarheid in buurten, wijken, dorpen en kernen in onze provincie. Met de locatiegerichte aanpak

willen we belangrijke voorzieningen in de krimpgebieden en daarbuiten versterken en behouden.

Voorzieningen en functies combineren of het faciliteren van samenwerkingsverbanden (onder één dak)

- waar mogelijk en wenselijk - is voor ons hierbij het uitgangspunt.

Door functies onder te brengen in één gebouw wordt efficiënt gebruik gemaakt van (schaarse) ruimte

en middelen. In combinatie met duurzaam bouwen, waarin geïnvesteerd wordt in energiebesparing

en lokale duurzame opwekking (zoals bijvoorbeeld postcoderoosprojecten ), kan dit een reden zijn dat

voorzieningen in stand blijven, of dat er zelfs nieuwe voorzieningen bijkomen. Bovendien zien wij hier

goede mogelijkheden voor duurzaam hergebruik van ons cultureel erfgoed. Dit kan zowel gaan om

monumenten als beeldbepalende panden. Waar deze combinaties gemaakt kunnen worden past dat

goed in ons beleid en een integrale aanpak van de verschillende vraagstukken. Tevens vinden wij het

van belang dat er niet alleen gekeken wordt naar het fysieke gebouw, maar ook naar een zo breed

mogelijk gebruik ervan.

Met de locatiegerichte aanpak leveren wij tevens een bijdrage aan de vitaliteit in buurten en wijken.

Het waarborgen van ontmoeting, gezelligheid en sociale cohesie is voor jong en oud in de provincie

Groningen een belangrijk punt voor de toekomst. Door te schuiven met functies en voorzieningen en

de panden te behouden die volgens de inwoners waardevol zijn, wordt niet alleen de ruimtelijke kwaliteit

gewaarborgd, maar wordt tevens een toekomstbestendige situatie gecreëerd. Denk aan het combineren

van voorzieningen zoals wonen, welzijn, zorg, cultuur, recreatie, onderwijs en sport.

Ook commerciële functies zoals 'zakelijke dienstverlening' kleine MKB/bedrijvigheid en Retail tellen

mee voor de toekenning van een financiële bijdrage, mits deze functie een aantoonbare (financiële)

bijdrage levert aan de instandhouding van de publieke functies van de voorziening waarvan het onderdeel

uitmaakt.

Verwacht resultaat

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20197

Page 8: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

De locatiegerichte aanpak draagt bij aan de leefbaarheid in buurten, wijken, dorpen en kernen door de

verschraling van het voorzieningenniveau op te vangen en de ruimtelijke kwaliteit en de sociale cohesie

te bevorderen. Dit wordt gestimuleerd door de bundeling van voorzieningen met verschillende functies

en de duurzame herbestemming van maatschappelijk en cultureel erfgoed.

Beschikbaar bedrag en looptijd

Voorlopig is € 3 miljoen beschikbaar voor de periode 2016 tot en met 31 december 2019. Na een jaar

gaan we herijken op basis van de aanvragen en bestedingen in de gebiedsgerichte aanpak en de

locatiegerichte aanpak.

Maximale bijdrage

De hoogte van een eenmalige subsidie voor een project dat betrekking heeft op een bouwkundige

investering c.q. voorziening bedraagt maximaal 40 %van de investering, tot een maximum van € 500.000

per project.

Subsidieplafond

Er zijn zes momenten waarop aanvragen kunnen worden ingediend, steeds voor 1 oktober en 1 april.

Per ronde is € 500.000 beschikbaar. De eerste ronde sluit op 1 oktober 2016. Gedeputeerde Staten

hebben op 5 maart 2019 besloten het plafond voor de laatste ronde, die van 1 april, te verhogen van €

500.000 naar € 1.160.000.

Wie mag aanvragen?

Rechtspersonen zonder winstoogmerk, zoals stichtingen, verenigingen en coöperaties kunnen een

aanvraag indienen. Verder kunnen ook gemeenten een subsidieaanvraag indienen.

Beoordeling

Criteria

Projecten moeten aan de volgende criteria voldoen:

1. Het project is toekomst- en/of regiobestendig. Het project houdt rekening met de opgaven die

het gevolg zijn van de veranderende samenstelling van de bevolking in een bepaald gebied

(toekomstgericht).

2. Er moet aantoonbaar draagvlak zijn vanuit de bevolking.

3. Het project heeft een aantoonbaar verdienmodel.

4. Het project draagt op langere termijn bij aan de leefbaarheid in de buurt, wijk, dorp of kern waarin

het wordt gerealiseerd.

5. Voordat met de uitvoering van het project begonnen wordt dient er voor een kalenderjaar een

samenwerkingsovereenkomst of convenant tussen de gebruikersgroepen te zijn gesloten over

het beheer, de planning van activiteiten en het gebruik van ruimtes.

6. De financiering van het project is na verlening van de subsidie sluitend of is dit op korte termijn.

Ranking

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

1. De mate waarin sprake is van (dreiging van) een ernstige situatie van leegstand en/of verpaupering

van een gebied, met een negatieve doorwerking op het betreffende dorp/de betreffende wijk/stad.

2. De mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor het leefbaarheidsprobleem.

3. De mate waarin het project bijdraagt aan een toekomstbestendig voorzieningenniveau. Hierbij

wordt ook gelet op de mate waarin sprake is van maatregelen op het gebied van energiebesparing

en -opwekking, duurzame materialen, hergebruik van materialen van de te slopen gebouwen en

hergebruik van cultureel erfgoed.

4. De mate waarin meerdere partijen samenwerken in het project.

5. De mate waarin (meerdere) partijen het project/programma voorzien van cofinanciering.

Wanneer past een aanvraag niet:

Subsidies zullen worden geweigerd als:

• De aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde criteria.

• De aanvraag betrekking heeft op vergoeding van exploitatie- en kapitaalslasten.

• De aanvraag betrekking heeft op regulier onderhoud van accommodaties.

• De aanvraag betrekking heeft op een project dat reeds in uitvoering is genomen.

• Het subsidieplafond is bereikt.

• De aanvraag is niet in overeenstemming met Europese staatssteunregels omdat:

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20198

Page 9: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

a. de subsidie, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een steunmaatregel vormt in de

zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

b. ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend

op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en

onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Besluitvorming

De aanvragen worden door een provinciale ambtelijke commissie beoordeeld. Deze adviescommissie

wordt zo breed mogelijk samengesteld. Op basis van de adviezen van deze commissie neemt het College

van Gedeputeerde Staten haar besluiten.

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is

gesteld op www.provinciegroningen.nl. Voorafgaande aan indiening is overleg met de provincie

wenselijk.

2b Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad

Doel van de regeling

Doel van de regeling is het bevorderen van een duurzame en toekomstbestendige woningvoorraad.

Door de uitgevoerde ingrepen in de particuliere woningvoorraad worden problemen van leegstand en

verpaupering opgelost en wordt waarde toegevoegd aan een gebied. Het kan naast woningen gaan

om winkel- en bedrijfspanden (in lintbebouwing); het gaat dan om panden waarin de woon-, winkel-

of bedrijfsfunctie gecombineerd is en maatschappelijk vastgoed en/of panden met een cultuurhistorische

betekenis.

De regeling bestaat uit twee kamers:

1. Subsidieregeling voor cofinanciering van sloop/onttrekking van woningen.

2. Revolverend fonds voor verstrekking van leningen voor woningverbetering.

Beschikbaar bedrag en looptijd

In totaal is van 7 juli 2016 tot en met 31 december 2019 vanuit het leefbaarheidsprogramma voor het

transitiefonds € 2 miljoen euro beschikbaar, waarbij voorlopig wordt uitgegaan van een bedrag van €

1 miljoen voor het subsidiedeel en € 980.000 euro voor het verstrekken van leningen. Per

subsidieaanvraag (kamer 1) is maximaal € 100.000 beschikbaar. Per lening (kamer 2) is een maximaal

bedrag van € 25.000 beschikbaar. Het minimale leningsbedrag is € 2.500. De bijdrage van de provincie

wordt gezien als de start van het fonds. Er vindt gedurende de looptijd overleg plaats over aanvullende

financiering van andere partners en verbreding van het fonds. Na één jaar wordt geëvalueerd.

Subsidieplafond

Aanvragen voor het subsidiedeel kunnen tweemaal per jaar worden ingediend: voor 1 april en voor 1

oktober (tot uitputting van de beschikbare middelen van € 1 miljoen euro). Aanvragen voor het

revolverende fonds kunnen doorlopend worden ingediend en beoordeeld (tot uitputting van de

beschikbare middelen van € 980.000 euro).

Deelname gemeenten

Gemeenten worden door de provincie uitgenodigd deel te nemen aan de regeling en geven aan voor

welk bedrag en welke periode zij met cofinanciering bijdragen aan de regeling. Alle gemeenten van de

provincie kunnen gebruik maken van het leer- en kennisprogramma Particuliere Woningvoorraad van

de provincie Groningen.

Algemene criteria

Om gebruik te kunnen maken van de subsidieregeling (kamer 1) en/of het revolverende fonds particuliere

woningverbetering (kamer 2) gelden de volgende criteria:

• het project past binnen de woonvisie van de gemeente en (indien aanwezig) het regionale Woon-

en Leefbaarheidsplan;

• de eigena(a)r(en) is/zijn betrokken bij het projectplan en ondersteunt/en de aanvraag;

• de financiële toets van de eigena(a)r(en) toont de noodzaak tot ingrijpen van buitenaf;

• de staat van het pand maakt duidelijk dat verbeteren of sloop nodig is; indien van toepassing

worden meerdere sprongen in het energielabel gemaakt;

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 20199

Page 10: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

• aanschrijven en handhavingsbeleid werkt en is hier toegepast (er is minimaal afgewogen in

hoeverre aanschrijven en handhaven effectief is);

• een subsidieaanvraag of investeringsvoorstel geeft inzicht in het project, de financiële dekking

van ingrepen en het ontbrekende budget en geeft aan welk deel met subsidie en/of welk deel met

een lening gedekt kan worden;

• er wordt gebruik gemaakt van reeds ontwikkelde instrumenten voor de aanpak van de particuliere

woningvoorraad (onder andere beschreven in het Gronings Gereedschap[1]);

• om voor subsidie (kamer 1: maximaal € 100.000) of een lening (kamer 2: minimaal € 2.500 en

maximaal € 25.000) in aanmerking te komen is deelname van de betreffende gemeente aan de

regeling en 50% cofinanciering van de gemeente vereist; deze cofinanciering kan ook door de

gemeente vanuit andere bronnen worden bijeengebracht;

• gemeenten kunnen aanvullende voorwaarden stellen aan de bij de aanvraag betrokken partijen;

• de aanvraag is in overeenstemming/niet in strijd met Europese staatssteunregels

a. de subsidie vormt, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, geen steunmaatregel in de

zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

b. Ten aanzien van de subsidieaanvrager bestaat geen uitstaand bevel tot terugvordering

volgend op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun

onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Om strijd met staatssteunregelgeving te voorkomen, kunnen de in het Uitvoeringsprogramma

Leefbaarheid genoemde bedragen en percentages worden aangepast.

[1] Provincie Groningen, Gronings Gereedschap, Experimentenjaar 2014. Particuliere Woningvoorraad

in Groningse krimpregio's. www.groningsgereedschap.nl

Kamer 1: Subsidieregeling sloop en woningonttrekking particuliere woningvoorraad

Aanvragers: gemeente of bewonersorganisatie in de vorm van een rechtspersoon, zoals een

stichting/vereniging, die één of meerdere woningen wil slopen of op andere wijze aan de voorraad wil

onttrekken.

Rankingcriteria subsidieregeling

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

• de mate waarin sprake is van (dreiging van) een ernstige situatie van leegstand en/of verpaupering

van een gebied, met een negatieve doorwerking op het betreffende dorp/de betreffende wijk/stad;

• de mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor de achteruitgang van leefbaarheid.

Werkwijze besluitvorming

1. De aanvraag wordt ingediend bij het College van Gedeputeerde Staten en bevat een kostenraming

op basis van offertes van een of meerdere aannemers en/of sloopbedrijven of op basis van de

standaardsystematiek kostenramingen.

2. Een adviesteam toetst alle aanvragen aan de hand van de criteria van deze regeling en brengt

advies uit aan het beslisteam. Het adviesteam bestaat uit drie deskundigen (aandachtsgebieden

financiën, woningmarkt, krimp) en een voorzitter zonder stemrecht.

Het adviesteam en aanvragers kunnen de hulp inroepen van de Coalitie Particuliere

Woningvoorraad[2] . Het adviesteam kan bewonersorganisaties ondersteuning bieden of adviseren

bij een afwijzing van een project- of startaanvraag.

3. Een beslisteam, waarin de gedeputeerde leefbaarheid zitting heeft en alle aan de regeling

bijdragende leden (kunnen) zijn vertegenwoordigd, besluit op basis van de adviezen of de

aanvragen voor honorering/weigering worden voorgedragen aan Gedeputeerde Staten.

4. Gedeputeerde Staten geven de beschikking (of weigering) af voor de provinciale bijdrage aan

de gemeente/aanvrager onder voorwaarde van (gemeentelijke) cofinanciering. Op een provinciale

subsidiebeschikking is de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 van toepassing

evenals de Beleidsregel Rijkssubsidiekader.

5. De subsidieontvanger dient de inhoudelijke en financiële verantwoording) over de uitgevoerde

werkzaamheden in bij Gedeputeerde Staten, overeenkomstig de gestelde voorwaarden in de

beschikking (op basis van de geldende Kaderverordening subsidies en de Beleidsregel

Rijkssubsidiekader). Na materiële controle door de provincie betaalt de provincie de subsidie uit.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201910

Page 11: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

Indien de uitgevoerde werkzaamheden geheel of gedeeltelijk afwijken van het ingediende plan

kan dit aanleiding zijn om de hoogte van de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk te herzien.

[2] Coalitie Particuliere Woningvoorraad in opbouw: NVM, Bouwend Nederland Noord, Rabobanken,

Groningse woningcorporaties, BNG, Kadaster, SVn, ministeries van BZK en I&M, stuurgroepen RWLP's,

provincie.

Kamer 2: Revolverend fonds particuliere woningverbetering: voor verbetering, verduurzaming en

levensloopbestendig maken van particuliere woningen en voor financiële hulpmiddelen zoals restschuld

en maatwerkoplossingen (voor schrijnende gevallen).

Aanvragers: eigenaren koopwoningen (al dan niet georganiseerd in een vereniging/stichting).

Werkwijze besluitvorming

1. De eigenaar die zijn woning wil aanpassen/verbeteren met behulp van een SVn-lening vergewist

zich van de instemming en cofinanciering van de (aan de regeling deelnemende) gemeente.

2. Daarop dient de eigenaar een compleet SVn-aanvraagformulier in bij het College van Gedeputeerde

Staten op basis van een kostenraming voorzien van offertes van een aannemer en/of installateur

of andere uitvoerder.

3. Een adviesteam toetst de aanvraag aan de hand van de criteria van deze regeling (voor particuliere

woningverbetering) en brengt advies uit aan het beslisteam. Het adviesteam bestaat uit drie

deskundigen (aandachtsgebieden financiën, woningmarkt, krimp) en een voorzitter zonder

stemrecht. Het adviesteam en aanvragers kunnen de hulp inroepen van de Coalitie Particuliere

Woningvoorraad.

4. Een beslisteam, waarin de gedeputeerde leefbaarheid zitting heeft en alle aan de regeling

bijdragende leden (kunnen) zijn vertegenwoordigd, neemt een besluit over het advies over de

aanvraag en draagt vervolgens een advies voor aan Gedeputeerde Staten.

5. Gedeputeerde Staten geven een beschikking af inzake toewijzing (of afwijzing) van de lening,

onder voorwaarde van cofinanciering van de gemeente en onder voorwaarde dat een

leningovereenkomst met SVn wordt gesloten. SVn ontvangt een kopie van de beschikking.

De financiële toets wordt gedaan door SVn. Als de toets leidt tot een positieve kredietbeoordeling,

brengt SVn een offerte uit. SVn verstrekt op basis van deze offerte een consumptieve of

hypothecaire lening, waarvan de kosten worden verdeeld tussen de rekeningen van de provincie

en de desbetreffende gemeenten.

6. Na acceptatie van de offerte door de aanvrager wordt de lening gestort in een bouwdepot. SVn

verstrekt en beheert een toegewezen lening.

7. Voorwaarden SVn Op stimuleringsleningen zijn de algemeen geldende bepalingen van SVn voor

geldleningen van toepassing: "Algemene bepalingen voor geldleningen", de "Productspecificaties

(Gemeentelijke) Stimuleringslening", "Procedures Stimuleringslening", "Uitvoeringsregels

(Gemeentelijke) Stimuleringslening", "Productspecificaties Bouwkrediet" en "Toelichting op een

Stimuleringsregeling", zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende

SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen provincie

Groningen en SVn dan wel door SVn worden uitgereikt aan de aanvrager voor het sluiten van de

overeenkomst van geldlening.

8. Kenmerken stimuleringslening

• Het bedrag van de lening is in overeenstemming met het bedrag dat door de provincie en

gemeente is geaccordeerd.

• De hoofdsom van de stimuleringslening bedraagt niet minder dan € 2.500 en niet meer dan

€ 25.000 (inclusief BTW).

• De looptijd van de stimuleringslening bedraagt (maximaal) 15 jaar.

• Het rentepercentage wordt door SVn vastgesteld op het moment van het sluiten van de

leenovereenkomst.

• De rente staat gedurende de gehele looptijd vast.

• De lening moet worden afgelost in overeenstemming met de betreffende

productspecificaties.

• Van de lening wordt een overeenkomst opgemaakt.

9. Bouwkrediet

Een stimuleringslening komt via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen,

op basis van de toegekende werkelijke kosten.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201911

Page 12: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

10. De provincie zal na gereed melding van de werkzaamheden controleren of de werkzaamheden

conform het ingediende plan zijn uitgevoerd. Indien de uitgevoerde werkzaamheden geheel of

gedeeltelijk afwijken van het ingediende plan kan dit aanleiding zijn om de hoogte van de

toegekende lening geheel of gedeeltelijk te herzien.

11. Na gereed melding van de werkzaamheden en de laatste betaling uit de bouwdepot, wordt het

bouwkrediet in opdracht van de provincie beëindigd. De provincie stelt SVn hiervan in kennis.

Het revolverende fonds is inzetbaar aanvullend op reeds beschikbare producten en andere bestaande

regelingen voor woningverbetering, waaronder bijvoorbeeld het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF),

zodat tegelijkertijd ook het duurzaamheidsaspect mee wordt genomen (zie www.energiebespaarlening.nl).

Ingangsdatum

De regeling Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad (onderdeel 1. Subsidieregeling particuliere

woningvoorraad en onderdeel 2. Revolverend fonds particuliere woningverbetering) gaat met ingang

van 7 juli 2016 van start.

Einddatum

De einddatum van de regeling Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad is voorlopig gesteld op 31

december 2019.

Onderdeel 3 Bewonersinitiatieven

Doel van de regeling

Stimuleren en ondersteunen van kleinschalige initiatieven die de woon- en leefomgeving beter, mooier

en leuker maken. Met de regeling stimuleren en ondersteunen wij kleinschalige, lokale initiatieven op

het gebied van leefbaarheid in de breedste zin. We zijn van mening dat initiatieven die vanuit de inwoners

zelf komen, bijdragen aan de levendigheid en daarmee aan de leefbaarheid van de dorpen en wijken.

Verwacht resultaat

Met de kleinschalige initiatieven die de woon- en leefomgeving beter, mooier en leuker maken leveren

we een positieve bijdrage aan de leefbaarheid in de provincie Groningen .

Beschikbaar bedrag en looptijd

In totaal is € 2 miljoen beschikbaar voor de periode 7 juli 2016 tot en met 31 december 2019. Voor

aardbevingsgemeenten is er € 500.000,- beschikbaar.

Maximale bijdrage

De éénmalige bijdrage is maximaal € 10.000,- per project, met uitzondering van evenementen/activiteiten

en materialen (eenmalig maximaal € 1.000,-) en haalbaarheidsonderzoeken/visieontwikkeling (eenmalig

maximaal € 5.000,-). In alle gevallen moet er sprake zijn van cofinanciering. Maandelijks worden de

aanvragen beoordeeld. Op de website (www.provinciegroningen.nl) wordt een overzicht van uiterste

inleverdata gepubliceerd.

Subsidieplafond

Jaarlijks wordt een subsidieplafond gehanteerd: € 250.000 7 juli tot en met 31 december 2016 € 583.333*

1 januari tot en met 31 december 2017 € 583.333* 1 januari tot en met 31 december 2018 € 583.333* 1

januari tot en met 31 december 2019. Voor aardbevingsgemeenten is het plafond € 500.000,- voor het

tijdvak vanaf de dag na publicatie in het Provinciaal Blad tot en met 31 december 2019.

* De hoogte van de plafonds in 2017 t/m 2019 hangt af van de bestedingen in het voorgaande jaar.

Eventuele onbenutte middelen worden overgeboekt naar het krediet van het daaropvolgende jaar, waar

het plafond dan logischerwijs hoger wordt.

Wie mag aanvragen?

De regeling is bedoeld voor (groepen) inwoners van de provincie Groningen. Dit hoeft niet persé een

rechtspersoon te zijn (in de zin van een stichting of vereniging) als maar duidelijk is dat het initiatief

een redelijk aantoonbaar draagvlak heeft onder de inwoners van het dorp/de wijk. Gemeenten kunnen

géén beroep doen op de regeling, evenmin als organisaties met een winstoogmerk.

Beoordeling

1. Het project levert een positieve bijdrage aan de leefbaarheid. Uit het voorstel moet blijken dat

het project een duurzaam karakter heeft: wat is het effect op de lange termijn bijvoorbeeld voor

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201912

Page 13: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

energiebesparing/opwekking danwel voor het versterken van sociale verbanden/structuren in

dorpen/wijken.

2. Er is een redelijk aantoonbaar draagvlak onder bewoners/belanghebbenden.

3. Het project draagt bij aan versterking van de samenwerking tussen verschillende organisaties in

het dorp en/of met buurdorpen.

4. Projecten mogen niet in strijd zijn met (lokale) ruimtelijke plannen (bv woonvisie,

bestemmingsplan) en vergunningen (omgevingsverordeningen).

5. De initiatiefnemers steken zelf de handen uit de mouwen om het project te realiseren: deze

zelfwerkzaamheid is zichtbaar in het voorstel.

Let op:

• Er wordt géén bijdrage verleend in de exploitatie, voor afbetaling van schulden en regulier

onderhoud.

• Er wordt geen bijdrage verleend aan aanbodgerichte activiteiten en investeringen in particulier

bezit.

• Structurele personele kosten komen niet in aanmerking voor subsidie. Eénmalige en kortdurende

kosten die noodzakelijk zijn voor het project zijn bespreekbaar, mits dit bijdraagt aan de sociale

vitaliteit in een dorp/wijk.

• De maximale bijdrage voor materialen is 50% met een maximum van € 1.000,-.

• Restauraties aan gebouwen vallen buiten deze regeling. Projecten waarbij sprake is van groot

draagvlak en veel zelfwerkzaamheid, zijn bespreekbaar en worden tot maximaal 50% vergoed.

• Materiaalkosten bij (bouw)projecten, verduurzaming of inrichting zijn bespreekbaar en kunnen

een bijdrage ontvangen van maximaal 50% van de totale begroting tot een maximum van €

10.000,-.

• De posten onvoorzien, reis- en verblijfkosten of bijdragen aan goede doelen worden niet vergoed.

• Kosten voor vrijwilligers worden niet vergoed, maar kunnen wel worden opgevoerd als

cofinanciering.

• Evenementen en activiteiten van bewoners gericht op het bevorderen van de leefbaarheid in

eigen dorp of wijk, kunnen éénmalig een bijdrage ontvangen van maximaal 25% van de totale

begroting, tot een maximum van € 1.000,-.

• De uitvoering van een project kan meerdere jaren betreffen, maximale bijdrage is € 10.000,-.

• Het project moet binnen een jaar na de beschikkingsdatum gestart zijn.

Besluitvorming

De aanvragen worden ingediend bij de provincie Groningen. Een adviescommissie met brede kennis

over de regio's brengt eens per maand advies uit over de aanvragen.

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is

gesteld op www.provinciegroningen.nl. Fysiek, dus per post indienen blijft ook een mogelijkheid.

Onderdeel 4 Zorggerichte Aanpak

1. InleidingWat is de specifieke opgave?

Zorg is niet af te bakenen in één definitie. Als we over zorg spreken in het kader van leefbaarheid gaat

het vooral om de beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorg.

De zorg in de provincie Groningen is in beweging. Dit wordt onder meer veroorzaakt door gewijzigd

rijksbeleid (decentralisaties), krimp en demografische ontwikkelingen (toenemende vergrijzing) en

technologische ontwikkelingen. In een deel van de provincie komt hier nog het vraagstuk van de

versterking van zorgvastgoed (in verband met aardbevingen) boven op. Dit alles heeft effect op de

leefbaarheid in Groningen. De vraag is dan ook hoe we in de toekomst de zorg zodanig kunnen

organiseren, zodat de leefbaarheid van het gebied minimaal op peil blijft en verbetert.

Welke veranderingen spelen er?

Door de genoemde ontwikkelingen staat de manier waarop de zorg in Nederland is georganiseerd

onder druk. Onze provincie wordt hierdoor minder vitaal. De bereikbaarheid en de kwaliteit van de zorg

zijn van grote invloed op de ervaren leefbaarheid. Zeker nu onze inwoners ouder worden.

De zorg bevindt zich in een transitiefase. Maar van een natuurlijk proces waarin het aanbod van zorg

en de zorgbehoefte op elkaar aan sluiten is geen sprake; marktwerking en krimp gaan niet samen.

Gesprekken en bijeenkomsten die wij de afgelopen tijd met veel mensen uit de zorg (aanbieders,

gemeenten en cliënten) hebben gevoerd hebben de volgende inzichten opgeleverd:

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201913

Page 14: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

● er is sprake van een versnipperd zorglandschap, de samenwerking tussen partijen verloopt

moeizaam, er is behoefte aan 'regie';

● er is behoefte aan kennisdeling op het vlak van zorg: data en goede ideeën;

● burgerinitiatieven op het gebied van zorg hebben last van regelgeving en financieringssystematiek

en de aansluiting met de formele zorgpartijen verloopt vaak moeizaam;

● de verbinding tussen (zorg- en andere) domeinen komt, mede door regelgeving en

financieringssystematiek, moeilijk tot stand;

● anders dan op andere plekken in het land is het in de provincie Groningen moeilijker om de zorg

en zorgvoorzieningen kostendekkend te krijgen;

● door de veranderingen in de zorg komt er steeds meer druk op het 'netwerk' rondom zorgbehoefte:

de zorg die voorheen institutioneel werd georganiseerd komt steeds meer neer op de schouders

van kinderen, familie en buren. Mantelzorgers dreigen overbelast te worden. Daarnaast komen

veel mensen pas in het laatste stadium in de reguliere zorg: dit betekent relatief hoge zorgkosten.

We signaleerden hiervoor een aantal problemen. Maar er gaat ook heel veel goed. Veel inwoners weten

goed om te gaan met veranderingen. Ook zorgaanbieders, huisartsen en gemeenten anticiperen op

het veranderend zorglandschap. We zien dat er een goede beweging op gang komt. Er is veel energie

in wijken en dorpen. Maar er is op dit moment wel net iets meer ondersteuning nodig. Wij kunnen daar

als aanjager een rol in spelen.

Wedde dat ’t lukt

Wedde dat ’t lukt is een initiatief van een huisarts en het dorp Wedde om te zorgen dat mensen zo lang

mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Binnen het project worden de formele- en de informele

zorg met elkaar verbonden. Spin in het web is de dorpsondersteuner. Zij signaleert zorgvragen en weet

verbindingen te leggen tussen verschillende mensen en organisaties.

Waar willen we naar toe en hoe komen we daar?

We gaan de zorg in Groningen zo organiseren dat deze duurzaam en toekomstgericht is.

Innovatie en samenwerking bevorderen

We ondersteunen een aanpak waarbij verschillende sectoren met elkaar samenwerken (gezondheidszorg,

VVT, woningcorporaties, bewonersinitiatieven). Lef en innovatie, dat is wat we nodig hebben. We zien

hiervan in de praktijk al een paar mooie voorbeelden, een aantal zorgpartijen in de VVT (Verpleeg- en

Verzorgingshuizen en Thuiszorg) en Menzis de eerste stappen gezet met de visie 'Toekomstbestendige

ouderenzorg in Groningen', een domein overstijgend zorgplan dat, over ieders organisatieschaduw

heen, uitgaat van wat inwoners zelf nodig hebben. De provincie wil deze ontwikkeling graag verder

ondersteunen.

Ondersteuning van nieuwe initiatieven

We zien veel (zorg)aanvragen binnenkomen in het kader van het Uitvoeringsprogramma, waarbij het

bijvoorbeeld gaat om het inrichten van multifunctionele centra met een zorgtaak, om artsen en andere

specialisten die het initiatief nemen voor de ontwikkeling van gezondheidscentra of om inwoners die

een sluitend verzorgingstehuis overnemen. Stuk voor stuk prachtige initiatieven die een antwoord

bieden op het schraler wordende zorglandschap in Groningen, ze laten zien hoe het wél kan.

MFC De Nieuwe Wierde (Grijpskerk)

De stichting MFC Grijpskerk zet zich in op behoud van woon-zorgvoorziening De Wierde met de realisatie

van een Multifunctioneel Centrum en een Dorpscoöperatie in Grijpskerk. De veranderingen in de zorg

en samenleving maken het nodig om te komen tot een sterk netwerk binnen de Grijpskerker samenleving.

Het plan om het zorgcentrum en het MFC te combineren wordt gedragen door de inwoners en de

maatschappelijke organisaties. Hierdoor kan het zorgcentrum de Nieuwe Wierde worden behouden.

Door de ontwikkeling van het MFC wordt leegstand voorkomen, wordt de toekomst van de zorg in

Grijpskerk en omgeving gewaarborgd en houden veel dorpsactiviteiten in de toekomst huisvesting.

Door functies te stapelen ontstaat er een duurzame en toekomstgerichte voorziening.

Daarnaast helpen we initiatieven verder door het onderzoek dat wij verrichtten. In juni 2016 is door

Provinciale Staten motie 158 aangenomen die aandacht vraagt voor een onderzoek naar de behoeften

van informele zorginitiatieven. Doel van deze inventarisatie: in kaart brengen welke zorginitiatieven er

zijn, tegen welke knelpunten ze aanlopen en welke ondersteuningsbehoefte ze hebben. Het onderzoek

is begin 2017 opgeleverd en de uitkomsten worden inmiddels volop gebruikt om het zorgbeleid van

de provincie en andere betrokken partijen bij te stellen.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201914

Page 15: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

DörpsZörg

De inwoners van Ulrum zagen de afgelopen jaren veel voorzieningen uit het dorp verdwijnen. Ook het

verzorgingstehuis Asingahof. Hiermee verdween een oude, vertrouwde manier om oud te kunnen

worden in Ulrum. Een aantal actieve bewoners in het dorp wilde er voor zorgen dat ook in de toekomst

alle inwoners in Ulrum kunnen blijven wonen zo lang ze dat willen. Hiermee wilden ze het aloude

'noaberschap' weer opnieuw leven inblazen. De initiatiefgroep 'DörpsZörg' heeft geïnventariseerd wat

de inwoners van Ulrum nodig zouden hebben om prettig oud te worden in Ulrum. Dit heeft concrete

wensen opgeleverd zoals: een vrijwilligersnetwerk, een ontmoetingspunt, onderlinge dienstenuitruil

en het realiseren van beschermd wonen met gemeenschappelijke ruimtes en voorzieningen. Financiële

steun vanuit de provincie (Programma WEL) heeft het dorp geholpen om haar plannen te kunnen

realiseren.

Lobby naar het Rijk

De situatie in Groningen is fundamenteel anders dan in andere delen van Nederland. Dat brengen we

in Den Haag stevig onder de aandacht. Experimenteerruimte, ontschotting, het anders inrichten van

het financieren van de zorg: we pakken dit op in onze lobby richting het Rijk. Kortom: knellende

regelgeving oplossen en stimuleren over grenzen van de eigen sector heen te kijken.

Aan de slag

Zorgaanbieders en gemeenten zijn hoofdverantwoordelijk voor goede zorg. Wij gaan dat niet overnemen.

Maar de provincie kan, om die beweging mee te helpen op gang te brengen, een nog sterkere rol spelen

door:

● als bovenregionale facilitator de zorgpartijen, huisartsen, belanghebbenden en overheden in de

zorg te ondersteunen en te verbinden;

● een platform te faciliteren waarin ruimte voor innovatie is en van waaruit kennis verzameld en

verspreid wordt (verbinder in netwerk);

● de schakel te zijn tussen Rijk en gemeenten (opschalen van goede voorbeelden, lobby, -Nederland

in Balans- , verbinden);

● te signaleren en agenderen;

● concrete projecten te faciliteren om de beschikbaarheid, bereikbaarheid, innovatie en kwaliteit

van de zorg te ondersteunen.

In de komende jaren kan de provincie een bepalende rol spelen om de ontwikkeling van de zorg in een

leefbare provincie in goede banen te leiden. Wij willen hiervoor de volgende instrumenten inzetten:

1. voortzetten Zorgmonitor;

2. (tijd) investeren in netwerk van de zorg. Investeren in relaties om daardoor de provinciale rol goed

op te kunnen pakken;

3. Inzetten financiële middelen die beschikbaar gesteld zijn bij de Voorjaarsnota 2017 (€3.600.000,-)

Wat levert dat op voor onze inwoners?

- een samenhangend zorglandschap;

- kennis en kunde is gedeeld;

- waar mogelijk, is knellende regelgeving weggenomen;

- we organiseren samen met de verschillende partners de zorg zodanig dat ook op dit onderdeel

de leefbaarheid duurzaam en toekomstgericht is.

2. Voorgestelde besteding middelenHoe invulling wordt gegeven aan de besteding van de in de voorjaarsnota beschikbaar gestelde middelen.

Provinciale Staten hebben besloten om € 3.600.000,- beschikbaar te stellen voor de Zorg in Groningen.

We willen deze middelen zo optimaal mogelijk inzetten. Daarom sluiten we aan bij de vragen en

initiatieven die in onze provincie spelen, die wij steeds vaker tegenkomen in onze gesprekken en via

aanvragen in het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid. Stuk voor stuk initiatieven van inwoners en

zorgpartijen die een adequaat antwoord bieden op het schraler wordende zorglandschap in Groningen

en die de innovatie in de regio's faciliteren en aanjagen. We richten ons met de beschikbare middelen

op het mogelijk maken van deze initiatieven.

Projecten die vernieuwend zijn, een sector overschrijdend karakter hebben en een brug slaan tussen

formele en informele zorg hebben een nadrukkelijke voorkeur. Immers: willen we de leefbaarheid in

de benen houden dan moeten slimme combinaties gemaakt worden. Initiatieven die zelfstandig geen

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201915

Page 16: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

levensvatbaarheid meer hebben, maar in combinatie met iets anders wél, kunnen dan blijven

functioneren.

Bij de besteding van de middelen wordt aangesloten bij het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2016-

2020. Hiervoor ligt immers al een beproefd beoordelingssysteem en er komen ook al 'zorg' aanvragen

binnen. De criteria die worden gehanteerd in het Leefbaarheidsprogramma zijn eveneens toepasbaar

op de opgave Zorg. Het aanvullende onderdeel Zorg wordt als volgt onderverdeeld:

- 4a Zorgvoorzieningen en regionale Zorgprojecten € 3.138.000,-

- 4b Bewonersinitiatieven Zorg € 300.000,-

- Uitvoeringskosten € 162.000,-

4a Zorgvoorzieningen en regionale zorgprojecten

Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel om ontwikkelingen op het vlak van de transitie van de zorg die een

uitstralingseffect hebben op een regionale schaal te faciliteren. Zo worden bijvoorbeeld de regionale

projecten en programma's van zorgpartijen en partners uit de regio mede mogelijk gemaakt. Maar ook

overname van zorgvastgoed en -voorzieningen door bewoners of opzetten van een gezondheidscentrum

wordt hiermee ondersteund. Hiermee faciliteren we zowel de transitie en het proces naar een duurzaam

zorglandschap als het toekomstbestendig maken van fysieke zorgvoorzieningen.

Verwacht resultaat

De aanpak draagt bij aan de versterking en verbetering van de zorg en het zorgvoorzieningenniveau in

Groningen. Hiermee wordt de verschraling van de zorg in Groningen tegengegaan en wordt de

leefbaarheid van het gebied voor een brede groep inwoners gegarandeerd.

Effecten zijn bijvoorbeeld een bundeling van zorgvoorzieningen met verschillende functies (zoals

Klooster&Buren in Kloosterburen en Nieuwe Wierde in Grijpskerk). In alle gevallen zal er sprake zijn

van een sector overschrijdende aanpak: slimme combinaties waardoor de zorg aansluit en aan blijft

sluiten bij de behoefte van inwoners. In veel gevallen door samen met inwoners en zorgpartijen te

werken aan de implementatie van zorginnovaties.

Beschikbaar bedrag en looptijd

Er is € 3.138.000,- beschikbaar voor 2017 tot en met 31 december 2019. Het gebruik van de

subsidiemiddelen wordt geëvalueerd. Na de eerste tender wordt gekeken: hoeveel aanvragen komen

binnen en lijkt de verdeling van de middelen over de verschillende onderdelen goed te zijn? Naar

aanleiding hiervan kan gekozen worden om met middelen te schuiven.

Maximale bijdrage

Een initiatief kan bestaan uit meerdere projecten binnen één programma. De maximale bijdrage per

programma bedraagt 40% van de totale subsidiabele kosten, tot maximaal € 500.000,-. In het geval dat

dit totale bedrag wordt aangevraagd, kan ook met een hoge score besloten worden om een lager bedrag

te beschikken om daarmee meerder initiatieven mogelijk te kunnen maken. Initiatieven van kleinere

financiële omvang zijn niet minder kansrijk dan grotere initiatieven.

In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden.

Subsidieplafond

Er zijn vier momenten waarop aanvragen kunnen worden ingediend:

1 december 2017, 1 april 2018, 1 oktober 2018, 1 april 2019.

€ 1.100.000,- tender 1 december 2017

€ 800.000,- tender 1 april 2018

€ 800.000,- tender 1 oktober 2018

€ 438.000,- tender 1 april 2019

De hoogte van de plafonds in 2017 t/m 2019 hangt af van de bestedingen in het voorgaande jaar.

Eventueel onbenutte middelen worden overgeboekt naar het krediet van het daaropvolgende jaar, waar

het plafond dan logischerwijs hoger wordt.

Wie mag aanvragen?

Rechtspersonen zonder winstoogmerk of semi-commerciële partijen met een maatschappelijke

doelstelling, zoals zorginstellingen en -coöperaties kunnen een aanvraag indienen. Het kan hierbij dus

ook gaan om groepen inwoners die zichzelf hebben verenigd om de zorg te verbeteren.

Verder kunnen ook gemeenten een subsidieaanvraag indienen. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat

zoveel mogelijk andere partijen bij het betreffende project betrokken zijn.

Beoordeling

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201916

Page 17: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

Criteria

Projecten/programma's moeten aan de volgende criteria voldoen:

1. Het project/programma speelt in op de opgaven die het gevolg zijn van de veranderende

samenstelling van de bevolking en een veranderende zorgbehoefte (toekomstgericht).

2. Het project draagt op langere termijn bij aan een efficiënte zorgstructuur van het gebied. Projecten

met een bovenregionale reikwijdte hebben de voorkeur. Bij voorkeur wordt gewerkt aan een door

regionale partners ondertekende regionale opgave (regiobestendig).

3. Er moet aantoonbaar draagvlak zijn vanuit de bevolking. Het project/programma wordt gedragen

door regionale partners en de betrokken partijen. Er zijn naast de provincie tenminste twee andere

partijen die meefinancieren.

4. Het project/programma komt voort uit of wordt onderbouwd met een integrale zorgvisie.

5. De financiering van het project is na verlening van de subsidie sluitend of is dit op korte termijn

(max. binnen 1 jaar).

Ranking

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

1. De mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor de huidige en toekomstige knelpunten op

het gebied van de zorg.

2. De mate waarin het project bijdraagt aan de leefbaarheid van een gebied in het algemeen.

3. De mate waarin het project bijdraagt aan een toekomstbestendige zorgstructuur (sector-

overschrijdend).

4. De mate waarin de doelgroep betrokken is bij de opzet van het project.

5. De mate waarin meerdere partijen samenwerken in het project/programma.

6. De mate waarin samengewerkt wordt met (groepen) bewoners/ bewonersinitiatieven.

7. De mate waarin sprake is van maatregelen op het gebied van energiebesparing en -opwekking,

duurzame materialen, hergebruik van materialen van de te slopen gebouwen en hergebruik van

cultureel erfgoed (indien er sprake is van fysieke ingrepen).

Wanneer past een aanvraag niet

Subsidies worden geweigerd als:

● De aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde criteria.

● De aanvraag betrekking heeft op vergoeding van exploitatie- en kapitaalslasten.

● De aanvraag betrekking heeft op regulier onderhoud van accommodaties.

● De aanvraag betrekking heeft op een project dat reeds in uitvoering is genomen.

● Het subsidieplafond is bereikt.

● De aanvraag niet in overeenstemming is met Europese staatssteunregels omdat:

- De subsidie, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, een steunmaatregel vormt in de

zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

- Ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend

op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en

onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is

gesteld op www.provinciegroningen.nl. Voorafgaande aan indiening is overleg met de provincie

wenselijk.

4b Bewonersinitiatieven zorg

Doel van de regeling

De regeling heeft ten doel het stimuleren en ondersteunen van kleinschalige initiatieven die de zorg

en zorginfrastructuur in Groningen verbeteren en inwoners beter in staat stellen de zorg voor elkaar

goed op te pakken. Voorbeelden waaraan bijgedragen wordt zijn haalbaarheidsonderzoeken, advies-

en begeleidingskosten, inrichting van een dorpszorgpunt of aanschaf van materialen.

Met de regeling worden kleinschalige, lokale initiatieven op het gebied van zorg gestimuleerd en

ondersteund (bijvoorbeeld DörpsZörg in Ulrum, Wedde(n) dat 't lukt!). Zo blijft de zorg aansluiten bij

de vraag van de toekomst.

Verwacht resultaat

Met de kleinschalige zorginitiatieven die de woon- en leefomgeving beter, mooier en leuker maken

wordt een positieve bijdrage geleverd aan de zorg en daarmee de leefbaarheid in de provincie Groningen.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201917

Page 18: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

Beschikbaar bedrag en looptijd

In totaal is € 300.000,- beschikbaar voor de periode 1 december 2017 tot en met 31 december 2019.

Maximale bijdrage

De maximale bijdrage is € 20.000,- per project. In het geval van haalbaarheidsonderzoeken en/of advies-

en begeleidingskosten wordt niet meer dan € 10.000,- bijgedragen. Aanvragen kunnen het gehele jaar

door worden ingediend. Maandelijks worden de aanvragen beoordeeld. Op de website

(www.provinciegroningen.nl) wordt een overzicht van uiterste inleverdata gepubliceerd.

Subsidieplafond

Jaarlijks wordt een subsidieplafond gehanteerd:

€ 75.000,- 1 december tot en met 31 december 2017

€ 125.000,- 1 januari tot en met 31 december 2018

€ 100.000,- 1 januari tot en met 31 december 2019

De hoogte van de plafonds in 2017 t/m 2019 hangt af van de bestedingen in het voorgaande jaar.

Eventuele onbenutte middelen worden overgeboekt naar het krediet van het daaropvolgende jaar, waar

het plafond dan logischerwijs hoger wordt.

Wie mag aanvragen?

De regeling is bedoeld voor (groepen) inwoners van de provincie Groningen. Dit hoeft niet persé een

rechtspersoon te zijn (in de zin van een stichting of vereniging) als maar duidelijk is dat het initiatief

een redelijk aantoonbaar draagvlak heeft onder de inwoners van het dorp/de wijk.

Gemeenten kunnen géén beroep doen op de regeling, evenmin als organisaties met een winstoogmerk.

Beoordeling

Criteria

Projecten/programma's moeten aan de volgende criteria voldoen:

1 Het project levert een positieve bijdrage aan de verbetering van de informele en/of kleinschalige

zorg in Groningen. Uit het voorstel moet blijken dat het project een duurzaam karakter heeft: wat

is het effect op de lange termijn.

2. Er is een redelijk aantoonbaar draagvlak onder bewoners/belanghebbenden. Het plan is afgestemd

met gemeente en professionele zorgpartijen.

3. Het project draagt bij aan versterking van de samenwerking tussen verschillende groepen en

organisaties op het vlak van de zorg in de regio.

4. Projecten passen binnen de eventuele regionale zorgvisies en mogen niet in strijd zijn met (lokale)

ruimtelijke plannen (bv woonvisie, bestemmingsplan) en vergunningen (omgevingsverordeningen).

5. De initiatiefnemers steken zelf de handen uit de mouwen om het project te realiseren: deze

zelfwerkzaamheid is zichtbaar in het voorstel.

Wanneer past een aanvraag niet

● Er wordt géén bijdrage verleend in de exploitatie, voor afbetaling van schulden en regulier

onderhoud.

● Structurele personele kosten komen niet in aanmerking voor subsidie. Eénmalige en kortdurende

kosten noodzakelijk voor het project zijn bespreekbaar, mits dit bijdraagt aan de sociale vitaliteit

in een dorp/wijk.

● Grote restauraties aan gebouwen vallen buiten deze regeling. Kleine projecten, waarbij sprake is

van groot draagvlak en veel zelfwerkzaamheid, zijn bespreekbaar.

● De uitvoering van een project kan meerdere jaren betreffen.

● De maximale bijdrage voor materialen is 50%. Na een half jaar wordt bekeken of het vergoeden

van materialen wenselijk blijft.

Besluitvorming

De aanvragen worden door een provinciale ambtelijke commissie beoordeeld. Deze adviescommissie

wordt zo breed mogelijk samengesteld. Op basis van de adviezen van deze commissie neemt het college

van Gedeputeerde Staten haar besluiten.

Hoofdstuk 3 Monitoring en evaluatie

3.1 InleidingHet opstellen van een programma met extra investeringen in de leefbaarheid is één, het boeken van

resultaten is twee, het bijhouden daarvan is drie. In dit hoofdstuk gaan we kort op dat laatste aspect

in. Met de ‘monitoring’ en tussentijdse evaluatie kunnen we zien hoe het programma werkt en of de

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201918

Page 19: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

doelstellingen worden gehaald. Mocht dat nodig zijn, dan kan er tijdens de looptijd van het programma

nog (jaarlijks) worden bijgestuurd. Uiteraard dient de monitoring en evaluatie ook om Provinciale Staten

van de voortgang van het Uitvoeringsprogramma op de hoogte te houden.

3.2 AanpakDe monitoring gaat inzicht bieden in de mate van leefbaarheid in Groningen. De gegevens in de monitor

zullen helder maken welke leefbaarheidsvraagstukken spelen in de provincie Groningen. Waar mogelijk

worden ook gegevens op het niveau van wijken of dorpen gepresenteerd. Ieder jaar worden zoveel

mogelijk gegevens geactualiseerd. Op die manier is het mogelijk om ontwikkelingen in de leefbaarheid

te volgen in de tijd.

Leefbaarheid is een breed begrip en valt uiteen in vele facetten. We kiezen er daarom voor om niet één

totaalscore voor leefbaarheid vast te stellen, maar de volgende onderwerpen aan bod te laten komen:

• Ontwikkeling van de bevolking en prognoses.

• Lokale binding.

• Wonen en woonomgeving.

• Bereikbaarheid van voorzieningen.

• Veiligheid en veiligheidsbeleving.

• Werk en inkomen.

• Leefbaarheid in relatie tot de aardbevingen en gaswinningproblematiek.

Deze (cijfermatige) gegevens vormen gezamenlijk de veronderstelde leefbaarheid. Daarnaast brengen

we ook de ervaren leefbaarheid in beeld. Het gaat dan om hoe de inwoners van de provincie Groningen

zelf de leefbaarheid in hun dorp, buurt of gemeente ervaren.

We gaan een expertgroep instellen die gaat onderzoeken hoe de effecten van het

leefbaarheidsprogramma het beste gemeten kunnen worden. Wat we in elk geval jaarlijks zullen gaan

meten is:

• De graad van leegstand.

• Het aantal toekomstbestendige gebouwen.

• Aantallen ontplooide projecten per onderdeel.

• De ervaren waardering van de leefbaarheid.

Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de meetinstrumenten en indicatoren die reeds ontwikkeld zijn voor

de leefbaarheidsmonitor van de provincie Drenthe.

De monitoring en evaluatie maken dus standaard deel uit van ons Uitvoerings- programma. Hoe verloopt

het programma, wie worden ermee bereikt, worden de doelstellingen gerealiseerd? Om daar jaarlijks

iets zinvols over te kunnen zeggen, worden de eisen die monitoring en evaluatie stellen vanaf het begin

meegenomen. Ze worden verwerkt in de vormgeving van het programma, zodat tijdens de uitvoering

adequaat gemeten kan worden. De provincie Groningen werkt daarbij met ‘indicatoren’, waar een

bepaalde waarde aan wordt gehangen. Soms worden deze indicatoren van buitenaf aangereikt, zoals

bijvoorbeeld bij de Europese LEADER-programma’s gebeurt. Dan schrijft de subsidieverstrekker voor

wat er gemeten moet worden. In andere gevallen, wanneer de provincie bijvoorbeeld zelf programma’s

ontwikkelt, kunnen wij zelf bepalen hoe de effecten in beeld worden gebracht.

De uitkomsten van de monitoring en evaluatie worden in eerste instantie ‘intern’ door de provincie

gebruikt, voor de aansturing van het programma. Ze worden echter ook extern bekend gemaakt, om

aan onze partners te laten zien hoe het programma verloopt. Zoals in juni 2015 aan Provinciale Staten

is toegezegd wordt de Leefbaarheidsmonitor voor onze provincie uitgevoerd en worden de resultaten

hiervan via de provinciale website ontsloten.

Hoofdstuk 4 Communicatie

4.1 InleidingIn de aanloop naar de start van het programma (zomer 2016) is een communicatieplan opgesteld, met

daarin een uitwerking naar specifieke doelgroepen, middelen en acties. Dit plan is in te zien op de

website van de provincie.

4.2 DoelstellingenIn het communicatieplan wordt beschreven hoe :

- het programma (en de mogelijkheden ervan) zo goed mogelijk bekend wordt gemaakt bij mogelijke

belanghebbenden;

- initiatiefnemers zorgvuldig begeleid en geïnformeerd worden over alle aspecten van

een subsidieaanvraag;

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201919

Page 20: Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen ...decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/PDFoutput/Actueel/Groningen/... · economie en leefbaarheid op het platteland.

- de resultaten van het programma bij een breed publiek bekendgemaakt worden.

Door vanaf de start van het programma hier veel ruchtbaarheid aan te geven en successen te delen

gaat het echt leven, binnen de provincie en wellicht zelfs ook daarbuiten. We laten ermee zien hoe

leefbaarheid door de bewoners zelf wordt ingevuld, op zijn Gronings en passend bij de manier waarop

de provincie Groningen haar rol ziet in de samenleving (en deze concreet invulling geeft).

4.3 DoelgroepenNaast de doelgroepen binnen de provincie zelf (GS, PS, medewerkers) is de communicatie vooral ook

extern gericht. Belangrijke doelgroepen zijn:

- (potentiële) initiatiefnemers;

- gemeenten, lokale maatschappelijke organisaties;

- bewoners;

- pers.

4.4 Middelen en mediaDe provincie beschikt over eigen media die goed kunnen worden ingezet om ‘reclame’ voor het

programma te maken. Denk aan de provinciale website en andere sociale media. Op de website is in

ieder geval snel en gemakkelijk alle informatie te vinden voor initiatiefnemers die overwegen een

aanvraag voor subsidie en/of lening in te dienen. Daarnaast kan overwogen specifieke programma-

middelen in te zetten, zoals (digitale) nieuwsbrieven en dergelijke.

Cvdr 2019 nr. CVDR410635_5 26 maart 201920