Sectorplan Groningen
Transcript of Sectorplan Groningen
WERKAFSPRAKEN IN ZICHT
Aanvraag sectorplan SW arbeidsmarktregio
Groningen
Juli 2015
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 2
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3
1 Achtergrond ..................................................................................................................................... 4
2 De SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio ....................................................................................... 5
2.1. Acht SW-bedrijven .................................................................................................................... 5
2.2. Voorbereiding op de Participatiewet ........................................................................................ 6
2.3. De ambities ............................................................................................................................... 8
2.3. De richting ................................................................................................................................. 9
3 Doelstellingen en thema’s ............................................................................................................. 10
3.1. Ontwikkeling en plaatsing van Sw-medewerkers en nieuwe werknemers vanuit de
Participatiewet ............................................................................................................................... 10
3.2. Bevordering en ontwikkeling van expertise van medewerkers van de sociale werkbedrijven 10
3.3. Bijdrage aan transformatie/innovatie van de regionale infrastructuur.................................. 11
4 De activiteiten ................................................................................................................................ 12
4.1. Ontwikkeling en plaatsing .................................................................................................. 12
4.2. Bevordering en ontwikkeling van expertise ....................................................................... 13
4.3. Bijdrage aan transformatie/innovatie ................................................................................ 13
4.4. Samenwerking op versterking............................................................................................ 14
4.5. Oost-Groningen: Akkoord van Westerlee en sectorplan ................................................... 14
5 Financiën ........................................................................................................................................ 15
5.1. Tarieven .................................................................................................................................. 15
5.2. Kosten maatregelen en cofinanciering ................................................................................... 15
5.3. Financiering ............................................................................................................................. 16
6 Uitvoeringsorganisatie ................................................................................................................... 16
Bijlage: Maatregelen per SW-bedrijf
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 3
Inleiding Werk in Zicht is de naam van de arbeidsmarktregio Groningen. Hierin werken gemeenten, UWV,
sociale werkbedrijven en de sociale partners actiegericht samen aan duurzame arbeidsparticipatie van
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Die samenwerking heeft betrekking op de
werkgeversondersteuning, de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en de jeugdwerkloosheid. In het
regionaal Werkbedrijf “Werk in Zicht” wordt specifiek samengewerkt bij het realiseren van
afspraakbanen. Voor de Sociale Werkbedrijven in de arbeidsmarktregio ligt het daarom voor de hand
om een gezamenlijke aanvraag vanuit Werk in Zicht op te stellen.
De titel “Werkafspraken in Zicht” heeft betrekking op verschillende soorten afspraken die we de
komende periode willen realiseren.
In de eerste plaats gaat het daarbij om het creëren van afspraakbanen voor mensen met een
arbeidsbeperking. De transitie en transformatie binnen de SW-sector in de arbeidsmarktregio
Groningen staan in het teken van de brede opgave om verschillende groepen mensen met een
arbeidsbeperking aan het werk te krijgen bij reguliere bedrijven.
In de tweede plaats gaat het om afspraken tussen sociale werkbedrijven en gemeentelijke sociale
diensten. De komst van de Participatiewet brengt met zich mee dat we ondersteuning bieden aan
verschillende groepen mensen met een arbeidsbeperking: Wsw-ers, Wajongers en werkzoekenden in
de Participatiewet die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Met de integratie van
dienstverlening aan deze groepen, is in vrijwel alle gemeenten van de arbeidsmarktregio ook gekozen
voor een integratie van sociale diensten en sociale werkbedrijven. Op dit moment worden er in de
hele arbeidsmarktregio afspraken gemaakt over hoe die dienstverlening en de geïntegreerde
uitvoering eruit zien.
Dit is één plan van de arbeidsmarktregio. Het plan bestaat uit een groot aantal maatregelen van de
afzonderlijke sociale werkbedrijven. Dat komt omdat op dit moment veel van die maatregelen
betrekking hebben op de nieuwe positionering van de SW-bedrijven in de subregio’s en de
samenwerking met de sociale diensten. Daarnaast zorgen we dat we de maatregelen in de
arbeidsmarktregio zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. We reserveren een deel van de middelen om
dat te realiseren en om elkaars kennis, ervaringen en deskundigheden optimaal te kunnen benutten.
Naam plan: Werkafspraken in Zicht
Beoogde startdatum: 1 januari 2015 (voor activiteiten die op 1 juli 2015 gaande zijn)
Beoogde einddatum: 1 september 2016
Naam regio: Arbeidsmarktregio Groningen “Werk in Zicht”
Contactgegevens Centrumgemeente: Gemeente Groningen, Werk In Zicht
Mevrouw I. Schouten-Schoonbeek
[email protected]/050 3675038
Contactpersoon: Wim Ravenshorst
[email protected]/06-15663337
Vervanging tijdens vakantie (6 t/m 31 juli): Jan Nap (tot 16 juli]
[email protected]/06-53257891
Contactpersoon SW-bedrijf Jan Edzes
[email protected]/06-55101991
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 4
1 Achtergrond In de arbeidsmarktregio Groningen zijn ongeveer 300.000 banen. De regio kenmerkt zich door een
oververtegenwoordiging van de collectieve sector. Rondom de steden (Groningen en Assen) zit 40%
van de werkgelegenheid in de sectoren zorg & welzijn, openbaar bestuur en onderwijs. Dat maakt de
arbeidsmarkt minder conjunctuurgevoelig, maar ook afhankelijk van overheidsbeleid en
bezuinigingen. In Noord- en Oost-Groningen is de situatie anders. Daar overheersen sectoren als
industrie, landbouw, vervoer en logistiek. Waarbij het gezicht van de industriesector in Oost-
Groningen voor een deel wordt bepaald door de bedrijven in de sociale werkvoorziening.
In de afgelopen jaren is er sprake geweest van krimp van de werkgelegenheid, met name in de bouw,
de industrie en de zakelijke dienstverlening. Het economisch herstel zorgt op korte termijn nog niet
tot groei van de werkgelegenheid. Tegenover groei in de marktsectoren industrie, bouw en
(groot)handel staat krimp in de sectoren zorg & welzijn en openbaar bestuur.
Verder kenmerkt de arbeidsmarkt zich door:
Een afname in de vraag naar laaggeschoolden. Het aantal laaggeschoolde vacatures neemt
steeds verder af. Tegelijkertijd worden de banen die er wel zijn in de helft van de gevallen
ingevuld door hoger opgeleiden.
Een hoog aantal werkzoekenden en mensen met een arbeidsbeperking. In specifieke delen
van de provincie (Noorden en Oosten) is dat aantal extreem hoog.
Onbenut arbeidsaanbod
In de arbeidsmarktregio is er een groot aantal mensen dat een beroep doet op een uitkeringsregeling.
Zo zijn er meer dan 20.000 bijstandsgerechtigden en 18.500 WW-gerechtigden. Ook het aantal
mensen met een arbeidsbeperking is hoog. Er zijn 15.000 personen die gebruik maken van de Wajong.
Hiervan is 24% aan het werk, waarvan ongeveer de helft binnen de sociale werkvoorziening.
Dat betekent dat de concurrentie van verschillende groepen voor het verkrijgen van een baan groot is
en het detacheren van Wsw-medewerkers ook steeds meer inspanningen vraagt. Er zijn uiteraard nog
wel mogelijkheden om mensen (ook laaggeschoolden en mensen met een beperking) aan de slag te
krijgen. Het aantal vacatures neemt toe en bedrijven hebben toegezegd voor mensen met een
beperking banen te zullen creëren. We verwachten echter in toenemende mate dat het bij matching
niet meer gaat over het koppelen van een vacature aan een werkzoekende, maar over het passend
maken van werk aan mensen en omgekeerd. Dat stelt hogere eisen aan de organisaties die
ondersteuning bieden aan werkzoekenden en die bedrijven faciliteren bij hun
arbeidsmarktvraagstukken. Met dit plan willen we een bijdrage leveren van de verbetering van deze
ondersteuning voor alle werkzoekenden en bedrijven in onze arbeidsmarktregio.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 5
2 De SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio Er zijn acht SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio Groningen die werk bieden aan 7.500 Wsw-
medewerkers (circa 7000 SE1). Zij zijn daarmee een belangrijke werkgever. Dat is met name het geval
in de regio Oost-Groningen, waar 5% van de werkgelegenheid bestaat uit werk in de SW. Op dit
moment werken er 2200 Wsw-ers in de vorm van detachering of begeleid werken bij reguliere
bedrijven. In de afgelopen 2,5 jaar is dat aantal ondanks de crisis met 200 toegenomen.
Eind 2014 stonden er nog 800 personen op de wachtlijst. Het gaat daarbij om een groep mensen
waarvan de sociale werkbedrijven inschatten dat slechts een klein deel bij reguliere bedrijven aan de
slag kan (20%). Het grootste deel is naar verwachting aangewezen op beschut werk (50%) of is
vanwege verschillende omstandigheden niet tot arbeid in staat (30%).
2.1. Acht SW-bedrijven De verdeling van het aantal Wsw-ers over de verschillende Wsw-bedrijven in de arbeidsmarktregio
ziet er als volgt uit:
Tabel 1 Overzicht SW-bedrijven
SW-bedrijf Betrokken gemeenten Aantal SE’s
Ability Eemsmond, Bedum, Winsum, De Marne 418,02
Alescon-Noord2 Assen, Aa en Hunze, Tynaarlo 906,31
BWR Hoogezand-Sappemeer, Slochteren, Haren 445,14
Fivelingo Delfzijl, Appingedam, Loppersum, Ten Boer 532,84
Iederz Groningen 1195
Novatec Grootegast, Leek, Marum, Zuidhorn, Noordenveld 558,86
Synergon Oldambt, Bellingwedde, Pekela 1096,30
Wedeka Veendam, Stadskanaal, Menterwolde, Vlagtwedde, Borger-Odoorn (deels)
1820,73
Totaal Arbeidsmarktregio Groningen 6973,20
De bedrijfsmatige activiteiten van de Wsw-bedrijven betreffen in vrijwel alle gevallen de uitvoering
van werkzaamheden in de openbare ruimte (met name groenvoorziening), dienstverlening in de
schoonmaak en beschutte werkzaamheden op het gebied van assemblage en verpakken. In de
afgelopen periode zijn in toenemende mate eigen productieactiviteiten afgebouwd, waarbij alleen
vormen van beschutte arbeid nog zijn overgebleven. Daarnaast bieden de Wsw-bedrijven begeleiding
aan personen die worden gedetacheerd en aan personen die in het kader van begeleid werken aan de
slag zijn.
1 SE is standaardeenheid: het aantal FTE gecorrigeerd voor de mate van handicap. 2 Alescon is een gemeenschappelijke regeling van gemeenten die deels vallen onder de arbeidsmarktregio Groningen (Alescon-Noord) en deels onder de arbeidsmarktregio Drenthe (Alescon-Zuid). Deze aanvraag heeft alleen betrekking op Alescon-Noord. Daar waar er plannen gelijk zijn aan die van Alescon-Zuid zijn de kosten evenredig verdeeld over beide aanvragen.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 6
2.2. Voorbereiding op de Participatiewet De sociale werkbedrijven bereiden zich voor op de uitvoering van de Participatiewet. In vrijwel de
gehele arbeidsmarktregio wordt daarbij gezocht naar geïntegreerde vormen van dienstverlening aan
alle groepen werkzoekenden: mensen in de Wsw en mensen die vallen onder de Participatiewet. Dat
gebeurt vanuit de overweging dat:
De nieuwe wet vraagt om een andere rol van het “traditionele” sociale werkbedrijf, de
“traditionele” sociale dienst en de professionals die er werken;
Zoveel mogelijk mensen uit beide doelgroepen moeten worden ontwikkeld en ondersteund
naar werk bij reguliere bedrijven;
De kennis en ervaring van de (medewerkers van de) sociale werkbedrijven moet worden
benut bij het ontwikkelen, ondersteunen en begeleiden van mensen met een
arbeidsbeperking en bij het adviseren en ondersteunen van bedrijven die mensen uit deze
doelgroep een dienstverband aanbieden of inlenen;
De contacten met bedrijven en het beschikbare werk van de sociale werkbedrijven benut kan
worden voor het in beeld brengen van de capaciteiten van werkzoekenden en het
ontwikkelen van hun vaardigheden3.
Werkgevers en werkzoekenden voor advies, matching en ondersteuning terecht moeten
kunnen bij één organisatie in hun omgeving.
De expertise van de sociale werkbedrijven moet worden benut om inhoud te geven aan de
banen in het nieuwe beschutte werk. Daarbij wordt in de meeste gemeenten onderzocht of
en op welke manier hierbij een verbinding kan worden gemaakt met andere vormen van
ondersteuning in het sociale domein. Het gaat dan ook om de combinatie met activiteiten in
voor arbeidsmatige dagbesteding.
De frictiekosten voor de afbouw van de SW-activiteiten kunnen worden gedempt door
menskracht en middelen in te zetten voor opbouw van de activiteiten voor de nieuwe
doelgroepen.
Geïntegreerde vormen van dienstverlening leiden tot geïntegreerde uitvoeringsorganisaties voor de
Participatiewet. Op 7 verschillende plekken in de arbeidsmarktregio zijn fusies tussen (inter-)
gemeentelijke sociale diensten en sociale werkbedrijven tot stand gekomen, in voorbereiding of wordt
daartoe op korte termijn besloten. Dat betekent dat er op termijn in de 27 gemeenten sprake is van 7
grote geïntegreerde uitvoeringsorganisaties voor de Participatiewet die vrijwel de gehele
arbeidsmarktregio dekken. Deze ontwikkelingen brengen ook met zich mee dat er nauwelijks nog
sprake is van een aparte sector sociale werkvoorziening.
Het sectorplan dat nu voorligt heeft daarom vooral betrekking op de wijze waarop elementen van de
sociale werkbedrijven een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van de participatiewet. Hierbij
ligt vanzelfsprekend de nadruk op de doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking.
3 Waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is om werkzoekenden te ontwikkelen en hen zo snel mogelijk aan de slag te krijgen bij reguliere bedrijven en dus niet om mensen langdurig met behoud van uitkering in de omgeving van de sociale werkbedrijven aan het werk te houden.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 7
Figuur 1 Integraties en fusies in de arbeidsmarktregio
Naast de integratie-activiteiten op lokaal of subregionaal niveau, worden er steeds meer afspraken
gemaakt op het niveau van de arbeidsmarktregio. De sociale werkbedrijven maken integraal deel uit
van de structuur van “Werk in Zicht” en trekken samen met de gemeenten, UWV en sociale partners
op bij het bieden van ondersteuning aan bedrijven en werkzoekenden. Dat zien we onder andere
terug bij de volgende activiteiten:
Afstemming op het gebied van loonwaardemetingen
Binnen de arbeidsmarktregio wordt gebruik gemaakt van de loonwaardesystematiek van
Dariuz. Zowel het UWV als sociale werkbedrijven hebben de beschikking over loonwaarde-
experts die deze metingen kunnen verrichten. Afgesproken is dat deze medewerkers
gezamenlijk kennis- en intervisiebijeenkomsten volgen;
Afstemming op het gebied van jobcreation/inclusieve arbeidsorganisatie
Binnen de arbeidsmarktregio is er een toenemende vraag naar het analyseren van de
arbeidsorganisatie en het adviseren over de mogelijkheden om functies te creëren voor
mensen met een beperking. Zowel binnen het UWV als binnen verschillende sociale
werkbedrijven zijn er medewerkers beschikbaar die in staat zijn om deze analyses uit te
voeren. Op dit moment wordt gewerkt aan één coördinatiepunt in de arbeidsmarktregio van
waaruit alle vragen van werkgevers op dit onderdeel worden geregeld. Daarbij maken we
gebruik van de middelen die zijn opgenomen in het regionale sectorplan “Groningen op
Voorsprong”. De uitvoering van analyses zijn daarom nauwelijks opgenomen in de
voorgestelde maatregelen, terwijl zij wel een belangrijke dienst zijn die gezamenlijke publieke
partijen aan bedrijven kunnen bieden.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 8
Gezamenlijke werkgeversdienstverlening
Gemeenten, UWV en sociale werkbedrijven werken samen bij de dienstverlening aan
werkgevers. Er is één gezamenlijk marktbewerkingsplan opgesteld, aangevuld met
gezamenlijke activiteitenplannen per subregio. In alle subregio’s zijn gezamenlijke teams
gevormd van accountmanagers. Zij zorgen voor de koppeling tussen werkzoekenden en
werkgevers.
Gezamenlijke aanpak voor de ondersteuning van Wajongers in sociale werkbedrijven
Momenteel worden er door UWV en sociale werkbedrijven pilots uitgewerkt om gezamenlijk
ondersteuning te bieden aan Wajongers bij het in beeld brengen van hun mogelijkheden en bij
hun ondersteuning naar werk. Op deze manier willen we voor brede groepen werkzoekenden
de ondersteuning integreren en ervoor zorgen dat kennis en expertise breed in de
arbeidsmarktregio beschikbaar is.
Route naar Arbeid
Binnen de arbeidsmarktregio zijn door alle betrokken partijen (gemeenten, scholen, UWV en
sociale werkbedrijven) afspraken gemaakt over de doorlopende lijnen van jongeren uit het
Pro/VSO-onderwijs en de arbeidsmarkt. Per subregio is er een coördinator die zorgt voor
aansluiting tussen dit onderwijs, de arbeidsmarkt en de ondersteuning van gemeenten.
2.3. De ambities De integratie van sociale diensten en sociale werkbedrijven is vanzelfsprekend slechts een middel.
Deze beweging moet ervoor zorgen dat de doelen van Participatiewet beter (en goedkoper) kunnen
realiseren. Eén van de kerndoelen van de Participatiewet is om de arbeidsparticipatie van mensen met
een beperking te verhogen en om dat bij reguliere bedrijven te doen. De sociale partners in onze regio
stimuleren bedrijven en hun werknemers om “ruimte” te creëren voor deze groepen. De publieke
partijen hebben de taak om deze mensen in beeld te brengen, hun vaardigheden te ontwikkelen en
hen te begeleiden voorafgaand aan en tijdens het werk. Daarnaast hebben zij de taak om bedrijven te
ondersteunen en adviseren bij het in dienst nemen van mensen met een beperking. Het is onze
ambitie om ervoor te zorgen dat die ondersteuning van werkzoekenden en werkgevers optimaal
geregeld is. Dat houdt in dat we de kennis en activiteiten van bestaande sociale werkbedrijven die
hierbij een rol kunnen spelen willen ontwikkelen en inzetten ten behoeve van die ondersteuning. Met
dit plan willen we er daarom onder andere voor zorgen dat:
a) Uitvoeringsorganisaties voor de Participatiewet beschikken over voldoende kennis, expertise
en activiteiten om de doelen van deze wet te kunnen realiseren en om het voor werkgevers
mogelijk te maken om de afspraken in het sociaal akkoord na te komen;
b) Er voldoende kennis en expertise beschikbaar is om mensen met een beperking (Wsw-ers en
nieuwe doelgroepen) voor te bereiden op werk bij een reguliere werkgever en om bestaande
Wsw-ers werk te blijven bieden;
c) Mogelijkheden voor het creëren en organiseren van werk voor mensen met een
arbeidsbeperking optimaal worden benut;
d) Kennis, expertise en activiteiten van bestaande sociale werkbedrijven optimaal worden benut
voor de ondersteuning van nieuwe doelgroepen in de Participatiewet en voor de
ondersteuning van werkgevers bij het bieden van werk aan mensen met een
arbeidsbeperking;
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 9
e) De kennis, expertise en activiteiten van sociale werkbedrijven wordt benut om (al dan niet in
samenhang met arbeidsmatige dagbesteding) invulling te geven aan de nieuwe voorziening
beschut werk.
f) Sociale werkbedrijven, gemeenten, UWV en sociale partners gezamenlijk de kwaliteit van de
dienstverlening verhogen. Dat betekent dat we op het niveau van de arbeidsmarktregio kennis
met elkaar delen, ervaringen uitwisselen en waar mogelijk gezamenlijk activiteiten uitvoeren.
2.3. De richting De inzet en ambitie kan op onderdelen per gemeente of subregio verschillen. Ook de beginsituatie van
de sociale werkbedrijven en (hun relatie tot) sociale diensten verschilt. De richting van de plannen is in
de arbeidsmarktregio echter grotendeels gelijk en heeft betrekking op de volgende elementen:
Zoveel mogelijk mensen uit de huidige doelgroep SW (alsnog) naar buiten brengen en ertoe
bijdragen dat externe plaatsingen verduurzamen. Dat betekent ook een impuls aan de scholing en
begeleiding van deze groep;
Gezamenlijke methodieken (door-)ontwikkelen voor de uitplaatsing en ondersteuning van
(toekomstige) doelgroepen;
Onderzoeken van nieuwe vormen van werk en ondersteuning, bij voorkeur op manieren die
aansluiten bij de lokale economie en/of de activiteiten in het sociale domein. Het gaat dan
bijvoorbeeld om:
o Het realiseren van banen in het kader van beschut werk en de combinatie met activiteiten in
het kader van dagbesteding;
o De manieren waarop en de voorwaarden waaronder overdracht van activiteiten aan de markt
of aan gemeenten kan bijdragen aan een hogere arbeidsparticipatie bij reguliere bedrijven;
De samenwerking in de arbeidsmarktregio:
o Op het gebied van de werkgeversdienstverlening;
o Op het gebied van professionalisering
o Op het gebied van gezamenlijk onderzoek naar bovenlokale vraagstukken
Met als uitgangspunt: regionale kaders en subregionale uitvoering
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 10
3 Doelstellingen en thema’s De plannen van de arbeidsmarktregio hebben betrekking op alle drie bestedingsdoelen die genoemd
zijn in het kader van dit sectorplan. We schetsen per doelstelling een globaal beeld van de
maatregelen die in dat kader worden voorgesteld en wat de achtergrond van die maatregelen is. De
concrete uitwerking daarvan per Sw-bedrijf kunt u vinden in hoofdstuk [].
3.1. Ontwikkeling en plaatsing van Sw-medewerkers en nieuwe werknemers vanuit de
Participatiewet Met de komst van de Participatiewet is het streven om zoveel mogelijk mensen met een beperking bij
reguliere werkgevers aan de slag te krijgen. Binnen de sociale werkbedrijven bestond dit streven nu
ook al. Met dit plan willen bedrijven de inspanningen om dit te realiseren nog intensiveren. De manier
waarop verschil per bedrijf. Globaal gaat het om de volgende activiteiten:
- Het versterken van de arbeidsmarktpositie van SW-medewerkers door de intensivering van
scholingsinspanningen, door het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor flexibeler
vormen van arbeid en voor het in beeld brengen van competenties zodat men gerichter
ontwikkeld kan worden;
- Het ontwikkelen van (op de praktijk gerichte) scholingsprogramma’s waardoor kandidaten uit
de doelgroep van de afspraakbanen gericht kunnen worden voorbereid op het werken bij
(veelal grotere) bedrijven;
- Het ontwikkelen van nieuwe vormen van werk waardoor het ook voor de groep die nu nog
aangewezen is op werk “binnen”, toch mogelijk wordt om extern aan het werk te gaan. Het
gaat om de vorming van arbeidspools waarin van kleinere klussen betaalde functies worden
gemaakt en om het groepsgewijs uitvoeren van activiteiten met begeleiding (en met
medewerkers van bedrijven zelf die tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben).
Deze activiteiten zijn in de meeste gevallen beschikbaar voor de bestaande Wsw-ers én voor de
nieuwe doelgroep van de Participatiewet4. Er vindt aansluiting plaats bij de activiteiten die vanuit de
sociale partners (en de aanjager van het Werkbedrijf) worden uitgevoerd om bedrijven te stimuleren
tot het in dienst nemen van mensen met een beperking. Tevens worden (lokale) bedrijven actief en in
een vroeg stadium bij de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten betrokken, zodat deze aansluiten
bij wat bedrijven willen bieden en wat zij daarbij nodig hebben.
3.2. Bevordering en ontwikkeling van expertise van medewerkers van de sociale
werkbedrijven De komst van de Participatiewet en de keuze om de activiteiten voor de verschillende doelgroepen te
integreren vraagt meer van de kennis en vaardigheden van de medewerkers van de nieuwe
uitvoeringsorganisaties. Voor een deel is het van belang dat professionals van (voormalige) sociale
diensten en (voormalige) sociale werkbedrijven kennis over specifieke doelgroepen en methodieken
van elkaar leren. Voor een ander deel gaat het om de verdere ontwikkeling van kennis die nodig is
vanwege de veranderde opgave uit de Participatiewet. Zo merken we nu al dat een toenemend aantal
4 Hoewel in de gehele regio uitvoering wordt gegeven aan de geïntegreerde uitvoering van de brede doelgroep van de Participatiewet, ligt de nadruk in dit sectorplan vooral op de doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking. Hier ligt immers de kern van de expertise van de sociale werkbedrijven.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 11
bedrijven wel bereid is om mensen met een beperking in dienst te nemen, maar men nog niet precies
weet hoe binnen de organisatie ruimte en functies kunnen worden gecreëerd. Dat vraagt om extra
expertise op het gebied van jobcreation en inclusieve arbeidsorganisatie. In onze arbeidsmarktregio
spreken we daarbij over werk(ver)delen. In de komende periode worden hier extra mensen voor
opgeleid. Ook de noodzaak om jaarlijks loonwaardemetingen uit te voeren voor mensen op een
afspraakbaan brengt met zich mee dat er geïnvesteerd wordt in de opleiding van mensen tot
loonwaarde-expert. Tenslotte zorgt het toenemend aantal personen op een afspraakbaan ervoor dat
er extra behoefte is aan professionals die in staat zijn om werknemer en werkgever goed te kunnen
begeleiden. Dat betekent dat we investeren in het opleiden van jobcoaches. Het kan daarbij gaan om
bestaande coaches, maar ook om de omscholing van praktijkbegeleiders die hun kennis kunnen
inzetten buiten het sociale werkbedrijf.
We realiseren ons dat deze vormen van expertise niet los van elkaar staan, maar geïntegreerd ten
dienste staan van een duurzame arbeidsinschakeling van medewerkers en een stevige advisering van
bedrijven.
3.3. Bijdrage aan transformatie/innovatie van de regionale infrastructuur De Participatiewet vraagt om een transformatie van de infrastructuur. Zoals we eerder hebben
geschetst bestaat deze in de gehele arbeidsmarktregio uit de integratie van sociale werkbedrijven en
sociale diensten. Er zijn maatregelen opgenomen waarin gezamenlijk aan een nieuwe werkwijze wordt
gewerkt. Daarnaast worden mogelijkheden onderzocht om activiteiten van de sociale werkbedrijven
onder te brengen bij reguliere bedrijven of te onderzoeken of onderdelen zelfstandig (als sociale
onderneming) verder kunnen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ervaring die andere bedrijven
hiermee al hebben opgedaan. Verder worden onderzoeken uitgevoerd naar:
- de mogelijkheid van een detacheringsfaciliteit voor werknemers met afspraakbanen;
- de voor- en nadelen van de verschillende juridische vormen van nieuwe
uitvoeringsorganisaties
- de mogelijkheid om banen in het kader van beschut werk te integreren met arbeidsmatige
dagbesteding (zowel qua activiteiten als qua organisatie)
Tenslotte zijn er maatregelen opgenomen om bestaande en nieuwe vormen beschut werk dichter bij
reguliere bedrijven te organiseren. Overigens zijn er veel maatregelen die bijdragen aan meerdere
doelstellingen. We kiezen dan voor het thema waar de meeste nadruk op ligt.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 12
4 De activiteiten Hieronder laten we per thema zien welke concrete maatregelen er worden genomen om de gestelde
doelen te realiseren. Aan de eerste twee letters van de maatregel is te zien bij welk bedrijf de
maatregel wordt uitgevoerd. In de bijlage hebben we per bedrijf de maatregelen gedetailleerder
beschreven. Daarin staat ook de looptijd van de plannen beschreven. Deze hebben overigens vrijwel
allemaal een looptijd van 1 jaar (september 2015-september 2016), waarbij een enkele maatregel al
eerder is gestart en nog doorloopt.
4.1. Ontwikkeling en plaatsing
maatregel Omschrijving
BW2 In beeld brengen van de competenties en de globale loonwaarde van 500 Wsw-deelnemers en andere personen met een arbeidsbeperking, ten behoeve van extra detacheringen en bemiddeling naar afspraakbanen.
No1 In beeld brengen van de competenties en de globale loonwaarde van 75 Wsw-deelnemers, Wajongers en andere personen met een arbeidsbeperking, ten behoeve van extra detacheringen en bemiddeling naar afspraakbanen.
BW3 Intensivering van jobhunting waarbij een jobhunter op basis van de diagnose in BW2 en de kennis over bedrijven die willen bijdragen aan het sociaal akkoord gericht op zoek gaat naar extra banen.
No2 Intensiveren van de ondersteuning bij externe plaatsing bij doelgroepen die in maatregel No1 in beeld zijn gebracht
Ab3 Meer mensen naar “buiten” door bundeling van werk, vorming van een arbeidspool en ondersteuning van medewerkers bij deze flexibilisering
Al2 Meer mensen naar “buiten” door bundeling van werk, vorming van een arbeidspool en ondersteuning van medewerkers bij deze flexibilisering
Fi1 Arbeidsontwikkeling door middel van e-learning (programma’s op maat)
Al3 Intensiveren scholingsinspanningen ter vergroting van zelfredzaamheid van 125 medewerkers op binnen-buiten afdelingen.
Ie5 Uitvoeren en ontwikkelen van diagnoses voor jongeren met een arbeidsbeperking
Fi3 Ontwikkelen en uitvoeren van een werkwijze om 20 jongeren afkomstig van Pro/VSO-scholen voor te bereiden op een (afspraak-)baan.
Ie2 De ontwikkeling en uitvoering van een startprogramma waarin 24 jongeren uit het PrO/VSO-onderwijs worden voorbereid op en getraind tijdens het werk dat in het kader van het sociaal akkoord voor hen is gecreëerd bij (grotere) werkgevers.
Al10 Ontwikkeling van een werkwijze om 30-40 jongeren afkomstig van Pro/VSO/Entree-scholen voor te bereiden op een (afspraak-)baan.
Fi5 Ontwikkelen en uitvoeren van mentorentraining om de deskundigheid binnen bedrijven te verhogen en daarmee de duurzaamheid van de plaatsingen te verbeteren.
Ie4 Tijdelijke intensivering praktijkbegeleiding en mentorentraining voor 4 grote bedrijven die meerdere afspraakbanen bieden
Al1 Tien medewerkers (doelgroep beschut) via nieuwe ‘slipstream’ aanpak detacheren
De totale kosten voor deze maatregelen bedragen € 1,5 miljoen
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 13
4.2. Bevordering en ontwikkeling van expertise
maatregel Omschrijving
BW1 23 medewerkers van (voormalige) sociale dienst en sociale werkbedrijf volgen een ontwikkelingsprogramma op basis waarvan zij hun ondersteuning aan werkzoekenden (met en zonder beperking) en werkgevers kunnen professionaliseren.
Al4 50 medewerkers van sociale werkbedrijf, sociale dienst en Awbz-organisatie volgen professionaliseringsdagen waarin kennis en expertise wordt gedeeld.
Ab1 20 medewerkers opgeleid tot werken met mensen met een beperking
No3 3 medewerkers opleiden tot werkcoach
Ab1 4 Medewerkers opleiden tot jobcoach
Fi2 2 medewerkers opleiden tot jobcoach
No3 4 medewerkers opleiden tot jobcoach
Ab1 4 medewerkers opgeleid voor functiecreatie
Ie3 3 medewerkers opgeleid voor functiecreatie
Al6 2 medewerkers opgeleid voor functiecreatie
Ie3 2 medewerkers opgeleid voor inclusieve arbeidsmarktanalyse
Ie3 9 medewerkers opgeleid tot loonwaarde-expert
Al7 1 medewerker opgeleid tot loonwaarde-expert
Ab1 12 medewerkers opgeleid tot praktijkbegeleider
Ie1 Het ontwikkelen en versterken van de competenties van functionarissen binnen de interne afdelingen van het SW-bedrijf, zodat deze passen bij de eisen die worden gesteld aan de nieuwe invulling van beschut werk.
No4 19 medewerkers getraind in het versterken van de competentiegesprekken Goed Werknemerschap
De totale kosten voor deze opleidingen bedragen € 905.000.
4.3. Bijdrage aan transformatie/innovatie
maatregel Omschrijving
Ab2 Ontwikkeling geïntegreerde methodiek nieuwe uitvoeringsorganisatie
Al8 Ontwikkeling geïntegreerde methodiek nieuwe uitvoeringsorganisatie en opstellen bedrijfsplan
Fi4 Advisering en ondersteuning bij het “privaat” maken van bestaande bedrijfsonderdelen van Fivelingo
Ab4 Opstellen business case sociale firma
Al5 Onderzoek naar optimale vormen van samenwerking met bedrijven om medewerkers met een arbeidsbeperking werk te bieden, de rol die Joint Ventures daarbij kunnen spelen en de voorwaarden waaronder dat het beste kan.
Al9 Ontwikkeling van een integraal en breed aanbod aan “werken met ondersteuning”, waarbij beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding wordt geïntegreerd. Plus het opstellen van een bedrijfsplan.
SyWe1 Opstellen van een business case voor een nieuwe uitvoeringsorganisatie van de Participatiewet
Werk in Zicht Gezamenlijk onderzoek naar governance, publiek-private samenwerking en detacheringsfaciliteit
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 14
De totale kosten voor dit thema bedragen € 2,2 miljoen. Dit bedrag wordt voor het grootste deel (€
1,8 miljoen) bepaald door het opstellen van het Plan van Aanpak in Oost-Groningen.
Met uitzondering van de aanpak in Oost-Groningen, waar de concrete maatregelen met betrekking tot
uitplaatsing van Wsw-medewerkers en het professionalisering van de medewerkers van de
verschillende organisaties in de tweede fase (na april 2016) plaatsvindt, worden de meeste middelen
dus ingezet ten behoeve van het in beeld brengen/scholen/begeleiden/bemiddelen van verschillende
groepen mensen met een arbeidsbeperking (€ 1,5 miljoen). Daarnaast wordt € 0,9 miljoen besteed
aan de kwaliteit van de ondersteuning van werkzoekenden en bedrijven.
4.4. Samenwerking op versterking Zoals gezegd ligt de nadruk van de samenwerking op dit moment op de geïntegreerde dienstverlening
aan werkzoekenden en werkgevers op 7 afzonderlijke plekken in de arbeidsmarktregio. Tegelijkertijd
werken we samen op de thema’s die voor de hele arbeidsmarktregio spelen. Die samenwerking
bestaat in sommige gevallen uit het delen van kennis en ervaringen, in sommige gevallen tot het doen
van gezamenlijk onderzoek en in andere gevallen uit het gezamenlijk uitvoeren van activiteiten. Per
thema of activiteit wijzen we één organisatie aan die als trekker fungeert en zorgt voor afstemming en
kennisdeling op (de maatregelen op) dat gebied. We denken daarbij in ieder geval aan de volgende
thema’s:
Opleiding, scholing en ontwikkeling van Wsw-medewerkers
Opleidingen en professionalisering van begeleidend personeel
Nieuwe methodieken en werkwijzen (diagnose, begeleiding, arbeidspools)
Specifieke doelgroepen: PrO/VSO
Banen in het kader van beschut werk
Vraagstukken rondom governance, samenwerking publiek-privaat, detacheringsfaciliteiten (in
afstemming met Cedris), sociaal ondernemerschap. Een concrete maatregel is in ieder geval om
hier gezamenlijk onderzoek naar te doen.
Gezamenlijke activiteiten (in aansluiting op onderzoek van Robert Capel in de regio)
Om dit te faciliteren wordt 5% van het subsidiebedrag van de arbeidsmarktregio gereserveerd. De
gezamenlijke directeuren van de sociale werkbedrijven stellen gezamenlijk vast hoe deze middelen
worden besteed.
4.5. Oost-Groningen: Akkoord van Westerlee en sectorplan De regio Oost-Groningen heeft met het Rijk en de Provincie een bestuursakkoord gesloten waarin is
afgesproken om de komende periode te komen tot een afbouw van bestaande sociale werkbedrijven
en een opbouw van een nieuwe uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet. Het Rijk heeft hiervoor
€ 18 miljoen beschikbaar gesteld, waar de middelen uit dit sectorplan onderdeel van uit maken.
Tegelijk met deze aanvraag is in Oost-Groningen een Plan van Aanpak opgeleverd, waarvan de eerste
fase bestaat uit het ontwikkelen van een business case voor de afbouw van de twee bestaande sociale
werkbedrijven en de opbouw van een nieuwe uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet. De
activiteiten in het kader van die business case worden logischerwijs beschouwd als de maatregel die in
het kader van dit sectorplan wordt opgenomen. De kosten daarvan bedragen € 1,88 miljoen, waarvan
€ 940.000 gedekt wordt door middelen uit dit sectorplan en € 940.000 cofinanciering plaatsvindt uit
de Rijksfinanciering van het Akkoord. Ondanks deze aparte situatie, nemen de sociale werkbedrijven
deel aan de gezamenlijke activiteiten zoals we die hebben genoemd in paragraaf 4.4.
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 15
5 Financiën In dit hoofdstuk lichten we de begrote kosten en de financiering van de deelplannen toe. Voor een
nadere specificering van de kosten (P x Q) verwijzen we naar de deelplannen onder ‘kosten’ en
‘financiering’.
5.1. Tarieven In het plan worden voor alle bedrijven de volgende brutoloonkosten (inclusief werkgeverslasten)
gehanteerd. Hierbij zijn ook uurtarieven toegevoegd die in een aantal deelplannen terugkomen. Daar
waar prijzen, tarieven en loonkosten niet in onderstaand overzicht staan, geven we een toelichting bij
de concrete maatregelen. De tarieven en loonkosten zijn gebaseerd op cao-lonen/functie-inschaling,
danwel benchmark en/of ‘ervaringstarieven’ (in geval van externe inzet).
Tabel 2 gehanteerde tarieven
Functie Kosten
Werkleiding € 50.000 per fte
Coach € 60.000 per fte
Directie/manager € 100.000 per fte
Accountmanager per uur € 60,-
Coach per uur € 50,-
Staf per uur € 60,-
Directie per uur € 100,-
Inhuur extern advies per uur € 100,- (gemiddelde prijs)
5.2. Kosten maatregelen en cofinanciering Hieronder laten we zien wat de kosten van de maatregelen per SW-bedrijf zijn, of de cofinanciering
bestaat uit (verlet-)uren of andere budgetten (zoals het opleidingsbudget) en wat de bijdrage van het
Rijk is. Zoals u kunt zien, zijn de kosten van de maatregelen hoger dan tweemaal de financiering van
het Rijk. Daarmee houden we de mogelijkheid om een (beperkt) aantal maatregelen te schrappen of
uit te voeren zonder cofinanciering.
Tabel 3 Overzicht kosten maatregelen en cofinanciering per bedrijf
SW-bedrijf Totale kosten Cofinanciering uren
Cofinanciering overig
Cofinanciering totaal
Rijk
Ability 276.858 145.750 0 145.750 € 134.602
Alescon-Noord
635.643 295.000 24.500 319.500 € 291.832
BWR 309.603 126.400 30.000 156.400 € 143.335
Fivelingo 414.802 211.300 12.450 223.750 € 171.574
Iederz 870.606 439.080 15.000 454.080 € 384.790
Novatec 409.427 174.900 35.700 210.600 € 179.953
Synergon Wedeka
1.800.000 100.000 860.721 960.721 € 353.008
€ 586.271
Totaal 4.716.939 2.884.860 2.113.858 2.470.801 € 2.245.369
S e c t o r p l a n S W A r b e i d s m a r k t r e g i o G r o n i n g e n | 16
Een overzicht van de kosten van alle maatregelen vindt u in de bijlage.
5.3. Financiering De middelen die de Centrumgemeente ontvangt worden over de SW-bedrijven verdeeld volgens
onderstaand schema. Dit is gebaseerd op het aantal Wsw-ers waarvoor de gemeente die deel uit
maakt van het betreffende bedrijf financiering kreeg.
SW-bedrijf Rijk
Ability € 127.872
Alescon-Noord € 277.240
BWR € 136.168
Fivelingo € 162.995
Iederz € 365.551
Novatec € 170.995
Synergon € 335.358
Wedeka5 € 556.957
Werk in Zicht (5%) € 112.233
Totaal € 2.245.369
De middelen voor de samenwerking, afstemming, gezamenlijke activiteiten en ondersteuning bij de
rapportages worden overgemaakt naar Werk in Zicht. De gezamenlijke directeuren van de sociale
werkbedrijven maken in afstemming met het directeurenoverleg Werk in Zicht een begroting.
6 Uitvoeringsorganisatie De primaire verantwoordelijkheid voor de plannen ligt bij de afzonderlijke SW-bedrijven. Zij zorgen
ervoor dat de plannen worden uitgevoerd en leggen hierover verantwoording af aan hun eigen
bestuur. Daarnaast rapporteren zij over de voortgang aan Werk in Zicht. Hierbij worden zij gefacilieerd
door het coördinatiepunt Werk in Zicht. Werk in Zicht zorgt voor de coördinatie van de
voortgangsrapportages en zorgt dat er (op basis van de gegevens van de SW-bedrijven) gedurende de
looptijd van het sectorplan tweemaal een voortgangsrapportage wordt opgesteld.
1) Tussenrapportage (maart 2016)
Er wordt een tussenrapportage opgesteld waarin de nadruk ligt op de inhoudelijke voortgang
van de plannen, eventuele knelpunten en aanpassingen en waarin wordt aangegeven op
welke punten er door de betrokken partijen is samengewerkt.
2) Eindrapportage (september 2016)
Er wordt een eindrapportage opgesteld waarin de resultaten van alle maatregelen wordt
beschreven.
Beide rapportages worden geagendeerd voor het bestuur van het regionale Werkbedrijf Werk in Zicht
en gaan ter informatie naar de colleges en (indien zij daartoe besluiten) naar alle gemeenteraden.
5 Hierin zitten ook de middelen die vanuit de arbeidsmarktregio Drenthe (Borger-Odoorn) naar de arbeidsmarktregio Groningen worden overgemaakt.