Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De...

38
Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, Arteveldehogeschool Welkom bij het voorleesproject Voorlezen aan Huis Projectbundel

Transcript of Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De...

Page 1: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, Arteveldehogeschool

Welkom bij het voorleesproject

Voorlezen aan Huis

Projectbundel

Page 2: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 2

Voorleesproject: Voorlezen aan Huis

Achtergrond In het begin van de jaren ’90 komt een nieuwe benadering vanuit Angelsaksische hoek onderwijs en vorming binnenwaaien. Ontluikende geletterdheid biedt een nieuwe kijk op de taalontwikkeling van jonge kinderen. Bij ontluikende geletterdheid staat opnieuw het kind centraal (in tegenstelling tot vroegere benaderingen die de nadruk legden op voorbereidend lezen en schrijven of op taalcompensatieprogramma’s). In het onderzoek naar ontluikende geletterdheid wordt duidelijk dat de sociale omgeving evenals de betekenis die kinderen aan de taal geven de essentiële componenten vormen van de taalontwikkeling. ‘Voorlezen’ wordt een speerpunt in de bevindingen van het onderzoek (naast andere zoals: het tot stand komen van de taal in een spelcontext en in een functionele context). Meer en meer werd duidelijk dat de ouders, volwassenen een heel centrale rol spelen bij de taalontwikkeling van het kind. ‘Voorlezen’ is een gezellig moment thuis en in de klas, maar heeft ook een belangrijke maatschappelijke betekenis gekregen. Concretiseringen ervan vinden we o.a. in

- het Nederlands Raamplan (een door de overheid gesubsidieerd programma in het kader van het onderwijsvoorrangsbeleid 1991, waarbij men 500 uren voorlezen wilde realiseren bij de aanvang van het basisonderwijs)

- het Nederlands leesbevorderingsproject ‘Boekenpret’ 1994(waarin voorlezen aan het kind centraal staat

in een netwerk waarbij school, bibliotheek, en gezin betrokken werden)

- het Vlaamse leesbevorderingsproject ‘Boekenbende aan huis’ te Brussel 1996(waarbij de bibliotheek samen met de school het voorlezen aan huis invoerde in hoofdzaak bij allochtone gezinnen. Prijs ‘Beste kinderboekenprogramma’ 1996, NCJ).

- In de jaren ‘90 ontwikkelt het Steunpunt NT2 te Leuven tal van programma’s en materialen voor de

taalontwikkeling bij taalbedreigde kinderen. In het werkboek ‘Taal-Verhaal’ staat ook het voorlezen centraal.

- de Vlaamse Voorleescampagne (1999) waarbij onderwijsbibliotheken en tal van organisaties deelnamen

om het voorlezen te promoten, maar onvoldoende impact heeft gehad. Deze voorleescampagne wordt ook dit jaar 2001/2002 overgedaan.

Wil men echt werk maken van de preventie van taalachterstand en taalbedreiging dan wordt het duidelijk dat ‘voorlezen thuis’ daarin heel belangrijk is. De cijfers omtrent taalproblemen bij de start en op het einde van het 1° leerjaar liegen er niet om: 20% tot 25% hebben op het einde van het 1° leerjaar lees- en schrijfproblemen. Een duidelijk beeld van de startongelijkheid bij de kinderen tussen 5 à 6 jaar wordt hier duidelijk.

Page 3: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 3

Willen we weten hoe het met het voorlezen thuis gesteld is? Recente gegevens wijzen ons de weg: aan 43% van de kinderen wordt meerdere keren per week voorgelezen thuis, aan 21% van de kinderen wordt er slechts één maal per week voorgelezen, aan 36% van de kinderen wordt er nooit voorgelezen! Deze gegevens bieden een kort overzicht omtrent de achtergrond van het project dat op de hogeschool en de lerarenopleiding aanleiding gaf tot “Voorlezen aan Huis” in het kader van: omgaan met verscheidenheid (AMD-project). Net als vorige jaren doen studenten van de onderwijsopleiding lager onderwijs vrijwillig mee aan het project. Tijdens het project zullen dus ongeveer 170 studenten instaan voor 850 voorleesmomenten bij kinderen van 5 à 6jaar oud uit de 3de kleuterklas of 1ste leerjaar. Hoe het groeide… In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool De Mozaïek) en Luk Van Den Steen (Arteveldehogeschool) het idee voor een voorleesproject. We wilden niet over één nacht ijs gaan. Daarom hebben we in het academiejaar 2000 een pilootproject uitgewerkt. Een 10-tal studenten konden vrijwillig participeren. Het succes bij de studenten, de ouders, de kinderen en de school was overduidelijk. We leerden in ieder geval dat de participatie van ouders cruciaal was in het project. We hadden de bouwstenen voor het huidige voorleesproject gelegd. Het huidige voorleesproject ‘voorlezen aan huis’ geraakte in een stroomversnelling. Zowel uit onderzoek bij andere voorleesprojecten als uit onze eigen ervaring in het pilootproject werd het duidelijk dat zo’n project maar impact heeft als het in een netwerk verweven zit. Ouders moeten vanuit diverse hoeken aangesproken worden. Contacten werden gezocht en snel gevonden om het voorleesproject te verruimen. De 4 basisscholen, verenigd in ‘de School van de Hoop’ waren meteen bereid om in te stappen. De Mozaïek (St. Margrietstraat, Blaisant Vest, Zalmstraat) - Katholiek Onderwijs De Buurt - Onafhankelijke Methodeschool De Triangel - Stedelijk Onderwijs Gent Sint Salvator - Katholiek Onderwijs Het feit van netoverschrijdend te werken vonden we een verrijking. Reeds bij het einde van het pilootproject werden er contacten gelegd met Steunpunt Gent Noord (voorheen: De Poort Beraber). Want ook zij waren bezig met een voorleesproject. Vanuit deze samenwerking groeide er een contact met RISO Gent en de Stuurgroep Onderwijs van deze wijk in Gent. Deze Stuurgroep is hier heel actief bezig met vorming van ouders in relatie met de school. Ook zij hebben een belangrijke verantwoordelijkheid bij de uitbouw van de kinderbibliotheek Baloe. Dit wordt nu verder opgenomen door de begeleidingsdienst van stad Gent. Een volledig netwerk rond ‘het voorlezen’ had zich ontwikkeld.

Page 4: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 4

Voorlezen en het kind staan centraal in een cirkel waarrond tal van participanten een netwerk vormen: ouders - basisscholen – de klasjuf – de brugfiguren van de school – studenten en lectoren van de lerarenopleiding – het samenlevingsopbouwwerk – de kinderbibliotheek. Ook in de opleiding zelf werd ‘het voorlezen aan huis’ verder uitgebouwd. Na het succes van het pilootproject in 2000 werd er door de lectoren werk gemaakt van de integratie ervan in de opleiding. Het voorlezen aan huis zit nu vervat in de module, “de leraar in de samenleving” en het opleidingsonderdeel “Samenleving en cultuur”. Studenten kunnen hun competenties uitbreiden: het interactief voorlezen, de kennismaking met allochtone kinderen en hun gezin, de verkenning van een multiculturele school en het mee werken in een maatschappelijk project. In het laatste jaar van de opleiding kan de student deze zoektocht verder verdiepen in een zorgbrede aanpak bij het kiezen van de stageschool of uitwerken van een bachelorproef. De integratie van het ‘voorlezen aan huis’ in de opleiding betekent ook dat de student tijd en ruimte krijgt om er aan te werken en er begeleiding voorzien wordt. Zo wordt het ‘voorlezen aan huis’ een aanknopingspunt om te werken aan de brede sociaal-maatschappelijke basiscompetenties van de student in opleiding. Het voorleesproject wordt nu een eigen verhaal om voor te lezen en te vertellen. Het project groeit nog steeds. De Vrije kleuterschool, De Duizendvoet, Dwarsstraat Lokeren, kwam er in 2003 bij. En in 2011 gingen onze switch-studenten voorlezen bij kinderen van de Vrije Basisschool Sint-Vincentius, Sint-Bernadette in Oostakker. In 2013 sluit de Vrije Basisschool, ’t Klimrek aan. Het verhaal van dit ‘voorlezen aan huis’ groeit. En daar werk jij aan mee, om het verhaal nog kleurrijker te maken!!! Werken met foto’s Ook beelden vormen een taal waarmee we kunnen communiceren. Je kan ook dit jaar op eigen initiatief foto’s maken bij je voorleesbeurten of contacten met mensen en scholen binnen het voorleesproject. Het mogen leuke, creatieve, knotsgekke, grappige, stille, beklijvende,… foto’s zijn. Als ze maar iets zeggen over het voorlezen en al wat daarbij kijken komt. Afspraken:

Vraag steeds aan de ouders of het al dan niet kan. Uitgangspunt bij het nemen van foto’s is om het voorlezen en het leuke van samen te werken, te

lezen, te spelen,… te illustreren. Het is niet om pijnlijke situaties , moeilijke thuissituaties, armoedige behuizing, miserie enz… vast te leggen. Je bent geen voyeur. Wees respectvol bij het nemen van foto’s en respecteer hun mening.

Page 5: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 5

Individuele planning

Elke student krijgt een kalenderkaart voor een individuele voorleesplanning om aan het gezin te geven. Deze kalender moet ingevuld worden in samenspraak met het gezin. Het kaartje geef je aan het gezin. Het exemplaar achteraan het werkboek geldt als controlemiddel voor jezelf. Goed bijhouden en je aan de afspraken houden is belangrijk! Laat dit kaartje in het gezin. (Vragen om ergens op te hangen?) Op je eigen formulier in je werkboek neem je de afspraken over . Je kan met het kind na elke voorleesbeurt een tekentje maken in de kolom ‘Ik ben er geweest’.

Page 6: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 6

Campus Sint-Amandsberg J. Gerardstraat 18, B-9040 Gent

Tel. (09) 218 73 73 Fax (09) 218 73 70 [email protected]

Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

VOORLEZEN AAN HUIS

Naam van het kind: School: Brugfiguur: Naam van de voorlezer:

Dag en datum

Uur

Ik ben er geweest

Page 7: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 7

VOORLEZEN AAN HUIS

COMMUNICATIE MET DE KLASLEERKRACHT Het effect van het voorlezen aan huis zal groter zijn als er in die periode in de klas ook iets kan gebeuren met de boekjes. De leerkrachten zijn vrij om daar in die periode iets mee te doen, maar we willen hen dit jaar wel wat informatie geven over wat er verteld wordt en wanneer. We bedachten ook nog een praktische oplossing om de leerkrachten te informeren over het boekje waaruit voorgelezen werd. Elke voorlezer krijgt 5 voorleeskaarten waarop je het volgende kunt invullen:

o Naam van het kind en van de voorlezer o Datum van de voorleesactiviteit o Titel van het voorgelezen boek o Een tekening van het kind over het boek of een verwijzing naar een andere vorm van verwerking

bvb. een liedje, versje, … o Er staan ook twee gezichtjes op (blij – droevig), die het kind kan inkleuren als een ‘evaluatie’ van

het verhaal. Na afloop van de vertelbeurt vul je de kaart in en laat je het kind tekenen. Zorg er meteen ook voor dat het kaartje in de boekentas terecht komt, zodat de kaart zeker niet verloren gaat of vergeten wordt. Het is de bedoeling om via dit kaartje de kinderen aan te moedigen om over de vertelbeurten ook in de klas te praten. De leerkracht kan zo ook volgen hoe het voorlezen-aan-huis bij de diverse gezinnen verloopt en inschatten hoe de kinderen dit beleven. De informatie (titel van boek) zal de leerkrachten meteen ook helpen om de verhalen van de kinderen te situeren.

Page 8: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 8

Voorlezen aan huis

Veiligheid

Vorige jaren. Uit de eerste reacties van de studenten en van de verschillende mensen die eraan meewerken, ook in de lokale scholen, blijkt een grote inzet en verantwoordelijkheid. Het enthousiasme van velen werkt aanstekelijk. Maar bij een aantal studenten groeide ook iets anders. Commentaren die we konden horen waren ook: ‘Ik heb geen schrik om aan huis te gaan voorlezen, maar wel: om op mijn eentje naar het voorleesadres door de stad te lopen.’ Een zekere schrik, angst of onveiligheidgevoel om in de stad Gent op pad te gaan werd door verschillende studenten verwoord. We hebben wel gemerkt dat de getuigenissen op de video heel wat onzekerheid deed afnemen. Ook dit jaar. We willen deze bedenkingen ook ernstig genoeg nemen. De volgende punten zijn bedoeld voor de studenten die nog op zoek zijn naar mogelijkheden om met deze gevoelens om te gaan. Wie wat angstig is doet er goed aan de volgende punten even rustig te lezen. Lees niet rap rap. Maar blijf bij elk punt even stilstaan. Tel bij manier van spreken even tot tien. En laat de gedachte even tot je doordringen. Het is niet de bedoeling om vanuit een blad papier een oplossing te bieden, maar wel dat je zelf tot een oplossing komt voor jouw probleem en dat je zelf een eigen oplossing organiseert. De punten 1 tot 5 doen ons wat nadenken. De punten 6 en 7 kunnen je concreet verder helpen.

1. Angst is een slechte raadgever. Daarmee bedoelt men vooral dat angst ons overvalt en dat we dan paniekerig worden. Daardoor redeneren we minder helder. We doen dan dingen die niet doordacht zijn. Bijvoorbeeld schrik de bovenhand laten nemen op de leerkansen van dit voorleesproject. Als we goed nadenken dan weten we dat de kansen in dit project zo uniek zijn dat we ze door andere niet kunnen vervangen.

2. Angst maakt je voorzichtig. Natuurlijk is angst een gezonde reactie op gevaar. En het lijkt heel evident dat je geen gevaren opzoekt. Een leven zonder gevaar bestaat niet (bijvoorbeeld in het verkeer). Dus is het beter om te leren omgaan met de gevaren. Belangrijk is wel om het gevaar goed in te schatten en vooraf de nodig maatregelen te nemen. We organiseren onszelf. We maken dat we ons veilig genoeg weten ( bijv. door met een vriendin af te spreken om samen naar de fuif te gaan, door een gsm mee te nemen tijdens een dropping, door defensief te rijden, enz.)

3. We worden sterk beïnvloed, ook door de media.

Page 9: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 9

Het thema ‘onveiligheid’ staat in grote koppen in de krant. Het is zelfs een thema bij de verkiezingen. Op de lange duur voelt iedereen zich meer en meer bedreigd, ook als dat vanuit de feiten niet nodig is. We spreken dan van een irrationele angst. Dat wil zeggen dat er weinig ‘redenen’ zijn om angst te hebben, maar dat die gevoelens wel voortdurend opkomen. Zo heeft de zaak Dutroux in ons land een grote invloed op het hele klimaat van onveiligheid gehad en bepaalt nog vaak allerlei gevoelens, bij elk van ons. Oorlogsbeelden, verkeersonveiligheid, agressie in beelden of reëel meegemaakt spelen hierbij een grote rol. Ook opvoeding speelt een belangrijke rol in de mate waarin we angstig zijn of worden. We mogen niet vergeten: de ontelbare keren dat je als meisje van je ouders de raad mee kreeg om ‘voorzichtig’ te zijn, niet te laat thuis te komen, niet alleen op pad te gaan, voor het donker thuis te zijn,…. Vaak, terecht natuurlijk. Maar die duizenden bedoelde en onbedoelde vormen van bezorgdheid blijven hangen. Worden jongens daarin anders opgevoed?

4. De stad Gent.

Als je de stad niet zo goed kent dan ben je wat onzeker. Gent is een ‘grootstad’. Maar als je eenmaal Gent wat beter leert kennen dat merk je dat Gent een wel erg veilige stad is. Dit voorleesproject is zeker een kans om eens een deel van Gent te leren kennen. Wat denk je?

In Gent komen duizenden studenten (jongens en meisjes even oud als jij) onderwijs volgen. Gent is een stad die gewoon is om duizenden jonge mensen elke dag te zien lopen langs de straten… van zeven uur ’s morgens tot ’s avonds heel laat. Wat denk je?

In de Arteveldehogeschool zijn we met meer dan 11000 studenten, grotendeels meisjes, die elke dag van ’s morgens tot ’s avonds laat door Gent trekken: wandelend, stappend, bussend, fietsend. De trein op en soms nog lang moeten wachten op verbindingen. Wat denk je?

Het gedeelte van Gent waar het voorleesproject plaatsvindt is een rustig gedeelte van de stad, waar minder problemen zijn dan de gekende uitgaansbuurten in Gent. Wat denk je?

Vlakbij of in deze straten wonen studenten. Ja, zelfs studenten van de hogeschool. Ja, zelfs studenten van onze eigen campus. Wat denk je?

Wil dit nu zeggen dat er nooit eens iets gebeurt of zal gebeuren. Natuurlijk niet, maar dat onze angst ons dikwijls blind maakt, overgevoelig maakt. Wil dat zeggen dat we niet voorzichtig moeten zijn? Natuurlijk niet, maar wel realistisch, niet irrationeel.

5. De school en de buurt. De brugfiguur van de school kent alle gezinnen waar er voorgelezen wordt. De brugfiguur heeft zelfs naar aanleiding van het voorleesproject een huisbezoek afgelegd bij het gezin. De ouders schrijven zich vrijwillig in. Je komt dus nooit in een gezin dat niet gekend is of die ‘moet’ meedoen aan het project. De ouders zijn ook op school door de klasjuf gekend. Het zijn ouders die het echt goed menen met hun kinderen. Er is dus wel voldoende sociale controle aanwezig. De school heeft in de schoolkrant het voorleesproject aangekondigd. Alle ouders weten ervan. Ook de wijkkrant heeft het initiatief aangekondigd. Dus de buurt rond de school en alle ouders weten dat er in de periode van februari vele studenten in de buurt komen voorlezen. Er is dus wel voldoende sociale controle tijdens het project. De volgende punten kunnen je verder concreet helpen.

6. De planning van de voorleesmomenten. Als we even concreet bekijken wanneer er kan voorgelezen worden, dan zie je volgende mogelijkheden. Je zal 5 keer gaan voorlezen aan huis. De 1ste keer gebeurt op woensdagnamiddag met begeleiding van een brugfiguur van de school. De volgende 4 keren kies je zelf. Zoek dus zelf samen met het gezin naar geschikte momenten. Je kan altijd eens afspreken op een zaterdag (voor- of namiddag). Je merkt dat als je zelf eens goed nadenkt over je eigen planning dat je wel een aantal mogelijkheden hebt om momenten te kiezen waarop je je veilig voelt in de stad. Blijf er wel op letten dat de voorleesbeurten voldoende gespreid zijn over de maand februari en maart.

Page 10: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 10

7. Zelforganisatie. Belangrijk is dat je zelf oplossingen zoekt om je op pad te begeven.

Je kan zorgen dat je een gsm bij de hand hebt.

Je kan met een medestudent die in dezelfde buurt voorleest samen afspreken. Om op hetzelfde moment te gaan voorlezen. Om op elkaar te wachten.

Je kan ook vragen aan iemand van het (voorlees)gezin om op je te wachten in de straat, aan de bushalte, enz.

Je kan eventueel (maar enkel als het niet anders kan) een voorleesbeurt met twee studenten samen meemaken. De een leest voor terwijl de andere student enkel aanwezig is. In het volgende gezin worden de rollen omgekeerd.

Zorg goed voor jezelf door … (eigen ideeën zelf in te vullen) … Zorg goed voor jezelf, wij zorgen ook goed voor jou. We hebben in het voorleesproject allerlei mogelijkheden in gebouwd. Dat weet je. Indien nodig kan je met je ervaringen terecht bij je procesbegeleider of supervisiebegeleider van de opleiding en de brugfiguur van je school. Doe dit echter ook met respect voor de mensen zelf. Overval hen niet met vragen waar je gerust zelf een antwoord kan op bedenken. We wensen je veel voorleesplezier in het gezin, want dat is het belangrijkste.

Page 11: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 11

Enkele veelgebruikte termen…

- Intercultureel onderwijs - Concentratieschool - Kansarmoede - Brugfiguur - Anderstalige nieuwkomers in het onderwijs/ onthaalonderwijs - Schooltaal/thuistaal

Intercultureel onderwijs De samenleving van vandaag zit boordevol diversiteit. Verschillen hoef je niet bewust op te zoeken. Je komt ze dagelijks tegen, op straat, in de klas, op het werk, in het ziekenhuis : meer mensen met een verschillende huidskleur of vreemde oorsprong, een andere levensstijl of levensbeschouwing, een onbekende taal, …Diversiteit maakt inherent deel uit van onze moderne samenleving. En of je dit nu wil of niet, of je het een bedreiging of een verrijking vindt, in de meeste situaties word je gedwongen om op één of andere manier met de diversiteit om te gaan. Je kan deze verschillen nu eenmaal niet wegdenken of negeren. De alledaagse omgang tussen mensen die van elkaar kunnen verschillen, verloopt liefst zo positief mogelijk, maar dit gebeurt niet vanzelf. Omgaan met verscheidenheid moet je blijkbaar leren. We noemen het de interculturalisering van de samenleving: het beter leren functioneren in de pluriforme maatschappij zoals ze is. Scholen spelen in dit interculturaliseringsproces van de samenleving een sleutelrol. Het zijn plaatsen waar kinderen van jongs af begeleid kunnen worden om op een adequate manier deel te nemen aan de pluriforme samenleving, liefst door met elkaar om te gaan, door met en van elkaar te leren. Leren omgaan met verscheidenheid (intercultureel leren) maakt deel uit van de algemene persoonsvorming van alle kinderen, ongeacht hun herkomst, status of leerniveau. Werk maken van dit intercultureel leren op school noemen we intercultureel onderwijs.

ICO in een notendop Met intercultureel onderwijs bedoelen we actief en efficiënt leren omgaan met sociale en culturele diversiteit. Deze verscheidenheid bevat allerlei dimensies, zowel culturele, etnische, sociale, uiterlijke als andere dimensies. We vinden ze terug bij leerlingen, leerkrachten en ouders. De verscheidenheid op school is een normaal gegeven en is min of meer een afspiegeling van de diversiteit die deel uitmaakt van de moderne samenleving waarin wij wonen. Net zoals we ‘buiten de school’ veel verschillen ontmoeten, worden leerkrachten en leerlingen ook in de school geconfronteerd met een verscheidenheid aan situaties en met mensen met een verschillende achtergrond. Elke klas is multicultureel: er zijn overal verschillen te vinden in levensstijl, waarden en normen, in kennis en vaardigheden enzovoort. Verschillen die een grote rol spelen in de manier van omgaan met elkaar. Intercultureel onderwijs wil leerlingen én leerkrachten vaardig maken in het omgaan met die verschillen. Intercultureel onderwijs en vooral het begrip ‘cultuur’ verwijst bijgevolg niet alleen naar etniciteit. We willen de klemtoon vooral leggen op de eerste lettergreep ‘inter’, wat ‘tussen’ betekent: het verband tussen mensen die op zoveel manieren anders (willen) zijn. De actieve omgang tussen mensen, de ‘inter-actie’ vormt de spil van een pragmatische visie op intercultureel onderwijs. Intercultureel verwijst naar hoe mensen, elk met hun verschillende kenmerken, omgaan met elkaar en hoe er steeds opnieuw in hun omgang nieuwe betekenissen en ervaringen ontstaan. De dagelijkse sociale interactie op school tussen leerkrachten/leerlingen, leerkrachten/ouders en leerlingen onderling is het middel bij uitstek om te werken aan de interculturele vaardigheden van de betrokkenen: door deelname aan interacties tonen de betrokkenen hoe ze omgaan met diversiteit en tegelijkertijd biedt het de mogelijkheid er beter te leren mee omgaan. Bekwaam worden in de omgang met diversiteit moet zich dan niet bewijzen tijdens speciale daartoe ingerichte weken of projecten, maar wel in het leven van alledag en kan dan ook

Page 12: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 12

voortdurend geoefend worden in de klas en op school, ongeacht de samenstelling ervan. Op die manier leren kinderen al doende diversiteit waarderen en niet door ethisch correcte denkbeelden en houdingen aan te leren.

Diversiteit ICO focust niet eenzijdig op etnische verschillen, maar vat ‘diversiteit’ breed op. Die ‘brede invulling’ wordt echter vaak zeer letterlijk genomen waardoor men gaat werken rond alle mogelijke verschillen die men zich maar kan bedenken: gehandicapt – niet-gehandicapt; kind – bejaarde; kansrijk – kansarm; gezond - ziek enz. Vaak worden daar allerlei morele implicaties aan verbonden en zadelt men kinderen op met belerende boodschappen (dit moet, dat mag niet). Daarnaast weten we dat alle individuen, kinderen en/of jongeren inbegrepen, een meervoudige identiteit ontwikkelen: men is niet alleen Turk, Belg of Vietnamees, … maar ook kind, jongere of volwassene, meisje of jongen, gelovig of niet-gelovig, woonachtig in een stadswijk of in een verkavelingswijk of in een caravan, enz. Leerlingen vullen dit zelf creatief in en geven er eigen betekenissen aan. Dat die identiteit ook nog eens door de tijd verandert, spreekt vanzelf. De etnische (en sociale-groepen) benadering van ICO vertoont de neiging om kinderen of jongeren cultureel en sociaal in een afgelijnd hokje te stoppen – ‘eigen cultuur’, ‘de Spanjaarden’, ‘de kansarmen’, … Kinderen of jongeren kunnen daar moeite mee hebben: ze vereenzelvigen zich niet met die categorie, of vinden het niet betekenisvol. Dit zijn zaken die men als leerkracht kan zien in de alledaagse werkelijkheid van de klas, de school en de buurt, wat onder meer impliceert dat men vooraf gegeven hokjes probeert te doorbreken. Met andere woorden: verbreding van diversiteit betekent vooral een andere, dit wil zeggen realistische, niet-categoriale, niet-moralistische omgang met ‘verschil’ (of ‘diversiteit’). Wat we vaak vaststellen is dat diversiteit au fond nog steeds wordt ervaren als een abnormaal gegeven en dat verbreding van diversiteit vooral betekent dat men naast het hokje ‘migranten’ allerlei nieuwe hokjes bij verzint: ‘kansarmen’, ‘bejaarden’, ‘gehandicapten’, ‘brildragers’, … Men vervangt het hokje ‘migrant’ simpelweg door een andere rariteit. Hoewel goedbedoeld, vrezen we dat dit averechts zal werken bij leerlingen. Eerder dan hen te leren dat verschillen normaal zijn, wordt hen geleerd in hokjes te denken. In de zin van: ‘Je moet anderen natuurlijk respecteren, maar ze blijven hoe dan ook als vanzelfsprekend abnormaal’. Zicht krijgen op de aanwezige diversiteit en deze positief benutten is de boodschap. Er is altijd wel een vorm van verscheidenheid waar te nemen in om het even welke groep. Intercultureel leren is dus overal mogelijk. Zicht hebben op diversiteit betekent echt niet dat men alles moet gaan registreren in de vorm van objectieve gegevens. Het gaat vooral om de dagelijkse kennis, de ervaringen van leerkrachten en andere leden van het schoolteam, om relevante dingen die zij te weten komen uit gesprekken met leerlingen, collega’s, of uit observaties van lessituaties en andere schoolactiviteiten. Het is die kennis uit het leven van alledag die leerkrachten kunnen benutten in het interculturele leerproces. Met andere woorden: we mogen niet uit het oog verliezen dat een verbrede invulling van diversiteit niet losgezien kan worden van een aanpak die gericht is op de context en op interactie met elkaar (meer informatie vind je op www.steunpuntico.be)

Page 13: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 13

Concentratiescholen Kwantitatieve criteria definiëren concentratiescholen als scholen met een opvallend hoog percentage vreemde leerlingen. De discussie wordt gevoerd over de drempelwaarde die men moet overschrijden om van concentratie te kunnen spreken. Wanneer men een absolute drempel hanteert, onderscheidt men gewoonlijk een concentratieschool vanaf 50 % vreemdelingen. Een relatieve drempel wordt vanuit de omliggende ruimte bepaald; men vergelijkt met het gemiddeld percentage vreemdelingen van de wijk (eventueel de gemeente) waarin de school zich bevindt (Dors, 1991).

Kansarmoede

De organisatie “Kind en gezin” hanteert de volgende definitie van kansarmoede:

“Een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hier niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële, als immateriële. Meer concreet zijn de gehanteerde criteria: het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheid. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoordt, wordt het als kansarm beschouwd. Kansarmoede heeft immers betrekking op verschillende levensdomeinen. “ Uit Door de bril van ouders, een denk- en doeboek voor gemotiveerde scholen en leekrachten, Brigitte Hemmerijckx en Jan De Mets, Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Oost-Vlaanderen, 2004

Brugfiguren

Project ter bevordering van de communicatie en de samenwerking tussen ouders en (basis)school in Gent (1997-2003). Het brugfigurenproject in Gent is een onderwijsproject dat een bijdrage beoogt te leveren aan de democratisering van het basisonderwijs in Gent. Schoolgebonden De concrete taakinvulling van een brugfiguur wordt bepaald door het actieplan van de school voor het brugfigurenproject. Hierin worden per school eigen accenten gelegd. Contact In het verkleinen van de drempels voor ouders en het opbouwen van vertrouwen is het belangrijk om het contact met de ouders optimaal te benutten. Dit gebeurt op een informele manier via schoolpoortcontacten en koffieochtenden. Zowel het contact tussen ouders, brugfiguur en school als tussen ouders onderling is daarbij belangrijk. Naast het met elkaar in contact komen bieden deze vormen ook mogelijkheden om informatie of een zeer informele manier uit te wisselen. Contact met ouders is de basis van alle andere werkvormen. Begeleiden van ouders De begeleiding van ouders hoe zij vanuit hun positie van ouder het onderwijs van hun kind kunnen ondersteunen gebeurt vooral via ouderbijeenkomsten rond welbepaalde thema’s (bijv. gebruik van de agenda, functie van het rapport, ADHD, pesten, werking van het CLB) of concrete ouder-kindprogramma’s. (Bijv. rond cognitieve stimulering, leesvaardigheid,…). De vorm waarin deze bijeenkomsten doorgaan en de positie die de brugfiguur hierin inneemt verschilt van thema tot thema: technische-onderwijskundige thema’s of programma’s kunnen anders aangepakt worden dan opvoedkundige thema’s waarin de verantwoordelijkheid van de ouders veel groter is.

Page 14: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 14

Ondersteuning door de ouders De school doet regelmatig beroep op ouders om mee te gaan op uitstap met de klas of om in de klas een handje te helpen (al dan niet in een didactische of organisatorische context bijv. leesmoeders, klasfeestje, …). Ook kan het nuttig zijn om met de klas naar ouders thuis te gaan om vanuit hun ervaring, beroep of hobby, een achtergrond een les op te bouwen. Brugfiguren gebruiken hun contacten met kansarme en/of allochtone ouders om de actieve deelname van deze doelgroep aan het school- of klasgebeuren te verhogen. Participatie Via persoonlijke gesprekken, infosessie, moedergroepen worden ouders warm gemaakt om actief deel te nemen aan de ouderraad of participatieraad of om hun mening en advies via andere kanalen (ideeënbus, overleggroepen, …) te uiten. Begeleiding van leerlingen De persoonlijke begeleiding van leerlingen door de brugfiguur kan nodig zijn ter preventie of remediëring van leerachterstanden, verstoring in de sociaal-emotionele ontwikkeling of daling van het welbevinden. De brugfiguur kan als vertrouwenspersoon naar leerlingen optreden: er is geen hiërarchische relatie tussen beide. Ook kortlopende programma’s ter ondersteuning van één of meerdere leerlingen om te kunnen blijven aanklampen bij het klasgebeuren (zowel in de klas tijdens de klasuren als na de klasuren) kunnen zinvol zijn. Overleg met leerkrachten Wil de communicatie tussen brugfiguur en ouders zinvol zijn voor de klaswerking en omgekeerd, dan is een goed overleg met de leerkrachten noodzakelijk. Ook is een overleg tussen leerkrachten in het licht van een eenduidige oudercommunicatie wenselijk. Naast de afstemming tussen school- en thuiscultuur die in het belang van het kind op de eerste plaats komt, is ook de afstemming tussen leerkrachten onderling wenselijk. De brugfiguur kan op dit overleg zijn of haar deskundigheid in het omgaan met kansarme en/of allochtone ouders en kinderen inbrengen. Sensibiliseren Het sensibiliseren en vormen van leerkrachten en directies in de omgang met kansarme en/of allochtone ouders en leerlingen gebeurt zowel op een informele manier (bijv. doordat leerkrachten aanwezig zijn op bijeenkomsten van de brugfiguur met ouders) als een formele manier (o.a. werkgroepen van leerkrachten, supervisiegroepen, nascholingen, pedagogische conferenties). De brugfiguur kan hierin een organiserende of begeleidende rol vervullen. (Meer info zie www.pbdgent.be )

Page 15: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 15

Anderstalige nieuwkomers in het onderwijs/ onthaalonderwijs

Anderstalige nieuwkomers in het onderwijs zijn leerlingen die op datum van inschrijving aan volgende voorwaarden voldoen:

- niet in het bezit zijn van de Belgische of Nederlandse nationaliteit - niet het Nederlands als moedertaal hebben - onvoldoende onderwijstaal beheersen om met goed gevolg lessen te kunnen volgen - geen volledig jaar onderwijs gevolgd hebben in een school met Nederlands als onderwijstaal - 5 jaar of ouder zijn (basisonderwijs) - uiterlijk op 30 december volgend op de aanvang van het schooljaar minstens 12 jaar en nog geen 18 jaar

oud zijn.(secundair onderwijs) In België heeft elke minderjarige niet alleen recht op onderwijs maar is er ook leerplicht. Daarom is een aangepast onthaal voor de minderjarige anderstalige nieuwkomer in het gewone dagonderwijs een absolute noodzaak. Dit behoort tot de taak van het basis- en secundair onderwijs. Een taalbad voor de anderstalige in een onthaalklas kan de instroom in het gewone onderwijs vergemakkelijken.

Onthaalonderwijs is onderwijs voor anderstalige nieuwkomers ter bevordering van hun taalvaardigheid Nederlands én ter bevordering van hun sociale integratie.

Het onthaalonderwijs heeft tot doel de anderstalige nieuwkomer voor te bereiden op instromen in het gewoon onderwijs in het schooljaar volgend op de onthaalperiode. Het onthaalonderwijs zal de anderstalige nieuwkomer in staat moeten stellen op een efficiënte manier te functioneren in de klas, die in overeenstemming is met zijn leeftijd, als lerend individu en als lid van de klas/-schoolgemeenschap.

Het onthaalonderwijs ontwikkelt bij de anderstalige nieuwkomer de nodige taal- en andere vaardigheden om de leerboodschappen, die in de toekomstige klas zullen verstuurd worden, te kunnen begrijpen en om deel te kunnen nemen aan het sociale verkeer dat in de klas en op school plaatsgrijpt. Deze vaardigheden moeten de anderstalige nieuwkomers in staat stellen zich te integreren in onze samenleving.

Het onthaalonderwijs maakt werk van actieve integratie van de anderstalige nieuwkomer in het schoolleven, waarbij de relatie van de anderstalige nieuwkomer met de klastitularis en de leeftijdgenoten de nodige aandacht krijgt. Leren omgaan met sociale en culturele verscheidenheid is hierin van groot belang.

(Meer info op www.ond.vlaanderen.be www.nt2antwerpen.be )

Page 16: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 16

PLANNING: Maandag 28 januari 2013: 8.30u tot 10.30u.

Start van het project voor de studenten op de opleiding Concrete planning, uitwerking, afspraken,… Achtergrond , situering en organisatie.

Dinsdag 29 januari : Kennismaking met de school/inschrijven voor ouders

Onthaal en voorstelling van de school door de brugfiguur of de directie. Kennismaking met de klassen en met de leerkrachten Kennismaking met de kdn. / lezen van een boekje/ kort activiteitje Afspraken tussen juf en studenten rond inschrijvingen voor ouders

School: Uur:

De Mozaïek Margrietstraat

9.00

De Mozaïek Zalmstraat

9.00

De Mozaïek Blaisantvest

9.00

Sint-Salvator 8.30

De Triangel: hoofd 8.30

De Triangel: de Toverstaf

8.30

De Buurt 9.00

’t Klimrek 8.30

Voorstelling spelotheek Baloe: D. Fievestraat 2 Gent.

o 13.30: studenten van de Mozaïek: Margrietstraat, Zalmstraat, Blaisantvest ‘t Klimrek

o 14.00: studenten van Sint-Salvator De Triangel: hoofdschool en de Toverstaf De Buurt

Woensdag 20 februari namiddag:

Eerste voorleesbeurt aan huis. Wegwijs met de brugfiguren en de lkrn. Algemene afspraak 13.30u. in de scholen tenzij anders afgesproken.

Vrijdag 1 maart 13.45tot 16.00: Uitwisselen ervaringen op de campus van de hogeschool. Per vestigingsplaats en in kleine groepjes.

Page 17: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 17

Vier voorleesbeurten aan huis Vrij te plannen. Aan studenten die voorlezen aan een eerste leerjaar (dus bij een tweede voorleesjaar) wordt gevraagd om met kind en ouders naar Baloe te gaan. Aan de ouders wordt bij de start benadrukt dat dit erbij hoort. Studenten worden aangemoedigd om verteltassen te ontlenen.

Dinsdag 26 maart namiddag: 13.30u. Afsluiting van het project in de basisscholen.

TOT SLOT: …. Je zal binnenkort weten bij welke school je hoort. Ook zal je later vernemen wanneer je op die dag verwacht wordt. Je zal samen met de brugfiguur naar het gezin gaan. Daar zullen de ouders en het kind je wel verwachten en verder onthalen. Het voorlezen begint…. Dank voor je medewerking. Het wordt een leerrijke ervaring.

De lectoren.

Page 18: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 18

VOORLEESPROJECT 2012 - 2013

VOORLEZEN AAN HUIS

VOORLEES-WERK-BOEK VAN:

Page 19: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 19

ALGEMENE PRINCIPES EN AFSPRAKEN

Het voorleesmomentje moet leuk zijn zodat het kind ervaart dat boeken en verhaaltjes fijn zijn en het kind interesse krijgt in boekjes.

De voorlezer kan een voorbeeldfiguur zijn voor de ouders. De manier van voorlezen mag geen drempel opwerpen ten aanzien van voorlezen. Ouders kunnen ervaren dat zij ook mogelijkheden hebben om voor te lezen.

De voorlezer probeert zich gaandeweg ‘thuis’ te voelen in het gezin en op een gepaste manier in te gaan op de leef- en belevingscultuur.

De voorlezer is bereid om aandacht te besteden aan overdracht van het voorlezen in het gezin.

De school en de leerkrachten van de aangesproken klassen doen mee aan het voorleesproject door o.a. ouders aan te moedigen om aan het project deel te nemen, belangstelling te hebben voor het voorlezen aan huis, een boekenhoek centraal te stellen, enkele voorleesboekjes van het project aanwezig te hebben in de klas, voor te lezen in de kring, interactief voor te lezen (in kleine groepjes),…

Ouders, voorlezer en leerkrachten proberen zich te houden aan de gemaakte afspraken.

Page 20: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 20

DOELSTELLINGEN

Doelen voor de studenten

Aanvoelen en inzien dat de leef- en ervaringswereld van kinderen een dynamisch en gevarieerd gegeven is.

Op een constructieve manier kunnen omgaan met onbekende aspecten van belevingswereld van gezinnen. Belemmeringen bij zichzelf met betrekking tot het positief benaderen van het anders-zijn vaststellen en verwoorden. Bereid zijn om hieraan te werken.

Reflecteren over de relevantie van deze ervaringen voor de eigen onderwijspraktijk, in het bijzonder over de wijze van omgaan met de gedifferentieerde belevingswereld van kinderen.

Kennis maken met schoolcultuur van scholen met een groot aantal kansarme kinderen en/of kinderen van migranten en vluchtelingen.

Het ‘interactief voorlezen’ met een kind in een één-op-één-relatie verkennen.

In dialoog treden met ouders over het belang van voorlezen en vertellen.

De verbale interactie binnen het gezin bevorderen door het samen bezig zijn tijdens het voorlezen.

Praktische tips kunnen formuleren voor een goede materiële leesomgeving: bijv. TV of radio uit zetten, in een hoekje van de kamer, gezellig maken, doorverwijzen naar de lokale kinderbibliotheek…

Vanuit ervaringen meer inzicht krijgen in het taalverrijkend aspect van lezen en voorlezen en het belang ervan voor de taalontwikkeling (ontluikende geletterdheid) van kinderen kunnen verwoorden.

Doelen voor de deelnemende scholen

De leescultuur onder de schoolkinderen bevorderen

De relatie tussen de school en de ouders intensifiëren

Met de ondersteuning van de hogeschool, de studenten en de medewerkende organisaties, concreet vorm geven aan taalvaardigheidsonderwijs.

Doelen voor de deelnemende gezinnen

Dankzij ondersteuning beter zicht krijgen op de wenselijkheid van een leescultuur thuis

Kennis maken met leuke boeken en verhalen

Inspiratie opdoen over hoe je met jonge kinderen kunt genieten van voorlezen

Page 21: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 21

De aanloop: Over de drempel !

EEN INLEEFOEFENING VOOR JEZELF.

Je hebt reeds ervaringen met bezoeken aan gezinnen met jonge kinderen: via de thuiskleuter in OKO1 of… je gaat babysitten of … je hebt in je familie – of vriendenkring contact met gezinnen met jonge kinderen en je bent er regelmatig op bezoek of …. We vragen je om eens in je eigen herinneringen terug te blikken: probeer eens enkele ervaringen of situaties die je hebt meegemaakt wanneer je over de drempel kwam bij gezinnen met jonge kinderen terug voor de geest te halen of eventueel op papier te zetten hieronder.. Zoek naar ervaringen of situaties in verband met : Welke visie hebben de ouders op werk en vrije tijd? Welke eetgewoonten zijn er? Ken je hun slaaprituelen met de kinderen? Hoe begroeten ze elkaar of anderen? Op welke wijze ontvangen ze bezoek? Doen ze soms uitstappen? Welke? Of gaan ze op bezoek naar … bij wie? Hoe? Gaan de jonge kinderen soms uit logeren? Hoe is hun verhouding met hun familie? Nauw of eerder los contact? Welke speelkansen hebben de kinderen in en om het huis? Hoe staan ouders tegenover (voor)lezen? Welk belang hechten ze er aan voor zichzelf en voor de kinderen? Welke visie hebben ze op opvoeden van hun kinderen? Welke regels vinden ze hierbij zeker belangrijk? Zijn er situaties die verschillend zijn in die gezinnen en in je eigen gezin waarin je opgevoed bent? Praat hier eens samen over met een student van je klas en vergelijk jullie indrukken. Je kan deze denkoefening individueel doen of samen met een medestudent. Wat merk je als je deze gezinnen met elkaar vergelijkt? Zijn deze gezinnen ook anders dan het gezin waarin je zelf bent opgevoed?

Page 22: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 22

De aanloop: Over de drempel !

Wat ik leerde uit het (samen) hierover reflecteren. Wat ik wil onthouden uit die ervaring?

Page 23: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 23

DE AANLOOP: EERSTE BEZOEK AAN DE SCHOOL

Wat ik hieruit wil onthouden… en de vragen waarmee ik blijf zitten… (Contact met de school, gesprek met de brugfiguur, bezoek aan kinderbibliotheek Baloe,…)

DE AANLOOP: INTERACTIEF VOORLEZEN

Enkele tips voor gegarandeerd interactief voorleesplezier Kies een boek dat je zelf leuk vindt Elimineer storende achtergrondgeluiden zoals teevee, radio, … Ga naast elkaar zitten, neem gerust een jonger kind op de schoot… Hou contact met het kind, kijk het af en toe aan, dat verhoogt de aandacht Laat het kind reageren op wat het ziet en hoort. Luister goed naar de manier waarop het kind iets zegt. Vervang moeilijke woorden en zinnen, gebruik woorden van het kind zelf in je verhaal. Neem je tijd om de illustraties samen te bekijken. Maak gebruik van de mogelijkheden van je stem

Page 24: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 24

Voor je aan de slag gaat… nog enkele tips van ervaren ‘aan-huis-lezers’ Overwin jezelf en durf het aan. Het lukt zeker. Kijk goed uit en vraag gewoon aan de ouders wat je nodig hebt en als je iets niet weet. Ze zijn zeker bereid om je te helpen. Vergeet niet (als dit behoort tot de cultuur van het gezin): schoenen uit!

Je hebt ondertussen een ‘goed’ boek gekozen. Begin altijd met een korte babbel met het kind of de kinderen. Lees voor op een interactieve manier. En sluit af met een babbel en/of een klein spelletje.

De ouders tonen ons de plaats van vertelling. Meestal is dit de leefruimte of een voorplaats.

Het gebeurt dikwijls dat ouders iets aanbieden om te eten en/of te drinken.Ga in op deze gastvrijheid

Bij veel gezinnen speelt de teevee doorlopend. Vraag of hij even uit mag voor de vertelling.

Maak het niet te ‘didactisch’, hou het gezellig met de kinderen. Ga samen dicht bij elkaar zitten. Zodat het kind het verhaal en de prenten goed kan volgen. Door vraag- en antwoordspelletjes het kind uitnodigen (stimuleren) om tussen te komen en mee te praten. Vraag regelmatig of hij/zij een bepaald woord begrijpt. Als je vermoedt dat een woord moeilijk zal zijn, probeer dan vooral vanuit het verhaal het woord ‘begrijpelijk’ te maken of toon het voorwerp (geen woordenschatlesje!)

Nodig ook de aanwezige volwassene uit om erbij te komen zitten. Eventueel de ouder eventjes betrekken tijdens het verhaal kan zeker. Na de voorleesbeurt zeker een gesprekje met de ouder hebben over: wat vond zij/hij ervan?

Ouders kunnen nog vragen hebben omtrent de reden waarom jij dit nu doet. Misschien begrijpen ze ook niet goed wat ‘lerarenopleiding’ eigenlijk inhoudt. Het kan nodig zijn om hier een woordje uitleg te geven.

Je kan na het verhaal het boek in het gezin laten. Dit hoeft niet, maar wees duidelijk dat je het boek de volgende week komt halen. Maak aan het kind duidelijk dat je het boek helemaal proper terug moet brengen naar de bieb (bijvoorbeeld).

Vul samen met de ouder de voorleesplanning in. (voor jezelf op de achterflap van dit boekje, en één blad om bij het gezin achter te laten) en maak telkens ook een duidelijke afspraak voor de volgende keer.

Maak je ervaringsverslagen meteen na de voorleesbeurt, anders vergeet je veel en gaat er informatie verloren.

… maak vooral goede afspraken. Daarom zetten we op de volgende pagina enkele concretiseringen nog even op een rijtje:

Page 25: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 25

… GOEDE AFSPRAKEN MAKEN GOEDE VRIENDEN:

Het ‘voorlezen aan huis’ wordt een boeiende situatie voor iedereen: het kind, de andere kinderen van het gezin, de ouders en de voorlezer. Na een eerste, misschien aarzelende ontmoeting en kennismaking zal de relatie opener worden. Het kind zal je verwachten en uitkijken naar het voorleesmoment. Doorheen korte gesprekjes zal je ook de ouders beter leren kennen. Maak goede en duidelijke afspraken met de ouders, zeker bij het bepalen van de volgende leesbeurten. Na vijf voorleesbeurten zullen de meeste studenten afscheid nemen van een gezin die ze wellicht nooit meer zullen vergeten. Als je daarna nog contact hebt met het gezin dan is dat op eigen initiatief. En dat mag best. Toch kunnen er zich situaties voordoen die problemen oproepen. We geven enkele voorbeelden als leidraad. Als je door omstandigheden niet op het afgesproken moment aanwezig kan zijn, dan verwittig je zo snel mogelijk het gezin en de brugfiguur om een nieuwe afspraak te maken.

Je kan bij het eerste voorleesmoment best het telefoonnummer van het gezin vragen.

Als door omstandigheden op het afgesproken moment het gezin niet thuis is, dan verwittig je zo snel mogelijk de brugfiguur. Zoek een mogelijkheid om de voorleesbeurt opnieuw te plannen.

Soms kan het gebeuren dat een ouder je een bepaalde dienst vraagt. Bijvoorbeeld: ‘Wil je eens een boodschap doen?” of ‘Wil je eens telefoneren naar.. (bijv.: de dokter). De ouders zijn gevraagd om dit niet te doen. Je kan als student dus weigeren om daar op in te gaan. (Je moet echter wel inschatten hoe dringend dit verzoek is natuurlijk.)

Het is ook niet de bedoeling dat de student een kinderoppas is. In principe is er steeds een van de ouders aanwezig tijdens het voorleesmoment. Want dit is net de bedoeling: dat ouders zien hoe betrokken hun kind tijdens het voorlezen is en dat ze meemaken hoe het voorlezen thuis kan gebeuren.

Als je nog vragen hebt naar aanleiding van bepaalde situaties tijdens het voorleesmoment dan kan je steeds terecht bij je procesbegeleider of bij de brugfiguur van de school. Lukt dat niet, spreek dan Bart De Lathouwer. Maak dat je steeds het telefoonnummer van die personen, de basisschool of de campus bij je hebt.

Hou je aan deze afspraken en je zal merken dat alles vlot verloopt.

Page 26: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 26

Voor wie een woordje wil mee praten???? Het is altijd heel prettig in de omgang met elkaar als we proberen iets te leren van de taal van de kinderen en de ouders. Meestal grappig. Want een juiste uitspraak zoeken gebeurt door het te proberen. Voor de ouders en het kind geef je een signaal dat je hun taal en cultuur belangrijk vindt. Dat zullen ze zeker waarderen. Probeer maar.

WOORDENLIJST TURKS

hallo: merhaba tot weerziens: görüsmek dank u: tesekkür üzere maandag:: pazartesi dinsdag: sali woensdag: çarsamba donderdag: persembe vrijdag: cuma zaterdag: cumartesi zondag: pazar februari: subat maart: mart uur: saat ’s morgens: sabah ’s namiddags: ögleden sonra ’s avonds: aksam

WOORDENLIJST ALBANEES

hallo: alo maandag: e hënë dinsdag: e martë woensdag: e mërkurë donderdag: e enjte vrijdag: e prente zaterdag: e shtunë zondag: e diel februari: shkurt, fror maart: mars ’s morgens: mëngjez ’s avonds: mbranje

Page 27: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 27

Hier is plaats voor nog meer talen en woorden.

Page 28: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 28

Wat ik weet over het kind en het gezin waar ik voorlees.

Naam van het kind

Nationaliteit

Samenstelling van het gezin

Eventuele achtergrondinformatie (taalgebruik, afkomst, geschiedenis, beroep, …)

Wat ik doorheen mijn contacten en mijn voorleesbeurten nog meer te weten ben gekomen over het gezin (hun woning, hun kledij, bepaalde gewoonten, …)

Page 29: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 29

REFLECTEREN

Maak per voorleesbeurt een ervaringsverslag. Door je ervaring op te schrijven en je bedenkingen daarbij te noteren, zal je je eigen reflectie verdiepen en zo gaat waardevolle informatie niet verloren. Voor dit verslag kunnen de onderstaande vragen een hulpmiddel zijn. De volgorde van de vragen en hoe uitgebreid elke vraag aanbod komt moet je zelf bepalen, naargelang wat er bij je eigen ervaring de bovenhand heeft. Het lijstje is bedoeld als een wegwijzer om je ervaringen te ordenen. 1. Hoe heb je je gevoeld voor, tijdens en na de voorleesbeurt? 2. Hoe was je contact met de ouders? 3. Hoe was je contact met het kind / kinderen? 4. Wat leerde je over bepaalde gewoonten in het gezin: hun manier van begroeten, ontspannen, eten, … Hoe leven ze samen, was er bezoek, enz. 5. Welke kijk hebben de ouders op opvoeding en onderwijs, op kinderen en familie, op buren, op de samenleving, over de verhouding tussen man en vrouw ...? 6. Hoe verliep het voorleesmoment? Wat vond je van de keuze van het boek? 7. Wat heb je hieruit geleerd? Wat zou je de volgende keer zeker opnieuw doen of niet doen of anders doen? 8. Is er nog iets waarover je zeker wil vertellen of verder zoeken? Aan deze vragen merk je dat we met deze reflectie méér verwachten dan alleen maar verslag-uitbrengen van je voorlezen en de aanvullende activiteit. We moedigen je zeker ook aan om persoonlijk in te gaan op je observaties en je indrukken bij de ontmoeting in dit gezin! Na elke voorleesbeurt maak je dergelijk ervaringsverslag. Vul ook telkens de korte informatieve vraagjes in op de aparte evaluatiefiche. Dit moet ons helpen bij de evaluatie achteraf. Op het einde van de reeks maak je nog een bondige eindreflectie. Dit doe je best ook in dit werkboek . Je kunt die eindreflectie ook met je procesbegeleider of als werkverslag bij de reflectiegroep bespreken, maar daar kies je zelf voor. Niet schrijven om te schrijven, maar voor jezelf om eruit te leren. Al doende en al nadenkend leer je uit ervaring. Als je aan de ruimte in dit boekje niet genoeg hebt… gebruik je maar je legendarische kleuterleidstercreativiteit. We zullen je op het einde nog een schriftelijke evaluatie vragen, omdat de organisatoren ook willen leren uit je ervaringen.

Page 30: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 30

Verslag na de allereerste keer…

…wat leerde ik tijdens de uitwisseling over deze eerste voorleesbeurt in de klas…

Page 31: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 31

Verslag na de tweede beurt: datum:

Hoe was het met de betrokkenheid en het welbevinden?

Page 32: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 32

Verslag na de derde keer: datum:

Heeft je kleuter zelf al eens een voorstel gedaan voor een boek? Vraag het hem/haar eens …

Page 33: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 33

Verslag na de vierde keer: datum: …….

Praat eens over je ervaringen met je klasgenoten. Hoe gaat het bij hen?

Page 34: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 34

Verslag na de vijfde keer: datum:

Page 35: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 35

Verslag na het afsluitmoment

Vergeet je slotreflecties niet…

Page 36: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 36

Slotreflectie: Wat heb je door deze ervaring geleerd? Kijk terug naar de doelen die we ons stelden: ben je daarin verder geëvolueerd? Hoe heb je dit project ervaren?

Page 37: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 37

EVALUATIEFICHE IN TE VULLEN NA ELKE VOORLEESBEURT:

trek een kring rond wat toepasselijk is

Eerste voorleesbeurt Plaats in huis: woonruimte / keuken / kinderkamer / ander: Werd er iets aangeboden?: koffie of thee / frisdrank / koekje of gebak / iets anders / niets Tv: uitgezet bij aanvang / was al uit / is aangebleven Aandacht bij het kind: ja / eerder weinig / onvoldoende Interesse ouders: luisterden mee / bleven in de buurt / bleven ergens anders in huis Achteraf praten met ouders over voorlezen: ja, veel / ja, weinig / neen

2° beurt Plaats in huis: woonruimte / keuken / kinderkamer / ander: Werd er iets aangeboden?: koffie of thee / frisdrank / koekje of gebak / iets anders / niets Tv: uitgezet bij aanvang / was al uit / is aangebleven Aandacht bij het kind: ja / eerder weinig / onvoldoende Interesse ouders: luisterden mee / bleven in de buurt / bleven ergens anders in huis Achteraf praten met ouders over voorlezen: ja, veel / ja, weinig / neen

3° beurt Plaats in huis: woonruimte / keuken / kinderkamer / ander: Werd er iets aangeboden?: koffie of thee / frisdrank / koekje of gebak / iets anders / niets Tv: uitgezet bij aanvang / was al uit / is aangebleven Aandacht bij het kind: ja / eerder weinig / onvoldoende Interesse ouders: luisterden mee / bleven in de buurt / bleven ergens anders in huis Achteraf praten met ouders over voorlezen: ja, veel / ja, weinig / neen

4° beurt Plaats in huis: woonruimte / keuken / kinderkamer / ander: Werd er iets aangeboden?: koffie of thee / frisdrank / koekje of gebak / iets anders / niets Tv: uitgezet bij aanvang / was al uit / is aangebleven Aandacht bij het kind: ja / eerder weinig / onvoldoende Interesse ouders: luisterden mee / bleven in de buurt / bleven ergens anders in huis Achteraf praten met ouders over voorlezen: ja, veel / ja, weinig / neen

5° beurt Plaats in huis: woonruimte / keuken / kinderkamer / ander: Werd er iets aangeboden?: koffie of thee / frisdrank / koekje of gebak / iets anders / niets Tv: uitgezet bij aanvang / was al uit / is aangebleven Aandacht bij het kind: ja / eerder weinig / onvoldoende Interesse ouders: luisterden mee / bleven in de buurt / bleven ergens anders in huis Achteraf praten met ouders over voorlezen: ja, veel / ja, weinig / neen

Page 38: Beschrijving ‘Voorlezen aan huis’ - De Kloofdekloofeenbeetjedichten.be/sites/dekloof.dev/files/140127 AHS... · In 1999 groeide bij Kurt Van de Velde (kleuterleider Basischool

Voorleeswerkboek 38

Naam van het kind:

School:

Brugfiguur:

Naam van de voorlezer:

(Heb je al gevraagd om met je kind en de ouder naar een plaatselijke bibliotheek te gaan?)

Dag en datum

Uur

Ik ben er geweest

Vul samen met de ouders het blad in. Schrijf het over op de kalenderkaart en geef door aan de ouders. (Vragen om ergens op te hangen?) Je kan met het kind na de voorleesbeurt een tekentje maken in de kolom ‘Ik ben er geweest’.