Bescherming van De gezondheid en de veiligheid op …...van de gezondheid en de veiligheid op het...

175
De gezondheid en de veiligheid op het werk in de landbouw, veehouderij, tuinbouw en bosbouw Bescherming van Europese Commissie

Transcript of Bescherming van De gezondheid en de veiligheid op …...van de gezondheid en de veiligheid op het...

  • De gezondheid en de veiligheid op het werk in de landbouw, veehouderij, tuinbouw en bosbouw

    Bescherming van

    Europese Commissie

  • Deze publicatie wordt ondersteund door het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solida- riteit (2007-2013) van de Europese Unie (Progress).

    Dit programma wordt uitgevoerd door de Europese Commissie. Het beoogt de uitvoering van de doelstellingen van de Europese Unie op het gebied van werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen financieel te ondersteunen en aldus bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie op deze gebieden.

    Dit programma, met een looptijd van zeven jaar, richt zich op alle belanghebbenden die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van goede en doeltreffende wetgeving en beleid inzake werkgelegenheid en sociale zaken in de EU-27, de EVA-landen, de EER-landen, de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

    Nadere informatie vindt u online (http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=327).

    http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=327

  • Europese Commissie

    Directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en InclusieEenheid B.3

    Manuscript voltooid in december 2011

    Niet-bindende leidraad voor de toepassing van beste werkmethoden met het oog op een betere naleving van de richtlijnen betreffende

    gezondheid en veiligheid op het werk in de landbouw, veehouderij, tuinbouw en bosbouw

  • Noch de Europese Commissie, noch enige persoon die optreedt in naam van de Commissie kan verantwoordelijk worden gesteld voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de gegevens in deze publicatie.

    De links in deze publicatie klopten toen de tekst werd afgesloten.

    Voor elk gebruik of elke reproductie die niet valt onder het auteursrecht van de Europese Unie, dient rechtstreeks van de auteursrechthouder(s) toestemming te worden verkregen.

    © Omslagfoto: 123RF

    Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

    Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2015

    ISBN 978-92-79-43408-2doi:10.2767/61564

    © Europese Unie, 2015 Overneming met bronvermelding toegestaan.

    Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw vragen over de

    Europese Unie

    Gratis nummer (*):00 800 6 7 8 9 10 11

    (*) De informatie wordt gratis verstrekt en bellen is doorgaans gratis, maar sommige operatoren, telefooncellen of hotels kunnen kosten aanrekenen.

    http://europa.eu

  • 3

    Beste landbouwer,

    De landbouwsector in Europa wordt met almaar grotere uitdagingen en problemen geconfronteerd. Over sommige daarvan heeft u geen controle: de wereldeconomie, klimaatverandering, extreme weersomstandig-heden, plattelandsvlucht. Wat u wel in eigen handen heeft, is uw werkvermogen en de mogelijkheid om de veiligheids- en gezondheidsproblemen aan te pakken waarmee u wordt geconfronteerd.

    Het spreekt vanzelf dat uw gezondheid en veiligheid en die van uw werknemers, samen met een veilig milieu, absolute vereisten voor een levensvatbare exploitatie zijn. Om binnen uw onderneming een goed niveau van gezondheid en veiligheid te verwezenlijken, zijn systematische inspanningen nodig. Het is ook uw morele en wettelijke verantwoordelijkheid als werkgever om ervoor te zorgen dat uw werknemers in veiligheid en goede gezondheid verkeren.

    Gezondheid en veiligheid zijn zaken waarover u zelf controle heeft. Het ligt immers binnen uw mogelijkheden om het aantal ongevallen en ziektegevallen en het risico van verlies van bezittingen en productiemiddelen te beperken. Gebruik deze leidraad om u op weg te helpen.

    Deze leidraad biedt u achtergrondinformatie over wat gezondheid en veiligheid precies inhouden, welke aspecten van uw onderneming ermee verband houden, welke zaken de meeste aandacht vereisen en hoe u zich kunt organiseren om er meer controle over te krijgen. Bovenal biedt hij u een instrument om gevaren op het werk te onderkennen en te beoordelen: de risicobeoordeling. Er worden 128 courante gevaren opgesomd die u bij uw risicobeoordeling kunt gebruiken: er is dus al veel werk voor u verricht — om u kosten, tijd en moeite te besparen.

    Trek wat tijd uit om de suggesties in deze leidraad te lezen. Misschien kunt u er een mensenleven mee redden.

    VOORWOORD

  • 4g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    INHOUDSOPGAVEhoofdstuk 1: InlEIdInG tot dEzE lEIdraad 10

    1.1 Doel van deze leidraad 101.2 Landbouw — een sector vol gevaren 101.3 De acht belangrijkste doodsoorzaken in de landbouw 111.4 Toepassingsgebied van deze leidraad 111.5 Voor wie is deze leidraad bedoeld? 111.6 Hoe gebruikt u deze leidraad? 11

    hoofdstuk 2: InlEIdInG tot GEzondhEId En vEIlIGhEId 132.1 Definitie van gezondheid en veiligheid 132.2 Gezondheid en veiligheid — een wettelijke verplichting 132.3 Nationale instanties voor gezondheid en veiligheid 142.4 Waarom moet u zich om gezondheid en veiligheid zorgen maken? 14

    hoofdstuk 3: orGanIsatIE van GEzondhEId En vEIlIGhEId 153.1 Beheer van gezondheid en veiligheid 153.2 Kennis van uw wettelijke verplichtingen 163.3 Overleg met uw werknemers 163.4 Modernisering van uw infrastructuur 173.5 Planning van een activiteit 173.6 Melding van gezondheidsproblemen en ongevallen 17

    hoofdstuk 4: rIsICobEoordElInG 194.1 Wat is risicobeoordeling? 194.2 Stapsgewijze aanpak van risicobeoordeling 204.3 Gegevensbewaring 244.4 Aan de slag! 24Casestudy 26

    hoofdstuk 5: PlannInG 275.1 Het belang van planning 275.2 Uw werk organiseren en plannen 275.3 Taken organiseren 28Casestudy 29

    hoofdstuk 6: oPlEIdInG 306.1 Soorten opleidingen 306.2 Opleidingsbehoeften 306.3 Licentieverlening 316.4 Opleidingsregisters 326.5 Doeltreffendheid van de opleiding 32Casestudy 33

  • 5

    hoofdstuk 7: arbEIdskraChtEn 347.1 Blootstelling van werknemers aan gevaren 347.2 Betrokkenheid van werknemers 357.3 Kwetsbare werknemers 357.4 Voorzieningen 367.5 Bijkomende welzijnsmaatregelen 367.6 Geweld tussen personeelsleden 36Casestudy 37

    hoofdstuk 8: GEzondhEIdsmanaGEmEnt 388.1 Gezondheidsproblemen 388.2 Gezondheidstoezicht 388.3 Zoönosen 398.4 Allergieën 398.5 Vaccinaties 408.6 Gehoor-, gezichts- en cardiovasculaire tests 408.7 Astma 408.8 Aandoeningen aan het bewegingsapparaat 418.9 Weersgebonden gezondheidseffecten 428.10 Huidaandoeningen 428.11 Eerste hulp 42Casestudy 43

    hoofdstuk 9: PErsoonlIjkE bEsChErmInGsmIddElEn 449.1 PPE-keuze 449.2 Gebruik en onderhoud van PPE 459.3 Veelgebruikte PPE 469.4 Kleding 47Casestudy 48

    hoofdstuk 10: ParaathEId En rEaCtIE oP noodsItuatIEs 4910.1 Planning van reacties op noodsituaties 4910.2 Bijkomende maatregelen bij bosbouwwerkzaamheden 5010.3 Brandpreventiemaatregelen 5010.4 Brandbestrijding 5110.5 Overstromingen en stormen 5110.6 Contact tussen machines en bovengrondse elektriciteitskabels 51Casestudy 52

    hoofdstuk 11: kIndErEn 5311.1 Wiens kinderen treft men doorgaans aan op een boerderij? 5311.2 Veelvoorkomende oorzaken van ongevallen 5311.3 Factoren die tot ongevallen leiden 5411.4 Eenvoudige maatregelen om kinderen te beschermen 55Casestudy 56

  • 6g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    hoofdstuk 12: bEzoEkErs En dErdEn 5712.1 Soorten bezoekers 5712.2 Loonwerkers/vertegenwoordigers van overheidsinstanties/werknemers

    van nutsbedrijven/werknemers van bouw- en onderhoudsaannemers 5712.3 Informatieverstrekking aan derden 5812.4 Preventieve maatregelen 5812.5 Toeristen/schoolkinderen/gastenkamers op de boerderij 59Casestudy 60

    hoofdstuk 13: InfrastruCtuur 6113.1 Perimeterbescherming en toegang 6113.2 Houd het bedrijf net en ordelijk 6213.3 Elektrische installatie 6313.4 Watertoevoer en -voorraad 6413.5 Werken op hoogte 6513.6 Werken op de grond 6713.7 Besloten ruimten 6713.8 Opslagplaatsen, magazijnen, stapelen en arbeidsplaatsen 6813.9 Brandstofvoorraden en brandpreventie 6913.10 Asbest 6913.11 Boerderijwinkels en gastenkamers 69Casestudy 70

    hoofdstuk 14: maChInEs En matErIaal 7114.1 Aan machines verbonden gevaren 7114.2 Aankoop van machines 7314.3 Ingebruikneming van machines 7314.4 Veilig gebruik van machines 7314.5 Kinderen en machines 7414.6 Accessoires 7414.7 Onderhoud en reparaties 7514.8 Ontmanteling 7614.9 Werktuigen en arbeidsplaatsen 76Casestudy 77

    hoofdstuk 15: vErvoEr En voErtuIGEn 7815.1 Voertuigen in de landbouw 7815.2 Veilig gebruik van trekkers 7815.3 Terreinvoertuigen (ATV’s) 7915.4 Zelfrijdende machines op wielen 8015.5 Laden en lossen 8015.6 Planning van de rit 8115.7 Oorzaken van verkeersongevallen 8115.8 Menselijke vaardigheden en gedrag 8215.9 Noodsituaties 8215.10 Voertuigonderhoud 8215.11 Veevervoer 8315.12 Verkeersregeling binnen het bedrijf 83

  • 7

    15.13 Voor vervoer gebruikte dieren 8415.14 Vervoer over water 84Casestudy 85

    hoofdstuk 16: GEvaarlIjkE stoffEn 8616.1 Gevaarlijke stoffen op boerderijen 8616.2 Welke schade kunnen ze aanrichten? 8616.3 Wijzen van contact 8616.4 Opslagoverwegingen 8716.5 Veiligheidsinformatiebladen 8716.6 Contact met gevaarlijke stoffen 8716.7 Gebruik van gevaarlijke stoffen 8816.8 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 8816.9 Etikettering en signalering 8816.10 Brandstoffen en oliën 8916.11 Stof van graankorrels/tarwe/graangewassen/diervoeders 8916.12 Dierlijke vloeistoffen en drijfmest 8916.13 Asbest 90Casestudy 91

    hoofdstuk 17: sIGnalErInG 9217.1 Belang van borden 9217.2 Signaleringsoverwegingen 9317.3 Akoestische signalen 9417.4 Waarschuwingsborden 9417.5 Gebruik van handsignalen 95Casestudy 96

    hoofdstuk 18: tEElt van GEwassEn 9718.1 Fasen van de groeicyclus van gewassen 9718.2 Soorten gewassen 9718.3 Perceel- en bodemvoorbereiding 9718.4 Planten/zaaien 9818.5 Telen 9818.6 Snoeien 9918.7 Oogsten 99Casestudy 101

    hoofdstuk 19: vEEhoudErIj 10219.1 Gezonde kuddes 10219.2 Gedrag van dieren 10219.3 Contact met dieren 10319.4 Zoönosen 10419.5 Voederen 10419.6 Behandeling van dierlijke mest 10519.7 Vervoer van dieren 10519.8 Consumptie van dierlijke producten 10619.9 Plagen 10619.10 Gevaren voor het bewegingsapparaat 106

  • 8g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    19.11 Ademhalingsproblemen 10719.12 Chemische stoffen 10719.13 Bijkomende punten om aandacht aan te besteden 10819.14 Dieren en het publiek 108Casestudy 109

    hoofdstuk 20: GlastuInbouw 11020.1 Aan glastuinbouw verbonden gevaren 11020.2 Materiaalgebonden gevaren 11120.3 Werkomstandigheden in broeikassen 11120.4 Systemen ter beheersing van de omgevingsfactoren 11120.5 Manueel hanteren van lasten en spierbelasting 11220.6 Hoe gevaren voor het bewegingsapparaat verkleinen? 11220.7 Pesticiden en meststoffen 11220.8 Broeikasonderhoud 11320.9 Aanvullende overwegingen 113Casestudy 114

    hoofdstuk 21: bosbouw 11521.1 Planning 11521.2 Personeelsbeheer 11621.3 Bomen planten 11621.4 Kampementen 11721.5 Bosonderhoud 11721.6 Houtwinning 11721.7 Half omgevallen bomen, uitslepen 11821.8 Houtvervoer 11821.9 De kettingzaag 11821.10 Handsignalen 11921.11 Touwen en klimmateriaal 12021.12 Eerstehulp- en noodvoorzieningen 12021.13 Bosbranden 120Casestudy 121

  • 9

    De bijlagen zijn genummerd zoals de overeenkomstige hoofdstukken.

    bIjlaGE 1.1: GlossarIum 122

    bIjlaGE 1.2: rEfErEntIEs 123

    bIjlaGE 2.1: natIonalE InstantIEs voor GEzondhEId En vEIlIGhEId 125

    bIjlaGE 2.2: EuroPEsE rIChtlIjnEn InzakE GEzondhEId En vEIlIGhEId 127

    bIjlaGE 4.1: rIsICobEoordElInGsInstruCtIE 130

    bIjlaGE 4.2: rIsICobEoordElInGsformulIEr 132

    bIjlaGE 4.3: voorbEEldEn van GEvarEn 136

    bIjlaGE 4.4: rIsICobEoordElInGsmodEllEn 158

    bIjlaGE 4.5: GEvaarlIjkE aCtIvItEItEn 161

    bIjlaGE 5.1: wErkmEthodEomsChrIjvInG 165

    bIjlaGE 19.1: zoönosEn 168

  • 10g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    Momenteel bestaat er op Europees niveau geen enkele richtlijn die specifiek over de bescherming van de gezondheid en de veiligheid op het werk in alle aspecten van de landbouw, met inbegrip van de veehouderij, de tuinbouw en de bosbouw, handelt. De kaderrichtlijn (89/391/EEG) en diverse afzonderlijke richtlijnen zijn echter op deze sectoren van toepassing. Er moet ook worden benadrukt dat de werknemers door de bijzondere kenmerken van deze sectoren — zoals werken in de openlucht, in kassen, met zware machines, met dieren, gering sociaal contact op het werk, lage opleidingsniveaus, gebruik van chemische stoffen en gewasbeschermingsmiddelen — aan grotere risico’s worden blootgesteld, wat ook blijkt uit het hogere ongevallenpercentage dan gemiddeld in andere sectoren.

    1.1 Doel van deze leidraad

    Deze leidraad heeft tot doel om u praktische tips en adviezen over gezondheid en veiligheid in uw onder-neming te geven.

    Hij geeft geen opsomming van uw wettelijke verplichtingen en vervangt evenmin wettelijke vereisten waaraan u eventueel moet voldoen. U moet hem veeleer zien als een gids die u wijst op alles waarop u moet letten en waarover u bezorgd moet zijn. Hij stelt ook manieren voor om binnen uw onderneming een hogere mate van veiligheid te bereiken.

    Beschouw deze leidraad als een instrument dat u helpt om:

    • bewust te worden van veiligheids- en gezondheidsproblemen in uw onderneming;

    • oplossingen te vinden voor veiligheids- en gezondheidsproblemen;• de werkomstandigheden te verbeteren; en ten slotte• het maximum uit uw onderneming te hale.

    1.2 Landbouw — een sector vol gevaren

    landbouwer zijn is geen gemakkelijk beroep: in feite is het zelfs een van de meest gevaarlijke beroepen. beroepen uit de land- en bosbouwsector bekleden systematisch de derde of vierde plaats in het rijtje van meest gevaarlijke beroepen in de Europese unie.

    Deze informatie is gebaseerd op een beoordeling van de ongevallen en gezondheidsproblemen die aan de lokale overheden zijn gemeld. Heel veel ongevallen, gezondheidsproblemen of zelfs overlijdens worden echter niet gemeld… de toestand is dus in werkelijkheid nog veel slechter. Op veel boerderijen wordt niet alleen gewerkt, maar ook gewoond. Kinderen en ouderen worden aan onnodige risico’s blootgesteld en worden met bijkomende gevaarlijke situaties geconfronteerd.

    HOOFDSTUK 1

    Inleiding tot deze leidraad

    Denk eraan: zelfs de kleinste verandering kan een groot verschil maken.

  • 11

    1.3 De acht belangrijkste doodsoorzaken in de landbouw

    Wat zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in deze sector?

    • Ongevallen met voertuigen (overreden worden of onder een gekanteld voertuig terechtkomen)

    • Vallen van een hoogte (uit bomen, door daken)• Geraakt worden door vallende of bewegende voorwerpen

    (machines, gebouwen, balen, boomstammen)• Verdrinken (in waterreservoirs, drijfmesttanks, graansilo’s)• Omgaan met vee (aangevallen of verpletterd worden door

    dieren, zoönosen)• Contact met machines (onbeschermde bewegende onderdelen)• Vast komen te zitten (onder ingestorte constructies)• Elektriciteit (elektrocutie)

    1.4 Toepassingsgebied van deze leidraad

    Deze leidraad heeft betrekking op de:

    • landbouw• tuin- en glastuinbouw• veehouderij• bosbouw.

    hij richt zich op micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de Europese unie.

    1.5 Voor wie is deze leidraad bedoeld?

    Deze leidraad is voor u bestemd, als u

    • een landbouwer bent;• een bosbouwaannemer bent, of in de tuinbouwsector actief bent;• een zelfstandig ondernemer bent;• een manager of werknemer bent.

    1.6 Hoe gebruikt u deze leidraad?

    deze leidraad is in 21 hoofdstukken verdeeld. als u deze leidraad op een computer bekijkt, kunt u direct naar een bepaald hoofdstuk gaan door er in de inhoudsopgave op te klikken. Elk hoofdstuk bevat informatie over een bepaald onderwerp, belicht veelvoorkomende gevaren en reikt manieren aan om ermee om te gaan. Omdat veel van deze gevaren van meerdere factoren afhankelijk zijn of vanuit verschil-lende oogpunten kunnen worden bekeken (bv. machines, voertuigen, dieren), vindt u kruisverwijzingen tussen hoofdstukken die u voor meer informatie naar een ander deel van deze leidraad verwijzen.

  • 12g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    Goede werkmethoden worden met een groen vinkje aangeduid, slechte werkmethoden met een rood kruisje.

    deze leidraad bevat onder andere:

    1. voorbeelden van gevaren die u in de landbouw, tuinbouw, veehouderij en bosbouw kunt aantreffen (bijlage 4.3: voorbeelden van gevaren);

    2. risicobeoordelingsmethoden aan de hand waarvan u uw eigen risicobeoordelingen kunt uitvoeren (hoofdstuk 4: risicobeoordeling);

    3. een glossarium waarin u afkortingen of technische termen kunt opzoeken (bijlage 1.1: Glossarium);4. een afdeling met referenties en een bibliografie (bijlage 1.2: referenties);5. een lijst van nationale instanties voor gezondheid en veiligheid (bijlage 2.1: nationale instanties

    voor gezondheid en veiligheid).

    U kunt deze leidraad helemaal lezen om vertrouwd te raken met de verschillende aspecten van gezondheid en veiligheid of u kunt er bepaalde hoofdstukken uitpikken die bepaalde activiteiten of onderwerpen behandelen waarbij u hulp nodig heeft.

  • 13

    HOOFDSTUK 2

    Inleiding tot gezondheid en veiligheid2.1 Definitie van gezondheid en veiligheid

    Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) is gezondheid het bevorderen en in stand houden van de hoogste graad van fysiek, mentaal en sociaal welzijn van werkenden van alle beroepen. Met andere woorden, gezondheid is dat wat u fysiek en mentaal fit en gezond houdt.

    veiligheid is de afwezigheid van onaanvaardbaar risico of schade. Veiligheid is dus het creëren van omstandigheden waarin de kans op schade zo klein mogelijk wordt gemaakt.

    2.2 Gezondheid en veiligheid — een wettelijke verplichting

    Gezondheid en veiligheid zijn in heel Europa gereglementeerd en worden geregeld door nationale en EU-regelgeving (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl en https://osha.europa.eu/nl/legislation/directives).

    de Europese regelgeving legt de minimumvoorschriften vast die elke lidstaat moet aannemen of even-tueel verder kan uitbreiden. De Europese Unie heeft enkele richtlijnen betreffende gezondheid en veiligheid uitgevaardigd die betrekking hebben op:

    • minimumnormen voor arbeidsplaatsen• trillingen• elektromagnetische velden• manueel hanteren van lasten• biologische, chemische en fysische agentia• zwangere vrouwen en jonge werknemers• arbeidsmiddelen• beeldschermen• persoonlijke beschermingsmiddelen• lawaai• signalering• asbest• mobiele bouwplaatsen.

    (bijlage 2.2: Europese richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid)

    De gezondheids- en veiligheidswetgeving heeft tot doel de werkomstandigheden te verbeteren, het aantal werkgerelateerde ongevallen en ziekten te verminderen en de arbeidsplaatsen veilig en gezond te maken voor de werkenden.

    Hoewel het onderliggende concept in alle EU-lidstaten hetzelfde is, kan de nationale wet- en regelgeving verschillen afhankelijk van de noden, kenmerken en ervaringen van de diverse lidstaten.

    Gezondheids- en veiligheidsinspecteurs controleren of werkgevers de gezondheids- en veiligheidswet-geving naleven.

    http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nlhttps://osha.europa.eu/nl/legislation/directives

  • 14g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    2.3 Nationale instanties voor gezondheid en veiligheid

    De verantwoordelijkheid van de overheid op het gebied van gezondheid en veiligheid berust bij de arbeids- inspectie, gezondheidsdienst of een gelijkwaardige instantie. Het is belangrijk dat u uw nationale instantie voor gezondheid en veiligheid op het werk kent. Contacteer uw plaatselijk kantoor voor advies en meer informatie over uw verantwoordelijkheden (bijlage 2.1: nationale instanties voor gezondheid en veiligheid).

    2.4 Waarom moet u zich om gezondheid en veiligheid zorgen maken?

    U moet gezondheid en veiligheid actief beheren, want een ernstig ongeval of een overlijden op uw bedrijf kan ernstige gevolgen hebben.

    Het kan daarbij gaan om financieel verlies en leed voor uzelf, uw gezin of uw werknemers.

    als werkgever of zelfstandige wilt u de volgende kosten graag beperken of vermijden:

    • medische (inclusief voor eerste hulp) en farmaceutische kosten;• verzekeringskosten;• juridische kosten ten gevolge van burgerlijke en strafrechtelijke procedures;• stilstandtijd en bedrijfssluiting;• schade aan machines en infrastructuur;• aanwerving en opleiding van nieuwe en tijdelijke arbeidskrachten;• negatieve publiciteit en imagoschade;• productieverlies.

    als werknemer of zelfstandige kunt u gecon-fronteerd worden met:

    • leed, pijn en letsels;• ziekenhuisopname;• medische kosten;• (tijdelijke of blijvende) arbeidsongeschiktheid;• blijvende invaliditeit;• verlies van inkomen om uzelf en uw gezin te

    onderhouden.

    Ongevallen kunnen een grote impact op uw werkvermogen hebben.

  • 15

    HOOFDSTUK 3

    Organisatie van gezondheid en veiligheidUit gegevens die het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk heeft verzameld, blijkt dat er in de Europese Unie om de drie en een halve minuut iemand door een arbeidsongeval om het leven komt, velen van hen in de land- en bosbouw.

    Ervan uitgaan dat er wel niets zal gebeuren, is geen oplossing.

    3.1 Beheer van gezondheid en veiligheid

    Ook al beschouwt u gezondheid en veiligheid momenteel niet als uw allerhoogste prioriteit, de tijd en het geld die/dat u aan gezondheid en veiligheid besteedt, moet u als een investering zien en niet als een nutteloze uitgave.

    Het bedrag dat u aan preventie besteedt, zal immers veel kleiner zijn dan uw kosten voor medische behan-delingen, vervangende arbeidskrachten, schadevergoedingen of boetes die u zult moeten betalen als er in uw bedrijf een ongeval gebeurt.

    Voor de organisatie van gezondheid en veiligheid binnen uw bedrijf, moet u:

    • uw wettelijke verplichtingen kennen;• weten hoe en in welke mate u uw werknemers erbij moet betrekken;• de aanvaardbare norm op het gebied van infrastructuur/apparatuur en machines voor uw bedrijf

    kennen, en• weten hoe u uw dagelijks werk moet plannen en uitvoeren.

    Wees proactief — Wacht niet tot er een ongeval gebeurt — Plan uw werk.

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Beheer van gezondheid en

    veiligheid• Kennis van uw wettelijke

    verplichtingen• Overleg met uw

    werknemers• Modernisering van uw

    infrastructuur• Planning van een activiteit• Melding van gezondheids-

    problemen en ongevallen

    Overleg regelmatig met uw werknemers.

  • 16g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    3.2 Kennis van uw wettelijke verplichtingen

    U moet de wetgeving kennen en weten wat van u op het gebied van gezondheid en veiligheid wordt ver-wacht. Er kunnen diverse wetten en regels bestaan die op u van toepassing zijn, de ene al vanzelfsprekender dan de andere. Wetgeving wordt ook vaak herzien. U moet van alle wijzigingen en alle nieuwe wet- of regelgeving op de hoogte zijn. Neem contact op met uw regelgevende autoriteit of uw brancheorganisatie voor meer informatie: start en onderhoud een relatie met hen. Schrijf de zaken op waarvan u vroeger niet op de hoogte was. Deze kennis en de beheersmaatregelen die u neemt, zullen ongevallen en gezondheidsproble-men binnen uw bedrijf helpen voorkomen. Doen ze zich toch voor, dan kunnen ze u ook tegen juridische procedures beschermen.

    3.3 Overleg met uw werknemers

    Zelfs als u een eenmanszaak heeft en een beroep doet op uw gezinsleden of tijdelijke arbeidskrachten, moet u met alle werkenden overleg plegen over gezondheid en veiligheid. Gezondheid en veiligheid gaan erom dat u en uw werknemers op een veilige manier samenwerken om een gezamenlijk doel te bereiken: veilig produceren.

    U en uw arbeidskrachten staan hierin dus aan dezelfde kant en het overleg zou niet tot meningsverschillen of conflicten mogen leiden. Het zou een gedachtewisseling moeten zijn waaruit iedereen voordeel kan halen. luister naar de meningen en problemen van uw werknemers en vraag hen om samen met u naar oplossingen te zoeken.

    uw arbeidskrachten zijn waarschijnlijk het best geplaatst om de veiligheids- en gezondheidspro-blemen in uw bedrijf vast te stellen, aangezien zij er elke dag mee te maken hebben. Betrek hen bij het onderkennen en beoordelen van gevaren. Als uw nationale wetgeving dit vereist (en afhankelijk van de grootte van uw bedrijf), moedig hen dan aan om veiligheidsvertegenwoordigers te kiezen, richt veiligheidscomités op, organiseer vergaderingen en houd notulen bij van wat er wordt gezegd. Maak er optimaal gebruik van.

  • 17

    3.4 Modernisering van uw infrastructuur

    misschien zijn aanpassingen aan uw gebouwen en terreinen noodzakelijk. Als u al weet wat er moet gebeuren, maak dan een actieplan voor de uitvoering ervan op. zo niet, gebruik deze leidraad om ze te identificeren. Aan de hand van de risicobeoordeling die in hoofdstuk 4 wordt uiteengezet, kunt u vaststellen welke aanpassingen noodzakelijk zijn. De risicobeoordeling zal een „todolijst” opleveren met onder andere de punten die u op uw bedrijf moet verbeteren. U zult ook moeten denken aan zaken zoals:

    • reinheid en netheid van het bedrijf;• scheiding van verkeer, werkactiviteiten, mensen en drukke zones;• signalering;• als u mensen in dienst heeft, zult u afhankelijk van de activiteiten ook sanitair en rustvoorzieningen,

    schoon drinkwater, kantines of lunch- en pauzezones, toiletten, douches en kleedkamers, voorzie-ningen voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, communicatiemogelijkheden en een rookbeleid moeten hebben;

    • nood- en evacuatieregelingen, eerstehulpverlening, vervoer naar een plaats van medische behandeling (als dit nodig blijkt).

    Deze en vele andere onderwerpen komen in de volgende hoofdstukken aan bod.

    3.5 Planning van een activiteit

    alle activiteiten vereisen planning. Dit hoeft niet noodzakelijk op een formele manier te gebeuren: zet eerst alles even op een rijtje:

    • Beschik ik over de juiste gereedschappen en werktuigen?• Wat kan er verkeerd lopen?• Bestaat er een betere en veiligere manier om de taak te verrichten?• Welke acties zijn noodzakelijk voordat het werk begint?• Weten mijn werknemers wat ze doen?• Zijn mijn werknemers bekwaam en voldoende opgeleid voor de taak?

    Na afloop van de taak moet u zich afvragen:

    • Is alles volgens plan verlopen? • Kan ik iets doen om de taak in de toekomst beter te laten verlopen?• Zijn mijn werknemers en ik tevreden dat we het werk op een dusdanige

    manier hebben verricht dat de risico’s voor de gezondheid en de veiligheid zo klein mogelijk waren?

    3.6 Melding van gezondheidsproblemen en ongevallen

    Volgens EU-recht moeten arbeidsongevallen en arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen aan de arbeidsinspectie of aan een gelijkwaardige nationale autoriteit worden gemeld.

    Telkens wanneer zich een ongeval voordoet, moet u, nadat de gewonde is verzorgd:

    • het ongeval aan de autoriteiten melden, zoals vereist door het nationaal recht;• het ongeval onderzoeken om de oorzaken ervan vast te stellen;• een verslag over het ongeval opstellen, zoals vereist door het nationaal recht;• het ongeval in een logboek registeren.

    Leer uit ervaring.

  • 18g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    Het verdient aanbeveling om ook bijna-ongevallen te registreren, omdat hieruit blijkt welke gebieden een groter risico inhouden.

    Ongevallen en gezondheidsproblemen melden helpt om de Europese kennis te vergroten en om statistische analyses te maken waaruit conclusies kunnen worden getrokken. Op die manier kunnen dan meer specifieke adviezen en beheersmaatregelen worden geformuleerd ter bevordering van de gezondheid en veiligheid op het werk voor alle werkenden.

  • 19

    HOOFDSTUK 4

    Risicobeoordeling

    4.1 Wat is risicobeoordeling?

    Om een veilige en gezonde werkomgeving te kunnen garanderen, moet u eerst een risi-cobeoordeling uitvoeren. Risicobeoordeling vormt de basis voor uw gezondheids- en veiligheidsbeheer en behoort tot uw wettelijke verplichtingen.

    Risicobeoordeling is het proces waarbij een evaluatie wordt gemaakt van de gevaren op de werkvloer die een risico vormen voor de gezondheid en veiligheid van uzelf, uw werknemers en uw eventuele gezinsleden. Het is een systematisch onderzoek, gericht op alle aspecten van het werk, waarbij naar de volgende punten wordt gekeken:

    • Wat kan schade of letsels veroorzaken?• Kunnen gevaren worden weggenomen en, zo niet,• welke preventieve of beschermende maatregelen zijn of moeten worden genomen om de risico’s te beheersen

    (Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk: http://osha.europa.eu/nl)?

    Een risicobeoordeling is een schriftelijke procedure.

    Beoordeling van gevaren

    Ernst

    HOOG GEMIDDELD LAAG

    Kans

    HOOG Hoog risico Substantieel risico Gemiddeld risico

    GEMIDDELD Substantieel risico Gemiddeld risico Minimaal risico

    LAAG Gemiddeld risico Minimaal risico Verwaarloosbaar risico

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Stapsgewijze aanpak van

    risicobeoordeling• Gevarenbeoordeling om

    het risiconiveau te bepalen• Vaststelling van preven-

    tieve en beschermende maatregelen

    • Actie ondernemen • Controle en evaluatie• Gegevensbewaring• Aan de slag • Casestudy

    http://osha.europa.eu/nl

  • 20g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    Interpretatie van de resultaten

    Risicoclassificatie Herstelmaatregelen en tijdsbestek

    16-25 HoogSTOP de activiteit tot maatregelen zijn genomen en het risiconiveau is verlaagd. (raadpleeg gespecialiseerde bronnen)

    10-15 Substantieel Maak de situatie veilig binnen een week. Neem intussen tijdelijke maatregelen.

    7-9 Gemiddeld Maak de situatie veilig binnen een maand.

    4-6 Minimaal Maak de situatie veilig binnen een jaar.

    1-3 Verwaarloosbaar Blijf de huidige beschermende en preventieve maatregelen toepassen — blijf de situatie opvolgen.

    4.2 Stapsgewijze aanpak van risicobeoordeling

    Er zijn vijf basisstappen in de uitvoering van een risicobeoordeling:

    STAP 1 Gevaren onderkennen en inventariseren

    STAP 2 Gevaren beoordelen om het risiconiveau te bepale

    STAP 3 Preventieve en beschermende maatregelen vaststellen

    STAP 4 Actie ondernemen

    STAP 5 Controleren en evalueren

    STAP 1 Gevaren onderkennen en inventariseren

    U moet binnen uw bedrijf alle mogelijke gevaren onderkennen en nagaan wie risico loopt. U moet ervoor zorgen dat u alle factoren en aspecten van uw bedrijf bekijkt.

    Een gevaar is alles wat schade kan berokkenen, gaande van materiële schade, geringe letsels of gezond-heidsproblemen tot letsels die invaliditeit, een slechte gezondheid of zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.

    Om te voorkomen dat gevaren over het hoofd worden gezien of bepaalde aspecten van uw activiteiten meer aandacht krijgen dan andere, helpt de muoPo-methode (mens, uitrusting, omgeving, product en organisatie) u om het hele plaatje te zien.

    Denk aan de volgende factoren in verband met uw onderneming:

    • mens: gebrek aan fysiek of mentaal vermogen, gebrek aan kennis of vaardigheden, gebrek aan competentie, de juiste houding of het juiste gedrag.

    • uitrusting: machines, handgereedschap, software en hardware, tafels of stoelen.• omgeving: licht, lawaai, klimaat, temperatuur, trillingen, luchtkwaliteit of stof.• Product: gevaarlijke stoffen, zware lasten en scherpe of warme voorwerpen.• organisatie: inrichting van de arbeidsplaats, taken, werkuren, pauzes, ploegenstelsels, opleiding, werksys-

    temen, communicatie, teamwerk, contact met bezoekers, sociale steun of autonomie (Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk).

    U moet eerst weten welke gevaren U en UW WERKNEMERS bedreigen voor u er iets aan kunt doen.

  • 21

    loop rond in uw bedrijf en let op:

    • de goede en slechte werkmethoden van uw werknemers;• veilige en gevaarlijke (onbeheerde) machines en materiaal;• gevaarlijke plaatsen;• onstabiele of zachte ondergrond;• putten in de grond en grote hoogteverschillen;• structurele zwakheden of schade;• de toegangsplaatsen voor het publiek;• de mensen die gevaar lopen (werknemers, leveranciers,

    onderaannemers, bezoekers, uw gezinsleden);• chemische stoffen en de manier waarop ze worden opgeslagen

    en waarmee er wordt omgegaan;• voertuigen en voertuigbewegingen.

    denk aan alle zones binnen uw bedrijf en al uw werkactiviteiten (bijlage 4.5: Gevaarlijke activiteiten).

    • Het is mogelijk dat u ingewikkelde activiteiten in eenvoudigere taken moet opdelen om gevaren op een meer gedetailleerde manier te kunnen onderkennen.

    • Bespreek mogelijke gevaren met de mensen die op uw bedrijf werken. De mensen die bij de activiteiten betrokken zijn, zijn waarschijnlijk het best geplaatst om de gevaren te herkennen en oplossingen voor te stellen. Onder „mensen” worden werknemers, leveranciers en onderaannemers verstaan. De term kan echter ook op uw gezinsleden slaan.

    • Bij het onderkennen van de gevaren mag u zich niet tot uw hoofdactiviteiten beperken. Denk ook aan ondersteunende werkzaamheden zoals onder-houdswerkzaamheden, schoonmaak- en voorbereidende werkzaamheden, inventarisopmaak, boren van boorputten: werkzaamheden die maar af en toe gebeuren, maar zelfs gevaarlijker kunnen zijn net omdat ze niet vaak hoeven te worden gedaan.

    • Vergeet ook de werkzaamheden niet die buiten uw bedrijf plaatsvinden, zoals het vervoer van gewassen of dieren.

    • Als er werknemers en hun gezinnen op het bedrijf wonen of als uw gezin op de boerderij woont, moet u bijzondere aandacht besteden aan hun veiligheid en gezondheid en aan hun dagelijkse behoeften.

    • Als uw bedrijf door scholen, toeristen of klanten wordt bezocht, mag u niet vergeten dat zij nog kwetsbaarder zijn omdat ze niet vertrouwd zijn met uw bedrijf, en dat u voor hen verantwoordelijk bent.

    • kinderen, zwangere vrouwen, ouderen en mensen met gezondheidsproblemen lopen meer gevaar en kunnen speciale noden hebben.

    • Gast- en seizoenarbeiders mogen niet worden vergeten.

    Denk aan problemen en incidenten die zich in het verleden hebben voorgedaan, en aan hun gevolgen.

    In de statistieken duiken bijna-onge-vallen later vaak op als ongevallen. Leer uit ervaring, uw eigen ervaring maar ook die van uw collega’s en buren.

    De MUOPO-methode

    Organisatie

    Product UitrustingMens

    Omgeving

    De „ongevallendriehoek”

    Dodelijk of ernstig ongeval 1Ernstige letsels 3Eerste hulp vereist 50Materiële schade 80Bijna-ongevallen (geen letsel of schade) 400

    Aan elk dodelijk ongeval zijn 400 bijna-ongevallen voorafgegaan waaraan geen aandacht is besteed.

    The accident triangle, Tye and Pearson (1974/75).

  • 22g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    bijlage 4.1: risicobeoordelingsinstructie bevat aanbevelingen over het soort vragen dat u zich moet stellen en waaraan u moet denken om gevaren te onderkennen. In bijlage 4.2 vindt u een voorbeeld van een risicobe-oordelingsformulier dat u kunt gebruiken om gevaren te registreren, en in bijlage 4.3 vindt u voorbeelden van gevaren waarop u zich bij uw risicobeoordeling kunt baseren.

    STAP 2 Gevarenbeoordeling om het risiconiveau te bepalen

    Zodra u de gevaren heeft geïnventariseerd, moet u ze beoordelen om het risiconiveau ervan te bepalen. Het risico hangt af van diverse factoren zoals.

    • kans (waarschijnlijkheid) dat het gevaar zich voordoet;• ernst van de impact wanneer het gevaar zich heeft voorgedaan;• frequentie en duur van de blootstelling aan het gevaar;• populatie: het aantal blootgestelde personen.

    Om praktische redenen concentreert men zich doorgaans op twee van deze factoren (beoordelingsparameters): kans en ernst.

    kans (of waarschijnlijkheid) is de kans dat er schade zal zijn. Ze varieert afhankelijk van de veiligheids- en voorzorgsmaatregelen die al zijn genomen. Als een hooizolder bijvoorbeeld met een leuning is beveiligd, is de kans op valpartijen kleiner.

    Ernst slaat op de omvang van de gevolgen (letsels, gezondheidsproblemen, verlies, schade). Ze varieert afhankelijk van de aard van het gevaar. Registreer de mogelijke gevolgen van een gevaar om de ernst ervan te kunnen bepalen. Bij een val van een hoogte bijvoorbeeld is de ernst automatisch heel groot omdat een dergelijke val fataal kan zijn.

    Gevaren registreren

    Wanneer u de gevaren heeft onderkend, moet u:

    • er een lijst van maken en• ze nummeren.

    Gevaren inventariseren helpt,

    • vermijden dat u gevaren vergeet;• vermijden dat u gevaren dubbel vermeldt;• bij de risicobeoordeling.

    Stel uzelf de vraag : „Wat kan er verkeerd lopen?”

    De kans op letsels door het omkantelen van een trekker varieert afhankelijk van de aanwezige bescherming (voor de bestuurder).

    risicobeoordeling is niet moeilijk. In ons hoofd voeren we een risicobeoordeling uit telkens wanneer we een weg oversteken. We weten allemaal dat een weg oversteken op het platteland andere risico’s inhoudt dan een drukke weg in de stad oversteken.

    Trekker zonder bescherming voor de bestuurder

    Hoog risico

    Trekker met kantelbeveiliging

    Gemiddeld risico

    Trekker met cabine

    Laag risico

  • 23

    De combinatie van de geselecteerde factoren bepaalt het risico. In bijlage 4.4 worden twee risicobeoorde-lingsmodellen voorgesteld.

    STAP 3 Vaststelling van preventieve en beschermende maatregelen

    Het risiconiveau bepaalt het tijdsbestek waarbinnen maatregelen moeten worden genomen, zoals wordt uiteengezet in bijlage 4.4: risicobeoordelingsmodellen.

    stel de maatregelen vast die moeten worden genomen om het risico zo veel mogelijk te beperkend. bijlage 4.3 bevat per gevaar voorstellen van preventieve maatregelen. Houd bij het kiezen van de maatregelen de algemene beginselen van preventie in gedachten:

    1. risicobeperking in onderstaande volgorde:a) wegnemen van de risicobron,b) vervangen van de risicobron,c) beperken van de gevaren die voortkomen uit de bron,d) isoleren van de risicobron,e) beschermen van het personeel met persoonlijke beschermingsmiddelen of andere middelen;

    2. terugdringing van menselijke fouten, en3. gezondheidstoezicht.

    Geef mensen de verantwoordelijkheid voor de toepassing van beheersmaatregelen en bepaal een tijds-bestek voor de uitvoering ervan.

    STAP 4 Actie ondernemen

    Pas de gekozen maatregelen toe zoals gepland. vraag geregeld na bij de mensen die met de uitvoering ervan zijn belast, hoever het ermee staat. Neem voor problemen die niet onmiddellijk definitief kunnen worden verholpen, tijdelijke maatregelen tot de definitieve oplossing kan worden toegepast.

    De letselkans bij het werken met een kettingzaag hangt af van de kenmerken van de kettingzaag en de beschikbare persoonlijke beschermingsmiddelen.

    Onopgeleide kettingzaaggebruiker zonder persoon-lijke beschermingsmiddelen

    Hoog risico

    Opgeleide kettingzaaggebruiker met een complete set persoonlijke beschermingsmiddelen

    Laag risico

  • 24g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    STAP 5 Controle en evaluatie

    Vergeet niet dat u niet alle gevaren kunt wegnemen, maar u kunt ze wel beheersen. Het restrisico is het risico dat blijft bestaan nadat passende beheersmaatregelen zijn genomen. Nadat de beheersmaatregelen zijn genomen, moet het gevaar opnieuw worden beoordeeld in het licht van de nieuwe omstandigheden. De kans dat het gevaar zich nu voordoet, zal dankzij de genomen maatregelen waarschijnlijk kleiner zijn. De ernst zal gelijk blijven, aangezien de gevolgen niet anders zijn als het gevaar zich toch voordoet.

    wanneer eindigt dit proces? nooit. Geregeld evalueren en controleren blijft noodzakelijk. Werknemers worden vervangen, faciliteiten zijn onderhevig aan slijtage, apparatuur en machines worden vervangen, voertuigen worden met toebehoren uitgerust en de technologie evolueert en u moet uw risicobeoordelingen up-to-date houden. Sommige gevaren verdwijnen vanzelf als hun bron wordt weggenomen (bv. als u een oude trekker door een moderne vervangt). Er kunnen echter ook nieuwe gevaren ontstaan. Gevaren kunnen ook seizoensgebonden zijn. Wat in de zomer veilig is, kan in de winter gevaarlijk zijn (bv. gladde oppervlakken, plagen). u moet altijd op basis van de actuele situatie werken. Evalueer en beoordeel dus mogelijke gevaren en risico’s opnieuw na elke belangrijke wijziging. Er zullen altijd dingen zijn waarop u moet letten zo lang mensen werkzaamheden uitvoeren, ongeacht of ze nu eenvoudig of ingewikkeld zijn.

    4.3 Gegevensbewaring

    Bewaar de schriftelijke risicobeoordelingen. Ze zijn nuttig om:

    • de gevaren te beoordelen die u heeft onderkend, en de risico’s en de beheersmaatregelen te bepalen;• informatie en kennis door te geven aan de betrokken personen;• de opleidingsbehoeften van uw werknemers te beoordelen, indien wordt vastgesteld dat opleiding een

    beheersmaatregel is;• geregeld te beoordelen of de nodige beheersmaatregelen worden toegepast;• bewijsstukken voor te leggen aan de autoriteiten;• in rechtszaken bewijs voor te leggen dat aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan;• nieuwe gevaren te registreren als de omstandigheden wijzigen.

    bijlage 4.2: risicobeoordelingsformulier biedt u een blanco werkblad waarop u de gevaren kunt noteren. Met de interactieve risicobeoordeling bij deze leidraad kunt u de risicobeoordeling uitvoeren, elektronisch opslaan en een archief van de uitgevoerde risicobeoordelingen aanmaken.

    4.4 Aan de slag!

    Ga aan de slag met uw risicobeoordeling:

    • gebruik het risicobeoordelingsformulier als template (bijlage 4.2).• selecteer de activiteit uit de activiteitenlijst (bijlage 4.5).• selecteer gevaren uit de lijst van voorbeelden van gevaren (bijlage 4.3), vink ze af en kopieer ze samen

    met hun gevolgen en de voorgestelde beheersmaatregelen.• beoordeel de gevaren op basis van het kwalitatieve model uit bijlage 4.4.• selecteer beheersmaatregelen uit de lijst van voorgestelde beheersmaatregelen, stel een verantwoordelijke

    aan voor hun uitvoering en leg een tijdsbestek voor hun uitvoering vast;• voer de beoordeling van het restrisico slechts uit nadat de beheersmaatregelen zijn genomen.

    Bij deze leidraad hoort een cd waarmee u uw eigen elektronische risicobeoordeling kunt aanmaken.

  • 25

    ongeveer 128 gevaren zijn al beoordeeld om een initiële gegevensbank te vormen. Door de optie „Mijn boerderij/Mijn onderneming” te kiezen, kunt u:

    • uw sector kiezen (optioneel);• de activiteit selecteren die u wilt beoordelen;• de eraan verbonden gevaren uit de lijst van 128 gevaren bekijken;• de gevaren kiezen die op uw situatie van toepassing zijn;• alle aanpassingen aanbrengen die u noodzakelijk acht (bv. naargelang de kans, de beheersmaatregelen

    die moeten worden genomen);• nieuwe gevaren of nieuwe activiteiten toevoegen;• uw eigen samenvattingsformulier opstellen.

    Als u hiermee klaar bent, moet u uw werk opslaan voor u met een volgende activiteit begint. Met dit instrument kunt u risicobeoordelingen opstellen voor zo veel activiteiten als u maar wenst.

    U kunt de 128 al beoordeelde gevaren ook bekijken en overwegen:

    • per sector: landbouw, bosbouw, tuinbouw, veehouderij;• per risicobron: materiaal en machines, gereedschap, voertuigen, infrastructuur, werk op het veld, bosbouw,

    gevaarlijke stoffen, vee, arbeidskrachten, bezoekers;• per risiconiveau: verwaarloosbaar, minimaal, gemiddeld, substantieel, hoog.

    Mijn risicobeoordeling

    Volg deze instructies om toegang te krijgen tot de cd.

    als u Excel versie 2003 gebruikt:• Klikop„OK”wanneeruhetwachtwoordwordtgevraagd.• Klikop„OK”inhetvolgendewaarschuwingsvenster.• Klikop„Macro’sinschakelen”wanneeruditwordtgevraagd.

    als u Excel versie 2007 gebruikt:• Open de spreadsheet: u ziet in de linkerbovenhoek een beveili-

    gingswaarschuwing: „macro’s zijn uitgeschakeld”.• Klik op „opties” naast de waarschuwing en kies „deze optie

    inschakelen”.• klik op „ok”; als de beveiliging van uw computer is ingesteld

    op hoog, is het mogelijk dat de macro’s niet werken en dat u het beveiligingsniveau moet verminderen.

  • 26g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    CasestudyEen zesjarig jongetje kwam tijdens de zomervakan-tie op bezoek bij zijn grootouders. Hij was graag bij zijn opa die hem meenam naar het veld, hem liet rondlopen op de boerderij, op de trekker zitten, aard-appelen rapen of spelen met de kippen en konijnen van zijn oma. Toen hij op een dag uit het zicht van zijn grootouders bij de vijver aan het spelen was, gleed hij uit, viel in de vijver en verdronk. De vijver was niet omheind.

    Wat had de landbouwer moeten doen?De landbouwer had een eenvoudige risicobeoordeling van zijn bedrijf moeten uitvoeren om vast te stellen:

    Wat kan er verkeerd lopen?• verdrinken in de vijver;• vast komen te zitten in de bewegende onderdelen van machines;• een ongeval met de trekker of andere voertuigen of werktuigen;• consumeren van oneetbare/schadelijke stoffen;• vallen van een hoogte tijdens het klimmen.

    Hoe groot is de kans dat een van deze mogelijkheden zich voordoet?

    Groot, gezien• de nieuwsgierigheid van het kind;• het feit dat hij niet vertrouwd is met de omgeving;• het gebrek aan toezicht.

    Wat zijn de mogelijke gevolgen (ernst)?

    • letsel, overlijden.

    Welke beheersmaatregelen had de landbouwer moeten nemen om de risico’s te beperken?Hij had• de vijver en andere gevaarlijke zones moeten omheinen;• het kind over de gevaren op de boerderij moeten vertellen en het enkele eenvoudige regels opleggen;• het kind niet zonder toezicht mogen laten spelen op de boerderij.

  • 27

    HOOFDSTUK 5

    Planning

    5.1 Het belang van planning

    Planning is van cruciaal belang om de veiligheid en gezondheid van mensen op het werk te garanderen. Een correcte planning is de eerste stap om te garanderen dat een taak veilig wordt uitgevoerd. Een doeltreffende planning helpt u om risico’s te ondervangen en ongevallen te voorkomen. Ze benadrukt wat moet worden gedaan voordat het werk begint, kan de stress verminderen en problemen op het laatste moment voorkomen. Deze leiden immers vaak tot halfslachtige oplossingen, het nemen van risico’s en onnodige haast: allemaal veelvoorkomende oorzaken van ongevallen.

    5.2 Uw werk organiseren en plannen

    organiseer uw werk in termen van personeel, materiaal, voorzieningen en kenmerken van de werklocatie.

    Plan het werk om rekening te houden met de externe factoren waarover u geen controle heeft (bv. weersom-standigheden, seizoenen, beschikbaarheid van werkkrachten, bepaalde kenmerken van de werklocatie en files op de openbare weg).

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Werk organiseren en

    plannen• Een taak organiseren• Casestudy

    PersoneelDenk aan de:• vaardigheden die nodig zijn voor het werk;• beschikbaarheid van geschikte arbeidskrachten;• werktijden;• taakroulatie;• rustpauzes;• lunchpauzes.

    materiaal

    • Bepaal welk materiaal is vereist (gereedschap, machines en persoonlijke beschermingsmiddelen).

    • Zorg ervoor dat het materiaal geschikt en beschik-baar is.

    • Controleer of het materiaal goed functioneert en goed onderhouden is en of u over alle nodige licenties en bijbehorende certificaten beschikt.

    • Regel hun veilige vervoer naar de werklocatie.• Zorg ervoor dat de operator beschikbaar is en over

    de nodige licenties beschikt.

    voorzieningenZorg ervoor dat uw werknemers beschikken over:• schoon drinkwater;• toiletten en sanitaire voorzieningen;• maaltijden;• voorzieningen om de maaltijden te nuttigen en de

    rustpauzes door te brengen;• kleed- en droogruimten;• vervoersmogelijkheden; • telecommunicatiemogelijkheden.

    kenmerken van de werklocatieVerduidelijk de volgende zaken:• Gaat het om een vaste werklocatie?• Moeten de werknemers vaak van werklocatie

    veranderen?• Zijn alle arbeidskrachten vertrouwd met het

    landschap?• Zijn er landschapselementen die mogelijk gevaar-

    lijk kunnen zijn (kliffen, verlaten groeven, steile hellingen, rivieren, vijvers, meren, modder en/of vroegere aardverschuivingen, oneffen terrein, schietbanen, kampeerterreinen)?

    • Is de werklocatie gemakkelijk toegankelijk?• Zijn er planten die schadelijk kunnen zijn of dieren

    die gevaarlijk kunnen zijn (dichte begroeiing, wilde dieren, insecten, slangen enz.)?

  • 28g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    Noodplanning komt uitgebreider aan bod in hoofdstuk 10: Paraatheid en reactie op noodsituaties.

    5.3 Taken organiseren

    Sommige taken zijn ingewikkelder of gevaarlijker dan andere en vereisen daarom een meer gestructureerde planning en de opmaak van een werkmethodeomschrijving.

    Voorbeelden van dergelijke taken zijn:

    • dakreparaties;• bouwwerkzaamheden;• afvalverwijdering;• veevervoer,

    • vulling van brandstoftanks;• aanleg van boswegen;• reparatiewerkzaamheden aan kassen;• vervoer van machines en producten.

    Een werkmethodeomschrijving is een document waarin de manier waarop een taak zal worden uitgevoerd, gedetailleerd wordt beschreven zodat ze zo veilig mogelijk wordt uitgevoerd. U kunt uw werkmethode- omschrijvingen opstellen om:

    • de stappen, de volgorde ervan, het materiaal of de voorzorgsmaatregelen van de taak te verduidelijken;• formeel een veilige werkprocedure op te stellen en ze te gebruiken om die procedure aan uw werknemers

    mee te delen. Een werkmethodeomschrijving bevat gedetailleerde informatie over:

    • locatie;• timing;• weer;• materiaal en machines;• personeel, opleiding, vaardigheden, beperkingen;• kenmerken van het werk (alleen werken, werken in besloten

    ruimten enz.);• noodzaak aan persoonlijke beschermingsmiddelen;• noodplanning;• risicobeoordeling van de taak;• beschrijving van de verschillende stappen van de taak

    Na afloop van het werk kunt u de werkmethodeomschrijving corrigeren of verbeteren, afhankelijk van de ervaring die u heeft opgedaan. De herziene werkmethodeomschrijving zal kennis bevatten die in vergelijkbare situaties kan worden gebruikt. Achteraan deze leidraad, in bijlage 5.1 vindt u een gebruiksklaar model van een werkmethodeomschrijving.

    Plan uw werk rekening houdend met:• de weersomstandigheden die de werkzaamheden

    kunnen hinderen (bv. extreme temperaturen, windsnelheid, zichtbaarheid, regen-/stormweer, zonnestraling);

    • het aantal uren daglicht en de beste tijd van de dag of de nacht om het werk uit te voeren;

    • de seizoenen (bv. plant-, oogst-, jachtseizoen, voortplantings- en paartijd voor vee of wilde dieren).

    wees voorbereid op noodsituaties:• Met welk soort noodsituatie kunt u worden gecon-

    fronteerd? (bv. iemand raakt verdwaald, gewond, ziek, er is een storm, een aardverschuiving, een brand)

    • Hoe zult u de situatie aanpakken?• Hoe zult u de noodcommunicatie verzorgen?• Hoe zult u het noodvervoer/de evacuatie organiseren?

    werkmethodeomschrijving

    Beschrijving van de activiteit Uitgiftedatum: ……………………. Naam van de uitgever:………………………

    1. te overwegen elementen bij het plannen van de activiteitwerkaspecten werkparameters opmerkingen

    locatie

    Waar? Dichtbij of veraf?

    Moeilijk of gemakkelijk toegankelijk?

    Oneffen of effen terrein?

    timing Wanneer? Te kort of te lang?

    Extreme druk?

    weer Welk weer is het? Warm of koud?

    Extreme weersomstandig-

    heden?

    Rampen?

    benodigde machines & materiaal

    Welke? Eigen of gehuurd?

    Onderhouden of niet?

    Reparatie vereist of

    niet?

    mensen Wie? Voldoende in aantal?

    Opgeleid of niet? Ervaren of niet?

    Persoonlijke beschermingsmiddelen

    Welke? Voldoende in aantal?

    Gebruiksklaar? Weten de betrokkenen

    hoe ze ze moeten

    gebruiken?

  • 29

    CasestudyEen team van twaalf bosbouwwerknemers was na een week met stormweer en stortregens bomen aan het kappen diep in het bos. Ze hadden de voorbije week niet kunnen werken door de extreme weersomstandigheden en hadden zich naar hun werkplek gehaast om de verloren tijd in te halen. Ze werden het slachtoffer van een aard-verschuiving. Drie van hen lieten het leven, bedolven onder tonnen modder en stenen.

    Wat hadden de bosbouwwerknemers moeten doen?Ze hadden een eenvoudige risicobeoordeling van de locatie moeten uitvoeren om vast te stellen:

    Wat kan er verkeerd lopen?• aardverschuivingen;• half omgevallen bomen, en• onstabiel terrein ten gevolge van de storm.

    Hoe groot is de kans dat een van deze mogelijkheden zich voordoet?Groot, gezien:• de dagenlange extreme weersomstandigheden;• de kenmerken van het landschap/terrein.

    Wat zijn de mogelijke gevolgen (ernst)?• letsel, overlijden.

    Welke beheersmaatregelen hadden ze moeten nemen, indien ze de situatie vooraf hadden beoordeeld?Zij hadden:• de toestand van de bodem moeten beoordelen;

    • de werkzaamheden moeten uitstellen tot de werklocatie veilig was.

    In dergelijke situaties:• moeten teams de timing van dergelijke werkzaamheden plannen en noodplannen achter de hand houden zodat ze niet in

    zones met een hoog risico moeten werken na een storm;• moeten bosbouwwerknemers opgeleid zijn om de tekenen van een dreigende aardverschuiving (of een andere natuurramp)

    te herkennen voordat een aardverschuiving zich voordoet: — Zijn er verschillen in het landschap te merken zoals lichte grondverschuivingen, bodembewegingen, kleine aardverschui-vingen, stroompjes, bomen die steeds schuiner gaan staan?

    — Kan er op nieuwe plaatsen water door het grondoppervlak sijpelen?

    — Is gerommel hoorbaar (eerst licht en daarna steeds luider naarmate de snelheid van de aardverschuiving toeneemt)?

    — Zijn ongewone geluiden zoals het kraken van bomen te horen?

  • 30g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    HOOFDSTUK 6

    Opleiding

    opleiding is van essentieel belang om te garanderen dat u en uw werknemers bekwaam zijn (m.a.w. u en uw werknemers moeten voldoende opgeleid zijn om over de kennis, het bewustzijn, de vaardigheden en de houding te beschikken die nodig zijn om het werk veilig en correct uit te voeren, ook al onderneemt u het voor het eerst). Wanneer u en uw werknemers opgeleid en bekwaam zijn, is de kans dat iemand een letsel oploopt of een ongeval veroorzaakt, veel kleiner dan bij niet-opgeleide en onervaren mensen.

    6.1 Soorten opleidingen

    Er zijn twee soorten opleidingen:

    • lessen (theoretisch), waarbij u en/of uw werknemers lessen of presentaties bijwonen over het onderwerp in kwestie, en

    • praktijkopleidingen (praktisch), waarbij aan u en/of uw werknemers wordt getoond hoe ze bepaalde machines moeten gebruiken of hoe ze een taak in de praktijk moeten uitvoeren.

    6.2 Opleidingsbehoeften

    U moet ervoor zorgen dat u en uw werknemers zich van alle werkgerelateerde gevaren bewust zijn en weten hoe deze gevaren moeten worden beheerst en/of weggenomen. Deze opleiding kan formeel of informeel zijn. Ze kan de vorm aannemen van korte sessies door externe adviseurs of, als u daartoe over de nodige competenties beschikt, kunt u de opleiding zelf geven. Ze kan ook minder formeel zijn en bijvoorbeeld bestaan uit korte gesprekjes met de werknemers na hun pauze voordat ze het werk hervatten, over specifieke kwesties of taken (bv. de controle over voertuigbewegingen en snelheid, opruimen en het netjes houden van de werkplekken enz.).

    Diverse Europese richtlijnen vereisen gespecialiseerde opleidingen voor bepaalde gezondheids- en veiligheidsaspecten, zoals het manueel hanteren van lasten, lawaai, trillingen, carcinogene agentia, mutagene agentia, asbest.

    leid jonge werknemers op, die doorgaans weinig ervaring hebben. Veel jonge en onervaren werknemers zijn al het slacht-offer geworden van ernstige en dodelijke ongevallen omdat ze op een te enthousiaste manier willen tonen dat ze het werk aankunnen. Wijs op de risico’s van elke activiteit die aan hen wordt toevertrouwd of waarbij ze worden betrokken. Zeg hun dat ze nooit risico’s mogen nemen en u of hun chef bij de min-ste vraag of twijfel onmiddellijk moeten raadplegen. Ervaren arbeidskrachten moeten ook worden herinnerd aan wat hun is geleerd: zorg voor geregelde opleiding en bijscholing voor iedereen.

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Soorten opleidingen• Opleidingsbehoeften• Licentieverlening voor

    bestuurders en operatoren• Opleidingsregisters• Doeltreffendheid van de

    opleiding• Casestudy

    Informele opleiding over specifieke onderwerpen.

  • 31

    Maak er een punt van werknemers op te leiden:

    • voordat ze op de werklocatie beginnen te werken;• over het belang van orde en netheid en het naleven van de regels die op de

    werklocatie gelden;• over het tillen van lasten;• met geregelde tussenpozen;• over het gebruik van werkmateriaal;• als ze een opdracht voor het eerst uitvoeren;• als u heeft beslist om een taakroulatiesysteem in te voeren.

    Selecteer competente werknemers en leid ze op:

    • over het gebruik van kettingzagen of bosmaaiers;• over lastechnieken;• over het gebruik van ladders, klimuitrusting, werkzaamheden op hoogwerkers,

    op daken en op hoogte in het algemeen;• over hoe machines moeten worden gebruikt om ongevallen te voorkomen en

    belasting van het bewegingsapparaat te verminderen;• over de technieken voor het vellen van bomen, inclusief half omgevallen bomen;• over bomen kappen.

    Bied enige opleiding over mogelijke noodsituaties aan en voer minstens één keer per jaar een noodoefening uit om de theorie in de praktijk om te zetten (hoofdstuk 10: Paraatheid en reactie op noodsituaties): hieruit zal blijken of uw werknemers of gezinsleden begrepen hebben wat ze moeten doen en of het noodplan haalbaar en doeltreffend is.

    6.3 Licentieverlening

    voertuigbestuurders en operatoren van bepaalde soorten machines zoals hefwerktuigen, moeten over een licentie beschikken. Controleer of alle bestuurders en operatoren over de nodige licenties beschikken voor het voertuigtype of het materiaal waarmee ze werken. Controleer hoe vaak licenties vervallen en plan vooruit zodat ze tijdig worden verlengd. Spuitmachines (voor pesticiden) en ander materiaal moeten misschien worden geïnspecteerd en gecertificeerd. Vraag dit na bij uw plaatselijke inspectie. Zorg ervoor dat u bij een inspectie alle certificaten kunt voorleggen.

    Als de nationale wetgeving dit vereist, moeten werknemers die met bepaalde soorten pesticiden werken, over een licentie beschikken. De licentieverlening hangt af van het soort pesticide, zijn toxiciteit en andere kenmerken.

    Voertuigbestuurders en operatoren van bepaalde soorten machines zoals hefwerktuigen, moeten over een licentie beschikken.

    Veiligheidsopleiding van jonge werknemers inzake aftakassen.

  • 32g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    6.4 Opleidingsregisters

    Het verdient aanbeveling om de bewijzen van gevolgde opleidingen bij te houden, in welke vorm ze ook worden afgeleverd:

    • een officieel opleidingscertificaat van de opleidingsinstantie;

    • een bevestigingsbrief van de opleider;• een aanwezigheidslijst van een oplei-

    ding binnen het bedrijf met vermel-ding van het onderwerp, ondertekend door alle deelnemers.

    6.5 Doeltreffendheid van de opleiding

    Als u externe opleiders of leveranciers betaalt om werknemers op te leiden, vergewis u er dan van dat

    • de opleider bekwaam is en dat de opleidingsinstantie in dat geval erkend is;• u tijdens de sessie alle vragen stelt die u of uw werknemers eventueel hebben, en dat u het maximum uit

    uw tijd en geld haalt.

    Zorg er in ieder geval voor dat u en/of uw werknemers volledig begrijpen wat er is verteld.

    CErtIfICaatHierbij wordt verklaard dat

    de heer ABCmet succes een opleidingssessie over

    „het gebruik van hefwerktuigen”,

    heeft gevolgd die op 21 februari 2008 heeft plaatsgevonden.

    Opleider Directeur

  • 33

    GEvaar

    CasestudyEen landbouwer had een verreiker (met operator) gehuurd om een kunststof watertank op zijn dak te plaatsen. Door een gracht kon de verreiker niet tot tegen het gebouw rijden en moest hij op enige afstand worden geparkeerd. De verreiker kon de gewenste installatieplaats bereiken, maar de operator kon deze niet zien. De landbouwer bood zelf aan om de operator door het proces te leiden en stond op een zichtbare plaats om via armbewegingen aan de operator instructies te geven. Wanneer de tank enkele bovengrondse elektriciteitskabels dreigde te raken, begon de landbouwer in paniek met zijn armen te zwaaien in een poging om de operator te waarschuwen. Helaas begreep de operator de gebaren van de landbouwer niet en raakte de tank de elektri-citeitskabel. De operator werd geëlektrocuteerd.

    Wat had de landbouwer moeten doen?De landbouwer had een eenvoudige risicobeoordeling moeten uitvoeren om vast te stellen:

    Wat kan er verkeerd lopen?• verkeerd begrip van de handgebaren door de operator;• contact met de bovengrondse elektriciteitskabels;• mogelijk omkantelen van de verreiker.

    Hoe groot is de kans dat een van deze mogelijkheden zich voordoet?Groot, aangezien:• de locatie moeilijk toegankelijk was;• de operator de plaats waar de tank moest komen, niet kon zien;• aan de operator via handgebaren aanwijzingen moesten worden gegeven;• de operator en de landbouwer niet vooraf hadden afgesproken welke handgebaren zouden worden gebruikt;• ze nog nooit eerder hadden samengewerkt, en • er bovengrondse elektriciteitskabels aanwezig waren.

    Wat zijn de mogelijke gevolgen (ernst)?• letsel, elektrocutie, overlijden.

    Welke beheersmaatregelen had de landbouwer moeten nemen, indien hij de activiteit vooraf had beoordeeld?Hij had:• een beter toegankelijke plaats voor de watertank moeten kiezen;• aan de verhuurder van de verreiker moeten vragen om een opgeleide assistent mee te sturen om de

    operator instructies te geven;• met de operator de betekenis van de te gebruiken handgebaren vooraf moeten afspreken.

  • 34g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    HOOFDSTUK 7

    Arbeidskrachten

    aangezien de sterkte van een onderneming in belangrijke mate van haar arbeidskrachten afhangt, is het van essen-tieel belang dat ze bekwaam zijn en ervoor wordt gezorgd dat ze veilig, gezond en gelukkig zijn. Op veel boerderijen vormen de landbouwers zelf, hun echtgenoten, kinderen en familieleden de enige arbeidskrachten. Op drukke momenten doen sommigen een beroep op betaalde arbeidskrachten afhankelijk van de behoeften, terwijl anderen meer permanente afspraken maken. Familiebanden of arbeidscontracten spelen echter geen rol wan-neer het gaat om het garanderen van de gezondheid en veiligheid van de mensen die voor u werken.

    7.1 Blootstelling van werknemers aan gevaren

    de personen die het meest aan gevaren worden blootgesteld, zijn de personen die de werkzaamheden uitvoeren: u en uw werknemers.

    Wanneer gevaren niet worden beheerst, kunnen u en/of uw werknemers:

    • bij een ongeval gewond raken;• een ziekte oplopen;• gehandicapt raken;• overlijden.

    ook al treft de werknemer zelf schuld bij het ongeval, dit ontslaat de landbouwer helemaal niet van de verantwoordelijkheid die op hem rustte om voorafgaand aan het ongeval alle haalbare stappen te ondernemen om een veilige en gezonde werkomgeving te creëren.

    Historisch gezien is de landbouw één van de meest gevaarlijke sectoren in de Europese Unie, met 400 tot 500 doden per jaar.

    Werknemers worden blootgesteld aan:

    • extreme weersomstandigheden;• repetitief manueel werk;• bediening van machines en voertuigen;• contact met biologische agentia;• contact met gevaarlijke stoffen;• valpartijen, verplettering enzovoort.

    Neem de tijd om na te denken over hoe u hun werk veiliger en gezonder kunt maken. Gezonde en veilig werkende werk-nemers zijn productiever dan overwerkte, gestreste, slecht behandelde of gewonde werknemers.

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Blootstelling van werk-

    nemers aan gevaren• Betrokkenheid van

    werknemers• Kwetsbare werknemers• Voorzieningen• Bijkomende

    welzijnsmaatregelen• Geweld tussen

    personeelsleden• Casestudy

    Betrokkenheid van uw arbeidskrachten.

  • 35

    7.2 Betrokkenheid van werknemers

    Maak uw werknemers bewust van gezondheids- en veiligheidskwesties en van de risico’s waaraan ze worden blootgesteld. betrek uw werknemers bij het onderkennen en inven-tariseren van gevaren (hoofdstuk 4: risicobeoordeling), vergader geregeld met hen, luister naar hun problemen en vraag naar hun mening en suggesties (hoofdstuk 3: organisatie van gezondheid en veiligheid). Betrokkenheid van werknemers is een wettelijke verplichting.

    7.3 Kwetsbare werknemers

    7.3.1 Jonge werknemers hebben doorgaans weinig ervaring en zijn geneigd impulsief te handelen. Ze hebben opleiding en nauw toezicht nodig tot ze een toereikend bekwaamheidsniveau hebben bereikt (hoofdstuk 6: opleiding).

    7.3.2 Oudere werknemers zijn gevoeliger voor weersomstandigheden, moeheid en stress. Hun moge-lijkheden kunnen beperkter zijn door hun leeftijd of ze kunnen aan chronische aandoeningen lijden. Hun gezichtsvermogen, gehoor, kracht, reflexen, bewegingssnelheid en zelfs hun productiecapaciteit kunnen geringer zijn. Ze moeten werk krijgen dat voor hen geschikt is, er moet nauw toezicht worden gehouden om de risico’s voor hen te beheersen en ze moeten frequent gezondheidstoezicht krijgen (hoofdstuk 8: Gezondheidsmanagement).

    7.3.3 Gezinsleden kunnen bereid zijn om te helpen of hun hulp kan noodzakelijk zijn, maar u moet in gedachten houden hoe ver hun bekwaamheden voor elke taak reiken, aangezien het mogelijk is dat zij op dat ogenblik nog geen opleiding hebben gekregen en daarom meer gevaar lopen.

    7.3.4 Bij zwangere werknemers: moet worden gekeken welke activiteiten ze veilig kunnen uitvoeren zonder enig gevaar voor een miskraam of enige andere complicatie voor de moeder of de foetus.

    7.3.5 Aan werknemers met een handicap: moeten werkzaamheden worden toegewezen die binnen hun mogelijkheden vallen. Het is ook mogelijk dat met andere elementen rekening moet worden gehouden afhankelijk van behoeften en bekwaamheden.

    7.3.6 Van kinderarbeid mag geen gebruik worden gemaakt (hoofdstuk 11: kinderen). Wanneer kinderen van het landbouwersgezin met hun ouders meegaan als ze bepaalde taken verrichten, moet rekening worden gehouden met de eraan verbonden gevaren en risico’s, moeten deze zo nodig aan de kinderen worden uitgelegd en moeten ze worden beheerst zodat geen enkel kind aan onaanvaardbare risico’s wordt blootgesteld.

    7.3.7 Bij buitenlandse werknemers: zijn er vaak extra punten die aandacht vereisen.

    • Communicatieproblemen: het gebruik van verschillende talen kan tot verkeerde interpretaties, misverstanden en/of ongevallen, ziekte of gezondheidsproblemen leiden. In dit geval moet u cruciale veiligheids- en gezondheidsinformatie en -instructies vertalen in de taal van de personen die het werk verrichten. U kunt ook gebruikmaken van praktische demonstraties tijdens het werk, animaties, afbeeldingen, eenvoudige commando’s en gebarentaal. Geef geen ingewikkelde instructies, roep niet, word niet boos of uit geen ongenoegen wanneer ze iets niet begrijpen.

    • Culturele verschillen: doe moeite om meer te weten te komen over enkele basisbeginselen van de culturele achtergrond van uw werknemers. Zo kunt u onaangename verrassingen en misverstanden voor-komen. Sommige culturen hebben strikte eet- en drinkregels. Bepaalde gebaren kunnen door sommigen als aanstootgevend worden ervaren.

    • Godsdienst: kan een belangrijke rol spelen in het leven van uw werknemers. Sommige godsdiensten hebben strengere regels dan andere. Probeer hiermee rekening te houden.

    Werknemers zijn vaak goed geplaatst om praktische en doeltreffende oplossingen voor gevaren op het werk te vinden.

  • 36g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    buitenlandse werknemers verblijven soms op het bedrijf en brengen soms hun gezinnen mee. In dat geval moet u deze gezinnen van degelijke huisvesting en toegang tot schoon drinkwater en tot medische verzorging voorzien. U moet aan alle veiligheids- en gezondheidsrisico’s denken waaraan zij kunnen worden blootgesteld, en hun beheersing garanderen. Als uw werknemers vinden dat hun gezinnen veilig en goed verzorgd zijn, zullen ze vlotter met u samenwerken en de instructies over gezondheids- en veiligheidsnormen beter opvolgen.

    7.4 Voorzieningen

    Voorzie uw arbeidskrachten altijd van geschikte toiletten en sanitaire voorzieningen. Het gaat hierbij om:

    • propere toiletten;• koud en warm water;• zeep en wegwerphanddoeken (of gelijkwaardige producten) om de handen te wassen en te drogen;• indien nodig douches en kleedruimten;• aparte voorzieningen voor mannen en vrouwen als u zowel mannelijk als vrouwelijk personeel heeft.

    7.5 Bijkomende welzijnsmaatregelen

    Zorg er indien nodig voor dat de werknemers op een bevre-digende manier met hun gezinnen kunnen communiceren, vooral als ze ver weg zijn en niet vaak kunnen worden bezocht.

    • Geef informatie, instructies, opleiding en passend toezicht in een vorm die begrijpelijk is.

    • Regel medische verzorging telkens wanneer dit nodig is.• Stel gratis de nodige persoonlijke beschermingsmid-

    delen ter beschikking (hoofdstuk 9: Persoonlijke beschermingsmiddelen).

    • Geef alle nodige informatie voor de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd.

    • Zorg voor geschikt vermaak als de werknemers op uw bedrijf wonen (bv. satelliettelevisie).

    • Zorg voor voldoende rusttijd en heb er begrip voor dat werknemers moe kunnen zijn (moeheid kan het risico van ongevallen vergroten).

    • Houd rekening met de behoeften van de werknemers — praat met hen en heb altijd aandacht voor hun bekommernissen.

    • Vraag de werknemers indien nodig naar hun mening (hoofdstuk 3: organisatie van gezondheid en veiligheid).

    7.6 Geweld tussen personeelsleden

    Wees u er ten slotte van bewust dat er tussen werknemers gewelddadige incidenten kunnen plaatsvinden. Er zijn gevallen bekend van werknemers die in gevechten betrokken raken of worden beschuldigd van pesterijen, seksueel ongewenst gedrag, verkrachting of aanvallen. Zorg ervoor dat u uw werknemers goed leert kennen. Bespreek alle vragen of problemen die ze eventueel hebben. Op die manier zult u weet hebben van eventuele onderlinge conflicten of meningsverschillen en zult u kunnen voorkomen dat het conflict in geweld ontaardt. uw gedrag, uw houding en het niveau van toezicht kunnen hun gedrag zowel positief als negatief beïnvloeden.

  • 37

    CasestudyEen werknemer op een varkenskwekerij had de opdracht gekregen de diervoedersilo’s te reinigen zodat ze de volgende dag opnieuw konden worden gevuld. Het was de bedoeling dat hij dit werk samen met een collega zou uitvoeren. Omdat de collega plots ziek was geworden, besliste hij om het werk op zijn eentje te doen. Bij het afdalen in de silo is hij gevallen en bij zijn val heeft hij zijn hoofd tegen de wand van de silo gestoten: zeven uur later is hij dood aangetroffen.

    Wat had de landbouwer moeten doen?Hij had een eenvoudige risicobeoordeling moeten uitvoeren om vast te stellen:

    Wat kan er verkeerd lopen?• De werknemer kon gewond raken terwijl hij in de silo aan het werk was.

    • De werknemer kon in de silo vast komen te zitten zonder hulp in de buurt.

    • De werknemer kon vallen van een hoogte.

    Hoe groot is de kans dat dit zich voordoet?Groot, aangezien:• de werknemer alleen aan het werk was.

    Wat zijn de mogelijke gevolgen (ernst)?• letsel, coma, overlijden.

    Welke beheersmaatregelen had de landbouwer moet nemen, indien hij de situatie vooraf had beoordeeld?Hij had

    • de zieke collega moeten vervangen;• de werknemers een werkmethodeomschrijving moeten geven;• geregeld toezicht moeten houden op het werk.

  • 38g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    HOOFDSTUK 8

    Gezondheids-management

    Als gezondheid en veiligheid ter sprake komen, gaat veiligheid vaak met de meeste aandacht lopen en raken gezondheidsri-sico’s op de achtergrond. Doorgaans is dit omdat een gebrek aan veiligheidsvoorzorgen tot ongevallen met onmiddellijke of fatale letsels kan leiden, terwijl gezondheidsproblemen doorgaans geleidelijk erger worden en soms in het begin niet duidelijk zijn. Gezondheidsproblemen ten gevolge van werkactiviteiten zouden eigenlijk moeten worden beschouwd als ongevallen in slow motion die dikwijls even erge of soms zelfs ergere gevolgen hebben dan veel courante ongevallen.

    8.1 Gezondheidsproblemen

    Bij gezondheidsproblemen is het doorgaans zo dat ze:

    • zich geleidelijk ontwikkelen;• moeilijk te identificeren zijn;• lang blijven duren;• moeilijk aan hun oorzaak te koppelen zijn;• vaak niet officieel worden gediagnosticeerd.

    De gezondheid van werknemers op een boerderij kan in gevaar worden gebracht door:

    • overmatige stress;• zoönosen;• allergieën;• belasting van het bewegingsapparaat;• blootstelling aan extreme weersomstandigheden;• contact met aarde, flora, fauna, biologische agentia

    (huidaandoeningen), dieren.

    8.2 Gezondheidstoezicht

    het toezicht op de gezondheid van werknemers is gereglementeerd. Dit betekent dat, als dit wettelijk verplicht is, een werknemer zich op vooraf bepaalde tijdstippen op kosten van de werkgever door een dokter moet laten onderzoeken. Het doel hiervan is na te gaan of werkgerelateerde activiteiten de werknemer gezondheidsproblemen bezorgen of zijn gezondheidsproblemen erger maken. De werknemer wordt onderzocht op gezondheidseffecten die kunnen optreden gezien het soort

    Werknemers op een boerderij worden vaak bloot- gesteld aan fysieke lasten die gevaarlijk zijn voor de

    gezondheid of onnodig vermoeiend zijn.

    In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:• Gezondheidseffecten• Gezondheidstoezicht• Zoönosen• Allergieën• Vaccinaties• Toezicht• Astma• Aandoeningen aan het

    bewegingsapparaat• Weersgebonden

    gezondheidseffecten• Huidaandoeningen• Eerste hulp• Melding van gezondheids-

    problemen en ongevallen• Casestudy

  • 39

    werk dat hij moet verrichten. Daarnaast helpt het gezondheidstoezicht ook om te bepalen of een werknemer geschikt is voor het werk dat aan hem wordt toegewezen. Van een werknemer met astma bijvoorbeeld zou niet mogen worden verwacht dat hij met hooi of diervoeders moet werken, terwijl een werknemer met hart- en vaataandoeningen of een visuele beperking niet als chauffeur zou mogen werken.

    Gezondheidstoezicht moet proactief zijn. Het helpt om werkgerelateerde gezondheidsproblemen te onderkennen voordat er bij de werknemer ernstige schade optreedt. Alle werkgerelateerde gezondheidsproblemen moeten onmiddellijk aan een dokter worden gemeld en er moet passende actie worden ondernomen.

    Het is nuttig dat de landbouwer voor elk van zijn werknemers een dossier bijhoudt waarin alle chronische ziekten, allergieën of gezondheidsaandoe-ningen worden vermeld die kunnen verergeren, evenals de geneesmiddelen die ervoor worden genomen

    8.3 Zoönosen

    waar mensen in contact komen met dieren, bestaat altijd het risico van besmetting met een zoönose. Niet alle dierenziekten zijn op mensen overdraagbaar, maar velen zijn dat wel — zie de tabel van zoönosen in bijlage 19.1.

    U kunt het besmettingsrisico verkleinen door uw veehouderijpraktijken te verbeteren, voor doeltreffende ventilatie te zorgen, frequente vaccinatie van uw dieren te plannen, zieke dieren in quarantaine te plaatsen en er een goede persoonlijke hygiëne op na te houden.

    Als u vermoedt dat u een zoönose heeft opgelopen, moet u onmiddellijk uw dokter raadplegen.

    8.4 Allergieën

    Allergieën voor insectensteken en reptielenbeten kunnen allerlei gevolgen hebben, van lichte zwelling tot anafylactische shock en overlijden. Mensen zijn zich vaak niet bewust van allergieën die ze al sinds hun geboorte hebben of die ze later in hun leven hebben ontwikkeld. raadpleeg bij een incident, ook al zijn de effecten onschuldig, altijd een dokter. Hij zal u zeggen hoe u de allergie moet behandelen en of u verdere allergietesten moet ondergaan.

    Helaas kunnen niet alle allergieën aan de hand van tests worden vastgesteld en kunt u nooit vooraf zeker weten hoe uw lichaam op een gegeven moment op een steek of een beet zal reageren, ook al bent u vroeger al gestoken of gebeten.

    Als een steek of beet moet worden verzorgd, is het essentieel dat de dokter of verpleegkundige weet om welk soort insect of reptiel het ging, om het juiste tegengif te kunnen geven. U moet ook goed beseffen dat er een bepaalde tijdspanne is waarbinnen het slachtoffer het tegengif toegediend moet krijgen. Uw dokter kan u daarover meer informatie geven.

    De meeste slangen zijn niet giftig, maar het is nuttig als u de giftige slangen uit uw streek kunt herkennen.

    Pesticiden en gevaarlijke stoffen in het algemeen kunnen, als ze worden ingeademd, ingeslikt of opgenomen door de huid, allergische reacties, anafylactische shock of zelfs de dood veroorzaken. de symptomen kunnen variëren in ernst. Ze kunnen kortstondig zijn of de gezondheid geleidelijk en na verloop van tijd ernstig schaden.

    Bij werkzaamheden waarbij de werknemer aan bepaalde chemi-sche stoffen wordt blootgesteld, is medisch toezicht verplicht.

    Een bijensteek kan ernstige gevolgen hebben voor personen die allergisch

    zijn voor insecten.

  • 40g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    8.5 Vaccinaties

    Raadpleeg uw dokter als u nog niet bent ingeënt tegen tetanus of hepatitis of als u nog een ander vaccin moet krijgen dat u tegen een mogelijk levensbedreigende ziekte kan beschermen.

    8.6 Gehoor-, gezichts- en cardiovasculaire tests

    Blootstelling aan hoge geluidsniveaus en sterke trillingen moet zo veel mogelijk worden beperkt en wanneer blootstelling door de aard van het werk onvermijdelijk is (bv. gebruik van kettingzagen, gebruik van machines en voertuigen), moeten de mogelijke gezondheidseffecten in de gaten worden gehouden en zo vaak worden beoordeeld als een specialist noodzakelijk acht. U moet bij uw nationale instantie navragen hoe lang de blootstelling maximaal mag duren en hoe groot de blootstelling maximaal mag zijn. Bij de evaluatie van blootstelling aan lawaai en trillingen moet u rekening houden met:

    • de intensiteit;• de frequentie (van de uitstoot);• de duur van de blootstelling (al dan niet aanhoudend);• de nabijheid van de bron;• het gecombineerde effect van meerdere bronnen.

    Gefluister 30 dB Ter informatie, een scheermachine produ-ceert 80 dB; een terreinvoertuig, trekker of maaimachine 85 dB; een grondboor 95 dB; een irrigatiepomp 100 dB en een kettingzaag 110 dB.

    Testen van het gezichtsvermogen en onderzoeken van het cardiovasculaire systeem zijn belangrijk, vooral als u machines bedient, voertuigen bestuurt of op hoogte werkt. Het gezichtsvermogen gaat er doorgaans geleidelijk op achteruit en bijgevolg worden gezichtsproblemen vaak onderschat.

    Normaal gesprek 60-70 dBKiestoon van een telefoon 80 dBStadsverkeer in een wagen 85 dBMetrostel 95 dB

    Niveau waarboven frequente of langdurige blootstelling tot permanent gehoorverlies kan leiden 85 dBMotorfiets 100 dBMotorzaag 110 dBRockconcert 115 dB

    Pijn begint 125 dBPneumatische klinkhamer 125 dBStraalmotor 140 dB

    Doofheid 180 dB

    8.7 Astma

    Werknemers met astma zouden volgende werkzaam-heden moeten vermijden:

    • werken met hooi, diervoeders, zaden, bloesems;• werken met pluimvee;• werken in stoffige omgevingen;• werken in heel warm en zonnig weer;• werken in zones met een sterke geur;• werken in silo’s en andere besloten ruimten.

    Houd uw medicatie altijd binnen handbereik.

    Voorkomen is beter dan genezen.

  • 41

    8.8 Aandoeningen aan het bewegingsapparaat

    Reiken bij de fruitpluk, zich vooroverbuigen om te planten, onkruid te verwijderen en fruit of groenten van laagblijvende planten te plukken, zware lasten tillen en dragen, machines hanteren, lange afstanden rijden, allerlei activiteiten waarbij moet worden getrokken en geduwd — deze taken zorgen er nagenoeg altijd voor dat de landbouwer of landbouwwerknemer diverse aandoeningen aan het bewegingsapparaat krijgt, waaronder lage rugpijn, overbelasting en verzwikking van de ruggengraat, benen, handen, schouders en nek.

    Tabaksoogsters bijvoorbeeld krijgen polsaandoeningen door de voortdurende polsbewegingen die ze bij het manueel oogsten van de tabaksbladeren moeten maken. Dit is ook het geval bij melkveehouders, zelfs als ze mechanisch melken.

    Er zijn veel dingen waarop u moet letten bij het tillen van lasten:

    • Beoordeel eerst het exacte gewicht van de last die u moet tillen.• Beslis dan afhankelijk van het gewicht, de vorm en de verpakking of u de last alleen kunt tillen of

    de hulp van een opgeleide collega of een mechanisch hulpmiddel nodig heeft.• Voor u iets optilt, moet u altijd eerst beslissen naar waar u het zult verplaatsen en hoe u het veilig

    kunt verplaatsen.• Zorg indien mogelijk voor werkoppervlakken op hoogte zodat het tillen, hanteren en neerzetten

    van lasten gemakkelijker wordt.• Gebruik zo vaak mogelijk mechanische systemen (bv. handkarren, steekkarren, telescoopladers

    of trekkers met heftoebehoren).• Gebruik waar mogelijk getrokken systemen.• Beperk tilbewegingen bij het werk zo veel mogelijk.• Als lasten tillen toch deel uitmaakt van het werk, leer uw werknemers dan de juiste technieken en

    houdingen aan voor het tillen en dragen van lasten.• Draag passende kleding zodat u dicht bij de te tillen last kan komen (bv. overall).• Probeer nooit iets te tillen dat de grenzen van uw kunnen benadert.

    bij het tillen van lasten:

    • Houd uw rug recht en buig door uw knieën.• Verplaats uw gewicht naar uw benen.• Breng de last zo dicht mogelijk bij uw lichaam.• Verdeel het gewicht gelijkmatig over uw armen.• Bescherm uw handen met handschoenen als de last een ruw oppervlak heeft.• Indien mogelijk, duw of trek de last in plaats van hem op te tillen.• Lasten met handgrepen zijn doorgaans gemakkelijker op te tillen.• Lasten tussen elleboog- en schouderhoogte zijn het gemakkelijkst op te tillen.• Vraag voor zwaardere lasten hulp aan een opgeleide collega en verdeel het

    gewicht over u beiden.• Verdeel grote lasten indien mogelijk in meerdere kleinere.• Las korte pauzes in.

    Het manueel hanteren van zware lasten kan ernstige

    rug-, schouder- en nek- problemen veroorzaken.

    Gebruik hefwerktuigen wanneer u zware lasten hanteert.

    Volgens Eurostat is landbouw de sector met het grootste aantal werkgerelateerde aandoeningen aan het bewegingsapparaat.

  • 42g e z o n d h e i d e n v e i l i g h e i d o p h e t w e r k i n d e l a n d b o u w ,

    v e e h o u d e r i j , t u i n b o u w e n b o s b o u w

    8.9 Weersgebonden gezondheidseffecten

    Blootstelling aan extreme weersomstandigheden op het veld kan leiden tot onderkoeling, bevriezing, zon-nesteek, hitteberoerte, uitdroging en huidkanker.

    wat kunt u doen?

    • Plan het werk zodat het in optimale werk-omstandigheden kan worden verricht.

    • zorg voor kleding die aan de weersom-standigheden is aangepast.

    • Draag bij warm en zonnig weer een hoed, een zonnebril en zonnecrème, drink water en rust uit in de schaduw.

    • Kleed u bij koud en nat weer warm aan, draag een waterdichte overall, neem na het werk een warm bad en trek onmid-dellijk andere kleding aan.

    • Plan uw activiteiten zodat u zo weinig mogelijk aan extreme weersomstandighe-den wordt blootgesteld.

    • stel activiteiten uit die bij ongunstige weersomstandigheden risico’s voor u kunnen inhouden.

    8.10 Huidaandoeningen

    huidinfecties komen heel vaak voor in de land- en bosbouwsector. Voortdurend contact met biologische agentia, aarde, flora, pesticiden en meststoffen, steenslag, dieren, dierlijke mest en hout kan leiden tot infecties, zwellingen, littekens en schimmelvorming. bescherm uw handen zo veel mogelijk door handschoenen te dragen en raadpleeg uw dokter als huidafwijkingen blijven duren.

    Bij veel zoönosen zoals antrax, tinea capitis en orf verloopt de besmetting via huidcontact.

    8.11 Eerste hulp

    zorg ervoor dat er altijd een aangepaste Ehbo-koffer op het bedrijf aanwezig is en dat hij vlot bereikbaar is. Apothekers verkopen kant-en-klare EHBO-koffers en kunnen u een lijst bezorgen van wat een EHBO-koffer minstens moet bevatten, indien dit vereist is in uw nationale wetgeving.

    Het is heel nuttig als u, een ander lid van uw gezin of één van uw arbeidskrachten een Ehbo-cursus volgt en in geval van nood onmiddellijk hulp kan bieden.

    Houd een lijst met telefoonnummers bij de hand van:

    • de hulpdiensten — 112• het dichtstbijzijnde ziekenhuis• uw dokter• het antigifcentrum.