Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker

1 van 61

1. Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over

Beschrijving van de competentie:

De jeugdzorgwerker is in staat om informatie en (opvoedings)advies op een begrijpelijke en

sensitieve manier over te brengen, zodat de jeugdige en/of opvoeders, het systeem en

andere betrokken organisaties of disciplines de informatie en het advies begrijpen en er

geen verwarring ontstaat.

EVC-bewijslast: (toelichting)

Bij EVC is het belangrijk dat je kunt aantonen welke werkervaring je hebt opgedaan met

het uitvoeren van bepaalde taken en activiteiten en dat je dit dat ook schriftelijk of

mondeling (interview met assessoren) met bewijsstukken kan aantonen.

Bij het bewijsstuk (bijvoorbeeld een hulp- of dienstverleningsverslag, 360 graden feedback

leidinggevende en collega’s, recent functioneringsverslag, audio- of video-opname, een

schriftelijk voorstel, notitie, een artikel in een vakblad, een (PowerPoint)presentatie etc.)

dien je ook te reflecteren op de door jouw uitgevoerde activiteiten en wat je hiervan hebt

geleerd voor jouw verdere persoonlijke ontwikkeling in het beroep. Tevens dien je je

schriftelijke reflectie bij de bewijslast blijk te geven van je theoretische kennis. Bijvoorbeeld

door aan te geven vanuit welk wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorie je hebt

gehandeld of een oordeel hebt gevormd.

Gevorderde professional

Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten op het niveau van de gevorderde professional

zijn:

Een (geanonimiseerd) (hulpverlening- of dienstverlening)verslag

Een verslag van een recent functioneringsgesprek met leidinggevende

360 graden feedback (leidinggevende, collega’s of andere professionals)

Een (geanonimiseerde) audio- of video-opname.

Een (PowerPoint)presentatie (educatieve (ouder)trainingen

of ander geschikt beroepsproduct uit jouw eigen beroepspraktijk etc.

Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker

2 van 61


waaruit blijkt dat je als jeugdzorgwerker:

Een mondelinge of schriftelijke boodschap op de gesprekspartner kan

afstemmen en informatie helder en samenhangend kunt overbrengen,

eventueel aangevuld met documentatie. Je hierbij blijk geeft jouw kennis te

benutten over de systeemtheorie en agogiek in de communicatie en

interactie met de doelgroep.

Begrijpelijke voorbeelden gebruikt om een boodschap te verduidelijken en te

controleren of dit bij de ontvanger duidelijk is.

De bevindingen, discussiepunten of meningen kunt samenvatten waardoor

de focus gericht blijft op het doel van het gesprek.

Bij de gesprekspartner(s) checkt of de informatie goed is overgekomen.

Bekwame professional

Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: (in aanvulling op de bewijslast van de

gevorderde professional met een andere inhoud of complexiteit)

Een (geanonimiseerd) (hulpverlening- of dienstverlenings)verslag




Een schriftelijk of mondeling advies aan professionals binnen en buiten de

organisatie

of ander geschikt beroepsproduct etc.


In kritische beroepssituaties kunt variëren met gespreksmodellen en

gesprekstechnieken en jouw communicatiestijl kan aanpassen aan de

doelgroep(en).

In kritische beroepssituaties in de communicatie met de doelgroep(en) snel

tot de kern van het probleem kan komen en onduidelijkheden kunt

achterhalen. Je hierbij blijkt geeft dat je jouw kennis benut over de

systeemtheorie en agogiek in de communicatie en interactie met de

doelgroep.

Gevraagd advies uit kunt brengen.

Vakvolwassen professional:


bekwame professional met een andere inhoud of complexiteit)

3 van 61


Een (geanonimiseerd) (hulpverlening- of dienstverlenings)verslag

Een document m.b.t. diagnostisch onderzoek




Een (PowerPoint)presentatie m.b.t. psycho-educatie

Een schriftelijk en mondeling advies aan professionals binnen en buiten de

organisatie

of ander geschikt beroepsproduct uit jouw beroepspraktijk etc.


Ervaring hebt met het bieden van psycho-educatie en diagnostisch

onderzoek toe kunt lichten.

(Abstracte) informatie voor verschillende cliënten/doelgroepen concreet kunt

maken en in begrijpelijke taak kan overbrengen (bijvoorbeeld met

voorbeelden of documentatie) zodat de toehoorder(s) dit beter begrijpen en

hierover bondig kunt rapporteren.

Je alert bent op signalen en hierop inspeelt.

In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s tussen gevraagd

en ongevraagd advies uitbrengen.

4 van 61


2. Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders


De jeugdzorgwerker is in staat om alle jeugdigen en opvoeders op een open, toegankelijke

en authentieke wijze tegemoet te treden, zodat zij zich uitgenodigd voelen hun vragen open

en eerlijk te verwoorden en weten met welke vragen ze waar en wanneer terecht kunnen.









geleerd voor jouw verdere persoonlijke ontwikkeling in het beroep. Tevens dien je in je

reflectie bij de bewijsstukken blijk te geven van je theoretische kennis. Bijvoorbeeld door

aan te geven vanuit welk wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorie je hebt

gehandeld of een oordeel hebt gevormd.

Gevorderde professional:

Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn:


Een voortgangsrapportage van de hulp- of dienstverlening






jouw activiteiten en aanbod helder kunt uitleggen.

bereikbaar bent en op een actieve, toegankelijke en transparante wijze

contacten kunt leggen en kunt onderhouden

je conform de beroepscode jeugdzorgwerk handelt en de jeugdige tot zijn

recht laat komen. Jouw handelen kunt baseren op beroepsinhoudelijke

theorie (bijvoorbeeld vanuit de agogiek);

je betrokkenheid toont en de jeugdige en opvoeder in de contactmomenten

serieus neemt en hen respectvol benadert.

afspraken kunt maken over hoe vertrouwelijke informatie wordt behandeld.

5 van 61


Bekwame professional:



Een (geanonimiseerd) document naar een verkenning van de

voorgeschiedenis van de jeugdige en opvoeders








een gedegen voorbereiding verricht op contacten met jeugdige en

opvoeders door onderzoek te verrichten naar de voorgeschiedenis van

betrokkenen voordat je een gesprek aangaat.

met jeugdigen en opvoeders mondeling, telefonisch of digitaal contact kan

leggen en kunt onderhouden.

in contacten met de jeugdige en opvoeders rekening kan houden met de

achtergrond van de jeugdige en opvoeders, het (ontwikkel)niveau, hun

verbale- en non-verbaal gedrag en jouw communicatiestijl hierop kunt

aanpassen;

de theoretische kennis op het gebied van agogiek (bijvoorbeeld de

empowermenttheorie), van gespreksmodellen en gesprekstechnieken kunt

toepassen in de contacten met jeugdige en opvoeders en kunt schakelen

tussen diverse contacten.










6 van 61



diverse gesprekstechnieken kunt toepassen om jeugdigen en opvoeders te helpen

om manifeste en latente hulpvragen uit te spreken.

In kritische beroepssituaties kunt balanceren tussen betrokkenheid versus distantie

en de contactmomenten hierop kunt afstemmen.

In kritische beroepssituaties bestand bent tegen de druk die wordt uitgeoefend om

inzicht te geven in jouw manier van werken in relatie tot de problematiek versus het

waarborgen van de privacy van jeugdige en opvoeders.

7 van 61


3. Brengt de situatie in kaart


De jeugdzorgwerker is in staat om in samen met betrokkenen de behoeften, wensen,

mogelijkheden en beperkingen van de jeugdige, opvoeders, het systeem en/of de

(leef)groep samenhangend in kaart te brengen. Hierdoor weet hij wat er bij de jeugdige,

opvoeders, het systeem en/of de (leef)groep speelt en sluit de aanpak aan bij de

verwachtingen.










schriftelijke reflectie bij de bewijsstukken blijk te geven van je theoretische kennis.

Bijvoorbeeld door aan te geven vanuit welk wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke

theorie je hebt gehandeld of een oordeel hebt gevormd.




Verslag van observaties van jeugdigen en/of opvoeders




Een (geanonimiseerde) audio- of video-opname



in gesprekken met jeugdigen gericht vragen kunt stellen en kunt

achterhalen hoe zij hun situatie ervaren. Je hierbij bewust bent van de

rolverdeling en hiërarchie in een groep of gezin.

gedrag kan observeren en de bevindingen kunt voorleggen rekening

houdend met de beroepscode jeugdzorgwerker.

Relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën kunt

toepassen.

8 van 61


over kennis beschikt op het gebied van leefpatronen, alcohol-, drugs en

mediagebruik.

veranderingen in de situatie van de jeugdige of het gezin signaleert.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: (in aanvulling op de gevorderde

professional met een andere inhoud of complexiteit)

Een (geanonimiseerde) situatieanalyse van jeugdige en opvoeders, groeps-

en gezinsverbanden en van opvoedingsvragen van individuen of groepen



Een verslag/correspondentie met professionals uit het netwerk ter

verkrijging van informatie





op basis van vooronderzoek (deskresearch, observaties, gesprekken) de

wensen, vragen en behoeften van jeugdige en opvoeders kunt signaleren en

overzichtelijk in kaart kan brengen. Hierbij gebruik maakt van relevante

wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.

groeps- en gezinsverbanden kunt analyseren en in hun onderlinge

samenhang inzichtelijk in kaart kan brengen met specifieke

opvoedingsvragen van individuen of groepen.

In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s bij het inzichtelijk

maken van leefpatronen, alcohol- drugs en mediagebruik indien er een

verschil bestaat tussen jouw observatie van het gedrag van jeugdige,

opvoeders of (leef)groep en de opvatting van betrokkenen.




Een analyse m.b.t. psychiatrische stoornissen of gedragsproblemen






9 van 61



op basis van vooronderzoek, observaties en gesprekken het

probleemoplossend vermogen en mate van zelfstandigheid van jeugdige,

opvoeders of (leef)groep kan inschatten. Hierbij gebruik maakt van

relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.

in kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s indien er sprake is

van een verschil tussen het gedrag van jeugdige of opvoeders en jouw eigen

analyse over psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen die de

opvoeding en de ontwikkeling beïnvloeden.

Dillema’s in kritische beroepssituaties kunt hanteren in het vinden van een

balans tussen de zelfredzaamheid of probleemoplossend vermogen van de

jeugdige en/of opvoeders en (leef)groep.

bijzonderheden signaleert.

10 van 61


4. Stelt de hulpvraag vast of scherpt deze aan


De jeugdzorgwerker is in staat om, op basis van de verzamelde informatie en in afstemming

met de jeugdige en/of opvoeders, de hulpvraag te formuleren of aan te scherpen, waardoor

beoogde doelen en gewenste resultaten zijn afgestemd op de specifieke situatie van de

jeugdige, opvoeders en/of de (leef)groep.















Een geformuleerde of aangescherpte (hulp- of dienstverlenings)vraag van

een jeugdige en opvoeders

Een (eerste opzet) van een hulpverleningsplan




De kennis over de beroepscode jeugdzorgwerker, relevante

beroepsinhoudelijke theorie en wettelijke bepalingen kunt vertalen naar een

hulpverleningsvraag.

Bij het (her)formuleren van de hulpvraag de gewenste situatie als

uitgangspunt kan nemen en niet de problemen.

Gegevens kunt verwerken in een hulpverleningsplan.

11 van 61





Een geformuleerde hulp- of dienstverleningsvraag van een jeugdige en

opvoeders


Een voorstel /advies voor bijstelling van de hulpvraag of het

hulpverleningsplan

(geanonimiseerd) (hulpverlening- of dienstverlening)verslag


Of ander geschikt beroepsproduct uit jouw eigen beroepspraktijk etc.


Uit een grote hoeveelheid schriftelijke of mondelinge informatie tot de kern

van het probleem kan komen door samenhang in beïnvloedende factoren te

zien, verbindingen te leggen in het helder krijgen van en vertaling in een

hulpvraag;

In bekende situaties relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke

theorie benut en kunt vertalen naar een werkzame aanpak en doelen;

In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s om de belangen,

onafhankelijkheid of zelfredzaamheid van de jeugdige of de opvoeders in

balans te laten zijn met een doelgerichte en werkzame aanpak.




Een geformuleerde hulp- of dienstverleningsvraag van een jeugdige en

opvoeders


Een voorstel /advies voor bijstelling van de hulpvraag of het

hulpverleningsplan

(geanonimiseerd) (hulpverlening- of dienstverlening)verslag


Een voorstel of advies m.b.t. het inschakelen van de kinderrechter



In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s op het gebied van

informatiegebrek en er geen diagnose gesteld kan worden versus de druk

12 van 61


vanuit de jeugdige, opvoeders of sociale omgeving van de jeugdige om een

goede diagnose te stellen.

In staat bent om op basis van kennis van relevante wetenschappelijke- of

beroepsinhoudelijke theorieën en de analyse van een hulpvraag in diverse

complexe beroepssituaties werkbare alternatieven uit te werken die

bijdragen aan een werkbare aanpak.

In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s om al dan niet en

op welke moment actie te ondernemen om het plan van aanpak bij te

stellen indien de situatie van de jeugdige of opvoeders daarom vraagt.

In complexe beroepssituaties in kunt schatten wanneer er een advies of

beslissing van de kinderrechter nodig is.

13 van 61


5. Kiest passende interventie


De jeugdzorgwerker is in staat om een passende interventie te kiezen, waardoor de jeugdige

en opvoeders een overzicht hebben van wat hen te wachten staat, zodat zij zich kunnen

committeren aan de gekozen interventie en de hulpvraag op de best mogelijke manier wordt

opgelost.






















Bij het (mede) vaststellen van de interventiekeuze jouw basiskennis op het

gebied van pedagogische- en sociaal agogische methoden en technieken

hebt benut om de (leeftijdsgebonden) problematiek te kunnen hanteren.




14 van 61









Een helder beeld hebt van de interventies die je als hulpverlener zelf kunt

uitvoeren, wat er moet gebeuren om de interventies te realiseren en

wanneer en doorverwijzing naar andere hulpverleners of disciplines nodig is.

Blijk geeft jouw oordeel te baseren op basis van kennis van complexe en

multiprobleemsituaties, relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke

theorieën (bijvoorbeeld vanuit de psychologie en psychiatrie etc.)

Jeugdigen en opvoeders helder en in concrete stappen inzicht kan geven in

de problematiek en achterliggende oorzaken en welke behandel- of

dienstverlening daarbij meest passend is.

In kritische beroepssituaties de dialoog kan aangaan met jeugdige,

opvoeders of (leef)groep indien er sprake is van verschillende opvattingen,

meningen of ethische kwesties.

In kritische beroepssituaties kunt omgaan met dilemma’s om de belangen of

onafhankelijkheid van de jeugdige en de opvoeders in balans te laten zijn

gelet op de hulp- of dienstverleningsvraag en de interventiekeuze.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: ( in aanvulling op de bewijslast van de









In complexe kritische beroepssituaties waarbij sprake is van een

multiproblematiek de vereiste interventie kan kiezen en inzet waarbij een

goede inschatting wordt gemaakt van de intensiteit en de duur van de

hulpverlening.

15 van 61


In kritische beroepssituaties je als hulpverlener duidelijk positie kunt

innemen bij de interventiekeuze indien er sprake is van verschillende

opvattingen/meningen tussen jeugdige en opvoeders.

De leerervaringen uit kritische beroepssituaties op het gebied van

interventiemethodieken of multiproblematiek deelt met vakgenoten,

belangen- of beroepsvereniging voor het bedenken en implementeren van

nieuwe interventiemethodieken.

16 van 61


6. Werkt outreachend (systeemgericht)


De jeugdzorgwerker legt en houdt op proactieve wijze contact met de jeugdige, opvoeders,

het systeem en professionals uit de eigen of andere disciplines. Hiermee wordt het

hulpverleningsaanbod zichtbaar en laagdrempelig aangeboden. Hij benadert mensen

(waarvan het vermoeden bestaat dat) die met problemen kampen of van wie anderen

problemen ondervinden. Hierdoor houdt hij zicht op situaties waar inzet van hulpverlening

noodzakelijk is (of wordt), kan hij vroegtijdig ingrijpen en escalaties vóór zijn.













Gevorderde professional: (nog niet aan de orde)


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: (in aanvulling de bewijslast van de


Document waaruit blijkt dat je ook buiten jouw eigen discipline contacten

hebt met professionals over vermoedelijke problemen van jeugdigen en

opvoeders zonder directe hulpvraag

Een verslag van een bezoek aan jeugdigen of opvoeders zonder hulpvraag in

het kader van voorlichting of laagdrempelige hulp of doorverwijzing




17 van 61



Signalen over vermoedelijke problemen waar jeugdige, opvoeders of de

omgeving mee kampen serieus neemt en hierbij initiatief neemt om met hen

contact te leggen om laagdrempelige voorlichting of hulp te bieden. Hierbij

blijk geeft te beschikken over relevante kennis m.b.t. wetenschappelijke- of

beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek, psychologie,

psychiatrie etc.)

Korte lijnen met professionals kunt onderhouden en hen serieus neemt en

op zoek gaat naar ‘vindplaatsen’ waar jeugdigen en opvoeders zich

bevinden.




Een verslag van een bezoek aan jeugdigen en opvoeders waarin sprake is

van een vermoedelijk probleem maar er nog niet een directe hulpvraag is

geformuleerd.





In complexe kritische beroepssituaties met dilemma’s om kunt gaan in de

afweging op welk moment en op welke wijze actie noodzakelijk is in het

leggen van contacten met jeugdigen, opvoeders, het systeem of

professionals.

In kritische beroepssituaties in contacten met jeugdige en opvoeders zonder

directe hulpvraag weerstand bij hen kunt overbruggen door positie in te

nemen en vasthoudend te zijn om hen te bewegen tot het nemen van actie

of het formuleren van een hulpvraag.

18 van 61


7. Creëert een veilige omgeving (pedagogisch gericht)


De jeugdzorgwerker heeft het vermogen om in een sfeer van respect en vertrouwen samen

met de jeugdige en de (leef)groep normen en waarden bespreekbaar te maken, afspraken

te maken over gedragsregels en grenzen te stellen. Hierdoor kan in een veilige omgeving

worden gewerkt aan de ontwikkeling van de jeugdige en het hulpverleningsplan.





















In jouw beroepsmatig handelen, houding en gedrag aandacht schenkt aan

het creëren van een sfeer van respect en vertrouwen met jeugdige en/of de

(leef)groep en te handelen volgens de beroepscode jeugdzorgwerker en

relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.

De jeugdige en/of (leef)groep aanspreekt op hun gedrag (normen en

waarden) wat in strijd is met gedrags-, omgangs- en huisregels of te

signaleren waarbij het nemen van eigen verantwoordelijkheid in het geding

is.

19 van 61






Een teamverslag van een leefgroep

Een schriftelijke signalering van fricties en dominant gedrag in een leefgroep






In kritische beroepssituaties de jeugdige en/of de (leef)groep dilemma’s te

kunnen hanteren op het gebied van grenzen stellen versus meer

verantwoordelijkheid geven aan jeugdige of (leef)groep.

In kritische beroepssituaties te kunnen balanceren tussen ingrijpen of

afstand nemen en zijn oordeel, keuzes en jouw beroepsmatig handelen te

baseren op relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorieën.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: ( in aanvulling de bewijslast van de



Een teamverslag van een leefgroep

Een schriftelijke signalering van fricties en dominant gedrag van een

jeugdige of leefgroep

Een gesprek/verslag met opvoeders over het gedrag van de jeugdige






In complexe kritische beroepssituaties de belangen van de opvoeders en jeugdige of

(leef)groep te kunnen behartigen door tijdig in te grijpen in de situatie, positie in te

nemen en de situatie te stabiliseren.

In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met vraagstukken waarbij

gesignaleerde problemen niet door opvoeders wordt (h)erkend en al dan niet

gedwongen hulpverlening moeten worden ingeschakeld (bijvoorbeeld

Kinderbescherming).

20 van 61


8. Werkt samen


De jeugdzorgwerker is in staat om op constructieve wijze actief samen te werken met

collega’s, leidinggevenden en professionals uit andere disciplines en organisaties.









geleerd voor jouw verdere persoonlijke ontwikkeling in het beroep.



Een verslag van een samenwerking in het kader van de hulpverlening





samenwerkt in een team, afspraken maakt over de eigen bijdrage en rol en

afspraken nakomt.

jouw werkzaamheden afstemt met collega’s, leidinggevenden of professionals uit

andere disciplines en hen tijdig van de juiste informatie voorziet.

respectvol omgaat met en gebruik maakt van andermans kennis, ervaring en

deskundigheid en dit benut in het beroepsmatig handelen.




Een verslag van een samenwerking in het kader van de hulpverlening met

professionals binnen en buiten de organisatie waarbij je zelf betrokken bent

Jouw deelname aan bijeenkomsten met professionals binnen en buiten de

organisatie om kennis te delen



21 van 61




in staat bent goede en efficiënte samenwerking te realiseren met een duidelijke

verdeling van de verantwoordelijkheden in multidisciplinaire teams binnen en buiten

de organisatie en daarmee bijdraagt aan een transparante en eenduidige wijze van

hulpverlening.

In samenwerkingsprojecten jouw kennis en ervaring deelt en de organisatie

vertegenwoordigd.




Een teamverslag of notitie

Een voorstel voor samenwerking met professionals /disciplines of organisatie

met verschillende belangen

Jouw deelname aan bijeenkomsten met professionals binnen en buiten de

organisatie om kennis te delen en gemeenschappelijke doelen te formuleren

voor samenwerking





Samenwerkt met partijen/disciplines met verschillende belangen en culturen

en een bijdrage levert aan de ketenhulpverlening, de grenzen van jouw

expertise erkent en de bereidheid hebt om jouw eigen professionele

oordelen ter discussie te stellen.

Leiding geeft aan samenwerkingsverbanden binnen en buiten de

organisatie.

In samenwerkingsverbanden deelnemers aanspreekt op hun

verantwoordelijkheden en uitvoering.

Actief op zoek gaat naar samenwerkingsmogelijkheden en

partijen/disciplines om hen te overtuigen van de meerwaarde van

samenwerken.

22 van 61


9. Coördineert de zorg (systeemgerichte context)


De jeugdzorgwerker heeft het vermogen contact te leggen en te onderhouden met

professionals van andere disciplines en organisaties die betrokken zijn bij een jeugdige of

zijn opvoeders en weet hen op overtuigende wijze tot samenwerking te motiveren, waardoor

de hulpverlening plaatsvindt met optimale inzet en onderlinge afstemming van de

verschillende disciplines. Door in te grijpen waarborgt hij de continuïteit van de

hulpverlening en voorkomt verslechtering van de situatie.















Een hulp- of dienstverleningsverslag of plan

Een samenwerking met professionals uit andere disciplines of organisaties





kennis hebt van het hulpaanbod in de keten en de aanbieders kent.

Beschikt over basiskennis over relevante wetenschappelijke - en beroepsinhoudelijke

theorieën.

In complexe kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s in de afweging

om al dan niet gebruik te maken van doorzettingsmacht.

23 van 61






Een voorstel of advies voor het maken van afspraken met professionals

binnen en buiten de organisatie in het kader van een hulpverlening

Een communicatieplan waarbij verschillende professionals binnen en buiten

de organisatie betrokken zijn

Een voorstel of advies voor crisishulpverlening





vanuit de hulpvraag een helder beeld kan schetsen van de samenwerking en

bijdrage die nodig is met relevante professionals van andere disciplines en

organisaties voor een hulpverleningsplan. Hierbij jouw oordeel en keuzes

baseert op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën

(bijvoorbeeld vanuit de (ortho)pedagogiek en socialisatietheorie).

In samenspraak met relevante professionals uit andere disciplines een

gemeenschappelijke visie op de best mogelijk aanpak kan formuleren, de

rolverdeling kan vaststellen de communicatie kan coördineren.

De voortgang van de zorg volgt, afspraken maakt en bewaakt en indien

nodig betrokkenen hierop aanspreekt.

In kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s in het maken van

een afweging om al dan niet en op welk moment gespecialiseerde zorg of

crisishulpverlening in te schakelen.





Een voorstel of advies voor het maken van afspraken met professionals

binnen en buiten de organisatie in het kader van een hulpverlening

Een communicatieplan waarbij verschillende professionals binnen en buiten

de organisatie betrokken zijn

Een voorstel of advies voor crisishulpverlening




24 van 61



in complexe kritische beroepssituaties ook buiten het eigen

verantwoordelijkheid gebied op eigen initiatief relevante professionals uit

andere disciplines en organisaties kunt overtuigen dat samenwerking

bijdraagt aan een optimale invulling van een hulpverleningsplan.

in complexe kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s in het

maken van een afweging om al dan niet en op welk moment inschakeling

van gespecialiseerde zorg, crisishulpverlening of doorverwijzing nodig is.

in complexe kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s in de

afweging om al dan niet gebruik te maken van doorzettingsmacht.

25 van 61


10. Vormt een oordeel


De jeugdzorgwerker is in staat om informatie of mogelijke aanpakken in het licht van de

visie van de organisatie en de visie van zijn beroepsgroep tegen elkaar af te wegen, zodat

hij tot een afgewogen oordeel kan komen.













Gevorderde professional: (nog) niet aan de orde.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten zijn: (in aanvulling de gevorderde professional

met een andere inhoud of complexiteit)

Een (hulpverlening- of dienstverlening)verslag

Een advies of voorstel voor de inhoud van een hulp- of dienstverleningsplan

Een (beleid)notitie voor het management






Feiten van meningen, ervaringen of emoties kunt onderscheiden.

26 van 61


Standpunten of visies van anderen in kaart kan brengen, dit vanuit

verschillende invalshoeken bekijkt alvorens een oordeel te vormen en

daarbij objectieve, subjectieve, rationele en intuïtieve argumenten gebruikt.

Jouw aanpak kan baseren op een realistische aanpak voor wat betreft tijd,

inzet en beoogt resultaat (uitgaan van ‘ zo licht mogelijk en zo zwaar als

nodig’).

Jouw oordeelsvorming baseert op relevante wetenschappelijke- en

beroepsinhoudelijke theorieën bijvoorbeeld vanuit de sociologie en dit ook

kan verantwoorden.






Een (beleid)notitie voor het management






Fingerspitzengefühl hebt voor zaken die niet helemaal kloppen. Ook op jouw intuïtie

durven afgaan (een situatie in zijn totaliteit schatten en aanvoelen wanneer het niet

pluis is).

Vanuit een helikopterview verbanden kunt leggen tussen eerdere werkervaringen en

de specifieke hulpvraag of problematiek en hiervan de risico’s kunt inschatten.

Hoofd- van bijzaken kunt onderscheiden.

Kunt inschatten wat wel en niet haalbaar is.

Kunt benoemen wat de consequenties zijn van bepaalde keuzen.

Kunt zorgen voor een onderbouwde risicoanalyse bij strategische keuzen, ook al

bevat de informatie veel aannames en onzekerheden.

Bij de afweging van alternatieven meerdere scenario’s belicht en de effecten

daarvan voor de jeugdige, de opvoeders in de mate waarin doelstellingen kunnen

worden gerealiseerd inschat (risicoanalyse).

27 van 61


11 Neemt en beargumenteert besluiten


De jeugdzorgwerker is in staat om in moeilijke situaties, bij tegengestelde belangen en

zwaarwegende beslissingen, op vastberaden en constructieve wijze besluiten te nemen en

genomen besluiten (zowel door hem als andere professionals) te beargumenteren, zodat

twijfels worden voorkomen en er duidelijkheid heerst over de koers en de grenzen van de

gekozen hulpverlening.













Gevorderde professional: (nog) niet aan de orde.



gevorderde professional met een andere complexiteit/ inhoud/thema)








Kennis hebt van besluitvormingsprocessen en de factoren die het nemen

van besluiten al dan niet in positieve of negatieve zin kunnen beïnvloeden.

28 van 61


In kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s in een goede

afweging tussen het al dan niet bijstellen van het hulpverleningsplan en de

urgentie daarvan.

In kritische beroepssituaties betrokkenen kunt motiveren om mee te

werken, keuzes te maken en te overtuigen van de noodzaak om benodigde

middelen en expertise in te zetten. Jouw oordelen, keuzes e.d. te baseren

op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën

bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, agogiek, psychiatrie, psychologie,

sociologie. Levensbeschouwing, ethiek filosofie e.d.











Aan anderen keuzes helder kunt overbrengen door deze met argumenten te

onderbouwen en oog te hebben voor de belangen en standpunten van anderen.

In complexe kritische beroepssituaties tot de kern van het probleem kan komen en

argumenten aan draagt die tot besluitvorming leiden.

In complexe kritische beroepssituaties lef toont en stevig in je schoenen staat door

argumenten aan te dragen die zodanig overtuigend zijn dat anderen hierin

meegaan.

In onderhandelingen met meerdere (interdisciplinaire) partijen de gekozen tactiek

zodanig kunt aanpassen dat de weerstand wordt weggenomen.

In complexe kritische beroepssituaties jouw ideeën, visie en opvattingen helder over

brengt zodat tegenstellingen of gemeenschappelijkheden in kaart worden gebracht

om tot keuzes en besluiten te komen.

29 van 61


12. Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling


De jeugdzorgwerker heeft een duidelijke visie op het belang van een goede opvoeding en

ontwikkeling van jeugdigen, voor de jeugdige zelf, opvoeders en de samenleving. Hierdoor

heeft hij een duidelijke focus tijdens het werken met jeugdigen en opvoeders.






















De focus van jouw werk kan inrichten vanuit een heldere pedagogische visie en dit

in gedrag en houding richting jeugdige, opvoeders en samenleving zichtbaar kunt

maken.

Kennis hebt van de Internationale Rechten van het kind en deze als richtlijn toepast

in het dagelijkse werk.

30 van 61








Een voorstel voor het (verder) vormgeven van de pedagogische visie





jouw kennis over psychosociale problematiek toepast in je handelen.

Vanuit een duidelijke focus werkt; de interventies vanuit een pedagogische visie

inzet en deze expliciet maakt hoe deze visie en interventies aan elkaar gelinkt zijn

en deze kan verantwoorden







Een (beleids)notitie op het gebied van een pedagogische visie

Een artikel in een vakblad

Een (PowerPoint)presentatie





Inzicht hebt in wetenschappelijke theorieën en ontwikkelingen op het gebied

van opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen en deze kunt vertalen in het

vormgeven van een visie.

Vanuit een helikopterview en op basis van leereffecten uit kritische

beroepssituaties een bijdrage kan leveren aan het verder uitdiepen van

pedagogische uitgangspunten.

Met collega’s, management of belangen- of beroepsvereniging kennis deelt

en een visie kan ontwikkelen op het gebied van opvoeding en ontwikkeling

van jeugdigen.

31 van 61


13. Handelt methodisch


De jeugdzorgwerker is in staat om planmatig, methodisch en gestructureerd te werken,

waardoor de jeugdige, opvoeders of de (leef)groep zicht hebben op de aanpak en

behandeldoelen, en het beoogde resultaat wordt gehaald.













Een hulpverleningsplan


Voorbeelden van gebruikte theorie, methoden en reflectie op het resultaat

en op wijze van leren.





voor de jeugdige, opvoeders of (leef)groep de verschillende

stappen/(deel)fases kunt benoemen en kunt verhelderen.

methodisch werkt volgens stappen van een cyclisch proces. Hierbij de kennis

vanuit relevante beroepsinhoudelijke theorieën benut (bijvoorbeeld vanuit

de agogiek).




32 van 61









in kritische beroepssituaties een goed afweging kan maken van welke

activiteiten met welke prioriteit op een effectieve en efficiënte wijze

bijdragen aan het realiseren van de gestelde doelen. Jouw oordeel en

keuzes baseert op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke

theorieën benut (bijvoorbeeld vanuit de agogiek).

de hulpverlening efficiënt kunt plannen en organiseren.



bekwame professional met een andere inhoud of complexiteit )








In complexe kritische beroepssituaties en na incidenten of onverwachte

gebeurtenissen kunt omgaan met dilemma’s om de situatie te stabiliseren,

terug te grijpen op het hulpverleningsplan en de te bereiken doelen.

De leerervaringen uit kritische beroepssituaties meeneemt bij het (verder)

ontwikkelen van methoden en technieken.

33 van 61


14. Voert passende interventies uit


De jeugdzorgwerker kan het gedrag van de jeugdige met gedragsproblemen en van

opvoeders met opvoedingsproblemen (gelijktijdig) beïnvloeden, zodat het gedrag, de

competenties en de interactie tussen de betrokkenen verbeteren en de jeugdige in een

gezonde opvoedingssituatie opgroeit.


















Voorbeelden van gepleegde interventies voor jeugdigen en/of opvoeders





Kennis hebt van systeem-, sociale leer- en empowermenttheorie, cognitieve

gedragstherapie, hechtingstheorie (systeemgerichte context) of

groepsdynamica (pedagogisch gerichte context)

Jeugdige en opvoeders ondersteunt bij het vinden van en volhouden van

onderwijs, arbeid en/of vrijetijdsbesteding en hierop accuraat intervenieert.

34 van 61








Voorbeelden van gepleegde interventies





In kunt schatten in welke situaties en met welke audiovisuele hulpmiddelen

het leerproces kan worden bevorderd (systeemgerichte context)

In kritische beroepssituaties bij gedrags- of opvoedingsproblemen kunt

balanceren tussen betrokken zijn en afstand nemen.

Positie inneemt bij gedrags- en opvoedingsproblemen door grenzen te

stellen al dan niet met lichte dwang.












In complexe kritische beroepssituaties actief en op het juiste moment de

juiste steunbronnen kunt betrekken.

In complexe kritische beroepssituaties kunt omgaan met tegenstrijdige

opvattingen of weerstand van jeugdige, opvoeders of (leef)groep om bij

incidenten of onverwachte gebeurtenissen de situatie te stabiliseren en de

doelen te kunnen realiseren.

35 van 61


De kennis en leerervaringen uit kritische beroepssituaties op het gebied van

gedragsbeïnvloeding deelt met vakgenoten, belangen- en beroepsvereniging

in de ontwikkeling van beïnvloedingsmethodieken.

(In gedwongen kader) in overleg relevante (straf)maatregelen kunt

uitvoeren en (in overleg) toewijzingsbesluiten kunt effectueren.

36 van 61


15. Werkt verantwoord


De jeugdzorgwerker is in staat zich te verantwoorden tegenover de jeugdige, zijn opvoeders,

zijn organisatie, samenwerkingspartners en juridische instanties, zodat alle betrokkenen

inzicht krijgen in zijn handelwijze en deze ook begrijpen. Houdt rekening met de kwaliteit

van de hulpverlening, privacy en vertrouwelijkheid van cliëntgegevens.















En hulpverleningsplan



Een voorbeeld van de verantwoording in een registratiesysteem





Kennis hebt van de beroepscode jeugdzorgwerker, het competentieprofiel,

de beroepsstandaard, functiebeschrijving, verantwoordelijkheden en rechten

en plichten van de jeugdzorgwerker, relevante wetgeving/juridische kaders,

protocollen (kwaliteit van hulpverlening, privacy en vertrouwelijkheid).

37 van 61













In kritische beroepssituaties om kunt gaan met dilemma’s om enerzijds het

beroepsmatig- en beroepsethisch handelen te verantwoorden en anderzijds

de vertrouwelijkheid van informatie en de privacy van cliënten te

waarborgen.

Met de lezer voor ogen, kort en bondig en objectief kan rapporteren en

inzicht hebt met wie en onder welke voorwaarden informatie kan worden

gedeeld.

Jouw keuzes en werkwijze op uitvoerend niveau kan verantwoorden en

baseert op relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën

en dit ook kan verantwoorden.



(in aanvulling op de bewijslast van de bekwame professional met een andere inhoud of

complexiteit)








38 van 61



Systematisch de kwaliteit van de werkprocessen en de prestaties reflecteert

in relatie tot de doelen, de kwaliteits- en beroepsstandaarden, de

beroepscode jzw en hierover rapporteert.

Je staande kunt houden in kritische beroepssituaties waarin zowel de

legitimiteit van de jeugdzorg als jouw eigen functie ter discussie komt te

staan.

Een duidelijke visie hebt over de plaats en functie van het beroep in relatie

tot actuele maatschappelijke vraagstukken in de jeugdzorg, maar ook ten

aanzien van de grenzen als de professionele standaard in het geding is ( je

neemt positie in).

39 van 61


16. Reflecteert op het eigen handelen


De jeugdzorgwerker is in staat op constructieve wijze en in overleg met collega’s, de

jeugdige, opvoeders en het systeem te reflecteren op zijn eigen normatieve kader en

beroepsmatig handelen, waardoor hij weet waar zijn professionele grenzen liggen en waar

verbeterpunten in het werkproces zijn.












Een reflectieverslag

Een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP)

Een verslag van een teamoverleg of bijeenkomst met collega’s in het kader

van kennisdeling, collegiale consultatie, supervisie

Bewijsstuk waaruit blijkt dat je structureel deelneemt aan supervisie

(minimaal 10 bijeenkomsten of intervisie (minimaal 20 bijeenkomsten) of

gedurende jouw ervaringsjaren minimaal 30 uur werkbegeleiding hebt

gekregen





Je eigen handelen kunt beschrijven in termen van gedrag en houding en dit

toetst aan de beroepsstandaard en de beroepscode van de jeugdzorg

Je kunt reflecteren op je eigen normatieve kader en wat dit betekent voor

de effecten daarvan op anderen

40 van 61


Structureel feedback vraagt aan anderen (leidinggevende, collega’s,

cliënten) over jouw beroepsmatig- en beroepsethisch handelen en jouw

werkwijze bijstelt als dit de kwaliteit van de beroepsuitoefening ten goede

komt

Deelneemt aan reflectiebijeenkomsten met collega’s waarin je reflecteert op

je beroepsmatig- en beroepsethisch handelen (supervisie, intervisie of

werkbegeleiding krijgt of hebt gekregen)

De ontvangen feedback over jouw beroepsmatig handelen en het

professionele en beroepsethisch oordeel van jouw collega’s benut voor

verbetering van de taakuitoefening en verdere professionalisering

Inzicht hebt in je sterke en minder sterke punten in het eigen functioneren

en hieruit de leereffecten benut

Een Persoonlijk Ontwikkel Plan hebt opgesteld waarin SMART acties zijn

opgenomen om de verbeterpunten aan te pakken

Problemen en successen deelt met collega’s en leidinggevende







van kennisdeling of collegiale consultatie




gekregen





Nieuwe werkwijzen (handelingsalternatieven) kunt inzetten en deze na

afloop evalueert en wat goed werkt blijvend inzet.

Feedback op houding en beroepsvaardigheden aan collega’s kunt geven en

daar ook zelf om vraagt.

Verbanden ziet tussen je eigen normatieve kader en de effecten daarvan op

de kwaliteit van de dienstverlening.

Bij tegenslag rustig, overtuigend, doelgericht en accuraat kunt handelen en

omzet in positieve energie.

41 van 61




(in aanvulling op de bewijslast van de bekwame professional met een andere inhoud of

complexiteit)




van kennisdeling of collegiale consultatie




gekregen





Een beroepshouding hebt ontwikkeld waarin het systematisch reflecteren op

je normatieve kader en beroepsmatig- en beroepsethisch handelen en

beroepshouding aan de beroepsstandaard en beroepscode van de jeugdzorg

vanzelfsprekend is

De grenzen van jouw eigen deskundigheid kan herkennen en erkennen.

In je werk duidelijk bent over jouw verantwoordelijkheden en bevoegdheden

en deze duidelijk af kunt bakenen in relatie tot jouw rol en de specifieke

hulp- en dienstverleningsvraag

42 van 61


17. Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden


De jeugdzorgwerker is in staat zijn eigen arbeidsomstandigheden te bewaken en te

beïnvloeden, zodat hij goed kan functioneren, plezier in zijn werk houdt en zich blijft

ontwikkelen.















van collegiale consultatie





De verantwoordelijkheid neemt om conform het Arbobeleid en de

veiligheidsvoorschriften invulling geeft aan je werk.

Je werk zodanig kunt inrichten dat jouw gezondheid, welzijn en veiligheid

van werken gewaarborgd blijft.






43 van 61








Verbanden kunt zien tussen lichamelijke of psychische klachten van jouzelf

en werk gerelateerde factoren op het gebied van gezondheid, welzijn en

veiligheid en zo nodig knelpunten signaleert of zelf kunt oplossen.

Proactief bent in het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden van

jouzelf door aanpassingen te verrichten in de werksituatie (plannen,

organiseren en prioriteiten stellen).



bekwame professional)









In beroepskritische situaties aspecten die de gezondheid, veiligheid en

welzijn van jouzelf in gevaar kunnen brengen kunt herkennen, actie neemt

ter voorkoming hiervan en voorstellen aan het management doet voor

aanpassing van beleid en de borging hiervan.

Het welzijn, gezondheid en veiligheid van jouzelf bewaakt en zo nodig

mensen hier actief op aanspreekt.

Voor je eigen positie in de organisatie opkomt door te onderhandelen met

de werkgever over de eigen arbeidsomstandigheden.

44 van 61


18. Draagt bij aan beleid


De jeugdzorgwerker is in staat om op kritisch opbouwende wijze bij te dragen aan de

vorming en de uitvoering van het beleid van de organisatie, waardoor het management van

de organisatie over inzichten uit de praktijk kan beschikken voor het ontwikkelen van beleid.












Deelname aan overlegsituaties binnen de organisatie op het gebied van

beleid van de organisatie

Opgesteld (praktisch) beleidsvoorstel voor beheer en/of kwaliteit

(verbetering van werkprocessen, of het kwaliteitssysteem)

Een voorstel voor verbeterpunten of een verbeterplan

Deelname aan kennisdeling bijeenkomsten met collega’s binnen de eigen

organisatie


Deelneemt aan intern overleg en

Kennis en ervaring deelt met collega’s

Organisatorische knelpunten aan leidinggevende en collega’s signaleert die

een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de beroepsuitoefening

Verantwoording kan afleggen over de kwaliteit van jouw werk en dit

registreert.




45 van 61


Analyse van de kwaliteit van werkprocessen, diensten of producten, op basis

van aangereikte procedures of protocollen in relatie tot de ontwikkelingen op

het gebied van de hulpverlening

Een (voorzet) voor een beleidswijziging of nieuw beleid

Een zelfstandig opgesteld plan van aanpak voor de benadering van (nieuwe)

doelgroepen, gebaseerd op een zelfstandig en correct uitgevoerde

doelgroepanalyse.

Deelname aan bijeenkomsten met professionals buiten de eigen organisatie

om kennis te delen en onderwerpen en ontwikkelingen te bespreken





kwaliteitsgericht bent en organisatorische knelpunten aankaart

onderwerpen en ontwikkelingen tijdig onder de aandacht brengt voor zover

in overeenstemming met de beroepsstandaard en de beroepscode van de

jeugdzorg

gebruik maakt van inhoudelijke en strategische kennis van de organisatie en

deze benut bij het leveren van een bijdrage aan de vormgeving en

uitvoering van het beleid

intern kritisch en extern loyaal bent in beroepskritische situaties waarin

sprake is van verschillende opvattingen over het beleid van de organisatie




Op basis van een systematische analyse geformuleerd strategisch advies

voor verbeterpunten op het gebied van de hulp- en dienstverlening.

Aangevuld met een onderbouwd plan om te komen tot nieuw beleid of

verbetering van de werkprocessen.

Een (voorzet) voor een beleidswijziging of nieuw beleid

Een overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot vraag en aanbod

van de hulpverlening voor jeugdigen en opvoeders op basis van

maatschappelijke ontwikkelingen ter voorbereiding op besluitvorming op

strategisch niveau.

Een nieuw of aangepast protocol of procedure in het kader van de hulp- en

dienstverlening.

De ontwikkeling van een aanvulling of bijstelling van de wijze van

registreren voor de kwalitatieve invulling van het werk.

46 van 61


Deelname aan bijeenkomsten met professionals buiten de eigen organisatie

om kennis te delen en onderwerpen en ontwikkelingen te bespreken





gevraagd en ongevraagd structurele factoren signaleert die een positieve of

negatieve invloed hebben op de vorming en uitvoering van het beleid.

organisatorische knelpunten kunt benoemen en kunt signaleren.

de organisatie als kader voor jouw beroepshouding aanvaardt en het

strategisch beleid van de organisatie centraal stelt in kritische

beroepssituaties waarin sprake is van verschillende opvattingen of visies van

anderen binnen en buiten de organisatie

beleid en organisatie gebonden aspecten rapporteert voor de

verantwoording van de ontwikkeling en evaluatie van het beleid

47 van 61


19. Ontwikkelt het eigen werk


De jeugdzorgwerker is in staat om op interactieve wijze zijn visie op het werk te

ontwikkelen, en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn persoonlijke ontwikkeling als

professional en voor de ontwikkeling van het werk, waardoor hij zich verder ontwikkelt, zijn

vakkennis actueel blijft en zijn beroepsuitoefening herkend en erkend wordt.












Persoonlijk Ontwikkel Plan en reflectieverslagen als onderdeel van portfolio.

Deelname aan professionaliseringsactiviteiten binnen de eigen organisatie

om zich in het beroep verder te ontwikkelen.

Deelname aan intervisiebijeenkomsten met collega’s of collegiale consultatie

binnen de eigen organisatie om kennis te delen en ontwikkelingen in het

beroep te bespreken

Deelname aan (bij)scholingsactiviteiten in het kader van de ontwikkelingen

in het beroep.

Verslagen van gesprekken met een mentor, coach e.d. in het kader van

loopbaanontwikkeling, waarin de mentor optreedt als kritische

gesprekspartner die steeds de onderbouwing en motivatie van loopbaan en

ontwikkelingsstappen toetst.





Jouw deskundigheid in de beroepsuitoefening bevordert en op peil houdt

conform de beroepscode jeugdzorgwerk.

48 van 61


Gebruik maakt van de beschikbare ontwikkelingsmogelijkheden binnen de

eigen organisatie voor jouw competentieontwikkeling in het beroep en het

werk in de jeugdzorg.

Over een leergierige houding beschikt om de kwaliteit van jouw werk te

verbeteren.

Kennis neemt van ontwikkelingen met betrekking tot weten regelgeving

binnen de jeugdzorg.

Vakliteratuur leest en dit deelt met collega’s, leidinggevenden e.d.

Een visie hebt op het beroep en bijdraagt aan de ontwikkeling van het

beroep jeugdzorgwerker.




Deelname aan professionaliseringsactiviteiten binnen en buiten de eigen

organisatie voor een verdere verdieping in het beroep.

Deelname aan (regionale) werkgroepen binnen de eigen organisatie op het

gebied van een verdere professionalisering in het beroep of verdieping

hiervan.

Deelname aan collegiale consultatie of intervisie met collega’s of

professionals uit andere disciplines om kennis te delen en ontwikkelingen in

het beroep te bespreken.


Op te hoogte bent van vernieuwingen in het werkterrein (zoals inhoudelijke

ontwikkelingen, weten regelgeving, organisatorische en bedrijfsmatige

ontwikkelingen).

Actief jouw visie en kennis uitdraagt aan personen binnen en buiten de

organisatie over de ontwikkelingen in het beroep en werk in de jeugdzorg

(netwerken van belangen- en beroepsverenigingen).

De ontwikkelingsmogelijkheden binnen en buiten de organisatie benut voor

jouw verdere professionalisering in het werk.




Een beleidsdocument met een visie op het werk

Aangepast beleid gebaseerd op een duidelijke eigen visie op het beroep in

de maatschappij en zichzelf in het beroep.

49 van 61


Deelname aan lezingen, werkconferenties, cursussen als spreker, docent of

discussiant in het kader van het verder ontwikkelen van het beroep of een

verdieping hiervan.

Deelname aan (en een verslag van) interne en externe werkgroepen met

professionals of belangen – en beroepsvereniging met een kritisch reflectief

karakter (intervisie, vakgebiedoverstijgende intercollegiale consultatie of

intervisie).

Stukken (memo’s, verslagen) waaruit een actieve betrokkenheid op

vraagstukken rond beroep en samenleving blijkt en een eigen visie op het

beroep en de ontwikkeling van zichzelf in het beroep.

Zelfstandig en uit eigen initiatief uitgevoerd onderzoek gericht op praktische

en strategische vernieuwingen in de organisatie of het beroepsveld in brede

zin.

Publicaties over ontwikkelingen binnen het beroep in tijdschriften voor

professionals, wetenschappers en beleidsmakers.

Een nieuwe praktijkgerichte theorie of methodiek waaruit blijkt dat dit een

vooruitgang betreft in het beroep.

Voorstellen voor aangepaste methodieken en werkwijzen en de context

waarin deze worden toegepast (voorstellen voor beleid, rekening houdend

met veranderende maatschappelijke randvoorwaarden).


Veranderingen in de samenleving signaleert, systematisch onderzoekt en

kunt vertalen naar innovatie van de eigen beroepsontwikkeling en

beroepsmatig handelen. (artikelen, vakliteratuur e.d.)

Deelneemt aan (regionale) bijeenkomsten in netwerken van belangen- en

beroepsverenigingen waarin kennisdeling of visieontwikkeling centraal staan

Een visie hebt op het beroep en deze kan verwoorden in termen van

maatschappij, mens en organisatie.

Beschikt over een flexibele houding en open staat voor nieuwe

werkmethodieken en deze ook kan door ontwikkelen en te borgen in de

organisatie.

50 van 61


20. Omgaan met jeugdigen en opvoeders in gedwongen kaders


De jeugdzorgwerker is in staat om bij het inzetten of het adviseren aan relevantie instanties

(zoals de kinderrechter) van drang en dwangmaatregelen op duidelijke en respectvolle wijze

om te gaan met de jeugdige en opvoeders. Past specifieke weten regelgeving tijdens het

handelen toe, waardoor jeugdige en opvoeders weten waar ze aan toe zijn, grenzen zijn

vastgesteld en er geen onrechtmatige handelingen worden verricht.


















Voorbeelden van gepleegde interventies of maatregelen op het gebied van

dwang en drang voor jeugdigen en/of opvoeders





Primair vanuit het belang van de cliënt werkt (bijvoorbeeld door op heldere

wijze te verwoorden waarom dwang en drang als tijdelijke maatregel een

legitiem middel is).

Door jouw beroepsmatig handelen en houding aan kunt geven wanneer

welke grens is overschreden in het gedrag van jeugdige en/of opvoeders

waardoor een maatregel nodig is.

51 van 61


Over theoretische kennis beschikt over groepsdynamische processen bij

groepen jeugdigen en in (leef)groepen (systeemtheorie).

De beroepscode jzw toepast.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten: (in aanvulling op de bewijslast van de











De noodzaak van het gedwongen kader onderschrijft en kunt onderbouwen

met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie

(bijvoorbeeld vanuit systeemtheorie, psychiatrie, psychologie etc.).

Beschikt over een grondhouding waaruit blijkt dat je transparant bent over

het ingrijpen en de gevolgen daarvan voor de jeugdige en opvoeders en in

staat bent om je eigen rol te verhelderen.

Duidelijke afspraken maakt met de jeugdige en opvoeders over de te volgen

acties, de inzet die van hun wordt verwacht en mogelijke sancties bij het

overschrijden van gestelde grenzen.

Iedere toepassing van drang of dwang met de jeugdige en opvoeders

evalueert op de inzet en het gewenste resultaat.


Voorbeelden van mogelijke beroepsproducten: (in aanvulling op de bewijslast van de










52 van 61



Reflecteert op het doel van het ingrijpen in gedwongen kader en dit met

relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie kan

onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, psychologie,

psychiatrie etc.).

Waar mogelijk toewerkt naar een (gedeeltelijk) herstel van de

handelingsvrijheid van de jeugdige of opvoeders.

53 van 61


21. Omgaan met diversiteit


De jeugdzorgwerker is in staat om in zijn werk bewust en systematisch rekening te houden

met het unieke referentiekader van de jeugdige, opvoeders en het systeem, dan kan

afwijken van het algemene beeld, zodat er een optimale aansluiting van de hulpverlening is

bij de jeugdige, opvoeders en het systeem, waardoor ongewenste verhoudingen (zoals

discriminatie en uitsluitingmechanismen) worden voorkomen.























Weet dat er verschillende gezinsvormen bestaan en de kenmerken hiervan.

Dat je handelt volgens relevante beroepsinhoudelijke theorieën

(bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, sociologie, agogiek, psychiatrie

etc.).

Kunt omgaan met culturele verschillen in communicatiestijlen en – codes

54 van 61


Op de hoogte bent van en kennis hebt van specifieke problemen die

jeugdigen en opvoeders uit minderhedengroepen ervaren zoals

discriminatie, migratie, radicalisering en eergerelateerd of antihomogeweld.








Een analyse van opvattingen en denkbeelden van jeugdigen, opvoeders en

het systeem over culturele verschillen in relatie tot de algemeen geldende

normen en waarden en het rechtssysteem van de samenleving





de seksespecifieke en normatieve gelijkwaardigheid tussen jezelf, jeugdige

en opvoeders bewaakt in de beroepsuitoefening.

de opvattingen en denkbeelden van de jeugdige onderzoekt en kunt

verbinden met de algemeen geldende normen en waarden en het

rechtssysteem in de samenleving. Je oordeel baseert op relevante

wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld uit de

systeemtheorie, agogiek, culturele antropologie, psychiatrie etc.)



bekwame professional met een andere inhoud, complexiteit)








55 van 61



bewust bent van je eigen cultureel, levensbeschouwelijk en/of seksueel

referentiekader.

bewust bent van de positie, denkbeelden en vooroordelen die er spelen.

het unieke referentiekader van jeugdige benut bij de hulpverlening.

inspeelt op de verschillende maatschappelijke ordeningen van de jeugdige.

56 van 61


22. Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld


De jeugdzorgwerker is in staat op een zorgvuldige en heldere wijze signalen van (psychisch,

fysiek of seksueel) geweld in huiselijke kring te analyseren en te handelen volgens de

meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Legt vermoedens van kindermishandeling

of huiselijk geweld voor, de stappen van de meldcode volgend, aan het Advies en Meldpunt

Kindermishandeling (AMK), respectievelijk het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG),

zodat het geweld op een effectieve manier wordt aangepakt en de relatie tussen jeugdige,

opvoeders en de jeugdzorgwerker op een juiste manier voortgezet kan worden.















Voorbeelden van gepleegde interventies (signaal aan andere professionals of

leidinggevende, adviesvraag) bij vermoedens van huiselijk geweld





Beschikt over (basale) recente kennis over kindermishandeling en huiselijk

geweld (zoals over beschermende factoren en risicofactoren, vormen en

signalen en de gevolgen van het geweld voor jeugdigen). Je eigen

waarnemingen in concreet gedrag kunt beschrijven en dit met relevante

wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie kunt onderbouwen

(bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie,

geneeskunde of gezondheidskunde).

57 van 61


Kennis hebt van de beroepscode jeugdzorgwerk, relevante (landelijke)

meldcode, protocollen en richtlijnen van de organisatie op het gebied van

kindermishandeling en huiselijk geweld en hiernaar handelt.

Bij andere professionals toetst of de signalen worden herkend en tijdig

advies vraagt.

Signalen kunt (her)erkennen rond geweld bij jeugdige en/of opvoeders

(lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag

van opvoeders).




Voorbeelden van gepleegde interventies, een melding of maatregelen bij

vermoedens van huiselijk geweld





Signalen kunt (her)erkennen rond geweld bij jeugdige en/of opvoeders

(lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag

van opvoeders) en dit met relevante wetenschappelijke of

beroepsinhoudelijke theorie kan onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de

psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of

gezondheidskunde).

Bewust bent van de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden en deze

te nemen in de aanpak van de problematiek maar hieraan ook grenzen te

stellen.

Te weten wanneer sprake kan zijn van een levensbedreigende situatie

waarin onmiddellijk handelen nodig is en dit met wetenschappelijke of

beroepsinhoudelijke theorie kan onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de

psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of

gezondheidskunde).

Je bewust bent van jouw eigen emoties en dilemma’s en eigen sterke en

zwakke kanten ten aanzien van deze problematiek en je deze kan

benoemen;

In beroepskritische situaties kunt omgaan met dilemma’s in de

overwegingen om al dan niet en op welke moment in te grijpen indien er

sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld.

58 van 61





Voorbeelden van gepleegde interventies, een melding of maatregelen bij

vermoedens van huiselijk geweld





Jouw eigen waarnemingen en oordelen kunt scheiden van die van anderen

(professionals en/of informanten).

Op een open en respectvolle manier zorgen of vermoedens kunt bespreken

met jeugdige en/of opvoeders en daarbij kunt omgaan met emoties,

weerstand en loyaliteitsconflicten (vanuit de jeugdige en/of opvoeders).

Situaties te hebben meegemaakt waarin je melding hebt gedaan van

kindermishandeling of huiselijk geweld bij het AMK of ASHG.

59 van 61


23. Omgaan met verbaal geweld en (licht)agressief gedrag


De jeugdzorgwerker is in staat op respectvolle en duidelijke wijze op te treden bij verbaal

geweld en (licht)agressief gedrag, zodat situaties niet escaleren, zijn professionele grenzen

niet worden overschreden en problemen worden voorkomen.















Voorbeelden van gepleegde interventies bij verbaal geweld en (licht)

agressief gedrag

Een hulpverleningsplan of voortgangsverslag





Agressief gedrag kan voorkomen, duidelijke regels kunt handhaven en

consequent bent in gedrag, rechtvaardig en eerlijk handelt.

Gebruik maakt van de handelingsprotocollen rond agressie en geweld

Je bij ongedurig, geïrriteerd en/of (licht) agressief gedrag je professioneel

en rustig kunt opstellen.

Jouw beroepsmatig- en beroepsethisch handelen in het kader van agressief

gedrag en de keuzes die je daarin maakt kunt verantwoorden op basis van

kennis van beroepsinhoudelijke theorieën vanuit bijvoorbeeld de

psychologie, psychiatrie, agogiek etc.

60 van 61






agressief gedrag






Destructief gedrag kan opmerken en spanningen aanvoelt en dit kunt

onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke

theorie kan onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie,

agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde etc.)

De durf te hebben te confronteren en eerlijk te zijn door te benoemen wat

moet stoppen in het belang van de jeugdige en opvoeders en je je op een

overtuigende manier opstelt.

In kritische beroepssituaties met escalatie van verbaal geweld en

(licht)agressief gedrag het overzicht kan houden.

Een inschatting kan maken van de gevolgen van het (agressie) handelen

van de jeugdige voor alle betrokken personen (waaronder de jeugdige,

omstanders en zichzelf als professional)en dit kan onderbouwen met

relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie (bijvoorbeeld

vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of

gezondheidskunde).





agressief gedrag





61 van 61



In gesprek gaat met de jeugdige en/of opvoeders om gedrag en bejegening

bespreekbaar te maken;

De verantwoordelijkheid, regie neemt en keuzes maakt bij agressieve

situaties en zelfstandig ingrijpt en beslist bij escalerende situaties. Dit kan

onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke

theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie,

agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde).

Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker

Documents

Transcript of Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker