BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962...

261
Basisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . Vervangen: Verdrag: Beginselen, blz. 5-8 Instellingen, blz. 10-19 Bijzondere bepalin- gen, blz. 20-29 Overgangsovereen- komst, blz. 33-42 Lijsten A, B en C, blz. 44-56 Uitvoeringsprotocol, blz. 59-62 Protocol van Onder- tekening, blz. 68 Interparlementaire Raad: blz. 1 Arbeid: blz. 1, 2 Kapitaalverkeer: blz. 1 Openbare Aanbestedingen: blz. 1, 4-6 Pesonenverkeer: blz. 1, 2 Belastingen: Schutblad, blz. 1, 2 Ministeriële Beschikkingen blz. 12 Invoegen: Verdrag: Inhoud: I—VIII Interparlementaire Raad: blz. 5-18 Openbare Aanbestedingen: blz. 10-14 Personenverkeer: blz. 8, 9 Z.O.Z. Remplacer: Traité: Dispositions fondamen- tales, p. 5-8 Institutions, p. 10-19 Dispositions particu- lières, p. 20-29 Convention transitoire, p. 33-42 Listes A, B et C, p. 44-56 Protocol d'exécution, p. 59-62 Protocole de signature, p. 68 Conseil Interparlementaire: p. 1 Travail: p. 1, 2 Capitaux: p. 1 Adjudications publiques: p. 1, 4-6 Circulations de personnes: p. 1, 2 Fiscalité: feuille de garde, p. 1, 2 Décisions ministérielles: p. 12 Insérer: Traité: Sommaire: I—VIII Conseil Interparlementaire: P. 5-18 Adjudications publiques: p. 10-14 Circulation de personnes: P. 8, 9 t.s.v.p. SECRETARIAAT-GENERAAL BENELUX, WETSTRAAT 170, BRUSSEL 4 SECRÉTARIAT-GNE' RAL BENELUX, 170, RUE DE LA LOL, BRUXELLES 4 131255*_249

Transcript of BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962...

Page 1: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Basisteksten BENELUX Textes de base

5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément

.

.

Vervangen: Verdrag: Beginselen,

blz. 5-8 Instellingen, blz. 10-19 Bijzondere bepalin- gen, blz. 20-29 Overgangsovereen-komst, blz. 33-42 Lijsten A, B en C, blz. 44-56 Uitvoeringsprotocol, blz. 59-62 Protocol van Onder- tekening, blz. 68

Interparlementaire Raad: blz. 1 Arbeid: blz. 1, 2 Kapitaalverkeer: blz. 1 Openbare Aanbestedingen: blz. 1, 4-6 Pesonenverkeer: blz. 1, 2

Belastingen: Schutblad, blz. 1, 2 Ministeriële Beschikkingen blz. 12

Invoegen: Verdrag: Inhoud: I—VIII Interparlementaire Raad: blz. 5-18 Openbare Aanbestedingen: blz. 10-14 Personenverkeer: blz. 8, 9

Z.O.Z.

Remplacer: Traité: Dispositions fondamen-

tales, p. 5-8 Institutions, p. 10-19

Dispositions particu- lières, p. 20-29 Convention transitoire, p. 33-42

Listes A, B et C, p. 44-56 Protocol d'exécution, p. 59-62 Protocole de signature, p. 68

Conseil Interparlementaire: p. 1 Travail: p. 1, 2 Capitaux: p. 1 Adjudications publiques: p. 1, 4-6 Circulations de personnes: p. 1, 2 Fiscalité: feuille de garde, p. 1, 2 Décisions ministérielles: p. 12

Insérer: Traité: Sommaire: I—VIII Conseil Interparlementaire: P. 5-18 Adjudications publiques: p. 10-14 Circulation de personnes: P. 8, 9

t.s.v.p.

SECRETARIAAT-GENERAAL BENELUX, WETSTRAAT 170, BRUSSEL 4

SECRÉTARIAT-GNE'RAL BENELUX, 170, RUE DE LA LOL, BRUXELLES 4

131255*_249

Page 2: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Invoegen:

Schutblad: Vestiging Vestiging: blz. 1, 2-5 Belastingen: blz. 34, 35 Schutblad: Landbouw Landbouw: blz. 1-3 Ministeriële Beschikkingen: in nieuwe band brengen Ministeriële Beschikkingen: Inhoud: I—II Ministeriële Beschikkingen: blz. 74-87

Insérer:

Feuille de garde: Etablissement Etablissement: p. 1, 2-5 Fiscalité: p. 34, 35 Feuille de garde: Agriculture Agriculture: p. 1-3 Décisions ministérielles: à mettre au volume nouveau Décisions ministérielles: Contenu I—II Décisions ministérielles: D. 74-87

.

Verwijderen:

Invoerrechten: Schutblad, blz. 1-3

Supprimer:

Droits d'entrée: feuille de garde, p. 1-3

Bewaar telkens de laatste aanvullingsopgave! U kunt dan steeds nagaan tot en met welke aanvulling uw boekwerk is bijgewerkt.

Conservez toujours le dernier relevé de suppléments! Ainsi vous pourrez vérifier à chaque instant jusqu'à quel point votre recueil est à jour.

.

Page 3: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

0 0

Page 4: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

I

INHOUD

Organisatieschema

Inhoud .......

Verdrag - Preambule

DEEL 1 - Beginselen

- Vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten (art. 1 t/m 7) . 5

- gecoördineerd beleid op economisch, financieel en sociaal gebied (art. 8 t/m 11) ........... 6

- wisselkoers en stabiliteit van de munt (art. 12 en 13) ....... 8

- mogelijke afwijkingen (art. 14) . . 8

DEEL 2 - Instellingen

- Opsomming (art *L 15) ..... 10 - Hoofdstuk 1: Van het Comité van

Ministers (art. 16-22) 10 - Hoofdstuk 2: Van de Raadgevende

Interparlementaire Raad (23-24) . . . 11

- Hoofdstuk 3: Van de Raad van de Economische Unie (art. 25-27) . . . . 12

- Hoofdstuk 4: Van de Commissies en de Bijzondere Corn- -

missies (art. 28-32) . 13 - Hoofdstuk 5: Van het Secretariaat-

Generaal (art. 33-39) 14 - Hoofdstuk 6: Van de gemeenschap-

pelijke Diensten (art. 40) ...... 16

- Hoofdstuk 7: Van het College van Scheidsrechters (art . 41-53) . . . . . 16

- Hoofdstuk 8: Van de Economische en Sociale Raad van Advies (art. 54) . . 19

Blz.

I

2

.

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 5: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

I

CONTENU pages

Organigramme

Table des matières ...............I

Traité: Préambule ...............2

PARTIE 1 - Dispositions

- libre circulation des personnes, des marchandises, des capiteux et des services (art. 1-7) ...... 5

- politique coordonnée en matière éco- nomique, financière et sociale (art. 8-11) ........ 6

- taux de change et stabilité monetaire (art. 12-13) ........ 8

- possibilités de dérogations (art. 14) 8

PARTIE 2 - Institutions

- Enumération (art. 15) ..... 10 - Chapitre 1: Du Comité de Ministres

(art. 16-22) . . . . 10 - Chapitre 2: Du Conseil Interparle-

mentaire Consultatif (art. 23-24) . . . . 11

- Chapiter 3: Du Conseil de l'Uni- on économique (art. 25-27) ..... 12

- Chapitre 4: Des Commissions et des . Commissions spéciales

(art. 28-32) . . . 13 - Chapitre 5: Du Secrétariat genéral

(art. 33-39) . . . 14 - Chapitre 6: Des services communs

(art. 40) ..... 16

- Chapitre 7: Du collège arbitral (art. 41-53) ..... 16

- Chapitre 8: Du Conseil Consultatif économique et social (art. 54) ..... 19

Benelux, 5me supplément

Page 6: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

II Blz.

DEEL 3 - Bijzondere bepalingen betreffende spe-ciale aspecten van de Economische Unie

- Hoofdstuk 1: Van de nationale be-handeling, de bewegingsvrijheid en de uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden

- behandeling van onderdanen van een Partij op het gondgebied van een an- dere Partij (art. 55-56) . . . . 20

- huisvesting (art. 57) ...... 20 - vennootschappen (art. 58-59) . . 20 - loondienst (art. 60-61) . . . . 21 - aanbestedingen (art. 62-63) . . . 22

- Hoofdstuk 2: Van de coördinatie van het beleid

- investeringsbeleid (art. 64) . . . 22

- landbouwbeleid (art. 65-67) . . . 23 - vervoerwezen (art. 68-69) . . . . 24 - sociaal beleid (art. 70) ..... 24 - monetair en financieel beleid (art. 71) 24

- Hoofdstuk 3: Van de economische en financiële betrekkingen met het buitenland

- gemeenschappelijke handelspolitiek (art. 72) ........... 24

- onderhandelingen met derde landen (art. 73-74) ......... 25 Ie

- onderling overleg over maatregelen ter bevordering van de uitvoer (art. 75) 25

- wederkerige bijstand bij de toepassing van wettelijke en uitvoerende bepalingen betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen en de daarmee ver-bandhoudende betalingen (art. 76) . 25

• - verdeling van de lasten voortvloeien-

de uit kredietverlening of aanvaar-ding van niet-convertibele valuta's (art . 77) .......... 26

Benelux, 5de aanvulling

Page 7: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

II

pages PARTIE 3 - Dispositions particulières à certains as-

pects de l'Union économique

- Chapitre 1: Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et profes- sionelles

- traitement des ressortissants d'une Partie sur le territoire d'une autre .

Partie (art. 55-56) ...... 20 - loyers (art. 57) ..... .. 20 - sociétés (art. 58-59) ....... 20

emplois salariés (art. 60-61) . 21 - adjudications (art. 62-63) . . 22

Chapitre 2: De la coordination des politiques

- politiques des investissements (art. 64) ...........22 politique agricole (art. 65-67) 23

- transports (art. 68-69) .....24 - politique sociale (art. 70) . . . 24 - politique monétaire et financière

(art. 71) .........24

- Chapitre 3: Des relations écono- miques et financières avec l'étranger

- politique commerciale commune (art. 72) ........... 24

- negociations avec les pays tiers (art. la 73-74) .......... 25 - consulations au sujet des mesures de

promotion des exportations (art. 75) 25 - assistance mutuelle pour l'application

des dispositions législatives ou régle- mentaires concernant les importa- tions, les exportations et le transit des marchandises ainsi que les paiements y afférents (art. 76) ...... 25

- répartition des charges découlant de l'octroi de crédits ou de l'acceptation de monnaies inconvertibles (art. 77) 26

Benelux, 5me supplément

Page 8: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

III Blz.

- Hoofdstuk 4: Van de douane en be-lastingaangelegenheden

- vaststelling en wijze van heffing van invoerrechten, accijnzen en andere rechten (art. 78) .......26

- omzetbelasting, overdrachttaxe en soortgelijke belastingen (art. 79) . . 26

accijnzen en waarborgrecht voor wer- ken van edel metaal (art. 80) . . . 26

- vaststelling van de specifieke tarie- ven bij wijziging van de muntpariteit (art. 81) .......... 26

• - wettig betaalmiddel (art. 82) . . 27 - wederkerige bijstand (art. 83) . . 27 - verzekeren van de toewijzing van de

opbrengst der rechten, belastingen en heffingen (art. 84) ...... 27

- Hoofdstuk 5: Van het vrije verkeer van vervoerdiensten

- toelatingsvoorwaarden in het part- nerland (art. 85) ....... 27

- gemeenschappelijke uitvoerings- en controlemaatregelen bij internatio- naal wegvervoer (art. 86-87) . . . 27

- regime voor de niet op- hun grond- gebied gevesigde onderdanen van de H.V.P. (art. 88) ....... 28

- politiek inzake luchtvaart (art. 89) 28

- Hoofdstuk 6: Van de statistiek

- samenstellen en uitwisselen van sta- tistieken (art. 90) .......28

- vertrouwelijke inlichtingen (art. 91) 29 - onderlinge samenwerking bij statis-

tische waarnemingen (art. 92) . . . 29

DEEL 4 - Slotbepalingen -

- grondgebied (art. 93) .....30

Benelux, 5de aanvulling

Page 9: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

III

- Chapitre 4: Des questions douani- ères et fiscales

• - détermination et modalités de per-ception des droits d'entrée et d'accise et autres prélèvements (art. 78) . . 26

- impôt sur le chiffre d'affaires, taxe de transmission et impôts analogues (art. 79) .......... 26

- droits d'accise et rétribution pour la • garantie des ouvrages en métaux pré-

cieux (art. 80) ........ 26 - fixation des tarifs spécifiques en cas

de modification de la parité des mon-naies (art. 81) ........ 26

- monnaies ayant cours légal (art. 82) 27 - assistence mutuelle (art. 83) . . . 27

dispositions asssurant la dévolution du produit des droits, impôts, taxes et prélèvements (art. 84) . . . . 27

- Chapitre 5: De la libre circulation des services de transport

- conditions d'admission dans le pays partenaire (art. 85) ...... 27

- règles communes d'exécution et de contrôle des transports internatio- naux par route (art. 86-87) . . 27

- régime assuré par chacune des H.P.C. aux personnes non établies sur son territoire (art. 88) . . . 28

- politique en matière de transports aériens (art. 89) ....... 28

- Chapitre 6: Des statistiques - élaboration et communication réci-

proques de statistiques (art. 90) . . 28 - renseignements confidentiels (art. 91) 29 - collaboration en matière de relevés

statistiques (art. 92) ...... 29

PARTIE 4 - Dispositions finales

- territoire (art. 93) ...... 30

Benelux, 5me supplément

Page 10: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Iv Blz.

- Belgisch-Luxemburgse Economische Unie (art. 94) ........ 30

- status van de Unie (art. 95) . . 30 - officiële talen (art. 96) ..... 31 - toepassing (art. 97) ...... 31 - Overgangsovereenkomst en Uitvoe-

ringsprotocol (art. 98) ..... 31 - duur (art. 99) ........ 31 - bekrachtiging (art. 100) ..... 31

Overgangsovereenkomst

Hoofdstuk 1: van de nationale behande-ling, de bewegingsvrijheid en de uitoefe-ning van economische en beroepswerk-zaamheden

Opstellen overeenkomst art. 55 en 56 (art. 1) .......... 33

- uitoefening van zelfstandige econo- mische en beroepswerkzaamheden (art. 2) .......... 33

- visserij in de territoriale wateren (art. 3) .......... 34

- aanbestedingen door overheidsinstel- lingen (art. 4, 5) ....... 34

- opstellen overeenkomst art. 58 (art. 6) .......... 34

- arbeidsmarkt (art. 7) ..... 34 - arbeidsovereenkomst voor schepelin-

gen (art. 8) ......... 35

Hoofdstuk 2: Van het handelsverkeer tussen de grondgebieden van de Hoge Verdragsluitende Partijen (art. 9-10) . 35

Hoofdstuk 3: Van de landbouw

- maatregelen tot valorisatie (art. 11) . 35 - heffingen, licentierechten (art. 12) . 36

- minimumprijzen (lijst A) (art. 13-18) 36 - bijzonder regime (lijst B) (art. 19) . 38 - autonoom invoerregime van het

Groothertogdom Luxemburg (lijst C) (art. 20) .......... 38

Benelux, Sde aanvulling

Page 11: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Iv pages

- Union Economique Belgd-Luxem- bourgeoise (art. 94) ......30 statut de l'Union (art. 95) . . 30

- . langues officielles (art. 96) . . 31 - application (art. 97) ......31 - Convention transitoire et Protocole

d'exécution (art. 98) ...... 31 - durée (art. 99) ........31 - ratification (art. 100) .....31

Convention transitoire

- Chapitre 1: Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et profes-sionnelles

- Etablissements de la convention vi- sée aux art. 55 et 56 (art. 1) . . . 33

- exercice d'activités économiques et professionelles indépendantes (art. 2) 33

- pêche dans les eaux territoriales (art. 3) ..........34

- adjudications attribuées par les pou- voirs publics (art. 4, 5) ..... 34

- établissement de la convention visée à l'art. 58 (art. 6) .......34

- marché du travail (art. 7) . . . . 34 - contrat d'engagement maritimes (art. 8) ............35

- Chapitre 2: Des échanges entre les . territoires des Hautes

Parties Contractantes (art. 9 et 10) . . . . 35

- Chapitre 3: De l'agriculture - mesures de valorisation (art. il) ... 35 - prélevèments, droits de licence (art.

12) ........... 36 - prix minima (liste A) (art. de 13 à 18) 36 - régime spécial (liste B) (art. 19) . . 38 - régime autonome d'importation du

Grand-Duché de Luxembourg (liste C) (art. 20) ......... 38

Benelux, Sme supplément

Page 12: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

V Blz.

- wijzigingen lijsten A, B en C (art. 21) 38

- harmonisatie van het landbouwbeleid (art. 22) .......... 38

- uitvoerverbod of -beperking (art. 23) 39

- samenstelling of hoedanigheid van landbouwprodukten, rassen (art. 24) 39

- Studiecommissie voor de kostprijzen en Commissie tot harmonisatie van de landbouwpolitiek (art. 25) . . . 39

Hoofdstuk 4: Van de economische en finan-ciële betrekkingen met het buitenland

gemeenschappelijk beleid (art. 26) . 39 in- en uitvoercontingenten (art. 27- 28) ...........40

- opstellen overeenkomsten (art. 29) . 40

Hoofdstuk 5: Van het betalingsverkeer (art. 30) ...........40

Hoofdstuk 6: Van de douane- en belas-tingaangelegenheden

- unificatie van accijnzen en het waar-borgrecht (art. 31) ......41

- overdrachttaxe, omzetbelasting (art. 32) ...........41

- mededinginsvoorwaarden (art. 33) . 41

Hoofdstuk 7: Van het vervoerswezen

- kwantitatieve beperkingen (art. 34) 42 - vervoer van rivierzand en riviergrint

art. 35 .......... 42

Hoofdstuk 8: Slotbepàlingen

- onderzoek van de afwijkingen (art. 36) ...........42

Benelux, Sde aanvulling

Page 13: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

V pages

- modifications des listes A, B et C (art. 21) ......... 38

- harmonisation des politiques agri- coles (art. 22) ........ 38

- interdiction ou limitation des expor- tations (art. 23) ....... 39 composition et qualité des produits agricoles, races (art. 24) . . . 39

- Commission d'Etudes pour les prix - de revient et Commission d'Har- monisation des politiques agricoles (art. 25) ......... 39

- Chapitre 4: Des relations économi-ques et financières avec l'étranger

- politique commune (art. 26) . . . 39 - contingents à l'importation et à l'ex-

portation (art. 27-28) ..... 40 - établissement de conventions (art.

29) ........... 40

- Chapitre 5: Des paiements (art. 30) 40

- Chapitre 6: Des questions douani- ères et fiscales

- unification des droits d'accise et la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux (art. 31) ........... 41

- taxe de transmission, impôt sur le chiffre d'affaires (art. 32) . . . . 41

- conditions de concurrence (art. 33) 41

- Chapitre 7: Des communications

- restrictions quantitatives (art. 34) 42 - transport de sables et graviers de ri-

vières (art. 35) ....... 42

- Chapitre 8: Dispositions finales

- examen des dérogations (art. 36) . . 42

Benelux, 5me supplément

Page 14: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VI Blz.

- verlengen van de voorziene tijdvak- ken (art. 37) ........ 42

LIJST A .......... 44

LIJST B .......... 48

LIJST C .......... 56

Uitleveringsprotocol

- art. 55 en 56 van het Unieverdrag (art. 1) .......... 58

- aanbestedingen (art. 2 en 13) 58, 65 - arbeid (art. 3) ........ 58 - sociale zekerheid (art. 4) . . . 59 - invoerrechten, accijnzen, belastingen

(art. 5-7) ......... 60 - kapitaalverkeer (art. 8) ..... 60 - verkeer (art. 9) ....... 60 - bedrijfsorganisaties (art. 10-11) . . 62

- afgeschafte overeenkomsten (art. 12) 63 - geschorste overeenkomsten (art. 14) 65 Protocol van ondertekening . . . 68 Rijnvaartbrief ......... 70

COMMENTAAR

DEEL 1 - Beginselen

- vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten (art. 1-7) . . 72

- gecoördineerd beleid op economisch, financieel en sociaal gebied (art. 8-11) .......... 76

- wisselkoers en stabiliteit van de munt art. 12-13) ......... 78

- mogelijke afwijkingen (art. 14) . . 78

DEEL 2 - Instellingen

- Algemeen (art. 15) ...... 79

Benelux, 5de aanvulling

Page 15: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VI pages

- prorogation des périodes stipulées (art. 37) .......... 42

LISTE A .......... 44

LISTE B ........... 48

LISTE C .......... 56

Protocole d'exécution • - art. 55 et 56 du Traité d'Union (art. 1) .......... 58 - adjudications (art. 2 et 13) . 58, 65 - travail (art. 3) ........ 58 - sécurité sociale (art. 4) ..... 59 - droits d'entrée, droits d'accise, im- pôts (art. 5 à 7) ....... 60 - transferts de capitaux (art. 8) . 60 - transports (art. 9) ...... 60 - organismes de l'économie (art 10 et 11) .......... 62 - conventions abrogées (art. 12) 63 - conventions suspendues (art. 14) 65

Protocole de signature ...... 68 Lettre rhénane .......... 70

COMMENTAIRE

PARTIE 1 - Dispositions fondamentales

- libre circulation des personnes, des . marchandises, des capitaux et des

services (art. 1-7) ...... 72 - politique coordonnée en matière éco-

nomique, financière et sociale (art. 8-11) .......... 76

- taux de change et stabilité monétaire (art. 12-13) ........ 78

- possibilités de dérogations (art. 14) 78

PARTIE 2 - Institutions

- Généralités (art. 15) ...... 79

Benelux, Sme supplément

Page 16: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VII Blz.

- Hoofdstuk 1: Van het Comité van Ministers (art. 16-22) ..... 79

- Hoofdstuk 2: Van de Raadgevende Interparlementaire Raad (23-24) . 80

- Hoofdstuk 3: Van de Raad van de Economische Unie (art. 25-27) . 81 Hoofdstuk 4: Van de Commissies en de Bijzondere Commissies (art. 28-32) .......... 81

- Hoofdstuk 5: Van het Secretariaat- Generaal (art. 33-39) ..... 82

- Hoofdstuk 6: Van de gemeenschap- pelijke Diensten (art. 40) . . . . 82

- Hoofdstuk 7: Van het College van Scheidsrechters (art. 41-53) . . . 82

- Hoofdstuk 8: Van de Economische en Sociale Raad van Advies (art. 54) 85

DEEL 3 - Bijzondere bepalingen betreffende spe-ciale aspecten van de Economische Unie

- Hoofdstuk 1: Van de nationale be- handeling, de bewegingsvrijheid en de uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden (art. 55-63) 85

- Hoofdstuk 2: Van de coördinatie van het beleid (art. 64-71) . . . 88

- Hoofdstuk 3: Van de economische en financiële betrekkingen met het buitenland (art. 72-77) ..... 90

- Hoofdstuk 4: Van de douane- en belastingaangelegenheden (art. 78-84) 91

- Hoofdstuk 5: Van het vrije verkeer van vervoerdiensten (art. 85-89) . 92

- Hoofdstuk 6: Van de statistiek (art. 90-92) .......... 94

DEEL 4 - Slotbepalingen (art. 93-100) . . . . 94

Overgangsovereenkomst

- Hoofdstuk 1: Van de nationale be-handeling, de bewegingsvrijheid en de uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden (art. 1-8) . 96

Benelux, 5de aanvulling

Page 17: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VII pages

Chapitre 1: Du Comité de Ministres (art. 16-22) ........ 79

- Chapitre 2: Du Conseil Interparle-mentaire Consultatif (art. 23 et 24) 80

- Chapitre 3: Du Conseil de l'Union économique (art. 25-27) . . . 81

- Chapitre 4: Des Commissions et des Commissions spéciales (art. de 28-32) 81

- Chapitre 5: Du Secrétariat Général

S art. de 33-39) ........ 82 - Chapitre 6: Des services communs

art. 40) .......... 82 - Chapitre 7: Du Collège arbitral (art.

de 41-53) ......... 82 - Chapitre 8: Du Conseil Consultatif

économique et social (art. 54) . . 85

PARTIE 3 - Dispositions particulières à certains as-pects de l'Union économique

- Chapitre 1: Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et profes- sionnelles (art. 55-63) ..... 85

- Chapitre 2: De la coordination des politques (art. 64-71) ..... 88

- Chapitre 3: Des relations économi- ques et financières avec l'étranger (art. 72-77) ........ 90

- Chapitre 4: Des questions douani- ères et fiscales (art. 78-84) . . . 91

- Chapitre 5: De la libre circulation des services de transport (art. 85-89) 92

- Chapitre 6: Des statistiques (art. 90-92) ......... 94

PARTIE 4 - Dispositions finales (art. 93-100) . . 94

Convention transitoire

- Chapitre 1: Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et professi-onnelles (art. 1-8) ...... 96

Benelux, 5me supplément

Page 18: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VIII Biz.

- Hoofdstuk 2: Van het handelsver- keer tussen de grondgebieden van de Hoge Verdragsluitende Partijen (art. 9-10) .......... 97

- Hoofdstuk 3: Van de landbouw (art. 11-25) ........ 97

- Hoofdstuk 4: Van de economische en financiële betrekkingen met het buitenland (art. 26-28) ..... 98

- Hoofdstuk 5: Van het betalingsver- keer (art. 30) ........ 99

- Hoofdstuk 6: Van de douane- en be- lastingaangelegenheden (art. 31-33) 99

- Hoofdstuk 7: Van het vervoers- wezen (art. 34-35) ...... 100

- Hoofdstuk 8: Slotbepalingen (art . 36-37) ......... 100

Uitvoeringsprotocol (art. 1-14) ........... 100 Vergelijking van de Benelux met de E.E.G .. . . . . . . 104

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 19: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VIII pages - Chapitre 2: Des échanges entre les

territoires des Hautes Parties Con- tractantes (art. 9-10) ..... 97 - Chapitre 3: De l'agriculture (art. 11-25) ......... 97 - Chapitre 4: Des relations économi- ques et financières avec l'étranger (art. 26-28) ......... 98 • - Chapitre 5: Des paiements (art. 30) 99 - Chapitre 6: Des questions douani- ères et fiscales (art. 31-33) . . . 99 - Chapitre 7: Des communications (art. 34-35) ........ 100 - Chapitre 8: Dispositions finales (art. 36-37) ......... 100

Protocole d'exécution (art. 1-14) .......... 100 Comparaison du Benelux avec la C.E.E .. . . . . . . . 104

Benelux, 5me supplément

Page 20: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

4

Article 8 Le Conseil décide si les réunions sont publiques ou si elles se tien-

nent à huis clos. La délibération et le vote ont lieu à huis clos, si un des Gouverne-

ments en exprime le désir.

Article 9 Le Conseil établit son règlement d'ordre intérieur. Celui-ci contient

des dispositions déterminant le ou les lieux des réunions.

le Article 10 Le Conseil désigne son président. Il désigne son greffier. Il peut

créer, en son sein, des comissions spéciales. Le règlement d'ordre intérieur peut fixer des règles détaillées à cet

égard. Article 11

Le néerlandais et le français sont les langues officielles du Conseil.

Article 12 La présente Convention sera ratifée et les instruments de ratifica-

tion seront déposés auprès du Gouvernement belge. Elle entrera en vigueur le lendemain du dépôt du troisième in-

strument de ratification. * Elle est conclue pour une durée indéterminée, mais elle pourra être

dénoncée par un des trois Gouvernements deux après son entrée en vigueur, et, après cette période, à tout moment, moyennant un préavis de six mois.

L'application de la présente Convention est limitée au territoire de chacun des trois Etats en Europe.

En foi de quoi, les plénipotentiaires susmentionnés ont signé la présente Convention et l'ont revêtue de leur sceau.

• Fait à Bruxelles le 5 novembre 1955 en trois exemplaires, en langues néerlandaise et française, les deux textes faisant également foi.

Pour les Pays-Bas: (s.) VAN HARINXMA THOE SLOOTEN Pour la Belgique: (s.) P. H. SPAAK

Pour le Grand-Duché de Luxembourg: (s.) L. SCHAUS * Date de l'entrée en viguer: 7.11.1959

Benelux, Sme supplément

Page 21: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

REGLEMENT VAN • ORDE

(aangenomen op 22 november 1957)

De Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, ingesteld inge-volge de Overeenkomst, gesloten tussen België, Nederland en Luxem-burg op 5 november 1955, stelt hei volgende reglement van orde vast:

Van de zitting en de vergaderingen

Ie Artikel 1

1. De Raad komt tenminste eenmaal 's jaars in gewone verga-dering bijeen bij de opening van de jaarlijkse zitting, waarvan de datum door het Permanent Werk- en 'Organisatiecomité wordt vast-gesteld.

De zitting duurt van de opening van de eerste vergadering in het kalenderjaar tot de opening van de eerste vergadering in het vol-gende kalenderjaar.

2. Tijdens de zitting wordt de Raad voorts door zijn voorzitter in buitengewone vergadering bijeengeroepen, hetzij op verzoek van de regeringen der drie Staten, hetzij op aanvraag van de meerderheid van de leden van de Raad.

Artikel 2

De vergaderingen hebben, naar gelang de Raad beslist, plaats te Brussel, Den Haag of Luxemburg of, bij uitzondering, in een andere stad.

Artikel 3

Bij de opening van de zitting vervult het oudste van de aanwezige leden de functie van voorzitter, totdat bekendgemaakt is, wie tot voorzitter verkozen is.

Van hei onderzoek der geloofsbrieven

Artikel 4

Bij de opening van de zitting onderzoekt een commissie van drie bij loting aangewezen leden, één uit elke nationale afvaardiging, de geloofsbrieven van de leden van de Raad en van hun plaatsvervan-gers en brengt onmiddellijk verslag uit aan de Raad.

Benelux, 5de aanvulling

Page 22: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

RÈGLEMENT D'ORDRE INTERIEUR

(adopté le 22 novembre 1957)

Le Conseil Interparlernen taire Consultatif de Benelux institué par la Convention conclue entre la Belgique, les Pays-Bas et le Luxem-bourg le 5 novembre 1955 arrête son règlement d'ordre intérieur comme suit:

De la session et des assemblées

Article 1

1. Le Conseil se réunit au moins une fois l'an en assemblée or-dinaire à l'ouverture de sa session annuelle dont la date est fixée par le Comité permanent de travail et d'organisation.

La session se clôture à l'ouverture de la session de l'année suivante.

2. Au cours de la session le Conseil se réunit également, en as-semblée extraordinaire, sur convocation de son président, soit sur la demande qui lui en est faite par les gouvernements des trois Etats, soit sur la demande de la majorité des membres du Conseil.

Article 2

Les assemblées se tiennent à Bruxelles, La 1-laye ou Luxembourg ou, exceptionnellement, dans une autre ville, suivant la décision du Conseil.

Article 3 • A l'ouverture de la session, le plus âgé des membres présents rem-

plit les fonctions de président jusqu'à la proclamation du président élu.

De la vérification des pouvoirs

Article 4

A l'ouverture de la session, une commission de trois membres désignés par le sort, à raison d'un par délégation nationale, vérifie les pouvoirs des membres du Conseil et de leurs suppléants. Elle fait immédiatement rapport au Conseil.

Benelux, 5me supplément

Page 23: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

ri

Terstond na de goedkeuring van dit verslag wordt het bureau verkozen.

Van de plaatsvervangende leden

Artikel 5

Ieder lid kan zich laten vervangen door een plaatsvervangend lid, dat op dezelfde wijze als de leden door de nationale parlementen verkozen wordt.

De griffier van de Raad krijgt schriftelijk kennis van de vervan-ging van een lid door een door dit lid of, wanneer hij in gebreke blijft, door de nationale afvaardiging met name genoemd plaatsver-vangend lid.

Van het bureau

Artikel 6

De Raad kiest bij geheime stemming zijn bureau in de eerste ge-wone vergadering van de zitting.

Het bureau bestaat uit de voorzitter en twee ondervoorzitters.

Deze laatsten worden gekozen uit ieder van de andere afvaardi-gingen dan die waartoe de voorzitter behoort.

Artikel 7

Eerst wordt de voorzitter verkozen voor de duur van de zitting.

Indien na twee stemmingen geen enkele candidaat de volstrekte meerderheid behaalt, is, bij de derde stemming, de betrekkelijke meerderheid voldoende. Ie

De blanco-stemmen komen niet in aanmerking bij de berekening van de meerderheid.

Bij staking van stemmen is de oudste in jaren verkozen.

Onmiddellijk na zijn verkiezing neemt de voorzitter in de voor-zitterszetel plaats.

Daarna worden achtereenvolgens de twee ondervoorzitters gekozen.

Deze worden op dezelfde wijze als de voorzitter verkozen.

Benelux, 5de aanvulling

Page 24: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

6

Dès l'adoption du rapport, il est procédé à l'élection du bureau.

Des membres suppléants

Article 5

Chaque membre effectif peut se faire remplacer par un membre suppléant, élu de la même manière que les membres effectifs, par les • parlements nationaux.

Le greffier du Conseil est informé par écrit du remplacement d'un membre effectif par un membre suppléant désigné nommément par le membre effectif ou, à son défaut, par la délégation nationale.

Du bureau

Article 6

Le Conseil élit son bureau au scrutin secret lors de la première assemblée ordinaire de la session.

Le bureau est composé du président et de deux vice-présidents.

Ces derniers sont élus dans chacune des délégations autre que celle à laquelle appartient Ie président.

Article 7

Il est d'abord procédé à l'élection du président pour la durée de la session.

Si, après deux tours de scrutin, aucun candidat ne recueille la

lb majorité absolue, la majorité relative suffira au troisième tour.

Les bulletins blancs n'entrent pas en ligne de compte pour le cal-cul de la majorité.

En cas d'égalité des suffrages, le plus âge est élu.

Dès son élection, le président prend place au fauteuil présidentiel.

Il est procédé ensuite et successivement à l'élection des deux vice-présidents.

Ceux-ci sont élus de la même manière que le président.

Benelux, 5me supplément

Page 25: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

Van de griffier

Artikel 8

De griffier wordt verkozen voor dezelfde termijn als die vastgesteld voor het bureau, in de eerste vergadering van de zitting, uit de grif-fiers van de Kamers van het land waartoe de voorzitter behoort of uit hun plaatsvervangers.

De griffier houdt aantekening van de beslissingen van de Raad en van het bureau en neemt de maatregelen, welke ter uitvoering daar-van nodig zijn.

Hij wordt vervangen en zo nodig bijgestaan door een griffier van elk van de overige nationale Parlementen of zijn plaatsvervanger, aangewezen door de nationale afvaardigingen.

Van het voorzitterschap en de orde

Artikel 9

1. De voorzitter opent, schorst en sluit de vergaderingen. Hij leidt de werkzaamheden van de Raad, draagt zorg voor het naleven van het reglement, stelt de uitleggingen daarvan vast, handhaaft de orde, verleent het woord, verklaart de bespreking voor gesloten, brengt de vraagpunten in stemming en maakt de uitslag van de stem-mingen bekend. Hij verwijst naar de commissies de ingekomen stuk-ken, die liggen op het terrein waarop zij bevoegd zijn.

2. De voorzitter mag tijdens een debat slechts het woord voeren om het onderwerp daarvan aan te geven en de spreker, die zich van het onderwerp verwijdert, daarheen terug te brengen; wil hij aan de beraadslaging deelnemen, dan verlaat hij de voorzitterszetel en neemt daarop niet weder plaats dan nadat de beraadslaging over het onderwerp is afgelopen. Ie

Artikel 10

Bij afwezigheid of verhindering wordt de voorzitter vervangen door een der ondervoorzitters, te beginnen met de oudste of, bij ontstentenis van beiden, door het oudste van de aanwezige leden.

Artikel 11

1. De voorzitter roept ieder lid dat de vergadering stoort tot de orde. -

Benelux, Sde aanvulling

Page 26: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

7

Du greffier

Article 8

Le greffier est élu, lors de la première assemblée de la session, pour un terme équivalent à celui qui a été fixé pour le bureau, parmi les greffiers des Chambres législatives du pays auquel appar-tient le président, ou parmi leurs suppléants.

De greffier acte les décisions du Conseil et du bureau et prend les mesures convenables pour y donner suite.

Il est suppléé et éventuellement assisté par un greffier de chacun des autres Parlements nationaux, ou de son suppléant, désigné par les délégations respectives.

De la présidence et de la discipline

Article 9-

1. Le président ouvre, suspend et lève les séances. Il dirige les travaux du Conseil, fait observer le règlement, l'interprète, maintient l'ordre, donne la parole, déclare les discussions closes, met les ques-tions aux voix et proclame les résultats des votes. Il adresse aux com-missions les communications qui sont de leur ressort.

2. Le président ne peut prendre la parole dans un débat que pour présenter l'état de la question et y ramener; s'il veut prendre part à la discussion, il quitte le fauteuil et ne peut le reprendre avant que la discussion sur la question soit terminée.

Article 10

Le président, en cas d'absence ou d'empêchement, est remplacé par un des vice-présidents à commencer par le plus âgé, ou à défaut, par le plus âgé des membres présents.

Article 11

1. Le président rappelle à l'ordre tout membre qui trouble la séance.

Benelux, 5me supplément

Page 27: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

2. In geval van herhaling roept de voorzitter hem opnieuw tot de orde en kan hij hem voor de verdere duur van de vergadering het woord ontnemen.

3. In geval van nieuwe herhaling kan de voorzitter hem uitsluiten van de verdére bijwoning der vergadering.

4. Woorden, die kwetsend zijn of strijdig met de waardigheid der debatten, zijn niet toelaatbaar. De voorzitter kan, onverminderd zijn andere bevoegdheden op het gebied van de orde, deze woorden in de verslagen van de vergaderingen laten schrappen. Hij kan hetzelfde doen ten opzichte van de betogen van de leden die niet vooraf het woord gekregen hebben of die na afloop van de hun toegestane Ie spreektijd aan het woord blijven.

Van de talen

Artikel 12 De officiële talen van de Raad zijn het Frans en het Nederlands.

Van de openbaarheid der vergaderingen

Artikel 13

De vergaderingen van de Raad zijn openbaar. De deuren worden gesloten indien de Raad aldus beslist. Beraadslaging en stemming worden met gesloten deuren gehouden, indien één der Regeringen de wens daartoe kenbaar maakt.

Van de notulen

Artikel 14 De notulen van iedere vergadering worden een half uur v66r de

opening van de volgende vergadering ter inzage gelegd op het bureau. Zij behelzen in het bijzonder de beslissingen van de Raad en de na-men van de sprekers.

Ieder lid heeft het recht, bij de aanvang van de vergadering be-zwaar te maken tegen de redactie van de notulen.

Wordt er een aanmerking gemaakt, dan geeft de voorzitter de nodige uitleg. Het lid, dat bezwaar heeft gemaakt, beschikt over een spreektijd van vijf minuten.

Wordt het bezwaar gehandhaafd, dan doet de Raad uitspraak bij zitten en opstaan.

Benelux, Sde aanvulling

Page 28: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

8

2. En cas de récidive, le président le rappelle de nouveau à l'ordre et peut le priver de la parole pendant la suite de la séance.

3. En cas de nouvelle récidive, le président peut l'exclure de la salle pour le reste de la séance.

4. Les paroles blessantes ou contraires à la correction des débats ne sont pas tolérées. Le président, sans préjudice de ses autres pou-voirs disciplinaires, peut faire supprimer ces paroles des comptes • rendus des séances. Il peut agir de même en ce qui concerne les interventions des membres qui n'ont pas obtenu préalablement la parole ou qui la conservent au-delà du temps qui leur est imparti.

Des langues

Article 12 Les langues officielles du Conseil sont le néerlandais et le français.

De la publicité des débats

Article 13 Les débats du Conseil sont publics. Ils ont lieu à huis clos si le

Conseil le décide. La délibération et le vote ont lieu à huis clos, si un des Gouvernements en exprime le désir.

Du procès-verbal.

Article 14 Le procès-verbal de chaque séance est déposé sur le bureau une

demi-heure avant l'ouverture de la séance suivante. Il contient notam-ment les décisions du Conseil et les noms des orateurs.

Tout membre a le droit, au début de la séance, de réclamer contre sa rédaction.

En cas de réclamation, le président donne les explications néces-saires. L'auteur de la réclamation dispose d'un temps de parole de cinq minutes.

Si la réclamation subsiste, le Conseil est consulté par assis et levé.

Benelux, 5me supplément

Page 29: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

9

• Wordt de aanmerking gegrond geacht, dan wordt in de volgende vergadering een nieuwe tekst voorgelegd.

Indien er geen aanmerking op de notulen gemaakt wordt, zijn ze goedgekeurd.

Van de verslagen

Artikel 15

Een in beide talen opgesteld beknopt verslag der debatten wordt daags na iedere vergadering rondgedeeld.

Artikel 16 Van elke vergadering wordt een verslag van de handelingen op-

gemaakt. Daarin worden de betogen van de leden opgenomen in de taal waarin zij zijn uitgesproken.

De sprekers zijn verplicht de opgenomen tekst van hun redevoe-ringen naar het secretariaat terug te zenden uiterlijk daags nadat zij-deze ontvangen hebben.

Van het permanente werk- en organisatiecomité

Artikel 17

Uit de Raad wordt een permanent werk- en organisatiecomité ge-vormd, bestaande uit de voorzitter, de twee ondervoorzitters en zeven leden, te weten drie uit de Belgische afvaardiging, drie uit de Ne-derlandse afvaardiging en één uit de Luxemburgse afvaardiging.

Deze leden worden door hun nationale afvaardiging aangewezen.

De besluiten worden genomen met gewone meerderheid. Bij sta- king van stemmen geeft de stem van de voorzitter doorslag.

Het comité wordt door de griffier en de vaste secretaris bijgestaan.

Van het opmaken van de agenda

Artikel 18

Het permanente comité wordt door de voorzitter van de Raad bijeengeroepen om de regeling van de werkzaamheden te bespreken en een ontwerp-agenda voor de vergaderingen op te stellen.

Benelux, 5de aanvulling

Page 30: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

9

Si la réclamation est adoptée, un nouveau texte est présenté à la séance suivante.

S'il n'y a pas de réclamation contre le procès-verbal, il est adopté.

Des comptes rendus

Article 15

le Un compte rendu succinct des débats, rédigé dans les deux langues officielles, est distribué le lendemain de chaque séance.

Article 16 Un compte rendu in extenso des débats est rédigé pour chaque

séance. Il mentionne les interventions des membres dans la langue qui a été utilisée.

Les orateurs sont tenus de renvoyer le texte de leur discours au secrétariat au plus tard le lendemain du jour où il leur a été com-muniqué.

Du comité permanent de travail et d'organisation

Article 17

Il est institué au sein du Conseil, un comité permanent de travail et d'organisation composé, outre le président et les deux vice-prési-dents, de sept membres à savoir trois pour la délégation belge, trois pour la délégation néerlandaise et un pour la délégation luxem-bourgeoise.

Ces membres sont désignés par leur délégation nationale.

la Les décisions se prennent à la majorité simple. En cas de parité des voix, la voix du président est prépondérante.

Le comité est assisté par le greffier et par le secrétaire permanent.

De l'établissement de l'ordre du jour

Article 18

Le comité permanent est convoqué par le président du Conseil en vue d'examiner l'ordre des travaux et d'établir un projet d'ordre du jour des séances.

Benelux; 5me supplément

Page 31: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

10

Behoudens in de gevallen, bedoeld in lid 2 en 3 van artikel 2 van de Overeenkomst, legt de voorzitter de ontwerp-agenda ter goed-keuring voor aan de Raad, die haar kan wijzigen ').

Artikel 19

Behoudens de hierna in artikel 20 vermelde dringende gevallen, kan over geen onderwerp beraadslaagd worden tenzij een daarop betrekking hebbend verslag ten minste 24 uur tevoren is rondgedeeld.

Van de dringende behandeling

Artikel 20

Door de voorzitter, door een van de Regeringen of door ten minste vijf leden van de Raad, kan aan de Raad worden voorgesteld te verklaren, dat een beraadslaging een dringend karakter heeft.

De indiener van het voorstel tot dringende behandeling en een lid dat tegen dit voorstel is, mogen gedurende vijf minuten het woord voeren.

De Raad besluit tot dringende behandeling met een meerderheid van twee derden der uitgebrachte stemmen. Wordt een zodanig be-sluit genomen, dan kan de beraadslaging na mondeling verslag plaats-hebben.

Van de wijze van stemmen

Artikel 21

De Raad stemt bij zitten en opstaan of hoofdelijk.

Stemming bij volmacht is verboden.

De eindstemming over een aanbeveling of een advies gebeurt steeds hoofdelijk.

In de overige gevallen wordt met zitten en opstaan gestemd en, ingeval de uitslag twijfelachtig blijkt, hoofdelijk.

1) Art. 2 van de Overeenkomst: De Raad komt eenmaal 's jaars bijeen. Hij komt bovendien binnen een redelijke termijn bijeen, op convocatie door de

Voorzitter, telkens wanneer de Regeringen der drie Staten gezamenlijk de wens daartoe kenbaar maken.

De Voorzitter roept de Raad eveneens bijeen telkens wanneer de meerderheid der leden de wens daartoe kenbaar maakt.

Benelux, 5de aanvulling

Page 32: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

10

Sauf dans les cas, prévus aux alinéas 2 et 3 de l'article 2 de la Convention, le président soumet le projet d'orde du jour à l'appro-bation du Conseil qui peut le modifier').

Article 19

Sauf les cas d'urgence prévus à l'article 20 ci-après, aucune ques-tion ne peut être mise en discussion qu'après avoir fait l'objet d'un rapport distribué depuis 24 heures au moins.

. De l'urgence

Article 20

L'urgence d'une discussion peut être proposée au Conseil par le président, par un des gouvernements ou par cinq membres du Con-seil au moins.

L'auteur de la proposition d'urgence et un membre d'avis opposé peuvent parler pendant cinq minutes.

Le Conseil statue sur toute proposition d'urgence à la majorité des deux tiers. Si l'urgence est adoptée, la discussion peut avoir lieu sur simple rapport oral.

Des modes de votation

Article 21

Le Conseil émet les votes par assis et levé ou par appel nominal. • Le vote par procuration est interdit.

Le vote sur l'ensemble d'une recommandation ou d'un avis se fait toujours par appel nominal.

Les autres votes se font par assis et levé et, en cas de doute sur le résultat, par appel nominal.

1) Art. 2 de la Convention: Le Conseil se réunit une fois par an. En Outre, il se réunira dans un délai raisonnable, sur convocation du Président,

chaque fois que les Gouvernements des trois Etats en expriment le désir commun.

- Le Président réunira également le Conseil chaque fois que la majorité des membres en exprime le désir.

Benelux, 5me supplément

Page 33: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

11

Wanneer ten minste vijf leden daarom verzoeken, geschiedt de stemming hoofdelijk, tenzij een andere wijze van stemmen uitdruk-kelijk voorgeschreven is.

De hoofdelijke stemming geschiedt alfabetisch en begint met de naam van het bij loting aangewezen lid.

De stemming geschiedt mondeling; men gebruikt daarbij de woor-den voor, tegen of onthouding.

Als een lid het verzoekt, wordt gesplitst gestemd.

Van het quorum la

Artikel 22

De hoofdelijke stemming is slechts geldig, indien de meerderheid van de leden van de Raad aanwezig is.

Indien het quorum niet bereikt is, wordt de stemming ten hoogste één uur of tot de eerstvolgende vergadering uitgesteld.

Over de vereiste meerderheid

Artikel 23

Besluiten van de Raad, welke een advies inhouden onder meer in de vorm van een aanbeveling, worden genomen met een meerderheid van twee derden der uitgebrachte stemmen.

Behoudens het bepaalde in artikel 20 worden andere besluiten van de Raad genomen met meerderheid van stemmen.

Van het gezamenlijke verslag van de regeringen en de verzoeken om advies

Artikel 24

Het gezamenlijk verslag, alsmede de verzoeken om advies vanwege de regeringen, waarvan sprake is in artikel 4 van de Overeenkomst 1),

worden onmiddellijk, nadat zij bij de Raad zijn binnengekomen, ge-drukt en aan alle leden rondgedeeld.

5) Art. 4 van de Overeenkomst: Jaarlijks brengen de drie Regeringen aan de Raad een gezamenlijk verslag uit over

de in artikel 3 genoemde vraagstukken. Dit verslag wordt openbaar gemaakt. De Regeringen zijn bevoegd gezamenlijk het advies van de Raad in te winnen: 1. omtrent de ontwerpen van overeenkomsten tussen de drie Staten met betrekking

tot de in artikel 3 genoemde vraagstukken voordat deze worden ondertekend; 2. omtrent andere vraagstukken van gezamenlijk belang.

Benelux, Sde aanvulling -

Page 34: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

11

Lorsque cinq membres au moins le demandent, le vote a lieu par appel nominal, sauf si un autre mode de votation est expressément prévu.

L'appel nominal se fait par ordre alphabétique et commence par le nom du membre désigné par le sort.

Le vote a lieu à haute voix et s'énonce par oui, non ou- abstention.

Lorsqu'il est demandé, le vote par division est de droit.

. - Du quorum

Article 22

Le vote par appel nominal n'est valable que si la majorité des membres du Conseil se trouve réunie.

• Si le quorum n'est pas atteint, le vote est reporté dans les 60 mi-nutes qui suivent ou à la séance suivante.

Des majorités requises

Article 23

Les décisions du Conseil contenant un avis, notamment sous forme de recommandation, sont prises à la majorité des deux tiers des mem-bres votants.

Les autres décisions sont prises à la majorité simple, sous réserve de ce qui est prévu à l'article 20.

sDu rapport commun des gouvernements et des demandes d'avis

Article 24

Le rapport commun de même que les demandes d'avis des gouver-nements, prévus à l'article 4 de la Convention') sont, dès leur trans-mission au Conseil, imprimés et distribués à tous les membres.

1) Art. 4 de la Convention: Chaque année, le Conseil est saisi par les trois Gouvernements d'un rapport commun

sur les problèmes mentionnés à l'article 3. Ce rapport sera publié. Les Gouvernements peuvent, de commun accord, consulter le Conseil: 1. sur les projets de conventions entre les trois Etats, relatives aux problèmes men-

tionnés à l'article 3, avant la signature de celle-ci; - 2. sur d'autres problèmes d'intérêt commun.

Benelux, 5me supplément

Page 35: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

12

De voorzitter verzoekt de regeringen een of meer van haar minis-ters aan te wijzen om het verslag aan de Raad mondeling in te leiden.

Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van de Overeenkomst, kunnen de leden tijdens het debat na de toelichting van het verslag, de regeringen om ophelderingen over bepaalde punten verzoeken.

De voorzitter stelt de verslagen en de verzoeken om advies, of gedeelten daarvan, in handen van de permanente commissies, tot welker bevoegdheid zij behoren.

Van de voorstellen tot aanbevelingen en adviezen

Artikel 25 Ieder lid kan een tot de regeringen gericht voorstel tot aanbeveling

of advies indienen.

Een zodanig voorstel moet door ten minste vijf leden ondertekend zijn en rechtstreeks verband houden met de totstandkoming en de werking van een economische unie tussen de drie Staten, de culturele toenadering tussen de drie Staten, de samenwerking tussen de drie Staten op het gebied van het buitenlands beleid, of de eenmaking van het recht in de drie Staten (art. 3 van de Overeenkomst).

Zo de voorzitter het voorstel ontvankelijk acht, verwijst hij het naar de bevoegde commissie.

Bij twijfel omtrent de ontvankelijkheid of de verwijzing, legt de voorzitter de zaak aan de Raad voor.

De voorzitter zendt ieder voorstel tot aanbeveling of advies, dat betrekking heeft op een onderwerp dat niet rechtstreeks verband houdt met de in artikel 3 van de Overeenkomst vermelde punten, aan de regeringen, met het verzoek mede te delen of zij met de be-spreking daarvan instemmen.

De voorzitter plaatst het voorstel eerst op de agenda, wanneer het antwoord van de regeringen in zijn bezit is.

Van de amendementen

Artikel 26 Ieder lid heeft het recht amendementen in te dienen; deze moeten

• betrekking hébben op de tekst welks wijziging zij beogen. De voor- zitter alleen oordeelt over hun ontvankelijkheid.

Benelux, Sde aanvulling

Page 36: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

12

Les gouvernements seront invités par le président, à désigner un ou plusieurs de leurs membres pour présenter oralement le rapport à l'assemblée.

Sans préjudice aux dispositions de l'article 3 de la Convention et après la présentation du rapport, les membres peuvent, au cours du débat, demander aux gouvernements des éclaircissements sur cer-tains points.

Les commissions permanentes sont saisies par le président des le rapports et demandes d'avis ou de parties de ceux-ci selon leur com- pétence.

Des propositions de recommandation et d'avis

Article 25 Tout membre peut déposer une proposition de recommandation

ou d'avis à l'adresse des gouvernements.

Celle-ci doit porter la signature de cinq membres au moins et avoir un rapport direct avec la réalisation et le fonctionnement d'une union économique entre les trois Etats, le rapprochement culturel entre les trois Etats, la coopération entre les trois Etats dans le domaine de la politique extérieure, l'unification du droit des trois Etats (ar-ticle 3 de la Convention).

Si le président juge la proposition recevable, il la renvoie aux commisions compétentes.

En cas de doute sur la recevabilité ou Ie renvoi, le président con-sulte le Conseil.

Toute proposition de recommandation ou d'avis qui viserait un problème n'ayant pas un rapport direct avec les objets énoncés à

• l'article 3 de la Convention, sera transmise par le président aux gouvernements avec prière de faire connaître s'ils en admettent la discussion.

Le président suspendra la mise à l'ordre du jour jusqu'a la réponse des gouvernements.

Des amendements

Article 26 • Tout membre peut présenter des amendements; ceux-ci doivent avoir trait au texte qu'ils visent à modifier. Le président est seul juge de leur recevabilité.

Benelux, 5me supplément

Page 37: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

13

De amendementen worden in stemming gebracht v66r de tekst welks wijzigingen zij beogen.

Indien verscheidene amendementen op dezelfde tekst ingediend worden, moeten de amendementen, waarvan de aanneming de an-dere niet uitsluit, eerst in stemming worden gebracht. Onder de amendementen, die elkaar uitsluiten, wordt voorrang verleend aan het amendement dat de verste strekking heeft.

Te allen tijde kan verwijzing van de amendementen naar de be-voegde commissie worden gevraagd; de bespreking in de Raad kan niettemin worden voortgezet. De beslissing dienaangaande wordt door de Raad zonder debat genomen.

Van het voeren van het woord

Artikel 27 1. Een afgevaardigde voert slechts het woord na het van de

voorzitter te hebben gekregen; hij kan zich hiertoe laten inschrijven of mondeling het woord vragen.

Niemand voert meer dan tweemaal het woord over hetzelfde on- derwerp, tenzij de Raad hem daartoe toestemming verleent.

2. Een spreker mag niet in de rede gevallen worden, tenzij dit geschiedt om naar het reglement te verwijzen. Met toestemming van de voorzitter kan hij evenwel zijn uiteenzetting onderbreken, ten einde een afgevaardigde de gelegenheid te geven hem een vraag over een bepaald gedeelte van zijn rede te stellen.

3. Op voorstel van de voorzitter kan de Raad schikkingen treffen om de duur van de debatten te beperken.

4. De ministers of wie hen vervangen, alsmede de verslaggevers, krijgen het woord wanneer zij het verlangen.

5. Een beroep op het reglement, een prealabele vraag, voorstellen tot verdaging of sluiting van het debat en alle andere prejudiciële kwesties schorsen de bespreking.

De indiener van een beroep of- voorstel als boven bedoeld beschikt voor de toelichting daarvan over een spreektijd van vijf minuten.

Eveneens mogen gedurende vijf minuten het woord voeren één spreker die het voorstel steunt en één die er tegen is.

• 6. Aan het einde van de vergadering, of op een door de voorzitter vast te stellen tijdstip wordt het woord verleend aan de leden, die dit voor een persoonlijk feit vragen.

Benelux, 5dc aanvulling

Page 38: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

13

Les amendements sont mis aux voix avant le texte qu'ils visent à modifier.

Si plusieurs amendements sont introduits sur un même texte, il faut mettre d'abord aux voix les amendements dont le vote n'exclut pas les autres. Entre des amendements dont le vote des uns entraîne l'exclusion des autres, la priorité est accordée à celui qui à le plus d'étendue.

Le renvoi des amendements à la commission peut toujours être demandé mais la discussion au sein du Conseil peut néanmoins se

la poursuivre. A cet égard, le Conseil se prononce sans débat.

Du droit la parole

Article 27 1. Aucum membre ne peut prendre la parole qu'après l'avoir ob-

tenue du président; à cet effet il peut se faire inscrire ou en faire la demande verbalement.

Il ne peut parler plus de deux fois sur Ie même sujet, sauf autori-sation donnée par le Conseil.

2. Un orateur ne peut être interrompu, si ce n'est pour un rappel au règlement. Toutefois, il peut, avec l'autorisation du président, in-terrompre son exposé pour permettre à un membre de lui poser une question sur un point particulier de son discours.

3. Sur proposition du président, le Conseil peut prendre des mesures pour limiter les débats. -

4. Les membres des gouvernements ou leurs représentants et les rapporteurs peuvent toujours prendre la parole s'ils en expriment le

la désir.

5. Le rappel au règlement, la question préalable, la demande d'ajournement, la demande de clôture du débat, ou toute autre ques-tion préjudicielle, suspendent la discussion.

L'auteur d'une demande ou d'une des propositions ci-dessus énon-cées, dispose de cinq minutes pour la justifier.

Un orateur ,,pour" et un orateur ,,contre" peuvent également prendre la parole pendant cinq minutes.

6. La parole est accordée aux membres qui la demandent pour un fait personnel, en fin de séance ou à tout autre moment à fixer par le président.

Benelux, 5me supplément

Page 39: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

14

Van de commissies

Artikel 28

Uit de Raad- worden zeven permanente commissies gevormd:

1. een commissie voor de buitenlandse vraagstukken;

2. een commissie voor de fiskale aangelegenheden en de douane-kwesties;

3. een commissie voor de landbouw, voedselvoorziening en visserij;

4. een commissie voor de culturele aangelegenheden;

5. een commissie voor de economische aangelegenheden;

6. een commissie voor de burgerlijke, de handels- en de straf-wetgeving;

7. een commissie voor de sociale aangelegenheden.

Bovendien kan de Raad, voor bepaalde onderwerpen, bijzondere commissies samenstellen. -

Artikel 29 1. De permanente commissies bestaan uit zeven door de Raad

gekozen leden, verdeeld als volgt: drie Belgische leden; drie Nederlandse leden; één Luxemburgs lid.

2. Candidaten voor het lidmaatschap van de commissies worden gesteld door indiening bij het bureau, dat voorstellen voor de samen-stelling van voornoemde commissies aan de Raad voorlegt, waarbij een billijke vertegenwoordiging van de politieke richtingen nage-streefd wordt.

In geval van meningsverschil over de toekenning van een of meer zetels in een commissie, beslist de Raad bij geheime stemming.

3. Elk lid van een commissie, dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, mag zich daarin door een ander lid van de Raad of door een plaatsvervangend lid laten vervangen. Hij moet de griffier schriftelijk verwittigen die er de commissie van in kennis stelt. De regelmatig aangewezen vervangers hebben in die commissie dezelfde rechten als de leden.

4. De commissievoorzitters worden door de Raad, uit de leden

Benelux, 5de aanvulling

Page 40: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

14

Des commissions

Article 28

Il est institué au sein du Conseil sept commissions permanentes:

1. une commission des problèmes extérieurs;

2. une commission des affaires fiscales et douanières; • 3. une commission de l'agriculture, de l'alimentation et de la pêche;

4. une commission des affaires culturelles;

5. une commission des affaires économiques;

6. une commission de législation pénale, civile et commerciale;

7. une commission des affaires sociales.

En outre, le Conseil peut, pour des objets déterminés constituer des commissions spéciales.

Article 29

1. Les commissions permanentes sont composées de sept mem-bres élus par le Conseil et répartis comme suit:

trois membres belges; trois membres néerlandais; un membre luxembourgeois.

2. Les candidatures aux sièges des commissions sont adressées au bureau, qui soumet au Conseil des propositions pour la com-position desdites commissions, tenant compte d'une représentation équitable des tendances politiques.

En cas de contestation portant sur un ou plusieurs sièges d'une commission, le Conseil décide par scrutin secret.

3. Tout membre d'une commission, empêché d'assister à une séance, peut s'y faire remplacer par un autre membre du Conseil ou par un membre suppléant. Il doit en avertir par écrit le greffier qui en donne connaissance à la commission. Les remplaçants régulière-ment désignés ont, dans la commission, les mêmes droits que les membres.

4. Les présidents des commissions sont nommés par le Conseil,

Benelux, Sme supplément

Page 41: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

15

van iedere commissie benoemd. De commissie wijst voor ieder on-derwerp een verslaggever aan.

5. Een commissie kan besluiten leden van de Raad, die geen deel van die commissie uitmaken, op hun verzoek tot haar vergaderingen toe te laten met raadgevende stem.

6. De leden van de Raad mogen bij een commissie nota's in-zenden over bij haar aanhangige onderwerpen. In het verslag van de commissie wordt met de inhoud van zodanige nota's rekening gehouden.

7. Indieners van voorstellen of amendementen worden op hun Ie verzoek in de commissie gehoord.

Van de bevoegdheid der commissies

Artikel 30

De commissies hebben tot taak verslag uit te brengen over de on-derwerpen of voorstellen, die door de Raad in haar handen worden gesteld.

Wanneer het gezamenlijk verslag, bedoeld in art. 24, de com-missies aanleiding geeft tot het stellen van vragen, worden deze vragen door de voorzitter van de Raad aan de regeringen toege-zonden.

De in beide officiële talen opgemaakte verslagen worden gedrukt en rondgedeeld.

Zij behelzen een samenvatting van de besprekingen in de com-missies en, ingeval een commissie niet eensgezind is, het standpunt van de minderheid. Zij vermelden de uitslag van de stemmingen.

In de Raad worden uitsluitend in stemming gebracht conclusies die de vorm van een aanbeveling of van een advies hebben.

Van de werkwijze der commissies

Artikel 31 De commissies worden bijeengeroepen door hun voorzitter of, bij

diens ontstentenis, door de voorzitter van de Raad. Haar vergaderingen zijn vertrouwelijk. De commissies kunnen ministers of hun vertegenwoordigers uit-

nodigen haar vergaderingen bij te wonen. Zij hebben er raadgevende stem.

Benelux, 5de aanvulling

Page 42: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

.1 5

parmi les membres de chaque commission. La commission désigne un. rapporteur dans chaque affaire.

5. Sur décision de la commission les membres du Conseil peuvent être admis avec voix consultative, aux réunions d'une commission dont ils ne font pas partie.

6. Les membres du Conseil peuvent envoyer des observations écrites à une commission au sujet d'une proposition à l'examen. La commission tiendra compte, dans son rapport, des observations faites.

7. Les auteurs de propositions ou d'amendements peuvent être entendus.

De la compétence des commissions

Article 30

Les commissions ont pour mission de faire rapport sur les objets ou propositions dont elles sont saisies par le Conseil.

Lorsque le rapport commun, visé à l'art. 24, nécessite de la part des commissions des demandes de renseignements complémentaires, celles-ci sont transmises aux gouvernements par le président du Con-seil.

Les rapports rédigés dans les deux langues officielles sont im-primés et distribués.

Ils contiennent l'analyse des délibérations de la commission et, si la commission n'est pas unanime, l'opinion de la minorité. Ils men-tionnent le résultat des votes intervenus.

la revêtent seules soumises au vote du Conseil, les conclusions qui revêtent la forme d'une recommandation ou d'un avis.

De la procédure en commission

Article 31

Les commissions se réunissent sur convocation de leur président ou, à défaut, du président du Conseil.

Leurs réunions ont un caractère confidentiel. Les membres des gouvernements ou leurs représentants peuvent

être invités à assister. Ils y ont voix consultative.

Benelux, Sme supplément

Page 43: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

16

Artikel 32

Op de commissievergaderingen zijn in algemene zin toepasselijk de bepalingen met betrekking tot de amendementen en het voeren van het woord.

De eindstemming over een verslag is slechts geldig, indien de meerderheid van de leden van de commissie aanwezig is.

Van de schriftelijke vragen

Artikel 33

De leden kunnen aan het Comité van Ministers schriftelijke vra-gen stellen over aangelegenheden, behorend tot de bevoegdheid van de Raad.

De vragen worden ter kennis gebracht van de voorzitter van de Raad, die ze aan het Comité van Ministers doorzendt, na ze op haar ontvankelijkheid te hebben getoetst.

De voorzitter verzoekt het Comité van Ministers de antwoorden aan hem te doen toekomen. De vragen en antwoorden worden te zamen gepubliceerd.

Van de fracties

Artikel 34

1. De afgevaardigden kunnen fracties vormen naar politieke ge-zindheid.

2. De fracties worden gevormd door overhandiging aan de voor-zitter van een verklaring van oprichting, inhoudende de benaming van de fractie en de lijst van haar leden.

3. Niemand kan lid zijn van meer dan één fractie.

4. Het aantal leden, nodig om een erkende fractie te kunnen vormen, bedraagt vijf. -

Van de begrotingen en de rekeningen

Artikel 35

I. De rekening en de begroting worden telkenjare door het per-manente werk- en organisatiecomité ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd.

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 44: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

16

Article 32

Sont applicables d'une manière générale aux réunions des com-missions, les dispositions relatives aux amendements et au droit de parole.

Le vote sur l'ensemble d'un rapport n'est valable que si la ma-jorité des membres de la commission se trouve réunie.

Des questions écrites

Article 33

Les membres peuvent poser au Comité de Ministres, des questions écrites concernant les matières qui sont de la compétence du Conseil.

Les questions écrites doivent être adressées ou remises au président du Conseil qui, après en avoir vérifié la recevabilité, les transmet au Comité de Ministres.

Les réponses du Comité de Ministres sont envoyées-au président du Conseil. Elles sont publiées en même temps que la question.

Des groupes

Article 34

1. Les membres peuvent s'organiser en groupes par affinités poli-tiques.

2. Les groupes sont constitués après remise au président d'une déclaration de constitution contenant la dénomination du groupe et • la liste de ses membres.

3. Nul ne peut faire partie de plus d'un groupe.

4. Le nombre minimum des membres nécessaires à la consti-tution d'un groupe reconnu est fixé à cinq.

Des budgets et des comptes

Article 35

1. Les comptes et budgets sont soumis annuellement à l'appro-bation du Conseil par le comité permanent de travail et d'organi-sation.

Benelux, 5me supplément

Page 45: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

17

2. De Raad wijst jaarlijks een college van drie verificateurs aan, gekozen uit elk der nationale afvaardigingen, voor het nazien van de rekening. Het brengt aan de Raad verslag uit.

Van het vaste secretariaat

Artikel 36

Een vast secretariaat van de Raad is te Brussel gevestigd.

De leiding ervan wordt toevertrouwd aan een door de Raad be-, noemde vaste secretaris. De vaste secretaris is voor het geldelijk en Ie administratief beheer van het secretariaat verantwoordelijk aan het permanente werk- en organisatiecomité.

Artikel 37

Het permanent werk- en organisatiecomité beslist over al de maat-regelen betreffende het personeel en de uitgaven.

De vaste secretaris is belast met de uitvoering van de maatregelen, waartoe besloten is.

Van de herziening van het reglement

Artikel 38

Elk voorstel tot wijziging van het reglement moet door ten minste vijf leden ondertekend zijn. Het wordt door de voorzitter gesteld in handen van het permanente werk- en organisatiecomité, dat aan de Raad verslag uitbrengt.

PROTOCOL TOT AANVULLING VAN DE OP 5 NOVEMBER 1955 GESLOTEN

OVEREENKOMST TOT INSTELLING VAN EEN RAADGEVENDE INTERPARLEMENTAIRE BENELUXRAAD

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden.

Verlangend de leden van de Raadgevende Interparlementaire Be-neluxraad, welke werd ingesteld bij de op 5 november 1955 te Brus-sel ondertekende Overeenkomst, volledige onafhankelijkheid bij de vervulling van hun hoge taak te verzekeren,

Benelux, 5de aanvulling

Page 46: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

17

2. En vue de l'approbation des comptes, le Conseil désigne un collège de trois vérificateurs choisis dans chacune des délégations nationales. Ceux-ci font rapport au Conseil.

Du secrétariat permanent

Article 36

Un secrétariat permanent du Conseil est installé à Bruxelles.

Sa direction est confiée à un secrétaire permanent nommé par le Conseil. Le Secrétaire permanent est responsable de la gestion financière et administrative du secrétariat envers le comité permanent de traival et d'organisation.

Article 37

Le comité permanent de travail et d'organisation arrête toutes les mesures relatives au personnel et aux dépenses.

Le secrétaire permanent est chargé de l'exécution des mesures adoptées.

De la revision du règlement

Article 38

Toute proposition visant à modifier le règlement doit être signée par cinq membres au moins. Elle est renvoyée par le président au Comité permanent de travail et d'organisation qui fait rapport au Conseil.

PROTOCOLE ADDITIONNEL A LA CONVENTION DU le 5 NOVEMBRE 1955 INSTITUANT UN CONSEIL INTER-

PARLEMENTAIRE CONSULTATIF DE BENELUX

Sa Majesté le Roi des Belges,

Son Altesse royale la Grande-Duchesse de Luxembourg,

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas.

Désireux de garantir aux membres du Conseil interparlementaire consultatif de Benelux créé par la Convention signée à Bruxelles le 5 novembre 1955 la pleine indépendance dans l'exercice de leur haute charge,

Benelux, 5me -supplément

Page 47: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

18

Hebben besloten te dien einde een aanvullend Protocol vast te stellen en hebben Hun gevolmachtigden benoemd die, na elkander hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, het volgende zijn overeengekomen:

Artikel 1 Tegen de leden van de Raadgevende Interparlementaire Benelux-

raad, hierna te noemen ,,de Raad", kan geen opsporing plaatsvin-den, noch kunnen zij worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht.

Artikel 2 Tijdens de zittingsduur van de Raad genieten de leden:

a. op hun eigen grondgebied, de immuniteiten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend.

b. op het grondgebied van de andere Hoge Overeenkomstslui -tende Partijen, vrijstelling van aanhouding en gerechtelijke vervol-ging in welke vorm ook.

De immuniteit beschermt hen eveneens, wanneer zij zich naar de plaats van de bijeenkomst van de Raad begeven of daarvan terug-keren.

Deze immuniteit kan niet worden ingeroepen in geval van ont-dekking op heterdaad, terwijl zij het recht van de Raad onverkort laat, de immuniteit van een zijner leden op te heffen.

Artikel 3 Dit Protocol zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachti-

ging zullen worden nedergelegd bij de Nederlandse Regering. Het treedt in werking op de dag volgend op die van nederlegging

van de derde akte van bekrachtiging. Het blijft gelijke tijd van kracht als de Overeenkomst van 5 no-

vember 1955 nopens de instelling van de Raadgevende Interparle-mentaire Beneluxraad. Ie

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden dit Pro-tocol hebben ondertekend.

Gedaan te 's-Gravenhage, 3 februari 1958, in drievoud in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België, (w.g.) V. LAR.00K Voor het Groothertogdom Luxemburg, (w.g.) BECH Voor het Koninkrijk der Nederlanden, (w.g.) LUNS

Benelux, 5de aanvulling

Page 48: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE

18

Ont résolu d'établir à cet effet un Protocole additionnel et ont désigné Leurs plénipotentiaires qui, après avoir produit leurs pleins pouvoirs, reconnus en bonne et due forme, sont convenus des dispo-sitions suivantes:

Article 1 Les membres du Conseil interparlementaire consultatif de Benelux,

dénommé ci-après ,,Conseil", ne peuvent être recherchés, détenus ou poursuivis en raison des opinions ou votes émis par eux dans l'exercice de leurs fonctions.

S Article 2 Pendant la durée des sessions du Conseil, les membres de celui-ci

bénéficient: a. sur leur territoire national, des immunités reconnues aux mem-

bres du parlement de leur pays. b. sur le territoire des autres Hautes Parties Contractantes, de

l'exemption de toute de mesure de détention et de toute poursuite judiciaire.

L'immunité les couvre également lorsqu'ils se rendent au lieu de réunion du Conseil ou en reviennent.

L'immunité ne peut être invoquée dans le cas de flagrant délit et ne peut non plus mettre obstacle au droit du Conseil de lever l'immunité d'un de ses membres.

Article 3 Le présent Protocole sera ratifié et les instruments de ratification

seront déposés auprès du gouvernement néerlandais. - Il entrera en vigueur le lendemain du dépôt du troisième instru-

ment de ratification. Il aura la même durée que la Convention du 5 novembre 1955

5 instituant un Conseil interparlementaire consultatif de Benelux.

En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont signé le présent Protocole.

Fait à La Haye, le 3 février 1958, en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique, (s.) V. LAROCK Pour le Grand-duché de Luxembourg, (s.) BECH Pour le Royaume des Pays-Bas, (s.) LUNS

Benelux, Sme supplément

Page 49: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

b) Arrêté-loi du 3 février 1947 de façon à étendre aux ressor-tissants néerlandais le bénéfice accordé aux ressortissants belges et luxembourgeois, soit par les Arrêtés-lois existants, soit par la Con-vention d'Union Economique entre la Belgique et Ie Luxembourg du 25 juillet 1921.

En attendant la modification de l'Arrêté-loi précité, et aussi long-temps que l'article 8 de cet Arrêté-loi devra en conséquence être appliqué, les Ministres compétents veilleront à ce qu'une décision concernant la demande en dérogation introduite soit prise avant la date d'attribution du travail, pour autant que dans les sept jours

S

suivant l'ouverture des soumissions l'entrepreneur néerlandais ait in- troduit à la Commission d'Agréation les documents exigés.

Par ailleurs, l'Arrêté-loi précité du 3 février 1947 est appliqué de façon à ce que les entreprises néerlandaises bénéficient du même traitement que les entreprises belges; dans les entreprises belges à capital totalement ou partiellement néerlandais, ce capital est assimilé à un capital belge pour l'application de l'article I, A 2° de l'Arrêté-loi précité.

III.

En vue de la réalisation du principe de la non -discirimination prévu à l'article 2 du Protocole, le Gouvernement du Luxembourg s'engage à veiller à ce que les entreprises et produits néerlandais bénéficient du même traitement que les entreprises et produits luxembourgeois et belges, en ce qui concerne l'application des dispositions légales tendant à protéger les entreprises et les produits nationaux.

Il s'ensuit notamment que l'article 18 de l'Arrêté ministériel du 1er mars 1948 concernant le Cahier Général des Charges sera ap-pliqué de façon à ce que les entrepreneurs et les produits néerlandais bénéficient d'un traitement entièrement identique à celui réservé aux entrepreneurs et aux produits luxembourgeois et belges.

Fait à Bruxelles, le 6 juillet 1956, en trois exemplaires, en langues néerlandaise et française, les deux textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement des Pays-Bas: (s.) VAN HARINXMA THOE SLOOTEN

Pour le Gouvernement de la Belgique: (s.) P. H. SPAAK

Pour le Gouvernement du Luxembourg: (s.) SCHAUS

Benelux, 5me supplément.

Page 50: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

10

MINISTERIELE BESLISSING INZAKE DE TOEPASSING VAN HET PROTOCOL BETREFFENDE DE NATIONALE BEHANDELING BIJ DE AANBESTEDING VAN WERKEN

EN DE AANKOOP VAN GOEDEREN

Het Comité van Ministers, Gezien de artikelen IA, 8 en 9 van het Protocol betreffende de

nationale behandeling bij de aanbesteding van werken en de aan-koop van goederen,

Gezien het aan laatstgenoemd Protocol toegevoegd Protocol van Ondertekening, is

Beslist:

Ter uitvoering van de haar in artikel 8 van het Protocol betref-fende de nationale behandeling bij de aanbesteding van werken en de aankoop van goederen, hierna te noemen ,,het Protocol" op-gedragen taak, wordt de Commissie voor de Aanbestedingen in het bijzonder belast met:

a. het bijhouden van de lijsten der in artikel 1 van het Protocol bedoelde overheidsinstellingen;

b. het halfjaarlijkse opstellen, enerzijds, van de totaalbedragen der aanbestedingen door de overheidsinstellingen, en anderzijds, van de totaalbedragen betrekking hebbend op de afzonderlijke sectoren als bedoeld in artikel 9 van het Protocol;

c. het verzamelen van de gegevens betreffend: 1. Nederlandse en Luxemburgse aannemers aan wie in België,

Belgische en Luxemburgse aannemers aan wie in Nederland en Ne-derlandse en Belgische aannemers aan wie in Luxemburg door over-heidsinstellingen de uitvoering van werken werd gegund. Deze ge-gevens omvatten het bedrag en de uitvoeringstermijn der aan be-doelde aannemers gegunde werken;

2. de aankopen van Nederlandse en Luxemburgse goederen door de overheidsinstellingen in België, van Belgische en Luxemburgse goederen door de overheidsinstellingen in Nederland, van Neder-landse en Belgische goederen door de overheidsinstellingen in Luxem-burg. Deze gegevens omvatten het bedrag en de uitvoeringstermijn der aankopen;

d. het verzamelen van de gegevens aangaande de gevallen, waarin door overheidsinstellingen niet is toegewezen aan de laagste inschrijver en zulks ten nadele van een Nederlandse of Luxemburgse aannemer in België, Belgische of Luxemburgse aannemer in Neder-land en Nederlandse of Belgische aannemer in Luxemburg.

Benelux, Sde aanvulling

Page 51: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

10

DÉCISION MINISTÉRIELLE RELATIVE A L'APPLICATION DU PROTOCOLE CONCERNANT LE TRAITEMENT

NATIONAL EN MATIÈRE D'ADJUDICATIONS DE TRAVAUX ET D'ACHATS DE MARCHANDISES

Le Comité de Ministres, Vu les articles 1 A, 8 et 9 du Protocole concernant le traitement

national en matière d'adjudications de travaux et d'achats de mar-chandises,

Vu le Protocole de Signature annexé à ce dernier Protocole,

Décide:

En exécution de la tâche qui lui a été confiée par l'article 8 du Protocole concernant le traitement national en matière d'adjucations de travaux et d'achats de marchandises, dénommé ci-après ,,le Pro-tocole", la Commission pour les Adjucitations est chargée en par-ticulier:

a. de tenir à jour les listes des pouvoirs publics tels qu'ils sont définis à l'article 1er du Procotole;

b. d'établir semestriellement, d'une part, les montants totaux des adjudications attribuées par les pouvoirs publics et, d'autre part, les montants globaux relatifs à certains secteurs particuliers prévus à l'article 9 du Protocole;

c. de recueillir les indications touchant: 1. les entrepreneurs néerlandais et luxembourgeois qui ont été

déclarés adjudicataires en Belgique, les entrepreneurs belges et luxembourgeois qui ont été déclarés adjudicataires aux Pays-Bas et les entrepreneurs néerlandais et belges qui ont été déclarés adjudi-cataires au Luxembourg par les pouvoirs publics. Ces indications comprennent le montant et le délai d'exécution des adjudications qui

le 2. été confiées à ces entrepreneurs;

2. les achats de marchandises néerlandaises et luxembourgeoises par les pouvoirs publics en Belgique, les achats de marchandises belges et luxembourgeoises par les pouvoirs publics aux Pays-Bas et les achats de marchandises néerlandaises et belges par les pouvoirs publics au Luxembourg. Ces indications comprennent le montant et le délai de fourniture de ces achats;

d. de recueiller les indications concernant les cas où les pouvoirs publics n'ont pas attribué l'adjudication au soumissionnaire le plus bas, au détriment d'un entrepreneur néerlandais ou luxembourgeois en Belgique, au détriment d'un entrepreneur belge ou luxembour-geois aux Pays-Bas, ou au détriment d'un entrepreneur néerlandais ou belge au Luxembourg.

Benelux, 5me supplément

Page 52: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

11

Dezelfde gegevens worden mutatis mutandis verzameld voor wat betreft de aankopen van goederen;

e. het verzamelen van de volgende gegevens betreffende door overheidsinstellingen onderhands aanbestede werken voor een bedrag van meer dan f 200.000 of 2.600.000 F en betreffende de aankoop van goederen door overheidsinstellingen, waarbij een beperkt beroep op de concurrentie wordt gedaan, voor een bedrag van meer dan f 75.000 of 1.000.000 F: - De aard van de aanbestedingen, zomede de namen en adressen

van de geraadpleegde firma's; - Het volledig overzicht van de inschrijvingen met de gegevens

van de inschrijving, welke is aanvaard; f. het onderzoek naar de gemotiveerdheid van de gevallen, waar-

in overheidsinstellingen niet tot de in artikel 3 B van het Protocol bedoelde bekendmaking der resultaten van de aanbestedingen zijn overgegaan, voor zover een dergelijk onderzoek gewenst is;

g. het verzamelen van alle gegevens betrekking hebbend op de gevallen bedoeld in artikel 8 van het Protocol en in If. van deze Beslissing. Ter uitvoering van deze taak is de Commissie bevoegd kennis te nemen van het volledige dossier betrekking hebbend op iedere zaak, waarmede voor wat betreft de aanbesteding van werken een bedrag van meer dan f 50.000 of 650.000 F en voor wat betreft de aankoop van goederen een bedrag van meer dan f 15.000 of 200.000 F is gemoeid.

II De overheidsinstellingen zijn verplicht de gevallen, waarin om de

in artikel 3 B van het Protocol bedoelde dringende, reden niet tot bekendmaking van het resultaat van de aanbesteding werd overge-gaan, onverwijld en met opgave der redenen aan de betrokken auto-riteiten van haar land te melden. Bovendien zijn deze overheidsinstellingen verplicht de gegevens ge-

noemd onder I d. en e. eigener beweging aan deze autoriteiten te verstrekken en hun desgevraagd onverwijld de onder I g. bedoelde inlichtingen en dossiers te verschaffen.

De overheidsinstellingen zijn verplicht desgevraagd aan de betrok-ken autoriteiten van hun land de gegevens genoemd in I c van deze Beslissing, zomede alle gegevens welke voor het opstellen van de in I b bedoelde totaalbedragen nodig zijn, te verstrekken.

Deze autoriteiten brengen deze gegevens ter kennis aan de Com-missie.

III Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 9 van het Pro-

tocol wordt het gebied van de werken onderverdeeld over de vol-gende twee sectoren:

Benelux, 5de aanvulling

Page 53: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

11

Les mêmes indications sont recueilles mutatis mutandis en ce qui concerne les achats de marchandises;

e. de recueiller les indications suivantes en ce qui concerne les adjudications organisées par les pouvoirs publics par appel restreint à la concurrence, pour les entreprises de travaux d'un montant supérieur à f 200.000 ou 2.600.000 F et pour les achats de mar-chandises d'un montant supérieur à f 75.000 ou 1.000.000 F:

- L'objet de ces adjudications, ainsi que les noms et les adresses des firmes consultées; - Le tableau complet des soumissions avec les données de celle

qui a été approuvée; J. de l'examen des motifs invoqués par les pouvoirs publics pour

justifier les cas où les résultats des adjudications n'ont pas été rendus publics, comme prévu à l'article 3 B du Protocole, et pour autant qu'un tel examen paraisse opportun;

g. de recueiller toute documentation afférente aux cas visés à l'article 8 du Protocole et au point I f. de la présente Décision. En exécution de ce mandat, la Commission est habilitée à prendre con-naissance du dossier complet relatif à toute affaire d'un montant supérieur à f 50.000 ou 650.000 F pour les entreprises de travaux, et de f 15.000 ou 200.000 F pour les achats de marchandises.

II Les pouvoirs publics sont tenus de signaler immédiatement aux

autorités compétentes de leur pays les cas pour lesquels le résultat de l'adjudication n'a pas été rendu public pour les raisons impérieuses visées à l'article 3 B du Protocole et ce en indiquant les motifs de cette procédure.

En outre, lesdits pouvoirs publics sont tenus de fournir automati-quement à ces autorités les indications mentionnées au I d et e, ou de leur comminiquer, sur demande et sans retard, les renseigne-ments et les dossiers visés au I g.

Les pouvoirs publics sont tenus de fournir sur demande aux autori-tés de leur pays les données mentionnées au I c, de cette Décision ainsi que toutes les données qui sont nécessaires pour l'établissement des montants totaux visés au I b.

Ces autorités communiquent ces données à la Commission.

III En ce qui concerne l'application des dispositions de l'article 9 du

Protocole, le domaine des travaux est subdivisé en deux secteurs, à savoir:

Benelux, 5me supplément

Page 54: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

12

1. Weg- en waterwerken; 2. Burgerlijke en utiliteitsbouw. Op deze beide sectoren worden de bepalingen van de artikelen

en 10 van het Protocol afzonderlijk toegepast.

IV Ten einde de verdeling van de aanbestede werken over de in III

genoemde sectoren te vergemakkelijken, wordt bij wijze van voor-beeld bepaald, dat de in het hiernavolgende overzicht genoemde ob-jecten behoren te worden gerekend tot de daarachter vermelde sec- toren. Ie Wanneer de indeling moeilijkheden oplevert moet het in beginsel steeds mogelijk zijn een overheidsopdracht te splitsen en de onder-scheidene gedeelten over de eerder genoemde sectoren te verdelen. Bij de indeling is beslissend voor welke tak van bedrijf het betrokken werk van belang is.

Werken Object Indeling Baggerwerk Waterwerk Waterkerende dijken, beschoeiingen, oever- Waterwerk

verdediging Ducdalven, geleidewerken, remmingswerken Waterwerk

Oeverwerken als aanleg of wijziging van Waterwerk kribben, strekdammen, e.d.

Sluis- en stuwbouw Waterwerk Kademuren Waterwerk Wegverhardingen Wegwerk Startbanen van vliegvelden Wegwerk Woningen, fabrieken en andere gebouwen, Burgerlijke

niet-metalen industriële installaties, als en utiliteitsbouw b.v. koeltorens, schachttorens, enz.

Liften en andere installaties in gebouwen Burgerlijke en utiliteitsbouw

Afzonderlijk aanbesteed niet-metalen kunst- Burgerlijke werk en utiiteitsbouw

Afzonderlijk aanbesteed metalen kunstwerk (Vallen niet onder werken bedoeld in het Protocol)

Grondwerken worden geacht te behoren tot de sector waaronder het werk valt ten behoeve waarvan zij worden uitgevoerd.

De kunstwerken, welke zijn opgenomen in een bestek dat in hoofd-

Benelux, 5de aanvulling

Page 55: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

12

1. Les travaux routiers et hydrauliques; 2. Les travaux de bâtiments. Les dispositions des articles 9 et 10 du Protocole sont appliquées

séparément à chacun de ces deux secteurs.

Iv A l'effet de faciliter la répartition des travaux mis en adjudication

dans l'un des secteurs visés au III, il est stipulé, à titre d'exemple, que les travaux repris dans le tableau ci-après sont considérés comme appartenant aux secteurs mentionnés en regard.

En cas de difficultés, il est toujours possible, en principe, de scinder les différents travaux d'une adjudication et de les classer dans l'un et l'autre des secteurs précités. Pour appliquer ce classe-ment, la considération déterminante est de savoir quelle est la bran-che d'activité qui est intéressée aux travaux en question.

Travaux Objet Imputation Dragage Travaux hydrauliques Digues de retenue d'eau, revêtements de Travaux hydrauliques

berges, protection des rives Ducs-d'Albe, estacades de glissoir, esta- Travaux hydrauliques

cades d'arrêt Travaux de normalisation des rives, tels Travaux hydrauliques

que l'aménagement et la modification d'épis, de digues longitudinales, e.a.

Construction d'écluses et de barrages Travaux hydrauliques Murs de quai Travaux hydrauliques Revêtements routiers Travaux routiers Pistes d'envol des aérodromes Travaux routiers Habitions, usines et autres bâtiments, in- Travaux de bâtiments

stallations industrielles non métalli- ques, telles que tours de réfrigéra-

. tion, chevalements de puits de mine, etc.

Ascenseurs et autres installations dans Travaux de bâtiments des bâtiments

Ouvrages d'art non métalliques adjugés Travaux de bâtiments séparément

Ouvrages d'art métalliques adjugés sé- (Ne sont pas compris parement dans les travaux visés

par le Protocole).

Les travaux de terrassement sont englobés dans le secteur auquel appartient l'ouvrage en vue duquel ils sont exécutés.

Les ouvrages d'art qui figurent à un devis qui se rapporte en ordre

Benelux, 5me supplément

Page 56: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

13

zaak een wegwerk, een waterwerk of een werk behorende tot de sector van de burgerlijke en utiliteitsbouw betreft, worden geacht te behoren tot de sector waaronder het hoofdwerk valt.

V Bij de toepassing van de bepalingen van artikel 9 van het Protocol

op het gebied der werken wordt bij de berekening van de belangrijke ongelijkheid - wanneer de hoofdaannemer, die onderdaan is van het land waar de aanbesteding plaatsheeft, een gedeelte van de hem gegunde werken ter waarde van méér dan 25 % van de totale aan-nemingssom met een minimum van 300.000 F of f 22.000 toever-trouwt aan een onderaannemer, die onderdaan is van een der andere partnerlanden, en die daar is gevestigd - bedoeld gedeelte afzonder-lijk geboekt en ten laste gebracht van het land waarvan de onder-aannemer onderdaan is.

VI Wat betreft de sector der wegwerken en waterwerken bedoeld on-

der III, wordt voor de uitwisseling tussen België en Nederland be-paald, dat een ongelijkheid als voorzien in artikel 9 van het Protocol bestaat, indien het verschil tussen de daar bedoelde bedragen groter is dan 300.000.000 F of f 22.500.000, met dien verstande echter, dat de ongelijkheid als hiervoor bedoeld voor de wegwerken, on-derscheidenlijk de waterwerken, ook geacht wordt te bestaan, in-dien het verschil voor deze werken afzonderlijk groter is dan onder-scheidenlijk 200.000.000 F of f 15.000.000 en 150.000.000 F- of f 11.250.000.

VII Wat betreft de sector der burgerlijke en utiliteitsbouw bedoeld

onder IIi, wordt voor de uitwisseling tussen België en Nederland bepaald, dat een ongelijkheid als voorzien in artikel 9 van het Pro-tocol bestaat, indien het verschil tussen de daar bedoelde bedragen groter is dan 350.000.000 F of f 25.250.000.

VIII Wat betreft het gebied van de goederen, wordt door de uitwisseling

tussen België en Nederland bepaald, dat een ongelijkheid als voor-zien in artikel 9 van het Protocol bestaat, indien het verschil tussen de daar bedoelde bedragen groter is dan 5 % van het totale bedrag der in het voorafgaande budgettaire jaar door de overheidsinstel-lingen van het zich benadeeld gevoelende land op het gebied van de goederen geplaatste opdrachten.

Ix Het onder VIII genoemde percentage van 15 % geldt ook voor

de eventueel in de toekomst voor het gebied van de goederen af-zonderlijk aan te wijzen sectoren als bedoeld in artikel 9 van het Protocol.

Benelux, 5de aanvull ing

Page 57: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

13

principal à un travail routier, hydraulique ou à un travail apparte-nant-au secteur des travaux de bâtiments, sont englobés dans le sec-teur auquel appartient le travail principal.

V • Pour l'application des dispositions de l'article 9 du Protocole, en ce qui concerne le calcul du déséquilibre dans le domaine des tra-vaux, si l'entrepreneur principal ressortissant du pays où a lieu l'ad-judication confie une partie de ses travaux dépassant 25 0Xo du mon-tant total avec un minimum de 300.000 F ou f 22.000, à un sous-traitant ressortissant d'un des autres pays partenaires et domicilié dans celui-ci, cette partie est comptabilisée séparément et portée en compte pour l'établissement du déséquilibre, au pays duquel ressortit ce sous-traitant.

VI En ce concerne le secteur des travaux routiers et hydrauliques visé

au point III, il est prévu, pour les échanges entre la Belgique et les Pays-Bas, qu'un déséquilibre tel que prévu à l'article 9 du Protocole existe lorsque l'écart entre les montants visés audit article dépasse 300.000.000 F ou f 22.500.000, étant entendu toutefois que le déséquilibre en question doit être considéré comme existant également si les écarts constatés pour les travaux routiers et pour les travaux hydrauliques sont supérieurs respectivement à 200.000.000 F ou •f 15.000.000 et à 150.000.000 F ou f 11.250.000.

VII En ce qui concerne les travaux de bâtiments mentionnés au point

III, il est prévu, pour les échanges entre la Belgique et les Pays-Bas, qu'un déséquilibre tel que prévu à l'article 9 du Protocole existe, si l'écart entre les montants visés audit article dépasse 350.000.000 F ou f 25.250.000.

ob VIII

En ce qui concerne les achats de marchandises, il est prévu, pour les échanges entre la Belgique et les Pays-Bas, qu'un déséquilibre tel que visé à l'article 9 du Protocole existe si l'écart entre les montants visés audit article dépasse 15% du montant total des achats de mar -chandises effectués par les pouvoirs publics du pays qui s'estime lésé, au cours de l'exercice budgétaire précédent.

IX Dans le domaine des' achats de marchandises, le pourcentage de

15% visé au point VIII est également appliqué aux secteurs parti-culiers qui seront éventuellement désignés à l'avenir comme il est prévu à l'article 9 du Protocole.

Benelux, Sme supplément

Page 58: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

14

X De in de artikelen 9 en 10 van het Protocol neergelegde veilig-

heidsclausule geeft een regeling van de aanbestedingen tussen Neder-land en België, enerzijds, en Nederland en Luxemburg, anderzijds, met dien verstande dat overeenstemming bestaat dat de aanbestedin-gen tussen België en Luxemburg geregeld blijven overeenkomstig de bepalingen van het verdrag ener Economische Unie tussen België en Luxemburg.

Voor wat de betrekkingen op het gebied van de aanbestedingen tussen Nederland en Luxemburg betreft, wordt overeengekomen, dat wanneer één van beide landen vaststelt dat een ongelijkheid in het voordeel van één hunner een ernstige bedreiging vormt voor één of meer economische sectoren van het andere land, het eerste land de nodige documentatie zal overleggen aan de Commissie en haar zal uitnodigen een onderzoek in te stellen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van het Protocol.

XI Ten behoeve van de bepaling van de verschillen als bedoeld in

artikel 9 van het Protocol, stelt de Commissie aan de hand van de gegevens haar verstrekt door de autoriteiten van de drie landen over-zichten op waarin de bedragen waarvoor door elk der drie landen werken of leveringen worden opgedragen aan ondernemers uit een der partnerlanden worden geboekt.

Deze overzichten omvatten telkens een periode van twaalf maan-den; de eerste periode vangt aan op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ondertekening van het Protocol.

Een aanbesteding wordt geboekt op de periode van twaalf maan-den, waarin de opdracht plaatsvindt.

Voor de vaststelling van de verschillen als bedoeld in artikel 9 van het Protocol, worden uitsluitend in aanmerking genomen de opdrachten gegeven in de lopende periode van twaalf maanden.

XII De Regering van België verbindt zich, ter uitvoering van het be-

paalde in artikel 6 van het Protocol, de termijnen gedurende welke de inschrijvers hun aanbiedingen gestand moeten doen te yerkorten.

Deze Beslissing is genomen door het Comité van Ministers in haar te Brussel gehouden vergadering van 24 april 1956.

Voor de Minister van Buitenlandse Zaken van België: (w.g.) V. LAROCK.

De Minister van Buitenlandse Zaken van Luxemburg: (w.g.) J. BECH.

De Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland: (w.g.) Mr J. M. A. H. LUNS.

Benelux, 5de aanvulling

Page 59: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

14

X La clause de sauvegarde définie aux articles 9 et 10 du Protocole

règle le régime des adjudications entre les Pays-Bas et la Belgique d'une part, et entre les Pays-Bas et le Luxembourg d'autre part, étant entendu de commun accord, que le régime des adjudications con-tinue à être réglé entre la Belgique et le Luxembourg et récipro-quement conformément aux dispositions de la Convention d'Union Economique entre la Belgique et le Luxembourg.

En ce qui concerne le régime des adjudications entre les Pays-Bas

le pays le Luxembourg, il est convenu qu'au moment où l'un des deux

pays constate qu'un déséquilibre en faveur de l'un d'eux menace sérieusement un ou plusieurs secteurs de l'économie de l'autre, le premier pays soumettra la documentation adéquate à la Commission en l'invitant à procéder à un examen conformément aux dispositions des articles 10 et 11 du Protocole.

XI En vue de la détermination des écarts visés à l'article 9 du Proto-

cole, la Commission établit des relevés basés sur les données qui lui sont fournies par les autorités des trois pays, indiquant les montants des adjudications attribuées par chacun des trois pays à des entre-prises d'un des pays partenaires.

Ces relevés couvrent chaque fois une période de douze mois; la première période commence le premier jour du second mois qui suit la date de la signature du Protocole.

Une adjudication est imputée à la période de douze mois au cours de laquelle elle a été attribuée.

En ce qui concerne la détermination des écarts visés à l'article 9 du Protocole, seules les adjudications attribuées pendant la période de douze mois sont prises en considération.

. XII En application de l'article 6 du Protocole, le Gouvernement de

Belgique s'engage à réduire les délais durant lesquels le soumission-naire est tenu de maintenir son offre.

La présente Décision a été prise par le Comité de Ministres lors de sa réunion du 24 avril 1956 à Bruxelles. Pour le Ministre des Affaires Etrangères de la Belgique: (s.) V. LAROCK Le Ministre des Affaires Etrangères du Luxemburg: (s.) J. BECH Le Ministre des Affaires Etrangères des Pays-Bas: (s.) J. M. A. H. LUNS

Benelux, 5me supplément

Page 60: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CIRCULATION DE PERSONNES

7

Article 18 La présente Convention entrera en vigueur le lendemain du jour

du dépôt du troisième instrument de ratification et restera en vigueur aussi longtemps que le Traité instituant l'Union Economique Benelux *

EN FOI DE QUOI, les Plénipotentiaires ont signé la présente Convention et l'ont revêtue de leur sceau.

FAIT à Bruxelles, le 11 avril 1960 en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique: (s.) P. WIGNY.

Pour le Grand-Duché de Luxembourg: (s.) E. SCHAUS.

Pour le Royaume des Pays-Bas: (s.) J. LUNS.

* Cette Convention est entrée en vigueur te Ier juillet 1960.

Benelux, 5me supplément

Page 61: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

PERSONENVERKEER

PROTOCOL BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE DE VERLEGGING

VAN DE PERSONENCONTROLE NAAR DE BUITENGRENZEN VAN HET BENELUXGEBIED

(zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 50 en 51 (art. 5)

De Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Groot-hertogdom Luxemburg en de Regering van het Koninkrijk der Ne-derlanden;

Overwegende dat in de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied (hierna genoemd ,,de Over-eenkomst") bepaalde bevoegdheden worden verleend aan organen, welke zijn ingesteld overeenkomstig het op 3 februari 1958 te 's-Gra-venhage ondertekende Verdrag tot instelling van de Benelux Econo-mische Unie;

Overwegende dat dit Verdrag nog niet in werking is getreden en dat derhalve maatregelen getroffen dienen te worden om de tenuit-voerlegging van de Overeenkomst mogelijk te maken;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

1. De bevoegdheden welke krachtens de Overeenkomst worden verleend aan een werkgroep, worden uitgeoefend door een groep, bestaande uit de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie van elk der drie Regeringen;

2. Elke delegatie kan, telkenmale wanneer zij zulks wenselijk oordeelt, andere leden van haar Regering uitnodigen tot deelneming aan bepaalde vergaderingen van deze groep.

Artikel 2

De bevoegdheden welke krachtens de Overeenkomst worden ver-leend aan een Bijzondere Commissie, worden uitgeoefend door een Commissie, bestaande uit ambtenaren van de betrokken Ministeries, die worden aangewezen door de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie van elk der drie Regeringen.

Artikel 3

De bevoegdheden welke krachtens de Overeenkomst worden ver-leend aan een College van Scheidsrechters, worden uitgeoefend door

Benelux, 5de aanvulling

Page 62: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CIRCULATION DE PERSONNES

PROCOCOLE RELATIF A L'EXECUTION DE LA CONVEN- TION CONCERNANT LE TRANSFERT DU CONTROLE DES

PERSONNES VERS LES FRONTIERES EXTERIEURES DU TERRITOIRE DU BENELUX

(voir Décisions ministérielles, p. 50 et 51 (art. 5)

Le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg et Ie Gouvernement du Royaume des

. Pays-Bas;

Considérant que la Convention concernant le transfert du con-trôle der personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux, signée à Bruxelles, le 11 avril 1960 (ci-dessous nommée ,,la Convention"), confère certaines attributions à des institutions dréées conformément au Traité instituant l'Union économique Benelux, signé à La Haye, le 3 février 1958;

Considérant que ledit Traité n'est pas encore entré en vigueur et qu'il convient dès lors de prendre des mesures pour rendre possible l'exécution de la Convention;

Sont convenus des dispositions suivantes:

Article 1

1. Les attributions que la Convention confère un groupe de travail sont exercées par un groupe composé des Ministres des Affaires Etrangères et de la Justice de chanun des trois Gouverne-ments;

2. Chaque délégation peut inviter d'autres membres de son Gou-vernement à prendre part à des séances déterminées du groupe

• chaque fois qu'elle l'estime opportun.

Article 2

Les attributions que la Convention confère à une Commission spéciale sont exercées par une Commission composée de fonction-naires des Ministères intéressés désignés par les Ministres des Af-faires Etrangères et de la Justice de chacun des trois Gouvernements.

Article 3

Les attributions que la Convention confère à un Collège arbitral sont exercées par un collège composé conformément à l'article 8 du

Benelux, Sme supplément

Page 63: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

PERSONENVERKEER

een college dat wordt samengesteld overeenkomstig artikel 8 van het Protocol inzake .de coördinatie van de economische en sociale po-litiek, ondertekend ôp 24 juli 1953, te 's-Gravenhage.

Artikel 4

Dit Protocol treedt in werking op de dag van ondertekening en blijft van kracht totdat de Werkgroep, de Bijzondere Commissie en het College van Scheidsrechters, waarvan sprake is in de voorgaande artikelen, zijn ingesteld, zulks met een maximum looptijd van één jaar.

Het in artikel 3 van dit Protocol bedoelde college zal evenwel de lopende zaken afhandelen.

Gedaan te Brussel, op 20 juni 1960, in drievoud, in de Neder-landse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk België: (w.g.) P. WIGNY

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg: (w.g.) E. SCHAUS

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden: (w.g.) J. M. A. H. LUNS

.

Benelux, Sde aanvulling

Page 64: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CIRCULATION DE PERSONNES

9

Protocole concernant la coordination des politiques économiques et sociales, signé à La Haye, le 24 juillet 1953.

Article 4

Le présent Protocole entre en vigueur le jour de sa signature et reste en vigueur jusqu'a ce que le Groupe de travail, la Commission spéciale et le Collège arbitral dont il est question aux articles pré-cédents aient été installés et pour une période d'un an au maximum.

Toutefois, le collège prévu à l'article 3 achèvera les affaires dont il a été saisi.

Fait à Bruxelles, le 20 juin 1960, en trois exemplaires en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg: (s.) P. WIGNY

Pour de Gouvernement du Grand -Duche de Luxembourg: (s.) E. SCHAUS

Pour le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas: (s.) J. M. A. H. LUNS

s

Benelux, Sme supplément

Page 65: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

0

0

Page 66: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

0 0

Page 67: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VESTIGING

Verdrag, blz. 5 (art. 2) en blz. 20 (art. 55, 56), Uitvoeringsprotocol, blz. 58 (art. 1)

Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de artikelen 55 en 56 van het Verdrag .............. 2

ETABLISSEMENT

• Traité, p. 5, (art. 2), et p. 20 (art. 55, 56) Protocole d'Exécution, p. 58 (art. 1)

Convention portant exécution des articles 55 et 56 du Traité . . 2

s

Page 68: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VESTIGING

OVEREENKOMST INZAKE DE TENUITVOERLEGGING VAN DE ARTIKELEN 55 EN 56 VAN HET VERDRAG TOT

INSTELLING VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE

(zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 49)

Preambule

De Regering van het Koninkrijk België, De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en De Regering van het Groothertogdom Luxemburg, Gelet op het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische

Unie, ondertekend te 's-Gravenhage op 3 februari 1958 en met name de artikelen 2, 55 en 56 daarvan;

Overwegende, dat zij op grond van artikel 55 van genoemd Ver-drag verplicht zijn bij overeenkomst de voorwaarden te bepalen, waaraan het binnenkomen, het verlaten, de bewegingsvrijheid, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de onderdanen van een Verdragsluitende Partij op het grondgebied van een andere Verdrag-sluitende Partij kunnen worden onderworpen op grond van over-wegingen, die verband houden met de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden;

Overwegende, dat zij krachtens artikel 56 van bedoeld Verdrag voorts moeten onderzoeken in hoeverre de behandeling van de on-derdanen van een Verdragsluitende Partij op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dient te worden neergelegd in nader vast te leggen voorschriften aangaande de wettelijke en ge-rechtelijke bescherming van hun persoon, hun rechten en hun be-langen;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 De onderdanen van elk der Verdragsluitende Partijen kunnen

het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partijen binnen-komen, mits zij in het bezit zijn van een identiteitsbewijs.

De aard van dit document zal worden bepaald door het Comité van Ministers, ingesteld bij artikel 15 van het Unieverdrag.

Artikel 2 Het is de onderdanen van elk der Verdragsluitende Partijen toe-

gestaan zich op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Par-tijen te vestigen, indien zij over voldoende middelen van bestaan be-schikken en van goed zedelijk gedrag zijn.

Benelux, 5de aanvulling

Page 69: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ETABLISSEMENT

CONVENTION PORTANT EXËCUTION DES ARTICLES 55 ET 56 DU TRAITË INSTITUANT L'UNION

ECONOMIQUE BENELUX

(voir Décisions ministérielles, p. 49)

Préambule

Le Gouvernement du Royaume de Belgique, Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et Le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg, Prenant en considération le Traité instituant l'Union Economique

Benelux, signé à La Haye Ie 3 février 1958 et notamment les articles 2, 55 et 56;

Considérant qu'en vertu de l'article 55 dudit Traité ils sont tenus de déterminer par convention les conditions auxquelles peuvent être soumis, pour des motifs tenant à l'ordre public, à la sécurité ou à la santé publique, ou aux bonnes moeurs, l'entrée, la sortie, la cir-culation, le séjour, l'établissement et l'éloignement des ressortissants

• d'une Partie Contractante sur le territoire d'une autre Partie Con-tractante;

Considérant qu'en vertu de l'article 56 dudit Traité, ils doivent également examiner dans quelle mesure le traitement des ressortis-sants d'une Partie Contractante sur le territoire d'une autre Partie Contractante doit faire l'objet d'une réglementation plus précise en ce qui concerne la protection légale et judicaire de leur personne, de leurs droits et de leurs intérêts;

Sont convenus des dispositions suivantes:

.Article 1

Les ressortissants de chacune des Parties Contractantes peuvent entrer sur le territoire des autres Parties Contractantes à la seule condition d'être en prosession d'un document d'indentité.

La nature de ce document est déterminée par le Comité de Minis-tres institué par l'article 15 du Traité d'Union.

Article 2 Les ressortissants de chacune des Parties Contractantes sont autori-

sés à s'établir sur Ie territoire des autres Parties Contractantes, s'ils jouissent de moyens d'existence suffisants et s'ils sont de bonne vie et moeurs.

Benelux, 5me supplément

Page 70: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VESTIGING

Artikel 3 De onderdanen van een der Verdragsluitende Partijen, die ver-

blijven of zich vestigen op het grondgebied van een andere Verdrag-sluitende Partij, zijn slechts verplicht zich te voegen naar de op dat grondgebied van kracht zijnde wettelijke en uitvoerende voorschrif-ten aangaande de controle op buitenlanders, voor zover deze be-trekking hebben op de inschrijving in de gemeentelijke bevolkings-registers, de verlenging, de vernieuwing, de vervanging, het bij zich dragen en het tonen van verblijfsvergunningen alsmede op de ver-eiste formaliteiten in geval van verandering van verblijfplaats of vertrek uit het land. Ie

Artikel 4

Onverminderd de bepalingen van artikel 5 kunnen tegen de onder-danen van elk der Verdragsluitende Partijen, die verblijven op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan wel aldaar met toestemming gevestigd zijn, geen maatregelen van verwijdering worden getroffen, dan wanneer zij gevaar opleveren voor de Open-bare orde of de nationale veiligheid.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het enkele feit, dat niet over middelen van bestaan wordt beschikt, niet beschouwd als een gevaar voor de openbare orde.

Artikel 5

Tegen de onderdanen van een der Verdragsluitende Partijen, die sedert drie jaar op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij gevestigd zijn, kunnen slechts maatregelen tot verwijdering worden getroffen wanneer zij gevaar opleveren voor de nationale veiligheid, of indien zij, bij gewijsde veroordeeld wegens een bijzon-der ernstig misdrijf, een bedreiging vormei voor de gemeenschap van dat land.

Artikel 6 In de gevallen bedoeld in de artikelen 4 en 5, kunnen onderdanen S

van een der Verdragsluitende Partijen, die verblijven op het grond-gebied van een andere Verdragsluitende Partij, dan wel aldaar met toestemming gevestigd zijn, in stede van verwijderd te worden van het grondgebied, gedwongen worden bepaalde plaatsen of streken te verlaten en daarvan verwijderd te blijven, dan wel op een bepaalde plaats te verblijven, onverminderd de middelen van beroep, die in de wetgeving van het land van inwoning voorzien mochten zijn.

Artikel 7 Tegen de onderdanen van een der Verdragsluitende Partijen, die

met toestemming gevestigd zijn op het grondgebied van een andere

Benelux, 5de aanvulling

Page 71: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ETABLISSEMENT

Article 3

Les ressortissants de l'une des Parties Contractantes qui séjournent ou s'établissent sur le territoire d'une autre Partie Contractante ne sont tenus de se conformer aux dispositions légales et réglementaires en vigeur sur ce territoire concernant le contrôle des étrangers, que dans la mesure où elles visent l'inscription dans les registres com-munaux, la prorogation, le renouvellement, le remplacement, le port et la présentation des tires de séjour ainsi que les formalités requises en cas de changement de résidence ou de départ du pays.

.

Article 4

Sans préjudice des dispositions de l'article 5, les ressortissants de l'une des Parties Contractantes qui séjournent ou qui ont été auto-risés à s'établir sur le territoire d'une autre Partie Contractante, ne peuvent faire l'objet d'une mesure d'éloignement que s'ils constituent un danger pour l'ordre public ou la sécurité nationale.

Pour l'application de cet article, le seul fait d'être dépourvu de moyens d'existence n'est pas considéré comme un danger pour l'ordre public.

Article 5

Les ressortissants de l'une des Parties Contractantes établis depuis trois ans sur le territoire d'une autre Partie Contractante ne peuvent faire l'objet d'une mesure d'éloignement que s'ils constituent un danger pour la sécurité nationale ou si, ayant été l'objet d'une con-damnation définitive pour un crime ou délit particulièrement grave, ils constituent une menace pour la communauté de ce pays.

Article 6

Ob Dans les cas prévus aux articles 4 et 5, les ressortissants de l'une dès Parties Contractantes qui séjournent ou qui ont été autorisés à s'établir sur le territoire d'une autre Partie Contractante peuvent, au lieu d'être éloignés du territoire, être contraints à quitter des lieux ou régions déterminés et à en demeurer éloignés ou à résider en un lieu déterminé sans préjudice des voies de recours qui pourraient être prévues par la législation du pays de résidence.

Article 7 Les ressortissants de l'une des Parties Contractantes autorisés à

s'établir sur le territoire d'une autre Partie Contractante ne peuvent

Benelux, 5me supplément

Page 72: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VESTIGING

Verdragsluitende Partij, kunnen geen maatregelen tot verwijdering worden getroffen dan nadat hieromtrent aan de Minister van Justitie van het land van verblijf advies is uitgebracht door een bevoegde autoriteit van dat land, ten overstaan van wie betrokkenen hun ver-weermiddelen kunnen doen gelden en zich kunnen doen vertegen-woordigen of bijstaan door een advocaat hunner keuze.

Bovendien wordt de maatregel tot verwijdering, alvorens tot ten-uitvoerlegging daarvan wordt overgegaan, rechtstreeks ter kennis gebracht van de bevoegde diensten van de Verdragsluitende Partij, waarvan betrokkene onderdaan is.

Deze kennisgeving vermeldt de redenen van de maatregel tot ver-wijdering.

Artikel 8

(zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 49)

Overeenkomstig artikel 31 van het Unieverdrag wordt een Com-missie voor het vrije verkeer en de vestiging van personen ingesteld.

Onverminderd de bepalingen van artikel 30 van het Unieverdrag heeft deze Commissie tot taak toezicht uit te oefenen op de toepas-sing van deze overeenkomst.

Voorts bestaat haar taak in het doen van alle voorstellen aan het Comité van Ministers tot verbetering van de wijze van toepassing van de overeenkomst, en, zo nodig, tot herziening of aanvulling van de bepalingen daarvan.

Artikel 9

Niettegenstaande het bepaalde bij artikel 2 § 2 g van het Unie-verdrag, kan ieder der Verdragsluitende Partijen de door haar nuttig geachte beperkingen opleggen betreffende de vervreemding - zelfs per aandeel in de eigendom - de verhuur of elke andere wijze van terbeschikkingstelling van nationale zeeschepen of binnenschepen, - alsmede betreffende de verwerving van bimienschepen door haar onderdanen en van zeeschepen bestemd om onder nationale vlag te varen.

Artikel 2 § 2 g van het Unieverdrag doet niet af aan de regeling inzake de vordering en onteigening van zeeschepen, binnenschepen en luchtvaartuigen alsmede hun ladingen.

Artikel 10

Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze overeen-komst komen te vervallen, de bepalingen van het op 20 februari 1933 te Genève tussen Nederland en België gesloten Vestigings- en Ar-

Benelux, 5de aanvulling

Page 73: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ETABLISSEMENT

faire l'objet d'une mesure d'éloignement qu'après avis donné au Ministre de la Justice du pays de résidence par une autorité compé-tente de ce pays, devant laquelle les intéresseés peuvent faire valoir leurs moyens de défense et se faire représenter ou assister par un avocat de leur choix.

Au surplus, notification de la mesure d'éloignement est adressée directement et préalablement à son exécution aux services compétents de la Partie Contractante dont l'intéressé est ressortissant.

le La notification indique les motifs de la mesure d'éloignement.

Article 8

(voir Décisions ministérielles, p. 49)

Conformément à l'article 31 du Traité d'Union, il est institué une Commission pour la libre circulation et l'établissement des per-sonnes.

Sans préjudice des dispositions de l'article 30 du Traité d'Union, cette Commission a pour mission de suivre l'application de la présente Convention.

Elle a également pour tâche de faire toutes propositions au Comité de Ministres tendant à améliorer les modalités d'application de la Convention et, pour autant que de besoin, à en reviser ou a en compléter les dispositions.

Article 9

Nonobstant les dispositions de l'article 2 § 2 g du Traité d'Union, chacune des Parties Contractantes peut imposer les restrictions qu'elle juge utiles en ce qui concerne l'aliénation - même par parts de propriété -' la mise en location ou toute autre forme de cession

go de jouissance de navires et bateaux nationaux, ainsi que l'acquisition de bateaux par ses ressortissants et de navires destinés à battre pa-villon national.

L'article 2 § 2 g du Traité d'Union ne préjuge pas la réglem-tation relative à la réquisition et à l'expropriation de navires, bateaux et aéronefs, ainsi que de leurs cargaisons.

Article 10

Sont abrogés à dater du jour de l'entrée en vigueur de la présente convention les dispositions de la Convention d'établissement et de travail entre la Belgique et les Pays-Bas, conclue à Genève, le 20

Benelux, 5me supplément

Page 74: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VESTIGING

beidsverdrag alsmede van het op 1 april 1933 te 's-Gravenhage tussen Nederland en Luxemburg gesloten Vestigings- en Arbeidsverdrag, voor zover niet reeds buiten werking gesteld door het op 3 februari 1958 ondertekende Verdrag tot instelling van de Benelux Econo-mische Unie of door het op 7 juni 1956 tussen België, Nederland en Luxemburg gesloten Arbeidsverdrag.

Artikel 11

Deze overeenkomst zal worden bekrachtigd en de akten van be-krachtiging zullen bij het Secretariaat-Generaal van de Benelux Eco-nomische Unie worden neergelegd.

Zij zal in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging en zij zal even lang van kracht blijven als het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie. *

Ten blijke waarvan de daartoe behoorlijk Gevolmachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan in drievoud te Brussel op 19 september 1960, in de Neder-landse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België, (w.g.) P. WIGNY.

Voor het Groothertogdom Luxemburg, (w.g.) HOMMEL.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, (w.g.) TEIXEIRA DE MAYFOS.

* Datum van inwerkingtreding: C

Benelux, 5de aanvulling

Page 75: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ETABLISSEMENT

5

février 1933, ainsi que les dispositions de la Convention d'établisse-ment et de travail entre les Pays-Bas et le Luxembourg, conclue à La Haye, le 1er avril 1933, qui ne sont pas abrogées par le Traité instituant l'Union économique Benelux, signé Ie 3 février 1958, ou par le Traité de travail entre la Belgique, le Luxembourg et les Pays-Bas, signé le 7 juin 1956.

Article 11

La présente Convention sera ratifiée et les instruments de rati-• fication seront déposés après du Secrétariat général de l'Union

économique Benelux.

Elle entrera en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suivra le dépôt du troisème instrument de ratification et restera en vigueur, aussi longtemps que le Traité instituant l'Union économique Benelux. *

En foi de quoi lés Plénipotentiaires dûment autorisés ont signé la présente Convention.

Fait à Bruxelles, le 19 septembre 1960, en triple exemplaire, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique: (s.) P. WIGNY.

Pour le Grand-Duché de Luxembourg: (s.) HOMMEL.

Pour le Royaume des Pays-Bas: (s.) TEIXEIRA DE MATFOS.

gu * Date de l'entrée en vigueur:

Benelux, 5me supplément

Page 76: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ton

n

n' E

Page 77: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

34

PROTOCOL TUSSEN BELGIE, LUXEMBURG EN

NEDERLAND, TOT VASTSTELLING VAN EEN

NIEUW TARIEF VAN INVOERRECHTEN

De Regeringen van het Koninkrijk België, het Groohertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;

Overwegende, dat zij medeondertekenaars zijn van het op 15 de-cember 1950 te Brussel voor ondertekening opengestelde Verdrag inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douane-tarieven en van het op 1 juli 1955 te Brussel voor ondertekening opengestelde Protocol tot wijziging van dat Verdrag;

De noodzakelijkheid erkennende om, in verband met de bepalingen van bovengenoemde internationale overeenkomsten, hun tarief van in-voerrechten behorende bij de op 5 september 1944 te Londen ge-sloten Belgisch-Luxemburgs-Nederlandse Douane-Overeenkomst, ver-duidelijkt en uitgelegd bij het op 14 maart 1947 te 's-Gravenhage ondertekende Protocol, aan te passen aan de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven, welke als bijlage is ge-voegd bij bovengenoemd wijzigingsprotocol van 1 puli 1955;

Gelet op artikel 11 van het op 3februari 1958 te 's-Gravenhage gesloten Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie,

Zijn het volgende overeengekomen: -

Artikel 1

Het tarief van invoerrechten behorende bij de Belgisch-Luxem-burgs-Nederlanse Douane-Overeenkomst van 1944, zoals dat tarief is gewijzigd door latere Protocollen, wordt vervangen door het bij dit Protocol gevoegde tarief van invoerrechten. 1)

Artikel 2

Na de inwerkingtreding van het op 3 februari 1958 te 's-Graven-hage gesloten Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie geldt het bij dit Protocol gevoegde tarief van invoerrechten als het gemeenschappelijke tarief van invoerrechten bedoeld in de artikelen 11 en 78 van genoemd Verdrag.

1) In Nederland te vinden in Tractatenbiad no. 143 van 1960. In België opgenomen in het Staatsblad van 15 december 1960. In Luxemburg opgenomen in de Mémorial van 29 december 1960, Annexe 7.

Benelux, 5do aanvulling

Page 78: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

34

PROTOCOLE ENTRE LA BELGIQUE, LE LUXEMBOURG

ET LES PAYS-BAS POUR L'ETABLISSEMENT D'UN

NOUVEAU TARIF DES DROITS D'ENTREE

Les Gouvernements du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas;

le Considérant qu'ils sont cosignataires de la Convention sur la no- menclature pour la classification des marchandises dans les tarifs douaniers, ouverte à la signature à Bruxelles le 15 décembre 1950, et du Protocole de rectification, ouvert à la signature à Bruxelles le 1er juillet 1955;

Reconnaissant la nécessité- d'adapter, en rapport avec les dispositi-ons desdits actes internationaux, leur tarif des droits d'entrée annexé à la Convention douanière belgo-luxembourgeoise-néerlandaise, con-clue à Londres le 5 septembre 1944, précisée et interprétée par le Protocole signé à La Haye le 14 mars 1947, à la nomenclature pour la classification, des marchandises dans les tarifs douanirs annexée au Protocole de rectification susvisé du 1er juillet 1955;

Vu l'article 11 du Traité instituant l'Union économique Benelux, conclu à La Haye le 3 février 1958.

Sont concenus de ce qui suit:

- Article 1

Le tarif des droits d'entrée annexé à la Convention douanière belgo-luxembourgeoise-néerlandaise de 1944, tel qu'il a été modifié

par des Protocoles postérieurs, est remplacé par le tarif des droits d'entre annexé au présent Protocole.')

Article 2

Après l'entrée en vigueur du Traité instituant l'Union économique Benelux, conclu à La Haye le 3 février 1958, le tarif des droits d'entrée annexé au présent Protocole sera considéré comme con-stituant le tarif commun des droits d'entrée prévu aux articles 11 et 78 dudit Traité.

1) Aux Pays-Bas publie au Tractatenbiad No. 143/1960. En Belgique publié au Moniteur du 15 décembre 1960. Au Luxembourg publié dans le Mémorial du 29 décembre 1960, Annexe 7.

Benelux, 5me supplément

Page 79: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

35'

Artikel 3 Dit Protocol, zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging

zullen zo spoedig mogelijk te 's-Gravenhage worden nedergelegd.

Artikel 4 Dit Protocol zal in werking treden op een door de drie Regeringen

in onderlinge overeenstemming vast te stellen tijdstip, doch niet eer-der dan nadat de derde akte van bekrachtiging te 's-Gravenhage zal zijn nedergelegd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoor-lijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 25 juli 1958, in drie exemplaren, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk België:

Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg:

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

[I:

'Benelux, 5de aanvulling

Page 80: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

35

Article 3

Le présent Protocole sera ratifié et les instrumtens de ratification seront déposés à La Haye aussitôt que possible.

Article 4

Le présent Protocole entrera en vigueur à une date qui sera fixée de commun accord par les trois Gouvernements mais qui ne précé-dera pas le dépôt à La Haye du troisième instrument de ratification.

EN FOI DE QUOI les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé ce Protocole.

FAIT à Bruxelles, le 25 juillet 1958, en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Gouvernement du Royaume de Belgique:

Pour le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg:

- Pour le Gouvernement du Royaumes des Pays-Bas:

.

Benelux, 5me supplément

Page 81: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

.

.

OiflJIfl3pV Atnoqp'w,'

Page 82: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

0 0

Page 83: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LANDBOUW

(Verdrag, blz. 23 (art. 65-67), Overgangsovereenkomst, blz 35 (art. I1 -25), 44-57ter)

Regeling van 20 februari 1960 ........... 2

AGRICULTURE

(Traité, p. 23 (art. 65-67), Convention transitoire, p. 35

la (art. 11-25), 44-57ter)

Arrangement du 20 février 1960 .......... 2

s

Page 84: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

REGELING VAN 20 FEBRUARI 1960

De Ministers van Landbouw hebben een aantal misverstanden op-gehelderd ten einde het vinden van oplossingen te vergemakkelijken, welke aan de Intergouvernementele Conferentie zijn voorgelegd. Zij hebben speciaal die vraagstukken grondig bestudeerd, welke zijn opgeworpen door het naast elkaar bestaan van de Benelux- en E.E.G. -verdragen.

Zij hebben in aansluiting op de besprekingen op de Conferentie op de Hoge Veluwe in juli 1959, afspraken kunnen maken op het terrein van het intra -Beneluxverkeer in nog niet volledig geliberali-seerde groente- en fruitprodukten.

1. Wanneer de B.L.E.U. de in artikel 44 van het E.E.G. -Verdrag bedoelde minimum-prijsregeling instelt, zal deze regeling ook tussen - de Beneluxpartners van kracht zijn en zullen de vastgestelde mini-mumprijzen voor alle E.E.G. -landen gelijk zijn.

2. De B.L.E.U. kan het principe van de mogelijkheid tot stop-zetting van de invoer niet loslaten, aangezien dit per slot van reke-ning voor de landbouwers in de B.L.E.U. de enige doeltreffende ga-rantie inhoudt. Deze zowel in het E.E.G.-Verdrag (artikel 44) als• in het Beneluxverdrag (artikel 15 van de Overgangsovereenkomst) vastgelegde garantie kan door de B.L.E.U. -regeringen niet worden prijsgegeven.

3. Er moet dus een middel gezocht worden om, terwille van een goede Beneluxsamenwerking, een formule te vinden voor een soepe-ler toepassing van bedoeld principe ten behoeve van de Benelux-partners.

Met dit doel voor ogen aanvaarden de Regeringen van de B.L.E.U. de navolgende procedure:

Wanneer de prijzen van de B.L.E.U. -markt beneden de vastgestelde minimumprijs komen te liggen, zet de B.L.E.U. de invoer uit de niet-Beneluxlanden (Duitsland, Frankrijk, Italië) stop. De invoer uit Ne-derland kan doorgaan, op voorwaarde evenwel dat dit land garan-deert, dat deze zal plaatsvinden tegen prijzen, welke boven de mini-mumprijs liggen.

Er zal een controle op de invoerprijzen worden ingesteld.

Indien het prijsniveau op de B.L.E.U.-markt evenwel een bijzonder moeilijke situatie zou scheppen, kunnen de Ministers van Landbouw van de B.L.E.U. op unilaterale wijze gebruik maken van de sub 3 bedoelde mogelijkheid.

Benelux, 5de aanvulling

Page 85: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ARRANGEMENT DU 20 FÉVRIER 1960

Les Ministres de l'Agriculture, en vue de faciliter la recherche de solutions à soumettre à la Conférence Intergouvernementale, ont réglé un certain nombre de différends. Ils se sont spécialement at-tachés à l'examen des problèmes posés pâr la coexistence des Traités de Benelux et de Rome.

Il a été possible, à la suite des pourparlers de la Conférence de • Hoge Veluwe qui s'est tenue en juillet 1959, d'aboutir à des accords

dans le domaine des échanges intra -Benelux pour les fruits et légumes qui ne sont encore entièrement libérés.

I. Lorsque l'U.E.B.L. instaure le régime des prix minima prévu à l'article 44 du Traité de la C.E.E., ce régime est également d'appli-cation entre les partenaires du Benelux et les prix minima fixés seront les mêmes pour les quatre autres pays de la C.E.E.

2. En effet, l'U.E.B.L. ne pourrait abandonner le principe de la possibilité d'arrêter les importations en raison du fait qu'il constitue finalement la seule garantie efficace pour les agriculteurs de l'U.E.B.L. Cette garantie inscrite tant dans le Traité de la C.E.E., (article 44) que dans celui du Benelux (article 15 de la Convention transitoire), ne peut être abandonnée .par le Gouvernement belge.

3. Il s'indique donc de rechercher le moyen, tout en maintenant le principe, de trouver dans un esprit d'entr'aide Benelux, une for-mule d'application plus souple en faveur des partenaires de Benelux.

C'est dans cet esprit que les Gouvernements de l'U.E.B.L. accep-tent la procédure suivante:

• Lorsque les prix se situent sur le marché de 1'U.E.B.L. à un ni- veau inférieur au prix minimum fixé, l'U.E.B.L. arrête les impor-tations en provenance des pays non membres du Benelux (Alle-magne - France - Italie). Les importations en provenance des Pays-Bas pourront continuer à la condition que ce pays donne la garantie qu'elles se feront à un prix supérieur au prix minimum.

Une procédure de contrôle des prix d'importation sera mise sur pied.

Toutefois, si le niveau des prix sur le marché de l'U.E.B.L. créait une situation particulièrement difficile, les Ministres de l'Agriculture de l'U.E.B.L. peuvent unilatéralement user de la faculté prévue sub 3.

Benelux, Sme supplément

Page 86: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Wat betreft de harmonisatie en de liberalisatie van de landbouw-produkten, die in Beneluxverband nog niet vrij zijn, zijn de Ministers van landbouw van oordeel, dat mede de Benelux-Commissie tot Harmonisatie van de Landbouwpolitiek deze vraagstukken moet be-handelen in de geest van Benelux en in het licht van de Euromarkt. Tot dat doel zullen contacten worden gelegd tussen de bevoegde ambtenaren van hun Departementen.

In dezelfde geest zal overleg plaatsvinden met het oog op het on-derzoek van vraagstukken, verband houdende met de Euromarkt en van andere internationale problemen.

De Ministers van Landbouw van de Beneluxlanden vertrouwen er wederzijds op, dat de onderhavige regeling in een oprechte geest van samenwerking in praktijk zal worden gebracht. Zij zullen trach-ten daartoe de nodige formules te vinden.

Ten einde concrete inhoud te geven aan hun wil om de Benelux-samenwerking te versterken bij het onderzoek van landbouwproble-men, welke naar voren komen in verschillende internationale organi-saties, zullen de Ministers van Landbouw onderling en middels hun bevoegde ambtenaren nauw contact onderhouden. Dit voorafgaand contact zal de besprekingen in het kader van de organen van de Ver-dragen vergemakkelijken.

De Conferentie heeft deze afspraken met instemming begroet.

.

Benelux, 5de aanvulling'

Page 87: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Pour ce qui concerne l'harmonisation et la libération des produits agricoles, qui ne sont pas encore libérés dans le cadre du Benelux, les Ministres de l'Agriculture estiment que ces questions doivent être considérées, notamment par la Commission d'harmonisation des politiques agricoles Benelux, dans un esprit Benelux et dans l'optique du Marché. Commun. A cette fin, des contacts auront lieu entre les fonctionnaires compétents de leur Département.

Dans le même esprit, des consultations auront lieu pour l'examen des problèmes relatifs au Marché Commun et des autres problèmes internationaux.

Les Ministres de l'Agriculture des pays du Benelux se font mu-tuellement confiance pour que le présent arrangement soit exécuté dans un véritable esprit de collaboration. Ils s'efforceront de trouver des formules à cet effet.

Afin de concrétiser leur volonté de renforcer la collaboration Benelux dans l'examen des problèmes agricoles posés devant les dif-férentes instances internationales, les Ministres de l'Agriculture éta-bliront des contacts étroits entre eux par leurs fonctionnaires com-pétents. Ces contacts préalables faciliteront les discussions devant les instances instituées par les Traités.

La Conférence a favorablement accueilli ces accords.

Benelux, 5me supplément

Page 88: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKKINGEN

(zie Verdrag blz. 10 (art. 19)

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

(voir Traité: p. 10 (art. 19)

s

Page 89: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INHOUD blz.

Vaststelling van het Reglement van Orde van het Comité van Ministers (M (60) 4) .............. 2

Benoeming van de Secretaris-Generaal van de Benelux Econo- mische Unie (M (60) 5) ............. 9

Benoeming van een Adjunct-Secretaris-Generaal .van de Bene- lux-Economische Unie (M (60) 6) .......... 10

Benoeming van een Adjunct-Secretaris-Generaal van de Bene- lux Unie (M (60)7) ............... 11

.

Taakverdeling van de Commissies en de Bijzondere Commissies van de Unie en hun samenstelling (M (60) 8) ....... 12

Bijlagen 1. Buitenlandse Economische Betrekkingen 13

2. Monetaire en Financiële Vraagstukken 15

3. Industrie en Handel .......... 16

4. Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij 19

5. Douane en Belastingen ......... 22

6. Verkeer .............. 25

7. Sociale Vraagstukken ......... 27

8. Coördinatie van de statistiek ....... 29

9. Vergelijking der Begrotingen van overheids- en semi-overheidsinstellingen ........ 30

10. Aanbestedingen ........... 32

11. Volksgezondheid ........... 33

Ie Aantal afgevaardigden waaruit de Raad van de Economische Unie bestaat (M (60) 9) ............. 35

Statuut van het college van scheidsrechters (M (60) 10) . . . 36

Verlenging van de termijn voorzien in de artikelen 1, 26 en 29 van de Overeenkomst (M (60) 11) .......... 48

Instelling van een Commissie voor het vrije verkeer en de vesti- ging van personen (M (60) 12) ........... 49

instelling van een Werkgroep en van een Bijzondere Commissie

Benelux, 5de aanvulling

Page 90: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONTENU P.

Règlement d'ordre intérieur du Comité de Ministres (M (60) 4) 2

Nomination du Secrétaire général de l'Union économique Benelux (M (60) 5) ................ 9

Nomination d'un Secrétaire général adjoint de l'Union écono- mique Benelux (M (60) 6) ............. 10

Nomination d'un Secrétaire général adjoint de l'Union écono- mique Benelux (M (60) 7) ............. 11

Compétences des Commissions et des Commissions spéciales et composition (M (60) 8) .............. 12

Annexes 1. Relations Economiques avec l'Etranger . 13

2. Problèmes monétaires et financiers ..... 15

3. Industrie et Commerce ........ 16

4. Agriculture, Ravitaillement et Pêche . . 19

5. Douane et Fiscalité .......... 22

6. Communications ........... 25

7. Questions sociales .......... 27

8. Statistiques ............ 29

9. Comparaison des Budgets des institutions publi- ques et paraétatiques .......... 30

10. Adjudications .. . . . . . . . . . . . 32 • 11. Santé publique ........... 33

Nombre des délégues composant le Conseil de l'Union écono- mique (M (60) 9) ................ 35

Statut du collège arbitral (M (60) 10) .......... 36

Prorogation des délais prévus aux articles 1, 26 et 29 de la Convention Transitoire (M (60) 11) .......... 48

Institution d'une Commission pour la libre circulation et l'éta- blissement des personnes (M (60) 12) ......... 49

Institution d'un Groupe de travail et une Commission spéciale

Benelux, 5me supplément

Page 91: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

II

ter uitvoering van de Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied, ondertekend te Brussel op 11 april 1960 (M (60) 13) . . . . 50

Reglement van Orde van de Raad van de Economische Unie (M (60) 14) ................. 53

Tenuitvoerlegging van artikel 34, lid 3, en van artikel 35, lid 3, van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (M (60) 15) ................. 59

Gemeenschappelijke uitvoerings- en controle-voorschriften voor het ongeregelde reizigersvervoer (M (60) 17) ....... 61

Instelling van een College van Secretarissen-Generaal (M (60) 18) 73

Bevoegdheid en samenstelling van de Bijzondere Commissie voor de Middenstand (M (61) 1) ............ 74

Toepassing van artikel 2 van de Overgangsovereenkomst (M (61) 2) ................. 76

Wijziging van de bij de Overgangsovereenkomst gevoegde lijsten A, B en C (M (61) 3) .............. 77

Overgangsregeling voor de handel in snijbloemen (M (61) 4) . . 78

Geleidelijke afschaffing van de kwantitatieve beperkingen op het goederenvervoer over de weg (M (61) 5) ........ 80

Aanbeveling van het Comité van Ministers inzake het onder-zoek van ongerechtvaardigde belemmeringen op het intra-Bene -neluxhandelsverkeer met het oog op de opheffing ervan (M (61) 7) ................. 82

Aanbeveling van het Comité van Minitsters betreffende het ont-staan van nieuwe belemmeringen of het verscherpen van be-staande belemmeringen op het intra-Beneluxhandelsverkeer (M'(61) 8) ................. 83

Tweede beschikking inzake de geleidelijke afschaffing van de kwantitatieve beperkingen op het goederenvervoer over de weg (M (61) 9) .................. 84

Goedkeuring van het reglement van orde van de Economische en Sociale Raad van Advies (M (61) 10) ........ 85

Benelux, 5de aanvulling

Page 92: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

II

en vue de l'exécution de la Convention concernant le transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du Bene-lux, signée à Bruxelles le 11 avril 1960 (M (60) 13) . . . . 50

Règlement d'ordre intérieur du Conseil de l'Union économique (M (60 14) ..................... 53

Exécution de l'article 34, alinéa 3, et de l'article 35, alinéa 3, du Traité instituant l'Union économique Benelux (M (60) 15) 59

Ob Règles communes d'exécution et de contrôle pour les transports irréguliers de voyageurs (M (60) 17) ......... 61

Institution d'un Collège des Secrétaires généraux (M (60) 18) 73

Compétence de la Commission Spéciale pour les Classes Moyen- nes et composition (M (60) 1) ........... 74

Application de l'article 2 de la Convention transitoire (M (61) 2) 76

Modification des listes A, B et C (M (61) 3) ........ 77

Régime transitoire relatif au commerce des fleurs coupées (M (61) 4) ................... 78

Abolition des restrictions quantitatives en matière de transports routiers de marchandises (M (61) 5) .......... 80

Recommandation du Comité de Ministres concernant l'examen des entraves indues dans les échanges intra -Benelux afin de les éliminer (M (61) 7) ............... 82

Recommandation du Comité de Ministres concernant la con-stitution de nouvelles entraves ou l'accentuation d'une entrave existante aux échanges intra-Benelux (M (61) 8) ...... 83

Deuxième décision relative à l'abolition progressive des restricti-ons quantitatives en matière de transports routiers de marchan-dises (M (61) 9) ................ 84

Approbation du règlement d'ordre intérieur de bonseil Consul-tatif Économique et Sociale (M (61) 10) ........ 85

Benelux, Sme supplément

Page 93: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

2

BESCHIKKING VAN HET COMITÉ VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE

UNIE TER VASTSTELLING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE

VAN GENOEMD COMITÉ (M (60) 4)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op de artikelen 16 tot en met 22 van het Unieverdrag, Ie Heeft het volgende bëslist:

VERGADERINGEN

Artikel 1

1. Het Comité van Ministers komt in gewone zitting bijeen op de derde maandag van iedere oneven maand. De Voorzitter kan de datum van een zitting echter wijzigen na overleg met de hoofden van de andere delegaties.

2. Op verzoek van een Regering roept de Voorzitter het Comité in buitengewone zitting bijeen. Deze zitting dient te worden gehou-den binnen een en twintig dagen na ontvangst van dit verzoek door het Secretariaat -Genraal, dat dit verzoek binnen vijf dagen aan de andere Regeringen mededeelt.

Artikel 2

De bijeenkomsten van het Comité van Ministers worden gehouden in het gebouw waarin het Secretariaat-Generaal zetelt, doch de Voorzitter kan, na overleg met de hoofden van de andere delegaties, beslissen dat een bijeenkomst zal worden gehouden op een door hem aan te wijzen plaats.

Artikel 3

1. V66r iedere zitting wordt de samenstelling van elke delegatie medegedeeld aan het Secretariaat-Generaal, dat daarvan de andere delegaties in kennis stelt.

Benelüx, 5de aanvulling

Page 94: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

73

DËCISION DU .COMITË DE MINISTRES DE L'UNION ËCONOMIQUE BENELUX INSTITUANT

UN COLLÈGE DES SECRÉTAIRES GÉNÉRAUX (M (60) 18)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 34 du Traité instituant l'Union économique Benelux,

le A pris la présente décision:

Article 1 Le Secrétaire général et les Secrétaires généraux adjoints con-

stituent le Collège des Secrétaires généraux.

Article 2 Sont examinées par le Collège des Secrétaires généraux, à l'initia-

tive d'un de ses membres: a. les questions de principe se rapportant aux tâches du Secrétaire

général, telles qu'elles sont définies à l'article 36 du Traité;

b. toutes questions qui, aux termes de l'article 34, alinéa 3, deuxième phrase, de l'article 35, alinéa 3, et de l'article 37, allinéa 1, du Traité, relèvent de la décision du Comité Ministres;

c. la nomination et la révocation des membres du personnel.

Article 3 En ce qui concerne les matières visées à l'article 2, sub b, ci-dessus,

l'avis exprimé par le Collège ou, le ces échéant, par chacun de ses membres, est communiqué au Conseil de l'Union économique en formation restreinte, chargé d'éclairer le Comité de Ministres.

Article 4 L'examen par le Collège n'affecte pas les pouvoirs attribués au

Secrétaire général par le Traité.

La présente décision entre en vigueur le jour de sa signature.

Fait à Bruxelles, le 3 novembre 1960.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) P. WIGNY

Benelux, 5me supplément

Page 95: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

74

BESCHIKKING VAN HET COMITÉ VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE, ER BEPALING VAN DE BEVOEGDHEID

VAN DE BIJZONDERE COMMISSIE VOOR DE MIDDENSTAND EN VAN HAAR

SAMENSTELLING (M(61)1)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op de artikelen 31 en 32 van het Unieverdrag,

Gelet op de beschikking van het Comité van Ministers van 3 no-vember 1960 ter bepaling van de bevoegdheid van de commissies en de bijzondere commissies van de Unie en van hun samenstelling,

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

De bevoegdheid van de Bijzondere Commissie voor de Midden-stand, alsmede haar samenstelling is bepaald in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar onder-tekening.

Gedaan te Brussel, op 15 mei 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) E. SCHAUS

.

Benelux, Sde aanvulling

Page 96: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

74

DÉCISION DU COMITÉ DE MINISTRES DE L'UNION ÉCONOMIQUE BENELUX FIXANT

LA COMPÉTENCE DE LA COMMISSION SPÉCIALE POUR LES CLASSES MOYENNES ET DÉTERMINANT SA COMPOSITION

(M (61) 1)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Ob Vu les articles 31 et 32 du Traitéd'Union,

Vu la décision du Comité de Ministres du 3 novembre 1960 fixant la compétence des commissions et des commissions spéciales et déter-minant leur composition,

A pris la présente décision:

Article 1

La compétence de la Commission spéciale pour les classes moyen-nes ainsi que sa composition sont fixées dans l'annexe à la présente décision.

Article 2

La présente décision entre en vigueur le jour de sa signature.

Fait à Bruxelles, le 15 mai 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) E. SCHAUS

.

Benelux, 5me supplément

Page 97: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

75

BIJZONDERE COMMISSIE VOOR DE MIDDENSTAND

Artikel 1 1. Binnen het raam van de haar krachtens artikel 30 van het

Unieverdrag toegewezen taak en met inachtneming van de bevoegd-heden van de andere commissies of bijzondere commissies is de Bijzondere Commissie belast met het behandelen van de vraagstuk-ken op het gebied van die sectoren van de industrie, de handel en de dienstverlening, die wegens de betrekkelijk bescheiden omvang der bedrijven hun eigen specifieke problemen en belangen hebben, waarop de in de drie landen getroffen speciale regelingen in het bijzonder zijn afgestemd.

De Bijzondere Commissie is belast met het behandelen van vraag-stukken inzake vrije beroepen voor zover niet behandeling (mede) door andere commissies of bijzondere commissies dient te geschieden.

2. Tot haar taak behoort meer in het bijzonder: a. het behandelen van vraagstukken aangaande de harmonisatie

op het gebied van de vestiging in bovengenoemde sectoren; b. de hamronisatie, binnen een termijn van vijf jaar, van de wet-

telijke en uitvoerende voorschriften en andere publiekrechtelijke voor-schriften met betrekking tot bovengenoemde sectoren;

c. het voorbereiden van de ministeriële beschikkingen, op grond waarvan elk der Hoge Verdragsluitende Partijen gedurende een tijd-vak van ten hoogste vijf jaar en in afwijking van het bepaalde in artikel 2, lid 2, sub b), van het Unieverdrag, maatregelen mag nemen ter voorkoming van belangrijke moeilijkheden, welke kunnen ont-staan door het ontbreken van harmonisatie tussen de wetgevingen inzake de uitoefening van zelfstandige, economische en beroeps-werkzaamheden (artikel 2 van de Overgangsovereenkomst).

Artikel 2 1. Iedere Regering wijst als haar afgevaardigden een delegatie-

hoofd en ten hoogste zes leden aan. Ie 2. Iedere afgevaardigde kan door een plaatsvervanger worden ver -tegenwoordigd.

3. Iedere delegatie kan zich doen bijstaan door deskundigen. Niet-ambtelijke deskundigen kunnen slechts met toestemming van de Bijzondere Commissie voor een vergadering worden uitgenodigd; zij zijn ten aanzien van de door de Bijzondere Commissie aangegeven punten geheimhouding verplicht

Artikel 3 De Bijzondere Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Co-

mité van Ministers door tussenkomst van de Raad van de Econo-mische Unie.

Benelux, 5de aanvulling

Page 98: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

75

COMMISSION SPECIALE POUR LES CLASSES MOYENNES

Article 1 1. La Commission spéciale est chargée, dans Ie cadre de la mis-

sion qui lui est dévolue par l'article 30 du Traité d'Union, des ques-tions relatives aux secteurs de l'industrie, du commerce et de la pres-tation de services qui, par l'ampleur relativement modeste des entre-prises, se caractérisent par leurs problèmes et intérêts propres que

S visent tout particulièrement les réglementations spéciales prises dans les trois pays, compte tenu de la compétence d'autres commissions ou commissions spéciales.

La Commission spéciale est chargée de traiter les problèmes rela-tifs aux professions libérales, pour autant qu'il n'incombe pas (égale-ment) à d'autres commissions ou commissions spéciales de les étudier.

2. Sa compétence comprend plus particulièrement: a. les questions d'harmonisation dans le domaine de l'établisse-

ment en ce qui concerne les secteurs visés ci-dessus; b. l'harmonisation, dans une période de cinq ans, des dispositions

légales et réglementaires et autres dispositions de droit public-con-cernant les secteurs visés ci-dessus;

c. la préparation des décisions ministérielles autorisant pendant une période ne pouvant dépasser cinq ans, chacune des Hautes Par -ties Contractantes à prendre des mesures, par dérogation à l'article 2, alinéa 2 sous b), du Traité d'Union pour éviter des difficultés im-portantes résultant de l'absence d'harmonisation des législations en matière d'exercise d'activités économiques et professionnelles in-dépendantes (article 2 de la Convention transitoire).

Article 2

SI. Chaque Gouvernement désigne comme délégués un chef de

délégation et six membres au maximum. 2. Chaque délégué peut être réprésenté par un suppléant.

3. Chaque délégation peut se faire assister d'experts. Les experts non-fonctionnaires ne peuvent être convoqués à une réunion que moyennant l'accord de la Commission spéciale; ils sont tenus de garder le secret sur les points indiqués par la Commission spéciale.

Article 3 La Commission spéciale fait annuellement rapport au Comité de

Ministres par l'intermédiaire du Conseil de l'Union économique.

Benelux, Sme supplément

Page 99: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

76

BESCHIKKING VAN HET COMITË VAN MINISTERS INZAKE DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 2

VAN DE OVERGANGSOVEREENKOMST (M (61) 2)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op artikel 2, lid 2, sub b) van het Unieverdrag,

Gelet op artikel 2, lid 1 van de Overgangsovereenkomst,

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

Voor zover en zolang als in België geen eisen voor de uitoefening van bepaalde beroepswerkzaamheden op het gebied van ambacht, kleinhandel, groothandel, industrie en dienstverlening gesteld worden, zal de Belgische Regering aan Nederlandse onderdanen dezelfde be-handeling toekennen als aan onderdanen van de andere E.E.G. -lan-den, met dien verstande dat Nederlandse onderdanen die in hun eigen land rechtmatig zelfstandige economische of beroepswerkzaamheden uitoefenen of zouden kunnen uitoefenen met inbegrip van de ver-lening van diensten, in België in ieder geval tot de uitoefening van die werkzaamheden zullen worden toegelaten.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de dag volgende op die der ondertekening en blijft van kracht gedurende een tijdvak van ten hoogste vijf jaar gerekend vanaf de dag waarop het Unieverdrag in werking is getreden.

Gedaan te Brussel, op 15 mei 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) E. SCHAUS

Benelux, 5de aanvulling

Page 100: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINIST1RIELLES

76

DÉCISION DU COMITÉ DE MINISTRES CONCERNANT L'APPLICATION DE L'ARTICLE 2

DE LA CONVENTION TRANSITOIRE (M (61) 2)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 2, alinéa 2, sub b) du Traité d'Union,

Vu l'article 2, alinéa 1 de la Convention transitoire,

S A pris la présente décision:

Article 1

Pour autant et aussi longtemps que la Belgique n'impose pas de con-ditions à l'exercice de certaines activités professionnelles dans le domaine de l'artisanat, du commerce de détail, du commerce de gros, de l'industrie et de la prestation de services, le Gouvernement belge accordera aux ressortissants néerlandais le même traitement qu'aux ressortissants d'autres pays de la C.E.E étant entendu que les res-sortissants néerlandais qui, dans leur propre pays, exercent des ac-tivités économiques ou professionnelles indépendantes, y compris la prestation des services, ou peuvent les exercer légalement, seront autorisés en tous cas à exercer ces activités en Belgique.

Article 2

La présente décision entre en vigueur le lendemain du jour de sa signature et reste en vigueur pendant une période ne pouvant dé-passer cinq ans, à compter du jour de l'entrée en vigueur du Traité d'Union.

Fait à Bruxelles, le 15 mai 1961.

.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) E. -SCHAUS

Benelux, 5rne supplément

Page 101: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

77

BESCHIKKING VAN HET COMITË VAN MINISTERS VAN DE BENELUX

ECONOMISCHE UNIE TOT WIJZIGING VAN DE BIJ DE OVERGANGSOVEREENKOMST

GEVOEGDE LIJSTEN A, B EN C (M (61) 3)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op artikel 21 van de Overgangsovereenkomst,

Gehoord de Commissie voor landbouw, voedselvoorziening en vis-serij,

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

De bij de Overgangsovereenkomst van 3 februari 1958 gevoegde lijsten A, B en C worden vervangen door de bijgaande lijsten A, B en C.

(Zie Verdrag, blz. 44).

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op 1 juli 1961.

Gedaan te Brussel, op 15 mei 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) E. SCHAUS

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 102: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

77

DËCISION DU COMITË DE MINISTRES DE L'UNION ËCONOMIQUE BENELUX

MODIFIANT LES LISTES A, B ET C ANNEXÉES A LA CONVENTION TRANSITOIRE

(M (61) 3)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 21 de la Convention transitoire,

Vu le rapport de la Commission de l'agriculture, du ravitaillement et de la pêche,

A pris la présente décision:

Article 1

Les listes A, B et C annexées à la Convention transitoire du 3 février 1958 sont remplacées par les listes A, B et C qui sont annexées à la présente décision.

(Voir Traité, p. 44).

Article 2

La présente décision entre en vigueur le 1er juillet 1961.

Fait à Bruxelles, le 15 mai 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) E. SCHAUS

.

Benelux, Sme supplément

Page 103: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

78

BESCHIKKING VAN HET COMITÊ VAN MINISTERS VOOR EEN OVERGANGSREGELING VOOR DE HANDEL

IN SNIJBLOEMEN TUSSEN NEDERLAND, BELGIË EN LUXEMBURG

(M (61) 4)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, Gelet op artikel 19 - van de Overgangsovereenkomst, Gelet op de op 2 december 1958 door het Comité van Ministers

goedgekeurde overeenkomst inzake het handelsverkeer van snij-bloemen tussen België, Luxemburg en Nederland en in het bijzonder op artikel 8 van deze overeenkomst, waarin de datum waarop het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van kracht wordt als uiterste tijdstip wordt gesteld voor de toepassing van deze overeenkomst,

Overwegende, dat het wenselijk wordt geacht ook voor na dat tijdstip een regeling vast te stellen voor het handelsverkeer in snij-bloemen in afwachting van het tot stand komen van de voorwaarden voor een algehele liberalisatie van dit handelsverkeer,

Heeft het volgende beslist: Artikel 1

De invoer van snijbloemen uit Nederland zal worden onderworpen aan een specifieke degressieve heffing, waarvan de verlagingen zich trapsgewijze uitstrekken over een tijdsverloop van vier jaar, te weten van 1 juni 1961 tot en met 31 mei 1965.

Artikel 2 De bedragen der heffingen worden bepaald overeenkomstig de

bij deze beschikking gevoegde bijlage. Artikel 3

De heffingen worden door Nederland geïnd en de opbrengst die gelijkelijk tussen Nederland en de B.L.E.U. wordt verdeeld, zal uit-sluitend worden aangewend ter financiering van de propaganda voor de uitbreiding van het afzetgebied voor snijbloemen.

Artikel 4 V66r invoering van de derde verlaging der heffingen per 1 juni

1963 zal overleg plaatsvinden ten einde de situatie, die door de toe-passing van deze beschikking is ontstaan, in ogenschouw te nemen en de bepalingen daarvan eventueel te wijzigen voor zover de om-standigheden zulks noodzakelijk zouden maken.

Artikel 5 Deze beschikking treedt in werking op 1 juni 1961, Gedaan te Brussel, op 15 mei 1961. De Voorzitter van het Comité van Ministers,

(w.g.) E. SCHAUS

Benelux, 5de aanvulling

Page 104: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

78

DÊCISION DU COMITË DE MINISTRES INSTITUANT UN RËGIME TRANSITOIRE RELATIF AU COMMERCE DES

FLEURS COUPÉES ENTRE LES PAYS-BAS, LA BELGIQUE ET LE LUXEMBOURG

(M (61) 4)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux, Vu l'article 19 de la Convention transitoire, Vu la convention relative au commerce des fleurs coupées entre la

Belgique, le Luxembourg et les Pays-Bas arrêtée par le Comité Mi- . nistres la 3 décembre 1958 et plus particulièrement l'article 8 de

ladite convention fixant comme terme extrême de son application la daté de l'entrée en vigueur du Traité instituant l'Union économique Benelux.

Considérant qu'il est souhaitable de déterminer, également après cette date, un régime qui doit régir le commerce des fleurs coupées en attendant que soient réalisées les conditions qui permettront une libération complète de ce commerce,

A pris la présente décision: Article 1

L'importation des fleurs coupées en provenance des Pays-Bas est soumise à la perception d'un prélèvement spécifique à caractère dégressif, dont les réductions s'échelonnent sur une durée de quatre années, soit du 1er juin 1961 au 31 mai 1965.

Article 2 Le montant des prélèvements à percevoir figure au tableau ci-

annexé.

Article 3 Les prélèvements sont effectués par les Pays-Bas et le produit en

est partagé par motié entre les Pays-Bas et l'U.E.B.L. pour être af-fecté exclusivement au financement de la propagande en faveur de

. l'extension du marché des fleurs coupées.

Article 4 Avant la mise en vigueur de la troisième réduction des prévèle-

ments soit le 1er juin 1963, des consultations auront lieu pour con-stater la situation créée par l'application du nouveau régime en vue d'en modifier éventuellement les modalités dans la mesure où les cir-constances le rendraient nécessaire.

Article 5 La présente décision entre en vigueur le 1er juin 1961. Fait à Bruxelles, le 15 mai 1961. Le Président du Comité de Ministres

(s.) E. SCHAUS

Benelux, 5me supplément

Page 105: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

79

HEFFINGEN DOOR NEDERLAND TE INNEN BIJ UITVOER NAAR DE B.L.E.U., VAN DE BIJZONDERSTE SOORTEN

SNIJBLOEMEN, HIERNA VERMELD (M (61) 4 - Bijlage)

juni 1961 t/m 1962 - per 10 stuks (in centen)

groot- geplozen rozen anjers bloemige chrysanten tulpen I seringen narcissen chrysanten

juni 18 18 74 - 7 32 - juli 13 11 59 - - 25 I - augustus 11 9 36 17 - - I - september 11 11 40 26 - 58 I - oktober 15 20 41 24 - 45 - november 23 23 55 22 23 37 14 december 30 22 25 20 18 37 7 januari 371 24 29 - 14 39 9 februari 50 20 - - 12 44 7 maart 47 18 - - 12 49 6 april 27 20 - - 11 44 6 mei 22 27 - - 10 45 3

juni 1962 11m mei 1963

juni 13 14 56 - 5 24 - juli 10 8 44 - - 19 - augustus 8 7 27 13 - - -- september 8 8 30 20 - 43 - oktober 11 15 31 18 - 34 - november 17 17 41 17 17 28 11 december 22 17 19 15 14 28 5 januari 28 18 22 - 11 29 7 februari 37 15 - 9 33 5 maart 35 14 - - 9 37 5 april 20 15 - - 8 33 4 mei 16 20 - - 8 34 2

juni 1963 11m mei 1964 juni 9 9 37 - 4 16 - juli 6 6 30 - - 12 - augustus 6 4 18 8 - - - september 6 6 20 13 - 29 - oktober 8 10 20 12 22 - november 12 12 28 11 12 18 7 december 15 11 12 10 9 18 4 januari 16 12 14 - 7 20 4 februari 25 10 - - 6 22 4 maart 24 9 - - 6 24 3 april 14 10 - - 6 22 3 mei 11 14 - - 5 22 2

juni 1964 t/m mei 1965

juni 4 5 19 - 2 8 - juli 3 3 15 - - 6 - augustus 3 2 9 4 - - - september 3 3 10 7 - 14 - oktober 4 5 10 6 - 11 - november 6 6 14 6 6 9 4 december 7 6 6 5 5 9 2 januari 9 6 7 - 4 10 2 februari 12 5 - - 3 11 2 maart 12 5 - - 3 12 2 april 7 5 - - 3 11 1 mei 5 7 - - 3 11 1

.

s

Benelux, 5de aanvulling

Page 106: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

.

.

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

79

HEFFINGEN A PERCEVOIR LES PAYS-BAS A L'EXPOR- TATION VERS L'U.E.B.L., DES PRINCIPALES

ESPÈCES DE FLEURS COUPËES CI-APRÈS (M (61) 4 - Annexe)

juin 1961 à mai 1962 - les 10 pièces (en ets)

roses oeillets

chrysan-thèmes grandi- flores

chrysan- thèmes

s tellaires I tulipes I

lilas narcisses

juin 18 18 74 - 7 32 -

juillet 13 11 59 - - 25 -

août 11 9 36 17 - 25 -

septembre 11 11 40 26 - 58 -

octobre 15 20 41 24 - 45 -

novembre 23 23 55 22 23 37 14 décembre 30 22 25 20 18 37 7 janvier 37 24 29 - 14 39 9 février 50 20 - - 12 44 7 mars 47 18 - - 12 49 6 avril 27 20 - - 11 44 6 mai 22 27 - - 10 45

juin 1962 à mal 1963

juin 13 14 56 - 5 24 -

juillet 10 8 44 - - 19 -

août 8 7 27 13 - - -

septembre 8 8 30 20 - 43 -

octobre 11 15 31 18 - 34 -

novembre 17 17 41 17 17 28 - 11 décembre 22 17 19 15 14 28 5 janvier 28 18 22 - 11 29 7 février 37 15 - - 9 33 5 mars 35 14 - - 9 37 5 avril 20 15 - - 8 33 4 mai 16 20 - - 8 34 2

Juin 1963 à mal 1964

juin 9 9 37 - 4 16 -

juillet 6 6 30 - - 12 août 6 4 18 8 - - -

septembre 6 6 20 13 29 -

octobre 8 10 20 12 - 22 -

novembre 12 12 28 11 12 18 7 décembre 15 11 12 10 9 18 4 janvier 18 12 14 - 7 20 4 février 25 10 - - 6 22 4 mars 24 9 - - 6 24 3 avril 14 10

1 - - 6 22 3

mai 11 14 - - 5 22 2

juin 1964 à mal 1965

juin 4 5 1 3 19 - 2 8 -

juillet 3 15 - - 6 -

août 3 2 9 4 - - -

septembre 3 1 3 10 7 - 14 -

octobre 4 5 10 6 - 11 -

novembre 6 u 14 6 6 9 4 décembre 7 6 6 5 5 9 2 janvier 9 6 7 - 4 10 2 février 12 5 - 3 11 2 mars 12 5 - - 3 12 2 avril 7 5 - -

1 3 11 1

mai 5 7 - - 3 11 1

Benelux, Sine supplément

Page 107: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIELE BESCHIKKINGEN

80

BESCHIKKING VAN HET COMITÉ VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE INZAKE

DE GELEIDELIJKE AFSCHAFFING VAN DE KWANTATIEVE BEPERKINGEN OP HET

GOEDERENVERVOER OVER DE WEG (M (61) 5)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie, Gelet op artikel 5 en artikel 86, lid 1, van het Unieverdrag, Gelet op punt 1 van het Protocol van Ondertekening gehecht aan -

het Unieverdrag, Gelet op artikel 34 van de Overgangsovereenkomst, Heeft het volgende beslist:

Artikel 1 (zie ook Ministeriële Beschikkingen, blz. 84)

De thans bestaande kwantitatieve beperkingen op het goederen-vervoer over de weg tussen de grondgebieden der Verdragsluitende Partijen worden met ingang van 1 juli 1961 afgeschaft voor onder-staande categorieën van vervoer tegen vergoeding:

1. begrafenisvervoer; 2. vervoer van goederen bestemd voor tentoonstellingen; 3. vervoer van recewagens of van andere voorwerpen of dieren,

bestemd voor een sportmanifestatie; 4. vervoer van muziekinstrumenten, toneeldecors en andere to-

neelbenodigdheden, bestemd voor een muziekuitvoering of een to-neel- of operavoorstelling;

5. vervoer van apparaten voor beeld- en geluidsopnamen voor film, radio en televisie;

6. vervoer dat plaatsvindt krachtens internationale postovereen-komsten.

Artikel 2 S Bij het in artikel 1 bedoelde vervoer van goederen tegen vergoeding tussen de grondgebieden der Verdragsluitende Partijen dient in het gebruikte voertuig een volledig ingevuld doucument aanwezig te zijn overeenkomstig het model, dat als bijlage bij deze beschikking is ge-voegd. Dit document dient op verzoek ter inzage te worden getoond aan de met de controle belaste ambtenaren.

Gedaan te Brussel, op 15 mei 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) E. SCHAUS

Benelux. 5do aanvulling

Page 108: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

80

DËCISION DU COMITÉ DE MINISTRES DE L'UNION ÉCONOMIQUE BENELUX RELATIVE A L'ABOLITION

PROGRESSIVE DES RESTRICTONS QUANTATIVES EN MATIÈRE DE TRANSPORTS ROUTIERS

DE MARCHANDISES (M(61)5)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux, Vu l'article 5 et l'article 86, alinéa 1, du Traité d'Union, Vu le point 1 du Protocole de signature annexé au Traité d'Union, Vu l'article 34 de la Convention transistoire, A pris la présente décision: -

Article 1 (voir également Décisions ministérielles p. 84)

Les restrictions quantitatives actuellement en vigueur en ma-tière de transports routiers de marchandises entre les territoires des Parties Contractantes sont supprimées à partir du 1er juillet 1961 pour les catégories de transports rémunérés suivantes:

1. transport funéraire; 2. transport destiné à des expositions; 3. transport, en vue d'une manifestation sportive, de voitures de

course ou d'autres objets ou animaux; 4. transport d'instruments de musique, décors et d'autres four-

nitures pour le théâtre, destinés à un concert ou à une représentation de théâtre ou d'opéra;

5. transport d'appareils de prise de vues et d'enregistrement pour film, radio et télévision;

6. transport découlant de conventions postales internationales.

s - Article 2

Tout transport rémunéré de marchandises entre les territoires des Parties Contractantes répondant aux conditions de l'article 1 doit être accompagné, à bord du véhicule utilsé, d'un document dûment rempli et conforme au modèle annexé à la présente décision.

Ce document sera, aux fins de vérification, présenté, sur requête, aux fonctionnaires chargés du contrôle.

Fait à Bruxelles, le 15 mai 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) E. SCHAUS

Benelux, 5me supplément

Page 109: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

- MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

81

Vervoerder Nr. VERVOERDOCUMENT

Verzender: Geadresseerde:

Plaats van in ontvangstneming: Plaats der levering: Datum:

Reisweg: (1)

F Al de overschreden grensposten: I

Colli Goederen Bruto ge- wicht of hoe- veelheid (2) Nr

[

Aantal Kenteken Verpakking Aard

Bijzondere inlichtingen, verzekeringen, enz.

Opgemaakt te ................ De vervoerder, (3)

(1) De reisweg of de afstand, in de mate waarin deze factoren een andere dan de normale vervoerprijs rechtvaardigen.

(2) Bruto-gewicht of anders uitgedrukte hoeveelheid van de goederen. (3) Handtekening geschreven of gedrukt of stempel van de vervoerder.

Benelux, 5do aanvulling

.

Page 110: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

Transporteur No DOCUMENT DE TRANSPORT

Expéditeur:

Lieu de prise en charge: Date:

Destinataire:

Lieu de livraison:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

81

s Itinéraire: (1)

Point de franchissement de toutes les frontières traversées:

Colis Marchandises Poids brut ou

quantité (2) -

No Nombre Marque .

Emballage Nature

1 Instructions particulières, assurance, etc.

Etabli à ......... le .......

.

Le transporteur, (3)

(1) L'itinéraire d'acheminement ou la distance, dans la mesure où ces éléments justifient un prix différent du prix de transport normalement applicable.

(2) Poids brut ou quantité autrement exprimée de la marchandise. (3) Signature manuscrite ou imprimée ou timbre du transporteur.

Benelux, 5me supplément

Page 111: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

82

AANBEVELING VAN HET COMITÉ VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE

(M (61) 7)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op de artikelen 6 en 19 van het Unieverdrag,

Gelet op artikel 9 van de Overgangsovereenkomst,

Gelet op het voorstel van de Raad van de Economische Unie d.d. 21 december 1960,

Overwegende dat voorkomen moet worden, dat de in het Unie-verdrag voor het opheffen der belemmeringen vastgelegde termijnen verstrijken zonder dat de in bedoeld Verdrag gestelde voorwaarden zijn vervuld,

Beveelt aan: Enig artikel

De Regeringen der Hoge Verdragsluitende Partijen wordt ver-zocht het onderzoek van ongerechtvaardigde belemmeringen op het intra-Benelux handelsverkeer zoveel mogelijk te bespoedigen, opdat het nodige kan worden verricht ter opheffing van bedoelde belemme-ringen. Hiertoe stellen de Regeringen de nodige middelen aan hun administraties ter beschikking.

Gedaan te Brussel, op 25 september 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) H. R. VAN HOUTEN

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 112: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

82

RECOMMANDATION DU COMITÉ DE MINISTRES DE L'UNION ECONOMIQUE BENELUX

(M (61) 7)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu les articles 6 et 19 du Traité d'Union,

Vu l'article 9 de la Convention transitoire,

Vu la proposition du Conseil de l'Union économique du 21 dé-cembre 1960,

Considérant qu'il convient d'éviter que les délais fixés par le Traité d'Union pour l'élimination des entraves ne soient atteints sans que les stipulations dudit Traité aient été réalisées,

Recommande: Article unique

Les Gouvernements des Hautes Parties Contractantes sont invités à poursuivre, dans les meilleurs délais, l'examen des entraves indues dans les échanges intra-Benelux, afin de prendre les dispositions nécessaires pour les éliminer. A cet effet, les Gouvernements met-tent les moyens nécessaires à la disposition de leurs administrations.

Fait à Bruxelles, le 25 septembre 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) H. R. VAN HOUTEN

.

Benelux, 5me supplément

Page 113: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

83

AANBEVELING VAN HET COMITË VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE

(M (61) 8)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op de artikelen 6, 7 en 19 van het Unieverdrag,

Gelet op artikel 9 van de Overgangsovereenkomst,

Gelet op het voorstel van de Raad van de Economische Unie d.d. 21 december 1960 inzake de wenselijkheid tot het instellen van een efficiënte procedure voor voorafgaand overleg ter voorkoming van het ontstaan van nieuwe belemmeringen,

Beveelt aan: Artikel 1

Wanneer de Regering van een Hoge Verdragsluitende Partij beoogt een maatregel te treffen, die aanleiding kan geven tot het ontstaan van een nieuwe belemmering op het intra-Benelux handelsverkeer of een bestaande belemmering kan verscherpen, dan wel wanneer een Regering verneemt, dat een andere Verdragsluitende Partij het voor-nemen heeft een dergelijke maatregel te nemen, wordt de kwestie door de meest gerede partij terstond aan de ter zake bevoegde Com-missie voorgelegd, zulks teneinde het daarheen te leiden dat tussen de drie Verdragsluitende Partijen overleg tot stand komt teneinde de goede werking van de Economische Unie te verzekeren.

Artikel 2

De commissie doet binnen een termijn van ten hoogste drie maan-den uitspraak over deze maatregel en doet zo nodig voorstellen.

Artikel 3

Wanneer de commissie binnen genoemde termijn geen uitspraak heef gedaan kan elk der Verdragsluitende Partijen de kwestie ter is beslissing aan de Raad van de Economische Unie en vervolgens zo nodig aan het Comité van Ministers voorleggen.

Gedaan te Brussel, op 25 september 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) H. R. VAN HOUTEN

Benelux, 5de aanvulling

Page 114: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

83

RECOMMANDATION DU COMITË DE MINISTRES DE L'UNION ECONOMIQUE BENELUX

(M(61)8)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu les articles 6, 7 et 19 du Traité d'Union,

Vu l'article 9 de la Convention transitoire,

Vu la proposition du Conseil de l'Union économique du 21 dé.

S cembre 1960, relative à l'opportunité de la mise sur pied d'une pro-cédure efficace de consultation prélable pour éviter l'institution de nouvelles entraves,

Recommande: Article 1

Lorsque le Gouvernement d'une Haute Partie Contractante en-visage de prendre une mesure susceptible de constituer une nouvelle entrave aux échanges intra-Benelux ou d'accentuer une entrave exis-tante ou lorsqu'un Gouvernement apprend qu'une autre Partie Con-tractante aurait l'intention de prendre une telle mesure, la Com-mission compétente en la matière est immédiatement saisie par la plus diligente, aux fins de consultation entre les trois Parties Con-tractantes sur la possibilité de prendre une mesure commune afin d'assurer la bon fonctionnement de l'Union économique.

Article 2

La commission se prononce sur cette mesure dans un délai ne pouvant dépasser trois mois et fait des propositions le cas échéant.

Article 3 -

le Au cas où la commission ne se serait pas prononcée dans ce délai, chaque Partie Contractante pourra déférer la question, en vue de la recherche d'une solution, au Conseil de l'Union économique et, en-suite, le cas échéant, au Comité de Ministres.

Fait à Bruxelles, le 25 septembre 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) H. R. VAN HOUTEN

Benelux, Sme supplément

Page 115: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

84

TWEEDE BESCHIKKING VAN HET COMITË VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE INZAKE DE

GELEIDELIJKE AFSCHAFFING VAN DE KWAN- TITATIEVE BEPERKINGEN OP HET GOEDEREN-

VERVOER OVER DE WEG (M (61) 9)

zie ook M (61) 5, blz. 80)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op artikel 5 en artikel 86, lid 1, van het Unieverdrag,

Gelet op punt 1 van het Protocol van Ondertekening gehecht aan het Unieverdrag,

Gelet op artikel 34 van de Overgangsovereenkomst,

Gelet op de Beschikking van 15 mei 1961 inzake de geleidelijke afschaffing van de kwantitatieve beperkingen op het goederenvervoer over de weg (M (61) 5),

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

Aan de categorieën van vervoer bedoeld in artikel 1 van de Be-schikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 15 mei 1961 inzake de geleidelijke afschaffing van de kwantitatieve beperkingen op het goederenvervoer over de weg (M (61) 5) wordt toegevoegd:

7. vervoer van verhuisboedels;

8. vervoer van goederen tot een betalend gewicht van minder dan 5 ton.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 1962.

Gedaan te Brussel, op 25 september 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) H. R. VAN HOUTEN

Benelux, Sdo aanvulling

Page 116: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

84

DEUXIEME DÉCISION DU COMITÉ DE MINISTRES DE L'UNION ECONOMIQUE BENELUX RELATIVE A L'ABOLITION PROGRESSIVE DES RESTRICTIONS

QUANTITATIVES EN MATIERE DE TRANS- PORTS ROUTIERS DE MARCHANDISES

(M(61)9)

voir également M (61) 5, p. 80)

• Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 5 et l'article 86, alinéa 1, du Traité d'Union,

Vu le point 1 du Protocole de Signature annexé au Traite d'Union,

-Vu l'article 34 de la Convention transitoire,

Vu la décision du 15 mai 1961 relative à l'abolition progressive des restrictions quantitatives en matière de tranports routiers de marchandises (M (61) 5),

A pris la présente décision:

Article 1

Aux catégories de transports visées par l'article 1 de la Décision du Comité de Ministres de l'Union économique Benelux du 15 mai 1961 relative à l'abolition progressive des restrictions quantitatives en matière de transports routiers de marchandises (M (61) 5) sont ajoutés:

7. transport de déménagements;

8. transport d'un poids à taxer inférieur à 5 tonnes.

. Article 2

Cette décision entre en vigueur le 1er janvier 1962.

Fait à Bruxelles, le 25 septembre 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s.) H. R. VAN HOUTEN

- -- - - Benelux, 5me supplément

Page 117: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

85

BESCHIKKING VAN HET COMITÊ VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE TER GOEDKEURING

VAN HET REGLEMENT VAN ORDE VAN DE ECONOMISCHE EN SOCIALE

RAAD VAN ADVIES (M (61) 10)

Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Gelet op artikel 54 van het Unieverdrag,

Op voorstel van de Raad van de Economische Unie,

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

Bijgaand Reglement van orde van de Econmische en Sociale Raad van Advies wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar onder-tekening.

Gedaan te Brussel op 25 september 1961.

De Voorzitter van het Comité van Ministers, (w.g.) H. R. VAN HOUTEN

n

Benelux, 5de aanvulling

Page 118: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

85 -

DÊCISION DU COMITË DE MINISTRES DE L'UNION ECO- NOMIQUE BENELUX APPROUVANT LE REGLEMENT

D'ORDE INTERIEUR DU CONSEIL CONSULTATIF ECONOMIQUE ET SOCIAL

(M (61) 10)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 54 du Traité d'Union,

Sur proposition du Conseil de l'Union économique,

A pris la présente décision:

Le Règlement d'orde intérieur du Conseil consultatif économique et social, annexé à la présente décision, est approuvé.

Article 2

La présente décision entre en vigueur le jour de sa signature.

Fait à Bruxelles, le 25 septembre 1961.

Le Président du Comité de Ministres, (s) H. R. VAN HOUTEN

s

Benelux, 5me supplément

Page 119: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

RAAD VAN ADVIES

86

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VAN ADVIES DER BENELUX

ECONOMISCHE UNIE (M (61) 10) - Bijlage

Samenstelling

1. De Economische en Sociale Raad van Advies der Benelux Eco-nomische Unie bestaat uit 27 leden en 27 plaatsvervangende leden, die voor een derde door de regering van ieder der Beneluxianden worden benoemd.

2. De leden van de delegaties der drie landen worden door hun regeringen benoemd in overleg met en op voorstel respectievelijk van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeids-raad voor België, van de Sociaal-Economische Raad voor Nederland en van de Conseil de l'économie nationale voor het Groothertogdom Luxemburg.

Voorzitterschap

3. De Raad wordt beurtelings door één der leden van iedere nationale delegatie voorgezeten.

4. De Voorzitter en zijn plaatsvervanger worden gekozen door de plenaire vergadering op voorstel van de delegatie wier beurt het is om de voorzitter voor te dragen.

5. De voorzitter wordt gekozen voor een periode van één jaar; zijn mandaat kan ten hoogste voor één jaar worden verlengd. De voorzitter oefent zijn functie uit tot zijn opvolger in functie is ge-treden.

Secretariaat

6. Het secretariaat van de Raad wordt waargenomen door de secretaris van de nationale delegatie uit wier midden de voorzitter gekozen werd. Deze secretaris wordt in zijn werkzaamheid bijgestaan door de secretarissen van elk der beide delegaties, die optreden als secretaris -correspondent. De secretaris van de Belgische delegatie ver-zorgt binnen het kader van deze bijstand in het bijzonder de ver-binding met het Secretariaat-generaal van de Benelux Economische Unie.

Vergaderingen

7. De Raad vergadert ten minste twee maal per jaar. De vergade-ringen van de Raad zijn niet openbaar.

8. De Raad wordt door zijn voorzitter in vergadering bijeen ge-roepen, telkens wanneer deze dit wenselijk oordeelt en voorts bin-nen drie weken nadat een verzoek om advies aan de Raad is gedaan, dan wel ten minste vijf leden van de Raad om een vergadering heb-ben verzocht.

Benelux, 5de aanvulling

Page 120: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL CONSULTATIF

86

RÈGLEMENT D'ORDRE INTERIEUR DU CONSEIL CONSUL- TATIF ECONOMIQUE ET SOCIAL DE L'UNION

ECONOMIQUE BENELUX (M (61) 10) - Annexe

Composition

1. Le Conseil consultatif économique et social de l'Union écono-mique Benelux comprend 27 membres effectifs et 27 membres sup-pléants désignés un tiers par le gouvernement de chaque pays mem-bre de Benelux.

2. Les membres des délégations des trois pays sont désignés par leur gouvernement en accord et sur proposition respectivement du Conseil central de l'économie et du Conseil du travail pour la Bel-gique, du Sociaal-Economische Raad pour les Pays-Bas et du Con-seil de l'économie nationale pour le Grand-Duché de Luxembourg.

Présidence

3. Le Conseil est présidé à tour de rôle par un des membres de chaque délégation nationale.

4. Le Président, ainsi que son suppléant, sont désignés par l'assem-blée plénière sur proposition de la délégation dont c'est le tour de présenter le président.

5. Le Président est élu pour un an; son mandat peut être prorogé d'un an au maximum. Le Président assume ses fonctions jusqu'au moment où son successeur entre en fonction.

Secrétariat

6. Le secrétariat du Conseil est assumé par le Secrétaire de la délégation nationale qui a désigné le Président. Dans l'accomplisse-ment de sa tâche, ce Secrétaire est assisté par les secrétaires de cha-

S cune des deux autres délégations, qui assument les fonctions de secrétaire-correspondant. Dans le cadre de cette assistance, le secré-taire de la délégation belge, assure, en particulier, la liaison avec le Secrétariat général de l'Union économique Benelux.

Réunions

7. Le Conseil se réunit au moins deux fois par an. Les réunions du Conseil ne sont pas publiques.

8. Le Conseil est convoqué par son Président soit d'initiative, soit dans les trois semaines suivant l'arrivée d'une demande d'avis adressée au Conseil ou d'une demande de réunion émanant d'au mois cinq membres du Conseil.

Benelux, 5me supplément

Page 121: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

RAAD VAN ADVIES

87

9. Een lid, dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, kiest zelf uit de plaatsvervangende leden zijn plaatsvervanger. De voor-zitter wordt hiervan in kennis gesteld.

10. De Raad kan commissies instellen voor het onderzoek van bepaalde bijzondere problemen. Van deze commisses kunnen ook anderen dan leden van de Raad deel uitmaken. De voorzitter kan, uit eigen beweging of op verzoek van een lid, deskundigen uitnodigen om als raadgevers aan de werkzaamheden van de commissies en van de Raad deel te nemen.

11. Op verzoek van de regeringen van elk der drie landen, dan wel op verzoek van de voorzitter kan, bij de behandeling van een Ie bepaald onderwerp de vergadering van de Raad worden bijgewoond door waarnemers aangewezen door de regeringen. Die waarnemers zijn niet stemgerechtigd.

Wijze van beraadslaging

12. Elke stemming over de procedure geschiedt bij meerderheid van stemmen.

13. Wanneer in de Raad geen eenstemmigheid over een advies of voorstel wordt bereikt, wordt het advies of voorstel van de meerder-heid van de leden het eerst weergegeven. De namen der leden, die een bepaald standpunt hebben uiteengezet, worden in het advies of bij het voorstel slechts op hun uitdrukkelijk verzoek vermeld.

Financiering der uitgaven

14. Naar gelang de vergaderingen van de Raad of van de uit zijn midden ingestelde commissies in België, in Nederland of in het Groothertogdom Luxemburg plaatshebben, worden de kosten van de Organisatie daarvan respectievelijk door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad, de Sociaal-Economische Raad en de Conseil de l'économie nationale gedragen.

De secretariaatskosten van de Raad worden gedragen door de raad of raden van het land waaruit de voorzitter afkomstig is; de kosten voortvloeiende uit de bijstand aan het secretariaat van de Raad komen ten laste van de instellingen van het land, waartoe de secretaris -correspondent behoort.

De Raden van de onderscheidene landen vergoeden de aanwezig-heidsgelden en de reis- en verblijfkosten van de delegatie van hun land en dragen de kosten van het secretariaat van deze delegatie.

Wijzigingen 15. Het reglement van orde kan gewijzigd worden bij meerder-

heid van stemmen mits het Comité van Ministers de wijzigingen goedkeurt.

Benelux, 5de aanvulling

Page 122: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CONSEIL CONSULTATIF

87

9. Tout membre effectif empêché d'assister à une séance désigne lui-même son remplaçant parmi les membres suppléants. Le Prési-dent en est averti.

10. Le Conseil peut créer des commissions chargées de l'étude de certains problèmes particuliers. Peuvent faire partie de ces com-missions, des personnes non membres du Conseil. Le Président peut inviter, d'initiative ou à la demande d'un membre, des experts à par -ticiper à titre consultatif aux travaux des commissions et du Conseil.

le 11. A la requête des gouvernements de chacun des pays membres ou du Président, des observateurs désignés par ces gouvernements peuvent assister, sans droit de vote, aux réunions du Conseil, lors de l'examen de sujets déterminés.

Mode de déliberation

12. Tout vote sur la procédure a lieu à la majorité des voix.

13. Lorsque le Conseil n'arrive pas à un avis ou à une proposition unanime, l'avis ou la proposition de la majorité de ses membres est exprimé en premier lieu. Le nom des membres ayant exprimé un point de vue déterminé n'est mentionné dans l'avis ou la proposition qu'à la demande expresse de ceux-ci.

Financement des dépenses

14. Le Conseil central de l'économie et le Conseil national du travail, le Sociaal-Economische Raad et le Conseil de l'économie nationale prennent respectivement à leur charge les frais d'organi-sation, selon que les réunions du Conseil ou des commissions in-stituées en son sein, se tiennent en Belgique, aux Pays-Bas ou au Grand-Duché de Luxembourg.

. Les frais de secrétariat du Conseil supportés par le ou les organis- mes du pays dont émane le Président; les charges afférentes à l'as-sistance au secrétariat du Conseil incombent à l'institution du pays auquel appartient le secrétaire-correspondant.

Les Conseils des pays respectifs supportent les jetons de présence et les fais de déplacement et de séjour de la délégation de leur pays, ainsi que les frais du secrétariat incombant à cette délégation.

Amendements

15. Le règlement d'ordre intérieur peut être modifié, à la ma-jorité des voix, moyennant approbation par le Comité de Ministres.

Benelux, Sme supplément

Page 123: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

WIJZIGINGSBLADEN

van reeds vroeger verschenen afleveringen der Basisteksten

FEUILLETS MODIFIES

des suppléments aux Textes de base parus antérieurement

Page 124: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

• .

CI)

o (J)

H

• 7 m 2

O z Ci) n

> n z

n 7 H > ru (f)

Page 125: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BEGINSELEN BENELUX VERDRAG

5

DEEL 1

BEGINSELEN

Artikel 1

1. Tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden wordt een Economische Unie ingesteld, welke een vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten omvat.

2. Deze Unie brengt met zich mede: a) de coördinatie van het economische, financiële en sociale be-

leid; b) het aanvaarden en voeren van een gemeenschappelijk beleid in

de economische betrekkingen met derde landen en inzake de daar-mee verband houdende betalingen.

Artikel 2

(Zie ook Vestiging) 1. De onderdanen van elk der Hoge Verdragsluitende Partijen zijn

bevoegd het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partijen binnen te komen en te verlaten.

2. Zij genieten er de behandeling welke door de eigen onderdanen geldt voor wat betreft:

a) bewegingsvrijheid, verblijf en vestiging; b) uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden, met

inbegrip van de verlening van diensten (zie Ministeriële Beschikkin-gen, blz. 17 (art. 1, 2d), 75 (art. 1, 2c), 76);

c) kapitaaltransacties; d) arbeidsvoorwaarden; e) aanspraken inzake sociale zekerheid; f) rechten en belastingen van welke aard ook (zie Ministeriële Be-

schikkingen, blz. 23 (art. 1. 2m)); g) het genot van de burgerlijke rechten alsmede de wettelijke en

gerechtelijke bescherming van hun persoon, hun rechten en hun be-langen (zie Vestiging, blz. 4 (art. 9)).

Artikel 3

1. Het goederenverkeer tussen de grondgebieden der Hoge Ver-dragsluitende Partijen is, ongeacht de oorsprong, herkomst of be-stemming der goederen, vrijgesteld van iedere heffing van invoer-rechten en accijnzen, alsmede van alle andere rechten, belastingen, retributies, heffingen of kosten van welke aard ook.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 126: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS FONDAMENTALES

5

Partie 1

DISPOSITIONS FONDAMENTALES

Article 1

1. Entre Ie Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxem-bourg et le Royaume des Pays-Bas est instituée une Union écono-mique comportant la libre circulation des personnes, des marchan-dises, des capitaux et des services. • 2. Cette Union implique:

a) la coordination des politiques économiques, financières et sociales;

b) l'adoption et la poursuite d'une politique commune dans les relations économiques avec les pays tiers et en matière de paiements y afférents.

Article 2

(Voir aussi iitablissement) 1. Les ressortissants de chacune des Hautes Parties Contractantes

ont la faculté d'entrer sur le territoire des autres Parties Contrac-tantes et d'en sortir.

2. Ils y jouissent du traitement accordé aux nationaux en ce qui concerne:

a) la circulation, Ie séjour et l'établissement; b) l'exercice d'activités économiques et professionnelles, y com-

pris la prestation de services (voir Décisions ministérielles, p. 17 (art. 1, 2d), 75 (art. 1, 2c), 76);

c) les opérations relatives aux capitaux; d) les conditions de travail; e) le bénéfice de la sécurité sociale;

S i) les impôts et les taxes généralement quelconques (voir Déci-sions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2m));

g) la jouissance des droits civils ainsi que la protection légale et judiciaire de leur personne, de leurs droits et de leurs intérêts (voir Etablissement, p. 4 (art. 9)).

Article 3

1. La circulation des marchandises, sans distinction d'origine, de provenance ou de destination, entre les territoires des Hautes Parties Contractantes, est exempte de toute perception de droits d'entrée et d'accise ainsi que de tous autres impôts, taxes, redevances, prélève-ments ou charges généralement quelconques.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 127: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BEGINSELEN

BENELUX VERDRAG

6

2. Het is eveneens vrijgesteld van alle verbodsbepalingen of be-lemmeringen van economische en financiële aard, in het bijzonder van beperkingen naar hoeveelheid of hoedanigheid dan wel van valutaire aard.

3. De goederen van oorsprong uit het grondgebied van een der Hoge Verdragsluitende Partijen genieten op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partijen de behandeling welke voor de natio-nale goederen geldt.

Artikel 4 Het kapitaalverkeer tussen de grondgebieden der Hoge Verdrag-

sluitende Partijen is vrijgesteld van alle verbodsbepalingen of belem-meringen.

Artikel 5

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2d), 80, 84)

1. Het dienstenverkeer tussen de grondgebieden der Hoge Ver-dragsluitende Partijen is vrijgesteld van iedere heffing van rechten, belastingen, retributies, heffingen of kosten, van welke aard ook.

2. Het is eveneens vrijgesteld van alle verbodsbepalingen of be-lemmeringen van economische en financiële aard, in het bijzonder van beperkingen naar hoeveelheid of hoedanigheid dan wel van valutaire aard.

Artikel 6 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 28 (art. 1, 2g), 33 (art. 1, 2a), 82, 83)

Onverminderd de bepalingen van de artikelen 2 tot en met 5 van dit Verdrag zien de Hoge Verdragsluitende Partijen er gezamenlijk op toe, dat geen wettelijk of uitvoerend voorschrift noch enig ander publiekrechtelijk voorschrift, in het bijzonder op het gebied van de gezondheid, het vrije verkeer op ongerechtvaardigde wijze belemmert.

Artikel 7 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 33 (art. 1, 2b), 83)

De Hoge Verdragsluitende Partijen zien er gezamenlijk op toe dat geen wettelijk of uitvoerend voorschrift noch enig ander publiekrech-telijk voorschrift de mededingingsvoorwaarden op hun grondgebieden verstoort.

Artikel 8 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 17 (art. 1, 2c))

1. De Hoge Verdragsluitende Partijen voeren in nauw onderling overleg een gecoördineerd beleid op economisch, financieel en sociaal gebied (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1; 2k), 30 (art. 1, 2b)).

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 128: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS FONDAMENTALES

6

2. Elle est également exempte de toutes prohibitions ou entraves d'ordre économique et financier, notamment de restrictions quanti-' tatives, qualitatives ou de change.

3. Les marchandises originaires du territoire d'une des Hautes Parties Contractantes jouissent sur le territoire des autres Parties Contractantes du traitement accordé aux marchandises nationales.

Article 4 La circulation des capitaux entre les territoires des Hautes Parties

le Contractantes est exempte de toutes prohibitions ou entraves.

Article 5

(Voir Décisions ministérielles, o. 22 (art. 1, 2d), 80, 84) 1. La circulation des services entre les territoires des Hautes

Parties Contractantes est exempte de toute perception d'impôts, taxes, redevances, prélèvements ou charges généralement quelconques.

2. Elle est également exempte de toutes prohibitions ou entraves d'ordre économique et financier, notamment de restrictions quanti-tatives, qualitatives ou de change.

Article 6 (Voir Décisions ministérielles, p. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 28 (art. 1, 2g), 33 (art. 1, 2a), 82, 83)

Sans préjudice des dispositions des articles 2 à 5 inclus du présent Traité, les Hautes Parties Contractantes veillent en commun à ce qu'aucune disposition législative ou réglementaire ni aucune autre disposition de droit public, notamment celles d'ordre sanitaire, n'en-trave indûment la libre circulation.

Article 7 (Voir Décisions ministérielles, p. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 33 (art. 1, 2b), 83)

Les Hautes Parties Contractantes veillent en commun à ce qu'au-cune disposition législative ou réglementaire ni • aucune autre dis-position de droit public, ne fausse sur leurs territoires les conditions de concurrence.

Article 8 (Voir Décisions ministérielles, p. 17 (art. 1, 2c))

1. Les Hautes Parties Contractantes poursuivent, en étroite con-sultation mutuelle, une politique coordonnée en matière économique, financière et sociale (voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2k), 30 (art. 1, 2 b)).

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 129: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BEGINSELEN

BENELUX VERDRAG

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen coördineren hun beleid ten aanzien van privaatrechtelijke overeenkomsten en afspraken inzake economische samenwerking, alsmede ten aanzien van misbruiken, voortvloeiende uit een marktbeheersende positie van een of meer ondernemingen; zij treffen passende maatregelen teneinde misbruik van economische macht te kunnen tegengaan.

Artikel 9 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2b))

Voor zover de houding en de verbintenissen, in te nemen of aan te gaan, hetzij in de betrekkingen met derde landen, hetzij ten op-zichte van of in het verband van internationale instellingen of con-ferenties, de doelstellingen van de Unie raken, plegen de Hoge Ver-dragsluitende Partijen overleg opdat deze houding en deze verbinte-nissen de verwezenlijking van die doelstellingen bevorderen.

Artikel 10 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a), 22 (art. 1, 2b))

In hun betrekkingen met derde landen:

a) aanvaarden en voeren de Hoge Verdragsluitende Partijen een gemeenschappelijk beleid op het gebied van de buitenlandse handel en de daarmede verband houdende betalingen;

b) sluiten zij verdragen en overeenkomsten betreffende de buiten-landse handel en het douanetarief gemeenschappelijk;

c) sluiten zij de verdragen en overeenkomsten inzake -de met de buitenlandse handel verband houdende betalingen gemeenschappelijk of parallel.

Artikel 11 (Zie Douane en Belastingen, blz. 2, Ministeriële Beschikkingen, blz. 14 (art. 1, 2e), 22 (art. 1, 2a))

1. Ten aanzien van goederen herkomstig uit of bestemd voor derde landen worden de invoerrechten en de accijnzen, alsmede alle andere rechten, belastingen of heffingen, van welke aard ook, te heffen ter-zake van de invoer, de uitvoer of de doorvoer, geheven volgens ge-meenschappelijke tarieven met gelijke rechten, waarbij de heffings-regelen worden gecoördineerd.

2. De vergunningen- en contingentenstelsels voor in-, uit- en door-voer zijn gelijk.

3. De Hoge Verdragsluitende Partijen coördineren alle niet door • de leden 1 en 2 van dit artikel bestreken wettelijke, uitvoerende of andere publiekrechtelijke voorschriften van economische en finan-ciële aard betreffende de in-, uit- en doorvoer (zie Ministeriële Be-schikkingen, blz. 22 (art. 1, 2c))

Benelux, .5de aanvulling 1.11.62

Page 130: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS FONDAMENTALES

2. Les Hautes Parties Contractantes coordonnent leur politique à l'égard des accords et ententes privés de coopération économique ainsi qu'à l'égard des abus découlant d'une position dominante déte-nue sur le marché par une ou plusieurs entreprises; elles prennent les mesures appropriées en vue de pouvoir remédier aux abus de la puis-sance économique.

Article 9 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2b))

Pour autant que les attitudes et engagements à prendre, tant dans

S les relations avec les pays tiers qu'à l'égard ou dans le cadre des institutions et conférences internationales, affectent les objectifs de l'Union, les Hautes Parties Contractantes se concertent afin que ces attitudes et engagements favorisent la réalisation de ces objectifs.

Article 10 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2a), 22 (art. 1, 2b))

Dans leurs relations avec les pays tiers, les Hautes Parties Con-tractantes:

a) adoptent et poursuivent une politique commune en matière de commerce extérieur et de paiements y afférents;

b) concluent en commun les traités et accords relatifs au com-merce extérieur et au tarif douanier;

c) concluent en commun ou parallèlement les traités et accords relatifs aux paiements afférents au commerce extérieur.

Article 11 (Voir Douane et Fiscalité, p. 2, Décisions ministérielles, p. 14 (art. 1, 2e), 22 (art. 1, 2a))

1. En ce qui concerne les marchandises en provenance ou à des-tination de pays tiers, les droits d'entrée et d'accise ainsi que tous autres impôts, taxes ou prélèvements généralement quelconques, à percevoir à l'occasion de l'importation, de l'exportation ou du transit, font l'objet de tarifs communs comportant les mêmes taux, les règles de perception étant coordonnées.

2. Le régime des licences et des contingents à l'importation, à l'exportation et au transit est commun.

3. Les Hautes Parties Contractantes coordonnent les dispositions législatives et réglementaires et les autres dispositions de droit public, d'ordre économique et financier, non visées par les alinéas 1 et 2 du présent article, et concernant l'importation, l'exportation et le transit (voir Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2c))

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 131: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BEGINSELEN BENELUX VERDRAG

8

Artikel 12

1. De Hoge Verdragsluitende Partijen bepalen in onderlinge over-eenstemming hun beleid met betrekking tot de wisselkoers tussen de Nederlandse gulden en de Belgische en de Luxemburgse frank. Even-eens bepalen zij in onderlinge overeenstemming hun beleid met be-trekking tot de wisselkoers ten opzichte van de valuta's van derde landen.

2. In het bijzonder gaan zij slechts in onderlinge overeenstemming over tot wijziging van de wisselkoersen.

Artikel 13

De maatregelen welke de Hoge Verdragsluitende Partijen nemen bij de tenuitvoerlegging van het in dit Verdrag voorziene gemeen-schappelijke en gecoördineerde beleid dienen rekening te houden met de noodzaak, de stabiliteit van de munt te verzekeren, en mogen niet tot gevolg hebben dat een van de Hoge Verdragsluitende Partijen wordt genoodzaakt verliezen aan deviezenreserves te ondergaan, welke niet verenigbaar zijn met haar verantwoordelijkheid voor haar munt, of, behoudens voorafgaande overeenstemming omtrent de toe-gestane grenzen, niet-convertibele valuta's te aanvaarden of kre-dieten te verlenen.

Artikel 14

1. Ingeval de levensbelangen van een der Hoge Verdragsluitende Partijen in gevaar zijn, kan het Comité van Ministers, na advies van de Raadgevende interparlementaire Raad en van de Economische en Sociale Raad van Advies, bepalen welke maatregelen in afwijking van de bepalingen van dit Verdrag kunnen worden genomen, gedurende een tijd die het tegelijkertijd vaststelt.

2. Indien het om redenen van spoed niet mogelijk is, de in lid 1 van dit artikel bedoelde adviezen in te winnen of tijdig te verkrijgen, brengt het Comité van Ministers op korte termijn verslag uit aan de Raadgevende Interparlementaire Raad en aan de Economische en Sociale Raad van Advies, zowel betreffende de genomen maatregelen als ten aanzien van de omstandigheden welke hiertoe hebben geleid.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 132: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS FONDAMENTALES

8

Article 12

1. Les Hautes Parties Contractantes fixent de commun accord leur politique de taux de change entre le florin néerlandais et les francs belge et luxembourgeois. De même, elles fixent de commun accord leur politique de taux de change à l'égard des monnaies des pays tiers.

2. Elles ne procèdent notamment que de commun accord à une modification des taux de change.

Article 13

Les mesures que les Hautes Parties Contractantes prennent dans l'exécution des politiques communes et coordonnées prévues au présent Traité, doivent tenir compte de la nécessité d'assurer la stabilité monétaire et ne peuvent avoir pour conséquence qu'une des Hautes Parties Contractantes soit tenue de subir des pertes de ré-serves incompatibles avec la responsabilité qu'elle porte à l'égard de sa monnaie ni, sauf accord préalable fixant des limites, d'accepter des monnaies inconvertibles ou d'accorder des crédits.

Article 14

1. Lorsque les intérêts vitaux d'une des Hautes Parties Contrac-tantes sont en danger, le Comité de Ministres peut, après avis du Conseil interparlementaire consultatif et du Conseil consultatif écono-mique et social, déterminer quelles sont les mesures qui peuvent être prises par dérogation aux dispositions du présent Traité, pendant un délai qu'il fixe en même temps.

S 2. Si, en raison de l'urgence, les avis prévus à l'alinéa 1 du présent article ne peuvent être demandés, ou obtenus en temps utile, le Comité de Ministres fait, dans le plus bref délai, rapport au Conseil interparlementaire consultatif et au Conseil consultatif économique et social tant sur les mesures prises que sur les circonstances qui les ont justifiées.

Benelux, 5me supplément 1.11.62.

Page 133: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

z H CA

H C

o z CI)

-

z C» H rn r-

û rri z

Page 134: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN

BENELUX VERDRAG

10

DEEL 2

INSTELLINGEN

Artikel 15

De instellingen van de Unie zijn: a. het Comité van Ministers; b. de Raadgevende Interparlementaire Raad; e. de Raad van de Economische Unie; d. de Commissies en de Bijzondere Commissies; e. het Secretariaat-Generaal; f. de Gemeenschappelijke Diensten; g. het College van Scheidsrechters; h. de Economische en Sociale Raad van Advies.

HOOFDSTUK 1

Van het Comité van Ministers

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 2)

Artikel 16 Het Comité van Ministers draagt zorg voor de toepassing van dit

Verdrag en verzekert de verwezenlijking van de daarin vervatte doel-stellingen. Het stelt de daartoe noodzakelijke maatregelen vast onder de in dit Verdrag aangegeven voorwaarden.

Artikel 17 1. Ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen wijst ten minste drie

leden der Regering aan om zitting te hebben in het Comité. 2. Telkens wanneer zij zulks gewenst acht, kan ieder der Rege-

ringen andere leden der Regering uitnodigen aan een bepaalde zitting deel te nemen. Ie

Artikel 18 Het Comité besluit met algemene stemmen. Ieder der Hoge Ver-

dragsluitende Partijen beschikt over één stem. De onthouding van een Hoge Verdragsluitende Partij verhindert niet dat een besluit wordt genomen.

Artikel 19 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 82, 83)

Ter uitvoering van de hem toevertrouwde taak kan het Comité van Ministers:

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 135: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

10

PARTIE 2

INSTITUTIONS

Article 15

Les institutions de l'Union sont: a. le Comité de Ministres; b. le Conseil interparlementaire consultatif; c. le Conseil de l'Union économique;

. d. les Commissions et les Commissions spéciales; e. le Secrétariat général; f. les Services communs; g. le Collège arbitral; h. le Conseil consultatif économique et social.

CHAPITRE 1

Du Comité de Ministres

(Voir Décisions ministérielles, p. 2)

Article 16 Le Comité de Ministres veille à l'application du présent Traité et

assure la réalisation des objectifs fixés par celui-ci. Il arrête les me-sures nécessaires à cet effet dans les conditions prévues au présent Traité.

Article 17

1. Chacune des Hautes Parties Contractantes désigne au moins trois membres du Gouvernement pour faire partie du Comité.

2. Chaque Gouvernement peut inviter d'autres membres du Gou-vernement à prendre part à une séance déterminée du Comité, chaque fois qu'il l'estime opportun.

Article 18 Les délibérations du Comité sont acquises à l'unanimité. Chacune

des Hautes Parties Contractantes dispose d'une voix. L'abstention d'une Haute Partie Contractante ne constitue pas un obstacle à ce qu'une délibération soit acquise.

Article 19 (Voir Décisions ministérielles, p. 82, 83)

Pour l'exécution des missions qui lui sont confiées, le Comité de Ministres peut:

Benelux, Sme supplément 1.11.2

Page 136: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

11

a) beschikkingen nemen ter vaststelling van de wijze van uitvoe-ring van de bepalingen van dit Verdrag onder de daarin vermelde voorwaarden. De beschikkingen van het Comité verbinden de Hoge Verdragsluitende Partijen;

b) overeenkomsten opstellen, welke worden voorgelegd aan de Hoge Verdragsluitende Partijen, teneinde in werking te worden ge-steld overeenkomstig de grondwettelijke bepalingen van ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen;

c) aanbevelingen doen ten behoeve van de werking van de Unie. De aanbevelingen van het Comité verbinden de Hoge Verdragslui-tende Partijen niet;

d) richtlijnen geven aan de Raad van de Economische Unie, de Commissies en Bijzondere Commissies, het Secretariaat-Generaal en de Gemeenschappelijke Diensten.

Artikel 20 1. Het Comité van Ministers komt ten minste eens per drie

maanden bijeen. In dringende gevallen komt het bijeen op verzoek van de Regering van een der Hoge Verdragsluitende Partijen.

2. De vergaderingen van het Comité worden bij toerbeurt en voor een tijdvak van zes maanden voorgezeten door een Belgisch, Luxem-burgs of Nederlands lid, ongeacht de plaats der vergadering.

Artikel 21 (Zie Personenverkeer, blz. 3 (art. 1), Ministeriële Beschikkingen, blz. 8 (art. 21, 50 (art. 1))

Het Comité kan Werkgroepen instellen, waaraan het bepaalde be-voegdheden kan overdragen. Deze Werkgroepen bestaan uit leden van het Comité of andere leden van de Regering van ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen.

Artikel 22

Het Comité stelt zijn teglement van orde vast. S HOOFDSTUK 2

Van de Raadgevende Interparlementaire Raad

Artikel 23 De Overeenkomst van 5 november 1955 betreffende de instelling

van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad regelt de samen-stelling, de bevoegdheid en de werkwijze van de Raadgevende Inter-parlementaire Raad.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 137: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

11

a) prendre des décisions pour déterminer les modalités d'exécution des dispositions du présent Traité dans les conditions prévues par celles-ci. Les décisions du Comité engagent les Hautes Parties Con-tractantes;

b) établir des conventions qui sont soumises aux Hautes Parties Contractantes en vue de leur mise en vigueur conformément aux règles constitutionnelles de chacune des Hautes Parties Contractantes;

c) formuler des recommandations intéressant le fonctionnement de l'Union. Ces recommandations ne lient pas les Hautes Parties

le Contractantes; d) donner des directives au Conseil de l'Union économique, aux

Commissions et Commissions spéciales, au Secrétariat général et aux Services communs.

Article 20 1. Le Comité de Ministres se réunit au moins une fois tous les

trois mois. En cas d'urgence, il se réunit à la demande du Gouverne-ment de l'une des Hautes Parties Contractantes.

2. Les réunions du Comité sont présidées à tour de rôle et pour une durée de six mois par un membre belge, luxembourgeois ou néerlandais, quel que soit le lieu de la réunion.

Article 21 (Voir Circulation de personnes, p. 3 (art. 1), Décisions ministérielles, p. 8 (art. 21), 50 (art. 1))

Le Comité peut instituer des Groupes de travail auxquels il peut déléguer certains de ses pouvoirs. Ces Groupes sont composés de membres du Comité ou d'autres membres du Gouvernement de chacune des Hautes Parties Contractantes.

Article 22

Ob Le Comité arrête son règlement d'ordre intérieur.

CHAPITRE 2

Du Conseil interparlementaire consultatif

Article 23 La Convention du 5 novembre 1955 instituant un Conseil con-

sultatif interparlementaire de Benelux règle la composition, la com-pétence et la méthode de travail du Conseil interparlementaire consultatif.

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 138: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

12

Artikel 24

Het Comité van Ministers treedt namens de drie Regeringen op in de betrekkingen die de Regeringen tezamen onderhouden met de Raadgevende Interparlementaire Raad voor wat betreft de vraag-stukken die rechtstreeks verband houden met de werking van de Unie.

HOOFDSTUK 3

Van de Raad van de Economische Unie

Artikel 25

De Raad van de Economische Unie heeft tot taak: a) de werkzaamheden van de Commissies en de Bijzondere Com-

missies te coördineren. Hij kan daartoe deze Commissies en Bijzon-dere Commissies de nodige richtlijnen geven. Hij zendt de voorstellen van de Commissies en Bijzondere Commissies, zo nodig voorzien van zijn advies, door aan het Comité van Ministers;

b) voor zover dit de Raad aangaat, de uitvoering van de besluiten van het Comité van Ministers te verzekeren;

c) aan het Comité van Ministers de voorstellen te doen, welke hij voor de werking van de Unie nuttig acht.

Artikel 26

1. Het Comité van Ministers bepaalt het aantal afgevaardigden waaruit de Raad bestaat (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 35).

2. Het Voorzitterschap van de Raad wordt bij toerbeurt bekleed door drie personen, die elk daartoe door een der Regeringen worden aangewezen. Het Comité van Ministers bepaalt de wijze waarop het voorzitterschap rouleert (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 56 (art. 8)).

3. Iedere Regering kiest haar andere afgevaardigden uit de dele-gaties die haar in de Commissies vertegenwoordigen.

4. De Bijzondere Commissies worden in de vergaderingen van de Raad vertegenwoordigd, telkens wanneer op de agenda punten voor-komen welke tot hun bevoegdheid behoren.

Artikel 27

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 53, 54)

1. De Raad stelt zijn reglement van orde op en legt dit ter goed-keuring voor aan het Comité van Ministers.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 139: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

12

Article 24

Le Comité de Ministres agit au nom des trois Gouvernements dans les relations que ces Gouvernements entretiennent ensemble avec le Conseil interparlementaire consultatif pour autant qu'il s'agisse de problèmes qui intéressent directement le fonctionnement de l'Union.

CHAPITRE 3

fb Du Conseil de l'Union économique

Article 25

Le Conseil de l'Union économique a pour mission: a) de coordonner l'activité des Commissions et des Commissions

spéciales. A cette fin, il peut leur donner les directives nécessaires. II transmet au Comité de Ministres les propositions des Commissions et des Commissions spéciales, accompagneés, le cas échéant, de son avis;

b) d'assurer, en ce qui le concerne, l'exécution des délibérations du Comité de Ministres;

c) de faire au Comité de Ministres les propositions qu'il juge utiles au fonctionnement de l'Union.

Article 26

L Le Comité de Ministres fixe le nombre des délégués qui com-posent le Conseil (voir Décisions ministérielles, p. 35).

2. La Présidence du Conseil est assumée à tour de rôle par trois personnes, désignées chacune à cet effet par un des Gouvernements. Le Comité de Ministres détermine les modalités d'un roulement pour • l'exercice de la présidence (voir Décisions ministérielles, p. 56 (art. 8)).

3. Chaque Gouvernement choisit ses autres délégués parmi sa délégation au sein des Commissions.

4. Les Commissions spéciales sont représentées aux séances du Conseil chaque fois que l'ordre du jour comporte des questions en-trant dans leurs attributions.

Article 27

(Voir Décisions ministérielles, p. 53, 54)

1. Le Conseil établit son règlement d'ordre intérieur qu'il soumet à l'approbation du Comité de Ministres.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 140: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

13

2. Het reglement bepaalt in het bijzonder de gevallen waarin de Commissies zich rechtstreeks tot het Comité van Ministers kunnen wenden.

3. Dit reglement voorziet bovendien in de uitoefening van be-paalde functies van de Raad door de Raad in beperkte samenstelling.

HOOFDSTUK 4

Van de Commissies en de Bijzondere Commissies

Artikel 28

De volgende Commissies worden ingesteld: Commissie voor Buitenlandse Economische Betrekkingen; Commissie voor Monetaire en Financiële Vraagstukken; Commissie voor Industrie en Handel; Commissie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij; Commissie voor Douane en Belastingen; Commissie voor het Verkeer; Commissie voor Sociale Vraagstukken.

Artikel 29 De volgende Bijzondere Commissies worden ingesteld: Bijzondere Commissie voor de Coördinatie van de statistiek; Bijzondere Commissie voor de Vergelijking der Begrotingen van

overheids- en semi-overheidsinstellingen; Bijzondere Commissie voor de Aanbestedingen; Bijzondere Commissie voor de Volksgezondheid; Bijzondere Commissie voor de Middenstand.

Artikel 30

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13, 15, 16, 19, 22, 25, 27, 29, 30, 32, 33, 75)

De Commissies en de Bijzondere Commissies hebben ieder op hun terrein tot taak:

a) uitvoering te geven aan de besluiten van het Comité van Minis-ters; zij brengen verslag uit aan het Comité van Ministers door tussen-komst van de Raad van de Economische Unie;

b) door tussenkomst van de Raad van de Economische Unie aan het Comité van Ministers voorstellen te doen welke de werking van de Unie kunnen bevorderen;

c) de uitvoering door de nationale administratie van de genomen beschikkingen na te gaan.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 141: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

13

2. Le règlement prévoit notamment les cas dans lesquels les Com-missions peuvent s'adresser directement au Comité de Ministres.

3. Ce règlement prévoit en outre l'exercice dé certaines fonctions dù Conseil par des formations restreintes de celui-ci.' >»

CHAPITRE 4

Des Commissions et des Commissions spéciales

S Article 28 Sont instituées les Commissions suivantes: Commission des relations économiques avec l'étranger; Commission monétaire et financière; Commission de l'industrie et du commerce; Commission de l'agriculture, du ravitaillement et de la pêche; Commission douanière et fiscale; Commission des communications; Commission sociale.

Article 29 Sont instituées les Commissions spéciales suivantes: Commission spéciale pour la coordination des statistiques; Commission spéciale pour la comparaison des budgets des institu-

tions publiques et paraétatiques; Commission spéciale pour les adjudications; Commission spéciale pour la santé publique; Commission spéciale pour les classes moyennes.

Article 30 (Voir Décisions ministérielles, p. 13, 15, 16, 19, 22, 25, 27, 29, 30, S 32, 33, 75)

Les Commissions et les Commissions spéciales ont pour mission, chacune en ce qui concerne le domaine de sa compétence:

a) d'exécuter les délibérations du Comité de Ministres; elles font rapport au Comité de Ministres par l'intermédiaire du Conseil ij de l'Union économique;

b) de faire par l'intermédiaire du Conseil de l'Union économique des propositions au Comité de Ministres, susceptibles de promouvoir le fonctionnement de l'Union;

c) de suivre l'exécution, par les administrations nationales, des décisions prises.

Benelux, Sme supplément Ï.1l.62

Page 142: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

14.

Artikel 31 (Zie Personenverkeer, blz. 3 (art. 1), Ministeriële Beschikkingen, blz. 12, 49, 50, 74)

Het. Comité van Ministers bepaalt de taakverdeling der Commissies en Bijzondere Commissies. Het kan nieuwe Commissies en Bijzondere Commissies instellen. Het kan de aldus ingestelde Bijzondere Com-missies opheffen.

Artikel 32

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 12, 74) 1. Het Comité van Ministers bepaalt de wijze waarop ieder der

Commissies en Bijzondere Commissies wordt samengesteld. 2. Iedere Regering benoemt haar afgevaardigden in overeenstem-

ming met de door het Comité van Ministers ter uitvoering van lid 1 van dit artikel te treffen regelingen.

3. De Commissies en Bijzondere Commissies stellen hun regle-ment van orde vast en leggen dit ter goedkeuring voor aan de Raad van de Economische Unie.

HOOFDSTUK 5

Van het Secretariaat-Generaal

Artikel 33 Het Secretariaat-Generaal is gevestigd te Brussel.

Artikel 34 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 7 (art. 18), 59 (art. 1), 60 (art. 2))

1. De leiding van het Secretariaat-Generaal berust bij een Secre-taris-Generaal van Nederlandse nationaliteit.

2. De Secretaris-Generaal wordt bijgestaan door een Adjunct-Secretaris-Generaal van Belgische nationaliteit en een Adjunct-Secre-taris-Generaal van Luxemburgse nationaliteit.

3. Het Comité van Ministers benoemt en ontslaat de Secretaris- Ie Generaal en de Adjunct-Secretarissen-Generaal. Het bepaalt, na advies van de Raad van de Economische Unie in beperkte samen-stelling, de schalen voor hun salaris, pensioen en toelagen, alsmede de andere arbeidsvoorwaarden (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 9, 10, 11, 59 (art. 1), 60 (art. 2)).

Artikel 35

(Zie Ministeriële Beschikkingen, bl. 7 (art. 18), 59 (art. 1), 60 (art. 2)) 1. De leden -van het personeel zijn van Belgische, Luxemburgse

of Nederlandse nationaliteit.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 143: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

14

Article 31 (Voir Circulation de personnes, p. 3 (art. 1), Décisions ministérielles, p. 12, 49, 50, 74)

Le Comité de Ministres fixe les compétences des Commissions et des Commissions spéciales. 11 peut instituer de nouvelles Commissions et Commissions spéciales. Il peut supprimer les Commissions spéciales ainsi instituées.

Article 32 (Voir Décisions ministérielles, p. 12, 74) • 1. Le Comité de Ministres détermine le mode suivant lequel chacune des Commissions et des Commissions spéciales est composée.

2. Chaque Gouvernement désigne ses délégués conformément aux dispositions à prendre par le Comité de Ministres en application de l'alinéa 1 du présent article.

3. Les Commissions et les Commissions spéciales établissent leur règlement d'ordre intérieur et le soumettent à l'approbation du Con-seil de l'Union économique.

CHAPITRE 5

Du Secrétariat général

Article 33 Le siège du Secrétariat général est fixé à Bruxelles.

Article 34 (Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 18), 59 (art. 1), 60 (art. 2))

1. La direction du Secrétariat géneral est confiée à un Secrétaire général de nationalité néerlandaise.

2. Le Secrétaire général est assisté d'un Secrétaire général adjoint de nationalité belge et d'un Secrétaire général adjoint de nationalité • luxembourgeoise.

3. Le Comité de Ministres nomme et révoque le Secrétaire général et les Secrétaires généraux adjoints. Il fixe, après avis du Conseil de l'Union économique en formation restreinte, les barèmes de leurs traitement, pension et indemnités, ainsi que toutes conditions dans lesquelles ils doivent accomplir leurs fonctions (voir Décisions mi-nistérielles, p. 9, 10, 11, 59 (art. 1), 60 (art. 2)).

Article 35 (Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 18), 59 (art. 1), 60 (art. 2))

1. Les membres du personnel sont de nationalité belge, luxem-bourgeoise ou néerlandaise.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 144: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

15

2. De Secretaris-Generaal benoemt en ontslaat de leden van het personeel van het Secretariaat-Generaal overeenkomstig het statuut, voorzien in lid 3 van dit artikel.

1 Het përsoneelsstatuut, de personeelsformatie, de schalen van de salarissen, pensioenen en toelagen, alsmede de andere arbeidsvoor-waarden worden vastgesteld door het Comité van Ministers op voor-stel van de Secretaris-Generaal en na advies van de Raad van de Economische Unie in beperkte samenstelling (zie Ministeriële Be-schikkingen, blz. 59 (art. 1), 60 (art. 2)).

Artikel 36

1. Dé Secretaris-Generaal verzorgt het secretariaat van het Co-mité van Ministers, de Raad van de Economische Unie, de Commis-sies en de Bijzondere Commissies en van de eventuele ondergeschikte organen; hij heeft tot taak op administratief gebied de werkzaam-heden van deze instellingen te coördineren, in voorkomende gevallen de noodzakelijke verbindingen tot stand te brengen en alle voorstellen te doen welke nuttig zijn voor de uitvoering van dit Verdrag, met inachtneming van de bevoegdheid van de andere instellingen van de Unie. De diensten van de griffie van het College van Scheidsrechters worden verzorgd door de Secretaris-Generaal.

2. Het Comité van Ministers kan aan de Secretaris-Generaal andere taken opdragen.

Artikel 37

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 7 (art. 18)) 1. De Secretaris-Generaal stelt de jaarlijkse ontwerp-begroting van

de instellingen van de Unie op en legt haar met begeleidend advies van de Raad van de Economische Unie aan het Comité van Minis-ters voor.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen regelen bij overeenkomst: a) het toezicht op de uitvoering der begrotingen; b) het afsluiten van de rekeningen; Ie c) het toekennen van de noodzakelijke voorschotten; d) de verdeling tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen van het

nadelig saldo tussen uitgaven en ontvangsten. 3. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de

Raadgevende Interparlementaire Raad en de Economische en Sociale Raad van Advies.

Artikel 38

De archieven van het Secretariaat-Generaal zijn onschendbaar.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 145: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

15

2. Le Secrétaire général nomme et révoque les membres du per-sonnel du Secrétariat général, conformément au statut prévu à l'ali-néa 3 du présent article.

3. Le statut du personnel, le cadre organique, les barèmes des traitements, pensions et indemnités, ainsi que toutes conditions dans lesquelles les membres du personnel doivent accomplir leurs fonc-tions sont fixés par le Comité de Ministres sur proposition du Secré-taire général et après avis du Conseil de l'Union économique en for- mation restreinte (voir Décisions ministérielles, p. 59 (art. 1), 60 (art. 2)). • Article 36

1. Le Secrétaire général assure le secrétariat du Comité de Ministres, du Conseil de l'Union économique, des Commissions et des Commissions spéciales, et des organismes subordonnés éventuels; il est Chargé de coordonner dans le domaine administratif l'activité de ces institutions, d'établir, le cas échéant, les liaisons nécessaires et de faire toutes suggestions utiles à l'exécution du présent Traité, compte tenu de la compétence des autres institutions de l'Union. Les services du greffe du Collège arbitral sont assurés par le Secrétaire général.

2. Le Comité de Ministres peut assigner d'autres tâches au Secré-taire général.

Article 37

(Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 18))

1. Le Secrétaire général élabore le projet de budget annuel des institutions de l'Union et le soumet à l'approbation du Comité de Ministres avec l'avis du Conseil de l'Union économique.

• 2. Par convention, les Hautes Parties Contractantes règlent: • a) le contrôle de l'exécution des budgets; • b) l'arrêt des comptes;

C) l'octroi des avances nécessaires; d) la répartition entre les Hautes Parties Contractantes de l'excé-

dent des dépenses sur les recettes. 3. Les dispositions du présent article ne sont applicables ni au

Conseil consultatif interparlementaire, ni au Conseil consultatif éco-nomique et social.

Article 38

Les archives du Secrétariat général sont inviolables.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 146: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

16

Artikel 39 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 7 (art. 18))

De Secretaris-Generaal geniet in België de voorrechten en immuni-teiten overeenkomende met die welke worden toegekend aan een in dat land geaccrediteerd hoofd van een diplomatieke missie. De ge-rechtelijke immuniteit kan in voorkomende gevallen door het Comité van Ministers worden opgeheven.

HOOFDSTUK 6

Van de Gemeenschappelijke Diensten

Artikel 40 Het Comité van Ministers kan de voor de werking van de Unie

wenselijke Gemeenschappelijke Diensten instellen; het bepaalt de be-voegdheden, de Organisatie en de werkwijze van deze Diensten.

HOOFDSTUK 7

Van het College van Scheidsrechters

Artikel 41 Het College van Scheidsrechters heeft tot taak de beslechting van

geschillen die tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen zouden kun-nen rijzen met betrekking tot de toepassing van dit Verdrag en van de overeenkomsten welke betrekking hebben op de doelstelling van dit Verdrag.

Artikel 42 1. Het College van Scheidsrechters is samengesteld uit afdelingen

naar gelang van de verschillende soorten van geschillen. 2. Voor iedere afdeling wijst ieder der Hoge Verdragsluitende

Partijen een nationale scheidsrechter en een plaatsvervangende natio-nale scheidsrechter aan.

3. Voor ieder geschil bestaat de afdeling uit de nationale scheids-rechter van ieder der beide partijen bij het geschil alsmede een per-soon die bij toerbeurt wordt aangewezen uit een door het Comité van Ministers vastgestelde lijst. Deze persoon bekleedt het voorzitterschap van de afdeling.

Artikel 43 Indien de Voorzitter van oordeel is dat het belang der tijdens de

behandeling van het geschil gerezen rechtsvragen zulks gewenst doet zijn, kan hij, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van een der partijen, beslissen dat de afdeling zal worden aangevuld met twee

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 147: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

16

Article 39 (Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 18))

Le Secrétaire général jouit en Belgique de privilèges et immunités analogues à ceux accordés à un chef de mission diplomatique accré-dité dans ce pays. L'immunité de juridiction peut, le cas échéant, être levée par le Comité de Ministres.

CHAPITRE 6

Des Services communs

Article 40 Le Comité de Ministres peut instituer les Services communs utiles

au fonctionnement de l'Union; il détermine les attributions, les con-ditions d'organisation et le fonctionnement de ces Services.

CHAPITRE 7

Du Collège arbitral

Article 41 Le Collège arbitral a pour mission de régler les différends qui

pourraient s'élever entre les Hautes Parties Contractantes en ce qui concerne l'application du présent Traité et des dispositions conven-tionnelles relatives à son objet.

Article 42 1. Le Collège arbitral est constitué en sections d'après les caté-

gories de différends. 2. Pour chaque section, chacune des Hautes Parties Contractantes • désigne un arbitre national titulaire et un arbitre national suppléant.

3. Pour chaque litige, la section est composée de l'arbitre national de chacune des deux parties au litige ainsi que d'une personne dési-gnée par roulement sur une liste arrêtée à cet effet par le Comité de Ministres. Cette personne assume la présidence de la section.

Article 43 Si le Président estime que l'importance des questions de droit

soulevées dans le litige le rend opportun, il peut, soit d'office, soit à la demande d'une des parties, décider que la section sera complétée par l'adjonction de deux arbitres inscrits sur la liste prévue à

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 148: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

17

scheidsrechters voorkomend op de in artikel 42, lid 3, van dit Ver-drag bedoelde lijst. Deze scheidsrechters dienen dezelfde nationaliteit te bezitten als de bij het geschil betrokken partijen.

Artikel 44 Wanneer een geschil niet in het Comité van Ministers kon worden

bijgelegd, wordt dit geschil, hetzij op gezamenlijk verzoek van de bij het geschil betrokken partijen, hetzij op verzoek van een hunner, bij het College van Scheidsrechters aanhangig gemaakt.

Artikel 45 1. Het College van Scheidsrechters doet uitspraak op grondslag

van de eerbiediging van het recht. Alvorens vonnis te wijzen kan het in elke stand van het geding aan partijen een voorstel tot minnelijke schikking van het geschil ter goedkeuring voorleggen.

2. Met instemming van partijen doet het College van Scheids-rechters uitspraak ex aequo et bono. -

Artikel 46 1. De vonnissen en de voorstellen tot minnelijke schikking worden

door het College van Scheidsrechters bij meerderheid van stemmen aangenomen. De vonnissen zijn definitief en niet vatbaar voor beroep. Door partijen aanvaarde minnelijke schikkingen hebben dezelfde kracht als vonnissen.

2. Onverminderd afwijkende bepalingen kan het College van Scheidsrechters in elke stand van het geding, wanneer het voldoende inlichtingen heeft verzameld, die conservatoire maatregelen voor-schrijven welke het hoofdzakelijk acht (zie Ministeriële Beschikkin-gen,. blz. 46 (art. 21, 1)).

Artikel 47 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 42 (art. 11, 2))

1. Ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen kan zich voegen in een geding tussen de twee andere Verdragsluitende Partijen, indien zij aantoont, dat zij belang heeft bij de oplossing van het geschil; de voeging kan slechts de ondersteuning van de eisen van een der par-tijen ten doel hebben.

2. De voeging leidt niet tot verandering van de samenstelling der afdeling waarbij het geschil is aanhangig gemaakt.

Artikel 48 Het College van Scheidsrechters kan bij vonnis verklaren, dat een

beslissing van een rechterlijke autoriteit of een maatregel genomen door enig ander gezagsorgaan van een der Hoge Verdragsluitende Partijen geheel of gedeeltelijk in strijd is met bepalingen van dit

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 149: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

.17

l'article 42, alinéa 3 du présent Traité. Ces arbitres doivent avoir la même nationalité que les parties au litige.

Article 44 Lorsqu'un différend n'a pas pu être aplani au sein du Comité de

Ministres, le Collège arbitral est saisi, soit par requête conjointe des parties au différend, soit par requête unilatérale de l'une d'elles.

• . Article 45

1. Le Collège arbitral statue sur la base du respect du droit. Avant de rendre sa sentence, il peut, dans tout état du litige, proposer à l'agrément des parties un règlement à l'amiable du différend.

2. Si les parties sont d'accord, le Collège arbitral statue ex aequo et bono.

Article 46 1. Les sentences et les propositions de règlement à l'amiable sont

adoptées par le Collège arbitral à la majorité des voix. Les sentences sont définitives et sans recours. Les règlements à l'amiable acceptés par les parties ont le même effet que les sentences.

2. A moins de stipulations contraires, le Collège arbitral peut prescrire, lirsqu'il a réuni les éléments d'information suffisants, les mesures conservatoires qu'il estime nécessaires (voir Décisions mi-nistérielles, p. 46 (art. 21, 1)).

Article 47 (Voir Décisions ministérielles, p. 42 (art. 11, 2))

1. Chacune des Hautes Parties Contractantes peut intervenir dans

S un litige entre les deux autres Parties Contractantes si elle justifie d'un intérêt à la solution de celui-ci; l'intervention ne peut avoir d'autre objet que le soutien des prétentions d'une des parties.

2. L'intervention ne modifie pas la composition initiale de la sec-tion saisie du litige.

Artcle 48 Par une sentence, le Collège arbitral peut déclarer qu'une décision

prise par une autorité judiciaire ou qu'une mesure émanant de toute autre autorité de l'une des Hautes Parties Contractantes est entière-ment ou partiellement en opposition avec des stipulations du présent

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 150: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

18

Verdrag of van een overeenkomst welke betrekking heeft op de doel-stelling van dit Verdrag. Indien het nationale recht van bedoelde Verdragsluitende Partij geen gelegenheid biedt de gevolgen van die beslissing of maatregel ongedaan te maken, heeft de benadeelde Staat recht op een billijke schadevergoeding. Bij gebreke van over-eenstemming tussen de bij het geschil betrokken partijen stelt het College van Scheidsrechters, op verzoek van de belanghebbende partij, de aard en de omvang van de schadevergoeding vast.

Artikel 49

Wanneer een geschil bij het College van Scheidsrechters is aan-hangig gemaakt, onthouden de partijen zich van iedere handeling die de beslechting van het geschil in gevaar zou kunnen brengen of het geschil zou kunnen verergeren.

Artikel 50 Ingeval een der partijen een vonnis van het College van Scheids-

rechters of een door hem voorgeschreven conservatoire maatregel niet ten uitvoer zou hebben gelegd, is de andere partij gerechtigd zich te wenden tot het Internationale Gerechtshof op grond van artikel 36, lid 2, van het Statuut van dat Hof, tenzij de bij het geschil betrokken partijen overeenkomen, het geschil op een andere wijze te beslechten.

Artikel 51 1. De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, geschillen

als bedoeld in artikel 41 niet op een andere wijze te beslechten dan in dit Verdrag is voorzien.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen komen echter overeen, de geschillen die eveneens de uitlegging of de toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie in het geding brengen, voor te leggen aan het door genoemde Verdragen ingestelde Gerechtshof. Ingeval het Gerechtshof zich onbevoegd verklaart het geschil te beslechten, is het in artikel 15 Ie van dit Verdrag voorziene College van Scheidsrechters bevoegd.

Artikel 52

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 46 (art. 22, 1)) 1. Het Comité van Ministers kan het College van Scheidsrechters

verzoeken, advies uit te brengen nopens rechtsvragen met betrekking tot de bepalingen van dit Verdrag en van de overeenkomsten welke betrekking hebben op de doelstelling van dit Verdrag.

2. De adviezen worden door de Voorzitters der afdelingen, in vergadering verenigd, bij meerderheid van stemmen uitgebracht.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 151: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

18

Traité ou avec des dispositions conventionnelles relatives à son objet. Si le droit interne de ladite Partie Contractante ne permet pas d'ef-facer les conséquences de cette décision ou de cette mesure, l'Etat lésé a droit à une réparation équitable. A défaut d'accord des parties au différend, le Collège arbitral, sur requête de la partie intéressée, fixe la nature l'étendue de la réparation.

Article 49

ID Lorsque le Collège arbitral est saisi d'un différend, les parties s'abstiennent de tout acte susceptible d'en compromettre le règlement ou d'aggraver le différend.

Article 50

Au cas où l'une des parties n'aurait pas exécuté une sentence du Collège arbitral ou une mesure conservatoire prescrite par celui-ci, l'autre partie est en droit de saisir la Cour Internationale de Justice en application de l'article 36, alinéa 2 du Statut de celle-ci, à moins que les parties au différend n'aient recours de commun accord à un autre mode de règlement.

Article 51 1. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à ne pas sou-

mettre les différends visés par l'article 41 à des modes de règlement autres que ceux prévus dans le présent Traité.

2. Toutefois, les Hautes Parties Contractantes conviennent de soumettre les différends mettant également en cause l'interprétation ou l'application du Traité instituant la Communauté Economique Européenne ou du Traité instituant la Communauté Européenne de l'Energie Atomique, à la Cour de Justice instituée par lesdits Traités.

la pour la mesure où la Cour de Justice se déclare incompétente pour trancher le différend, le Collège arbitral, prévu à l'article 15 du présent Traité, est compétent.

Article 52

(Voir Décisions ministérielles, P. 46 (art. 22, 1)) 1. Le Comité de Ministres peut demander au Collège arbitral des

avis consultatifs sur des questions de droit relatives aux stipulations du présent Traité et aux dispositions conventionnelles relatives à son objet.

2. Les avis sont émis à la majorité des voix par les Présidents de section siégeant ensemble.

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 152: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INSTELLINGEN BENELUX VERDRAG

19

• Artikel 53.

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 36) Het statuut van het College van Scheidsrechters wordt vastgesteld

bij beslissing van het Comité van Ministers.

HOOFDSTUK 8

Van de Economische en Sociale Raad van Advies

Artikel 54

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 85) 1. De Economische en Sociale Raad van Advies stelt op verzoek

van het Comité van Ministers adviezen op betreffende vraagstukken die rechtstreeks verband houden met de werking van de Unie; te dien einde verstrekt het Comité van Ministers de nodige inlichtingen aan de Raad. De Raad is eveneens bevoegd eigener beweging adviezen te geven aan het Comité van Ministers betreffende deze vraagstukken.

2. Dè Raad van Advies bestaat uit ten hoogste 27 leden en 27 plaatsvervangende leden, waarvan een derde kan worden aangewezen door ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen. De leden en de plaatsvervangende leden worden aangewezen in overleg met het lichaam of de lichamen die de toporganen van de economische en sociale bedrijfsorganisatie vormen.

3. De Raad van Advies kiest uit zijn leden een Voorzitter.

4. De Raad van Advies stelt zijn reglement van orde op bij een- voudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen en legt dit ter goedkeuring voor aan het Comité van Ministers.

• .

Benelùx, Sde aanvulling 1.11.62

Page 153: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX INSTITUTIONS

19

Article 53

(Voir Décisions ministérielles, p. 36) Le statut du Collège arbitral est déterminé par décision du Comité

de Ministres.

CHAPITRE 8

Du Conseil consultatif économique et social

Article 54

(Voir Décisions ministérielles, p. 85) 1. Le Conseil consultatif économique et social élabore des avis

au sujet de problèmes qui intéressent directement le fonctionnement de l'Union, à la demande du Comité de Ministres qui lui fournit à cette fin les renseignements nécessaires. Il est également habilité à présenter, de sa propre initiative, des avis sur ces problèmes au Comité de Ministres.

2. Le Conseil consultatif est composé au maximum de 27 mem-bres et de 27 membres suppléants dont un tiers peut être désigné par chaque Haute Partie Contractante. Les membres et les membres sup-pléants sont désignés en accord avec le ou les organismes nationaux constituant l'échelon le plus élévé de l'organisation économique et sociale.

3. Le Conseil consultatif désigne son Président parmi ses mem-bres.

4. Le Conseil consultatif établit, à la majorité simple des voix émises, son règlement d'ordre intérieur qu'il soumet à l'approbation du Comité de Ministres.

s

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 154: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

• BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE BEPAALDE ASPECTEN VAN DE

ECONOMISCHE UNIE

DISPOSITIONS PARTICULIERES A CERTAINS ASPECTS DE L'UNION ECONOMIQUE

n

Page 155: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

20

DEEL

BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE BEPAALDE ASPECTEN VAN DE ECONOMISCHE UNIE

HOOFDSTUK 1

Van de nationale behandeling, de bewegingsvrijheid en de uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden

Artikel 55 (Zie blz. 33 (art. 1) en Vestiging)

Bij overeenkomst tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen worden Ie de voorwaarden bepaald, waaraan het binnenkomen, het verlaten, de bewegingsvrijheid, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de onderdanen van een Hoge Verdragsluitende Partij op het grond-gebied van een andere Verdragsluitende Partij kunnen worden onder-worpen op grond van overwegingen die verband houden met de open-bare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden. -

Artikel 56 (Zie blz. 33 (art. 1) en Vestiging)

De behandeling van de onderdanen van een Hoge Verdragsluitende Partij op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij met betrekking tot de wettelijke en gerechtelijke bescherming van hun persoon, hun rechten en hun belangen wordt voor zover nodig be-paald bij overeenkomst tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen.

Artikel 57 Voor zover de huisvesting door voorschriften van wetgevende of

administratieve autoriteiten is geregeld, genieten de onderdanen van elke Hoge Verdragsluitende Partij op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partijen de behandeling welke voor de eigen onder-danen geldt.

Artikel 58 Ie (Zie blz. 34 (art. 6))

1. De werkzaamheden van de vennootschappen welke zijn op-gericht overeenkomstig de wetgeving van een der Hoge Verdrag-sluitende Partijen, wanneer zij worden uitgeoefend op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij hetzij rechtstreeks hetzij door tussenkomst van filialen of agentschappen, zijn onderworpen aan het recht van de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2m)).

2. Deze werkzaamheden kunnen niet aan zwaardere voorwaarden worden onderworpen dan die welke aan nationale vennootschappen

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 156: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

20

PARTIE 3

PARTICULIERES A CERTAINS ASPECTS DE L'UMON ECONOMIQUE

CHAPITRE 1

Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et professionnelles

Article 55

S (Voir p. 33 (art. 1) et Etablissement) Par convention entre les Hautes Parties Contractantes, sont déter-

minées les conditions auxquelles peuvent être soumis, pour des motifs tenant à l'ordre public, à la sécurité ou à la santé publique, ou aux bonnes moeurs, l'entrée, la sortie, la circulation, le séjour, l'établisse-ment et l'éloignement des ressortissants d'une Haute Partie Contrac-tante sur le territoire d'une Partie Contractante.

Article 56 (Voir p. 33 (art. 1) et Etablissement)

Le traitement des ressortissants d'une Haute Partie Contractante sur le territoire d'une autre Partie Contractante, en ce qui concerne la protection légale et judiciaire de leur personne, de leurs droits et de leurs intérêts, est déterminé, pour autant que de besoin, par con-vention entre les Hautes Parties Contractantes.

Article 57

Dans la mesure où la matière des loyers est réglementée par les autorités législatives ou administratives, les ressortissants de chacune des Hautes Parties Contractantes bénéficient, sur le territoire des

• autres Parties Contractantes, du traitement accordé aux nationaux.

Article 58

(Voir p. 34 (art. 6))

1. Les opérations des sociétés constituées en conformité de la législation d'une Haute Partie Contractante, lorsqu'elles s'exercent sur le territoire d'une autre Partie Contractante soit directement, soit par l'intermédiaire de succursales ou agences, sont soumises au droit de cette dernière (voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2m)).

2. Ces opérations ne peuvent être assujetties à des conditions plus lourdes que celles appliquées aux sociétés nationales. Sur le territoire

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 157: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

21

worden opgelegd. De vennootschappen van een Hoge Verdragsluiten-de Partij kunnen evenwel op het grondgebied van een andere Ver-dragsluitende Partij niet meer rechten hebben dan soortgelijke natio-nale vennootschappen (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2m)).

3. Op het gebied van verzekeringen, spaarkassen en bouwkassen kunnen de Hoge Verdragsluitende Partijen afwijken van lid 2 van dit artikel, voorzover deze afwijkingen in hoofdzaak de bescherming beogen van de verzekerden, verzekeringnemers, gelaedeerden en bouwspaarders. Deze afwijkingen worden bij overeenkomst geregeld (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 18 (art. 2, 1 j)).

4. Onder vennootschappen in de zin van dit artikel worden ver-staan vennootschappen van burgerlijk en handelsrecht met inbegrip van coöperatieve verenigingen en andere privaatrechtelijke rechts-personen. Voor de toepassing van dit artikel worden evenwel de pri-vaatrechtelijke rechtspersonen wier doel niet op winst is gericht slechts als vennootschappen beschouwd voor wat betreft hun werk-zaamheid op het gebied van het bankwezen, verzekeringen, spaar-kassen en bouwkassen. De Luxemburgse landbouwverenigingen worden ook als vennootschappen beschouwd.

Artikel 59 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2m))

1. De vennootschappen welke zijn opgericht overeenkomstig de wetgeving van een Hoge Verdragsluitende Partij en binnen het grond-gebied van een der Hoge Verdragsluitende Partijen hun fiscaal domi-cilie hebben, zijn op het grondgebied der andere Verdragsluitende Partijen, onverschillig of zij daar een of meer filialen of agent-schappen hebben, niet onderworpen aan hogere fiscale lasten dan die welke worden gedragen door soortgelijke nationale vennootschappen.

2. De vennootschappen in de zin van lid 1 van dit artikel zijn die welke in artikel 58 van dit Verdrag zijn omschreven.

Artikel 60 De behandeling van de onderdanen van de Hoge Verdragsluitende Ie

Partijen wat betreft het vervullen van een betrekking in loondienst bij een particuliere werkgever en wat betreft de aanspraken inzake sociale zekerheid wordt bij overeenkomst tussen de Hoge Verdrag-sluitende Partijen geregeld.

Artikel 61 1. In afwijking van artikel 2, lid 2, onder b), van dit Verdrag

blijft ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen bevoegd de uitoefening van de volgende economische en beroepswerkzaamheden aan haar eigen onderdanen voor te behouden:

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 158: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

21

d'une Haute Partie Contractante, les sociétés d'une autre Partie Contractante ne peuvent cependant avoir plus de droits que les sociétés nationales de type correspondant (voir Décisions ministériel-les,- p. 23 (art. 1, 2m)).

3. Dans les secteurs des assurances, de la capitalisation et des prêts hypothécaires, les Hautes Parties Contractantes peuvent déroger à l'alinéa 2 du présent article pour autant que ces dérogations visent essentiellement la protection des assurés, des souscripteurs ou des le

personnes lésées. Ces dérogations sont réglées par convention (voir Décisions ministérielles, p. 18 (art. 1, 2 j)).

4. Par sociétés au sens du présent article, on entend les sociétés de droit civil ou commercial, y compris les sociétés coopératives et les autres personnes morales relevant du droit privé. Toutefois, pour l'application du présent article, les personnes morales relevant du droit privé qui ne poursuivent pas de but lucratif, ne sont considé-rées comme sociétés qu'en ce qui concerne leur activité dans le sec-teur des banques, des assurances, de la capitalisation et des prêts hypothécaires. Sont aussi considérées comme sociétés, les associations agricoles luxembourgeoises.

Article 59 (voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2m))

1. Les sociétés constituées en conformité de la législation d'une Haute Partie Contractante et ayant sur le territoire d'une des Hautes Parties Contractantes leur domicile fiscal, ne sont pas soumises, sur le territoire des autres Parties Contractantes, qu'elles y aient ou non une ou plusieurs succursales ou agences, à une charge fiscale plus élevée que celle qui est supportée par les sociétés nationales simi-laires.

2. Les societés au sens de l'alinéa 1 du présent article sont celles définies à l'article 58 du present Traité.

Article 60 Le traitement des ressortissants des Hautes Parties Contractantes

en ce qui concerne l'cxercice d'un emploi salarié auprès d'un em-ployeur privé ainsi que le bénéfice de la sécurité sociale est déterminé par convention entre les Hautes Parties Contractantes.

Article 61 1. Par dérogation à l'article 2, alinéa 2, sous b), du présent Traité,

chacune des Hautes Parties Contractantes conserve le droit de réser-ver à ses nationaux l'exercice des activités économiques et profession-nelles suivantes:

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 159: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

22

a) de openbare functies, ambten of betrekkingen, met inbegrip van de ambten van notaris, procureur en deurwaarder;

b) het beroep van advocaat; c) de uitoefening van de geneeskunde en van de daarmee verband

houdende beroepen in het Groothertogdom Luxemburg; d) de visserij in de binnenwateren, het loodswezen en de interne

diensten van de havens. 2. De bepalingen van artikel 2, lid 2, onder b), van dit Verdrag

brengen geen wijzigingen in de nationale bepalingen met betrekking tot de diploma's welke voor het uitoefenen van bepaalde beroepen wor-den vereist.

Artikel 62 Op het gebied van de aanbestedingen mag door overheidsinstel-

lingen van een Hoge Verdragsluitende Partij geen enkele discrimi-natie, in welke vorm ook, worden toegepast ten gunste van haar nationale produkten of van haar eigen onderdanen en ten nadele van produkten of onderdanen van de andere Verdragsluitende Partijen.

Artikel 63 Bij de toepassing van artikel 62 van dit Verdrag wordt verstaan

onder: A. Aanbestedingen:

alle aanbestedingen van werken en alle aankopen van goederen door overheidsinstellingen voor hun eigen behoeften, ongeacht de wijze waarop de opdracht tot stand komt; B. Overheidsinstellingen:

a) de Staatsorganen; b) de gewestelijke en plaatselijke lichamen in België en in het

Groothertogdom Luxemburg alsmede de lagere publiekrechtelijke lichamen in Nederland;

c) voor zover de Staat op hun aanbestedingen daadwerkelijk in-vloed uitoefent: de parastatale instellingen in België en het Groot-hertogdom Luxemburg alsmede de semi-overheidsinstellingen in Nederland.

HOOFDSTUK 2

Van de coördinatie van het beleid

Artikel 64 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 18 (art. 1, 2 .1))

1. Op het gebied van de investeringen beslist het Comité van Ministers omtrent de wenselijkheid, algemene of bijzondere doelstel-lingen te aanvaarden van een gecoördineerd investeringsbeleid, dat

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 160: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

22

a) les fonctions, charges ou emplois publics, y compris les charges de notaire, d'avoué et d'huissier;

b) la profession d'avocat; c) les professions médicales et paramédicales au Grand-Duché de

Luxembourg; d) la pêche dans les eaux intérieures, le pilotage et les services

intérieurs des ports. 2. Les dispositions de l'article 2, alinéa 2, sous b) du présent

Traité ne modifient pas les dispositions nationales relatives aux di-plômes requis pour l'exercice de certaines professions.

Article 62 Dans le domaine des adjudications, aucune discrimination, sous

quelque forme que ce soit, ne peut être appliquée par les pouvoirs publics d'une Haute Partie Contractante, en faveur de ses produits naiönaux ou de ses ressortissants et au détriment des produits ou des ressortissants des autres Parties Contractantes.

Article 63 Pour l'application de l'article 62 du présent Traité, il faut entendre

par: A. Adjudications:

toutes adjudications de travaux et tous achats de marchandises par les pouvoirs publics pour leurs propres besoins, quel que soit le mode de passation de la commande; B. Pouvoirs publics:

a) les services de l'Etat; b) les pouvoirs régionaux et locaux en Belgique et au Grand-

Duché de Luxembourg ainsi que les pouvoirs subordonnés aux Pays-Bas;

c) dans la mesure où l'Etat exerce sur leurs adjudications une ac-tion réelle: les organismes paraétatiques en Belgique et au Grand-Duché de Luxembourg ainsi que les organismes semi-officiels aux Pays-Bas.

CHAPITRE 2

De la coordination des politiques

Article 64 (Voir Décisions ministérielles, p. 18 (art. 1, 2 j))

1. Dans le domaine des investissements, le Comité de Ministres décide de l'opportunité de l'adoption d'objectifs généraux ou parti-culiers d'une politique coordonnée des investissements applicable soit

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 161: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

23

op de gehele volkshuishouding of één of meer sectoren ervan betrek-king heeft.

2. Wanneer het dergelijke doelstellingen vaststelt, bepaalt het Comité van Ministers tegelijkertijd de methoden welke ter verwezen-lijking van het gecoördineeid beleid dienen te worden toegepast; deze methoden kunnen inhouden dat de investeringswetgevingen worden geharmoniseerd.

Artikel 65

Op het gebied van het landbouwbeleid verbinden de Hoge Verdrag-sluitende Partijen zich:

a) de technische vooruitgang stelselmatig te bevorderen (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 19 (art. 1, 2a));

b) maatregelen te nemen welke het mogelijk maken, de produktie en afzet van landbouwprodukten te harmoniseren, de landbouwers. en landarbeiders van de drie landen bestaanszekerheid te verschaffen in goed geleide en economisch en sociaal verantwoorde bedrijven, als-mede de produktiviteit te ontwikkelen en de kostprijzen in de lafid-bouw zo laag mogelijk te houden, teneinde zoveel mogelijk aan de binnenlandse behoeften te kunnen voldoen en een zo sterk mogelijke positie op buitenlandse markten te verkrijgen (zie Ministeriële Be-schikkingen, blz. 19 (art. 1, 2b)).

Artikel 66 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 19 (art. 1, 2c))

1. Indien één der Hoge Verdragsluitende Partijen vaststelt, dat de toestand in een sector van de landbouw, de voedselvoorziening of de Visserij zich zodanig ontwikkelt, dat men mag vrezen voor een ern-stige crisistoestand, kan het Comité van Ministers, na advies van de Raadgevende Interparlementaire Raad en van de Economische en Sociale Raad van Advies, de nodige beschikkingen nemen om een dergelijke crisistoestand te voorkomen of uit de weg te ruimen. Deze beschikkingen kunnen tijdelijke afwijkingen van de bepalingen van dit Verdrag inhouden.

2. Indien het om redenen van spoed niet mogelijk is, de in lid 1 van dit artikel bedoelde adviezen in te winnen of tijdig te verkrijgen, brengt het Comité van Ministers op korte termijn verslag uit aan de Raadgevende Interparlementaire Raad en aan de Economische en Social e Raad van Advies, zowel betreffende de genomen maatregelen als ten aanzien van de omstandigheden welke hiertoe hebben geleid.

Artikel 67 Bij de toepassing van de bepalingen van artikel 66 van dit Verdrag

houden de Hoge Verdragsluitende Partijen rekening met de bijzon-dere toestand van de Luxemburgse landbouw, zolang deze door minder gunstige natuurlijke produktiefactoren wordt bepaald.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 162: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

23

à l'ensemble de l'économie soit à un ou plusieurs secteurs écono-miques.

2. Lorsqu'il établit de tels objectifs, le Comité de Ministres déter-mine en même temps les méthodes à meure en oeuvre en vue de la réalisation de la politique coordonnée; ces méthodes peuvent im-pliquer l'harmonisation des législations en matière d'investissements.

Article 65 Dans le domaine de la politique agricole, les Hautes Parties Con-

tractantes s'engagent: a) à encourager systématiquement le progrès technique (voir

Décisions ministérielles, p. 19 (art. 1, 2 a)); b) à prendre des mesures susceptibles d'harmoniser la production

et l'écoulement des produits agricoles, d'assurer aux agriculteurs et aux ouvriers agricoles des trois - pays une sécurité d'existence dans des entreprises bien conduites et justifiées du point de vue économique et social ainsi que de développer la productivité et de maintenir les prix de revient agricoles aussi bas que possible pour pouvoir répondre au maximum aux besoins intérieurs, et d'acquérir une position aussi forte que possible sur les marchés extérieurs (voir Décisions ministé-rielles, p. 19 (art. 1, 2 b)).

Article 66 (Voir Décisions ministérielles, p 19 (art. 1, 2 c))

1. Dans le cas où une des Hautes Parties Contractantes constate-rait que la situation se développe dans un secteur de l'agriculture, du ravitaillement ou de la pêche de telle sorte qu'il y a lieu de craindre un état de crise grave, le Comité de Ministres peut, après avis du Conseil interparlementaire consultatif et du Conseil consultatif écono-mique et social, prendre des décisions de nature à éviter un semblable état de crise ou à y porter remède. Ces décisions peuvent déroger temporairement aux dispositions du présent Traité.

ib 2. Si, en raison de l'urgence, les avis prévus à l'alinéa 1 du présent article ne peuvent être demandés, ou obtenus en temps utile, le Comité de Ministres fait, dans le plus bref délai, rapport au Conseil interparlementaire consultatif et au Conseil consultatif économique et social tant sur les mesures prises que sur les circonstances qui les ont justifiées.

Article 67 Dans l'application des dispositions de l'article 66 du présent Traité,

les Hautes Parties Contractantes tiennent compte de la situation par-ticulière de l'agriculture luxembourgeoise aussi longtemps qu'elle reste déterminée par des facteurs naturels de production plus défa-vorables.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 163: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

24

Artikel 68

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2a))

Op het gebied van het vervoerswezen berust het gecoördineerde beleid voorzien in artikel 8 van dit Verdrag op de volgende grond-beginselen:

a) de harmonisatie van de concurrentievoorwaarden tussen de verschillende takken van het binnenlandse vervoer op het grond-gebied van elk der Hoge Verdragsluitende Partijen door het afschaf-fen van de aan de vervoerondernemingen opgelegde lasten en ver-strekte voordelen (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2m));

b) de rentabiliteit van de openbare en particuliere vervoeronder-nemingen.

Artikel 69 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 art. 1, 2b))

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, hun gemeen-schappelijk beleid te richten op het bevorderen van een harmonische ontwikkeling van, en een actieve samenwerking tussen, hun zeehavens.

Artikel 70 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 27 (art. 1, 2b))

Op het gebied van het sociale beleid voeren de Hoge Verdrag-sluitende Partijen in overleg met het georganiseerde bedrijfsleven een gecoördineerd beleid, gericht op de ontwikkeling van de sociale voor-uitgang en op de invoering van sociale voorzieningen welke aan hun bevolkingen een zo groot mogelijke bescherming en bestaanszeker-heid verschaffen.

Artikel 71 Op monetair gebied en op het gebied der internationale betalingen

betrekken de Hoge Verdragsluitende Partijen de circulatiebanken in de voorbereiding van het gecoördineerde en het gemeenschappelijke beleid, in het bijzonder door hun een voldoende vertegenwoordiging in de Commissie voor monetaire en financiële aangelegenheden te Ie verzekeren.

HOOFDSTUK 3

Van de economische en financiële betrekkingen met het buitenland

Artikel 72

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a)) 1. Het Comité van Ministers bepaalt de gemeenschappelijke han-

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 164: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

24

Article 68

(Voir Décisions ministérielles, D. 25 (art. 1, 2 a)) Dans le domaine des transports, la politique coordonnée visée à

l'article 8 du présent Traité, se fonde sur les principes de base ci-après:

a) l'harmonisation des conditions de concurrence entre les divers modes de transports intérieurs, sur le territoire de chacune des Hautes Parties Contractantes, moyennant l'abolition des charges imposées et des avantages consentis aux entreprises de transports (voir Décisions

S ministérielles, p. 23 (art. 1, 2 m)); b) la rentabilité des entreprises de transports publiques et privées.

Article 69 (Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2 b))

Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à orienter leur po-litique commune de façon à encourager un développement harmo-nieux et une collaboration active de leurs ports maritimes.

Article 70 (Voir Décisions ministérielles, p. 27 (art. 1, 2 b))

Dans le domaine de la politique sociale, les Hautes Parties Con-tractantes poursuivent en consultation avec les organisations profes-sionnelles, une politique coordonnée tendant au développement du progrès social ainsi qu'à l'établissement de dispositions sociales assu-rant à leurs populations un maximum de protection et de sécurité sociales.

Article 71 •Dans les domaines monétaire et des paiements, les Hautes Parties

Contractantes associent les Instituts d'émission à l'élaboration des le politiques coordonnée et commune notamment en leur, assurant une représentation adéquate au sein de la Commission monétaire et financière.

CHAPITRE 3

Des relations économiques et financières avec l'étranger

Article 72

(Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2 a)) 1. Le Comité de Ministres détermine la politique commerciale

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 165: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

25

delspolitiek in de economische betrekkingen met het buitenland en stelt de uitvoeringsmaatregelen daarvan vast.

2. Het stelt in het bijzonder de gemeenschappelijke invoer- en uit-voercontingenten vast.

Artikel 73 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2c), 22 (art. 1, 2b))

Het Comité van Ministers beslist omtrent de wenselijkheid: a) van alle onderhandelingen met derde landen met het oog op

het sluiten van verdragen en overeenkomsten inzake de buitenlandse handel, de daarmee verband houdende betalingen en het douane-tarief;

b) van gemeenschappelijke deelneming aan internationale econo-mische conferenties en organisaties.

Artikel 74 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2c))

1. De in artikel 73 van dit Verdrag bedoelde onderhandelingen worden door een gemeenschappelijke delegatie gevoerd. Haar samen-stelling wordt door het Comité van Ministers bepaald, hetwelk tevens de Voorzitter aanwijst.

2. Het Comité van Ministers stelt de door de gemeenschappelijke delegatie te volgen instructies vast. De Voorzitter is tegenover het Comité van Ministers verantwoordelijk voor de onderhandelingen.

Artikel 75 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a, d), 16 (art. 1, 2a), 20 (art. 1, 2k))

De Hoge Verdragsluitende Partijen plegen onderling overleg om-trent voorgenomen maatregelen ter bevordering van de uitvoer. Zij dragen er gemeenschappelijk zorg voor, dat deze maatregelen de concurrentievoorwaarden op de buitenlandse markten tussen de goe-deren afkomstig uit hun grondgebieden niet verstoren.

Artikel 76 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 14 (art. 1, 2e))

1. De Hoge Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar wederkerig bijstand in de toepassing van wettelijke en uitvoerende bepalingen betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen en betreffende de daarmee verband houdende betalingen, alsmede bij het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten.

2. De maatregelen tot uitvoering van de bepalingen van lid 1 van dit artikel worden vastgesteld bij overeenkomst tussen de Hoge Ver-dragsluitende Partijen.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 166: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

25

commune dans les relations économiques avec l'étranger et en arrête les modalités d'exécution.

2. Ii détermine notamment les contingents communs à l'impor-tation et à l'exportation.

Article 73 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2 c), 22 (art. 1, 2b))

Il appartient au Comité de Ministres de décider de l'opportunité: a) de toute négociation avec des pays tiers en vue de la conclusion

de traités et d'accords concernant le commerce extérieur, les paie-ments y afférents et le tarif douanier;

b) de la participation commune aux conférences et organisations internationales de caractère économique.

Article 74 (Voir Décisions ministérielles, p 13 (art. 1, 2 c))

1. Les négociations prévues à l'article 73 du présent Traité sont menées par une délégation commune. Le Comité de Ministres en détermine la composition et en désigne le Président.

2. Le Comité de Ministres arrête les instructions à suivre par la délégation commune. Le Président assume la responsabilité de la négociation vis-à-vis du Comité de Ministres.

Article 75 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2a, d), 16 (art. 1, 2a), 20 (art. 1, 2k))

Les Hautes Parties Contractantes se concertent au sujet des me-sures qu'elles se proposent de prendre afin de promouvoir les expor-tations. Elles veillent en commun à ce que ces mesures ne faussent pas, sur les marchés étrangers, les conditions de concurrence entre les

go marchandises en provenance de leurs territoires.

Article 76 (Voir Décisions ministérielles, p 14 (art. 1, 2e))

1. Les Hautes Parties Contractantes se prêtent mutuellement assistance pour l'application des dispositions législatives ou réglemen-taires concernant les importations, les exportations et le transit des marchandises ainsi que les paiements y afférents, de même que pour la prévention et la répression des infractions.

2. Les modalités d'exécution des dispositions de l'alinéa 1 du présent article sont déterminées par convention entre les Hautes Parties Contractantes.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 167: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

26

Artikel 77 Indien de gemeenschappelijke handels- en financiële betrekkingen

met bepaalde derde landen of groepen van derde landen kredietver-lening of aanvaarding van niet-convertibele valuta's met zich mede-brengen, worden de daaruit voortvloeiende lasten op nader overeen te komen wijze tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen verdeeld.

HOOFDSTUK 4

Van de douane- en belastingaangelegenheden

Artikel 78 (Zie Douane en Belastingen, blz. 2 (art. 2), Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2a))

1. De vaststelling van invoerrechten en accijnzen, alsmede van alle andere terzake van de in-, uit- of doorvoer geheven rechten, belastingen of heffingen van welke aard ook, geschiedt gemeenschap-pelijk of door multilaterale overeenkomsten waarbij de Hoge Ver-dragsluitende Partijen partij zijn.

2. De wijze van heffing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde belastingen wordt tegelijk met de vaststelling van de gemeenschappe-lijke tarieven bepaald.

Artikel 79 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2d))

Ten aanzien van de omzetbelasting, de overdrachttaxe en soort-gelijke belastingen wordt een regime ingesteld, dat in de artikelen 3 tot en met 5 van dit Verdrag voorziene vrije verkeer verzekert.

Artikel 80 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2e))

1. Voor de accijnzen en het waarborgrecht voor werken van edel metaal worden gemeenschappelijke rechten vastgesteld, waarbij de heffingsregelingen worden ge&ördineerd.

2. Binnenlandse natuurlijke niet-mousserende wijn welke uit verse druiven wordt vervaardigd kan niet met accijns worden belast.

Artikel 81 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2/))

1. De Hoge Verdragsluitende Partij die door wijziging van haar muntpariteit de gelijkwaardigheid verbreekt van de specifieke tarieven welke voor de geünificeerde rechten, belastingen en heffingen van welke aard ook zijn vastgesteld, verbindt zich, tenzij tevoren anders is overeengekomen, de in haar betaalmiddel uitgedrukte bedragen dier tarieven dienovereenkomstig aan te passen en zulks met ingang van de dag waarop de nieuwe pariteit van kracht wordt.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 168: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

26

Article 77 Si les relations commerciales et financières communes avec cer-

tains pays ou groupes de pays tiers comportent l'octroi de crédits ou l'acceptation de monnaies inconvertibles, la charge en est répartie entre les Hautes Parties Contractantes suivant des modalités à con-venir.

CHAPITRE 4

Des questions douanières et fiscales

S Article 78 (Voir Douane et Fiscalité, p. 2 (art. 2), Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2a))

1. Les droits d'entrée et d'accise ainsi que tous autres impôts, taxes et prélèvements généralement quelconques perçus à l'occasion de l'importation, de l'exportation et du transit sont déterminés de commun accord ou par les conventions multilatérales auxquelles les Hautes Parties Contractantes sont parties.

2. Les modalités de perception des impôts visés à l'alinéa 1 du présent article sont déterminées en même temps que les tarifs com-muns.

Article 79 (Voir Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2d))

Il est institué en matière d'impôts sur le chiffre d'affaires, de taxe de transmission et d'impôts analogues, un régime qui assure la libre circulation prévue aux articles 3 à 5 du présent Traité.

Article 80 (Voir Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2e))

1. Des taux communs sont déterminés en ce qui concerne les droits d'accise ainsi que la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux, les règles de perception étant coordonnées.

ob 2. Les vins naturels indigènes non mousseux fabriqués à l'aide de raisins frais ne peuvent être grevés d'un droit d'accise.

Article 81 (Voir Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2f))

1. Celle des Hautes Parties Contractantes qui, par une modifi-cation de la parité de sa monnaie, romprait l'équivalence des tarifs spécifiques stipulés pour les droits, impôts, taxes et prélèvements généralement quelconques qui sont unifiés, s'engage, à moins qu'il n'en ait été convenu autrement au préalable, à aménager à due con-currence les taux desdits tarifs exprimés dans sa monnaie et ce à partir du jour où la nouvelle parité sortira ses effets.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 169: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

27

2. Ingeval van toepassing van het in lid 1 van dit artikel bepaalde plegen de Hoge Verdragsluitende Partijen zo spoedig mogelijk onder-ling overleg ter definitieve vaststelling, in ieder van hun betaalmid-delen, van de nieuwe gemeenschappelijke bedragen der in lid 1 van dit artikel bedoelde rechten, belastingen en heffingen.

Artikel 82 De in de artikelen 11, 78, 79 en 80 van dit Verdrag bedoelde

rechten, belastingen en heffingen worden vastgesteld in het wettig betaalmiddel van het land waar de vordering is ontstaan.

Artikel 83 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2g))

1. De Hoge Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar wederkerig bijstand bij alles wat betreft de heffing en de invordering van de rechten, belastingen en heffingen, bedoeld in de artikelen 11, 78, 79 en 80 van dit Verdrag, alsmede bij het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten.

2. De maatregelen tot uitvoering van de bepaling van lid 1 van dit artikel worden vastgesteld bij overeenkomst tussen de Hoge Ver-dragsluitende Partijen.

Artikel 84 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2h))

De Hoge Verdragsluitende Partijen nemen de nodige maatregelen teneinde de toewijzing van de opbrengst der in de artikelen 11, 78, 79 en 80 van dit Verdrag bedoelde rechten, belastingen of heffingen te verzekeren.

HOOFDSTUK 5

Van het Vrije verkeer van vervoerdiensten

Artikel 85 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2c))

Het Comité van Ministers stelt de toelatingsvoorwaarden vast voor de deelneming aan het nationale vervoer over de weg of per binnen-schip door de onderdanen der Hoge Verdragsluitende Partijen welke niet zijn gevestigd op het grondgebied waar zij hun diensten wensen te verlenen.

Artikel 86 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2c))

1. Het goederenvervoer over de weg en het ongeregelde reizigers-vervoer over de weg tussen de grondgebieden der Hoge Verdrag-sluitende Partijen zijn onderworpen aan gemeenschappelijke uitvoe -

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 170: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICULIERES

27

2. Au cas où il aurait été fait application des dispositions de l'alinéa 1 du présent article, les Hautes Parties Contractantes se con-certeront dans le plus bref délai en vue d'arrêter définitivement, dans chacune de leurs monnaies, les nouveaux taux communs des droits, impôts, taxes et prélèvements visés à l'alinéa 1 du présent article.

Article 82 Les droits, impôts, taxes et prélèvements visés aux articles 11, 78,

79 et 80 du présent Traité sont fixés dans la monnaie ayant cours légal dans le pays où la créance est née.

le Article 83 (Voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2g))

1. Les Hautes Parties Contractantes se prêtent mutuellement assistance pour tout ce qui concerne la perception et le recouvre-ment des droits, impôts, taxes et prélèvements visés aux articles 11, 78, 79 et 80 «du présent Traité ainsi que pour la prévention et la répression des infractions.

2. Les modalités d'exécution de la disposition de l'alinéa 1 du présent article sont déterminées par convention entre les Hautes Parties Contractantes.

Article 84 (Voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2h))

Les Hautes Parties Contractantes prennent les dispositions néces-saires pour assurer la dévolution du produit des droits, impôts, taxes ou prélèvements visés aux articles 11, 78, 79 et 80 du présent Traité.

CHAPITRE 5

De la libre circulation des services de transports

Article 85 (Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2c))

Les conditions d'admission aux transports nationaux par route ou par voie navigable des ressortissants des Hautes Parties Contractantes non établis sur le territoire sur lequel ils désirent prester leurs ser-vices, sont déterminées par le Comité de Ministres.

Article 86 (Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2c))

1. Les transports routiers de marchandises et les transports rou-tiers irréguliers de voyageurs entre les territoires des Hautes Parties Contractantes sont soumis à des règles communes d'exécution et de

Benelux, 5me supplément- 1.11.62

Page 171: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

28

rings- en controlemaatregelen, welke door het Comité van Ministers worden vastgesteld. Teneinde de harmonische ontwikkeling van het bedoelde goederenvervoer te bevorderen stelt het Comité van Minis-ters bovendien alle wenselijke maatregelen vast, in het bijzonder in-zake de prijsvorming (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 61 (art. 1), 62, 80, 84).

2. Het Comité van Ministers bepaalt het regime van het geregelde reizigersvervoer over de weg tussen de grondgebieden van de Hoge Verdragsluitende Partijen.

Artikel 87 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2c)) Ie

1. Met betrekking tot het internationale wegvervoer, met uitzon-dering van het ongeregelde reizigersvervoer, vanuit het grondgebied van een Hoge Verdragsluitende Partij naar een derde land stelt het Comité van Ministers de toelatingsvoorwaarden vast voor de onder-danen van de Hoge Verdragsluitende Partijen die niet op het grond-gebied van de desbetreffende Hoge Verdragsluitende Partij zijn ge-vestigd.

2. Voor het ongeregelde reizigersvervoer over de weg vanuit het grondgebied van een der Hoge Verdragsluitende Partijen naar een derde land stelt het Comité van Ministers de uitvoerings- en controle-maatregelen vast (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 61, 62)

Artikel 88 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2c))

Inzake het door onderdanen der Hoge Verdragsluitende Partijen bewerkstelligde vervoer over de weg of per binnenschip waarborgt elk hunner aan de niet op hun grondgebied gevestigde personen een regime dat in vergelijking met de aldaar gevestigde personen ten minste even gunstig is als het regime dat bij de inwerkingtreding van dit Verdrag wordt toegepast.

Artikel 89 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2c))

Onverminderd de bepalingen van artikel 5 van dit Verdrag volgt Ie ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen op het gebied van de lucht-vaart een liberale politiek ten aanzien van de verlening aan de andere Verdragsluitende Partijen van commerciële rechten voor de exploi-tatie van geregelde internationale luchtvaartdiensten welke haar grondgebied doorkruisen of daar binnen plaatsvinden.

HOOFDSTUK 6 Van de statistiek

Artikel 90 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 29 (art. 1, 2a))

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, de statistieken

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 172: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS. PARTICULIERES

28

contrôle fixées par le Comité de Ministres. En vue de promouvoir le développement harmonieux desdits transports de marchandises, le Comité de Ministres arrête en outre toutes mesures utiles, notam-ment en matière de formation de prix (voir Décisions ministérielles, p. 61 (art. 1), 62, 80, 84).

2. Le régime des transports réguliers par route de voyageurs entre les territoires des Hautes Parties Contractantes est déterminé par le Comité de Ministres.

Article 87

le (Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2c)) 1. En matière de transports internationaux par route à l'exception

des transports irréguliers de voyageurs intéressant le trafic au départ du territoire d'une Haute Partie Contractante vers un pays tiers, le Comité de Ministres fixe les conditions d'admission des ressortissants des Hautes Parties Contractantes non établis sur le territoire de cette Haute Partie Contractante.

2. En matière de transports routiers irréguliers de voyageurs au départ du territoire d'une des Hautes Parties Contractantes vers un pays tiers, le Comité de Ministres fixe les règles d'exécution et de contrôle concernant lesdits transports (voir Décisions ministérielles, p. 61, 62).

Article 88 (Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2c))

En matière de transports par route ou par voie navigable exécutés par des ressortissants des Hautes Parties Contractantes, chacune de celles-ci assure aux personnes non établies sur son territoire un régime au moins aussi favorable par rapport aux personnes y établiés que celui appliqué lors de l'entrée en vigueur du présent Traité.

Article 89 • (Voir Décisions ministérielles, p. 2. (art. 1, 2c)) En matière de transports aériens, chacune des Hautes Parties Con-

tractantes poursuit sans préjudice des dispositions de l'article 5 du présent Traité une politique libérale pour l'octroi aux autres Parties Contractantes des droits commerciaux de l'air en vue de l'exploi-tation de services aériens internationaux réguliers traversant son territoire ou s'effectuant à l'intérieur de celui-ci.

CHAPITRE 6 Des statistiques

Article 90 (Voir Décisions ministérielles, p. 29 (art. 1, 2a))

Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à élaborer les statis-

Benelux, Sme supplément 1.11. 62

Page 173: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

BIJZONDERE BEPALINGEN BENELUX VERDRAG

29

samen te stellen welke onmisbaar zijn voor het verkrijgen van verge-lijkbare gegevens ter beoordeling van de economische, financiële en sociale toestand hunner landen en deze statistieken uit te wisselen.

Artikel 91

Geen Hoge Verdragsluitende Partij is verplicht inlichtingen, beant-woordend aan de in artikel 90 van dit Verdrag gegeven omschrijving, te verstrekken in strijd met nationale regelingen welke een vertrouwe-lijk karakter toekennen aan bepaalde gegevens omdat deze wegens het beperkte aantal berichtgevers inzicht zouden kunnen geven in de Ie toestand van afzonderlijke personen, ondernemingen of instellingen.

Artikel 92

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 29 (art. 1, 2b)) Het Comité van Ministers kan beslissen, dat in onderlinge samen-

werking statistische waarnemingen zullen worden verricht betreffende de goederen en de middelen voor het vervoer van goederen welke de gemeenschappelijke grenzen der Hoge Verdragsluitende Partijen over-schrijden.

.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 174: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX DISPOSITIONS PARTICtJLIERES

29

tiques qui sont indispensables, à l'obtention de données comparables permettant d'apprécier la situation économique, financière et sociale de leurs pays, et à se communiquer réciproquement lesdites statis-tiques.

Article 91

Aucune des Hautes Parties Contractantes n'est obligée de com-muniquer des renseignements répondant à la qualification énoncée à l'article 90 du présent Traité en violation de dispositions nationales

S attribuant un caractère confidentiel à certaines données qui, par suite du nombre réduit de déclarants, permettraient de découvrir la situation d'une personne, d'une entreprise ou d'une institution indi-viduelle.

Article 92

(Voir Décisions ministérielles, p. 29 (art. 1, 2b)) Le Comité de Ministres peut décider que des relevés statistiques

seront faits en collaboration, concernant les marchandises et les moyens de transport de marchandises, qui franchissent les frontières communes des Hautes Parties Contractantes.

n

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 175: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

• OVERGANGSOVEREENKOMST

CONVENTION TRANSITOIRE

C

Page 176: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

33

CONVENTION TRANSITOIRE

Les Hautes Parties Contractantes au Traité instituant l'Union économique Benelux signé ce jour et désigné ci-après ,,Traité d'Union";

Reconnaissant que les circonstances requièrent, en ce qui con-cerne l'application de certaines dispositions du Traité d'Union, des dérogations transitoires;

Soucieuses d'éliminer progressivement ces dérogations par une action concertée;

Ont décidé de conclure une Convention transitoire et sont con-venues des dispositions suivantes:

CHAPITRE 1

Du traitement national, de la libre circulation et de l'exercice d'activités économiques et professionelles

Article 1

Avant le 1 er janvier 1959 (voir Décisions ministérielles, p. 48 (art. 1)) les Hautes Parties Contractantes établissent une convention déterminant les modalités d'exécution des articles 55 et 56 du Traité d'Union.

Article 2

(Voir Décisions ministérielles, p. 17 (art. 1, 2d), 75 (art. 1, 2c)) 1. Aussi longtemps que les législations en matière d'exercice

d'activités économiques et professionnelles indépendantes ne sont pas harmonisées et que des difficultés importantes pour une ou plusieurs des Hautes Parties Contractantes peuvent en résulter, le Comité de Ministres peut, pendant une période ne pouvant dépasser cinq ans, et par dérogation aux dispositions de l'article 2, alinéa 2, sous b), du Traité d'Union, autoriser chacune des Hautes Parties Contrac-tantes à instituer pour les ressortissants des autres Parties Contrac-tantes des conditions d'exercice qui ne sont pas exigées de ses ressor-tissants en ce qui concerne l'artisanat, le commerce de détail, le commerce de gros, l'industrie et la prestation de services (voir Déci-sions ministérielles, p. 76).

2. Au cas où en application de l'alinéa 1 du présent article, une Haute Partie Contractante institue pour les ressortissants des autres Parties Contractantes des conditions plus lourdes que celles aux-quelles elle soumet ses ressortissants, ces conditions ne peuvent en aucun cas être plus sévères que celles que les autres Parties Contrac-

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 177: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

33

OVERGANGSOVEREENKOMST

De Hoge Verdragsluitende Partijen bij het heden ondertekende Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, hierna genoemd ,,Unieverdrag";

Erkennende, dat de omstandigheden voor wat betreft sommige bepalingen van het Unieverdrag afwijkingen van lopende aard vereisen;

Verlangend deze afwijkingen door gezamenlijke bemoeiingen ge-leidelijk af te schaffen; • Hebben besloten een Overgangsovereenkomst te sluiten en zijn de volgende bepalingen overeengekomen:

HOOFDSTUK 1

Van de nationale behandeling, de bewegingsvrijheid en de uitoefening van economische en beroepswerkzaamheden

Artikel 1

V66r 1 januari 1959 (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 48 (art. 1)) stellen de Hoge Verdragsluitende Partijen een overeenkomst op, welke de wijze van uitvoering van de artikelen 55 en 56 van het Unieverdrag bepaalt.

Artikel 2

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 17 (art. 1, 2d), 75 (art. 1, 2c)) 1. Zolang de wetgevingen inzake de uitoefening van zelfstandige

economische en beroepswerkzaamheden niet zijn geharmoniseerd en hieruit voor één of meer Hoge Verdragsluitende Partijen belangrijke moeilijkheden kunnen ontstaan, kan het Comité van Ministers ge-durende een tijdvak van ten hoogste vijf jaar en in afwijking van de bepalingen van artikel 2, lid 2, onder b), van het Unieverdrag aan ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen toestaan aan de onderdanen van de andere Verdragsluitende Partijen eisen te stellen voor de uit-oefening van beroepswerkzaamheden op het gebied van ambacht, kleinhandel, groothandel, industrie en dienstverlening, welke niet voor de eigen onderdanen worden gesteld (zie Ministeriële Beschik-kingen, blz. 76).

2. Indien een Hoge Verdragsluitende Parïjt op grond van lid I van dit artikel voor de onderdanen der andere Verdragsluitende Par-tijen zwaardere eisen stelt dan die welke zij aan haar eigen onder-danen oplegt, mogen deze eisen in geen geval zwaarder zijn dan die welke de andere Verdragsluitende Partijen aan hun onderdanen op-

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 178: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

34

leggen noch mogen zij zwaarder zijn dan die welke de eerstgenoemde Verdragsluitende Partij aan onderdanen van derde landen oplegt.

Artikel 3

De bepalingen van artikel 2, lid 2, onder b), van het Unieverdrag zijn gedurende een tijdvak van ten hoogste vijf jaar niet van toe-passing op de visserij in de territoriale wateren.

Artikel 4

1. Gedurende een tijdvak van ten hoogste drie jaar kunnen, over-eenkomstig regelingen welke voortvloeien uit overeenkomsten tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen, maatregelen worden genomen, ingeval een belangrijke ongelijkheid mocht bestaan tussen de aan-bestedingen gegund door de overheidsinstellingen van een Hoge Ver-dragsluitende Partij aan de onderdanen van een andere Verdrag-sluitende Partij en aanbestedingen gegund door de overheidsinstel-lingen van die Verdragsluitende Partij aan de onderdanen van de eerstgenoemde Verdragsluitende Partij; deze maatregelen kunnen eventueel afwijken van de bepalingen van artikel 62 van het Unie-verdrag.

2. In het in lid 1 van dit artikel bedoelde geval doet het College van Scheidsrechters bedoeld in artikel 15 van het Unieverdrag uit-sluitend ex aequo et bono uitspraak.

Artikel 5

Gedurende een tijdvak van ten hoogste drie jaar zal artikel 62 van het Unieverdrag op de aanbestedingen van de overheidsinstellingen, bedoeld in artikel 63, onder B. b), van dat Verdrag, alleen van toe-passing zijn voor zover de Staat hierop daadwerkelijk invloed uit-oefent.

Artikel 6

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 18 (art. 1, 2 ij) 1. Binnen een tijdvak van ten hoogste vijf jaar stellen de Hoge

Verdragsluitende Partijen de overeenkomst op, bedoeld in artikel 58, lid 3, van het Unieverdrag.

2. Tot aan de inwerkingtreding van de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst is artikel 58, lid 2, van het Unieverdrag niet van toepassing op het gebied van verzekeringen, spaarkassen en bouwkassen.

Artikel 7

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 27 (art. 1, 2c)) 1. Indien de stand van de arbeidsmarkt de tewerkstelling van

werknemers in bepaalde tijdvakken, streken of beroepen niet zou

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 179: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

34

tantes requièrent de leurs ressortissants ni plus sévères que celles qu'elle exige des ressortissants de pays tiers.

Article 3

Pendant une période ne pouvant dépasser cinq ans, les dispositions de l'article 2, alinéa 2, sous b), du Traité d'Union ne sont pas appli-cables à la pêche dans les eaux territoriales.

Article 4

. 1. Pendant une période ne pouvant dépasser trois ans au cas où il existerait un déséquilibre important entre les adjudications attri-buées par les pouvoirs publics d'une Haute Partie Contractante aux ressortissants d'une autre Partie Contractante et celles attribuées par les pouvoirs publics de cette autre Partie Contractante aux ressortis-sants de la première Partie Contractante, des mesures dérogeant éven-tuellement aux dispositions de l'article 62 du Traité d'Union peuvent être prises conformément aux modalités résultant de conventions entre les Hautes Parties Contractantes.

2. Dans le cas visé par l'alinéa 1 du présent article, le Collège arbitral prévu à l'article 15 du Traité d'Union statue exclusivement ex aequo et bono.

Article 5

Pendant une période ne pouvant dépasser trois ans, l'article 62 du Traité d'Union ne sera appliqué aux adjudications de pouvoirs visés à l'article 63, sous B. b), dudit Traité, que dans la mesure où l'Etat exerce sur ces opérations une action réelle.

Article 6

. (Voir Décisions ministérielles, p. 18 (art. 1, 2i))

1. Dans un délai ne pouvant dépasser cinq ans, les Hautes Parties Contractantes établissent la convention visée à l'article 58, alinéa 3 du Traité d'Union.

2. En attendant l'entrée en vigueur de la convention prévue à l'alinéa 1 du présent article, l'article 58, alinéa 2 du Traité d'Union n'est pas applicable aux secteurs des assurances, de la capitalisation et des prêts hypothécaires.

Article 7 (Voir Décisions ministérielles, p. 27 (art. 1, 2c))

1. Au cas où l'état du marché du travail ne permettrait pas aux travailleurs salariés d'être mis au travail au cours de certaines pério-

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 180: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

35

toestaan, plegen de Hoge Verdragsluitende Partijen onmiddellijk overleg, teneinde in onderlinge overeenstemming de nodige tijdelijke maatregelen te treffen.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, bij de toe-passing van deze maatregelen zoveel mogelijk het nadeel te beperken, dat voor de belanghebbende werknemers daaruit zou kunnen ont-staan.

3. Het door dit artikel ingestelde regime vervalt uiterlijk na ver-loop van een tijdvak van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Unieverdrag; v66r de afloop van dit tijdvak kan het Comité van Ministers te allen tijde dit regime beëindigen.

Artikel 8 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 27 (art. 1, 2d))

Tenzij het Comité van Ministers anders beslist, zijn gedurende een tijdvak van ten hoogste vijf jaar de bepalingen van artikel 2, lid 2, onder b), van het Unieverdrag niet van toepassing op werknemers die door een arbeidsovereenkomst voor schepelingen zijn gebonden.

HOOFDSTUK 2

Van het handelsverkeer tussen de grondgebieden van de Hoge Verdragsluitende Partijen

Artikel 9 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 28 (art. 1, 2g), 57 (art. 15, 2), 82, 83)

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, binnen een tijd-vak van ten hoogste vijf jaar de coördinatie tot stand te brengen van de wettelijke of uitvoerende voorschriften en de andere publiekrech-telijke voorschriften bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het Unie-verdrag, die een ongerechtvaardigde belemmering voor het vrije ver-keer vormen, teneinde die belemmering weg te nemen.

Artikel 10 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2d))

1. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 11 tot en met 24 van deze Overeenkomst is ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen bevoegd in afwijking van artikel 3 van het Unieverdrag die beper-kingen op het vrije handelsverkeer te handhaven welke op het ogen-blik van de inwerkingtreding van het Unieverdrag van kracht zijn.

2. Het Comité van Ministers stelt de lijst van deze beperkingen vast en schaft deze geleidelijk af binnen een tijdvak van ten hoogste vijf jaar.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 181: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

35

des, dans certaines régions, ou pour certaines professions, les Hautes Parties Contractantes se consultent immédiatement afin de déter-miner, de commun accord, les mesures temporaires qui s'impose-raient.

2. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent, dans l'application de ces mesures, à limiter, autant que possible, le préjudice qui pour-rait en résulter pour les travailleurs salariés intéressés.

3. Le régime institué par le présent article prend fin au plus tard à l'expiration d'une période de cinq ans après l'entrée en vigueur du .

Traité d'Union; le Comité de Ministres peut avant l'expiration de cette période mettre fin à tout moment à ce régime.

Article 8 (Voir Décisions ministérielles, p. 27 (art. 1, 2d))

Les travailleurs se trouvant dans les liens d'un contrat d'engage-ment maritime ne bénéficient pas des dispositions de l'article 2, alinéa 2, sous b), du Traité d'Union pendant une période ne pouvant dépasser cinq ans, à moins de décision contraire du Comité de Ministres.

CHAPITRE 2

Des échanges entre les territoires des Hautes Parties Contractantes

Article 9 (Voir Décisions ministérielles, p. 16 (art. 1, 2a), 19 (art. 1, 2d), 28 (art. 1, 2g), 57 (art. 15, 2), 82, 83)

Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à coordonner dans un délai ne pouvant dépasser cinq ans, les dispositions légales et régle-mentaires et les autres dispositions de droit public visées aux articles 6 et 7 du Traité d'Union qui constituent des entraves indues à la libre • circulation en vue de l'élimination de ces entraves.

Article 10

(Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2d)) 1. Sans préjudice des dispositions des articles 11 à 24 inclus de

la présente Convention, chacune des Hautes Parties Contractantes est autorisée, par dérogation à l'article 3 du Traité d'Union, à main-tenir en vigueur les entraves à la libre circulation des marchandises appliquées au moment de l'entrée en vigueur du Traité d'Union.

2. Le Comité de Ministres établit la liste des entraves appliquées et y met progressivement. fin dans un délai ne pouvant dépasser cinq ans.

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 182: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

36

3. In elk geval kennen de Hoge Verdragsluitende Partijen elkaar het meest gunstige regime toe dat ten aanzien van derde landen van kracht is.

HOOFDSTUK 3

Van de landbouw

Artikel 11 In afwachting van de verwezenlijking van de voorwaarden voor

een volledige vrijmaking van het handelsverkeer in landbouwpro-dukten tussen de grondgebieden van de Hoge Verdragsluitende Par-tijen kan ieder hunner binnen haar grondgebied maatregelen tot valorisatie treffen; deze maatregelen kunnen een beperking of een verbod van de uitvoer van de gevaloriseerde produkten inhouden. Iedere Hoge Verdragsluitende Partij kan tevens maatregelen treffen ter bescherming van haar binnenlandse markt tegenover de andere Verdragsluitende Partijen binnen de grenzen en onder de voor-waarden van de artikelen 12 tot en met 24 van de Overeenkomst.

Artikel 12 In afwijking van de artikelen 3, 7, 10 en 11 van het Unieverdrag

is ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen bevoegd heffingen of licentierechten op te leggen bij de in- en uitvoer van landbouwpro-dukten en voedingsmiddelen. Deze heffingen kunnen echter alleen ten aanzien van de andere Verdragsluitende Partijen worden toege-past, indien zij tevens worden toegepast ten aanzien van derde landen. De opbrengsten van zodanige heffingen of licentierechten vormen geen gemeenschappelijke inkomsten.

Artikel 13 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 19 (art. 1, 2))

In afwijking van de artikelen 3, 7, 10 en 11 van het Unieverdrag zijn de produkten, voortkomende op de bij deze Overeenkomst ge-voegde lijst A, onderworpen aan het stelsel van minimumprijzen. Ie

Artikel 14 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 7 (art. 19), blz. 19 (art. 1, 2e))

1. De minimumprijzen worden in onderlinge overeenstemming door de Commissie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij vastgesteld op basis van de kostprijzen, verhoogd met een passende winstmarge. Bij verschil van mening in deze Commissie omtrent een minimumprijs of zijn toepassing wordt het geschil onmiddellijk voor-gelegd aan een overeenkomstig artikel 21 van het Unieverdrag inge-stelde Werkgroep. De beslissing van de Werkgroep is onmiddellijk van toepassing.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 183: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE'

36

3. Les Hautes Parties Contractantes s'accordent dans tous les cas le régime le plus favorable en vigueur à l'égard d'un pays tiers.

CHAPITRE 3

De l'agriculture

Article 11 En attendant la réalisation des conditions d'une libération com-

plète des échanges de produits agricoles entre les territoires des Hautes Parties Contractantes, chacune d'elles peut prendre des me-sures de valorisation à l'intérieur de son territoire; ces mesures peu-vent comporter la limitation ou l'interdiction d'exportei des produits valorisés. Chaque Haute Partie Contractante peut également prendre des mesures pour sauvegarder son marché intérieur à l'égard des autres Parties Contractantes, dans les limites et aux conditions stipu-lées aux articles 12 à 24 inclus de la présente Convention.

Article 12 Par dérogation aux articles 3, 7, 10 et 11 du Traité d'Union,

chacune des Hautes Parties Contractantes est autorisée à établir des prélèvements ou droits de licence à l'importation et à l'exportation des produits de l'agriculture et de l'alimentation. Ces prélèvements ne peuvent cependant être appliqués aux autres Parties Contractantes que s'ils sont également appliqués aux pays tiers. Les prélèvements ou droits de licence perçus ne constituent pas une recette commune.

Article 13 (Voir Décisions ministérielles, p. 19 (art. 1, 2e))

Par dérogation aux articles 3, 7, 10 et 11 du Traité d'Union, les

S produits figurant à la liste A annexée à la présente Convention, sont soumis au régime des prix minima.

Article 14 (Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 19), p. 19 (art. 1, 2e))

1. Les prix minima sont fixés de commun accord par la Corn7 mission de l'agriculture, du ravitaillement et de la pêche sur base du prix de revient augmenté d'une marge bénéficiaire convenable. En cas de désaccord au sein de cette Commission, soit au sujet d'un prix minimum, soit au sujet de son application, le différend sera porté immédiatement devant une réunion d'un Groupe de travail institué conformément à l'article 21 du Traité d'Union. La décision prise par le Groupe de travail sera applicable immédiatement.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 184: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

37

Indien binnen acht dagen na de vergadering van de Werkgroep nog geen beslissing is genomen, kan de Regering van het belanghebbende invoerende land onmiddellijk die maatregelen in werking stellen welke zij onontbeerlijk acht voor de bescherming van haar belangen. In dat geval zal zij rekening houden met de noodzaak de belangen van het uitvoerende land zo min mogelijk te schaden.

2. De Commissie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij stelt eventueel de kwaliteiten, typen en variëteiten vast van de pro-dukten die aan het stelsel van minimumprijzen zijn onderworpen.

Artikel 15 (Zie Landbouw, blz. 2, Ministeriële Beschikkingen, blz. 19 (art. 1, 2e)) Ie

1. Teneinde de toepassing te verzekeren van de overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van deze Overeenkomst vastgestelde minimumprijzen, wordt aan een permanente delegatie uit de Com-missie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij, samengesteld uit afgevaardigden van de Hoge Verdragsluitende Partijen, opge-dragen de ontwikkeling der prijzen voortqurend te volgen. Wanneer deze delegatie constateert dat de geldende prijzen beneden het vast-gestelde peil blijven, dan is het invoerende land zonder meer bevoegd om bij wijze van conservatoire maatregel de invoer van de betrokken produkten op te schorten, totdat de Commissie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij - daartoe binnen drie dagen bijeen-komende - of de vergadering van de in artikel 14 van deze Over-eenkomst vermelde Werkgroep een beslissing heeft genomen. Evenzo zal een eventueel door genoemde delegatie geconstateerd herstel der prijzen op het vastgestelde peil zonder meer de afschaffing van de door het invoerende land genomen maatregelen met zich meebrengen.

2. Bij de uitoefening van haar taak zal de permanente delegatie de procedure volgen welke door de Commissie voor Landbouw, Voed-selvoorziening en Visserij wordt vastgesteld.

Artikel 16 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 19 (art. 1, 2e))

1. Teneinde de krachtens artikel 14 van deze Overeenkomst vast-gestelde minimumprijzen te waarborgen worden heffingen vastge-steld, welke gelijk zijn aan het verschil tussen de overeengekomen minimumprijzen en de prijs franco grens. De prijs franco grens wordt vastgesteld op grond van de prijs op de binnenlandse markt vermeer-derd met de werkelijke kosten.

2. Tenzij het Comité van Ministers anders beslist, worden deze heffingen door het uitvoerende land geheven.

3. Het totale bedrag van deze heffingen, welke worden gelegd op het onderling handelsverkeer tussen Nederland en de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, wordt na afloop van ieder kwartaal gelijkelijk tussen beiden verdeeld.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 185: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

37

Dans le cas où cette décision ne serait pas intervenue dans les huit jours qui suivent la réunion du Groupe de travail, le Gouvernement du pays importateur intéressé peut mettre immédiatement en vigueur la mesure qu'il considère comme indispensable à la sauvegarde de ses intérêts. Dans ce cas, il tiendra compte de la nécessité de léser le moins possible les intérêts du pays exportateur.

2. La Commission de l'agriculture, du ravitaillement et de la pêche fixe éventuellement les qualités, types et variétés des produits soumis au régime des prix minima.

• Article 15 (Voir Agriculture, p. 2, Décisions ministérielles, p. 19 (art. 1, 2e))

1. En vue d'assurer l'application des prix minima établis confor-mément aux dispositions de l'article 14 de la présente Convention, une délégation permanente de la Commission de l'agriculture, du ravitaillement et de la pêche composée de délégués des Hautes Parties Contractantes, est chargée de suivre constamment l'évolution des prix. La constatation qu'elle fait, de prix pratiqués en dessous du niveau établi, entraîne automatiquement la faculté pour le pays importateur de suspendre, à titre conservatoire, les importations des produits en cause en attendant que la Commission de l'agriculture, du ravitaille-ment et de la pèche réunie dans les trois jours, ou la réunion du Groupe de travail mentionné à l'article 14 de la présente Convention, ait pu prendre une décision. De la même manière, la restauration éventuelle des prix au niveau-fixé, constatée par ladite délégation, entraînera automatiquement la suppression de la mesure prise par le pays importateur.

2. Dans l'exécution de sa mission, la délégation permanente suivra la procédure établie par la Commission de l'agriculture, du ravitaille-ment et de la pêche.

Article 16 (Voir Décisions ministérielles, p. 19 (art. 1, 2e)) •

1. En vue de garantir les prix minima fixes en application de l'article 14 de la présente Convention, des prélèvements égaux à la différence entre le prix minimum convenu et le prix franco frontière sont établis. Le prix franco frontière est établi en partant du prix pratiqué sur le marché intérieur augmenté des frais réels.

2. Sauf dérogation par le Comité de Ministres, ces prélèvements sont perçus par le pays exportateur.

3. La somme de ces prélèvements opérés à l'occasion des échanges entre les Pays-Bas et l'Union économique belgo-luxembourgeoise est répartie par moitié entre eux à l'expiration de chaque trimestre.

Benelux, Sme supplément 1.11:62

Page 186: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

38

Artikel 17 (Ze Ministeriële Beschikkingen, blz. 20 (art. 1, 2f))

De Hoge Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar preferentie bij de invoer van landbouwprodukten waarvoor een minimumprijs van kracht is. De produkten, voorkomend op lijst A, kunnen slechts in onderlinge overeenstemming worden vrijgemaakt ten aanzien van derde landen.

Artikel 18

De bepalingen van artikel 12 van deze Overeenkomst zijn niet van toepassing op produkten waarvoor een minimumprijs van kracht is. Ie

Artikel 19

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 20 (art. 1, 2g), 78)

1. In afwijking van de artikelen 3, 7, 10 en 11 van het Unie-verdrag kan ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen ten aanzien van de produkten, voorkomende op de bij deze Overeenkomst ge-voegde lijst B, een bijzonder regime toepassen dat door het Comité van Ministers wordt vastgesteld.

2. In elk geval kennen de Hoge Verdragsluitende Partijen elkaar het meest gunstige regime toe dat ten aanzien van derde landen van kracht is.

Artikel 20

1. Ten aanzien van de produkten, voorkomende op de bij deze Overeenkomst gevoegde lijst C, is het Groothertogdom Luxemburg bevoegd een autonoom invoerregime tegenover de andere Verdrag-sluitende Partijen toe te passen.

2. In elk geval kent het Groothertogdom Luxemburg de andere Hoge Verdragsluitende Partijen het meest gunstige regime toe dat ten aanzien van derde landen van kracht is.

Artikel 21 Ie (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 20 (art. 1, 2h), 77)

De lijsten A, B en C kunnen door het Comité van Ministers wor-den gewijzigd, de Commissie voor Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij gehoord.

Artikel 22 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 7 (art. 19))

1. De harmonisatie van het landbouwbeleid wordt verwezenlijkt binnen een tijdvak van ten hoogste vijf jaar.

2. De artikelen 12 tot en met 21 van deze Overeenkomst worden door het Comité van Ministers afgeschaft naarmate de harmonisatie

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 187: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION.. TRANSITOIRE

38

Article 17

(Voir Décisions ministérielles, p. 20 (art. 1, 2/)) Les Hautes Parties Contractantes s'accordent un régime de préfé-

rence à l'importation des produits agricoles pour lesquels un prix minimum est en vigueur. Les produits figurant à la liste A ne peùvënt être libérés à l'égard des pays tiers que de commun accord.

Article 18

Les dispositions de l'article 12 de la présente Convention ne sont

S pas applicables aux produits pour lesquels un prix minimum est en vigueur.

Article 19

(Voir Décisions ministérielles, p. 20 art. 1, 2g), 78) V 1. Par dérogation aux articles 3, 7, 10 et 11 du Traité d'Union,

chacune des Hautes Parties Contractantes est autorisée en ce qui concerne les produits figurant à la liste B annexée à la présente Con-vention, à appliquer un régime spécial fixé par le Comité de Ministres.

2. Les Hautes Parties Contractantes s'accordent dans tous les cas le régime le plus favorable en vigueur à l'égard d'un pays tiers.

Article 20

1. En ce qui concerne les, produits figurant à la liste C annexée à la présente Convention, le Grand-Duché de Luxembourg a la faculté d'appliquer un régime autonome d'importation vis-à-vis des autres Parties Contractantes.

2. Dans tous les cas, le Grand-Duché de Luxembourg accorde aux autres Parties Contractantes le régime le plus favorable en vigueur à l'égard d'un pays tiers.

S Article 21

(Voir Décisions ministérielles, p. 20 (art. 1, 2h), 77) Les listes A, B et C peuvent être modifiées par le Comité de

Ministres sur rapport de la Commission de l'agriculture, du ravitaille-ment et de la pêche.

Article 22

(Voir Décisions ministérielles, p. 7 (art. 19)) 1. L'harmonisation des politiques agricoles est réalisée dans un

délai ne pouvant pas dépasser cinq ans. 2. Les articles 12 à 21 inclus de la présente Convention sont sup-

primés par le Comité de Ministres au fur et à mesure que sera réalisée

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 188: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

39

van het landbouwbeleid wordt verwezenlijkt, onverminderd het aan de landbouw van het Groothertogdom Luxemburg verleende bijzon-dere regime.

3. Een Werkgroep, ingesteld op grond van artikel 21 van het Unieverdrag, onderzoekt jaarlijks in de herfst de voortgang in deze harmonisatie en stelt het programma voor het volgende jaar vast.

Artikel 23 Voor zover geen gemeenschapelijke regelingen bestaan, kan ieder

der Hoge Verdragsluitende Partijen in afwijking van de artikelen 3, 10 en 11 van het Unieverdrag gedurende een tijdvak van ten hoogste vijf jaar maatregelen nemen waardoor de uitvoer van bepaalde land-bouwprodukten of voedingsmiddelen wordt verboden of beperkt met het oogmerk om een regelmatige voorziening van haar binnenlandse markt te verzekeren.

Artikel 24 Totdat een gecoördineerd regime tot stand is gekomen, heeft ieder

der Hoge Verdragsluitende Partijen de bevoegdheid in afwijking van de artikelen 3, 10 en 11 van het Unieverdrag maatregelen te nemen op het gebied van de samenstelling of hoedanigheid van landbouw-produkten of voedingsmiddelen alsmede op het gebied van rassen.

Artikel 25

Zolang het Comité van Ministers niet anders beslist, blijven de Studiecommissie voor de Kostprijzen en de Commissie tot Harmoni-satie van de Landbouwpolitiek, welke werden ingesteld bij de op 3 mei 1955 genomen Beslissing van het Comité van Ministers, voorzien in het Protocol van 24 juli 1953 betreffende de coördinatie van de economische en sociale politiek, de hun toevertrouwde taken ver-vullen niettegenstaande de intrekking van de genoemde Beslissing.

HOOFDSTUK 4

Van de economische en financiële betrekkingen met het buitenland

Artikel 26

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a)) L De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich v66r

1 januari 1959 (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 48 (art. 1)) een gemeenschappelijk beleid inzake de buitenlandse handel en de daarop betrekking hebbende betalingen te verwezenlijken in overeenstem-ming met de bepalingen van artikel 10 van het Unieverdrag.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 189: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX 'CONVENTION TRANSITOIRE

39

l'harmonisation des politiques agricoles, sans préjudice du régime spécial accordé à l'agriculture du Grand-Duché de Luxembourg.

3. Chaque année, à l'automne, un Groupe de travail institué conformément à l'article 21 du Traité d'Union examine les progrès de cette harmonisation et fixe le programme de l'année suivante.

Article 23 Par dérogation aux articles 3, 10 et 11 du Traité d'Union, chacune

des Hautes Parties Contractantes peut prendre pendant une période

le l'exportation pouvant pas dépasser cinq ans, des mesures interdisant ou limitant

l'exportation de certains produits. agricoles ou alimentaires en vue d'assurer l'approvisionnement régulier de son marché intérieur pour autant , qu'il n'existe pas d'arrangements communs.

Article 24 En attendant l'établissement d'un régime coordonné, chacune des

Hautes Parties Contractantes a la faculté de prendre, par dérogation aux articles 3, 10 et 11 du Traité d'Union, des mesures dans le do-maine de la composition et de la qualité des produits agricoles et alimentaires et en matière de races.

Article 25 Jusqu'à décision contraire du Comité de Ministres, la Commission

d'études pour les prix de revient et la Commission d'harmonisation des politiques agricoles, instituées par la Décision prise le 3 mai 1955 par le Comité de Ministres prévu par le Protocole du 24 juillet 1953 concernant la coordination des politiques économiques et sociales, continuent à exercer les fonctions qui leur ont été confiées nonobstant l'abrogation de ladite Décision.

CHAPITRE 4

Des relations économiques et financières avec l'étranger

Article 26 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2a))

1. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à réaliser, avant le 1er janvier 1959 (voir Décisions ministérielles, p. 48 (art. 1)), une politique commune en matière de commerce extérieur et de paiements y afférents, conformément aux dispositions de l'article 10 du Traité d'Union.

Benelux, Suie supplément 1.11.62

Page 190: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX VERDRAG

40

2. Tot deze datum en voor zover dit gemeenschappelijk beleid voor bepaalde produkten herkomstig van of bestemd voor bepaalde derde landen niet tot stand is gebracht, kunnen de Hoge Verdrag-sluitende Partijen het vrije onderlinge handelsverkeer in deze pro-dukten beperken. -

3. Zolang een van de Hoge Verdragsluitende Partijen krachtens dit artikel afzonderlijk onderhandelt over akkoorden betreffende het goederenverkeer, kunnen waarnemers van de andere Verdragsluitende Partijen deze beperkingen bijwonen.

Artikel 27 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a))

1. De in- en uitvoercontingenten zijn niet gemeenschappelijk voor de produkten waarin het handelsverkeer niet vrij is op grond van de artikelen 10 tot en met 24 van deze Overeenkomst.

2. Het Comité van Ministers kan uitzonderingen op de bepaling van lid 1 van dit artikel vaststellen. -

Artikel 28 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 13 (art. 1, 2a))

Het Comité van Ministers - kan gescheiden uitvoercontingenten tegenover een derde land vaststellen voor produkten ten aanzien waarvan een Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen heeft ge-nomen of waarborgen heeft toegekend met betrekking tot prijs, kwali-teit - of beheer van het contingent, voor zover de andere Verdrag-sluitende Partijen niet dezelfde maatregelen en dezelfde waarborgen kunnen toepassen.

Artikel 29 De Hoge Verdragsluitende Partijen stellen v66r 1 januari 1959

(zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 48 (art. 1)) de in artikel 76, lid 2, van het Unieverdrag voorziene overeenkomst op.

HOOFDSTUK 5

Van het betalingsverkeer

Artikel 30 1. De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich de maat-

regelen, welke zij, in afwijking van de bepalingen van het Unie-verdrag, op het gebied van de betalingen tussen hun ingezetenen toepassen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dat Verdrag, op te heffen, zodra en naarmate de verhoudingen in het internatio-nale betalingsverkeer hiertoe de mogelijkheid bieden. De Commissie voor Monetaire en Financiële Vraagstukken brengt over deze punten ten minste eens per jaar verslag uit aan het Comité van Ministers.

Benelux, 5de aanvulling 1.11.62

Page 191: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

40

2. Jusqu'à cette date et pour autant que cette politique commune n'ait pas été réalisée en ce qui concerne certains produits en prove-nance ou à destination de certains pays tiers, les Hautes Parties Con-tractantes peuvent restreindre la libre circulation de ces produits entre leurs territoires.

3. Aussi longtemps qu'une Haute Partie Contractante, en vertu du présent article, négocie séparément des accords d'échange de mar-chandises, des observateurs des autres Parties Contractantes peuvent assister à ces négocations.

• Article 27 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2a))

1. Les contingents à l'importation et à l'exportation ne sont pas communs pour les produits dont la circulation n'est pas libre en vertu des articles 10 à 24 inclus de la présente Convention.

2. Le Comité de Ministres peut établir des exceptions à la dis-position de l'alinéa 1 du présent article.

Article 28 (Voir Décisions ministérielles, p. 13 (art. 1, 2a))

Le Comité de Ministres peut déterminer des contingents séparés à l'exportation vers un pays tiers pour les produits à l'égard desquels une Haute Partie Contractante a pris des dispositions ou a octroyé des garanties concernant le prix, la qualité ou la gestion du contingent, pour autant que les autres Parties Contractantes ne puissent appliquer les mêmes dispositions et les mêmes garanties.

Article 29 Les Hautes Parties Contractantes établissent avant le 1er janvier

1959 (voir Décisions ministérielles, p. 48 (art. 1)) les conventions prévues à l'article 76, alinéa 2, du Traité d'Union.

laCHAPITRE 5

Des paiements

Article 30 1. Les Hautes Parties Contractantes s'engagent à abolir les me-

sures dérogeant aux dispositions du Traité d'Union qu'elles appli-quent, en matière des paiements entre les résidents de leurs pays respectifs, au moment de l'entrée en vigueur dudit Traité, aussitôt et pour autant que la situation internationale des paiements le permette. La Commission monétaire et financière présente une fois par an au moins un rapport au sujet de cette matière au Comité de Ministres.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 192: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST BENELUX. VERDRAG

41

2. In afwijking van de artikelen 2 en 4 van het Unieverdrag blijven de kapitaaltransacties onderworpen aan de beperkingen. welke de Hoge Verdragsluitende Partijen toepassen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dat Verdrag.

3. In afwijking van de artikelen 3 en 5 van het Unieverdrag blijft het goederen- en dienstenverkeer onderworpen aan de beperkingen die de Hoge Verdragsluitende Partijen op het gebied van de be-talingen toepassen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dat Verdrag.

HOOFDSTUK 6

Van de douane- en belastingaangelegenheden

Artikel 31 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 (art. 1, 2e))

1. In afwachting van de opheffing van de moeilijkheden welke de volledige toepassing van het Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht, ondertekend te 's-Gravenhage op 18 februari 1950, met zich brengt, kan iedere Hoge Verdragsluitende Partij in afwijking van de artikelen 3, 11, 78 en 80 van het Unieverdrag bij invoer herkomstig uit derde landen of uit de grondgebieden der andere Hoge Verdragsluitende Partijen deze rechten en retributies autonoom heffen.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen streven naar de geleidelijke toepassing van het in lid 1 van dit artikel bedoelde Verdrag.

Artikel 32 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 22 art. 1, 2d))

1. In afwachting van de opheffing van de moeilijkheden welke de instelling van het in artikel 79 van het Unieverdrag voorziene regime met zich brengt, kan ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen in afwijking van de artikelen 3, 5, 11, 78 en 79 van het Unieverdrag autonoom de overdrachttaxe, de omzetbelasting en andere soortge-lijke belastingen heffen bij invoer uit derde landen of uit de grond-gebieden der andere Verdragsluitende Partijen.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen streven naar de geleidelijke instelling van het in lid 1 van dit artikel bedoelde regime.

Artikel 33 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2 j))

Wat de niet in de artikelen 78 tot en met 80 van het Unieverdrag bedoelde belastingen aangaat, verminderen de Hoge Verdragsluitende Partijen geleidelijk de verschillen waardoor de mededingingsvoor-waarden kunnen worden verstoord.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 193: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

41

2. Par dérogation aux articles 2 et 4 du Traité d'Union, les opé-rations de capitaux restent soumises aux restrictions que les Hautes Parties Contractantes appliquent à la date d'entrée en vigueur dudit Traité.

3. Par dérogation aux articles 3 et 5 du Traité d'Union, la circu-lation des marchandises et celle des services restent soumises aux restrictions que les Hautes Parties Contractantes appliquent dans le domaine des paiements à la date de l'entrée en vigueur dudit Traité.

le CHAPITRE 6

Des questions douanières et fiscales

Article 31 (Voir Décisions ministérielles, p. 22 (art. 1, 2e))

1. En attendant l'élimination des difficultés que suscite la mise en application intégrale de la Convention portant unification des droits d'accise et de la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux, signée à La Haye, le 18 février 1950, chaque Haute Partie Contractante peut, par dérogation aux articles 3, 11, 78 et 80 du Traité d'Union percevoir, de manière autonome, ces droits et rétributions à l'occasion d'importations en provenance tant des pays tiers que des territoires des autres Parties Contractantes.

2. Les Hautes Parties Contractantes poursuivent la mise en appli-cation progressive de la Convention visée à l'alinéa 1 du présent article.

Article 32 (Voir Décisions ministérielles, p 22 (art. 1, 2d))

1. En attendant l'élimination des difficultés que suscite l'instau-ration du régime prévu par l'article 79 du Traité d'Union, chaque Haute Partie Contractante peut, par dérogation aux articles 3, 5, 11, 78 et 79 du Traité d'Union percevoir, de manière autonome, la taxe

. de transmission, l'impôt sur le chiffre d'affaires et les impôts analo-gues, à l'occasion d'importations tant des pays tiers que des terri-toires des autres Parties Contractantes.

2. Les Hautes Parties Contractantes poursuivent l'instauration progressive du régime visé à l'alinéa 1 du present article.

Article 33 (Voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2i))

En ce qui concerne les impôts non visés aux articles 78 à 80 inclus du Traité d'Union, les Hautes Parties Contractantes réduisent pro-gressivement les divergences susceptibles de fausser les conditions de concurrence.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 194: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OVERGANGSOVEREENKOMST O BENELUX VERDRAG

42

HOOFDSTUK 7

Van het vervoerswezen Artikel 34

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2d), 61 (art. 1), 62 (art. 4), 64, 80, 84)

Binnen een tijdvak van ten hoogste drie jaar schaffen de Hoge Verdragsluitende Partijen geleidelijk de .kwantitatieve beperkingen af inzake:

a) het goederenvervoer over de weg en het ongeregelde reizigers-vervoer over de weg tussen hun grondgebieden;

b) het ongeregelde reizigersvervoer over de weg vanuit het grond-gebied ener Hoge Verdragsluitende Partij naar derde landen.

Artikel 35 Het vervoer te water vanuit Nederland in België ingevoerd rivier-

zand en riviergrint kan wat betreft het gebruik van binnenschepen gedurende een periode van vijf jaar geschieden overeenkomstig de regelingen welke op het ogenblik van de inwerkingtreding van het Unieverdrag van toepassing zijn op de invoer van zand en grint.

HOOFDSTUK 8 Slotbepalingen

Artikel 36 Onverminderd de bepalingen van artikel 22 van deze Overeen-

komst onderzoekt het Comité van Ministers jaarlijks de afwijkingen, voorzien in deze Overeenkomst, teneinde een beslissing te nemen over de mogelijkheid van hun afschaffing.

Artikel 37 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 48)

Het Comité van Ministers kan ingeval van gebleken noodzaak de in deze Overeenkomst voorziene tijdvakken met twee jaar verlengen.

TEN BLIJKE WAARVAN de Gevolmachtigden van de Hoge Verdragsluitende Partijen deze Overeenkomst hebben ondertekend en voorzien van hun zegel.

GEDAAN te 's-Gravenhage, 3 februari 1958, in drievoud in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek. Voor het Koninkrijk België:

(w.g.) A. VAN ACKER (w.g.) V. LAROCK Voor het Groothertogdom Luxemburg:

(w.g.) BECH Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) W. DREES (w.g.) J. LUNS

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 195: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX CONVENTION TRANSITOIRE

42

CHAPITRE 7

Des communications Article 34

(Voir Décisions ministérielles, p. 25 (art. 1, 2d), 61 (art. 1), 62 art. 4), 64, 80, 84)

Dans un délai ne pouvant pas dépasser trois ans, les Hautes Parties Contractantes abolissent progressivement les restrictions quantita-tives:

a) en matière de transports routiers de marchandises et de trans-ports routiers irréguliers de voyageurs entre leurs territoires;

b) en matière de transports routiers irréguliers de voyageurs au départ du territoire d'une des Hautes Parties Contractantes vers des pays tiers.

Article 35 Pendant une période de cinq ans, le transport par eau des sables et

graviers de rivière importés des Pays-Bas en Belgique, peut s'effectuer sous le rapport de l'utilisation de matériel fluvial, conformément aux modalités applicables, au moment de l'entrée en vigueur du Traité d'Union, aux importations de sables et graviers.

CHAPITRE 8 Dispositions finales

Article 36 Sans préjudice des dispositions de l'article 22 de la présente Con-

vention, le Comité de Ministres examine chaque année les dérogations prévues par la présente Convention afin de décider de la possibilité de leur abolition.

Article 37 (Voir Décisions ministérielles, p. 48)

Le Comité de Ministres peut, en cas de nécessité, proroger de deux • ans les périodes stipulées dans la présente Convention.

EN FOI DE QUOI, les Plénipotentiaires des Hautes Parties Con-tractantes ont signé la présente Convention et l'ont revêtue de leur sceau.

FAIT à La Haye, le 3 février 1958, en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant égale-ment foi. Pour le Royaume de Belgique:

(s.) A. VAN ACKER (s.) V. LAROCK Pour le Grand-Duché de Luxembourg:

(s.) BECH Pour le Royaume des Pays-Bas:

(s.) W. DREES (s.) J. LUNS

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 196: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

. .

I.. cl)

Cl) rj

Page 197: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST A

44

LIJST A

Tariefnummer Omschrijving

ex 01 02 A II Levende runderen, huisdieren, andere dan fokdieren van zuiver ras, behalve ossen en jonge ossen

01 03 A II Levende varkens, huisdieren, andere dan fokdieren van zuiver ras

ex 02 01 A II Vlees van runderen, bedoeld bij post 01 02 A, vers of gekoeld

ex 02 01 A III a Vlees van varkens, bedoeld bij post 01 03 A, vers of gekoeld, behalve doorregen spek

ex 02 01 B II b Eetbare slachtafvallen van runderen en varkens, bedoeld bij post 01 02 A en 01 03 A, vers of gekoeld

ex 02 01 A III a Doorregen spek, vers, gekoeld of bevroren

02 05 A Spek (met uitzondering van doorregen spek), vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 02 06 B ) Vlees en eetbare slachtafvallen van runde - ex 02 06 C ) ren en varkens, gezouten, gepekeld, ge-

droogd of gerookt

04 01 Melk en room, vers, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker

04 02 A I Melk en room, verduurzaamd, ingedikt, vloeibaar of in pastavorm, zonder toege- voegde suiker

04 03 Boter

04 05 A I a ) Vogeleieren in de schaal: van pluimvee 04 05 A lia ) 07 01 A II a, b Nieuwe aardappelen (primeurs), van

1 januari t/m 25 mei, vers of gekoeld

n

Benelux, 5de aanvulling

Page 198: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE A

44

LISTE A

N° du tarif I Dénomination des marchandises

ex 01 02 A II Animaux vivants de l'espèce bovine domes- tique, autres que les reproducteurs de race pure, sauf boeufs et bouvillons

01 03 A II Animaux vivants de l'espèceporcine domes- tique, autres que les reproducteurs de race pure

ex 02 01 A II Viandes de l'espèce bovine reprises au n° 01 02 A, fraîches ou réfrigérées

ex 02 01 A III a Viandes de l'espèce porcine reprises au n° 01 03 A, fraîches ou réfrigérées, sauf le lard entrelardé

ex 02 01 B II b Abats comestibles des, animaux des espèces bovine et porcine reprises au n° 01 02 A et 01 03 A, frais ou réfrigérés

ex 02 01 A III a Lard contenant des parties maigres (entre- lardé), frais, réfrigéré ou congelé

02 05 A Lard (à l'exclusion du lard entrelardé), frais, réfrigéré, congelé, salé ou en saumure, séché ou fumé

ex 02 06 B ) Viandes et abats comestibles des espèces ex 02 06 C ) bovine et porcine, salés ou en saumure,

séchés, fumés

04 01 Làit et crème de lait, frais, non concentrés • ni sucrés

04 02 A I - Lait et crème de lait,;conservés, concert: rés, à l'état liquide ou pâteux, sans addition de sucre

04 03 Beurre - 04 05 A I a ) OEufs d'oiseaux en coquille: oeufs de volailles 04 05 A II a ) de basse-cour 07 01 A II a, b Pommes de terre hâtives (primeurs) présen-

tées du let janvier au 25 mai inclus, à l'état frais ou réfrigéré

Benelux, 5me supplément

Page 199: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

-45

LIJST A

Omschrijving

Andere aardappelen, vers of gekoeld

Bloemkool, vers of gekoeld Rode en witte kool, vers of gekoeld

Kropsla, vers of gekoeld Erwten, vers of. gekoeld Snijbonen en slabonen (princessebonen), vers of gekoeld

Wortelen, vers of gekoeld Uien, vers of gekoeld Tomaten, vers of gekoeld

Bloemkool, erwten, snijbonen en slabonen (princessebonen), wortelen, uien, tomaten, bevroren

Druiven, vers of gekoeld

Appelen en peren, vers of gekoeld

Kersen, vers of gekoeld

Pruimen, vers of gekoeld

Aardbeien, vers of gekoeld

Kersen, pruimen en aardbeien, bevroren, zonder toegevoegde suiker

Suikerbieten, ook indien gesneden, vers, gedroogd of in poeder

Vlees en eetbare slachtafvallen van runde-ren en varkens, eenvoudig bereid, niet lucht-dicht verpakt

LIJST A

Tariefnummer ,

- 07 01 A III

07 01 B I 07 01 B lia

07 01 D I 07 01 F 1 07 01 F II

07 01 G II al,bl ex 07 01 H

07 01 M

ex 07 02

08 04 A

08 06 A, B

08 07 C

08 07-D

08 08 A

ex 08 10

12 04 A

ex 16 02 A Ii) ex 16 02 B II)

.

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 200: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE A

45

LISTE A

N° du tarif I Dénomination des marchandises

07 01 A III Autres pommes de terre, à l'état frais ou réfrigéré

07 01 B I Choux-fleurs, à l'état frais ou réfrigéré 07 01 B II a Choux rouges et blancs, à l'état frais ou • réfrigéré

07 01 D I Salades pommées, à l'état frais ou réfrigéré 07 01 F 1 Pois, à l'état frais ou réfrigéré 07 01 F II Haricots à couper et haricots princesses, à

l'état frais ou réfrigéré 07 01 G II al, bl Carottes, à l'état frais ou réfrigéré

ex 07 01 H Oignons, à l'état frais ou réfrigéré 07 01 M Tomates, à l'état frais ou réfrigéré

ex 07 02 Choux-fleurs, pois, haricots à couper et haricots princesses, carottes, oignons, toma- tes, à l'état congelé

08 04 A Raisins, à l'état frais ou réfrigéré

08 06 A, B Pommes et poires, à l'état frais ou réfrigéré

08 07 C Cerises, à l'état frais ou réfrigéré

08 07 D Prunes, à l'état frais ou réfrigéré

08 08 A Fraises, à l'état frais ou réfrigéré

ex 08 10 Cerises, prunes et fraises, à l'état congelé sans addition de sucre

12 04 A Betteraves à sucre (même en cossettes), fraîches, séchées ou en poudre

ex 16 02 A II) Viandes et abats comestibles des espèces ex 16 02 B II) bovine et porcine, simplement préparés,

en récipients non hermétiquement fermés

- Benelux, Sme supplément

Page 201: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

s s

C/D CI)

til

Page 202: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST B

47

LIJST B

Tariefpost Omschrijving Land • dat een bijzonder regime toepast, met vermelding van de beweegredenen (1) en de maatregelen (2)

01 01 A II a ex 01 01 A III ex 02 01 A I

ex 02 01 B I

02 06 A

ex 04 02 A I

06 03 A

ex 10 01

ex 10 02

ex 10 03

ex 10 04

Slachtveulens Andere veulens Vlees van paarden, bedoeld bij post 01 01 A, vers of gekoeld Eetbare slachtafvallen van paarden, bedoeld bij post 01 01 A, vers of gekoeld

Paardevlees, gezouten, gepekeld of gedroogd

Melk en room, verduurzaamd, ingedikt, vloeibaar of in pastavorm, zonder toege-voegde suiker, in blik Afgesneden bloemen en knoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers

Tarwe en mengkoren (tarwe, gemengd met rogge) met uitzondering van stamzaad voor België en kwekerszaad voor Nederland Zaairogge, met uitzondering van stamzaad

Zaaigerst, met uitzondering van stamzaad

Zaaihaver, met uitzondering van stamzaad

België en Luxemburg

België en Luxemburg België en

Luxemburg

België en Luxemburg België en

Luxemburg

'België en Luxemburg

Nederland en België

Nederland en België

Nederland, België en

Luxemburg

Nederland, België en

Luxemburg

(1) Bescherming van de paardenproduktie (2) Reglementering van de invoer (1) Valorisatie van het paardevlees (2) Reglementering van de invoer (1) Valorisatie van het paardevlees (2) Reglementering -van de invoer

(1) Valorisatie van het paardevlees (2) Reglementering van de invoer (1) Valorisatie van de melk (2) Reglementering van de invoer

(1) Valorisatie van de snijbloemen (2) Bij uitvoer van Nederland naar de

B.L.E.U. inning van een specifieke de-gressieve heffing, zulks ingevolge de be-schikking van het Comité van Ministers d.d. 15 mei 1961

(1) Valorisatie van de tarwe (2) Reglementering van in- en uitvoer

(1) Verschillen in de werkmethoden van de Nederlandse en de Belgische keurings-dienst voor zaaizaden

(2) Reglementering van in- en uitvoer

(1) Verschillen in de werkmethoden van de Nederlandse en de Belgische keurings-dienst voor zaaizaden

(2) Reglementering van in- en uitvoer

(1) Verschillen in de werkmethoden van de Nederlandse en de Belgische keurings-dienst voor zaaizaden

(2) Reglementering van in- en uitvoer

s

Benelux, 5de aanvulling

Page 203: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE B

47

LISTE B

Position tarifaire Dénomination des marchandises Pays appliquant un régime spécial avec les motifs (1) et les mesures (2)

01 01 A II a Poulains destinés à l'abattage ), Belgique et (1) Protection de la production chevaline ex 01 01 A III Autres poulains J Luxembourg (2) Réglementation des importations ex 02 01 A I Viandes de l'espèche chevaline reprise au Belgique et (1). Valorisation de la viande chevaline

n° 01 01 A, fraîches ou réfrigérées Luxembourg (2) Réglementation des importations ex 02 01 B I Abats comestibles d'animaux de l'espèce Belgique et (1) Valorisation de la viande chevaline . chevaline reprise au n° 01 01 A, frais ou Luxembourg (2) Réglementation des importations

réfrigérés 02 06 A Viandes de cheval, salées ou en saumure Belgique et (1). Valorisation de la viande chevaline

ou bien séchées Luxembourg (2) Réglementation des importations ex 04 02 A I Lait et crème de lait, conservés, concentrés, Belgique et (1) Valorisation du lait

à l'état liquide ou pâteux, sans addition de Luxembourg (2) Réglementation des importations sucre, en boîtes

06 03 A Fleurs et boutons de fleurs, coupés pour Belgique et (1) Valorisation des fleurs coupées bouquets ou pour ornements, frais Luxembourg (2) Lors de l'exportation des Pays-Bas vers

1'U.E.B.L., perception d'une heffing spé- cifique dégressive suivant une décision du Comité de Ministres en date du 1er juin 1961

ex 10 01 Froment et méteil (froment mélangé de Pays-Bas et (1) Valorisation du froment seigle) à l'exception des semences d'élite bel- Belgique (2) Réglementation des importations ges et néerlandaises

ex 10 02 Seigle à ensemencer, sauf semence d'élite Pays-Bas et (1) Des divergences de la méthode de tra- Belgique vail entre les services de controle neer-

landais et belge des semences sélection- nées

(2) Réglementation des exportations et des importations

ex 10 03 Orge à ensemencer, sauf semence d'élite Pays-Bas et (1) Des divergences de la méthode de tra- • Belgique et vail entre les services de contrôle néer-

Luxembourg landais et belge des semences sélection- nées

(2) Réglementation des exportations et des importations

ex 10 04 Avoine à ensemencer, sauf semense d'élite Pays-Bas et (1) Des divergences de la méthode de tra- Belgique et vail entre les services de contrôle néer-

Luxembourg landais et belge des semences sélection- nées

(2) Réglementation des exportations et des importations

Benelux, Sme supplément

Page 204: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST B

48

LIJST B

Tariefpost Omschrijving ij vin dat een bijzonder regime toepast, met vermelding van de beweegredenen (1) en de maatregelen (2)

11 01 A I Meel van tarwe Nederland (1) Valorisatie van de tarwe en België (2) Reglementering van de invoer

11 02 A I Grutten, gries, griesmeel van tarwe en ge-- Nederland (1) Valorisatie van de tarwe • pelde, geparelde, gebroken of geplette (vlok- en België (2) Reglementering van de invoer

ken daaronder begrepen) tarwe ex 12 01 F Lijnzaad, ander dan zaailijnzaad België en (1) In Nederland verleende dispariteitstoe -

Luxemburg slag bij de verwerking van olie- of vet- houdende grondstoffen door de olie- slagerijen

(2) Reglementering van de invoer ex 15 01 A Reuzel en ander geperst of gesmolten var- België en (1) Valorisatie van het varkensvlees

kensvet; genationaliseerd en/of geraffineerd Luxemburg (2) Reglementering van de invoer, met uit- zondering van gesmolten reuzel afkom- stig van varkens, welke v66r en na de slachting in één der Beneluxlanden zijn goedgekeurd

15 07 (behalv ( Plantaardige vette oliën, vloeibaar of vast, België en (1) In Nederland verleende dispariteitstoe - A, B II a, b) ruw, gezuiverd of geraffineerd, behalve Luxemburg slag bij de verwerking van olie- of vet-

houtolie, olijfolie en palmolie houdende grondstoffen door de olie- slagerijen

(2) Binnenlandse steunmaatregelen, even- tueel speciale taks op invoer uit Neder- land

ex 15 12 Gehydrogeneerde plantaardige vetten en België en (1) In Nederland verleende dispariteitstoe - oliën, ook indien gezuiverd doch niet verder Luxemburg slag bij de verwerking van olie- of vet- bereid, behalve deze voortkomende van houdende grondstoffen door de olie- houtolie, olijfolie en palmolie slagerijen

(2) Binnenlandse steunmaatregelen, even- tueel speciale taks op invoer uit Neder- land

15 13 Margarine, kunstreuzel en andere bereide België en (1) Valorisatie van de boter. Eventuele con- spijsvetten Luxemburg tingentering van de margarineproduktie

(2) Reglementering van de invoer ex 15 13 Mélange Nederland (1) Produktieverbod, behoudens ontheffing

(2) Reglementering van de uitvoer

ex 16 02 A II Vlees en eetbare slachtafvallen van paarden België en (1) Valorisatie van het paardevlees B II bedoeld bij post 01 01 A, eenvoudig bereid, Luxemburg (2) Reglementering van de invoer

niet luchtdicht verpakt

Benelux, 5de aanvulling

s

Page 205: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE B

48

LISTE B

Position tarifaire Dénomination des marchandises Pays appliquant un régime spécial avec les motifs (1)

et les mesures (2)

et (1): Valorisation du froment 11 01 A I Farines de froment Pays-Bas Belgique (2) Réglementation des importations

11 02 A I Gruaux et semoules, grains mondés, perlés, Pays-Bas et (1) Valorisation du froment concassés ou aplatis (y compris les flocons) Belgique (2) Réglementation des importations de froment

12 01 F 9b Graines de lin, autres que semences Belgique et (1): Subvention de disparité octroyée aux Luxembourg Luxembourg Pays-Bas lors du traitement de matières

primières grasses ou oléagineuses par lés - huileries (2)i Réglementation des exportations

ex 15 01 A Saindoux et autres graisses de porc pressées Belgique et (1) Valorisation de la viande porcine ou fondues; nationalisés et! ou raffinés Luxembourg (2)' Réglementation des importations, à l'ex-

clusion de saindoux fondu provenant I de porcs expertisés dans l'un des pays du Benelux, avant et après l'abbatage

15 07 (sauf Huiles végétales fixes, fluides ou concrètes, Belgique et (1) Subvention de disparité octroyée aux Pays-Bas lors du traitement de matières A, B II a, b) brutes, épurées ou raffinées, sauf l'huile de Luxembourg

ou oléagineuses premières grasses par bois, l'huile d'olive et l'huile de palme lés huileries

(2) Mesures de soutien intérieures, le cas échéant taxe spéciale sur les importati- ons en provenance des Pays-Bas

ex 15 12 Graisses et huiles végétales hydrogénées, Belgique et (1) Subvention de disparité octroyée aux Pays-Bas lors du traitement de matières même raffinées, mais non préparées, sauf Luxembourg

celles provenant d'huile de bois, d'huile premières grasses ou oléagineuses par les huileries d'olive et d'huile de palme

(2) Mesures de soutien intérieures, le cas échéant taxe spéciale sur les importati- ons en provenance des Pays-Bas

15 13 Margarine, simili-saindoux et autres graisses Belgique et (1) Valorisation du beurre. Contingentement alimentaires préparées Luxembourg éventuel de la production de margarine

(2) Réglementation des importations ex 15 13 Mélange Pays-Bas (1) Interdiction de fabrication, sauf dis-

pense (2) Réglementation des exportations

ex 16 02 A II Viandes et abats comestibles de l'espèce Belgique et (1) Valorisation de la viande chevaline B II chevaline, visée à la position 01 01 A, sim- Luxembourg (2) Réglementation des importations

plement préparés en récipients non herméti- quement fermés

Benelux, 5me supplément

Page 206: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST B

49

LUST B

Land dat een bijzonder regime toepast, met vermelding Tariefpost Omschrijving van de beweegredenen (1) en de maatregelen (2)

1701 en Beetwxtelsuiker en rietsuiker in vaste vorm; België en 17 02 D andere suikers en stropen afkomstig van Luxemburg

beetwortelsuiker en rietsuiker

Nederland

17 02 B Glucose (druivesuiker) en glucosestroop 1 België en ex 17 04 C I Suikerwerk zonder cacao, met uit- Luxemburg

zondering van marsepein en decor- 1 en artikelen Nederland

ex 23 04 Perskoeken en andere bij de winning van België en plantaardige oliën verkregen afvallen, met Luxemburg uitzondering van droesem of bezinksel (be- halve die van houtolie, olijfolie en palm- olie)

31 03 A I Fosfaatslakken Luxemburg

(zie bijlage) Diverse suikerhoudende produkten Nederland en België en

Luxemburg

(1) Valorisatit van suikerbieten (2) Reglementering van de invoer. Speciale

heffing bij de uitvoer naar Nederland

(1) Verschil in suikerprijzen tussen Neder-land enerzijds en België en Luxemburg Ie anderzijds

(2) Speciale heffing bij de uitvoer naar Bel-gië en Luxemburg

(1) Het verschil in suikerprijzen tussen de Beneluxlanden leidt tot prijsverschillen voor glucose

(2) Deze prijsverschillen worden door mid-del van een exportheffing geëgaliseerd

(1) In Nederland verleende dispariteitstoe-slag bij de verwerking van olie- of vet-houdende grondstoffen door de olie-slagerijen

(2) Binnenlandse steunmaatregelen, even-tueel speciale taks op invoer uit Neder-land

(1) Vaststelling van een maximumprijs voor de krachtens de mijnconcessievoorwaar -den aan de Luxemburgse landbouw te leveren fosfaatslakken

(2) Uitvoerverbod voor de krachtens de mijnconcessievoorwaarden aan de Luxemburgse landbouw geleverde fos-faatslakken

(1) Het verschil in suikerprijzen tussen Nederland enerzijds en België en Luxem-burg anderzijds, leidt tot prijsverschillen voor suikerprodukten

(2) Laatstgenoemde prijsverschillen worden door middel van een exportheffing ge-egaliseerd

Benelux, 5de aanvulling

Page 207: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

.

.

LISTE B

49

LISTE B

Position tarifaire Dénomination des marchandises Pays appliquant un régime spécial avec les motifs (1)

et les mesures (2)

17 01 et Sucres de betteraves et de canne, à l'état Belgique et (1) Valorisation des betteraves sucrières 17 02 D solide, autres sucres et sirops provenant de Luxembourg (2) Réglementation des importations. Pré-

sucre de betterave et de sucre de canne lèvement spécial lors de l'exportation vers les Pays-Bas

Pays-Bas (I) Différences de prix du sucre en Belgique et au Luxembourg d'une part, et aux Pays-Bas d'autre part

(2) Prélèvement spécial lors de l'exportation vers la Belgique et le Luxembourg

1702 B Glucose et sirop de glucose Belgique et (1) Les différences de prix du sucre entre ex 17 04 C 1 Sucreries sans cacao, à l'exclusion de Luxembourg les pays du Benelux entraînent des dif-

massepain et d'articles de décoration et Pays-Bas férences de prix pour la glucose (2) Ces différences de prix sont égalisées

au moyen d'un prélèvement à l'expor- tation

ex 23 04 Tourteaux et autres résidus de l'extraction Belgique et (1) Subvention de disparité octroyée aux des huiles végétales, à l'exclusion des lies Luxembourg Pays-Bas lors du traitement de matières ou fèces (sauf ceux provenant d'huile de premières grasses ou oléagineuses par bois, d'huile d'olive et d'huile de palme) les huileries

(2) Mesures de soutien intérieures, le cas échéant taxe spéciale sur les importati- ons en provenance des Pays-Bas

31 03 A I Scories de déphosphoration Luxembourg (I) Fixation d'un prix maximum pour les scories de déphosphoration à fournir à l'agriculture luxembourgeoise en vertu des actes de concessions minières

(2) Interdiction d'exportation pour les sco- ries de déphosphoration fournies à l'agriculture luxembourgeoise sur la base des concessions minières

(voir annexe) Produits divers contenant du sucre Pays-Bas et (1) Les différences de prix du sucre entre Belgique et les Pays-Bas d'une part et la Belgique et

Luxembourg le Luxembourg d'autre part, entraînent des différences de prix pour des pro- duits contenant du sucre

(2) Ces différences de prix sont égalisées au moyen d'un prévèlement à l'expor- tation

Benelux, 5me supplément

Page 208: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST B

50

LIJST B - bijlage

Tariefpost Omschrijving

04 02 B Melk en room, verduurzaamd, ingedikt, met toegevoegde suiker

04 05 B I b Vogeleieren uit de schaal; eigeel: geschikt voor menselijke consumptie, met toegevoeg- de suiker

ex 17 02 D, E, F Kunsthonig, caramelstroop en caramel- suiker en invertsuiker

17 04 Suikerwerk zonder cacao 17 05 Suiker, stroop en melasse, gearomatiseerd

of met toegevoegde kleurstoffen (vanille- suiker en vanillinesuiker daaronder begre- pen), met uitzondering van vruchtensap, waaraan suiker is toegevoegd, ongeacht in welke verhouding

ex 18 06 Chocolade en andere voedingsmiddelen, welke cacao bevatten met toegevoegde suiker

ex 19 02 Meel-, zetmeel- en moutextractpreparaten voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik; zonder cacao of met minder dan 50 gewichtspercenten cacao: met toegevoegde suiker

ex 19 08 Banketbakkerswerk, gebak en biscuits, ook indien deze produkten (ongeacht in welke verhouding) cacao bevatten: met toegevoeg- de suiker

20 03 Bevroren vruchten met toegevoegde suiker 20 04 Vruchten, vruchtenschillen, planten en plan-

tendelen, geconfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) Jam, gelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven ver- kregen: met toegevoegde suiker

ex 20 06 B Op andere wijze bereide of verduurzaamde vruchten: met toegevoegde suiker

ex 20 07 Ongegiste vruchtensappen (met inbegrip van druivemost) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol: met toegevoeg- de suiker

21 07 B I Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: met toegevoegde suiker

s

s

Benelux, Sde aanvulling

Page 209: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE B

50

LISTE B - annexe

Position tarifaire Dénomination des marchandises

04 02 B Lait et crème de lait, conservés, concentrés, avec addition de sucre

04 05 B I b OEufs dépourvus de leur coquille; jaunes d'oeufs: propres aux usages alimentaires, avec addition de sucre

ex 17 02 D, E, F • Miel artificiel, sirops, sucres caramélisés et sucre interverti

17 04 Sucreries sans cacao 17 05 Sucres, sirops et mélasses aromatisés ou

additionnés de colorants (y compris le sucre vanillé ou vanilliné), à l'exclusion des jus de fruits additionnés de sucre en toutes pro- portions

ex 18 06 Chocolat et autres préparations alimentaires contenant du cacao, avec addition de sucre

ex 19 02 Préparations pour l'alimentation des enfants ou pour usages diététiques ou culinaires, à base de farines, fécules ou extraits de malt, même additionnés de cacao dans une pro- portion inférieure à 50 p.c. en poids, avec addition de sucre

ex 19 08 Produits de la boulangerie fine, de la pâtis- serie et de la biscuiterie, même additionnés de cacao en toutes proportions: avec addi- tion de sucre

20 03 Fruits à l'état congelé, additionnés de sucre 20 04 Fruits, écorces de fruits, plantes et parties

de plantes, confits au sucre (égouttés, glacés . ou cristallisés) 20 05 B Purées et pâtes de fruits, confitures, gelées,

marmelades obtenues par cuisson: avec ad- dition de sucre

ex 20 06 B Fruits autrement préparés ou conservés: avec addition de sucre

ex 20 07 Jus de fruits (y compris les moûts de raisins) ou de légumes, non fermentés, sans addition d'alcool: avec addition de sucre

21 07 B I Préparations alimentaires non dénommées ni comprises ailleurs: avec addition de sucre

Benelux, 5me supplément

Page 210: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:
Page 211: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST C

52

LIJST C

Tariefnummer Omschrijving der produkten

01 02 A

01 03 A

ex 02 01 A II

02 01 A III a

02 01 B II a

02 01 B II b

02 05 A

ex 02 06 B

ex 02 06 C

04 01

04 02 A

04 03

04 05 A I a

Levende runderen, huisdieren

Levende varkens, huisdieren

Vlees van runderen, bedoeld bij post 01 02 A, vers, gekoeld of bevroren

Vlees van varkens, huisdieren, bedoeld bij post 01 03 A (doorregen spek daaronder begrepen), vers, gekoeld of bevroren

Bevroren tongen van rundvee; bevroren tongen en nieren van varkens

Andere slachtafvallen van rundvee en var-kens, vers, gekoeld of bevroren

Spek (met uitzondering van doorregen spek), vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

Vlees en eetbare slachtafvallen van varkens, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, met uitzondering van vleesmeel

Vlees en eetbare slachtafvallen van runde-ren, gezouten, gepekeld, gedroogd en ge-rookt, met uitzondering van vleesmeel

Melk, room, vers niet ingedikt, zonder toe-gevoegde suiker

Melk en room, verduurzaamd, ingedikt, zonder toegevoegde suiker

Boter

Vogeleieren in de schaal van pluimvee, vers of verduurzaamd, van 16 februari tot 31 augustus

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 212: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE C

52

LISTE C

N° u tarif 1 Dénomination des marchandises

01 02 A Animaux vivants de l'espèce bovine do- mestique

01 03 A Animaux vivants de l'espèce porcine do- mestique

ex .02 01 A II Viandes de l'espèce bovine reprises au n° 01 02 A, fraîches, réfrigérées ou congelées

02 01 A III a Viandes de l'espèce porcine domestique reprises au n° 01 03 A, y compris le lard contenant des parties maigres (entrelardé), fraiches, réfrigérées ou congelées

02 01 B II a Langues congelées d'animaux de l'espèce bovine; langues et rognons congelés d'ani- maux de l'espèce porcine

02 01 B II b Autres abats des espèces bovine et porcine; frais, réfrigérés ou congelés

02 05 A Lard, à l'exclusion du lard contenant des parties maigres (entrelardé), frais, réfrigéré, congelé, salé ou en saumure, séché ou fumé

ex 02 06 B Viandes et abats comestibles de l'espèce porcine, salés ou en saumure, séchés ou fumés, à l'exclusion des farines

ex - 02 06 C Viandes et abats comestibles de l'espèce bovine, salés ou saumure, séchés ou fumés,

. .

à l'exclusion des farines

04 01 Lait et crème de lait, frais, non concentrés ni sucrés

04 02 A Lait et crème de lait, conservés, concentrés, sans addition de sucre

04 03 Beurre

04 05 A I a OEufs en coquille de volailles de bassecour, frais ou conservés du 16 février au 31 août

Benelux, 5me supplément

Page 213: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LIJST C

53-56

LIJST C

Tariefnummer Omschrijving der produkten

ex 04 05 A II a

ex 04 05 B I a

ex 07 01 A I

ex 07 01 A III

ex 08 06 A

10 01

10 02

11 01 A I b

11 01 A II

11 01 B

ex 11 01 C

11 02 A I

- 16 01 B

ex 16 02 B II

19 03

19 07 B I

ex 23 02

Benelux, 5de aanvulling

Vogeleieren in de schaal van pluimvee, vers o verduurzaamd, van 1 tot 15 februari

Vogeleieren uit de schaal en eigeel, geschikt voor menselijke consumptie, zonder toege-voegde suiker, van 1 februari tôt 31 augus-tus daaropvolgend

Pootaardappelen, vers of gekoeld, van 1 augustus tot 30 maart daaropvolgend

Andere aardappelen, vers of gekoeld, van 1 augustus tot 30 maart daaropvolgend

Appelen, vers, van 1 september tot 31 de-cember

Tarwe, spelt en mengkoren

Rogge -

Meel van tarwe Meel van spelt

Meel van mengkoren Meel van rogge

Grutten, gries, griesmeel, gort en parelgort en andere gepelde, geparelde, gebroken of geplette granen, van tarwe Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, andere dan leverworst

Andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen van rundvee en var-kens

Deegwaren'

Brood

Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere be-werkingen van tarwe en van rogge

.

.

Page 214: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

LISTE C

53-56

LISTE C

N° u tarif Dénomination des marchandises -

ex 04 05 A II a Œufs en coquille de volailles de bassecour, frais ou conservés, du 1er au 15 février

ex 04 05 B I a OEufs dépourvus de leur coquille et jaunes d'oeufs propres à des usages alimentaires,

addition de sucre, du 1er février au 9b 31 août suivant 31

ex 07 01 A I Pommes de terre de semence, à l'état frais ou réfrigéré, du 1er août au 30 mars suivant

ex 07 01 A III Autres pommes de terre, à l'état frais ou réfrigéré, du 1er août au 30 mars suivant

ex 08 06 A Pommes fraîches, du 1er septembre au 31 décembre

10 01 Froment, épeautre et méteil

10 02 Seigle

11 01 A I b Farine de froment

11 01 A II Farine d'épautre 11 01 B Farine de méteil

ex 11 01 C Farine de seigle 11 02 A I Gruaux, semoules, grains mondés, perlés,

concassés, aplatis de froment

. 16 01 B Saucisses, saucissons et similaires de vian- des, d'abats ou de sang autres que de foie

ex 16 02 B II Autres préparations et conserves de viandes ou d'abats des espèces bovine et porcine

19 03 Pâtes alimentaires

1907B1 Pain ex 23 02 Sons, remoulages et autres résidus du cri-

blage, de la mouture ou autres traitements des grains de froment et de seigle

Benelux, 5me supplément

Page 215: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

• UITVOERINGSPROTOCOL

PROTOCOLE D EXECUTION

0

Page 216: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING

BENELUX VERDRAG

58

UITVOERINGSPROTOCOL

De Hoge Verdragsluitende Partijen bij het heden ondertekende Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, hierna genoemd ,,Unieverdrag";

Erkennende, dat het nodig is de wijze van uitvoering te regelen voor enkele bepalingen van het Unieverdrag en de bij dit Verdrag gevoegde Overgangsovereenkomst;

Hebben besloten een Uitvoeringsprotocol te sluiten en zijn de volgende bepalingen overeengekomen:

Artikel 1 Ie Tot aan de inwerkingtreding van de overeenkomst, voorzien in

artikel 1 van de Overgangsovereenkomst, bepalen het Vestigings- en Arbeidsverdrag tussen België en Nederland, ondertekend te Genève op 20 februari 1933, en het Vestigings- en Arbeidsverdrag tussen het Groothertogdom Luxemburg en Nederland, ondertekend te 's-Gravenhage op 1 april 1933, binnen de grenzen van hun toepas-singsgebied de wijze van uitvoering van de artikelen 55 en 56 van het Unieverdrag.

Artikel 2

1. Het op 6 juli 1956 te Brussel ondertekende Protocol betref-fende de nationale behandeling bij de aanbesteding van werken en de aankoop van goederen bepaalt de wijze van uitvoering van de arti-kelen 62 en 63 van het Unieverdrag, alsmede van artikel 4 van de Overgangsovereenkomst.

2. De bevoegdheden welke het in lid 1 van dit artikel genoemde Protocol toekent aan het Comité van Ministers, aan de Vergadering van de Voorzitters der Raden, aan het College van Scheidsrechters, alsmede aan de Commissie voor de Aanbestedingen, worden uitge-oefend respectievelijk door het Comité van Ministers, door de Raad van de Economische Unie, door het College van Scheidsrechters en door de Bijzondere Commissie voor de Aanbestedingen, voorzien in Deel 2 van het Unieverdrag.

3. Het Comité van Ministers kan de bepalingen wijzigen van de artikelen 3, 4, leden A tot en met D, 5, 6, 7 en 8, vierde tot en met negende lid, van het in lid 1 van dit artikel genoemde Protocol.

Artikel 3

1. Het op 7 juni 1956 te 's-Gravenhage ondertekende Arbeidsver-drag bepaalt de wijze van uitvoering van artikel 60 van het Unie-verdrag wat betreft de behandeling van de onderdanen van de Hoge Verdragsluitende Partijen met betrekking tot het vervullen van een betrekking in loondienst bij een particuliere werkgever.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 217: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX

EXECUTION

58

PROTOCOLE D'EXECUTION

Les Hautes Parties Contractantes au Traité instituant l'Union économique Benelux signé ce jour et désigné ci-après ,,Traité d'Union";

Reconnaissant qu'il y a lieu de prévoir des modalités d'exécution pour certaines dispositions du Traité d'Union et de la Convention transitoire annexée à ce Traité;

Ont décidé de conclure un Protocole d'exécution et sont convenues des dispositions suivantes:

. Article 1

Jusqu'à l'entrée en vigueur de la convention prévue à l'article 1 de la Convention transitoire, la Convention d'établissement et de travail entre la Belgique et les Pays-Bas, signée à Genève Ie 20 fevrier 1933, et la Convention d'établissement et de travail entre le Grand-Duché de Luxembourg et les Pays-Bas, signée à La Haye le 1er avril 1933, déterminent, dans des limites de leur champ d'application, les modalités d'exécution des articles 55 et 56 dii Traité d'Union.

Article 2

1. Le Protocole concernant le traitement national en matière d'adjudications de travaux et d'achats de marchandises, signé à Bruxelles le 6 juillet 1956, détermine les modalités d'exécution des articles 62 et 63 du Traité d'Union ainsi que de l'article 4 de la Con-vention transitoire.

2. Les attributions que le Protocole mentionné à l'alinéa 1 du présent article confère au Comité de Ministres, à la Réunion des Présidents des Conseils, au Collège d'arbitres ainsi qu'à la Commis-sion pour les adjudications, sont exercées respectivement par le Co-mité de Ministres, le Conseil de l'Union économique, le Collège arbitral ainsi que la Commission spéciale pour les adjudications,

. prévus à la Partie 2 du Traité d'Union. 3. Le Comité de Ministres peut modifier les dispositions des

articles 3, 4 A à D inclus, 5, 6, 7 et 8, alinéas 4 à 9 inclus, du Pro-tocole mentionné à l'alinéa 1 du présent article.

Article 3

1. Le Traité de Travail signé à La Haye le 7 juin 1956, détermine les modalités d'exécution de l'article 60 du Traité d'Union en ce qui concerne le traitement des ressortissants des Hautes Parties Contrac-tantes en matière d'exercice d'un emploi salarié auprès d'un em-ployeur privé.

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 218: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING

BENELUX VERDRAG

59

2. Ieder geschil tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen betref-fende de uitlegging, de toepassing of de tenuitvoerlegging van het Arbeidsverdrag, dat niet langs administratieve weg kon worden op-gelost, wordt beslecht overeenkomstig de bepalingen van Deel 2, Hoofdstuk 7, van het Unieverdrag.

3. De Voorzitters van de nationale delegaties bij de Commissie voor Sociale Vraagstukken, voorzien in artikel 28 van het Uniever-drag, hebben zitting of doen zich vertegenwoordigen in de Gemengde Commissie van Advies, voorzien in artikel 13 van het Arbeidsverdrag.

4. De toepassing van het Arbeidsverdrag vormt geen belemmering voor de toepassing van de nationale economische voorschriften be-treffende het beroep van handelsreiziger.

Artikel 4

1. Wat betreft de aanspraken inzake sociale zekerheid genieten de onderdanen van ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen de be-handeling voorzien in de tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen staande bilaterale overeenkomsten en in de multilaterale overeen-komsten waarbij Zij partij zijn.

2. De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, ter ge-legenheid van de invoering van iedere nieuwe wetgeving, in het bij-zonder van een wetgeving die een nieuwe tak van sociale zekerheid instelt of een wetgeving welke de bestaande stelsels tot een nieuwe groep van personen uitbreidt, overleg te plegen en de nodige maat-regelen te nemen teneinde de in lid 1 van dit artikel bedoelde over-eenkomsten op deze maatregelen toe te passen. Deze maatregelen dienen er in het bijzonder toe te leiden, dat de toepassing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomsten niet ten gunste van een-zelfde persoon het recht schept of handhaaft om in meer dan één land uitkeringen te ontvangen voor eenzelfde feit of van dezelfde aard welke op eenzelfde tijdvak van verzekering of lidmaatschap be- trekking hebben (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 28 (art. 1, 2 f))

3. In de bilaterale overeenkomsten, bedoeld in lid 1 van dit ar-tikel, kunnen de bepalingen betreffende de mogelijkheid tot opzegging geen gevolg hebben dan ingeval deze overeenkomsten worden ver-vangen door nieuwe overeenkomsten die de wijze van uitvoering regelen van artikel 60 van het Unieverdrag voor wat betreft de aan-spraken inzake sociale zekerheid.

4. De bepalingen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde bilaterale overeenkomsten betreffende de geschillen met betrekking tot de toe-passing van die overeenkomsten worden gedurende de looptijd van het Unieverdrag vervangen door de bepalingen van Deel 2, Hoofd-stuk 7, van dat Verdrag.

Benelux, Sde aanvulling . 111.1..62

Page 219: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX EXECUTION

59

2. Tout différend entre les Hautes Parties Contractantes concer-nant l'interprétation, l'application ou l'exécution du Traité de Tra-vail qui n'a pu être résolu sur le plan administratif, est réglé selon les dispositions de la Partie 2, Chapitre 7, du Traité d'Union.

3. Les Présidents des délégations nationales auprès de la Com-mission sociale prévue à l'article 28 du Traité d'Union siègent ou se font représenter dans la Commission consultative mixte prévue à l'article 13 du Traité de Travail.

S 4. L'application du Traité de Travail ne fait pas obstacle à l'ap- plication de réglementations économiques nationales relatives à la profession de voyageur de commerce.

Article 4

1. En ce qui concerne le bénéfice de la sécurité sociale, les res-sortissants de chacune des Hautes Parties Contractantes sont traités conformément aux conventions bilatérales existantes entre les Hautes Parties Contractantes ainsi que conformément aux con-ventions multilatérales auxquelles Elles sont parties.

2. A l'occasion de l'adoption de toute législation nouvelle, notam-ment de toute législation instituant une nouvelle branche - de la sécurité sociale ou de toute législation étendant les régimes existants à une nouvelle catégorie de bénéficiaires, les Hautes Parties Con-tractantes s'engagent à se concerter et à prendre les mesures néces-saires pour étendre à ces législations nouvelles l'application des con-ventions visées à l'alinéa 1 du présent article. Ces mesures doivent notamment avoir pour résultat d'éviter que l'application des con-ventions visées à l'alinéa 1 du présent article ne confère à une per-sonne ou ne maintienne à son profit, le droit de bénéficier dans plus d'un pays de prestations de même objet ou de même nature, se rapportant à une même période d'assurance ou d'assujettisse-ment (voir Décisions ministérielles, p. 28 (art. 1, 2f)).

3. Dans les conventions bilatérales visées à l'alinéa 1 du présent article, les dispositions relatives à la faculté de dénonciation ne peu-vent sortir leurs effets que si ces conventions sont remplacées par de nouveaux instruments réglant les modalités d'exécution de l'article 60 du Traité d'Union en ce qui concerne le bénéfice de la sécurité sociale.

4. Les dispositions des conventions bilatérales visées à l'alinéa 1 du présent article relatives aux différends concernant l'application de ces conventions sont remplacées pendant la durée du Traité d'Union par les dispositions de la Partie 2, Chapitre 7, dudit Traité.

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 220: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING

BENELUX VERDRAG

60

Artikel 5 (Zie Ministeriele Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2 1))

1. Het in de artikelen 11 en 78 van het Unieverdrag bedoelde gemeenschappelijke tarief van invoerrechten is het tarief, met in-begrip van de Inleidende Bepalingen daarvan, dat de Hoge Verdrag-sluitende Partijen toepassen op het tijdstip van de inwerkingtreding van het Unieverdrag.

2. De bevoegdheden welke de Inleidende Bepalingen van het in lid 1 van dit artikel bedoelde tarief toekennen aan de Administratieve Raad voor de Douaneregelingen worden uitgeoefend door de Corn-missie voor Douane en Belastingen, voorzien in artikel 28 van het Unieverdrag.

Artikel 6 1. Het op 18 februari 1950 te 's-Gravenhage ondertekende Ver-

drag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht en de aanvullende Protocollen bij dat Verdrag bepalen de wijze van uit-voering van de artikelen 11, 78 en 80 van het Unieverdrag.

2. De bevoegdheden welke het in lid 1 van dit artikel bedoelde Verdrag toekent aan de Administratieve Raad voor de Douane-regelingen worden uitgeoefend door de Commissie voor Douane en Belastingen, voorzien in artikel 28 van het Unieverdrag.

Artikel 7 Het Verdrag nopens wederkerige bijstand inzake de invordering

van belastingschulden en het Verdrag nopens de samenwerking op het stuk van douanen en van accijnzen, ondertekend te Brussel op 5 september 1952, bepalen binnen de grenzen van hun gebied van toepassing de wijze van uitvoering van artikel 83 van het Unie-verdrag.

Artikel 8 1. Het op 8 juli 1954 te Brussel ondertekende Akkoord inzake de

liberalisering van het kapitaalverkeer tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en Nederland bepaalt de wijze van toepassing van artikel 4 van het Unieverdrag en van artikel 30 van de Over-gangsovereenkomst.

2. In artikel 10 van het in lid 1 van dit artikel bedoelde Akkoord worden de woorden ,,Comité van Ministers, ingesteld bij artikel 12 van het Protocol betreffende de coördinatie van de economische en sociale. politiek, ondertekend te 's-Gravenhage op 24 juli 1953", ver-vangen door de woorden ,,Cornité van Ministers, voorzien in artikel 15 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie".

Artikel 9 . 1. Met het oog op de uitvoering van de artikelen 2, 5, 6, 7, 85

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 221: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX EXECUTION

60

Article 5 (Voir Décisions ministérielles, p. 23 (art. 1, 2 1))

1. Le tarif commun des droits d'entrée, prévu aux articles 11 et 78 du Traité d'Union, est le tarif appliqué par les Hautes Parties Contractantes au moment de l'entrée en vigueur du Traité d'Union, y compris les Dispositions préliminaires de ce tarif.

2. Les attributions conférées au Conseil administratif des dou-anes dans les Dispositions préliminaires du tarif mentionné à l'alinéa 1 du présent article, sont exercées par la Commission douanière et

fb fiscale prévue à l'article 28 du Traité d'Union.

Article 6 1. La Convention portant unification des droits d'accise et de la

rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux, signeé à La Raye le 18 février 1950, ainsi que les Protocoles additionnels à cette Convention, déterminent les modalités d'exécution des articles 11, 78 et 80 du Traité d'Union.

2. Les attributions conférées au Conseil administratif des dou-anes dans la Convention prévue à l'alinéa 1 du présent article, sont exercées par la Commission douanière et fiscale prévue à l'article 28 du Traité d'Union.

Article 7 La Convention relative à l'assistance réciproque en matière de

recouvrement des créances fiscales et la Convention relative à la coopération en matière de douanes et d'accises, signées à Bruxelles le 5 septembre 1952, déterminent dans les limites de leur champ d'application les modalités d'exécution de l'article 83 du Traité d'Union.

Article 8 1. L'Accord relatif à la libération des transferts de capitaux

entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et les Pays-Bas,

S signé à Bruxelles le 8 juillet 1954 détermine les modalités d'appli-cation de l'article 4 du Traité d'Union et de l'article 30 de la Con-vention transitoire.

2. Dans l'article 10 de l'Accord mentionné à l'alinéa 1 du pré-sent article, les mots ,,Comité de Ministres créé par l'article 12 du Protocole concernant la coordination des politiques économiques et sociales, signé à La Haye le 24 juillet 1953" sont remplacés par les mots ,,Comité de Ministres prévu à l'article 15 du Traité instituant l'Union économique Benelux". -

Article 9 1. En vue de l'exécution des articles 2, 5, 6, 7, 85 et 87 du

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 222: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING

BENELUX VERDRAG

61

en 87 van het Unieverdrag streven de Hoge Verdragsluitende Par-tijen naar harmonisatie van de wettelijke en uitvoerende bepalingen, alsmede van alle andere publiekrechtelijke voorschriften, betreffende het binnenlands vervoer per spoor, over de weg en per binnenschip.

2. Ter uitvoering van artikel 7 van het Unieverdrag schaffen de Hoge Verdragsluitende Partijen elke ondersteunings- of bescher-mingsmaatregel af die door middel van het binnenlands vervoerwezen ten voordele van een of meer ondernemingen of bedrijfstakken strekt. Deze bepaling heeft geen betrekking op de concurrentietarieven (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 25 (art. 1, 2 f)).

3. Wanneer de Commissie voor het Verkeer binnen het kader van zijn bevoegdheid afzonderlijke gevallen onderzoekt welke vallen on-der de toepassing van de bepalingen van lid 2 van dit artikel, ontvangt zij op verzoek van de afgevaardigden van een der Hoge Verdrag-sluitende Partijen vertrouwelijk alle vereiste inlichtingen betreffende de toegepaste vervoerprijzen en -voorwaarden.

4. Voor de toepassing van artikel 68, onder a), van het Unie-verdrag verstaat men onder ,,lasten" de lasten welke door de ver-voerondernemingen worden gedragen en die in werkelijkheid als last van de gemeenschap zijn te beschouwen, alsmede de belastingen die van dien aard zijn dat zij de mededelingsvoorwaarden tussen de verschillende vervoertakken verstoren. Onder ,,voordelen" verstaat men de door de gemeenschap gedragen lasten die in werkelijkheid als last van de vervoerondernemingen zijn te beschouwen.

5. Geen bepaling van het Unieverdrag doet afbreuk: a) aan de maatregelen, genomen of te nemen ter uitvoering van

beginselen welke v66r de inwerkingtreding van het Unieverdrag door een van de Hoge Verdragsluitende Partijen zijn aanvaard met het oog op de financiële sanering van de nationale spoorwegonder-nemingen, mits deze maatregelen stroken met de bepalingen van artikel 68 van het Unieverdrag;

b) aan de kredietfaciliteiten of andere maatregelen ten gunste van de ontwikkeling van de modernisering van enige vervoertak, voor zover deze faciliteiten of maatregelen niet de economische betrek-kingen tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen beïnvloeden op een wijze die onverenigbaar is met de doelstellingen van de Unie.

6. Op het gebied van de luchtvaart passen de Hoge Verdrag-sluitende Partijen de bepalingen van artikel 9 van het Unieverdrag in het bijzonder toe op de technische vraagstukken welke in het kader van internationale burgerluchtvaartorganisaties het onderwerp van onderzoek of besprekingen uitmaken. Op verzoek van een hunner onderzoeken zij de mogelijkheid en de wenselijkheid deze coördinatie van het beleid uit te strekken tot andere vraagstukken en meer in het bijzonder tot hun betrekkingen met derde landen (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 26 (art. 1, 2g)).

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 223: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX, EXECUTION

61

Traité d'Union, les Hautes Parties Contractantes s'efforcent d'har-moniser les dispositions législatives et réglementaires et les autres dispositions de droit public relatives aux transports nationaux par chemin de fer, route et voie navigable.

2. Pour l'exécution de l'article 7 du Traité d'Union, les Hautes Parties Contractantes éliminent toute mesure de soutien ou de pro-tection, agissant par l'intermédiaire des transports intérieurs, en faveur d'une ou de plusieurs entreprises ou industries. Cette dispo-sition ne frappe pas les tarifs de concurrence (voir Décisions mi-nistérielles, p. 25 (art. 1, 2/)).

3. Lorsque la Commission des communications, dans le cadre de sa compétence, examine des cas particuliers tombant sous l'appli-cation des dispositions de l'alinéa 2 du présent article, elle reçoit, à titre confidentiel, sur demande des délégués de l'une des Hautes Parties Contractantes, toute information requise concernant les prix et conditions de transport appliqués.

4. Pour l'application de l'article 68, sous a), du Traité d'Union on entend par ,,charges", les charges supportées par les entreprises de transport qui sont en réalité imputables à la collectivité, ainsi que les impôts qui sont de nature à fausser les conditions de concurrence entre les différents modes de transports. Par ,,avantages" on entend les charges supportées par la collectivité qui sont en réalité impu-tables aux entreprises de transport.

5. Aucune disposition du Traité d'Union ne porte préjudice: a) aux mesures prises ou à prendre, en exécution de principes

admis avant l'entrée en vigueur du Traité d'Union, par l'une des Hautes Parties Contractantes en vue d'assurer l'assainissement finan-cier des exploitations nationales des chemins de fer, sous réserve que ces mesures soient conformes aux dispositions de l'article 68 du Traité d'Union;

b) aux facilités de crédit ou autres mesures favorisant le dévelop-pement ou la modernisation de l'un ou l'autre mode de transports pour autant que ces facilités ou mesures n'affectent pas les relations économiques entre les Hautes Parties Contractantes d'une manière incompatible avec les objectifs de l'Union.

6. En matière de transports aériens, les Hautes Parties Contrac-tantes appliquent les dispositions de l'article 9 du Traité d'Union, no-tamment aux questions techniques faisant l'objet d'études ou de dé-bats au sein des organisations internationales d'aviation civile. Ils examinent, à la demande de l'une d'Elles, la possibilité et l'oppor-tunité d'étendre la coordination des politiques à d'autres questions et en particulier à leurs relations avec les pays tiers (voir Décisions mini-stérielles, p. 26 (art. 1, 2g)).

Benelux, Sme supplément 1.11.62

Page 224: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING BENELUX VERDRAG

62

Artikel 10 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 17 (art. 1, 2 e), 20 (art. 1, 2 i))

1. Met het oog op de uitvoering van de artikelen 6 en 7 van het Unieverdrag verbindt iedere Hoge Verdragsluitende Partij zich de andere Hoge Verdragsluitende Partijen te raadplegen, alvorens een beslissing te nemen over de maatregelen welke de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties aan haar goedkeuring dienen voor te leggen en welke bovendien voor een andere Verdragsluitende Partij van wezen-lijk belang zijn.

2. Wanneer één van de Hoge Verdragsluitende Partijen aan haar publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties bevoegdheden verleent tot het uitvaardigen van voorschriften, zal zij voor zover mogelijk bepalen, dat de maatregelen welke deze organisaties zullen mogen nemen en die bovendien voor een andere Verdragsluitende Partij van wezenlijk belang zijn van tevoren moeten worden goedgekeurd door de Hoge Verdragsluitende Partij, waaronder deze organisaties ressorteren.

3. Iedere Hoge Verdragsluitende Partij verbindt zich de andere Verdragsluitende Partijen in kennis te stellen van genomen of ont-worpen maatregelen welke niet aan haar goedkeuring zijn onder-worpen en welke bovendien van wezenlijk belang zijn voor een andere Verdragsluitende Partij. Indien de Hoge Verdragsluitende Partijen in onderlinge overeenstemming van oordeel zijn, dat een dergelijke maatregel in strijd is met een der bepalingen van de artikelen 2 tot en met 7 van het Unieverdrag, zal de betrokken Hoge Verdragslui-tende Partij die maatregel schorsen of vernietigen.

4. De procedure van voorafgaand overleg, voorzien in lid 1 van dit artikel, is niet van toepassing indien dwingende overwegingen van tijd of markttechniek zich daartegen verzetten. In dat geval is de procedure van lid 3 van dit artikel van toepassing. De betrokken Hoge Verdragsluitende Partij stelt in dit geval de andere Verdrag-sluitende Partijen in kennis van de dwingende overwegingen waarop zij beroep doet.

Artikel 11 (Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 17 (art. 1, 2c)) Ie 1. Met het oog op de uitvoering van artikel 8 van het Unieverdrag neemt een Hoge Verdragsluitende Partij, indien haar door een andere Verdragsluitende Partij wordt verzocht maatregelen te nemen tegen een misbruik van economische macht, voortvloeiend uit een privaat-rechtelijke overeenkomst of afspraak inzake economische samenwer-king of uit een marktbeheersende positie van één of meer onder-nemingen, slechts na voorafgaande raadpleging van de andere Ver-dragsluitende Partijen een beslissing; hetzelfde is het geval indien één van de Hoge Verdragsluitende Partijen overweegt tegen derge-lijke misbruiken maatregelen te treffen welke voor een andere Ver-dragsluitende Partij van wezenlijk belang zijn.

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 225: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX EXECUTION

62

Article 10 (Voir Décisions ministérielles, p. 17 (art. 1, 2 e), 20 (art. 1, 2 j))

1. En vue de l'exécution des articles 6 et 7 du Traité d'Union, chaque Haute Partie Contractante s'engage à consulter les autres Parties Contractantes avant de prendre une décision au sujet des mesures que ses organismes de droit public de l'économie doivent soumettre à son approbation et qui, de plus, présentent pour une autre Partie Contractante un intérêt réel.

• 2. Lorsqu'une Haute Partie Contractante attribuera des pouvoirs réglementaires à ses organismes de droit public de l'économie, Elle prévoira, dans la mesure du possible, que les mesures que ces orga-nismes seront habilités à prendre ei qui, de plus, présentent pour une autre Partie Contractante un intérêt réel, doivent au préalable être approuvées par la Haute Partie Contractante dont relèvent ces or-ganismes.

3. Chaque Haute Partie Contractante s'engage à informer les autres Parties Contractantes des mesures prises ou projetées qui ne sont pas soumises à son approbation et qui, de plus, présentent pour une autre Partie Contractante un intérêt réel. Si les Hautes Parties Contractantes estiment de commun accord qu'une telle mesure est en contradiction avec une des dispositions des articles 2 à 7 inclus du Traité d'Union, la Haute Partie Contractante intéressée suspend ou annule la mesure en question.

4. La procédure de consultation préalable prévue à l'alinéa 1 du présent article- n'est pas applicable lorsque des motifs impérieux de temps ou de technique du marché s'y opposent. Dans cette hypothèse, la procédure de l'alinéa 3 du présent article est applicable. La Haute Partie Contractante intéressée fait, en ce cas, connaître aux autres Parties Contractantes les motifs impérieux qu'Elle invoque.

Article 11

S (Voir Décisions ministérielles, p. 17 (art. 1, 2c)) 1. En vue de l'exécution de l'article 8 du Traité d'Union

lorsqu'une Haute Partie Contractante est priée par une autre Partie Contractante de prendre des mesures contre un abus de la puissance économique découlant d'un accord ou entente privé de coopération économique ou d'une position dominante détenue sur le marché par une ou plusieurs entreprises. Elle ne prend une décision qu'après consultation préalable des autres Parties Contractantes; il en est de même lorsqu'une Haute Partie Contractante envisage de prendre, contre de tels abus, des mesures qui présentent un intérêt réel pour une autre Partie Contractante.

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 226: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

UITVOERING BENELUX VERDRAG

63

2. Elke Hoge Verdragsluitende Partij verbindt zich de andere Verdragsluitende Partijen te raadplegen alvorens gevolg te geven aan een verzoek tot verbindendverklaring van een privaatrechtelijke over-eenkomst inzake economische samenwerking, welke van wezenlijk belang is voor een andere Verdragsluitende Partij.

3. De Hoge Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar wederzijdse bijstand bij de opsporing van misbruik van economische macht als-mede bij het toezicht op de toepassing van verbindendverklaarde pri-vaatrechtelijke overeenkomsten voor zover deze bijstand noodzakelijk is voor de coördinatie van hun beleid.

4. De beslissing die een Hoge Verdragsluitende Partij neemt op grond van zijn nationale wetgeving heeft van rechtswege privaatrech-telijke rechtsgevolgen op het grondgebied van de andere Verdrag-sluitende Partijen, mits daarop de instemming is verkregen van het Comité van Ministers, voorzien in Deel 2 van het Unieverdrag.

5. De bepalingen van de leden 1 tot en met 4 van dit artikel worden toegepast naarmate in de drie landen wetgevingen in werking treden welke het de Hoge Verdragsluitende Partijen mogelijk maken gecoördineerde maatregelen te nemen. Deze bepaling doet geen af-breuk aan de verplichtingen welke de Hoge Verdragsluitende Par-tijen in artikel 8 van het Unieverdrag op zich hebben genomen en zij verzet zich niet tegen het optreden van het Comité van Ministers binnen zijn bevoegdheid teneinde de uitvoering van die verplichtingen te verzekeren.

Artikel 12

Met ingang van de inwerkingtreding van het Unieverdrag zijn af-geschaft:

1) de Douane-Overeenkomst, ondertekend te Londen op 5 sep-tember 1944, verduidelijkt en uitgelegd overeenkomstig het te 's-Gra-venhage op 14 maart 1947 ondertekende Protocol, alsmede de daar-mee verband houdende briefwisselingen, doch met uitzondering van het bij het Protocol van 14 maart 1947 gevoegde tarief en van de Protocollen die dit tarief hebben gewijzigd; Ie

2) het Protocol van de te 's-Gravenhage op 17 en 18 april 1946 tussen Belgische, Luxemburgse en Nederlandse Ministers gehouden besprekingen inzake de economische betrekkingen tussen de drie landen;

3) het Protocol van de te Brussel op 2 en 3 mei 1947 tussen Belgische, Luxemburgse en Nederlandse Ministers gehouden bespre-kingen betreffende de economische betrekkingen tussen de drie landen;

4) het Protocol van de te Brussel op 9 mei 1947 tussen de Minis-ters van Landbouw van België, Luxemburg en Nederland gehouden besprekingen betreffende landbouwvraagstukken;

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 227: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

• PROTOCOL VAN ONDERTEKENING

PROTOCOLE DE SIGNATURE

0

Page 228: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ONDERTEKENING BENELUX VERDRAG

68

PROTOCOL VAN ONDERTEKENING

Na heden een Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie te hebben ondertekend, zijn de Hoge Verdragsluitende Partijen het volgende overeengekomen:

1. De in de artikelen 86, lid 1, en 87, lid 2, van het Unieverdrag voorziene gemeenschappelijke uitvoerings- en controlemaatregelen worden binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de in-werkingtreding van dit Verdrag vastgesteld door het Comité van Ministers op voorstel van een Groep van deskundigen, te dien einde bij de ondertekening van het Unieverdrag ingesteld (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 61, 80, 84).

2. Wat betreft het goederenvervoer over de weg tussen de grond-gebieden der Hoge Verdragsluitende Partijen zal deze Groep van des-kundigen een ontwerp opstellen van tarieven, die maxima en minima inhouden, waaraan alle vervoerders zich dienen te houden. Te dien einde zullen de Hoge Verdragsluitende Partijen elkaar mededeling doen van hun prijzen welke op de kostprijzen van de betrokken ver-voerondernemingen zijn gebaseerd.

3. Bij de opstelling van het ontwerp voor de gemeenschappelijke tarieven zal de Groep van deskundigen rekening houden met:

a) de afgelegde afstand; b) een gelijke tonnage-indeling (5, 10, 15 en 20 ton); c) een gelijke goederenclassificatie; d) de mate waarin de capaciteit van de voertuigen wordt gebruikt.

TEN BLIJKE WAARVAN de Gevolmachtigden van de Hoge Verdragsluitende Partijen dit Protocol hebben ondertekend en voor-zien van hun zegel.

GEDAAN te 's-Gravenhage, 3 februari 1958, in drievoud in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België: (w.g.) A. VAN ACKER (w.g.) V. LAROCK

Voor het Groothertogdom Luxemburg: (w.g.) BECH

Voor het Koninkrijk der Nederlanden: (w.g.) W. DREES (w.g.) J. LUNS

Benelux, Sde aanvulling 1.11.62

Page 229: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAITE BENELUX SIGNATURE

68

PROTOCOLE DE SIGNATURE

Ayant signé en date de ce jour un Traité instituant l'Union écono-mique Benelux, les Hautes Parties Contractantes sont convenues de ce qui suit:

1. Les règles communes d'exécution et de contrôle visées aux articles 86, alinéa 1 et 87, alinéa 2 du Traité d'Union sont fixées - sur proposition d'un Groupe d'experts institué à cette fin dès la signature du Traité d'Union - par le Comité de Ministres dans un

délai ne pouvant dépasser deux ans à partir de l'entrée en vigueur dudit Traité (voir Décisions ministérielles, p. 61, 80, 84).

2. En ce qui concerne les transports routiers de marchandises entre les territoires des Haùtes Parties Contractantes, ce Groupe d'experts établira un projet de tarifs comportant des minima et des maxima à appliquer par tous les transporteurs. A cet effet, les Hautes Parties Contractantes se communiqueront leurs prix respectifs basés sur le prix de revient des entreprises de transport en cause.

3. Lors de l'établissement du prôjet de tarifs communs, le Groupe d'experts tiendra compte:

a) de la distance parcourue; b) de catégories identiques de tonnages (5, 10, 15 et 20 tonnes); c) d'une classification uniforme des marchandises; d) du degré d'utilisation des véhicules.

EN FOI DE QUOI, les Plénipotentiaires des Hautes Parties Con-tractantes ont signé le présent Protocole et l'ont revêtu de leur sceau.

FAIT à La Haye, le 3 février 1958, en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant égale-ment foi.

Pour le Royaume de Belgique: (s.) A. VAN ACKER (s.) V. LAROCK

Pour le Grand-Duché de Luxembourg: (s.) BECH

Pour le Royaume des Pays-Bas: (s.) W. DREES (s.) J. LUNS

Benelux, 5me supplément 1.11.62

Page 230: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

RAADGEVENDE

INTERPARLEMENTAIRE BENELUX-RAAD

(Verdrag, blz. 11 (art. 23, 24)

Overeenkomst tot instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad .................. 2

Reglement van orde ............- . '. . 5

Protocol tot aanvulling van de overeenkomst tot instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad ..... 17

CONSEIL INTERPARLEMENTAIRE CONSULTATIF

DE BENELUX

(Traité, p. 11 (art. 23, 24)

Convention instituant un Conseil Interparlementaire Consul- tatif de Benelux ................ 2

Règlement d'ordre intérieur ............. 5

Protocole additionnel à la convention instaurant un Conseil In-terparlementaire Consultatif de Benelux ........ 17

Benelux, 5me supplément

Page 231: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

INTERPARLEMENTAIRE RAAD

Hare Majesteit dé Koningin der Nederlanden, Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg, Bezield door de wens, de tussen Haar Staten bestaande banden te

verstevigen en daartoe een geregelde samenwerking tussen de drie Parlementen tot stand te brengen,

Hebben besloten te dien einde een Overeenkomst te sluiten en hebben tot Haar gevolmachtigden benoemd: -

Hare Majasteit de Koningin der Nederlanden: Zijne Excellentie Baron B. Ph. van Harinxma thoe Slooten, Buiten-

gewoon en gevolmachtigd Ambassadeur der Nederlanden te Brussel, Zijne Majesteit de Koning der Belgen: Zijne Excellentie de Heer P. H. Spaak, Minister van Buitenlandse

Zaken,

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg: Zijne Excellentie de Heer Lambert Schaus, Buitengewoon en ge-

volmachtigd Ambassadeur van het Groothertogdom Luxemburg te Brussel,

Die, na elkaar hun in goede en behoorlijke vorm bevonden vol-machten te hebben overgelegd, zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

Er wordt ingesteld een Raadgevende Interparlementaire Benelux-raad, hierna te noemen: ,,Raad".

De Raad bestaat uit 49 leden, waarvan 21 worden gekozen uit en aangewezen door het Belgische Parlement, 21 gekozen uit en aan-gewezen door het Nederlandse Parlement en 7 gekozen en aan-gewezen door het Luxemburgse Parlement. Ie

Artikel 2

De Raad komt eenmaal 's jaars bijeen. Hij komt bovendien binnen een redelijke termijn bijeen, op con -

cocatie door de Voorziteer, telkens wanneer de Regeringen der drie Staten gezamenlijk de wens daartoe kenbaar maken.

De Voorzitter roept de Raad eveneens bijeen telkens wanneer de meerderheid der leden de wens daartoe kenbaar maakt.

Benelux, 5de aanvulling

Page 232: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ARBEID

(Verdrag, blz. 5 (art. 1, 2), blz. 21 (art. 60, 61), 24 (art. 70), Over- gangsovereenkomst, blz. 34 (art. 7, 8), Uitvoeringsprotocol, blz. 58

(art. 3, 4)

Arbeidsverdrag .................. 2

TRAVAIL

9b Transitoire, p. 5 (art. 2), P. 21 (art. 60, 61), 24 (art. 70), Convention

Transitoire, p. 34 (art. 7, 8), Protocole d'Exécution, p. 58 (art. 3, 4)

Traité de Travail ................ 2

.

Benelux, 5me supplément

Page 233: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ARBEID

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertögin van Luxemburg, en

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

In gelijke mate bezield. door de wens, te streven naar een gemeen-schappelijke arbeidsmarkt voor Hun onderdanen;

Verlangend aan elkaars onderdanen gelijke arbeidsvoorwaarden toe te kennen als waartoe Hun eigen onderdanen gerechtigd zijn;

Met het doel, op het grondgebied der drie landen het vrije verkeer van arbeidskrachten en de volledige tewerkstelling te bevorderen, alsmede de produktiebronnen van deze landen tot het uiterste tot ontwikkeling te brengen en te gebruiken;

Hebben besloten, te dien einde een Verdrag te sluiten en hebben gevolmachtigden benoemd, die, na elkander mededeling te hebben gedaan van hun volmachten, welke in goede en behoorlijke vorm werden bevonden, over de volgende bepalingen tot overeenstemming zijn gekomen: (zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 27 (art. 1, 2a)

Artikel 1 Onder ,,werknemers" worden in dit Verdrag verstaan onderdanen

van de Hoge Verdragsuitende Partijen, die bij een particuliere werk-gever arbeid in loondienst verrichten.

In de zin van dit Verdrag worden met werknemers gelijkgesteld leerlingen en stagiaires.

Artikel 2 Ongeacht de stand van de arbeidsmarkt in het land van de Partij,

welke ontvangt en zonder dat een arbeidskaart of een arbeidsver-gunning, waaraan eigen onderdanen niet zijn onderworpen, nodig zal zijn, is het aan alle onderdanen van een der Hoge Verdragsluitende Partijen toegestaan op voet van gelijkheid alle arbeid bij een parti-culiere werkgever op het grondgebied van een der andere Hoge Ver-dragsluitende Partijen aan te bieden of te aanvaarden.

Van de in dit artikel genoemde voorrechten worden uitgesloten personen, die als ongewenst worden beschouwd uit een oogpunt van handhaving der openbare orde en goede zeden, van de openbare veiligheid en gezondheid.

Artikel 3 (geschorst op grond van het Uitvoeringsprotocol, artikel 14, 1) Indien de stand van de arbeidsmarkt niet zou toestaan, dat de werk-

nemers in bepaalde tijdvakken, in bepaalde streken of in bepaalde Partijen onmiddellijk overleg plegen, teneinde in onderlinge overeen-

Benelux, 5de aanvulling

Page 234: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

TRAVAIL

Sa Majesté le Roi des Belges,

Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg, et

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas,

Animés de façon égale du désir de tendre, pour Leurs sujets, vers la réalisation d'un marché de travail commun;

Désireux d'accorder aux nationaux des autres Parties Contractantes des conditions de travail égales à celles dont jouissent Leurs propres nationaux;

la Dans le but de favoriser la libre circulation des travailleurs et le plein emploi sur le territoire des trois pays, ainsi que de développer et d'utiliser au maximum les ressources de la production de ces pays;

Ont résolu de conclure, à cette fin, un Traité et ont désigné des plénipotentiaires, lesquels, aprèe s'être communiqué leurs pleins pou-voirs, trouvés en bonne et due forme, sont convenus des dispositions suivantes: (voir Décisions ministérielles, p. 27 (art 1, 2a)

Article 1er Dans ce Traité, on entened par ,,travailleurs salariés", les nationaux

des Hautes Parties Contractantes qui occupent emploi salarié auprès d'un employeur privé.

Aux termes du présent Traité, sont assimilés aux travailleurs sa-lariés les apprentis et les stagiaires.

Article 2 Sans qu'il soit tenu compte de l'état du mraché du travail de la

Partie qui reçoit, et sans qu'une autorisation de travail ou d'em-bauchage non imposée à ses nationaux soit nécessaire, il sera permis

• à tous nationaux d'une des Hautes Parties Contractantes d'offer ou de prendre, sur un pied d'égalité, tout travail après d'un employeur privé, sur le territoire d'une des autres Hautes Parties Contractantes.

Seront excluses du bénéfice de la présente disposition, les personnes qui sont considérées comme indésirables au point de vue du maintien de l'ordre public et des bonnes moeurs, de la sécurité et de la santé publiques.

Article 3 (suspendu en vertu du Protocole d'Exécution, article 14, 1).

Au cas où l'état du marche du travail ne permittrait pas aux tra-vailleurs salariés d'être mis au travail au cours de certaines périodes, dans certaines regions, ou pour certaines professions, les Hautes Parties Contractantes se consulteraient immédiatement afin de déter -

Benelux, 5me supplément

Page 235: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ARBEID

stemming tijdelijke maatregelen vast te stellen, welke geboden zouden zijn.

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich, bij de toepassing van deze maatregelen, zoveel mogelijk, het nadeel te beperken, dat voor de belanghebbende werknemers daaruit zou kunnen ontstaan.

Artikel 4 De bevoegde administraties zullen elkander voortdurend op de

hoogte houden van de stand en de ontwikkeling van hun nationale arbeidsmarkt. Deze inlichtingen zullen zowel op de toestand in het gehele land en in de verschilende gebieden, als op de toestand in de bedrijfstakken en de beroepen betrekking hebben.

Zij zullen er naar streven de inlichtingen vergelijkbaar en gelijk-vormig te maken, daarbij in hetb ijzonder gebruik makend van een zelfde beroepenclassificatie.

Artikel 5 De Hoge Verdragsluitende Partijen zullen er naar streven zo spoe-

dig en doeltreffend mogelijk de tekorten en overschotten aan arbeids-krachten in de drie landen te compenseren. Ten einde de verwezen-lijking van dit doel te vergemakkelijken, zullen zij, zoveel mogelijk, de Organisatie en de werkwijze van den diensten, belast met de ar-beidsbemiddeling, op elkaar afstemmen en alle maatregelen nemen, welke geschikt zijn om de geografische en de beroepsmobiliteit der arbeidskrachten van land tot land te bevorderen.

Artikel 6 De werkzaamheden, welke betrekking hebben op de arbeidsbe-

middeling, zullen in onderlinge overeenstemming worden vastgesteld door de bevoegde administraties, met inachtneming van de onder-scheidene nationale wetgevingen.

Artikel 7 De Hoge Verdragssluitende Partijen zullen, zowel bij het binnen-

komen als bij het vertrek, alle administratieve faciliteiten verlenen ten behoeve van de tijdelijke of blijvende verplaatsingen van de werk-nemers en hun gezinnen, evenals voor het overbrengen van het huis-raad en de andere nodige goederen.

Artikel 8 De belanghebbende werknemers zullen bij gelijkwaardige arbeid

een loon - ontvangen, gelijk aan dat van de werknemers van dezelfde categorie der Partij, welke ontvangt, werkzaam in dezelfde onder neming.

Benelux, 5de aanvulling

Page 236: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

KAPITAALVERKEER

(Verdrag, blz. 5 (art. 1-5), 7 (art. 10), 22 (art. 64), 24 (art. 71-77), 39 (art. 26), blz. 40 (art. 30) Uitvoeringsprotocol, blz. 60 (art. 8)

Akoord betreffende de liberalisering van het kapitaalverkeer tus- sen Nederland en de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie 2

CAPITAUX

S (Traité, p. 5 (art. 1-5), 7 (art. 10), 22 (art. 64), 24 (art. 71-77), 39 (art. 26), P. 40 (art. 30), Protocole d'Exécution, p. 60 (art. 8)

Accord relatif à la libération des mouvements de capitaux entre les Pays-Bas et l'Union Economique Belgo-Luxembourgeoise . . 2

Benelux, 5me supplément

Page 237: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ARBEID

De Regeringen van Nederland, België en Luxemburg, bezield door de wens het kapitaalverkeer tussen de drie landen te liberaliseren, zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

De kapitalen, welke in Nederland zijn belegd door ingezetenen van de landen der Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de kapitalen, welke in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie zijn belegd door Nederlandse ingezetenen, kunnen in contant geld worden omgezet en verhandeld tussen ingezetenen der drie landen.

Artikel 2

Ingezetenen der drie landen kunnen hun kapitalen overmaken van Nederland naar de Belgisch-luxemburgse Economische Unie en van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie naar Nederland.

Ingezetenen der drie landen kunnen hun kapitalen beleggen in elk dezer landen, in welke vorm ook, en een bepaalde belegging dotir een andere vervangen. Beleggingen in effecten zullen uitsluitend kunnen plaatsvinden in de in artikel 4 genoemde soorten.

Artikel 4

De effectentransacties zullen betrekking hebben op stukken, welke zijn uitgegeven door Nederlandse, Belgische, Congolese of Luxem-burgse openbare of particuliere rechtspersonen en welke luiden in Nederlandse guldens of in Belgische, Congolese of Luxernburgse francs.

Artikel 5

De in artikel 4 omschreven effecten, welke in het bezit zijn van of verkregen worden door ingezetenen der drie landen, kunnen worden overgebracht van het ene land naar het andere op de wijze vast-gesteld door de onderscheidene deviezenvoorschriften.

Artikel 6

Uitgiften van effecten in Nederlandse guldens op de Nederlandse effectenmarkt door Belgische, Congolese of Luxemburgse openbare of particuliere rechtspersonen en het deelnemen van Nederlandse in-gezetenen aan uitgiften van effecten in Nederlandse guldens op de

.

Benelux, 5de aanvulling -

Page 238: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

(Verdrag, blz. 22 (art. 62, 63), Overgangsovereenkomst, blz. 34 (art. 4, 5), Uitvoeringsprotocol, blz. 58 (art. 2), 65 (art. 13)

Protocol betreffende de nationale behandeling bij de aanbeseding van werken en de aankoop van goederen ........ 2

Ministeriële Beschikking inzake de toepassing van het Protocol betreffende de nationale behandeling bij de aanbesteding van werken en aankoop van goederen .......... 10

ADJUDICATIONS PAR LES POUVOIRS PUBLIQUES

(Traité, p. 22 (art. 62, 63), Convention transitoire, p. 34 (art. 4, 5), Protocole d'Exécution, p. 58 (art. 2), 65 (art. 13)

Protocole concernant le traitement national en matière d'adjudications de travaux et d'achats de marchandises ........ 2

Décision ministérielle relative à l'application du Protocole concer-nant le traitement national en matière d'adjudications de travaux et d'achats de marchandises ............ 10

.

Benelux, 5me supplément

Page 239: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

De Regeringen van Nederland, België en Luxemburg,

Gelet op hoofdstuk IV, punt 3, van het Protocol van Oostende van 31 juli 1950, betreffende de nationale behandeling inzake openbare aanbestedingen;

Gelet op de beginselen, nedergelegd in artikel VI van het op 15 oktober 1949 ondergetekende V66r-Unie Akkoord, alsmede in punt 5 van het daarbij behorende Protocol van Ondertekening; Ie

Bezield door de wens te komen tot een volledige toepassing van het beginsel der nationale behandeling in het raam der Economische Unie;

Erkennende dat dit doel slechts geleidelijk kan worden bereikt;

Zijn ter verwezenlijking van een eerste stap in deze richting het navolgende overeengekomen:

Artikel 1

(afgeschaft op grond van het Uitvoeringsprotocol, art. 12, punt 26)

Anke! 2

(afgeschaft op grond van het Uitvoeringsprotocol, art. 12, punt 26)

Artikel 3

A. De ondernemingen, welke wensen deel te nemen aan onder-handse aanbestedingen, worden op haar verzoek door de overheids-instellingen op de lijsten van gegadigden geplaatst. De keuze van de tot inschrijving uit te nodigen gegadigden word gemaakt zonder dat tussen de ondernemingen uit de drie landen wordt gediscrimineerd;

B. Voor zover de belanghebbenden niet in de gelegenheid worden

Benelux, 5de aanvulling

Page 240: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

au dépouillement des soumissions, les pouvoirs publics font connaître le résultat de leurs adjudications par appel restreint à la concurrence, si leur valeur dépasse un montant de f 40.000 ou de 500.000 F, ex-ception faite, toutefois, des cas pour lesquels les pouvoirs publics in-téressés ont une raison imprérieuse d'éviter cette communication. Les montants précités peuvent être modifiés par le Comité de Ministres.

Cette communication mentionne le montant auquel le marché a été attribué et se fait, soit par la presse, soit par écrit aux soumission-

le naires dont l'offre n'a pas été acceptée.

Article 4

A. Les entrepreneurs néerlandais qui désirent effectuer des tra-vaux en Belgique ou au Luxembourg, introduisent, par l'intermédiaire du Ministère néerlandais des Affaires Economiques, leur demande en obtention de l'autorisation requise auprès des organismes belges ou luxembourgeois compétents.

Ces demandes sont accompagnées d'un avis émis par le Ministère néerlandais des Affaires Economiques, après consultation de l'organi-sation professionelle compétente. Cet avis est rédigé en tenant compte des normes belges ou luxembourgeoises en la matière.

B. Les entrepreneurs belges et luxembourgeois qui désirent effec-teur des travaux aux Pays-Bas introduisent, par l'intermédiaire du Ministère belge ouluxembourgeois compétent, leur demande en ob-tention d'une autorisation d'établissement auprès du Ministère néer-landais des Affaires Economiques.

La demande de l'entrepreneur belge est accompagnée d'un avis du Ministère belge des Affaires Economiques établi suivant attestation delivrée par le Ministère belges des Travaux Publics.

La demande de l'entrepreneur luxembourgeois est accompagnée d'un avis du Ministère luxembourgeois des Affaires Economiques.

Ces avis sont rendus après consulation des organisations belges ou luxembourgeoises compétentes et sont redigés en tenant compte des normes néerlandaises en la matière.

C. Pour l'application de leurs normes nationales, les autorités compétentes de chaque pays tiennent compte des avis visés sous A et B du présent article en matière de capacité et d'expérience pro-fessionnelles.

Benelux, 5me. supplément

Page 241: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

D. De beslissingen op de sub A en B van dit artikel bedoelde aanvragen worden genomen binnen een maand nadat deze door de nationale administraties zijn ontvangen en worden terstond aan de betrokkenen medegedeeld.

E. Iedere Regering waakt er voor, dat de aannemers uit de part-nerlanden bij de toepassing van eventuele particuliere mededingings-regelingen even gunstig behandeld worden als de nationale aannemers.

Artikel 5

De aannmers en leveranciers uit de partnerlanden worden vrij-gesteld van de verplichting, v66r de aanbesteding een waarborgsom te storten.

Artikel 6 (zie blz. 14, XI!).

De termijnen, gedurende welke de inschrijver gehouden is tot ge-standdoening van zijn aanbieding, zullen in de drie landen met elkaar in overeenstemming worden gebracht.

Artikel 7

De inschrijving dient te geschieden in de valuta van het land waar de aanbesteding plaatsvindt.

Artikel 8

(zie blz. 10 e.v., Ministeriële Beschikkingen, blz. 32 (art. 1, 2).

De instelling van de Bijzondere Gemengde Commissie bedoeld in hoofdstuk IV, punt 3, van het Protocol van Oostende van 31 juli 1950 wordt bevestigd.

Deze Commissie te noemen ,,Bijzondere Commissie voor de Aan-bestedingen" zal hierna worden aangeduid met: Commissie.

De Commissie ressorteert rechtstreeks onder de Raad van de Economische Unie.

Zij heeft tot algemene opdracht ervoor te waken, dat de bepalingen van dit Protocol worden toegepast en brengt jaarlijks verslag uit.

Hiertoe verzamelt zij alle gegevens ter verkrijging van een overzicht van de ontwikkeling van de toestand op het gebied van de aanbe-stedingen en ter vaststelling van de eventuele ongelijkheid als bedoeld in artikel 9 van dit Protocol.

.

Benelux, 5de aanvulling

Page 242: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

4

D. Les décisions relatives aux demandes visées sous A et B du présent article sont prises dans le mois suivant la date de leur ré-ception par les administrations nationales et sont communiquées aus-sitôt aux intéressés.

E. Chaque Gouvernement veille à ce que les entrepreneurs des pays partenaires soient traités d'une façon aussi favorable que les entrepreneurs nationaux, lors de l'application d'éventuelles réglemen-tations privées en matière de concurrence.

le Article 5

Les entrepreneurs et fournisseurs des pays partenaires sont exemp-tés de l'obligation de verser un cautionnement avant l'adjudication.

Article 6 (voir p. 14, XII)

Les délais durant lesquels le soumissionaire est tenu de maintenir son offre seront harmonisés dans les trois pays.

Article 7

La soumission doit être libellée dans la monnaie du pays où l'adjudication a lieu.

Article 8

(voir p. 10 et suivantes, Décisions ministérièlles, p. 32 (art. 1,2)

Ob point de la Commision Spéciale Mixte visée au chapitre IV,

point 3, du Protocole d'Ostende du 31 juillet 1950 est confirmée. Cette Commission dénommée ,,Commission spéciale pour les

Adjudications" est désignée ci-après par: la Commission. Le Commission relève directement du Conseil de l'Union Econo-

mique. Elle a pour mission générale de veiller à l'application des dis-

positions du présent Protocole et fait annuellement rapport. A cet effet, elle réunit toute documentation permettant d'avoir un

aperçu de l'évolution de la situation en matière d'adjudications et d'établir le déséquilibre éventuel défini à l'article 9 du présent Proto-cole.

Benelux, 5me supplément

Page 243: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

5

De Commissie is belast met de behandeling van verzoeken om inlicthingen en het onderzoek van klachten.

Zij bevestigt de belanghebbenden de • ontvangst der klachten en brengt de conclusies van haar onderzoeken met redenen omkleed ter kennis van de Minister, onder wie de overheidsinstellingen die de betreffende aanbestedingen hebben gehouden, ressorteren.

De adressen waaraan in elk der drie landen de verzoeken om in-lichtingen en de klachten kunnen worden gezonden zullen worden openbaar gemaakt.

De Commissie is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens van bijzondere of individuele aard welke haar uit hoofde van de uit-oefening van haar taak bekend zijn geworden.

Artikel 9 (zie blz. 10 e.v.) A. Aan de hand van de verzamelde gegevens, bepaalt de Com-missie of er een belangrijke ongelijkheid bestaat tussen:

1°. Voor wat de werken betreft: a. Enerzijds, het totaal der bedragen der aanbestedingen die door

de overheidsinstellingen van een der partnerlanden zijn gegund aan onderdanen van een ander partnerland die in dit laatste land zijn gevestigd;

b. Anderzijds, het totaal der bedragen der aanbestedingen die door overheidsinstellingen van dat andere partnerland zijn gegund aan onderdanen van het eerstbedoelde land die in het laatste land zijn gevestigd.

2°. Voor wat de aankoop van goederen betreft: a. Enerzijds, het totaal der bedragen, waarvoor de overheids-

instellingen van een der partnerlanden goederen van oorsprong uit een ander partnerland hebben aangekocht;

b. Anderzijds, het totaal der bedragen, waarvoor de overheids-instellingen van dit partnerland goederen van oorsprong uit het eerste land hebben aangekocht.

Deze ongelijkheid is bereikt, wanneer het verschil tussen boven-genoemde bedragen tenminste gelijk is aan een door het Comité van Ministers vast te stellen bedrag.

Evenwel kunnen voor de sectoren, waarvan de bedrijvigheid in overwegende mate afhankelijk is van door de overheidsinstellingen verleende opdrachten, afzonderlijke bedragen worden vastgesteld.

B. Ten einde rekening te houden met de bijzondere omstandig-heden van Luxemburg en ten behoeve van met name te noemen Luxemburgse ondernemingen, kunnen door het Comité van Ministers bijzondere maatregelen genomen worden.

C. De in dit artikel bedoelde bedragen, sectorenen ondernemin -

Benelux, 5de aanvulling -

Page 244: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

La Commission est chargée de traiter les demandes de renseigne-ments et d'examiner les plaintes.

Elle accuse réception des plaintes aux intéressées et communique les conclusions motivées des enquêtes au Ministre dont relèvent les pouvoirs publics qui ont organisé les adjudications en cause.

Les adresses auxquelles, dans chacun des trois pays, peuvent être envoyées les demandes de renseignements et les plaintes, seront rendues publiques.

La Commission est tenue au secret en ce qui concerne tous ren-seignements de carac-ère particulier ou privé dont elle a pris cont naissance en exécution de sa mission.

Article 9 (voir p. 10 et suivantes)

A. En se basant sur les données recueillies, la Commission déter-mine, s'il existe un déséquilibre important entre:

- 1 0 . En ce qui concerne les travaux: a) D'une part, Ie total des montants des adjudications attribuées

par les pouvoirs publics d'un des pays partenaires à des ressortissants d'un autre partenaire, établis dans ce dernier pays;

b) D'autre part, le total des montants des adjudications attribuées par les pouvoirs publics de cet autre pays partenaire à des ressortis-sants du premier pays, établis dans ce dernier pays.

2°. En ce qui concerne les achats de marchandises: a) D'une part, le total des montants pour lesquels les pouvoirs

publics d'un pays partenaire ont acheté des marchandises originaires d'un autre pays partenaire;

b) D'autre part, le total des montants pour lesquels les pouvoirs publics de ce pays partenaire ont acheté des marchandises originaires du premier pays.

Ce déséquilibre est atteint lorsque la différence entre les montants précités s'élève au moins à un montant à déterminer par le Comité de Ministres.

Toutefois, dans les secteurs dont l'activité dépend d'une façon prépondérante des commandes faites par les pouvoirs publics, des montants particuliers peuvent être fixés.

B. Pour tenir compte des conditions particulières du Luxembourg et pour certaines entreprises luxembourgeoises à déterminer, des mesures speciales peuvent être prises par le Comité de Ministres.

C. Les montants, secteurs et entreprises visés au présent article

Benelux, 5me supplément

Page 245: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

gen, zomede de periode, waarover de berekening van de eventuele ongelijkheid zich uitstrekt, worden door het Comité van Ministers vastgesteld. Artikel 10 (zie blz. 12 e.v. Ministeriële Beschikkingen, blz. 32 art. 1, 2°).

A. Indien de Commissie een belangrijke ongelijkheid in de zin van artikel 9 constateert, stelt zij onverwijld het Comité van Ministers hiervan in kennis. De Commissie doet deze kennisgeving vergezeld gaan van of volgen door voorstellen nopens te nemen maatregelen om in de geconstateerde ongelijkheid verbetering te brengen.

Indien de Commissie bij de bestudering der gegevens, aangeduid in artikel 8, nie tot overeenstemming kan komen omtrent het bestaan van een belangrijke ongelijkheid of, omtrent de te nemen maatregelen, dan stelt zij onverwijld het Comité van Ministers hiervan in kennis.

B. Anderzijds kan de Regering van één der landen, die van mening is, dat een belangrijke ongelijkheid aanwezig is en dat de belangen van dit land hiervan schade ondervinden, de Commissie uitnodigen hiernaar een onderzoek in te stellen.

De Commissie komt na ontvangst van een uitnodiging als bedoeld in het vorige lid onverwijld bijeen. Zij brengt binnen 30 dagen nadat een beroep op de Commissie is gedaan, verslag uit aan het Comité van Ministers. Dit verslag vermeldt in het bijzonder:

a. hetzij dat de Commissie de aanwezigheid van een belangrijke ongelijkheid heeft vastgesteld. In dit geval doet de Commissie haar verslag vergezeld gaan, hetzij van een advies betreffende de noodzaak tot het nemen van maatregelen alsook betreffende de aard en de duur van deze maatregelen, hetzij van een mededeling, dat zij omtrent dergelijke maatregelen niet tot overeenstemming is kunnen komen;

b. hetzij dat binnen de Commissie verschil van mening bestaat omtrent de aanwezigheid van een belangrijke ongelijkheid.

Indien het onderzoek de Commissie tot de overtuiging leidt, dat er geen belangrijke ongelijkheid aanwezig is, brengt zij dit ter kennis van de betrokken Regering.

C. Binnen 30 dagen na ontvangst van een verslag als bedoeld in A en B van dit artikel bepaalt het Comité van Ministers zijn stand-punt betreffende de aanwezigheid van een belangrijke ongelijkheid en stelt het in het voorkomende geval de noodzaak, de aard en de duur van de te nemen maatregelen vast.

Ingeval het Comité van Ministers hieromtrent geen overeenstem-ming bereikt, of na verloop van de in het vorige lid gestelde termijn, kan één der Regeringen het geschil aan arbitrage onderwerpen. De arbitrage zal betrekking hebben op de aanwezigheid van een belang-rijke ongelijkheid en, indien een zodanige ongelijkheid werd vastge-steld, op de noodzaak, de aard en de duur van de te nemen maat-regelen.

D. Indien de Commissie een belangrijke ongelijkheid heeft vast-gesteld of indien de Commissie geen overeenstemming bereikt, hetzij

Benelux, 5de aanvulling

Page 246: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

ADJUDICATIONS PUBLIQUES

6

ainsi qui les périodes de base pour la détermination du déséquilibre éventuel sont fixes par le Comité de Ministres.

Article 10 (voir p. 12 et suivantes Décisions ministérielles, p. 32 (art. 1, 2)

A. Lorsque la Commission constate un déséquilibre important tel qu'il a été prévu à l'article 9, elle en avise immédiatement le Comité de Ministres. La Commission fait accompagner cet avis ou le fait suivre de propositions concernant des mesures à prendre en vue de remédier au déséquilibre constaté.

• Lorsque la Commission ne peut réaliser un accord au cours de l'examen des élements visés à l'article 8 du Protocole, sur la question de savoir s'il existe ou non un déséquilibre important ou sur les mesures à prendre, elle en avise immédiatement le Comité de Ministres

B. Par ailleurs, si le Gouvernement d'un des pays estime que ce déséquilibre important existe et lèse ses intérêts, il peut inviter la Commission à procéder à un examen.

La Commission se réunit sans délai dès la réception de l'invitation dont question à l'alinéa précédent. Dans les 30 jours qui suivent la date à laquelle il a été fait appel à la Commission, elle fait rapport au Comité de Ministers. Ce rapport signale notamment:

a. soit que la Commission a constaté qu'un déséquilibre important est atteint. Dans ce cas la Commission fait accompagner son rapport, soit d'un avis relatif à la nécessité de prendre des mesures ainsi qui'à la nature et à la durée de celles-ci, soit d'une communication selon laquelle elle n'a pas abouti à un accord sur ces mesures;

b. soit qu'il y a divergence au sein de la Commission sud l'exis-tence d'un déséquilibre important.

Si l'examen amène la Commission à conclure qui'il n'existe pas un déséquilibre important, elle en avise le Gouvernement interessé.

C. Dans un délai de 30 jours après réception du rapport visé sous . A et B du présent article, le Comité de Ministres détermine son point

de vue au sujet de l'existence d'un déséquilibre important et décide éventuellement de la nécessité, de la nature et de la durée des mesures à prendre.

En cas de divergence de vues au Comité de Ministres ou à l'expira-tion du délai fixé à l'alinéa précédent, un des Gouvernements peut soumettre le différend à l'arbitrage. Celui-ci portera sur l'existence d'un déséquilibre important et, dans le cas où un tel déséquilibre a été constaté, sur la nécessité, la nature et la durée des mesures à prendre.

D. Si la Commission a constaté un déséquilibre important ou s'il y a désaccord au sein de la Commission, soit au sujet de ce déséqui-

Benelux, 5me supplément

Page 247: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

OPENBARE AANBESTEDINGEN

omtrent die ongelijkheid, hetzij omtrent de noodzaak, de aard en de duur van de te nemen maatregelen, kan de Regering, die zich in haar belangen benadeelt acht, conservatoire maatregelen nemen, te weten maatregelen van dien aard, dat een verergering van de ongelijkheid wordt voorkomen. In dat geval moet zij evenwel de bijeenkomst, binnen 15 dagen, verzoeken van het Comité van Ministers of van een Beperkt Minsterscomité, daartoe aangewezen door het Comité van Ministers, ten einde van dit Comité de toestemming te verkrijgen voor het handhaven van de maatregelen.

Ingeval het Comité van Ministers of het Beperkt Ministerscomité hieromtrent geen overeenstemming bereikt, of na verloop van de termijn van 15 dagen, moet de Regering van het land dat de conser-vatoire maatregelen genomen heeft, hen onverwijld intrekken of ar-bitrage inroepen, ten einde hen te kunnen handhaven.

E. De maatregelen, die overeenkomstig het bepaalde onder C en D van dit artikel zijn genomen, moeten onverwijld worden inge-trokken, zodra de belangrijke ongelijkheid is verdwenen.

F. De Commissie doet afschrift van haar aan het Comité van Ministers gerichte verslagen toekomen aan de Raad van de Econo-mische Unie.

Artikel 11

(afgeschaft op grond van het Uitvoeringsprotocol, artikel 12, punt 2).

Artikel 12

Dit Protocol zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de Regering van België

Het zal in werking treden de dag na de nederligging van de derde akte van bekrachtiging—*)

(derde alinea afgeschaft op grond van het Uitvoeringsprotocol, artikel 12, punt 26, met dien verstande dat dit Protocol, tenzij de Hoge Verdragsluitende Partijen anders overeenkomen, dezelfde loop-tijd zal hebben als het Unieverdrag).

• Gedaan te Brussel, op 6 juli 1956, in drievoud, in de Nederlandse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk autentiek.

Voor de Regering van Nederland:

(w.g.) VAN HARINXMA THOE SLOOTEN

•) Datum van inwerkingtreding: 29.8.1958

Benelux, 5de aanvulling

Page 248: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

- PERSONENVERKEER

(Verdrag, blz. 5 (art. 1, 2)

Overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied ......... 2

Protocol betreffende de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake de verlegging van de personencontrole naar de buiten-grenzen van het Beneluxgebied ........... 8

fb CIRCULATION DES PERSONNES

(Traité, p. 5 (art. 1, 2)

Convention relative au transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux .....2

Protocole relatif à l'exécution de la convention en matière de transfert du contrôle des personnes vers les frontières extérieures du territoire du Benelux ..............8

.

Benelux, 5me supplément

Page 249: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

PERSONENVERKEER

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, INZAKE DE VERLEGGING VAN DE PERSONENCONTROLE NAAR DE BUITENGRENZEN VAN

HET BENELUXGEBIED

(zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 50).

Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg, Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, Verlangend de banden, die reeds tussen Hun Landen bestaan, in

het bijzonder uit hoofde van het op 3 februari 1958 te 's-Gravenhage ondertekende Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, verder te verstevigen;

Overwegende, dat er aanleiding is de personencontrole aan de binnengrenzen van het Beneluxgebied op te heffen, het verkeer voor vreemdelingen binnen het gebied te vergemakkelijken en een gemeen-schappelijk beleid te volgen ten aanzien van de overschrijding van de buitengrenzen;

Hebben besloten tot dit doel een overeenokmst aan te gaan en hebben als Gevolmachtigden aangewezen:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen: Zijne Excellentie de Heer P. Wigny, Minister van Buitenlandse

Zaken; Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg: Zijne Excellentie de Heer E. Schaus, Minister van Buitenlandse

Zaken; Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Zijne Excellentie de Heer J. M. A. H. Luns, Minister van Buiten-landse Zaken;

Die, na hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten Ie te hebben overgelegd, het volgende zijn overeengekomen:

Artikel 1

In deze Overeenkomst dient te worden verstaan: 1) onder ,,Beneluxgebied": het gezamenlijke grondgebied in

Europa van het Koninkrijk België, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden;

2) onder ,,derde landen": elk land dat geen Beneluxland is; 3) onder ,,vreemdeling": een ieder die geen onderdaan is van één

der Beneluxianden;

Benelux, 5de aanvulling

Page 250: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

CIRCULATION DE PERSONNES

CONVENTION ENTRE LE ROYAUME DE BELGIQUE, LE GRAND-DUCHÉ DE LUXEMBOURG ET LE ROYAUME DES PAYS-BAS CONCERNANT LE TRANSFERT DU CONTROLE DES PERSONNES VERS LES FRONTIËRES DU TERRITOIRE

DU BENELUX

(voir Décisions ministérielles, p. 50)

Sa Majesté le Roi des Belges,

- Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg,

. Sa Majesté la Reine des Pays-Bas, Désireux de resserrer davantage les liens qui existent déjà entre

Leurs Pays, notamment en vertu du Traité instituant l'Union Econo-mique Benelux, signé à La Haye le 3 février 1958;

Considérant qu'il convient de supprimer le contrôle des personnes aux frontières intérieures dans le territoire du Benelux, de faciliter la circulation des étrangers à l'intérieur de ce territoire et d'adopter une politique commune concernant le franchissement des frontières extérieures;

Ont décidé de conclure une convention à cet effet et ont désigné comme Plénipotentiaires:

Sa Majesté le Roi des Belges: Son Excellence Monsieur P. Wigny, Ministre des Affaires étran-

gères; Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg: Son Excellence Monsieur E. Schaus, Ministre des Affaires étran-

gères; Sa Majesté la Reine des Pays-Bas: Son Excellence Monsieur J. M. A. H. Luns, Ministre des Affaires

étrangères; Lesquels, après avoir communiqué leurs pleins pouvoirs trouvés

en bonne et due forme, sont convenus des dispositions suivantes:

Article 1

Aux termes de la présente Convention, il faut entendre: 1) par ,,territoire du Benelux": l'ensemble des territoires, en

Europe, du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxem-bourg et du Royaume des Pays-Bas;

2) par ,,Etat tiers": tout Etat autre qu'un Etat du Benelux; 3) par ,,étranger": toute personne qui n'est pas un ressortissant

de l'un des Etats du Benelux;

Benelux, 5me supplément

Page 251: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

PERSONENVERKEER

4) onder ,,buitengrenzen": a) de grens tussen het Beneluxgebied en het gebied van een

derde land of de volle zee; b) iedere binnen het Beneluxgebied gelegen lucht- of zeehaven,

waar personenverkeer van of naar een derde land plaats-vindt;

5) onder ,,binnengrenzen": de grenzen tussen de gebieden der Beneluxlanden;

6) onder ,,Werkgroep": een overeenkomstig artikel 21 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie inge-stelde Ministeriële Werkgroep;

7) onder ,,Bijzondere Commissie": een overeenkomstig artikel 31 van het zelfde Verdrag ingestelde Bijzondere Commissie.

Artikel 2 Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze Overeenkomst heft

ieder der Hoge Overeenkomstsluitende Partijen de personencontrole aan de binnengrenzen op en oefent aan zijn buitengrenzen een con-trole uit, geldig voor het Beneluxgebied.

Artikel 3 De Hoge Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich zowel

nationaal als ten aanzien van derde landen een gemeenschappelijk beleid te volgen met betrekking tot de toepassing van deze Overeen-komst. Zij verlenen elkander daartoe wederzijds bijstand.

Artikel 4 Er wordt een visum ingesteld, geldig voor het Beneluxgebied. Het

visum wordt in onderlinge overeenstemming afgegeven op grond van de door de Werkgroep vastgestelde instructies.

In door de Werkgroep te bepalen gevallen of, indien geen onder-linge overeenstemming wordt bereikt in uitzonderingsgevallen, kan het gebied waarvoor het visum geldig is worden beperkt.

Ie Artikel 5 Vreemdelingen, die in het bezit zijn van de vereiste bescheiden

en over voldoende middelen van bestaan beschikken, dan wel deze door wettelijk geoorloofde arbeid kunnen verkrijgen, kunnen het Beneluxgebied binnenkomen, tenzij zij als ongewenst zijn gesignaleerd in dit gebied of geacht worden de openbare rust, de openbare orde of de nationale veligheid in gevaar te kunnen brengen.

Artikel 6 De Werkgroep stelt de voornaamste regels vast, volgens welke de

perscontrole aan de buitengrenzen wordt uitgeoefend.

Benelux, 5de aanvulling

Page 252: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

s s

Ua OUL'R0(1

Page 253: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:
Page 254: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

n

DOUANE EN BELASTINGEN

(Verdrag, blz. 5 (art. 3-7), 7 (art. 10, 11), blz. 26 (art. 78-84), Over- gangsovereenkomst, blz. 40 (art. 31-33), 36, (arr. 12), 41, (art. 31-33),

Uitvoeringsprotocol, blz. 60 (art. 5-7).

Verdrag nopens de samenwerking op het stuk van douane en accijnzen ............. .... 2 Verdrag nopens wederkerige bijstand inzake de invordering van belastingschuldigen ............... 10 Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht 14 Protocol bij het Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht ................. 26 Tweede Protocol bij het Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht .............. 27 Derde Protocol bij het Verdrag tot unificatie van accijnzen en van het waarborgrecht .............. 28 Protocol tussen België, Luxemburg en Nederland tot vaststelling van een nieuw tarief van invoerrechten .......... 34

DOUANE ET FISCALITE

(Traité, p. 5 (art. 3-7) 7 (art. 10, 11), p. 26 (art. 78-84), Convention transitoire 36 (art. 12), 41 (art. 31-33), Protocole d'Exécution, p. 60 (art. 5-7)

Convention relative à la coopération en matière de douanes et d'accise .................... 2 Convention relative à l'assistance réciproque en matière de re- couvrement des créances fiscales ........... 10 Convention portant unification des droits d'accise et la rétribu- tion pour la garantie des ouvrages en métaux précieux. . . . 14 Protocole à la convention portant unification des doits d'accise et la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux 26 - Deuxième protocole à la convention portant unification des droits d'accise et la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux ............... 27 Troisième protocole à la convention portant unification des droits d'accise et de la rétribution pour la garantie des ouvrages en métaux précieux .............. 29 Protocole convenu entre la Belgique et le Luxembourg et les Pays-Bas fixant un nouveau tarif des droits d'entrée . . . . 34

Benelux, Sme supplément

Page 255: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

VERDRAG NOPENS DE SAMENWERKING

OP HET STUK VAN DOUANEN EN ACCIJNZEN

(Zie Ministeriële Beschikkingen, blz. 23 (art. 1, 2D-

Zijne Majesteit de Koning der Belgen;

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg;

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

Bezield door de wens om de samenwerking tussen de admini-straties op het stuk van douanen en van accijnzen meer doeltreffend te maken, zulks ter uiteindelijke verwezenlijking van de Economische Unie tussen België, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland, beoogd bij de op S september 1944 te Londen getekende douane-overeenkomsten,

Hebben besloten een Verdrag te sluiten en hebben daartoe als huin Gevolmachtigden benoemd, te weten:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

Zijne Excellentie de heer P. van Zeeland, Minister van Buiten-landse Zaken;

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg;

Zijne Excellentie de heer Robert Als, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van het Groothertogdom Luxemburg te Brussel;

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Jonkheer G. Beelaerts van Blokland, zaakgelastigde a.i. der Ne-derlanden te Brussel,

die, na elkander mededeling te hebben gedaan van hun volmoch-ten, welke in goede en behoorlijke vorm werden bevonden, over de volgende bepalingen tot overeenstemming zijn gekomen:

Benelux, 5de aanvulling

Page 256: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

2

CONVENTION RELATIVE A LA COOPËR.ATION

EN MATIÈRE DE DOUANES ET D'ACCISES

(voir Décisions ministerielles, p. 22 (art. 1, 2 j)

Sa Majesté le Roi des Belges;

Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg:

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas,

Animés du désir de rendre plus efficiente la coopération de leurs administrations en matière de douanes et d'accisis, en vue de la réalisation ultérieure de l'Union économique entre la Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et les Pays-Bas, prévue par la Con-vention douanière signée à Londres, le 5 septembre 1944,

Ont décidé de conclure une Convention et ont nommé à cet effet leurs Plénipotentiaires, savoir:

Sa Majesté le Roi des Belges:

Son Excellence Monsieur P. van Zeeland, Ministre des Affaires Etrangères;

Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg:

la Ministre Excellence Monsieur Robert Als, Envoyé extraordinaire et

Ministre plénipotentiaire du Grand-Duché de Luxembourg à Bruxel-les;

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas:

Le Jonkheer G. Beelaerts van Blokland, Chragé d'Affaires a.i. des Pays-Bas à Bruxelles,

lesquels, après s'être communiqué leurs pleins pouvoirs trouvés en bonne et due forme, sont canvenus des dispositions suivantes:

Benelux, Sme supplément

Page 257: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

3

HOOFDSTUK I

Waarde in elk van de landen toe te kennen aan douane- of accijns-documenten, afgegeven of geldig gemaakt in een ander land, aan controlemerken aangebracht door en aan constateringen van amble-naren of beambten der douanen of der accijnzen van een ander land.

Artikel 1

§ 1. De documenten, op regelmatige wijze afgegeven of geldig gemaakt in het ene land, hebben rechtsgevolg in de andere landen Ie als waren zij afgegeven of geldig gemaakt ingevolge de wetgeving van die landen.

§ 2. De verklaringen, welke op deze documenten zijn gesteld door ambtenaren of beambten der douanen of der accijnzen van het ene land, handelende binnen de kring hunner bevoegdheden, hebben in de andere landen dezelfde waarde als waren zij gesteld door ambte-naren of beambten van die landen.

§ 3. Bij goederenverkeer onder douane- of onder accijnsverband, dat aanvangt in het ene land en eindigt in een ander land, alsook bij de opmaking van de desbetreffende documenten en van de aan-giften ter verkrijging van die documenten, moet worden rekening gehouden met de attributen van de douanekantoren en met de los-plaatsen van het land, alwaar het douane- of accijnsverband zal eindigen, zoals die zijn vastgesteld door de bevoegde autoriteit van dat land.

Artikel 2

De controlemerken (lakken, loden, zegels, stempels, pons- of slag-merken enz.) aangebracht op een document, op enig goed of op een vervoermiddel door ambtenaren of beambten der douanen of der accnijzen van het ene land, worden in de andere landen be-schouwd als gelijkwaardig aan de merken, aangebracht door ambte-naren of beambten van die landen.

Artikel 3

Processen-verbaal op het stuk van douanen en van accijnzen, opgemaakt door een of meer ambtenaren of beambten van het ene land in de vorm en onder de voorwaarden, door de wetgeving van hun land bepaald, hebben in de andere landen dezelfde bewijs-kracht, als waren het processen-verbaal rechtsgeldig opgemaakt door een of meer daartoe bevoegde ambtenaren of beambten van die landen.

Benelux, 5de aanvulling

Page 258: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

11

DÉCISION DU COMITÉ DE MINISTRES NOMMANT UN SECRÉTAIRE GÉNÉRAL ADJOINT DE L'UNION

ÉCONOMIQUE BENELUX (M (60) 7)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu l'article 34, alinéa 3, du Traité d'Union,

A pris la présente décision:

Article 1

Monsieur Joseph OLINGER est nommé Secrétaire général adjoint de l'Union économique Benelux.

Article 2

La présente décision entre en • vigueur le jour de sa signature et sort ses effets le jour de l'entrée en vigueur du Traité d'Union.

Fait à Bruxelles, le 3 novembre 1960.

Le Président du Comité de Ministres,

(s.) P. WIGNY.

.

Benelux, 5me supplément

Page 259: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

12

BESCHIKKING VAN HET COMITË VAN MINISTERS VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE TER BEPALING VAN DE TAAKVERDELING VAN DE COMMISSIE EN DE BIJZONDERE

COMMISSIES VAN DE UNIE EN VAN HUN SAMENSTELLING

(M (60) 8)

(zie ook aanvullende Ministeriële Beschikking van 15 mei 1961, blz. 74) •

Het Comité van Ministers van de Benelux Economisch Unie,

Gelet op de artikelen 31 en 32 van het Unieverdrag,

Heeft het volgende beslist:

Artikel 1

De taakverdeling van de Commissies en de Bijzondrere Commissies van de Unie, alsmede hun samenstelling, worden bepaald in de bij-lagen bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar onder-tekening.

Gedaan te Brussel, op 3 november 1960.

De Voorzitter van het Comité van Ministers,

.

(w.g.) P. WIGNY.

Benelux, 5de aanvulling

Page 260: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

DÉCISIONS MINISTÉRIELLES

12

DÉCISION DU COMITÉ DE MINISTRES DE L'UNION ÉCONOMIQUE BENELUX FIXANT LES COMPÉTENCES DES

COMMISSIONS ET DES COMMISSIONS SPÉCIALES ET DÉTERMINANT LEUR COMPOSITION

(M (60) 8)

(voir également la Décision ministérielle complementaire du 15 mai 1961, p. 74)

Le Comité de Ministres de l'Union économique Benelux,

Vu les articles 31 et 32 du Traité d'Union,

A pris la présente décision:

Article - 1

Les compétences des Commissions et des Commissions spéciales de l'Union ainsi que leur composition sont fixées dans les annexes à la présente décision.

Article 2

La présente décision entre en vigueur le jour de sa signature.

Fait à Bruxelles, le 3 novembre 1960.

Le Président du Comité de Ministres,

(s.) P. WIGNY.

n

Benelux, Sme supplément

Page 261: BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 Remplacerggoertz/rei/rei560/rei560.41tt1.pdfBasisteksten BENELUX Textes de base 5e Aanvulling 1.1.1962 5ème supplément . . 10-14 Vervangen:

MINISTERIËLE BESCHIKKINGEN

13

COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE ECONOMISCHE

BETREKKINGEN

(M (60) 8 - Bijlage I)

Artikel 1

1. Binnen het raam van de haar krachtens artikel 30 van het Unieverdrag toegewezen taak, is de Commissie belast met de vraag-stukken inzake de betrekkingen met derde landen en internationale economische organisaties. Ie

Haar taak omvat tevens de coördinatie voor wat betreft de pro-blemen van het handelsverkeer tussen de drie landen, voor zover deze samenhangen met de buitenlandse handel.

2. Tot haar taak behoort meer in het bijzonder:

a. de bestudering van de vraagstukken van het voeren van een autonome en van een contractuele gemeenschappelijke handelspolitiek (artikelen 10, 72 en 75 van het Unieverdrag en artikelen 26, 27 en 28 van de Overgangsovereenkomst);

b. de coördinatie van de houding en de verbintenissen in te nemen of aan te nemen of aan te gaan ten opzichte van of in het verband van internationale instellingen of conferenties (artikel 9 van het Unieverdrag);

c. de voorbereiding van verdragen en overeenkomsten betreffende de buitenlandse handel, de daarmee verband houdende betalingen en het douanetarief, alsmede het toezicht op de uitvoering daarvan (artikelen 73 en 74 van het Unieverdrag);

d. de coöordinatie vand e maatregelen tot vereenvoudiging van het handelsverkeer met derde landen en tot afschaffing van de eco-nomische en administratieve belemmeringen tussen de drie landen (artikel 75 van het Unieverdrag en artikel 10 van de Overgangs-overeenkomst);

Benelux, Sde aanvulling