BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term...

5
BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN RAAD- SEL? ROMAN OF FILOSOFISCH LEERBOEK? De romans van Irvin D. Yalom gaan als broodjes over de toonbank. De Nederlandse uitgaven van De Schopenhauer-kuur en Nietzsche’s tranen zijn bestsellers geworden en Het raadsel Spinoza i lijkt dezelfde weg te gaan: in de eerste vijf maanden van 2012 verschenen al vier drukken. Hoe komt dat toch? Wat is het raadsel? Ik stel deze vragen, omdat ik het lezen van Yaloms laatste roman, Het raadsel Spinoza, bepaald niet verve- lend vond, maar er zeker niet door in vervoering werd gebracht. Twee wezenlijke eigenschappen van een goede roman mis ik bij hem: een spannende verhaallijn en meeslepend taalgebruik. Wat het eerste betreft, een mengeling van fictie en non-fictie kan niet gemakkelijk een spannend verhaal opleveren: van de twee hoofdper- Beeld van Spinoza door Fréderic Hexamer (1877) Paviljoensgracht sonen, the good guy Bento de Spi- Den Haag noza en zijn absolute tegenpool Al- fred Rosenberg, ken ik historische feiten. Het moet gezegd worden: Yalom heeft zich uitgeput alle beschikbare data in zijn roman te verwerken. De geïnformeerde lezer weet tot op zekere hoogte hoe het verhaal afloopt. Een roman is spannender als je níet weet hoe het verhaal eindigt. Mijn tweede gemis betreft het taalgebruik. Je treft het idioom van een psychiater aan, wél een van groot empathisch kaliber. Daarom is het een préttig leesbaar boek. Maar wat verteld wordt, gaat uitsluitend over de communicatie tussen personen en de rol die therapeutische of helpende gesprekken en introspectie daarin spelen. Ik mis sprankelende beelden en zinswendingen. Is het dan vreemd om de vraag te stellen of Het raadsel Spinoza wel een roman is? Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe- rapeuten bij te praten over grote denkers. Een boek met een missie dus, een geroman- tiseerd leerboek. De lezer komt immers heel wat te weten over het gedachtegoed van Spinoza en dat van Rosenberg. Yalom meent, dat psychotherapie en filosofie in elkaar verlengde liggen. Psychothe- rapie is voor hem per definitie existentieel: ze gaat over de ‘grote levensvragen’ met als de meest centrale vraag: “Hoe verhoud ik mij tot mijn eígen dood?” Hierover heb- ben talloze filosofen diep nagedacht. Zij kunnen mensen helpen er op een goede ma- nier mee om te gaan. Daarom houdt Yalom van práktische filosofie. Hij voelt zich thuis bij denkers als Epicurus en Aristoteles. Van Epicurus verwerkt hij in zijn roman (pagina 281) niet voor niets de drie argumenten om niet bang te zijn voor de dood: 1. Er is geen leven ná de dood en dus geen enkele vorm van vergelding. 2. Zolang het leven er is, is de dood er niet: ze kunnen zich niet tegelijkertijd voordoen. 3. De toe-

Transcript of BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term...

Page 1: BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers.

BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN RAAD-SEL? ROMAN OF FILOSOFISCH LEERBOEK? De romans van Irvin D. Yalom gaan als broodjes over de toonbank. De Nederlandse uitgaven van De Schopenhauer-kuur en Nietzsche’s tranen zijn bestsellers geworden en Het raadsel Spinoza i lijkt dezelfde weg te gaan: in de eerste vijf maanden van 2012 verschenen al vier drukken. Hoe komt dat toch? Wat is het raadsel?

Ik stel deze vragen, omdat ik het lezen van Yaloms laatste roman, Het raadsel Spinoza, bepaald niet verve- lend vond, maar er zeker niet door in vervoering werd gebracht. Twee wezenlijke eigenschappen van een goede roman mis ik bij hem: een spannende verhaallijn en meeslepend taalgebruik. Wat het eerste betreft, een mengeling van fictie en non-fictie kan niet gemakkelijk een spannend verhaal opleveren: van de twee hoofdper-

Beeld van Spinoza door Fréderic Hexamer (1877) Paviljoensgracht sonen, the good guy Bento de Spi- Den Haag noza en zijn absolute tegenpool Al- fred Rosenberg, ken ik historische feiten. Het moet gezegd worden: Yalom heeft zich uitgeput alle beschikbare data in zijn roman te verwerken. De geïnformeerde lezer weet tot op zekere hoogte hoe het verhaal afloopt. Een roman is spannender als je níet weet hoe het verhaal eindigt. Mijn tweede gemis betreft het taalgebruik. Je treft het idioom van een psychiater aan, wél een van groot empathisch kaliber. Daarom is het een préttig leesbaar boek. Maar wat verteld wordt, gaat uitsluitend over de communicatie tussen personen en de rol die therapeutische of helpende gesprekken en introspectie daarin spelen. Ik mis sprankelende beelden en zinswendingen. Is het dan vreemd om de vraag te stellen of Het raadsel Spinoza wel een roman is? Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers. Een boek met een missie dus, een geroman-tiseerd leerboek. De lezer komt immers heel wat te weten over het gedachtegoed van Spinoza en dat van Rosenberg. Yalom meent, dat psychotherapie en filosofie in elkaar verlengde liggen. Psychothe-rapie is voor hem per definitie existentieel: ze gaat over de ‘grote levensvragen’ met als de meest centrale vraag: “Hoe verhoud ik mij tot mijn eígen dood?” Hierover heb-ben talloze filosofen diep nagedacht. Zij kunnen mensen helpen er op een goede ma-nier mee om te gaan. Daarom houdt Yalom van práktische filosofie. Hij voelt zich thuis bij denkers als Epicurus en Aristoteles. Van Epicurus verwerkt hij in zijn roman (pagina 281) niet voor niets de drie argumenten om niet bang te zijn voor de dood: 1. Er is geen leven ná de dood en dus geen enkele vorm van vergelding. 2. Zolang het leven er is, is de dood er niet: ze kunnen zich niet tegelijkertijd voordoen. 3. De toe-

Page 2: BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers.

stand van niet-zijn vóór de geboorte is identiek aan de toestand van niet-zijn ná de dood, het zogenaamde symmetrie-argument. Epicurus zou zijn bezweringen van de angst voor de dood puntig hebben samengevat in “De dood gaat ons níets aan!” Om ‘ontspannen’ met de dood om te kunnen gaan, moet er nóg iets gebeuren: er dient een streep gehaald te worden door de rekening van een belonende en straffende God! Het kunnen omgaan met de dood en het loslaten van de godsdienst zijn voor Yalom twee keerzijden van dezelfde medaille. Niet voor niets wijdt hij een roman aan drie mannen die, op zijn zachtst gezegd, zéér kritisch over godsdienst schreven: Spinoza, Schopenhauer en Nietzsche. Yalom treedt in hun voetspoor: al op jonge leeftijd wilde hij zich losmaken van de gods-dienst. In de held van zijn nieuwste boek, Spinoza, beschrijft hij in zekere zin zijn ei-gen ontwikkeling tot atheïst. Was Spinoza atheïst? Ja, vindt Yalom. Ik denk, dat het genuanceerder ligt. Daarover gaat de volgende paragraaf. HET RAADSEL SPINOZA: WELK? Oberbereichsleiter Schimmer, die in ’40-’45 het Nederlandse hoofd van de ERR (Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg) was, heeft in 1941 de bibliotheken van Spinoza in beslag genomen. In een verslag daarvan schrijft hij in 1942: “De bibliotheken van de Societas Spinozana in Den Haag en het Spinozahuis in Rijnsburg werden ook ingepakt. Ze zitten in achttien kratten, die eveneens uitzonderlijk kostbare vroege werken bevatten die van groot belang zijn voor de bestudering van het raadsel Spinoza. De directeur van de Societas Spinozana heeft niet zonder reden geprobeerd deze bibliotheek onder valse voorwendselen aan ons te onthouden.” iii Rosenberg liet overigens in héél Europa boeken roven. Het Spinozahuis aan de Paviljoensgracht in Het moeten er miljoenen zijn geweest! Ze waren onder Den Haag. Spinoza heeft er van 1671 tot

andere bedoeld voor de Hohe Schule, de toekomstige 1677 gewoond en is er ook gestorven.

universiteit van het nazisme, waarvan hij het door Hitler in 1940 benoemde hoofd was. Het is gissen naar het motief om de bibliotheek van Spinoza te roven. Liet Rosenberg, partij-ideoloog en -filosoof van het nazisme,

dat gebeuren, omdat Spinoza niets moest hebben van de joodse leefregels en rituelen? Of omdat hij godsdiensten verzinsels vond? In hoeverre heeft Rosenberg gemeend, dat iemand van het verach- telijke en inferieure joodse ras behartenswaardige dingen kon schrijven? Deze laatste vraag speelt in de fictieve verhaallijn van Yaloms roman een be- langrijke rol. Kortom, ik heb de indruk dat Yalom het raadsel Spinoza niet oplost. Eerlijk gezegd ben

Het Spinozamuseum te Rijnsburg ik ook niet zo benieuwd naar waaróm de nazi’s zo gebrand waren op Spinoza’s bibliotheek.

Page 3: BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers.

Voor mij ligt het raadsel Spinoza ergens anders, namelijk op het vlak van zijn theologie ofwel visie op God. Als gelovig opgevoed joods kind heeft hij de God van de Bijbel met de paplepel ingegoten gekregen. Hij moet zich daar al vroeg van gedistantieerd hebben. Het is gissen naar de oorzaken daarvan. Uit zijn werk blijkt, dat een persoonlijke God voor hem heeft afgedaan. Tijdgenoten – niet alleen joden, maar ook dominees – vonden zijn gedachtegoed gevaarlijk en zagen een ongelovige in hem. Maar mag je hem Buste van Spinoza in achtertuin museum te Rijnsburg

dan onverkort een atheïst noemen, zoals Yalom doet? Daar heb ik de nodige kanttekeningen bij. Die wil ik in wat nu volgt graag even plaatsen. Uit de Tractatus theologico-politicus blijkt, dat Spinoza niets moest hebben van de talloze geschreven en ongeschreven regels van het jodendom. Ook de vele rituelen moesten het ontgelden. In het licht van zijn kennistheorie is dat begrijpelijk. iv Spinoza onderscheidt daarin drie lagen: er is de kennis van het ‘horen zeggen’, ‘uit ervaring’, ‘uit de empirie’, de kennis van de verbeelding. Deze kennis wantrouwt hij, ook al be-gríjpt hij, dat de meeste mensen vooral op dit niveau denken. De tweede laag is die van de rede, van de rationele kennis. Deze ontstaat door consequent te redeneren. Dan is er, tenslotte, het schouwende weten. Hiervan is sprake als men als het ware in één oogopslag het wezen der dingen doorziet. Alleen de rede en het schouwende weten leveren betrouwbare kennis op. De gods-dienstige voorstellingen en praktijken plaatst Spinoza op het eerste niveau en ver-klaart ze daarmee als onbetrouwbaar. Het is zinloos daar tegenin te brengen, dat geloof en godsdienst júist zaken van ge-voel, intuïtie, ervaring en verbeelding zijn. Dat is te gemakkelijke kritiek op Spinoza vanuit een eigentijdse visie op het ‘verschijnsel godsdienst’. Spinoza leefde in de 17e eeuw, een tijd waarin velen gefascineerd waren door de kracht van de rede en het on-derzoek van de natuur. Het logische, heldere, mathematische denken werd op de troon gezet. Emoties en andere verschijnselen uit de diepere lagen van de psyche raken dan verdacht: elke tijd creëert zijn eigen blinde vlek. Geen kritiek dus op Spinoza, maar een poging om ‘in te voelen’ wat hem bewoog. Hij was een bewonderaar van René Descartes. Over zijn Principia Philosophiae gaf Spinoza een privé-cursus te Rijnsburg. Het ligt voor de hand te veronderstellen, dat hij ook contacten met collegianten had. v Net als voor Descartes was de rede als ken-vermogen voor Spinoza het hoogst haalbare: zijn grootste hartstocht was alles te wil-len doorgronden. Ik schrijf bewust ‘hartstocht’, omdat er nu eenmaal mensen zijn die vanuit een sterke emotie denkwerk verrichten: de ratio hóeft niet alleen kil te zijn. Een duidelijk aanwezige verhaallijn in Yaloms roman is de beschrijving van het pro-ces waarin Spinoza zijn emoties, zoals angst en jaloezie, steeds meer de baas wordt tot en met de angst voor de dood. Yalom veronderstelt, dat hij ‘vredig stierf’, nog maar 44 jaar oud. Inderdaad, er was moed voor nodig om de consequenties van de cherem of grote banvloek onder ogen te zien: geen contact meer mogen hebben met

Page 4: BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers.

broer en zus en overige geliefde personen uit je vertrouwde omgeving is een hoge prijs voor de ambitie om met de rede alles te willen doorgronden. Deze ‘opoffering’ kan ik alleen verklaren als ik denken ook hartstocht mag noemen. Daarom kon hij het opbrengen om zónder vrouw en kinderen door het leven te gaan. Om het eens katho-liek te zeggen: hij kóós voor het celibaat.

Het denken van Spinoza wordt wel eens in het volgende korte zinnetje samengevat: Deus sive natura, God of de natuur. Dit lijkt eenvoudig, maar is het niet. Neem alleen al het woordje ‘of’: het maakt verschil of men het met een accent aigu schrijft of niet. Atheïsten zien graag dat accentteken op de o, ik niet: Spinoza ziet ‘natuur’ en ‘God’ als synoniemen. Hij gebruikt ze door elkaar. God is eeuwig, de natuur is eeuwig. Hij bekijkt de

Steen met spreuk in een muur van het museum in Rijnsburg inge- wereld sub specie aeternitatis, in het metseld. De spreuk is niet van Spinoza, maar zou goed bij hem perspectief van de eeuwigheid. Want kunnen passen. het gaat bij ‘natuur’ of ‘God’ om één substantie: een eeuwig, ‘zichzelf ver-oorzakend’, ‘zelf genererend’ Zijnde. ‘Natuur’ is bij hem niet de optelsom van alles wat bestaat: bergen, rivieren, planten, dieren en mensen. ‘Natuur’ is een dimensie van het bestaande: het staat voor alles wat oneindig, verenigd, volmaakt, rationeel en logisch is. Het verkrijgen van het grootst mogelijke inzicht daarin noemt Spinoza amor dei intellectualis, een intellectuele lief-de voor God, voor de natuur. Het lijkt me te kort door de bocht Spinoza pantheïst te noemen. Atheïst dan maar? Ik twijfel: hij heeft niet dat rabiate van nogal wat atheïsten in onze tijd. Nergens trekt hij tegen ‘God’ ten strijde. Misschien deïst, zoals de meeste wetenschappers uit zijn tijd, die de natuurwetten op de troon plaatsten en God de rol van horlogemaker gaven, omdat Hij dat mooie uurwerk bedacht en gemaakt had? Het deïstische onderscheid tussen de natuur en haar Maker ontbreekt in zijn werk. Bij Spinoza zijn ‘God’ en ‘na-tuur’ uitwisselbaar. Het is misschien een eigentijdse vraag, maar ik stel haar toch: “Waarom zou je als je zó in de natuur gelooft, nog het woord ‘God’ gebruiken?” Hij was een cryptoatheïst, veronderstelt Yalom. Behoedzaamheid was een karakter-trek van hem. vi Hij zou met opzet het synoniem ‘God’ gebruikt hebben om dominees en gezagsdragers niet voor het hoofd te stoten. Bovendien wilde hij blijven corres-ponderen met de Royal Society in Londen. vii Je kunt het ook ánders zien: méér dan bezig zijn met het wegmoffelen van God, was het er Spinoza om te doen de Natuur – jawel, met een hoofdletter nu: hij gelóófde erin – in de schijnwerpers te plaatsen. Veel natuurwetten werden ontdekt in de 17e eeuw. De fascinatie daarvoor deelde hij met talloze wetenschappers. Hij zou net zo goed een immanentist kunnen zijn: als je God al érgens vindt, dán in de Natuur. De natuurwet-ten waren heilig voor hem. Ze leverden een wiskundig volmaakte en harmonische we-reld op. Ik veronderstel, dat Spinoza zich nooit afgevraagd heeft: “Waarom zijn er natuurwetten?” Ze wáren er gewoon, ze zijn van alle tijden, eeuwig.

Page 5: BENEDICTUS DE SPINOZA: CRYPTOATHEIST OF TOCH EEN … · Zelf gebruikt Irvin D. Yalom de term teaching novel, ii bedoeld om jonge psychothe-rapeuten bij te praten over grote denkers.

Het wereldbeeld van die tijd was statisch: men zag de wereld als een uurwerk dat tot in eeuwigheid op dezelfde manier zou blijven tikken. De wereld als substantie dus. De 21e eeuw weet van kosmologie en evolutie. Ons wereldbeeld is er een van groei, wording en ontwikkeling. Wereld en heelal zijn eindig. Dat maakt ruimte voor vragen als “Waarom is er iets en niet veeleer niets?” en “Wordt het wordende heelal door iets diepers gedragen?” Deze vragen lagen bij Spinoza niet voor de hand. Als er geen denkruimte was voor God als ‘horlogemaker’, bleven er voor hem twee mogelijkhe-den over: God immanent aan de natuur of God als synoniem van de natuur. Ik schrijf ‘als’, want wat hij wérkelijk vond van ‘God’ blijft in het duister. Spinoza een cryptoa-theïst? Zou kunnen: ik wéét het niet. Voor mij is dat het raadsel Spinoza. Wie weet het te ontrafelen? Frans Holtkamp, Rijswijk 03-10-2012 i Yalom, Irvin D. (2012). Het raadsel Spinoza. Uitgeverij Balans, Amsterdam. ii Verslag van een interview van Peter Giesen met Irvin D. Yalom te Londen in het katern ‘Boeken’ van de Volkskrant van zater-dag 30 juni 2012. iii Yalom 2012, p. 415 iv Holtkamp, Frans. Laat ie vrij zijn! Essay over de Tractatus Theologico Politicus van Spinoza (6 juli 2011). Hier volgt de link: http://fransholtkamp.nl/wp/?wpfb_dl=53 v De collegianten vormden een vrijzinnige stroming binnen het christelijk geloof. Hun leden kwamen uit de verlicht-christelijke kringen van doopsgezinden en remonstranten. Zij pleitten voor een universeel soort christendom. Geen enkele gelovige, van welke richting ook, werd buitengesloten. Dogma’s en theologie speelden geen rol: de nadruk lag op beléving, op het directe contact met God. De beweging ontstond in 1648 en wilde géén kerkgemeenschap zijn zoals gebruikelijk in die tijd. Tijdens hun maandelijkse bijeenkomsten, de colleges, kon iedereen vrij spreken en was het avondmaal voor iedereen opengesteld. Populair bij hen was de doop door onderdompeling. In Rijnsburg bevond zich een belangrijke concentratie van collegianten. Spinoza zal hun godsbeleving niet hebben gedeeld, maar heeft mogelijk wel gebruik gemaakt van de gelegenheid om tijdens de colleges te spreken. vi Op zijn zegelring zou ‘caute’ gestaan hebben, wat zoveel betekende als ‘wees voorzichtig’. vii De Royal Society of London for the Improvement of Natural Knowledge, de Britse academie voor wetenschappen, werd op 28 november 1660 opgericht na een voordracht van Christopher Wren tijdens een bijeenkomst in Gresham College. Atheïsten mochten er geen deel van uit maken.