Beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Muiden

56
Beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Muiden Muiden, maart 2009

Transcript of Beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Muiden

Beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Muiden Muiden, maart 2009

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 3

Samenvatting

De gemeente Muiden wil voldoen aan de landelijke richtlijnen voor openbare verlichting. Deze zijn vastgelegd in de NPR13201-1, opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde en vastgesteld door het Nederlands Normalisatie Instituut. De gemeente baseert haar beleid op veiligheid, leefbaarheid, donkerte en duurzaamheid. Ten aanzien van de aspecten veiligheid en leefbaarheid maakt de gemeente gebruik van drie ambitieniveaus: een “basis”, “goed” en “zeer goed” ambitieniveau. In een ambitieniveau wordt aangegeven aan welke kwaliteit de verlichting moet voldoen en wat de kwaliteit van het onderhoud moet zijn. De kwaliteit van de verlichting wordt bepaald door het verlichtingsniveau, de mechanische staat van lichtmasten en armaturen en de mate van onderhoud. De kwaliteitsniveaus zijn gebaseerd op het in het verleden beschikbaar gestelde budget. Uit onderzoek en inspectie blijkt het volgende:

• Het verlichtingsniveau van de verlichting is laag: 80% van de verlichting voldoet niet aan de NPR. Dit is met name veroorzaakt door de grootschalige installatie van armaturen met TLS lampen. Deze armaturen hebben een hoge lichtterugval en de lampen zijn niet efficiënt.

• De mechanische staat van de lichtmasten en armaturen wordt bepaald door ouderdom, vervuiling en corrosie. Veel lichtmasten en armaturen zijn inmiddels aan vervanging toe.

• Het onderhoud kenmerkt zich door een hoge lampuitval met een maandelijkse klacht- en storingenafhandeling.

De gemeente Muiden wil in een periode van vier jaar gaan voldoen aan het ambitieniveau “goed”. Dit houdt in dat 90% van de verlichting moet voldoen aan de NPR. Hierbij wordt een goede standaardisatie nagestreefd waarbij armaturen zoveel mogelijk afgestemd worden op de omgeving. Bij vervanging kiest de gemeente voor duurzame materialen die in de praktijk bewezen zijn. Nieuwe technologieën zoals led-verlichting, worden gevolgd en kunnen in een pilot-project toegepast worden. De organisatie dient duurzaam te zijn en geborgd door goede registraties en duidelijke afspraken. Het onderhoud wordt geheel op basisniveau gebracht waardoor de lampuitval sterk gereduceerd wordt en een verregaande standaardisatie plaatsvindt. Het begrip TCO (Total Cost of Ownership) is leidend in de beleidsvorming. Muiden is ingedeeld in gebieden conform de “duurzaam veilig” indeling: Ontsluitingswegen, erftoegangswegen zowel binnen als buiten de bebouwde kom en centra. De beleidsaspecten zijn als randvoorwaarde per gebied inzichtelijk gemaakt, zie bijlage 2. Benodigde maatregelen voor laag naar basisniveau De volgende maatregelen zijn in de komende vier jaar noodzakelijk, zie tabel 1:

• Oude lichtmasten en armaturen worden vervangen, met name de armaturen met TLEM en TLS lampen. Dit betreft ruim 50% van het bestand.

• Om de verlichting op 90% NPR te brengen worden lichtpunten bijgeplaatst, lichtmasten verplaatst en armaturen vervangen;

• Ten aanzien van het onderhoud zal de gemeente in samenhang met extra middelen voor onderhoud een adequaat bestandsbeheer opzetten.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 4

Budget De gemeente wil de achterstallige vervanging en verbetering in de komende vier jaar uitvoeren. Het benodigde OVL-budget hiervoor bedraagt: € 514.000,-. Voor de onderhoudszaken en energie is de komende 5 jaar een jaarlijks budget nodig van afgerond € 113.000,- per jaar. Dit betreft kosten voor :

• energie;

• onderhoud;

• reguliere vervanging van armaturen en lichtmasten;

• een jaarlijks basisbedrag voor niet voorziene aanpassingen aan de verlichting;

• een basisbedrag voor verfraaiing. De geschatte energiebesparing bedraagt vanaf 2011 ruim € 6.000,- per jaar. In dit bedrag zijn aanvullende en verbeterde verlichting inbegrepen. Het bestaande budget bedraagt: € 89.500,- per jaar. Dit budget is met name niet toereikend voor de benodigde vervangingen en verbeteringen. Investeringen

Aantallen

Vervanging ivm ouderdom: Armaturen vervangen i.v.m. leeftijd 689 Lichtmasten achterstallige vervanging - inspecteren 35 - vervangen 349 Reguliere vervanging armaturen/masten - armaturen in komende 10 jaar 397 - masten in komende 10 jaar 398 Verbetering: Armaturen vervangen i.v.m. verbetering 53 Bijplaatsen lichtpunten (verbetering) 25 Verplaatsen lichtmasten 50

Tabel 1 Overzicht maatregelen

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 5

Inhoudsopgave:

Samenvatting ........................................................................................................................ 3

1 Inleiding...................................................................................................................... 6

2 Functionaliteiten en trends ......................................................................................... 7

2.1 Landelijke wet- en regelgeving....................................................................... 7

2.2 Functionaliteiten ............................................................................................. 9

2.3 Trends .......................................................................................................... 11

3 Uitgangspunten voor nieuw beleid ........................................................................... 14

3.1 Beleidsaspecten........................................................................................... 14

3.2 Beleid openbare verlichting per gebied....................................................... 17

3.3 Duurzaam beheer ........................................................................................ 20

3.4 Standaardisatie ............................................................................................ 25

4 Huidige toestand ...................................................................................................... 29

4.1 Algemeen ..................................................................................................... 29

4.2 Huidige situatie per gebied........................................................................... 32

5 Kostenoverzicht........................................................................................................ 37

5.1 Meerjarenraming algemeen ......................................................................... 37

5.2 Maatregelen naar niveau “goed” .................................................................. 39

5.3 Groei van het bestand.................................................................................. 42

6 Vervolgstappen Beleidsplan Openbare verlichting …………………………………….43

6.1 Uitvoeringsprogramma en beheerplan opstellen……………………………..43 6.2 Communicatie en informatie …………………………………………………...44

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 6

1 Inleiding

Doelstelling

De openbare verlichting van de gemeente Muiden stamt voor een groot deel uit de

jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. In die tijd was de techniek nog niet zo ver

ontwikkeld als nu en zijn materialen toegepast die ten opzichte van de huidige

maatstaven niet meer voldoen. De in Muiden veelvuldig toegepaste TL-achtige

lampen zijn daar een voorbeeld van. Ontwerprichtlijnen waren er toen nog amper en

de lampen waren relatief duur. Dit had tot gevolg dat de lichtniveaus laag gehouden

werden om tegen aanvaardbare kosten een installatie te kunnen plaatsen. De

leeftijden van de masten en armaturen en het type lampen zijn nu zodanig dat de

installatie niet meer rendeert. Het vormen van beleid rondom de openbare

verlichtingsinstallatie heeft dan ook prioriteit gekregen.

In opdracht van de gemeente is in 2007 door de firma Grontmij een globaal

onderzoek uitgevoerd naar de toestand van de lichtmasten en armaturen. De

conclusies voor de gemeente Muiden luiden:

1. De openbare verlichting voldoet op enkele straten na niet aan de

NPR13201-1. Veel straten zijn in een lagere klasse uitgevoerd dan gewenst

en enkele straten hebben een lichtniveau ver onder de norm;

2. 70% van de armaturen is verouderd en sterk vervuild en 20% van de

lichtmasten is beschadigd.

Vervolgens is in 2008 voor het opstellen van dit beleidsplan opdracht verstrekt aan

Grontmij. Omdat gegevens van de installatie niet actueel en volledig waren is eerst in

samenwerking met Infra Engineering te Amersfoort de staat van onderhoud en het

functioneren van de verlichting in beeld gebracht. Vervolgens is het voorliggende

beleidsplan opgesteld.

Vraagstelling

Dit hele proces moet het volgende duidelijk maken:

• Wat is een goed beleid ten aanzien van veiligheid, leefbaarheid en

duurzaamheid in relatie tot openbare verlichting;

• Waar moet de installatie en organisatie dan aan voldoen;

• Welke maatregelen en financiële middelen voor de periode 2009-2013 nodig

zijn.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 staan de functionaliteiten, landelijke richtlijnen en trends in de

openbare verlichting beschreven.

Hoofdstuk 3 gaat in op de algemene beleids- en beheeraspecten zoals veiligheid en

duurzaamheid en beschrijft de specifieke aandachtpunten per gebied.

De huidige toestand van de verlichting is in hoofdstuk 4 beschreven.

De middelen die benodigd zijn voor het beschreven beleid, staan in hoofdstuk 5.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 7

2 Functionaliteiten en trends

2.1 Landelijke wet- en regelgeving

2.1.1 Aansprakelijkheid van de wegbeheerder

In 1992 is de laatste versie van het Burgerlijk Wetboek verschenen. Hierin staat onder

meer, dat de wegbeheerder aansprakelijk is voor optredende schade aan personen of

zaken. Dit geldt echter alleen, wanneer de weg, inclusief de openbare verlichting, niet

voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen.

Wettelijk is niet vastgelegd aan welke kwaliteit de OV moet voldoen. Wanneer echter

de weg overdag geen gevaar oplevert, maar ‘s nachts wel door ondeugdelijke

verlichting, kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden.

Wanneer eenmaal is vastgesteld dat de schade het gevolg is van een gebrek aan de

weg of de weguitrusting, loopt de wegbeheerder een hoog risico.

Gesteld mag worden, dat wanneer de wegbeheerder kan aantonen dat de weg in

goede staat van onderhoud verkeert, het risico om aansprakelijk gesteld te worden

minimaal is en de weg veilig gebruikt kan worden.

2.1.2 Verlichtingskwaliteit

Er zijn geen wettelijke bepalingen omtrent de verlichtingskwaliteit. De NSVV heeft

echter wel richtlijnen opgesteld die door veel gemeenten als norm worden

gehanteerd. Deze zijn verwoord in de Nederlandse Praktijkrichtlijn 13201-1 van 2002.

De richtlijnen richten zich op de kwaliteit van de verlichting. De kwaliteitseisen hebben

onder andere betrekking op de verlichtingssterkte en de gelijkmatigheid van de

verlichting. De gemeente is verantwoordelijk voor de verlichting van de openbare

ruimten.

Aspecten aangaande het dimmen van verlichting, avond/nachtschakeling, of het wel

of niet verlichten van een weg behoren niet tot het bereik van de NPR, maar zijn

beleidsmatige aspecten en liggen op het vlak van de wegbeheerder.

Voor de woongebieden is het Politiekeurmerk Veilig Wonen een steeds belangrijker

handvat bij de inrichting van nieuwbouwlocaties. Voor bestaande bouw kan hantering

van deze norm verregaande (financiële) consequenties hebben indien het Keurmerk

tot beleid wordt verheven.

De NPR en het Politie Keurmerk Veilig Wonen hebben op zich geen wettelijke status,

maar Justitie hanteert op dit moment als enig houvast de NPR bij de toetsing van de

aansprakelijkheidsstelling van de wegbeheerder. De landelijke tendens is dan ook

om deze richtlijnen tot norm te verklaren voor het ontwerpen, beheren en

onderhouden van de openbare verlichtingsinstallatie.

Inmiddels doet ook het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) opgang. Hierin zijn geen

richtlijnen voor de verlichting vastgesteld. Veiligheid en leefbaarheid hebben wel een

duidelijke plaats; verlichting kan daaraan bijdragen, zie §2.2.2.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 8

2.1.3 Verlichtingsmiddelen

Voor de lichtmasten geldt de Europese norm NEN-EN 40 waarin ondermeer

afspraken voor de maststerkte per gebied staan.

2.1.4 Flora- en faunawet

Sinds 2002 is de Flora- en Faunawet in werking getreden. In het kader van de

Europese verplichtingen heeft Nederland de Europese Vogel en Habitatrichtlijn

geïmplementeerd in haar wetgeving. Deze wet voorziet in de bescherming van

planten en diersoorten en heeft daarmee uiteenlopende gevolgen voor de gemeente.

Leefgebieden die zijn aangewezen als vogel- dan wel habitatrichtlijngebied, genieten

speciale bescherming. Plannen, projecten en andere handelingen met gevolgen voor

het gebied en de aanwezige soorten worden getoetst aan bepaalde eisen. Indien

aangetoond wordt dat verlichting verstorend is voor bepaalde soorten kan op basis

van deze wet worden besloten dat de lichtbron aangepast of zelfs verwijderd moet

worden.

2.1.5 Wet Milieubeheer en lichthinder

Lichthinder is in het algemeen de overlast voor mens en dier veroorzaakt door het

gebruik van licht. Elke verlichtingsinstallatie heeft namelijk effect op de directe

omgeving, hoe goed de installatie ook ontworpen is. Hinderlijke effecten kunnen zijn:

- een te hoog lichtniveau in of rond een woning nabij de verlichtingsinstallatie1;

- automobilisten die verblind of afgeleid worden door verlichting;

- verlichting in natuurgebieden met ongewenste effecten op de flora en fauna.

Onder lichthinder wordt in de “Algemene richtlijn betreffende lichthinder”, uitgegeven

door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSvV), verstaan: “het ten

gevolge van een verlichtingsinstallatie ontstaan van ongewenste visuele

neveneffecten bij meer dan een nader bepaald percentage van personen buiten de

groep van personen waarvoor de verlichtingsinstallatie oorspronkelijk bestemd is.”

Deze aanbevelingen zijn opgesteld voor sport- en terreinverlichting. Een commissie is

momenteel nog bezig met het opstellen van richtlijnen voor openbare verlichting.

Wettelijk gezien bestaan er geen richtlijnen voor lichthinder bij openbare verlichting.

Ten aanzien van terrein- en sportverlichting zijn AmvB’s opgesteld. Deze zijn

inmiddels opgenomen in de wet Milieubeheer. Deze wet stelt voorwaarden aan de

lichthinder van met name sport- en terreinverlichtingsinstallaties.

Ten aanzien van lichthinder is er enige jurisprudentie. In 2003 heeft de rijdende

rechter een uitspraak gedaan aangaande het veroorzaken van overlast door een

lichtpunt. De lichtmast waar het om ging kon in het algemeen belang niet verplaatst

worden maar diende wel voorzien te worden van een afscherming. In dit geval had de

gemeente geen vooroverleg gepleegd en ook geen preventieve afscherming

geplaatst.

1 Algemene Richtlijn betreffende lichthinder Deel 1

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 9

2.2 Functionaliteiten

2.2.1 Doel van de openbare verlichting

Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis (circa 4100

uur per jaar = 47% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met

de openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de

openbare verlichting wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare

situatie. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang.

2.2.2 Sociale veiligheid

Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waar men zich zonder direct gevoel

voor dreiging of gevaar voor confrontatie met geweld kan bewegen. De wijze van

inrichting is voor een belangrijk deel bepalend voor de ervaring van het

veiligheidsgevoel. Er is een tweetal aspecten te onderscheiden aan het begrip sociale

veiligheid, namelijk de objectieve onveiligheid (de criminaliteit die werkelijk

plaatsvindt) en de subjectieve onveiligheid (de gevoelens van angst en onveiligheid

die bij de bevolking leven). Sociale veiligheid heeft te maken met de beleving van alle

(semi-) openbare ruimten waar mensen verblijven.

Verlichting en sociale veiligheid staan in nauwe relatie met elkaar. Bij duisternis is

eerder sprake van vandalisme, openlijke bedreiging, geweld e.d. dan op klaarlichte

dag. Met het oog op de sociale veiligheid moet de openbare verlichting het mogelijk

maken om tegemoet komende personen op een redelijke afstand te herkennen,

waarbij ook voldoende kleurherkenning mogelijk moet zijn. Dit stelt specifieke eisen

aan de openbare verlichtingsinstallatie. Deze eisen kunnen verschillen van de eisen

die vanuit de verkeersveiligheid worden gesteld.

Naar de effecten van openbare verlichting wordt al geruime tijd onderzoek gedaan. Uit

onderzoek2 blijkt dat vooral ruim en goed zicht op de omgeving belangrijk is. Het moet

voor de weggebruikers mogelijk zijn iemand op minimaal 4 meter afstand te

identificeren. Dit is de minimale grens van de zogenaamde openbare zone met de

meer directe sociale zone. In het kader van identificatie is ook de kleurherkenning

belangrijk. Dit betekent dat monochromatische lampen zoals de lagedruk natrium

(SOX) lampen minder gewenst zijn. Bij in- of uitbreidingen van woonwijken of bij

nieuwbouwprojecten wordt de lagedruk natrium lamp nagenoeg niet meer toegepast.

Met deze lamp is geen kleurherkenning mogelijk. Bijna altijd wordt gebruik gemaakt

van wit licht met behulp van PL-lampen.

Uit een onderzoek in Eindhoven3 blijkt dat mensen zich vooral onveilig voelen op stille

routes bij gescheiden verkeersfuncties. Sociale controle moet dus mogelijk zijn en als

een fietspad langs een weg ligt is dat eerder mogelijk dan bij een fietspad in een park.

Uit onderzoek in Londen4 blijkt dat meer verlichting vooral effect heeft in zogenaamde

homogene gemeenschappen. In een homogene gemeenschap valt afwijkend gedrag

eerder op; een betere verlichting draagt daar aan bij. In deze gemeenschappen is de

sociale controle hoger en is men geneigd eerder te waarschuwen en in te grijpen bij

ongewenst gedrag.

2 Jacobs, 1961; Van der Voordt en Van Wegen (Philips), 1991; Hall; Hoogervorst, 1985 3 Hoogervorst, 1985 4 Ministerie van Binnenlandse zaken; Engeland, 2002

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 10

2.2.3 Verkeersveiligheid

Onder verkeersveiligheid wordt een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer

verstaan.

Veilig verkeer bij nacht binnen de bebouwde kom is moeilijk zonder straatverlichting te

realiseren. De weg moet zodanig verlicht worden dat de situatie in de rijrichting te

overzien is. De verkeersdeelnemers moeten het verloop van de weg en de

aanwezigheid van zijwegen kunnen waarnemen. Met name bij ingewikkelde

wegsituaties zoals kruispunten, verkeerspleinen en rotondes, is dit van groot belang.

De eigen verlichting van auto's of fietsen verlicht slechts een klein weggedeelte en

geeft pas in een laat stadium aan in welke richting de weg loopt. Het 'groot licht' van

auto's kan dit bezwaar ondervangen, maar kan zelden worden gebruikt in verband

met verblinding van tegenliggers.

Openbare verlichting vergroot aan de ene kant de verkeersveiligheid, aan de andere

kant kunnen de lichtmasten bij verkeersongevallen een gevaar vormen voor de

weggebruikers. Bij de materiaalkeuze van de armaturen en de masten moet hiermee

rekening worden gehouden.

2.2.4 Aantrekkelijkheid

Aantrekkelijkheid heeft betrekking op het bevorderen van de herkenbaarheid en sfeer,

of het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte.

Openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij het tot zijn recht komen van de

openbare ruimte. Het bijzondere karakter van een plek kan met behulp van de

openbare verlichting tot uitdrukking worden gebracht. Hierbij kan gedacht worden aan

het verlichten van een monumentaal bouwwerk, het plaatsen van klassieke lantaarns

in een klassiek stadspark of de plaatsing van eigentijds vormgegeven lichtmasten op

een stedelijk plein. Bij de realisatie van een meer decoratief georiënteerde

verlichtingsinstallatie zal de ter plaatse vereiste functionele verlichtingskwaliteit

uitgangspunt blijven.

De sfeer wordt in belangrijke mate beïnvloed door de gekozen lichtsoort en de mate

waarin de omgeving wordt 'meeverlicht'. Bij lage verlichtingsniveaus wordt 'warm-wit'

licht als aangenamer ervaren dan 'koel-wit' licht. Bij het verlichten van de weg kan

rekening gehouden worden met de aanwezige bebouwing, de eventuele

groenvoorzieningen, de straatnaamborden en huisnummers in die zin dat deze 'mee'

verlicht worden.

2.2.5 Donkerte

Het begrip “donkerte” is vanwege de lichtvervuiling in zwang gekomen. Het begrip

donkerte is inmiddels een containerbegrip voor lichthinder en lichtvervuiling.

Lichtvervuiling is het “gloeien” van de hemel door omhoog stralende verlichting dat

weerkaatst in de deeltjes die in de lucht aanwezig zijn. Vooral bij steden is dat effect

goed merkbaar. Overheden willen rekening houden met de effecten van lichtvervuiling

op de natuur en met het verspillen van licht. In dit kader worden in natuurgebieden de

mogelijkheden van dimmen, oriëntatieverlichting en geleideverlichting met behulp van

led-armaturen in overweging genomen.

Lichthinder wordt veroorzaakt door teveel licht op de gevels van woonhuizen en door

verblinding van weggebruikers. Armaturen die hiermee rekening houden zijn voorzien

van afschermmogelijkheden. Bij het verlichten van de omgeving moet de instraling in

de woningen en het verblinden van weggebruikers tot een minimum worden beperkt.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 11

2.3 Trends

De openbare verlichting ontwikkelt zich continu. Door onderzoek en ontwikkelende

inzichten tekenen zich diverse trends af.

Achterpaden

Voor de verlichting van achterpaden stellen veel gemeenten alleen materialen ter

beschikking en laten ze bewonersverenigingen zelf de plaatsing, het energieverbruik

en het onderhoud regelen en betalen. Overheden laten achterpad-verlichting ook

vaak over aan projectontwikkelaars bij nieuwbouw en aan woningbouwverenigingen.

Energiebezuiniging in relatie tot verkeersintensiteiten

In Nederland zijn momenteel een aantal projecten uitgevoerd of in uitvoering waarin

de verkeersintensiteit gekoppeld wordt aan de openbare verlichting. Is er weinig

verkeer dan mag het licht uit of op een laag niveau branden. Bij veel verkeer gaat het

lichtniveau omhoog. Het gebruik van dynamische markering (met led-armaturen in de

weg-as) wordt daarmee gecombineerd.

Dynamische markering

Het markeren van het wegverloop van verkeerswegen in buitengebieden is een echte

trend aan het worden. Een aantal projecten zijn hiermee al uitgevoerd (Noord-

Holland, Houten en Ede). Hiervoor worden in de weg-as of aan de wegkanten led-

armaturen aangebracht. Dit komt ten goede aan de verkeersveiligheid vanwege de

zichtbaarheid van het wegverloop, de natuur is erbij gebaat en er wordt een grote

bezuiniging op energieverbruik bereikt.

Led-armaturen

Tegenwoordig komen armaturen in de handel die zijn uitgerust met “powerled’s”.

Deze hebben volgens de fabrikanten een lange levensduur en kunnen

energiebesparend werken in bepaalde toepassingen.

De huidige verkrijgbare led-armaturen zijn nog te veel in een experimentele fase. De

volgende aspecten zijn van toepassing ten opzichte van conventionele verlichting:

• De sociale veiligheid is minder gewaarborgd. Dit komt doordat de verlichting

van verticale vlakken nog zeer matig is en de verblinding hoog;

• Energiebesparing wordt alleen bereikt door de lichtverdeling sterk te beperken,

dit gaat ten koste van de sociale veiligheid;

• De energie-efficiëntie van de lichtbronnen is lager dan of gelijk aan

conventionele lampen;

• De investering is nog fors hoger;

• De producten hebben zich nog niet bewezen als het gaat om de werkelijke

levensduur. Hierdoor is er sprake van het nemen van een reëel risico.

Concluderend is ledverlichting in de OV een product dat nog in de kinderschoenen

staat en relatief duur is. Het geeft nog onvoldoende antwoord op de voordelen van

conventionele producten. Toepassingen zijn alleen mogelijk in gebieden waar de

sociale veiligheid van minder belang is of opgevangen kan worden door meer

armaturen te gebruiken dan normaal (zoals in centrumgebieden) en in

natuurgebieden.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 12

Om meer inzicht te krijgen en antwoord te krijgen op vele vragen wordt onder leiding

van Senter Novem op dit moment een ledpilot project geïnitieerd waarbij 25

proeflocaties worden geobserveerd. In bijlage 6 is een volledige beschouwing van de

huidige led-technologie voor de openbare ruimte opgenomen.

Dimmen

Het aanpassen van lichtintensiteiten aan het nachtelijke tijdstip kan door dimmen

gebeuren. Dimmen kan op verschillende wijzen plaats vinden:

- conventioneel dimmen: de armaturen worden voorzien van een eenvoudige

dimschakeling. Deze kan via een daarvoor geschikt te maken ader in de

voedingskabel op afstand aan of uit gezet worden. De lamp kan dan dimmen op

een vast ingestelde dimstand.

Voordeel: goedkoop en als de voedingskabel die mogelijkheid heeft ook in de

voedingskasten eenvoudig te realiseren met een TF (toon frequent) ontvanger. De

TF-ontvanger reageert op een door de netbeheerder verzonden signaal (via het

laagspanningsnet).

Mogelijk nadeel: de gemeente is dan gebonden aan de door de netbeheerder

gebruikte tijden. Meestal 23:00 of 24:00 uur en 7:00 of 6:00 uur.

- Dynamisch dimmen: de installatie wordt voorzien van een telemanagement

systeem. De armaturen worden voorzien van een slimme dimschakeling. Deze

schakeling kan net als een TF-ontvanger, signalen op het elektriciteitsnet

waarnemen. Deze signalen worden dan in een voedingskast door een centrale op

het net gezet. De centrale is via een communicatienet (bijvoorbeeld het GSM-net)

verbonden met een computer van de beheerder. Dit kan ook de gemeente zijn.

Voordelen zijn:

o de gemeente kan zelf schakeltijden definiëren. Door een koppeling met

tellussen in het wegdek te maken kan er zelfs volautomatisch gedimd

worden op basis van verkeersintensiteiten.

o het bewaken van lampen. Als een lamp defect is zal het systeem dat

signaleren en precies aangeven welke lamp defect is;

o in stappen dimmen. Een nieuwe lamp zal feller branden. De installatie

is ontworpen op de lichtintensiteit van een lamp op zijn gemiddelde

levensduur. Dit komt vaak neer op 15% overcapaciteit in het begin. Dit

kan door het systeem gedimd worden en zorgt derhalve voor een extra

energiebesparing van gemiddeld 7%.

Nadeel is dat het systeem duur is.

- Sinds enige tijd zijn lokale dimsystemen op de markt. In het armatuur kan een

apparaatje worden aangebracht dat ingesteld wordt op een vaste tijd waarop de

lamp moet dimmen. Het apparaatje synchroniseert zichzelf aan de hand van de

in- en uitschakeltijdstippen. De eerste varianten hebben 1 schakeltijdstip maar de

nieuwste varianten zijn flexibel instelbaar op meerdere tijdstippen. Hiervoor nodig

is een dimbaar elektronisch voorschakelapparaat.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 13

Tabel 2 laat de besparing en terugverdientijden per armatuur zien. Hierbij geldt: hoe

hoger het lampvermogen, des te sneller is de investering terugverdiend.

dimschema: 100%; 50% 22:00/7:00; 30% 0:00/4:00*

TE VERVANGEN LAMPEN BESPARING INVESTERING

meerprijs prijs

loon

dimmer/VSA meerprijs

terug-

verdientijd

armatuur aantal per lamp jaarlijks totaal dimbaar vsa dimunit aanbrengen per armatuur jaar

type PL-L 24W 1 € 4,76 € 4,76 € 15,04 € 51,80 € 10,00 € 76,84 16,1

type PL-L 36W 1 € 6,60 € 6,60 € 18,67 € 51,80 € 10,00 € 80,47 12,2

type PL-L 55W 1 € 10,63 € 10,63 € 18,67 € 51,80 € 10,00 € 80,47 7,6

SON(T) 70W 1 € 15,21 € 15,21 € - € 51,80 € 10,00 € 61,80 4,1

SON(T) 100W 1 € 20,89 € 20,89 € 6,30 € 51,80 € 10,00 € 68,10 3,3

SON(T) 150W 1 € 31,33 € 31,33 € 6,30 € 51,80 € 10,00 € 68,10 2,2

Tabel 2 besparing per lamptype

*Het dimschema waarop de berekening is gebaseerd ziet er grafisch uit zoals tabel 3. Zwart is 50% dimmen, donkergrijs 30% dimmen en lichtgrijs is niet dimmen (100% branden)

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00

Tabel 3 dimschema

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 14

3 Uitgangspunten voor nieuw beleid

3.1 Beleidsaspecten

De functies van de openbare verlichting zijn te onderscheiden in verkeersveiligheid,

sociale veiligheid en leefbaarheid. Dit is in hoofdstuk 2 reeds beschreven. Veiligheid

en leefbaarheid zijn deels te waarborgen met een goede verlichtingskwaliteit. Zoals

reeds vermeld in paragraaf 2.1.2. zijn er geen wettelijke bepalingen omtrent de

verlichtingskwaliteit. De richtlijnen voor een goede verlichting zijn verwoord in de

Nederlandse Praktijkrichtlijn 13201-1 van 2002. Het politiekeurmerk Veilig Wonen is

ook een richtlijn waarmee in samenhang met andere maatregelen de verlichting aan

bepaalde waarden moet voldoen. Het keurmerk is gezien de hoge kosten voor de

gemeente Muiden vooralsnog geen richtpunt voor het te voeren beleid.

3.1.1 Ambitie veiligheid

De openbare verlichtingsinstallatie van de gemeente voldoet momenteel niet aan de

beschreven ambities voor wat betreft de verlichtingsniveaus. In bijgaande tabel 2 zijn

aanvaardbare toestanden beschreven in samenhang met de functies van de

openbare verlichting. De gemeente wil in analogie van de onderhoudsambitie ook

voor de verlichtingsniveaus via het basisniveau naar een goed lichtniveau toe werken.

Uiteindelijk zal 90% van de verlichting voldoen aan de NPR.

Ambitie

Onderwerp Basis Goed Zeer goed

lichtniveau verkeer

Binnen bebouwde gebieden voldoet minimaal 70% van de verlichting op erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen aan de NPR; in een aantal straten is de verkeerssituatie niet overzichtelijk door donkere plekken; in de buitengebieden staat alleen oriëntatieverlichting op punten waar sprake is van een voldoende onderbouwde verkeersonveilige situatie.

Binnen de bebouwde kom voldoet minimaal 90% van de verlichting op erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen aan 90% van de NPR. De verkeerssituatie is in de meeste straten overzichtelijk. Buiten de bebouwde kom staat indien nodig oriëntatieverlichting op punten met een verhoogd risico zoals kruisingen en bochten in de weg. De ontsluitingswegen zijn altijd verlicht

Binnen bebouwde gebieden voldoet 100% van de verlichting op erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen aan de NPR; de verkeerssituatie is overzichtelijk; in de buitengebieden staat alleen oriëntatieverlichting op punten met een verhoogd risico zoals kruisingen en bochten in de weg.

lichtniveau sociaal

Binnen de bebouwde kom voldoen de straten minimaal aan 70% NPR niveau (d.w.z. een matig lichtniveau en gelijkmatigheid). De omgeving wordt als onprettig ervaren. Regelmatig is er sprake van een defecte lamp. Fietspaden op hoofdroutes zijn verlicht. Parken zijn niet verlicht. Achterpaden zijn in principe niet verlicht. Dit is overgelaten aan de marktpartij. Bebouwde buitengebieden met enige komvorming zijn bij vaste bewoning sober verlicht. Op de overige plaatsen oriëntatieverlichting.

Binnen de bebouwde kom voldoet minimaal 90% van de straten aan 90% NPR niveau. Gedurende de avond is er sprake van een prettige omgeving. ’s Nachts mag de verlichting een lager niveau hebben (dimmen). Fietspaden op hoofdroutes zijn met oriëntatieverlichting verlicht (lichtmasten 2 x zo ver uit elkaar). Parken zijn niet verlicht. Gemeentelijke achterpaden zijn verlicht met ter beschikking gestelde materialen. Buiten de bebouwde kom oriëntatie-verlichting.

Binnen ontsluitingswegen en bedrijventerreinen voldoet 100% van de straten aan de NPR. De omgeving wordt als prettig ervaren. Fietspaden op hoofdroutes zijn verlicht. Parken zijn niet verlicht. Bij bebouwde gebieden waar sprake is van bewoning is voldaan aan de verlichtingsrichtlijnen van het politiekeurmerk. Achterpaden zijn verlicht met ter beschikking gestelde materialen.

Risico Onveilige situaties; verhoogde aansprakelijkheid; veel klachten over verlichting.

Beperkt aantal onveilige situaties; weinig klachten.

Voldaan aan landelijk geldende richtlijnen; aansprakelijkheidsrisico minimaal; nagenoeg geen klachten.

Tabel 4 Beleidsambitie (geel is de gewenste ambitie, de huidige toestand is basis en gezien het lichtniveau komt het niveau niet voor in de beschreven ambities )

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 15

3.1.2 Ambitie aantrekkelijkheid

De aantrekkelijkheid en daardoor ook de leefbaarheid van de leefomgeving wordt

voor wat betreft de verlichting gedeeltelijk door de richtlijnen geborgd. Veiligheid, een

goede lichtkleur en voldoende licht verhogen ook het welbehagen ten aanzien van de

omgeving. Het esthetische aspect van de verlichting speelt hier ook een rol in. De

gemeente wil toe naar een sobere en functionele verlichting met beperkte decoratieve

aspecten, in tabel 3 betreft dat het niveau “goed”. Op enkele plaatsen is aanlichten

mogelijk van bijzondere gebouwen of objecten. Op wijkniveau zijn variaties mogelijk in

de toe te passen decoratieve/functionele5 armaturen.

Ambitie

Aspecten aantrekkelijkheid

Basis Goed Zeer goed

Esthetica Weinig decoratieve elementen; alleen op bijzondere plekken.

Voor de woonwijken een eigen functioneel-decoratief armatuur binnen een door de gemeente gedefinieerd palet; Gebiedsontsluitingswegen een functioneel armatuur. Op bijzondere plekken een decoratief armatuur.

Door architect en bewoners bepaald; veel decoratieve elementen.

Aanlichten Aanlichten van enkele bijzondere plekken.

Alleen bijzondere plekken aanlichten, onder voorwaarden.

Masterplan illuminatie

Risico Eenzijdig en grijs straatbeeld met alleen functionele armaturen; bijzonder goede standaardisatie mogelijk.

In mindere mate standaardisatie mogelijk; weinig variatie in straatbeeld; iets hogere onderhoudskosten.

Veel variatie in straatbeeld; hoge onderhouds- en beheerkosten; geen standaardisatie hetzij vastgelegd in illuminatieplan; bij schade lange levertijden; lichthinder en –vervuiling.

Tabel 5 Aantrekkelijkheid (geel is de gewenste ambitie; het kader geeft de huidige toestand aan)

3.1.3 Ambitie donkerte

In het kader van de hinder van licht voor natuurgebieden is deze parameter

ingevoegd. De provincie wil hier iets aan doen en nodigt gemeenten uit hier concreet

rekening mee te houden. Onderscheid wordt gemaakt tussen lichthinder en

lichtvervuiling.

Om lichthinder en -vervuiling te voorkomen worden armaturen toegepast die rekening

houden met of voorzieningen hebben ter voorkoming van lichthinder. Veel van de

tegenwoordige armaturen hebben inmiddels deze voorzieningen.

In het kader van lichtvervuiling kan ook gekozen worden voor het beperken van

openbare verlichting en te kiezen voor geleidende maatregelen. Tabel 4 geeft de

beleidslijn aan. Gezien het belang van lichthinder wordt een goed tot zeer goed

ambitieniveau nagestreefd.

5 Decoratieve/functionele armaturen zijn armaturen die een esthetisch uiterlijk hebben maar intern zijn voorzien van een optiek en standaard energiezuinige lampen. Hiermee is een goede lichtspreiding mogelijk hetgeen met zuiver decoratieve armaturen vaak niet mogelijk is. Functionele armaturen zijn vaak zogenaamde “koffer”modellen waarbij alleen de lichtverdeling belangrijk is.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 16

Ambitie

Aspecten Basis Goed Zeer goed

Donkerte Er zijn geen bijzondere maatregelen getroffen.

Bij nieuwe (her)inrichtingen openbare ruimte is het aspect donkerte meegewogen voor natuurgebieden en relevante omstreken. De keuze valt op specifieke armaturen of op niet verlichten. Lichthinder zo mogelijk voorkomen door slimme plaatsing.

Bij nieuwe en bestaande inrichtingen van de openbare ruimte is het aspect donkerte meegewogen voor natuurgebieden en relevante omstreken. De keuze valt op specifieke armaturen of op niet verlichten. In woongebieden zijn armaturen gebruikt met voorzieningen tegen lichthinder.

Risico Grote kans op lichtvervuiling/hinder en schade van de natuurlijke habitat.

Bestaande situaties met lichtvervuiling/hinder blijven bestaan.

Er zijn geen situaties meer van lichtvervuiling/hinder.

Tabel 6 Donkerte (geel is de gewenste ambitie; het kader geeft de huidige toestand aan)

Figuur 1 Functionele en decoratieve verlichting in het historische centrum van Muiden

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 17

3.2 Beleid openbare verlichting per gebied

3.2.1 Structuurelementen

Voor de indeling van de openbare verlichting in de gemeente Muiden is als basis de

landelijke gedefinieerde wegcategorisering gevolgd. Deze is weergegeven in de

bijgevoegde kaarten (255117) 102 t/m 104 (zie bijlage). De volgende elementen zijn

gedefinieerd:

• Ontsluitingsweg buiten bebouwde kom;

• Ontsluitingsweg binnen bebouwde kom;

• Erftoegangsweg buiten bebouwde kom;

• Erftoegangsweg binnen bebouwde kom;

• Historisch centrum;

• Additioneel: accentverlichting;

• Achterpadverlichting.

3.2.2 Algemeen

In tabel 7 en in bijlage 2 is per gebied aangegeven in hoeverre de aspecten: sociale

veiligheid, verkeersveiligheid, aantrekkelijkheid en donkerte van belang zijn. Deze

mate van belang is vertaald naar randvoorwaarden in de vorm van de NPR. Als

bijvoorbeeld de sociale veiligheid van groot belang is dan dient de wijk voor 90% te

voldoen aan de NPR conform de gewenste ambitie. Als de verkeersveiligheid van

groot belang is dan is de NPR geheel van toepassing. Tabel 7 laat zien wat per

gebied meer of minder van belang is.

Tabel 7 Aspecten per gebied (H = hoog belang, M = matig belang, L = laag belang)

Het belang per gebied van de elementen sociaal, verkeer, aantrekkelijk en donkerte

wordt aangeduid met L(aag), M(atig) en H(oog). In de woonwijken is het sociale

aspect van groot belang. Het element functioneel/decoratief geeft aan of er

decoratieve armaturen en/of lichtmasten toegepast mogen worden. De masthoogten

zijn per gebied gestandaardiseerd.

In de centrumgebieden van Muiden en Muiderberg is de verlichting ingedeeld in twee hoofdcategorieën: historische verlichting en accentverlichting. In principe is de historische verlichting leidend.

De accentverlichting is additioneel. In de historische centra kan in de aangegeven

zones beleidsmatige ruimte worden geboden voor eventueel aanvullende verlichting

Element*

Gebied

Sociaal verkeer aantrek-

kelijk

donkerte Functioneel/

Decoratief

Lamptype Masthoogte

Centra H M H M F/D PL/SON/

CDM/CPO

4 – 8 m

Accentverlichting M nvt H M D divers Divers

Ontsluitingswegen bibeko M H M M F PL/SON/CPO 6, 8 m

Ontsluitingswegen bubeko M H L H F SOXSON 6, 8 m

Erftoegangswegen bibeko H M M M F/D PL/SON/CPO 4, 6 m

Erftoegangswegen bubeko M M M H F PL/SON 4, 6 m

Achterpadverlichting H L M M F PL/SON Max 4 m

Figuur 2 beleidsvorming per gebied

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 18

in de vorm van bijvoorbeeld extra aanlichting van beeldbepaalde elementen (sluis,

looproute bezoekers) of voorzieningen voor festiviteiten (voedingskasten voor

feestelijke verlichting), zie figuur 3.

Figuur 3 Historische- en accentverlichting in de centra van Muiden en Muiderberg

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 19

In de tabellen van bijlage 2 is aangegeven welk onderhoudsniveau bij het gebied

hoort. Bij voorzieningen voor een goede sociale veiligheid hoort ook een goed

onderhoudsregime. De onderhoudsniveaus staan beschreven in tabel 11.

Per gebied beveelt de NPR een bepaalde lichtklasse aan met bijbehorend lichtniveau

en gelijkmatigheid, zie tabel 8. De lichtklasse heeft consequenties voor de toe te

passen masten, armaturen en lampen. Deze moeten bij een bepaald belang voldoen

aan aspecten als lichtkleur, functionaliteit en dergelijke. Als er sprake moet zijn van

kleurherkenning dienen alle armaturen met lage druk natriumlampen (SOX) in het

betreffende gebied te worden vervangen door lampen met een hogere Ra (getal voor

kleurherkenning). Bij een hoge verkeersveiligheid is het van belang dat de masten

botsvriendelijk zijn om de kans op zwaar letsel te verkleinen.

Lichtklasse Toepassing Eh (horizontale

verlichtingssterkte)

Uh (gelijkmatigheid:

Ehmin/Ehgem)

S2, ME4 Ontsluitingswegen,

industriegebied

10 lux 0,3

S3, ME5 Ontsluitingswegen, Centrum,

Industriegebied

7,5 lux 0,2

S4 Centrum 5 lux 0,2

S5 Erftoegangswegen 3 lux 0,2

S6 Erftoegangswegen, achterpaden 2 lux 0,3

S7 Buitengebieden oriëntatieverlichting -

Tabel 8 Lichtklassen en toepassingsgebieden

3.2.3 Achterpaden

Achterpaden zijn vaak in eigendom van woningbouwcorporaties waardoor het

verlichtingsbeleid af kan wijken van het gemeentelijke beleid. Voor de gemeentelijke

achterpaden is het beleid als in de woonstraten. Voor de semi-openbare achterpaden

zal met de betrokken eigenaar een overleg gaan plaatsvinden. In dat overleg worden

afspraken gemaakt over aanleg en onderhoud. Over de energielevering zal met de

bewoners afstemming plaatsvinden.

3.2.4 Additionele verlichting en telemanagement

In het centrum mag in de daartoe aangewezen zones sfeerverlichting (o.a.

aanstralen) en dergelijke worden toegepast. Dit zal op termijn zoveel mogelijk worden

afgestemd op de lichtniveaus van de openbare verlichting (OVL).

De gemeente zal in dat kader ook onderzoeken in hoeverre

telemanagementsystemen toepasbaar zijn om het lichtniveau van de OVL aan te

passen bij manifestaties of aan een gedurende de nacht veranderend straatbeeld.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 20

Onderstaand enkele voorbeelden van additionele verlichting, zoals die elders is

toegepast.

Lumineus Amersfoort

3.3 Duurzaam beheer

Om de openbare

verlichtingsinstallatie in

goede staat te houden zijn

duurzame maatregelen en

materialen nodig. Met duurzaam wordt bedoeld dat de materialen geschikt moeten

zijn voor hun doel en een zodanige kwaliteit moeten hebben dat ze lang kunnen

functioneren, zie figuur 4. In de volgende paragrafen is de nagestreefde

duurzaamheid vastgelegd in de diverse beheeraspecten van de openbare verlichting.

3.3.1 Aansprakelijkheid

Gesteld mag worden, dat wanneer de wegbeheerder kan aantonen dat de weg in

goede staat van onderhoud verkeert, er sprake is van een duurzaam geborgd

aansprakelijkheidsrisico. In de praktijk betekent dit onder andere een goede registratie

van de OV-installatie, een duidelijke uiteenzetting van het onderhoudsbeleid en een

goede storingsregistratie, inclusief acceptabele afspraken voor tijdig verhelpen van

storingen. Een geautomatiseerd beheersysteem is een noodzakelijk hulpmiddel.

3.3.2 Trends

De gemeente Muiden wil zich openstellen voor ontwikkelingen die in de toekomst

voordeel kunnen opleveren. Eén hiervan is de opkomst van de led-verlichting. Muiden

is in voor het meewerken aan pilot-projecten op deze gebieden. Vooralsnog wordt

gebruik gemaakt van duurzame materialen die zich reeds in de markt hebben

bewezen.

Dimmen is een mogelijke optie om energie te besparen. Tijdens de renovaties wordt

bekeken welke armaturen uitgerust kunnen worden met een lokaal dimsysteem.

3.3.3 Milieu

Om de zinkbelasting te minimaliseren wordt gebruik gemaakt van stalen lichtmasten

met goede grondstukbescherming en minimaal poedercoating met een vastgestelde

Ral kleur. De meest energiezuinige lampen worden gebruikt binnen de kaders die in

een bepaald gebied gesteld worden.

duur·zaam (bn.)

1 geschikt, bestemd om lang te bestaan => bestendig

2 lang aanhoudend => blijvend, durabel, permanent, vast

Figuur 4 Citaat woordenboek Van Dale

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 21

Thermisch verzinkte stalen lichtmasten hebben een goede prijs/prestatie verhouding

ten opzichte van aluminium. De gemeente wil uitloging van zink zoveel mogelijk

voorkomen. Met een goede grondstukbescherming van een stalen mast wordt het

uitlogen grotendeels voorkomen. Staal is ook recyclebaar, zij het beperkter dan

aluminium. In tabel 10 zijn diverse overwegingen tussen staal en aluminium naast

elkaar gezet. De gemeente Muiden kiest voor aluminium in verband met de

botsvriendelijkheid en minder onderhoud van het materiaal.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 22

Ambitie

Parameters milieu Basis Goed

energieverbruik Geen bijzondere maatregelen. De meest efficiënte lampen en armaturen zijn gebruikt (decoratief is vaak minder efficient).

Recycling Armatuur en mast: geen bijzondere maatregelen Lamp: de wettelijke afvoermaatregelen.

Armatuur: geen bijzondere maatregelen Mast: recyclebaarheid van de hele mast Lamp: wettelijke afvoermaatregelen

zinkbelasting Geen bijzondere maatregelen. Geen zinkbelasting door afdoende beschermingsmaatregelen

Risico Hoge milieubelasting. Milieubelasting binnen normen; iets hogere investeringskosten.

Tabel 9 Milieu (geel is de gewenste ambitie; het kader geeft de huidige toestand aan)

Materiaal

Item Staal Aluminium

Botsvriendelijk Nee(2) Ja Vandalismebestendig Ja Nee Productiemethode Milieubelastend Ernstig milieubelastend Recyclebaarheid Matig Goed Conservering nodig Ja Nee Levensduur 40 jaar 30 jaar (1) Aanschafprijs Relatief laag (3) 1,2 maal zoveel

Tabel 10 vergelijking staal en aluminium

1 De leeftijd van aluminium masten is mede afhankelijk van de grondgesteldheid. Recent hebben

fabrikanten van aluminium masten de te verwachten technische levensduur weten te verlengen door de

mastvoet te voorzien van een extra beschermingslaag. Met deze modificatie claimen zij dat aluminium

tegenwoordig zo duurzaam is als staal. Dit geldt dus niet voor oude masten.

2 Tegenwoordig worden ook wel botsvriendelijke stalen masten gemaakt met speciale afschuifsystemen.

Dit geldt echter alleen voor hogere verkeersmasten. Deze zijn uiteraard wat duurder.

3 De staalprijzen zijn de laatst tijd sterk gestegen. Een gepoedercoate stalen lichtmast kost nu ongeveer

net zoveel als een aluminium lichtmast. Een gepoedercoate stalen mast is 20% duurder dan een kale

thermisch verzinkte stalen mast.

3.3.4 TCO

Uitgangspunt is de meest gunstige TCO (Total Cost of Ownership). Gezocht wordt

naar de meest optimale balans tussen investeringen en gebruikskosten met als

gevolg lage integrale kosten. Dit houdt in dat waar mogelijk duurzame materialen en

lichtpuntopstellingen worden gebruikt met de beste prijs/kwaliteitsverhouding.

3.3.5 Organisatie

De gewenste toestand voor de organisatie is dat zij beschikt over voldoende middelen

en budget voor het uitvoeren van beleidstaken, beheertaken en onderhoudstaken. Dit

houdt in :

- Beleid: het opstellen en evalueren van beleid;

- Beheer: regie- en directievoering; gegevensbeheer; opstellen bestekken en

beoordeling van klachten; contacten met de aannemer;

- Uitvoering: klachtenregistratie; contact met aannemer.

3.3.6 Normen voor materialen

Functionele armaturen moeten minimaal voldoen aan de dichtheidsklasse IP-65.

Decoratieve armaturen moeten minimaal voldoen aan IP-klasse 54. Voor de

lichtmasten is de norm NEN-EN 40 van toepassing.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 23

3.3.7 Beheer en onderhoud op basisniveau

Het onderhoud gebeurt momenteel op het

basisniveau: dit is zichtbaar gemaakt in tabel 11.

De gemeente kiest voor een groei naar een

goed onderhoudsniveau. De volgende aspecten

zijn hierbij van belang:

- Er vindt standaardisatie plaats van de

materialen;

- Naast kosten spelen ook milieu, het

decoratief aspect en veiligheidsfactoren mee

in de keuze van materialen;

- Een snoeiregime wordt ingesteld om

armaturen en masten vrij te houden van

begroeiing, zie figuur 5;

- Instellen van groepsremplace om het aantal

defecte lampen te verminderen;

- Armaturen worden indien nodig periodiek

gereinigd om groenaanslag te verminderen.

- Onder voorwaarden worden objecten aan

lichtmasten toegestaan.

Figuur 5 Snoeien is regelmatig nodig

Figuur 6 Decoratieve aspecten in Muiderberg

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 24

Ambitie

Parameters Basis Goed Zeer goed

Veilig - Armatuur is nog niet dichtgegroeid. - Mastdeur moeilijk bereikbaar. - Op straat ontstaan donkere plekken. - ad hoc snoeischema.

- Geen takken tegen armatuur; - mastdeur bereikbaar; - licht minimaal gehinderd; - 3 jarig snoeischema; - snoeironde in de zomer op ad-hoc basis

- Bomen minimaal 4 meter van lichtmast af; - rondom armatuur vrij; - mastdeur vrij; - licht niet belemmerd; - lichtmasten verplaatsen en iedere zomer snoeien.

Risico Onveilige situaties; verhoogde aansprakelijkheid; veel klachten over verlichting.

Beperkt aantal onveilige situaties; weinig klachten.

Voldaan aan landelijk geldende richtlijnen; aansprakelijkheidsrisico minimaal; nagenoeg geen klachten.

Heel - Meer dan 10% uitval per jaar; - incidentele vervanging; - maandelijkse reparatie na melding bewoners.

- 5-10 % uitval per jaar; - groepsremplace; - reparatie binnen 2 weken; - reparatie na melding bewoners; - tweemaandelijkse controle wegen hoofdstructuur

- 5% uitval per jaar; - groepsremplace; - reparatie binnen twee dagen; - reparatie na melding bewoners; - 2 maandelijkse controle verkeersgebieden.

- Grote corrosievorming; - schilderen om de 9 jaar; - na 40 jaar vervangen

- rond mastdeur en voet mag corrosie optreden; - eens per 6 jaar schilderen; - na 40 jaar masten vervangen, op basis van inspectie;

- Lichte vorm van corrossie; - schilderen om de 5 jaar; - na 40 jaar vervangen op basis inspectie.

- Maximaal 25% van de masten staan los of uit het lood.

- 95% van de masten staat vast en/of loodrecht.

- Alle lichtmasten staan vast en/of loodrecht.

Risico Onveilige situaties en kans op sneller omvallen mast bij aanrijdingen en werkzaamheden; verhoogde aansprakelijkheid; lichtterugval > 20%.

Beperkt onveilige situaties; hogere onderhoudskosten; maximaal 20% lichtterugval.

Hogere onderhoudskosten; maximaal 5% lichtterugval.

Schoon - Graffity toegestaan; - geen racistische teksten en symbolen.

- in lichte mate graffiti toegestaan; - geen racistische teksten en symbolen.

- Niet toegestaan.

- Masten mogen groenaanslag vertonen; - worden niet gewassen.

- Lichte aanslag op masten toegestaan; - eens per 6 jaar wassen.

- Geen aanslag toegestaan; - iedere twee jaar gewassen.

- Sterke verwering/vervuiling toegestaan; - op straat donkere plekken; - tijdens reparaties schoonmaken.

- Lichte verwering van armatuur toegestaan (op straat amper merkbaar); - schoonmaken tijdens remplace en reparatie; - functionele en functioneel- decoratieve armaturen: zeer geringe vervuiling binnenzijde (IP65); - decoratieve armaturen: geringe vervuiling binnenzijde (IP54).

- Geen vervuiling en verwering toegestaan; - schoonmaken binnenkant tijdens reparatie, remplace of wasbeurt; - - functionele en functioneel- decoratieve armaturen: zeer geringe vervuiling binnenzijde (IP65); - decoratieve armaturen: geringe vervuiling binnenzijde (IP54).

Risico Onveilige situatie door donkere plekken; mast niet meer schoon te krijgen na verloop van tijd.

Weinig of geen risico; lage vervuiling door gewenste IP-klasse; hierdoor wordt materiaalkeuze licht ingeperkt.

Weinig of geen risico; lage vervuiling door gewenste IP-klasse; hierdoor wordt materiaalkeuze licht ingeperkt.

Tabel 11 Onderhoud (geel is de gewenste ambitie; de schuin gedrukte tekst geeft de huidige toestand aan)

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 25

3.3.8 Groepsremplace

Het vervangen van lampen, net voordat de geschatte uitval plaats vindt, wordt

remplace genoemd. Dit gebeurt om een hoge lampuitval (met veel en langdurige

donkere plekken) en dientengevolge hoge incidentele vervangingskosten te

voorkomen. Ambitie “goed” gaat uit van remplacering, momenteel gebeurt het op

ad hoc basis. De remplace kan per wijk, per lamptype of per lamp plaatsvinden. In

figuur 7 staat de grafiek afgebeeld van de optimale remplaceperiode na vervanging

van de TL lampen. Het meest gunstige punt van vervanging ligt dan op 4 jaar.

Aanbevolen wordt om de werkelijke uitval te volgen en de juiste methode

proefondervindelijk te bepalen. De financiële verschillen zijn namelijk niet zo groot dat

duidelijk voor de ene vorm dan wel voor de andere vorm gekozen kan worden.

3.4 Standaardisatie

3.4.1 Algemeen

De gemeente kent al een redelijk gestandaardiseerd openbare verlichtingsbestand.

Standaardisatie heeft als voordeel dat het onderhoud eenvoudiger wordt en bij

aanbestedingen bezuinigd kan worden doordat minder voorraad nodig is en betere

afspraken met fabrikanten mogelijk zijn. Dit houdt echter ook in dat nieuwe middelen

binnen een pakket moeten passen en het aantal verschillende middelen niet te groot

wordt. Een beheertoets voor nieuwe middelen en ontwerpen is dan altijd noodzakelijk.

De gemeente wil een standaardpakket invoeren en een beheertoets voor toevoeging

aan deze lijst. Voorwaarden zijn onder andere uniformiteit en dichtheidsklasse.

Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij de standarisatie van de buurgemeenten

Weesp, Bussum en Naarden.

Figuur 7 optimale remplaceperiode

€ -

€ 5.000,00

€ 10.000,00

€ 15.000,00

€ 20.000,00

€ 25.000,00

1 2 3 4 5

remplacekosten

directe verv

2 weken verv

totaal direct

totaal 2 weken

incidentele vervanging

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 26

3.4.2 Huidige armaturen

Figuur 8 laat de meest voorkomende functioneel/ decoratieve armaturen voor

woonstraten en centra zien. Een aantal armaturen voor de woonstraten en centra zijn

sterk verouderd. Dit zijn de armaturen rechts op figuur 8. De armaturen uit de 2900

serie worden ook niet meer gefabriceerd en verdwijnen uit het straatbeeld. Moderne

armaturen zoals de Industria 2050 worden nu veelvuldig geplaatst. In het centrum van

Muiden is vanwege het historische straatbeeld de Hogro OGR geplaatst.

Figuur 8 Veel voorkomende armaturen in de woonwijken en centra van de gemeente Muiden

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 27

De bollen zijn in het centrum en langs de kade van Muiden geplaatst. Door het

ontbreken van een afscherming en goed optiek is het armatuurrendement laag

waardoor weinig licht van de lamp op de weg komt en veel licht opwaarts verdwijnt.

Hierdoor ontstaat weer lichtvervuiling.

Figuur 9 laat de meest voorkomende functionele armaturen voor grote woonstraten en

ontsluitingswegen zien. Op deze figuur zijn diverse armaturen van de 2700 serie met

TLS en TLEM lampen afgebeeld. Deze zijn sterk verouderd, energie onzuinig en

dienen zo spoedig mogelijk uitgefaseerd te worden.

De 2500, FGS103 en de 2600 armaturen zijn zodanig gebouwd dat ze voor een

goede lichtspreiding zorgen. Deze bouw heeft echter als nadeel dat ze meer

lichthinder en -vervuiling veroorzaken. Een armatuur als de Libra (Industria) en een

vergelijkbaar armatuur Residium van Philips, combineren een goede lichtspreiding

met minder lichthinder. De lampen zijn dieper in het armatuur gemonteerd. De Libra is

met schotjes nog verder af te schermen. Om minder lichthinder te veroorzaken dienen

armaturen óf voorzien te zijn van vlak of licht gewelfd glas, zoals de Iridium óf de lamp

moet diep in de behuizing liggen en vanaf de zijkant gezien niet zichtbaar zijn, zoals

de Libra, zie figuur 109.

Figuur 9 Overzicht veel gebruikte functionele armaturen in Muiden

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 28

3.4.3 Standaardarmaturen per wegfunctie

In de huidige situatie komen veel verschillende en verouderde armaturen voor.

Lichttechnisch zijn deze oude armaturen veelal niet optimaal. Voor het toekomstig

beheer wordt daarom voorgesteld moderne en functionele armaturen toe te passen.

Per categorie wordt gestreefd naar één of enkele modellen (standarisatie) om

vervangen en uitwisseling eenvoudiger en dus voordeliger te maken.

Het standaardpakket wordt afgestemd op de diverse structuurelementen in de

gemeente. Voor centrumgebieden en bijzondere plekken zijn extra mogelijkheden

aanwezig. De standaard wordt door deze armaturen gezet. De keuze dient zoveel

mogelijk tot de armaturen beperkt te blijven die:

- beschikken over voorzieningen tegen lichthinder en lichtvervuiling;

- een goede dichtheidsklasse (minimaal IP65) hebben;

- makkelijk te onderhouden zijn door bijvoorbeeld een modulaire opbouw, goed

bedienbare sluitingen en makkelijke lampvervanging;

- passen bij de omgeving.

Centrumgebieden

In deze gebieden dient de afweging tussen decoratieve elementen en het belang van

lichtvervuiling en -hinder wat meer bij de inpassing van het gebied te liggen. De

gemeente heeft in het verleden gekozen voor een armatuur. Voor centrumgebieden

blijft de keuze daardoor beperkt tot deze Hogro OGR (fig.10), een vergelijkbaar

exemplaar in Muiderberg (fig. 6) of een gelijkwaardig exemplaar. Voor het gebied dat

nu nog voorzien is van bolvormige armaturen en is aangewezen als historisch gebied

(fig. 3) wordt een soortgelijk armatuur toegepast.

Woongebieden

Voor woongebieden waar lagere masten tot 4 meter geplaatst zijn is de keuze reeds

gevallen op een zogenaamd kegelarmatuur. In dit geval een Industria kegel 2050 of

2000 comfort (tegenwoordig “Indal”). Van dit model “Friso Kramer” zijn diverse

varianten van verschillende leveranciers verkrijgbaar. Aanbevolen wordt om de keuze

zoveel mogelijk tot dit armatuur te beperken.

Voor woongebieden met hogere masten tot 6 meter is een opschuifarmatuur aan te

bevelen. Aanbevolen wordt om een functioneel armatuur als de Libra of Residium te

gebruiken. Deze zijn voldoende afgeschermd waardoor lichthinder en –vervuiling

wordt tegengegaan.

Verkeerswegen

Op deze verzameling van ontsluitingswegen met masten van 8 meter en hoger en

waar de functie voor het verkeer de boventoon voert, is het aan te bevelen om een

soortgelijk armatuur als “Iridium” van Philips te gebruiken. De lamp ligt wat dieper in

het armatuur en is omgeven door een goed optiek. Hierdoor combineert het armatuur

een goede lichtspreiding met een goede afscherming.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 29

Wegtype of gebied Standaard armatuur

> Ontsluitingswegen buiten de bebouwde kom Iridium (Philips)

> Ontsluitingswegen binnen de bebouwde kom

> Erftoegangswegen binnen de bebouwde kom Kegel 2000-serie (Industria) Iridium (Philips)

> Erftoegangswegen buiten de bebouwde kom voor masten < 4 meter voor masten 4- 6 meter> Achterpaden

Historisch centrum Hogro OGR (Lightronics)

(historische verlichting)

4 Huidige toestand

4.1 Algemeen

Met behulp van het werkboek “kengetallen openbare verlichting” van de NSvV is de

huidige installatie en de organisatie in kaart gebracht. In figuur 11 is een zogenaamd

webdiagram afgebeeld waarin een cijfer is gegeven aan de sturende kengetallen.

De sturende kengetallen zijn: lampsysteemrendement, vervangingswaarde,

exploitatiekosten, lichttechnische kwaliteit en kwaliteitsniveau van het OV-werkproces.

Hiermee wordt vastgesteld op welk niveau het hele OV-proces functioneert.

Om de getallen in het juiste verband te zien met andere typen gemeenten zijn de

oppervlakten bebouwd en verhard in het diagram opgenomen. Deze oppervlakten

worden grotendeels verlicht door de openbare verlichting. Meer verharding betekent

meer verlichting. Het kengetal verharding bevestigt dat Muiden een landelijke

gemeente is.

In het schema is een grafiek afgebeeld met de huidige toestand van de openbare

verlichting (het rode vlak). Deze kan vergeleken worden met de mediaan die het

gemiddelde weergeeft van een twintigtal pilotgemeenten. Daarnaast is het mogelijk te

vergelijken met een goed presterende landelijke gemeente in de buurt.

Figuur 10 Standaardarmaturen gemeente Muiden

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 30

De gemeenten blijven hun openbare verlichtingsproces verder verbeteren. Om hun

prestaties en vorderingen goed te kunnen vergelijken zijn deze kengetallen opgezet

en worden momenteel verder ontwikkeld.

Uit het diagram kunnen voorzichtig conclusies getrokken worden:

• Uit het diagram blijkt dat Muiden een slecht lampsysteemrendement en

lichttechnische kwaliteit heeft. Dit betekent een slecht presterende

verlichtingsinstallatie. De exploitatiekosten zijn hoog. Dit komt met name door de

TLS en TLEM lampen. Deze lampen kenmerken zich door een korte levensduur

waardoor regelmatig vervanging nodig is.

• Muiden investeert momenteel amper in haar openbare verlichting. Dit komt tot

uiting in de lage investeringskosten.

• De totale exploitatiekosten (onderhoud, energie, vervanging) zijn op landelijk

niveau. Dit kan verbeteren door efficiëntere en lichtbronnen met een langere

levensduur te gebruiken;

• De vervangingskosten zijn vrij hoog. Dit komt omdat in Muiden relatief veel

decoratieve verlichting is geplaatst. De voorbeeldgemeente heeft meer

functionele verlichting met een lagere aanschafprijs.

• De kwaliteit van het OV-proces (de organisatie) is niet optimaal ten gevolge van

onvoldoende budget. De gemeente beschikte niet over een recent bestand

openbare verlichting waardoor de mutaties niet bijgehouden worden en er geen

inzicht is in de toestand van de openbare verlichting (OVL). In verband met de

start van de beleidsnota OVL is een inventarisatie uitgevoerd.

Het beheer wordt extern uitgevoerd. De regievoering en het toezicht op

uitgevoerde werkzaamheden kunnen verbeteren.

Figuur 11 Diagram kengetallen openbare verlichting

0

20

40

60

80Lampsysteemrendement

vervangingswaarde

totale exploitatiekosten per eenheid

investeringskosten per eenheid

oppervlakte bebouwd/totale

oppervlakte

oppervlakte verharding/totale

oppervlakte

kwaliteitsniveau OV-proces

lichttechnische kwaliteit

Muiden

Gemeente vb

Mediaan

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 31

Figuur 12 Een veel voorkomend verouderd TLS armatuur en lichtmast

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 32

4.2 Huidige situatie per gebied

In de volgende paragrafen is per structuurelement (gebieden als woonwijken,

ontsluitingswegen) aangegeven wat op lichttechnisch gebied de huidige toestand is.

Hierbij is uitgegaan van de gebieden die in de database staan beschreven. Op

mechanisch en onderhoudsgebied is een algemene toestandsbeschrijving gegeven.

4.2.1 Lichttechnisch

Op basis van metingen en

lichtberekeningen is een grafiek

opgesteld die per gebied het percentage

aangeeft van het voldoen aan de NPR.

Het administratief onderzoek en de

inventarisatie in juli 2008 (in het kader

van deze nota) onderschrijven deze

uitkomsten. In de figuren 13 en 14 is per

gebied aangegeven of het betreffende

gebied voldoet aan de NPR 13201-1. Het

blijkt dat gemiddeld 80% van de

verlichting niet voldoet aan de NPR.

Gemiddeld 40% voldoet niet aan de

laagste waarden die de NPR kent6.

In tabel 11 is zichtbaar dat deze straten dan voldoen aan lichtbeeld 1. Lichtbeeld 2

geeft een beeld van eveneens 40% van de straten. 20% is volgens NPR, zie

lichtbeeld 3, verlicht.

Algemene conclusies zijn de volgende

(zie ook tabel 12):

• De lichtniveaus in de wat oudere

wijken zijn aan de lage kant en

voldoen niet aan de huidige

normen, zie lichtbeeld 1.

• Dit komt met name door de

toepassing van veel TLS, TLEM

en HPL armaturen. Deze lampen

zijn minder efficiënt dan de

huidige lampen.

• De kappen van de wat oudere

armaturen zijn vervuild en/of verweerd. Hierdoor is een hoge depreciatiefactor

(lichtterugval) van toepassing.

• In recentere wijken voldoet de verlichting aan de NPR.

• Op de lichtniveaus in de buitengebieden is NPR lichtklasse S7

(oriëntatieverlichting) van toepassing. Dit is in de buitengebieden veel

toegepast. Het beleid is om daar niet veel aan te veranderen omdat het

aansluit bij de milieucriteria.

6 De NPR kent 2 lage lichtklassen, meestal toegepast in woonwijken. Dit is S5 met een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte (Eh) van 3 lux en een bijbehorende gelijkmatigheid Uh (Eh,min/Ehgem) van 0,2. S6 betreft Eh 2 lux en Uh 0,3. In de gemeente Muiden voldoet 40% niet aan 2 lux of niet aan de gelijkmatigheid van 0,2.

Figuur 13 Overzicht per kern voldoen aan de NPR (“j”)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Muiden Muiderberg

n

j

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Muiden Muiderberg

n

j

Figuur 14 Percentage onder de minimale lichtklasse, aangeduid met “n”

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 33

Locatie

Lichtbeeld

1 2 3

Voldoet

aan NPR Voldoet niet Voldoet matig Voldoet

Lichtniveau 1 lux 2 lux 3 lux

Tabel 12 Lichtbeelden

4.2.2 Dimmogelijkheid

In Muiden levert dimmen in de woonwijken gezien het lage lichtniveau geen

besparing op. Mochten nieuwe ontwerpen overgedimensioneerd7 zijn dan kan lokaal

dimmen voor een besparing zorgen, zie paragraaf 2.3.

De lampen op de ontsluitingswegen met een verlichtingssterkte van meer dan 5 lux

kunnen eventueel gedimd worden. Aanbevolen wordt om tijdens de renovatie te

onderzoeken of een dimsysteem economisch haalbaar is bij straten met een

overgedimensioneerde verlichtingsinstallatie.

4.2.3 Onderhoud

Momenteel voert de gemeente haar onderhoud door financiële beperkingen op een

laag niveau uit. Dit staat beschreven in het onderhoudsmodel op basis van IBOR

(beheer openbare ruimte), zie tabel 11. Op het gebied van groenonderhoud en

reparatie van lampen wordt op een laag niveau gewerkt. Armaturen worden niet

vrijgehouden van bladeren en takken, een aantal armaturen zijn dan ook in de bomen

verdwenen. Klachten van bewoners worden wel onderzocht. Iedere maand worden de

defecte lampen gerepareerd. Preventieve lampvervanging (remplace) vindt niet

plaats, hierdoor zijn er altijd relatief veel lampen defect.

7 Overdimensionering ontstaat doordat lampen in beperkte aantallen vermogens verkrijgbaar zijn. Het profiel en de aanwezigheid van in- en uitritten, parkeervakken en bomen bepalen vaak de maximale mastafstand. Omdat de NPR de minimale norm aangeeft wordt dan vaak voor een hoger lampvermogen dan benodigd gekozen. Lokaal dimmen kan dit terugbrengen naar de optimale waarde. Besparingen tot 10 - 20%.

Figuur 15 uitspraak duurzaamheid - bron: IBOR bulletin augustus 2005 - CROW

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 34

4.2.4 Mechanisch

Uit het onderzoek blijkt dat de masten en armaturen verouderd zijn. Bijna 30% van de masten is ouder dan 40 jaar. Na maximaal 40 jaar is een mast echt aan vervanging toe. Bijna de helft van de masten zijn ouder dan 35 jaar. Dit is in grote lijnen ook het aandeel masten, dat in het kader van achterstalling onderhoud in de komende jaren (extra =impuls) zullen moeten worden vervangen. Van de armaturen is ca 55% ouder dan 25 jaar, aan het einde van de levensduur en dus op korte termijn toe aan vervanging. Ook in relatie tot de buurgemeenten Naarden, Weesp en Bussum heeft Muiden een achterstand. De gemeente Bussum en Weesp hebben recent het achterstallige onderhoud (vervangen oude masten en armaturen) afgerond. De gemeente Naarden is al enkele jaren gestart met de vervanging en zal in 2013 de installatie op niveau hebben. Om de achterstand in het onderhoud binnen een periode van 4-5 jaar weg te werken dienen in die periode een groot aantal masten en armaturen te worden vervangen. In het onderstaande overzicht is het aantal per wijk globaal weergegeven. In figuren 16 en 17 is dit nader gespecificeerd.

Locatie Masten Armaturen

<1973 >1973

Aan directe vervanging toe

8 (%) <1988 >1988

Aan directe vervanging toe

9 (%)

Muiden

� Vesting 165 121 58% 294 63 82%

� Noordwest 2 66 3% 59 9 87%

� Zuidwest 130 8 94% 152 15 91%

� Mariahoeve 59 146 29% 161 81 67%

Muiderberg

� Brink 41 6 87% 34 22 61%

� Kom Muiderberg 226 32 88% 284 48 86%

� Kocherbos 40 41 49% 30 51 37%

� Buitendijke 32 207 13% 115 152 43%

Overig

� Buitengebied 45 191 19% 282 34 89%

Wat opvalt, is dat de oudste verlichting (masten en armaturen) is gesitueerd in de wijken Zuidwest (Muiden) en het centrum van Muiderberg (De Brink en de kom). Daarnaast is het grootste deel van de armaturen in het buitengebied op korte termijn aan vervanging toe, terwijl de masten nog relatief jong zijn.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 35

Figuur 17 plaatsingsjaren armaturen; f, df en d staan voor het uiterlijk van het armatuur: functioneel (ontsluitingswegen), deco/funct. (woonstraten) en decoratief (centra).

Figuur 16 plaatsingsjaren lichtmasten, de kleuren stellen de lichtpunthoogten voor.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

1949

1956

1958

1959

1960

1961

1962

1963

1964

1965

1967

1968

1969

1970

1971

1972

1973

1974

1975

1976

1977

1978

1979

1980

1981

1982

1983

1984

1985

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1995

100

90

80

75

70

65

60

50

45

40

35

30

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

1949

1956

1958

1959

1960

1961

1962

1963

1964

1965

1967

1968

1969

1971

1972

1973

1974

1975

1976

1977

1978

1979

1980

1981

1982

1983

1984

1985

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1995

f

df

d

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 36

Uit de figuren 18 en 19 blijkt dat de gemeente Muiden nog veel HPL, TLEM en TLS

armaturen bezit. De TLEM lamp wordt niet meer geproduceerd, de vervanging van

het armatuur dient dan ook op korte termijn plaats te vinden.

Figuur 18 overzicht lampen, rood betreft de aanwezigheid van een 2e lamp in 1 armatuur

0

100

200

300

400

500

600

700HPL 125

HPL50/80

PL 18

PL 24

PL 36

PLCE 20

SON 100

SON 50

SON70

SOX 18

SOX 90

SOXE 60

TLD 18

TLEM 40

TLM 40

TLS 20

2

1

hpl

pl

son

sox

tl

Figuur 19 Verdeling naar lamptype

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 37

5 Kostenoverzicht

5.1 Meerjarenraming algemeen

De financiële consequenties van het beleidsplan Openbare Verlichting zijn weergegeven in het bijlage 3. De meest verouderde (en urgente) masten en armaturen (ongeveer de helft van het totale bestand) worden in vier jaar tijd vervangen. De financiële gevolgen zijn voor de komende 10 jaar in beeld gebracht en samengevat in zes componenten:

• Energie De jaarlijkse kosten voor levering van elektra. Door zuinige lampen te gebruiken kan een (beperkte) besparing worden bereikt. Ondanks de besparing wordt de lichtopbrengst van de nieuwe lampen/armaturen veel hoger. De besparing is overigens niet zo groot omdat extra lichtpunten zullen moeten worden bijgeplaatst (structurele kosten).

• Basisonderhoud Jaarlijks beheer en (klein) onderhoud van de installatie, inclusief klachtafhandeling etc. Dit is onderdeel van de reguliere onderhoudsbegroting (structurele kosten).

• Reguliere vervanging Masten van 35-40 jaar oud en armaturen van 25 jaar worden vervangen door nieuwe. Dit is dus een jaarlijks terugkomende post. (nb. het bedrag verschilt jaarlijks) en zal deel uit (moeten) maken van de reguliere begroting (structurele kosten).

• Achterstallige vervanging Alle masten die tussen 1968 en 1973 zijn geplaatst en armaturen die vóór 1988 zijn aangebracht worden gefaseerd vervangen tussen 2009 en 2012 (voorstel 4 jaar). Dit zijn extra investeringen.

• Verbeteringen De huidige lichtpunten zijn niet overal juist gesitueerd, waardoor ook na vervanging door nieuwe armaturen de verlichting onvoldoende kan blijken te zijn. Op die locaties dienen masten te worden bijgeplaatst of dient herverdeling van de masten plaats te vinden. ook dit zijn extra investeringen.

• Verfraaiing

Bij herinrichtingen in de centra is het wellicht wenselijk dat accentverlichting (of andere

additionele voorzieningen) wordt aangebracht. Hiervoor is vooralsnog jaarlijks een

reserveringsstelpost opgenomen.

De grafiek geeft in diverse lagen aan hoe de financiële middelen aangewend kunnen

worden.

• De rode basis is het reguliere onderhoud zoals reparatie, lampvervanging, afhandeling

schade, energie, schilderen en beheer. Afhankelijk van de gewenste ambitie wordt hier

meer of minder geld aan besteed.

• De volgende oranje laag betreft de reguliere vervanging. Alle ambitieniveaus schrijven

het vervangen na einde technische levensduur voor op basis van een

inspectiemethodiek. Het risico op omvallen wordt te groot na deze periode.

• De daarop volgende gele laag betreft het wegwerken van achterstallige vervangingen. Dit

zijn vervangingen die eigenlijk al hadden moeten gebeuren. Als de vervangingen niet

weggewerkt worden, blijft de gemeente met een erfenis uit het verleden zitten. Deze

toestand sluit niet aan bij de gewenste ambitie.

• In de groene laag, de verbeterlaag, worden de noodzakelijke verbeteringen uitgevoerd

die uiteindelijk gaan zorgen voor het gewenste ambitieniveau. Het wegwerken van de

achterstallige vervangingen helpt hier uiteraard aan mee.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 38

• De blauwe laag, betreffende stadsverfraaiing en decoratieve verlichting, omvat alle

kosten die gemaakt worden voor het decoratieve aspect van dorp en stad.

Iedere laag steunt op de onderliggende. Als het basisonderhoud niet goed genoeg is en er

veel geld besteed wordt aan verbetering zal de verlichting al snel niet meer voldoen aan de

gewenste ambitie en ontstaat er achterstallig onderhoud. Per saldo kan er ook pas aan

stadsverfraaiing gedacht worden als alle andere niveaus in orde zijn. In de praktijk kan er op

projectbasis natuurlijk wel het een en ander uitgevoerd worden zolang het reguliere

onderhoudsbudget daarmee gelijke voet houdt.

Afhankelijk van de gewenste ambitie worden er meer of minder financiële middelen per laag

aangewend.

Om de OV-installatie op ambitieniveau “goed” (90% NPR) te brengen zijn werkzaamheden

in de rode, oranje, gele en groene laag noodzakelijk. Dit betreft vooral vervangingen van

armaturen en het bijplaatsen van lichtmasten. Dit kan in vier jaar bereikt worden. Paragraaf

5.2 beschrijft de verdeling van het benodigde budget.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 39

5.2 Maatregelen naar niveau “goed”

Budgetoverzicht totaal 2009 2010 2011 2012 2013

Energie € 184.200 € 39.900 € 38.400 € 36.800 € 35.300 € 33.800

basisonderhoud € 162.000 € 39.400 € 37.100 € 30.800 € 28.500 € 26.200

vervanging regulier € 131.300 € 39.100 € 3.200 € 31.500 € 37.100 € 20.400

vervanging >40jr € 457.600 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € -

verbetering € 119.400 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 12.600

verfraaiing € 25.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000

Totaal € 1.079.500 € 264.500 € 224.800 € 245.200 € 247.000 € 98.000

Budget peiljaar 2008

energie € 255.000 € 51.000 € 51.000 € 51.000 € 51.000 € 51.000

onderhoud/schade € 172.500 € 34.500 € 34.500 € 34.500 € 34.500 € 34.500

beheer € - € - € - € - € - € -

vervanging achterst. € - € - € - € - € - € -

vervanging regulier € 20.000 € 4.000 € 4.000 € 4.000 € 4.000 € 4.000

Totaal budget € 447.500 € 89.500 € 89.500 € 89.500 € 89.500 € 89.500

Tekort € 632.000 € 175.000 € 135.300 € 155.700 € 157.500 € 8.500

Voor het bekostigen van de gewenste ambitie “goed” is het jaarlijks benodigde budget

gebaseerd op een nieuw budget voor een periode van 5 jaar. In 4 jaar worden alle

investeringen verricht buiten reguliere vervangingen om. Na 2013 volgen er weer

nieuwe mastvervangingen. In tabel 13 en bijlage 3 is de meerjarenraming

opgenomen. In tabel 14 is een overzicht weergegeven van de aantallen lichtmasten

en armaturen die vervangen of bijgeplaatst worden. Voor de komende periode van 5

jaar is een extra bedrag geraamd van € 632.000,- ten opzichte van het huidige

budget.

Het benodigde OVL-budget voor de investeringen wegens vervanging en verbetering

bedraagt: € 514.000,-. Dit is opgebouwd uit de kosten voor achterstallig onderhoud

(vervanging na 40/25 jaar) en het benodigde extra bedrag van € 56.400 voor

verbetering, zie 5.2.4. Voor de overige zaken is de komende 5 jaar een jaarlijks

budget nodig van afgerond € 113.100,- per jaar, uitgesplitst is dit:

• € 36.840,- gemiddeld jaarbedrag energie;

• € 32.400,- gemiddeld jaarbedrag onderhoud;

• € 26.260,- gemiddeld jaarlijks bedrag reguliere vervanging van armaturen en lichtmasten;

• € 12.600,- een jaarlijks basisbedrag voor niet voorziene aanpassingen aan de verlichting;

• € 5.000,- een basisbedrag voor verfraaiing.

Dit wordt in de volgende paragrafen toegelicht.

5.2.1 Energie

De berekende energiekosten bedragen voor 2009: € 39.900,-. Door de

lampvervangingen neemt dit af naar €33.800,- in 2011, zie bijlage 4. Dit levert een

jaarlijkse besparing op van € 6.100,-. Het geraamde budget voor 2009 bedraagt

€ 51.000,-. Dit bedrag betreft de huidige energierekening en is te hoog ten opzichte

Tabel 13 Geraamd budget periode 2009-2013 exclusief BTW en indexeringen

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 40

van de huidige marktprijzen. Een aanbesteding van de energielevering kan de kosten

voor de energielevering omlaag brengen.

5.2.2 Onderhoud en beheer

Het budget voor basisonderhoud, schilderen en beheer is als volgt opgebouwd:

Het huidige geraamde OV-budget voor 2008 voor onderhoud en beheer bedraagt

€ 34.500,-. Dit bedrag kan op termijn verlaagd worden tot € 26.200,- door met name

armatuurvervangingen. De eerste jaren worden de onderhoudskosten beïnvloedt

door de volgende maatregelen:

• Om de bestaande stalen masten langer te behouden wordt aanbevolen om deze

iedere 6 á 7 jaar te inspecteren en te schilderen;

• Het uitvoeren van een schouw op de ontsluitingswegen;

• Continueren van preventieve lampvervanging in een strak schema. Dit heeft

minder lampuitval en minder meldingen tot gevolg;

• Uitvoeren van twee jaar intensief groenonderhoud om armaturen vrij te houden

van begroeiing, daarna een regulier systeem.

5.2.3 Reguliere en achterstallige vervanging

Zoals reeds vermeld geven de inspectieresultaten en geluiden uit het veld, aanleiding

de masten op korte termijn te vervangen. Uit het bestand blijkt eveneens dat veel

masten ouder zijn dan 40 jaar of binnenkort worden. De totale noodzakelijke kosten

voor vervanging van deze groep bedragen: € 457.600,-. Gezien de staat van de

lichtmasten wordt geadviseerd de vervanging in een periode van maximaal 4 jaar uit

te voeren.

Reguliere vervanging vindt plaats van lichtmasten die 40 jaar worden en van

armaturen die 25 jaar worden. Een groot deel van de masten en armaturen wordt in

de komende 5 jaar ouder dan 40 en respectievelijk 25 jaar, zie tabel 14. Om te

bepalen of ze vervangen moeten worden, worden deze eerst geïnspecteerd. Deze

inspectie kan op basis van een steekproef van 10% van de in aanmerking komende

lichtmasten en armaturen. Voor het in aanmerking komen van de inspectie kan leeftijd

een argument zijn maar ook een vermoeden van een slechte staat van een lichtmast.

Voor de komende 5 jaar is hiervoor een jaarlijks bedrag nodig van gemiddeld:

€ 26.260,- (€ 131.300/5). De vervanging kan uitgesteld worden door een gunstig

uitvallende inspectie van de lichtmasten. De bedragen zullen uiteindelijk wel nodig

zijn.

5.2.4 Verbetering

Uit het administratieve onderzoek en het onderzoek naar de kwaliteit van de OVL

naar de bestaande lichtniveaus is gebleken dat gemiddeld 40% van de verlichting niet

voldoet aan een sober geïnterpreteerde NPR-13201. De lichtniveaus en

lichtverdelingen zullen al verbeteren door het vervangen van oude armaturen. Om

overal 90% van het vereiste lichtniveau te halen is buiten de vervangingen op basis

van leeftijd, de vervanging van 53 armaturen en bijplaatsen van 25 lichtpunten nodig.

De armaturen zijn dan voorzien van lampen met een hoger vermogen. De

uitbreidingen zijn lichtpunten met hetzelfde lampvermogen.

Voor deze verbetering is een geraamd totaal budget nodig voor de komende 2 jaar

van € 56.400,- (€119.400 – 5 x €12.600). Daarna blijft een jaarlijks basisbedrag nodig

voor kleine, niet voorziene aanpassingen. De precieze aantallen dienen tijdens het

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 41

opstellen van vervangingsplannen bepaald te worden door een gerichte schouw en

lichtberekeningen.

5.2.5 Verfraaiing

Om de centra en bijzondere locaties extra te verlichten of deze plaatsen te voorzien

van decoratieve lichtpunten is een bedrag geraamd van € 5.000,- per jaar. Dit geldt

ook voor verfraaiende elementen uit nieuwe projecten.

Het bedrag is gebaseerd op een schatting dat 10% van de lichtpunten in centra en op

bijzondere locaties staat en maximaal 50% meer mag kosten (op basis TCO:

investering en onderhoud). Dit bedrag is niet begroot maar geadviseerd wordt dit op

te nemen ten einde de nachtelijke sfeer (aantrekkelijkheid) van de gemeente verder te

verbeteren in de reeds door de gemeente aangegeven historische wijken. De

economische waarde hiervan is niet in te schatten.

Totalen OV-bestand Huidige

aantallen

Na verbetering

Uitbreiding areaalvergroting in 5 jaar (5.3)

Aantallen 2013 (stuks)

Totaal aantal lampen 1588 1300 500 1800 Totaal aantal armaturen 1274 1300 500 1800 Totaal aantal masten

2 1250 1275 500 1775

VERVANGINGS- EN VERBETERINGSWERKZAAMHEDEN

Onderwerp Categorie Aantallen 1

(stuks)

Armaturen vervangen vanwege: - leeftijd > 25 jaar Vervanging 689 - lichtprestatie (excl. leeftijd) Verbetering 53

Totaal armaturen Bijplaatsen lichtpunten Verbetering 25 Verplaatsen lichtmasten Verbetering 50 Lichtmasten achterstallige vervanging - inspecteren Vervanging 35 - vervangen > 40 jaar Vervanging 349 Reguliere vervanging armaturen/masten komende 10 jaar

- armaturen Vervanging 397 - masten Vervanging 398

Tabel 14 overzicht maatregelen en areaaluitbreiding

1 In deze kolom is aangegeven: de aantallen lichtmasten en armaturen die vervangen moeten worden en het aantal masten dat erbij moet komen om de openbare verlichting te laten voldoen aan 90% NPR. 2 Het aantal lichtmasten is iets minder geschat vanwege een mogelijke dubbele uithouder met twee

armaturen

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 42

5.3 Groei van het bestand

De fusie met de omringende gemeenten zal in de komende jaren plaatsvinden. Dat

betekent ook de samenvoeging van de openbare verlichtingsinstallaties en het

zoeken naar nieuwe standaarden. De ophanden zijnde areaaluitbreiding voor

Muiden/Weesp zoals de locatie Bloemendalerpolder en het KNSF-terrein zal niet voor

rekening van de gemeente Muiden komen. Om toch een indruk van de bijkomende

kosten te geven in de komende 5 jaar is een inschatting gemaakt van het aantal

lichtpunten en de bijbehorende kosten.

Naast de nieuwbouw in de polders vinden ook uitbreidingen plaats door het

verbeteren van de verlichting. Zie tabel 15 voor een overzicht.

In de periode 2009 – 2013 worden naar schatting ongeveer 500 lichtpunten

bijgeplaatst. Dit betreft een geschat deel van de areaaluitbreiding in de

Bloemendalerpolder, het KNSF-terrein en de 53 bijplaatsingen ten gevolge van de

verbeteringen.

Kern Gebied aantal woningen aanvang lichtmasten

Muiden Bloemendalerpolder/KNSF 4000 2010 1500

Gemeenschapspolder PM PM

Totaal 1500

Tabel 15 Uitbreidingsplannen gemeente Muiden

Aangenomen wordt dat deze 500 lampen bestaan uit: 400 compacte

fluorescentielampen en 100 hoge druk natrium lampen.

De toename van het bestand door deze lichtmasten heeft tot gevolg dat de

energiekosten na plaatsing jaarlijks met ruim € 11.500,- zullen toenemen en de

onderhoudskosten dan € 6.500,- extra bedragen.

5.4 Subsidiemogelijkheden

De subsidieverordening Verkeer en vervoer Noord-Holland biedt aanknopingspunten

voor de openbare verlichting. Echter, in achterstallig onderhoud wordt geen bijdrage

geleverd. Wel wordt ondersteuning en advies geleverd bij het opstellen van

verlichtingsplannen in het kader van energiebesparing.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 43

6. Vervolgstappen Beleidsplan Openbare verlichting Om het beleidsplan ook tot uitvoering te brengen is een aantal vervolgstappen benodigd, van het opstellen van een uitvoeringsprogramma tot een efficiënte manier van beheer en onderhoud.

6.1 Uitvoeringsprogramma en beheerplan opstellen

Als het Beleidsplan Openbare Verlichting als beleidskader is vastgesteld is het zinvol een uitvoeringsprogramma (meerjarenplan) en een beheerplan op te stellen (2009). Deze uitwerking is noodzakelijk om de investeringen voor achterstallige- en reguliere vervangingen en verbeteringen planmatig (en daardoor meer doelmatig) te kunnen uitvoeren en het bereikte kwaliteitsniveau op peil te houden door adequaat beheer en onderhoud. In het uitvoeringsprogramma zal worden uitgegaan van de volgende prioriteitsstelling: 1) veiligheid van installatie; 2) uitvoering combineren met herinrichting en/of andere civieltechnische

werkzaamheden; 3) wijkgerichte aanpak, eventueel rekening houdend met de (volgorde van de )

planning van het Groenbeleidsplan. 6.1.1 Veiligheid vergroten

In 2009 zal het accent liggen op het vervangen van de meest onveilige verlichtingsmasten en -armaturen. Dit kan -na een daarop gerichte inspectie- door de gehele gemeente plaatsvinden.

6.1.2 Koppeling aan uitvoeringsprojecten

De optimalisering van de verlichting zal daarnaast worden meegenomen in lopende en nog uit te voeren civieltechnische projecten. In 2009 zijn dat bijvoorbeeld:

• de herstraatwerkzaamheden van de Pieter de Hooghlaan (Muiderberg)

• de herinrichting van de Amsterdamsestraatweg (Muiden)

• het herstraten & realiseren van afkoppeling Rembrandlaan (Muiderberg) 6.1.3 Ook in de jaren er na zal zoveel mogelijk een combinatie worden gezocht met andere

uitvoeringswerkzaamheden.

Aansluiten op aanpak uitvoering Groenbeleidsplan In 2009 kan aangesloten worden op twee voorgestelde projecten uit het Groenbeleidsplan:

• Integrale herinrichting De Brink Muiderberg

• Uitwerken optimalisering inrichting vestingwallen Muiden

Vanaf 2010 tot 2015 is in het Groenbeleidsplan gekozen voor een wijkgerichte aanpak, waarbij per jaar een of twee wijken worden aangepakt. Per wijk wordt in overleg met bewoners een plan gemaakt voor het verbeteren van de groenkwaliteit en daarna uitgevoerd. Aansluiting op deze planning is mogelijk, maar er zijn wel enkele overwegingen om dit juist niet te doen:

• Het beleidsplan OV is gebaseerd op landelijke richtlijnen, die (mede) betrekking hebben op de veiligheid. Om die reden is ook een snellere uitvoeringsfasering wenselijk (twee tot vier jaar). Uitspreiden over een langere periode en/of een

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 44

andere prioriteitstelling dan de veiligheid kan consequenties hebben (aansprakelijkheid beheerder). De uitvoeringsperiode van het groenbeleidsplan (circa 6-7 jaar) sluit niet aan op de wenselijke fasering voor het op niveau brengen van de openbare verlichting.

• Uit de inspectie (onderdeel van de uitwerking in 2009) zal blijken op welke exacte locaties niet aan de veiligheidseisen niet wordt voldaan. Deze locaties kunnen verspreid zijn over meerdere wijken, hebben wel de hoogste prioriteit en zullen dan ook in de planning een hoge prioriteit moeten krijgen.

• Op basis van de leeftijd van de masten en armaturen zou de verlichting in de wijken Zuidwest, kom & Brink Muiderberg en de armaturen in het buitengebied Muiden als eerste aan de beurt moeten komen. Dit sluit ten dele aan op de voorgestelde volgorde in de wijkaanpak van het Groenbeleidsplan.

• Het is niet te verwachten dat een combinatie in de uitvoering van groen en verlichting financiële voordelen gaat bieden, omdat de elektrotechnische werkzaamheden in principe vooruitlopend op de groen-werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Voordeel wordt wel gehaald bij het eventueel noodzakelijke snoeiwerk (onderdeel plaatsen verlichting) en incidenteel bij de informatieverstrekking naar de bewoners.

6.2 Communicatie en informatie

Tijdens het uitwerken van de verlichtingsplannen zal met de bewoners en belanghebbenden worden gecommuniceerd. In algemene zin kan dit beperkt blijven tot het informeren van de aanwonende door middel van kennisgeving en/of een inloopmiddag. Indien de locaties van de masten wijzigen zal meer individueel overleg plaatsvinden. Inspraak zal alleen in uitzonderlijke situatie nodig zijn omdat er sprake is van onderhoud aan de bestaande installatie en deze voorziening is gebonden aan de algemene richtlijnen.

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 45

Verantwoording

1. bijlage 1 Literatuur

2. bijlage 2 Overzicht randvoorwaarden per gebied

3. bijlage 3 Meerjarenbegroting

4. bijlage 4 Energieberekening

5. bijlage 5 Symbolen en begrippen

6. bijlage 6 Led in de openbare ruimte

7. bijlage 7 Categorisering wegen

Gemeente Muiden, beleidsnota openbare verlichting pagina 46

Bijlage 1: literatuur

[1] Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde, A. Rommers e.a., Nederlandse

Praktijkrichtlijn NPR 13201-1, Openbare Verlichting – Deel 1: Kwaliteitscriteria,

Arnhem, 2002.

[2] Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde, A. Rommers e.a., Kengetallen

Openbare Verlichting, Arnhem, maart 2004.

[3] Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde, A. Rommers e.a., Aanbevelingen

voor Openbare Verlichting – Deel 3: Ontwerpen, Arnhem, 1997.

[4] Centrum voor Criminaliteitspreventie Veiligheid, Paul Reijenga e.a., Handboek

Politiekeurmerk Veilig Wonen, Bestaande bouw ISBN 90-77845-02-X, Den

Haag, januari 2005.

[5] NSVV Commissie Lichthinder, A. Rommers e.a., Algemene richtlijn betreffende

lichthinder, deel 1-4, Arnhem.

[6] NSvV / Novem bv, Klaas Th. van Hoek (eindredactie), Model Beleidsplan

Openbare Verlichting, Drukwerknummer DV1.3,67 9501 Novem, Apeldoorn,

februari1995.

[7] CROW, werkgroep 'Toetsingsmodel Beheerkosten', Publicatie 145:

Beheerkosten weginfrastructuur, ISBN 90 6628 3211, Ede, maart 2001.

[8] Sociale ogen [Social eyes, Jacobs, 1985] Toezicht hindert daders, goed zicht

op de ruimte belangrijk

[9] Vreemden identificeren [Hall] Zonering: intiem < 0,5 m, persoonlijk < 1,2 m,

sociaal < 4 m, openbaar > 4m;

[10] Onderzoek Philips: Esc = 0,8 lux (ong. bij Eh = 3 lux) voor zichtbaarheid op 4

meter

[11] Veiligheid routes langzaam verkeer [Duistere puntjes in de lichtstad,

Hoogervorst] Onveiligheid op stille routes bij gescheiden verkeersfuncties

[12] Effects of improved street lighting on crime, London, 2002

[13] Kwaliteit openbare verlichting gemeente Muiden, Grontmij Nederland BV, 2007

Bijlage 2 Overzicht randvoorwaarden per gebied

randvoorwaarden per aspect:Mate waarin item van belang is:

sociale veiligheid klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

NPR Bij 70% is Eh > 2 lux en Uh > 0,2 Bij 90% is Eh > 2 lux en Uh > 0,2 Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2Eh is de horizontale verlichtingssterkte; Uh is de gelijkmatigheid (Eh,min/

Eh,gem)

PKM - -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30 PKM zijn de verlichtingseisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Mast - - vandalismebestendig

armatuur - - goede gezichtsherkenning

lamp - - Ra > 30 (geen SOX) Ra is maat voor kleurherkenning

onderhoudsambitie L B B/H L(aag) / B(asis) / H(oog)

Verkeersveiligheid

NPR 70% 90% 100%

PKM - - -

Mast - - botsvriendelijk in risicogebieden

armatuur - - weinig verblinding

lamp - - hoog contrast/Ra >30 in conflictsituaties

onderhoudsambitie L B B/H

Aantrekkelijkheid

NPR - - -

PKM - - -

Mast - deco/funct decoratief

armatuur - deco/funct decoratief

lamp - Ra > 30 Ra > 60 Hoe hoger de Ra; hoe beter de kleurherkenning

onderhoudsambitie - B B/H

Donkerte

NPR - afstemmen met natuur orientatieverlichting/markering

PKM - - andere maatregelen dan verlichting

Mast - - -

armatuur - beperking omhoogstralen geen omhoog stralend licht

lamp - - -

onderhoudsambitie - - -

randvoorwaarden per gebied:

Gebied Ontsluitingswegen binnen de bebouwde kombelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR -

Bij 90% is Eh > 2 lux en Uh > 0,2;

afstemmen met natuur 1

PKM - -; - -

Mast - -; - botsvriendelijk in risicogebieden standaardisatie op 6, 8, 10 en 12 meter

armatuur - -; beperking omhoogstralen weinig verblinding Armaturen tot 10% duurder vanwege maatregelen tegen lichthinder

lamp - -; - hoog contrast/Ra >30 in conflictsituaties De lamptypes PL, SON70-150 W en CPO gebruiken

onderhoudsambitie - B; - B/H

Gebied Ontsluitingswegen buiten de bebouwde kombelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x x

donkerte x

NPR Bij 70% is Eh > 2 lux en Uh > 0,2; - - 1; orientatieverlichting/markering

PKM -; - - -; andere maatregelen dan verlichting De lamptypes SON70-150 W en SOXE 66-91 W gebruiken

Mast -; - deco/funct botsvriendelijk in risicogebieden; - standaardisatie op 8, 10 en 12 meter

armatuur -; - deco/funct

weinig verblinding; geen omhoog stralend

licht Armaturen tot 10% duurder vanwege maatregelen tegen lichthinder

lamp -; - Ra > 30 hoog contrast/Ra >30 in conflictsituaties; - De lamptypes SON70-150 W en SOXE 66-91 W gebruiken

onderhoudsambitie L; - B B/H; -

Gebied Erftoegangswegen binnen de bebouwde kombelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR - 0,9; afstemmen met natuur Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2; -

PKM - -; -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30; -

Mast - -; - vandalismebestendig; decoratief standaardisatie op 4 en 6 meter

armatuur - -; beperking omhoogstralen goede gezichtsherkenning; decoratief

lamp - -; - Ra > 30 (geen SOX); Ra > 60 PLL24 en 36 W, SONT 50 W, CPO gebruiken

onderhoudsambitie - B; - B/H; B/H

Gebied Erftoegangswegen buiten de bebouwde kombelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR - 0,9

Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2;

orientatieverlichting/markering

PKM - -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30; andere

maatregelen dan verlichting

Mast - - vandalismebestendig; - standaardisatie op even hoogten

armatuur - -

goede gezichtsherkenning; geen omhoog

stralend licht

lamp - - Ra > 30 (geen SOX); - in nieuwe situaties PL, Son of LED? gebruiken

onderhoudsambitie - B B/H; -

Gebied Centrumgebiedenbelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR - 0,9 Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2; -

PKM - -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30; -

Mast - - vandalismebestendig; decoratief Decoratieve masten gebruiken; even hoogten

armatuur - - goede gezichtsherkenning; decoratief Decoratieve armaturen gebruiken

lamp - - Ra > 30 (geen SOX); Ra > 60 PL, SON, CDMT, CPO en/of LED (aanlichten) lampen gebruiken

onderhoudsambitie - B B/H; B/H

Gebied Additionele verlichtingsgebiedenbelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR 70% afstemmen met natuur Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2; - Illuminatie kan ondersteunen

PKM - -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30; - Illuminatie kan ondersteunen

Mast - - vandalismebestendig; decoratief Masthoogte naar gelang de situatie additionele verlichting vereist

armatuur - beperking omhoogstralen goede gezichtsherkenning; decoratief Rekening houden met lichthinder bij illuminatie; bijv. LED gebruiken

lamp - - Ra > 30 (geen SOX); Ra > 60 Naar gelang de situatie

onderhoudsambitie L - B/H; B/H

Gebied Achterpadenbelang klein gemiddeld groot Maatregelen/ Toelichting

sociale veiligheid x

verkeersveiligheid x

Aantrekkelijkheid x

donkerte x

NPR 70% -; afstemmen met natuur Bij 100% is Eh > 2 / 3 lux en Uh > 0,3/ 0,2

PKM - -; -

In de nieuwe woonwijken is Eh > 2 / 3 lux

en Uh > 0,3/ 0,2; de RA > 30

Mast - deco/funct; - vandalismebestendig standaardisatie op 4 meter of lager aan de muur

armatuur -

deco/funct; beperking

omhoogstralen goede gezichtsherkenning

lamp - Ra > 30; - Ra > 30 (geen SOX) PLL18 gebruiken

onderhoudsambitie L B; - B/H

bijlage 3

Meerjarenraming

gemiddeld Jaren

Onderdelen per jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Energie energie € 35.300 € 39.900 € 38.400 € 36.800 € 35.300 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800

Basisonderhoud incidentele reparatie

(spoedeisend) € 6.000 € 7.700 € 7.100 € 6.500 € 5.900 € 5.200 € 5.200 € 5.200 € 5.200 € 5.200 € 5.200

schade en afhandeling € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100

remplaceren en

reparatiekosten € 6.500 € 8.600 € 7.900 € 7.200 € 6.500 € 5.800 € 5.800 € 5.800 € 5.800 € 5.800 € 5.800

wassen € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200

grafitti verwijderen € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200

schouwen € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300

schilderinspectie € 100 € 300 € 200 € 200 € 100 € 100 € 100 € 100 € 100 € 100 € 100

schilderen € 2.600 € 5.300 € 4.400 € 3.500 € 2.600 € 1.600 € 1.600 € 1.600 € 1.600 € 1.600 € 1.600

beheer uitvoering € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700 € 9.700

snoeien € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000

Totaal basisonderhoud € 32.700 € 39.400 € 37.100 € 30.800 € 28.500 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

Vervanging regulier beheer/planvorming € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800 € 800

komende 10 jaar; kosten inspectie € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200 € 200

per jaar uitvoering € 31.100 € 38.200 € 2.300 € 30.600 € 36.200 € 19.400 € 22.100 € 54.000 € 52.100 € 29.500 € 26.600

Totaal vervanging regulier € 32.000 € 39.100 € 3.200 € 31.500 € 37.100 € 20.400 € 23.100 € 54.900 € 53.000 € 30.400 € 27.500

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

Achterstallige vervanging beheer/planvorming € 11.500 € 11.500 € 11.500 € 11.500 € 11.500 € - € - € - € - € - € -

uitv. in 4 jaar; kosten p/j uitvoering € 102.800 € 102.800 € 102.800 € 102.800 € 102.800 € - € - € - € - € - € -

Totaal vervanging nu > 40jr/25jr € 114.400 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € - € - € - € - € - € -

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

Verbetering

beoordelen nav

klachten € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900

uitvoering in 4 jaar beoordelen planmatig € - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

kosten per jaar planvorming € 2.300 € 2.300 € 2.300 € 2.300 € 2.300 € 1.100 € 1.100 € 1.100 € 1.100 € 1.100 € 1.100

uitvoering € 23.500 € 23.500 € 23.500 € 23.500 € 23.500 € 10.700 € 10.700 € 10.700 € 10.700 € 10.700 € 10.700

Totaal verbetering € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

Verfraaiing planvorming € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000

uitvoering € - € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -

Totaal verfraaiing € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000

Resumerend basis 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Energie € 35.300 € 39.900 € 38.400 € 36.800 € 35.300 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800 € 33.800

Totaal basisonderhoud € 32.700 € 39.400 € 37.100 € 30.800 € 28.500 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200 € 26.200

Totaal vervanging regulier € 32.000 € 39.100 € 3.200 € 31.500 € 37.100 € 20.400 € 23.100 € 54.900 € 53.000 € 30.400 € 27.500

Totaal vervanging nu > 40jr/25jr € 114.400 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € 114.400 € - € - € - € - € - € -

Totaal verbetering € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 26.700 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600 € 12.600

Totaal verfraaiing € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000

Totaal generaal € 246.100 € 264.500 € 224.800 € 245.200 € 247.000 € 98.000 € 100.700 € 132.500 € 130.600 € 108.000 € 105.100

Gemeente: Muiden

€ -

€ 50.000

€ 100.000

€ 150.000

€ 200.000

€ 250.000

€ 300.000

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Totaal verfraaiing

Totaal verbetering

Totaal vervangingnu > 40jr / 25jr

Totaal vervangingregulier

Totaalbasisonderhoud

Energie

Bijlage 4 Energie

energie levering en transport Muiden voor vervanging

aansluitcategorie tarief/jaar aantal totaalperiodieke vergoeding aansluiting 1x6A op geschakeld net 8,40 1.274 10.701,60

deelmarkt tarief/jaar aantal totaaltransport onafhankelijke vergoeding afnemers <=3x25A (AT) 0,54 1.274 687,96

deelmarkt tarief/jaar aantal totaalbeheer secundair deel meetinstallatie afnemers <=3x80A (AT) 31,68 13 403,60

subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaaltransportafhankelijke vergoeding nachttarief hoog 0,03660 78.922 2.888,54

nachttarief laag 0,01270 202.942 2.577,36 subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaal

vergoeding systeemdiensten Tennet nachttarief hoog/laag 0,00117 281.864 329,78 subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaal

kosten geleverde elektrische energie nachttarief hoog 0,10000 78.922 7.892,19 nachttarief laag 0,05000 202.942 10.147,10

netverliezen en overige verbruikstoestellen: 36,00

Totaal 281.864 35.664,13

Levering energiebelasting (REB) 0,0705 10.000 705,00 Levering energiebelasting 10.000-50.000 kWh 0,0343 40.000 1.372,00 Levering energiebelasting > 50.000 kWh 0,0094 231.864 2.179,52 REB totaal 4.256,52 Totaal kosten energie 2007 39.920,65

energie levering en transport Muiden na vervanging

aansluitcategorie tarief/jaar aantal totaalperiodieke vergoeding aansluiting 1x6A op geschakeld net 8,40 1.274 10.701,60

deelmarkt tarief/jaar aantal totaaltransport onafhankelijke vergoeding afnemers <=3x25A (AT) 0,54 1.274 687,96

deelmarkt tarief/jaar aantal totaalbeheer secundair deel meetinstallatie afnemers <=3x80A (AT) 31,68 13 403,60

subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaaltransportafhankelijke vergoeding nachttarief hoog 0,03660 60.551 2.216,15

nachttarief laag 0,01270 155.702 1.977,41 subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaal

vergoeding systeemdiensten Tennet nachttarief hoog/laag 0,00117 216.252 253,02 subdeelmarkt tarief/kWh energie kWh totaal

kosten geleverde elektrische energie nachttarief hoog 0,10000 60.551 6.055,07 nachttarief laag 0,05000 155.702 7.785,08

netverliezen en overige verbruikstoestellen: 36,00

Totaal 216.252 30.115,89

Levering energiebelasting (REB) 0,0705 10.000 705,00 Levering energiebelasting 10.000-50.000 kWh 0,0343 40.000 1.372,00 Levering energiebelasting > 50.000 kWh 0,0094 166.252 1.562,77 REB totaal 3.639,77 Totaal kosten energie 2007 33.755,67

Bijlagen

Bijlage 5 Symbolen en begrippen

Depreciatiefactor

Lichtterugvalfactor ten gevolge van vervuiling en veroudering

(nieuwwaarde = 1.0)

Verlichtingssterkte

E Verlichtingssterkte, hoeveelheid licht die op een bepaald punt valt.

Eenheid [lux]

Eh Horizontale verlichtingssterkte. Geeft aan hoeveel licht loodrecht op een horizontaal

vlak valt.

Eenheid [lux]

Ev Verticale verlichtingssterkte. Geeft aan hoeveel licht loodrecht op een verticaal vlak

valt, op een hoogte van 1,5m.

Eenheid [lux]

Esc Semicilindrische verlichtingssterkte. Geeft aan hoeveel licht er op een verticaal

cilindervormig object valt op een hoogte van 1,5m.

Eenheid [lux]

Uh Gelijkmatigheid van horizontale verlichtingssterkte: Eh,min/Eh,gem.

Verhouding tussen de minimum en de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte.

Eenheid [-]

Luminantie

L Luminantie. Hoeveelheid licht die gereflecteerd wordt door de weg tussen 60m en

160m vóór de waarnemer op een hoogte van 1,5m en wordt berekend in het hart van

de rijbaan.

Eenheid [cd/m2]

Uo Absolute gelijkmatigheid van de wegdekluminantie: Lmin/Lgem. Verhouding tussen

kleinste wegdekluminantie en gemiddelde wegdekluminantie in het relevante

rekengebied.

Geeft aan hoe gelijkmatig de luminantieverdeling is.

Eenheid [-]

Ul Langsgelijkmatigheid van de wegdekluminantie: Lmin/Lmax.

Wordt berekend in het hart van de rijstroken in het relevante rekengebied.

Eenheid [-]

TI Drempelwaardeverhoging (Threshold Increment)

Geeft aan met hoeveel procent de verlichting verhoogd moet worden om de

verblindende werking van directe lichtinval vanuit het armatuur in het oog te

compenseren.

Eenheid [-]

Bijlagen

Bijlage 6 Led in de openbare ruimte Ondanks alle spannende berichten van led leveranciers is het behalen van energiebesparing met leds in de openbare verlichting beperkt mogelijk. Deze nieuwe technologie moet concurreren tegen de al zeer zuinige gasontladingslampen die in de openbare verlichting gebruikt worden. Een standaard type is zelfs tot 3 keer zuiniger dan een consumenten spaarlamp. Led bereikt nu bijna deze efficiëntie (nu tot 2 maal) maar dat gaat ten koste van eigenschappen die conventionele verlichtingsmiddelen wel hebben. In onderstaande paragrafen worden de voor- en nadelen nader toegelicht. Levensduur Het gebruik van led als lichtbron in de openbare verlichting heeft voordelen zoals een lange levensduur, waardoor geen vervanging van de lamp meer nodig is. Deze leeftijden variëren volgens opgave van de fabrikanten per type led van 12 tot 20 jaar. Kwalitatief goede conventionele lichtbronnen gaan 8 tot 12 jaar mee (typische conventionele producten met een langere levensduur zijn QL, Long Life, Extreme, Unique en Sodinette). Standaard lichtbronnen gaan 4 tot 5 jaar mee. Richtbaarheid Het licht van de kleine led lampjes in een armatuur is beter richting de straat te richten, waardoor minder strooilicht ontstaat. Hiermee is een energiebesparing van maximaal 30% ten opzichte van traditionele lichtbronnen voor openbare verlichting mogelijk. Nieuwe gasontladingslampen worden echter ook steeds kleiner (zoals de CPO) waardoor het licht ook beter richtbaar wordt. Door de betere richtbaarheid vermindert ook de lichtvervuiling. Lichtvervuiling ontstaat door horizontaal en naar boven uitstralend licht dat zich verspreid in de atmosfeer. Lichthinder is licht dat ontstaat door een zichtbare lamp in de armatuur en dat hinderlijk aanwezig is. Led-lampjes zijn door hun kleine fel lichtuitstralend oppervlak zeer aanwezig en door de vormgeving van het armatuur bijna altijd zichtbaar. Ze worden dan ook sneller als hinderlijk ervaren. Moderne conventionele armaturen zijn ontworpen om lichtvervuiling en -hinder tegen te gaan. Efficiëntie De hoeveelheid omgezet licht per vermogenseenheid is bij led nog niet zo hoog als bij traditionele verlichting (1,5 tot 2 maal de efficiëntie van een spaarlamp). Verbetering van de efficiëntie tot die van de meest energiezuinige middelen zal nog enkele jaren duren. De energiebesparing wordt alleen behaald door de betere richtbaarheid van de ledlampjes, in feite wordt er minder van de omgeving verlicht. Lichtverdeling en sociale veiligheid Het licht alleen op de rijbaan en voetpad richten heeft als nadeel dat het licht achter de lichtmast sterk beperkt wordt. Een conventioneel armatuur heeft altijd enig strooilicht. Dit strooilicht komt ten goede aan de sociale veiligheid en de beeldkwaliteit van een straat omdat personen en de omgeving (verticale vlakken) beter worden aangelicht. Bij toepassing van led-armaturen wordt alleen de weg en het voetpad verlicht waardoor een tunneleffect ontstaat dat ten koste gaat van de sociale veiligheid. Het is eveneens mogelijk dat burgers zelf weer lampen bij de voordeur op gaan hangen. Alleen bij profielen waar de sociale veiligheid van wat minder belang is zijn deze armaturen toepasbaar. Verblinding Een led-armatuur is momenteel minder geschikt voor verkeerstoepassingen. Dit komt door de felle led-lampjes. Deze puntbronnen zorgen ervoor dat sneller verblinding optreedt en dat is iets dat de verkeersveiligheid (en ook de sociale veiligheid) in de weg staat. Dit kan voorkomen worden door een led-armatuur hoger te plaatsen. Dan is echter weer meer

Bijlagen

vermogen nodig en wordt een led-armatuur minder interessant vanwege de lagere vermogens-efficiëntie. Lichtterugval Een ander nadeel van de led-lampjes is de hoge lichtterugval. Alle fabrikanten geven een lichtterugval van 30% op aan het einde van de levensduur van een led. Bij bestaande lampen is dat 10%. Dit betekent dat een verlichtingsinstallatie eigenlijk 30% overgedimensioneerd moet worden om ten alle tijden het vereiste lichtniveau te halen. Dit wordt niet altijd gedaan en trekt vergelijkingen met conventionele installaties scheef. Gewerkt wordt aan elektronica om deze lichtoutput te reguleren, in feite zal het dimpercentage van de led jaarlijks daardoor automatisch aangepast worden. Elektronica In de led-armaturen wordt gebruik gemaakt van elektronica die de led’s aanstuurt. Deze zogenaamde “drivers” zullen naar verwachting maximaal 12 tot 15 jaar meegaan. Bij een aantal armaturen zijn deze componenten niet uitwisselbaar waardoor het hele armatuur vervangen moet worden. Kleuren en illuminatie Met led’s is het mogelijk om effectief met andere lichtkleuren te werken en zeer gericht het licht te verdelen. Voor het aanlichten van gebouwen (illuminatie) is dit dan ook zeer aan te bevelen. Groene lichtkleuren versterken het nachtzicht bij lage lichtniveaus en er zijn aanwijzingen dat de natuur minder verstoord wordt. Kosten Led armaturen zullen voorlopig nog duurder blijven omdat de lamp nog steeds verder ontwikkeld wordt. Een traditioneel armatuur gaat ongeveer 25 jaar mee tegen 15 jaar voor een led-armatuur. In deze periode wordt 4 keer een lamp vervangen en 1 keer het elektronische voorschakelapparaat. Het aanschaffen van led-armaturen is op dit moment nog erg duur. Als op basis van de genoemde uitgangspunten een berekening van de Total Cost of Ownership gemaakt wordt, zal een led-armatuur tot 30% duurder zijn dan een conventioneel armatuur. Een armatuur met een vervangbare led-driver en met een levensduur van de led’s van 20 jaar is 20% duurder dan een conventioneel armatuur. Conclusie Het toepassen van led-technieken is duurder dan gebruik maken van goede conventionele oplossingen, prijsdalingen zijn door de doorontwikkelingskosten voorlopig nog niet te verwachten. Het voordeel is met name te vinden in de energiebesparing vanwege de betere richtbaarheid van de lampjes en de besparing op onderhoudskosten ten opzichte van standaard lichtbronnen. Een nadeel is de negatieve invloed op de sociale veiligheid door de sterke beperking van de lichtverdeling. Een beperkte toepassing in profielen waar strooilicht minder gewenst is en in natuurgebieden is mogelijk. Naar verwachting zal het nog zeker 5 tot 10 jaar duren voor led-armaturen als een volwaardige vervanger voor conventionele armaturen met gasontladingslampen zijn te beschouwen. Geadviseerd wordt om door te gaan met investeren in de modernste effectieve standaard lichtbronnen en dit op termijn uit te breiden met led-technologie.

Bijlagen

Bijlage 7 Categorisering wegen