Bejo-Wortelmagazine 2016

32
WORTEL MAGAZINE Tips voor een succesvolle bewaring Weerman Robert de Vries over klimaatverandering Bemesting via plantsap-analyse PLUS UP-TO-DATE DOOR GEDWONGEN VERHUIZING ‘HET SCHAP IN DE SUPERMARKT IS ÓNS SCHAP’

description

 

Transcript of Bejo-Wortelmagazine 2016

WORTEL MAGAZINE

Tips voor een succesvolle bewaring

Weerman Robert de Vries over klimaatverandering

Bemesting via plantsap-analyse

PLUS

UP-TO-DATE DOOR GEDWONGEN VERHUIZING

‘ HET SCHAP IN DE SUPERMARKT IS ÓNS SCHAP’

Wortelmagazine_3.indd 1 11-01-16 15:04

WORTEL MAGAZINE

INHOUD

18

24

WORTELENBEDRIJF JOOSTEN

VERCO NV. IMPORT & ExPORT

Dit Wortelmagazineis een uitgave vanBejo Zaden B.V.Postbus 501749 ZH WarmenhuizenT: 0226 396 162F: 0226 393 504E: [email protected]: www.bejo.nl

RedactieRobert SchilderJohan VoragenMadelon MoenCorina Huiberts

TekstschrijversTheo BrakeboerJeroen VissersBram WeijlandRobert SchilderJEEN bureau voor communicatie

OntwerpDesign in Beeld

OpmaakJEEN bureau voor communicatie

DrukkerijPrintx.nl

Aan de in dit Wortelmagazine vermelde informatie kunnen geen rechten wordenontleend. Overname van artikelen of gedeelten daarvan is uitsluitend toegestaan na toestemming van Bejo Zaden B.V. en onder bronvermelding.

03 04

07

08

11

12

14

16

18

21

22

24

26

28

33

VOORWOORD ‘HET SCHAP IN DE SUPER-MARKT IS ÓNS SCHAP’ NIEUWE GENERATIE BIEDT KANSEN

UP-TO-DATE DOOR GEDWONGEN VERHUIZING

‘KEN JE PRODUCT EN NEEM ER DE TIJD VOOR’

‘WE MOETEN BLIJVEN ExPERIMENTEREN’

‘WEERBAAR TEGEN LOKALE SLAGREGENS’

BACK TO THE ROOTS

ORDERSYSTEEM HELPT WORTELENBEDRIJF JOOSTEN GROEIEN

‘MUIZENPLAAG BIJ DE BRON AANPAKKEN’

ZWITSERSE CONSUMENT WIL WORTELEN UIT EIGEN REGIO

‘UITDAGING OM HANDEL EN TEELT OP TE BOUWEN’

GROTE VERSCHILLEN PER LAND DOOR WEERSOMSTANDIGHEDEN

‘MET EEN STANDAARD BEMESTING DOE JE EIGENLIJK MAAR WAT’

VERKOOPTEAM BENELUx

2

Wortelmagazine_3.indd 2 11-01-16 15:05

2016FOCUS OP KWALITEIT

n

Allereerst wil ik mezelf aan u voorstellen. Mijn naam is Robert Schilder en ik ben sinds 1990 werkzaam bij Bejo. Sinds vorig jaar ben ik verkoopmanager voor het gebied Benelux en Scandinavië. In mijn nieuwe rol stuur ik een geweldig team van ervaren vertegenwoordigers aan, een ieder met zijn eigen specialisme, manier van werken en kwaliteit. Dit team wordt ondersteund door eveneens een zeer ervaren en klantgerichte verkoopbinnendienst. Zij ondersteunen niet alleen ons verkoopteam maarzorgen ook voor het in goede banen leiden van deorderstroom. Achterin dit magazine ziet u de foto’s,namen en contactgegevens van ons verkoopteam.

Het teeltseizoen 2015 was er één met enorme uitdagingen als kou, droogte, nattigheid, ziektes en wisselende prij­zen. Hiermee moest u als teler zien om te gaan. Deze extreme omstandigheden dwingen u om tot het uiterste te gaan voor een goed en vermarktbaar eindproduct. Gelukkig lijkt het er op dat de kwaliteit en de prijzen zich positief ontwikkelen.

Met de verandering van klimaatomstandigheden hopen wij dat de teelt de komende jaren niet nog lastiger gaat worden. Als veredelingsbedrijf is het onze taak om u te voorzien van betrouwbare rassen. Rassen die het onder bijna alle omstandigheden goed doen. Nerac en Nairobi zijn hiervan mooie voorbeelden. Beide rassen gaan al jaren mee en bewijzen hun meerwaarde keer op keer.

Voor u ligt een nieuwe editie van Wortelmagazine vol met interviews, achtergrondverhalen en nuttige informatie. Met deze artikelen willen wij u inspireren en enthousiasmeren.

Betrouwbaarheid staat bij u, maar ook bij ons, hoog in het vaandel. Dit resulteert bij ons in het constant door­ontwikkelen van ons assortiment, onze zaadtechnologie en kennis. Hetzelfde zien we bij telers, verwerkers en exporteurs. U bent ook altijd op zoek naar verbeteringen, innovatie, nieuwe afzetgebieden en afzetsegmenten. U beschikt over een gezonde ondernemersgeest die wil vernieuwen en de buitenlandse concurrentie voor wil blijven om haar product nog breder weg te zetten. Als teler hoeft u niet direct bang te zijn voor de landen om ons heen. Met onze kennis kunnen wij deze landen helpen om het kwaliteitsniveau van de productie naar een hoger plan te tillen. Dit leidt tot een beter vermarktbaar product, een hogere consumptie en een grotere export­markt, wat weer ten goede komt aan het inlandse product.

Focussen op kwaliteit is ook goed voor uw rendement. Het Bejo­team begeleidt u graag bij de teelt, levert betrouwbare rassen en is een sparringpartner voor het maken van de juiste beslissingen. Maar wij denken ook graag met u mee in het ontwikkelen van nieuwe mark­ten, ideeën, concepten en inspiratie.

Graag wens ik u veel leesplezier met ons Wortelmagazine, een rendementsvol bewaarseizoen, een goede voor­bereiding voor het nieuwe seizoen en veel succes met uw inspirerende onderneming.

Namens het verkoopteam Benelux,

ROBERT SCHILDERBejo Zaden

WORTELMAGAZINE VooRWooRd

3

Wortelmagazine_3.indd 3 11-01-16 15:05

‘HET SCHAP IN DE SUPERMARKT

IS ÓNS SCHAPTuinbouwbedrijf Jonkergouw maakte de afgelopen tien

jaar een forse groei door en bedient inmiddels een groot deel van de markt met bospeen, waaronder vrijwel alle

supermarkten in Nederland. Met Peter Jonkergouw, één van de drie broers die aan het roer staan van het bedrijf in

het Noord-Brabantse Schaijk, praten we over hoe het bedrijf die groei heeft weten te realiseren.

4

Wortelmagazine_3.indd 4 11-01-16 15:05

Het is pas ruim tien jaar geleden dat Tuinbouwbedrijf Jonkergouw besloot om het heft meer in eigen hand te nemen; en dan in eerste instantie met name aan afzetzijde. Al sinds 1960 teelde en verhandelde het bedrijf een traditioneel product: bossen peen, die met flink wat loof in de schappen van de retailers werd gepresenteerd. Het product was in de loop der tijd weliswaar smaakvoller geworden, maar had zich in de manier waarop het aan de consument werd aan­geboden nauwelijks ontwikkeld.

“Het was altijd maar zoals het was”, blikt Peter Jonkergouw op die periode van voor de ‘omslag’ terug. “Er zat nauwelijks bewe­ging in het product; ook nauwe­lijks drang om te vernieuwen. Wij hebben toen als een van de eerste bedrijven in Nederland hydrogekoelde bospeen in de markt gezet. Dat dit product al

Peter presenteerde het idee bij zijn klanten. Die waren gelijk enthousiast en gaven hem een kans. “Maar”, zo stelden zij,

“de risico's zijn voor jullie.” Dat betekende dat als de markt het product niet zou pikken, dat hij dan met een schillijn zou blijven zitten. En die lijn was niet de enige investering. De loods moest worden uitgebreid met een gekoelde ruimte, er moest een hygiënesluis komen, het bedrijf moest BRC worden gecertificeerd enzovoorts.

“Dat werd uiteindelijk een flinke investering. Maar ik ben blij dat onze klanten ons deze kans hebben geboden. We hadden het proces binnen een jaar op de rit en hebben intussen een uniek product, dat bovendien niet snel te kopiëren is.” PITTIGE UITDAGINGENHet actief zoeken naar nieuwe producten en nieuwe manieren van presenteren en het succes van de keuzes die werden gemaakt, stelde de organisatie echter ook voor pittige uitdagin­gen. De grootste uitdaging was en is ongetwijfeld de jaarronde aanvoer van verse grondstoffen. In de wintermaanden komt die aanvoer vanuit Spanje, de ande­re maanden rechtstreeks vanaf de gronden rondom Schaijk.

Om die continuïteit te kunnen garanderen, rouleert het tuin­bouwbedrijf in een omtrek van 15 kilometer rondom Schaijk met 90% van de agrariërs. Het zaaien gebeurt bovendien ver­spreid over het zaaiseizoen, om zo ook verspreid over het jaar te kunnen oogsten. Bijzonder

heel snel in de smaak viel bij de consument, leerde ons dat je als teler zelf het voortouw moet nemen om de markt te kunnen veranderen en als bedrijf te kunnen groeien.”

GESCHILDE PEEN MET EEN PLUIMPJE LOOFDie ommekeer in het denken, die marktgerichtere benadering, voedde het ondernemerschap van de drie broers. Toen Albert Heijn enkele jaren later van plan was om ‘’de vergeten groenten’’ onder de aandacht te brengen bij haar publiek, kwam Jonker­gouw met de gekleurde peen op de proppen. Het werd een van de hardlopers in de campagne en kreeg een permanente plek in de groenteschappen van de winkels. En om maar aan te geven hoe hard het vervolgens kan gaan: intussen levert het tuinbouwbedrijf jaarrond verse gekleurde peen.

Ook de introductie van de ge­schilde peen met een pluimpje loof, inmiddels vier jaar geleden, werd een hit. Het idee hiervoor kwam gewoon uit de praktijk.

“Want”, zegt Peter, “als wij thuis peen aten, aten we hem altijd al geschild. Bij veel groentes zit de bitterheid namelijk in de schil, ook bij peen. Als je een peen van zijn schil ontdoet, wordt hij veel zoeter en – dat vind ik tenminste – veel lekkerder. Tegelijkertijd zag je in gerechten de peen steeds vaker met een pluimpje loof, om duidelijk te maken dat het om een vers product ging. Zo ontstond het idee om dit pro­duct ook eens in de schappen te leggen.”

<Productassortiment Jonkergouw

>Peter Jonkergouw

hierin is dat het vaak Jonkergouw zelf is die de huurgronden onder­houdt of zelfs opwaardeert. Bijna altijd: met eigen materieel.

Vanwaar die keuze om in beide richtingen van de keten relaties te ontzorgen of zelfs de regie in handen te nemen? “Het schap in de supermarkt zien wij als óns schap. Dat schap is onze verantwoordelijkheid. Wij wil­len dat daar jaarrond een goed product ligt. Daarom kiezen wij er bijvoorbeeld niet voor om in gezamenlijkheid aanspraak te maken op subsidies, omdat je dan voor een deel het zicht op je afzet kwijtraakt. En daarom ook dat we zelf de grond hier in de omtrek klaar willen leggen. Want als dat eens een keer net wat anders gebeurt dan dat wij dat altijd doen, dan proef je dat in het eindproduct terug. Dat willen we niet.”

5

WORTELMAGAZINE TUINBoUWBEdRIJF JoNKERGoUW

Wortelmagazine_3.indd 5 11-01-16 15:05

AUTOMATISCH OOGSTENDe ontwikkelingen aan afzet­zijde, die Tuinbouwbedrijf Jonkergouw dus zelf voor een deel in gang heeft gezet, hebben er toe geleid dat het bedrijf tegenwoordig veel meer is dan alleen een teeltbedrijf. Zo doet het bedrijf alle bouwwerkzaam­heden in eigen beheer en regelt het zelf alle personeelszaken, inclusief het huisvesten van medewerkers. Ook dat is een fikse uitdaging, wetende dat er ’s morgens alleen al met mini­maal 50 man wordt gebost.

Het meest recente parade­paardje is de nieuwe oogst­machine: “Niet alleen aan de afzetzijde hebben de ontwik­kelingen vele jaren stil gestaan, ook aan de teeltzijde”, vertelt Peter. “Het oogsten gebeurt nog hetzelfde als vijftig jaar geleden: de peen wordt los gereden, waarna hij met de hand wordt gebost. Wij hebben een machine laten ontwikkelen waarmee wel nog met de hand wordt gebost, maar waarmee het oogsten is geautomatiseerd.”

WAT WORDT DE VOLGENDE STAP?Die vraagt dringt zich aan nadat Peter in een notendop heeft geschetst hoe het bedrijf zich de afgelopen tien jaar heeft ontwik­

keld: wat wordt de volgende stap? Peter: “Er leven heel veel ideeën. We zien bijvoorbeeld heel veel potentie in een snack­peen met een pluimpje loof. Die peen is dan verpakt in een mooie beker, met in het deksel een verantwoorde dip. Er is eigenlijk maar één reden dat dit product er nog niet is. Dat is de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen.”

Ooit gaat dat product er komen, is de overtuiging van de Noord­Brabantse ondernemer. “Zoals ook die andere producten er zullen komen die nu nog in de ideeënfase zitten. Want dat hebben de afgelopen jaren mij wel geleerd: je kunt alleen maar groeien als je blijft bewegen. En als je zelf eenmaal in bewe­ging bent, dan beweegt de markt wel met je mee.”

“De intrede van nieuwe producten zal ten koste gaan van de traditionele bospeen”, besluit hij. “Als er loof aan de peen zit, dan is het vers. Dat is

“Als er loof aan de peen zit, dan is het vers. dat is de

beleving van de consument.”

de beleving van de consument. Maar als die consument straks door heeft dat peen met een pluimpje loof net zo vers is en net zo lekker als peen met een bos loof, of zelfs veel lekkerder, waarom zou hij dan nog een product kopen met zoveel groenafval? En waarom zou een supermarkt dat product dan nog in de schappen leggen?”

6

TUINBoUWBEdRIJF JoNKERGoUW WORTELMAGAZINE

Wortelmagazine_3.indd 6 11-01-16 15:05

NIEUWE GENERATIE BIEDT NIEUWE KANSENVeredelen is een weg van lange adem. Altijd op zoek naar verbeteringen/aanvullingen in je eigen assortiment en dat van de collega zaadbedrijven. Een lange adem dat wel 10-12 jaar kan duren voordat het potentiële ras klaar is voor de professionele markt. Een veredelaar is altijd op zoek naar nieuwigheden en wordt geïnspireerd door de input van de markt zelf en door vertegenwoordigers van het bedrijf waar hij voor werkt. De veredelaar legt verbanden tussen continenten die hij bezoekt tijdens zijn vele reizen.

Zo zien we dat Imperator peen vanuit Amerika naar Europa is gekomen en dat Nantes peen de omgekeerde weg heeft genomen. Daarnaast zien we markten veranderen, kijkend naar snack­peen, mini­Chantenay en gekleurde peen die enorm in opkomst zijn. Voor deze drie verschillende markten heeft Bejo rassen die uitstekend geschikt zijn. Smaak, gladheid, uniformiteit, opbrengst, kleur, lengte, maar bovenal betrouwbaarheid zijn items waar onze veredelaar naar op zoek is.

Betrouwbaarheid is voor telers het meest belangrijk, betrouwbaarheid zorgt er namelijk voor dat rassen onder bijna alle omstandigheden goed presteren wat belangrijk is voor de bedrijfsvoering. Bejo zoekt meer en meer de samenwerking met de Universiteit van Wageningen als het gaat om smaak. Wageningen heeft smaakpanels opgeleid die smaakverschillen duidelijk kunnen onderscheiden en daardoor haarfi jn kunnen aangeven wat zij proeven. Bejo test niet alleen de rassen maar zeker ook de ouderlijnen om zo optimaal sturing te kunnen geven in het veredelingsproces.

Graag brengen wij een aantal nieuwe rassen onder de aandacht, rassen die klaar zijn om de markt te betreden:

NAMIBIA is een middelvroeg ras welke zeer gladde en uniforme peen produceert. Dit ras is tot april goed te bewaren in een koelcel en combineert uitstekende raseigenschappen met een mooie presentatie op schaaltjes en in kleinverpakking.

NAZARETH is een Nantes­type in het Nairobi segment. Middelvroege productie, sterk opstaand loof, glad en sterk tegen cavity spot aantasting, zijn de belangrijkste kenmerken. Daarnaast geeft Nazareth een goede lengte en uniformiteit waardoor hij uitermate geschikt is voor versmarkt en bewaring onder strodek. In de Benelux zeer goed te gebruiken als second early en blijft lang gezond in het veld, waardoor telers fl exibel zijn in hun moment van verkopen.

NACTON is een latere Nantes en zit qua vroegheid tussen Nerac en Nairobi in. Sterk loof, gladheid, cavity spot tolerantie en breukvastheid zijn eigenschappen die goed bij dit ras passen. Nacton is goed te bewaren en geeft een hoog rendement uit de bewaring. Kortom, weer een nieuwe loot aan het Bejo assortiment die voor u als teler/verwerker meerwaarde kan betekenen. NORWAY is een ras dat u moet zien in het Nerac segment. Dit ras is uitstekend te bewaren en heeft enorm sterk en gezond loof dat er voor zorgt dat dit ras onder bijna alle omstandigheden te oogsten is. Gladheid, breukvastheid en gezondheid zijn karakteristieken dat dit ras in zich heeft. Daarnaast is het ras zeer goed te bewaren en sterk tegen ziektes waardoor het ras prima geschikt is voor de biologische teelt.

BLANES is een nieuwkomer dat past in het Bangor+ segment; iets korter, sterk tegen groene koppen en goede bewaareigenschap­pen. Daarnaast een mooie inwendige kleur die dit ras uitermate geschikt maak voor groentesnijderijen en versmarkt in het grovere segment van C­D peen. Optimale zaadhoeveelheid is tussen 0,6 ­1,3 miljoen zaden per hectare, afhankelijk van oogs t­tijdstip en gewenste maatsortering.

Daarnaast is Bejo bezig om het kleurenpanel met meerdere kleuren uit te breiden. Naast paars, geel en wit is er nu ook een rode wortelhybride die in de komende jaren geïntroduceerd zal worden. Naast nieuwe gekleurde rassen komen er ook nieuwe rassenintroducties voor de fi jne bospeen markt, industrie markt en het grove CD­peen segment. Deze nieuwe rassen gaat u de komende jaren op onze proefvelden tegenkomen.

U ziet, wij zijn constant op zoek naar rassen voor de toekomst, geïnspireerd door u als teler, verwerker of handelaar.

7

WORTELMAGAZINE NIEUWE RASSEN

Wortelmagazine_3.indd 7 11-01-16 15:05

UP-TO-DATE DOOR GEDWONGEN VERHUIZINGDANKZIJ MINDER ZWARE GROND NU OOK B-PEEN

Weggekocht worden en even verderop helemaal opnieuw beginnen. dat heeft zo zijn voordelen. Tjerk de Regt uit het Brabantse hank had het net zo lief niet gedaan, maar hij maakte van de nood een deugd en richtte zijn bedrijf in naar de nieuwste inzichten. En hij kreeg de mogelijkheid B-peen te telen.

BEDRIJF: Tjerk de RegtPLAATS: Hank, West­BrabantAREAAL: 75 hectareBOUWPLAN: 17 ha aardappel, 8 ha gele uien en 9 ha rode uien (waarvan een deel op huurland), 4 ha peen, 3 ha vlas, 12 ha suikerbiet, 8 ha graszaad, 12 ha tarwe en 5 ha knolselderij/cichorei.

8

Wortelmagazine_3.indd 8 11-01-16 15:05

UP-TO-DATE DOOR GEDWONGEN VERHUIZINGDANKZIJ MINDER ZWARE GROND NU OOK B-PEEN

Het is grauw en kil op deze oktobermorgen. Ook in de kantine is het koud. Aanleg van de verwarming is een van de laatste dingen die nog moeten gebeuren in de nieuwe loods van Tjerk de Regt.

Die loods kon hij in 2012 nieuw bouwen als gevolg van de gedwongen verhuizing uit de Biesbosch, een paar kilometer verderop. Zijn land in de polder De Grote Muggenwaard was onderdeel van de Noordwaard, en die polder werd in zijn geheel opgeofferd aan ‘Ruimte voor de rivier’. Akkerbouw maakte plaats voor recreatie en voor overstromingsgebied bij calamiteiten. De Regt: “Twee­duizend hectare akkerbouwland om zeep geholpen.”

De verplaatsing van zijn bedrijf ging hem niet in de koude kleren zitten. “Het doet meer met je dan je verwacht. Je wordt weg­getrokken uit je roots.” De hou­ding van de overheid hielp er ook niet echt bij. De Regt ziet echter niet om in wrok. “De verhuizing bood kansen voor een moderne inrichting van het bedrijf.” Door de naam van zijn nieuwe bedrijf zal hij regelmatig terugdenken aan de plek waar hij opgroeide en waar hij het ouderlijk bedrijf overnam: ‘De Muggenwaard’.

CO2/PROPAAN-KOELINGDe Regt koos voor de bouw van een loods met twee afdelingen. In de ene kwamen twee cellen voor losse bewaring van ieder 600 ton, met ook werktuigopslag, gbm­opslag, een werkplaats en bovenin kantoor, ontvangst ­ruimte en kantine. In de andere kwamen vier bewaarcellen voor 1.900 kisten waarvan drie cellen met mechanische koeling.

De koeling gebeurt niet met het gebruikelijke koudemiddel freon, maar met CO2/propaan. Gekoeld propaan geeft de kou af aan CO2 dat vervolgens naar de >

Tjerk de Regt (r) toont trots zijn B-penen. Pascal Staaks, Bejo (l)

verdamper wordt gevoerd. Het is dus een indirect koel systeem dat daardoor met heel kleine temperatuurverschillen kan koelen, en dat is weer gunstig tegen uitdroging van het product.

Bij de nieuwbouw hield De Regt al rekening met mogelijke opslag van peen. Hij rekende met meer ruimte dan gemiddeld.

“Hier halen we nooit 650 kilo per kist, want er gaat bij het rooien veel grond mee. Met 600 kilo netto houdt het wel op.”

Dat grond mee rooien koel­ruimte kost, vindt hij geen groot bezwaar. “Er ontstaat daardoor veel minder indroging. Het bevordert het kwaliteitsbehoud en de bewaarbaarheid.”

De start van de bewaring is heel belangrijk, heeft De Regt ervaren. “Vorig jaar rooiden we de peen bij 18 graden en de peen zelf was 15 graden. Dan merk je dat het veel langer duurt om die naar 1 graad terug te koelen. Mijn koel installatie heeft geen overdreven overcapaciteit, dus doe ik er goed aan te wachten met rooien tot de peen onder de 10 graden is. Op voorwaarde na­tuurlijk dat de peen in een vitaal stadium wordt gerooid.”

OP- EN OVERSLAGVooraf had De Regt goed nagedacht over de logistiek rond zijn nieuwe loods. “Peen en knolselderij zijn late gewassen. Het is een uitdaging om de cel­len vol en vervolgens weer leeg te hebben als die twee gerooid worden.” Dus zorgde hij voor een ontvangstlijn met een grote capaciteit.

Op­ en overslag wordt voor hem steeds belangrijker. “Een deel van de uien bewaren we voor de knollen uit. We rooien ze niet voor half september, waardoor we voor een verwerker bijvoorbeeld al eind juni de eerste plantuien zouden kunnen drogen.”

9

WORTELMAGAZINE TJERK dE REGT

Wortelmagazine_3.indd 9 11-01-16 15:05

“Er heerst een extreme landhon­ger; er wordt erg hoog geboden op vrijkomende grond. Daar ga ik niet in mee.” Daarom richt hij zich meer op de handelsacti­viteiten. Op­ en overslag biedt een stukje zekerheid. Netjes voor het product van een ander zorgen heb je wél in de hand. Dat doe ik toch liever dan ’s nachts op je knietjes liggen, terwijl de regen tegen het raam slaat. En maar hopen dat het goed afloopt.”

In 2015 had hij voor het tweede jaar op rij te maken met wa­teroverlast in het groeiseizoen.

“Het waterschap ziet de water­

te proberen. “In het verleden werden hier in de regio veel conserven geteeld, waardoor de druk van Sclerotinia hoog is. Daarom hebben we voor een ruim bouwplan gekozen. Peen past daar mooi in. Het is een van de mooiere teelten. Velen zeiden dat het vanwege de zware grond niet zou lukken hier peen te telen. Dat maakte het voor mij een extra uitdaging. ”

In 2013, het eerste jaar, teelde hij naast industrierassen Karotan en Komarno op proef 0,8 ha Nerac.

“Die kwam geweldig mooi uit de bewaring.” Dus teelde hij het jaar erop alleen nog Nerac.

“Dat is een vertrouwd ras. Ik kan wel meteen nieuwe ras­sen gaan proberen, maar het is beter eerst de teelt maar eens goed in de vingers te krijgen.”Als De Regt voor zijn peen een interessante prijs kan maken, legt hij twintig tot vijfentwintig procent vast. Bij de aardappelen is dat veertig procent. “Volledig speculeren doe ik niet.”

Voor afzet van zijn peen heeft hij een goed adres gevonden. “Vorig jaar vond een afnemer mijn peen iets te grof. Een ander vond ze juist erg mooi. Via Agrilink gaat nu alles daarheen.”

KLUITENVoor de grondbewerking liet De Regt zich in 2013 voor zijn eerste teelt van B­peen leiden door zijn gevoel. “Ik deed het­zelfde als voor de aardappelteelt: eerst vlak roteren en daarna de loonwerker met frontfrees en ruggenfrees. Met die bewerking viel de grond in één keer goed.”

Dit jaar heeft hij met die grond­bewerking zo lang mogelijk gewacht, vanwege de slechte structuur door de wateroverlast het jaar ervoor. Pas op 22 april roteerde hij de grond vlak en de volgende dag gingen de frontfrees en ruggenfrees er overheen. Het resultaat viel hem niet mee. “De grond lag on­gelofelijk grof.” Hij stond op het punt alles weer vlak te roteren en zelfs eerst nog te beregenen, maar vanwege de angst voor de structuur die al belabberd was, zag hij daar toch vanaf.

“Ik durfde het ook niet aan, om­dat de structuur daar nóg een zet mee zou krijgen. Dan sla je de grond tot poeder en wie weet kan de peen dan verstikken als er veel regen valt.“

De Regt gokte erop dat de kluiten voldoende zacht zouden worden en dat de peen niet erg zou vertakken. “Uiteindelijk is dat redelijk gelukt. Er zit wat meer kromme peen in dan normaal, maar dat valt niet

tegen. Wel is de peen korter dan andere jaren.”

Ook het rooien verliep voor­spoedig en er ging niet meer grond mee dan andere jaren. Dat rooien laat hij doen door loonwerker SVZ uit Oude Tonge. De loonwerker levert ook de speciale peen­oogstwagens.De grove ligging had ook effect op de onkruiddruk. Die was wat hoger dan andere jaren. Aan­aarden bleek niet mogelijk; door de kluiten werden de jonge worteltjes beschadigd. “Na een paar rondgangen aanaardend schoffelen liet ik het voor gezien.”

ExTRA LAATHet liefst zaait De Regt tussen 5 en 10 mei om niet te laat in het jaar te hoeven rooien. Dit jaar stelde hij dat uit tot 20 mei, nadat de dag ervoor 15 mm regen was gevallen. Dat pakte heel goed uit voor de kieming, maar daarna werd het meteen weer droog.

“We zaaien zelf en hebben dit jaar 1,7 miljoen zaden gezaaid. Dankzij het geprimede zaad zag je een snelle start, maar daarna moet het wel door kunnen groeien. Op 16 juni begonnen we met beregenen. Tot 10 augustus hebben we vier keer beregend, want ik wilde er toch een beetje een egaal gewas op krijgen.”Op 15 augustus viel er in vijf uur tijd 90 mm regen, met ook de dagen erop 10 mm per dag.

“Dan loop je door stagnatie in de groei al gauw tien tot vijftien procent productie mis. En de grond krijgt daar een vreselijke opdoffer van. Bij het rooien zeeft zulke grond na 4 tot 5 mm regen al niet meer uit. Daar kun je twee tot drie jaar last van houden.”

De Regt hoopt daarom op een pittige winter. Niet grauw en kil, zoals deze oktobermorgen, maar open weer met strenge vorst. Dan kan de structuur van de grond herstellen voor een goede start van een nieuw teeltjaar.

“We hebben voor een ruim

bouwplan gekozen.

Peen past daar mooi in.”

>Tjerk de Regt voor zijn nieuwe loods in Hank.

overlast als een incident, maar ze zijn deels zelf de oorzaak. Tijdens de laatste herziening van het peilbesluit is de water stand verhoogd. Daarmee is de buffer verkleind.” De Regt heeft dan nog de mazzel dat zijn percelen in Hank op een hoger gelegen deel van de polder liggen.

VAN INDUSTRIE NAAR B-PEENOp zijn oude plek in de Biesbosch teelde De Regt geen B­peen, omdat de grond met veertig tot zeventig procent afslibbaar te zwaar was. Op zijn nieuwe bedrijf in Hank is dat 25% tot 40%: licht genoeg om ook B­peen

10

TJERK dE REGT WORTELMAGAZINE

Wortelmagazine_3.indd 10 11-01-16 15:05

GOEDE VOORBEREIDING EN AANDACHT BEPALEN SUCCES BEWARING PEEN:

‘ KEN JE PRODUCT EN NEEM ER DE TIJD VOOR’

Peen bewaren is een kwestie van aandacht: zorgvuldig inkoelen en met de techniek zowel de temperatuur als het CO2-gehalte onder controle houden. En daarnaast: blijven kijken en ruiken.

‘Een koelcel is geen ziekenhuis.’ Met die stelling benadrukt bewaarspecialist Johan Nijssen dat alleen gezonde peen goed bewaard kan worden. “Een slecht product kun je met bewaren niet beter maken. De omstandigheden tijdens de teelt en het tijdstip van rooien zijn bepalend. Vooral schimmels kunnen het feest bederven”, aldus Nijssen, consultant agro­technologie bij Agrofocus in Spanbroek. “Als een besmetting zichtbaar wordt, ben je te laat. Een gevoelige partij kun je beter snel af­land verkopen”, stelt Nijssen. In veel gevallen kan een teler zelf inschatten of er besmettingsrisico is. Het kan ook met een RNA­test (StoreNSure Peen), die onder­zoekslaboratorium NSure in Wageningen ontwikkelde met Agrifi rm en Bejo.

LANGZAAM INKOELENStaat de peen eenmaal binnen, dan is de eerste zorg het koelen. “Bij een gezond product is het beter om – vanaf een graad of tien – langzaam te koelen. Dan krijgen de natuurlijke wondhelende processen meer kans. Wordt het product warmer geoogst, dan is het zaak tot tien graden snel in te koelen.”

Om het klimaat op het juiste niveau te houden, moet de luchtstroom voorin en achterin de opslag voldoende ruimte (50 à 60 cm) hebben om te keren. Tussen de rijen is een spleet van een centimeter of 15 nodig. Joris Ursem, vertegen woordiger Noordwest­Nederland van Bejo constateert dat nog steeds veel fouten worden gemaakt.

“Telers zijn geneigd te hoog te stapelen. Of ze houden een looppad vrij aan de zijkant. Dat verstoort de luchtstroom.” De luchtcirculatie moet gericht zijn op een constante en stabiele temperatuur binnen de koeling. Circuleer voldoende maar niet te veel. Geven de sensoren op verschillende plekken in de koeling een te groot verschil aan (meer dan 0.5 graad), dan is de circulatie onvoldoende en moet worden bijgesteld.

CO2 KOST KILO’S EN VERHOOGT KOELKOSTENHet CO2­gehalte in de lucht maakt peen actief; de ademhaling en warmteproductie komen op gang. Dat kost kilo’s en verhoogt de koelkosten. “Het CO2­gehalte mag niet boven de 1 procent komen”, adviseert Nijssen. “Daarvoor moet je ven­tileren. Vaak volstaat een eenvoudige PVC­buis achter de verdamper als inlaat en een overdrukrooster in de celwand daartegenover als uitlaat.”

Vanaf 2030 zijn de thans gebruikte synthetische koudemid­delen in de koeling verboden. Bij plaatsing van een nieuwe koelinstallatie adviseert Nijssen om natuurlijke koudemid­del als ammoniak of een combinatie van propaan en CO2 in te zetten. “Maar die afweging is voor iedere teler anders”, verklaart hij. “Het natuurlijke koudemiddel ammoniak is te duur voor een kleine installatie. Propaan/CO2, is wat dat betreft gunstiger. De terugverdientijd van de meerkosten moeten voor de teler acceptabel zijn.”

“Naast alle techniek, blijft het oog van de meester doorslag­gevend”, besluit Nijssen. “Ik zou minstens een keer in de week door de opslag lopen. Ken je product en neem er de tijd voor.”

TIPS:• Laat elk jaar de koel- en meetapparatuur onderhouden en ijken.• Werk met grondig gereinigde kisten. Regelmatig laten ontsmetten

is een goede aanvulling. • In de hectiek van de oogst worden de meeste fouten gemaakt.

Zorg dat alles vooraf klaar staat en dat iedereen weet wat hij moet doen. Een protocol is daarbij een handig hulpmiddel.

• Verf het stapelpatroon voor de kisten op de vloer, dat voorkomt fouten bij het inschuren.

• Het plaatsen van teveel kisten in de opslag haalt het resultaat van de hele partij naar beneden. Het is beter een deel van de oogst af­land te verkopen of in loonkoeling te geven.

• Het afdekken van de bovenste kisten met geperforeerde folie voorkomt dat deze te koud worden en overmatig vocht verliezen. Let op: de spleten tussen de rijen moeten open blijven.

11

WORTELMAGAZINE BEWARING

Wortelmagazine_3.indd 11 11-01-16 15:05

AALTJESBESTRIJDING HOOFDPIJNDOSSIER VOOR FRANSE TELERSORGANISATIE

‘WE MOETEN BLIJVEN ExPERIMENTEREN’

Wat houdt worteltelers in Frankrijk deze dagen bezig? Bejo vroeg het aan Bernard Guillard, wortelteler in Normandië en voorzitter van de telersorganisatie

‘Carottes de France’ (Wortelen uit Frankrijk). Hij is bovendien vice­voorzitter van Agrial, een agrarische en voedselverwerkende coöperatie met

twaalfduizend leden in Noord­West Frankrijk.

1212

Wortelmagazine_3.indd 12 11-01-16 15:05

‘WE MOETEN BLIJVEN ExPERIMENTEREN’

In het kader van de campagne Normandi'Vert-Cité ging u in december vorig jaar met uw collega's uit la Manche in Parijs de straat op. Met deze actie wilde u aandacht vragen voor het feit dat de kostprijzen hoger zijn geworden dan de verkoopprijzen. Heeft die druk van de vakbonden zin gehad? We zijn nu bijna een jaar verder en we zien dat de vakbondacties er in ieder geval voor hebben gezorgd dat onze klanten inmiddels de voorkeur geven aan producten uit Frankrijk. Onze verkoopprijzen zijn na de actie in Parijs weliswaar niet gestegen, maar dankzij de hogere volumes is de situatie redelijk. Het is misschien even een kalm jaar na de stormachtige periode van twee jaar geleden.

En hoe gaat het nu verder met de campagne Normandi’Vert-Cité waarmee jullie steun van burgers en uiteindelijk hogere prijzen willen realiseren?Sinds drie maanden zitten we in een stijgende lijn. Het ziet ernaar uit dat de situatie voor alle groenten beter zal zijn dan vorig jaar. We zijn dan ook hoopvol, maar willen niet te snel juichen. Van de tien campagnemaanden zijn er nog maar tweeëneenhalf om.

De Franse landbouwminister Stéphane Le Foll was een paar dagen geleden in Moskou om te proberen het Russische embargo van tafel te krijgen. Heeft dat embargo nog invloed? Natuurlijk. In plaats van hun oogst te vernietigen, hebben de producenten zich op andere markten gericht, ook onze telers hebben dat gedaan. Als de handel met Moskou weer aantrekt, zal men minder somber zijn. Als bestuurder van mijn coöperatie zie ik nu vrijwel overal pessimisme. Er moet iets gebeuren, anders gaat het ten koste van een hele generatie.

Wat houdt de telers van ‘Carottes de France’ vandaag de dag bezig?Bij het verbouwen van wortelen komen we steeds vaker bepaalde uitdagingen tegen. Zoals aantasting door aaltjes, onkruid, insecten, enz. In ons departement in Normandië, la Manche, werken we al een paar jaar met gewasrotatie en alternatieve bestrijdingsmethodes. Maar tot nu toe is de enige oplossing voor de bestrijding van aaltjes een chemisch bestrijdingsmiddel dat op termijn verboden zal worden. Dus ja, de aaltjesbestrijding is een beetje een hoofdpijndossier. Overigens geldt dat niet alleen voor la Manche. Het probleem doet zich ook voor in Aquitaine, in het zuidoosten van Frankrijk en elders in Europa.

Hebt u een bepaalde termijn voor ogen?Je kunt niet zomaar zeggen “ik wil nu een oplossing”. De consumenten willen dat wij onze manier van werken radicaal veranderen, maar je zet niet zomaar een streep onder landbouwmethodes die al 50 jaar gebruikt worden. Er bestaan inmiddels wel alternatieven waarmee we vooruitgang boeken. Zo is er anti­insectendoek, dat we voor knolraap kunnen gebruiken, maar voor wortelen is dat jammer genoeg niet geschikt.

Waarom niet?In de eerste plaats omdat de oppervlakken te groot zijn. Bovendien houdt het insectenwerende doek het wortelloof vochtig, waardoor zich weer andere ziektes kunnen ontwikkelen. We moeten niet alleen naar de voordelen van alternatieve methodes kijken, maar ook naar de nadelen. Elke medaille heeft immers zijn keerzijde. Daarom moeten we ook blijven experimenten.

Uit de discussies komt het beeld naar voren dat de regelgeving weliswaar Europees is, maar dat de implementatie ervan per land verschilt. Is dat inderdaad het geval? Het klopt dat de ontwikkelingen zich niet in elk land even snel opvolgen. Het is jammer dat Frankrijk altijd op de zaken vooruit wil lopen. In België en Nederland is men veel pragmatischer, meer economisch gericht.

Is dat nadelig voor de Franse telers? Op korte termijn wel. Ik moet wel zeggen dat onze werkrelatie met de overheid voldoende ruimte biedt om bepaalde problemen wat rustiger aan te pakken, maar daarmee is niet alles opgelost. Het feit dat Frankrijk sommige middelen (zoals die voor de bestrijding van wortelknobbelaaltjes) wil afschaffen, betekent voor de langere termijn dat we meer moeten doen aan preventie, hygiëne en grenscontroles om te voorkomen dat die ziektes het land inkomen.

13

WORTELMAGAZINE CARoTTES dE FRANCE

Wortelmagazine_3.indd 13 11-01-16 15:05

WEERMAN ROBERT DE VRIES

‘WEERBAAR TEGEN LOKALE SLAGREGENS’

Over de gevolgen van klimaatverandering en El Niño wordt veel gezegd en geschreven, maar wat worteltelers daar in Nederland de komende jaren van

zullen merken is moeilijker te duiden. Johan Voragen, vertegenwoordiger van Bejo voor Noordoost­Nederland & IJsselmeerpolders gaat met weerman

Robert de Vries van Omroep Flevoland in gesprek: Wat zijn feiten en wat zijn fabels? En waar moeten worteltelers rekening mee houden de komende jaren?

Voragen: “Ik ken een teler die nu voor het tweede jaar op rij z’n oogst verloren heeft zien gaan. In hoeverre moeten we ons voor­bereiden op meer water? Voor een optimale groei heeft een wortel een strenge winter nodig, gevolgd door een lichtwisselvallig voorjaar. Niet te warm, met af en toe een buitje. En vanaf mei, wanneer het kiem­

proces begint, temperaturen tussen tien graden ’s nachts en 25 graden overdag. Een zomer zonder al teveel warmte en daarna koele oktoberdagen die optimaal zijn voor de oogstperiode.”

NOORDZEEWATER De Vries knikt begrijpend: “In een droog voorjaar ontkiemt het gewas natuurlijk slecht en als je bakken water krijg in augustus, krijg je te maken met schimmels. Nu ligt ons regenseizoen wel echt in het najaar, omdat het Noordzeewater dan het warmst is. In het najaar is het vaak wel warmer aan de kust door het relatief warme zeewater en juist in de kustregio vind je dan de zwaarste buien. Landinwaarts zijn de buien minder zwaar omdat het land dan in verhouding 'kouder’ is en dat geeft minder voeding aan eventuele buien.”

Winters worden zachter en natter en echte winters zullen steeds minder vaak

14

Weerman Robert de Vries in zijn studio.

>

14

Wortelmagazine_3.indd 14 11-01-16 15:05

zich weerbaar moeten maken tegen grotere slagregens, de grond goed op orde moeten hebben met meer humus, de kavel zo vlak mogelijk maken en sloten herprofi leren. Nu al, wijzen we op de noodzaak van een betere waterafvoer, op de noodzaak om sloten schoon te houden en om alles wat groeit van het land te halen bij de oogst. Een ziek product laat ziekten achter.”

ExTREMEN De Vries: “Voorspellingen op de langere termijn zijn moeilijk te maken, maar dat het weerbeeld meer extremen zal vertonen wordt door iedere meteoroloog wel onder­schreven. Ik moet in mijn weerberichten natuurlijk met feiten en argumenten komen. En toch voel je soms ook aan hoe het weer zich gaat ontwikkelen, je ziet vaak dat het weer zich herstelt. Maar op basis van zo’n gevoel kan ik natuurlijk geen uitspraken doen.”

Toch kan Voragen de vraag niet bedwingen: “Hoe gaat het weer zich de komende winter ontwikkelen?”. De Vries lacht: “de eerste helft van de winter is te zacht, te mild. Daardoor hebben we een achterstand met het afkoelen van het zeewater. Dan is het moeilijk om vorst te krijgen. Theoretisch dan hè, want er hoeft maar een hogedrukgebied boven Scandinavië te komen … Maar ik ga er vanuit dat deze winter te zacht gaat verlopen. Door warm zeewater en weinig sneeuwvoorraad in Oost­Europa en Siberië.”

El Niño is een sterke opwarming van het oceaanwater langs de evenaar tot het midden van de Stille Oceaan. In dit gebied komt nor­maal juist koel water uit de diepere oceaan naar boven.De piek ligt vaak in december, vandaar de benaming El Niño wat ‘het (Kerst)kindje’ betekent. Dit jaar is het weer­fenomeen zeer sterk. De verwachting is dat het in Nederland in 2016 zal leiden tot een nat voorjaar. Het KNMI schat de kans op een nat voorjaar, met meer dan 169 mm regen, op ongeveer 70 procent. El Niño duurt gemid­deld een half jaar en het oppervlak van de oceaan kan langs de evenaar tot drie graden warmer zijn dan normaal voor de tijd van het jaar.

voorkomen. Maar daarmee is niet gezegd dat ze zich helemaal niet meer voor zullen doen. “Het is moeilijk om daar betrouwbare uitspraken over te doen”, aldus De Vries.

“Zo worden de buien in het voorjaar en de zomer steeds heftiger, maar ze zijn zo plaatselijk! Ook dat hoort bij de extremen en het maakt onze taak als meteorologen moeilijker: we kunnen aangeven dat de kans groot is dat het gaat regenen, maar over de locatie kunnen we niet heel specifi ek zijn.”

TORNADO ALLEY“Over het algemeen kun je zeggen dat het natter zal worden in heel Nederland”, aldus De Vries. “Voor veel neerslag heb je een botsing tussen luchtsoorten nodig. En wat dat betreft zijn wij ‘Tornado Alley’: een over­gangsgebied tussen luchtsoorten. Dat levert hier heftige buien op.”

“Gaat dat er toe leiden dat de wortelteelt uit Nederland verdwijnt?”, wil de meteoroloog op zijn beurt van Voragen weten.“Dat geloof ik zeker niet”, aldus de vertegenwoordiger.

“We moeten wel echt rekening houden met de klimaatverandering in onze adviezen. Jongens van 35 jaar die voor een bedrijfs­overname staan, willen er nog zeker 30 jaar tegenaan. Zij hebben te maken met andere afwegingen. Voorheen mislukte er misschien één oogst in de tien jaar, maar het is niet onwaarschijnlijk dat het klimaat op de langere termijn vaker tegenwerkt. Zij zullen

15

WORTELMAGAZINE KLIMAATVERANdERING

Wortelmagazine_3.indd 15 11-01-16 15:06

BACK TO THE ROOTSVARIëTEITEN

Het gewas wortel kent een grote genetische variëteit. Door jarenlange veredeling zijn de vele rassen moeilijk in een hokje te plaatsen. Toch komen hun basiseigenschappen voort uit reeds lang bestaande hoofdtypes, waarvan een groot deel is uitgewaaierd over de wereld. Onderstande hoofdtypes zijn slechts voorbeelden uit ons zeer uitgebreide assortiment wortelrassen.

Amsterdamse Bak

Cilindrisch, slank,iets afgestompt.

Europa, vooral daar waar vroegheid is gewenst.

Bossen, schaaltjes, baby wortelen, inblikken, invriezen.

Heeft een versimago en een uitstekende smaak. Vereist een hoge zaaidichtheid.

ABK, Sweetheart, Adelaide, Mokum, Nerja.

8 ­ 20 cm

12 ­ 30 mm

Een snelle slanke jongenBerlikumer

Cilindrisch tot licht conisch, geschouderd.

Wereldwijd, kan zelfs uit de voeten in de tropen.

Industriële, verse verwerking en verse markt.

Doet het vaak ook goed in extreme klimaten.

Bangor, Bergen, Blanes.

20 ­ 35 cm

25 ­ 45 mm

Kanjer die een stootje kan hebben

Nantes

Cilindrisch, afgestompt.

Wereldwijd aanwezig, maar Europa is de thuismarkt.

Van bossen tot schijfjes, van schaaltjes tot blik, van kakelvers tot diepvries.

Is een absoluut ‘allround’­type.

Napoli, Narbonne, Nerac, Norway, Napa, Namibia, Nairobi.

15 ­ 22 cm

18 ­ 40 mm

De wereld is zijn terrein

VORM

LENGTE

DIAMETER

GEBIED

SPECIAAL

BEJO-RASSEN

GEBRUIK

That's bejo quality bejo.nl bejo.be

Wortelmagazine_3.indd 16 11-01-16 15:06

Chantenay

Conisch, afgestompt, breed geschouderd.

Wereldwijd, vooral populair in Oost­Europa, Azië en Zuid­Amerika.

Inblikken, invriezen, drogen, schijfjes.

Een aparte, afwijkende vorm.

Carson, Cascade, Cardiff.

10 ­ 25 cm

25 ­ 60 mm

Koppig type met een sterk karakter

Imperator

Zeer lang, slank, conisch.

Amerikaanse continenten en Australië, houdt Europa in het vizier.

Bossen, schijfjes en snack­peen.

Biedt veel mogelijkheden |voor industriële verwerking.

Interceptor, Ibiza.

25 ­ 40 cm

10 ­ 35 mm

Blijft nog steeds trouw aan de ‘stars and stripes’

Kuroda

Conisch, breed geschouderd, spits toe­lopend tot licht afgestomt.

Azië, maar verkent ook Zuid­Amerika.

Verse markt en industriële verwerking.

Het standaardtype in Azië, heeft moeite om in Europa door te breken.

Cordoba, Carini.

12 ­ 15 cm

25 ­ 60 mm

Breed geschouderde AziaatFlakkee

Conisch, geschouderd.

Wereldwijd, maar eist geen hoofdrol op.

Industriële verwerking.

Onderscheidt zich vaak door kleur en drogestofgehalte.

Finley, Komano.

20 ­ 35 cm

25 ­ 50 mm

Kleur is zijn kracht

Wortelmagazine_3.indd 17 11-01-16 15:06

18

Wortelmagazine_3.indd 18 11-01-16 15:06

Had die ene klant nu vanmorgen 20 kistjes gewassen grove peen opgehaald? En van wie komt eigenlijk dat lege fust af dat in de hoek van de loods staat? Naarmate Wortelenbedrijf Joosten groeide, nam de dage­lijkse hectiek op het bedrijf toe en nam het overzicht af. Bestellingen werden haastig

– en soms onleesbaar – op klad­briefjes geschreven. En facture­ren betekende te vaak dat eerst uitgezocht moest worden wat er nu precies in rekening gebracht moest worden.

Met het steeds verder wegzak­ken van het overzicht, nam ook de ergernis toe; zowel in de schuur als op kantoor. Dan moest er bijvoorbeeld vlug nog

ORDERSYSTEEM HELPT WORTELENBEDRIJF JOOSTEN GROEIENWortelenbedrijf Joosten uit het Limburgse Baarlo is de afgelopen jaren hard gegroeid. Het ordersysteem dat het bedrijf samen met een IT­bedrijf uit de buurt heeft ontwikkeld, heeft daar een belangrijk aandeel in gehad.

een pallet worden omgepakt omdat de verkeerde peen was klaargemaakt voor een klant. Terwijl die klant al op het erf stond te wachten om te laden.

“Het schortte in de communica­tie. We wilden onze producten en service naar een hoger niveau tillen, maar het ‘kladjes­systeem’ belemmerde dat.”

SIMPELE OPDRACHTEven een stukje geschiedenis. De firma Joosten is zich begin jaren tachtig gaan specialiseren in wortelen. In 2011 gooide de nieuwe generatie Joosten, William en Liset, het roer daarin om en dan in eerste instantie met name aan verkoopzijde. Het ondernemende echtpaar besloot alle peen voortaan rechtstreeks aan klanten te verkopen: aan groothandel, groentesnijde­rijen, verwerkers, handelaren en retailers in Nederland en Duitsland.

Een omslag die niet zonder gevolgen bleef: “Voorheen pro­duceerden we feitelijk voor één afnemer, daarna voor meerdere. Afnemers die ieder hun eigen

> Ordersysteem helpt Wortelenbedrijf Joosten groeien.

wensen hadden; zowel aan het product als aan de verpakking. De orderverwerking, de manier waarop wij dat hadden georga­niseerd, stond op springen. Als we niet ingrepen, zouden we de groei van ons bedrijf adminis­tratief niet bij kunnen houden.”

Een snelle oriëntatie op internet leerde dat er geen kant­en­klaar orderpakket beschikbaar was voor een bedrijf als dat van hen. Dus werd een IT­bedrijf uit de buurt ingeschakeld. De opdracht luidde heel simpel: geef ons het overzicht terug. Breng ons weer rust. En zorg dat we de groei aan kunnen of zelfs een impuls kunnen geven.

CONTINU OVERZICHTTerug naar nu. De telefoon gaat tijdens het gesprek. Voor de vierde keer in korte tijd. Opnieuw een bestelling. William luistert, knikt en pakt er intus­sen de tablet bij. Al tijdens het telefoongesprek registreert hij de gegevens. “De order staat nu al ingeboekt”, vertelt hij als hij het telefoongesprek beëindigt.

“Zodra deze order aan de beurt

19

WORTELMAGAZINE WoRTELENBEdRIJF JooSTEN

Wortelmagazine_3.indd 19 11-01-16 15:06

is om te worden klaargemaakt, zien medewerkers die aan de band staan dat op hun tablet. Is de order ook daar verwerkt, dan drukken zij op ‘klaar’ en zie ik op mijn telefoon dat de order klaar is. Ik zie dus continu wat de status is van elke order.” Het webbased systeem, dat in de cloud draait, heeft de groei van het wortelenbedrijf in een stroomversnelling gebracht: “Ik kan me nu volledig op de ver­koop richten. Ik weet namelijk dat de orders met een minimaal foutrisico worden verwerkt.”

TEELTRESULTATEN VERGELIJKENAl heel snel hadden William en Liset in de smiezen dat zij veel meer data uit het systeem konden halen, door dwarsver­banden te leggen en ook derden toegang tot het systeem te ge­ven. “Een heel simpel voorbeeld: telers registreren het aantal meters dat ze per bak hebben gerooid. Wij zien nu precies hoe­veel kilogram er per meter van het land komt, onderverdeeld zelfs naar grof, fijn en afval.”

Hoe meer er wordt geregis­treerd, hoe leuker William het

vindt worden om nog meer uit het systeem te halen: “Dit was het eerste jaar dat we teelt­gegevens hebben bijgehouden. Volgend jaar kunnen we gege­vens gaan vergelijken met die van dit jaar. Als er kwaliteits­verschillen zijn, kunnen we kijken wat daarvan de oorzaak kan zijn, zodat we daar het jaar erop op kunnen sturen. Om maar aan te geven dat het systeem ons dus echt helpt om de kwaliteit van onze producten en dienstverlening continu te verbeteren.”

WENSEN AAN HET SYSTEEMStap voor stap zorgt het systeem voor steeds meer rust en over­zicht. Grote klanten leveren hun bestellingen inmiddels in een bestand aan, dat automatisch in het ordersysteem wordt in­gelezen. Het enige wat de firma Joosten nog moet doen, is de order checken op onregelmatig­heden en, afhankelijk van die check, een akkoord geven op de order of even contact opnemen met de klant. Zelfs als er een recall is, is dat inmiddels in het systeem ondervangen. “Op dit tabblad zie ik per verkoopdag

en per perceel wat er aan wie is verkocht”, vertelt Liset. “Mocht er in een batch iets aan de hand zijn, dan kunnen we daar in beide richtingen in de keten actie op ondernemen.”

Welke wensen hebben William en Liset nog in het systeem?

“Dat zijn er twee. Het eerste is dat wij per medewerker willen kunnen registreren hoeveel peen hij per uur verwerkt aan de band. Niet perse om die me­dewerker te kunnen controleren, maar om medewerkers een prikkel te kunnen bieden om elkaar te motiveren hun werk beter en sneller te doen.”

En het tweede? “Wij willen de teelt beter kunnen monitoren. Kijk, er zit heel veel kennis bij telers en teeltbegeleiders. Kennis, maar ook Fingerspit­zengefühl. Wij willen dat kunnen staven en gebruiken. De een beweert bijvoorbeeld dat het goed is voor de peen als hij drie keer per week een kleine ‘klets’ water krijgt, de ander zweert bij één grotere hoeveelheid water per week. Door de weersom­standigheden te registreren en te linken aan teeltgegevens, maak je kennis hard.”

PRAKTISCH NADENKENKunnen William en Liset zich nog voorstellen dat ze hun bedrijf met het ‘kladjessysteem’ zouden moeten runnen. “Nee. Zonder dit systeem hadden we bij lange na niet de groei gehad die we nu wél hebben. Of die groei in verhouding staat met de investering? Ja. Het was de investering dubbel en dwars waard. Het is ook geen rocket science wat wij hier doen. Het is een kwestie van praktisch na­denken. Daar zijn wij sterk in en onze IT­man gelukkig ook …”

>William en Liset Joosten

20

WoRTELENBEdRIJF JooSTEN WORTELMAGAZINE

Wortelmagazine_3.indd 20 11-01-16 15:06

ADRIAAN VAN EERDT OVER PLAAGDIERBESTRIJDING

Als we niet eerder en daadkrachtiger ingrijpen, als overheid en ondernemer, zal de muis ook de komende jaren nog genadeloos toeslaan in de agrarische sector. Dat stelt Adriaan van Eerdt van Pats! Plaagdierbestrijding in Creil.

Tijdens een themadag voor peentelers schudde Adriaan van Eerdt dit voorjaar zijn publiek wakker met mogelijke ramp­scenario's. Nauwelijks een half jaar later ziet hij dat zijn pleidooi om in te grijpen nauwelijks navolging heeft gekregen:

“We pakken het probleem niet bij de bron aan”, constateert hij. “We hopen dat een paar nachtjes strenge vorst of een grote voorjaarsbui de populatie muizen uit zal roeien. Bizar vind ik dat. Dat je de bestrijding van een aartsvijand fundeert op hoop.”

‘FNUIKEND BELEID’Van Eerdt vindt dat met name de overheid zich te veel laat leiden door emotie: “De beestjes worden geromantiseerd. Dat geldt niet alleen voor de muis. Ook voor

damherten, nijlgansen, marters, dassen, enzovoorts. Wist je dat de nijlgans vijftien jaar geleden nog in ons land werd geïmpor­teerd voor 1.000 euro per koppel? Nu dreigt hij een regelrechte ramp te worden voor de sector.”

"Als er al beleid wordt gemaakt, is dat vaak fnuikend", stelt hij: “Sinds dit jaar mag ik bijvoorbeeld mollenpillen gebruiken. Daar moet je dan per perceel een vergunning voor aanvragen. Die vergunning geldt echter alleen van augustus tot en met december. Inderdaad, dan is de populatie al veel te groot geworden en is de bestrijding puur cosmetisch van aard. Je moet de pillen al vanaf januari in kunnen zetten, om te voor­komen dat muizen zich gaan vermeerderen.”

De overheid moet zich volgens de plaagdier­bestrijder dan ook eens gaan realiseren dat er veel rigoureuzer moet worden ingegrepen.

“Uitstel leidt tot een genocide. En dan neem ik de gans als voorbeeld: de aantallen zijn zo groot geworden, dat er grote aantallen moe­ten worden afgemaakt. Maar juist vanwege die aantallen, mengt iedereen zich in de dis­cussie over hoe het dier het meest effectief en humaan zou moeten worden bestreden. Had de overheid eerder een daadkrachtig beleid gemaakt, dan had eerder ingegrepen kunnen worden en had die hele discussie niet plaatsgevonden.”

PROBLEMEN NEGERENOok veel agrarische ondernemers moeten volgens Van Eerdt assertiever worden in het bestrijden van plaagdieren. “Veel onder­

nemers negeren de problemen. ‘Wij hebben geen muizen’, zeggen ze dan. Nou, geloof me: je hebt ze wel. En vergis je niet: één enkel koppeltje leidt binnen een jaar tot een populatie van vijfduizend!”

Wat kan een ondernemer doen? “Er nu al mee bezig zijn. Plaats vogelpalen aan de rand van je perceel. Een valk vangt al snel 13 muizen per uur. Tel maar eens uit hoeveel dat er per dag zijn. En hoeveel dat er na een paar maanden zouden zijn als die muizen niet zouden worden gevangen. En ja, het is lastig als je de slootkanten moet maaien. Dan moet je met de maaier om de paal heen. Maar het alternatief is dat je oogst eraan gaat.”

Andere tips die Van Eerdt geeft zijn het aan­aarden van de peen, zodat alleen de peen wordt aangevreten die met het kopje boven het zand uitkomt; en het glad maken van de kopakker, omdat een muis nooit over onbe­schutte grond zal lopen. “In Duitsland wordt bovendien geëxperimenteerd met greppels en schermen die je rondom je perceel plaatst. Een veldmuis klimt of springt namelijk niet. Bovendien kun je dankzij die schermen je land onder water zetten als het nodig is. Het gaat nog om een experiment. Concrete resultaten zijn nog niet bekend.”

‘HET IS HOPEN OF HANDELEN’De afgelopen twee jaar stapelden de ramp­verhalen zich op. Hoe groot is het risico dat we ook dit jaar weer van zulke verhalen zullen horen? “Dat ligt aan het weer. Krijgen we weer een zachte winter, dan zullen er ongetwijfeld weer berichten opduiken over aangetaste percelen en gederfde inkomsten. En dan kunnen we wel met zijn allen gaan hopen op een paar nachtjes strenge vorst. Ik denk dat het beter is om eerder, bewuster en daadkrachtiger met plaagdieren om te gaan. Het is hopen of handelen. Het woord is aan de ondernemer.”

‘ MUIZENPLAAG BIJ DE BRON AANPAKKEN’

WORTELMAGAZINE PLAAGdIERBESTRIJdING

21

Wortelmagazine_3.indd 21 11-01-16 15:06

ZWITSERSE CONSUMENT WIL WORTELEN UIT EIGEN REGIO

Wortelen behoren in Zwitserland tot de belangrijkste groenten en de herkomst ervan is voor de Zwitserse consument een steeds belangrijker gegeven. De Steffen­Ris Fenaco coöperatie richt zich op de opslag, verwerking en verkoop van wortelen en andere agrarische producten. Jaarlijks verhandelt de coöperatie gemiddeld 15.000 ton wortelen. Gerhard Völkel, vertegenwoordiger van Bejo in Oostenrijk en Zwitserland, bracht een bezoek aan de coöperatie.

22

Wortelmagazine_3.indd 22 11-01-16 15:06

bestemd voor klanten in de gastronomie en de diep­vriesindustrie.

TEELTGEBIEDENDe primeurwortelen in juni komen vooral uit West­ Zwitserland, ten zuidoosten van het Meer van Genève. Door de zandige gronden met het hoge siltgehalte kun­nen ze hier ­ afhankelijk van de weersomstandigheden

­ al in februari worden gezaaid. Verdere teelgebieden bevinden zich in de groenteregio van het merenland met zijn veengronden, in het middenland rond Bätterkinden en in de regio rond Frauenfeld in het oosten van het land. In de twee laatstgenoemde gebieden komen zwaardere leemgronden het meest voor. De wortelteelt vindt plaats op basis van contracten. Al voor de oogst is er een eer­ste beoordeling van de akkers. Op basis hiervan wordt besloten voor welk doel de betreffende wortelen kunnen worden gebruikt en hoelang ze kunnen worden opge­slagen. In moderne koelpakhuizen met een capaciteit tussen 800­1500 ton per pakhuis, wordt een deel van de wortelen tot juni van het volgende jaar bewaard.

Na het vrij koude voorjaar en de hete zomer waren de verwachtingen voor de worteloogst en de kwaliteit niet al te hoog. Uiteindelijk bleken de opbrengsten gemid­deld, de kwaliteit goed en de rendementen zeer hoog. Vooral de goede kwaliteit is heel belangrijk, omdat Steffen­Ris daarin betreft geen concessies wil doen op de Zwitserse markt met zijn hoge prijzen. Bovendien is de wortelproductie en ­verwerking in Zwitserland aanmerkelijk duurder is dan in andere Europese landen, waarbij het hoge loonpeil mogelijk een rol speelt.

Zwitserland is een eiland binnen de Europese Unie en staat vooral bekend om de hoge levensstandaard, hightech producten en de wereldwijd toon­aangevende financiële sector. In de zeer beschermde markt geldt voor wortelen een zogenoemde gereglementeerde fase, die duurt van 1 juni tot en met 10 mei van het daaropvolgende jaar. In deze periode van zelfvoorziening maken hoge invoerrechten de import van wortelen vanuit de buurlanden onmogelijk, ongeacht de kostprijzen. Alleen tijdens de niet­gereglementeerde fase in de maand mei worden de invoerrechten tot een minimum verlaagd, waardoor in deze periode noemenswaardige hoeveel­heden in Zwitserland worden ingevoerd. Ook in deze vrije fase kiezen veel detailhandelaars en grossiers voor de Zwitserse producten. Daardoor is de wortelteelt lucratief binnen de Zwitserse groenteproductie, die klein­schaliger is dan in veel andere Europese landen.

Met een consumptie van 9 kg per persoon behoren wortelen in Zwitserland tot de belangrijkste groenten. In de afgelopen jaren was een duidelijke trend naar meer verwerkte producten zichtbaar. Maar nog belangrijker is dat consumenten op nationaal en regionaal niveau meer waarde hechten aan de herkomst. Ook nieuwe speciali­teiten op het gebied van gemak of kleine verpakkingen worden steeds populairder. Bijzonder zijn bijvoorbeeld de 'Unique'­wortelen van een detailhandelsketen. Dit zijn meerbenige of vervormde wortelen die eigenlijk uitgesorteerd zouden kunnen worden omdat ze niet aan de kwaliteitsnormen voldoen. In het kader van de huidige food­waste­discussie worden deze wortelen als alternatief product aangeboden.

Bij de Zwitserse coöperatie Steffen­Ris fenaco is men ervan overtuigd dat de binnenlandse productie ook bij een voortschrijdende liberalisering van de markten een belangrijke plaats blijft innemen. Bovendien is het van belang dat de productie zich dicht bij de consument bevindt en dat marktconforme hoeveelheden van optimale kwaliteit kunnen worden geproduceerd.

In drie productie­ en handelscentra worden op basis van contracten wortelen geteeld, opgeslagen, verwerkt en verhandeld, waardoor de markt het gehele jaar van wortelen kan worden voorzien. Deze over het land verspreide productie­ en handelscentra hebben tot doel de regionale productie te verhogen, korte aanvoer­ en distributiekanalen te realiseren en niet in de laatste plaats het teeltrisico te verspreiden.

LOGISTIEK SYSTEEMDe firma Steffen­Ris werd al in 1920 opgericht als handelsonderneming voor fruit, groente en aardappelen in Utzenstorf in het kanton Bern. Na een integratie­periode van enkele jaren, maakt Steffen­Ris sinds 2014 volledig deel uit van de Fenaco-LANDI Groep. Naast de aanvoer en uiteindelijk de verwerking tot kant­en­klare producten, beschikt de Steffen­Ris Fenaco coöperatie ook over een eigen logistiek systeem voor klanten in het hele land.

Verse wortelen worden afgenomen door de in Zwitser land belangrijke detailhandelsketens, terwijl de industriële rassen worden geleverd aan verwerkings bedrijven. De consumptiewortelen zijn in de meest uiteenlopende verpakkingsvormen verkrijgbaar, van de foodtainer­schaal (met 600 gram) tot de big­bag. De industriële worteltjes worden gedeeltelijk voorverwerkt en zijn bestemd voor de verwerking door de gastronomie en de diepvriesindustrie.

In totaal verhandelt de Steffen­Ris Fenaco coöperatie jaarlijks gemiddeld ongeveer 15.000 ton wortelen. Voor het merendeel worden Nantes­rassen voor de verkoop als verse wortelen geteeld. Verder worden ook Berlikumer­wortelen en een klein percentage gele wortelen geteeld. Deze wortelen zijn voornamelijk

ZWITSERSE CONSUMENT WIL WORTELEN UIT EIGEN REGIO

“Uiteindelijk bleken de opbrengsten gemiddeld, de kwaliteit goed en de rendementen zeer hoog..”

>‘Unique’-wortelen

23

WORTELMAGAZINE STEFFEN-RIS FENACo

Wortelmagazine_3.indd 23 11-01-16 15:06

“Tussen de poten van een olifant is ook ruimte.”

24

Het begon allemaal in 2006 in Sint­Katelijne­Waver. Daar richtten Dominique Severijns en zijn vennoot Gunther De Boelpaep handels­bedrijf DBS op, gespecialiseerd in groenten en fruit. Meteen vanaf het begin kochten ze hun wortelen bij Verco in Maasmechelen. Toen in 2014 eigenaar Henny Verjans met pensioen ging, besloten zij Verco over te nemen. De start verliep echter anders dan verwacht.

STROEVE STARTVerco is strategisch zeer goed gelegen, vlakbij de af­ en oprit van de E314 en Nederland en Duitsland, stelt Dominique.

“Een investering met perspectief en aan­vullend op DBS”, stelt Dominique. “Wij zaten met DBS al in hun top­4 van klanten, dus het risico van een overname was daarmee al minder groot.”

Wat DBS echter niet had voorzien, was dat precies in de week van overname Rusland zijn grenzen sloot. “Dat was een domper op de feestvreugde. De handel op Rusland viel weg, zo’n 60% van de toenmalige omzet.” Vooral aan het begin van het bewaarseizoen vroeg Dominique zich af waar hij met zijn voorraad heen moest. Hij moest op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Hij kan er nu

‘UITDAGING OM HANDEL EN TEELT

OP TE BOUWEN’

VERCO VEERT OP ONDER NIEUWE EIGENAAR

In 2014 ging wortelspoelbedrijf Verco nv uit Maasmechelen over in nieuwe handen. AGF­import­ en exportbedrijf DBS zag

mogelijkheden in dit in wortelen gespecialiseerde bedrijf. In 2015 installeerde men een moderne cameragestuurde

sorteerinstallatie. Volgend jaar is de bouw van een koelcel en laaddocks voorzien, waarmee het bedrijf klaar is voor de toekomst.

breed om glimlachen. “Opeens was er vraag. In februari was de voorraad al aardig geslon­ken, waardoor we peen moesten bijkopen.”

Door de naderende pensionering van Henny Verjans – de vorige eigenaar – werden de laatste jaren geen nieuwe investeringen meer gedaan. Contracttelers had hij boven­dien laten weten geen zekerheid te kunnen bieden voor een volgend seizoen, waar door velen afhaakten.

“Dat maakte het allemaal extra moeilijk. Telers hadden een andere weg gezocht en het was niet de bedoeling hen bij een ander bedrijf weer weg te halen. Afbouwen gaat sneller dan opbouwen. In een paar jaar tijd was de omzet sterk terug gelopen. Aan ons de uitdaging om handel en teelt weer op te bouwen.”

Die opbouw gaat in prima samen werking met voormalig eigenaar Verjans. “Hij komt hier dagelijks en dankzij hem leer ik veel bij. Hij kent de wortelteelt als geen ander en heeft nog steeds goede contacten in de sector. Belangrijk is dat hij steeds dezelfde bedrijfsfilosofie had als DBS: zolang het kan met dezelfde leveranciers blijven werken. Vertrouwen opbouwen met telers is zeer belangrijk.”

NIEUWE INVESTERINGENUit marktonderzoek bleek al snel dat er meer vraag was naar gepolishte peen. De eerste investering in Verco was dan ook een polisher. Daarna kwam er een moderne optische sorteerder die voor elke peen de dikte, lengte en kwaliteit bepaalt. Deze sorteerder levert een positieve bijdrage aan het verlagen van de arbeidsbehoefte en aan het verhogen van het kwaliteits niveau van de peen.

“We hebben testen gedaan. Daaruit bleek dat de foutmarge met mensen zeker zo groot is als met de camera, zowel in het aantal slechte peen tussen de goede, als het aantal goede tussen de slechte. Met de camera krijgen we geen betere maar wel een correctere sortering en daardoor zeker niet

VERCo NV WORTEL MAGAZINE

Wortelmagazine_3.indd 24 11-01-16 15:06

>Nieuwe verpakking Verco.

>Dominique Severijns bij de cameragestuurde sorteerinstallatie.

25

meer afval, en dit tot tevredenheid van teler en klant.” Een investering die volgend jaar zal plaatsvinden, is de bouw van een koelcel en van laaddocks om zo de koelcapaciteit uit te breiden.

KWALITEITVoor export is de herkomst van de peen niet van doorslaggevend belang, heeft Dominique ervaren. “Vooral belangrijk zijn vorm en kwaliteit, kleur daarentegen is van minder belang. Peen van zware grond heeft een betere kleur dan van lichtere. Daarmee is peen uit België in het voordeel, maar met be­drijven in Nederland werkt het makkelijker door hun verharde erven. Het verladen is er meestal beter georganiseerd. In België is het heuvelachtig en dat vertaalt zich in hogere transportkosten. Lossen en laden met de heftruck is in België niet vanzelf­sprekend. Zit je op de helft van de afstand, wil dat niet zeggen dat het transport ook de helft goedkoper is.”

“Het grote aanbod in Nederland maakt het bovendien iets makkelijker daar je gading te vinden. Wil je korte peen, of juist lange, je vindt ze wel. Dat geeft mogelijkheden om in te spelen op de vraag.”

Verco gaat in kwaliteit voor het hogere seg­ment. “Niet voor het topsegment, want daar­mee zet je jezelf vast in volumes. Je moet een bepaald volume draaien om rendement te halen. Wel willen we in zoveel mogelijk markten aanwezig zijn en daarvoor moet je alle kwaliteiten en maten kunnen leveren.”

UITSTRALINGDominique liet voor het bedrijf een nieuw logo en verpakking ontwikkelen. “Kwaliteit is onze absolute prioriteit, maar marketing verdient meer dan ooit onze aandacht.” Logo en verpakking hebben een moderne uitstraling.

“We wilden een nieuwe look, zonder Verco over boord te zetten of te verloochenen. In de loop der jaren heeft dat merk toch een goede naam opgebouwd.”

Verco is onder de peenverwerkers een relatief kleine speler, een voordeel om fl exibel in te spelen op vragen van niche­markten. Dominique glimlachend: “Tussen de poten van een olifant is ook ruimte.”

Wortelmagazine_3.indd 25 11-01-16 15:06

ONTWIKKELINGEN IN BIOLOGISCHE TEELT OVER DE GRENS

GROTE VERSCHILLEN PER LAND DOORWEERSOMSTANDIGHEDEN

DUITSLANDDe vraag naar biologische wortelen in Duitsland is groot en neemt nog steeds toe. Dit jaar wordt een lichte toename in het areaal verwacht. De binnenlandse wortel­productie wordt verhoogd om het hoge percentage import te vervangen. Op dit moment wordt 55% van de Duitse wortel­

consumptie geïmporteerd uit o.a. Nederland, Israël en Denemarken.

Er zijn in 2015 ongeveer 1600 ha biologische wortelen gezaaid in een groeiseizoen dat niet gemakkelijk was. Het seizoen begon met redelijk goede weersomstandigheden voor vroeg zaaien. In maart gaf dit aan­

vankelijk een goede ontwikkeling van het gewas. Eind maart veroorzaakten zware regenstormen echter aanzienlijke schade aan de jonge wortelen. De latere zaaiingen in juni hadden last van droogte. Als gevolg van deze weersomstandigheden was de vroege worteloogst met ten minste een of twee weken vertraagd.

Groei van de export, of tegenslagen door weers omstandigheden; de verschillende landen waar biolo gische wortelteelt plaats vindt, kenden het afgelopen jaar hun specifieke uitdagingen. Waar kampten ze mee en welke gevolgen had dit voor de opbrengst? Wat gebeurde er in de markt en welke opvallende ontwikkelingen zijn van invloed op de teelt? Bejo somt het voor je op.

26

Wortelmagazine_3.indd 26 11-01-16 15:06

ONTWIKKELINGEN IN BIOLOGISCHE TEELT OVER DE GRENS

GROTE VERSCHILLEN PER LAND DOORWEERSOMSTANDIGHEDEN

ISRAëLDe afgelopen jaren is Israël bekend geworden om de verse wortelen van hoge kwaliteit die worden geëxporteerd naar Rusland en West­Europa. Russische telers zijn door de strenge winters niet in staat om voldoende te produceren voor de interne markt, ook door de slechte kwaliteit uit de bewaar. In Israël zijn slechts zeven bedrijven die biologische wortelen telen. De wortelteelt in Israël is een dure activiteit doordat het water voor irrigatie schaars is. Daarnaast bedreigen zandstormen en natte winters die te koud of juist te warm zijn, de teelt.

In bovenstaande figuur wordt het areaal getoond. Vanaf 2013/2014 tot 2014/2015 is een sterke daling te zien in het areaal biolo­gische wortelen. De verwachte daling in de export naar Duitsland is één van de redenen. Een andere reden is het besluit van een van de belangrijkste biologische groentetelers om de productie wegens financiële redenen te stoppen.

NEDERLANDNederlandse telers kijken terug op een moeilijk groeiseizoen dat uiteindelijk goed uitpakte. De hoge temperaturen in mei/juni veroorzaakten problemen onder de ontkie­mende planten op de akkers voor de later volgroeide (bewaar)wortelen. Verbranding door de zon veroorzaakte enige schade aan de vroege plantjes dit jaar. Daardoor waren de vroege wortelen ongeveer twee weken later dan normaal, maar een goede prijs­stelling van 50­60 cent/kg leidde uiteindelijk tot goede opbrengsten. Voor de belangrijk­ste worteloogst viel later in juni voldoende

regen die verdere schade voorkwam. Door de wisselende weersomstandigheden is echter op veel bedrijven een grote variatie in de ontwikkeling van de wortelen. In 2015 traden dertig nieuwe biologische telers toe tot de markt.

DENEMARKENMet vergelijkbaar weer als in Duitsland begon het seizoen in Denemarken ook met een lang, koud voorjaar dat een trage start van het wortelseizoen veroorzaakte. De meeste oogsten hebben echter een redelijke opbrengst opgeleverd en de belangrijkste worteloogst pakte beter uit dan in het voorjaar werd verwacht. De extreme weers­omstandigheden in de landklimaatzone had­den ook invloed op het weer in Denemarken, wat leidde tot warm en vochtig weer later in het seizoen. Naast de problemen met insecten en schimmels die hierdoor zijn veroorzaakt, was de worteloogst vertraagd, maar de opbrengsten goed.

VERENIGD KONINKRIJKDe biologische wortelsector in het Verenigd Koninkrijk kent een goede vraag naar het product. Er waren grote verschillen in groei­omstandigheden van de wortelen, met grotendeels gunstige omstandigheden in de zomer in Engeland en minder gunstige, koudere, nattere omstandigheden in Schotland.

De opbrengsten van de vroege oogsten waren, met name in Oost­Engeland, lager dan verwacht als gevolg van virusproblemen door hoge concentraties bladluizen. De latere

oogsten pakten goed uit in Engeland. De Schotse planten moesten tijdens de rest van het seizoen flink in omvang toenemen om gemiddelde opbrengsten op te leveren.

VERENIGDE STATENDe Amerikaanse biologische wortelmarkt maakt een verschuiving door van klein­schalige amateurtelers naar een meer professionele benadering op grotere schaal. Tegelijkertijd vragen klanten naar beter smakende wortelen, wat ten goede komt aan rassen als Mokum, Naval en Nelson.

Het grootste gedeelte van de markt bestaat uit kleine tot middelgrote telers die leveren aan de plaatselijke boerenmarkten en CSA­bedrijven ('Community Supported Agriculture', gemeenschapslandbouw) in het noordoosten, het middenwesten en Canada. Deze telers telen een groot aantal rassen die overeenkomen met ongeveer 8500 ha Nantes­ en 1500 ha Imperator­wortelen. Het andere marktsegment is dat van de grote commerciële telers die leveren aan super­markten en de verwerkende industrie. Deze markt bestaat uit ongeveer 1500 ha waspe­nen en 800 ha wortelen voor verwerking.

“Wat in het verleden onder gematigde omstan­digheden voldoende was, is niet langer goed genoeg met de veranderende weerpatronen”, zegt Jan van der Heide, vertegenwoordiger van Bejo in het noordwesten van de VS.

“Deze omstandigheden vragen om zeer sterke bladeren bij wortelrassen, wat een sterke eigenschap is van onze nieuwe wortelen van het ras Bangor, zoals Blanes.”

4.000

3.000

2.000

1.000

3.500

2.500

1.500

500

006 ­ 07

07 ­ 08

08 ­ 09

09 ­ 10

10 ­ 11

13 ­ 14

11 ­ 12

14 ­ 15

12 ­ 13

15 ­ 16

conventioneelbiologisch

WORTELAREAAL PER SEIZOEN IN HECTARE

Droge en koude start, Sloeg om naar regen En wind in 2e helft

Warm en droog bijna het gehele seizoen

1

3

2

4

5

Van een droge start naar wisselvallig weer en later storm

Koude start met sneeuw, later werd het koud en nat

Flink natte start veranderde in droog en warmere weersomstandigheden

> Oogst biologische wortelen. 27

WORTELMAGAZINE oNTWIKKELINGEN BIoLoGISChE TEELT

Wortelmagazine_3.indd 27 11-01-16 15:06

Bijbemesten aan de hand van plantsap­ analyses. In diverse teelten is dat de normaal­ste zaak van de wereld. Bejo­vertegenwoor­diger Johan Voragen vroeg zich af of dat ook wat zou zijn voor de peenteelt. In het voorjaar van 2015 vroeg hij drie peentelers mee te doen aan een proef, begeleid door Hortinova. Alle drie bemestten één baan peen aan de hand van plantsap­analyses en de rest volgens de gebruikelijke praktijk.

‘MET EEN STANDAARDBEMESTING DOE JE

EIGENLIJK MAAR WAT’

TELERS BEPROEVEN BEMESTING VIA PLANTSAP-ANALYSE

Drie telers besloten in het voorjaar van 2015 om samen met Bejo Zaden mee te doen aan een proef voor het optimaliseren van de bemesting in peen.

Met plantsap­analyses werd gedurende de teelt bepaald of en hoe er bijbemest zou

worden. De begeleiding werd verzorgd door Chris van Laarhoven van Hortinova.

28

Wortelmagazine_3.indd 28 11-01-16 15:06

Dan ziet Van Laarhoven toch liever dat het stikstofaanbod nog verder beperkt blijft, in combinatie met bladbemesting van ureum plus aminozuren. “Ureum plus aminozuren is een goedkope bladmeststof, die je zelf mengen kan. Je spuit 10 tot 50 liter per hec­tare, eventueel aangevuld met een fungicide. Dat geeft een vergroeningseffect. Tot aan het eind van de teelt hou je dan het gewas gezond met magnesium en silicium.”Roger Custers, die ook deelneemt aan de proef: “In juli strooi je een rondje stikstof en that’s it.”

SILIFORCE“In plaats van bijbemesten kun je beter een bladmeststof toepassen”, vindt Van Laarhoven. “Bijvoorbeeld Microtop met daarbij opgelost eventueel extra stikstof, een fungicide en Siliforce (een silicium­meststof). Silicium verhoogt de effectiviteit van fungiciden waardoor je de dosering zou kunnen verlagen.”

Roobaard verlaagt de dosering van fungiciden al standaard met twintig procent. Het is de vraag of je dan met toevoeging van Siliforce nog eens mag korten.

Custers vindt de peenteelt ‘allemachtig duur’. “Moet je dan risico’s nemen om op gewasbescherming te besparen? Ik ben geen proeftuin om uit te gaan zoeken welke dosering misschien net zo goed is.”

Siliforce kan ook vroeg in het seizoen worden ingezet, vult Van Laarhoven nog aan.

“Je kunt er zelfdunning mee tegengaan, en uiteindelijk de sortering uniformer krijgen. Het wordt dan vanaf het vierbladstadium gespoten, eventueel gecombineerd met een herbicide. Silicium maakt dat de voorlopers iets worden geremd in groei, waardoor de achterblijvers de kans krijgen de voorlopers in te halen.”

Opbrengstverhoging zou mooi zijn, maar het gaat vooral om verbetering van kwaliteit en bewaarbaarheid.” Aan het eind van de bewa­ring wordt beoordeeld of dat gehaald wordt.

WEZENLIJK ANDERS“Bemesten aan de hand van plantsap­analy­ses is wezenlijk anders dan via grondmon­sters”, zegt Chris van Laarhoven van Horti-nova. “Toen ik begon met plantsap­ analyses kon al mijn oude kennis van bemesting overboord. Die werd op slag nutteloos. Als je meet wat er in het blad zit, weet je hoe het er voor staat, daarmee kijk je naar de be­hoeftes. Met een standaard bemesting en in augustus een bijbemesting doe je eigenlijk maar wat.” Zijn begeleiding is daarom meer dan alleen maar kijken naar bladanalyses. Allerlei aspecten, zoals toepassen van compost, silicium, magnesium en humine/fulvinezuren komen daarin aan bod.

“We moeten proberen de bodem voor ons te laten werken”, is zijn uitgangspunt. “Daarin is de plantsap­analyse een goed hulpmid­del. Je houdt er de vinger mee aan de pols. Daarmee kom je erachter dat de grond veel meer kan dan je denkt; op voorwaarde dat het bodemleven in balans is en de grond voldoende humus heeft en makkelijk mine­ralen levert.”

STIKSTOFIn de praktijk wordt nog regelmatig stikstof gegeven, ziet Van Laarhoven, ondanks de lage N­behoefte van peen. “Je kunt je afvragen of de bodem die stikstof niet zelf kan leveren. Plantsap­analyses zijn ideaal om dat na te gaan. Die geven een heel goed beeld van de mineralisatie.”

Hij begrijpt wel waarom nog veel peentelers vasthouden aan een standaardgift stikstof.

“KAS strooien geeft hen gemoedsrust, met aan het eind van de teelt grasgroene percelen. Maar het is heel simpel: royaal bemesten met stikstof maakt de peen veel gevoeliger voor scheuren en het gewas loopt meer kans op inval van insecten en schim­melziekten.”

Hij vervolgt: “Nog altijd worden bij winter­peen adviezen gegeven van 150 kg N per hectare, maar gelukkig prikken veel telers daar doorheen en zijn al teruggegaan naar 60­80 kilo.”

Het resultaat was opvallend: of de peen nu meer (praktijk) of minder (plantsap­analyse) stikstof had gekregen, zowel de loofontwik­keling als de opbrengst waren op het oog gelijk. “We hadden ook geen zichtbare verschillen verwacht”, zegt Aard Roobaard, een van de deelnemende telers, “want die zie je alleen als ze erg groot zijn. Met be­mesten aan de hand van plantsap­analyses verwachten we kleine detailverbeteringen.

“Toen ik begon met plantsap-

analyses kon al mijn oude kennis

van bemesting overboord.”

>v.l.n.r. Rogier Custers (teler), Johan Voragen (Bejo), Chris van Laarhoven (Hortinova)

29

WORTELMAGAZINE PLANTSAP-ANALYSE

Wortelmagazine_3.indd 29 11-01-16 15:06

ORGANISCHE STOFOrganische stof wordt een steeds belangrij­kere factor om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. “Het gaat allemaal niet meer als vanzelf, zoals 20 jaar geleden”, ziet Van Laarhoven. “Als teler moet je weer terug naar een hogere bodemvruchtbaarheid. Met compost is veel aan het bodemleven te doen. Het leidt tot een continu proces, waardoor je minder afhankelijk wordt van kunstmest en chemie. Maar let wel op de kwaliteit. Er zijn veel tegenvallers door slecht composteren. Een goed uitgerijpte compost kun je meteen toepassen. Is deze niet goed doorverteerd dan moet dat verder op het eigen bedrijf gebeuren.”

Ook zou het uitrijden van vaste mest (van geit of koe) ergens in het bouwplan moeten worden opgenomen, stelt hij. Van champost is Van Laarhoven minder gecharmeerd, vanwege de slechte Ca/Mg­verhouding. Hoe dan ook gaat zijn voorkeur uit naar organische mest boven kunstmest.

Het niet afvoeren van stro na een graanteelt kan ook fl ink bijdragen aan de bodemvrucht­baarheid. Hij adviseert om compostthee over het stro of over de stoppel te spuiten; de daarin aanwezige schimmels en bacteriën brengen het verteringsproces versneld op gang.

Er zijn gespecialiseerde bedrijven die compost thee op bestelling produceren. Zij maken de compostthee onder gecon­ditioneerde omstandigheden.

"Organische stof aanvoeren met bijvoorbeeld mest, compost of huminezuren is dé manier om de grond aan de gang te houden”, stelt Van Laarhoven. “Kali-60 doet precies het tegenovergestelde, daarmee gaat de bodem­vruchtbaarheid naar beneden.”

De toepassing van humine­ en fl uvinezuren bij het zaaien is gunstig voor de bodem, stelt hij. “Daarmee kun je besparen op fosfaat, doordat dit makkelijker beschikbaar komt. Een gift huminezuur plus fl uvinezuur ­ beide 10 liter per hectare ­ activeert de micro­biologie, waardoor ook organische stof kan worden omgezet naar humus.”

Nog een mogelijkheid is toepassen van Bacteriosol. “Dat is een interessant product”, vindt Van Laarhoven. “Het stimuleert de wortelontwikkeling, en zelfs lijken aaltjes ook beter beheersbaar.”

Custers reageert sceptisch: “Veel middeltjes beloven een 10% hogere productie. Als ik vier van die middelen toepas, is mijn productie dus plus 40%. Daar kan ik niets mee.”

Op één perceel van een deelnemer lijken er na­effecten te zijn van een persistente herbicide.

MIRAMAGVoor verbetering van de bodemvruchtbaar­heid is op de zandgronden de dolomietkalk­meststof Miramag al fl ink ingeburgerd. Een gift vóór de peen­ of uienteelt uit wordt al heel gebruikelijk. Het is ook toegestaan in de bioteelt.

“Op kleigrond kun je over de vorst 800 tot 1.000 kilo Miramag per hectare strooien, wat neerkomt op 500­700 kilo kieseriet”, licht Van Laarhoven toe.

“Het voordeel van Miramag is dat de magnesium niet uitspoelt. Kieseriet is op basis van magnesiumsulfaat. Dat is water­oplosbaar waardoor dat wel uit kan spoelen. Daarom is deze toepassing alleen kort voor het trekken van de ruggen zinvol. Uit Miramag komt de magnesium echter gedurende 1,5 tot 2 jaar vrij. En het is de goedkoopste manier om je magnesium behoefte in te vullen”, vindt Van Laarhoven. “Ook op huur-land kun je je er geen buil aan vallen.”

Magnesium geeft een sterkere groei van haarwortels met daardoor een intensievere beworteling. Ook leidt het tot een hoger bladgroengehalte met daardoor een ef­fi ciëntere fotosynthese. “Laat je dat links liggen dan moet je meer stikstof geven.”

STAPPEN MAKENVoor Bejo is deze proef met plantsap­analyses een eenjarig project. Voor de deelnemende telers zijn de resultaten en

de begeleiding echter dermate interessant dat ze er nog zeker een jaar mee doorgaan.

“Onze drijfveer is dat het goed gaat met de teelt, maar het kan beter. Allicht kunnen we een sprong maken in kwaliteit en bewaar­baarheid.”

Roobaard heeft een ruim bouwplan en hij verhakselt al alle stro. Toch zijn er naar zijn overtuiging nog stappen te maken, zoals met compostthee. Van Laarhoven onderschrijft dat: “Door royaal gebruik van kunstmest is de grond van nu voor 90% dood, waardoor je meer bestrijdingen moet uitvoeren. Je komt van het een in het ander. Met compostthee zetten schimmels en bacteriën het proces naar omvorming tot humus direct in gang. Daarmee krijg je de grond weer aan de praat en kun je je handen er als het ware vanaf trekken. Peen die zich lekker voelt wortelt diep en heeft daardoor alleen wat kali nodig. Tien jaar terug had ik dat niet willen geloven, maar de plantsap­analyses laten het zien.”

PLANTSAP-ANALYSEBij een analyse van het sap in peenloof wordt vooral gekeken naar de mobiele mineralen N, P, K en Mg. Hierbij wordt jong en oud blad apart van elkaar geanalyseerd. Oud blad is een buffer voor het jonge blad. In analyses vind je in ouder blad daarom altijd meer mineralen dan in jong blad. Is er nauwelijks verschil tussen beide, dan dreigt een tekort aan voeding en kan snel een correctie worden uitgevoerd. Bij een tekort aan mineralen duurt het zeker drie weken voordat een plant dat laat zien en komt een correctie te laat. Bemestingsdeskundige Chris van Laarhoven van Hortinova: “Met plantsap­analyses zie je een eventueel gebrek al mijlenver aankomen.”

“Je moet terug naar een hogere bodem vruchtbaarheid.

Met compost is veel aan het bodemleven te doen, waardoor

je minder afhankelijk wordt van kunstmest en chemie.”

30

PLANTSAP-ANALYSE WORTELMAGAZINE

Wortelmagazine_3.indd 30 11-01-16 15:06

Bejo Zaden B.V.Trambaan 1 1749 CZ WarmenhuizenT + 31 (0) 226 396 162F + 31 (0) 226 393 504E [email protected] www.bejo.nl

Verkoopteam Benelux

Sales manager Sales Benelux & ScandinaviaRobert Schilder M 06 51 230973E [email protected]

Noordwest NederlandJoris UrsemM 06 51 794575E [email protected]

1

West BelgiëDirk VanparysM 0475 781527E [email protected]

7

Zuidwest NederlandRob van den BosM 06 53 427746E [email protected]

2

Specialist sla, knolselderijen Agrisemen assortimentCees van DrunenM 06 50 503058E [email protected]

Oost BelgiëKoen VerbruggenM 0495 537280E [email protected]

8

Midden-Zuid NederlandPascal StaaksM 06 10 941722E [email protected]

3

Noordoost Nederland,IJsselmeerpoldersJohan VoragenM 06 51 794687E [email protected]

4

Zuidoost NederlandMaurice DebenM 06 53 562715E [email protected]

5

Flevoland,Midden-Oost NederlandJoost LitjensM 06 15 092956E [email protected]

6

WARMENHUIZEN

3

1

4

6

2

5

7

8

SINT KATELIJNE WAVER

Bejo Zaden Belgium b.v.b.a.Berkenhoekstraat 6 2861 Sint Katelijne Waver (O.L.V. Waver)T + 32 (0) 15 207771/207603F + 32 (0) 15 209940E [email protected] www.bejo.be

Wortelmagazine_3.indd 31 11-01-16 15:06

BEJO ZADEN B.V.Postbus 501749 ZH WarmenhuizenNederlandT: (+31)226 396 162F: (+31)226 393 504E: [email protected]: www.bejo.nl

BEJO ZADEN BELGIUM B.V.B.A.Berkenhoekstraat 62861 O.L.V. WaverBelgiëT: (+32)15 207771 / 207603F: (+32)15 209940E: [email protected]: www.bejo.be

That's bejo quality bejo.nl bejo.be

Wortelmagazine_3.indd 32 11-01-16 15:06