Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

78
O LDENZAAL C ENTRAAL Beeldkwaliteitplan 13 09 2007 Khandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur B.V. - Benthuizen - Zwolle

description

OLDENZAAL CENTRAAL Beeldkwal i tei tplan

Transcript of Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Page 1: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

O LDENZA AL C ENTRA ALBeeldkwaliteitplan 13 09 2007

Khandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur B.V. - Benthuizen - Zwolle

Page 2: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Werkgroep

de heer H.M.A. Reerinkde heer F.W.M. van Esde heer J.G. Bruilde heer S.V. Khandekarmevr. E.A. Viviermevr. A.H. van Koldenhovende heer M.V. Elslo

Beleid en Ontwikkeling, team stedelijke vernieuwingBeleid en Ontwikkeling, team stedelijke vernieuwingBeleid en Ontwikkeling, team stedelijke vernieuwingKhandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bvKhandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bvKhandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bvKhandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bv

Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bv

Benthuizen – Zwolle

khandekar

Opdrachtgever

Gemeente Oldenzaal

Ontwerp

Khandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur bv

Procesregie

Weusthuis Procesregie & Advies, Groningen

Page 3: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

O LDENZA AL C ENTRA ALBeeldkwaliteitplan

Page 4: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

4

Page 5: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

5

INHOUDSOPGAVE

Inleiding ..................................................................................................................7

BASISOPZET EN BEELDVORMING

Concept ...................................................................................................................12Ruimtelijke basisstructuurkaart .......................................................................14Hoofdverkeersstructuur .....................................................................................15Basisfunctiekaart .................................................................................................16Basisstructuur openbare ruimte ......................................................................17Bouwhoogtes ........................................................................................................18Hoogteverschillen ................................................................................................19Parkeren ..................................................................................................................20Mogelijke stedenbouwkundige uitwerking ..................................................22

BEELDKWALITEIT BEBOUWING

Gebiedsindeling Bebouwing .............................................................................26Kleuren en Materialenpallet .............................................................................28De loper ...................................................................................................................32De loper – accenten .............................................................................................36De woongebieden ................................................................................................40Vrije elementen – Enschedesestraat ...............................................................46Vrije elementen – Parallelstraat .......................................................................48Vrije elementen – Stakenbeek ..........................................................................50

BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

Gebiedsindeling Openbare Ruimte .................................................................54Sfeer en karakter ...................................................................................................56Begrenzing terrassen met keermuren ............................................................58Bomen .....................................................................................................................60Kleurstelling, materiaalkeuze en bijzondere elementen ...........................62Loper ........................................................................................................................64Het Stationsplein .................................................................................................66De Stakenbeek ......................................................................................................66Bisschop Balderikstraat / Parallelstraat ..........................................................70Bosgebieden ..........................................................................................................72Groen ingerichte woonstraten ..........................................................................74

Page 6: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

6 INLEIDING

Page 7: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

7

INLEIDING

In 2003 is in opdracht van de gemeente Oldenzaal door Bureau Khandekar een visie voor de stationsomgeving van Oldenzaal opgesteld. Het gebied van de sta-tionsomgeving wordt aan de noordzijde begrensd door de Prins Bernhardstraat en de Haerstraat, aan de oostzijde door de Boerskottenlaan, aan de zuidzijde door de Stakenbeek en aan de westzijde door de Enschedesestraat en de Spoorstraat. De visie is in 2003 door de raad aangenomen en vervolgens is er in 2005 een master-plan opgesteld met de visie als uitgangspunt.

In het masterplan zijn basisstructuurkaarten opgesteld die een uitspraak doen over zaken als ruimtelijke structuur, verkeer, functies, openbare ruimte, bouw-hoogte en hoogteverschillen in het maaiveld. Uitgangspunt voor het plan is een groen eindbeeld en een versterkte relatie tussen de omliggende gebieden. Ver-sterking van de oost-west lijnen leveren een betere relatie op met het landschap in het oosten. De introductie van een centrale openbare as, de loper, levert een verbinding op tussen de wijk Zuid-Berghuizen in het zuiden, het nieuwe verdiepte station in het midden van het plangebied, en het centrum van Oldenzaal ten noorden van het plangebied. Het gebied bevat nu al hoogteverschillen, welke door het verdiepen van het spoor nog versterkt worden. Deze hoogteverschillen worden zichtbaar gemaakt door het gebied in te richten met terrassen die een bindend thema in de openbare ruimte zullen vormen.

DOEL EN FUNCTIE

Voor Oldenzaal Centraal wordt een kwalitatief hoogstaand eindbeeld nage-streefd, zowel in de bebouwing als in de openbare ruimte. Om deze kwaliteit te waarborgen is dit beeldkwaliteitplan opgesteld. Het doel van het beeldkwaliteit-plan is inzicht te geven in de gewenste verschijningsvorm van de gebouwde en de onbebouwde omgeving van de Oldenzaal Centraal. Het plan geeft op verschil-lende niveaus in woord en beeld de uitgangspunten voor de architectonische uit-werking aan. Daarnaast stelt het beeldkwaliteitplan kaders en biedt het inspiratie aan ontwerpers en initiatiefnemers. Naast inspiratiebron vervult het beeldkwali-teitplan ook een rol als toetsingskader voor de gemeente, de welstandcommissie en de supervisor. Het beeldkwaliteitplan vervangt dan ook de welstandsnota voor Oldenzaal Centraal.

Page 8: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

8

OPZET EN WERKWIJZE VAN HET BEELDKWALITEITPLAN

Het beeldkwaliteitplan bestaat uit drie delen. Het eerste deel bevat een korte verwijzing naar de voorgaande vastgestelde documenten, zoals de visie Oldenzaal Centraal en het Masterplan Stationspark Oldenzaal Centraal. De uitgangpunten uit beide documenten vormen het vertrekpunt van het beeldkwaliteitplan. Deze punten krijgen hun weerslag in het tweede en derde deel waar de beeldkwaliteit wordt behandeld. Beide delen bevatten richtlijnen en toetsingskaders. In het beeldkwaliteitplan is onderscheid gemaakt tussen de gebouwde omgeving en de openbare ruimte, waarbij het tweede deel zich toespitst op bebouwing terwijl in het derde deel de openbare ruimte aanbod komt.

Zowel het deel van de bebouwing als de openbare ruimte start met uitspraken over de het gehele plan. Met name het kleur- en materiaalgebruik wordt hierin beschreven. Daarnaast wordt het plangebied ingedeeld in deelgebieden die uit dezelfde kenmerken bestaan. Vervolgens wordt elk deelgebied apart beschre-ven. De beschrijving van een deelgebied bestaat uit een algemeen deel waar de sfeer die wordt nagestreefd wordt toegelicht en een specifiek deel waarbij per thema puntsgewijs de stedenbouwkundige uitgangpunten en voorwaarden voor beeldkwaliteit worden beschreven. Met name dit deel vormt voor welstand het kader waarop plannen worden beoordeeld en moet dan ook gelezen wordt als een toetsingslijst.

Van deze toetsingslijst wordt slechts afgeweken als het ingediende plan een uitzonderlijk hoge (architectonische) kwaliteit bezit waarmee waardevolle toe-voegingen aan Oldenzaal Centraal worden gegeven. Als zowel supervisor en de welstandcommissie het over deze kwaliteit eens zijn, dan kan de welstandscom-missie, weliswaar schriftelijk gemotiveerd, adviseren om van het voorgestelde beleid af te wijken.

MONSTERBORD

Als eerste indicatie van de kleuropzet is in het beeldkwaliteit plan een kleuren-pallet opgenomen. Om echter niet afhankelijk te zijn printerinstelling is bij de gemeente een monsterbord met verschillende kleuren aanwezig. Op dit bord zijn de boven- en de ondergrens van de te kiezen kleuren vastgelegd. Voor de goedkeuring van de kleurenvoorstel van de planindiener, zal het voorstel dan ook vergeleken worden met het monsterbord.

Page 9: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

9

BEOORDELING VAN PLANNEN

Belangrijk bij de begeleiding van de plannen zijn de supervisor, de rayonarchi-tect en de welstandscommissie. Het aspect waarop wordt begeleid verschilt per functie:

In eerste instantie heeft de planindiener te maken met de supervisor. Deze bege-leid de indiener tot en met de schetsontwerp fase. De supervisor zal in samenwer-king met de gemeente kijken naar de hoofdlijnen van het ontwerp, de samenhang van de bebouwing onderling en met de openbare ruimte, naar het materiaalge-bruik en naar specifieke richtlijnen die zijn vastgelegd in het beeldkwaliteitplan. De supervisor toetst het plan aan het beeldkwaliteitplan waarin stedenbouwkun-dige uitgangspunten zijn vastgelegd en waarin richtlijnen zijn opgesteld voor de verdere uitwerking van de bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte.

Al in een vroeg ontwerpstadium overlegt de supervisor in samenwerking met de gemeentelijke beleidsambtenaren de bouwplannen met de rayonarchitect. De rayonarchitect informeert op zijn beurt de welstandscommissie over de voort-gang van het ontwerp voordat deze officieel wordt ingediend. Hierdoor kunnen in een vroegtijdig stadium de opmerkingen van welstand in het ontwerp meegeno-men worden.

Als het schetsontwerp gereed is schrijft de supervisor een pre-advies voor wel-stand (Wanneer bouwplannen worden ingediend bij de gemeente voordat deze zijn goedgekeurd door de supervisor, kunnen deze in principe dus niet behandeld worden). De welstandscommissie bepaalt of het gebouw aan de redelijke eisen van welstand voldoet en kijkt in vergelijking met de supervisor meer op gebouw en detail-niveau. Ook voor de welstandscommissie vormt het Beeldkwaliteitplan het toetsingskader. In geval van conflict tussen het advies van de Supervisor en het advies van de welstandcommissie beslist het gemeente bestuur. Daarna doet de welstandcommissie de verdere begeleiding van de architect tenzij er bij de welstandsvergadering anders wordt besloten. Redenen om de architect ook na de schetsontwerpfase door de supervisor te laten begeleiden zijn als de samenhang van de bebouwing met de openbare ruimte nog onvoldoende uitgewerkt is of als er in het ontwerp van specifieke beeldkwaliteitrichtlijnen worden afgeweken.

Page 10: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL
Page 11: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

BASISOPZET EN BEELDVORMING

Page 12: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

12 CONCEPT

CONCEPT

Het plangebied van Oldenzaal Centraal ligt tussen de binnenstad van Oldenzaal en de wijk Zuid Berghuizen. Het spoor doorsnijdt het gebied, met het treinstation mid-den in het plangebied. De huidige functie van het gebied is hoofdzakelijk bedrijven-terrein. Deze functie en het spoor verstoren de relatie tussen Zuid Berghuizen en de binnenstad. Om deze barrière op te heffen dient het spoor verdiept te worden en moet de functie van het gebied veranderen naar een combinatie van wonen en wer-ken. Op deze manier vormt het gebied een logische overgang tussen Zuid Berghuizen en de binnenstad.Essentieel in het plan is de ligging tegen een landschappelijk gebied in het oosten en de hoogteverschillen in het gebied. Om de band met het landschap te versterken worden de oost-westlijnen versterkt. De Bischop Balderikstraat/Parallelstraat wordt vloeiender en groener aangelegd, met brede bermen en bomen aan weerszijden van de weg. Aan de Stakenbeek worden appartementen en woningen gerealiseerd met hun oriëntatie op de beek. Ook wordt er een langzaam verkeerroute aangelegd om de recreatieve waarde te vergroten. Doordat het spoor iets naar het zuiden verlegd wordt ontstaat er ruimte om langs het stationsplein aan de noordzijde een extra rij bebouwing te realiseren, gericht op het spoor.

Het natuurlijke hoogteverschil wordt gebruikt om de barrièrewerking van het spoor zo veel mogelijk op te heffen. De grond die vrij komt voor het verdiepen van het spoor wordt gebruikt om terrassen en taluds te maken. Op deze manier wordt het hoogte-verschil extra voelbaar gemaakt. De talluds geven ook de mogelijkheid het parkeren uit het zicht weg te werken. Aan de zuidzijde van het stationsplein loopt het niveau geleidelijk op, terwijl aan de noordzijde het hoogteverschil gedramatiseerd wordt door het verschil in steile wanden en trappen op te vangen. Daarnaast worden de terrassen ingezet om zicht op de Stakenbeek te geven en om de loper geleidelijk over het spoor te laten gaan. Tot slot kunnen de terrassen gebruikt worden om auto’s uit het zicht te parkeren.

Om goed aan te sluiten op de omgeving moet de algemene uitstraling van het gebied informeel en vriendelijk zijn. Dus groen ingerichte straten, weinig auto’s in het beeld, architectuur die zich mooi voegt in een groene omgeving en kleinschalige bebou-wing. Op de pagina hiernaast staat het ruimtelijk concept uitgebeeld.

Page 13: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

13

Verdiept aanleggen van het spoor, de perrons en een plein dat een groen beeld van de stad Oldenzaal toont.

Verplaatsing Enschedestraat/Spoorstraat zodat de zichtlijn op de Plechel-mustoren hersteld wordt. Busstation op het viaduct over het spoor.

Intruductie van een brede loper als verbinding tussen Zuid-Berghuizen met de binnenstad. Groene, helder afgebakende ruimte georiënteerd op de watertoren en het ziekenhuis.

Perrons tussen de loper en het busstation. Verbinding d.m.v. trappen en hellingbanen zorgt voor optimale bereikbaarheid.

Afwisseling van groene “kamers” met veel bomen tussen losstaande be-bouwing worden afgewisseld met meer dicht bebouwde “kamers”.

Bisschop Balderikstraat/Parallelstraat vormen hoofdontsluiting ten zuiden van het spoor. Het oude Van Gendt en Loosterrein wordt vanaf de ver-lengde Helmichstraat en de Landrebenlaan ontsloten.

Het hoogteverschil in het gebied wordt beter voelbaar gemaakt door teras-sen en taluds toe te passen.

Versterking van oost-westlijnen (Bisschop Balderikstraat/Parallelstraat en Stakenbeek) zodat een betere relatie met het landschap ontstaat. Extra bebouwingsrij aan de Stationsstraat gericht op het spoor. Woningen aan de Stakenbeek.

1

2

3

4

5

6

7

8

Page 14: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

14 RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR

RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUURKAART

In deze kaart wordt de begrenzing van de ruimtes van het masterplan vastgelegd. Aangegeven wordt bijvoorbeeld waar bebouwing op één rooilijn wordt geplaatst of waar bebouwing vrij in de ruimte staat. Als basis geldt overigens dat de morfo-logie van de bebouwing informeel moet zijn.Deelgebieden met een open structuur met in de tussenruimten veel groen en bomen liggen langs de Enschedesestraat, tussen het spoor en de Parallelstraat en langs de Stakenbeek.Langs het station worden de gebouwen in een doorgaande rooilijn geplaatst, gericht op het stationsplein. Ook de gebouwen langs de loper worden in een door-gaande rooilijn geplaatst, met twee bescheiden accenten bij de kruising met het spoor en een hoger accent als zuidelijke afsluiting.De rooilijn van de bebouwing aan weerszijden van de Bischop Balderikstraat/Parallelstraat verspringt telkens iets om de weg een losser karakter te geven. Het-zelfde geldt voor de terreinen van “Van Gend en Loos”, waar de voorkanten op het spoor gericht zijn, en de gemeentewerf.

Structuur bepalende bomenlaan

Rooilijn van ruimte begrenzende bebouwingBebouwing met licht versprin-gende rooilijnVoorkanten

Hoogte accentGroen ingerichte voetgangersver-bindingBusstation

Voetgangersgebied

Groen ingerichte loper met bomenrijen

Boomrijke gebieden met vrij-staande gebouwen

Bijzondere woningtypes in het groen

Mogelijke (half verdiepte) par-keerconcentratie voor P + R

Stationsstraat

Ensch

edesestraat

Burg. Wallerstraat

Bisschop Balderikstra

at

Helm

ichstraat

Parallelstraat

Page 15: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

15HOOFD VERKEERSSTRUCTUUR

HOOFDVERKEERSSTRUCTUUR

Als de Enschedesestraat ter plaatse van de rotonde wordt verlegd in westelijke richting ontstaat de mogelijkheid om de zichtlijn op de Plechelmustoren en watertoren te herstellen. Haaks hierop ligt de Bisschop Balderikstraat/Parallel-straat. De ligging van deze straat blijft globaal op deze plek, het verloop wordt echter vloeiender gemaakt. Alle woonstraten ten zuiden van het spoor takken hierop aan. De woonstraten zijn alleen voor bestemmingsverkeer en daarom vaak doodlopend. Hierdoor kan het groene beeld versterkt worden zonder dat de bereikbaarheid daar onder leidt. Alleen naar het stationsplein wordt een lus gelegd om het verkeer zo goed af te kunnen wikkelen.De Helmichstraat en het verlengde daarvan, over het spoor, vormt de belangrijkste noord-zuid verbinding in het plangebied. Via het huidige stationsplein en de Watertorenstraat wordt het verkeer naar het centrum geleid.Fietsen vindt in het plangebied hoofdzake-lijk plaats op de autoweg. Alleen langs de Enschedestraat blijven de vrijliggende fietspaden gehandhaafd en aan de noordkant van de loper wordt het fietspad aan de oostzijde vrijgelegd om zo direct aan te sluiten op de Watertorenstraat. Aan de oostzijde van het plangebied, bij de Boerskottenlaan wordt een tweede fietsver-binding geïntroduceerd, de exacte locatie is nader te bepalen.

Hoofdweg

Secundaire wegen

Woonstraat, doodlopend, exacte positie n.t.b.

Groen ingericht voet-gangersverbinding

Fietsroute

Fietsroute: oversteek n.t.b. (zoekgebied

Woonstraat, doorlopend, exacte positie n.t.b.

Toegang tot parkeerveld c.q. garage, exacte positie n.t.b.

StationsstraatEn

sched

esestraat

Burg. Wallerstraat

Bisschop Balderikstra

at

Helm

ichstraat

Parallelstraat

Page 16: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

16

Kantoren

Woningen

Woningen gemengd met voorzieningen

Voorzieningen

Accent

BASIS FUNCTIEKAART

BASISFUNCTIEKAART

Het masterplan doet alleen uitspraken over waar specifieke functies geplaatst moeten worden om bijvoorbeeld levendigheid in de openbare ruimte te waarbor-gen. Door grote delen van het plangebied niet in de delen qua gebruik blijft het plan flexibel en kan er ingespeeld worden op toekomstige wensen en ontwikke-lingen.Langs de Enschedesestraat moeten i.v.m. geluidhinder en de aantrekkelijke uitstraling van het gebied naar de invalsweg toe, kantoren of kantoorachtige be-drijven komen. Langs de loper wordt hoofdzakelijk gewoond. Om de levendigheid overdag te waarborgen komen er op de begane grond kleinschalige dienstverle-nende functies, eventueel gecombineerd in woon-werkwoningen. Uitzondering vormt het zuidelijke accent bij de kruising met het spoor, waar i.v.m. geluidover-last alleen kantoorfunctie mag komen. Zuidelijker, langs de Helmichstraat, wordt gewoond boven (grootschalige) centrumvoorzieningen.Langs de Stakenbeek komen woningen. Het oude belastingkantoor komt vrij en midden in de loper te staan en biedt plaats aan voorzieningen.

Stationsstraat

Ensch

edesestraat

Burg. Wallerstraat

Bisschop Balderikstra

at

Helm

ichstraat

Parallelstraat

Page 17: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

17BASISSTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE

BASISSTRUCTUUR OPENBARE RUIMTE

In het plangebied zijn vier belangrijke openbare ruimtes te onderscheiden, na-melijk het stationsplein, de loper, de Stakenbeek en de Bisschop Balderikstraat. Ieder ruimte zal een eigen karakter krijgen, passend bij de functie in het openbare gebied. Op het stationsplein krijgen reizigers hun eerste indruk van Oldenzaal en daarom is er naast verharding ook veel ruimte voor groen op het plein. Hiermee wordt het beeld van Oldenzaal als een groene, vriendelijke stad bevestigd. Om het plein overzichtelijk te houden is gekozen voor gras. Hoogteverschillen krijgen nadruk en hoge muren worden begroeid. De loper is de belangrijkste openbare ruimte in het plan en vormt een belangrijke verbindingsschakel tussen Zuid Berghuizen, het station en het centrum. Het moet een levendige, kleinstedelijke uitstraling krijgen met brede trottoirs, laanbeplanting en hagen om het verkeer te scheiden. De Stakenbeek vormt de verbinding met het landschap en krijgt een ontspannen uitstraling met brede oevers met gras en losse boomgroepen. Ook krijgt de beek een voetgangersroute aan de noordzijde en/of zuidzijde. De Bis-schop Balderikstraat maakt deel uit van de ontsluiting van het plangebied en is eveneens een sterke groene ruimtelijke drager van het plan. De bermen worden met gras beplant en laanbomen begeleiden de weg.

Bisschop Balderikstraat/Parallelstraat

Stakenbeek

Loper

Stationsplein

StationsstraatEn

sched

esestraat

Burg. Wallerstraat

Bisschop Balderikstra

at

Helm

ichstraat

Parallelstraat

Page 18: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

18 BOUWHOOGTES

BOUWHOOGTES

Gemiddeld hebben de gebouwen een bouwhoogte van 3 tot vier lagen. Hierop zijn echter een paar uitzonderingen. Zo wordt de kleinstedelijkheid van de loper benadrukt door de bebouwing hier vier lagen hoog met kap te maken. Op de krui-sing van de loper met het spoor zijn twee accenten gewenst met een bouwhoogte van 4 tot 6 lagen. Aan de zuidzijde wordt de loper beëindigd door een accent van 6 tot 8 lagen hoog. Eventueel mag dit accent 10 lagen hoog worden, mits de bovenste twee lagen een bijzondere vorm hebben en minder massief zijn dan de rest van de toren.Bovenop het aangegeven maximaal aantal bouwlagen mogen de gebouwen nog een kaplaag krijgen. Uitzondering hierop zijn de accenten, waarbij de kaplaag bin-nen het maximaal gestelde aantal lagen moet blijven.

Stationsstraat

Ensch

edesestraat

Burg. Wallerstraat

Bisschop Balderikstra

at

Helm

ichstraat

Parallelstraat

3/4

3/4

3/4

3/4

3/4

3/43/4

3/4

3/4

3/4

4/6

4/6

6/8(evt. 10, zie tekst)

3

3

3

3

3

3

3 3

3

4

4

4

4

4

3/4

3/4

3/4

3/4

3 Minumum aantal bouwlagen4 Maximum aantal bouwlagen

* Accent

Page 19: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

19

HOOGTEVERSCHILLEN

Volgens het masterplan worden de aanwezige hoogteverschillen d.m.v. terrassen zichtbaar gemaakt. In deze tekening worden de hoogtes aangegeven (in +NAP). Eventueel zijn kleine wijzigingen mogelijk om tot een optimale grondbalans te komen. Bij het bepalen van de hoogtes is rekening gehouden met te handhaven straten (bijv. Bisschop Balderikstraat) en bebouwing (bijv. langs de Haerstraat, Wallerstraat en Boerskottenlaan), de diepteligging van het spoor en het huidige maaiveldniveau rondom de Stakenbeek.

HOOGTEVERSCHILLEN

51

48

48,5

48

47,5

47

46,5

46

47

48

49

48

47

46

45

44

(47)

(47)

(47)

(45)

(44,5)

(44,5)

(45)

(45)

(44,5)

(43,5)

(42,5)

(42)

(43)(43,5)

(43,5)

(44,5)

(45)

47,5

39 (spoor)

47,5

44,5

45

45

45,5

44

43,5

43

43

43,5

42,5

42,543,5

43,5

43,541 (plein)

40 (perron)

43

44

45

46

47

48

49

Straat

Iets verlaagd groengebied i.v.m. tijdelijke waterberging

Terrasbegrenzing

Nieuwe maaiveldhoogte t.o.v. NAP

Bestaande maaiveldhoogte t.o.v. NAP

(44,5)

43

Page 20: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

20

PARKEREN

In de visie is besloten dat geparkeerde auto’s het straatbeeld niet mogen domi-neren, zodat het groene straatbeeld optimaal tot uitdrukking kan komen. In het masterplan zijn enkele parkeerprincipes vastgelegd die het aantal auto’s langs de openbare weg moeten beperken.In principe worden de parkeerplaatsen voor de bewoners binnen het bouwvlak opgelost middels parkeervelden. De door hagen omzoomde parkeervelden zijn achter de rooilijn van de bebouwing gesitueerd zodat zij niet direct zichtbaar zijn vanaf de weg. Dergelijke parkeerplaatsen zullen voornamelijk door de bewoners worden gebruikt die de woning via een achterpad kunnen bereiken. Binnen het bouwvlak kunnen auto’s ook in (half-)verdiepte parkeergarages met een groen dak of een houten dek worden geparkeerd. Deze (half-)verdiepte parkeergarages hoeven niet perse achter de rooilijn van de bebouwing geplaatst te worden maar kunnen ook op de overgang tussen het bouwvlak en de openbare ruimte komen.Langs de weg kan alleen onder bepaalde omstandigheden geparkeerd wor-den. Parkeerplaatsen langs de weg zullen voornamelijk door bezoekers worden gebruikt. Langs de gebiedsontsluitingswegen wordt bij voorkeur alleen langsge-parkeerd, in kleine groepjes van maximaal 4 auto’s. Uitzondering is de Bisschop Balderikstraat, waar aan één zijde van de weg langs de band geparkeerd wordt. Bij de woonstraten die minder beeldbepalend zijn kunnen auto’s haaks worden geparkeerd, in groepjes van maximaal 12 auto’s. Bijkomende eis is dat alle par-keerplaatsen langs de weg door lage hagen worden omzoomd.Het is ook mogelijk om langs de woonstraten bijvoorbeeld een beperkt aantal car-ports te maken. Ook voor carports geldt dat ze achter de erfafscheiding moeten liggen en integraal met de woningen ontworpen moeten worden.

PARKEREN

Getrapte keermuur met halfverdiept parkeren

Page 21: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

21

Voorbeeld van een parkeergarage geïntegreerd in de groene omgeving.

Voorbeelden van een parkeerplaatsen achter hagen.

Anti-parkeermaatregelingen in een groene omgeving.

Haaksparkeren achter hagen langs de weg.

Grotere parkeervelden binnen bouwblokken.

Langsparkeerplaatsen achter hagen langs de weg.

Page 22: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

MOGELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE UITWERKING

MOGELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE UITWERKING

Hiernaast staat een overzichtstekening van een mogelijke stedenbouwkundige uitwerking van het masterplan. Hierin zijn de randvoorwaarden die in de struc-tuurkaarten zijn vastgelegd gehanteerd. Er zijn echter ook andere uitwerkingen mogelijk, mits er aan de randvoorwaarden in de structuurkaarten wordt voldaan.

A: Appartementengebouwen in een doorgaande rooilijn die de loper begrenzen. Wonen op de verdieping, centrumfuncties op de begane grond, woon/werk woningen zijn ook toegestaan.

B: Urban villa type vrijstaande bebouwing aan het nieuwe geterrasseerde zieken-huisplein. Ruimte voor ziekenhuisgerelateerde functies en woningen.

C: Aaneengesloten bebouwing ter begrenzing van het stationsplein. Woon-werk-woningen of appartementen met voorzieningen op de begane grond.

D: Grondgebonden woningen in een verspringende rooilijn, bijv. 2-onder-1-kap-woningen, vrijstaande woningen, patiowoningen of e.g.w. in korte rijen.

E: Vrijstaande bebouwing in het groen. Kleine kantoor- of voorzieningengebou-wen.

F: Vrijstaande bebouwing in het groen. Kleine kantoor-, voorzieningen- of woon-gebouwen.

G: Vrijstaande bebouwing in het groen langs de beek. Kleine woongebouwen in een parkachtige zone.

H: Accent aan het einde van de loper en bebouwing langs de Enschedesestraat bij de rotonde. Appartementen op de verdieping, voorzieningen op de begane grond.

I: Accent bij de spoorkruising (noordzijde). Appartementen, kantoren, voorzienin-gen mogelijk.

J: Accent bij de spoorkruising (zuidzijde). I.v.m. geluid kunnen hier geen woningen in komen, wel mogelijk zijn kantoren en/of voorzieningen.

K: Bouwblok waarin bestaande functies zijn opgenomen (Sporthal Marian). Begane grond: (grootschalige) voorzieningen, wonen op de verdieping. Aan de kant van de Stakenbeek alleen wonen.

22

E

C

C

B

H

Page 23: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

23

A

G

G

G

F

D

D

D

D

DD

A

A

I

J

H

K

D

Page 24: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

24

Page 25: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

25

BEELDKWALITEIT BEBOUWING

Page 26: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

26

3

2

GEBIEDSINDELING - BEBOUWING

32

2

1

1

1

GEBIEDSINDELING BEBOUWING

Het plangebied Oldenzaal Centraal is een gebied met verschillende sferen en is daarmee op te delen in enkele deelgebieden. De verschillende deelgebieden ademen ieder een eigen sfeer uit door variatie in bebouwing (o.a. typologie, kleur, materiaalgebruik, e.d.) en open-bare ruimte (o.a. kleur, materiaalgebruik, e.d.).

1. De loper:Dit gebied vormt een nieuwe verbinding tussen de wijk Zuid-Berghuizen en de binnenstad van Oldenzaal, als-mede de verbinding van het station met de binnenstad. Gezien deze stedelijke functie is de bebouwing klein-stedelijk en meer formeel van opzet dan de rest van Ol-denzaal Centraal. Er wordt een rustig beeld nagestreefd en de hoogteverschillen worden in de openbare ruimte opgelost in terrassen en in de gebouwen zichtbaar ge-maakt. Om de levendigheid van de loper te versterken worden er voorzieningen in de plinten van de gebou-wen geplaatst met daarboven ruimte voor wonen. Binnen de loper worden enkele punten geaccentueerd. Deze punten zijn gelegen aan de kruising van de loper met het spoor, en op de zuidelijke beëindiging van de loper. De noordzijde van de loper wordt beëindigd door het bestaande ziekenhuis.

2. De woongebieden:Het grootste deel van Oldenzaal Centraal wordt ingeno-men door woongebieden. Deze woongebieden worden gekenmerkt door een groen karakter en een informele ordening en uitstraling. Uitzondering hierop vormt de bebouwing langs het stationsplein, dat in aansluiting op de stedelijke functie van het plein een formelere uitstraling krijgt.

3. De vrije elementen:Deze gebouwen zijn gestrooid in een groene setting en worden onderverdeeld in drie deelgebieden met ieder hun eigen uitwerking. De ligging van de gebou-wen geeft ook voorwaarden aan de gebouwen die een lichte, natuurlijke uitstraling krijgen, passend bij de groene omgeving. Het gaat hierbij om de gebouwen aan de Enschedesestraat, aan de Parallelstraat en aan de Stakenbeek.

Page 27: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

27

3

3. vrije gebouwen in groene omgeving

2. woongebieden

2

1. loper1a. accenten in de loper

Page 28: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

28

KLEUREN EN MATERIALENPALLET

Voor alle gebieden geldt dat de materialen die worden toegepast natuurlijk zijn of natuurlijk ogen en dat de gebruikte kleuren warm van aard zijn. Toepassing van kunststof platen en kozijnen, betonstraatstenen en felle kleuren wordt als niet passend gezien. In het plan wordt onderscheidt gemaakt tussen gebieden waar het materiaal meer solide en steenachtig is en gebieden waar het materiaalge-bruik meer licht en transparant is.

De loper:Lichte kleuren variërend van wit naar lichtgeel of crème zijn mogelijk. De accen-ten in de loper worden verbijzonderd door ze juist donkerder te kleuren aan-sluitend op de omliggende woongebieden, dus tinten variërend van roodbruin tot donkerbruin of eventueel antraciettinten. Solide materialen als baksteen, eventueel gekeimd of gestuct, gepolijst beton en sommige soorten natuursteen die van nature licht zijn. Voor dakkapellen en kozijnen zijn natuurlijke materialen als metalen en hout geschikt, bij voorkeur in hun natuurlijke tint gehouden. De daken moeten een licht uiterlijk hebben, passend bij het eigentijdse karakter van de loper. Subtiele tinten grijs en antraciet en lichte en vlakke materialen als zink, metalen en vlakke pannen zijn hiervoor geschikt. De materialen voor de daken van de accenten zijn gelijk aan de rest van de loper.

De woongebieden:Donkere gedempte kleuren, tinten variërend van bruin tot donkerbruin, paars-bruin of eventueel antraciettinten voor het dak. Accenten in lichte kleuren, licht-geel of lichtbruin. Variatie in het kleurgebruik benadrukt de individuele gebouwen en de kleine schaal. Solide materialen als baksteen, keramische materialen en natuursteen in donkere tinten. Accenten kunnen gekeimd of gestuct worden. Het is belangrijk een natuurlijke en warme uitstraling te bereiken. Voor kozijnen wordt hout of metaal gebruikt. In de woongebieden wordt het eigentijdse karakter van Oldenzaal Centraal gecombineerd met de natuurlijke uitstraling door voor de daken natuurlijke materialen als zink of keramische materialen toe te passen.

De vrije elementen:Deze gebouwen staat in een groene setting en moeten daar goed mee integreren. Hierbij wordt gekozen voor natuurlijke, lichte materialen als metaal, hout en glas. Deze materialen kunnen zowel als gevelbekleding, dakbekleding en als materiaal voor kozijnen gebruikt worden.

KLEUREN EN MATERIALENPALLET

Page 29: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

29

Page 30: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

30 KLEURENPALLET

DONKERE TINTEN

Page 31: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

31

LICHTE TINTEN

Page 32: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

LOPER

DE LOPER

Voor de beeldkwaliteit van de loper wordt in hoofdzaak verwezen naar de beeldkwa-liteit beschreven in het ontwerp voor het Stationsplein (april 2004). De beeldkwaliteit is daarin alleen beschreven voor de eerste fase van de Loper, de noordzijde. Voor het gehele plan is het van belang dat de Loper een doorlopende en uniforme ruimte is, dus het beeld van de bebouwing moet aan de noordzijde aan dezelfde criteria vol-doen als aan de zuidzijde van het spoor.

De loper vormt een belangrijke noord-zuid verbinding tussen de wijk Zuid-Berghui-zen en het centrum van Oldenzaal en is direct verbonden met het station. Omdat de loper het spoor ongelijk kruist en het gebied al een variatie in hoogte kent loopt de loper van hoog in het noorden naar laag in het zuiden. Dit hoogteverschil is opgevan-gen in terrassen, en is ook zichtbaar in de aanliggende gebouwen.De bebouwing aan de loper moet bij twee sferen passen. Enerzijds moet de bebou-wing aansluiten op de bestaande kleinschalige woningbouw uit de jaren dertig. Anderzijds ligt de bebouwing aan de belangrijkste openbare ruimte van het plan: de loper. De loper onderscheidt zich van de gebouwen door de doorlopende rooilijn en door de keuze van juist lichte kleuren. Hierdoor zullen de bestaande donkere histori-sche gebouwen aan de loper (het oude belastingkantoor, Huize Irene, het ziekenhuis) er extra uitspringen. De gebouwen moeten een terughoudende doch moderne uit-straling krijgen en perfect worden gedetailleerd. Om aan te sluiten bij het stedelijke karakter van de loper worden in de plint openbare functies geplaatst.

architectuur/stedenbouw:de gebouwen staan in een voorgeschreven doorgaande rooilijnbij het om de hoek gaan van het gebouw is dit deel ondergeschikt aan de hoofd-massa, de hoofdmassa ligt dus aan de loper. De onder geschikte massa is zorgvul-dig ingepast.De gebouwen aan de westkant van het stationplein ten noorden van het spoor hebben een arcade met een minimumhoogte van 4 m en een minimale breedte van 2,5 mde gebouwen staan stevig op de grond en hebben een fi jne detaillering

••

De loperAansluiting loper op bestaande bebouwingDoorgaande rooilijn

32

Page 33: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Maquette stedenbouwkundig ontwerp Stationsplein

Dakkapellen Arcade

33

Page 34: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

34

bouwhoogte:hoofdmassa van vier lagen met een kap (langs de loper)Hearstraat drie lagen met een kap

daken:grote eenvormige daken met een eenvoudige vorm is gewenstnokken lopen evenwijdig aan het stationspleindak hellingen zijn fl auw (min. 20 en max. 30 graden) dakkapellen zijn zorgvuldig gedetailleerd en geven aansluiting op de omgeving. De vormgeving is ondergeschikt en in de lijn van de architectuur van het geheel

plint en aansluiting op maaiveld:in de plint zijn voorzieningen gepland, met daarboven woningenten zuiden van het spoor zijn ook woon-werk units mogelijkde begane grond moet dus voldoende hoogte hebben, min. 4 meter, en een open karakter i.v.m. met de levendige uitstraling van de loper en de te vestigen functiede begane grondlaag mag niet in één lijn doorlopen maar moet in hoogte ver-springen waar de openbare ruimte verspringt. Deze verspringing moet ook in het dak zichtbaar gemaakt worden door het dak daar ook te laten verspringen (minimaal één keer per gebouw) en deze verspringing extra te benadrukken door op deze plaats een dakkapel of terras te plaatsen

kleur en materialisatie:de hoofdmassa bestaat uit een stenig materiaal in een terughoudende en lichte kleuren variërend van wit naar lichtgeel of crème bv. gekeimde of gestucte ge-vels of materialen die van nature licht zijn, zoals sommige soorten natuursteenhet is ook mogelijk lichte geveldelen af te wisselen met baksteenbij het om de hoek gaan van het gebouw is de kleur van dit deel aansluitend op de architectuur van de Haerstraatdakkapellen, erkers of andere toevoegingen zijn van hout of metaal in natuur-lijke of neutrale tinten gehoudenlichte daken met slanke dakranden in subtiele tinten, grijs of antracietzinken dakpannen of metalen dakplaten, maar ook ‘vlakke’ dakpannen met weinig reliëf

parkeren:parkeren gebeurt uit het zicht onder de gebouwen. Als bij uitzondering op maaiveld op het terrein wordt geparkeerd dan is dat groen ingericht en niet zichtbaar vanaf de straati.v.m. de openbare functies in de plint van de gebouwen is het belangrijk dat de begane grond doorloopt op het maaiveld zonder verspringing. Mocht er eventueel halfverdiept geparkeerd worden dan mag de parkeerbak niet tot aan de loper doorlopen

••

••••

•••

••

••

Verspringing in de openbare ruimte en de daken

Arcade aan de westzijde van de loper, ten noorden van het spoor

De loper

LOPER

Page 35: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

35

Een terughoudende doch moderne uitstraling

Arcade en mening van functies

Terughoudende lichte kleuren als creme, wit en licht geel

Verspringende daken

Page 36: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

LOPER - ACCENTEN

DE LOPER – ACCENTEN

De loper bevat enkele accenten die anders behandeld worden dan de overige be-bouwing aan de loper. Deze accenten bevinden zich aan weerszijden van de loper op de kruising van de loper met het spoor en op het zuidelijke uiteinde van de loper. Voor de beeldkwaliteit van deze accenten wordt gerefereerd aan een lokaal thema, namelijk dat van de textielindustrie. Oldenzaal heeft een rijke historie en één van de onderdelen daarvan is de aanwe-zigheid van de textielnijverheid en de bijbehorende fabrieksgebouwen. Met name de textielfi rma Gelderman is een grote naam in de historie. Gezien de industriële geschiedenis van het plangebied Oldenzaal Centraal is het interessant om enkele industriële kenmerken als rastervorming met wisselende invulling, baksteende-coratie en witte accenten terug te laten komen in de architectuur. Het is nadruk-kelijk niet de bedoeling een letterlijke kopie van deze architectuurstijl te maken, maar een moderne interpretatie hiervan te geven.

Gezien het stedelijke karakter is dit thema goed toe te passen op de accenten van de loper, bij de kruising van de loper met het spoor en op het zuidelijke uiteinde van de loper. Ook kan zo een aansluiting gevonden worden van de nieuwe accen-ten op de bestaande watertoren. Voor de uitvoering van dit thema moet gecon-centreerd worden op volgende onderscheidende kenmerken:

rooilijn:de bebouwing aan de loper wordt in één rooilijn geplaatst waardoor een helder afgebakende ruimte ontstaat. De accenten aan de kruising van de loper met het spoor staat daarom op dezelfde rooilijn als de overige gebouwen aan de loperhet accent aan het zuidelijk uiteinde van de loper springt iets naar voren om de ligging van de loper ook in de Bisschop Balderikstraat/Parallelstraat te accentu-ren

bouwhoogte:voor de accenten bij de kruising van de loper met het spoor minimaal 4 en maximaal 6 lagen. Belangrijk is dat de accenten duidelijk hoger zijn dan de overige bebouwing waar ze deel van uit makenvoor het accent op het zuidelijk uiteinde van de loper minimaal 6 en maximaal 8 lagen. Bij een bijzondere bovenbouw die minder massief is dan de rest van de toren , bijvoorbeeld doordat hij verjongt, is het mogelijk tot 10 lagen te gaan

daken:in aansluiting op de overige bebouwing van de loper worden de accenten be-kroond met een hellend dakdaken krijgen een richting: accenten bij de kruising van de loper met het spoor worden gericht op het spoor, accent op het zuidelijk uiteinde van de loper wordt gericht op de loper

De accenten binnen de Loper

36

Richting daken van de accentgebouwen

Zuidelijk accent: verjongde bovenbouw / arcade onder accent door

Page 37: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Historische voorbeelden - kloeke gebouwen met uitstraling

Ziekenhuis als onderdeel van de loper. De nieuwe gebouwen aan de loper krijgen net zo’n impact / uitstraling als dit ziekenhuis

Modern voorbeeld van rasters in gebouwenRasters in gebouwen

37

Page 38: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

LOPER - ACCENTEN

plint:in de plint van de accenten bevinden zich voorzieningen met daarboven wo-ningen (accent ten noorden van het spoor en aan het zuidelijk uiteinde van de loper) en kantoren i.v.m. geluid (accent ten zuiden van de kruising van de loper met het spoor)de begane grond moet dus voldoende hoogte hebben, min. 4 meter, en een open karakter i.v.m. met de levendige uitstraling van de loper en de te vestigen functie

gevelopbouw/decoratie:gebruik van rastersevenwichtige verhouding horizontalen/verticalengevarieerde invulling van de rasters met bijvoorbeeld baksteen- of glasvlakkenrijke baksteendecoratie en licht gekleurde accentenrasters en baksteen decoratie zijn ondergeschikt en vormgegeven in de lijn van de architectuur van het geheel

kleur en materialisatie:voor de rasters lichte kleuren, variërend van wit naar lichtgeel of crème; voor de invullingen donkere tinten bruinsolide materialen voor het raster, bijvoorbeeld natuursteen, gepolijst beton en baksteen, eventueel gekeimd of gestuctvoor de invulling van het raster naast solide materialen als natuursteen en baksteen ook lichtere materialen als metaal, hout of glasbelangrijk is dat het geheel een solide uitstraling heeft

overgang openbaar/privé:de accenten grenzen direct aan de openbare ruimte en hebben geen tuinen

parkeren:parkeren gebeurt onder de accenten waarbij eventueel gebruik gemaakt wordt van hoogteverschillen in het maaiveldontsluiting van de parkeergarages aan de achterzijde van de gebouwen (vanuit de loper gezien)de plint van de gebouwen loopt door tot maaiveld loper

•••••

38

Zuidelijk accent: rooilijn verspringt, arcade onder verspringing door De accenten binnen de Loper

Page 39: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Het voormalige kantoorgebouw van Gelderman ligt in de nabijheid van plan-gebied. De rijke decoratie kan als voorbeeld dienen voor de decoratie van de nieuwe panden

Historische voorbeelden - rijk gedecoreerde fabriekspanden

Modern voorbeeld van een fraaie bekroning van het dak. Modern voorbeeld van decoratie in baksteen

39

Page 40: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

40 WOONGEBIEDEN - TUINDORPTYPE

DE WOONGEBIEDEN

Om samenhang in de architectonische beeldkwaliteit te krijgen wordt gekeken naar een bijzondere typologie die samenhangt met het kleinschalige karakter dat wordt nagestreefd, namelijk die van het tuindorp. Deze historische typologie wordt vervolgens omgezet in een moderne variant aan de hand van enkele typi-sche stijlelementen. Tuindorpen kenmerken zich doordat het levendige, groene wijken zijn met enkele typische elementen die het een eenheid maken. Mede daarom vormt het een goed uitgangspunt voor de beeldkwaliteit van Oldenzaal Centraal. Enkele kenmerken zijn:

Een eenvoudige laagbeginnende kap met de nok evenwijdig aan de straat, plaatselijk verbijzonderd met een verdraaiing van de kaprichting of dakkapellen.Twee kleuren in de gevel. Veel gevels hebben een bakstenen plint met daarbo-ven een wit gestukt gevelvlak.Rijwoningen zijn als een blok vormgegeven waarbij hoekwoningen en soms ook tussenwoningen worden verbijzonderd.

Voor de hedendaagse uitwerking van het thema tuindorp worden twee karakte-ristieke elementen uit deze typologie gebruikt als bindende elementen voor de architectuur in Oldenzaal Centraal. Deze elementen zijn twee kleuren in de gevel en de aanwezigheid van toegevoegde volumes aan een helder dakvlak. Door deze beeldkwaliteit aan alle woongebieden toe te kennen wordt een eenheid in het plangebied verkregen.Het is bij deze stijlreferentie uitdrukkelijk niet de bedoeling historiserend te werk te gaan. Met het aanstippen van enkele kenmerken van de stijl en het aangeven van voorbeelden van eigentijdse invullingen wordt aangegeven dat de archi-tectuur een moderne interpretatie van de stijlreferentie moet vormen. Voor de uitvoering van dit thema moet geconcentreerd worden op volgende onderschei-dende kenmerken:

rooilijn:om de woongebieden een informele en rustige uitstraling te geven verspringen de rooilijnen van de woningen of liggen ze evenwijdig aan de weg

Elementen op het dak die doorlopen in de gevel

Element dat vanaf het maaiveld doorloopt in het dakvlak

Volumes die doorlopen van gevel naar dakvlak

Twee contraste-rende kleuren in

de gevel

Rooilijnen gelijk, evenwijdig aan de weg versprongen, evenwijdig aan elkaar, maar niet willekeurig

Page 41: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Voorbeelden van tuindorpen, de woningen bestaan uit meerdere volumes en verfraaiingen van het dak

Moderne voorbeelden van klassieke elementen in een eigentijdse uitvoering

41

Page 42: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

42 WOONGEBIEDEN - TUINDORPTYPE

in sommige gevallen verspringen de rooilijnen zodanig dat zijgevels van wo-ningen nadrukkelijk in het zicht komen, hiermee dient rekening gehouden te worden door deze woningen “om-de-hoek” door te ontwerpende rooilijnen verspringen evenwijdig aan de weg of haaks op de verkaveling (bijv. langs de Parallelstraat)de westzijde van de Helmichstraat en de woningen langs het stationsplein vormen wel een doorlopende rooilijn

bouwhoogte:alle woningen hebben een maximale hoogte van twee tot drie lagen met een kap met uitzondering van de woningen aan het stationsplein en aan het zieken-huisplein, deze hebben een hoogte van vier lagen met kap

daken:de hoofdvolumes van de dakvlakken dienen een simpele opzet te hebben, bijvoorbeeld een zadeldak of lessenaarsdak, met de nokrichting evenwijdig aan de openbare ruimtetoevoegingen op het dak kunnen zorgvuldig gedetailleerde dakkapellen zijn, maar ook een bijzondere overgang tussen dakvlak en gevelvlak behoort tot de mogelijkheden. Bijvoorbeeld een volume dat doorloopt van de gevel in het dak of een verspringing van goothoogte, waardoor het de gevel en het dak op een spannende manier in elkaar grijpende toevoegingen zijn ondergeschikt en vormgegeven in de lijn van de architec-tuur van het geheel

gevelopbouw/decoratie:hoofdkenmerk van de gevel is het gebruik van twee kleurenhet gebruik van twee kleuren moet geen verticale nadruk krijgen. De toepassing hiervan hoeft niet letterlijk te verwijzen naar de tuindorparchitectuur door het in een horizontale band onder de dakrand te plaatsen, maar het kan ook een verspringend geheel vormen, gefragmenteerd worden (maximaal één licht vlak per woning) of wellicht als een hoekovergang gebruikt worden. De verhouding is tussen de 50% en 80% donker in de geveleen blok wordt als één geheel ontworpen waarbij sommige woningen verbij-zonderd worden

kleur en materialisatie:hoofdmateriaal voor de gevel is baksteen in donkere kleuren. Om het geheel een ingetogen karakter te geven moet aan kleuren als donkere bruin- of paars-bruintinten gedacht wordenvoor de accenten kan met een lichte kleur baksteen of gekeimde baksteen gewerkt worden, maar ook andere materialen als stuc, hout (van nature licht of licht geschilderd/gebeitst) en keramische materialen zijn denkbaar

aansluiting op maaiveld:hoogteverschillen in het gebied worden terrasvormig overbrugt en bieden soms

••

20% licht

50% licht

verticaal

versprongen

De woongebieden

Page 43: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

43

Historische voorbeelden - gebouwen met twee kleuren in de gevel

Moderne voorbeelden met twee kleuren in de gevel

Page 44: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

speciale oplossingen voor de woningen zoals een extra hoge verdieping of bij een groot hoogteverschil kan een speciale parkeeroplossing ingezet wordenin ieder geval geen glooiend gebruik van hoogteverschillen

relatie openbaar/privé:alle woningen hebben zowel een voor- als een achtertuin, m.u.v. het stations-plein, waar de woningen geen voortuin hebbende erfafscheidingen dragen bij aan de landelijke sfeer. Deze is zeer luchtig door een combinatie van een muur en stalen hek

parkeren:in woonstraten is het mogelijk om aan één kant van de weg haaks te parkeren in groepen van maximaal 12 auto’s, in beide gevallen achter hagenin woonstraten is het ook mogelijk carports toe te passen, mits achter de erfaf-scheiding en meeontworpen met de woningparkeerkoffers omzoomd door hagen binnen de bouwblokken, door deze achter de rooilijn van het bouwblok te plaatsen blijven ze uit het zicht en zijn ze minder beeldbepalend. Ook is het mogelijk (half-)verdiept te parkeren onder een groen dak of houten dek. In dit geval mag de parkeeroplossing ook (deels) buiten het bouwvlak komen.de parkeernorm is, zoals overal in het plangebied, minimaal 1.7 p.p.w., met uitzondering van het gebied om het stationsplein waar een minimale norm van 1.3 p.p.w. geldtafscheiding aan de voorzijde middels een laag muurtje met poeren, waartussen een transparante invulling van bijvoorbeeld metaal zitafscheiding aan de achterzijde moet als eenheid met de architectuur en de openbare ruimte ontworpen worden

Verschillende voorbeelden voor de invul-ling van het muurtje

buizen frame

spijlenhek

haag

Extra hoge verdieping

Speciale parkeeroplossing

Geen geleidelijk verloop

WOONGEBIEDEN - TUINDORPTYPE44

Page 45: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Historische voorbeelden van tuinafscheidingen

Modernere voorbeelden van tuinafscheiding met muur en staal

45

Page 46: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

VRIJE ELEMENTEN - ENSCHEDESESTRAAT46

^^Regelmatige plaatsing en entrees tussen de gebouwen

VRIJE ELEMENTEN – ENSCHEDESESTRAAT

Aan de westzijde grenst het plangebied aan de Enschedese-straat. Vastgelegd is dat langs deze straat i.v.m. geluid alleen kantoren of voorzieningen mogen komen. De straat gaat omhoog om het spoor te overkluizen. De strook naast de weg is in terrassen verdeeld. Kenmerkend is het grote verschil tus-sen de Enschedestraat en de weg naar het station (max. 5m). Op deze terrassen staan twee tot vier kantoor- en/of voorzie-ningengebouwen in een groene setting. Tussen de gebouwen door is een blik op het woongebied mogelijk is. De gebouwen krijgen een dubbele oriëntatie zowel op de Enschedesestraat als op de nieuwe weg naar het station(tevens auto ontslui-ting). De gebouwen vormen een eenheid met grote variatie.

rooilijn:de rooilijn hoeft niet doorlopend te zijn, maar er moet wel een regelmaat in de plaatsing van de gebouwen zijn

bouwhoogte:twee tot drie lagen met een kapstaat de bebouwing op een terras van +46 meter of hoger, dan moet de bovenste verdieping aan de oostzijde ten minste 30% terug liggen

daken:de gebouwen worden bekroond met een hellende kapde kap is niet één kant op gericht maar alzijdig of gericht op zowel de west- als de oostzijde

gevelopbouw/decoratie:gevels krijgen een duidelijke relatie met het maaiveld door aandacht voor de plint, een open karakter met transpa-rante vlakken gevat in solide materialen

••

••

bovenste laag kan ijler zodat het dak lichter lijkt

kleur en materialisatie:lichte kleuren, wit, lichtgeel of crème of materiaaleigen kleuren (mits licht)donkere accenten mogelijk, bijvoorbeeld donkere kozijnenlichte materialen als hout, staal eventueel aangevuld met gestucte delenvlakke dakafwerking van bijvoorbeeld metaal, leisteen of keramische elementen

aansluiting op maaiveld:aan de westzijde sluit de gevel aan op de Enschedesestraataan de oostzijde kan het grote hoogteverschil gebruikt worden voor een extra hoge of extra verdiepingontsluiting vindt plaats tussen de gebouwen, bereikbaar vanaf zowel de Enschedesestraat als het stationauto-ontsluiting van de gebouwen vindt plaats vanaf de oostzijde

relatie openbaar/privé:de gebouwen staan in een groene strook en hebben geen privé buitenruimte

parkeren:parkeren gebeurt uit het zicht, onder de gebouwen gebruik makend van het hoogteverschilde parkeergarage is niet zichtbaar, dus ook geen blinde muren. Inrit van de parkeergarage wordt geïntegreerd met het aanwezige hoogteverschilventilatieopeningen zo veel mogelijk uit het zicht, eventu-eel gebruik makend van het hoogteverschil

••

••

+44

+43 +43

+43

+43

+45

+46

+47

+48

Ensch

edesestraat

Ensch

edesestraat

Ensch

edesestraat

Hoogtes ter-rassen >>

De vrije elementen

Page 47: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Gebruikmakend van het talud

Hellend vlak zichtbaar

In een groene omgeving

West-oost doorsnede met de aansluiting op het maaiveld

Enschedesestraat

min. 30% terugliggend

Zicht tussen de bomen door

47

Page 48: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

VRIJE ELEMENTEN - PARALLELSTRAAT48

Vrije plaatsing van de elementen

VRIJE ELEMENTEN – PARALLELSTRAAT

De ruimte tussen de Parallelstraat het spoor en de loper is in het masterplan groen ingericht. In deze dichtbegroeide ruimte zijn enkele kantoor- of woongebouwen gedacht. Belangrijk voor de gebouwen aan de Parellelweg is dat ze zich goed voegen naar de groene omgeving. Een lichte kleur sluit aan bij de loper terwijl de toepassing van natuurlijke materialen aansluit bij de bosachtige omgeving. Aandacht moet uitgaan naar de bekroning van het dak. Ook hier staan de gebouwen informeel geplaatst. De inrit van de parkeer-garage wordt geïntegreerd in de omgeving, het aanwezige hoogteverschil kan daarvoor worden benut. De gebouwen zijn duidelijk familie van elkaar, beperkte variaties zijn moge-lijk in materiaalgebruik en vorm.

rooilijn:de gebouwen staan op informele wijze in het gebied

bouwhoogte:3 lagen met een kapdoor de kap van de gebouwen onderling niet gelijk te maken kan ook een kleine variatie in de hoogte verkregen worden

daken:tussen de dichte begroeiing van de bomen kunnen de daken een vrijere vorm krijgen, refererend aan de boom-kruinenlichte, bijna zwevende dakopbouwvlakke dakmaterialen als metaal, leistenen en glas

gevelopbouw/decoratie:lichte architectuur met grote gevelopeningen

••

••

geleding in de opbouw, geen solide dozen

kleur en materialisatie:lichte kleuren als lichtgeel, crème, of materiaaleigen kleurenlichte materialen als hout, glas, metaal en leisteen, even-tueel zijn vlakke gestucte oppervlakken ook mogelijk (stuc i.c.m. andere materialen)

aansluiting op maaiveld:het terrein wordt opgehoogd ten opzichte van de wegontsluiting van de gebouwen vindt plaats op het ver-nieuwde maaiveld (hoog)auto’s rijden van het straatniveau in de parkeergaragede gebouwen staan op het maaiveld

relatie openbaar/privé:ontsluiting op het nieuwe verhoogde maaiveldde gebouwen hebben geen tuinen maar balkons en dakter-rassen, per gebouw komt er één gezamenlijke entreeop de begane grond komen loggias, de buitenruimte blijft binnen de hoofdmassa van het gebouw. Door het terrein glooiend aan te leggen komen deze terrassen iets opgetild of juist verdiept t.o.v. het maaiveld

parkeren:parkeren gebeurt halfverdiept t.o.v. het huidige maaiveld. Doordat het toekomstige maaiveld iets opgetild wordt het parkeren in de nieuwe situatie verdieptde parkeergarage krijgt één gedeelde entree vanaf de Parallelstraat maar kan eventueel per gebouw gescheiden worden

••

••

••

De vrije elementen Hoogteverschillen

+47,5

+47,5

+44,5

+39

+44

+45

+46

+47

+48

+49

Page 49: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Toepassing van natuurljke materialen

Gebruik maken van de hoogteverschillen Entree naar de parkeergarage verschilen in het groen

Doorsnede van spoor naar Parallelstraat met de aansluiting van de bebouwing op het maaiveld

Spo

or

Para

llel

stra

at

Vo

etp

ad

Vo

etp

ad

Autoentree parkeergarage

Gebouwen die zich naar de groen omgeving voegen

49

Page 50: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

VRIJE ELEMENTEN - STAKENBEEK50

VRIJE ELEMENTEN – STAKENBEEK

Langs de Stakenbeek staan vier woongebouwen vrij in de ruimte. Belangrijk voor de woongebouwen aan het water is de tweezijdigheid van de gebouwen. De zijde die aan het water grenst, is transparant en open. De zijde die aan het park grenst meer gesloten. Belangrijk voor de elementen aan de beek is de toepassing van natuurlijke materialen en lichte kleuren. De gebouwen ‘zweven’ boven het maaiveld en heb-ben geen tuinen, maar terrassen. De gebouwen vormen een sterke eenheid en zijn eventueel identiek in vorm en mate-rialisatie. Zo wordt een rustig en informeel beeld verkregen. De gebouwen vormen een ensemble van appartementen, stadswoningen of een gelijke combinatie van beide (2 om 2).

rooilijn:gebouwen liggen een licht verdraaid t.o.v. elkaar

bouwhoogte:vier lagen, de vierde laag vormt de bekroning als kap

daken:de gebouwen openen zich naar de waterzijde, de dakvorm moet deze richting versterken( bv een lessenaardak)de kap kan aan de waterzijde inkepingen in de vorm van dakterrassen hebben

gevelopbouw/decoratie:de noordgevel aan de parkzijde is relatief geslotende zuidgevel aan de waterzijde opent zich naar het wateraan de waterzijde komen de buitenruimtes in de vorm van (dak-) terrassen en balkonsde gevelopeningen aan de waterzijde zijn groot en de gevels ogen licht.

•••

kleur en materialisatie:lichte materialen en kleurenmateriaaleigen kleuren sluiten aan op de groene omgevinghout, glas, staal en leisteen zijn passende materialen

aansluiting op maaiveld:de gebouwen worden iets opgetildterrassen kragen over het water uit

relatie openbaar/privé:gebouw is opgetild waardoor openbaar en privé sterk van elkaar gescheiden wordenbuitenruimte op een terras of balkon (in het geval van ap-partementen) aan het waterde privacy van de woning wordt door de dichte parkgevel van het openbare park gescheiden

parkeren:omdat het gebouw opgetild wordt kan er gebruik gemaakt worden van een halfverdiepte parkeeroplossingdeze parkeergarage mag aan de parkzijde niet uitsteken, eventueel kan de garage aan de waterzijde uitsteken zodat het dak van de garage als terras van de woningen op de begane grond dienst kan doenals de garage in lijn ligt met de parkgevel moet de gevel van de garage die boven de grond uitsteekt open zijn zodat het gebouw los komt van het maaiveldeventueel kan er in de bouwvelden achter de vrije elemen-ten worden geparkeerd, mits niet in de openbare ruimte

•••

••

Gelijkmatige, licht verdraaide plaatsing gericht op de beekDe vrije elementen

+44,5

+44,5

+44,5

+43

+43,5

Hoogteverschillen

Page 51: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

Een transparante beeld aan de waterzijde en gebruik van natuurlijke materialen

Een kap geeft richting aan het gebouw Gebouwen hebben twee zijden - gesloten kant aan park, open aan water

Gebouwen zijn iets opgetild en komen zo los van het maaiveld, parkeren kan onder het gebouw

Doorsnede van parkzijde naar waterzijde met de aansluiting van de bebouwing op het maaiveld

Vij

ver

aa

n d

e St

ake

nb

eek

Tijd

elij

ke w

a-

terb

erg

ing

Vij

ver

aa

n d

e St

ake

nb

eek

Tijd

elij

ke w

a-

terb

erg

ing

Waterzijde WaterzijdeParkzijde Parkzijde

51

Page 52: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

52

Page 53: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

53

BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

Page 54: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

54

5

GEBIEDSINDELING - OPENBARE RUIMTE

1

4

2

4

GEBIEDSINDELING

Net als bij het hoofdstuk bebouwing zijn voor de openbare ruimte verschil-lende deelgebieden te onderscheiden. Anders dan bij de gebiedsindeling van de bebouwing zijn de grenzen tussen de deelgebieden minder hard. Globaal valt de openbare ruimte uiteen in de volgende zes onderdelen:

1. De loperDe loper is de voornaamste openbare ruimte van het plan. De loper heeft een levendige klein stedelijke uistraling en auto- en fietsverkeer worden van elkaar gescheiden. Het middengebied van de loper bestaat uit terrassen en is groen ingericht.

2. Het StationspleinHet stationsplein is de eerste indruk die reizigers krijgen van Oldenzaal. Het plein is overzichtelijk en heeft een groene uitstraling. Hoogteverschillen en een water-bassin geven het plein een eigen sfeer.

3. De StakenbeekDe Stakenbeek is de verbinding tussen Oldenzaal Centraal en het landschap. De Stakenbeek krijgt brede oevers en losse boomgroepen, De aanleg van een voet-gangers route aan de noord en/of zuidzijde maakt het mogelijk langs de beek te lopen.

4. Bosachtige ruimtes met gebouwenDe bosachtige ruimtes halen het landschap Oldenzaal Centraal binnen. Het ge-bruik van heesters versterken de bosachtige sfeer.

5. Bisschop Balderikstraat ParallelstraatNaast ontsluiting van het plangebied is de Bisschop Balderikstraat een belang-rijk groen beeldmerk voor Oldenzaal Centraal. De sfeer wordt bepaald door een stevige bomenlaan en begeleiding van de ruimte door terrasmuren. Het parkeren wordt omwille van het groene beeld zoveel mogelijk beperkt.

6. Groen ingerichte woonstraten.De groen ingerichte woonstraten passen bij het informele karakter van de bebou-wing. De met gras ingeplante bermen tussen voetpad en rijbaan geven de straten een groen uiterlijk. De bomen zijn informeel in het profiel geplant.

6

6

Page 55: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

55

54

3

4. bosachtige ruimte met gebouwen

2. stationsplein1 .loper

3. Stakenbeek5 Bisschop Balderikstraat -Parrallelweg

4. bosachtige ruimte met gebouwen

4. bosachtige ruimte met gebouwen

6. Groen ingerichte woonstraten

6. Groen ingerichte woonstraten

6. Groen ingerichte woonstraten

6

6

6

6. Groen ingerichte woonstraten

Page 56: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

56 SFEER EN KARAKTER

SFEER EN KARAKTER

De openbare ruimte van Oldenzaal Centraal vormt een golvend netwerk van langgerekte groene ruimtes rond geterrasseerde ‘kamers’ die Oldenzaal centraal verbinden met de beeldbepalende gebouwen in de omgeving en het karakteris-tieke Twentse landschap. Het zichtbaar maken van de hoogteverschillen maakt Oldenzaal Centraal als wijk herkenbaar en past bovenal bij het vriendelijke en groene karakter van de plaats.

Page 57: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

57

Page 58: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

58 ONTWERPMIDDELEN

BEGRENZING TERRASSEN MET KEERMUREN

Markering van het reliëf door middel van muurtjes is een belangrijk middel om de buitenruimte binnen het gebied vorm te geven. De markering van het reliëf vindt op verschillende manieren plaats. Om eenheid binnen het plangebied te brengen is het belangrijk de muren uit hetzelfde materiaal op te trekken. Het materiaal van het muurtje zal moeten aansluiten bij de informele sfeer, die in het plan wordt nagestreefd. Het muurtje kan dan bijvoorbeeld gemaakt worden van gestapelde stenen of een prefab-element. Welk materiaal ook gekozen wordt, belangrijk is dat de muurtjes een ‘ruwe’ enigszins grove uitstraling hebben, bij voorkeur in een donkere kleur.

Binnen het plangebied bestaat één ruimte die zich duidelijk onderscheidt. Het betreft de loper. Omdat deze ruimte formeler is opgezet wordt een stedelijker uitstraling en een gladde afwerking in een donkere kleur passender geacht. Het materiaal van de keermuur kan hetzelfde.

Voorbeelden van een gladde muur

Voorbeelden van een ruwe muur

(kleine) keermuur en groene berm

Muurtje (als erfafscheiding)

Muurtje en talud

Keermuur en talud

Getrapte keermuur met halfverdiept parkeren

Page 59: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

59

(kleine) keermuur en groene berm

Muurtje en talud

Muurtje (als erfafscheiding)

Keermuur en talud

Getrapte keermuur

Page 60: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

60 ONTWERPMIDDELEN

BOMEN

Bomen bepalen voor en groot deel de sfeer in Oldenzaal Centraal. Ze vormen de kamers en benadrukken de richting van de ruimte. In het gebied zijn al veel vol-groeide bomen aanwezig, deze bestaande bomen worden waar mogelijk gehand-haafd en aangevuld met nieuwe. Daar waar de ruimte het toelaat worden bomen van de eerste orde gebruikt. In het plangebied worden bomen op een viertal wijzen toegepast:

Laanbeplanting benadrukt ruimte en bestaat zoveel mogelijk uit inheemse soorten. Laanbeplanting vindt men langs de Bisschop Balderikstraat / Parallel-straat en de Loper. Bomen als schermen. Beplanting aan één zijde van de weg bijvoorbeeld langs de zuidkant van het nieuwe station en in korte rijen langs de verlengde Stati-onstraat. Bosachtige beplanting met plaatselijk onderbeplanting. De bosachtige beplan-ting bestaat uit met meerdere boomsoorten in de ruimtes tussen het spoor en de Bisschop Balderikstraat / Parallelstraat. Belangrijk is dat de kronen zich voor een deel sluiten.Beplanting in kleine groepen of solitair langs de woonstraten en langs de Stakenbeek. De kleur en bloeiwijze van deze bomen draagt bij aan de informele sfeer van de straten.

Voorbeelden bomen als laanbeplanting, als scherm bomen in een bosachtige beplanting en in groepen

Page 61: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

61

Bomen als scherm

Laanbeplanting

Bomen in groepen en solitair

Bosachtige beplanting

Page 62: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

62 ONTWERPMIDDELEN

KLEURSTELLING, MATERIAALKEUZE EN BIJZONDERE ELEMENTEN

Groen is de hoofdkleur van de openbare ruimte. De kleur en materiaalkeuze van de verhardingen en keermuren in de openbare zullen hiermee moeten harmo-niëren. Het kleur thema voor de openbare ruimte kent dezelfde principes als die voor de bebouwing. De verharding en keermuren worden zoveel mogelijk in een warme, natuurlijke, donkere en terughoudende kleur gehouden. Lichte onderde-len ter accentuering zijn wenselijk. Verhardingen worden gemaakt van natuurlijke materialen zoals gebakken klinker en natuursteen.

Bijzondere elementen in de belangrijkste openbare ruimtes versterken de herken-baarheid. Bijzondere elementen komen voor in de loper, het stationsplein en de Stakenbeek en zijn veelal watergerelateerd. Gedacht kan worden aan fonteinen op het stationsplein, een waterval in de Stakenbeek en bijzonder vormgegeven infiltratie goten in de loper.

Voorbeelden van donkere materialen

Voorbeelden van lichte materialen

Fonteinen stationsplein Waterval in de Stakenbeek

Page 63: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

63

Infiltratiegoten

Fontijn op stationsplein

Waterval in de Stakenbeek

Page 64: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

voetp

ad

ha

ag

fietsp

ad

go

ot

rijba

an

gra

splatea

u

voetp

ad

gro

ene b

erm

45m

LOPERGeterrasseerde boulevard

Algemeenmiddenruimte bestaat uit verschillende grasplateaus die met een keermuur worden begrensdhet voetpad wordt van de rijbaan gescheiden door een verhoogde bandde rijwegzijde wordt begeleid door een bomenlaan van de eerste ordebegeleiding van voetpad en fietspad met verspreid staande verschillende soorten bloeiende bomen de bebouwing staat direct aan de straat, voortuinen ontbreken

Kleurstelling en materiaalgebruikde basis wordt gevormd door gebakken klinker met daarin accenten en markeringen van natuursteenvoor de voetgangerszone en het fietspad heeft de klinker een zwart bruine kleurvoor de rijbaan worden de klinkers hergebruiktde muurtjes rond de grasplateaus uitgevoerd in metsel-werk in dezelfde zwartbruine kleur als de voetpadbanden en de brede goot worden uitgevoerd in lichtgrijs graniet

Bomen en hagende zijde van de rijweg wordt begeleid door een bomen-laan van de eerste grootte. De bladkleur van de bomen is bij voorkeur frisgroen. Bijvoorbeeld esdoornbegeleiding van voetpad en fietspad met verspreid staande verschillende soorten bloeiende bomen van de tweede of derde grootte. De bloeikleur van de bomen is bijvoorkeur gebroken wit of zachtgeelde keermuur parallel aan de woningen is voorzien van een wintergroene haag

Straatmeubilairhet straatmeubilair wordt uitgevoerd in een metaal bronzen kleur

Parkerenbezoekersparkeren is beperkt toegestaan en vindt plaats aan de zijde van de weg waar de bebouwing zich bevindt

••

LOPER64

voetp

ad

lan

gsp

arkeren

terassen fietsers en voetgangersauto´s

Page 65: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

65

Impressie loper

Bomen met crèmekleurige bloeiwijze

verhardingen

Gebouwen voegen zich in de omgeving

Keermuur van straatsteen

Donkere bestrating

Lengte profi el van de loper

Page 66: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

HET STATIONSPLEIN ValleipleinKomvormig groen plein ingeklemd tussen Loper en Ensche-desestraat. De ruimte is het visitekaartje van Oldenzaal

Algemeenruimte is asymmetrisch met steile hoge wand aan noord-zijde en lage wand aan de zuidzijdede getrapte wanden zijn groen begroeid met heesters of klimplantenblikvanger is de langgerekte vijver eventueel voorzien van fonteinenin de vallei is ruimte voor enkele parkbomen met een bijzondere vorm of bloeiwijzede zuidzijde van de vallei is afgezoomd door bomenrij perrons zijn vanaf Enschedesestraat en loper bereikbaarhet voetpad wordt van de rijbaan gescheiden door een verhoogde bandstation voor auto’s aan zuidzijde bereikbaar

Kleurstelling en materiaalgebruikde basis wordt gevormd door gebakken klinker met daarin accenten en markeringen van natuursteenvoor het voetpad heeft de klinker een zwart bruine kleurvoor de rijbaan worden de klinkers hergebruiktde getrapte keermuren aan de noord- en zuidzijde van het

•••

•••

HET STATIONSPLEIN66

voetp

ad

keermu

ur

berm

/ lan

gs-

pa

rkeren

rijba

an

gro

en

water

ba

ssin

berm

perro

n

spo

or

perro

n

hellin

gb

aa

n

gro

ene

keermu

ur

berm

rijba

an

voetp

ad

stationplein wordt uitgevoerd in een ruw materiaal in een lichte tint en voorzien van heesters of klimplantenin het waterbassin wordt hetzelfde lichtgrijze graniet als in de loper verwerkt

Bomenaan de zuidzijde wordt de weg aan de kant van de wonin-gen begeleid bomenrij van de eerste of tweede grootte met een slanke groeivorm op het stationsplein is ruimte voor een enkele markante boom van de eerste orde

Parkerenparkeren is beperkt toegestaan en vindt alleen plaats aan de zuidzijde van de bebouwing in kleine groepjes. Tussen de parkeerplaatsen zijn bomen geplant

Straatmeubilairhet straatmeubilair wordt uitgevoerd in een metaal bron-zen kleur en is hetzelfde als dat van de loper

Overgang naar bebouwingde woningen staan direct aan de straat, voortuinen ontbreken

variabel

bassinstationgroene muurnieuwe stationstraat

station aan zuidzijde

Page 67: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

67

Groene pergola bij station

Begroeide groene keermuur, aan noordkant van station, eventueel met waterelement

Water element aan zuidzijde, eventueel met fonteinen

Page 68: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

DE STAKENBEEKBeekpark

Lager gelegen natuurlijk vormgegeven beekloop aan de noordzijde begeleid door getrapte keermuren en voorkan-ten van woningen. Domein van fi etsers en voetgangers.

Algemeennatuurlijke fl auwe oevers waarbij de waterlijn wordt verbijzonderdde Stakenbeek is alleen voor fi etsers en wandelaars be-reikbaar en er wordt dan ook niet geparkeerd langs de beek zijn ruimtes om te spelengebouwen staan in het park en aan de Stakenbeek. Ze hebben geen tuin

Hoogteverschilhet hoogteverschil in de beek kan benut worden voor het creëren van een watervallangs de oever ligt een smal wandelpad op een dijkjede oever van de Stakenbeek is fl auw en natuurlijk getrapte keermuren of walmuren hebben een groene uitstraling

Kleurstelling en materiaalgebruikhet voetpad langs de Stakenbeek heeft bij voorkeur een lichtgrijze kleur. Zowel halfverharding als asfalt met een

••

•••

STAKENBEEK68

lichte toeslag zijn denkbaarde keermuren bestaan uit hetzelfde materiaal als elders in Oldenzaal Centraal en hebben een ruw oppervlak en een lichte kleurde oever kan eventueel met grijze graniet keien worden verbijzonderd

Bomende Stakenbeek heeft een informeel en natuurlijke karak-ter. Bomen bestaan uit een mix van inheemse en parkbo-men van verschillende grootte. De vorm en bloeiwijze van de bomen verschilt

Bruggen, speeltoestellende bruggen hebben net als de gebouwen een lichte en transparante uitstraling. Om dit te bereiken wordt geko-zen voor natuurlijke, lichte materialen als metaal en houtspeeltoestellen en speelaanleidingen worden geïnte-greerd in het park en bestaan uit staal of hout. Bij voor-keur in hun natuurlijke kleurgehouden

Overgang gebouw -parkgebouwen staan in het park en aan de Stakenbeek. Ze hebben geen tuinde vijvers bij de vrije elementen zijn constant van water voorzien

pa

d

tallu

d

tallu

d

pa

d

tallu

d

tallu

d

pa

d

ga

zon

gro

ene

keermu

ur

pa

rkeren

voetp

ad

Staken

beekvariabel

voetpad op dijkje

voetpad in parkvoetpad voor woningen

Page 69: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

69

Voetpaden met een lichte verharding

Licht golveld maaiveld met bomen

Bijzondere afwerking van de oever

Hoogteverschil in de beek kan benut worden voor een waterval

Gebouwen voegen zich in de omgeving

Page 70: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

BISSCHOP BALDERIKSTRAAT / PARALLELSTRAATLandschappelijke laan (23m breed)

Algemeende laan heeft lichte krommingende rijbaan wordt aan weerszijden begeleidt door brede groene bermende hoogteverschillen wordt door keermuren opgevangen.tussen de keermuur en de tuin ligt een voetpadbomen van de eerste orde staan in dubbele rijen geplant. Belangrijk is dat de kroon hoog begint. De bomenrij aan de kant van de keermuur wordt zo min mogelijk onder-broken

Kleurstelling en materiaalgebruikhet voetpad heeft een zwart bruine kleurvoor de rijbaan worden de klinkers hergebruiktde keermuren bestaan uit hetzelfde materiaal als elders in Oldenzaal Centraal en hebben een ruw oppervlak en een lichte kleuranti-parkeermiddelen hebben een natuurlijk uiterlijk en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit lichte grijze zwerfkeieninritten zijn voorzien van gebakken materiaal. Ter hoogte van de inrit en het parkeervak loopt de band door

Bomen en hagende rijbaan wordt begeleid door een dubbele rij bomen van de eerste grootte die veel in het landschap rond Olden-zaal voorkomt, bijvoorbeeld eikende hagen rond parkeervakken bestaan uit een bladverlie-zende soort

Parkerener wordt aan één zijde van de weg langs de band gepar-keerd. Hiervoor worden geen markeringen in het wegdek aangebracht

Straatmeubilairde verlichting toont verwantschap met die van de loperlangs de rijbaan worden natuurlijk uitziende anti-parkeer-middelen geplaatst

Aansluiting bebouwinginritten naar woningen zoveel mogelijk beperken. Plaat-sing van de inritten afstemmen op doorgaande rijbomende erfafscheiding is met de woning mee ontworpen

••

•••

•••

••

BISSCHOPBALDERIKSTRAAT / PARALLELSTRAAT70

voetp

ad

keermu

ur

berm

rijba

an

berm

keermu

ur

voetp

ad

23 m

Page 71: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

71

Muurtje zorgt voor belijning van de straat

Dubbele rijbomen waarvan de kroon hoog begint geeft de straat een landelijke uitstraling

Donkere materialen in de straat

Voetpad ligt los van de rijbaan, de band geeft profiel

Impressie van de Bisschop Balderikstraat

Page 72: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

BOSACHTIGE RUIMTES72

voetp

ad

tallu

d / b

erm

rijba

an

tallu

d / b

erm

voetp

ad

bo

sgeb

ied

tallu

d

spo

or

BOSGEBIEDENHoger gelegen gebieden die ingeplant zijn met bomen, waartussen vrijstaande gebouwen staan.

Algemeende gebieden liggen hoger dan de directe omgevingde gebieden hebben een semi-openbaar karakter de gebouwen schemeren door het groenhet maaiveld verheft zich verder boven de keermuurde inrichting heeft een informeel bosachtig parkkarakter

Kleur en materiaalgebruikverharding wordt waarmogelijk zoveel mogelijk beperkt. Wandelpaden kunnen net als bij de Stakenbeek bestaan uit halfverharding in een licht kleur de keermuren bestaan uit hetzelfde materiaal als elders in Oldenzaal Centraal en hebben een ruw oppervlak en een lichte kleur

Bomen en heestersde gebieden zijn beplant met inheemse boomsoorten

•••••

van de eerste grootte waarvan de kronen zich op som-mige plaatsen sluiten. Gedacht kan worden aan dennen, berken of beuken. Belangrijk voor de boomkeuze is dat bladkleur wordt afgestemd op de boomsoort van de Bis-schop Balderikstraatbij de bosachtige ruimtes bij de Watertoren en de loper kunnen (bloeiende) heesters (bijv. rododendron) of varens aan de beplanting worden toegevoegd waardoor het bos een parkachtig karkater krijgt

Parkerende bebouwing is voorzien van een parkeerkelder. In de bosgebieden zullen geen auto’s op maaiveld voorkomende inrit wordt groen vormgegeven

Aansluiting gebouwDe gebouwen hebben geen private tuin. De inrichting van het parkbos neemt deze rol over

bosachtige omgevingspoor Parallelstraat

Page 73: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

73

Heester maken de ruimte kleinschaliger

Licht golveld maaiveld met bomen

Parkeergarage is opgenomen in het groen

Gebouwen voegen zich in de omgeving

Page 74: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

GROEN INGERICHTE WOONSTRATEN

AlgemeenDe groen ingerichte woonstraten worden onderverdeeld in brede en smalle straten. De brede straten staan haaks op de Bisschop Balderikstraat / Parallelstraat en de smalle straten liggen evenwijdig aan de Bisschop Balderikstraat / Paral-lelstraat.

de rijbaan wordt aan weerzijden begeleid door een groene berm of hagener wordt slechts aan een zijde geparkeerd en parkeer-plaatsen zijn met hagen omzoomdafhankelijk van de situatie bevindt zich aan één of aan twee zijden van het profiel een voetpadde brede woonstraten die tevens voorzieningen ontslui-ten zijn voorzien van een verhoogde bandde berm wordt zo min mogelijk doorsneden

Kleurstelling en materiaalgebruikhet voetpad heeft een zwart bruine kleurvoor de rijbaan worden de klinkers hergebruiktde keermuren bestaan uit hetzelfde materiaal als elders in Oldenzaal Centraal en hebben een ruw oppervlak en een lichte kleurparkeervakken en inritten zijn voorzien verharding met grote voegen zodat het gras er doorheen kan groeien. Ter hoogte van de inrit en het parkeervak loopt de band door

Bomen en hagende weg wordt begeleid met verspreid staande of in kleine groepjes geplante verschillende soorten (bloeiende) bo-men van wisselende groottede hagen rond parkeervakken bestaan uit een bladverlie-zende soort

Aansluiting bebouwinginritten naar woningen zoveel mogelijk beperken. Plaat-sing van de inritten afstemmen op doorgaande rijbomende erfafscheiding is met de woning mee ontworpen

•••

GROEN INGERICHTE WOONSTRATEN74

Page 75: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

75

Inri

tten

na

ar

de

wo

nin

gen

en

pa

rkee

rpla

atse

n z

ijn

vo

orz

ien

va

n g

rass

ten

en

pa

rkee

r g

ara

ge

is o

pg

eno

men

in h

et g

roen

Bre

de

gro

en in

ger

ich

te w

oo

nst

raat

voetpad

keermuur

berm / tallud

rijbaan

berm met inci-denteel parkeren afgeschermd met haag

keermuur

voetpad

voetpad

keermuur

berm / tallud

rijbaan

berm /tallud

keermuur

voetpad

parkeren binnen bouwblok

21

m2

1 m

Page 76: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

76 GROEN INGERICHTE WOONSTRATEN

Parkeren achter haag

voetp

ad

rijba

an

berm

keermu

ur

incid

enteel

pa

rkeren m

et h

aa

g

berm

/ tallu

d

rijba

an

ha

ag

voetp

ad

11,5 m 11,5 m

Smalle groen ingerichte woonstraat

Page 77: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

77

Page 78: Beeldkwaliteitplan OLDENZAAL CENTRAAL

78