Banden (de)monteermachine 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1. GEBRUIK Deze machine wordt gebruikt om de...

28
Banden (de)monteermachine Model: T-625 Hulparm: T-625-M5 HANDLEIDING

Transcript of Banden (de)monteermachine 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1. GEBRUIK Deze machine wordt gebruikt om de...

Banden (de)monteermachineModel: T-625Hulparm: T-625-M5

HANDLEIDING

2

ALGEMENE INFORMATIE BANDEN (DE)MONTEERMACHINE1. ALGEMENE BEPALINGEN1. Deze instructie is een geïntegreerd onderdeel van dit product. Lees alle waarschuwingen en instructies die in deze handleiding worden beschreven voordat u het product gebruikt. Al deze waarschuwingen en instructies zullen u belangrijke informatie verschaffen over veilig gebruik en onderhoud.2. Bewaar deze handleiding in de toekomst ter referentie.3. Zorgvuldig lezen van deze handleiding zorgt dat de gebruiker de machine correct gebruikt. In dit geval zal de dealer zorgen voor langdurige aftersales diensten. De producent en dealer zijn niet verantwoordelijk voor de veroorzaakte problemen door verkeerd gebruik van de machine.

GEVAARVerkeerd gebruik van deze machine kan leiden tot zwaar letsel.

WAARSCHUWINGOnveilig gebruik van deze machine kan leiden tot zwaar letsel.

LET OP!Voordat u de stroom- en luchtaanvoer aansluit dient u zorgvuldig de handleiding door te lezen. Onthoud de notities en waarschuwingen die worden gegeven. De gerelateerde informatiegegevens en de documenten van het verkoopproces moeten zorgvuldig worden bewaard. Verschillende serienummers van de machine zullen worden uitgerust met verschillende handleidingen. De gebruiker moet aandacht besteden aan het naleven van deze handleiding.

GEVAARU moet de machine gebruiken in overeenstemming met de vereisten in de handleiding. De producent en dealers zijn niet verantwoordelijk voor de veroorzaakte problemen door verkeerd gebruik.

WAARSCHUWINGDe machine moet worden bediend door opgeleid personeel. De gebruiker moet de handleiding begrijpen en professionele training hebben gevolgd. Als ongetraind personeel de machine bedient, veroorzaakt dit het gevaar van persoonlijke verwondingen en kan dit ook leiden tot schade aan de band en de velg.

LET OP!De afbeeldingen in de handleiding zijn allemaal afkomstig van de originele ontwerpstructuur van de machine. De getoonde structuur op de foto’s kan verschillen van de werkelijke structuur van de machine. De machine is gemaakt met het doel om het personeel richtlijnen te geven met enige basis van mechanische en elektrische vaardigheden. Daarom kunnen de basisprocessen, zoals het bevestigen van de bouten, worden weggelaten. Probeer niet het personeel zonder ervaring de machine te laten bedienen. Als u hieraan enige eis hebt, vraag dan de dealer om hulp.

2 3

2. TECHNISCHE AFMETINGEN- AFMETINGEN Lengte A = 1130 mm Maximale lengte A = 1620 mm Breedte B = 900 mm Maximale breedte tijdens gebruik B1 = 1700 mm Minimale hoogte H = 1700 mm Geschikte wielen standaard wiel, achterwiel, wielen zonder naafgat, runflatwielen

- OPSPANBEREIK Minimale velgdiameter 9’’ ~ 24” Maximale velgdiameter 9’’ ~ 26’’ Maximale banddiameter 1050 mm (41’’) Maximale bandbreedte 15’’

- TYPE DRAAITAFEL Vastgeklemd door Opspanklauw Vastgezet door Opspanklauw Klemstijl Pneumatisch Aangedreven door Motor Koppel 1100 Nm Aantal omwentelingen 7/14 rpm

- OPSPANSYSTEEM Opspangereedschap Blad Fixeerstijl Handmatig Aansluiting Pneumatisch Maximale werkafmeting 340 mm Kracht van de drukschijf 2500 kg

- KRACHTAANVOER Een fase 220V/110V-1.1kW 50Hz/60 Hz Drie fases 380V/0.7-0.9kw/1400-2800r/min Luchtdruk 8-10 bar

- GELUID Geluid dat de machine produceert < 70 dB

4

3. BEREIKDeze machine is een bandenverwisselaar aangedreven door lucht en elektriciteit. Het is geschikt voor autobanden met het gewicht en de afmetingen volgens het hoofdstuk met technische afmetingen.De toepasselijke banden:• Standaard band• Achterband• Band zonder naafgat•Runflatband

WAARSCHUWING: Elk type band heeft zijn eigen speciale manier om te (de)monterenLet op: Bijhet(de)monterenvandebandbijauto’souderdan30jaar,gemodificeerdeauto’sofgemodificeerdevelgenen/of banden kunnen ongelukken ontstaan.

4 5

4. MACHINE DIAGRAMWAARSCHUWING:Zorg dat u alle informatie met betrekking tot de machine begrijptZorg dat u weet hoe u ongelukken met de machine kunt voorkomenZorg dat u begrijpt hoe u de bandenverwisselaar moet gebruikenZorg dat u alle functies van de bandenverwisselaar begrijptZorg dat u het gehele controlepaneel begrijptZorg dat u elke bediening begrijpt op het bedieningsgedeelte

Al deze waarschuwingen kunnen ongevallen voorkomen en garanderen dat de bandenverwisselaar correct werkt. De installatie van de machine dient correct te verlopen en de machine heeft periodiek onderhoud nodig.

6

LEGENDA1. Cabine2. Blad3. Montagekop4. Draaischijf5. Pedaalcontrole systeem5-1. Hulparm controlepedaal5-2. Klembek controlepedaal5-3. Bladbedieningspedaal5-4. Draaitafel bedieningspedaal6. Horizontale armblokafsluiter7. Montagekop cilinder8. Montagekop bediening9. Hexagonale schacht (inbus)10. Horizontale arm11. Handwiel12. Helper verticale bewegingsregelklep13. Band drukroller14. Banddrukker15. Kolom16. Disc17. Machinenummer18. Vetreservoir19. Hulparm vergrendelknop20. Klembek21. Bandenpomp22. Luchtbehandelingsassemblage22-1. Drukregelaar22-2. Waterafscheider22-3. Smeermiddel

Het hoofdframe van de machineOm de hiel af te drukkenTool om de band te (de)monterenOm de band op te spannen

Om de horizontale arm te bedienenOm de klembek te openen/sluitenOm de beweging van het blad te bedienenOm de rotatie van de draaitafel te bedienenOm de kolom vast te zetten en te ontgrendelenOm de beweging van de montagekop te sturenOm de beweging van de montagekop te controlerenOm de montagekop te bewegenKantelbaar, kan uitzwaaien!Om de hoogte van de band in te stellenOm de verticale beweging van de helper te regelenHelpt de band te (de)monterenOm de hiel omlaag te drukkenOndersteunt de horizontale armOm het onderste vlak van de band op te houdenTechnische parameters en het serienummerOm bandenvet op te slaanOm de hulparm te ver/ontgrendelenOm de velg te klemmenOm de band op te pompen

Om de luchtdruk te verstellenOm water af te scheidenOm de luchtaanvoer van olie te voorzien

Machine naamplaatElke machine is uitgerust met de technische gegevens en een serienummer.

WAARSCHUWING: Het is verboden om het typeplaatje van de machine te verwijderen.Technische gegevens:V Voltage dat aan de machine wordt geleverdA Nominale stroomsterkte wanneer de machine looptKW VermogenHz FrequentiePh StroomfaseBar Hoeveelheid luchtdrukSEIAL N. SerienummerISO9001 GecertificeerdmanagementsysteemCE CE veiligheidsmarkering

De volledige informatie over het machinemodel en het serienummer zal leidend zijn voor ons technisch personeel om u de service en technische ondersteuning te bieden en het ook nauwkeuriger en gemakkelijker te maken om de onderdelen te vervangen. Als er verschil is tussen de gegevens in de handleiding en de gegevens op het typeplaatje, moet die op het typeplaatje als correct worden beschouwd.

6 7

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN1. GEBRUIKDeze machine wordt gebruikt om de autoband te demonteren / monteren. De afmeting van de velg is 9 “-24”.De maximale diameter van het wiel is 1050. Elke andere maat is onjuist.De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor eventuele schade voortkomend uit de bewerkingdienietindehandleidingisgespecificeerd.

2. ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELENDeze machine mag alleen worden bediend door bevoegd personeel. De fabrikant aanvaardt geen enkele verantwoorde-lijkheid voor directe of indirecte schade voortvloeiend uit wijziging aan de machine zonder de toestemming van defabrikant.Wanneer de machine uit de fabriek wordt geleverd, is deze uitgerust met de complete handleiding en waarschuwings-sticker. Wanneer u de handleiding kwijt raakt, dient u via de fabrikant een nieuwe te op te vragen.De machine moet uit de buurt van ontvlambare en explosieve materialen worden gehouden. Het apparaat mag ook niet in aanraking komen met teveel zonlicht of schittering. De plaats om de machine te plaatsen moet voldoende ventileren.Zorg ervoor dat u de originele onderdelen en accessoires gebruikt worden. De machine moet worden geïnstalleerd door bevoegd personeel volgens de handleiding.

Tijdens het gebruik moet u oppassen voor gevaren. Bekijk voorzichtig wat het probleem is, stop de machine en neem contact op met de dealer. Wanneer de machine draait, moet niet-opgeleid personeel uit de buurt blijven van de machine. De gebruiker moet beschermende uitrusting dragen, zoals handschoenen, een veiligheidsbril en overalls om ongelukken te voorkomen.

WAARSCHUWING: Zorg dat de machine op een veilige en stabiele ondergrond staat.

WAARSCHUWING: Zorg dat niet-opgeleid personeel bij de machine vandaan blijft wanneer de machine in gebruik is.

WAARSCHUWINGHet niet naleven van de bedieningsvereiste of de bijbehorende waarschuwingsvereisten om het gevaar dat in de hand-leiding wordt genoemd kan leiden tot verwondingen. Lees eerst de handleiding door voordat u de machine op de voeding aansluit. De machine moet worden bediend door bevoegd personeel. De gebruiker moet een speciale training hebben gevolgd en de handleiding begrijpen. De gebruiker zou ook de gerelateerde veiligheidsvoorschriften moeten kennen. De gebruiker mag de machine niet gebruiken na het drinken van alcohol.

- Begrijpallevereistengespecificeerdindehandleiding;- Begrijpdefunctievandemachine;- Onbevoegdpersoneelmoetuitdebuurtvandemachineblijven;- Beveiligdeinstallatievandemachinevolgensdesbetreffendewetgeving;- Zorgdatdegebruikersdetraininghebbenontvangenendevaardigheidhebbenomdemachinetegebruiken;- Maakdebouten,moerenofanderecomponentennietlosvandemachine;- Voordat u de stroomtoevoer onderbreekt, mag u geen contact maken met de motor en de onder spanning staandedelenvandemachinezoalsnetsnoer;- Leesdehandleidingzorgvuldigenleerhoeudemachineopdejuisteenveiligemaniergebruikt;- Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.

WAARSCHUWING: Verwijder geen veiligheidswaarschuwingen of gevaaraanduidingen van de machine. Wanneer er gevaar ontstaat, neemt u alstublieft contact op met de dealer.- Tijdens gebruik en onderhoud dient de operator rekening te houden met het gevaar van hoge elektrische spanning.- Breng geen wijzigingen aan de machine aan en gebruik geen niet-orginele onderdelen.- De gebruiker dient een overall, handschoenen, veiligheidsbril en veiligheidsschoenen te dragen.

8

WAARSCHUWING: Het is verboden om bij gebruik van de machine losse kleding te dragen, losse lange haren te dragen of kettingen om te hebben.

TRANSPORT1. TRANSPORTEREN EN VERPAKKINGDe machine dient in de originele verpakking te worden vervoerd. De verpakking bestaat uit de volgende eisen:Afmetingen: breedte 1000 mm, lengte 1150 mm, hoogte 1900 mm.Brutogewicht: 432 kg.

2. OMGEVINGSEISEN VOOR TRANSPORT EN OPSLAGTemperatuur: -25 °C - +55 °CWAARSCHUWING: Plaats geen voorwerpen op de verpakking.

3. TRANSPORTMETHODEU dient eerst het bovenste pakket los te maken. Steek de lepels van de heftruck of palletwagen onder het pakket.LET OP: Bewaar de orginele verpakking voor toekomstig transport.

HET UITPAKKEN VAN DE MACHINE1. UITPAKKEN- Bij het uitpakken dient men rekening te houden met de veiligheid door beschermende kleding te dragen zoals handschoenen.- Check de pakbon en/of onderdelenlijst of er fouten aanwezig zijn. Wanneer er onderdelen missen dient u contact op te nemen met uw dealer.- Objecten in de verpakking zoals nagels, schroeven en plastic dienen veilig te worden opgeslagen.- Als er verontreinigende stoffen of niet-substitueerbare stoffen zijn, moet u ze behandelen volgens de regelge- vingdieisgespecificeerdindeplaatselijkewet-enregelgeving.

WAARSCHUWING: Tijdens het uitpakken, assembleren en transporteren dient u de vereisten en aanbevelingen op te volgen en voorzichtig te werk te gaan, anders kan de machine beschadigen. Verwijder de bovenkant van de verpakking om te kijken of er schade is ontstaan. Zoek de bevestigingsbout waarmee machine op de pallet is bevestigd en bereid u voor om de machine te verplaatsen.

2. TRANSPORTHijs de machine op van de pallet. Bind de takelband (model DR 750 van 3m en DR 735 van 1,5 m factor 6: 1).Ongeacht wanneer u de machine moet verplaatsen, moet u bovenstaande methode gebruiken.U kunt de machine niet verplaatsen als de machine niet is afgekoppeld vanwege de luchttoevoer en de voeding.

INSTALLATIE1. INSTALLATIEEisen aan de installatie-omgeving:Temperatuur: 4°C - 40 °CNAP: < 1000 mLuchtvochtigheid: 50% 40 C / 90% 20 C

8 9

Wanneer u de installatiepositie kiest, moet u ervoor zorgen dat de veiligheid wordt gewaarborgd onder normale werk-condities van de machine.• Deze machine moet op het stroomnet en het persluchtsysteem worden aangesloten, daarom raden wij u aan het apparaat in de buurt van de stroombron te installeren.• De installatiepositie moet op zijn minst de ruimte in de volgende afbeelding behouden om de vrije beweging van elk onderdeel van de machine te garanderen.• Als deze machine buitenshuis wordt geïnstalleerd, moet u maatregelen nemen om contact met regen en zon te voorkomen. Algemeen gesproken kan deze machine niet buitenshuis gebruikt worden.• De machine moeten voldoende verlicht zijn om ervoor te zorgen dat de gebruikers alle details van de machine kunnen zien.

Er mag op uitzondering van de gebruiker geen ander personeel in de buurt zijn van de machine wanneer deze in gebruik is.

2. VASTZETTEN VAN DE MACHINEMaak de bouten en moeren los die op het chassis van de machine zijn bevestigd. Bind de takelband (model DR 750 van 3m en DR 735 van 1,5m factor 6: 1). Til de machine op.Neem de pallet en plaats hem op de vooraf gekozen locatie. Let erop dat het ventiel en de luchtslang op de machine tijdens het takelen niet worden beschadigd. Besteed veel aandacht aan het hijsen van de machine.

Wanneer u de band op de draaitafel oppompt, moet u de machine op de grond bevestigen. Gebruik de M10 boutgraad 12.9 om de machine op de grond te bevestigen.

3. De luchttoevoer en de stroomtoevoer naar de machineSluitdemachineaanophetelektrischecircuit.Volgensdespecificatievanhetelektrischvermogenmoethetelektrischecircuit zijn uitgerust met de zekering en een goed geaarde aardingsdraad en moet ook een beschermende schakelaar worden aangesloten.

Opmerking: Als de stekker van de machine ontbreekt, moet de gebruiker een 16A-stekker voorbereiden die is aange-past aan de bedrijfsspanning van de machine volgens de norm voor elektrisch vermogen. De spanningsafwijking zou 0.9-1.1 tijd van geschat spanningsbereik moeten zijn, en de frequentieafwijking zou 0.99-1.01 tijd van geschat frequen-tiebereik moeten zijn. U moet de nodige beschermende maatregelen nemen.

10

Het aansluiten van de machine dient te worden uitgevoerd door een erkend elektricien. Het elektriciteitsnet in het werkgebied moet betrouwbaar geaard zijn. Wanneer u de machine niet gebruikt, moet u de stroomvoorziening uitschakelen om te voorkomen dat de machine per ongeluk wordt gebruikt. Als de machine gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt en de machine rechtstreeks op de schakelkast is aangesloten, niet via een stekker, moet de schakel-kast worden vergrendeld. Alleen opgeleid personeel mag dit doen.

WaarschuwingDe machine moet worden geaard en sluit de aardedraad niet aan tegen de verwarming, loodgieterswerk en telefoonka-bels enz. Zorg ervoor dat de persluchttoevoer voldoet aan de vereisten van de machine. De details van deze vereisten staan vermeld in het hoofdstuk “Technische parameter”. De druk en de stroom van de luchttoevoer moet voldoen aan de vereiste om de machine te gebruiken. De druk varieert van 8 tot 16 bar. Gebruik de speciale luchtslang om verbinding te maken met de waterafscheider, luchtregelaar en smeermiddel aan de zijkant van de machine. Zie de afbeelding. Zorg ervoor dat de olie volledig is gevuld tot het standaardoliepeil bereikt is. De olie in het smeersel moet SAE20-olie zijn, anders zal de luchtroute niet gesmeerd worden en de afdichtsets zullen in korte tijd worden beschadigd. De gebruiker moet een luchttoevoerafsluitklep en een drukregelventiel voor de machine monteren.

4. Test het regelsysteemPedaal controlesysteemTraphetdraairegelaarpedaal5-4vandedraaitafelnaarbeneden;dedraaitafeldraaitmetdeklokmee.Laathetdraaitafelrotatiepedaal5-4los;dedraaitafelzalroterentegendeklokin.

Als de bandenwisselaar is uitgerust met een motor met twee snelheden, trapt u op pedaal 5-4 naar de eerste versnelling en de draaitafel zal draaien met de klok mee in lage snelheid. Als u naar de tweede versnelling gaat, draait de draaitafel met de klok mee met hoge snelheid. Als u het pedaal omhoog laat komen, zal de draaitafel tegen de klok in draaien.

Trap het pedaal van de horizontale arm 5-1 naar de laagste positie en de horizontale arm zal kantelen. Laat pedaal 5-1 omhoog komen naar de hoogste positie en de horizontale arm zal terugkomen naar de verticale positie.

Trap het bladpedaal 5-3 naar benedenen om de hielafdruk te laten werken en laat het bladpedaal 5-3 los om het blad terug te laten keren naar zijn oorspronkelijke positie.

Trap pedaal 5-2 in naar de eerste versnelling en de montageklauwen gaan open. Trap pedaal 5-2 naar beneden in de tweede versnelling en het klemmen stopt op elk moment. Trap pedaal 5-2 naar de derde versnelling en de montage-klauw zal sluiten.

Als de horizontale arm in de laagste stand staat, wordt deze losgelaten en zakt de montagekop. Als de horizontale arm in de hoogste stand staat, zal de arm en de montagekop vergrendeld.

Duw het verticale stuurventiel (12) van de helper omhoog om de hulparm opwaarts te laten bewegen. Stop en de hul-parm stopt met bewegen. Duw de hulparm verticaal naar beneden om de hulparm omlaag te laten gaan.

10 11

Draai met de klok mee aan de wielrolknop (19) om de rol te vergrendelen. Draai tegen de klok in om de wielrolknop te ontgrendelen.

LuchtbehandelingsassemblageDrukreduceerventiel (22-1): Trek het bovenste uiteinde van de drukreduceerknop naar buiten. Met de klok mee of tegen de klok in draaien wijzigt de voedingsdruk van de machine. Druk na het instellen op knop A.Waterafscheider (22-2): Draai knop B met de klok mee of tegen de klok in om aan het onderste uiteinde vanwaterafscheider het reservoir te laten leeglopen.Smeermiddel (22-3): Draaien om de olietoevoersnelheid van het smeerapparaat te regelen.

Notitie: De druk van de machine moet binnen het bereik van 8-9 bar vallen. Laat het water in de waterafscheider regelmatig leeglopen. Beweeg de hielafdrukker vooruit en achteruit en observeer de staat van het smeersel.Zorg dat de olie elke dag voor gebruik wordt bijgvuld.

DE MACHINE GEBRUIKEN1. VeiligheidsinstructiesDeze machine is uitsluitend bedoeld voor het de/monteren van autobanden. Deze handleiding is een geïntegreerd onderdeel van de machine.

Waarschuwing: Het is verboden om andere werkzaamheden uit te voeren met deze machine. De machine is uitgerust met een bandoppompsyteem. U leest hierover meer in het hoofdstuk ‘‘oppompen van de band’’. U moet de originele onderdelen van de fabrikant hanteren. Houd uw handen ver genoeg van het slagpunt vandaan. Mochten er ongelukken ontstaan, dan dient u meteen de machine uit te schakelen: 1) ontkoppel de machine van de stroomaanvoer, 2) zet de luchtaanvoer uit.

2. Controle voor gebruikVoordat u de machine gebruikt moet u altijd de cilinder voorwaarts en achterwaarts laten lopen om te kijken of de lucht-aanvoer geolied is. Als u concludeert dat de olie normaal werkt, bent u er zeker van dat elk onderdeel van de luchtaan-voer goed geolied is.Check of de juiste luchtdruk wordt aangegeven op de manometer. De druk mag niet minder zijn dan 8 bar. Bekijk ook of de stroomaansluiting correct is aangesloten.

3. Speciale omstandighedenSommige banden doorlopen een speciaal proces dat verschilt van het standaard monteer en demonteerproces. Som-mmige velgen, zoals weergeven in onderstaande afbeelding, is de groef in het midden van de velg erg ondiep of er is helemaal geen groef. Deze velgen zijn in veel landen verboden uit veiligheidsoverwegingen.

GEVAAR: Wees voorzichtig tijdens het de/monteren van van de band. De velg of de band kunnen beschadigen. Tijdens het oppompen kan er een klapband ontstaan. De as van de dwarsdoorsnede van sommige randen heeft een gladde structuur zoals in afb. 6-2. Bij C is de rand erg diep. U zult merken dat B hoger is dan A. Wanneer u de hiel van dit type band breekt, moet u op de hiel drukken die lager moet zijn dan de B-positie. Bij het monteren van de band moet de hiel tegenover de gereedschapskop boven B-punt staan. Vervolgens kan de hiel in de groef in het midden van de velg worden geleid.

12

Sommige wielen hebben een bandenspanning inspectiesysteem. Zorg dat u dit niet beschadigd.

4. De machine gebruikenWaarschuwing: De volgende informatie moet u lezen vóór gebruik. Deze instructies helpen de gebruiker bij het eenvoudig gebruiken van de machine en voorkomt onnodige problemen.

Het is moeilijk om een stijve band omhoog te krijgen. We raden aan om de draaitafel tegen de klok in te draaien. Bij normale banden kunt u met de klok meedraaien.

Bij het demonteren van het bovenvlak van de band kan er ontkoppeling ontstaan, omdat de band aan de zijkant relatief glad is. Het is dus moeilijk om de band eraf te halen voordat de onderste hiel omhoog gaat. Dit kan helpen om de hiel eraf te haken.

Bij het demonteren van het bovenvlak van de band kan de hiel terug in de velgkomen, omdat de zijkant van de band relatief glad is. Mocht dit het geval zijn, dan kuntu de drukpersdisk gebruiken om de onderste hiel omhoog te krijgen of er eenbreekijzer onder te zetten. Gebruik dezelfde methode bij het demonteren van de onderste hiel.

Er kan wrijving ontstaan. Om dit te voorkomen raden wij aan om de rand van de band af te halen om zodat de onderste hiel omhoog gaat. Dit kan helpen om de hieleraf te halen.

Wanneer de haak de bovenste hiel haakt, gebruikt u de bandpers tegenover de montagekop om de hiel omlaag te drukken. Dit kan de hiel in de groef van de rand geleiden. De gebruiker kan nu een breekijzer gebruiken.

Als de haak naar beneden beweegt, kan dit de band beschadigen. U moet de persrol gebruiken om de hiel omlaag te drukken om de ruimte tussen de hiel en de rand te maken zodat de haak binnen kan komen. Aan een stijve band kunt u de hiel drukken door de band aan de linkerkant van de montagekop in te drukken.

12 13

Wanneer de bovenste hiel wordt gemonteerd, gebruikt u aan de linkerkant van de montagekop het bandijzer om de band naar beneden te drukken. Voeg ondertussen de hielklem toe tussen de gereedschapskop en de banddrukrol. Deze klem kan de hiel in de groef van de rand leiden.

Om de velg te beschermen, moet de plastic hoes in de montagekopeens in de twee maanden worden vervangen. Bij beschadiging moeten deze plastic onderdelen in één keer worden vervangen.

Waarschuwing: Het breken van de hiel is gevaarlijk, de gebruiker moet acties ondernemen volgens de instructies beschreven in de handleiding.

5. De hiel losmakenVoordat u verder gaat, moet u gewichten van het wiel verwijderen voordat u de lucht eruit laat. De band kan schade oplopen zonder gebruik bandenvet te gebruiken: gebruik daarom altijd bandenvet. Controleer of band volledig is leeggelopen. Zo niet, dan moet u de band eerst verder laten leeglopen.

Je moet heel voorzichtig zijn als je de hiel breekt. Wanneer de hielafdrukker beweegt, is de snelheid erg snel en is de kracht erg sterk. Op het gebied van zijn beweging kunnen voorwerpen worden verpletterd.

De opspanklauwen op de draaitafel moeten volledig worden gesloten. Wanneer de opspan-klauw wordt geopend, als de gebruiker de hiel gaat breken, zal dit proces de gebruiker in gevaar brengen. Tijdens dit proces mag de hand het aangedrukte oppervlak van de band niet raken. Druk de band tegen de wielsteun. Het oppervlak van de hieladrukker blijft ongeveer 1 cm van de rand en de hielafdrukker moet recht naar de band wijzen. Let op de positie van het mes om te voorkomen dat het de rand raakt nadat de hiel is losgekomen.

Trap het bladbedieningspedaal 3-3 in om het blad te laten werken. Wanneer de hiel islosgemaakt moet u het pedaal onmiddellijk loslaten. Roteer de band totdat de rand van de band is losgemaakt van de velg en herhaal aan de andere kant.

Smeer wat vet op de band. Het niet gebruiken van vet zal de band ernstig beschadigen.

14

6. Plaatsingsrichting velgHoe te beslissen vanaf welke kant van het wiel de band moet worden gedemonteerd? Wanneer het wiel wordt bevestigd zal de zijkant van de standaardvelg omhoog komen zoals in de afbeelding. Meet de drie afmeting van A, B en C. Wanneer u de velg bevestigt, moet de kleinste maat C op de bovenste positie worden geplaatst.

7. Band vastzettenWanneer de horizontale arm uitzwenkt dient men niet in het bewegingsbereik ervan te staan. Druk op pedaal 5-1 om de horizontale arm te kantelen en de draaitafel te draaien. Als u de band vergrendelt, is het absoluut verboden uw hand on-der de band te plaatsen. Om de band correct te vergrendelen, moet u de band in het midden van de draaitafel plaatsen.

De velg van buitenaf vastklemmenDoor klembekpedaal 5-2 in te drukken regelt u de openingspositie van de opspanklauw. Plaats de band op de draaitafel en blijf op de velg drukken. Trap het pedaal 5-2 omlaag totdat de rand is vergrendeld. Met een relatief stijve band kunt u de bandenspanner gebruiken om de velg naar beneden te duwen om de velg te helpen vastzetten. Tijdens het plaatsen van de band op de draaitafel is één persoon voldoende als het gewicht minder is dan 25 kg. Als het gewicht 25kg-50kg is zijn 2 personen voldoende. Gebruik een wiellift als het gewicht meer is dan 50kg.

De velg van binnenuit vastklemmen- Sluit de opspanklauw op de draaitafel. - Plaats de band op de draaitafel. Trap het pedaal in om de opspanklauw te openen totdat de velg is vergrendeld. Zorg dat de velg stevig is vastgeklemd.

8. Demonteren van de band

Plaats de montagekop- Gebruik de bandpersrol om op de bovenste hiel te drukken om ruimte over te houden voor het positioneren van de montagekop. - Trap het pedaal van de horizontale arm in om de horizontale arm naar de werkpositie te verplaatsen. - Druk op de knop voor de horizontale vergrendelingsplaat om de zeskantige as te ontgrendelen. - Verplaats de montagekop naar de werkpositie. Het plastic gedeelte van de montagekop moet contact maken met de velg. - Druk op de knop met de horizontale vergrendelingsplaat om de zeskantige as te blokkeren.

14 15

Haak de bovenste hiel uit- Druk de bandpersrol vast om de ruimte te creëren voor de montagekop.- Om de bovenste hiel af te haken, kunt u de bandpersrol gebruiken om de onderste hiel op te tillen, terwijl de hiel in de groef van de velg wordt geleid.- Zorg dat de bovenste hiel volledig is vastgehaak.- Druk op de knop om de bovenste hiel aan te haken.

Opmerking: de band mag niet meedraaien.

16

Demonteer de bovenste hielTrap het pedaal 5-4 naar in en draai aan het wiel totdat de bovenste hiel volledig is losgemaakt van de velg. In dit pro-ces kun je de onderste hiel optillen om de bovenste hiel te demonteren. Als de hiel terugschuift in de groef van de velg, kunt u de maatregelen nemen die worden beschreven in het hoofdstuk “bedieningstips” om de bovenste hiel te demonteren.

Demonteer de onderste hiel: gebruik de montagekop om te demonteren.- Als er een ventiel in de band zit, verwijder deze dan eerst.- Herhaal hetzelfde proces als hierboven beschreven om de onderste hiel los te maken.- Gebruik de roller om de onderste hiel op te tillen.- Bedien haak vast met de knop om de bovenste hiel af te haken. - Trap het pedaal 5-4 in en draai aan het wiel totdat de bovenste hiel volledig is losgemaakt van de velg.

Losmaken van de onderste hiel: gebruik de banddrukschijfGebruik de bandpersrol om de hiel op te hogen tot deze hoger is dan het bovenste uiteinde van de velg. Trap het pe-daal 5-4 in om het wiel te draaien totdat de bovenste hiel volledig van de velg is losgemaakt.

16 17

Verwijder de bandKantel de horizontale arm naar achteren en verwijder de band.

9. Monteer de bandSelectie van de bandVoordat u de band kiest, moet u de technische kenmerken, de technische gegevens, de karakteristieke en veilige kwali-teit van de band kennen. De gerelateerde informatie staat op de wang van de band.

NotitieVoordat u de band monteert, moet u de kern van het ventiel vervangen.

NotitieControleer of de gerelateerde gegevens van de band overeenkomt met de gegevens van de velg. Zorg er ook voor dat de velg niet vervormd is en dat het naafgat niet is beschadigd. Je moet ook kijken of het oppervlak van de rand niet roestig of stuk is en geen roest aan het ventiel is. Controleer of de band in perfecte staat is.

Maak de band klaarSmeer de hiel in met het speciale bandvet.Plaats de band op de velg met de kantelhoek van 45 graden.

Plaats de montagekopTrap het pedaal 5-1 in om de montagekop naar de werkpositie te verplaatsen.Opmerking: als u de velg niet vervangt, keert de montagekop automatisch terug naar de juiste werkpositie.

18

Monteer de onderste hielPlaats de onderste hiel aan het onderste uiteinde van de kop van de montagekop, terwijl de montagekop op zijn uitein-de is. Gebruik uw hand om de band lichtjes op te drukken om de band in de groef van de velg te geleiden. Draai met de klok mee om de onderste hiel te monteren op de velg.

Monteer de bovenste hielPlaats de bovenste hiel aan de onderkant van de kop, terwijl de montagekop op zijn uiteinde is. Gebruik de bandpersrol om de band in de groef van de velg te drukken.

De hiel kan niet uit de montagekop glijden.• Gebruik de bandpers om op de bovenste hiel te drukken• Draai de draaitafel om de bovenste hiel te monteren totdat de band de montagekop nadert• Trap het pedaal 5-1 in en verwijder de montagekop• Als het formaat van de velg groter is dan 19“, kunt u de hielklem gebruiken. Het is handig om de hiel te monteren en de rand niet te beschadigen• Verhoog de bandpers

Opmerking: wanneer u de band monteert / demonteert, draait de band met de klok mee. Als de band tijdens het proces vastloopt, stop dan met werken en draai de band tegen de klok in om de blokkering te verwijderen.

18 19

Plaats uw hand niet op de band. Wanneer de schacht terugkeert naar zijn werkpositie, kan de hand tussen de velg en de montagekop worden verbrijzeld. Verwijder de voorwerpen die gevaar voor de bedieners veroorzaken zoals een armband en losse doek enz. Om ongelukken te voorkomenen, wanneer de draaitafel draait, moet u uw hand en andere delen van uw lichaam zo ver mogelijk weghouden van de montagekop.

10 De/monteren van speciale wielenBij sommige wielen is de groef erg ondiep, of is er helemaal geen groef. Om deze wielen te de/monteren moet de mon-teur de beste positie op de velg zoeken om aan te haken om de minste weerstand te creëren.

11 De/monteren van run flat banden met directe TPMS-sensorenDemonteer de band- Controleer of het wiel een TPMS-sensor heeft- Haal de kern uit het ventiel en laat de lucht in de band leeglopen- Opmerking: maak zo nodig de moer van het ventiel los en duw de sensor in de band.- Plaats de sensor op de 3-uurs positie- Gebruik het mes om de hiel te breken en de hiel te smeren totdat de sensor naar de 12-uurs positie gaat- Til het mes op- Plaats de sensor op de 6 uur positie (ventiel op 12-uurs positie)- Druk de hiel naar beneden en klem de hielklem op de 2-uurs positie- Breek de onderste hiel- Draai aan het wiel, waardoor de hielklem op de 2-uurs positie komt- Plaats de montagekop- Draai de band en de bandklem naar de 6-uurs positie en de zorg dat de sensor staat op 10 uur- Haak de hiel uit en draai de band met de klok mee.- Maak de bovenste hiel los en verplaats de hielklem- Maak de onderste hiel los, maar let erop dat u de sensor niet beschadigt

Monteer de band- Monteer de TPMS-sensor als deze is verplaatst- Smeer de hiel in met vet- Plaats de sensor op 5-6 uur- Kantel de band 45 ° en plaats de montagekop. Gebruik uw hand om de band te draaien en zorg ervoor dat deze con-tact maakt met de montagekop op de juiste positie- Draai de velg en monteer de bovenste / onderste hiel- Draai aan het wiel en plaats de sensor op 4-5 uur- Druk het blad omlaag en plaats de hielklem op de 3-uurs positie- Druk het blad, de band en het wiel omlaag, 50 mm lager dan de rand- Draai de velg en pas op dit moment de positie van het blad, wiel en velg aan totdat de hiel is gemonteerd- Druk zo nodig op de bandpers tussen de hielklem en het wiel om op de hiel te drukken- Verwijder de montagekop en verwijder de hielklem

20

11 De/monteren van run flat banden met indirecte TPMS-sensorenDemonteer de band- Opmerking: de juiste positie van de sensor moet 180 graden ten opzichte van het ventiel zijn.- Haal de kern uit het ventiel en laat de lucht in de band leeglopen- Onthoud de juiste positie van de sensor.- Plaats de sensor op de 3 uurs-positie. De positie van het ventiel is op 9 uur.- Gebruik het mes om de hiel los te maken en smeer de hiel totdat de sensor naar de 12-uurs positie gaat en het ventiel op 6 uurs-positie staat.- Til het mes op.- Plaats de sensor op de 6-uurs positie (ventiel op 12-uurs positie)- Druk de hiel naar beneden en klem de hielklem op de 2-uurs positie- Breek de onderste hiel- Laat de draaitafel draaien waardoor de hielklem op de 2-uurs positie komt. (Sensor op de 6-uurs positie en het ventiel op 12-uurs positie)- Plaats de montagekop.- Draai de band waardoor de bandklem gaat naar de 6-uurs positie gaat en de sensor op 10-uurs positie. Het ventiel moet op 4 uur staan.- Haak de hiel uit en draai de band met de klok mee.- Breek de bovenste hiel en verplaats de hielklem.- Breek de onderste hiel, maar let erop dat u de sensor niet beschadigt.

Monteer de band- Monteer de TPMS-sensor als deze is verplaatst.- Smeer de hiel in met vet.- Plaats de sensor op 2-3 uur positie en het ventiel op 8-uurs positie- Kantel de band 45 ° en plaats de montagekop. Gebruik uw hand om de band te draaien en zorg ervoor dat deze con-tact maakt met de montagekop op de juiste positie.- Draai de velg en monteer de bovenste / onderste rand- Draai aan het wiel en plaats de sensor op 4-5 uurs positie en het ventiel op 10-uurs positie- Druk de draaitafel omlaag en plaats de hielklem op de 3 uurs-positie- Druk de draaitafel, de band en het wiel omlaag, 50 mm lager dan de rand- Draai de velg en pas op dit moment de positie van het blad, de band en het wiel aan totdat de hiel is gemonteerd.- Druk zo nodig op de bandpers tussen de hielklem en het wiel om op de hiel te drukken.- Verwijder de montagekop en verwijder de hielklem.

OPPOMPEN VAN DE BAND1. WaarschuwingOntploffingkanleidentoternstigletselofzelfsdedood.Umoetdusvoorzichtigzijnendevolgendegebruiksinstructiestrikt opvolgen. Omdat sommige beschermende apparaten niet zijn ontworpen en vervaardigd, moet de gebruiker een veiligheidsbril en de bijbehorende bescherming dragen.

NotitieIn gebruik kan het geluid 85 dB (A) bereiken, waardoor de gebruiker beschermende oorkappen moet dragen.

GevaarDe machine is uitgerust met een opblaasdrukbegrenzingsventiel, maar als de staat van de band en de velg niet goed is of als de bediening niet correct is, bestaat de kans dat de band barst.

20 21

GevaarOverschrijd niet de maximale druk die door de fabrikant is opgegeven. Tijdens het oppompen moet de gebruiker zo ver mogelijk van de band wegblijven.Controleer zorgvuldig of de maat van de velg overeenkomt met de maat van de band.Controleer de slijtage van de band of er schade is of niet.Controleer tijdens het opblazen regelmatig de bandenspanning.De hand en het lichaam moeten uit de buurt van de band worden gehouden.

2. Band zonder ventiel oppompenBevestig de velg stevig op de draaitafel en zorg dat de montagekop en de banddrukschijf van de band wordengehouden. Indien mogelijk, moet deze op het verste punt worden gepositioneerd.Monteer een nieuw ventiel in de velg.Zorg dat de band volledig is gesmeerd.Haal het mondstuk van het ventiel eruit en klem het pistool aan het bovenste uiteinde van de kern om de band op te blazen.Stop het opblazen regelmatig en controleer de druk in de band, met een maximum van 3,5 bar, totdat de druk in de band aan de eis voldoet en let op dat de bandenspanning de maximale druk niet overschrijdt.Banden zonder ventiel hebben een relatief grote luchtstroom nodig. Als de luchtstroom niet voldoende is, mag de hiel niet door de groef lopen. Om de luchtstroom te vergroten, kunt u de kern van het ventiel verwijderen.

Controleer: De aansluiting tussen de hiel en de velg moet perfect zijn. Als er een probleem is, moet u de band laten leeglopen en opnieuw de hiel los te maken en de band insmeren. Draai de band en blaas vervolgens de band op.Bevestig de kern aan het ventiel. Sluit het blaaspistool aan en druk vervolgens op de leegloopknop om de resterende lucht te verwijderen. Monteer het ventiel.

3. Band met ventiel oppompenZorg dat de velg stevig op de draaitafel is bevestigd en dat de montagekop en de band aandrukschijf van de band worden gehouden. Indien mogelijk, moet deze op het verste punt worden gepositioneerd.Monteer een nieuw ventiel aan de velg.Zorg dat de band volledig is gesmeerd.Haal het mondstuk van het ventiel eruit en klem het blaaspistool op het bovenste uiteinde van de kern. Druk op het vulpedaal 13 om de band op te blazen.Duw het mondstuk op het ventiel om de lucht tussen het ventiel en de band te laten leeglopen, ander wordt het ventiel schadigd.Stop het opblazen regelmatig en controleer de druk in de band, met een maximum van 3,5 bar, totdat de druk in de band aan de eis voldoet en vermijd dat de bandenspanning de maximale druk niet overschrijdt.Bevestig het mondstuk aan het ventiel.Sluit het blaaspistool aan en druk vervolgens op de leegloopknop om de resterende lucht te verwijderen.Monteer het ventiel.

22

4. BandenspanningHet waarborgen van de juiste bandenspanning is erg belangrijk voor de veiligheid van het wiel.Te lage bandenspanning zorgt ervoor dat de band te warm is en ernstig slijt en de levensduur van de band wordt korter. De binnenkant van de band zal worden beschadigd en het benzineverbruik zal groter zijn.Te hoge bandenspanning veroorzaakt snellere slijtage van de band.U moet uw bandenspanning een keer per week controleren. U moet een reservewiel voorbereiden voordat u aan een verre reis begint.Controleer de bandenspanning onder de normale bandentemperatuur en controleer niet wanneer de bandentempera-tuur te hoog of te laag is.Normale bandentemperatuur houdt in dat het voertuig niet langer dan een uur heeft gedraaid of dat ermee 2 tot 3 kilometer langzaam wordt gereden.De bandenspanning bij een normale bandentemperatuur moet voldoen aan de vereisten van de auto en de bandenpro-ducent.Alsdeautozwaarbelastwordt,alsdebandenspanningnormaalgesprokennietgespecificeerdis,zaldebandenspan-ning normaal gesproken met 0,3 bar toenemen.

TRANSPORTSchakel de luchttoevoerschakelaar en de voedingsschakelaar uit.Transporteer de machine volgens de methode in het hoofdstuk “uitpakken”.Opmerking: als u de machine hijst, mag u het mondstuk en de luchtslang op de machine niet beschadigen. Besteed aandacht aan het proces van het hijsen van machine.

OPSLAGAls u de machine voor langere tijd wilt gebruiken op een locatie moet de machine in de vloer gezekerd worden.Zet de luchtaanvoer en stroomaanvoer uit en smeer de bewegende delen van de machine om roest te voorkomen. De opslag temperatuur is -25 tot 55 graden Celsius. De machine mag niet in de buurt staan van ontvlambare en explosie-ve materialen. Het mag ook niet in aanraking komen met zonlicht en schitteringen. Bij plek waar de machine geplaatst wordt dient goed geventileerd te zijn.

DE MACHINE UIT GEBRUIK NEMENAls u de machine uit gebruik wilt nemen, dient u:Deluchtaanvoerenstroomaanvoeruittezetten;Alleniet-metalensubstantiesenonderdelenteverwijderenendezevolgenslokalewetgevingtedumpen;Verzameldeolieuitdemachineenstootdezeafvolgensdelokalewetgeving;Ruïneer de overige metalen substanties.

De machine bevat substanties en onderdelen die schadelijk zijn voor mens en milieu. Om die reden moet er zorgvuldig worden omgegaan met de machine.

22 23

ONDERHOUD1. WaarschuwingOngediplomeerd personeel mag geen onderhoud uitvoeren aan de machine. Zoals in de handleiding wordt voorge-schreven is periodiek onderhoud essentieel. Dit is noodzakelijk om de levensduur van de machine te verlengen en zorgt dat de machine normaal en veilig functioneert.

Wanneer geen periodiek onderhoud wordt uitgevoerd neemt de betrouwbaarheid van de machine af waardoor gevaar ontstaat voor de machine, de gebruiker en de omgeving.

Voordat u de machine gaat onderhouden moet u de luchtaanvoer en stroomaanvoer afsluiten. Door meermaals de pedaal in te drukken kunt u de resterende lucht in de machine volledig laten leeglopen. De defecte onderdelen dienen te worden vervangen door originele onderdelen van de fabrikant. Het verwijderen of stuk maken van veiligheidsvoorzienin-gen, zoals de veiligheidsklep en luchtinlaat is tegen de veiligheidsvoorschriften.

Let op: De fabrikant is niet verantwoordelijk voor claims die voortvloeien uit de toepassing van de onderdelen die door een andere leverancier zijn geleverd en de schade die is veroorzaakt door het verwijderen of breken van de veiligheids-voorzieningen.Udientgeenmodificatiesaandemachineaantebrengenzondertoestemming.

Zorg ervoor dat de werkomgeving schoon is. Gebruik geen gecomprisseerde lucht om de machine schoon te maken. Zorg dat er niet teveel stof op de machine zit.

2. OnderhoudsoperatiesVoer de volgende handelingen minstens eens per maand uit:

Controleer het oliepeil in oliekop E. Als de olie niet voldoende is, verwijdert u de oliekop en vult u de smeerolie zoals weergegeveninfiguur11-1.DeoliedieisgevuldmethetsmeerapparaatmoetspecialeSAE20-oliezijn.

Regeling van de olietoevoersnelheid: laat de velgrandcilinder naar achteren en naar voren lopen om te controleren of de olietoevoersnelheid één druppel olie per 2 verplaatsingen van de cilinder is. Als dat niet het geval is, gebruikt u bout B ditintestellenzoalsinfiguur11-1.

Waterafvoer: Controleer de hoeveelheid water in de afscheider. Draai / druk de klep D aan het lage uiteinde van de afscheider om te legen.

Elke keer voordat u de machine bedient, moet u de hielbrekende cilinder naar voren en naar achteren laten draaien om het smeerpatroon A te observeren en ervoor zorgen dat het olie begint te voeden aan de luchtroute. Nadat u hebt be-vestigd dat het smeerapparaat normaal werkt, kunt u elk onderdeel van het luchtverkeersleidingsysteem onder perfecte smering garanderen.

24

Controleer regelmatig de moeren van de onderdelen aan de machine.Controleer regelmatig het oliepeil en vul indien nodig bij.

Stel de spanning van de motorriem regelmatig in volgens de volgende stappen:- Schakel vóór deze operatie de voeding en de luchttoevoer uit.- Maak het zijpaneel op de machinekast los.- Maak de bout A en moer C los. Stel de stelbout B aan het achterste uiteinde van de motorsteun af. Span de riem aan zoals in Fig11-2. De vereiste voor de spanning van de riem is dat de riem 8 mm naar binnen zal bewegen als u de kracht van 8 kg uitoefent.- Na het verstellen positioneert u de riem en draait u bout A aan en draait u moer C vast.

Als de montagekop niet is vergrendeld of niet op een positie 2-3 mm hoger dan de velg is geplaatst, moeten de stel-moeren A en B aan het voorste uiteinde van de zeskantige asborgplaat worden afgesteld.

Als de montagekop niet is vergrendeld of niet op een positie 2-3 mm hoger dan de velg is geplaatst, moeten de stel-moeren A en B aan het voorste uiteinde van de zeskantige asborgplaat worden afgesteld.Alsdehefinrichtingtelangzaambeweegtendekolomtelangzaamkantelt,moetudevolgendestappenuitvoerenzoalsweergegeven in Afb. 11-5. Reinig de geluiddemper.• Schakel vóór elke bewerking de luchttoevoer en de voeding in.• Maak het zijpaneel op de machinekast los.• Stel de geluiddemper A en B af op het stelventiel.• Of gebruik de hogedruklucht om schoon te maken. Vervang de geluiddemper als deze is beschadigd.

24 25

Als de montagekop niet is vergrendeld of niet op een positie 2-3 mm hoger dan de velg is geplaatst, moeten de stel-moeren A en B aan het voorste uiteinde van de zeskantige asborgplaat worden afgesteld.Alsdehefinrichtingtelangzaambeweegtendekolomtelangzaamkantelt,moetudevolgendestappenuitvoerenzoalsweergegeven in Afb. 11-5. Reinig de geluiddemper.• Schakel vóór elke bewerking de luchttoevoer en de voeding in.• Maak het zijpaneel op de machinekast los.• Stel de geluiddemper A en B af op het stelventiel.• Of gebruik de hogedruklucht om schoon te maken. Vervang de geluiddemper als deze is beschadigd.

3. Het gebruik van olieDoe oude of vieze olie niet blootstellen aan de natuur. Laat dit door een professioneel bedrijf verwijderen. Voorkom dat olie in de bodem, zand of andere absorberende substanties terecht komt. Voor de resterende olie dient u reinigingsstof-fen te gebruiken waarmee de olie kan worden opgelost.

Waarschuwingen oliegebruik:Voorkom contact met de huid.Laat olienevel of damp niet opgaan in de lucht.Voorkom dat olie spettert en daardoor de huid, machine of beschermdelen van de machine raakt.Was uw handen met water en zeep wanneer u in contact bent gekomen met olie.Gebruik geen doek om uw handen schoon te maken.Draag geen kleren waar olie op zit. Nadat u in contact bent gekomen met olie dient u nieuwe werkkleding aan te doen.Rook en eet niet met olie op de handen.Gebruik olievrije handschoenen.Draag een veiligheidsbril ter bescherming van oliespetters.Draag een schort ter bescherming.Het is niet toegestaan om olie te drinken of inhaleren.Zorg dat u in het bezit bent van een of meerdere brandblussers. In onderstaande tabel leest u hoe er geblust moet worden.

Solide Vloeibaar Electrisch gereedschapWater ja nee neeFoam ja ja neeDroog poeder ja* ja jaCO2 ja* ja ja* Dit materiaal dient gebruikt te worden door de brandweer.

Opmerking: De bovenstaande informatie is alleen bedoeld om de gebruiker de basisbegeleiding te geven. Voor de gedetailleerde informatie moet contact opnemen met het agentschap voor brandbeheer.

26

HULP BIJ STORINGENAlle problemen en storingen dienen te worden nagekeken door opgeleid personeel. Als u geen opgeleid personeel heeft moet u contact opnemen met de leverancier.

Draaitafel draait nietKortsluiting- Controleer de kabel of motor- Vervang de motor- Controleer de stekker- Controleer de omkeer/wisselschakelaar- Controleer de aangedreven delen van de omkeerschakelaar- Corrigeer de riem of vervang de riem

De pedaal gaat niet terug naar de oorspronkelijke positieDe veer is beschadigd- Vervang de veer

Hielmes kan de hiel niet losmakenDe cilinderafdichtingskits zijn versleten- Vervang de afdichtingskits- Vervang de cilinder

Luchtlekkage in het midden van de cilinderDe cilinderafdichtingskits zijn versleten- Vervang de afdichtingskits- Vervang de cilinder

Wormwiel werkt niet of maakt teveel lawaaiHet wormwiel is beschadigd- Vervang het wormwiel

De draaitafel kan de velg niet vastzettenDe draaitafelcilinder is beschadigd- Vervang de draaitafelcilinder- Vervang de afdichtingskit

Er is te weinig koppel bij het de/monteren van de bandDe trekkracht van de riem is niet voldoende en de hiel kan niet in de groef van de velg worden geleid- Corrigeer de riem- Vervang de condensator- Vervang de motor- Gebruik hulp bij het aandrukken van de band om de band in de groef van de velg te leiden terwijl de hiel volledig gesmeerd blijft.

Wanneer montagekop wordt vergrendeld, mag de afstand tussen montagekop en de rand niet te ver weg of te dichtbij zijnVergrendelplaat komt los door slechte afstelling- Stel de borgplaatbout aan het achterste uiteinde van de zeskantige as af- Pas de borgplaatbout aan het achterste uiteinde van de horizontale arm aan

26 27

De verticale beweging van de hexagonale as loopt niet soepelDe vergrendelplaat werkt niet- Vervang de borgplaat- De bout op de borgplaat is los- Stel de vergrendelingsplaat af

De montagekop kan niet blokkeren omdat de kop van het gereedschap te veel beweegt tijdens het demonteren / monteren van de band en de velg kan gemakkelijk worden beschadigdSlotcilinder is beschadigd, er is slijtage in de glijdende positie van de horizontale / verticale arm en er stroomt geen lucht in.- Vervang het afdichtingsdeel van de sluitcilinder- Vervang de slotcilinder- Corrigeer de bout aan het onderste deel van de horizontale arm aan, zodat de speling tussen de horizontale armbus en de zeskantige as smaller wordt.- Corrigeer de bout aan het voorste uiteinde van de verticale arm af, zodat de speling tussen de horizontale arm en de vierkante schacht smaller wordt.- Corrigeer de borgplaat

De verticale arm zwaait niet uit of zwaait te langzaam uitEr is een probleem met de luchtaanvoer in de verticale arm- Vervang de afdichtingskits van de verticale arm- Vervang de cilinder van de verticale arm- Controleer of er een knik is in de luchtslang- Controleer of er een luchtlekkage is bij de regelklep van de verticale arm- Vervang de pedaalklep- Corrigeer de luchtinlaat aan het mondstuk

Luchtlekkage in de cilinder van de montagekop / aanhaken zonder krachtDe zuiger is beschadigd of de afdichting is kapot- Vervang de zuiger- Vervang de afdichting- Vervang de cilinder

De drukmeter gaat niet op nulDe drukmeter is beschadigd- Vervang de drukmeter

28

PNEUMATISCH SCHEMA

TCE Europe is eigendom van All 4 Car B.V. Er kunnen geen rechten worden verleend op basis van deze handleiding. Voor vragen neemt u contact op met de klantenservice: +31 (0)46 400 7820 of via [email protected].