B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat...

129
B .STROMAN DE NEDERLANDSE ROMAN overucnt' enind4en 194°-i950 NIJGH&VANDITMARN .V.

Transcript of B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat...

Page 1: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

B. STR O MAN

DENEDERLANDSE

ROMANoverucnt'

en ind4en194°-i 950

NIJGH & VAN DITMAR N.V.

Page 2: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,
Page 3: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,
Page 4: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

OVERZICHT EN INDRUKKEN

Page 5: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Druk: Boekdrukkerij F. E . Mac Donald - NijmegenT. N. 6156

Page 6: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

OVERZICHTEN

INDRUKKEN

DE NEDERLANDSE ROMANIN DE PERIODE 1940-1950

DOOR

B. STROMAN

1951

NIJGH & VAN DITMAR N .V .ROTTERDAM /'s GRAVENHAGE

Page 7: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,
Page 8: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Een overzicht van de Nederlandse roman in de jaren 1940-1950 kan niet anders dan uiterst willekeurig zijn . Men onder-neemt her schrijven van een dergelijk overzicht misschien omdatmen zo zwak is to zwichten voor wat Anthonie Donker heeft ge-noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel,misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van denaieve verwachting uit de oorlogsjaren, dat er na die zwarte tijdeen lichtende nieuwe bloei zou uitbotten in de tuin onzer letteren .Het is zeer wel mogelijk dat een lezer gedreven door een vandeze overwegingen, zoal niet door beiden, dit boekje nieuws-gierig ter hand neemt. Ook de lezer kan door de magie der ge-tallen beinfluenceerd worden, ook de lezer kan naief zijn geweesten kan een symphonic vol nieuwe geluiden hebben gedroomd enwakker zijn geworden in een cacofonie vol oude klanken .

Dit boekje wil trachten die cacofonie to herleiden tot vertrouwdegeluiden, voor het mint tot geluiden, die in het grote geheelonzer letterkunde hun gerechtvaardigde plaats hebben . Daarbijzal men zich dan allereerst rekenschap hebben to geven van hetfeit, dat de eruptie die wij wereldoorlog no . II noemen de seismo-grafen in het land der letteren veel geringer hebben doen uitslaandan men zou hebben vermoed . Dit wil in genen dele zeggendat de invloed van deze oorlog niet merkbaar zou zijn in degeestesproducten van onze romanciers, maar wel dat de schokgeen verschuivingen in de vorm heeft veroorzaakt . Naar hetuiterlijk vertonen de na-oorlogse roman nagenoeg geen afwijkin-gen van de vormen, die wij voor 1939 reeds kenden .

Wie zich de revolterende jaren na de eerste wereldoorlog alsvoorbeeld heeft genomen, verzuimde to bedenken, dat die oorloggeen nieuwe richtingen in de Kunst heeft gewekt, maar dat hijdie stromingen heeft versneld of verhevigd . Expressionisme enfuturisme kondigden zich reeds voor de oorlog aan . De oorlogwerkte als catalysator. Toen hij was uitgeraasd raasden de geestenverder en in feite waren zij in 1939 nog niet uitgeraasd . Daaromkon Vestdijk, onmiddellijk na de bevrijding al zeggen, dat er nade tweede wereldoorlog geen nieuwe modernismen to verwachten

5

Page 9: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

zouden zijn. De perioden, zo betoogde hij, liggen to dicht opelkaar. De factor van een reactie op voorafgaande traditiona-listische bestrevingen, zonder welke her modernisme niet goeddenkbaar is, ontbreekt . Vestdijk is van oordeel, dat alles zoveelkalmer is dan na de vorige oorlog . „De geheele menschheid heefteen nederlaag geleden; en dit besef begunstigt eerder een zachtezelfbezinning op traditionele waarden dan het wagen van dol-zinnige experimenten ." Over die kalmte en die zachte zelfbezin-ning zal nog sprake zijn, maar her uitblijven van buitenissighedenin de vorm zal iedereen hebben geconstateerd . War modieuzekringen als nieuw begroetten was inderdaad her voortbouwen opoude verworvenheden. Want wat her existentialisme als wijsgerigsysteem bespiegelt, wortelt in een negentiende eeuws denken . Deneerslag van her existentialisme in de litteratuur heeft de vormvan de litteraire voortbrengselen niet wezenlijk aangetast, herheeft die vorm vereenvoudigd, groter spanning verleend . Aan deuiterlijke structuur kan men de existentialistische roman nietonderscheiden van de psychologische roman. De romans vanSartre zijn existentialistisch voor zover zij ideeen-roman zijn enals zodanig is hun vorm minder afhankelijk van de gepropageerdeidee, dan die van van Limburg Brouwers historische idee-roman,Akbar, gegrondvest op een uit Fichteaans denken voortgekomeninterpretatie van Spinoza.

Het zal dus bij een beschouwing van de roman gedurende hettijdvak 1940-1950 veel meet aankomen op de mentaliteit,welke uit deze werken spreekt, dan op de vorm waarin zij zichpresenteren. Daarenboven zal her geboden zijn in hoofdzaak tospreken over de jaren na 1945, want war gedurende de vijf voor-afgaande jaren her licht heeft gezien kan nagenoeg geheel en albuiten beschouwing blijven, omdat de productie van nationaal-socialistische auteurs, ook als de tand des tijds de gevoeligheden(euphemistisch uitgedrukt) heeft afgeknaagd, van nul en generwaarde mag worden genoemd . Gelukkig, omdat daaruit tevensblijkt, dat de Nederlandse romancier bet verlangen naar eengermaanse interpretatie van Nietzsches Dionysische Uebermensch

6

Page 10: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

niet kent . Een enkel debuut uit de eerste oorlogsjaren zal tersprake komen bij de jongeren . Boeken die na de bevrijding zijngepubliceerd, maar tijdens de oorlog werden geschreven zullenzoveel mogelijk als zodanig worden gesignaleerd, al worden zijin na-oorlogsverband nader beschouwd .

Ten einde dit overzicht ook overzichtelijk to doen zijn, wordenallereerst oudere schrijvers vermeld, die hun productie voort-zetten en die wij tot de belangrijke figuren in onze letteren mogenrekenen. Dan volgen zij die de vaste bedding vormen, de auteurswier arbeid van een menigmaal gedegen vakmanschap getuigt:de constante in her weld van litteraire werkzaamheid van dendag. En tenslotte de jongeren, die voor her eerst hun stemmenhebben doen horen, hetzij kort voor hun gewelddadig her zwijgenwerd opgelegd, hetzij nadat zij weer vrij en onbelemmerd hungeluid konden doen horen .

Ruim een jaar na de bevrijding - de 14e September 1946 -is Arthur van Schendel gestorven . Met deze uiterst bescheidenwerker is een zeer persoonlijke stem tot zwijgen gekomen . Eengeluid, dat verwant is aan dat van zijn vriend, de in 1931 ge-storven Aart van der Leeuw. Van Schendels werk zal onder onsblijven leven als een feest van dromen . Een feest waarover hijgedempt, nochtans vaak beklemmend en dreigend, de doem vanher noodlot heeft gelegd . Van Schendel spon aan de Italiaansekust zijn weemoedige, niettemin stralende dromen en hij wistdaarbij onze taal een zo heldere klank to verlenen als zij tevorennauwelijks had gekend .

De oorlogsjaren in Sestri Levante zijn voor van Schendel zeervruchtbaar geweest. In 1941 verschijnt De Menschenhater, datvoor van Schendel zo merkwaardig reeele boek, waarover hij aanzijn vriend, de Vlaamse dichter Jan van Nijlen, heeft geschreven :,,Her boek, waarover je spreekt, is verre van optimistisch en oor-spronkelijk had her nog zwarter moeten worden, maar dat is uitegard voor den hedendaagschen lezer verzacht . Als ik heelemaal

7

Page 11: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

mijn zin had gedaan zou bet een pikzwart boek geworden zijn,met veel vlammig rood en smook er in. Maar de sentimentaliteitjegens den medemensch verleidde me en her werd alleen maareen beetje grauw, met wat rozerood in de lucht" (Arthur vanSchendel. Zijn leven en werk. G. H. 's Gravesande) .

Een jaar later volgt Een spel der Natuur, dat boek, dat u betergste aandoet als gij uw nuchtere verstand aanbidt, omdat bet ude roes brengt door uw verstand to benevelen met geluk . Dezeroman van Aristus Elusan, de zoon van een mathematicus eneen ex-lady crooner, gedrenkt in de gelaten wijsheid van de ouder-dom en her heimwee naar de zorgeloosheid van de jeugd, maaktvan Schendel tot een verboden schrijver in bezet Nederland . Debotterikken, die heulden met germaanse Kultur krijsten veront-waardigd over „ten top gedreven nihilisme van den geest" toende bezonnen zorgeloosheid voor de cultuur hun lompe denkenverwarde.

Van Schendel werkte verder. Op bet nationaal-socialistischkrakeel antwoordde hij in een particuliere brief hooghartig ver-wonderd: „Een nieuw dagblad had iets to vertellen over Aristus,bet was zeer curieus en bevatte woorden die vermoedelijk sterkeafkeuring moesten uitdrukken, ik zou bet dus maar niet lezennoch verspreiden."

Van Schendel, die in Nederland zijn eerste „Italiaanse" boekenschreef, werkte gedurende de laatste jaren van zijn leven in Italieaan zijn Nederlandse romans. In Sestri-Levante aan de kust vande Middellandse Zee heeft hij gedroomd van en geleden om zijnvaderland, toen dat door Hitlers horden werd gebrandschat . Degrootste kwelling, sevens een tergend raadsel is hem her inwendigverraad geweest. Aanvankelijk stond, toen de -berichten over deDuitse inval in Nederland hem bereikten, zijn hoofd niet naarwerken. Om de gedachten of to leiden stelde hij een bloemlezingsamen Menschen en Honden, die pas na zijn dood, in 1947, isverschenen . De mens beledigde hem, hij zocht troost bij her dier .

Van de eerste berichten of heeft her hem diep gewond, datlandgenoten hielpen zijn land ten val to b;engen. Op 31 Mei

8

Page 12: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

1940 schreef hij aan zijn vriend Jan Greshoff in Zuid-Afrika :„In Rotterdam is in een paar uur een derde van de stad in puingeschoten en een groot deel van de bevolking vermoord. Je zoudtdenken dat men dat verwachten kon van een vijand, die wij alkenden; maar het is nog erger. Het kon alleen gebeuren metbehulp van vijanden die Hollanders waren, landgenoten van jouen mij . - Vloeken dient op het oogenblik nergens toe, we moe-ten zien hoe er hersteld kan worden . Maar het zal moeilijk zijnto beslissen, war wij met het torte deel van ons land zullen doen .Dat is van later zorg." (Verzameld Werk van J . Greshoff . Deel V) .De zorg heeft hem niettemin niet losgelaten, hij heeft er zichvan willen bevrijden en daarom heeft hij in 1943, ingelicht doorzijn noon, die hem in 1941 met een bezoek verraste, en door zijndochter, die in 1942 bij haar ouders kwam wonen, zich verbeel-dend, dat de oorlog voorbij was, dat vreemd stichtelijke boek,De Zindelijke Wereld geschreven . Een roman, die hij heeft terug-genomen, omdat „de hier beschreven toestanden afwijken van dewerkelijkheid, die de schrijver bij zijn terugkeer in Nederlandleerde kennen." In 1950 is her boek in druk verschenen en -waarschijnlijk allereerst omdat wij to goed weten hoe het wasen meet nog hoe het na 1943 zou worden - nu is her voor onsvooral van belang als een bewijs van de onvoorstelbaarheid vanhetgeen een yolk moet doorstaan, als de rabauwengeest uitviertover zijn land. Van Schendel heeft niet kunnen beseffen, zo minals iemand die her niet heeft ondergaan, wat deze tijd voor onsland is geweest. Hij droomde van de verwachting van een zinde-lijke wereld, maar hij kon niet begrijpen hoezeer die wereldwerd verontreinigd, hoe diep her vuil zich invrat en hoe langde infectie nog zou nawerken .

In datzelfde jaar 1943 werkt hij aan zijn roman van herinne-ringen aan her Amsterdam van de eerste helft dezer eeuw :Voorbijgaande Schaduwen.

De titel van dit in 1948 posthuum verschenen boek is toepasse-lijker dan de schrijver zal hebben bedoeld . Het is mistig ge-bleven. Het blijft na lezing in de herinnering zo vaag obsederend

9

Page 13: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

als een mistbank in het altijd heldere maanlicht, dat het vaak doordonkere wolken overschaduwde werk van deze zo uiterst even-wichtige auteur overstraalt . Dit boek moet wel bovenal een be-zinning zijn geweest op stijlproblemen, die het volgend jaar(1944) in Het Oude Huis hun oplossing vinden in een kroniek-stijl, exact van uiterlijk, maar geheel gericht op het verzwegene .

Waarschijnlijk in her jaar dat hij werkte aan VoorbijgaandeSchaduwen, schreef hij : „Intusschen is er een nieuw in de maak, erwordt langzaam aan gewerkt omdat her er nogal ingewikkeld uit-ziet, maar ik kan er nog weinig van zeggen dus zal ik dat maarvoor me houden . Intusschen houden mijn gedachten zich bezigmet problemen van stijl, o.a. of her beret is de klaarheid of devaagheid to betrachten". Hij leest dan vooral oude boeken, Franseen Engelse. Opmerkelijk is war hij over de Maupassant to zeggenheeft : „(hij) worstelt tegen de onduidelijkheid en toch is hij opzijn best als hij her niet duidelijk zegt ." Dit inzicht heeft hemkennelijk geleid bij her schrijven van zijn beide laatste romans,maar vooral bij de in zijn sterfjaar verschenen roman Het OudeHuis . Deze trage, brede schildering van her leven van geslachtenin een oud-Amsterdams grachtenhuis ontleent haar kracht nietallereerst aan hetgeen de woorden uitdrukken, maar aan hetgeenzij to vermoeden geven . Her wezen van dit merkwaardige boekligt buiten datgene wat gedrukt staat. Het genoteerde is slechtsde aanleiding tot het wekken van een (door de gevoelige lezer)gedroomde wereld. De roman van Het Oude Huis leeft achterof boven de woorden, die haar verzwijgen ten einde de verbeel-ding onaangetast to laten .

Van Schendel was een eenzame, die buiten her driftig gewoelvan onze litteraire societeit leefde, wars van de militante of alleenmaar ruziezoekende jongelingschap, maar met een open oog voorjonge talenten, met een nimmer aflatende belangstelling voor water gaande was . Een eenzame, die pas in de rij onzer twintigsteeeuwse schrijvers kan worden gevoegd op de plaats, die onaantast-baar de zijne zal zijn, als her tumult van alle dag niet meet af-leidt bij het wegen van de waarden. Misschien zullen lateren

1 0

Page 14: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

kunnen aantonen welke invloeden van Schendel in onze letterenheeft nagelaten, terwijl wij, die nog door dagelijks rumoer wordenafgeleid, de neiging hebben hem als een ,schone voleinding" tobeschouwen. In onze hunkering naar evenwicht en rust is hetmogelijk, dat wij hem overschatten. Onze verknochtheid aan levenin een daverende werkelijkheid (radio, televisie, atoomenergie,straalvliegtuigen en Coca Cola) kan hem doen verguizen .

Van Schendels romans weven een feest van dromen . Er zijnmensen voor wie zulke dromen slaapverwekkend zijn . Zij houdenalleen van her wakende leven . Maar schreef Gide niet : „Ik houdvan het leven, maar geef de voorkeur aan de slaap, niet om herNiets, maar om de droom"? Van Schendel heeft in de laatsteperiode van zijn werkzaamheid de vaagheid verkozen, omdat dievaagheid de beheerste weerspiegeling was van die werkelijkheid,die slechts in dromen zichtbaar wordt .

Een doorschijnende helderheid, verwant aan die van de droom,welke, juist als men haar met de rede zou willen achterhalen, invaagheid vervloeit en slechts in vaagheid opnieuw to wekkenis, vindt men in het werk van Jeanne van Schaik-Willing. Defiguren nit haar boeken leven niet nit een eigen bestaan, maargeheel en al nit een bestaan, dat hun schrijfster hun toedenkt .Jeanne van Schaik transponeert de mens tot een wezen, dat in de,,gewone werkelijkheid" niet kan bestaan . Zij doet dat met een zofijn gelede intuitie, dat een nieuwe wereld ontstaat, die vrijwelonmogelijk zou zijn in de realiteit, die een nieuwe, door deschrijfster opgeroepen, realiteit vertegenwoordigt met psycho-logische wetten, die de hare zijn. Een impressionistische, op stem-mingen drijvende wereld, maar zo oprecht van toon, dat men dezonden tegen de regels van de officiele psychologie, zo goed alsdie tegen de taalregels al lezende vergeet .

Met Vestdijk heeft zij een roman in brieven geschreven, DeOvernachting (1947) en zij dwong de ogenschijnlijk koele, maardoor een schrijnende twijfel (waarover later nog gerept zal wor-den) gekwelde Vestdijk tot het schrijven van een zedenroman .

1 1

Page 15: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Zij beiden reikten over bijkans twee eeuwen aan Betje Wolff enAagje Deken de hand .

De Overnachting werd een afrekening met de psychologischeroman en al doende ook met her cynisme ; niet gefundeerd op-timism,. ; gecamoufleerd egoIsme en perversie. Kortom dus: eenzedenroman .

Het verhaal ligt besloten russen de polen dood en leven . LineBrose, immers, heeft aan her begin van her boek haar vaderverloren ; aan her slot verwacht zij een kind. Tussen deze dooden deze geboorte speelt zich de roman of van Line Brose enJustus Breevoort.

Line verlieft zich op Justus en zijn vriend Egbert. Op eenbergtocht in Zwitserland redden de beide vrienden haar, dievan een helling is gestort, her leven . De vrienden verklaren haarhun liefde. Zij wijst beiden of en trouwt weldra met de decadente,egoistische uitgever Marcel .

Als dan later Egbert bij een ongeluk, dat hem in de fabriekwaar hij werkt treft, omkomt, begint Line een correspondentiemet Justus . Uit deze correspondentie ontwikkelt zich de zuivere,met heldere blik aanvaarde en tot in haar consequenties begrepenliefde russen man en vrouw, zoals de schrijvers die wilden vinden .Kennelijk vormen Egbert en Justus een dubbelfiguur . Pas alsEgbert, de zinloze optimist aan zijn optimisme is to gronde ge-gaan, kan Justus de cynicus, de verstandsmens tot zichzelf komenten einde de „liefde" niet in halfzachte zin, maar de weerbare,koude liefde, die afstand weet to doen, to vinden . Dan zou hij dediepste waarde van die liefde - idealist zijn tegen wil en dank- aan zijn nog niet geboren zoon willen overdragen .

Mevrouw van Schaik heeft zich geheel en al aan deze gedachten-gang overgegeven . Zij heeft de conflicten intuItief gepeild . Vest-dijk stelde zich koel, met nauwelijks verholen afkeer, to weer .

In her na de oorlog verschenen werk van Jeanne van Schaikvalt een kentering waar to nemen, die zich in De Overnachtingreeds duidelijk aankondigt . Naar aanleiding van Sophie Blank(1934) heeft ter Braak haar geprezen omdat bet er haar niet om

1 2

Page 16: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

to doen was geweest een ,grote figuur ' uit de grond to stampen .Deze deugd heeft de schrijfster, ondanks haar anders gerichtstreven, niet laten varen . Zij is evenwel, vervuld geraakt van eenidee, de strijd aangegaan met de „impressioniste" die zij is, maardie „impressioniste" bleek voorshands de sterkste. Tot nu toeblijft zij het overtuigendst als zij haar eigen werkelijkheid schepten daarin de door haar geschapen wezens tot een wonderlijk levenwekt.

In haar toneelstuk Het Portret (1948) wordt het onomwondenduidelijk, dat zij in haar aandeel van De Overnachting reedspreludeerde op her probleem van de plaats van de kunstenaar inde samenleving, evenals door het probleem van de schuld . Dezeproblematiek keert terug in haar roman De Witte Veren (1949) .Zij stelde zich tot taak het conflict kunstenaar-samenleving, hetschuldgevoel of het aan de schuld ontheven zijn to objectiverenin haar romanfiguur . Daarbij streefde zij naar het concipieren vaneen ,grote figuur", de dichter Johan ten Hert . De zegevierende,,impressioniste" liet het niet verder komen dan de roman vanhet doodgewone, door opvoeding wereldvreemde meisje MiaHamerling . De betekenis van deze roman ligt niet in hetgeen deschrijfster beoogde, maar in hetgeen ondanks haar rationele be-doelingen tot stand is gekomen : beschrijving van doodgewone,niet uitzonderlijke mensen .

De problematiek, voortgekomen uit een subjectieve zienswijzeaangaande het tijdsgebeuren, kon deze kunstenares niet dwingenzich anders to uiten dan haar gegeven is . Uit de passages waarhaar aanleg volledig haar rechten heeft hernomen blijkt de be-tekenis van haar als ideeen-roman niet geslaagde werk . In die ge-deelten namelijk gaat die wonderlijk eigen toon weer heersen,nieuw van klank door een rake humor .

De problemen van de eigen tijd beinfluenceren de schrijfster,men is geneigd to zeggen acuut, maar zij vinden in haar romande sublimering niet, welke evenwicht schept tussen vorm en in-houd. Op de kentering in Jeanne van Schaiks oeuvre, zoals die nade oorlog tot uiting is gekomen, kondigt zich het experiment met

1 3

Page 17: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

de vorm geenszins aan . Wel een bezinning op de inhoud, die zijhaar werk wil meegeven .

In de romans van F. Bordewijk worden de problemen van deeigen tijd verwrongen tot een wereld, die zich manifesteert inde architectonische gedrochten, welke de negentiende eeuw onsheeft nagelaten. Wanstaltige getuigen van een inmiddels al weervergane, voze burgermanswelstand . Bordewijk werkt onder dedoem der burgerlijke zatheid uit her eind van de vorige eeuw endoor de drang naar een functionaliteit, die toch de krul en detierlantijn niet kan afzweren . Hij experimenteert met de taal,evenwel niet ten einde de taal zo exact mogelijk to hanteren, maarom haar als versieringselement voor zijn litteraire bouwsels bruik-baar to maken. Zelf heeft hij getuigd, dat hem her bereiken vaneen sluitend geheel her meest aantrekkelijk is . Hij wil roman-bouwer zijn en al streefde hij aanvankelijk naar een uiterste be-knoptheid in de vorm, het bleef in wezen een beknoptheid vanomvang. Zijn verbeeldingswereld, zo goed als her materiaal waar-mee hij die wereld oproept, verraadt hoe zeer hij wordt geboeiddoor her weldoortimmerde, niettemin beurse beeld, dat ooze stads-wijken vertonen, die zijn ontstaan uit de architectonische stijl-hutspot van her eind der vorige eeuw. Hij schept in zijn ver-beeldingswereld kleine werkstukken in een proza, dat meer ge-richt is op de suggestie dan op her begrip . Pas later - speciaalin de romans, die binnen dit overzicht vallen : Apollyon (1941) ;De Eiken van Dodona (1946) en Noorderlicht (1948), hoewelook reeds in Karakter (1938) - wordt de beknopte omvang losge-laten en dan ontstaan vrij omvangrijke romans .

Men heeft Bordewijks werk wel willen vergelijken met datvan de schilder A . C. Willink. Niet alleen omdat uit diens doekeneen voorkeur blijkt voor laat 19e eeuwse bouwwerken, maar tevensom de onheilszwangere suggestie, welke van deze werken uitgaat .Toch is een zodanige vergelijking slechts oppervlakkig, want algetuigt Willink dan evenzeer als Bordewijk van een „anderewerkelijkheid", hun beider werkelijkheid is zeer verscheiden .

1 4

Page 18: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Willink combineert bij voorkeur bouwkunstige gezwellen uit eennabij verleden met klassieke strakheid van oud-Griekse sculp-turen en architectonische fragmenten. Uit zulk een confrontatieblijft ons verlatenheid bij, de eenzaamheid van een mens, die geencultuur meer vindt. Willinks schilderijen zijn weerspiegelingen ineen nauwkeurig geslepen vlak . Hij hoedt zich voor de geringstedeformatie in tegenstelling met Bordewijk, wiens kracht voor eenbelangrijk deel in de deformatie is gelegen .

De spiegels, die Bordewijk gebruikt om zijn waarnemingen into vangen zijn alien aangetast door het weer . De foelie heeft los-gelaten, zodat men een enkele maal door het glas heenziet enontsteld de fantasieloze wereld aanschouwt, die aanleiding werdtot grillige verbeeldingen. Want meer nog dan wat voor dezespiegels leeft is van belang wat daarachter gebeurt . Hetgeen mendoor deze verweerde spiegels to zien krijgt is vaak het ware schrik-beeld, dat Bordewijk ons voorhoudt, meer dan hetgeen in diespiegels wordt weerkaatst . De vlekken in deze spiegels cultiveerthij. De uitzonderlijke namen, die hij gebruikt zijn daar met zijntaalexperimenten de aanwijzingen van .

De namen van de personen uit Bordewijks romans zijn geken-merkt door hun klank, ook al houden zij wel naar achttiendeeeuwse eer dan middeleeuwse trant een verscholen betekenis in .Kiekertak; Taas Daamke; Surdie Finnis ; Klotterboke; Bolmikolke ;mevrouw Doom; Dreverhaven ; Katadreuffe ; Starnmeer; Leeuwen-kuyl en Aga Valcoog zijn daarvan willekeurig gekozen voorbeel-den. Victor E . van Vriesland heeft er eveneens op gewezen, datdeze namen zijn gekozen naar de klank, naar de psychologischevoorstelling welke zij vermogen op to roepen, naar het gezichts-beeld, dat er als associatie aan vast is to maken .

War Bordewijk schrijft suggereert allereerst een gezichtsbeeld .Hij gebruikt gaarne woorden, die omdat zij in her dagelijks taalge-bruik zijn verloren gegaan, een suggestieve, indirect beeldende kiankhebben, los van hun woordbetekenis . In Het Eiberschild (1949)ging hij zelfs zover, dat zulke woorden klankabstracties dreigdento worden, zodat hij een woordenlijst moest toevoegen om de

1 5

Page 19: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

lezer aan de betekenis dier woorden to herinneren. Primair blijftbij hem de suggestie van de klank. Met klanken wekt hij beeldenop, ook in zichzelf, want menig verhaal vond zijn inspiratie in detevoren gevonden titel . Opmerkelijk is daarbij dat Bordewijksverbeelding ontspruit aan een plaatsbeschrijving : Rood Paleis -Amsterdam ; Karakter - Rotterdam; Apollyon - Londen; Ver-brande Erven - Schiedam ; De Eiken van Dodona - Gelder-land(?) en Amsterdam ; Noorderlicht - Leiden. Veel meet danbeschrijvingen zijn klanken beeldend bij Bordewijk . Er schuilt nogiets van de woordkunstenaar van Tachtig in deze auteur, die menwel tot de nieuw-zakelijken wil rekenen . De experimenten vanBordewijk, zoals wij die kennen uit zijn vaak uiterst fascinerendeminiatuurtjes (De Korenharp, 1940), zijn minder gericht op eenzo kunstig mogelijk hanteren van de volzin, dan wel op een zosuggestief mogelijk gebruik van her woord . De resultaten van dezeproefnemingen past hij toe in zijn roman . Daar keren de wonder-lijke deformaties weer, daar fascineren de morbide verbeeldingenuit een verstoten wereld, die geen vrede kan vinden bij wat nahaar is gekomen .

Uit Bordewijks romans rijst evenzeer als uit Willinks doekeneen ,andere werkelijkheid", maar een die, in tegenstelling met dievan de schilder, nergens een rustpunt kent . Bij Willink is dierust de verstarring van de schrik door de ontmoeting van tweecultuurperioden die elkaar inderdaad schrikwekkend vreemd zijn .

Bij Bordewijk de onrust en de angst van her zoeken naar eenconstructieve vorm in een vormioze tijd . Want al getuigt Borde-wijk zelf, dat er geen andere tendentie in zijn boeken aanwezig isdan dat een ondeugd of de overdrijving van een deugd, ofschoonniet zonder een zekere indrukwekkendheid, uiteindelijk naar deondergang voert ; dat zij romans zijn van tragedies, zij bieden tochalien her beeld van een beangste wereld . In Apollyon, dat weiniggeslaagde boek, dat de louter voor zijn plezier, zijn ontspanningschrijvende auteur verraadt, wil de ,engel des afgronds", de ver-derver Starnmeer maar niet waarlijk apocalyptisch worden ; zo minals De Eiken van Dodona een roman van de angst en de machts-

1 6

Page 20: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

wil is geworden. In dit boek zijn de figuren niet in de fantasma-gorie van Bordewijks verbeelding opgenomen, de kunstenaars dieer in optreden blijven dilettanten, Leeuwenkuyl groeit niet uit toteen machtsfiguur, hij blijft een serviel rentmeestertje .

De kracht, die Bint (1934) en Karakter (1938) evenals RoodPaleis (1936) tot zo onvergetelijke boeken maakt is weergekeerdin Noorderlicht. Deze roman is hecht doortimmerd als een soliedebouwwerk. Het steunt op vijf peilers : De wolken; De banden ;De pijlen; De draperie en De kroon, want ,het Noorderlicht komtin verschillende vormen voor : als glinsterende wolken, banden,pijlen, draperie en als stolp met een ster aan de top : de kroon" .Deze beschrijving bood Bordewijk de plattegrond waarop hij deroman van Aga Valcoog en Hugo van Delden kon optrekken .

Zoals dat bij Bordewijks beste werk het geval is begint ditboek pas actief in de verbeelding van de lezer to leven nadat hetis gelezen . Bordewijks boeken herinnert men zich niet als ge-schiedenissen, maar als organismen . Een roman van Bordewijkonthoudt men na lezing bijna als een tastbaar ding, men zoukunnen menen het eens ergens to hebben betast .

Deze auteur noemt men wel een schrijver van de nieuwezakelijkheid en evenzeer een romanticus, maar de bouwstukken,die hij ooze letteren heeft geschonken (hoezeer ook aanvankelijkgevoed met de fantasieen der romantici) geven hem juist om zijnarchitectonisch-constructieve aanleg en zijn bewogen verbeelding- het Noorderlicht rechtvaardigt zulk een mening het meest -eerder recht op een karakterisering, die hij zelf geeft van AgaValcoog : neo-barok. Liever nog ronduit barok, rekening houdendmet de begrippen, welke sinds Wolfflin aan dit duistere woordverbonden mogen worden. En dan komt men tot de begrips-bepaling van barok, die Vestdijk heeft aangegeven : de onzeker-heid. In zijn meesterlijk essay ook Rilke als Barokkunstenaar zegtVestdijk: ,Barok staat tusschen klassiek en romantiek in als tus-schen zijn twee grensbegrippen ; het heeft van beide iets, zonderdaarom zijn zelfstandig karakter to verloochenen ; het is vormloosten opzichte van klassieke criteria, tegenover de romantische vorm-

1 7

Page 21: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

loosheid daarentegen springt de barokke vorm zozeer in het oog,dat het op de schaalverdeling al haast aan den anderen kant vanhet klassieke maximum komt to liggen! "

Met deze etikettering zijn wij bedenkelijk het gevaar genaderdwaar Vestdijk over rept in zijn essay Mode en Vernieuwing (Kro-niek van Kunst en Kultuur. 8ste jaargang no . 1). Namelijk hetsjibboleth waarbij de essayist zweert : de eb- en vloedbeweging, decyclus, het steeds weer opnieuw vervulde en gevulde schema . Wantal willen wij, nu de figuur van Vestdijk in ons gezichtsveld komt,een ogenblik toegeven aan de neiging tot indelen - het zij reedsnu gezegd, wij gevoelen meet voor Vestdijks tegenovergesteldeopvatting van een evolutionnaire beweging, die iets volslagennieuws brengt, onder geen schema to vangen, niet gedragen doorde generatie, maar door het levende individu, dat nooit een her-haling is van een ander individu . En dat juist omdat, naar ten-slotte zal blijken, iets volslagen nieuws, in onze letteren (en daar,behoudens enige sporadische experimenten, niet alleen) tot nu toevolslagen ontbreekt.

Ogenschijnlijk onttrekt een figuur als Vestdijk zich tengevolgevan zijn veelzijdigheid aan enige etikettering . Immers zijn veel-zijdigheid uit zich niet alleen in de aard van zijn werkzaamheid,maar evenzeer in de geaardheid van zijn romans, waarbij wijons hier in wezen hebben to bepalen . Niettemin zal het ons bijdeze beperking duidelijk voor ogen moeten staan, dat de zeeronderscheiden vormen waarin deze auteur zich uit, onmogelijkkunnen worden gescheiden als men wil trachten een totale indrukvan de figuur Vestdijk to verkrijgen. Ook al wordt zijn werkniet als dat van de dichter Albert Verwey zo systematisch bewustgedragen door een Idee .

Voor zover iemand bij machte is Vestdijks oeuvre to overzien- hij doet zich gelden als dichter, romancier, essayist, schrijvervan korte verhalen, denker, psycholoog, kunsthistoricus, theoloog,ingewijd bestrijder van de astrologie - zou men hem, de doorrijp en groen tot onbenullige kwalificatie geciteerde vondst van

18

Page 22: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

ter Braak (Duivelskunstenaar) varieerend, duizendkunstenaar kun-nen noemen. Even verbijsterend als zijn productievermogen is zijnbelezenheid. Zijn kennis overschrijdt verre het gebied der litera-tuur-historie of -wetenschap . Met Vestdijk ontmoet men eenweten, dat de alzijdigheid van de renaissance-mens evenaart, zoniet overtreft. Dus etiketterend: een neo-renaissance-mens, eenklassicistisch geaard kunstenaar . De gemeenlijk strenge vorm vanzijn romans, de lineaire, zelden schilderachtige werkwijze zou daarmede voor pleiten . Zonder nu Vestdijk to willen of to kunnenrekenen tot een verlaat aanhanger van het l'art pour fart -daarvoor is zijn werk to zeer vervuld van een probleemstelling -,mag men toch wel concluderen, dat een put sang individualistzich in al zijn werk uit.

Als wij ons afvragen hoe de neerslag van een zo immense be-lezenheid zich in bet werk van deze auteur manifesteert, valtons allereerst de verscheidenheid van genres van Vestdijk's werkop.Hij hanteert deze genres met een schijnbaar zo groot gemak,dat men zich moeilijk kan losmaken van de gedachte, dat velevan deze werken spelenderwijs zijn ontstaan, omdat niet-schrijveneen psychische kwelling zou worden . Zulk een virtuoos spel ver-schafte ons Rhumeiland (1940), waarmee Robert Louis Stevensonin onze letteren opdook ; Aktaion onder de sterren (1941), waar-mee de geobsedeerde fantasmen van Holderlin werden doorgelichttot een diapositief in onze taal; Puriteinen en Piraten (1947),dat noch Daniel Defoe, de schepper van Robinson Crusoe, nochJoseph Conrad de geniale schrijver van zeeverhalen kon even-aren en De Vuuraanbidders (1947), waarin de aan Walter Scottontleende oude vormen van mevrouw Bosboom Toussaint, Jacobvan Lennep, Aernout Drost en Oltmans vol nieuwe ideeen werdengegoten. Ook in die romans, die minder duidelijk demonstreren,dat elk genre, elke vorm voor Vestdijk een peuleschil is, zalmen toch telkens weer aan namen van andere kunstenaars denken .Proust zo goed als Hardy, Gogol zo goed als Edgar Allan Poe ;Jeroen Bosch zo goed als Grunewald, Konrad Witz, Goya enGreco (niet alleen om Het Vijfde Zegel 1937) . Wat de schilders

19

Page 23: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

betreft niet aan Hogarth, Rowlandson, Daumier, Vincent vanGoch, Kathe Kollwitz of George Grosz. Wat de schrijvers betreft-zo voor de vuist genoemd - niet aan Zola, de Balzac, Dickens,Nicolaas Beets of Heijermans .

Men beseft tegelijkertijd, dat er nog velen zijn wier werk dezeauteur kan hebben beinfluenceerd, maar dat men niet of niet vol-doende kent, maar die evenzeer als spiegels kunnen hebben ge-diend om nieuwe beelden op to roepen. Het zij duidelijk gezegd,dat men Vestdijk nimmer onoorspronkelijkheid zal kunnen ver-wijten, al zal pas de zeef van later tijd het kaf van het koren indeze schier onoverzichtelijke oogst scheiden. Toch blijft de vraagter overweging of Vestdijk niet allereerst een reflecterend kunste-naar is.

Het zou to ver voeren binnen dit kort bestek zelfs alle na deoorlog verschenen romans van deze auteur ook maar zo vluchtigals met enkelen geschieden zal to behandelen . Daarom blijve hetbij vermelding van Sint Sebastiaan en Surrogaten voor MurkTuinstra (1948) .

In de psychologische romans neemt De Redding van FreBolderhey (1948) een bizondere plaats in . Dit in de letterlijkezin van her woord onmogelijke boek kan de sleutel zijn tot deredding van Simon Vestdijk . Heeft hier de prosector de ziekte-kiemen, de haarden weggesneden opdat er voor de geneesheer eentaak zal zijn? Een gedachte, die in de roman over de bezettingstijd- Pastorale 1943 - wordt geopperd, vindt hier in zekere zineen uiterst merkwaardige variant . In Pastorale 1943 vinden wijde stelling, dat de Duitsers hun slachtoffers martelden, verminkten,om hun lichamen to veranderen en hen zo tot nieuwe mensen tomaken. In Fre Bolderhey wordt hypothetisch, maar wetenschappe-lijk onmogelijk (naar de auteur toegeeft) een geval van krank-zinnigheid uit sympathie getekend. In dit boek blijft het opzetvan de schrijver voortdurend waarneembaar. Vestdijk heeft ditalles zo gewild . Op deze verhullende wijze tracht hij naar de ont-hulling van de menselijke liefdeloosheid . Dit boek kan slechts totde troosteloze conclusie leiden, dat consequente liefde voor de

20

Page 24: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

medemens tot krankzinnigheid leidt, hetgeen niet hetzelfde be-hoeft to zijn als: liefde tot de medemens is krankzinnigheid . Eengeneeswijze onthoudt deze onmeedogende schildering van eentheortisch ziektebeeld ons nog, in tegenstelling tot de theologi-serend wijsgerige studie De toekomst der religie (1947) .

Ten nauwste in verband met de in deze studie ontwikkeldeideeen kan men de grote roman uit de tachtigjarige oorlog, DeVuuraanbidders zien. Vooral nit deze werken blijkt hoe zeer Vest-dijk bevangen is door de twijfel aan het niet-bestaan van God .Uit deze twijfel vormt zich het middelpunt waar reeds volgens terBraak al Vestdijks gedichten, romans, novellen en zelfs essays omdraaien en dat ter Braak samengesteld zag uit de factoren : dood,angst en jeugd .

De hoofdpersoon uit deze omvangrijke roman, Gerard Criellaert,loochent God niet uit opstandigheid, maar uit deemoed . Deze god-loochenaar kan niet zonder geloof leven, daarom aanbidt hij hetVuur. In de roman ontmoeten wij Cabbeljau, die het geruisloze,pijnloze vuur zoekt, dat de bedwelming aan de smachtende mens-heid brengt: het Nieuwe Vuur . Volgens Cabbeljau's logica zijn inde grond van de zaak geruisloosheid en lawaai hetzelfde .

Hier zouden wij dus de conclusie mogen trekken, dat goddeloos-heid en aanvaarding van het godsbestaan in de grond van dezaak hetzelfde zijn . Criellaert nu kiest tussen God en Mansfeldmet Christiaan van Brunswijk, omdat God de wereld aan henoverliet. Hij aanbidt die beiden en hun vuur, omdat God heeftgeabdiceerd en misschien nooit anders heeft gedaan dan abdiceren .Ten behoeve van Mansfeld en van Brunswijk heeft God afstandgedaan. Bij gebrek aan beter aanbidt Criellaert hen, dus heefthij zich een nieuwe God geschapen . Gerard Criellaert is de Vuur-aanbidder, die het Vuur verkiest boven God, omdat God in hemniet tot rust kan komen .

Reeds eerder had Vestdijk de problemen van dood, angst enjeugd behandeld in een boek, dat duidelijker dan De Vuur-aanbidders de kristallisatie is van een wijsgerig werk . lerscbeNachten (1946) kan men stellig, voor zover het de compositie

2 1

Page 25: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

betreft, denken als to zijn voortgekomen uit de gedachten, neer-gelegd in de wijsgerige dialogen Het Eeuwige Telaat (1946), dat

in 1941 werd geschreven, lersche Nachten in 1942 .De vijf delen waaruit de roman bestaat laten zich afzonderlijk

nagenoeg als afgeronde verhalen lezen, terwijl zij tezamen deroman vormen. Er is hier een poging gewaagd om roman enkort verhaal zo to verenigen, dat zij, zonder de techniek van deraamvertelling toe to passen, een geheel vormen .

Over deze roman betreffende een jonge man, zoon van eenTerse moeder en een Schotse vader, liggen Keltisch-heidense in-vloeden, welke de katholieke bevolking beheersen . De dood wektangst en de angst zoekt leniging in de vervloeking, welke eennieuwe dood eist.

In deze grauwe kringloop van dood, angst en vervloeking blijftvoor de hoofdpersoon geen ander inzicht dan dat hij is uitgestotenuit dit (Vestdijks) lerland der wrake, waar afwezigheid geen af-wezigheid is en de dood geen belemmering.

Naarmate de gebeurtenissen in dit prachtige, gave boek voort-schrijden halen zij als het ware de verteller in, zodat tegen heteinde een gelijktijdigheid van vertellen en handelen optreedt . Indeze virtuoos, als spelenderwijs toegepaste techniek herkent menhetgeen wijsgerig wordt bespiegeld in Het Eeuwige Telaat.

Het begin van bet boek heeft ten gevolge van deze werkwijzeeen lichte, verwonderde toets gekregen ; tegen bet midden wordende accenten zwaarder en de gang trager ; ten slotte zwaar geladenvan dramatiek als een noodlot vervult, wat aanvankelijk inherinneren werd vermoed .

Hoe zeer Vestdijk is vervuld van wijsgerige problemen en theo-logiserende bespiegelingen, hoe zeer hij er ook voor beducht moetwezen zijn talent de baas to blijven (ter Braak heeft zich al af-gevraagd hoe hij dat klaar zou spelen) toont zijn in aanleg uiterstbelangwekkende roman De Kellner en de Levenden (1950) oponthullende wijze aan.

Deze roman over een gedroomde Dag des Oordeels heeft menwel willen vergelijken met Kafka's droomrealiteiten, maar veeleer

22

Page 26: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

is er verwantschap met de aan de werkelijkheid ontsnapte fanta-sieen zoals Alfred Kubin die heeft uitgevierd in zijn roman DieAndere Seite (1928). De bezetenheid, die Kubin zijn fantasieenin twaalf weken deed opschrijven, is in Vestdijks roman echterniet to vinden. Ook al schreef hij hem in ten hoogste even kortetijd: November 1940-Juni-Juli 1948 .

Twaalf willekeurige - zij her voor de schrijver geenszins wille-keurige - flatbewoners worden op een avond, alsof het een Duitserazzia in de bezettingstijd betreft, naar een bioscoop-station ge-reden in een autobus . In die bioscoop, die het voorportaal blijktto zijn van een hels station, beleven zij hun Dag des Oordeels .Een vriendelijke kellner maakt de verschrikkingen dragelijk eneen gruwelijke kellner, die zich Opperduivel waant, voert demartelingen ten top. Er staan - als de schrijver zijn talent debaas is - meesterlijke bladzijden in dit boek, zoals vooral hetbegin en het slot . Daartussen liggen niveauverschillen, die ken-merkend zijn voor Vestdijks romanproductie .

Als na de blasphemerende kruisigingsscene plotseling openlijkeen parallel wordt getrokken tussen Christus en de twaalf apostelenen de kellner en de twaalf flatbewoners, wordt een inval vol diepezin als een gril verwerkt.

De Kellner en de Levenden had een eschatologische romankunnen zijn vol apocalyptische verbeeldingen. Het is een fantas-tische roman geworden van een uitzonderlijk begaafd schrijver .Een schrijver, die - als zijn spel bittere ernst is geworden -blijkt to zijn gepreoccupeerd door het allerindringendst conflictVader-Zoon. Dan stelt een uiterst sensitief wens zich zo god-lasterend to weer als in de afzichtelijke kruisigingsscene, waartoemen de sleutel zou kunnen vinden in de weerbarstig tragischeBallade van het Vierde Kruis uit de afdeling Vader en Zoon inzijn verzenbundel Gestelsche Liederen (1949). Deze in uiterstepijn en nood geslaakte kreet van een weerloos gelatene ligt in het-zelfde geestelijke vlak als de even blasphemistische, maar honendeBallad of Joking Jesus in Joyce's Ulysses (1922) .

Het is stellig geen moedwillig interpreteren als men uit die

23

Page 27: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

andere voor Vestdijks diepste wezen zo uiterst belangrijke verzen-bundel Thanatos aan banden (1948) de eerste van de Drie kleineoden van de Liederen binnen- en buitentijds afzondert als degrondtoon van heel zijn werk :

Groet mijn vader - zoo sprak ik tot ied're doodeDie ik de oogen heb gesloten;Groet mijn wader, opdat hij wete hoe eenzaamZijn zoon is blijven veriangen naar hem .

En allen beloofden, en alien vergaten .

Sindsdien zie ik zijn gestalte leunenOver het hek, dat de hemel sluit,De voorhoofdsaad'ren toornig gezwollen,De oogen angstig uitziend naar mij .

Tenzij men van een overigens gezond, Broek-in-Waterlandshedonisme uit tot niets anders in staat is dan met blinde open-hartigheid to getuigen van zijn in wezen bevreesde afkeer vanVestdijks analytische geest, zoals die zich in zijn veelzijdig werkuit, zal men her er over eens zijn, dat wij in Vestdijk een auteurbezitten van een, stellig voor Nederlandse maatstaven, ongemeenformaat.

Een verantwoorde waardering van her gehele oeuvre van dezein wezen eenzijdige, want mentaal beperkte auteur, wiens strijdmet her leven, zoals die in zijn werken valt waar to nemen, eenboeiende vonkenregen to zien geeft, zal pas diegeen kunnen leve-ren, die deze veelzijdigheid van uitingen op haar betrekkelijkkleine kern nauwgezet onderzoekt. Heel her gebied der levendeliteratuur - levend door hem, ook als hij zich richt tot de historie,hetzij als essayist, hetzij als romancier - heeft hij tot het domeinvan zijn werkzaamheid gemaakt .

En toch: een geisoleerde figuur. Hij is in onze letteren geenleider en krachtens zijn wezen zal hij dat niet ambieren . In zijnwerk streeft hij (nog) niet naar een oplossing of die nu zou zijn

24

Page 28: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

gebouwd op de leerstelligheid van enigerlei overtuiging, of datzij utopisch de verwezenlijking wil tonen van een wijsgerig(ethisch) stelsel. Vestdijk onthult, in de zin van blootleggen . Hijis geen geneesheer, hij stelt geen diagnose, maar veeleer her-kennen wij in hem de prosector, de man, die aantoont waar deoorzaken van de ziekte (kunnen) liggen .

Zijn roman De Koperen Tuin (1950) is daarvan een bijzon-der overtuigend voorbeeld . Want al zou men oppervlakkigbeschouwd tot de mening kunnen geraken, dat hij in dit werkher thema herhaalt, zij her meesterlijk gevarieerd, van zijn AntonWachterromans, wie zich war duidelijker rekenschap geeft komttot geheel andere conclusies . In de Anton Wachterromans speurdeVestdijk naar de psyche van de puber, in De Koperen Tuin zoekteen volwassene naar de oorsprong van zijn wezen . De kleinsteedsesocieteitstuin waarin zich de belangrijkste gebeurtenissen uit zijnjeugd hebben afgespeeld is in zijn herinnering tot een indrukwek-kend natuurreservaat - een hervonden Hof van Eden - ge-worden, maar de personen hebben hun ware proporties gevondenin her oordeel van de volwassene . Dit boek is als her „cardiogramvan de volwassen Nol Rieske, meet nog de canon van zijn leven .Daarom zou her belangrijk zijn als Vestdijk ons ook van de manNol Rieske vertelde, omdat hij ons op zo ongemeen heldere wijzede basis van dit leven heeft getoond, zoals Nol die voor zich zelfheeft blootgelegd .

In dit boek zijn inleidingen opgenomen over muziek . En al ishet essayistisch element aan Vestdijks romans niet vreemd, zeldenheeft hij bet essay zo duidelijk als bouwstof in een roman ver-werkt. Deze studies over muziek herinneren aan hetgeen AdrianLeverkiihn, zij bet germaans tdchtiger in Thomas Manns DoktorFaustus (1947) to berde brengt naar de trant van Paul Bekkersanalyses van Beethoven's werken . Vestdijk analyseert in hoofd-zaak Bizets Carmen in de visie van de drankzuchtige Wagner-vereerder Cuperus . In onze slotbeschouwing zal her essayistischelement in de hedendaagse roman nog nader ter sprake komen .Hier zij volstaan met op to merken, dat De Koperen Tuin een

25

Page 29: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

van de duidelijkste voorbeelden is van Vestdijks streven naaronthulling. Vestdijk zet het mes er onmeedogend in en wie niettegen de snijkamer kan blijve geen getuige van dit onderzoekDan neigt men tot de conclusie, dat de man, die het lancet zovirtuoos hanteert, liefdeloos to werk zou gaan, zonder dat men be-grijpt, dat dit werk - en wie niet verder kijkt dan zijn neuslang is zal het vuil werk noemen - kan worden gedaan uit eenobsederende, onvervulbare liefde voor de mensheid . Het werken isVestdijks obsessie en al werkend kerft hij tot op het been .

Tenslotte toch weer toegevend aan de zucht tot etiketteren(door Vestdijk terecht een ondankbare, en in zekere zin kinder-achtige bezigheid genoemd) schemert ons ten aanzien van zijnromans het etiket idee-roman (in de zin van geromantiseerdessay) voor ogen . De Doornse wonderdokter levert ons daartoezelf steun: „leder conflict in een ,psychologische roman" vanenige importantie is eigenlijk van morele aard, of laat eenmoraal doorschemeren. En dat de romancerende ,homo psycho-logicus" deze conflicten volkomen nuchter, objectief en ,weten-schappelijk" behandelt, is misschien wel waar - en ook langniet altijd - maar verandert niets aan her feit, dat hij deze con-flicten dan toch maar gekozen heeft, en dat derhalve zijn nuchter-heid en exactheid wel eens iets anders zouden kunnen zijn daneen technische inkleding van wat men bij een rechter recht-vaardigheid noemt "

Geen leider, maar al naar men gemutst is dan toch een afschrik-wekkend of bewonderd voorbeeld .

26

Page 30: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

II

Bespiegeling over her werk van de hiervoor genoemde auteurs- Arthur van Schendel, Jeanne van Schaik-Willing, F. Bordewijken S. Vestdijk - leidde nog niet tot enigerlei poging tot waar-dering van de stand van zaken betreffende de Nederlandse romanna een periode van tien jaar, waarin het krijgsrumoer voorEuropa verstomde, maar nieuwe oorlogsdreiging de atmosfeerzonder ophouden bleef vervullen. Als we her zullen wagen tot eenpoging van samenvatting to komen en daaruit met de grootstevoorzichtigheid conclusies to trekken, zal dat pas mogelijk zijn,wanneer de jongste verschijningen in ons litteraire leven mede indeze bespiegelingen zijn betrokken .

Alvorens daartoe to komen zal her nodig zijn eerst het werkto beschouwen van hen wier arbeidzaamheid hierboven wordt ge-karakteriseerd als de constante in her weld van litteraire krachtenvan den dag. Wanner we ons willen afvragen in hoeverre deoorlogsjaren onze auteurs hebben beInfluenceerd, zal her om derwille van enige overzichtelijkheid geboden zijn onze toevlucht tonemen tot rubrificering .

Ten eerste komen dan die boeken ter sprake, die de bezettings-jaren met hun oorlogs- of verzetservaringen tot onderwerp hebben ;vervolgens de historische romans, omdat die kunnen worden be-schouwd als een streven naar her trekken van paralellen, hetvluchten nit de eigen tijd (escapisme) of bezinning op historischewaarden; de romans, die - menigmaal schijnbaar - de actuali-teit onberoerd laten en ten slotte die romans die in Indonesiaof de West hun stof hebben .

Wat betreft de romans, die de bezettingsjaren tot onderwerphebben, bleek onmiddellijk na de bevrijding, dat de drang toteen to haastig kroniekschrijven over de feitelijkheden, de kristalli-satie in een bezonken werkstuk in de weg stond. Zeer duidelijkkomt dit tot uitdrukking in de zeer omvangrijke roman vanMaurits Dekker, De Laars op de Nek (1945). Dekker heeft zich

2 7

Page 31: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

eenvoudig de tijd niet gegund om de overdadige stof to verwerken .Hij ordende haar tot een stellig wel boeiend, zij het in menigopzicht to uitsluitend anecdotisch verhaal, dat voor de een debevrijdende reactie veroorzaakt van : ,zo was het nu", voor deander de verbazing van : ,was her zo in die dagen?" Deze romanontleent haar betekenis wel uitsluitend aan haar documentairewaarde, voor zover men zo anecdotisch behandelde stof alsdocument kan aanvaarden .

Ook zijn in 1946 verschenen Jozef duikt is her anecdotischenog een to overheersend element, de gein verbergt op schrijnendewijze de pijn. De individuele ervaring kon nog niet worden ge-objectiveerd .

Om geheel andere oorzaken is Willy Corsari's Die van ons,(1945), evenzeer beneden de betekenis gebleven, waartoe een totop de nerf gaande behandeling van de ontstellende stof zouhebben kunnen leiden . Deze roman toont vooral weer die be-drevenheid in her componeren van een vlot en bovenal onder-houdend verhaal, welke zo kenmerkend voor deze schrijfster is .Als Willy Corsari over een war dieper inzicht zou beschikkenzouden wij in haar een Nederlandse Vicki Baum bezitten, eenschrijfster die niet alleen maar om haar vlotte pen, maar meetom haar stellig niet to onderschatten vakmanschap zou wordengewaardeerd. Willy Corsari vertelt in Die van ons over mensen ;zij doet dat herhaaldelijk boeiend en met talent, maar zij mistde gave om die mensen zo to doorzien, dat zij in haar romansook werkelijk tot mensen worden, die men niet meet vergeet,mensen van wie men her gevoel heeft, dat men hen heeft ontmoet .

Het gebrek aan vermogen om mensen tot een zelfstandig be-staan to wekken in een roman doet zich evenzeer gelden in haarboek De Man die niet mocht terugkeren (1947) . De bezettingstijdwordt in deze roman retrospectief, dus terugziend op her verleden,behandeld en zonder dat daarmee nu de gewenste afstand tot destof wezenlijk wordt bereikt, is het toch opmerkelijk, dat in ditboek, veel meet dan in Die van ons, iets wordt gesuggereerd vande atmosfeer uit de jaren van Duitse bezetting . Een ,psychologische

28

Page 32: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

thriller" naar het voorbeeld van de Engelse schrijver GrahamGreene is het geenszins geworden, her werd een familieroman inde techniek van het detective-verhaal . De spanningen liggen alien,virtuoos geconstrueerd, aan de buitenkant, aan innerlijke span-ningen komt men, tengevolge van de uiterlijke bemoeienis met destof niet toe. Een boek, dat men verslindt omdat het niet eensverteerd behoeft to worden . Zo lang men aan her verslinden is,wordt men in de waan gehouden, dat men ook iets proeft . Zodrade laatste hap - met charme, maar nonchalant geserveerd - isgedaan, bemerkt men, dat het gerecht een kunstig bereid liflafjewas . Josine Reuling heeft oorlog en bezetting behandeld in deVerwachting (1948), maar de charme van het land der Dordogneoverstraalt ten enenmale het leven van Charlotte Dupuis en haarkinderen zodat het tragische lot van Edouard, de zoon, die doorde Duitsers wordt gefusilleerd een gedempt slotaccoord wordt vaneen idylle. Geen oorlogsroman .

Een zeer ernstige poging om zijn stof zo saam to ballen, dat zijzou kunnen kristalliseren tot een synthese, heeft A. Defresneondernomen in Een Avond in Amsterdam (1946). De techniekvan dit boek waarin getracht wordt het algemene leed in eenfamilie gedurende een avond to projecteren, herinnert enigszinsaan die van de Amerikaan John Dos Passos, meet diens Camera-eyes uit Manhattan Transfer, clan de News Reels in de 42ndParallel. Defresnes samenvattende beschrijvingen missen echterinnerlijke spanning, en zij blijven mede daardoor to weinigorganisch verbonden met het zo bewogen verhaal .

Niettemin is deze to weinig opgemerkte roman een eerstepoging geweest om zich bevrijdend meester to maken van deobsederende stof.

Zo kort na hetgeen doorstaan was bleek dat nog niet mogelijkto zijn voor romanciers . Ook Vestdijk, de realistische observeerderen analyseerder vooral, bleef in zijn ,oorlogsromans", ondanks eenontluisterende humor en een naar objectiviteit borende psycho-logie, toch verwijderd van de innerlijke conflictstof, die hij metzijn scherp intellect stelde . Noch de in 1945 geschreven, in

29

Page 33: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

1948 gepubliceerde Pastorale 1943, noch bet in 1947 geschreven,in 1949 gepubliceerde Bevrijdingsfeest zijn rowans geworden, dieaan de actualiteit zijn ontstegen.

Midden in de bezettingstijd schreef Theun de Vries zijnW.A.-Man, de vrij uitvoerige novelle, die in 1944 onder herpseudoniem M. Swaertreger (zetfout voor Swaertveger) bij deDoezende Dar clandestien is verschenen. Deze novelle is in 1946opgenomen in de bundel De Laars, welke voortreffelijke verhalenuit de bezettingstijd bevat ; maar een roman over oorlog en be-zetting is van zijn hand niet verschenen. De romanschrijver konde stof nog niet bedwingen, maar de dichter Theun de Vrieslouterde in her kamp to Amersfoort her doorstaan van die hel ineen gedicht De Dood, dat van 3 October 1944 tot 25 Februari1945 in bet kamp werd geschreven ; bij stukjes en beetjes doorgoede vrienden bewaard ; door de dichter uit het geheugen ge-reconstrueerd (gepubliceerd in De Gids) en met deze sterk af-wijkende versie, nadat hij her oorspronkelijke gedicht had terug-ontvangen, ontstond her gedicht zoals her in 1947 in boekvormis verschenen . Een van de aangrijpendste verzen, die in de be-zettingstijd zijn geschreven .

De verbeeldingskracht van de dichter ; de beschouwelijkheid vande prozaist en de zuiverheid van een ontluikend meisjesharthebben ons de ontroerendste litteraire getuigenissen geschonkenvan een zo onmeedogend harde tijd. Theun de Vries' gedicht iseen bezonken kunstwerk, zo goed als de zeven opstellen overBergen-Belsen, die Mr Abel J. Herzberg heeft gebundeld onderde titel Amor Fati (1946), doordrenkt van de Socratische wijs-heid Ken u zelve, waarvoor de bouwstoffen zijn to vinden in zijnaangrijpend dagboek uit Bergen-Belsen Tweestroomenland (1950),zo goed ook als dat pure, argeloze dagboek, dat uit een hoopafval werd gered : Het Achterhuis (1947) van Anna Frank en dievlijmende naar zelfbestendiging hakende dagboekbladen van LodeVogel: Dagboekbladen uit een kamp (1946). Hiertoe dient ookgerekend to worden Edouard de Neve's Glorieuzen (1946), dathoewel scherp van psychiologische waarneming, toch hoofdzakelijk

30

Page 34: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

anecdotisch van karakter is . De auteur heeft individueel afstandgevonden van zijn ervaringen in gevangenis, krankzinnigen-gesticht (dat hem van executie bevrijdde, maar bedreigde metgeestelijke ondergang waarvan slechts lichamelijke ondergang hemzou kunnen redden) en concentratiekamp . Zijn vaderlands realismeheeft hem echter nog weerhouden een boek to schrijven, dat alge-mener betekenis heeft dan een voortreffelijk document . Het con-stateert en her doet dat meesterlijk, maar men blijft binnen ge-vangenismuren, gestichtspaviljoens en prikkeldraad . De schrijvernoemt zijn boek dan ook terecht een reportage .

Al dwalen we met het vermelden van deze dagboeken af, het istoch verantwoord nog enkele van zulke werken to vermelden, om-dat daarin de stof, die de romanschrijver nog niet meester konworden, ligt opgetast . Ten eerste Nico Rost's Goethe in Dachau(gedateerd 1946) en Floris Bakels Verbeelding als wapen (1947) .Deze beide boeken hebben, bij hun grote verschil, dit gemeen,dat zij getuigenissen zijn van de betekenis van het culturele bezitin de onmenselijkste omstandigheden, welke men zich tenauwer-nood kan voorstellen . De waarde vooral van het boek, ook alsmen dat boek niet meet voor het grijpen heeft .

Een ander dagboek zij vermeld als een bewijs van de verblinde-vreugde over herwonnen vrijheid ; een blijdschap, die de critischemaatstaven voor een ogenblik onbetrouwbaar maakten, zelfs inhanden van de deskundigste beoordelaars van onze litteratuur .Immers het feit alleen, dat er weer in vrijheid mocht worden ge-publiceerd, wekte een zodanige roes, dat een jong schrijver endichter de dupe dreigde to worden van een grenzenloze overmaataan waardering. Bert Voetens oorlogsdagboek, Doortocht (1946),dat stellig journalistieke kwaliteiten heeft, hebben de strengsterechters van voor de oorlog, louter en alleen om de vreugde,dat er in Nederland weer onbelemmerd kon worden geschrevenen gepubliceerd - anders is hun overschatting niet to verklaren- voor een meesterwerk uitgekreten, met het onvermijdelijk ge-voig, dat het niet lang duurde of het werd even onbesuisd vooreen minderwaardig prul uitgemaakt. Ook hier ligt de waarheid

31

Page 35: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

weer zowat in het midden: litterair van geringe betekenis, journa-listiek van meer dan alledaagse verdienste . Johan van der Woudeheeft in zijn poging tot objectivering van het zware lot, datArnhem in 1944 heeft getroffen aanzienlijk meet tot stand ge-bracht. Hij streefde in zijn Arnlhem, Betwiste stad (1945) naar een,,gezeefde werkelijkheid" en bereikte zeer veel .

Over de duizend vrezen die op 10 Mei 1940 over Rotterdamzijn gekomen hebben Clare Lennart en Dr G. Stuiveling geschre-ven. Clare Lennart heeft in Ter herinnering aan Rotterdam(1945) een herinnering gelaten aan Rotterdam zoals zich dat voor-deed aan een niet-Rotterdamse, hoe deze onooglijke stad door haareerlijkheid, haar onopgesmukte allure een vreemde hartelijk voorzich wist to winnen . Dr Stuiveling schreef zijn Onvoltooid Verslag(1948), dat een betrouwbaar document is geworden, omdat het inde eenvoud van zijn verhaaltrant zo overeenstemt in de dagelijkseervaringen van allen, die onder de onafwendbaarheid van eendreigend noodlot gelijke mensen waren geworden .

Hoewel dus de oogst aan roman over het schriklijk pleit, datbesloten ligt tussen de jaren 1940-1945 uiterst schraal is, zowelin kwaliteit als in quantiteit, heeft toch een auteur deze stof zoweten to behandelen, dat er afstand tussen het beleefde en hetbeschrevene, russen werkelijkheid en verbeelding moest ontstaan .Frank Wilders (pseudoniem van de essayist Fokke Sierksma)heeft onder grote zelftucht zijn korte roman - eerder grotenovelle - Grensconflict (1948) geschreven . De afstand in tijdwas nog kort, want dit voortreffelijke verhaal werd in de wintervan 1945 geschreven, maar Frank Wilders' inzicht deed hem eenvorm kiezen, waardoor welhaast als vanzelf de vereiste afstand inde geest moest ontstaan .

Omdat bij dit debuut de vormkwestie, evenals bij de tevorenbesproken boeken van Willy Corsari en A. Defresne van be-tekenis is gebleken voor het bereiken van het beoogde resultaat(ieder overigens op eigen niveau), zij dit boek reeds nu vermeld

32

Page 36: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

en niet in her derde hoofdstuk, waarin de debutanten van na1945 zullen worden besproken.

Frank Wilders heeft zichzelf, door de vorm waarin hij zijnverhaal heeft gegoten, tot afstandnemen gedwongen. Een groepfilmmensen gaat een film maken over een luisterpost van deondergrondse. Tijdens de opnemingen voor deze film wordt het-geen geschiedenis was opnieuw tot een, zij her geconcentreerdewerkelijkheid. Een geactiveerd herinneren, dat de bijkomstighedenweglaat, dat alleen aandacht kent voor wat belangrijk was, ook allijken dat onbeduidende details. In een helder, functioneel prozalegt de schrijver verantwoording of en zonder het verhaal tostoren, eerder er een innerlijke spanning aan verlenend, bespiegelthij het wezen van de angst . Hij ervaart, dat de verholen trots vaneen van zijn vroegere illegale medewerkers tegenover de cineast,die een onverholen ontzag laat blijken, bij hem een „lodderiggevoel van belangrijkheid" opwekt, maar al vertellende gaat hetverhaal leven, her verhaal vol ,zoete oprispingen van de angst" .Uit de slotzinnen van de hoofdstukken blijkt hoe de schrijver zichtot zijn stof heeft verhouden. Eerst sceptisch : „Zo was het. Ja, zowas her ongeveer" . Dan aarzelend: „Zo was her . Zo was het,misschien" . Vervolgens weifelend : ,Was her zo? Was her zo, on-geveer?" Als tenslotte de cineast vraagt : ,Klaar voor opname?",zegt de ik uit her verhaal „ja", maar hij schrijft als de camerasnort: ,Klaar voor de opname? Nee, nee, nee" . En als hij na hetfilmen onder her naar huis gaan aan zijn vriend vraagt : ,Zou jijher weer over doen, als de tijd nu eens teruggeschakeld werd?",corrigeert hij zichzelf, omdat hij inziet, dat zij met zulke be-spiegelingen een perspectivische foul begaan : „Je moet de ge-schiedenis niet door een verrekijker bezien. Dan vergeet je hetstuk, dat voor je ligt, de tijd waarvoor wij ons zo druk hebbengemaakt. Man, bezin je, nu komt de gouden eeuw van bonlozetabak" .

Wie zo nabije geschiedenis door een verrekijker beziet looptinderdaad alle kans her stuk, dat voor zijn neus ligt over hethoofd to zien, alle versleten beeldspraak ten spijt. Dat behoeft dan

33

Page 37: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

niet eens meer de tijd to zijn ,waarvoor wij ons zo druk hebbengemaakt". Die tijd, die geidealiseerde gouden eeuw van bonlozetabak, is inmiddels gebleken, geenszins van goud to zijn. Velenzijn op de nog altijd niet bonloze koffie gekomen.

Her is echter mogelijk, dat men de geschiedenis door een verre-kijker wil bekijken, omdat men zijn blik wil verruimen, omdatmen houvast zoekt, desnoods omdat men de eigen tijd wil ont-vluchten. In onze dagen schrijft men geen historische romansmeer om, gelijk Walter Scott en zijn volgelingen, de personen ende feiten tot een dramatisch, pittoresk geheel samen to voegen,maar veeleer volgens een werkwijze verwant aan die vanmevrouw Bosboom Toussaint, welke er op is gericht een dramato ontdekken, datgene to ontsluieren, waarvan men de kentekenenin de bronnen vindt (Idee en Werkwijze van mevrouw Bosboom-Toussaint . J. M. C. Bouvy.) .

Theun de Vries, die al van her begin van zijn werkzaamheidals romancier of belangstelling voor de historische roman heeftgetoond (Rembrandt. 1931) heeft gedurende de eerste jaren vande oorlog (1939-1942), na in her najaar van 1939 zijn romanKenau (1946), „Aan de vrouwen van Nederland", to hebben vol-tooid, de monumentale voor-Babylonische roman - vrucht vaneen immense voorstudie - Sla de wolven, herder (1946) ge-schreven. Deze, niet alleen om haar omvang (694 pag.), formi-dabele roman getuigt, duidelijker dan welk werk van hem ook,van hetgeen Sjoerd Leiker zijn stormachtig idealisme, zijn ,chilias-me" heeft genoemd (Critisch Bulletin. Januari 1947) . En dat opeen wijze, die blijk geeft van een innerlijke verruiming van dezeauteur, die zich als prozaIst tegen bezinning lijkt to weer to stellen,hoewel hij als dichter (De Dood) van de bezinning uit aan-grijpende verzen heeft geschreven . Reeds voor deze bijbeldikkeroman heeft de Vries een kleine historische roman doen ver-schijnen uit de tijd der Franse revolutie, spelend onder de negersvan Guadeloupe, met een titel zo triomfantelijk en bezwerendals een versregel : De Vrijheid gaat in 't rood gekleed (1945) .

Dar Theun de Vries als schrijver van historische romans in

34

Page 38: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

genen dele een escapist is, maar een auteur die, zonder een goed-koop offer aan de actualiteit niettemin van de actualiteit uitgaat,bewijst zijn trilogie 1848, waarvan bet eerste deel, ,Een Spookwaart door Europa, in 1949, her jaar van de herdenking van betCommunistisch Manifest, waaraan deze titel is ontleend, is ver-schenen. Nog in hetzelfde jaar verscheen het tweede deel,Nieuwe Rivieren. Het derde deel zal in het Nederlands (althansvoorlopig) niet verschijnen. Voor zover twee derden van eentrilogie een gissing toestaan, heeft men de indruk, dat de Vriesvooral een kwijnende glorie heeft willen conserveren . De glorievan het opkomend Marxisme, van het jonge, opstandige prole-tariaat . Er is een tijd geweest - bij ons getuigden Herman Gorteren Henriette Roland Holst-van der Schalk ; op blijmoedig huise-lijk peil ook Adama van Scheltema daarvan -, dat her socialismewerd beleden als een geloof met een vurige verwachting van eennabije heilsvervulling, hoezeer Marx en Engels de verwezenlijkingvan hun ideaal van een klassenloze maatschappij meenden togrondvesten op een wetenschappelijke, economische basis. In elkgeval gaf dat ideaal voedsel aan toekomstverwachtingen, welke,hoe voorbarig ook, niet uitsluitend dichterlijke geesten in ver-voering konden brengen. De uit jonge kracht en to gerede ver-wachting voortspruitende opstandigheid ging teloor ; bet geloof,dat de massa stuwde ging verloren en dat niet alleen in het kampder socialisten of communisten . De Vlaamse priester-literatorAlbert Westerlinck heeft in de Dietsche Warande en Belfort(Jan. 1949) getuigd, dat „de invloed van het Christendom op dehuidige beschaving niet meet een leidende en regerende (is) ; hijis tot een medewerkende functie teruggeleid" . De wereld wachtop, hunkert misschien naar de doorbraak van een nieuw ideaal .De besten onder ons kunnen het vertrouwen in de toekomst be-waren, zich kantend tegen de Europese epidemie van cultuur-pessimisme . Waar de visie op wat voor ons ligt nog wordt belem-merd, blikt men terug in een gebied, waar de kracht en de moednog aanwezig waren om vooruit to durven zien, ook al beseffenwij hoe verblind dat negentiende eeuwse geloof in de Vooruitgang

35

Page 39: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

is geweest. De opstandigheid van de massa is gestold, omdat dedingen waartegen die massa in opstand kon en moest komen (nietuitsluitend - of juist niet? - in de Sovjet-Unie) zijn wegge-vaagd. Het nieuwe ideaal, dat weer een opstand waard zou zijnschemert nog niet, al was het alleen maar omdat Oost en West(in de hedendaagse politieke betekenis) om strijd hun diametraleinterpretatie van dezelfde woorden zo monopoliserend opeisen,dat die woorden „vrijheid" en „vrede" de tegenovergestelde be-tekenissen zo sterk en bewust oproepen, dat een verwisseling vanbetekenis dreigt .

Theun de Vries schilderde, om dat ideaal van een nog niet doorpolitici in discredit gebrachte „vrijheid" nog eenmaal duidelijk totonen, een galerij van genrestukken en hij heeft daarvoor de vormvan een onpersoonlijk dagboek gekozen . Wij zien er Marx enEngels en pantoufles, maar aan de slag; wij ontmoeten Toergenjef,van wie Edmond Jaloux heeft getuigd, dat hij de meest idealis-tische was van alle realistische schrijvers ; de anarchist Bakoenin ;Proudhon vult de achtergrond ; de Russische tsaar en LouisNapoleon krijgen ieder eigen paneeltjes; onze Koning Willem IIbesluit tot grondwetsherziening; het Britse Chartisme faalt enHerweghs emigrantenleger gaat in de Badense opstand onder . Hoezich deze galerij zal uitbreiden tot een verzameling hedendaagsebeelden kan men vermoeden, maar vooralsnog niet ervaren . Maardat de Vries andermaal - tussentijds - inspiratie kon vindenin de historie bewijst zijn hechtgebouwde novelle Hoogverraad(1950), waarin (op historische gronden) de zuiverheid van hetverzet van kapitein Goesew en zijn kameraden wordt getekend alseen innerlijk louteringsproces, als een bewust offer aan de ver-vulling van een met de zekerheid van een onwankelbaar geloofverwachte toekomst: de taak van het Russische yolk om vrede envrijheid aan de mensheid to brengen . Zou dit geloof in het Rus-land van heden werkelijkheid zijn geworden, of zouden deze op-standelingen evenzeer tegen de machten van deze tijd in opstandkomen om hun vrijheidsideaal - reactionnair of communistischgescholden - ongerept to houden? Dit boekje wordt gekenmerkt

36

Page 40: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

door een ,chiliasme", dat rechtvaardiging zoekt in het ongereptegeloof uit het verleden .

Her tasten naar een kracht, welke is verloren gegaan in onzetijd, voor zover een tijdgenoot daar ooit over kan oordelen, er-vaart men op geheel andere wijze in de historische roman overHugo de Groot, waarmee Annie Romein-Versohoor als roman-ciere heeft gedebuteerd : Vaderland in de Verte (1948) . MevrouwRomeins echtgenoot, de historicus prof. J. Romein, besluit zijnbijdrage over Huig de Groot in bet door hen beiden geschrevenErflaters van onze Beschaving met de verzekering, dat deze ballingbovenal zijn standbeeld heeft ,in het grote hart van de mensheid,daar, waar haar onsterfelijk geloof in een betere wereld huist" .

Annie Romein heeft in haar roman, die volkomen ten on-rechte wel als dor maakwerk is gekwalificeerd (J . Greshoff), ge-tracht naar een parallel met Erasmus. Zij waren beiden - Eras-mus en de Groot - mannen van weinig lichamelijke moed, maarvan grote geestelijke moed . Beiden waren zij tot irriterens toeonkreukbaar . Her is Annie Romein niet gelukt de mens Hugo deGroot achter de imposante facade van geleerdheid en diploma-tieke nevels vandaan to brengen. De historica heeft inderdaadde romanciere vaak geremd, maar de intuitie van de romanciereleidde er toe, dat haar boek meer de roman is geworden van deGroots doortastende huisvrouw Maria van Reigersbergh, dan dievan bet Delfts orakel.

Aan Maria van Reigersbergh heeft de schrijfster haar hart ver-pand, Hugo de Groot verzette zich tegen de romanciere ; de histo-rica vond hem nagenoeg ontdaan van innerlijkheid in de bronnen .Wie gevoelig is voor de innerlijke toon van een geschrift, zal betsublieme hoofdstuk ,Ter Veer", dat bet kind Maria van Reigers-bergh zo beeldend en zo met liefde waargenomen introduceert,niet licht meer vergeten. Trouwens telkens als Maria in ditboek op de voorgrond treedt, ervaart men, dat de romancieresterker kan zijn - en haar kansen greep - dan de historica. Metconscientieuze ijver heeft de schrijfster gezocht naar de mensHugo de Groot, maar wat hij van zichzelf heeft nagelaten blijkt

3 7

Page 41: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

verhullend materiaal to zijn voor een romanschrijfster. Als echterde mens zich maar even laat ontdekken, verschijnt hij ten voetenuit. In her onderhoud met de Franse Koning en in de korte episo-den van zijn leven, dat zijn vaderschap hem herinnert aan zijnbestaan als mens van vlees en bloed .Met Vaderland in de Verte hebben wij her terrein van de

vaderlandse historie betreden, dat in de jongste jaren weer stofheeft geleverd voor historische romans . Tot de hechtste werk-stukken op dit gebied behoren twee boeken van betekenis, al ligtdeze betekenis niet allereerst in hun waarde als roman . Zij ver-tegenwoordigen voorbeelden van de in ons land vrij schaars be-oefende kunst van her schrijven van een biografie . Toch mogenin dit overzicht, dat aan de roman is gewijd, deze werkstukkenvan Henriette L . T. de Beaufort niet onvermeld blijven, want zijheeft ons twee levensbeschrijvingen geschonken, die getuigen vandie onbevangen waarheidsbehoefte, die J. Romein als karakteris-tiek aanwijst voor de moderne biografie in zijn baanbrekende ,,in-leiding" De Biografie (1946) . In 1948 verscheen haar GijsbertKarel van Hogendorp, Grondlegger van het Koninkrijk ; in 1950haar ,Willem de Zwijger", waarmede zij zich naast haar naam-genoot Lieven de Beaufort plaatste, die in 1732 de eerste biografievan betekenis aan Oranje heeft gewijd.

Tussen deze beide publicaties ligt haar roman Dolly vanArnhem (1949), die men zonder moedwilligheid een historischeroman mag noemen. Een roman van her heimwee naar tijden,welke de schrijfster heeft gekend, die zij niet zou terugwensen,maar waarin zij zich heeft overgegeven aan herinneringen metbitterzoete weemoed . Er is een zekere verwantschap met de men-taliteit van waaruit van Schendels Hollandse boeken, die hij inoorlogstijd heeft geschreven, zijn voortgekomen, want de schrijf-ster - die van Schendels doorschijnende klaarte en eenvoud vanstijl mist - noteerde ,deze ballade in proza (-), in de stilte, opvreemd gebied, midden in de wrange oorlogsjaren" (1944), „omto mijmeren over de schoonheid en de goedheid van de oude stadArnhem in vreedzame dagen" . Zij heeft haar boek de beginregels

38

Page 42: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

van Shakespeares zestiende Sonnet als motto meegegeven :

,,But wherefore do not you a mightier wayMake war upon this Bloody tyrant, Time?"(Doch waarom zelf met Teller waap'nen tegenDen Tijd u niet geweerd, den aartstyran?)

Zulk een verweer tegen de tijd kan men ook herkennen in deroman Goud uit Stro (1950) van Ina Boudier-Bakker, die zichreeds voor de oorlog tot historische stof aangetrokken voelde(Vrouw Jacob. 1935) . Zoals nauwelijks anders van mevrouwBoudier Bakker is to verwachten - haar meesterlijk boekje DeStraat (1924) niet to na gesproken - schreef zij een gelatenpessimistische familieroman, die zij gezinsroman noemt . Een be-wust gewilde beperking van de horizon, bij een streven naar ver-ruiming door de achtergronden wijder to maken dan waar eeneengezinswoning uitzicht op kan bieden. Dat de schrijfster alsdocumentatie en tijdsaanduiding legerberichten en proclamatiesuit de jaren 1830-'31 (de Belgische Opstand) door haar nietvan sentimentaliteit verstoken verhaal heeft geweven, leidde Lochtot niet anders dan een varieren van haar trant van schrijven, niettot een vernieuwing van de familieroman, aangenomen dat dezevorm van roman op de keper beschouwd iets anders toelaat dande beschrijving van familiezieken .

In de atmosfeer van „make war upon this bloody tyrant, Time"kunnen ook de historische romans van A. den Hertog wordengezien. Gedurende het tweede jaar van de oorlog heeft hij MachtigHolland geschreven, een breed opgezette roman uit de dagen vande Oost-Indische Compagnie, de dagen van Jan Pietersz . Coen(aan wie Johan van der Woude in Coen, koopman van HeerenZeventien (1948) een levensbeschrijving heeft gewijd), daarnavolgde Sybrech Willemsdochter (1945), bet levensverhaal van deAmsterdamse koopvrouw, die in her begin van de zestiende eeuwals raadgeefster van Koning Christiaan II van Denemarken voorontknechting heeft geijverd en - vogelvrij verklaard door Mar-garetha - na haar vlucht uit her Noorden, werd gevangen ge-

39

Page 43: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

nomen en terdoodgebracht . Den Hertog weet - hoe zou eenbedreven toneelschrijver anders kunnen? - zijn stof dramatisch toensceneren, maar zijn taal mist een eigen beeldende kracht, zijnvorm houdt zich aan de waarborgen der conventie .

In 1946 wijkt hij van deze conventie of als hij het Indonesiavan kort na de oorlog tekent in Intermezzo in Batavia. Strikt ge-nomen geen historische roman, geen roman zelfs, maar eerdereen geromantiseerde reportage, waarin toch zozeer het verlangennaar hetgeen voorbij is - tempo doeloe - doorklinkt, dat hetdaardoor alleen al duidelijk is hoezeer de stof achter de actualiteitvan het beschrevene, historie is .

Vestdijks Aktaion onder de sterren (1941), hoewel eerder eenin het oude Griekenland gelocaliseerde wijsgerige fantasie en zijnVuuraanbidders (1947), een theologisch dispuut, worden hieralleen nog even vermeld omdat zij van een totaal andere in-stelling tegenover de historie getuigen. Hier immers dient dehistorie veeleer ter neutralisering van de atmosfeer, waarbinnenin wezen hedendaagse problemen worden behandeld . Vooruit-lopend op hetgeen gezegd zal worden over de jongste schrijvers,debutanten in het toegemeten tijdvak, kunnen binnen deze ge-dachtengang de romans van Manuel van Loggem, zonder de draadwaarnaar getracht wordt to verwarren, worden genoemd. VanLoggem heeft in Het Kleine Heelal (1946) in een over hetalgemeen beheerst proza, zonder naar experimenten met de taalof de vorm to streven, het leven geschetst van Jan Swammerdam,die verkommerde in de schaduw van zijn beroemde en gevierdejeugdvriend Antonie van Leeuwenhoek . Jan Swammerdam, die inzijn jammerlijke eenzaamheid, in de ogenblikken, dat zijn geestvertroebelde, besprongen werd door de angst : ,Wij mogen Godniet op zijn vingers zien" . Daarmee raakt van Loggem, gelijk laternog zal blijken, aan een zeer actuele problematiek .

In 1947 is zijn omvangrijke roman Mozes, De wording van eenVolk verschenen . In dit boek plaatst hij wederom twee grotefiguren tegenover elkander : Motes en Ichnaton. Van Loggemheeft daarbij een grote conceptie voor ogen gestaan en al is de

40

Page 44: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

kracht van deze immense figuren nog onder de overvloed vanmateriaal bedolven gebleven, hij wist toch hetgeen SiegmundFreud aan her eind van zijn leven in Der Mann Moses and diemonotheistifche Religion heeft betoogd (Mozes was een voor-naam Egyptenaar, die de bevrijder en wetgever van het Joodseyolk werd), persoonlijk to verwerken . Parallel aan dit van zelf-standig denken getuigende boek loopt de in hetzelfde jaar ver-schenen roman Mozes van Per Olafson (pseudoniem van C. deDood), die ook Ichnaton naast Mozes plaatst . Olafson heeft echter,naar hij in een naschrift verklaart, „de resultaten van Freuds on-derzoek als historische feiten verwerkt" .

Alvorens in het derde hoofdstuk nader op het zo geheel vaneen eigen Loon vervulde werk van Han van Grevelingen (pseudo-niem van de in 1947 overleden dr C . W. J . Verhage), dat na deoorlog de litteraire wereld verraste, in to gaan, worde in het ver-band van de historische romans zijn posthuum verschenen Stilteom een Paleis (1949) vermeld . Van Grevelingen, die in zijneersteling (Het onverbreekbaar zegel, 1946) reeds blijk gaf vaneen zoeken naar eigen vorm, zonder de grote voorbeelden to ver-loochenen, is in deze roman over Catharina van Rusland gekomentot een experiment met de taal. In een proza namelijk van zeerkorte perioden, zonder kortademigheid, heeft hij de barbaarsepracht van het achttiende eeuwse Russische hof gesuggereerd .Kennelijk heeft hij zich de historische romans van Klabund totvoorbeeld genomen, die in hun expressionistische uitingsvormfascinerend, zij het in een hakkend rhythme, niet vrij van ge-maniereerdheid zijn geschreven. Van Grevelingen wist zich voorhet staccato van deze expressionist to vrijwaren en zijn bescheidenproductie van drie romans laat ons de overtuiging, dat in dezeauteur kiemen voor een vernieuwing van de roman aanwezig waren .

Van Grevelingen schreef deze historische roman om de vreugdevan het in beeld brengen van zo rijke taferelen, zo hartstochtelijklevende figuren (gemoderniseerde Walter Scott) . Hij wilde vaneen fel gebeuren een gelijkwaardige impressie geven en dat ishem voor een niet gering deel gelukt.

41

Page 45: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Hoezeer het sombere, vaak in uitersten zich uitlevende Ruslandmet zijn mystiek, zijn gekweld Godsbegrip, zijn afgestompte ge-meenschap van lijfeigenen, zijn zelfvoldane op Westerse (Franse)cultuur terende aristocratic, zijn extase en zijn satanische sluwheid,zijn Oblomovistische landerigheid en zijn uitbundige spontaneiteiteen schrijver kan boeien en tot bizonder werk kan inspireren be-wijst ons de roman met die argwaan wekkende Scandinavischebest-seller-titel Het Zaad tussen de doornen (1947) van H. vanMerlet.

Zowel bij Theun de Vries (Hoogverraad) als bij van Greve-lingen (Stilte om een Paleis) blijft toch duidelijk de West-Euro-peaan vertellen over wat hem in Rusland boeit, het blijvenonmiskenbaar Nederlandse auteurs. Van Merlet heeft zich geheelen al in de Slavische sfeer willen drenken en al is er geen boekontstaan, dat men voor het werk van een Russisch auteur zoukunnen houden, het is evenmin Nederlands gebleven . Zonder tolijden aan de stijlaberraties, die De Heilige Tocht (1913) vanAry Prins tot een voor ons volstrekt ongenietbare kunstnijverheidmaken; zonder ook, gelijk Adriaan van Oordt in zijn Irmenlo(1896) en Warhold (1906) een idee to verstikken in natura-listische beschrijvingswoede, is er toch verwantschap met dezeeens zo bewonderde schrijvers . Van Merlet heeft een fascinerendschilderij vervaardigd naar de droom, welke hem heeft bevangenover het negentiende eeuwse Rusland .

Een verwante beschrijvingskunst ontmoet men in de uitvoerigeroman, die Hella S. Haasse heeft geschreven over het leven vande dichter Charles d'Orleans . Zij debuteerde als prozaIste met dein 1948 als Geschenk voor de Boekenweek bekroonde novelleOeroeg. Een verhaal, dat niet alleen verrastte door zijn probleem-stelling - de vriendschap van een Indonesische en een Neder-landse jongen -, maar tevens door de functionele behandelingvan de taal. In haar grote roman Het Woud der Verwachting(1950) heeft zij die belofte, gelegen in het onder ogen durvenzien van een psychische problematiek niet vervuld . Immers dedichter Charles d'Orleans treedt ons uit dit boek nauwelijks

42

Page 46: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

tegemoet, hij blijft gevangen in de breedopgezette fresco's -eerder nog wandtapijten -, die de betekenis van dit boek uit-maken. Want dat Hella S. Haasse haar stof heeft bestudeerd be-wijst deze roman . Dat zij in staat is tot een samenvattende greepeveneens, maar her is haar nog niet gelukt uit de veelheid vankleur en schittering van de late Middeleeuwen haar dichter, diede kring van Les amoureux de l'observance rond zich verzamelde,in welke kring her wel leek, naar het woord van Huizinga, ofde erotiek telkens weer met het heilige een aanraking moest zoe-ken, voor ons to doers oprijzen. Hoezeer moest zij tenachterblijven bij de scherpe ets die R. L. Stevenson na heeft gelatenvan Francois Villon in A lodging for the Night uit New ArabianNights .

Hoezeer her talent van Hella Haasse wordt bedreigd door haarneiging tot romantiek blijkt overduidelijk uit haar roman DeVerborgen Bron (1950) . Zij vertelt van Jurjen Siebeling, die voorherstel van zijn wat overspannen zenuwen, enige tijd buiten ver-blijft en bet Binds jaren onbewoonde landgoed Breskel, eigendomvan zijn uit verweer tegen teleurstellingen uit haar jeugd, ver-standelijke vrouw Rina, bezoekt. De omgeving levert alle attri-buten van de romantiek : een verwaarloosd park, een verwilderdbos en een oud, verlaten huis . Maar het vermogen van de schrijfsterblijft in gebreke als her er om gaat deze attributen tot een eigenwerkelijkheid to maken . De mensen blijven schimmen en debelangrijkste figuur uit her bock, Jurjens schoonmoeder Elin, diede bron van al her gebeuren lijkt to wezen, laat Hella Haassegeheel in het verborgene, daarmee haar boeiendste persoonlijkheidin her bock en haar lezers smadelijk to kort doend . Een tweedeuiterst belangrijk facet van deze roman is al evenzeer in deworsteling om tot een verbeelding to komen teniet gedaan . Jurjenhad het prototype kunnen worden van de mens, die gebukt gaatonder de vloek, die rust op dilettanten. Dit boek had de romankunnen worden van de onmacht om de verbeelding to vangen inher beeld. Een dilettant met inzicht in zijn falen moge een on-bestaanbaar wezen zijn, maar een mens, die op de rand van het

43

Page 47: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

creatieve vermogen moet leven, telkens weer ervarend, dat watzijn brein schept buiten hem geen vorm kan vinden, zal tragischzijn. Zo'n tragische figuur heeft Hella Haasse kennelijk voor ogengestaan, maar haar Jurjen Siebeling is een dilettant gebleven, eenzelfgenoegzaam, sentimenteel wens en hij is dat geworden om-dat Hella Haasse hem dit boek over zijn ,emotionele crisis"wilde laten schrijven.

Hoewel in opzet en bedoeling geringer van formaat blijkt uitde romans van David de Jong een zelfde vreugde aan het be-schrijven van historische taferelen als bij Hella Haasses Het Woud

der Verwacbting . Wel gelukte het hem in Een Burgerkoning(1947) temidden van het zeventiende eeuwse Amsterdam de veel-zijdige Coenraad van Beuningen relief to geven, maar hij be-drinkt zich graag aan zijn woorden. Als de Jong zich weet tohoeden voor mooischrijverij, kan hij een van onze beste vertellerswarden. Deze verwachting bevestigt zijn Spaanse schelmenromanDe Nar Estebanillo (1949), het avontuurlijk verhaal van een bui-telende dwaas, wiens levenskunst het evenwicht toont van dekoorddansers, die alle twijfelenden zijn .

Dat C. J. Kelk een blijmoedig prater is in onze letteren, eendie de barre wereld gaarne weglacht in het prieel der historie,die het gezelschap zoekt van hen, die onversaagt volhouden, dathet leven het goed meent met de mensen, heeft reeds zijn debuut,de roman over Jan Steen bewezen (1932) . In 1940 heeft Kelk eenReis door de wolken ondernomen; daarna speelde hij met Judas-penningen en Pauweveren (1945) en dat spel heeft ons een mous-serend, van zelfspot sprankelend boek opgeleverd, zo spannend alseen detective-verhaal, zo gedachteloos als een boeiend spel maarkan en moet zijn . Een blij verhaal waarover de weemoedige glansvan een nabij verleden waart .

Met Kelk hebben wij spelenderwijs het gebied der historie ver-laten om in deze op een luchtige fantasie drijvende gedachtenhet romantisch spelen met sprookjesmotieven to betrekken, waar-mee Clare Lennart een wat melancholisch hunkeren naar gelukverbergt achter een verbeelde gelukservaring . De dichter Bloem

44

Page 48: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

heeft haar werk vergeleken met dat van Nescio, de nog altijdto weinig gelezen auteur van De Uitvreter (1911) en Titaantjes(1915), en met de Engelse Katherine Mansfield . Maar Nescio isexacter en bitser, Katherine Mansfield vollediger in haar beknopt-heid. Wat haar echtgenoot, de criticus Middleton Murey van haarheeft gezegd : Katherine Mansfield responded more completelyto life than any writer I have known" (Bloem citeert deze uit-spraak in zijn in de Verzamelde Beschouwingen opgenomen studieover de Engelse schrijfster), kan niet voor Clare Lennart gelden .Zij weeft over haar verhalen de betovering, die sprookjes zowonderlijk doorschijnend kunnen maken, maar haar sprookjes-sfeer blijft niettemin die van de nevels, die de scherpte wegnemenvan wat de wereld ons to zien geeft. In die nevels vertelt zij meteen heldere, door weemoed licht gevoileerde stem en haar verhaalontvangt daardoor die zachte glanzen, die er, met een war gelatenhumor, de onweerstaanbare bekoring van uitmaken . In Kasteelto huur (1948) bereikte zij een eenheid tussen verbeelding enwerkelijkheid, die zij in Twee Negerpopies (Geschenk 1949), hoezuiver zij dit korte verhaal ook heeft verteld, niet opnieuw wistto vinden, omdat haar neiging tot een lichte sentimentaliteit, diein de roman grotendeels overwonnen leek, haar hier weer partenheeft gespeeld. Het werk van Clare Lennart kan op een eigenwijze de droomverbeeldingen van Aart van der Leeuw en Arthurvan Schendel voortzetten. Maar dan moet zij schrijven over men-sen, die tegen her leven zijn opgewassen en die uit hun levens-kracht her vermogen putten om verlangend in het sprookje tovluchten en zodoende zichzelf de illusie to schenken, dat her ver-langen zou kunnen worden gestild . Als haar figuren zich aan dedroom overleveren willen wij met hen dromen, maar als haarfiguren leven uit een droom, die enkel levensonmacht is, zoals inhaar roman De Blauwe Horizon (1950) dan weigeren wij mee tospelen, omdat zulk spel niet uit levenslust wordt geboren, maarher slappe gevolg is van levensonlust . Stanze Marens, die in haarprovinciestadje onwezenlijk mijmert over een grijs Parijs, loopther water in, haar dochtertje Lili op de arm . Her wurm wordy

45

Page 49: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

gered en wurmt dan verder door her leven tot zij als de vrouwvan een kwast van een schilder en moeder van een dreinendzoontje en een flinke dochter, want over die dochter lezen we op delaatste bladzijden van dit boek : ,Het kind kreeg in haar ogen eenoud-wijze, zwaarmoedige uitdrukking, overvlamd telkens weer,als ze opschrok uit haar ,grdbeln" door een felle aanklacht . Alsdit her leven dan was, zou zij ze terugslaan ."

Deze roman in twee delen - her eerste verscheen in 1936,her tweede werd in 1937 geschreven - toont vooral duidelijk aanhoezeer her talent van Clare Lennart is gegroeid en hoezeer de vormwaarin zij zich kan uitdrukken aan beheersing heeft toegenomen .Her proza, waarin dit jonge werk is geschreven, heeft - typo-grafisch gezien - een pokdalig uiterlijk tengevolge van de over-maat van stippels, die over de bladzijden zijn gestrooid . Bijnageen zin of er komen stippels in voor, zodat lezen welhaast stotte-ren dreigt to worden .

In een enigermate verdroomde aan de actualiteit ontheven sfeervalt ook her werk van Aar van de Werfhorst, wiens MadameJatzkowa (1941) her beste van zijn naar de aarde geurendeverhalen is . Want her triest zorgeloze verhaal van die drie vrou-wen, die van lichte zeden waren - Madame Jatzkowa en haardochters Nina en Elisawetta - en die het witte huis met degrote ruin bewoonden even buiten het kleine Hollandse stadje,blijft doortrokken van herfstgeuren ook al bloeien de bloesemsof straalt de zon op de bloemen van de zomer . In dit verhaalklinkt voortdurend de zuiver gestemde piano waarop Madamespeelde als de meisjes slaperig werden bij her vuur, die piano,die achter de lichte gavotte in de verte een schaduwdans lietweerklinken, onvast, zwevend en melancholiek . In dit luchtig-zwaarmoedige boekje heeft van de Werfhorst de folkloristischebeperking van zijn vroeger werk doorbroken . In zijn later werk- De Winterkraaien (1945) en De Eenzame (1949) - is

wel die doorbraak merkbaar gebleven, maar de vastheid vanvorm van zijn boek Madame Jatzkowa heeft hij niet hervonden .Dit werk herinnert door de wijze waarop het landschap als

46

Page 50: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

wezenlijk element in bet verhaal wordt opgenomen aan hetproza van J. W. de Boer (Solaes, 1922 ; Ras, Hot Nachttij derRunia's, 1924; Hot Boek God, 1927), hoewel in hetgeen van deWerfhorst schrijft de expressionistische hevigheid is getemperdtot een brede val van woorden, ook al liggen die in kwasi-noteren-de zinnen gevangen .

Dit werk begint duidelijk uit to steken boven het peil van destreekroman, zij her op geheel andere, romantischer, wijze als ditbij het beste werk van Antoon Coolen (Dorp aan de Rivier, 1934)her geval is . Zo heeft ook K. van der Geest, wiens verhalen van dezee en bet land gemeenlijk, zoals zijn Schiermonnikoogse romanMorgen schijnt weer de zon (1950), gebonden blijven aan de be-perking van de beschreven streek of her leven op zee, metGezegend is het land . . . (1949) meet tot stand gebracht dan eenroman over het verpauperende leven in enige gehuchten temiddender troosteloze veenkolonies. Dit boek, dat in Drente veel ergernisheeft verwekt, was bet bewijs, dat er in van der Geest eenschrijver van formaat schuilt. Zijn beschrijvingen van de dorpenmet hun plaggenhutten missen nog beeldende kracht, maar zijnfiguren staan breed en sterk voor ons. Zodra van der Geest overmensen schrijft is hij een verteller van niet to veronachtzamenkwaliteiten, dan weet hij taferelen op to roepen, die de lezerduidelijk voor ogen staan . Hij bouwt een verhaal over mensenen hij ziet hen zo groot voor zich, dat hun omgeving verzinkt inwat er over hun levens valt to zeggen .

Auteurs als van de Werfhorst en van der Geest weren deeigen tijd af, men zou hen romantici kunnen noemen, zo goedals ook J. W. Hofstra, die, zij bet vooralsnog met minder ver-mogen, zijn aan de actualiteit onttrokken romans componeert .(De Vrienden van mijn vrienden, 1941 ; Een sterke vrouw, wie zalhaar vinden? 1947) . Tot hen zou men evenzeer Rico Bulthuiskunnen rekenen op grond van zijn fantastische, met paragnostiekversierde, het effect van de stuiversroman flier schuwende, romansals Madame Clazina Rooselinde, Clairvoyante (1949) . Zijn on-beheerstheid in de vorm heeft hij goeddeels overwonnen in zijn

47

Page 51: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

roman Edmond de Wilde en de werkelijkheid (1950), waar hijhet ontheven taken aan de tijd en het vervloeien van droom enwerkelijkheid herhaaldelijk op merkwaardige wijze heeft kunnensuggereren, al mist hij vooral in de oplossing de psychologischeverdieping, welke dit boek belangrijk had kunnen maken .

Geheel tegenovergesteld aan deze auteurs werkt de journalist-schrijver M. Revis. Hij wil de dode stof tot leven wekken dooruit balansen en jaarverslagen de menselijke drijfveren, de mense-lijke spanningen to puren .

De abstractie wil hij bezielen, hij wil haar vooral doen kennenals scheppingen van de menselijke geest . Voor hem is het vanbelang na to sporen wat er aan menselijk Teed, aan menselijkevreugde verborgen ligt onder de dingen en de collectiviteiten, dieons de individuele mens doen vergeten . Revis is een geheel opzichzelf staande figuur in onze letteren gebleven, al stood hij bijzijn debuut 8.100.000 M3 Zand (1931) en zijn Gelakte Hersens(1934) niet zo eenzaam. Stellig verraden deze beide romans vooralde invloed van de journalistiek-litteraire montages van Ilja Ehren-burg, die ook Jef Last (Zuiderzee, 1934) en voor een deel W. A .Wagener (Shanghai, 1933; 3000 Meter in dood Water, 1935)hebben beInfluenceerd .

Dat was de periode der nieuwe-zakelijkheid, van het functioneleproza in onze letteren, waartoe ook het eerste werk na Bordewijksperiode van de Fantastische Vertellingen (1918) tot op zekerehoogte mag worden gerekend . (Blokken, 1931 ; Knorrende Beesten,1933) . De nieuwe-zakelijkheid heeft als stroming de mooischrij-verij helpen afzweren, maar de constructivistische roman is er nietuit geboren . Revis heeft met een leerstellige hardnekkigheid aanhet procede vastgehouden en al heeft het er naar uitgezien, dat hijzou vastlopen in een manier, niet vet van de trucage, het blijkttoch meet en meer, dat voor hem de gekozen vorm beslissend kanzijn voor het bereiken van hetgeen hij beoogt . Met Thuishaven(1947) bleef het leven nog verborgen achter statistieken, inPaviljoen van glas (1948) valt de menselijkheid to vermoeden

48

Page 52: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

achter de traliekolommen van balansen, maar war Revis zou kun-nen bereiken met zijn werkwijze blijkt overtuigend in zijn zeeropmerkelijke novelle Valse Meesters (1948) .

In deze, onder invloed van de journalistieke reportage en dedocumentaire film staande litteraire uitingsvorm had Het Ver-jaagde Water (1947) van A. den Doolaard een monumentaalwerkstuk kunnen worden. Den Doolaard, die om der wille van eenvoor zijn onmiskenbaar talent fnuikende populariteit gemakzuch-tig vlucht in de verstandige, want lucratieve arbeidzaamheid,heeft de frisse beloften van De Druivenplukkers (1931), DeHerberg met het Hoefijzer (1933) en De bruiloft der zevenzigeuners (1939) niet ingelost. Een zo heroisch onderwerp alsde drooglegging van Walcheren is in Het Verjaagde Water geens-zins her epos geworden van sterke mensen, die kamp geven aanhun vijand Oceanus, die ,nacht noch dag en rust noch slaapt,maar compt als een brijsende leeuw souckende om al to vernielendatter omtrent is". Deze roman is verzand in reportagetechniek,de vlucht der verbeelding bleef er vreemd aan .

Een soortgelijke vermorsing van talent geeft Jan de Hartogons to verduren, want zowel zijn door de onwaarachtige bravour(onwaarachtig in de zin van niet in overeenstemming met demensen, die hij tot leven wekt) zo populair geworden HollandsGlorie (1940) met dat voortreffelijke begin als zijn Stella (1950),dat verminkt wordt door grove effectjagerij - om van GodsGeuzen I, II en III (1947 ; 1948) maar to zwijgen - bewijzen,dat hij onze beste verteller over de zee zou kunnen zijn, beterbijvoorbeeld dan de droge, fantasieloze P. Verhoog (o.a . Schippe9Willaert [1933}) . De Hartog weigert dit, omdat hij liever joelendpassagiert dan bij storm en ontij in bet kraaiennest de zeeen ofto zoeken .

Een schrijver als Johan Frabritius daarentegen gebruikt zijntalent, hij vermorst er niets van, hij weet war hij waard is enhoe hoog die waarde staat genoteerd, op welke markt dah ook .Daar is hij tevreden mee en zijn lezers evenzeer . Zij waarderenhem - en terecht - als een menigmaal boeiend, nimmer ver-

49

Page 53: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

moeiend causeur over India en over Europa . (Nacht over Java,1944 New York; 1946 Nederland ; De Kraton, 1945 ; Halfbloed,en Hoe ik Indie terugvond, 1947 ; Eiland der Demonen, en HotelVesuvius, 1948 ; De Grote Geus, 1949) .

Over Indonesia en de Indonesiar, van de psyche van de Indo-nesiar uit belicht, heeft Beb Vuyk in haar suggestieve, zeer directeproza, zo geheel afwijkend van de ,dichterlijke" verhaaltrant vande jonge Helman, onze letteren verrijkt met romans (Het laatstehuis van de wereld, 1941 ; Het bout van Bara, 1947) waarin eenactuele problematiek onttrokken wordt aan de beperkingen vanher alleen maar actuele .

Albert Helman, die zijn meesterstuk en debuut als schrijverleverde met Zuid Zuid-West (1926), in welk voortreffelijk boekjede bedwelmende natuur zich met nog nagenoeg onaangetastekracht doet gelden, heeft in her decennium dat ons to overzienis gegeven, geen bladzijde geschreven, die dit zuivere werkevenaart, evenmin als zijn broze novellen, die in Hart zonderLand (1929) zijn gebundeld. In De Rancho der X Mysteries(1941) bewees hij onderhoudend to kunnen schrijven, meeslependlouter om her plezier van schrijver en lezer om meegesleept toworden door een boeiend, ,spannend" verhaal . Het vervolg opdeze ,griezelroman", die gemeenlijk lager wordt aangeslagen danzij verdient, Afdaling in de Vulkaan (1949) is to zeer ontsierdmet luide betogen, die meet voor de auteur zullen betekenendan voor zijn lezers.

Cola Debrot, wiens novelle Mijn zuster de negerin in 1935de aandacht op deze, evenals Helman, West-Indische schrijvervestigde heeft in zijn in 1948 verschenen roman Bewolkt Bestaaneen brug van begrip willen slaan tussen de Zuid-Amerikaansewereld en de Europese .

Bewolkt Bestaan is een boek, groot van opzet, kloek van ge-dachte, dat, evenals Du Perrons Land van Herkomst (1935 ;herziene druk 1948) in tweean wordt gedeeld . In Du Perronsroman zijn de in Indonesia spelende episoden vooral van de

50

Page 54: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

allergrootste betekenis, niet alleen omdat het leven in het oudeIndie van het begin onzer eeuw daarin wordt beschreven . In deroman van Debrot, die in haar opzet veel overeenkomst vertoontmet Du Perrons boek, zijn de passages over West-Indie het be-langwekkendst . Het is Debrot echter niet gelukt, althans inaanzienlijk mindere mate dan zijn ,Indonesische" voorganger, eenvaste lijn to trekken, ook al heeft de schrijver een dergelijke vastelijn in de geijkte zin niet gewild. Debrot heeft zulk een lijn, hoegrillig ook geconstrueerd, in de kennelijk lange periode waarin hijaan zijn boek heeft gewerkt uit het oog verloren, zodat wat in zijnminiatuur-roman Bid voor Camille Willocq (1946) nog troebelbleef in de onbeheerst, evocatief beschreven strijd tussen kloosteren wereld, in de groots gedachte, maar onhelder geziene romanBewolkt Bestaan, verward is gebleven onder meet, omdat de ge-spletenheid van de hoofdfiguur Ferdinand Bournouille gebroken-zijn blijkt to wezen .

Nauw verbonden aan de kort voor de tweede wereldoorlog zichuitende stroming in onze letteren om de mens in zijn ,actuele"situatie to betrappen (Ter Braak ; Du Perron en ook Marsman)heeft Cola Debrot dit ,actuele" boek geschreven, dat falen moestin de onrust van de auteur, maar dat streefde naar een meester-worp. De actualiteit, welke Debrot voor ogen heeft gestaan wasvan een zo wijdomvattende spankracht, dat dit mislukte boek alseen worsteling met de Engel zijn betekenis in onze letteren zalhouden. Misschien als Debrot bekomen is van de ontwrichte heup,die de wens na zo'n worsteling hindert, zal hij de kracht her-vinden om de worp opnieuw to wagen en het doel to treffen .

Van de actualiteit in beperkte zin zijn Maurits Dekker en A .Defresne uitgegaan, toen zij onderscheidenlijk De wereld bee ftgeen wachtkamer (1950) en Professor Kasper (1950) hebben ge-schreven. Dekker, die zich gemeenlijk gaarne in tijdsproblemenverdiept - daarvan is ook zijn roman van de strijd van de hand-werker, die zijn ambacht ziet vergaan, Het Merkteken (1948) eenbewijs, zogoed als het in 1950 voltooide toneelstuk De andere Wetdat het probleem van de euthanasie behandelt -, Dekker heeft zich

5 1

Page 55: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

rekenschap gegeven van de menselijke problemen, die een rolkunnen spelen bij wetenschappelijke onderzoekingen op her ge-bied van de kernphysica . Her sterkst heeft hij die problematiek,zij her individueel gesteld, weten to verbeelden in zijn gecon-centreerde novelle Gammastralen, die is opgenomen in de bundelDe Knopenman (1947) . Deze individuele problematiek kreeg eenruimer aspect toen hij zijn gegeven uitwerkte tot een toneelstuk .In dit stuk, De wereld heeft geen wachtkamer (1949), stelt Dekkerher probleem van de geleerde, die zijn kennis al dan niet aandestructieve machten mag uitleveren. Het succes, dat dit sterk ge-schreven, zij her per slot toch in een individuele oplossing stekenblijvende stuk in binnen- en buitenland heeft geoogst, zal deschrijver er toe hebben verleid het als roman to herschrijven . Dezeroman, die de nadelen van zulk een proces duidelijk draagt, ein-digt met een posthume oproep van de jonge geleerde JamesThomson in Multatulians-,,bijbelse" taal, om de kernenergie tennutte en niet ten verderve van de mensheid en de wereld to ge-bruiken. De roman De Wereld heeft geen wachtkamer (1950)bleef boetpredikatie ; de novelle Gammastralen doet Dekker ken-nen als litterator.

Analoog aan Dekkers problematiek is het probleem, dat A .Defresne zich heeft gesteld in zijn roman Professor Kasper(1950) . Professor Kasper wordt op initiatief van zijn oud-eersteassistent majoor Bustel leider van een bacteriologisch laboratorium,waar in het geheim, in opdracht van de regering, naar immunisatie-middelen tegen een bacteriologische oorlog zal worden gezocht .Als de onderzoekingen zijn begonnen komt prof . Kasper tot hetvoor hem verbijsterende inzicht, dat zij al zoekende naar defen-sieve middelen, ten eerste de dodelijke werking van een ver-stuiving zestien maal hebben verhoogd, en ten tweede, dat zijeen der scherpste offensieve middelen hebben gevonden, dat denk-baar is. Daarmee is her probleem volledig aanwezig. Al blijft ookdeze roman in hoofdzaak een actuele roman in de beperkte -voor onze tijd uiterst belangrijke - zin, Loch hebben Defresne'sgedachten een enkele maal een wijder veld bestreken. Hij laat

5 2

Page 56: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

immers professor Kasper in een onderhoud met een van dehoogste militaire autoriteiten zeggen : ,Beweegt je onderzoekzich eenmaal buiten de grenzen, die de natuur je gesteld heeft, dankom je onherroepelijk van kwaad tot erger" . Met deze uitspraak,die overigens merkwaardig veel overeenkomst vertoont met het-geen van Loggems Jan Swammerdam zegt : ,Wij molten God nietop zijn vingers zien", is het uitzicht geopend op een verstrekken-der problematiek, welke later nog ter sprake zal komen .

Zowel Defresne als Dekker hebben belangrijk werk geleverdmet hun tijdsbeelden, maar zijn het ook belangrijke kunstwerken?Deze vraag zal hen nauweiijks interesseren, omdat zij hun mede-mensen op korte termijn en op niet mis to verstane wijze eendringende waarschuwing wilden toeroepen, op gevaar af, dat ookzij roependen in de woestijn zouden blijven .

Meer dan eens kan men het verwijt horen, dat de kunstenaarde problemen van de eigen tijd voorbij gaat, dat hij zou toegevenaan de mode van pessimisme, angst en vrees, dat hem de innerlijkekracht zou ontbreken tot een ,gezond optimisme" (misleidendeterm van gemakzuchtigen met een wankele gezondheid) ; dat hijop zijn best die eigen tijd ontvlucht in bizarre fantasieen, koorts-dromen en psychologisch gewroet in al dan niet sexuele aberratiesof duisterheden. Er zijn lieden, die roepen om een sterke kunst,zoals men in politicis - tot bet lid de neus verbrijzelde - eensheeft geroepen om de sterke man en zij beseffen niet, dat zij dezeeis alleen stellen opdat de kunst, dat tijdverdrijf voor hun ledige,hoe jammerlijk ledige urea, hun eigen angsten, hun eigen uitzicht-loosheid zou doen vergeten.

De actuele onderwerpen liggen voor bet grijpen . En de kun-stenaars laten hen liggen. Wie zo concludeert ziet over her hoofd,dat de kunstenaar de problematiek van eigen tijd transformeert,dat hij niet streeft naar het weergeven van de werkelijkheid, maardat hij die werkelijkheid zoekt to doorlichten tegen „eigen achter-gronden" . Een dichter immers als A . Roland Hoist is vervuld vande problemen van de eigen tijd, maar voor hem is her onderscheidrussen Werkelijkheid en Actualiteit van levende waarde . Zij ver-

5 3

Page 57: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

houden zich, zegt hij, als een klare Fuga van Bach zich verhoudttot straatrumoer. Voor Roland Hoist geldt als werkelijkheid, wan-neer „de dingen in de kamer beschenen (staan) in het licht vaneen uur, waar geen klok mee to maken" heeft. Wie van deactualiteit uitgaat zet alles war hij beroert in het licht van eenuur, waar de klok alles mee to maken heeft. Slechts een uitzonder-lijk groot kunstenaar kan uit de actualiteit een werkelijkheid schep-pen in de zin als Roland Hoist bedoelt.

Bij de romans over de bezettingsjaren is reeds gebleken, dat- zij het op andere wijze - de actualiteit het kunstwerk nog inde weg stond. Defresne en Dekker willen voor alles gehoordworden, niet in de duur der eeuwen, maar voor de seconde vanhet bedreigde ogenblik . Zij roepen luidkeels tegen her straat-rumoer in en als hun roep zou worden verstaan op her fatale uur,dat de klok aanwijst, hebben zij hun doel bereikt .

Hoezeer men schrijvende doordrongen kan zijn van de proble-men van de eigen tijd zonder zich als kunstenaar to laten be-knotten door de actualiteit heeft de bejaarde Gerard van Eckeren

aangetoond met zijn van immer jeugdig begrijpen vervulde romanover de jeugd van voor de tweede wereldoorlog, De Paarden vanHoist (1946). In zijn roman Klopsymphonie, De roman van een,,onmuzikale" (1950), wordt de actualiteit (de bezetting) tot moge-lijkheid van een katharsis, een zuivering . Henk Vermeer kan demogelijkheid, her brengen van een offer, teneinde zijn geknottezelfrespect to hervinden, niet tot werkelijkheid maken, maar de zinvan zijn leven wordt hem geopenbaard in de belangeloze liefdevoor de vrouw, die de dood hem ontrukte voor hij haar antwoordkende .

De niet ,actuele" schrijvers, die in dit hoofdstuk zijn behandeldhebben de eigen tijd niet miskend . Zij waren tot geen groter werkin staat dan zij hebben afgeleverd . De meesten van hen hebbennit een heimwee geschreven, dat zij niet hebben gepeild, slechtshebben gevoeld . Daarom is hetgeen Top Naeff in haar met eenalles wat schrijnend zou kunnen zijn verbergende, wijze glimlach

54

Page 58: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

geschreven levensherinneringen Zo was het ongeveer (1950), zegt,zo treffend juist: ,Her valt gemakkelijker over het verleden toschrijven dan over het heden . Ten opzichte van de belletrie isdit een erkende wet. Zij ontstaat uit herinneringen en verlangen.Hoe dieper de feiten, die tot de inspiratie hebben geleid, bezon-ken zijn, des to beret worden haar levenskansen. Daarom is hetverwonderlijk noch verontrustend, dat de literatuur in binnen- enbuitenland, voor zover wij daar over ingelicht zijn, voor het ogen-blik niet op bevredigend peil staat ."

Hoe zeer echter een schrijfster van haar generatie vreemd isgeworden aan een wereld, die sinds 1940 (of is her toch sinds1914?) een verraderlijk werkende vulkaan is, blijkt uit haarwoorden : ,Een arsenaal aan menselijke conflicten, tragiek, ironic,heroisme en demonic staat onze jonge romanschrijvers ter beschik-king, zodra de tijden in hen beginnen to rijpen. Wij ouderen,kunnen hen slechts benijden" . (pag. 121) .

Wie beseft, dat er in onze tijd geen litteraire appelzolders meetzijn, waar de vruchten rustig geurend kunnen rijpen tot Schoon-heid (met een S!), zal wel nalaten ooze jonge romanschrijvers tobenijden. Hoe helder nochtans deze vrouw ziet, die weet dat zij,,nog altijd woon(t) op den Biblebonsen berg, in een eigen klimaat,in een kamer vol ,Schwankende Gestalten", getuigen andere woor-den uit haar door de verhullende oprechtheid zo onthullendboekje: „En dan zien wij een lichtpunt : een onbewuste wereld- de fatale tussen beide oorlogen waarin zoveel van her kwaadwortelt - gaat wijken voor een meet bewuste" .

Het gevecht - want een gevecht is her vooralsnog - voordeze bewustwording leveren de jongste auteurs, wier werk in hetvolgende hoofdstuk ter sprake zal komen .

55

Page 59: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Reeds op de eerste bladzijden van dit boekje is gezegd, datbij een beschouwing van de Nederlandse roman gedurende hettijdvak van 1940-1950 de aandacht meer zou worden getrokkennaar de mentaliteit, welke uit deze werken spreekt dan dat devorm tot bijzondere opmerkingen aanleiding zou geven . Daaromook zij het niet uitsluitend hoffelijkheid om allereerst aandacht tovragen voor het werk van schrijfsters . De „dames-roman" blijkende vriendelijke tragiek van het welgestelde Hollandse binnenhuisjeto hebben verlaten zonder nochtans de atmosfeer waarlijk to ver-ruimen tot buiten de grenzen van een individuele ervaring of ge-waarwording . La deuxieme sexe is in wezen lyrisch gebleven . Evaeist de problematiek van Adam voor zich op . La premiere sexe ver-langde al veel eerder terug naar de volstrekte eenzaamheid, niette-min beseffend dat het niet goed is, dat de mens alleen zij . Devrouw wordt zich, sinds zij haar gebondenheid-in-dienstbaarheidheeft overwonnen, sinds zij niet meer uitsluitend wil worden ge-waardeerd als ,gezellin'", bewust dat ook voor haar de eenzaam-heid geldt. In haar groei naar maatschappelijke gelijkheid met deman gaat de vrouw zich rekenschap geven van een vrijheid, diede vrijheid van de mens wil zijn, hetgeen iets anders en meer isdan de vrijheid van de vrouw. Zij zijn alleen in het park vanhaar buitenhuizen gaan wandelen op zoek naar de vrijheid vande mens en zij zwijgen over een al dan niet verloren of hervondenparadijs. Speelt Eva haar nog parten en reppen zij liever niet oververlokkend ooft uit vrees buiten het park to worden gejaagd?

Voor haar is de ander niet langer uitsluitend de man, de anderis de mens. De man moge het andere vertegenwoordigen binnen desoort, de ander is de soortgenoot, deelgenoot van de mensheid enals zodanig gemeenzaam, zichzelf slechts herkennend in de vol-strekte vrede van de volstrekte eenzaamheid . En in die eenzaam-heid strevend naar vrijheid .

De schrijvers boren veeleer naar een scherpe bewustwording,de schrijfsters haken er naar door of to rekenen met alles wat haar

56

III

Page 60: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

bindt, ook het essentieelste. De schrijvers slechten de belemme-ringen, hetzij met koel overleg, hetzij met de bravour van de inher nauw gedrevenen, de schrijfsters koesteren een verbeelde wereldin de waan dat zij daar de weg naar de vrijheid zullen vinden .Majoor Frans is aan her mokken geslagen. De schrijfsters belevende vrijheid van de mens op vrouwelijke wijze, niet langer met derebellie van haar voorgangsters in familieromans, maar met eenternauwernood verholen ressentiment tegen het rangtelwoord : ladeuxieme, in ,avonturenromans" . De avonturen zijn weliswaar nogpassief al vertonen zij de roekeloze activiteit van de wensdroom .

Daarom is her niet verwonderlijk, dat de schrijftrant van AnnaBlaman nauwe verwantschap vertoont met de monologue in-terieure . Niet in die zin, dat zij de zielsconflicten van haar sujettenpeilt in de techniek der innerlijke alleenspraken, maar haarwerk als zodanig draagt nog duidelijk de tekenen van het innerlijkgevecht, dat de kunstenares heeft moeten voeren om haar figurengestalte to geven. Haar romans verraden de monologue interieure,welke de schrijfster voert en aan het papier toevertrouwt om haarwaarneming tot verbeelding to maken .

Daarom ook zal haar eerste roman - Vrouw en Vriend(1942) - die indruk van verbrokkeling hebben gelaten . Eenroman in de geeikte zin van her woord is dit boek niet geworden .Een aantal episoden werd samengevoegd zonder tot een orga-nisch geheel to worden, zij het menigmaal met een talent en eenvermogen tot verwezenlijking van atmosfeer als wij in ooze lette-ren nauwelijks meet kenden . Anna Blaman schrijft een zeer per-soonlijk, nu eens aesthetiserend, dan weer koel noterend, nu eensverzorgd, dan weer uitermate slordig proza, een proza evenwel,dat de voor deze schrijfster kenmerkende eigenschap bezit, datmen de nerveuze trillingen, welke ontstonden tijdens het gevechtom tot kristallisatie van de vorm to geraken blijft ervaren aan hervoltooide werkstuk .

Anna Blaman heeft eens geschreven: „Als zuiverste aanleidingtot her schrijven van literatuur kan gelden de afrekening met eenconflict, dat een ontwikkelingsfaze afsluit en een nieuwe opent

57

Page 61: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

of de bezetenheid van een idee dat vanzelfsprekend, gelijk hetconflict, geboren wordt uit de aanleg en de orientatie van schrij-vers wezen, maar dat in zijn litteraire uitwerking hoofdzakelijk be-rust op mentale inleving. Voorts lijkt mij een onbetwistbaar ken-merk voor literatuur, naar aanleiding van een dezer twee inge-steldheden ontstaan, dat die niet alleen een bevestigende, maarook een openbarende functie blijkt to hebben ; de auteur houdtzich als 't ware op met psychologische topografie en situeert inher domein van het innerlijk leven de kruispunten van dit alge-meen menselijk conflict en de afdwalingen en de impasses waar-heen her menselijk geluksverlangen leiden kan." Deze uitspraakmag men wel als haar litterair credo waarderen .

Anna Blaman heeft in haar roman Eenzaam Avontuur (1948)haar psychologische topografie toegepast op her conflict geborenuit de Eros. Zij blijkt een topografe to zijn, die op meesterlijkewijze de kunst verstaat een klein gebied uiterst scherp in kaart tobrengen. Hetgeen zij trouwens reeds in haar novellen - vooralin de in 1943 clandestien verschenen Ontmoeting met Selma -had bewezen. Vooralsnog ziet her er naar uit dat zij eerder schrijf-ster van novellen is dan romanciere . De topografische meester-werkjes in Eenzaam Avontuur suggereren de mogelijkheid, datzij, als de schrijfster hen even deskundig had aaneengevoegd alsdeze detailkaarten zijn gemaakt, de topografie hadden kunnenopleveren van een zeer uitgebreid en gevarieerd gebied, van eenmenigmaal boeiend geaccidenteerd domein. Maar nu blijken erdetails in deze verzameling voor to komen, die slordig zijn, inelk geval to onscherp, to wazig om her geheel tot een helder inkaart gebracht gebied to maken. Anna Blaman heeft bovendiende four begaan om een grote, voortreffelijk orienterende en daar-door openbarende kaart to willen construeren uit stukken, welkeop een verschillende schaal in kaart zijn gebracht . Tengevolgedaarvan mist deze topografie de eigenschappen welke nodig zijnom de kruispunten van het algemeen menselijk conflict tositueren.

Een voortreffelijke techniek past zij nagenoeg feilloos toe door

58

Page 62: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

twee topografieen to gebruiken op een wijze als men wel bijtopografische kaarten ziet . Dan worden twee verschillende situatiesvan eenzelfde gebied in kaart gebracht en de ene, doorschijnendekaart kan over de andere worden gelegd, zodat men de ontwikke-ling met een oogopslag kan aflezen . De schrijfster legt binnenhaar roman een tweede roman, de detective-story van King enJuliette, welke de hoofdpersoon Kosta bezig is to schrijven, ten-einde zich de verhouding tussen zichzelf en zijn vrouw Alide dui-delijk bewust to maken .

De opening van de roman belooft een boek van zeer bizonderebetekenis, maar hoe verder de roman vordert, hoe groter de schaalvan de topografie wordt en in die verhoudingen devalueren de opgelijke schaal met het begin in kaart gebrachte situaties tot carica-turale genrestukjes. Als Kosta uit het verhaal verdwijnt mist Alidehaar fond, dan wordt zij, wier liefde tot Kosta lauw en ongeinter-esseerd wordt beschreven en wier affectie voor de gelijke kunnemet een burgerlijke schroom wordt aangeduid, tot een oninteres-sante vrouw, die haar levensvervulling - haar ,vrijheid" -zoekt in een vulgair liefdesavontuur met haar vulgaire, gepomma-deerde kapperspatroon Peps . Dan wordt aan haar conflict metEros ten bate van physieke genietingen het psychisch element ont-nomen.

Mede daaraan zal her to wijten zijn, dat dit werk de indruklaat van een tocht door een broeikas, gebouwd op een moeras .Een kas, waarin de fascinerendste gewassen worden gekweekt, bloe-men en planten van een uitzonderlijke schoonheid, die echter totas vergaan zodra men er aan raakt . Deze vegetatie bloeit zo zeerten eigen bate, dat zij nauwelijks ruimte laat voor een aanvaardenvan de zuivering, de bevrijding waartoe de Epiloog leidt . De metKing vereenzelvigde Kosta scheurt de papieren waarop zijn roman,,Uit her leven van een Speurder ' is geschreven in wel honderdsnippets en werpt ze daarna in her water. „ „Dit," zei hij, ,is nuook voorbij ." Toen vatte hij de riemen op en roeide verder, overhet meer, tot aan de overkant . Hij had wel willen zingen, maarhij deed het niet. Een lofzang op de sterren, maar hij vreesde zijn

59

Page 63: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

kleine stem. En aan de overkant sprong hij de oever op . Hij dacht :,,Dit is de wereld, was ik er ooit?" " Kosta's roeitocht moge hembevrijden, maar hij vindt de bevrijding in de vlucht .

In haar kleine roman De Kruisvaarder (1950) heeft AnnaBlaman een bijzonder stoutmoedige worp gedaan. Haar verhaalvan de lelijke Virginie van Loon, die tegen het kwetsend meelij,de bevrijdende naakte vijandschap zoekt, waartegen zij zich toweer kan stellen, is een louteringsgang. Ten behoeve van haar ver-gaat de nieuwe wereld, welke zij zich heeft verkozen, de mailbootDe Kruisvaarder. En terwijl De Kruisvaarder in de golven ver-dwijnt kijkt God toe . Het schip is op een mijn gelopen en dekapitein ,was dood voor hij 't merkte" . God ,veegde de laatstewebben van duisternis uit her heelal weg en toonde ( . . .) Zijnaangezicht als ochtendschemering." Als God de dode kapitein zietliggen filosofeert hij : „hij zal nooit weten dat zijn dwaas Eeuwig-heidsverlangen onvervuld bleef, want God zal je bewaren voor deEeuwigheid." Dit kan een verzuchting zijn naar de trant van hetgewone spraakgebruik, het kan ook een belofte inhouden . AnnaBlaman roept het beeld op van een God, onmachtig in Zijn Al-macht, schreiend om eigen machteloosheid . ,Hoeveel catastrofenmoesten de mensheid nog teisteren eer die begreep dat men Hemvergeefs aanriep?" In deze even naieve - zo naief als RoarkBradfords 01' Man Adam an' his chillun (1930) - als gedurfdefantasie heeft de schrijfster de paradox geconcipieerd van God,de ongelovige . Niet God beklaagt zich dat de mens Hem in men-selijke verbeelding heeft geschapen, maar Hij treurt omdat demens Zijn Almacht als macht voor alien misverstaat, omdat „menHem vergeefs aanriep ." Anna Blaman verbeeldt een ironische God,Die traag - omdat Zijn situatie buiten tijd en eindigheid datmet zich meebrengt - de nietige menselijke rampspoeden aan-schouwt en de smeekbeden van Zijn Engelen negeert . De schrijf-ster gelooft in een God die niet in zichzelf gelooft en daarmeeis haar geloof niet anders dan de projectie van haar eigen on-macht ten opzichte van een voor haar ongrijpbaar Godsbegripop het kruispunt van het rationele en het irrationele .

60

Page 64: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Hoewel evenzeer worstelend om inzicht in de positie van demens is het werk van de schilderes en schrijfster Jo Boer van eennagenoeg tegengestelde innerlijke geaardheid . Twee jaar voor detweede wereldoorlog vestigde Jo Boer de aandacht op haar naammet de roman Catherina en de magnolia's en het zag er naar uitdat zij de streekroman zou weten to heffen boven het streek-belang, de familieroman boven de binnenhuistragedie . De ontwik-keling van dit werk duidt echter op een verstikking, waar zelfsde zuivere taal, die wel met die van de jonge van Schendel isvergeleken, onder heeft to lijden .

Een verstikking door de alles overheersende wrok, de gevoedehaat. Vooral in haar Haagse roman, die gedeeltelijk in Indie speelt,- Kruis of Munt - is her duidelijk geworden hoe de verwording,de verrotting alles heeft aangetast . Bordewijk heeft dit boek ver-schrikkelijk, maar machtig genoemd, een werkstuk van gehalte alsmen maar zelden in de galerij der Kunst zal ontmoeten . Dat Bor-dewijk, wiens eigen werk zo zeer vervuld is van het obsederende,menigmaal spookachtig sterven van een nabij verleden, zo beheerstook door een nimmer aflatende angst, dit boek een genegen harttoedraagt is verklaarbaar . Jo Boer immers, die vooral in haar be-schrijvingen bewijst hoezeer zij waarneemt als schilderes, weetsfeer to wekken ; zij doordringt haar lezers van, bedwelmt henmet de atmosfeer, welke zij in haar boeken schept .

En die boeken behelzen altijd weer familieverhalen, waarin dehoofdpersoon wroet in anderer verleden teneinde eigen verledenen heden to leren kennen. Zo is dat in Melancholie der verzonken

jaren (1948), in Beeld en Spiegelbeeld (1949) en in Kruis ofMunt (1949) .

Her lezen van deze boeken laat de indruk of men telkens weerhetzelfde boek leest over dezelfde mensen, die nauwelijks anderenamen dragen; of de schrijfster haar boek heeft herschreven enof - gelijk dat meestal het geval is - de eerste opzet de bestebleef.

In al deze verhalen ontmoet men de in haar liefde onbevredig-de, verlaten jonge vrouw en moeder, die zich om dit schrijnend

6 1

Page 65: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

tekort wreekt op haar kind . In al deze verhalen steunt her levenvan de hoofdpersoon - gemeenlijk een jonge in ongelest ver-langen en groeiende haat levende vrouw - op de ontsluiting vande levens van gestorven familieleden, zoals die in dagboeken enbrieven bewaard bleven . Deze opening van zaken wordt dan on-dernomen ,om in eigen verleden een verklaring to vinden vanher kwaad, van her doelloze en het ongerichte, dat hun kleinelevees van her grote, algemene leven afsneed ." Zij hebben dat ver-leden nodig als bescherming voor her heden .

In Jo Boers boeken bewegen de mensen in een atmosfeer vanverrotting; zij lijden aan een kanker der ziel ; zij gaan door herleven met de ratel der leprozen; zij achten niets beret voor herverdoven van een leed dan het oprakelen van een oude wrok . Daarzit de zwakke stee in dit werk . De mensen leven niet onder eendoem; zij lijden niet door her kwaad, noch door her kwaad inzichzelf of door her kwaad van anderen . Zij rakelen de wrok op .Zij kwellen zichzelf. Deze boeken zijn bevolkt met masochisten .

Deze romans zijn geboren uit een diep invretend leed . In herwat oudere werk - o.a. de uitstekende bundel korte verhalenDe Vertroosting van het troosteloze (1947) - bloeit uit datleed nog een tragische, schone levenshonger op ; een ontoereikend,maar fel aanwezig hunkeren naar her leven, naar een onervaar-bare rijpheid, welke geen wonde meer laat . In de Overpeinzinguit deze bundel haakt een diep gewond mens, dat zich ,als eenwesp heeft ingemetseld in een nauwe koker van grijze materie,samengeknauwd uit eigen angsten, conventies en vooroordelen,",,naar blauwe luchten, naar bloesemende boomen, naar gele dot-ters op glanzende wateren, naar feesten onder oranje lampions inhooge ritselende boomen . '

Die mens weet nog, dat als wij luisteren naar onze verlangensen onze instincten, dat wij dan luisteren naar de stemmen, diede wereld doen groeien, over oorlogen en dood, over geboorte envernietiging heen naar her uiteindelijke doel, waartoe wij alienrijpen. „Dan weten wij, dat wij een deel zijn van een grooteschoone, vreugdige wereld en dat die wereld met al haar heerlijk-

62

Page 66: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

heden een deel van ons is en ons erfelijk, onaanvechtbaar bezit .Wij zijn een deel van de woestijnen en de woestijnen zijn eendeel van ons. Daarom moeten wij heengaan en ons bezit in bezitnemen." Deze mens wist nog, dat een bitterzoete vrucht tot rijp-heid kan komen en dat haar vallen en haar uiteindelijk opgelostworden geen wonde meet nalaat .

De verhalen uit deze opmerkelijke bundel zijn alien uit herschrijnen van de smart geboren . Zij waxen een belofte, voorstudies,naar wel is gebleken, voor groter werk, dat overwoekerd werddoor een nimmer aflatende haat, die verstikt in een schimmel vanweerzin.

Sinds in Jo Boers later werk (Beeld en Spiegelbeeld) her in-zich geldt - gewonnen uit de gruwelijkste eenzaamheid -, datde meeste tragedies in wezen geen goddelijke beproeving zijn,doch een door een bepaald tijdperk opgelegde beperking, waar-tegen de menselijke wil en de menselijke instincten zich to pletterlopen, hebben haar boeken hun waarlijk tragische betekenis ver-loren. Wel zijn wij - naar Bordewijk zegt - veraf van deknusse familieroman, maar wij taken verstrikt in de moedwilligonderhouden wrok. Daardoor wordt her oeuvre van Jo Boer be-dreigd door een dodende monotonie. Een auteur van waarlijk in-ternationaal formaat zal telkens in wezen hetzelfde verhaal schrij-ven, maar zijn door her genie gedreven creativiteit zal her altijdweer varieeren, her altijd weer van een andere gezichtshoek be-naderen. Bij Jo Boer herhalen zich de situaties, de attributen, degesprekken . Al haar figuren zijn dragers van eenzelfde haat, enher doet er nauwelijks toe, welke namen zij dragen . Hun hande-lingen leiden niet op verschillende door her individu bepaalde wij-zen tot eenzelfde tragische uitkomst, zij handelen alien precieseender en bereiken querulerend hetzelfde doel . De mensen in dezeboeken hebben geen leeftijd, zij zijn genoemden in plaats van ge-doemden en zij voldoen aan de verschrikking, welke de schrijfstermet overdadige, sinistere, sentimentele romantiek over hen brengt .De kinderen zijn oude mensjes vol haat tegen de volwassenheid,vervuld van onvrede, omdat zij wel vermoeden, dat men nooit

63

Page 67: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

groot zal kunnen worden met ongerept behoud van een kinderlijkbesef, zodat de volwassenheid in wezen nimmer bevrijdend zalworden ervaren .

De oude mensen worden kinds en beleven zo een bleke vrede ;onbaatzuchtige liefde wordt gestraft door starre rechtschapenheidof hard standsbewustzijn met verbanning naar een krankzinnigen-gesticht, waar de waanzin wordt gekweekt en het slachtoffer ver-nield.

Hetgeen hierboven werd gezegd geldt bovenal de bekroonderoman Kruis of Munt. In deze roman culmineren de gebrekenvan de schrijfster Jo Boer . Als J. T. Brockway in zijn critiekop dit boek in Podium Oct .-Dec. 1950 opmerkt, dat dezegebreken to wijten zijn aan Jo Boers gebrek aan zelf-kritiek, zelf-kennis en zelfcontrole, kan men dat evenzeer onderschrijven alszijn oordeel over Kruis of Munt, dat hij een uitstekende keuken-meidenroman noemt . Dat zij vals, in de zin van onecht is, wan-neer zij over kinderen schrijft zal men de heer Brockway griftoegeven, maar of zij, naar hij meent, over alle gaven beschiktom voor kinderen to schrijven zou men niet zo grif kunnenbeamen. Sentimentaliteit en buitensporige romantiek kunnen eenschrijfster aan een oordeelloos publiek helpen, maar kinderen lezenover her algemeen met oordeel, dat nog niet is vertroebeld doorwat men houdt voor her oordeel des onderscheids .

Jo Boer onderscheidt in elk geval niet. Zij raapt bij voorkeurbeurse vruchten, zij kent her moment niet waarop men plukkenmoet als de vrucht rijp is . De volksmond weet, dat wespen aande beste vruchten knagen en dat dat niet de slechtste zijn . JoBoers litteraire vruchten zijn beurs en beurse vruchten zijn ver-loren vruchten.

Het werk van Jo Boer toont aan hoezeer „ les chemins de laLiberte", de wegen der vrijheid overwoekerd kunnen raken dooreen zieke vegetatie. Hoezeer een pathologische gesteldheid kan gel-den als her domein van de uitverkoren vrijheid voor de mensblijkt onomwonden uit de roman van mevrouw A. H. Nijhof,f, DeVier Doden (1950) . Deze schrijfster heeft haar naam onvergete-

64

Page 68: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

lijk gemaakt met haar in zichzelf zo zuivere roman Twee Meisjesen ik (1931) . Na haar novellenbundel Medereizigers (1942), naGeboorte (1945) en De Dagen spreken (1946) is een uitvoerigeroman van haar hand verschenen : De Vier Doden . Ook dit boekheeft de menselijke vrijheid tot onderwerp, hetgeen her mottovan de Franse dichter Paul Eluard, „Je suis ne pour to connaitre/ pour to nommer / Liberte", accentueert .

In dit boek van vierhonderd bladzijden wordt een dag uit hetleven in een miezerig provinciestadje van de journalist EvertKleyn verteld. Die dag ontvangt hij bericht, dat vier jaar geledenzijn vriend Lennart is gestorven . De illusie, dat Lennart nog inleven zou zijn wordt hem ontnomen . Her weerzien met Lennartzou zin en inhoud hebben gegeven aan vijf jaren van gedesceu-vreerd wachten, maar nu hij dood blijkt to zijn valt er voorEvert niets meer to redden . De dag waarop de doodstijding hembereikt, wordt een dag van een onafgebroken dialoog met zijndoden, die de navigatieinstrumenten waren in zijn leven : Lennart,Josef, Serena en Nora. Zijn betrekking aan de courant is nietmeer to redden, evenmin de genegenheid voor zijn vrouw Estella,met wie hij „de liefelijke hel van her Hollandse binnenhuisje be-leeft". Josef, Serena, Nora en Lennart, de vier doden, hadden allevier datgene bezeten, waarmee her woord „vrijheid" words ge-schreven. En Everts spleen vindt geen ander woord dan ,slaap" .Hij wil slapen om wakker to worden en daartoe verlaat hij zijnvrouw, die een kind van hem verwacht om met Chum, her door deoorlog ontredderde halfbroertje van Nora, de „vrijheid" to vinden .

Lennart, die zich kon veroorloven zonder oogkleppen of gareelover deze aarde to bewegen, was de initiator, die bad boys onderzijn hoede nam en beroemde dansers of bekwame ingenieurs vanhen maakte, die van Evert een schrijver had kunnen maken, diede toekomst van het galgenaas Chum had kunnen bepalen.

Josef, die de Duitsers hebben doodgeslagen, kon de brug nietvinden tussen de sensuele wereld en de abstracte . Voor hem, dein het verzet werkende Jood, moet de ruimte van zijn vrijheidimmens zijn geweest tussen zijn terdoodveroordeling en zijn dood .

65

Page 69: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Serena, voor wie ,bezit" zich beperkte tot haar gezondheid enhaar gereedschap, waarmee zij raffiaschoentjes en horlogeriempjesmaakte, kende een vrijheid onafhankelijk van financiele zeker-heden. Zij wist, dat een mens geen andere levensruimte heeft danzijn lot en haar liefde tot Judy, die zij ontmoet gedurende ,,week-ends van nectar en ambrozijn en vederlichte ernst", week-ends, diezij ,het verblijf in Lesbos" noemen, deze liefde wordt verstoorddoor „de stoomwals der stupiditeit", die zijn brutaal geweld pleegten her arcadie verplettert . Aan het sterven van Serena wijdt deschrijfster de aangrijpendste bladzijden van haar bijzonder knapgeconcipieerde roman, bladzijden die ons opnemen in een wereldvan denken en voelen, welke de onze niet is - niet kan zijn -,maar die, misschien juist door hun gruwelijk macabere stemmingeen onvergetelijke indruk nalaten van een waarlijk bevrijd zijn inhet leven en een verlossing in de dood .

Nora, de vindingrijke, de nymph, de zee-anemoon, die alskoorddanseres is geboren heeft de woorden mens en menselijkheidals ballast over boord geworpen. Voor haar geldt in her leven :„Il n 'y a pas de solution, it n'y a que 1'amour." ,Voor Nora was allestoegankelijk, alles benaderbaar, alles een wonder van her wonder„leven ." ,Nora bezat de liefde, waar voor geen problemen be-staan, de liefde die haar eigen situatie, haar eigen azuur weet toscheppen". „Nora's liefde was de inspiratie zelf, maar haar liefdewas ongrijpbaar".

De grondtoon van dit om zijn probleemstelling uiterst be-langrijke, door zijn uitwerking teleurstellende boek is de uit-spraak van Josef : ,Leven is ademen volgens je eigen rhythme" .Maar leven is niet stilzwijgend synoniem met vrijheid . De ge-dachte, dat de mens zich dient to bevrijden van alles wat hemknelt, war hem belemmert in de verwezenlijking van zijn persoon-lijk mens zijn door to leven volgens zijn eigen rhythme houdteen romantische zienswijze in zich besloten, die Rousseau's indi-vidualisme achter zich laat. Maar gedurende de dialoog van Evertmet zijn vier doden ervaart men zo sterk, dat de „vrijheid" waardeze afhankelijke, slappe mens om worstelt een schijngestalte van

66

Page 70: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

de vrijheid is . Immers als hij zijn zwangere vrouw verlaat omto gaan slapen ten einde wakker to worden, kan men zich onmoge-lijk voorstellen, dat dit ontwaken hem de ogen zal openen. Alseen man vrouw en kind verlaat om waarlijk een vrij mens tokunnen zijn, kan dat een volgens conventionele maatstaven ver-werpelijke, volgens ideeele maatstaven voorbeeldige daad zijn .Evert Kleyn - nomen est omen - doet niet anders dan bet on-gemak van zijn gemakzuchtig oorlogshuwelijk van zich afschuddenomdat Lennart dood is. Zolang hij geloofde, dat Lennart leefde,teerde Evert op het bezit van een geestelijk vaderland waar anderenormen golden dan de maatschappelijke . Hij had, zo lang Len-nart leefde, „een taak en doel gehad in de vriendenrepubliekwaarvan Lennarts dierbare gestalte de ziel en het lichaam was ge-weest." Zolang Lennart alleen maar afwezig was miste Evert allepersoonlijkheid en energie om ook maar bet geringste blijk togeven die ,vriendenrepubliek" op enigerlei wijze waard to zijn .Nu Lennart dood is neemt Evert genoegen met het surrogaat .Chum en hij vluchten voor „de monoloog van het gezinsverband,van de familie, de clan, de natie en het ras, de monotheistischemonoloog van het eenzelvige avontuur, van bet individuele excel-sior; de oudtestamentische monoloog van de dood in het hart ."Dar klinkt alles heroisch en bet lijkt diepzinnig, maar Evert Kleynzal, als hij aan slapen toekomt, bij bet wakker worden op zijnbest ervaren, dat zijn gebondenheid aan eigen natuur hem eenwaan van vrijheid laat, die slechts door haar geaardheid afwijktvan de onvrijheid van „de seculaire orde" .

Zonder de durende maatschappelijke orde to ontwijken, veeleerdoor midden in het burgerlijke leven to verblijven, haakt JosefaMendels naar het behoud van de menselijke persoonlijkheid on-danks alle gebondenheid, in plaats van naar de vrijheid van demens met totale opoffering van de medemens. Zij doet dat meteen zeer eigen humor, volkomen in tegenstelling met mevrouwNijhoff, wier jongste roman volstrekt humorloos is. De humor vanJosefa Mendels heeft niets van doen met de speelse, fantastischehumor van Henriette van Eyk, die vooral mede door de enfant

67

Page 71: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

terrible toon uit de met Vestdijk geschreven roman Avontuur metTitia (1949) zo uitermate verkwikkend is . Josefa Mendels' humoris eerder verwant aan die van Hildebrand, omdat zij voortkomtuit een scherp waarnemen van de werkelijkheid . De zelfingenomendomineestoon van Beets, die Hildebrand dwars zat, speelt JosefaMendels geen parten. Zij kan zeggen wat haar voor de mondkomt, omdat zij in zichzelf geen censor to bestrijden heeft .

Haar debuut toonde met een slag aan, dat met Josefa Mendelseen schrijfster aan onze letteren was toegevoegd, wier verder werkmen met aandacht zou dienen to volgen . In Rolien en Ralien(1947) heeft zij met bewonderenswaardige luchtigheid de per-soonsverdubbeling, gelijk kinderen met een rijk verbeeldingslevendie kennen, behandeld in een vorm zoals wij die in onze letterennauwelijks kennen, zonder een zweem van pathologische geaard-heid. Haar tweede roman Je wist het toch . . . (1949) stelde naeen zo overtuigend debuut teleur en al bereikte zij in haar jongstewerk Alt wind en rook (1950) het peil van haar eersteling niet,toch blijkt nit dit boek opnieuw over welk een groot schrijfsters-talent Josefa Mendels beschikt . Naar de inhoud is dit boek, datin een provinciestadje speelt - onze letteren tonen in de jongstetijd met cosmopolitische schijngebaren een opmerkelijke voorkeurvoor her provinciaal milieu - een burgerlijke roman, naar devorm veeleer een bekentenisroman .

Josefa Mendels laat een jonge vrouw van haar huwelijkslevenvertellen. Een half-Jodin, wier liefde voor haar man tot achtingis geworden ; haar man, die om de schuld to delgen, dat hij eenhalf-Jodin trouwde, gaat leven als een ultra-vrome jood .

De schrijfster heeft met virtuositeit haar verhaal - ook middenin de hoofdstukken - in de eerste en de derde persoon ge-schreven (voorkeur voor splitsing van de persoonlijkheid?) endaarmee her gehele verhaal een ruimer betekenis verleend danher individuele geval zou teweegbrengen . Daartoe werkt evenzeerde afstandscheppende humor mede, vooral ook door de zelfspotwaarmee de hoofdpersoon uit dit boek haar eigen tragiek be-schouwt. Deze humor transponeert de wrangste ervaringen in een

68

Page 72: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

bijkans bovenpersoonlijk gebeuren . De vrouw van de uiterstorthodoxe Simon Cohen, Leraar Frans M.O., rijst volledig uit ditboek op, de muzieklerares Louise is een kostelijke karikatuur ; dedochters zijn juist voldoende waarneembare bijfiguren, maar het ismoeilijk zich los to maken van de gedachte, dat aan de LeraarFrans M.O., Simon Cohen, to kort is gedaan. In hem wordt hetonhoudbare van het volgens de orthodox Joodse ritus to willenleven in deze tijd zonder mededogen gehekeld. Hier is geensprake van opstandigheid tegen een verstarde orthodoxie, zoals wijdie leerden kennen in Henri van de Overkant (1936) vanMarianne Philips, of sterker nog in De Verlatene en het onvol-prezen Het Huisie aan de Sloot van Carry van Bruggen, hier gaathet in wezen om spot over een uit opportunisme beleden ortho-doxie. Simon Cohen wordt elke gelegenheid ontnomen zichzelf torechtvaardigen. Elisa, zijn vrouw, die zangeres had willen wor-den, die niet Joods was en niet katholiek, die de kracht miste ommet zingen iets to bereiken, heeft haar bankrekening onderge-bracht, zij meende zich over to geven op leven en dood, maarzij onttrekt zich tersluiks aan de wetten die dit huwelijk haar stelt .En de schrijfster maakt het zich wat al to gemakkelijk als zij perslot, als het tot een scheiding is gekomen, de genoemde, maarnimmer aanwezige jeugdliefde Richard als een dens ex machinavoor een happy ending laat zorgen . Evenzo geconstrueerd, wantto weinig voorbereid, is de terugkeer van de dochter Judith naarde vrome vader, omdat het Jodendom haar - de driekwart Jodin- roept. Judith wordt zioniste . Voor de vader, man van deMosaIsche wet, betekent dat Joods heidendom. Een strophe vaneen vets van Anna Roemer Visscher schijnt de wetsgetrouweJood tot deemoed to dwingen :

Dan, die sijn oogh op 't eeuwigh slaet,De tijdelicke fraeyheidt laet,Die met al 't wereltsche gespoockVerdwijnen sal als windt en roock .

69

Page 73: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Terwijl dus Josefa Mendels de menselijke persoonlijkheid zoektto bewaren temidden van de realiteit van het leven van alledagverkondigt Til Brugman in haar in 1934 geschreven, in 1946

verschenen roman Bodem; Marcus van Boven, Godsknaap een ge-exalteerd escapisme. In een sfeer van grafromantiek, in een klon-terig, nauwelijks meer op Nederlands gelijkend proza, schrijft zijover Marcus van Boven, die her beleven ontvliedt, die liever hetgeloof bewaart dan het verkondigt. Deze roman zou nauwelijksbet vermelden waard zijn als de schrijfster niet in haar novelleDe houten Christus (1949) had bewezen voortreffelijk werk tokunnen leveren . Deze novelle toont, al wordt het begin doorgelijke stijlontsieringen als in de roman overheersen verzwakt,dat Til Brugman indringend kan schrijven. Nog is bet haar nietgelukt om de van het kruisafdalende houten Christus tot eenlevend symbool to maken van de teleurgestelde godheid, die zichin deze wereld to veel en tot niets nut voelt . Her nude vrouwtjevan de retirade redt de houten Christus van de vertwijfeling doorhaar naief geloof. Zij wijst de vermoeide zwerver, die is afgedaaldvan zijn kruis om onder de mensen to gaan, de weg naar dehouten Christus, die een tehuis is . De weg naar zichzelf. Dehouten Christus heeft in zijn kerkje slechts de klacht van zelf-moordenaars gehoord. Het geloofsvertrouwen van dit nudevrouwtje doorgloeit hem met nieuw leven, zodat hij zich gedweewat beter op het bout vlijt.

Geheel afwijkend van de naar binnengerichte problematiekvan de menselijke vrijheid, hoe verschillend ook tot uitdrukkinggebracht, ontdaan van wijsgerige of kwasi-wijsgerige, psycholo-gische of pathologische beschouwingen, houdt Dola de Jong zichbezig met de vlucht uit de beschaving en de rechtstreekse lijfelijkebedreiging van de menselijke vrijheid in haar zuivere, ogenschijn-lijk zo nuchter geschreven roman En de Akker is de Wereld(1947) . Aart, die weg wou van de beschaving, en zijn vrouw Lieshebben op hun tocht naar Noord-Afrika in een zelfgetimmerdewoonauto onderweg kinderen opgepikt. Zij leven met hen op hunakkertje en onder de kinderen is de zestienjarige Hans . Hans, die

70

Page 74: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

als een postpakket was meegegeven omdat men bang was, dat deDuitsers na de overgave van Frankrijk, her kind als gijzelaar voorzijn vader zouden houden. Op hun tocht uit de beschaving hebbenzij in enkele dagen al de kinderen opgepikt en zij zijn er meenaar hun akker gegaan, die een slechte akker was, een hopelozeonderneming. Maar als Aart in de stad de refugies zag zitten op decafe-terrassen voelde hij zich trots dat hij niet hoorde bij de ver-goorde mensheid aan tafeltjes achter hun zwarte koffie of absinth .De akker was een mislukking, maar hij hoorde niet bij dit zooitje .Dat was de hoofdzaak. War hij zelf gemist had, wilde hij goed-maken aan zijn kinderen . Aan de stumpers, die hij onderweg hadopgepikt, slachtoffers van een rotte maatschappij . Slachtoffers vanhen, die de mond vol hadden met grote woorden : een betere we-reld bouwen voor de jeugd . . . de toekomst is aan de jeugd . . . deverantwoording, die we verschuldigd zijn aan de generatie na ons .Onder die vlag werden de grootste misdaden tegen hen be-dreven, tegen de jeugd, tegen haar toekomst . Neutraliteit, diploma-tieke betrekkingen, handelsverdragen, cartels, monopolies, dat wasde lading. Weg, weg, weg, van dat alles .

Lies sterft in een miskraam ; de kinderen accepteren Aart in hunmidden, Hans weet zich de vijand van Aart. Na de dood van Lieszal een boot hen naar Lissabon brengen, maar juist voor het ver-trek slaat de arm van de Gestapo toe : Hans wordt ontvoerd . Toende mannen uit de limousine sprongen en hem omringden wistHans dat dit bet einde was. Hij voelde geen angst, hij was nietgeschrokken, maar her werd volkomen stil in hem .

Deze roman van Dola de Jong waarin her dierlijk romantische,het volslagen verwilderde van de kinderen uit Richard Hughes'A High Wind in Jamaica tot een diep tragische, nimmer senti-mentele schildering is geworden van kinderverwaarlozing en on-tembare levenskracht is een van de waarachtigste litteraire pro-ducten nit de tijd na de tweede wereldoorlog .

Wie zich een voorstelling wil vormen van de kloof die detweede wereldoorlog heeft gescheurd tussen de jeugd van voor die

71

Page 75: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

oorlog en de jeugd van daarna zou onmiddellijk na de romanvan A. Maria, Snippets op de rivier (1941) de roman van Simonvan het Reve, De Avonden, Een winterverhaal (1947), moetenlezen. Men zou deze beide boeken als de polen kunnen be-schouwen waartussen de wereld van de roman van onze jongeschrijvers zich afspeelt .

Marja's roman ontleent zijn kracht allereerst aan een zuivereoprechtheid. De jonge Willy ter Veer voert strijd tegen zijnromantische geaardheid, hij vecht zich door de dromen zijnerpuberteit naar her aanvaarden van de werkelijkheid . Het boekeindigt als Willy ter Veer, aan de oever van een rivier gekomen,zijn jeugdverzen verscheurt en de snippets op het water laat weg-drijven. „Hij ziet zichzelf weerspiegelt in het water, smal en hoog-opgericht. Een jongen, zonder moeder, zonder vader, zonder voor-uitzichten. Hij voegt er bij : - en zonder verzen ." Alleen, ginds inhet noorden, misschien een meisje, dat op hem wacht"

Een slot, dat als situatie volkomen overeenstemt met dat vanAnna Blamans roman Eenzaam Avontuur. Immers Kosta be-vrijdt zich van zijn verleden door het manuscript van zijn romanover King en Juliette to verscheuren in wel honderd snippets endie in her water to werpen . „,Dit,' zei hij, ,is nu ook voorbij . "Toen vatte hij de riemen op en roeide verder, over het meet, totaan de overkant. Hij had wel willen zingen, maar hij deed hetniet. Een lofzang op de sterren, maar hij vreesde zijn kleine stem.En aan de overkant sprong hij de oever op . Hij dacht : Dit is dewereld, was ik er ooit eerder?" "

Wat echter bij Blaman de indruk maakt van een loochenendevlucht is bij Marja tot een afrekening geworden, her uitrukkenvan her oog dat Willy ter Veer hinderde . Daarom ook kan Marjain De Dichter en de Oorlog schrijven :

Stem toe: wij leven in een poelzo hels dat ik niet kan verhelenhoe onverantwoord al mijn spelenmet rijmen wegvoert van het doel .

72

Page 76: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

ik zoek het vers dat door verbeeldeontnuchtering u dieper treft.

(Van mens tot mens .Gedichten 1935-1946.)

Hiermee zijn wij in de sfeer gekomen van van het Reves DeAvonden, een roman, die stellig van meer betekenis is, dan datmen er - gelijk W. L. M. E. van Leeuwen in Drift en Bezinning(2e druk 1950) doet - vrijwel uitsluitend de landerige slapteten aanzien van de „Forderung des Tages", die een deel derjongste generatie zou kenmerken, in mag signaleren . Van het werkvan van het Reve zal later uitvoeriger sprake zijn .

Charles B. Timmer heeft de tweespalt tussen de benepen wereldvan her geordende bestaan en de vrije wereld van de vrije mens,waartussen de kunstenaar middelaar zou kunnen zijn, willentekenen in zijn roman De Overkant (1946). Twee kinderen Ellien Henri komen bij het baden in de rivier - het wordt hunbijna noodlottig - van de stad aan de Overkant . De stad, ,eenronde vrucht van rechtschapenheid" ; de Overkant, naar steedsebegrippen, het oord waar ontucht en misdaad heersen, maar datvolgens het getuigenis van de schreiende Christina, de vrouwvan de schilder Calde, die aan de Overkant woont, het geluk is .En daartussen de wispelturige rivier . Timmer heeft dit verhaalover de Overkant geschreven in de trant van een sprookje, maarwie het naast van Eedens Kleine Johannes (I, 1885) legt zal be-merken hoe deze romantiek is verdord . Er is in Elli noch inHenri iets overgebleven van de verwondering van de KleineJohannes ; zij leven in een diorama en Johannes zou hen niet alslevende wezens in zijn wereld van fantasie erkennen.

In 1947 verschijnt Timmers roman Verticale Vlucht, het ver-haal van de zonderling dr Balthasar en zijn „sanatorium derhopelozen". In dat sanatorium verzamelt hij zijn patienten, die hijzijn studenten noemt. Hij leert hen, dat ooze generatie de mest

73

Page 77: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

voor de toekomst zal voortbrengen, maar per slot ontvluchten zijhem en laten hem in zinledigheid achter . Dit is een boek vande sadistisch toegepaste kwelling en van her hopeloze gevechtom zuiverheid. Dit gevecht voert dr Balthasars dochter Nina alszij tracht to ontkomen aan dr Balthasars invloed door haar liefdevoor Marius, die zijn vrouw zo kwelt, dat zij zelfmoord pleegt .Maar Marius wordt aan de verzameling van dr Balthasar toege-voegd. Een verticale vlucht is onmogelijk, ook voor dr Balthasar,die haar meende to kunnen volbrengen door walging en wanhoopals een vorm van levenslust to doen herkennen . ,Er is moed toenodig een nude toren to beklimmen," zegt de torenwachter, die inverschillende gedaanten, onder andere die van dr Balthasar in ditboek optreedt. „Er is moed toe nodig een oude toren to beklimmen,her is een verticale vlucht, die ons op een hoger niveau brengt, eengevaarlijk niveau, van waar wij gedwongen zijn, de daden van onsleven, die lager liggen onaangedaan en streng to observeren. Wijbouwen in de hoogte om de gelegenheid to krijgen met verachtingop onszelf neer to zien." Marius, die op de hoogste trans van detoren is geklommen, komt tot de gedachte, dat het ontzettend is,zich iets to zien afspelen, waaraan hij meedoet, en toch niet tokunnen ingrijpen, omdat her al gebeurd is . Hij is namelijk zo hooggeklommen, dat de gebeurtenissen van een week geleden pas totdaar doordringen .

Wij schreeuwen alien met opengesperde bekken van begeerteom een beetje geluk . Geluk is her ogenblik der bevrijding, devreugde der herordening, de korte stonde van extase bij her vol-brengen, de momentele vernietiging van her kwade. Geluk kanniet duren dan in de waanzin, in de zelfvernietiging .

In deze roman herkent men de invloed van Kafka, zij her datdiens kristalheldere irreeele werkelijkheid volkomen is vertroebeld ;de invloed van Albert Camus' absurdisme. De dubbelgangerfigurender Duitse romantici worden hier verdubbeld, maar her duidelijkstwoekert de geperverteerde fantasie van Hanns Heinz Ewers in dezeroman. Ook al worstelt Timmers naar een Faustinische ontwikke-ling: door de walging naar de zuivering; of ook naar een zelf-

74

Page 78: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

bevrijding door zelfontleding zoals die wordt bevochten inDostojewskis Memoires uit het Souterrain (1864) .

In tegenstelling tot de ,romantische" psychologie waarmeeTimmer zijn problemen to lijf gaat in Verticale Vlucht staat deroman a these zoals D. Opsomer die verstandelijk dialogiserendheeft opgebouwd in zijn De angst bedankt (1948) . Even tegen-gesteld aan deze getourmenteerde wereld van Timmer is deroman van B. Rijdes, Twee tegen een (1947) . Een roman, die isgeschreven uit de geest van de protestantse christen en her vorm-besef van de classicus, doorstraald van een grote ernst en eengrote helderheid. Faust, Anderik en Cruce voeren in dit boek hunstrijd om levensinzicht . Hedonist, platonist en christen ; genot-zoeker, aestheet en deemoedige. In, binnen de vorm van een romangegoten, ,platonische" dialogen voeren deze drie hun strijd enals Anderik, de classicus, na de verwijdering die tussen devrienden is ontstaan, met de beide anderen - Faust, de genot-zoeker en Cruce, de christen - nog eenmaal samen is, wordt herbeslissende gesprek gevoerd :

,,Het geheim van mijn leven, antwoordde Faust luchtig, isjullie bekend . Ik heb gedroomd, zei ik her jullie niet eerder, ge-droomd van een vrouw. Die droom heeft her heelal doorkruisten nergens een vlak gevonden waarop hij zich spiegelen kon . Eendroom, die niet vervuld wordt, zet zich om in haat en opstand .

In vrede en barmhartigheid, zei Anderik .Elke droom wordt vervuld, zei Cruce .In brokken, zei Faust bitter .In brokstukken, antwoordde Anderik, die stuk voor stuk de

schoonheid van den droom vertegenwoordigen, in elke scherf ligtde goedheid des hemels en de onvergankelijkheid van her eeuwige .Alle leed geneest en elke breuk wordt hersteld .

Daar is geen geschrei meer, alle tranen worden gedroogd, zeiCruce."

Als na Anderiks dood Faust, de makelaar, de balans van zijnleven opmaakt ten overstaan van notaris Cruce, zegt Faust als hijzijn wilsbeschikking heeft kenbaar gemaakt :

7 5

Page 79: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

,,. . .En breek je hoofd niet met de oorzaak of de gevolgen. Diezijn voor ieder mens anders .

De oorzaken en de gevolgen liggen voor elk mens tusschenParadijs en Kruis, zei Cruce, war daartusschen ligt is een prijzens-waardig misverstand .

Tut, rut, zei Faust, je draaft door . Zoo simpel is her leven niet.Her is zoo simpel, zei Cruce, dat herders en visschers het eerder

en beret hebben begrepen dan makelaars en, helaas, classici .Zo classicistisch harmonisch als de roman van deze protestants

christelijke auteur, zo overladen als late barok is de roman vande katholieke schrijver Dick Ouwendijk, van wie in de bezettings-jaren een toneelstuk met succes werd vertoond. Zijn roman,Opstand en Geweten (1949), doer in zijn vormgeving denken aanher streven van de op de kentering van de 17e en 18e eeuwlevende bouwmeester Matthius Daniel Poppelman, die er vanovertuigd was, dat hij naar her voorbeeld van de antieken towerk ging men hij de Zwinger to Dresden ontwierp, een bouw-werk, dat tot een der standaardvoorbeelden van de barok is ge-worden . In zoverre was Poppelmans mening niet geheel onjuistals de barok een structurele, zij her uiterst bewogen kunststijl is .Op de statisch structurele basis der antieken, werd Poppelmaneen vernieuwer in een dynamische structuur . Ouwendijk is ingeen enkel opzicht een vernieuwer geworden, evenmin een be-heerst ,constructeur', maar wel ervaart men uit zijn roman, dathij in conceptie heeft gestreefd naar een strakke en sterke pro-bleemstelling .

De schilder immers, de ik-figuur in dit boek heeft de opdrachtgekregen een kruisiging to schilderen voor de kerk to B., maar hijwordt gekweld door de vraag of hij inderdaad nog gelooft inhetgeen hij moet schilderen : „een man, die niet verder kwam dangekneusde frasen en verpletterde uitspraken ." Ouwendijk heefthet schilderij bedolven onder een orgie van ontspoorden en ont-wortelden, maar her is hem niet gelukt dat schilderij in deze bar-barij tot een vuurvast, tegen deze woeste brand bestand zijndproduct to maken . Opstand en Geweten is de roman over een

76

Page 80: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

mens, die om her behoud van zijn geloof een verbeten strijd voert,een afmattend gevecht met de demon . De littekens, die hij in dezeworsteling ophoopt, blijven duidelijk zichtbaar ; dit boek eindigtdan ook geenszins in een triomf, maar met de kreet van eendeerlijk gewond mens, de schreeuw van de schilder, die weet hoehij zijn kruisiging zal schilderen :

„Keen, zoo kon ik schilderen : als een koninklijk gewaad hetlijden, rechtop her hoofd, overwinnend de dood . Want wie erook winne, welke wil - vorstelijk overwinne de mens zijndood! Zijn kruis als een zwaard, strijdbaar als een helm siere deband van doornen her hoofd . Want verschrikkelijk is de gedaan-te, die her middelpunt in de loop der eeuwen heeft aangenomen.Gemaskerd met de vorstelijk barbaarse willen tot God en eigenheerschappij, draagt her bij zich de verslindende buik van degorilla . Ik dacht: God bevrijde ons van dit midden, en zo herGod niet is . . ."

Z6 moest de schilder ,noodzaak en menselijke adel onzer krui-siging" schilderen, ,mens en God ; zodat wij bidden kunnen, meteen vloek of een gebed, om her even, als wij maar smeken kun-nen, dat zij komen: zij, onze barbaren, God en wijzelf ."

Deze roman is van grote betekenis als Wring van een katholiekschrijver - niet voor niets zijn er in de katholieke wereld scher-pe controversen gerezen omtrent waarde en betekenis van ditboek, als kunstwerk, hoe hartstochtelijk geladen ook menige blad-zijde is, zouden wij her toch eerder willen kenschetsen met dewoorden van prof . F. J . J . Buytendijk, die hij in een van zijnstudies over Dostojevski, De Psychologie van de Roman (1950)gebruikt: ,Vele boeken, die men romans noemt, (zijn) niet andersdan de verslagen van bedachte levensgeschiedenissen .'

Rijdes en Ouwendijk schrijven beide van een christelijke ge-loofsovertuiging uit ; de protestant classicistisch beheerst ; de katho-liek met een barokke overdaad . Op een geheel ander plan envan een volkomen andere gedachtenwereld uit valt een overeen-komstige tegenstelling to constateren in de romans Bekentenisaan Julien Delande (1946) van Sonja P. Witstein en Liefde en

7 7

Page 81: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Goudvisschen (1946) van Jacques Gans. Het eerstgenoemde boekis geschreven in de gesteriliseerde toon van een rapport ; bettweede in de losse, wat raillerende toon van de bohemien, dieeen dagboek houdt.

Her boekje van Sonja F . Witstein is de zelfanalyse vanFrancine Latree, een jong meisje, dat haar (stief)vader heeft ver-moord. Zij schrijft die analyse neer in een bekentenis aan JulienDelande, de jonge man, die haar moeder tot haar, Francines, echt-genoot heeft bestemd, omdat een huwelijk „de enig openstaandeweg" voor Francine is geworden .

Francine is opgevoed door haar vader, die haar met dewreedste kastijdingen leert haar lichaam to negeren . Deze kastij-dingen nemen de vorm van zelfkastijdingen aan door de volledigeovergave waarmee Francine er zich aan onderwerpt . ,Her is eenbelediging aan je zelf wanneer je houding aanleiding geefttot een inzicht in je wezen. De geest is de enige ommuring,waartegen een tweede vruchteloos stormloopt. Laat geenenkel geweld een bres kunnen vormen, die doortocht verleent .Zo hoed je je geest voor indringers, die haar verwarren enbesmetten . "

Francine wordt zozeer de schepping van haar (stief)vader ; zijbeiden groeien zo zeer naar elkaar toe, dat zij in haar schepperdiens schepping moet vernielen . Toen zij schoot bleek, ,dat zij(haar) stiefvader dodelijk had geraakt en niet (zichzelf), doch datmaakte geen verschil uit " „Ik geloof, schrijft Francine, dat de eende uitvoerende wil van den ander was en dat alles evengoedandersom had kunnen gebeuren ."

Dit zeer bijzondere boekje houdt bet rapport in van de bevrij-ding van een wens van zijn door jeugdtrauma's gefolterde be-staan, een bevrijding van ,zonde", zoals Oscar Wilde's motto bijdit geschrift wil suggereren: „'t Is not the priest but the confessionthat gives us absolution ." Bevrijding van zonde wil hier kennelijkzeggen bevrijding van moraal, want de ,voorbeeldige" vaderleert zijn dochter tijdens de kastijdingen: „Ik verzoek je diepijnlijke trekken uit to bannen. Leer je houding to beheersen en

78

Page 82: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

zorg op ieder moment ontoegankelijk to kunnen zijn voor iedereaandoening. Want iedere aandoening bergt de kiem voor eenmoraal in zich, die zodoende tegen je wil je geest zal binnen-sluipen en hem weet to overmeesteren. Niets is verachtelijker danzich to moeten prijsgeven, maar het meest beklagenswaardige iszich uit to leveren aan een ongewilde moraal ."

Deze ,ascetische" bevrijding van de (ongewilde) moraal vindthaar tegenpool in de man, die de angst kent zijn dierbare chaoseens definitief to zullen moeten opgeven, die Jacques Gans heeftgetekend in zijn onhollands moraliserende boek Liefde en Goud-visschen. Moraliserend, want deze man beseft - omdat men geenangst heeft voor iets dat ons vreemd is -, dat in hem een stukvan de rechtschapen Hollander leeft, die zijn verblijf op aardedoor enig tastbaar nut voor de maatschappij gerechtvaardigd wilzien . De man uit dit boek is er zich van bewust, dat hij van geennut is voor de maatschappij in haar tegenwoordige gedaante . Hijweet zo langzamerhand heel goed, dat hij toch niet opkan tegenmensen en dingen, omdat iedere aandeelhouder in dit leven zich-zelf de baas is . De tijden van Stendhal en Tristan Corbiere zijnimmers voorbij . Met wijsgerige gelatenheid neemt deze bohe-mien genoegen met zijn toestand . Een boekje over en van eenrebellerende Hollander, niet allereerst tegen de Hollanders diehem in de weg staan, maar evenzeer tegen de Hollander, diehem duidelijk in het vlees steekt.

Terloops - niet om de kwaliteit, maar omdat her hier eerdereen vertelling dan een roman geldt - zij de aandacht gevestigdop Het Gezicht van Penafiel (1950) van F. C. Terborgh, eenauteur die ten onrechte nauwelijks bekend is bij her lezend pu-bliek. In 1945 werd deze vertelling voor her eerst gepubliceerdin her tijdschrift De Stoep to Curacao . Voor de oorlog was reedsproza van Terborgh in tijdschriften verschenen, maar hij bleef -zelfs nadat Het Gezicht van Penafiel in boekvorm was verschenen- een onbekende . In Het Boek der Vriendschap (1950) schrijftGreshoff op zijn menigmaal nog militante en ditmaal ook ge-rechtvaardigd verontwaardigde wijze naar aanleiding van deze

79

Page 83: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

zeer bijzondere prozaist: „Ik heb sterk her gevoel dat er iets aanher letterkundig leven in Nederland schort, als een merkwaardigschrijver als Terborgh, de viiftig naderend, onbekend kan blijven,terwijl er zovelen, die niet waardig zijn zijn schoenriem to bin-den, op de voorgrond spanseren en krijsen als pauwen die blijk-baar niet vermoeden, dat zij geen waaier bezitten ."Het Gezicht van Penafiel moge invloeden van Slauerhoffs

proza vertonen, her is her werk van een oorspronkelijk auteur ; eenschrijver, die zijn personnages zozeer in de beschrijvingen vanlandschappen opneemt, dat zij er een organisch bestanddeel vanuitmaken . Zij storen her landschap niet met hun aanwezigheid, zijcompleteren her, maken er deel van uit . Her landschap bepaalthun wezen .

De landschapsbeschrijvingen, welke in dit boek voorkomen,wekken associaties aan de wijde, toch in zichzelf gevangen rots-landschappen welke Hercules Seghers heeft geetst. De barre rotsenen uitzichtloze ravijnen worden overstraald door her licht van deburcht Peflafiel, die uitrijst boven een vlakte, die weer open isgeworden, wijd om een enkele weg. „Wit waas verhult den cin-der. Het groenachtig grijs van den bodem, de onvruchtbare zwavel-geur, lijkt in her wolkendek zich to weerkaatsen, land en dampvloeien ineen en uit de verte groeit Peflafiel, de burcht ; eenspiegeling in nevelen, een droomgezicht in scherp en onaardschlicht "

En als men op de transen van die burcht staat en uitziet overhet wijde landschap beneden, dan schuift zich onverwachts ,indeze ` ruimte een nieuwe ruimte, donkerder, dieper, als een on-metelijke zaal in ondergaande zon : in de verte, in de donkerstehoogte, een stad op den rand van een klif . Duidelijk, beklem-mend als een uit diepten opduikende herinnering, vertrouwd entevens verbijsterend ."

,,Teruggerukt in een vroeger bestaan, gebonden aan war on-gekend leek, zoojuist nog niet geweten en wat nu machtig is, eenalles beheerschende werkelijkheid, sta ik opengescheurd en weer-loos, aan de randen van een dubbel leven; avond in middag, haast

so

Page 84: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

tastbare spiegeling van stervend licht in schellen, verblindendendamp .

Is dit de onzichtbare werkelijkheid? Is her zien van dit ver-lammend en onweerstaanbaar tot zich lokkend beeld de genade,die weinigen to beurt valt? Her gezicht, dat de richting van eenleven verandert, omdat her een breukdeel van een seconde toe-gang gaf tot een andere wereld, verschrikkelijker, grootscher, enwar verwarrender is : gekend? Gekend, zoo diep en volledig datzij geen rust meer gunt en den uitverkorene weg doet trekken,huis en vrienden verlatend, om haar terug to vinden ; zonderhoop; om de spiegeling, weggezonken in bet binnenste zijneroogen, niet meer to vergeten, to bewaren als den kostbaarstendroom?

Een verleden valt af; een bestaan wordt zinloos en hol . Er restniets dan gevolg to geven en to gaan ."

De op 37-jarige leeftijd gestorven H. van Grevelingen (pseudo-niem van J. W. C. Verhagen) tast in de holle zinloosheid vanher bestaan naar een evenwicht tussen verleden en heden . Overzijn werk - Stilte om een Paleis kwam reeds eerder ter sprake- heeft W. L. M. E. van Leeuwen opgemerkt in Drift enBezinning (1950, 2e druk), dat het is ,of een oude wereld, diewij eens hebben gekend en liefgehad hier definitief zijn eindevond." Van Leeuwen zal tot deze uitspraak zijn gekomen doordatvan Grevelingen in zijn drie romans in de eerste plaats de verras-sing heeft gebracht van een beheersing van de taal, welke uiterstzeldzaam is geworden in onze letteren. Geen ,woordkunst', maareen sober, welhaast gallisch helder proza in evenwichtige vol-zinnen en weloverwogen perioden. De gedachteninhoud van ditwerk, vervuld van de worsteling om de zin van her leven over-schaduwd door het mysterie van de dood, is zozeer van deze tijd,zo doordrenkt van het besef van her menselijk tekort, dat menalleen reeds daarom niet van bet vinden van een einde kanspreken, maar veeleer van, een geresigneerd, intens streven naarher breken van een bres naar de mogelijkheid van een begin .

Toen van Grevelingens naam voor her eerst klonk ter gelegen-

81

Page 85: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

heid van zijn debuut Het Onverbreekbaar Zegel (1946) bleek, dathij een boek had geschreven, waarvan men niet met de gemakke-lijke gemeenplaats waarmee een debuut doorgaans wordt be-groet kon zeggen, dat het een belofte inhield . Deze roman ves-tigde eerder de overtuiging, dat een auteur aan bet woord wasgekomen, die de kracht had bezeten to zwijgen tot bet ogenblikwaarop zo zuiver als mogelijk was kon worden uitgedrukt hetgeenhij had to zeggen .

Van Grevelingen heeft zijn roman Het Onverbreekbaar Zegelin drie verhalen opgebouwd. Het zou een triptiek zijn gewordenals niet het eerste verhaal de canon vormde van het gehele boek .In deze canon words de structuur van de roman bepaald en mededaardoor herinnert dit werk aan de raamvertelling, welker tech-nick bij een wat breder uitwerking een nieuwe toepassing zou heb-ben kunnen krijgen. In elk van de drie verhalen, die tezamen dezeroman vormen, is de dood her centrale punt, dat in verscheiden-heid van aspect, het bindend element is van deze verhalen, veelmeet dan de weerkerende personen. Verhalen over een hunkeren-de, onbevredigende liefde (,,Juffrouw Emma"), een vreugdelozeliefde (,,Bergers") en een liefdeloze liefde („Alfred") .

De grondtoon van dit boek wordt bepaald door de uitspraak,,Vivere non necesse est" (Leven is niet noodzakelijk), een ge-dachte waarmee enige van de personen in deze roman bitter ofgelaten spelen, maar even bitter en even gelaten klinken in vanGrevelingens tweede, posthuum verschenen roman Spel zonderInzet (1947) op de laatste bladzijden de woorden, die ook hetboek besluiten : douceur de vivre .

Deze roman, zwakker van structuur dan de eersteling, behandeltbet probleem van de na-oorlogse mens, die zijn plaats tussenmensen wil hervinden. George van Dorth komt nit de oorlog inNederland terug met bet vaste voornemen zijn jeugdliefde Eve-lien, die met zijn schoolvriend Andre is getrouwd, terug to win-nen. Evelien blijkt to zijn omgekomgn bij een bombardement .Andre is hertrouwd met Babette. George gaat bij Babette enAndre inwonen. Andre de schrijver, die aan morphine is verslaafd

82

Page 86: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

en die gekweld words door twijfel aan zijn scheppende vermogens .Babette, het sensuele vrouwtje, dat, omdat zij de minnebrieven,die George aan de inmiddels gestorven Evelien schreef heeft ge-lezen en herlezen, words gedreven naar de sterke man, die haaruit die brieven tegemoet treedt . George en Babette drijven naarelkander toe, maar per slot staat de dood van Andre, die in Brusselzelfmoord pleegt, evenzeer tussen hen in als de dood van Evelien .George van Dorth zoekt het evenwicht tussen verleden en heden .Hij zou geen vacuum zoeken omdat hij Been vervulling kon ver-dragen. Op een of andere manier zou zijn leven weer aanknopenaan de tijd uit hun jeugd die Andre in zijn roman had be-schreven. Veranderd zou hij terugkomen, verouderd en gedeukt,maar ergens zou een zin zijn en iets dat waarde bezat.

Douceur de vivre .De kwijtschelding van de schuld der collaborateurs uit de be-

zettingstijd met bet beeld van de gesneuvelden voor ogen heeftH. Hardon bezig gehouden in zijn Parade der Schamelen (1947) .Hardon heeft ons de schamelheid van her leven der ,,bunker-bouwers" willen tonen . Als ambtenaar van de P .R.A. - zo wordtbet althans in zijn boek gesteld - is hij in aanraking gekomenmet de kleine profiteurs uit de oorlogsjaren . De pietluttige op-portunistjes, die hun vrouwen ook wel eens een bonten jas gun-den, die voor hun ziekelijke kinderen een voedzaam maal optafel wensten, die ook wel eens eigen baas wilden zijn . Hij heeftdeze schamelen verhoord, hij heeft van die verhoren proces-verbaalopgemaakt en hetgeen hem werd geopenbaard aan trieste zielig-heid heeft hem niet los gelaten . Hij piekerde er cver en als betproces-verbaal klaar was, parafraseerde hij dat en zo ontstond wathij een roman heeft genoemd. Wij ervaren de trieste karakterloos-heid van Hardons collaborateurtjes to incidenteel, to anecdotisch .Hij heeft de schamele armoede ontdekt van de individuen endaardoor heeft hij de schadelijke soort uit her oog verloren . Alle,,bunkerbouwers", groot of klein, hebben misdadig werk verrichten dat de kleine ,bunkerbouwers" kleine mensjes zijn kan ons nietvertederen ten aanzien van het genus ,bunkerbouwer". Hardons

83

Page 87: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

„roman" is een verzameling portretten uit her signalementenboekvan een rechercheur van de P.R.A ., die met talent over zijn de-linquenten weet to vertellen, maar die vergeet, dat al deze per-soonlijkheidjes pas hun ware betekenis krijgen in her verband vanhet dossier, dat hun alter zaak uitmaakt . Al deze schamelen heb-ben een schamel excuus en zij geloven daarin als in een onwan-kelbare overtuiging. Hardon, begaan met deze onbeduidendemensjes, neigt naar kwijtschelding van schuld, maar als hij daar-aan denkt, ziet hij de soldaat John Label voor zich, die ergensop een Brabants heideveld is gesneuveld en vrede had met hetaanschijn van die hoge hemel daar boven hem .

„Johnny Label, daar in her prikkeldraad op een heideveld en mijnschamelen tussen de nauwe begrenzingen van ruwe kalkmuren! . . .Nee, ik geloof niet dat her probleem een oplossing heeft . . . "

Zo eindigt Hardons boek en men vraagt zich onwillekeurigof hoe de conduite-staat en her particuliere levee van John Labelzich tot elkaar verhouden . Ook in de rijen van hen, die stredenen sneuvelden zullen schamelen zijn geweest ; maar hoe kunnende schamelen als vijanden tegenover elkander komen to staan?Hoe is her mogelijk, dat er schamelen zijn, die wij in hun totali-teit eren en schamelen, die wij in hun totaliteit verachten? Deindividuen van de eerste groep kunnen ons geen teleurstellingbrengen ten aanzien van de waarde van die groep ; de individuenvan de tweede groep kunnen ons niet vertederen ten aanzien vande schadelijkheid van hun groep. Her gnat er veel meet orn hoede schamelen aan deze of gene zijde van de „barricade" komen,dan dat wij vol deernis en verbazing tot de ontdekking van hunindividuele schamelheid komen .

Er is in 1946 een bries door onze letteren gegaan toen J. J.Klant debuteerde met zijn roman De Geboorte van Jan Klaassen.Met een speelsheid en een verrassend lichte toets heeft Klant deautobiografie van Jan Klaassen to boek gesteld, her enige warerelaas van zijn geboorte. Jan Klaassen, die hol is van binnen enalles dankt aan de Man, bereft dat her leven van Beneden komten dat het daarheen terugkeert, waar Hij hurkt in eeuwigheid en

84

Page 88: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

hen nietige wezens (Jan Klaassen, Katrijn, de Duivel en de Dood)dirigeert in een kort en smartelijk bestaan . Hij bestaat dank zijde Hand, die regeert en met hem doet wat Hij wil; dank zij deStem, die voor hem spreekt. Dertig jaar heeft Jan Klaassen moe-ten oefenen en wachten v66r hij kon ontsnappen . Maar tijdensbet luchtalarm is bet hem gelukt .

„Toen het veiligsignaal werd gefloten, stond ik midden op deDam en niemand herkende mij, maar ik was bang dat de Handmij zou terugvoeren en dat de Stem mij zou roepen en repte mijlangs de krantenjongens naar de Kalverstraat, waar ik een werdmet de menigte . Nu komt dus bet ogenblik voor de uitroep : ein-delijk vrij! enz . Ik sla die echter over, maar laat mijn biografenbier de vrije hand ."

Deze licht ironische toon is kenmerkend voor dit meesterlijkeboekje waar Jan Klaassens ervaringen met Katrijn, mr S . Duivel endr M. Dood van Pierlala, Bedrijfseconoom, beneven Lyda, de ge-letterde verkoopster nit een warenhuis, de generaals en de sergean-ten met een curieuze luciditeit worden beschreven. Er is in dietoon iets dat herinnert aan Nescio's Dichtertje (1918) en in degeest een vluchtige verwantschap aan die vlijmscherpe miniatuur-fabeltjes uit Karel van de Woestijnes De Nieuwe Esopet (1933),maar her is alles argelozer, meet aan de poppenkast verwant, hoe-wel er aan ontstegen . Klant heeft ons met een nimmer zware le-venswijsheid de werkelijkheid van de naar bet leven gevluchteJan Klaassen doen ervaren . Als ,het grote sterven" is gekomenen dr Dood tracht Jan Klaassen to strikken voor zijn uitvinding :her koord met onderaan een lus, bet venster, dat alle problemendoet verdwijnen, dan weet Jan Klaassen dr Dood to bewegen zelfzijn hoofd door de lus to steken. Hij trapt hem van her balconaf. Dr Dood slaat een gat in de juichende mensenmassa, die zichsnel naar alle kanten begint to verspreiden ; hij staat op en looptmet onwezenlijk grote stappen weg in de richting van de Munt .Tenslotte beseft Jan Klaassen : „Je was bang voor de Hand, maarbegrijp je nu, dat toen je ontvluchtte, er een hand in je is blijvensteken die zijn bestaan heeft voortgezet?"

85

Page 89: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Er is geen sprake van dat Klant zijn fantasie laat drijven opuit het onbewuste opduikende verbeeldingen . Het is veeleer alsofhij in dit boek de werkelijkheid voor her eerst ziet en de hulpvan Jan Klaassen inroept om zijn waarnemingen ongerept to laten .Dit alles heeft met de droom niets to maken . De wereld vanJan Klaassen is de wereld van de onbevangen mens . Onbevangentreedt hij onze wereld binnen, cen wereld van betrekkelijkheid envergankelijkheid, waarin de haastig voorbijgaande gestaltenslechts fantomen zijn, die in een oogwenk zijn weggegleden . Hetkwam voor Jan Klaassen maar aan op de bevrijdende daad en hijis her bewijs van zijn stelling . Jan Klaassen valt van zijn wereldin de onze en hij laat ons onze wereld als een nieuwe werkelijk-heid zien. De roman van Klant wordt vooral gekenmerkt dooreen intelligent spelen met de werkelijkheid .

Zulks geheel in tegenstelling met een belangrijk deel van hetwerk van Adriaan van der Veen. Immers vooral zijn korte schet-sen, gebundeld in Jacbt naar de diepte (1947) willen stellig dedroomsfeer opwekken. En toch is geen van deze vaak virtuoosgeschreven schetsen ,dromerig". Deze miniaturen zijn met vastehand als op helder glas geetst, door welk glas wij onvermoedelandschappen onrwaren. De scherpe contouren vermengen zichspeels met de golvingen van her wazige beeld, dat uit de schemeropdoemt. Maar nochtans ontstonden van der Veens schetsen nietuit de droom; zij werden bewust aan de droom ontleend ; hijverwerkte vaak kennelijk niet eigen droomverbeeldingen, maarpaste in de psychologische vaklitteratuur geregistreerde reactiesuit her onbewuste als litterair effect toe .

In wezen is van der Veen een realist, zij het op een geheel anderewijze dan onze beste korte verhalenschrijver R. Blijstra, wiensAvontuur in Eenzaambeid (1946) en meet nog zijn voortreffelijkenovelle Diagnose (1947) - Haaien voor Nabatoe (1945), Mis-lukte Isolatie (1946) en Evenwijdige lijnen (1949) worden hiermet Het gevaarlijke beroep (1946) slechts terloops genoemd -bewijzen hoezeer deze auteur zijn novellen op her verhaal bouwt .De taal van deze nieuwe verhalenschrijver in onze letterkunde

86

Page 90: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

is vaak droog, war ruig, met plotseling een flits van die wonder-lijke humor, welke ontspruit aan een door intelligentie gestuwde,niettemin door valse schaamte geremde intultie . De toon, welkeneigt naar arrogantie, blijkt een verweer to zijn tegen eigen(over)gevoeligheid .

Blijstra is realist voor zover hem er vrijwel alles aan gelegenis, dat zijn „plot' klopt en dat die „plot' ook psychologisch isverantwoord . Van der Veen, die met zijn sujetten graag in eendroomsfeer vlucht is realist in de gedetailleerde waarneming . Datervaart men vooral sterk in zijn roman Wij hebben vleugels,(1946) waar de kleine, dreinerige tragiek van her kleurloze levender dagjesmensen van alledag nit walmt. Het boek is geschreven ineen scherp constaterende stijl. Van der Veen kijkt geenszins tegenmens en dingen aan, hij kijkt er onmeedogend dwars doorheen .Misschien vestigen daardoor zijn figuren de indruk van ingedroog-de kleinplastiekjes, die, al werden zij mild gemodelleerd, kunstigen afstotend zijn geworden . Men voelt de deernis nog waarmeeher werk werd begonnen, maar men ervaart de hardheid, welkevoortvloeit uit de keuze en de verwerking van het materiaal . Dezemet liefde waargenomen en gevormde modellen verschraaldenogenschijnlijk in her nuchtere proza van de auteur . Her gaattrouwens in deze roman veel minder om de afzonderlijke per-sonen, dan wel om de atmosfeer . Al deze schemergestalten, dievegeteren in etagewoningen, in groezelige kantoorlokalen, induistere boekenkelders, zijn de factoren waaruit de som vandeze naargeestigheid is samengesteld . Van der Veen heeft dekracht gevonden de dromen van zijn „held", Anton de Waart,niet wijder van vlucht to doen zijn dan een vleugellamme kanbereiken. Zij zijn juist voldoende, die dromen, om Anton de be-nepen en voor zijn draagkracht beklemmende werkelijkheid todoen negeren. Zij reiken niet hoger dan een etagewoning in eenslaperig stadje, niet verder dan her morsig uitzicht van drie hoog .Maar zij zijn hem genoeg. Zo goed als per slot zijn bevrijdendedroom niet verder reikt dan de roekeloosheid van de dagjesmens,die van avonturen droomt temidden van de schillen en de dozen

87

Page 91: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

van het aangenaam verpozen . Anton vindt de vrijheid, maar heris terdege de vrijheid die hij aankon, dus: zijn vrijheid en vol-strekt niets meet. Is dat niet net genoeg?

Hoezeer van der Veen, bij alle verschil met Blijstra, tochevenals hij een verteller wil zijn, blijkt evenals uit Wij hebbenvleugels uit zijn roman Zuster ter Zee (1949) . Men behoeft niette-min Been blind aanbidder van de vorm to zijn om deze „roman"geen roman to noemen. Er is geen ontwikkeling to bespeurenin hetgeen ons wordt kenbaar gemaakt uit een episode van eenVlaardings meisje nit zeer kleinburgerlijk milieu, dat in oorlogs-tijd Zuster ter Zee wordt en nadat haar troepenschip is getorpe-deerd op Kreta belandt en vandaar naar New York trekt . Ditboek is een album met voor her merendeel meesterlijk gemaaktesnap-shots, die met een subjectieve, voor degeen die her album inhanden krijgt moeilijk na to speuren bedoeling zijn ingeplakt .Daardoor wekt deze geschreven ,beeldroman" - men vergeve detegenspraak in deze kwalificatie - de indruk grillig to zijn, ter-wijl deze grilligheid, zij het dan zonder willekeur, in de bedoe-ling van de schrijver heeft gelegen .

Van der Veen heeft geen lopend verhaal willen schrijven, hijvervaardigde een kaleidoscoop . Men kan de facetten, de hoofdstuk-ken - en daaronder zijn de zes Vlaardingse met her prachtigebezoek aan Hellevoetsluis de besten - dooreenschudden en danzal men stellig een figuur vormen in betekenis niet onderdoendvoor de figuur, zoals die nu in dit boek is vastgelegd .

De verteller van der Veen herkent men in de gretigheidwaarmee hij de vertellingen van zijn personen noteert . Of in deaan het surrealisme verwante wijze van observeren, zoals die inde laatste hoofdstukken tot uitdrukking komt . Bij deze auteur zijnde beschrijvingen als her ware verklaringen van gedragingen . Zijnmilieus, zijn steden en stadjes worden als organismen los van zijnfiguren, als obsederende, stimulerende, tot opstandigheid dwin-gende achtergronden. Nimmer onderneemt hij maar de geringstepoging om zijn figuren organisch in landschap of milieu op tonemen. In zijn schrijftrant is de invloed van Amerikaanse

88

Page 92: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

auteurs als Faulkner, Hemingway, John dos Passos, Caldwell, hoebont deze rij ook klinke, waar to nemen .

Twee jaar na de oorlog heeft W. F. Herman zijn in 1943geschreven roman Conserve in druk doen verschijnen. Een debuutvan een twee en twintig jarige, dat met luidruchtig misbaar enovermoedige bravour aandacht opeiste voor een talent, dat doorde litteratuur is bezeten . Want ondanks zijn stuiversromaneffecten,zijn moedwillig voorgewende perversie, zijn meer beredeneerdedan beleden sadisme en zijn uitdagende opzettelijkheid ervaartmen, dat Herman een tot schrijven gedrevene is . De obsessiedrijft hem tot schrijven. Trouwens Hermans heeft in zijn essayLeven voor de literatuur (Criterium no . 6, Juni 1948) getuigd,dat de enige reden om to schrijven is, dat men her wil en geenandere. Waarom men dat wil blijft ook Hermans blijkbaar ver-borgen, want als hij in dat opstel constateert, dat wij eerder hettijdperk van bet concentratiekamp, dan van de atoombom be-leven, schrijft hij dat bet dienen van ons „Erhaltungszweck" onderdit vooruitzicht een zo gecompliceerde zaak wordt, dat er voorschrijvers, toch al weinig geneigd zich in bet probleem van huninstandhouding to verdiepen, eigenlijk letterlijk ,geen denkenmeer aan is" . „En wat ons „Kulturzweck" betreft," zo vervolgthij, bet concentratiekamp strekt zich ver nit buiten zijn omheiningvan prikkeldraad . Er is slechts een gering verschil tussen deschrijver naar wie niemand luistert en hij die niet schrijven mag .Wie weet, staat ons hetzelfde to wachten als de heidense reaction-nairen a la Porphyrius uit her begin van onze jaartelling : eenvolkomen wegvaging van onze overtuigingen door een overwin-nende wereldbeschouwing.

Daarom moet men schrijven zolang men er zin in heeft en erde vrijheid toe bezit ; indien zonder geld, dan met succes enindien zonder succes, dan maar zonder success'

Hermans situatie als schrijver is die van de beklemming . Hijweigert romantisch to teren op het verleden, hoe nabij dat ookmoge zijn. Zelfs als hij bet heden als reeds verleden ervaart . Detoekomst biedt hem geen perspectief en als hij schrijft louter en

89

Page 93: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

alleen omdat hij schrijven wil, wordt dat een afrekening . In deeerste plaats met zichzelf . Hermans romans en novellen zijnliterature engagee ad absurdum . Daarom is zijn in de jaren vande onmiddellijk lijvelijke beklemming geschreven debuut, deMormonenroman, Conserve luidruchtig en bizar . Een jonge manschreeuwde in het beset (voorlopig) niet to zullen worden ge-hoord. Hij schreeuwde zo hard, dat hij tenminste zichzelf totluisteren dwong. Maar hij vermoeide zichzelf tezelfdertijd . Hijwilde schreeuwen en hij schreeuwde door tot alle klank, tot horenen zien hem verging. Hij wond zich op in bizarre fantasieen, diehij met Moedwil en Misverstand (1948) voortzette. Deze bundelnovellen bevat brokken sintels, eerder dan kwarts, want deze ver-halen zijn afvalproducten van een hevig verbrandingsproces . Zijvormen een voorbeeld van literaire zelfontbranding, ontstaan door-dat de auteur in de verdrukking raakt .

Her duidelijkst komt dit tot uiting in Hermans evenzeet ver-afschuwde als bewonderde roman De tranen der Acacia's (1948) .Deze tijdens her laatste jaar der bezetting en her eerste jaar nade bevrijding spelende roman is een purgatorium der onthechtingaller waarden . De ,illegaliteit' wordt in dit boek onmeedogendgetekend in haar labiele waarde, gemeten naar de algemeen gel-dende morele maatstaven. Wie over deze ,zedeloze" roman eengerechtvaardigd oordeel wil vellen dient haar, alle weerzin tenspijt, tot her bittere einde to lezen zonder zich to laten weerhou-den door de walging welke hem al lezende bevangt . Om - gelijkAndre Jolles heeft gedaan - to kunnen bewijzen, dat Boccacio'sDecamerone een moreel boek is moet men alle vertellingen toten met de laatste van de tiende dag, her verhaal van de „in bijbel-schen zin onderdanige" vrouw, Griseldis, Boccacio's ideaal vanvrouwelijkheid, hebben gelezen . Om to kunnen aantonen, dat Detranen der Acacia's niet louter een walgingwekkend boek is moetmen her zonder vooringenomenheid en met aandacht lezen . Juistomdat deze auteur zo vooringenomen is, zo verbitterd, cynisch,schaamteloos . Juist omdat Hermans tart, omdat hij met moedwilde weerzinwekkendste situaties schept, uitdagend met een geens-

90

Page 94: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

zins blinde, in tegendeel uiterst scherp observerende haat. Er staanin De tranen der Acacia's episoden, die enkel en alleen lijken tozijn geschreven om de durf van de auteur to demonstreren . Eendurf, die verwant is aan Henry Millers moedwil om to choqueren,een moedwil die niets met eerlijkheid heeft to maken, maar veeleerkan worden gelijk gesteld met de behoefte aan opluchting waarbet kind uiting aan geeft als het tijdens keurige visite zijn voca-bularium van vieze woorden demonstreert. De kinderlijke en ge-zonde behoefte om zich op schuttingen en muren van ,aanvech-tingen des duivels" to ontdoen neutraliseert de onbetamelijkewoorden zodra zij aan de openbaarheid zijn prijsgegeven. Ieder-een, jong en oud, puritein en libertijn, ziet dagelijks zulke woor-den langs zijn weg, maar zij dringen niet meer tot de verbeeldingdoor. Zulke woorden zijn geofferd, zij hebben volledig hunfunctie verricht op het moment, dat zij werden neergekrabbeld .

Maar wie zulke woorden in zijn roman opneemt zonder functio-nele noodzaak binnen de structuur van zijn roman vestigt erslechts de aandacht op, dat ons spraakgebruik in de beschaafdeomgangstaal is gekuist door de hypocrisie van bet burger fatsoen .

In minder geschaafde omgangstaal - niet alleen die vanmannen sinds de popularisering van Freud en zijn adepten het,,intellectuele" gesprek van nieuwe mogelijkheden heeft voorzien- schuwt men bet scabreuze woord en de beschrijving van obscenesituaties geenszins . Ietwat schijnheilig veroordeelt men zulke ge-sprekstof met het duidelijke woord vuilbekkerij. Zulke ,vuil-bekkerij' wordt bij Herman, sadistisch gekleurd menigmaal, eenmiddel om zijn walging en de absurditeit van het leven to demon-streren.

Hermans is van oordeel, dat de schrijver „met zijn roman moetgaan tot dat gebied waar hijzelf over zijn bedoelingen geen zeker-heid meer heeft " Over deze bedoeling moet de schrijver naarHermans mening eenzelfde stilzwijgen bewaren als God over betdoel van de wereld . Flaubert formuleerde dat bescheidener enprecieser: present partout, visible nulle part .

Hermans wil uitdrukking geven aan bet uitzichtloze - Been

9 1

Page 95: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

terug, Been vooruit - en door zijn van wrok vervulde weerzinbreekt niettemin, zij het geremd door valse schaamte een onsenti-mentele tederheid door op die zo merkwaardig indrukwekkendebladzijden die handelen over de schuchtere, met achterdocht er-varen kinderliefde van Arthur Muttah, de ontwortelde hoofd-persoon uit het boek, voor de tweede vrouw van zijn vader . Indit diepe, onweerstaanbare gevoel zou de liefde voor de medemenshersteld kunnen worden . Wie de toon van deze bladzijden zuiverwil vernemen zal het gehele boek moeten lezen . En wie temiddenvan de kwellingen waar dit boek van is vervuld deze zuiverheidnog kan ontdekken zal erkennen, dat dit wrede, sadistische boekeen gruwelijke camouflage is voor een dodelijk gekwetste teder-heid. In deze pagina's (Hoofdstuk 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 21)kan men Hermans betrappen ondanks zijn provocaties . De tranender Acacia's is een schaamteloos boek omdat in deze van on-waarachtige schaamte vervulde wereld alle waarden zijn aange-vreten. In dit boek weent de onsterfelijkheid omdat zij in demens is saamgedrongen tot den verbijsterd ogenblik .

Her sterfbed van Alice, Arthur Muttah's tweede moeder, is totde rand van het laken door boomtakken met groene bladerener aan bedekt . „,,Daar ligt zij", zei Arthur's vader, ,geen enkelebloem in dit vertrek. Zie de acacia's, het oud symbool der onster-felijkheid. De acacia blijft altijd groen." "

Hermans moge met zijn vaak vermoeiend, minutieus beschrij-vend realisme overtuigend bewijzen, dat hij een Nederlands auteuris, ook zijn negativisme wijst daarop. Immers Anthonie Donkervestigt er in zijn Karaktertrekken der Vaderlandse Leuerkunde(1947, 2e druk) terecht de aandacht op, dat „de opvallend weinigefiguren uit boeken, die een spreekwoordelijke bekendheid kregen,bij voorkeur verpersoonlijkingen van negatieve eigenschappen zijn :Jan Salie en Pieter Stastok en Batavus Droogstoppel vertegenwoor-digen elk een negatieve waardering van geprononceerde verschijn-selen in het volksleven . Zij geven in dubbel opzicht blijk van zelf-kritiek van het yolk, reeds door her feit, dat schrijvers ze in typensignaleerden en doordat ze als typen herkend en spreekwoordelijk

92

Page 96: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

werden . ' Niet dat her er naar uitziet, dat Arthur Muttah of welkefiguur ook uit De tranen der Acacia's spreekwoordelijk zal wor-den, maar her feit, dat dit ,negativistische" boek uit een grotemate van zelfkritiek, die zich niet bepaalt tot individuele zelf-kritiek, werd geboren, maakt dit werk tot een Nederlands werk,hoe zeer men er ook - vooral Amerikaanse - buitenlandse in-vloeden in kan aanwijzen . En ook die beinfluencering is Neder-lands, want ons land is nu eenmaal, naar Helman eens heeft ge-zegd, een cultureel transito-land .

Hermans roman is internationaler, moderner en als zodanigogenschijnlijk minder direct verbonden aan de ontwikkeling dereigen letteren - wier bestaan hij overigens, niet zonder provoceren-de hovaardij, goeddeels ontkent -, dan her werk van Simon vanhet Reve, die na zijn roman De Avonden onder een pseudoniemmet andere voornamen publiceert : Gerard Kornelis van het Reve.

Met van her Reve is duidelijk een climaat in onze letteren weer-gekeerd, dat herinnert aan Marcellus Emants, Aletrino en vanOudshoorn . Her is trouwens niet toevallig, dat van van Oudshoorn,die naar de maatstaf der populariteit en der registrerende, datwil zeggen etiketterende geschiedschrijvers der letterkunde is mis-kend, de belangrijkste romans kort geleden zijn herdrukt (Doolhofder Zinnen) en dat van Emants Een nagelaten Bekentenis uit1894, herdrukt in 1918 in 1951 eindelijk een derde druk zalverschijnen .

Vooral met dit boek vertoont van her Reve's De Avonden, Eenwinterverhaal (1947) een Iclimatologische" overeenkomst . JanGreshoff heeft van her Reve's boek verontwaardigd een waarde-loos prul genoemd en daarmee bewezen, dat hem in Zuid-Afrikade positie van de na-oorlogse jeugd in Nederland volkomenvreemd is gebleven .

Emants' Een nagelaten Bekentenis zou men kunnen zien als detegenmal van van het Reve's De Avonden . F . Boerwinkel zegtin zijn proefschrift De Levensbeschouwing van Marcellus Emants;Een Bijdrage tot de kennis van de Autonome burger der negen-tiende eeuw (1943) van Willem Termeer, de hoofdpersoon uit

93

Page 97: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

dit boek, dat hij ons wordt getekend als een type, bij wie de nor-male rem is weggevallen. Termeer is een hypochonder, die zichvan het ongeluk dat zijn huwelijk hem brengt slechts weet tobevrijden door de gelegenheid waar to nemen zijn vrouw to ver-giftigen. ,Dat Termeer doet, wat vele anderen denken - schrijftBoerwinkel -, werd bewezen door wat Emants tot d'Olivierazeide: En nu kunt u niet weten hoeveel brieven ik heb gekregenvan mensen die zeggen : ik ben net zoo."

Ten aanzien van van her Reve's boek vinden wij een analogeuitspraak van jonge mensen, meegedeeld door Til Brugmans inhaar beschouwing Bezwaarden (Kroniek voor Kunst en Kultuur .He jaargang no . 11) : zulke boeken werken verhelderend . Je zietjezelf. Ik was echt fit, toen ik her uitgelezen had ." Er blijken dusjonge mensen to zijn die zichzelf in dit boek hebben herkend, dievan dit boek een kathartische werking hebben ondergaan. BijEmants, die een mess tekende bij wie de rem was weggevalleneen herkenning, bij van het Reve, die de remmingen zelf zo veelmogelijk slecht, een herkenning en een zuivering . De jonge men-sen, die zichzelf in dit boek hebben herkend, zullen vooral detoon verwant hebben gevonden aan die van hun eigen wezen .Het aan copieerlust verwante realisme heeft hen geconfronteerdmet hun eigen uitzichtloos bestaan en zij zulleil in het aangrijpen-de slot een bevestiging hebben gevonden van hun Lebensbejahungop de smalst overgebleven basis : ,Wat kan er nog gebeuren? Erkunnen rampen komen, pijnen, verschrikkingen . Maar ik leef .Ik kan opgesloten zijn, of door gruwelijke ziekten worden be-zocht. Maar steeds adem ik, en beweeg ik . En ik leef ."

Hier ligt ook her punt waar deze roman principieel afwijkt,de contramal vormt, van Emants werk. Emants pessimisme, wijs-gerig gevoed door Schopenhauer en von Hartmann, liiterair insterke mate door Strindberg, vindt zijn oorsprong in oververzadi-ging van de negentiende eeuwse welgestelde burger . Bij Emantsmensenhaat, vrouwenhaat, de kwelling van de onvrede om dewellust, die het leven ondraaglijk maakt en het in stand houdt(Van Vrieslands Inleiding tot de derde druk van Een nagelaten

94

Page 98: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Bekentenis), die onverbiddelijk leiden tot de verveling, die bijGontsjarovs Oblomov tot trage verveelde berusting leidt; bijEmants tot verbittering, geboren uit her besef, dat her tekort toalien tijde zegeviert. ,Als er niets meet to strijden valt - danworden wij overvallen door de morele ijsperiode - dat is degrenzelooze verveling", heeft Emants tegen d'Oliviera gezegd. Hijwenste, dat op zijn zerk zou worden gebeiteld : ,Beklaag nooit deverloste uit de krankzinnigheid, die het leven heet ." Wat hemkrankzinnigheid was, is voor van her Reve bevrijding. De negen-tiende eeuwer wordt - Boerwinkel vestigt daar op grond vanSchelers Das Ressentiment im Aufbau der Moralen de aandachtop - door de ,seelische Selbstvergiftung" van het ressentimenttoe gedrongen her negatieve uit to beelden. De twintigste eeuwervoelt zich bedreigt door die „seelische Selbstvergiftung", hem restniets dan een onverbiddelijke ontluistering ten einde nog de posi-tieve vreugde van het levensbesef to kunnen redden uit de ver-wording en de troosteloze vaalheid van de samenleving .

Daarom beschrijft van het Reve de tien laatste dagen van hetjaar (1946), zoals de hoofdpersoon uit zijn boek, Frits vanEgters, die beleeft. Tien holle dagen, tien lege avonden, allesontluisterend wat deze dagen aan luister zouden kunnen hebben .Een boek van ontstellende morbiditeit, dat de lezer grijpt als eenobsessie . Van her Reve stapelt zijn sadismen - vaak in de vormvan anecdoten - opeen en dan bereikt hij niet anders dan dekwasi-onnozele bravour van de groen . Dan ook krijgt zijn schrijf-wijze het machteloze, krampachtige, waardoor de toon overslaat,klank verliest en alleen de weinig verheffende worsteling laatvan een die gestraft is met een ,geheugen vol kwellingen", vaneen ,zieke ziel", van een die beducht is voor ,het gevaar vaneen stilstaand gesprek" .

Deze Frits van Egters, die zijn ouders als een dagelijkse kwel-ling aanvaardt (wij kennen deze haat der generaties al vlijmenderuit Vestdijks Else Bohler), die sarrend experimenteert, zichzelfkwelt, tot niets anders komt dan een van elke zweem van schoon-heid of behagen in eigen wezen ontdaan Narcisme, wiens angst

95

Page 99: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

voor de dood, voor de ondergang, zich uit in zijn tergend, to pasen to onpas praten, altijd maar praten over kaal worden, dezeFrits van Egters vertegenwoordigt de afrekening, her dagboekvan de auteur .

En de psychologen weten, dat „de jongere zich enerzijds in zijndagboek zoekt to ontlasten van de dingen die hem drukken ofaffectief sterk bezig houden, dat hij in het dagboek een beroepdoet op zichzelf en zichzelf door zelfopvoeding en zelfontwikke-ling tracht to versterken, to ontlasten door het uitspreken van alles,wat zijn gemoedsleven in deze periode sterk vervult en tegelijkook zichzelf aan to sporen, daar de jongere de zelfopvoeding alseen task opvat ." (Charlotte Biihler . Prychologie der Puberteits-jaren) . Loden Vogels Dagboek uit een kamp en Anne FranksHet Achterhuis leveren indrukwekkende voorbeelden van tweejonge mensen, die ieder op hun wijze, de katharsis bereikten inhet noodlot dat over hen is gekomen. Is het omdat Simon vanhet Reve niet waarlijk door de poel der ellende is gegaan, dat zijnverweer, zijn afrekening een zo morbide inslag heeft gekregen?

Zijn voortreffelijke, ontroerende vertelling De ondergang vande familie Boslowits (1950), waarmee hij in December 1946 inCriterium debuteerde, getuigt van een grote beheersing .

Wanneer deze bijkans pathologische reactie van een jongmens een op zichzelf staand, een louter subjectief geval was, danzou men zich met de onmiskenbaar literaire kwaliteiten, welkein zijn boek herhaaldelijk doorbreken, kunnen troosten, zoals menzich aan het eind van de vorige eeuw en her begin van deze eeuwverbijsterd troostte met de visionnaire Schoonheid van her schrift-uur van die bezeten zeventienjarige Zuid-Amerikaan IsidoreLucien Ducasse, wiens naam is blijven leven als Comte deLautreamont, wiens Les Chants de Maldoror Kloos deden schrij-ven: „Zoudt gij niet opzien, (-) blijde in 't bewustzijn, in 't hui-verend bewustzijn, dat ge ten minste eens in uw leven, in uw armemenschenleven, lets schoons, iets verschrikkelijks, iets absoluutshad gehad?" In die zin noemt Vestdijk van her Reve's werk, waar-toe ook Werther Nieland (De Vrije Bladen, 1949, no. 3) behoort,

96

Page 100: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

,,volmaakt", omdat van her Reve in zijn eigen wereld staat, en dezewereld weergeeft op een wijze, die, naar ,immanente" maatstavenbeoordeeld (-), niet to verbeteren is .

De atmosfeer van walging en kwelling, zelfkwelling evenzeer,vindt men ook in publicaties van Luuk van der Land, van J. B .Charles en naar Fokke Sierksma heeft getuigd is de jonge gene-ratie hinkend onderweg . „Er zijn mensen, die zich op weg begevenhebben naar een toekomst, die voor zover her van hen afhangt,althans minder barsten vertoont dan deze rotwereld," schrijftSierksma.

Hoe zeer van her Reve naar een toekomst strompelt blijkt uithaast elke bladzijde van dit boek, dat een allerpijnlijkste worste-ling is om de remmen to verbreken. Bij Emants ontmoeten wijde marteling van de sensualiteit, bij van her Reve wordt de sen-sualiteit - de erotiek - verdrongen. Zij is in zijn boek voort-durend aanwezig omdat zij voortdurend wordt verzwegen . Devrouwen in deze roman, met haar zwak verweer tegen de weer-zinwekkende grollen van de jonge mannen die haar omringen,zijn niet anders dan namen gebleven . De schrijver is gebondenaan de moederfiguur. Als hij de moederfiguur in zijn roman be-handelt is er een schroom, welke tot uiting komt in een ondertoonvan deernis .

Van her Reve dwingt zijn lezers getuige to zijn van een af-schuwelijk gevecht van een jong, geestelijk verminkt wens . Eengevecht, dat eindigt in een vreselijk, maar aangrijpend en be-vrijdend gebed voor de door de biddende onmeedogend verneder-de ouders .

Zowel van her Reve als Hermans trachten zich to bevrijden vande nachtmerrie der oorlogsjaren . Zij waken ons tot getuigen vanhun verbeten gevecht. De bevrijding is nog in genendele be-vochten . Frank Wilders (pseudoniem van Fokke Sierksma) heeftin zijn Grensconflict raak geformuleerd hoe her met de na-oorlogseliteratuur van onze jonge schrijvers is gesteld : ,Herinneringenworden geproefd als lekkernijen. Wij mumificeren een lijk metde balsem van de anecdote ." En toch kon hij later de hierboven

97

Page 101: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

geciteerde woorden over de jonge generatie, die hinkend onder-weg is, als een dreigement laten horen. Of nu, gelijk AnthonieDonker in het Critisch Bulletin van Mei 1950 heeft opgemerkt,deze beide auteurs her (vrijwel) enige nieuwe dat de jaren nade oorlog in onze letteren hebben gebracht met hun werk ver-tegenwoordigen, mag worden betwijfeld . Wel erkent Donker, datin de eerlijk beleden uitzichtloosheid die er soms in tot uitingkomt, in wezen een zij bet geestelijk zwak verweer tegen de ver-lokkingen en de ondermijningen van de ontkenning van denlevenszin is ingezet en geenszins de hoop of de negatieve ,vol-doening" is uitgesproken dat „het toch allemaal niets is" ", maarvooral ten aanzien van van het Reve mag men zeggen, dat, hoeafwijkend in mentaliteit ook, de „lijders aan het leven", zoalswij die in Marcellus Emants, A . Aletrino, Aug . P. van Groenin-gen, J. van Oudshoorn en Frans Coenen omtrent de eeuwwisselingkennen, zijn weergekeerd .

Het negentiende eeuwse pessimisme werd tot twintigste eeuwsedesolatrie. Een desolatrie, welke het creatief vermogen schaadt,want de onlust dient tot inspiratiebron, niet bet verzet tegen eenwalging- en weerzinwekkende wereld .

Een van deze in wanhoop bevangen atmosmeer afwijkende hou-ding blijkt uit de roman De Nederlaag (1950), waarmee de dich-ter Alfred Kossmann als romancier heeft gedebuteerd . Deze romanvan een jonge intellectueel, die in de bezettingstijd wordt wegge-voerd tijdens een Duitse razzia en in Straatsburg en Heidelburgwordt tewerkgesteld, tekent ons diens nederlaag. De geest van dezejonge man, die meende zich to kunnen distancieren van zijn nivel-lerende omgeving wordt gedoofd. Hij lost op en vloeit uit in eenzware sneeuwval over het spoorwegemplacement waar hij wisselsvrij van sneeuw moet houden. „Hij voelde zich niet opstandig ofvernederd meet, hij voelde zich heel vrij, op een oneigenlijke ma-nier, door zichzelf kwijt to taken. Glimlachend stond hij zo, onge-voelig voor vermoeienis en kou en veegde de wissels schoon alsofhij er niets mee uitstaande had . Maar in bet begin van die nachtwerd de droom nog door allerlei gedachten gekweld of gestoord .

98

Page 102: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

lets in Johannes verzette zich tegen dit oplossen en spotte met al desensaties van vrijheid die erdoor ontstonden. Zwakte, lafheidnoemden die gedachten de vredigheid, waarin Johannes verkeerdeen het gerommel van de artillerie in het Westen schenen die ge-dachten op hogere prijs to stellen, dan al de tederheid van heteigen gevoel. De sneeuw echter in Johannes zelf, zoals hij zijnvredigheid noemde, oversuizelde ook die gedachten en deze wer-den mopperend en kankerend begraven, tussen het dwarrelendoor nog met een zekere hoon veronderstellend dat dit nu wel denederlaag was van Johannes' intellect. Wat deed her er toe? Hetwas goed zo, dit ongevoelig waden door de kou, dit opgewektgedachtenloos-zijn waarin alles zijn pathetische gebaren verloor ."Deze roman eindigt in een afmatting, die tot verdoving leidt, eenverdoving, die met een vaag restant van weerstand als berustingwordt aanvaard. Kossmann heeft zijn kennelijk persoonlijke er-varingen in dit boek op vaak bewonderenswaardige wijze wetento objectiveren, to sublimeren . Hij beschikt over een etsscherp uit-beeldingsvermogen en een rake humor . Men zou zijn helderenoteren van waarnemingen, meet dan het uitbeelden, laat staananalyseren van karakters, voor journalistieke notities kunnenhouden, maar dan onderschat men de creatieve potentie, waaroverdeze litteraire graficus beschikt. Een meesterwerk heeft Kossmannnog niet aan onze letteren toegevoegd, maar hij heeft getoonddat een jong schrijver de stof voor zijn roman innerlijk heeftkunnen verwerken alvorens die stof gestalte to geven . Zijn boekis een resultaat en niet her nagelaten spoor van een verwoed ge-vecht .

Een jong debuterend auteur, die zich zeer nadrukkelijk bezig-houdt met een streven naar vormvernieuwing is Gerrit Kouwenaar.Aanvankelijk heeft hij zich aangesloten bij de groep van Experi-mentelen, beeldende en litteraire kunstenaars, die met een merk-waardige negatie van hetgeen de ismen van na de eerste wereld-oorlog - ook van de in die dagen in ons land werkzame Stijl-groep en van Paul van Ostayen in Vlaanderen - deze experimen-ten herkauwen. Men vindt deze verjaarde jongeren in het tijd-

99

Page 103: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

schrift Braak (Lucebert, Remco Campert, Bert Schierbeek, e .a .)evenals in her to Parijs gratis voor belangstellenden verschijnendeeenmanstijdschrift van de jonge dichter en ,pamflettist" SimonVinkenoog en incidenteel in her tijdschrift Podium . De jonggestorven dichter H . Lodeijzen (Het innerlijk belang, De VrijeBladen, no . 5, 1949) opende waarlijk nieuwe perspectieven metzijn experimentele nochtans vormvaste werkwijze . Voor het overigeervaart men uit her werk van deze litteratoren weinig meet dan datzij iets ontdekken wat al sinds lang was ontdekt en verwerkt .

Gerrit Kouwenaar tracht de vormproblemen op to lossen metde grote voorbeelden, die hij heeft gevonden in de moderne Rus-sische literatuur, zo goed als in de Angelsaksische letteren . Inzijn verhaaltrant zou men invloeden kunnen vinden van demeesters der vertelkunst, die de Russen zijn ; terwiji daarnaasther gebruik van her woord invloeden verraadt van Joyce en vande groep auteurs, die onder leiding van Eugen Jolas in Transi-tion publiceerden. Kouwenaar blijkt een schrijver to zijn, diezich rekenschap wil geven van de situatie, waarin de hedendaagsemens en de hedendaagse schrijver verkeren . Hij wordt zoweldoor hetgeen hij to zeggen heeft als door de wijze waarop hijdat zeggen moet in beslag genomen .

Dar de vormproblemen voor hem nog primair zijn, ten kostevan de (kwaliteit van de) inhoud blijkt reeds provocerend duide-lijk uit de titel van zijn roman : 19 - NU. (1950). Deze titelvestigt de indruk of zij nog maar voorlopig is opgeschreven inafwachting van de inval, of ter stimulering van de inspiratie,welke de juiste titel zou opleveren .

Al kan deze titel afschrikken door een schijnbare gemaniereerd-heid, de roman toont aan dat deze auteur geenszins genoegenneemt met her gemak van een eenmaal gevonden maniertje . Denaam, die Kouwenaar aan zijn boek heeft meegegeven, blijktveeleer een brandmerk, een schrijnend bewijs van de wonden, diehet zoeken naar de plaats in de eigen tijd hebben geslagen . Heeftde schrijver George Orwells titel 1984 voor de geest gezweefden meende hij de toekomst voor her ogenblik to kunnen projec-

100

Page 104: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

teren in het heden? In elk geval heeft hij een boek geschreven,dat kantelt op het verleden en het heden op zoek naar her nu .

Het is het verhaal geworden van twee Duitse emigranten . EenJood, die aan de nazi's wist to ontkomen en een Duits nationaal-socialist, die na de oorlog de wijk heeft kunnen nemen naarZuid-Amerika . Beide levens zijn door een stuk gemeenschappelijkverleden verweven . Zij trachten met het verleden of to rekenenen al zal men het niet eens zijn met de auteur, dat de Joodseemigrant zijn geestelijke crisis waarlijk to boven is gekomen, totaan deze zwak gebleven oplossing heeft Kouwenaar een boekgeschreven, dat om zijn heldere verhaaltrant en om de compositievan het verhaal verrassende kwaliteiten bezit .

In Kouwenaars roman, waarin de beinfluencering zo overduide-lijk is, liggen zoveel bewijzen van oorspronkelijkheid, van eeneigen toon, dat het in hem to prijzen is, dat hij voortreffelijkevoorbeelden, onbevreesd voor de manie van een schijn-originaliteit,als voorbeeld neemt, zonder een klakkeloos navolger to zijn . Hijzal zich moeten wapenen tegen een to grote vaardigheid, diehem in de verleiding kan brengen de diepgang op to offeren aaneen boeiend spel met kunstmatige golven. Zijn eerste roman iseen ernstiger werkstuk dan het radde spel met de vorm zou doenvermoeden .

Al besluit dit overzicht met het signaleren van een debuut,waarin de problemen betreffende de vorm van grote betekeniszijn, toch getuigt deze roman naar zijn inhoud to zeer van hetfeit, dat de auteur allereerst bevangen is door problemen van deeigen tijd, dat dit werk aanleiding zou kunnen geven tot eentegenspraak ten aanzien van hetgeen reeds van de aanvang ofwerd gezegd . Namelijk, dat in de romankunst van na de tweedewereldoorlog de mentaliteit van waaruit de schrijvers werkenprevaleert . Een kunstwerk, in casu een roman, ontleent zijn betekenis niet uitsluitend aan de aesthetische vorm. Toch houdteen dergelijke uitspraak geenszins een pleidooi in voor tendens-kunst in haar beperkte betekenis, evenmin een veroordeling van

101

Page 105: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

bet historische fart pour fart . Het fart pour fart was in zijn tijdevenzeer litterature engagee als de kunst dat, al naar de tijd waar-in zij ontstond, in wezen altijd is geweest .

Het probleem van de verhouding tussen kunstenaar en maat-schappij houdt in onze tijd de gemoederen - vooral van dekunstenaars - sterk bezig . Uit de vele, ogenschijnlijk nog weinigvruchtdragende discussies over deze materie, blijkt een ding over-duidelijk: wij alien, hoe wij ook over kunst en/of maatschappijmogen denken, zijn er ten zeerste bij betrokken . Niet in ons isole-ment, voor zover wij dat als kunstenaars in wezen altijd koesteren,maar als lid van de gemeenschap . En in die geenszins gelsoleerdesituatie, als kunstenaar.

Uitgaande nu van de tendens kan men zich rekenschap gevenvan de plaats en de houding van de kunstenaar in zijn tijd ; vanbet kunstwerk in die tijd en in alle tijden . Daarbij zij voorop-gesteld, dat het kunstwerk als zodanig autonoom (niet hermetisch)is. Een gedachte, die men meer en meet in de moderne literatuur-beschouwing ontmoet. Deze stelling immers zal nodig zijn, wan-neer wij tot de conclusie willen komen, dat de kunstenaar slechtsdoor gebondenheid aan eigen tijd die tijd kan ontstijgen in dezelfstandigheid van zijn schepping .

Wij kunnen bet met Annie Romein-Verschoor eens zijn alszij in haar studie De Vruchtbare Muze (1949) zegt, dat de strijdover de tendensliteratuur en niet de tendensliteratuur het tijds-probleem vormt, waar wij nu al meet dan een eeuw mee worstelen .

In de negentiende eeuw wordt voor bet eerst de tendens na-drukkelijk afgewezen. De leuze fart pour fart weerklinkt (Cou-sin; Theophile Gautier; Baudelaire) . Mevrouw Romein rekentmet die „leuze, die nooit een program werd" of en zij heeft voorGautier geen andere kwalificaties over dan ,roerige boulevardier ' ;,,al to vaardige journalist", iemand wiens werk men nu geamu-seerd leest door de speelse felheid van toon, wiens vernieuwendeleuzen even ,demod6s" aandoen als zijn gemakkelijk vloeiendeverzen van louter schoonheid .

Hoe men thans ook over Theophile Gautiers „tableaux a la

102

Page 106: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

plume", zijn verzen, zijn romans moge denken, in wezen beoogdehij een verdediging van de kunst, de schoonheid tegen de nut-manniakken, de utopisten, economisten, saint-simonisten en ande-ren. Adolphe Boschot zegt omtrent Gautiers opvatting van deformule fart pour fart :

„Il ne lui accorde une valeur absolue, parce que la realitevivante, ame humaine et monde exterieur, echappe a toutes lesformules." ,S'il utilise la formule fart pour 1'art, c'est afin dedefendre, contre des oeuvres adulteres par des elements adventiceset dans lesquelles l'art n'a plus qu'une part diminuee, les grandschefs-d'oeuvre ou la Beaute, intimement unie au caractere et a1'expression, conserve la part qui lui convient, c'est-a-dire la partsouveraine ."

In Annie Romeins studie wordt het ontstaan van het fart pourfart onder meer verklaard uit het feit, dat de Juni-monarchienaar het oude niveau afzakte en dat alleen de wetenschaper in slaagde zich in de nieuwe eeuw sociaal to verbeteren,waardoor zij prompt in groeiende antithese komt to staantegenover de ,onmaatschappelijke" kunst. Doordat voor dejonge dichters van de verburgerlijkte adel geen opdrachtenmeer to verwachten vielen, aangenomen dat hun na-revolutionnairzelfgevoel dat niet verbood, ontstond in het Parijs van Louis-Philippe een literair-artistiek proletariaat, dat zich ,boh6me"noemde. Proletariers, die zich - naar mevrouw Romein opmerkt- geenszins proletariers achtten .

Voor Jan Romein is de ,boh6mien" het verzetstype ; het type,dat zich tegen de geest van de negentiende eeuw verzet . De tegen-pool van de burgerman, de kunstenaar ook, bij wie de natuurlijkeonderscheidingsdrift ontaardt van een zich onderscheiden in toteen zich onderscheiden uit het geheel ; ontaardt, omdat abnor-maal doen normaal doen wordt. (Schets ener cultuurgeschiedenisvan de Negentiende Eeuw, opgenomen in de bundel Tussen Vreesen Vrijheid, 1950) .

Een steekhoudende verklaring, maar toch ook ene die verklaartwaarom mevrouw Romein in De Vruchtbare Muze zwijgt over

103

Page 107: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Baudelaire. Als zij dit wel had gedaan, dan zou zij de lijnCousin-Gautier hebben moeten verbreken, want bij de dichtervan Les Fleurs du Mal was de leuze fart pour fart een ,ver-taling" van Edgar Allan Poe's ,the poem for the poem's sake ."Nu moge her begrijpelijk zijn, dat toen Baudelaire de AmerikaanPoe ontdekte, zichzelf verbaasd afvragende hoe ,zulk een ver-wonderlijk geometrisch parallelisme in de natuur mogelijk was,"juist in het door Romeins geschetste Frankrijk Poe een initiatorkon zijn, maar dan rest de vraag hoe het kwam dat de anti-puri-tanist Poe als eenling tot zijn aesthetisme is gekomen en waaromhet tot in onze dagen moest duren aleer in Amerika, geinfluen-ceerd door Benedetto Croce, een aesthetische literatuurbeschouwingis ontstaan. Her zou to onderzoeken zijn of Cousin-Gautier vanmeet invloed zijn geweest op de ontwikkeling der Franse letterenin de richting van realisme en naturalisme dan Poe „francise parBaudelaire . "

Maar ook al beperkt men zich tot de verklaring van de Romeins,her is duidelijk, dat in de negentiende eeuw de kunstenaar duide-lijker dan ooit out-cast is geworden. Hij werd gedwongen zich-zelf en zijn kunst to beveiligen in her isolement . En daarom procla-meerde hij de absolute, aan zichzelf genoeg hebbende, de zelf-genoegzame Schoonheid . Maar hij deed dat als verweer!

Zou her boud zijn to veronderstellen, dat hier - noodgedwon-gen - voor her eerst waarlijk her bewustzijn ging doorbreken, dathet kunstwerk, hoezeer de kunstenaar ook dienstbaar mocht zijn,autonoom is? Her fart pour fart begrepen als een verweer tegen demaatschappij, welke de kunstenaar uitbant en daarmee de kunstbepaalt tot zichzelf . Deze maatschappij ontneemt de kunst haardienstbaarheid in eigen tijd en daarmee de mogelijkheid tot hogeredienstbaarheid, welke niet uitsluitend aan die eigen tijd is ge-bonden .

In deze gedachtengang is de „ivoren toren" het symbool vanher misverstand omtrent de eenzaamheid waarin kunstwerken toalien tijde ontstaan . De „ivoren toren" was een sterilisator . Hijleidde tot hyper-individualisme. De ,microcosmos" van Theophile

104

Page 108: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Gautier, dat reflecterend kristal, werd tot waardeloos gruis. Menging een zinloos aesthetisme belijden, omdat men niet meet be-greep war Antonio in Goethe's Tasso nog wist :

Inwendig lernt kein Mensch .rein InnerstesErkennen; denn er mistt nach eignem MassSich bald zu klein and leider oft zu gross .Der Mensch erkennt rich nur im Menschen .

Her fart pour fart blijkt een uit de nood der verguizing ge-boren standpunt, een uiterst extreme tendens to zijn . Een liefdes-verklaring aan de kunst, welke zich slechts kan rechtvaardigen inmoord op de geliefde en zelfmoord van de minnaar .

Heeft her fart pour fart dus wel kunstwerken kunnen voort-brengen, die, omdat hun makers bewust her verband met hermaatschappelijk leven hebben losgelaten, buiten de tijd van hunontstaan betekenis kunnen hebben? Nu zou men zich, gelijk me-vrouw Romein doet, kunnen redden, door kleinerend to reppenvan de briljante leeghoofdigheid van „le bon Theo" en to ge-wagen van een, zij her niet geheel verbijsterende, paradox als demoderne Russische literatuurhistorici Flauberts Madame Bovaryrangschikken onder de ,aanklachtliteratuur ' tegen de bourgeois-maatschappij .

Maar ziet men dan niet over her hoofd, dat de ondertitel vanMadame Bovary luidt: „Moeurs de Province", en dat Gautier heeftgeschreven : „Les livres sont les fruits des mceurs'"? Aan welkewoorden bovendien de verzuchting voorafging : „Je ne sais qui adit, je ne sois ou, que la litterature et les arts influaient lesmceurs. Qui que ce soit, c'est indubitablement un grand sot ."

Wijs Her objectivisme van Flaubert af; zijn bewust vermijdenvan elke conclusie, omdat dat vervalsing van de werkelijkheid zouzijn, hecht geen betekenis aan zijn allerpijnlijkst verzorgd stileren,verwerp dat alles als verfoeilijk aesthetisme, maar erken, dat denaam Flaubert uit de Europese literatuur, dank zij nog altijdlevende waarden, niet kan worden geschrapt .

En onze ,tachtigers"? Omdat zij schreeuwend tegen de schareletterlievende dominees, de grote voorgangers (Multatuli, Busken

1 0 5

Page 109: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Huet, Bakhuizen van den Brink, Potgieter en ook Vosmaer) eenogenblik wegjoelend, dronken van de waan Holland hoog op tokunnen stoten in de vaart der volken, de allerindividueelste expres-sie van de allerindividueelste emotie voor pittige kruidkoek inplaats van voor schuimgebak hielden, zal niemand kunnen ont-kennen, dat het oeuvre van Kloos geen verzen zou bevatten, dievoor langer tijd gelden dan de jaren tachtig . Ten aanzien van vanDeyssel kan men zich met mevrouw Romein troosten met driewoorden: Kunst is passie, als, overigens van Busken Huet geleen-de, pasmunt voor Kloos' allerbedenkelijkste expressie van eenallerbedenkelijkste emotie .

De dogmatici, van welke kunstrichting ook, mogen tijdens hunleven zijn gevierd door tijdgenoten, zij zijn - als het genie henniet boven de leerstelligheid uithief - vergeten. Van Duinkerkenrangschikte hen bij de dichters van het tweede plan .

De schepping van een kunstenaar dient allereerst to wordenbeschouwd als kunstwerk op zichzelf, als autonoom. Niet als eenschepping, welke naar Etienne's oordeel slechts een verklaringtoelaat : de juiste . Dr H. P. H. Teesing vestigt er in zijn studieDas Problem der Perioden in der Literaturgeschichte (1949) te-recht de aandacht op, dat Etienne nalaat her onfeilbare middel aanto geven, waarmee men de juiste interpretatie uit de vele inter-pretaties kan kiezen . Wij hebben niet to doen met een schepping,welke maar een interpretatie toelaat, maar met een schepping, dieals kenmerk van aan eigen tijd ontheven grootheid een veelheidvan interpretatie vergt, zowel door tijdgenoten - die haar zullenmiskennen - als door niet-tijdgenoten, die haar herkennen. Depoly-interpretabiliteit, waar Jan Romein van spreekt .

Dat wij niettemin rekening hebben to houden met de tijd,waarin de kunstenaar zijn werk tot stand brengt, spreekt eigenlijkvanzelf . Echter niet zozeer als voorwaarde voor een „juiste" in-terpretatie, als wel om ons bewust to worden van de autonomicvan her kunstwerk. In het oeuvre van een dichter uit voorbijetijden zullen wij bepaalde verzen nog spontaan kunnen genieten,terwijl bij andere verzen de hulp van philologen broodnodig is

106

Page 110: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

om tot begrip to komen . Maar: begrijpen is nog altijd niet syno-niem met ervaren. Een kunstwerk, dat leeft, is to alien tijde vooriedere lezer (hoorder, toeschouwer en beschouwer) opnieuw eenervaring, zo direct als maar mogelijk is . In zijn essay over detaal van Hooft in de Kroniek van Kunst en Kultuur (8ste jaar-gang no. 5) onderscheidt Hellinga twee wegen, die leiden naarhet kunstwerk, dat uit her verleden tot ons komt . Wij kunnende weg gaan van hem, die door de wetenschap tenslotte schou-wend ervaart, of de weg, welke hij volgt, die met eigen ziel enzinnen alleen de levende ervaring in het vets met onze eigenwaarden begeert .

Het gaat om de vormgeving voor zover die uitdrukking isvan een bepaalde periode. Het gaat niet om de biografische bij-zonderheden, welke aanleiding kunnen zijn geweest tot het ont-staan van een gedicht, een roman, een kunstwerk . De biografisch-psychologische interpretatie kan verhelderend werken ten aanzienvan details . Zij zal de wezenlijke betekenis van het kunstwerknimmer vergroten of verkleinen .

Als wij het kunstwerk als een autonome schepping waarderen,wordt het van bijkomstige betekenis wie, en onder welke omstan-digheden, een kunstwerk heeft tot stand gebracht . Zo bezien nade-ren wij het begrip anonimiteit. In onze dagen, waarin de flauwhar-tigste en onnozelste aforismen gesigneerd verschijnen, getuigend vaneen verbijsterender ego-centriciteit dan de vurigste aanhanger vanhet fart pour fart ooit uit eerbied voor zijn Schoonheid zou heb-ben durven bedrijven, in onze dagen moge de gedachte aan anoni-miteit absurd lijken, zo heel vreemd is zij toch niet . Wij zittenimmers nog to dicht opeen (stellig in ons land waar iedereeniedereen tot vervelens toe kent), wij kunnen elkanders verschilletjesnog to duidelijk waarnemen . Wij weten wel, dat wij twintigsteeeuwers zijn, maar wij kunnen niet zien hoe twintigste eeuwerszijn .

Dr J. Aler heeft ter gelegenheid van de herdenking van Goethein 1949 opgemerkt, dat de methode nog moet worden gevonden,die het ons zou veroorloven, uit de totale productie Duitse lyriek

107

Page 111: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

bijvoorbeeld tussen 1760 en 1790 - door elkaar en ongesigneerdbijeengebracht - Goethe's werk ongeveer weer nit to zoeken .Waarom zou dit zich beperken tot de Duitse lyriek nit de tweedehelft van de achttiende eeuw, tot Goethe en zijn tijdgenoten?

De kunstenaar wordt in elke tijd geremd door conventies, alleenreeds daardoor is hij gebonden aan zijn tijd . In onze tijd onder-gaan wij de conventie van her vrij zijn van conventies . Wijondergaan de beperking van her opheffen der beperkingen . Wijwinden er geen doekjes meer om, zodat her onmogelijk wordt erwel doekjes om to winden. Volkomen terecht zegt dr Teesingin zijn eerder aangehaalde studie, dat een dichter zich in onzedagen eenvoudig belachelijk zou maken als hij zich in de over-dreven gevoelsuitingen van de sentimentele dichter van de acht-tiende eeuw zou uitspreken .

War nu de situatie van de kunstenaar in onze tijd betreft kun-nen wij her volkomen met Annie Romein eens zijn, waar zijschrijft, dat niemand zich kan permitteren niet politiek-geinte-resseerd to zijn, dat wil zeggen persoonlijk betrokken bij herwereldgebeuren en vervuld van diepe verontwaardiging, gespannenverwachting of angst . Maar als zij dan verder gaat en zegt, datwar de Sovjet-Russische schrijvers, in tegenstelling met ons in herWesten (mevrouw Romein volgens haar bekentenis incluis), welkunnen - namelijk werken volgens een literair plan, waarinde tendens centraal is -, dan geeft zij blijk van een misvatting .Een misvatting welke des to duidelijker wordt, wanneer zij aan ditverdrietig constateren war afgunstig toevoegt : maar Sydney enVondel konden her - mutatis mutandis - wel .

Er zijn natuurlijk in de Sovjet-Unie schrijvers, die uit hunvoile communistische, Marxistische overtuiging schrijven, al blijftzelfs dan her gevaar geenszins denkbeeldig, dat zij zich to zeerdwingen binnen de taak, welke de officiele propaganda hunstelt . „De Russische streving naar tucht," zegt Johan Daisne inzijn anthologie der Russische literatuur Van Nitsjevo tot Chorosjo(1948), ,is gewis een deugd, wanneer men denkt aan her schrome-lijk misbruik dat in her Westen nogal eens van de vrijheid ge-

108

Page 112: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

maakt wordt" Hij troost zich met de gedachte, dat er bij debeste Sovjet-auteurs in geringe, maar voldoende mate bepaaldemetaphysische, magische strekkingen zijn aan to wijzen, om alsbewijs to kunnen dienen, dat zij niet noodzakelijk vijandig moe-ten staan tegenover het redelijke leven en een rechtvaardige maat-schappij . Een schrale troost, want kan men niet evengoed ver-onderstellen, dat die metaphysische, magische strekkingen, welkezekere Sovjet-critici om ideologische redenen in de Westerseliteratuur bestrijden, bij hun auteurs zo gering zijn, dat zij zulkezwakheden dulden in de hoop en de verwachting, dat zij vanzelfwel zullen afsterven?

In de Sovjet-Unie is de kunst propagandamiddel . Mao TseToung heeft her in 1942 kort en bondig aan zijn landgenotenlaten weten. ,Les arts et les lettres obeissent," zo luidt her in zijndoor Ouang Cheliou in 1949 vertaalde toespraken, „a la politique,et en revanche, exercent une enorme influence sur la politique . ",,Ce qui est vrai dans la politique lest aussi dans Fart ." ,Dansn'importe quelle societe de n'importe queue classe, le criterepolitique accupe toujours la premiere place, et le critere artistiquela seconde." ,Ce que nous demandons c'est Funite entre lapolitique et fart, l'unite entre le contenu politique revolutionnaireet la forme artistique la plus elevee .

In her midden latend in hoeverre de kunst in politicis destuwende kracht is en niet omgekeerd, blijkt wel, dat in deSovjet-Unie - want naar haar program richt zich Mao Tse Toungonomwonden - de kunst haar functie heeft aangewezen gekregen,maar zij is niet als in en door zichzelf functioneel element in desamenleving opgenomen en erkend .

Zij dient om de mens voor to bereiden op de heilstaat. Zodradie heilstaat zou zijn bereikt, heeft de kunst haar reden van be-staan verloren, tenzij men rekening houdt met de beperkte moge-lijkheden van de mens, die zelfs in de heilstaat geen heilmens zalkunnen zijn. Uit de mens kan naar algemeen menselijk vermogende heilstaat niet voorkomen. De heilstaat kan de wens als hoogstbereikbaar ideaal door mensen worden opgelegd, maar er zal iets

109

Page 113: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

nodig blijven orn de heilstaat op peil to houden . Dat zou dande kunst kunnen bewerkstelligen . Een heilstaat met heilmensenzou steriel zijn, niet alleen op her gebied der kunsten .

Ook als men aanneemt, dat kunst ontstaat uit een tekort, be-hoeft dit nog geenszins to betekenen, dat kunst een luxe-artikelzou zijn . Integendeel, kunst is een vervulling van de innerlijkstelevensbehoeften, gebonden aan, maar niet primair voorgeschrevendoor de materiele levensbehoeften . De kunst zal altijd gevoedworden door het leven zelf, als wezenlijk deel van her leven .

Tijdens bet fart pour fart was de kunst buiten het organischeleven gedreven. In het socialistisch-realisme dreigt de kunst me-chanisch in plaats van organisch in bet leven to worden op-genomen .

Opmerkelijk, hoewel geenszins verwonderlijk is her, dat enmevrouw Romein en Johan Daisne, als zij tasten naar de posi-tieve, de creatieve betekenis van de opvattingen omtrent detaak van de kunst in de Sovjet-Unie, terechtkomen bij Jean-PaulSartre.

Daisne - hoewel met Fadjejev Sartre's existentialisme veroor-delend - citeert uit Les Temps Modernes: ,, . . .toute expressionlitteraire exige de 1'ecrivain et attend du lecteur une generositeet une liberte qui soit le bienfait irremplacable de 1'art . Encorefaut-il que, pour rester vivante, cette liberte traverse les soucisdu temps, et que, s'il doit surmonter son epoque, 1'ecrivaincommence par la vivre, et autant que possible, la penser . . . "Annie Romein beroept zich op Sartre, waar hij zegt, dat Voltairein het proces-Calas ; Gide naar aanleiding van her beheer van deCongo, in de bijzondere omstandigheden van hun leven, hunverantwoordelijkheid als schrijver hebben gepeild . Omdat Flauberten Goncourt geen regel hebben geschreven om de Communetegen to gaan, houdt Sartre hen verantwoordelijk voor de terug-slag, die op de Commune volgde . Maar was de afzijdigheid vanFlaubert en Goncourt niet veeleer de consequentie van hetgeen zijbegrepen als verantwoordelijkheid van de schrijver, van hun be-wuste houding tegenover de wereld, de maatschappij? Flaubert

1 10

Page 114: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

diende de schoonheid in volstrekte objectiviteit . Zijn romans,waarin de auteur opzettelijk present partout, visible nulle partblijft, vinden hun bindend element, naar Schmidt Degener op-merkt, in zijn persoonlijkheid. Flaubert wilde voor geen prijs dewerkelijkheid vervalsen en daarom onthield hij zich van enigeconclusie. Dat was zijn overtuiging als kunstenaar en als mens,zijn verantwoordelijkheid als schrijver, die buiten de maatschappijwas gedrongen, niet vrijwillig buiten de maatschappij was ge-treden. De maatschappij had de kunstenaar uitgestoten . Dekunstenaar ,nam de maatschappij waar" op zijn wijze . Ook Flau-bert heeft litterature engagee geschreven . Wie Flauberts laatsteen onvoltooide roman Bouvard et Pecuchet kent zal moeten er-kennen, dat deze objectivist een profetisch subjectieve visie hadop zijn eigen tijd .

Omtrent de tijd waarin het ons gegeven is to leven hebbenwij zo wat benarde inzichten . Wij horen die tijd wel eschatologischnoemen en wij zouden dus leven in het tijdperk van het eindeder dingen . Is er enig ding waarvan men zou kunnen zeggen : Ziedat, het is nieuw? Indien er ooit een tijd is geweest waarin menkon begrijpen dat in veel wijsheid veel verdriet is en dat wiewetenschap vermeerdert, smart vermeerdert, dan is bet nu.

Zo bijster voor de hand liggend lijkt her niet, dat wij hetduizendjarig rijk zouden zijn ingegaan, want bet ziet er niet naaruit, dat Satan in de afgrond is geworpen, ingesloten, verzegeld enwel. Het lijkt eerder dat wij her millennium al achter de rughebben en dat Satan uit zijn gevangenis is ontbonden om de vol-ken to verleiden. Dat wij dus staan voor de Tweede Dood . Er isechter een groot verschil tussen de eschatologische gedachten uitvroeger tijden en die van onze dagen. Tot nu toe waren die ge-dachten vervuld van toekomstverwachtingen . Men verwachtte dekomst van her duizendjarig rijk of men geloofde tenminste toleven in bet Nieuwe Jeruzalem . Chiliasten zal men ons later waar-schijnlijk niet noemen. Voor zover wij ons aan her einde derdingen wanen is dat in een staat van grote verlatenheid . In dievolstrekte eenzaamheid rest ons geen verwachting meet, de toe-

1 1 1

Page 115: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

komst lijkt voor ons gesloten, de toekomstverwachting lijkt onsontnomen.

Als wij - en dan zullen wij ons waarschijnlijk moeten be-perken tot West-Europa - als wij nog voor iets willen strijden,dan is dat voor een behoud . Her behoud van onze cultuur, vanonze menselijke waardigheid, hoe vaag die term ook wezen moge .

Er zijn pessimisten, die beweren, dat noch Europa, noch eenEuropese cultuur meet bestaan . Tegenover hen staan geesten, dienog in her bestaan van een Europese cultuur geloven en die er voorwillen strijden. Deze strijd om behoud van cultuurwaarden magmen ook aanwezig achten buiten de grenzen van ons werelddeel .

De mens lijkt onder de angst verloren to taken en dat is eerdereen Babelse dan een eschatologische situatie . In her Bijbelse Babelwilde men een toren bouwen, ,welks opperste in den hemel zij . 'Daar streefde de mens naar God en God voer neder en verwardehunne spraak en verstrooide ze over de ganse aarde. In her Babelonzer dagen hebben wij de grenzen bereikt van hetgeen voor deRede vatbaar is. De spraakverwarring is er vooralsnog niet min-der om .

De Ratio is hetgeen boven de Rede ligt zozeer gaan doorgron-den, dat wij thans bewust gebruik maken van krachten, die wijkunnen berekenen, zonder ze to kennen . Rene Huyghe schrijft inzijn essay De Eeuw van her Absurde (Kroniek van Kunst enKultuur. 8ste jaargang, nrs . 2 en 3) : ,Zeker, her beeld dat wijons gevormd hadden van de Rede, is ingestort, tegelijk met datvan her Universum, maar ongetwijfeld blijft de Rede intact voort-bestaan in haar zuiverste essentie, ontdaan van bepaalde defini-ties, die wij van haar hadden opgesteld . En de Rede en betUniversum beginnen to erkennen, dat zij een gemeenschappelijke,,mathematische" natuur bezitten . Wij kunnen de wereld niet meeruitdenken, noch voorstellen, maar wij ltunnen haar berekenen .Met andere woorden, wij zijn gekomen tot dat stadium van betabsurde, waarin onze geest kan berekenen, ontdekken en voor-zien, war onze gebrekkige Rede niet meet in voor haar bevatte-lijke termen kan uitdrukken." (zie op pag . 52 A . Defresne's Profes-

1 12

Page 116: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

sor Kacper en op pag. 40 M. van Loggems Het Kleine Heelal) .,,Bestaan met de wereld, zonder er ooit in door to dringen, datschijnt voor de moderne gedachte de enige levensmogelijkheid tozijn. Een philosofie, die helaas to gul is overgeleverd aan de onbe-zonnen commentaren van het grote publiek, heeft de metaphysicauit deze nieuwe conditio humana naar voren gebracht. Zo is hetexistentialisme ontstaan ."

Wij zijn dus tot bet inzicht gekomen, dat het leven absurd is .In de twijfel van Descartes werd de mens zich van zijn bestaanbewust, zij bet in de onverenigbare gespletenheid van geest enstof. Descartes riep God to hulp om de wereld te kunnen be-grijpen, zegt Vloemans . De grote leerling van Cartesius, Spinoza,wiens hoofddoel het was de wijsbegeerte van de Godsdienst toscheiden, mede op grond waarvan hij nog in onze tijd eenatheist wordt genoemd, loochende naar Heine reeds opmerkte,inplaats van God, de mens. De consequentie van Nietzsche's uit-spraak „God is dood" was de Uebermensch en wat bet zeggen wilals deze godloze leus in handen valt van goddeloze mensen heb-ben wij kort geleden ervaren .

Dit wat al to speelse en dus hoogst willekeurige haasje-over-spelen met wijsgerige gedachten kan ons in zoverre een beetjevan dienst zijn, dat wij ons kunnen indenken hoe een van Godontdane - ontdaan zowel in de betekenis van zich ontdoen alsvan ontdaan zijn door - mens volslagen eenzaam is komen tostaan tegenover en in her als absurd erkende leven .

Voor de kunstenaar zal dit betekenen, dat de „ivoren toren"heeft plaats gemaakt voor het ,glazen huis" . In de „ivoren Toren"had de kunstenaar genoeg aan zichzelf en de happy few, diemeenden hem in zijn werk to ontmoeten. In zijn ,glazen huis"ervaart de kunstenaar een volstrekte eenzaamheid temidden vande unhappy many. Een eenzaamheid die gruwelijk wordt omdathij beseft dat de woorden, de gedachten die hij prijsgeeft buitenzijn ,glazen huis" niet de geringste waarborg vinden voor eenbegrip, dat met het zijne correspondeert . De romanschrijver onzerdagen kan in de wereld - in politicis - niet tot een vrije keuze

1 1 3

Page 117: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

komen. Wie kiest - en dat is in deze tijd duidelijker dan ooit- geeft prijs. Voor het compromis, dat toch de smalste basis vanverstandhouding veronderstelt, is geen plaats meet- Het ,schip-peren" van ter Braak is ons zelfs in diepste wezen ontnomen .Daarom is her niet verwonderlijk, dat ooze jongste romancierszulke extreme individualisten zijn . Geen schoonheidsaanbidders,geen objectiverende realisten, maar ,exibitionisten-uit-nood" . Zijworden gedwongen allereerst hun onverhulde persoonlijkheid totonen, als een uiterst verweer om niet als wens, als persoonlijk-heid vermorzeld to worden tussen de botsing der wereldbeschou-welijke machten, die de wereld willen veroveren. Daarom ookkon Vestdijk terecht schrijven : ,Voor de jongere romanciers, inbinnen- en buitenland, gaat her er veeleer om de ethische pro-bleemstelling to vereenigen met een zoo individueel mogelijke be-handeling van den mensch, dat is, men ontkomt er oiet aan, eenpsychologische behandeling, waarbij her er betrekkelijk weinigtoe doet of her explicatieve de overhand heeft of her suggestief-beeldende, bet rationele of her irrationele, her meer of minderbreedvoerig ,beschrijven" van gedachten, gevoelens, opwellingenof de monoloque interieur en aanverwante technieken. De per-soonlijke aanleg van den romancier, autonoom onder de heer-schappij van iederen tijdgeest, zal hier den doorslag geven ."

In overeenstemming hiermee, eerder nog de consequentie vandeze gedachte, ligt uitgedrukt in hetgeen Thomas Mann zich heeftafgevraagd in Die Entstehung des Doktor Faustus . Roman einesRomans (1949), namelijk of ,her er niet naar zou uitzien, alsofop het gebied van de roman nog slechts dat in aanmerking zoukomen, war Been roman meer is ." Mann vindt voor deze over-weging bevestiging in uitspraken van Harry Levin, die in zijnboek James Jpyce heeft gezegd, dat Ulysses een roman is om eeneind aan alle romans to maken, maar vooral in hetgeen T. S . Eliotzich heeft afgevraagd : ,of de roman zijn functie niet heeft over-leefd sinds Flaubert en James, en of Ulysses niet moet wordenbeschouwd als een epos ." Mann haalt o .a . nog een zin van Levinaan, die in ons verband evenzeer van betekenis is : ,Her beste

1 14

Page 118: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

geschrift van onze tijdgenoten is geen scheppingsdaad, maar eenoproep (act of evocation), bijzonderlijk doortrokken van reminis-centies."

De hedendaagse mens - en in her bijzonder de heden-daagse romancier - wordt bepaald tot her ogenblik, indien nietin de eerste plaats tengevolge van de politieke, de ideologischeconstellatie, dan toch mede tengevolge van her feit, dat hij kanberekenen, dat „there are more things in heaven and earth thanare dreamt of in (his) philosophy ." Hier duikt een gedachte op,die van het Babelse overgaat in her eschatologische, en dat zozeer,dat wij geneigd zouden taken onze tijd waarlijk eschatologischto noemen . In de Apocalypse staat : ,Daar zal Been tijd meet zijn ."Karl Jaspers besloot zijn to Bazel voor de Zwitserse radio ge-houden lezingen aldus : ,Wir werden schuldig an unserer Aufgabe,wenn wir aufgehen in Vergangenheit oder Zukunft. Nut dutchgegenwartliche Wirklichkeit ist das Zeitlose zuganglich, nut durchErgreifen der Zeit kommen wir dahin, wo alle Zeit getilgt ist ."(Einfuhrung in die Philosophie. Zwolf Radiovortrage . Karl Jas-pers . 1949) . Deze omschrijving komt duidelijk overeen met Vest-dijks kernachtige ,her eeuwige Nu" (Het eeuwige Telaat. Dialogenover den Tijd) .

Met betrekking tot de kunstenaar, de romancier, betekent dit,dat de kunstenaar zich, bewuster dan ooit, zal beperken tot deeigen tijd, tot war hem elk ogenblik van die tijd wordt geopen-baard. De muze is slechts vruchtbaar, om de gedachte aanmevrouw Romeins studie even op to vatten, in her leven en devrucht, die zij voortbrengt, zal leven buiten de tijd van haarontstaan, al naarmate zij waarlijk is vervuld van hetgeen dietijd vervulde aan krachten, waarin de tijd werd vervuld .

Wij kunnen ons voelen aan her eind der dingen . En dat,zonder de toekomstverwachtingen der chiliasten, maar met hetbeset van de tijdeloosheid van her altijd aanwezige, altijd durendeogenblik. In de collectiviteit gaat her individu to loor ; in degemeenschap ervaren de individuen eigen en anderer waarden .Wie doordrongen wil taken van de creatieve kracht der tijdloze

1 1 5

Page 119: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

eenzaamheid heeft de anderen van node . Hij ervare die anderennoch als hel, noch als hemel, maar als deelgenoten aan bet absurdeleven, dat zij gezamenlijk to bekampen hebben om her to kunnenbehouden . Immers niet de zelfmoord - zij weze superieur gelijkCamus wil (Caligula) of niet - is de verlossing van her absurde,maar de erkenning, dat her leven ondanks alles geleefd moetworden als her zijn ongerijmd schijnende, zinrijke voltooiing wilvinden in de dood.

Wij leven in de gemeenschap, in her heldere bewusztzijn, datde mens als her om bet uiterste gaat in volstrekte eenzaamheidverkeert. Daarom zijn de versregels van Robert Frost van zodwingende betekenis :

I bid you to a one-man revolution -The only revolution that is coming .

De kunstenaar kan in deze aan de Ratio ontheven tijd, ook alspreekt men van de eeuw van her absurde, zijn werk verrichten uithet besef, ,dat Been uit eigen kunnen dichter is," zoals van Eyckhet formuleert.

Misschien kan de kunst (weer) een brug slaan naar her ,cos-mische" (Christopher Fry voor de dramaturgie met The Lady'snot for Burning (1949), meer nog met Venus Observed (1950),dat volgens Hans Redekers doortocht door philosophisch grond-gebied, zoals hij zijn boek Existentialisme (1949) heeft ge-noemd, weer in her geding komt. Als Redeker dan zegt, dathet existentialisme, dat hij als een facet van het denken van onzetijd beschouwt, a-cosmisch is, omdat het Been kunst wil worden,maar dat de kunst weer faalt voor zover zij niet meer is dankunst, kan in die uitspraak een aanwijzing worden gevonden voorde verwachting, dat de kunstenaar, getreden uit zijn maatschap-pelijk isolement (ivoren toren) en in eenzaamheid (glazen huis)scheppend het autonome kunstwerk, waarlijk openbarend zal kun-nen zijn. In die zin zou men van Eycks versregel „Want alleschoonheid is, alleen, uit God" kunnen interpreteren, de interpre-tatie van her laatste woord in die regel latend aan de „absurde"conscientie van wie hem leest .

1 1 6

Page 120: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

REGISTER

De in dit boekje besproken auteurs volgen hieronder in alpha-betische- en hun resp . roman in chronologische volgorde. Hercijfer achter de roman geeft de bladzijde aan waar her werk naderbehandeld wordt .

Bakels, Florin1947 Verbeelding als wapen (31)

Bakker, Ina Boudier1950 Goud uit Stro (38)

Beaufort, Henriette L. T . de1948 Gijsbert Karel van Hogendorp, Grondlegger van her

Koninkrijk (38)1949 Dolly van Arnhem (38)1950 Willem de Zwijger (38)

Blaman, Anna1942 Vrouw en Vriend (57)1943 Ontmoeting met Selma (58)1948 Eenzaam Avontuur (58 en 72)1950 De Kruisvaarder (60)

Blijstra, B .1945 Haaien voor Nabatoe (86)1946 Avontuur in Eenzaamheid (86)1946 Mislukte Isolatie (86)1946 Her gevaarlijk beroep (86)1947 Diagnose (86)

Boer, Jo1938 Catherina en de Magnolia's (61)1947 De Verstroosting van her Troostelooze (62)1948 Melancholie der verzonken jaren (61)1949 Kruis of Munt (61 en 64)1949 Beeld en Spiegelbeeld (61 en 63)

Bordewijk, F.1941 Apollyon (14)1946 De Eiken van Dodona (14 en 16)1948 Noorderlicht (14 en 17)1949 Her Eiberschild (15)

1 17

Page 121: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Brugman, Til1946 Bodem; Marcus van Boven, Godsknaap (70)1949 De houten Christus (70)

Bulthuis, Rico1949 Madame Clazina Rooselinde, Clairvoyante (47)1950 Edmond de Wilde en de werkelijkheid (47)

Corsari, Willy1945 Die van ons (28)1947 De Man die niet terug mocht keren (28)

Debrot, Cola1946 Bid voor Camille Willoca (50)1948 Bevolkt bestaan (50)

Defresne, A.1946 Een Avond in Amsterdam (29)1950 Professor Kasper (51, 52 en 113)

Dekker, Maurits1945 De Laars op de Nek (27)1946 Jozef duikt (28)1947 De Knopenman (waarin opgenomen : Gammastra-

len) (51)1948 Het Merkteken (51)1950 De andere wet (toneelstuk) (51)1950 De wereld heeft geen wachtkamer (51)

Doolaard, A . den1947 Her Verjaagde Water (48)

Eckeren, Gerard van1946 De Paarden van Holst (54)1950 Klopsymphonie, De roman van een ,onmuzikale" (54)

Eyk, Henriette van1949 Avontuur met Titia (68) (Geschreven met Vestdijk)

Fabritius, Johan1945 De Kraton (49)1946 Nacht over Java (49)1947 Halfbloed (49)1947 Hoe ik Indie terugvond (49)1948 Eiland der Demonen (49)1948 Hotel Vesuvius (49)1949 De Grote Geus (49)

1 18

Page 122: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Frank, Anna1947 Her Achterhuis (30 en 96)

Gans, Jacques1946 Liefde en Goudvisschen (78)

Geest, K. van der1949 Gezegend is her Land (47)1950 Morgen schijnt weer de zon (46)

Grevelingen, Han van (pseud. van dr C. W. J. Verhage)1946 Her Onverbreekbaar Zegel (82)1947 Spel zonder inzet (82)1949 Stilte om een paleis (41 en 81)

Haase, Hella S.1948 Oeroeg (42)1950 Her Woud der Verwachting (42)1950 De Verborgen Bron (43)

Hardon, H.1947 Parade der Schamelen (83)

Hartog, Jan de1940 Hollands Glorie (49)1947 Gods Geuzen (49)1950 Stella (49)

Heiman, Albert1941 De Rancho der X Mysteries (50)1949 Afdaling in de Vulkaan (50)

Hermans, W. F.1943 Conserve (89)1948 Moedwil en Misverstand (90)1948 De tranen der Acacia's (90)

Hertog, A. den1942 Machtig Holland (39)1945 Sybrecht Willemsdochter (39)1946 Intermezzo in Batavia (39)

Herzberg, Mr. Abel, J.1946 Amor Fati (30)1950 Tweestroomenland (30)

1 19

Page 123: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Hof rtra, J. W .1941 De vrienden van mijn vrienden (47)1947 Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? (47)

long, David de1947 Een Burgerkoning (43)1949 De Nar Estebanillo (44)

Jong, Dola de1947 En de Akker is de Wereld (70)

Kelk, C. I.1932 Jan Steen (44)1940 Reis door de wolken (44)1945 Judaspenningen en Pauweveren (44)

Klant, J. I.1946 De Geboorte van Jan Klaassen (84)

Kossmann, Alfred1950 De Nederlaag (98)

Kouwenaar, Gerrit1950 19 - Nu (100)

Lennart, Clare1945 Ter herinnering aan Rotterdam (31)1948 Kasteel to huur (45)1949 Twee Negerpopjes (45)1950 De Blauwe Horizon (45)

Loggem, Manuel van1946 Het Kleine Heelal (40 en 113)1947 Mozes, de wording van een yolk (40)

Maria, A .1941 Snippets op de rivier (72)

Mendels, Josefa1947 Rolien en Ralien (68)1949 Je wist toch (68)1950 Als wind en rook (68)

Merlet, H. van1947 Het Zaad tussen de doornen (41)

1 20

Page 124: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Neve, Edouard de1946 Glorieuzen (30)

Nijhoff, A . H .1931 Twee Meisjes en ik (65)1942 Medereizigers (65)1945 Geboorte (65)1946 De Dagen spreken (65)1950 De Vier Doden (64 en 65)

Olafson, Per (Pseudoniem van C. de Dood)1947 Mozes (40)

Opzomer, D .1948 De angst bedankt (75)

Ouwendijk, Dick1949 Opstand en Geweten (76)

Reuling, Josine1948 Verwachting (29)

Reve, Simon van het (Ook onder Gerard Kornelis van hetReve) (93)

1947 De Avonden, Een winterverhaal (72 en 93)1949 Werther Nieland (96)1950 De ondergang van de familie Boslowitz (96)

Revis, M.1947 Thuishaven (48)1948 Paviljoen van glas (48)1948 Valse Meesters (48)

Romein-Verschoor, Annie1948 Vaderland in de Verte (36)

Rost, Nico1946 Goethe in Dachau (31)

Rijdes, B .1947 Twee tegen een (75)

Schaik-Willing, Jeanne van1947 De Overnachting (Geschreven met Vestdijk) (11)1948 Het Portret (Toneelstuk) (13)1949 De Witte Veren (13)

12 1

Page 125: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Schendel, Arthur van1941 De Menschenhater (7)1942 Een spel der Natuur (8)1944 Het Oude Huis (10)1947 Menschen en Honden (8)1948 Voorbijgaande Schaduwen (9)1950 De Zindelijke Wereld (9)

Stuiveling, Dr G .1948 Onvoltooid verslag (32)

Terborgh, F. C .1950 Her gezicht van Penafiel (79)

Timmer, Charles, B .1946 De Overkant (73)1947 Verticale Vlucht (73)

Veen, Adriaan van der1946 Wij hebben vleugels (87)1947 Jacht naar de diepte (86)1949 Zuster ter Zee (88)

Vestdijk, Simon1940 Rhumeiland (19)1941 Aktaion onder de sterren (19 en 39)1946 Iersche Nachten (21)1946 Het Eeuwige Telaat (22)1947 Puriteinen en Piraten (19)1947 De Vuuraanbidders (19, 21 en 40)1947 De toekomst der religie (21)1947 De Overnachting (Geschreven met Jeanne van Schaik-

Willing) (11)1948 De Redding van Fre Bolderbey (20)1948 Sint Sebastiaan (20)1948 Surrogaten voor Murk Tuinstra (20)1948 Thanatos aan banden (24)1948 Pastorale 1943 (20 en 30)1949 Bevrijdingsfeest (30)1949 Gestelsche Liederen (23)1949 Avontuur met Titia (Geschreven met Henriette van

Eyk) (68)1950 De Kellner en de Levenden (22)1950 De Koperen Tuin (25)

1 22

Page 126: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Voeten, Bert1946 Doortocht (31)

Vogel, Lode1946 Dagboekbladen uit een kamp (30 en 96)

Vuyk, Beb1941 Het laatste huis van de wereld (49)1947 Het hour van Bara (49)

Vries, Theun de1944 W.A.Man (31)'1945 De Vrijheid gaat in 't rood gekleed (34)1946 Sla de wolven, herder (34)1947 De Dood (Gedicht) (30)1949 Een Spook waart door Europa (34)1949 Nieuwe Rivieren (34)1950 Hoogverraad (36)

Werfhorst, Aar van de1941 Madame Jatzkowa (46)1945 De Winterkraaien (46)1949 De Eenzame (46)

Wilders, Frank (Pseud. van Fokke Sierksma)1948 Grensconflict (32 en 97)

Witstein, Sonja F.1946 Bekentenis aan Julien Delande (77)

Woude, Johan van der1945 Arnhem, Betwiste stad (31)1948 Coen, Koopman van Heeren Zeventien (39)

* Onder pseudoniem M . Swaertreger: Als novelle opgenomen in,,De Laars" (30)

12 3

Page 127: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,

Het pas verschenen werk van Hat Scheepens"ROOD ALS SCHARLAKEN" vond in de perseen zeldzaam warm onthaal .N.R.C. schreef : Van meer belang immers is,dat hij zijn f iguren naar de mens heel t getekenden daarbij blijk heeft gegeven het nodige psycho-logische inzicht to bezitten . En zijn verhaal isboeiend en knap van constructie .

TROUW schreef : Deze grootse roman, geschre-ven in een zeer persoonlijke, beschouwelijke entegelijk epische stiji, doet denken aan de Oud-noorse saga's met haar ijzerharde, onkwetsbarekarakters . . . . De verschijning van dit aangrij-pende boek is een datum in onze literatuur-geschiedenis .

DE VOLKSKRANT schreef : Scheepens is eenras-auteur . Zijn taal is in rots gehouwen, stagtot vaak op het verbetene of Maar welk eenbewogenheid onder deze rots!

I.D .I.L. beoordeelde het als volgt : In de roman"Rood als Scharlaken" tekent Har Scheeepens opboeiende en openhartige wijze het leven van eenBrabantse familie . . . . Een f el realistisch en warmmenselijk boek voor levenservarenen .

Geb. f 6.90

IN DE BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR

Page 128: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,
Page 129: B. STR O MAN · noemd het diepe buigingen maken voor het tientallig stelsel, misschien ook omdat nog een restant is wakker gebleven van de naieve verwachting uit de oorlogsjaren,