Rapportboekje Leerling ...members.home.nl/stoffele/rapportboekje.pdf · 8. weet het tientallig...
Transcript of Rapportboekje Leerling ...members.home.nl/stoffele/rapportboekje.pdf · 8. weet het tientallig...
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele
Rapportboekje
Leerling: ……………………………
Groep/ unit: ……………………
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 2
Unit 1 /
Groep 1-2- (3)
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 3
Rapportageblad Bewerkingen Unit 1.
ONDERDEEL DATUM
rekenvoorwaarden
het kennen en schrijven van de getallen 1 t/m 10
het kennen en schrijven van de getallen 10 t/m 20
het invullen van getallen op een getallenlijn Ordenen van en oriëntatie in getallen. De leerling : 1. kan de volgorde van een getallenrij
bepalen van 0 –20 2. kan getallen ( heen en terug) tellen van
0 – 20 3. kan getallen ( vanuit een wisselend
vertrekpunt) tellen van 0 –20 4. kan een plaats van een getal in de
getallenrij van 0 – 20 aangeven
De leerling kent: - het begrip “evenveel” - de begrippen < en >
1. kan hoeveelheden gelijk maken d.m.v. aanvullen of wegstrepen van 0- 20
2. kan de splitsingen uitvoeren van 0 –20 3. kan de relatie tussen som en de
afbeelding herkennen van 0 –20 4. heeft de splitsingen van de getallen
van 1 t/m 10 geautomatiseerd.
automatiseren van optellen en aftrekken 0 t/m 10
automatiseren van optellen en aftrekken 0 t/m 20
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 4
Rapportageblad. Onderdeel Meten. Unit 1.
Onderdeel Datum: Datum
Tijdsbesef Zie observatie blad
- het kennen van de namen van de dagen
- het kennen van de namen van de maanden
- het kennen van de seizoensnamen
- het weten van de eigen verjaardagsdatum
- het goed toe kunnen passen van tijdsgerelateerde begrippen, zoals morgen, overmorgen, avond, eergisteren, e.d.
Klokkijken: - hele uren op de klok
kunnen benoemen en tekenen
- halve uren op de klok kunnen benoemen en tekenen
- kwartieren voor en over op de klok kunnen benoemen
Lengte: - het kunnen meten met een
ongestandaardiseerde maat
- het kunnen meten met een liniaal begrippen: meter, centimeter
Gewicht: - het kunnen toepassen van
de begrippen : zwaarder, lichter, evenveel, meer, minder e.d
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 5
Geld: - het herkennen en kunnen
benoemen van de euromunten
- het kunnen betalen met kleine bedragen ( tot 20)
- het herkennen en kunnen benoemen van de eurobiljetten.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 6
Rapportageblad reken/wiskunde activiteiten Unit 1. / observatielijst
Onderdeel:
Datum
Datum
datum
1. begrippen hoog – laag
2. begrippen meer – minder
3. begrippen weinig – minste
4. begrip middelste
5. begrippen voorste – vooraan –achteraan
6. begrippen eerste – laatste
7. begrippen tweede – vijfde( rangorde)
8. begrippen één na laatste – één na voorste
9. begrippen links – rechts
10. begrippen onder(aan) – boven (aan)
11. begrippen achter – ervoor
12. begrip evenlang – evenhoog
13 .begrip evenveel
14. begrip tegenover
15. begrip helft
16. begrip volgende - daarna
17. begrip tussen
18. begrip naast – opzij
19. seriëren van hoog – laag ( kort – lang)
20. seriëren van klein – groot
21. seriëren van dik – dun
22. synchroon tellen 0 t/m 5
23. synchroon tellen 0 t/m 10
24. hoeveelheden afpassen 1 t/m 5
25. hoeveelheden afpassen 1 t/m 10
26. sorteren op 1 eigenschap ( kleur/ vorm e.d.)
27. sorteren op 2 eigenschappen
28. sorteren op meerdere eigenschappen
29. eenvoudig patroon voortzetten
30. complexe patroon voortzetten
31. eenvoudige bouwtek. namaken
32. complexe bouwtek. namaken
33. eenvoudige vouwopdrachten
34. complexe vouwopdrachten
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 7
Rapportageblad rekentaal begrippen / observatielijst unit 1.
Naam leerling onderdeel
datum
datum
datum
1. groot
2. klein
3. dik
4. dun
5. lang
6. kort
7. veel
8. weinig
9. boven
10. onder
11. hoog
12. laag
12.1 afgeleide in vergelijking groter - grootst
13. eerste
14. laatste
15. middelste
16. vooraan
17. achteraan
18. bovenaan
19. onderaan
18.1. bovenaan rechts
18.2. bovenaan links
19.1. onderaan links
19.2. onderaan rechts
20. een na achterste
21. één na voorste
22. één na laatste
23. tussen in
24. daarvoor
25. daarachter
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 8
Rapportageblad: tijdsbegrippen / observatielijst Unit 1.
Naam leerling onderdeel
Datum
Datum
datum
1. morgen
2. middag
3. avond
4. gisteren
5. overmorgen
6. dag / nacht
7. voor / na de pauze
8. te vroeg
9. te laat
10. op tijd
11. tijd over
12. jong / jonger/ jongste
13. oud/ ouder / oudste
14. dagen van de week opzeggen
15. dagen van de week correct gebruiken
16. seizoenen kunnen opzeggen
17. seizoenen correct gebruiken
18. uren benoemen en tekenen
19. halve uren benoemen en tekenen
20. kwartieren voor en na benoemen
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 9
Unit 2 /
Groep 3-4-5
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 10
Rapportageblad Getalbegrip unit 2.( groep 3-4-5)
Beginperiode unit 2: De leerling:
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. kent positie van 10-tal en eenheden 2. plaatst getallen tot 100 op de getallenlijn 3. maakt sprongen onder 10 op getallenlijn tot 100 4. maakt getallen met 10-tallen en eenheden 5. kent de getalstructuur tot 100 6. kent de structuur van 10-tallen en eenheden 7. kan splitsen m.b.v. het tienhuis 8. gebruikt getalstructuur tot 100 9. ziet structuur in de rijtjessommen tot 100 ( familiesommen)
10. telt met sprongen voor - en achteruit 1. herkent 10-tal structuur en maakt gebruik van de 10- tal structuur
Middenperiode unit 2. 1. beheerst positiewaarde D/H/T/E 2. kent eenheden, 10- tallen, 100- tallen en 1000-tal 3. plaatst getallen tot 1000 op de getallenlijn 4. schrijft de getallen juist op de getallenlijn 5. heeft inzicht in de positiewaarden en structuur van het getallenstelsel
6. kan handig splitsen in tientallen en eenheden ( distributiviteit)
7. kan de getallen dubbelen en halveren Eindperiode unit 2. 1. kan door schatten of meten een getal zetten op de getallenlijn tot 10.000 e.v.
2. kan sprongen van maken op de getallenlijn tot 10.000 e.v.
3. kent de positiewaarden M/HD/TD/D/H/T/E 4. kan getallen onder de juiste positiewaarde plaatsen 5. kan aangeven in een willekeurig getal welke positie het cijfer aangeeft, bijv. de 6 in het getal 84.653 staat op de plaats van de H.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 11
Rapportageblad Bewerkingen + en – unit 2. Beginperiode unit 2 De leerling:
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. kent principe van het vijf – tienhuis ( structuur)
2. kan splitsen m.b.v. vijf - en tienhuis (structuur)
3. kan een gebeurtenis omzetten in formele rekentaal en uitrekenen
4. kan vermeerderen en verminderen tot 100
5. heeft de optel - en aftreksommen vanaf 10 t/m 20 geautomatiseerd.
6. heeft de splitsingen van 10 t/m 20 geautomatiseerd. (ook overspringers).
7. ziet de commutativiteit 5 + 8 = 8 + 5
8. maakt de som korter
9. vult tekens < > = in onder 10/ onder de 100
10. kan een tabel hanteren
11. berekent vleksommen
Middenperiode unit 2.
1. kan schatten met vleksommen ( 230 + 880)
maakt gebruik van handige rekenstrategieën ( ronde getallen)
kan goed splitsen in eenheden, tientallen, honderdtallen
4. gebruikt abacus/ MAB zonder inwisselen
5. kan optellen onder elkaar zonder inwisselen tot 1000
6. kan aftrekken onder elkaar zonder inwisselen tot 1000
7. kan inwisselen op abacus /MAB
8. kan optellen onder elkaar met inwisselen tot 1000 binnen het honderdtal
9. kan aftrekken onder elkaar met inwisselen tot 1000 binnen het honderdtal
10. kan optellen onder elkaar met inwisselen tot 1000 over het honderdtal
kan aftrekken onder elkaar met inwisselen tot 1000 over het honderdtal
Eindperiode unit 2. 1.kan door schatten of meten een getal zetten op de getallenlijn tot 10.000 e.v.
2. kan sprongen van maken op de getallenlijn tot 10.000 e.v.
3. kent de positiewaarden M/HD/TD/D/H/T/E 4. kan getallen onder de juiste positiewaarde plaatsen 5. kan aangeven in een willekeurig getal welke positie het cijfer aangeeft, bijv. de 6 in het getal 84.653 staat op de plaats van de H.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 12
Rapportageblad bewerkingen x en : unit 2 Beginperiode unit 2 De leerling:
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. kan een vermenigvuldigingsnotatie opschrijven
2. kan van een tekening een keersom maken
3. zet een optelsom om in keersommen
4. kan tekening koppelen aan keersom
5. kan verdubbelen en halveren
6. past tafels toe
7. kent x-sommen op matrix
8. ziet verband tussen tafel en deeltafel
9. kent de tafels 1 t/m 10
10 .kan de volgende bewerking toepassen: commutativiteit ( 5 x8 = 8 x 5 )
11. heeft de tafels 1 t/m 10 geautomatiseerd.
Middenperiode unit 2 1. kent de deeltafels van 1 t/m 10
2. verdeelt eerlijk en maakt gebruik van tafelkennis bijv. 36 :4 = / 36 : 12 =
3. tekent deelsom en past keersom toe
4. ziet opbouw met 10-tal 2x3 20x3 20x30
5.kan een getal met 10, 100 en 1000 vermenigvuldigen
6. verdubbelen en halveren ( 12 x 40 = 6 x 80 )
7. kan bij het vermenigvuldigen van getallen tot 100 a. splitsen ( 15 x 27 ) b. deelproducten berekenen ( 45 x 62 ) c. met nul werken ( 29 x 70 )
8. heeft de deeltafels van 1 t/m 10 geautomatiseerd
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 13
Rapportageblad bewerkingen x en : unit 2 Eindperiode unit 2 ( beginperiode unit 3) De leerling:
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. kan bij het delen met getallen tot 1000: • met posities werken ( 217 : 31 ) • met een nul werken ( 306 : 17 ) • handig oplossen ( 230 : 23 ) • met rest werken ( 97 : 14 ) • verkorten ( 768 : 24 )
2. kan vermenigvuldigingen onder elkaar maken : • splitsen • deelproducten • nullen plaatsen
3. kan bij het delen van getallen boven 1000: • splitsen • deelproducten • verkorten ( 3072 : 65 ) (staartdeling)
begrijpt de evenredigheid bij vermenigvuldigingen en delingen met nullen ( 320 : 80 = 32 : 8 ) • verkorten ( 18 x 24 ) • handig oplossen ( 25 x 16 )
kan bij vermenigvuldigen van getallen boven 100: • verkorten ( 24 x 49 ) • met nul(len) werken ( 30 x 235 ) • handig oplossen ( 19 x 119 )
kan bij vermenigvuldigen van getallen boven 1000: • verkorten ( 248 x 49 ) • met nul(len) werken ( 301 x 235 ) • handig oplossen ( 199 x 119 )
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 14
Rapportageblad onderdeel METEN unit 2. Subonderdeel Lengte unit 2: De leerling:
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. meten met een zelf gekozen ongestandaardiseerde maat
2. kan meten met een gestandaardiseerde maat 3. kan schatten welke maateenheid er gebruikt moet worden in een bepaalde situatie
4. kan de omtrek meten van een rechthoek, vierkant, cirkel
5. kan een maateenheid omzetten in een grotere maateenheid
6. kan een maateenheid omzetten in een kleinere maateenheid
7. kan lengtematen in context toepassen 8. weet het tientallig stelsel toe te passen binnen de verschillende maateenheden ( sprongen van 10)
Subonderdeel oppervlakte.
1. kan een oppervlakte berekenen m.b.t. tegels, ruitjes 1. kan een oppervlakte berekenen m.b.t. de formule
lengte x breedte
3 kan schatten welke maateenheid er gebruikt moet worden in een bepaalde situatie
4. kan een maateenheid omzetten in een grotere maateenheid
5. kan een maateenheid omzetten in een kleinere maateenheid
6. kan oppervlaktematen in context toepassen 7. weet het tientallig stelsel toe te passen binnen de verschillende maateenheden ( sprongen van 100)
Subonderdeel inhoud. 1. kan met ongestandaardiseerde maten de inhoud van een voorwerp bepalen
2. kan met gestandaardiseerde maten de inhoud van een voorwerp bepalen / liter – dl – cl dm3 –cm3
3. kan een juiste inschatting maken van het volume van een voorwerp
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 15
4. kan de formule lengte x breedte x hoogte toepassen 5. kan een maateenheid omzetten in een grotere maateenheid
6. kan een maateenheid omzetten in een kleinere maateenheid
7. kan inhoudsmaten in context toepassen 8. kent de verhouding van de begrippen liter en dm 3
ten opzichte van elkaar
9. weet het tientallig stelsel toe te passen binnen de verschillende maateenheden ( sprongen van 1000)
10. kan m.b.v. een vloeistof de inhoud van een onregel- matig gevormd voorwerp bepalen
Subonderdeel Gewicht 1. meet met ongestandaardiseerde maten 2. meet met gestandaardiseerde maten – kilogram / gram /
3. kan gewichtsmaten in context toepassen / inschatten welke maateenheid nodig is
4. kan een maateenheid omzetten in grotere maatheden 5. kan een maateenheid omzetten in kleinere maatheden 6. weet het tientallig stelsel toe te passen binnen de verschillende maateenheden ( sprongen van 10)
7. kan kiloprijs bepalen n.a.v. een gewichtsmaat en prijs op een voorwerp
Subonderdeel temperatuur. 1. kan de temperatuur aflezen op een thermometer 2. weet het verschil tussen de verschillende thermometers te verwoorden.
3. weet dat 0 graden ook een maateenheid is 4. kan omgaan met negatieve getallen 5. kan rekenen met graden Celsius Subonderdeel Geldrekenen. 1. kent de waarde van de munten en de biljetten 2. kan gepast betalen met grotere bedragen 3. kan prijsvergelijkingen maken 4. kan een korting uitrekenen 5. kan een kostenplanning maken voor een gebeurtenis
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 16
Subonderdeel tijd.
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
Resultaat/ Datum
1. kent de maanden van het jaar. 2. kent de seizoenen en weet ze op correcte wijze toe te passen.
3. kent het begrip schrikkeljaar, eeuw, tijdbalk, kwartaal.
4. kan gebeurtenissen op een tijdbalk plaatsen en/ of aflezen.
5. kent het aantal dagen van de verschillende maanden. 6. het correct kunnen aflezen van de klok 10 min. voor en over het hele en halve uur.
7. het correct kunnen aflezen van de klok 5 min. voor en over het hele en halve uur.
8. kan omgaan met een stopwatch. 9. kan een tijdsberekening maken tot op de minuut. 10. kan een tijdsberekening maken tot op de seconde. 11. analoge en digitale tijden kunnen vergelijken, omzetten.
12. het kunnen rekenen met tijd 13. snelheid per uur kunnen berekenen. 13. kent het tijd - dagritme van 24 uur en kan dit correct toepassen.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 17
RAPPORTAGEBLAD onderdeel VERHOUDINGEN unit 2 Verhoudingen. Subonderdeel: gewone breuken De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
1. kan gehelen verdelen in ½ , 1/3 , ¼ , e.d
2. het benoemen van de delen van een geheel
3. kan een getallenlijn verdelen in halve, kwarten, derden, zesden, etc
4. kan optellen van breuken tot een geheel
5. kan een geheel opdelen in breuken
6. kan een breuk van een geheel aftrekken
Subonderdeel: decimale breuken.
1. kan een getal met cijfers achter de komma correct lezen.
2. begrijpt dat de komma de positiebepaling van de cijfers in het getal aan geeft.
3. kan een getallenlijn in tienden verdelen en decimale breuken de juiste plaats geven.
4. kan 0,10 omzetten in honderdsten
Subonderdeel Grafieken en tabellen.
1. kan een turftabel maken
2. kan gegevens van een staafgrafiek aflezen
3. kan gegevens in een staafgrafiek verwerken
4. kan gegevens van een lijngrafiek aflezen
5. kan gegevens in een lijngrafiek verwerken
6. kan zijn handelingen verwoorden m.b.t. het maken van een grafiek
7. begrijpt dat een grafiek een overzichtelijke manier is om gegevens te verwerken.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 18
RAPPORTAGEBLAD. RUIMTELIJKE ORIËNTATIE. UNIT 2 Ruimtelijke oriëntatie Subonderdeel: blokjes De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
1. kan een figuur opbouwen met blokjes vanaf een tekening
2. houdt rekening met niet zichtbare blokjes 3. kan een vooraanzicht, zijaanzicht, achter- kant tekenen van een blokjesfiguur
4. kan een plattegrond maken van een bouwsel. 5. kan vanuit een plattegrond een bouwsel maken.
Subonderdeel Spiegelen. 1. kan een deel spiegelen tot een symmetrisch geheel.
2. kan in een symmetrisch figuur de spiegel as aangeven
3. kan (vouw)figuren symmetrisch knippen 4. kan een mandala spiegelend inkleuren 5. kan een mandala met symmetrische assen tekenen.
Subonderdeel plattegrond. 1. een route op een plattegrond aangeven. 2. een route vanuit een plattegrond lopen. 3. kan een groot voorwerp op schaal tekenen. 4. kan omgaan met het begrip schaal m.b.t. een plattegrond.
5. kan een voorwerp m.b.v. coördinaten aangeven.
6. kan een voorwerp lokaliseren m.b.v. coördinaten.
7. kan een route op een plattegrond uitrekenen.
8. kan benoemen vanuit welke positie een foto is genomen.
9. begrijpt het symbool windroos op een kaart.
10. kan omgaan met een kompas. 11. kan rekenen met schaalmaten.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 19
Unit 3 /
groep 6-7-8
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 20
RAPPORTAGEBLAD GETALBEGRIP UNIT 3
Onderdeel: Getalbegrip De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
• kan kommagetallen herkennen.
• kan kommagetallen met tienden plaatsen op een getallenlijn.
• kan reeksen met kommagetallen herkennen en afmaken.
• kan getallen boven tienduizend ordenen.
• kan getallen zetten op de miljoenenlijn.
• kan reeksen afmaken met kommagetallen.
• kan grote getallen boven het miljoen lezen en ordenen.
• kan de positie van getallen schatten op de getallenlijn met grotere intervallen.
• kan decimale getallen plaatsen op de getallenlijn.
• kan een getallenlijn verdelen om decimale getallen te kunnen plaatsen op deze lijn.
• kan kommagetallen met honderdste en duizendste plaatsen op een getallenlijn.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 21
RAPPORTAGEBLAD BEWERKINGEN UNIT 3. NAAM …………………………………………………… Subonderdeel: optellen en aftrekken. midden unit 3 De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
• kan aftrekken onder elkaar met grotere getallen toegepast in een context.
• kan kommagetallen lezen en aftrekken in een context.
• kan optellen en aftrekken met kommagetallen ( tienden).
• kan uitkomsten schatten van vermenigvuldigingen boven de 100 ( 382 x 256 ).
• kan uit het hoofd de hoofdbewerkingen met kommagetallen uitvoeren.
Subonderdeel: vermenigvuldigen en delen. Midden unit 3
• kan uitkomsten van vermenigvuldigingen en delingen met kommagetallen schatten
( 5 x 57.7 ~ )
• kan cijferend vermenigvuldigen en delen met kommagetallen
• begrijpt dat staartdelingen met rest een breuk als uitkomst geven
• kan cijferend vermenigvuldigen en delen toepassen in een context met geld en lengtematen
Subonderdeel optellen en aftrekken. eind unit 3.
• kan optellen en aftrekken met kommagetallen ( honderdsten) en wisselen over de komma.
• kan kommagetallen onder elkaar zetten en optellen.
• kan kommagetallen onder elkaar zetten en aftrekken.
• kan uit het hoofd met honderdtallen optellen en aftrekken ( 18.625 – 500).
Subonderdeel vermenigvuldigingen en delen. eind unit 3
• kan cijferend vermenigvuldigen en delen met kommagetallen.
• begrijpt dat staartdelingen met rest een breuk als uitkomst geven.
• kan cijferend vermenigvuldigen en delen toepassen in een context met geld - en lengtematen.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 22
RAPPORTAGEBLAD ONDERDEEL: METEN. UNIT 3. Subonderdeel: Geld. De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
- Kan prijzen vergelijken, kortingen uitrekenen
- Kan een kostenanalyse maken voor een uitstapje
- Kan een kostenanalyse maken voor een vakantie – diverse aanbiedingen van hotels/ campings/ bungalowparken
- Kan de rente over een kapitaal berekenen § per jaar § per maand § per dag § met rente op rente
- Kan vergelijkingen maken van rente aanbiedingen
- Kan kortingen uitrekenen en vergelijken van de diverse aanbiedingen uit folders
- Kan euro’s omrekenen naar andere munteenheden.
Subonderdeel Tijd.
- Kan minuten, seconden en tienden en honderdsten ervan aflezen
- Kan terugtellen met seconden, tienden van seconden.
- Weet het 60talligstelsel correct toepassen binnen het klok rekenen.
- Kan de snelheid van een voorwerp, mens of dier uitrekenen km/uur – m/sec.
- Kent de betekenis van de Romeinse cijfers - Kan de Romeinse cijfers omzetten in ons
rekenstelsel.
- kan de Romeinse cijfers / getallen aflezen - kan gebeurtenissen van een tijdsbalk
aflezen
- Kan gebeurtenissen op een tijdsbalk plaatsen
Subonderdeel Lengte
- Gebruikt de juiste maateenheid bij het schatten van afstanden.
- Kan de omtrek van een cirkel bepalen. - Kan met verschillende maateenheden
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 23
rekenen.
- Kan maateenheden omzetten. - Kan lengte en omtrek uitrekenen in
toepassingssituaties
Subonderdeel: Oppervlakte
- Kan de oppervlakte van een rechthoek / vierkant uitrekenen.
- Kan de oppervlakte van een cirkel uitrekenen.
- Kan met de verschillende maateenheden rekenen
- Kan maateenheden omzetten.
- Kan oppervlakte uitrekenen in toepassingssituaties
Subonderdeel: Gewicht
- Kan de verschillende maatheden juist schatten/ plaatsen bij diverse voorwerpen
- Kan prijsvergelijkingen maken m.b.t. gewichtsmaten
- Kan maateenheden omzetten
- Kan het begrip gewicht juist gebruiken in toepassingssituaties
Subonderdeel: Inhoud.
- Kan de inhoud van een rechthoekig voorwerp uitrekenen.
- Kan een deel van de totale inhoud van een rechthoekig voorwerp uitrekenen.
- Kan de maateenheden binnen inhoud juist omzetten
- Kent de relatie tussen liter en kubieke dm
- Kan de juiste maateenheid bij diverse inhouden schatten.
Subonderdeel Temperatuur.
- Kan de temperatuur aflezen van diverse thermometers
- Kan rekenen met negatieve getallen binnen het onderdeel temperatuur
- Weet dat nul graden ook een maat is
- Kan temperatuur gegevens van een grafiek af lezen.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 24
RAPPORTAGEBLAD RUIMTELIJKE ORIËNTATIE UNIT 3. Unit 3. ruimtelijke oriëntatie. De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
- kan een route aangeven op een plattegrond
- kan een plattegrond van een gebouw maken
- kan de windrichtingen aangeven op een kaart
- kan een reisbeschrijving maken m.b.v. kaarten van Europa voor een vakantie
- kan bouwplaten maken van geometrische figuren
- Kan bouwplaten in elkaar zetten van geometrische figuren
- kan lengte uitrekenen aan de hand van schaduwlengte
- Kan de symmetrie -as aangeven bij geometrische figuren
- Kan werken met coördinaten - Kan een mandala symmetrisch tekenen
en inkleuren
- Kan de symmetrie -as in een mandala aangeven
• horizontaal • verticaal
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 25
RAPPORTAGEBLAD VERHOUDINGEN. UNIT 3 Subonderdeel: de gewone breuk. De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
- kan verhoudingstabellen afmaken
- Kan optellen en aftrekken van gelijknamige breuken
- Kan optellen en aftrekken van ongelijknamige breuken
- Kan vermenigvuldigen van breuken
- Kan delen met breuken
- kan bewerkingen uitvoeren met helen en ongelijknamige breuken
Subonderdeel: decimale breuken.
- kan bewerkingen uitvoeren met helen en kommagetallen
- het omzetten van een gewone breuk naar een decimaal getal en omgekeerd
- kan kommagetallen in een context gebruiken
- Begrijpt de positie van de komma in een getal
- Begrijpt dat bij decimale breuken het tientallig stelsel wordt gebruikt
Subonderdeel procenten.
- begrijpt dat 1 % hetzelfde is als 1 /100 deel van een geheel
- kan een deel van het geheel van een figuur in procenten weergeven
- kan breuken omzetten naar procenten
- kan een nieuwe prijs berekenen als men 20% korting krijgt
- kan een breuk omzetten in een kommagetal en een percentage, waarin een breuk voorkomt ( 3/8 = 0,375 = 37,5 % )
- kan prijsvergelijkingen bij kortingsaanbiedingen
- Kan rente uitrekenen van een kapitaal
- Kan prijsvergelijkingen maken t.a.v. renteaanbiedingen
- Heeft de “mooie breuken” die te herleiden zijn naar procenten geautomatiseerd.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 26
RAPPORTAGEBLAD. VERHOUDINGEN. UNIT 3.
Subonderdeel: grafieken en tabellen De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
- Begrijpt dat een grafiek en/of tabel een goede manier is om gegevens overzichtelijk te maken.
- Kan gegevens van een grafiek aflezen.
- Kan gegevens in een grafiek plaatsen: • staafgrafiek • lijngrafiek • cirkelgrafiek • turfgrafiek
- Kan gegevens van verschillende grafieken met elkaar vergelijken.
- Kan rekenen met gegevens uit een grafiek.
- Kan een interpretatie van de gegevens van een grafiek mondeling verwoorden
- Kan gegevens van bijv. een staafgrafiek omzetten in een lijngrafiek of cirkelgrafiek.
RAPPORTAGEBLAD INFORMATIEVERWERKING. UNIT 3 Onderdeel: informatieverwerking. De leerling:
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
Resultaat/ datum
- Kan hoofd - en bijzaken onderscheiden in de gegevens.
- Kan naar de oplossing rekenen vanuit de gegevens van de opdracht.
- Kan met complexere ( meerdere) gegevens rekenen naar een oplossing.
- Kan zijn/ haar handelingen verwoorden m.b.t. de eigen oplossing.
- Kan gegevens van de diverse grafieken en tabellen combineren.
- Kan met gecombineerde gegevens naar een oplossing werken.
Rapportboekje rekenen doelstellingen – Lucy Stoffele 27
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerkingen