B K VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS … · 5987 2369/001 2369/001 ... les entreprises et l’État...

DE SPOEDBEHANDELING WORDT DOOR DE REGERING GEVRAAGD OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 51 VAN HET REGLEMENT.

LE GOUVERNEMENT DEMANDE L’URGENCE CONFORMÉMENT À L’ARTICLE 51 DU RÈGLEMENT.

5987

2369/0012369/001

2016 C H A M B R E 4 e S E S S I O N D E L A 5 4 e L É G I S L A T U R EK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 4 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2017

DOC 54DOC 54

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

SOMMAIRE

Résumé .......................................................................Exposé des motifs .......................................................Avant-projet .................................................................Analyse d’impact .........................................................Avis du Conseil d’État .................................................Projet de loi .................................................................Coordination des articles ............................................

INHOUD

Samenvatting ..............................................................Memorie van toelichting ..............................................Voorontwerp ................................................................Impactanalyse .............................................................Advies van de Raad van State ....................................Wetsontwerp ...............................................................Coördinatie van de artikelen .......................................

PROJET DE LOIWETSONTWERP

met betrekking tot de financiering van het Asbestfonds

relatif au financement du Fonds amiante

349

14263037

349

20263037

Blz. Pages

13 mars 201713 maart 2017

2 2369/001DOC 54


De regering heeft dit wetsontwerp op 13 maart 2017 ingediend.

Le gouvernement a déposé ce projet de loi le 13 mars 2017.

De “goedkeuring tot drukken” werd op 24 maart 2017 door de Kamer ontvangen.

Le “bon à tirer” a été reçu à la Chambre le 24 mars 2017.

Abréviations dans la numérotation des publications:

DOC 54 0000/000: Document parlementaire de la 54e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif

QRVA: Questions et Réponses écritesCRIV: Version Provisoire du Compte Rendu intégral CRABV: Compte Rendu Analytique CRIV: Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le

compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analy tique traduit des interventions (avec les an-nexes)

PLEN: Séance plénière COM: Réunion de commissionMOT: Motions déposées en conclusion d’interpellations

(papier beige)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants

Commandes: Place de la Nation 2

1008 BruxellesTél. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74

www.lachambre.becourriel : [email protected]

Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier certifi é FSC

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Bestellingen:Natieplein 21008 BrusselTel. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74www.dekamer.bee-mail : [email protected]

De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertifi ceerd papier

Afkortingen bij de nummering van de publicaties:

DOC 54 0000/000: Parlementair document van de 54e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer

QRVA: Schriftelijke Vragen en AntwoordenCRIV: Voorlopige versie van het Integraal Verslag CRABV: Beknopt VerslagCRIV: Integraal Verslag, met links het defi nitieve integraal verslag

en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen)

PLEN: Plenum COM: CommissievergaderingMOT: Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

N-VA : Nieuw-Vlaamse Alliantie PS : Parti Socialiste MR : Mouvement RéformateurCD&V : Christen-Democratisch en VlaamsOpen Vld : Open Vlaamse liberalen en democraten sp.a : socialistische partij andersEcolo-Groen : Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – GroencdH : centre démocrate HumanisteVB : Vlaams BelangPTB-GO! : Parti du Travail de Belgique – Gauche d’OuvertureDéFI : Démocrate Fédéraliste IndépendantPP : Parti PopulaireVuye&Wouters : Vuye&Wouters

32369/001DOC 54


De programmawet van 27 december 2006 die het Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers toen oprichtte binnen het Fonds voor de beroepsziek-ten, voorziet verschillende bronnen als financierings-modaliteiten. De bedoeling van deze wet is om de financiering te wijzigen zodat deze beter beantwoordt aan de reële behoeften.

La loi-programme du 27 décembre 2006 qui a créé le Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante au sein du Fonds des maladies professionnelles a prévu comme modalités de financement diverses sources. L’objectif de cette loi est de modifier ce financement afin qu’il corresponde plus aux besoins réels.

RÉSUMÉSAMENVATTING

4 2369/001DOC 54


MEMORIE VAN TOELICHTING

DAMES EN HEREN,

ALGEMENE TOELICHTING

Inderdaad voorziet de programmawet van 27 december 2006 die het Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers toen oprichtte binnen het Fonds voor de beroepsziekten, verschillende bronnen als financieringsmodaliteiten.

Vooreerst een jaarlijkse subsidie van 10 miljoen euro van de Federale Staat, waarvan de bron en de stortingsmodaliteiten bepaald zijn bij koninklijk besluit uiterlijk op 31 januari van elk jaar. Van bij het begin wordt deze bron gevoed door de btw. Het gaat dus om een alternatieve financiering.

Vervolgens gaat het om de opbrengst van de bijdra-gen ten laste van de werkgevers waarvan het rende-ment minstens gelijk is aan de subsidie van de Staat. Het koninklijk besluit van 11 mei 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers heeft het bedrag van deze bijdrage vastgelegd op 0,01 % van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.

Tot slot wordt voor de zelfstandigen in een financiering voorzien via de sociale zekerheid voor de zelfstandige werknemer, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in functie van de reële noden.

De financiering van het AFA, vastgelegd bij zijn oprichting, was gebaseerd op ramingen uitgevoerd op basis van de beschikbare cijfers in het kankerregister (2004 en 2005) voor mesothelioom en op basis van de door het FBZ vergoede slachtoffers.

De verdeling 50/50 van de financiering vloeide voort uit de idee dat de ondernemingen en de Staat een gedeelde verantwoordelijkheid dragen voor aandoe-ningen veroorzaakt door asbest en dat de betaling van de bijdragen een compensatie is voor de burgerlijke onschendbaarheid van de werkgever.

Sinds enkele jaren zijn de toegenomen reserves van het fonds het voorwerp van steeds terugkerende opmerkingen.

Zo heeft het Rekenhof in zijn Boek 2011 over de socia-le zekerheid conclusies en aanbevelingen geformuleerd.

EXPOSE DES MOTIFS

MESDAMES, MESSIEURS,

EXPOSE GENERAL

La loi-programme du 27 décembre 2006 qui a créé le Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante au sein du Fonds des maladies professionnelles a en effet prévu comme modalités de financement diverses sources.

Tout d’abord, une subvention annuelle de 10 millions d’euros de l’État fédéral, dont la source et les modalités de versement doivent être déterminées par arrêté royal au plus tard le 31 janvier de chaque année. Depuis le début, c’est la TVA qui alimente cette source. Il s’agit donc d’un financement alternatif.

Il s’agit ensuite du produit de cotisations à charge des employeurs dont le rendement est au moins égal à la subvention de l’État. L’arrêté royal du 11 mai 2007 por-tant exécution du chapitre VI, du titre IV, de la loi-pro-gramme (I) du 27 décembre 2006 portant création d’un Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante a fixé le taux de cette cotisation à 0,01 % des rémunérations prise en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale.

Enfin, pour les travailleurs indépendants, un finan-cement via la sécurité sociale pour les travailleurs indépendants, a été prévu, qui est fixé par un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, en fonction des besoins réels.

Le financement de l’AFA, fixé à sa création, se basait essentiellement sur des estimations réalisées sur base des chiffres disponibles au niveau du registre du cancer (2004 et 2005) pour les mésothéliomes et sur base des victimes indemnisées par le FMP.

La répartition 50/50 du financement venait quant à elle de l’idée d’une coresponsabilité historique entre les entreprises et l’État dans les dommages causés par l’amiante et que le paiement des cotisations constitue la contrepartie de l’immunité civile pour l’employeur.

Depuis quelques années, l ’augmentation des ré-serves du Fonds a fait l’objet de remarques récurrentes.

La cour des comptes notamment, dans son Cahier 2011 relatif à la sécurité sociale a émis des conclusions et recommandations.

52369/001DOC 54


Naar aanleiding van dit verslag besliste het beheers-comité van het FBZ een werkgroep op te richten om na te denken over het gebruik van de financiële middelen waarover het Asbestfonds beschikt. Op basis van deze denkoefening werden een aantal zaken gerealiseerd (tenlasteneming van geneeskundige verzorging en hulp aan derden vanaf 2012 voor personen met dezelfde aandoening die geen recht hebben op deze tussenkom-sten, krachtens de wetten op de beroepsziekten private sector of openbare sector, en tenlasteneming door het Asbestfonds van de administratieve kosten die tot dan toe ten laste kwamen van het FBZ. Deze maatregelen waren noodzakelijk en gunstig, maar vormen geen structurele hervorming van het financieringssysteem.

Sinds 2013 vestigt het Beheerscomité bij de presen-tatie van de begroting van het Asbestfonds elk jaar de aandacht op dit probleem zonder dat er een oplossing wordt aangereikt.

Momenteel is de door de federale Staat verschuldigde alternatieve financiering nog niet uitgekeerd, noch voor 2015, noch voor 2016. De werkgeversbijdragen werden daarentegen wel uitgekeerd. De reserves bedragen 80 miljoen euro.

Deze wet is bedoeld om de situatie van 2015 en 2016 wettelijk te regulariseren, een overgangsfinancie-ring voor de jaren 2017 tot 2019 voor te stellen om de reserves te stabiliseren met het aandeel van de Staat als tegenprestatie binnen de evenwichtige cofinancie-ring tussen de partijen in een meerjarenplanning en te komen tot een structurele hervorming van de financie-ring vanaf 2020.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Art 2

Dankzij deze bepaling krijgt het Asbestfonds een nieuwe opdracht: de financiering van acties die bijdra-gen tot preventie (bv. gerichte informatiecampagnes) of academisch onderzoek (ondersteuning van weten-schappelijk onderzoek op diagnostisch of therapeutisch vlak).

Er wordt voorzien dat jaarlijks maximaal 650 000 euro afgenomen van de opbrengst van de bijdragen ten laste van de werkgevers, van de toelage van de Staat en van de financiering van het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen bestemd kan worden voor preventieprojecten of academische studies in ver-band met de asbestproblematiek; er moeten immers doeltreffende acties worden ondernomen met betrek-king tot de preventie van asbest-gerelateerde ziekten.

Suite à ce rapport, le comité de gestion du FMP a décidé de constituer un groupe de travail en vue d’une réflexion sur l’utilisation des moyens financiers dont dispose le fonds Amiante. Sur base notamment de ces réflexions, certaines choses ont été réalisées (prise en charge des soins de santé et de l’aide de tiers à partir de 2012 pour les personnes qui ne bénéficient pas de ces interventions, pour la même affection, en vertu des lois maladies professionnelles secteur privé ou secteur public et mise à charge du Fonds amiante des frais d’administration qui jusque là étaient à charge du FMP). Ces mesures étaient nécessaires et ont été positives mais ne constituaient pas une réforme structurelle du système de financement.

Depuis 2013, chaque année, lors de la présentation des budgets du Fonds amiante, le Comité de gestion attire l’attention sur ce problème.

A l’heure actuelle, le financement alternatif dû par l’État fédéral n’a été versé ni pour 2015 ni pour 2016. Les cotisations des employeurs ont par contre bien été versées. Les réserves atteignent 80 millions d’euros.

L’objectif de cette loi consiste à régulariser légalement la situation de 2015 et 2016, proposer une solution de financement transitoire pour les années 2017 à 2019 qui permette de stabiliser les réserves tout en compensant la participation de l’État dans le cofinancement équitable entre les parties dans une approche pluriannuelle et enfin réformer structurellement le financement pour le futur, à partir de 2020.

COMMENTAIRE DES ARTICLES

Art 2

Cette disposition donne une nouvelle mission au Fonds Amiante en finançant des projets de prévention (des campagnes d’information ciblées par exemple) ou d’études académiques (soutien à la recherche scien-tifique, que ce soit en matière de diagnostic ou sur le plan thérapeutique).

On prévoit qu’au maximum 650 000 euros prélevés du financement des cotisations des employeurs, de la dotation de l’État et du financement de la gestion financière globale dans le statut social des travailleurs indépendants peuvent être attribués annuellement à des projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante; des actions efficaces sur la prévention des maladies de l’amiante doivent en effet être entreprises.

6 2369/001DOC 54


Het bedrag ten laste van de zelfstandigen is gelijk aan 5 % van het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 113, vierde lid (650 000 € maximum) en mag jaarlijks 50 000 euro niet overschrijden. Dit bedrag wordt tot en met 2025 gefinancierd door de financieringsoverschot-ten afkomstig van de reserve van het asbestfonds dat tot stand gebracht werd door het globaal financieel beheer van het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Art. 3

De feitelijke toestand voor de jaren 2015 en 2016 moet worden gedekt (de Federale Staat keert de alternatieve financiering niet uit). Sinds 2015 tracht de regering een structurele oplossing te vinden voor de situatie van het AFA zonder de reserves te verhogen. Mocht het verschil tussen de reële noden en de inkomsten met betrekking tot de betaalde bijdragen neerkomen op een tekort, dan zou dit indien nodig ten laste gaan van de Schatkist of de reserves.

Art. 4

Voor de jaren 2017, 2018 en 2019 is het de bedoeling een evenwicht van het systeem te garanderen, opnieuw zonder reserves aan te leggen. Hiertoe zouden de mid-delen van het Asbestfonds bestaan uit:

— de opbrengst van de bijdragen (0,01 %) ten laste van de werkgevers voor 2 trimesters in plaats van 4;

— een jaarlijkse toelage van de federale Staat (het gaat dus niet meer om alternatieve financiering) waarvan het bedrag zal worden bepaald nadat de uitgaven en de inkomsten uit de werkgeversbijdragen en de tus-senkomst van het sociaal statuut der zelfstandigen in rekening zijn gebracht. Het zal gaan om een afsluitpost om de uitgaven te dekken.

— een bedrag gebaseerd op de reële kosten van de zelfstandigen (geen wijziging ten opzichte van de huidige situatie). In antwoord op de opmerking van de Raad van State, wordt verduidelijkt dat de financiering momenteel overeenstemt met de in het betrokken kalenderjaar door het Asbestfonds werkelijk verrichte tegemoetkomingen ten voordele van zelfstandigen die zijn getroffen door asbestose.

De andere bronnen, toelagen en legaten (4°) en te-rugvorderingen (5°) worden evenmin gewijzigd.

Met deze overgangshervorming komen we tot een cofinanciering werkgevers/Staat in min of meer gelijke delen binnen een meerjarenkader voor de periode

Le montant à charge des indépendants équivaut à 5 % de la somme forfaitaire visée à l’article 113, alinéa 4 (650 000 € maximum) et ne peut dépasser 50 000 eu-ros par an. Ce montant est financé jusqu’en 2025 par les excédents de financement provenant de la réserve constituée par la gestion financière globale dans le statut social des travailleurs indépendants.

Art. 3

La situation de fait pour les années 2015 et 2016 doit être couverte (l’État fédéral ne verse pas le financement alternatif). Depuis 2015, le gouvernement tente de trouver une solution structurelle à la situation de l’AFA sans augmenter les réserves. Si la différence entre les besoins réels et les recettes relatives aux cotisations versées devait impliquer un déficit, il serait supporté par la Trésorerie ou par les réserves si nécessaire.

Art. 4

Pour les années 2017, 2018 et 2019, l’objectif est d ’assurer l ’équilibre du régime, de nouveau sans constitution de réserves. Pour ce faire, les ressources du Fonds amiante seraient constituées par:

— le produit des cotisations (0,01 %) à charge des employeurs pour 2 trimestres au lieu de 4;

— une dotation annuelle de l’État fédéral (il ne s’agit donc plus de financement alternatif) dont le montant sera établi après prise en compte des dépenses et des recettes en cotisations des employeurs et l’intervention du statut social des indépendants. Il s’agira d’un poste de clôture pour couvrir les dépenses.

— un montant basé sur les frais réels dans le chef des indépendants (pas de modification par rapport à la situation actuelle). En réponse à la remarque du Conseil d’État, il est précisé qu’actuellement, le financement correspond aux interventions réellement effectuées par le Fonds amiante dans l’année concernée en faveur de travailleurs indépendants atteints d’asbestose.

Les autres sources, dotations et legs (4°) et récupé-rations (5°) ne sont pas modifiées non plus.

Avec cette réforme transitoire, on arrive à un co-financement employeurs/État plus ou moins à parts égales dans un cadre pluriannuel entre 2015-2019. Le

72369/001DOC 54


2015-2019. De opbrengst van de werkgeversbijdragen zal verminderen omdat vanaf 2017 slechts voor twee trimesters zal worden betaald terwijl het aandeel van de Staat stijgt tot het bedrag dat nodig is om de uitgaven van het Asbestfonds te dekken, ook al is dit bedrag ho-ger dan de opbrengst van de bijdragen. Op die manier proberen we het evenwicht te herstellen tussen ieders aandeel, gelet op het feit dat de Staat de alternatieve financiering voor 2015-2016 niet heeft betaald.

Desondanks wordt in de mogelijkheid voorzien om via een machtiging aan de Koning over te gaan tot een her-ziening van het percentage van 0,01 % en/of het aantal trimesters waarvoor de bijdrage moet worden betaald, en wel in één bepaald geval: indien, om het financieel evenwicht te halen, de staatstoelage hoger wordt dan 10 miljoen euro, met verwijzing naar het aanvankelijke aandeel van de Staat vóór de hervorming, dan is het logisch dat ook het aandeel van de werkgevers wordt aangepast.

Art. 5

Het is de bedoeling om vanaf 2020 in de mate van het mogelijke opnieuw een evenwicht te bereiken tussen het aandeel van de staatstoelage en het aandeel van de werkgeversbijdragen. Bovendien moeten we ervoor trachten te zorgen dat de financiering maximaal aan de behoeften beantwoordt, zonder erboven uit te stijgen. Hiertoe wordt aan de Koning de machtiging toegekend om jaarlijks het aantal trimesters te bepalen waarvoor de bijdrage van 0,01 % verschuldigd is.

Op basis van de begrotingsvoorafbeeldingen zal het Beheerscomité jaarlijks, met het oog op een zeker even-wicht, een voorstel formuleren voor het aandeel van de werkgeversbijdragen (aantal trimesters). De staatstoe-lage die in de begroting van de FOD Sociale Zekerheid moet worden ingeschreven zal een afsluitpost vormen die toelaat om voor een zo evenwichtig mogelijke cofi-nanciering te zorgen, gezien op meerdere jaren zonder de reserves te doen aangroeien. Rekening houdende met het feit dat het percentage van de bijdrage tech-nisch gezien reeds zo laag mogelijk is , is het perfecte evenwicht op jaarbasis uiteraard onmogelijk te bereiken maar moet het op lange termijn gezien worden.

Art. 6

Dit artikel schaft het percentage van de werkgevers-bijdrage af dat voortaan in de wet vastgesteld is.

rendement des cotisations versées par les employeurs est diminué puisque versé pour seulement deux tri-mestres à partir de 2017 et la part de l’État se monte à ce qui est nécessaire pour couvrir les dépenses du Fonds amiante, même si ce montant devait être supérieur au rendement des cotisations. De cette manière, on essaye de rééquilibrer la part de chacun, compte-tenu du fait que l’État n’a pas versé le financement alternatif pour 2015 et 2016.

On prévoit malgré tout une possibilité de revoir via une habilitation au Roi le taux de 0,01 % et/ou le nombre de trimestres pour lesquels la cotisation est versée dans un cas bien précis: si, pour couvrir les dépenses, sur base des prévisions budgétaires 2017, 2018, 2019, la dotation à verser par l’État devait dépasser 10 millions d’euros, par référence à la part initiale de l’État avant la réforme, il est normal que la part des employeurs soit également adaptée.

Art. 5

A partir de 2020, l’objectif est de revenir à un équilibre dans la mesure du possible entre la part de dotation de l’État et la part de cotisations patronales. Une bonne gestion implique que le financement corresponde au maximum aux besoins réels, sans les dépasser. Pour ce faire, on donne délégation au Roi pour déterminer annuellement le nombre de trimestres pour lequel la cotisation de 0,01 % est due.

Sur base des préfigurations budgétaires, annuel-lement, le Comité de gestion proposera, dans le but d’arriver à un certain équilibre, la part de cotisations des employeurs (un certain nombre de trimestres). La dotation de l’État à inscrire au budget du SPF Sécurité sociale constituera un poste de clôture qui permet de veiller à un cofinancement autant que possible équitable, vu sur une base pluriannuelle et sans accumuler de réserves. Compte-tenu du fait que le pourcentage de la cotisation est déjà le plus bas techniquement possible, l’équilibre parfait est bien entendu impossible à atteindre sur base annuelle mais il doit être vu sur le long terme.

Art. 6

Cet article abroge le pourcentage de la cotisation patronale qui est désormais fixé dans la loi.

8 2369/001DOC 54


Art. 7

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verschil-lende bepalingen.

De minister van Sociale zaken,

Maggie DE BLOCK

De minister van Zelfstandigen,

Willy BORSUS

Art. 7

Cet article règle l’entrée en vigueur des différentes dispositions.

La ministre des Affaires sociales,

Maggie DE BLOCK

Le ministre des Indépendants,

Willy BORSUS

92369/001DOC 54


VOORONTWERP VAN WET

onderworpen aan het advies van de Raad van State

Voorontwerp van wet met betrekking tot de financiering van het Asbestfonds

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2

Opdracht en werking van het Asbestfonds

Art. 2

Artikel 113 van de programmawet (I) van 27 decem-ber 2006 wordt aangevuld met 4 leden, luidende:

“Het Asbestfonds kan eveneens, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten, preventieprojecten of academisch onderzoek fi nancieren die verband houden met de asbestproblematiek binnen de grenzen bedoeld in artikel 116, eerste lid, 1°.

Een forfaitair bedrag van maximum 650 000 euro, vooraf-genomen van de inkomsten bedoeld in artikel 116, eerste lid, 1°, 2° en 3° kan jaarlijks besteed worden aan deze projecten of onderzoeken, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad.

Het bedrag voorafgenomen van de inkomsten bedoeld in artikel 116, eerste lid, 3° is gelijk aan 5 % van het forfaitair

bedrag bedoeld in het vierde lid en mag jaarlijks 50 000 euro niet overschrijden. Dit bedrag wordt tot en met 2025 gefi nan-

cierd met de fi nancieringsoverschotten die voortkomen uit de reserve van het asbestfonds dat tot stand werd gebracht

door het globaal fi nancieel beheer van het sociaal statuut van de zelfstandigen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 november 1996 strekkende tot

invoering van een globaal fi nancieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.

Op 1 januari 2019 wordt het forfaitair bedrag van 650 000 euro, bedoeld in het vierde lid, gekoppeld aan het

spilindexcijfer van kracht tijdens de maand december 2018.

Vanaf 2020, wordt het jaarlijks op 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augus-tus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de

AVANT-PROJET DE LOI

soumis à l’avis du Conseil d’État

Avant-projet de loi relatif au financement du Fonds amiante

CHAPITRE IER

Dispositions générales

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de la Constitution.

CHAPITRE 2

Mission et fonctionnement du Fonds amiante

Art. 2

L’article 113 de la loi programme (I) du 27 décembre 2006 est complété par quatre alinéas, rédigés comme suit:

“Le Fonds amiante peut également, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, fi nancer des projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante dans les limites visées à l’article 116, alinéa 1er, 1°.

Une somme forfaitaire de maximum 650 000 euros, prélevée des ressources visées à l’article 116, alinéa 1er, 1°, 2° et 3° peut être attribuée annuellement à ces projets ou études, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, par arrêté délibéré en Conseil des ministres.

Le montant prélevé des ressources visées à l’article 116,

alinéa 1er, 3° équivaut à 5 % de la somme forfaitaire visée à l’alinéa 4 et ne peut dépasser 50 000 euros par an. Ce mon-tant est fi nancé jusqu’en 2025 inclus par les excédents de fi nancement provenant de la réserve du Fonds amiante qui a été constituée par la gestion fi nancière globale du statut social des travailleurs indépendants visée à l’article 2, alinéa 1er, de

l’arrêté royal du 18 novembre 1996 visant l’introduction d’une gestion fi nancière globale dans le statut social des travailleurs indépendants, en application du chapitre I du titre VI de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions.

Au 1er janvier 2019, la somme forfaitaire de 650 000 euros visée à l’alinéa 4 sera rattachée à l’indice-pivot qui sera en

vigueur au mois de décembre 2018.

A partir de 2020, elle sera indexée annuellement au 1er janvier conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l’indice des prix

10 2369/001DOC 54


wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uit-keringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.”.

HOOFDSTUK 3

Hervorming 2015-2016 van de financiering van het Asbestfonds

Art. 3

Artikel 116, enig lid, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 december 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende:

“Desalniettemin is voor de jaren 2015-2016 het in het eerste lid bedoelde bedrag niet verschuldigd.”.

HOOFDSTUK 4

Overgangshervorming 2017-2019 van de financiering van het Asbestfonds

Art. 4

Artikel 116 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 december 2007, 22 december 2008, 23 december 2009 en 21 december 2013, wordt vervangen als volgt:

“Art. 116. De inkomsten van het Asbestfonds bestaan uit:

1° de opbrengst van bijdragen ten laste van de werkgevers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 de-cember 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de werkgevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschap-pelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij en de werkgevers van studenten bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van

de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zeker-heid der arbeiders.

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld op 0,01 %

van de lonen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen. De bijdrage is ieder jaar verschuldigd in het eerste en het tweede trimester.

De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de be-voegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de werknemers.

à la consommation des traitements, salaires, pensions, allo-cations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des travailleurs, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux travailleurs indépendants.”.

CHAPITRE 3

Réforme 2015-2016 du financement du Fonds amiante

Art. 3

L’article 116, alinéa unique, 1°, de la même loi, modifi é par la loi du 21 décembre 2007, est complété par un alinéa rédigé comme suit:

“Toutefois, pour les années 2015 et 2016 , le montant visé à l’alinéa 1er n’est pas dû.”.

CHAPITRE 4

Réforme transitoire 2017-2019 du financement du Fonds amiante

Art. 4

L’article 116 de la même loi, modifi é par les lois des 21 décembre 2007, 22 décembre 2008, 23 décembre 2009 et 21 décembre 2013, est remplacé par ce qui suit:

“Art. 116. Les ressources du Fonds amiante sont consti-tuées par:

1° le produit des cotisations à charge des employeurs assu-jettis en tout ou en partie à la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrê-té-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, des employeurs assujettis à l’arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande ainsi que des employeurs des étudiants vi-sés à l’article 17bis de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concer-

nant la sécurité sociale des travailleurs.

Le taux de la cotisation est fi xé à 0,01 % des rémunérations

qui sont prises en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale. La cotisation est due pour le premier et deuxième trimestre de chaque année.

La cotisation est payée par l ’employeur à l ’organisme

compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, dans les mêmes délais et dans les mêmes conditions que les cotisations de sécurité sociale pour les travailleurs salariés.

112369/001DOC 54


De opbrengst van de bijdrage wordt door de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen gestort aan het Asbestfonds.

De bepalingen van de algemene regeling van de sociale ze-kerheid voor werknemers, met name wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de betalingstermijnen, de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalin-gen, het toezicht, de bevoegde rechter ingeval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdra-gen, zijn van toepassing.

Onverminderd de toepassing van de andere burgerlijke sancties en de strafbepalingen, is de werkgever ten aanzien van wie wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aan-giften heeft gedaan om de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken, een forfaitaire vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan het dubbel van de ontdo-ken bijdragen, en waarvan de opbrengst door de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen wordt gestort aan het Asbestfonds.

2° een dotatie van de Federale Staat die, samen met de bij-drage bedoeld in 1°, toelaat de uitgaven van het Asbestfonds te dekken, met uitzondering van het forfaitair bedrag bedoeld in 3° dat wordt voorafgenomen van de reserve tot stand gebracht op 1 januari 2017 in het Asbestfonds door de zelf-standigen, voor de preventieprojecten of het academisch onderzoek die verband houden met de asbestproblematiek.

Deze dotatie wordt ingeschreven op de begroting van de FOD Sociale Zekerheid. De dotatie wordt toegewezen per trimestriële schijf, ten laatste op het einde van de eerste maand van het trimester, aan het Asbestfonds.

3° een fi nanciering via het sociaal statuut van de zelfstandi-gen voor de tussenkomst van het Asbestfonds ten gunste van de zelfstandigen die slachtoffers zijn van asbestose, die door

de Koning kan worden vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad;

4° schenkingen en legaten;

5° de teruggevorderde bedragen bekomen ingevolge een subrogatierecht dat Fedris uitoefent overeenkomstig de be-palingen van artikel 125, § 3.

Indien bij de voorbereiding van de begrotingen 2017,

2018 en 2019 blijkt dat de dotatie berekend overeenkomstig het eerste lid, 2° 10 miljoen euro overschrijdt, kan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en

op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten, het bedrag en de periodiciteit van de betaling van de bijdrage bedoeld in het eerste lid, 1° wijzigen.”.

Le produit de la cotisation est transmis par l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

Les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justifi cation des cotisations, les délais en matière de paiement, l’application des sanctions civiles et les dispositions pénales, le contrôle, le juge compétent en cas de contestation, la prescription en matière d’actions judiciaires, le privilège et la communication du montant de la créance de l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, sont applicables.

Sans préjudice de l’application des autres sanctions civiles et des dispositions pénales, l’employeur à l’égard duquel il est établi qu’il a commis une ou plusieurs fausses déclarations visant à éluder le paiement de la cotisation ou partie de celui-ci, est redevable d’une indemnité forfaitaire dont le montant est égal au double des cotisations éludées, et dont le produit est transmis par l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

2° une dotation de l’État fédéral qui, en complément de la cotisation visée au 1°, permet de couvrir les dépenses du Fonds amiante, à l’exception du montant forfaitaire visé dans le 3° prélevé pour les projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante à charge de la réserve constituée au 1er janvier 2017 dans le Fonds amiante par les travailleurs indépendants.

Cette dotation est inscrite au budget du SPF Sécurité Sociale. La dotation est versée par tranche trimestrielle, au plus tard à la fi n du premier mois du trimestre, au Fonds amiante.

3° un fi nancement par le biais du statut social des travail-leurs indépendants pour l’intervention du Fonds amiante en faveur des travailleurs indépendants victimes de l’asbestose, qui peut être fi xé par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres;

4° des dotations et legs;

5° les récupérations obtenues à la suite d’un droit de subrogation exercé par Fedris conformément aux dispositions de l’article 125, § 3.

Si lors de la préparation des budgets 2017, 2018 et 2019, il apparait que la dotation calculée conformément à l’alinéa 1er, 2° dépasse 10 millions d’euros, le Roi peut, par arrêté délibéré

en Conseil des ministres et sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, modifi er le taux et la périodicité de paiement de la cotisation visée à l’alinéa 1er, 1°.”.

12 2369/001DOC 54


HOOFDSTUK 5

Structurele hervorming van de financiering van het Asbestfonds vanaf 2020

Art. 5

Artikel 116 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 december 2007, 22 december 2008, 23 december 2009 en 21 december 2013, wordt vervangen als volgt:


1° de opbrengst van bijdragen ten laste van de werkgevers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 de-cember 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de werkgevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschap-pelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij en de werkgevers van studenten bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zeker-heid der arbeiders.

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld op 0,01 % van de lonen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen. De Koning bepaalt jaarlijks, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, ten laatste in december van het jaar dat voor-afgaat, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroeps-ziekten, op basis van de begrotingsvooruitzichten, het aantal trimesters waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Bij gebrek aan een besluit genomen binnen de voormelde termijn, is de bijdrage verschuldigd voor het eerste en het tweede trimester.

De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de be-voegde inningsinstelling van de sociale zekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de sociale zekerheidsbijdragen voor de werknemers.

De opbrengst van de bijdrage wordt door de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen gestort

aan het Asbestfonds.

De bepalingen van de algemene regeling van de sociale ze-kerheid voor werknemers, met name wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de betalingstermijnen,

de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalin-gen, het toezicht, de bevoegde rechter ingeval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de

mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdra-gen, zijn van toepassing.

Onverminderd de toepassing van de andere burgerlijke

sancties en de strafbepalingen, is de werkgever ten aanzien van wie wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aan-giften heeft gedaan om de betaling van de bijdrage of een deel

ervan te ontduiken, een forfaitaire vergoeding verschuldigd

CHAPITRE 5

Réforme structurelle du financement du Fonds amiante a partir de 2020

Art. 5

L’article 116 de la même loi, modifié par les lois du 21 décembre 2007, 22 décembre 2008, 23 décembre 2009 et 21 décembre 2013, est remplacé par ce qui suit:

“Art. 116. Les ressources du Fonds amiante sont consti-tuées par:

1° le produit des cotisations à charge des employeurs assu-jettis en tout ou en partie à la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrê-té-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, des employeurs assujettis à l’arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande ainsi que des employeurs des étudiants vi-sés à l’article 17bis de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concer-nant la sécurité sociale des travailleurs.

Le taux de la cotisation est fi xé à 0,01 % des rémunérations qui sont prises en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale. Le Roi détermine annuellement par arrêté délibéré en Conseil des ministres, au plus tard en décembre de l’année qui précède, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, sur base des prévisions bud-gétaires, le nombre de trimestres pour lesquels la cotisation est due. A défaut d’arrêté pris dans le délai susmentionné, la cotisation est due pour le premier et deuxième trimestre.

La cotisation est payée par l ’employeur à l ’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale,

dans les mêmes délais et dans les mêmes conditions que les cotisations de sécurité sociale pour les travailleurs salariés.

Le produit de la cotisation est transmis par l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

Les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justifi cation des cotisations, les délais en matière de paiement, l’application des sanctions civiles et les dispositions pénales, le contrôle, le juge compétent en cas de

contestation, la prescription en matière d’actions judiciaires, le privilège et la communication du montant de la créance de l’organisme compétent de perception des cotisations de

sécurité sociale, sont applicables.

Sans préjudice de l’application des autres sanctions civiles et des dispositions pénales, l’employeur à l’égard duquel il est établi qu’il a commis une ou plusieurs fausses déclarations

visant à éluder le paiement de la cotisation ou partie de celui-ci, est redevable d’une indemnité forfaitaire dont le montant

132369/001DOC 54


waarvan het bedrag gelijk is aan het dubbel van de ontdo-ken bijdragen, en waarvan de opbrengst door de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen wordt gestort aan het Asbestfonds.

2° een dotatie van de Federale Staat die, samen met de bijdrage bedoeld in 1°, toelaat de uitgaven van het Asbestfonds te dekken, met uitzondering, tot en met 2025, van het forfaitair bedrag vermeld in 3° dat wordt voorafgenomen van de reserve tot stand gebracht op 1 januari 2017 in het Asbestfonds door de zelfstandigen, voor de preventieprojec-ten of het academisch onderzoek die verband houden met de asbestproblematiek.

Deze dotatie wordt ingeschreven op de begroting van de FOD Sociale Zekerheid. De dotatie wordt toegewezen per trimestriële schijf, ten laatste op het einde van de eerste maand van het trimester, aan het Asbestfonds.

Het te veel ontvangen of het tekort aan fi nanciering bij het afsluiten van de rekeningen van het AFA zal deel uitmaken van een regularisatie: in het geval van een tekort aan fi nanciering zal de dotatie van het volgende jaar worden verhoogd met het overeenkomstig bedrag, en in geval van te veel ontvangen fi nanciering, zal het Asbestfonds dit terugstorten aan de Staat.

3° een fi nanciering via het sociaal statuut van de zelfstandi-gen voor de tussenkomst van het Asbestfonds ten gunste van de zelfstandigen die slachtoffers zijn van asbestose, dat door de Koning kan worden vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad;


5° de teruggevorderde bedragen bekomen ingevolge een subrogatierecht dat Fedris uitoefent overeenkomstig de be-palingen van artikel 125, § 3.”.

HOOFDSTUK 6

Slotbepalingen en inwerkingtreding

Art. 6

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2007 ter

uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de program-mawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers wordt

opgeheven.

Art. 7

Deze wet treedt in werking op 1 januari 2017, met uitzon-dering van hoofdstuk 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2015 en van hoofdstuk 5 dat in werking treedt op 1 januari 2020.

est égal au double des cotisations éludées, et dont le produit est transmis par l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

2° une dotation de l’État fédéral qui en complément de la cotisation visée au 1° permet de couvrir les dépenses du Fonds amiante, à l ’exception, jusqu’en 2025, du montant forfaitaire visé au 3° prélevé de la réserve constituée au 1er janvier 2017 dans le Fonds amiante par les indépendant, pour les projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante à charge de la réserve constituée dans le Fonds amiante par les travailleurs indépendants.

Cette dotation est inscrite au budget du SPF Sécurité Sociale. La dotation est versée par tranche trimestrielle, au plus tard à la fi n du premier mois du trimestre, au Fonds amiante.

Le trop-perçu ou le manque de fi nancement constaté lors de la clôture des comptes de l’AFA fera l’objet d’une régu-larisation: en cas d’un manque de fi nancement, la dotation de l’année suivante sera augmentée à due concurrence et, en cas de trop-perçu, le Fonds amiante remboursera l’État.

3° un fi nancement par le biais du statut social des travail-leurs indépendants pour l’intervention du Fonds amiante en faveur des travailleurs indépendants victimes de l’asbestose, qui peut être fi xé par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres;


5° les récupérations obtenues à la suite d’un droit de subrogation exercé par Fedris conformément aux dispositions de l’article 125, § 3.”.

CHAPITRE 6

Dispositions finales et entrée en vigueur

Art. 6

L’article 2 de l’arrêté royal du 11 mai 2007 portant exé-

cution du chapitre VI, du titre IV, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 portant création d’un Fonds d’indemni-sation des victimes de l’amiante est abrogé.

Art. 7

La présente loi entre en vigueur le 1er janvier 2017, à l’excep-tion du chapitre 3 qui produit ses effets le 1er janvier 2015 et

du chapitre 5 qui entre en vigueur le 1er janvier 2020.

14 2369/001DOC 54


Formulier voor impactanalyse

Geïntegreerde impactanalyse

Zie handleiding om deze impactanalyse in te vullen

Indien u vragen heeft, contacteer [email protected].

Beschrijvende fiche

A. Auteur

o Bevoegd regeringslid > Maggie DE BLOCK

o Contactpersoon beleidscel (Naam, E-mail, Telnr.) > Aurélie MOLLERS

[email protected]

0473 62 05 98

o Overheidsdienst > FOD Sociale Zekerheid – DG Sociaal Beleid

o Contactpersoon overheidsdienst (Naam, E-mail, Telnr.) > Isabelle Vincent – [email protected]

B. Ontwerp

Titel van de regelgeving Voorontwerp van wet tot wijziging van het hoofdstuk VI van de programmawet) van 27 december 2006 - Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers

o Korte beschrijving van het ontwerp van regelgeving met vermelding van de oorsprong (verdrag, richtlijn, samenwerkingsakkoord, actualiteit, …), de beoogde doelen van uitvoering

De programmawet van 27 december 2006 die het Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers toen oprichtte binnen het Fonds voor de beroepsziekten, voorziet verschillende bronnen als financieringsmodaliteiten.

Impactanalyses reeds uitgevoerd > Ja / Nee Indien ja, gelieve een kopie bij te voegen of de referentie van het document te vermelden C. Raadpleging over het ontwerp van regelgeving

Verplichte, facultatieve of informele raadplegingen:

Advies van het Beheerscomité van het FBZ van 9 november 2016 Advies van de Inspectie van Financiën van 24november 2016 Akkoord van de Minister van Budget van @ 2016

D. Bronnen gebruikt om de impactanalyse uit te voeren

Statistieken, referentiedocumenten, organisaties en contactpersonen:

Begroting en statistieken van het Abestfonds

E. Datum van beëindiging van de impactanalyse

22/11/2016

152369/001DOC 54



Welke impact heeft het ontwerp van regelgeving op deze 21 thema’s?

Een ontwerp van regelgeving zal meestal slechts impact hebben op enkele thema’s.

Er wordt een niet-exhaustieve lijst van trefwoorden gegeven om de inschatting van elk thema te vergemakkelijken zonder hiervoor telkens de handleiding te moeten raadplegen. Indien er een positieve en/of negatieve impact is, leg deze uit (gebruik indien nodig trefwoorden) en vermeld welke maatregelen worden genomen om de eventuele negatieve effecten te verlichten/te compenseren.

Voor de thema’s 3, 10, 11 en 21 worden meer gedetailleerde vragen gesteld.

Kansarmoedebestrijding [1]

Menswaardig minimuminkomen, toegang tot kwaliteitsvolle diensten, schuldenoverlast, risico op armoede of sociale uitsluiting (ook bij minderjarigen), ongeletterdheid, digitale kloof

Positieve impact Negatieve impact

Leg uit (gebruik indien nodig trefwoorden). Geen impact

Gelijke kansen en sociale cohesie [2]

Non-discriminatie, gelijke behandeling, toegang tot goederen en diensten, toegang tot informatie, tot onderwijs en tot opleiding, loonkloof, effectiviteit van burgerlijke, politieke en sociale rechten (in het bijzonder voor kwetsbare bevolkingsgroepen, kinderen, ouderen, personen met een handicap en minderheden)


Leg uit. Geen impact

Gelijkheid van vrouwen en mannen [3]

Toegang van vrouwen en mannen tot bestaansmiddelen: inkomen, werk, verantwoordelijkheden, gezondheid/zorg/welzijn, veiligheid, opleiding/kennis/vorming, mobiliteit, tijd, vrije tijd etc.

Uitoefening door vrouwen en mannen van hun fundamentele rechten: burgerlijke, sociale en politieke rechten

1. Op welke personen heeft het ontwerp (rechtstreeks of onrechtstreeks) een impact en wat is de naar geslacht uitgesplitste samenstelling van deze groep(en) van personen? Indien geen enkele persoon betrokken is, leg uit waarom.

Dit heeft betrekking op alle personen, ongeacht hun geslacht. Indien er personen betrokken zijn, beantwoord dan volgende vragen:

2. Identificeer de eventuele verschillen in de respectieve situatie van vrouwen en mannen binnen de materie waarop het ontwerp van regelgeving betrekking heeft.

Indien er verschillen zijn, beantwoord dan volgende vraag:

3. Beperken bepaalde van deze verschillen de toegang tot bestaansmiddelen of de uitoefening van fundamentele rechten van vrouwen of mannen (problematische verschillen)? [J/N] > Leg uit.

4. Identificeer de positieve en negatieve impact van het ontwerp op de gelijkheid van vrouwen en mannen, rekening houdend met de voorgaande antwoorden.

Indien er een negatieve impact is, beantwoord dan volgende vraag:

5. Welke maatregelen worden genomen om de negatieve impact te verlichten/te compenseren?

16 2369/001DOC 54



Gezondheid [4]

Toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg, efficiëntie van het zorgaanbod, levensverwachting in goede gezondheid, behandelingen van chronische ziekten (bloedvatenziekten, kankers, diabetes en chronische ademhalingsziekten), gezondheidsdeterminanten (sociaaleconomisch niveau, voeding, verontreiniging), levenskwaliteit

Positieve impact Negatieve impact Leg uit. Geen impact Dit project zorgt voor adequate financiering van het Asbestfonds, dat een snelle schadevergoeding van de

slachtoffers waarborgt en overigens de financiering mogelijk maakt van preventieprojecten of academisch onderzoek die verband houden met de asbestproblematiek.

Werkgelegenheid [5]

Toegang tot de arbeidsmarkt, kwaliteitsvolle banen, werkloosheid, zwartwerk, arbeids- en ontslagomstandigheden, loopbaan, arbeidstijd, welzijn op het werk, arbeidsongevallen, beroepsziekten, evenwicht privé- en beroepsleven, gepaste verloning, mogelijkheid tot beroepsopleiding, collectieve arbeidsverhoudingen

Positieve impact Negatieve impact Leg uit. Geen impact

Consumptie- en productiepatronen [6]

Prijsstabiliteit of -voorzienbaarheid, inlichting en bescherming van de consumenten, doeltreffend gebruik van hulpbronnen, evaluatie en integratie van (sociale en milieu-) externaliteiten gedurende de hele levenscyclus van de producten en diensten, beheerpatronen van organisaties

Positieve impact Negatieve impact Leg uit. x Geen impact

Economische ontwikkeling [7]

Oprichting van bedrijven, productie van goederen en diensten, arbeidsproductiviteit en productiviteit van hulpbronnen/grondstoffen, competitiviteitsfactoren, toegang tot de markt en tot het beroep, markttransparantie, toegang tot overheidsopdrachten, internationale handels- en financiële relaties, balans import/export, ondergrondse economie, bevoorradingszekerheid van zowel energiebronnen als minerale en organische hulpbronnen


Investeringen [8]

Investeringen in fysiek (machines, voertuigen, infrastructuren), technologisch, intellectueel (software, onderzoek en ontwikkeling) en menselijk kapitaal, nettoinvesteringscijfer in procent van het bbp


Onderzoek en ontwikkeling [9]

Mogelijkheden betreffende onderzoek en ontwikkeling, innovatie door de invoering en de verspreiding van nieuwe productiemethodes, nieuwe ondernemingspraktijken of nieuwe producten en diensten, onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven


Kmo’s [10]

Impact op de ontwikkeling van de kmo’s

1. Welke ondernemingen zijn rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken? Beschrijf de sector(en), het aantal ondernemingen, het % kmo’s (< 50 werknemers), waaronder het % micro-ondernemingen (< 10 werknemers). Indien geen enkele onderneming betrokken is, leg uit waarom.

Geen enkele onderneming is betrokken aangezien dit ontwerp heeft betrekking met de financiering van het Asbestfonds

172369/001DOC 54



Indien er kmo’s betrokken zijn, beantwoord dan volgende vraag:

2. Identificeer de positieve en negatieve impact van het ontwerp op de kmo’s. [N.B.: de impact op de administratieve lasten moet bij thema 11 gedetailleerd worden.]

Indien er een negatieve impact is, beantwoord dan volgende vragen:

3. Is deze impact verhoudingsgewijs zwaarder voor de kmo’s dan voor de grote ondernemingen? [J/N] > Leg uit.

4. Staat deze impact in verhouding tot het beoogde doel? [J/N] > Leg uit.

5. Welke maatregelen worden genomen om deze negatieve impact te verlichten/te compenseren?

Administratieve lasten [11]

Verlaging van de formaliteiten en administratieve verplichtingen die direct of indirect verbonden zijn met de uitvoering, de naleving en/of de instandhouding van een recht, een verbod of een verplichting

De voorgestelde maatregelen omvatten geen nieuwe of bijkomende administratieve lasten. Indien ondernemingen en/of burgers betrokken zijn, beantwoord dan volgende vraag: 1. Identificeer, per betrokken doelgroep, de nodige formaliteiten en verplichtingen voor de toepassing van de

regelgeving. Indien geen enkele onderneming of burger betrokken is, leg uit waarom.

Huidige regelgeving * > Ontwerp van regelgeving **

Indien er formaliteiten en/of verplichtingen zijn, beantwoord dan volgende vragen: 2. Welke documenten en informatie moet elke betrokken doelgroep verschaffen?

Huidige regelgeving > Ontwerp van regelgeving

3. Hoe worden deze documenten en informatie, per betrokken doelgroep, ingezameld?


4. Welke is de periodiciteit van de formaliteiten en verplichtingen, per betrokken doelgroep?


5. Welke maatregelen worden genomen om de eventuele negatieve impact te verlichten/te compenseren?

* Invullen indien er momenteel formaliteiten/verplichtingen bestaan. ** Invullen indien het ontwerp van regelgeving formaliteiten/verplichtingen wijzigt of nieuwe toevoegt.

Energie [12]

Energiemix (koolstofarm, hernieuwbaar, fossiel), gebruik van biomassa (hout, biobrandstoffen), energie-efficiëntie, energieverbruik van de industrie, de dienstensector, de transportsector en de huishoudens, bevoorradingszekerheid, toegang tot energiediensten en -goederen


Mobiliteit [13]

Transportvolume (aantal afgelegde kilometers en aantal voertuigen), aanbod van gemeenschappelijk personenvervoer, aanbod van wegen, sporen en zee- en binnenvaart voor goederenvervoer, verdeling van de vervoerswijzen (modal shift), veiligheid, verkeersdichtheid


18 2369/001DOC 54



Voeding [14]

Toegang tot veilige voeding (kwaliteitscontrole), gezonde en voedzame voeding, verspilling, eerlijke handel


Klimaatverandering [15]

Uitstoot van broeikasgassen, aanpassingsvermogen aan de gevolgen van de klimaatverandering, veerkracht, energie-overgang, hernieuwbare energiebronnen, rationeel energiegebruik, energie-efficiëntie, energieprestaties van gebouwen, winnen van koolstof


Natuurlijke hulpbronnen [16]

Efficiënt beheer van de hulpbronnen, recyclage, hergebruik, waterkwaliteit en -consumptie (oppervlakte- en grondwater, zeeën en oceanen), bodemkwaliteit en -gebruik (verontreiniging, organisch stofgehalte, erosie, drooglegging, overstromingen, verdichting, fragmentatie), ontbossing


Binnen- en buitenlucht [17]

Luchtkwaliteit (met inbegrip van de binnenlucht), uitstoot van verontreinigende stoffen (chemische of biologische agentia: methaan, koolwaterstoffen, oplosmiddelen, SOX, NOX, NH3), fijn stof


Biodiversiteit [18]

Graad van biodiversiteit, stand van de ecosystemen (herstelling, behoud, valorisatie, beschermde zones), verandering en fragmentatie van de habitatten, biotechnologieën, uitvindingsoctrooien in het domein van de biologie, gebruik van genetische hulpbronnen, diensten die de ecosystemen leveren (water- en luchtzuivering, ...), gedomesticeerde of gecultiveerde soorten, invasieve uitheemse soorten, bedreigde soorten


Hinder [19]

Geluids-, geur- of visuele hinder, trillingen, ioniserende, niet-ioniserende en elektromagnetische stralingen, lichtoverlast


Overheid [20]

Democratische werking van de organen voor overleg en beraadslaging, dienstverlening aan gebruikers, klachten, beroep, protestbewegingen, wijze van uitvoering, overheidsinvesteringen


Leg uit. x Geen impact

Beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling [21]

Inachtneming van de onbedoelde neveneffecten van de Belgische beleidsmaatregelen op de belangen van de ontwikkelingslanden

1. Identificeer de eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse impact van het ontwerp op de ontwikkelingslanden op het vlak van: voedselveiligheid, gezondheid en toegang tot geneesmiddelen, waardig werk, lokale en internationale

192369/001DOC 54



handel, inkomens en mobilisering van lokale middelen (taxatie), mobiliteit van personen, leefmilieu en klimaatverandering (mechanismen voor schone ontwikkeling), vrede en veiligheid. Indien er geen enkel ontwikkelingsland betrokken is, leg uit waarom.

Niet van toepassing

Indien er een positieve en/of negatieve impact is, beantwoord dan volgende vraag:

2. Verduidelijk de impact per regionale groepen of economische categorieën (eventueel landen oplijsten); zie bijlage.

Indien er een negatieve impact is, beantwoord dan volgende vraag:

3. Welke maatregelen worden genomen om de negatieve impact te verlichten/te compenseren?

20 2369/001DOC 54


Formulaire d’analyse d’impact

Analyse d'impact intégrée

Référez-vous au manuel pour compléter l’analyse d’impact

Contactez le helpdesk [email protected] pour toute question

Fiche signalétique

A. Auteur

o Membre du Gouvernement compétent > Maggie DE BLOCK

o Contact cellule stratégique (Nom, E-mail, Tél.) > Aurélie MOLLERS

[email protected]

0473 62 05 98

o Administration > SPF Sécurité sociale – DG Politique sociale

o Contact administration (Nom, E-mail, Tél.) > Isabelle VINCENT – [email protected]

B. Projet

Titre de la réglementation Avant-projet de loi modifiant le chapitre VI de la loi programme (I) du 27 décembre 2006 – Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante

Description succincte du projet de réglementation en mentionnant l'origine réglementaire (traités, directive, accord de coopération, actualité, …), les objectifs poursuivis et la mise en œuvre.

La loi-programme du 27 décembre 2006 qui a créé le Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante au sein du Fonds des maladies professionnelles a prévu comme modalités de financement diverses sources. L’objectif est de modifier ce financement afin qu’il corresponde plus aux besoins réels.

Analyses d'impact déjà réalisées > Oui / Non Si oui, veuillez joindre une copie ou indiquer la référence du document

C. Consultations sur le projet de réglementation

Consultations obligatoires, facultatives ou informelles :

Avis du Comité de gestion du FMP du 9 novembre 2016 Avis de l'Inspection des Finances du 24 novembre 2016 Accord du Ministre du Budget du @ 2016

D. Sources utilisées pour effectuer l’analyse d’impact

Statistiques, documents de référence, organisations et personnes de référence :

Budget et statistiques du Fonds amiante

E. Date de finalisation de l’analyse d’impact

22/11/2016

212369/001DOC 54



Quel est l’impact du projet de réglementation sur ces 21 thèmes ?

Un projet de réglementation sera, dans la majorité des dossiers, seulement concerné par quelques thèmes.

Une liste non-exhaustive de mots-clés est présentée pour faciliter l’appréciation de chaque thème, sans pour cela consulter systématiquement le manuel. S’il y a des impacts positifs et/ou négatifs, expliquez-les (sur base des mots-clés si nécessaire) et indiquez les mesures prises pour alléger / compenser les éventuels impacts négatifs.

Pour les thèmes 3, 10, 11 et 21, des questions plus approfondies sont posées.

Lutte contre la pauvreté [1]

Revenu minimum conforme à la dignité humaine, accès à des services de qualité, surendettement, risque de pauvreté ou d’exclusion sociale (y compris chez les mineurs), illettrisme, fracture numérique.

Impact positif Impact négatif -clés si nécessaire) Pas d’impact

Égalité des chances et cohésion sociale [2]

Non-discrimination, égalité de traitement, accès aux biens et services, accès à l’information, à l’éducation et à la formation, écart de revenu, effectivité des droits civils, politiques et sociaux (en particulier pour les populations fragilisées, les enfants, les personnes âgées, les personnes handicapées et les minorités).

Impact positif Impact négatif Pas d’impact

Égalité des femmes et les hommes [3]

Accès des femmes et des hommes aux ressources : revenus, travail, responsabilités, santé/soins/bien-être, sécurité, éducation/savoir/formation, mobilité, temps, loisirs, etc.

Exercice des droits fondamentaux par les femmes et les hommes : droits civils, sociaux et politiques.

1. Quelles personnes sont concernées (directement et indirectement) par le projet et quelle est la composition sexuée de ce(s) groupe(s) de personnes ? Si aucune personne n’est concernée, expliquez pourquoi.

Toutes les personnes sont concernées, indépendamment de leur sexe. Si des personnes sont concernées, répondez aux questions suivantes :

2. Identifiez les éventuelles différences entre la situation respective des femmes et des hommes dans la matière relative au projet de réglementation.

S’il existe des différences, répondez à la question suivante :

3. Certaines de ces différences limitent-elles l’accès aux ressources ou l’exercice des droits fondamentaux des femmes ou des hommes (différences problématiques) ? [O/N] > expliquez

4. Compte tenu des réponses aux questions précédentes, identifiez les impacts positifs et négatifs du projet sur l’égalité des femmes et les hommes ?

S’il y a des impacts négatifs, répondez à la question suivante :

5. Quelles mesures sont prises pour alléger / compenser les impacts négatifs ?

Santé [4]

Accès aux soins de santé de qualité, efficacité de l’offre de soins, espérance de vie en bonne santé, traitements des maladies chroniques (maladies cardiovasculaires, cancers, diabètes et maladies respiratoires chroniques), déterminants de la santé (niveau socio-économique, alimentation, pollution), qualité de la vie.

22 2369/001DOC 54



Impact positif Impact négatif Pas d’impact Ce projet assure un financement adéquat du Fonds amiante qui garantit une indemnisation rapide des victimes et

permet par ailleurs le financement de projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante.

Emploi [5]

Accès au marché de l’emploi, emplois de qualité, chômage, travail au noir, conditions de travail et de licenciement, carrière, temps de travail, bien-être au travail, accidents de travail, maladies professionnelles, équilibre vie privée - vie professionnelle, rémunération convenable, possibilités de formation professionnelle, relations collectives de travail.


Modes de consommation et production [6]

Stabilité/prévisibilité des prix, information et protection du consommateur, utilisation efficace des ressources, évaluation et intégration des externalités (environnementales et sociales) tout au long du cycle de vie des produits et services, modes de gestion des organisations.

Impact positif Impact négatif x Pas d’impact

Développement économique [7]

Création d’entreprises, production de biens et de services, productivité du travail et des ressources/matières premières, facteurs de compétitivité, accès au marché et à la profession, transparence du marché, accès aux marchés publics, relations commerciales et financières internationales, balance des importations/exportations, économie souterraine, sécurité d’approvisionnement des ressources énergétiques, minérales et organiques.


Investissements [8]

Investissements en capital physique (machines, véhicules, infrastructures), technologique, intellectuel (logiciel, recherche et développement) et humain, niveau d’investissement net en pourcentage du PIB.

Impact positif Impact négatif Pas d’impact Click here to enter text.

Recherche et développement [9]

Opportunités de recherche et développement, innovation par l’introduction et la diffusion de nouveaux modes de production, de nouvelles pratiques d’entreprises ou de nouveaux produits et services, dépenses de recherche et de développement.


PME [10]

Impact sur le développement des PME.

1. Quelles entreprises sont directement et indirectement concernées ? Détaillez le(s) secteur(s), le nombre d’entreprises, le % de PME (< 50 travailleurs) dont le % de micro-entreprise (< 10 travailleurs). Si aucune entreprise n’est concernée, expliquez pourquoi.

Ce projet ne concerne pas les entreprises vu qu’il règle le financement du Fonds amiante Si des PME sont concernées, répondez à la question suivante :

2. Identifiez les impacts positifs et négatifs du projet sur les PME. [N.B. les impacts sur les charges administratives doivent être détaillés au thème 11]

S’il y a un impact négatif, répondez aux questions suivantes :

232369/001DOC 54



3. Ces impacts sont-ils proportionnellement plus lourds sur les PME que sur les grandes entreprises ?

[O/N] > expliquez

4. Ces impacts sont-ils proportionnels à l'objectif poursuivi ? [O/N] > expliquez

5. Quelles mesures sont prises pour alléger / compenser les impacts négatifs ?

Charges administratives [11]

Réduction des formalités et des obligations administratives liées directement ou indirectement à l’exécution, au respect et/ou au maintien d’un droit, d’une interdiction ou d’une obligation.

Les mesures proposées ne comportent pas de charges administratives nouvelles ou complémentaires. Si des entreprises et/ou des citoyens sont concernés, répondez à la question suivante : 1. Identifiez, par groupe concerné, les formalités et les obligations nécessaires à l’application de la réglementation. Si

aucune entreprise et aucun citoyen n’est concerné, expliquez pourquoi.

Réglementation actuelle * > Réglementation en projet **

S’il y a des formalités et/ou des obligations, répondez aux questions suivantes : 2. Quels documents et informations chaque groupe concerné doit-il fournir ?

Réglementation actuelle > Réglementation en projet

3. Comment s’effectue la récolte des informations et des documents, par groupe concerné ?


4. Quelles est la périodicité des formalités et des obligations, par groupe concerné ?


5. Quelles mesures sont prises pour alléger / compenser les éventuels impacts négatifs ?

Click here to enter text.

* Ne remplir que s’il y a des formalités/obligations actuellement dans la matière relative au projet.

** Remplir si le projet modifie ou introduit de nouvelles formalités/obligations.

Énergie [12]

Mix énergétique (bas carbone, renouvelable, fossile), utilisation de la biomasse (bois, biocarburants), efficacité énergétique, consommation d’énergie de l’industrie, des services, des transports et des ménages, sécurité d’approvisionnement, accès aux biens et services énergétiques.


Mobilité [13]

Volume de transport (nombre de kilomètres parcourus et nombre de véhicules), offre de transports collectifs, offre routière, ferroviaire, maritime et fluviale pour les transports de marchandises, répartitions des modes de transport (modal shift), sécurité, densité du trafic.


Alimentation [14]

Accès à une alimentation sûre (contrôle de qualité), alimentation saine et à haute valeur nutritionnelle, gaspillages, commerce équitable.


24 2369/001DOC 54



Changements climatiques [15]

Émissions de gaz à effet de serre, capacité d’adaptation aux effets des changements climatiques, résilience, transition énergétique, sources d’énergies renouvelables, utilisation rationnelle de l’énergie, efficacité énergétique, performance énergétique des bâtiments, piégeage du carbone.


Ressources naturelles [16]

Gestion efficiente des ressources, recyclage, réutilisation, qualité et consommation de l’eau (eaux de surface et souterraines, mers et océans), qualité et utilisation du sol (pollution, teneur en matières organiques, érosion, assèchement, inondations, densification, fragmentation), déforestation.


Air intérieur et extérieur [17]

Qualité de l’air (y compris l’air intérieur), émissions de polluants (agents chimiques ou biologiques : méthane, hydrocarbures, solvants, SOx, NOx, NH3), particules fines.


Biodiversité [18]

Niveaux de la diversité biologique, état des écosystèmes (restauration, conservation, valorisation, zones protégées) , altération et fragmentation des habitats, biotechnologies, brevets d’invention sur la matière biologique, utilisation des ressources génétiques, services rendus par les écosystèmes (purification de l’eau et de l’air, …), espèces domestiquées ou cultivées, espèces exotiques envahissantes, espèces menacées.


Nuisances [19]

Nuisances sonores, visuelles ou olfactives, vibrations, rayonnements ionisants, non ionisants et électromagnétiques, nuisances lumineuses.


Autorités publiques [20]

Fonctionnement démocratique des organes de concertation et consultation, services publics aux usagers, plaintes, recours, contestations, mesures d’exécution, investissements publics.


Cohérence des politiques en faveur du développement [21]

Prise en considération des impacts involontaires des mesures politiques belges sur les intérêts des pays en voie de développement.

1. Identifiez les éventuels impacts directs et indirects du projet sur les pays en voie de développement dans les domaines suivants : sécurité alimentaire, santé et accès aux médicaments, travail décent, commerce local et international, revenus et mobilisations de ressources domestiques (taxation), mobilité des personnes, environnement et changements climatiques (mécanismes de développement propre), paix et sécurité. Expliquez si aucun pays en voie de développement n’est concerné

Pas d’application

S’il y a des impacts positifs et/ou négatifs, répondez à la question suivante :

252369/001DOC 54



2. Précisez les impacts par groupement régional ou économique (lister éventuellement les pays). cf. annexe

S’il y a des impacts négatifs, répondez à la question suivante :

3. Quelles mesures sont prises pour les alléger / compenser les impacts négatifs?

26 2369/001DOC 54


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATENR. 60.767/1 VAN 26 JANUARI 2017

Op 28 december 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrek-ken over een voorontwerp van wet “met betrekking tot de fi nanciering van het Asbestfonds”.

Het voorontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 19 januari 2017. De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Patricia De Somere, staatsraden, Marc Rigaux en Michel Tison, assessoren, en Greet Verberckmoes, griffier.

Het vers lag is u i tgebracht door Ri ta Van Den Eeckhout, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix Van Damme, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 januari 2017.

*

AVIS DU CONSEIL D’ÉTATN° 60.767/1 DU 26 JANVIER 2017

Le 28 décembre 2016, le Conseil d ’État, section de législation, a été invité par la ministre des Affaires sociales à communiquer un avis, dans un délai de trente jours, sur un avant-projet de loi “relatif au fi nancement du Fonds amiante”.

L’avant-pro jet a été examiné par la première chambre le 19 janvier 2017. La chambre était compo-sée de Marnix Van Damme, président de chambre, Wilfried Van Vaerenbergh et Patricia De Somere, conseil-lers d’État, Marc Rigaux et Michel Tison, assesseurs, et Greet Verberckmoes, greffier.

Le rappor t a été présenté par R i ta Van Den Eeckhout, auditeur.

La concordance entre la version française et la version néerlandaise de l ’avis a été vérifi ée sous le contrôle de Marnix Van Damme, président de chambre.

L’avis, dont le texte suit, a été donné le 26 janvier 2017.

*

272369/001DOC 54


1. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wet-ten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond,1 alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.

*

STREKKING VAN HET VOORONTWERP VAN WET

2. Het om advies voorgelegde voorontwerp van wet strekt ertoe de regeling van de financiering van het Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers, ook “het Asbestfonds” genoemd, die is vervat in hoofdstuk VI van titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006, aan te passen op een wijze die volgens de memorie van toelichting “beter beantwoordt aan de reële behoeften”.

Daartoe wordt het Asbestfonds belast met een bijkomende opdracht, namelijk de fi nanciering van preventieprojecten en academisch onderzoek zoals die wordt geregeld in het ont-worpen artikel 113, derde tot zesde lid, van de voornoemde programmawet (artikel 2 van het ontwerp). Daarnaast wordt de fi nanciering van het Asbestfonds voor de jaren 2015-2016 geregulariseerd (artikel 3 van het ontwerp), wordt in een overgangsfi nanciering voorzien voor de jaren 2017-2019 (arti-kel 4 van het ontwerp), en wordt de fi nanciering vanaf 2020 op een meer structurele wijze herzien (artikel 5 van het ontwerp). Deze in de tijd gespreide hervorming van de fi nanciering van het Asbestfonds gebeurt telkens door een wijziging of een vervanging van artikel 116 van de programmawet (I) van 27 december 2006, met dien verstande dat de onderscheiden wijzigingen en vervangingen op een in de tijd gedifferentieerde wijze uitwerking krijgen (zie artikel 7 van het ontwerp).

Rekening houdend met de in het ontwerp geregelde her-ziening dient het percentage van de werkgeversbijdrage niet langer te worden geregeld in artikel 2 van het koninklijk besluit

van 11 mei 20072 en dient deze laatste bepaling te worden opgeheven (artikel 6 van het ontwerp).

ONDERZOEK VAN DE TEKST

Artikel 3

3. De memorie van toelichting doet ervan blijken dat de

alternatieve fi nanciering door de Federale Staat, bedoeld in ar-tikel 116, 1°, van de programmawet (I) van 27 december 2006, voor de jaren 2015 en 2016 niet is gebeurd en dat arti-kel 3 van het ontwerp strekt tot een regularisering daarvan.

1 Angezien het om een voorontwerp van wet gaat, wordt onder “rechtsgrond” de overeenstemming met hogere rechtsnormen

verstaan.2 Koninklijk besluit van 11 mei 2007 “ter uitvoering van hoofd-

stuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 decem-ber 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingsfonds voor

asbestslachtoffers”.

1. En application de l’article 84, § 3, alinéa 1er, des lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, la section de législation a fait porter son examen essentiellement sur la compétence de l’auteur de l’acte, le fondement juridique 1 et l’accomplissement des formalités prescrites.

*

PORTÉE DE L’AVANT-PROJET DE LOI

2. L’avant-projet de loi soumis pour avis a pour objet d’adapter le régime de fi nancement du Fonds d’indemni-sation des victimes de l’amiante, également dénommé “le Fonds amiante”, inscrit au chapitre VI du titre IV de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006, de telle manière que, selon l ’exposé des motifs, il “corresponde plus aux besoins réels”.

À cet effet, le Fonds amiante est chargé d’une mission supplémentaire consistant dans le fi nancement de projets de prévention et d’études académiques, tel qu’il est réglé à l’article 113, alinéas 3 à 6, en projet, de la loi-programme précitée (article 2 du projet). En outre, le fi nancement du Fonds amiante est régularisé pour les années 2015-2016 (ar-ticle 3 du projet), un fi nancement transitoire est prévu pour les années 2017-2019 (article 4 du projet) et le fi nancement est revu d’une manière plus structurelle à partir de 2020 (ar-ticle 5 du projet). Cette réforme du fi nancement du Fonds amiante, étalée dans le temps, est chaque fois réalisée par une modifi cation ou un remplacement de l’article 116 de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006, étant entendu que les modifi cations et remplacements en question produisent leurs effets à des dates différentes (voir l ’article 7 du projet).

Compte tenu de la révision réglée dans le projet, le pour-centage de la cotisation patronale ne doit plus être fi xé à l’article 2 de l’arrêté royal du 11 mai 2007 2 et il convient d’abroger cette dernière disposition (article 6 du projet).

EXAMEN DU TEXTE

Article 3

3. Selon l’exposé des motifs, le fi nancement alternatif par

l’État fédéral, visé à l’article 116, 1°, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006, n’a pas eu lieu pour les années 2015 et 2016 et l’article 3 du projet en vise la régularisation. Dans un souci de clarté, il est dès lors préférable de mentionner “le

1 S’agissant d’un avant-projet de loi, on entend par “fondement juridique” la conformité avec les normes supérieures.

2 Arrêté royal du 11 mai 2007 “portant exécution du chapitre VI,

du titre IV, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 portant création d’un Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante”.

28 2369/001DOC 54


In het ontworpen artikel 116, tweede lid, van de voornoemde programmawet wordt bijgevolg ter wille van de duidelijkheid het best melding gemaakt van “het in het eerste lid, 1°, be-doelde bedrag”.

Artikelen 4 en 5

4. Het ontworpen artikel 116, eerste lid, 3° (artikel 4 van het ontwerp) en het ontworpen artikel 116, 3°, van de pro-grammawet (I) van 27 december 2006 (artikel 5 van het ontwerp) luiden:

“een fi nanciering via het sociaal statuut van de zelfstandi-gen voor de tussenkomst van het Asbestfonds ten gunste van de zelfstandigen die slachtoffers zijn van asbestose, dat door de Koning kan worden vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad”.

In de memorie van toelichting wordt er met betrekking tot de aangehaalde bepaling op gewezen dat er op dit punt “geen wijziging (is) ten opzichte van de huidige situatie” en dat de betrokken fi nanciering zal gebeuren door middel van “een bedrag gebaseerd op de reële kosten van de zelfstandigen”. Het blijft evenwel onduidelijk op grond van welke criteria de Koning kan beslissen om al dan niet te voorzien in een fi nanciering “via het sociaal statuut van de zelfstandigen”. De wetgever zou dergelijke criteria in de tekst van het ontwerp moeten inschrijven, dan wel zou wat dat betreft minstens in de memorie van toelichting een meer uitgewerkte verduidelijking moeten worden opgenomen.

5. In het ontworpen artikel 116, eerste lid, 5° (artikel 4 van het ontwerp) en het ontworpen artikel 116, 5°, van de program-mawet (I) van 27 december 2006 (artikel 5 van het ontwerp) wordt melding gemaakt van “Fedris”. Bedoeld wordt het “Federaal agentschap voor beroepsrisico’s”, zoals dit op 1 januari 2017 is ontstaan uit de fusie van het Fonds voor de beroepsziekten en het Fonds voor arbeidsongevallen.

Duidelijkheidshalve verdient het aanbeveling om in de ontwor-pen bepalingen te schrijven “… dat het Federaal agentschap

voor beroepsrisico’s (Fedris) uitoefent …”.

6. In de Franse tekst van het ontworpen artikel 116, 2°, eer-ste lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006 (arti-kel 5 van het ontwerp), dient de verwijzing naar de voorafname van de op 1 januari 2017 tot stand gebrachte reserve in het Asbestfonds door de zelfstandigen, aan een bijkomend na-

zicht te worden onderworpen. Er lijkt immers op overtollige wijze twee keer aan die voorafname te worden gerefereerd.

montant visé à l’alinéa 1er, 1°” dans l’article 116, alinéa 2, en projet, de la loi-programme précitée.

Articles 4 et 5

4. L’article 116, alinéa 1er, 3°, en projet, (article 4 du pro-jet) et l’article 116, 3°, en projet, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 (article 5 du projet) énoncent:

“un fi nancement par le biais du statut social des travailleurs indépendants pour l’intervention du Fonds amiante en faveur des travailleurs indépendants victimes de l’asbestose, qui peut être fi xé par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres”.

L’exposé des motifs relève à propos de la disposition préci-tée que, sur ce point, “[il n’y a] pas de modifi cation par rapport à la situation actuelle” et que le fi nancement concerné se fera à l’aide d’“un montant basé sur les frais réels dans le chef des indépendants”. On n’aperçoit cependant pas clairement sur la base de quels critères le Roi peut décider de prévoir ou non un fi nancement “par le biais du statut social des travailleurs indépendants”. Il conviendrait que le législateur inscrive ces critères dans le texte du projet ou qu’à tout le moins, l’exposé des motifs donne des explications plus détaillées à ce sujet.

5. À l’article 116, alinéa 1er, 5°, en projet, (article 4 du pro-jet) et à l’article 116, 5°, en projet, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 (article 5 du projet), il est fait mention de “Fedris”. Il s’agit de l’ “Agence fédérale des risques profes-sionnels”, telle qu’elle est née le 1er janvier 2017 de la fusion du Fonds des maladies professionnelles et du Fonds des accidents du travail. Par souci de clarté, il est recommandé d’écrire dans les dispositions en projet “... exercé par l’Agence fédérale des risques professionnels (Fedris) conformément ...”.

6. Dans le texte français de l’article 116, 2°, alinéa 1er, en projet, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 (article 5 du projet), on réexaminera la référence au prélèvement de la réserve constituée au 1er janvier 2017 dans le Fonds amiante par les indépendants. En effet, il semble qu’il soit fait inutilement mention, à deux reprises, de ce prélèvement.

292369/001DOC 54


7. In de ontworpen bepalingen wordt telkens mel-ding gemaakt van “het Asbestfonds”. In het ontworpen artikel 116, 2°, derde lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006 (artikel 5 van het ontwerp) wordt evenwel de afkorting “AFA” gebruikt. Ter wille van de redactionele eenvormigheid wordt in dat lid evenwel het best ook van “het Asbestfonds” melding gemaakt.

De griffier, De voorzitter

Greet VERBERCKMOES Marnix VAN DAMME

7. Les dispositions en projet font chaque fois mention du “Fonds amiante”. Or, l’article 116, 2°, alinéa 3, en projet, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 (article 5 du projet) utilise l ’abréviation “AFA”. Toutefois, dans un souci d’uni-formité rédactionnelle, mieux vaudrait utiliser aussi “Fonds d’amiante” dans cet alinéa.

Le greffier, Le président

Greet VERBERCKMOES Marnix VAN DAMME

30 2369/001DOC 54


WETSONTWERP

FILIP,

KONING DER BELGEN,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

op de voordracht van de minister van Sociale Zaken,

HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ:

De minister van Sociale Zaken is ermee belast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in onze naam bij de Kamer van volksvertegenwoordigers in te dienen:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2

Opdracht en werking van het Asbestfonds

Art. 2

Ar t ike l 113 van de programmawet (I) van 27 december 2006 wordt aangevuld met 4 leden, luidende:

“Het Asbestfonds kan eveneens, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten, preventiepro-jecten of academisch onderzoek financieren die verband houden met de asbestproblematiek binnen de grenzen bedoeld in artikel 116, eerste lid, 1°.

Een forfaitair bedrag van maximum 650 000 euro, voorafgenomen van de inkomsten bedoeld in artikel 116, eerste lid, 1°, 2° en 3° kan jaarlijks besteed worden aan deze projecten of onderzoeken, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad.

Het bedrag voorafgenomen van de inkomsten be-doeld in artikel 116, eerste lid, 3° is gelijk aan 5 % van het

PROJET DE LOI

PHILIPPE,

ROI DES BELGES,

À tous, présents et à venir,SALUT.

sur la proposition de la ministre des Affaires so-ciales,

NOUS AVONS ARRÊTÉ ET ARRÊTONS:

La ministre des Affaires sociales est chargée de pré-senter en notre nom à la Chambre des représentants le projet de loi dont la teneur suit:

CHAPITRE IER

DISPOSITIONS GÉNÉRALES

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de la Constitution.

CHAPITRE 2

Mission et fonctionnement du Fonds amiante

Art. 2

L’ar t i c le 113 de la lo i programme (I) du 27 décembre 2006 est complété par quatre alinéas, rédigés comme suit:

“Le Fonds amiante peut également, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, financer des projets de prévention ou d’études acadé-miques en lien avec la problématique de l’amiante dans les limites visées à l’article 116, alinéa 1er, 1°.

Une somme forfaitaire de maximum 650 000 euros, prélevée des ressources visées à l’article 116, alinéa 1er, 1°, 2° et 3° peut être attribuée annuellement à ces projets ou études, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, par arrêté délibéré en Conseil des ministres.

Le montant prélevé des ressources visées à l’article 116, alinéa 1er, 3° équivaut à 5 % de la somme forfaitaire

312369/001DOC 54


forfaitair bedrag bedoeld in het vierde lid en mag jaarlijks 50 000 euro niet overschrijden. Dit bedrag wordt tot en met 2025 gefinancierd met de financieringsoverschot-ten die voortkomen uit de reserve van het asbestfonds dat tot stand werd gebracht door het globaal financieel beheer van het sociaal statuut van de zelfstandigen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 november 1996 strekkende tot invoering van een globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.

Op 1 januari 2019 wordt het forfaitair bedrag van 650 000 euro, bedoeld in het vierde lid, gekoppeld aan het spilindexcijfer van kracht tijdens de maand decem-ber 2018.

Vanaf 2020, wordt het jaarlijks op 1 januari geïn-dexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.”.

HOOFDSTUK 3

Hervorming 2015-2016 van de financiering van het Asbestfonds

Art. 3

Artikel 116, enig lid, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 december 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende:

“Desalniettemin is voor de jaren 2015-2016 het in het eerste lid, 1°, bedoelde bedrag niet verschuldigd.”.

HOOFDSTUK 4

Overgangshervorming 2017-2019 van de financiering van het Asbestfonds

Art. 4

Artikel 116 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet-ten van 21 december 2007, 22 december 2008,

visée à l’alinéa 4 et ne peut dépasser 50 000 euros par an. Ce montant est financé jusqu’en 2025 inclus par les excédents de financement provenant de la réserve du Fonds amiante qui a été constituée par la gestion financière globale du statut social des travailleurs indé-pendants visée à l’article 2, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 18 novembre 1996 visant l’introduction d’une gestion financière globale dans le statut social des travailleurs indépendants, en application du chapitre I du titre VI de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions.

Au 1er janvier 2019, la somme forfaitaire de 650 000 eu-ros visée à l’alinéa 4 sera rattachée à l’indice-pivot qui sera en vigueur au mois de décembre 2018.

A partir de 2020, elle sera indexée annuellement au 1er janvier conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l’indice des prix à la consommation des traitements, salaires, pensions, allocations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des travail-leurs, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux travailleurs indépendants.”.

CHAPITRE 3

Réforme 2015-2016 du financement du Fonds amiante

Art. 3

L’article 116, alinéa unique, 1°, de la même loi, modifié par la loi du 21 décembre 2007, est complété par un alinéa rédigé comme suit:

“Toutefois, pour les années 2015 et 2016 , le montant visé à l’alinéa 1er , 1°, n’est pas dû.”.

CHAPITRE 4

Réforme transitoire 2017-2019 du financement du Fonds amiante

Art. 4

L’article 116 de la même loi, modifié par les lois des 21 décembre 2007, 22 décembre 2008,

32 2369/001DOC 54


23 december 2009 en 21 december 2013, wordt ver-vangen als volgt:


1° de opbrengst van bijdragen ten laste van de werkgevers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de werk-gevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veilig-heid van de zeelieden ter koopvaardij en de werkgevers van studenten bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld op 0,01 % van de lonen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen. De bijdrage is ieder jaar verschuldigd in het eerste en het tweede trimester.

De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbij-dragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de werknemers.

De opbrengst van de bijdrage wordt door de bevoeg-de inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen gestort aan het Asbestfonds.

De bepalingen van de algemene regeling van de so-ciale zekerheid voor werknemers, met name wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de betalingstermijnen, de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalingen, het toezicht, de bevoeg-de rechter ingeval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen, zijn van toepassing.

Onverminderd de toepassing van de andere burger-lijke sancties en de strafbepalingen, is de werkgever ten aanzien van wie wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aangiften heeft gedaan om de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken, een forfaitaire vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan het dubbel van de ontdoken bijdragen, en

23 décembre 2009 et 21 décembre 2013, est remplacé par ce qui suit:

“Art. 116. Les ressources du Fonds amiante sont constituées par:

1° le produit des cotisations à charge des employeurs assujettis en tout ou en partie à la loi du 27 juin 1969 ré-visant l ’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, des employeurs assujettis à l’arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande ainsi que des employeurs des étudiants visés à l’ar-ticle 17bis de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l ’arrêté-loi du 27 juin 1969 révisant l ’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.

Le taux de la cotisation est fixé à 0,01 % des rému-nérations qui sont prises en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale. La cotisation est due pour le premier et deuxième trimestre de chaque année.

La cotisation est payée par l’employeur à l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, dans les mêmes délais et dans les mêmes conditions que les cotisations de sécurité sociale pour les travailleurs salariés.

Le produit de la cotisation est transmis par l’orga-nisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

Les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justification des cotisa-tions, les délais en matière de paiement, l’application des sanctions civiles et les dispositions pénales, le contrôle, le juge compétent en cas de contestation, la prescription en matière d’actions judiciaires, le privi-lège et la communication du montant de la créance de l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, sont applicables.

Sans préjudice de l’application des autres sanctions civiles et des dispositions pénales, l’employeur à l’égard duquel il est établi qu’il a commis une ou plusieurs fausses déclarations visant à éluder le paiement de la cotisation ou partie de celui-ci, est redevable d’une indemnité forfaitaire dont le montant est égal au double des cotisations éludées, et dont le produit est transmis

332369/001DOC 54


waarvan de opbrengst door de bevoegde inningsinstel-ling van de socialezekerheidsbijdragen wordt gestort aan het Asbestfonds.

2° een dotatie van de Federale Staat die, samen met de bijdrage bedoeld in 1°, toelaat de uitgaven van het Asbestfonds te dekken, met uitzondering van het for-faitair bedrag bedoeld in 3° dat wordt voorafgenomen van de reserve tot stand gebracht op 1 januari 2017 in het Asbestfonds door de zelfstandigen, voor de preven-tieprojecten of het academisch onderzoek die verband houden met de asbestproblematiek.

Deze dotatie wordt ingeschreven op de begroting van de FOD Sociale Zekerheid. De dotatie wordt toegewe-zen per trimestriële schijf, ten laatste op het einde van de eerste maand van het trimester, aan het Asbestfonds.

3° een financiering via het sociaal statuut van de zelfstandigen voor de tussenkomst van het Asbestfonds ten gunste van de zelfstandigen die slachtoffers zijn van asbestose, die door de Koning kan worden vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad;


5° de teruggevorderde bedragen bekomen ingevolge een subrogatierecht dat het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris) uitoefent overeenkomstig de bepalingen van artikel 125, § 3.

Indien bij de voorbereiding van de begrotingen 2017, 2018 en 2019 blijkt dat de dotatie berekend overeen-komstig het eerste lid, 2° 10 miljoen euro overschrijdt, kan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten, het bedrag en de periodiciteit van de betaling van de bijdrage bedoeld in het eerste lid, 1° wijzigen.”.

HOOFDSTUK 5

Structurele hervorming van de financiering van het Asbestfonds vanaf 2020

Art. 5

Artikel 116 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet-ten van 21 december 2007, 22 december 2008, 23 december 2009 en 21 december 2013, wordt ver-vangen als volgt:


par l’organisme compétent de perception des cotisa-tions de sécurité sociale au Fonds amiante.

2° une dotation de l’État fédéral qui, en complément de la cotisation visée au 1°, permet de couvrir les dépenses du Fonds amiante, à l’exception du montant forfaitaire visé dans le 3° prélevé pour les projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l ’amiante à charge de la réserve constituée au 1er janvier 2017 dans le Fonds amiante par les travailleurs indépendants.

Cette dotation est inscrite au budget du SPF Sécurité Sociale. La dotation est versée par tranche trimestrielle, au plus tard à la fin du premier mois du trimestre, au Fonds amiante.

3° un financement par le biais du statut social des travailleurs indépendants pour l’intervention du Fonds amiante en faveur des travailleurs indépendants vic-times de l’asbestose, qui peut être fixé par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres;


5° les récupérations obtenues à la suite d’un droit de subrogation exercé par l’Agence fédérale des risques professionnels (Fedris) conformément aux dispositions de l’article 125, § 3.

Si lors de la préparation des budgets 2017, 2018 et 2019, il apparait que la dotation calculée conformément à l’alinéa 1er, 2° dépasse 10 millions d’euros, le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres et sur proposition du Comité de gestion des maladies profes-sionnelles, modifier le taux et la périodicité de paiement de la cotisation visée à l’alinéa 1er, 1°.”.

CHAPITRE 5

Réforme structurelle du financement du Fonds amiante a partir de 2020

Art. 5

L’article 116 de la même loi, modifié par les lois du 21 décembre 2007, 22 décembre 2008, 23 décembre 2009 et 21 décembre 2013, est remplacé par ce qui suit:

“Art. 116. Les ressources du Fonds amiante sont constituées par:

34 2369/001DOC 54


1° de opbrengst van bijdragen ten laste van de werkgevers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de werk-gevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veilig-heid van de zeelieden ter koopvaardij en de werkgevers van studenten bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld op 0,01 % van de lonen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen. De Koning bepaalt jaarlijks, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, ten laatste in decem-ber van het jaar dat voorafgaat, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten, op basis van de begrotingsvooruitzichten, het aantal trimesters waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Bij gebrek aan een besluit genomen binnen de voormelde termijn, is de bijdrage verschuldigd voor het eerste en het tweede trimester.

De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de bevoegde inningsinstelling van de sociale zekerheids-bijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de sociale zekerheidsbijdragen voor de werknemers.

De opbrengst van de bijdrage wordt door de bevoeg-de inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen gestort aan het Asbestfonds.

De bepalingen van de algemene regeling van de so-ciale zekerheid voor werknemers, met name wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de betalingstermijnen, de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalingen, het toezicht, de bevoeg-de rechter ingeval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de bevoegde inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen, zijn van toepassing.

Onverminderd de toepassing van de andere burger-lijke sancties en de strafbepalingen, is de werkgever ten aanzien van wie wordt vastgesteld dat hij één of meerdere valse aangiften heeft gedaan om de betaling van de bijdrage of een deel ervan te ontduiken, een forfaitaire vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan het dubbel van de ontdoken bijdragen, en

1° le produit des cotisations à charge des employeurs assujettis en tout ou en partie à la loi du 27 juin 1969 ré-visant l ’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, des employeurs assujettis à l’arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande ainsi que des employeurs des étudiants visés à l’ar-ticle 17bis de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l ’arrêté-loi du 27 juin 1969 révisant l ’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.

Le taux de la cotisation est fixé à 0,01 % des rémunérations qui sont prises en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale. Le Roi détermine annuellement par arrêté délibéré en Conseil des ministres, au plus tard en décembre de l’année qui précède, sur proposition du Comité de gestion des maladies professionnelles, sur base des prévisions budgétaires, le nombre de trimestres pour lesquels la cotisation est due. A défaut d’arrêté pris dans le délai susmentionné, la cotisation est due pour le premier et deuxième trimestre.

La cotisation est payée par l’employeur à l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, dans les mêmes délais et dans les mêmes conditions que les cotisations de sécurité sociale pour les travailleurs salariés.

Le produit de la cotisation est transmis par l’orga-nisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale au Fonds amiante.

Les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justification des cotisa-tions, les délais en matière de paiement, l’application des sanctions civiles et les dispositions pénales, le contrôle, le juge compétent en cas de contestation, la prescription en matière d’actions judiciaires, le privi-lège et la communication du montant de la créance de l’organisme compétent de perception des cotisations de sécurité sociale, sont applicables.

Sans préjudice de l’application des autres sanctions civiles et des dispositions pénales, l’employeur à l’égard duquel il est établi qu’il a commis une ou plusieurs fausses déclarations visant à éluder le paiement de la cotisation ou partie de celui-ci, est redevable d’une indemnité forfaitaire dont le montant est égal au double des cotisations éludées, et dont le produit est transmis

352369/001DOC 54


waarvan de opbrengst door de bevoegde inningsinstel-ling van de socialezekerheidsbijdragen wordt gestort aan het Asbestfonds.

2° een dotatie van de Federale Staat die, samen met de bijdrage bedoeld in 1°, toelaat de uitgaven van het Asbestfonds te dekken, met uitzondering, tot en met 2025, van het forfaitair bedrag vermeld in 3° dat wordt voorafgenomen van de reserve tot stand gebracht op 1 januari 2017 in het Asbestfonds door de zelfstandigen, voor de preventieprojecten of het academisch onder-zoek die verband houden met de asbestproblematiek.

Deze dotatie wordt ingeschreven op de begroting van de FOD Sociale Zekerheid. De dotatie wordt toegewe-zen per trimestriële schijf, ten laatste op het einde van de eerste maand van het trimester, aan het Asbestfonds.

De te veel ontvangen financiering of het tekort aan financiering bij het afsluiten van de rekeningen van het Asbestfonds zal deel uitmaken van een regularisatie: in het geval van een tekort aan financiering zal de dotatie van het volgende jaar worden verhoogd met het over-eenkomstig bedrag, en in geval van te veel ontvangen financiering, zal het Asbestfonds dit terugstorten aan de Staat.

3° een financiering via het sociaal statuut van de zelfstandigen voor de tussenkomst van het Asbestfonds ten gunste van de zelfstandigen die slachtoffers zijn van asbestose, dat door de Koning kan worden vastgesteld bij een besluit genomen na overleg in de Ministerraad;


5° de teruggevorderde bedragen bekomen ingevolge een subrogatierecht dat het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris) uitoefent overeenkomstig de bepalingen van artikel 125, § 3.”.

HOOFDSTUK 6

Slotbepalingen en inwerkingtreding

Art. 6

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de program-mawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers wordt opgeheven.

par l’organisme compétent de perception des cotisa-tions de sécurité sociale au Fonds amiante.

2° une dotation de l’État fédéral qui en complément de la cotisation visée au 1° permet de couvrir les dé-penses du Fonds amiante, à l’exception, jusqu’en 2025, du montant forfaitaire visé au 3° prélevé de la réserve constituée au 1er janvier 2017 dans le Fonds amiante par les indépendant, pour les projets de prévention ou d’études académiques en lien avec la problématique de l’amiante.

Cette dotation est inscrite au budget du SPF Sécurité Sociale. La dotation est versée par tranche trimestrielle, au plus tard à la fin du premier mois du trimestre, au Fonds amiante.

Le trop-perçu ou le manque de financement constaté lors de la clôture des comptes du Fonds amiante fera l’objet d’une régularisation: en cas d’un manque de financement, la dotation de l’année suivante sera aug-mentée à due concurrence et, en cas de trop-perçu, le Fonds amiante remboursera l’État.

3° un financement par le biais du statut social des travailleurs indépendants pour l’intervention du Fonds amiante en faveur des travailleurs indépendants vic-times de l’asbestose, qui peut être fixé par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres;


5° les récupérations obtenues à la suite d’un droit de subrogation exercé par l’Agence fédérale des risques professionnels (Fedris) conformément aux dispositions de l’article 125, § 3.”.

CHAPITRE 6

Dispositions finales et entrée en vigueur

Art. 6

L’article 2 de l’arrêté royal du 11 mai 2007 portant exécution du chapitre VI, du titre IV, de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 portant création d’un Fonds d’indemnisation des victimes de l’amiante est abrogé.

36 2369/001DOC 54


Art. 7

Deze wet heef t uitwerking met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van hoofdstuk 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2015 en van hoofdstuk 5 dat in werking treedt op 1 januari 2020.

Brussel, 6 maart 2017

FILIP

VAN KONINGSWEGE :

De minister van Sociale zaken,

Maggie DE BLOCK

De minister van Zelfstandigen,

Willy BORSUS

Art. 7

La présente loi produit ses effets le 1er janvier 2017, à l ’exception du chapitre 3 qui produit ses effets le 1er janvier 2015 et du chapitre 5 qui entre en vigueur le 1er janvier 2020.

Bruxelles, le 6 mars 2017

PHILIPPE

PAR LE ROI :

La ministre des Affaires sociales,

Maggie DE BLOCK

Le ministre des Indépendants,

Willy BORSUS

372369/001DOC 54


COÖRDINATIE VAN DE ARTIKELEN COORDINATION DES ARTICLES

38 2369/001DOC 54


Art.

Huid

ige

teks

t (m

et 2

015-

2016

)

Aang

epas

te

teks

t 01

-01-

2017

to

t 31

-12-

2019

Aa

ngep

aste

teks

t van

af 0

1-01

-202

0

A

fdel

ing

1. -

Opd

rach

t en

wer

king

van

het

As

best

fond

s.

113

Bij h

et F

onds

voo

r de

bero

epsz

iekt

en, b

edoe

ld

bij

de w

ette

n be

tref

fend

e de

pre

vent

ie v

an

bero

epsz

iekt

en

en

de

verg

oedi

ng

van

de

scha

de

die

uit

die

ziekt

en

voor

tvlo

eit,

geco

ördi

neer

d op

3 j

uni

1970

, w

ordt

een

"

Scha

delo

osst

ellin

gfon

ds

voor

as

best

slach

toffe

rs "

opg

eric

ht,

hier

na "

het

As

best

fond

s " g

enoe

md.

Bij

het

Fond

s vo

or

de

bero

epsz

iekt

en,

bedo

eld

bij

de

wet

ten

betr

effe

nde

de

prev

entie

va

n be

roep

szie

kten

en

de

ve

rgoe

ding

van

de

scha

de d

ie u

it di

e zie

kten

vo

ortv

loei

t, ge

coör

dine

erd

op 3

jun

i 19

70,

wor

dt e

en "

Sch

adel

ooss

telli

ngfo

nds

voor

as

best

slach

toffe

rs "

opg

eric

ht,

hier

na "

het

As

best

fond

s " g

enoe

md.

Bij h

et F

onds

voo

r de

ber

oeps

ziekt

en, b

edoe

ld

bij

de w

ette

n be

tref

fend

e de

pre

vent

ie v

an

bero

epsz

iekt

en e

n de

ver

goed

ing

van

de s

chad

e di

e ui

t die

ziek

ten

voor

tvlo

eit,

geco

ördi

neer

d op

3

juni

19

70,

wor

dt

een

" Sc

hade

loos

stel

lingf

onds

voo

r as

best

slach

toffe

rs

" op

geric

ht,

hier

na

" he

t As

best

fond

s "

geno

emd.

He

t Asb

estf

onds

hee

ft to

t doe

l, on

der d

e in

dit

hoof

dstu

k be

paal

de

voor

waa

rden

, ee

n ve

rgoe

ding

to

e te

ke

nnen

al

s sc

hade

loos

stel

ling

voor

de

sc

hade

vo

ortv

loei

end

uit e

en b

loot

stel

ling

aan

asbe

st.

Het

Asbe

stfo

nds

heef

t to

t do

el, o

nder

de

in

dit

hoof

dstu

k be

paal

de v

oorw

aard

en,

een

verg

oedi

ng

toe

te

kenn

en

als

scha

delo

osst

ellin

g vo

or

de

scha

de

voor

tvlo

eien

d ui

t ee

n bl

oots

telli

ng

aan

asbe

st.

Het

Asbe

stfo

nds

heef

t to

t do

el, o

nder

de

in d

it ho

ofds

tuk

bepa

alde

vo

orw

aard

en,

een

verg

oedi

ng to

e te

ken

nen

als

scha

delo

osst

ellin

g vo

or

de

scha

de

voor

tvlo

eien

d ui

t ee

n bl

oots

telli

ng a

an a

sbes

t.

Het

Asbe

stfo

nds

kan

even

eens

, op

voo

rste

l va

n he

t Be

heer

scom

ité

voor

de

be

roep

szie

kten

, pr

even

tiepr

ojec

ten

of

acad

emisc

h on

derz

oek

finan

cier

en

die

verb

and

houd

en m

et d

e as

best

prob

lem

atie

k bi

nnen

de

gren

zen

bedo

eld

in a

rtik

el 1

16,

eers

te li

d, 1

°.

Het A

sbes

tfond

s ka

n ev

enee

ns, o

p vo

orst

el v

an

het

Behe

ersc

omité

vo

or

de

bero

epsz

iekt

en,

prev

entie

proj

ecte

n of

ac

adem

isch

onde

rzoe

k fin

anci

eren

di

e ve

rban

d ho

uden

m

et

de

asbe

stpr

oble

mat

iek

binn

en d

e gr

enze

n be

doel

d in

art

ikel

116

, eer

ste

lid, 1

°.

Een

forf

aita

ir be

drag

van

max

imum

650

.000

eu

ro,

voor

afge

nom

en

van

de

inko

mst

en

bedo

eld

in a

rtik

el 1

16, e

erst

e lid

, 1°,

2° e

n 3°

ka

n ja

arlij

ks

best

eed

wor

den

aan

deze

Een

forf

aita

ir be

drag

van

max

imum

650

.000

eu

ro,

voor

afge

nom

en

van

de

inko

mst

en

bedo

eld

in a

rtik

el 1

16,

eers

te li

d, 1

°, 2°

en

3°

kan

jaar

lijks

bes

teed

wor

den

aan

deze

pro

ject

en

392369/001DOC 54


proj

ecte

n of

ond

erzo

eken

, op

voo

rste

l va

n he

t Be

heer

scom

ité v

oor

de b

eroe

pszie

kten

bi

j ee

n be

sluit

geno

men

na

over

leg

in d

e M

inist

erra

ad.

of

onde

rzoe

ken,

op

vo

orst

el

van

het

Behe

ersc

omité

voo

r de

ber

oeps

ziekt

en b

ij ee

n be

sluit

geno

men

na

over

leg

in d

e M

inist

erra

ad.

Het

bedr

ag

voor

afge

nom

en

van

de

inko

mst

en b

edoe

ld in

art

ikel

116

, eer

ste

lid,

3° is

gel

ijk a

an 5

% v

an h

et fo

rfai

tair

bedr

ag

bedo

eld

in h

et v

ierd

e lid

en

mag

jaa

rlijk

s 50

.000

eur

o ni

et o

vers

chrij

den.

Dit

bedr

ag

wor

dt t

ot e

n m

et 2

025

gefin

anci

erd

met

de

finan

cier

ings

over

scho

tten

d i

e vo

ortk

omen

ui

t de

res

erve

van

het

asb

estf

onds

dat

tot

st

and

wer

d ge

brac

ht

door

he

t gl

obaa

l fin

anci

eel b

ehee

r van

het

soc

iaal

sta

tuut

van

de

zel

fsta

ndig

en, b

edoe

ld in

art

ikel

2, e

erst

e lid

, va

n he

t ko

nink

lijk

beslu

it va

n 18

no

vem

ber 1

996

stre

kken

de to

t inv

oerin

g va

n ee

n gl

obaa

l fin

anci

eel b

ehee

r in

het

soc

iaal

st

atuu

t de

r ze

lfsta

ndig

en,

met

toe

pass

ing

van

hoof

dstu

k I v

an t

itel V

I van

de

wet

van

26

juli

1996

tot m

oder

nise

ring

van

de s

ocia

le

zeke

rhei

d en

to

t vr

ijwar

ing

van

de

leef

baar

heid

va

n de

w

ette

lijke

pe

nsio

enst

else

ls.

Het

bedr

ag v

oora

fgen

omen

van

de

inko

mst

en

bedo

eld

in a

rtik

el 1

16, e

erst

e lid

, 3° i

s ge

lijk

aan

5 %

van

het

for

faita

ir be

drag

bed

oeld

in

het

vier

de l

id e

n m

ag j

aarli

jks

50.0

00 e

uro

niet

ov

ersc

hrijd

en.

Dit

bedr

ag w

ordt

tot

en

met

20

25

gefin

anci

erd

met

de

fin

anci

erin

gsov

ersc

hott

en d

ie v

oort

kom

en u

it de

res

erve

van

het

asb

estf

onds

dat

tot

sta

nd

wer

d ge

brac

ht

door

he

t gl

obaa

l fin

anci

eel

behe

er

van

het

soci

aal

stat

uut

van

de

zelfs

tand

igen

, be

doel

d in

art

ikel

2,

eers

te l

id,

van

het

koni

nklij

k be

sluit

van

18 n

ovem

ber

1996

str

ekke

nde

tot

invo

erin

g va

n ee

n gl

obaa

l fin

anci

eel

behe

er i

n he

t so

ciaa

l st

atuu

t de

r ze

lfsta

ndig

en,

met

toe

pass

ing

van

hoof

dstu

k I

van

titel

VI

van

de w

et v

an 2

6 ju

li 19

96 t

ot

mod

erni

serin

g va

n de

soc

iale

zek

erhe

id e

n to

t vr

ijwar

ing

van

de le

efba

arhe

id v

an d

e w

ette

lijke

pe

nsio

enst

else

ls.

Op

1 ja

nuar

i 20

19

wor

dt

het

forf

aita

ir be

drag

van

650

.000

eur

o, b

edoe

ld i

n he

t vi

erde

lid,

gek

oppe

ld a

an h

et s

pilin

dexc

ijfer

va

n kr

acht

tijd

ens d

e m

aand

dec

embe

r 201

8.

Vana

f 20

20, w

ordt

het

jaar

lijks

op

1 ja

nuar

i ge

ïnde

xeer

d ov

eree

nkom

stig

de

bepa

linge

n va

n de

wet

van

2 a

ugus

tus

1971

hou

dend

e

Op

1 ja

nuar

i 201

9 w

ordt

het

for

faita

ir be

drag

va

n 65

0.00

0 eu

ro,

bedo

eld

in h

et v

ierd

e lid

, ge

kopp

eld

aan

het

spili

ndex

cijfe

r va

n kr

acht

tij

dens

de

maa

nd d

ecem

ber 2

018.

Va

naf

2020

, w

ordt

het

jaa

rlijk

s op

1 j

anua

ri ge

ïnde

xeer

d ov

eree

nkom

stig

de

bepa

linge

n va

n de

w

et

van

2 au

gust

us

1971

ho

uden

de

40 2369/001DOC 54


inric

htin

g va

n ee

n st

else

l waa

rbij

de w

edde

n,

lone

n,

pens

ioen

en,

toel

agen

en

te

gem

oetk

omin

gen

ten

last

e va

n de

op

enba

re

scha

tkist

, so

mm

ige

soci

ale

uitk

erin

gen,

de

be

zold

igin

gsgr

enze

n w

aarm

ee r

eken

ing

dien

t ge

houd

en b

ij de

be

reke

ning

van

som

mig

e bi

jdra

gen

van

de

soci

ale

zeke

rhei

d de

r ar

beid

ers,

alsm

ede

de

verp

licht

inge

n op

soc

iaal

geb

ied

opge

legd

aa

n de

zel

fsta

ndig

en, a

an h

et in

dexc

ijfer

van

de

con

sum

ptie

prijz

en w

orde

n ge

kopp

eld.

inric

htin

g va

n ee

n st

else

l w

aarb

ij de

wed

den,

lo

nen,

pe

nsio

enen

, to

elag

en

en

tege

moe

tkom

inge

n te

n la

ste

van

de o

penb

are

scha

tkist

, so

mm

ige

soci

ale

uitk

erin

gen,

de

be

zold

igin

gsgr

enze

n w

aarm

ee r

eken

ing

dien

t ge

houd

en

bij

de

bere

keni

ng

van

som

mig

e bi

jdra

gen

van

de

soci

ale

zeke

rhei

d de

r ar

beid

ers,

alsm

ede

de v

erpl

icht

inge

n op

soc

iaal

ge

bied

opg

eleg

d aa

n de

zel

fsta

ndig

en, a

an h

et

inde

xcijf

er v

an d

e co

nsum

ptie

prijz

en w

orde

n ge

kopp

eld.

Afde

ling

2. -

Fina

ncie

ring

116

Al. 1

De

inko

mst

en v

an h

et A

sbes

tfon

ds b

esta

an u

it :

De in

kom

sten

van

het

Asb

estf

onds

bes

taan

ui

t: De

inko

mst

en v

an h

et A

sbes

tfon

ds b

esta

an u

it:

1°

een

jaar

lijks

bed

rag

van

10 m

iljoe

n eu

ro;

1° d

e op

bren

gst

van

bijd

rage

n te

n la

ste

van

de

wer

kgev

ers

die

gehe

el

of

gede

elte

lijk

onde

rwor

pen

zijn

aan

de w

et v

an 2

7 ju

ni

1969

tot h

erzie

ning

van

de

beslu

itwet

van

28

dece

mbe

r 19

44

betr

effe

nde

de

maa

tsch

appe

lijke

zek

erhe

id d

er a

rbei

ders

, de

wer

kgev

ers

die

onde

rwor

pen

zijn

aan

de

beslu

itwet

van

7 f

ebru

ari 1

945

betr

effe

nde

de

maa

tsch

appe

lijke

ve

iligh

eid

van

de

zeel

iede

n te

r ko

opva

ardi

j en

de w

erkg

ever

s va

n st

uden

ten

bedo

eld

in a

rtik

el 1

7bis

van

het k

onin

klijk

bes

luit

van

28 n

ovem

ber

1969

to

t ui

tvoe

ring

van

de w

et v

an 2

7 ju

ni 1

969

tot

herz

ieni

ng v

an d

e be

sluitw

et v

an 2

8 de

cem

ber

1944

be

tref

fend

e de

m

aats

chap

pelij

ke ze

kerh

eid

der a

rbei

ders

.

1° d

e op

bren

gst

van

bijd

rage

n te

n la

ste

van

de

wer

kgev

ers

die

gehe

el

of

gede

elte

lijk

onde

rwor

pen

zijn

aan

de w

et v

an 2

7 ju

ni 1

969

tot

herz

ieni

ng

van

de

beslu

itwet

va

n 28

de

cem

ber

1944

be

tref

fend

e de

m

aats

chap

pelij

ke z

eker

heid

der

arb

eide

rs,

de

wer

kgev

ers

die

onde

rwor

pen

zijn

aan

de

beslu

itwet

van

7 f

ebru

ari 1

945

betr

effe

nde

de

maa

tsch

appe

lijke

vei

lighe

id v

an d

e ze

elie

den

ter

koop

vaar

dij

en

de

wer

kgev

ers

van

stud

ente

n be

doel

d in

ar

tikel

17

bis

van

het

koni

nklij

k be

sluit

van

28 n

ovem

ber

1969

tot

ui

tvoe

ring

van

de w

et v

an 2

7 ju

ni 1

969

tot

herz

ieni

ng v

an d

e be

sluitw

et v

an 2

8 de

cem

ber

1944

be

tref

fend

e de

m

aats

chap

pelij

ke

zeke

rhei

d de

r arb

eide

rs.

Bi

j ee

n be

sluit

vast

gest

eld

na o

verle

g in

de

Het

bedr

ag

van

de

bijd

rage

w

ordt

He

t be

drag

van

de

bijd

rage

wor

dt v

astg

este

ld

412369/001DOC 54


Min

ister

raad

kan

de

Koni

ng g

elijk

tijdi

g m

et d

e in

dexe

ring

van

de o

pbre

ngst

van

de

bijd

rage

n be

doel

d on

der

punt

2°,

het

onde

r di

t pu

nt

verm

eld

bedr

ag in

dexe

ren.

vast

gest

eld

op 0

,01

% v

an d

e lo

nen

die

in

aanm

erki

ng

wor

den

geno

men

vo

or

de

bere

keni

ng

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n.

De

bijd

rage

is

iede

r ja

ar v

ersc

huld

igd

in h

et e

erst

e en

het

tw

eede

trim

este

r.

op 0

,01

% v

an d

e lo

nen

die

in a

anm

erki

ng

wor

den

geno

men

voo

r de

ber

eken

ing

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n. D

e Ko

ning

bep

aalt

jaar

lijks

, bij

een

beslu

it va

stge

stel

d na

ove

rleg

in

de M

inist

erra

ad,

ten

laat

ste

in d

ecem

ber

van

het

jaar

dat

voo

rafg

aat,

op v

oors

tel

van

het

Behe

ersc

omité

vo

or

de

bero

epsz

iekt

en,

op

basis

va

n de

be

grot

ings

voor

uitz

icht

en,

het

aant

al

trim

este

rs

waa

rvoo

r de

bi

jdra

ge

vers

chul

digd

is.

Bi

j ge

brek

aa

n ee

n be

sluit

geno

men

bin

nen

de v

oorm

elde

ter

mijn

, is

de

bijd

rage

ver

schu

ldig

d vo

or h

et e

erst

e en

het

tw

eede

trim

este

r.

Bi

j ee

n be

sluit

vast

gest

eld

na o

verle

g in

de

Min

ister

raad

bep

aalt

de K

onin

g ui

terli

jk o

p 31

ja

nuar

i va

n el

k ja

ar,

de b

ron

van

also

ok d

e na

dere

reg

els

voor

de

stor

ting

van

dit b

edra

g.

Voor

het

jaa

r 20

07 w

ordt

de

datu

m v

an 3

1 ja

nuar

i doo

r dez

e va

n 1

april

ver

vang

en;

De

bijd

rage

w

ordt

do

or

de

wer

kgev

er

beta

ald

aan

de b

evoe

gde

inni

ngsin

stel

ling

van

de s

ocia

leze

kerh

eids

bijd

rage

n, b

inne

n de

zelfd

e te

rmijn

en

en

onde

r de

zelfd

e vo

orw

aard

en

als

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n vo

or

de

wer

knem

ers.

De b

ijdra

ge w

ordt

doo

r de

wer

kgev

er b

etaa

ld

aan

de

bevo

egde

in

ning

sinst

ellin

g va

n de

so

cial

e ze

kerh

eids

bijd

rage

n,

binn

en

deze

lfde

term

ijnen

en

onde

r de

zelfd

e vo

orw

aard

en a

ls de

so

cial

e ze

kerh

eids

bijd

rage

n vo

or

de

wer

knem

ers.

De

saln

iett

emin

wor

dt v

oor

het

jaar

200

8 he

t in

he

t ee

rste

lid

be

doel

de

bedr

ag

voor

afge

nom

en o

p de

opb

reng

sten

van

de

bela

stin

g ov

er d

e to

egev

oegd

e w

aard

e. D

e bi

j de

ee

rste

zin

be

doel

de

mid

dele

n w

orde

n to

egew

ezen

per

trim

estr

iële

sch

ijf, t

en la

atst

e op

het

ein

de v

an d

e ee

rste

maa

nd v

an h

et

trim

este

r, aa

n he

t Fon

ds v

oor B

eroe

pszie

kten

, be

doel

d bi

j de

w

ette

n be

tref

fend

e de

pr

even

tie

van

bero

epsz

iekt

en

en

de

verg

oedi

ng v

an d

e sc

hade

die

uit

die

ziekt

en

De o

pbre

ngst

van

de

bijd

rage

wor

dt d

oor d

e be

voeg

de

inni

ngsin

stel

ling

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n ge

stor

t aa

n he

t As

best

fond

s.

De o

pbre

ngst

van

de

bijd

rage

wor

dt d

oor

de

bevo

egde

in

ning

sinst

ellin

g va

n de

so

cial

ezek

erhe

idsb

ijdra

gen

gest

ort

aan

het

Asbe

stfo

nds.

42 2369/001DOC 54


voor

tvlo

eit,

geco

ördi

neer

d op

3 ju

ni 1

970.

Die

sc

hijv

en w

orde

n on

verw

ijld

en in

hun

geh

eel

door

het

Fon

ds v

oor

bero

epsz

iekt

en g

esto

rt

aan

het

Scha

delo

osst

ellin

gfon

ds

voor

as

best

slach

toffe

rs.

Desa

lnie

ttem

in is

voo

r de

jare

n 20

15-2

016

het

in h

et e

erst

e lid

, 1°

, be

doel

de b

edra

g ni

et

vers

chul

digd

De b

epal

inge

n va

n de

alg

emen

e re

gelin

g va

n de

soc

iale

zek

erhe

id v

oor

wer

knem

ers,

met

na

me

wat

be

tref

t de

aa

ngift

en

met

ve

rant

woo

rdin

g va

n de

bi

jdra

gen,

de

be

talin

gste

rmijn

en,

de

toep

assin

g va

n de

bu

rger

lijke

san

ctie

s en

de

stra

fbep

alin

gen,

he

t to

ezic

ht,

de b

evoe

gde

rech

ter

inge

val

van

betw

istin

g,

de

verja

ring

inza

ke

rech

tsvo

rder

inge

n,

het

voor

rech

t en

de

m

eded

elin

g va

n he

t be

drag

va

n de

sc

huld

vord

erin

g va

n de

be

voeg

de

inni

ngsin

stel

ling

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n,

zijn

van

toep

assin

g.

De b

epal

inge

n va

n de

alg

emen

e re

gelin

g va

n de

so

cial

e ze

kerh

eid

voor

wer

knem

ers,

met

nam

e w

at b

etre

ft d

e aa

ngift

en m

et v

eran

twoo

rdin

g va

n de

bijd

rage

n, d

e be

talin

gste

rmijn

en,

de

toep

assin

g va

n de

bur

gerli

jke

sanc

ties

en d

e st

rafb

epal

inge

n,

het

toez

icht

, de

be

voeg

de

rech

ter

inge

val

van

betw

istin

g,

de

verja

ring

inza

ke r

echt

svor

derin

gen,

het

voo

rrec

ht e

n de

m

eded

elin

g va

n he

t be

drag

va

n de

sc

huld

vord

erin

g va

n de

be

voeg

de

inni

ngsin

stel

ling

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n, zi

jn v

an to

epas

sing.

Onv

erm

inde

rd d

e to

epas

sing

van

de a

nder

e bu

rger

lijke

san

ctie

s en

de

stra

fbep

alin

gen,

is

de w

erkg

ever

ten

aan

zien

van

wie

wor

dt

vast

gest

eld

dat

hij

één

of m

eerd

ere

valse

aa

ngift

en h

eeft

geda

an o

m d

e be

talin

g va

n de

bijd

rage

of

een

deel

erv

an t

e on

tdui

ken,

e e

n fo

rfai

taire

ve

rgoe

ding

ve

rsch

uldi

gd

waa

rvan

het

bed

rag

gelij

k is

aan

het

dubb

el

van

de o

ntdo

ken

bijd

rage

n, e

n w

aarv

an d

e op

bren

gst

door

de

be

voeg

de

inni

ngsin

stel

ling

van

de

soci

alez

eker

heid

sbijd

rage

n w

ordt

ge

stor

t

Onv

erm

inde

rd d

e to

epas

sing

van

de a

nder

e bu

rger

lijke

san

ctie

s en

de

stra

fbep

alin

gen,

is d

e w

erkg

ever

te

n aa

nzie

n va

n w

ie

wor

dt

vast

gest

eld

dat

hij

één

of

mee

rder

e va

lse

aang

iften

hee

ft g

edaa

n om

de

beta

ling

van

de

bijd

rage

of

een

deel

erv

an t

e on

tdui

ken,

een

fo

rfai

taire

ver

goed

ing

vers

chul

digd

waa

rvan

het

be

drag

gel

ijk is

aan

het

dub

bel v

an d

e on

tdok

en

bijd

rage

n, e

n w

aarv

an d

e op

bren

gst

door

de

bevo

egde

in

ning

sinst

ellin

g va

n de

so

cial

ezek

erhe

idsb

ijdra

gen

wor

dt g

esto

rt a

an

het A

sbes

tfon

ds.

432369/001DOC 54


aan

het A

sbes

tfon

ds.

2° d

e op

bren

gst v

an b

ijdra

gen

ten

last

e va

n de

w

erkg

ever

s w

aarv

an

het

rend

emen

t te

n m

inst

e ge

lijk

is aa

n he

t bed

rag

bedo

eld

in 1

°.

2° e

en d

otat

ie v

an d

e Fe

dera

le S

taat

die

, sa

men

met

de

bijd

rage

bed

oeld

in 1

°, to

elaa

t de

uitg

aven

van

het

Asb

estf

onds

te

dekk

en,

met

uitz

onde

ring

van

het

for f

aita

ir be

drag

be

doel

d in

3° d

at w

ordt

voo

rafg

enom

en v

an

de r

eser

ve t

ot s

tand

geb

rach

t op

1 j

anua

ri 20

17

in

het

Asbe

stfo

nds

door

de

ze

lfsta

ndig

en, v

oor

de p

reve

ntie

proj

ecte

n of

he

t ac

adem

isch

onde

rzoe

k di

e ve

rban

d ho

uden

met

de

asbe

stpr

oble

mat

iek.

De

ze

dota

tie

wor

dt

inge

schr

even

op

de

be

grot

ing

van

de F

OD

Soci

ale

Zeke

rhei

d. D

e do

tatie

wor

dt t

oege

wez

en p

er t

rimes

trië

le

schi

jf, te

n la

atst

e op

het

ein

de v

an d

e ee

rste

m

aand

va

n he

t tr

imes

ter,

aan

het

Asbe

stfo

nds.

2° e

en d

otat

ie v

an d

e Fe

dera

le S

taat

die

, sam

en

met

de

bi

jdra

ge

bedo

eld

in

1°,

toel

aat

de

uitg

aven

van

het

Asb

estf

onds

te

dekk

en,

met

ui

tzon

derin

g, to

t en

met

202

5, v

an h

et fo

rfai

tair

bedr

ag v

erm

eld

in 3

° dat

wor

dt v

oora

fgen

omen

va

n de

res

erve

tot

sta

nd g

ebra

cht

op 1

janu

ari

2017

in h

et A

sbes

tfon

ds d

oor

de z

elfs

tand

igen

, vo

or d

e pr

even

tiepr

ojec

ten

of h

et a

cade

misc

h on

derz

oek

die

verb

and

houd

en

met

de

as

best

prob

lem

atie

k.

Deze

do

tatie

w

ordt

in

gesc

hrev

en

op

de

begr

otin

g va

n de

FO

D So

cial

e Ze

kerh

eid.

De

do

tatie

w

ordt

to

egew

ezen

per

trim

estr

iële

sch

ijf,

ten

laat

ste

op h

et e

inde

van

de

eers

te m

aand

van

het

tr

imes

ter,

aan

het A

sbes

tfon

ds.

De

Kon

ing

bepa

alt,

bij e

en b

eslu

it va

stge

stel

d na

ove

rleg

in d

e M

inist

erra

ad d

e ca

tego

rieën

va

n w

erkg

ever

s di

e bi

jdra

gen

vers

chul

digd

zij

n, d

e be

reke

ning

s- e

n va

stst

ellin

gsw

ijze

van

de b

ijdra

gen

en t

even

s de

inn

ings

wijz

e va

n de

ze b

ijdra

gen.

He

t te

ve

el

ontv

ange

n of

he

t te

kort

aa

n fin

anci

erin

g bi

j het

afs

luite

n va

n de

rek

enin

gen

van

het

Asbe

stfo

nds

zal d

eel u

itmak

en v

an e

en

regu

laris

atie

: in

het

gev

al v

an e

en t

ekor

t aa

n fin

anci

erin

g za

l de

dota

tie v

an h

et v

olge

nde

jaar

w

orde

n ve

rhoo

gd

met

he

t ov

eree

nkom

stig

be

drag

, en

in

geva

l va

n te

vee

l on

tvan

gen

finan

cier

ing,

za

l he

t As

best

fond

s di

t te

rugs

tort

en a

an d

e St

aat.

De

ze

bijd

rage

w

ordt

do

or

de

wer

kgev

er

beta

ald

aan

de b

evoe

gde

inni

ngin

stel

ling

van

de

soci

ale

zeke

rhei

dsbi

jdra

gen,

bi

nnen

de

zelfd

e te

rmijn

en

en

onde

r de

zelfd

e vo

orw

aard

en

als

de

soci

ale

44 2369/001DOC 54


zeke

rhei

dsbi

jdra

gen

voor

de

wer

knem

ers.

De o

pbre

ngst

van

de

bijd

rage

wor

dt d

oor

de

bevo

egde

in

ning

inst

ellin

g va

n de

so

cial

e ze

kerh

eids

bijd

rage

n ge

stor

t aa

n he

t Fo

nds

voor

de

bero

epsz

iekt

en m

et h

et d

oel o

m v

oor

het

Scha

delo

osst

ellin

gsfo

nds

voor

as

best

slach

toffe

rs b

este

md

te w

orde

n.

De

bep

alin

gen

van

de a

lgem

ene

rege

ling

van

de s

ocia

le z

eker

heid

voo

r w

erkn

emer

s, m

et

nam

e w

at

betr

eft

de

aang

iften

m

et

vera

ntw

oord

ing

van

de

bijd

rage

n,

de

beta

lings

term

ijnen

, de

to

epas

sing

van

de

burg

erlij

ke s

anct

ies

en d

e st

rafb

epal

inge

n, h

et

toez

icht

, de

be

voeg

de

rech

ter

inge

val

van

betw

istin

g,

de

verja

ring

inza

ke

rech

tsvo

rder

inge

n,

het

voor

rech

t en

de

m

eded

elin

g va

n he

t be

drag

va

n de

sc

huld

vord

erin

g va

n be

voeg

de in

ning

inst

ellin

g va

n de

soc

iale

zek

erhe

idsb

ijdra

gen,

zijn

van

to

epas

sing.

O

nver

min

derd

de

toep

assin

g va

n de

and

ere

burg

erlij

ke s

anct

ies

en d

e st

rafb

epal

inge

n, i

s de

w

erkg

ever

te

n aa

nzie

n va

n w

ie

wor

dt

vast

gest

eld

dat

hij

één

of m

eerd

ere

valse

aa

ngift

en h

eeft

ged

aan

om d

e be

talin

g va

n de

bi

jdra

ge o

f ee

n de

el e

rvan

te

ontd

uike

n, e

en

forf

aita

ire v

ergo

edin

g ve

rsch

uldi

gd w

aarv

an

het

bedr

ag g

elijk

is

aan

het

dubb

el v

an d

e on

tdok

en b

ijdra

gen,

en

waa

rvan

de

opbr

engs

t do

or b

evoe

gde

inni

ngin

stel

ling

van

de s

ocia

le

452369/001DOC 54


zeke

rhei

dsbi

jdra

gen

wor

dt

gest

ort

aan

het

Fond

s vo

or d

e be

roep

szie

kten

met

het

doe

l om

vo

or

het

Scha

delo

osst

ellin

gfon

ds

voor

as

best

slach

toffe

rs b

este

md

te w

orde

n.

3° te

r fin

anci

erin

g va

n de

tuss

enko

mst

van

het

Sc

hade

loos

stel

lingf

onds

vo

or

asbe

stsla

chto

ffers

te

n gu

nste

va

n de

ze

lfsta

ndig

e w

erkn

emer

s sla

chto

ffers

va

n as

best

ose,

ka

n de

Ko

ning

, bi

j ee

n be

sluit

vast

gest

eld

na o

verle

g in

de

Min

ister

raad

, een

fin

anci

erin

g la

ngs d

e so

cial

e ze

kerh

eid

voor

de

zelfs

tand

ige

wer

knem

ers b

epal

en;

3° e

en f

inan

cier

ing

via

het

soci

aal

stat

uut

van

de z

elfs

tand

igen

voo

r de

tus

senk

omst

va

n he

t As

best

fond

s te

n gu

nste

va

n de

ze

lfsta

ndig

en

die

slach

toffe

rs

zijn

van

asbe

stos

e, d

ie

door

de

Koni

ng k

an w

orde

n va

stge

stel

d bi

j ee

n be

sluit

geno

men

na

ov

erle

g in

de

Min

ister

raad

;

3° e

en f

inan

cier

ing

via

het

soci

aal s

tatu

ut v

an

de z

elfs

tand

igen

voo

r de

tus

senk

omst

van

het

As

best

fond

s ten

gun

ste

van

de ze

lfsta

ndig

en d

ie

slach

toffe

rs z

ijn v

an a

sbes

tose

, di

e d

oor

de

Koni

ng k

an w

orde

n va

stge

stel

d bi

j een

bes

luit

geno

men

na

over

leg

in d

e M

inist

erra

ad;

In

af

wijk

ing

van

het

vorig

e lid

w

ordt

he

t be

drag

van

dez

e fin

anci

erin

g, v

oor

elk

van

de

jare

n 20

08, 2

009

en 2

010,

eve

nwel

vas

tgel

egd

op

100.

000

EUR.

Di

t be

drag

w

ordt

ge

finan

cier

d do

or

het

glob

aal

finan

ciee

l be

heer

in h

et s

ocia

al s

tatu

ut d

er z

elfs

tand

igen

in

gevo

erd

door

het

kon

inkl

ijk b

eslu

it va

n 18

no

vem

ber

1996

str

ekke

nde

tot

invo

erin

g va

n ee

n gl

obaa

l fin

anci

eel

behe

er i

n he

t so

ciaa

l st

atuu

t de

r ze

lfsta

ndig

en, m

et t

oepa

ssin

g va

n ho

ofds

tuk

I van

tite

l VI v

an d

e w

et v

an 2

6 ju

li 19

96

tot

mod

erni

serin

g va

n de

so

cial

e ze

kerh

eid

en

tot

vrijw

arin

g va

n de

le

efba

arhe

id

van

de

wet

telij

ke

pens

ioen

stel

sels.

In fu

nctie

van

de

node

n va

n he

t Fon

ds m

ag d

e Ko

ning

dit

bedr

ag v

erho

gen

tot e

en m

axim

um v

an 2

50.0

00 E

UR

bij b

eslu

it va

stge

stel

d na

ove

rleg

in d

e M

inist

erra

ad;

46 2369/001DOC 54


4°

sche

nkin

gen

en le

gate

n;

4°

sche

nkin

gen

en le

gate

n;

4° sc

henk

inge

n en

lega

ten;

5°

de

te

rugg

evor

derd

e be

drag

en

beko

men

in

gevo

lge

een

subr

ogat

iere

cht

dat

het

Fond

s vo

or

de

bero

epsz

iekt

en

uito

efen

t ov

eree

nkom

stig

de

be

palin

gen

van

artik

el

125,

§ 3

.

5° d

e te

rugg

evor

derd

e be

drag

en b

ekom

en

inge

volg

e ee

n su

brog

atie

rech

t da

t he

t Fe

dera

al

agen

tsch

ap

voor

be

roep

srisi

co’s

(Fed

ris)

uito

efen

t ov

eree

nkom

stig

de

be

palin

gen

van

artik

el 1

25, §

3.

5°

de

teru

ggev

orde

rde

bedr

agen

be

kom

en

inge

volg

e ee

n su

brog

atie

rech

t da

t he

t Fe

dera

al

agen

tsch

ap

voor

be

roep

srisi

co’s

(F

edris

) ui

toef

ent

over

eenk

omst

ig d

e be

palin

gen

van

artik

el 1

25, §

3.

Al. 2

Indi

en

bij

de

voor

bere

idin

g va

n de

be

grot

inge

n 20

17, 2

018

en 2

019

blijk

t dat

de

dota

tie b

erek

end

over

eenk

omst

ig h

et e

erst

e lid

, 2°

10

milj

oen

euro

ove

rsch

rijdt

, ka

n de

Ko

ning

bij

een

beslu

it va

stge

stel

d na

ove

rleg

in d

e M

inist

erra

ad e

n op

voo

rste

l va

n he

t Be

heer

scom

ité v

oor

de b

eroe

pszie

kten

, het

be

drag

en

de p

erio

dici

teit

van

de b

etal

ing

van

de b

ijdra

ge b

edoe

ld in

het

eer

ste

lid, 1

° w

ijzig

en.

472369/001DOC 54


Art.

TEXT

E AC

TUEL

(ave

c 20

15-2

016)

TEXT

E AD

APTE

01-

01-2

017

au 3

1-12

-201

9

TEXT

E AD

APTE

à p

artir

du

01-0

1-20

20

S

ectio

n 1r

e. -

Miss

ion

et fo

nctio

nnem

ent

du

Fond

s am

iant

e.

113

Au

sein

du

Fo

nds

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, v

isé p

ar le

s lo

is re

lativ

es à

la

prév

entio

n de

s m

alad

ies

prof

essio

nnel

les

et à

la

ré

para

tion

des

dom

mag

es

résu

ltant

de

ce

lles-

ci, c

oord

onné

es le

3 ju

in 1

970,

est

cré

é un

" F

onds

d'in

dem

nisa

tion

des

vict

imes

de

l'am

iant

e ",

ci-a

près

dén

omm

é "

le F

onds

am

iant

e ".

Au

sein

du

Fo

nds

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, v

isé p

ar le

s loi

s rel

ativ

es à

la

pré

vent

ion

des m

alad

ies p

rofe

ssio

nnel

les

et à

la ré

para

tion

des

dom

mag

es r

ésul

tant

de

cel

les-

ci, c

oord

onné

es le

3 ju

in 1

970,

est

cr

éé

un

" Fo

nds

d'in

dem

nisa

tion

des

vict

imes

de

l'am

iant

e ",

ci-a

près

dén

omm

é " l

e Fo

nds a

mia

nte

".

Au

sein

du

Fo

nds

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, v

isé p

ar le

s loi

s rel

ativ

es à

la

pré

vent

ion

des m

alad

ies p

rofe

ssio

nnel

les

et à

la ré

para

tion

des

dom

mag

es r

ésul

tant

de

cel

les-

ci, c

oord

onné

es le

3 ju

in 1

970,

est

cr

éé

un

" Fo

nds

d'in

dem

nisa

tion

des

vict

imes

de

l'am

iant

e ",

ci-a

près

dén

omm

é " l

e Fo

nds a

mia

nte

".

Le F

onds

am

iant

e a

pour

obj

et d

e pa

yer,

dans

le

s co

nditi

ons

énon

cées

pa

r le

pr

ésen

t ch

apitr

e, u

ne i

ndem

nité

en

répa

ratio

n de

s do

mm

ages

ré

sulta

nt

d'un

e ex

posit

ion

à l'a

mia

nte.

Le F

onds

am

iant

e a

pour

obj

et d

e pa

yer,

dans

les c

ondi

tions

éno

ncée

s par

le p

rése

nt

chap

itre,

une

inde

mni

té e

n ré

para

tion

des

dom

mag

es r

ésul

tant

d'u

ne e

xpos

ition

à

l'am

iant

e.

Le F

onds

am

iant

e a

pour

obj

et d

e pa

yer,

dans

les c

ondi

tions

éno

ncée

s par

le p

rése

nt

chap

itre,

une

inde

mni

té e

n ré

para

tion

des

dom

mag

es r

ésul

tant

d'u

ne e

xpos

ition

à

l'am

iant

e.

Le

Fo

nds

amia

nte

peut

éga

lem

ent,

sur

prop

ositi

on

du

Com

ité

de

gest

ion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, f

inan

cer

des

pr

ojet

s de

pr

éven

tion

ou

d’ét

udes

ac

adém

ique

s en

lien

avec

la p

robl

émat

ique

de

l’a

mia

nte

dans

le

s lim

ites

visé

es

à l’a

rtic

le 1

16, a

linéa

1er

, 1°.

Le

Fond

s am

iant

e pe

ut é

gale

men

t, su

r pr

opos

ition

du

Co

mité

de

ge

stio

n de

s m

alad

ies

prof

essio

nnel

les,

fin

ance

r d

es

proj

ets

de

prév

entio

n ou

d’

étud

es

acad

émiq

ues e

n lie

n av

ec la

pro

blém

atiq

ue

de

l’am

iant

e da

ns

les

limite

s vi

sées

à

l’art

icle

116

, alin

éa 1

er, 1

°.

Une

so

mm

e fo

rfai

taire

de

m

axim

um

650.

000

euro

s, p

réle

vée

des

ress

ourc

es

visé

es à

l’ar

ticle

116

, alin

éa 1

er, 1

°, 2°

et 3

° pe

ut ê

tre

attr

ibué

e an

nuel

lem

ent

à ce

s

Une

so

mm

e fo

rfai

taire

de

m

axim

um

650.

000

euro

s, p

réle

vée

des

ress

ourc

es

visé

es à

l’ar

ticle

116

, alin

éa 1

er, 1

°, 2°

et 3

° pe

ut ê

tre

attr

ibué

e an

nuel

lem

ent

à ce

s

48 2369/001DOC 54


proj

ets

ou

étud

es,

sur

prop

ositi

on

du

Com

ité

de

gest

ion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, p

ar a

rrêt

é dé

libér

é en

Co

nsei

l des

min

istre

s.

proj

ets

ou

étud

es,

sur

prop

ositi

on

du

Com

ité

de

gest

ion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, p

ar a

rrêt

é dé

libér

é en

Co

nsei

l des

min

istre

s.

Le

mon

tant

pré

levé

des

ress

ourc

es v

isées

à

l’art

icle

116

, alin

éa 1

er, 3

° équ

ivau

t à 5

% d

e la

som

me

forf

aita

ire v

isée

à l’a

linéa

4 e

t ne

peut

dép

asse

r 50

.000

eur

os p

ar a

n. C

e m

onta

nt e

st f

inan

cé j

usqu

’en

2025

incl

us

par

les

excé

dent

s de

fin

ance

men

t pr

oven

ant d

e la

rés

erve

du

Fond

s am

iant

e qu

i a

été

cons

titué

e pa

r la

ge

stio

n fin

anci

ère

glob

ale

du

stat

ut

soci

al

des

trav

aille

urs i

ndép

enda

nts v

isée

à l'a

rtic

le 2

, al

inéa

1er

, de

l'arr

êté

roya

l du

18 n

ovem

bre

1996

visa

nt l

'intr

oduc

tion

d'un

e ge

stio

n fin

anci

ère

glob

ale

dans

le s

tatu

t so

cial

des

tr

avai

lleur

s in

dépe

ndan

ts,

en a

pplic

atio

n du

cha

pitr

e I d

u tit

re V

I de

la lo

i du

26 ju

illet

19

96 p

orta

nt m

oder

nisa

tion

de la

séc

urité

so

cial

e et

ass

uran

t la

via

bilit

é de

s ré

gim

es

léga

ux d

es p

ensio

ns.

Le m

onta

nt p

réle

vé d

es re

ssou

rces

visé

es à

l’a

rtic

le 1

16, a

linéa

1er

, 3° é

quiv

aut à

5%

de

la s

omm

e fo

rfai

taire

visé

e à

l’alin

éa 4

et n

e pe

ut d

épas

ser

50.0

00 e

uros

par

an.

Ce

mon

tant

est

fin

ancé

jus

qu’e

n 20

25 in

clus

pa

r le

s ex

céde

nts

de

finan

cem

ent

prov

enan

t de

la r

éser

ve d

u Fo

nds

amia

nte

qui

a ét

é co

nstit

uée

par

la

gest

ion

finan

cièr

e gl

obal

e du

st

atut

so

cial

de

s tr

avai

lleur

s ind

épen

dant

s visé

e à

l'art

icle

2,

alin

éa 1

er, d

e l'a

rrêt

é ro

yal d

u 18

nov

embr

e 19

96 v

isant

l'in

trod

uctio

n d'

une

gest

ion

finan

cièr

e gl

obal

e da

ns le

sta

tut

soci

al d

es

trav

aille

urs

indé

pend

ants

, en

app

licat

ion

du c

hapi

tre

I du

titre

VI d

e la

loi d

u 26

juill

et

1996

por

tant

mod

erni

satio

n de

la s

écur

ité

soci

ale

et a

ssur

ant

la v

iabi

lité

des

régi

mes

lé

gaux

des

pen

sions

.

Au 1

er ja

nvie

r 201

9, la

som

me

forf

aita

ire d

e 65

0.00

0 eu

ros

visé

e à

l’alin

éa

4 se

ra

ratt

aché

e à

l’ind

ice-

pivo

t qu

i se

ra

en

vigu

eur a

u m

ois d

e dé

cem

bre

2018

. A

part

ir de

20

20,

elle

se

ra

inde

xée

annu

elle

men

t au

1er ja

nvie

r con

form

émen

t au

x di

spos

ition

s de

la lo

i du

2 ao

ût 1

971

orga

nisa

nt u

n ré

gim

e de

liai

son

à l'i

ndic

e de

s pr

ix

à la

co

nsom

mat

ion

des

Au 1

er ja

nvie

r 201

9, la

som

me

forf

aita

ire d

e 65

0.00

0 eu

ros

visé

e à

l’alin

éa

4 se

ra

ratt

aché

e à

l’ind

ice-

pivo

t qu

i se

ra

en

vigu

eur a

u m

ois d

e dé

cem

bre

2018

. A

part

ir de

20

20,

elle

se

ra

inde

xée

annu

elle

men

t au

1er ja

nvie

r con

form

émen

t au

x di

spos

ition

s de

la lo

i du

2 ao

ût 1

971

orga

nisa

nt u

n ré

gim

e de

liai

son

à l'i

ndic

e de

s pr

ix

à la

co

nsom

mat

ion

des

492369/001DOC 54


trai

tem

ents

, sal

aire

s, p

ensio

ns, a

lloca

tions

et

subv

entio

ns à

char

ge d

u tr

ésor

pub

lic, d

e ce

rtai

nes

pres

tatio

ns s

ocia

les,

des

lim

ites

de

rém

unér

atio

n à

pren

dre

en

cons

idér

atio

n po

ur l

e ca

lcul

de

cert

aine

s co

tisat

ions

de

sé

curit

é so

cial

e de

s tr

avai

lleur

s,

ains

i qu

e de

s ob

ligat

ions

im

posé

es

en

mat

ière

so

cial

e au

x tr

avai

lleur

s ind

épen

dant

s.

trai

tem

ents

, sal

aire

s, p

ensio

ns, a

lloca

tions

et

subv

entio

ns à

char

ge d

u tr

ésor

pub

lic, d

e ce

rtai

nes

pres

tatio

ns s

ocia

les,

des

lim

ites

de

rém

unér

atio

n à

pren

dre

en

cons

idér

atio

n po

ur l

e ca

lcul

de

cert

aine

s co

tisat

ions

de

sé

curit

é so

cial

e de

s tr

avai

lleur

s,

ains

i qu

e de

s ob

ligat

ions

im

posé

es

en

mat

ière

so

cial

e au

x tr

avai

lleur

s ind

épen

dant

s.

Sect

ion

2. –

Fin

ance

men

t

116

Al. 1

Le

s re

ssou

rces

du

Fo

nds

amia

nte

sont

co

nstit

uées

par

:

Les

ress

ourc

es

du

Fond

s am

iant

e so

nt

cons

titué

es p

ar :

Les

ress

ourc

es

du

Fond

s am

iant

e so

nt

cons

titué

es p

ar :

1°

un

mon

tant

ann

uel d

e 10

mill

ions

d'e

uros

;

1° le

pro

duit

des

cotis

atio

ns à

cha

rge

des

empl

oyeu

rs a

ssuj

ettis

en

tout

ou

en p

artie

à

la lo

i du

27 ju

in 1

969

révi

sant

l’ar

rêté

-loi

du

28

déce

mbr

e 19

44

conc

erna

nt

la

sécu

rité

soci

ale

des

trav

aille

urs,

de

s em

ploy

eurs

ass

ujet

tis à

l’a

rrêt

é-lo

i du

7

févr

ier

1945

con

cern

ant

la s

écur

ité s

ocia

le

des

mar

ins

de la

mar

ine

mar

chan

de a

insi

que

des

empl

oyeu

rs d

es é

tudi

ants

visé

s à

l’art

icle

17

bis

de

l’arr

êté

roya

l du

28

no

vem

bre

1969

pris

en

exéc

utio

n de

la lo

i du

27

juin

196

9 ré

visa

nt l’

arrê

té-lo

i du

27

juin

19

69

révi

sant

l’a

rrêt

é-lo

i du

28

dé

cem

bre

1944

co

ncer

nant

la

sé

curit

é so

cial

e de

s tra

vaill

eurs

.

1° le

pro

duit

des

cotis

atio

ns à

cha

rge

des

empl

oyeu

rs a

ssuj

ettis

en

tout

ou

en p

artie

à

la lo

i du

27 ju

in 1

969

révi

sant

l’ar

rêté

-loi

du

28

déce

mbr

e 19

44

conc

erna

nt

la

sécu

rité

soci

ale

des

trav

aille

urs,

de

s em

ploy

eurs

ass

ujet

tis à

l’a

rrêt

é-lo

i du

7

févr

ier

1945

con

cern

ant

la s

écur

ité s

ocia

le

des

mar

ins

de la

mar

ine

mar

chan

de a

insi

que

des

empl

oyeu

rs d

es é

tudi

ants

visé

s à

l’art

icle

17

bis

de

l’arr

êté

roya

l du

28

no

vem

bre

1969

pris

en

exéc

utio

n de

la lo

i du

27

juin

196

9 ré

visa

nt l’

arrê

té-lo

i du

27

juin

19

69

révi

sant

l’a

rrêt

é-lo

i du

28

dé

cem

bre

1944

co

ncer

nant

la

sé

curit

é so

cial

e de

s tra

vaill

eurs

.

Pa

r arr

êté

délib

éré

en C

onse

il de

s m

inist

res,

le

Roi p

eut d

écid

er d

'inde

xer l

e m

onta

nt v

isé so

us

Le ta

ux d

e la

cotis

atio

n es

t fix

é à

0,01

% d

es

rém

unér

atio

ns

qui

sont

pr

ises

en

Le ta

ux d

e la

cotis

atio

n es

t fix

é à

0,01

% d

es

rém

unér

atio

ns

qui

sont

pr

ises

en

50 2369/001DOC 54


ce

poin

t en

m

ême

tem

ps

qu'Il

in

dexe

le

m

onta

nt d

u pr

odui

t de

cotis

atio

ns v

isé s

ous

le

poin

t 2°.

cons

idér

atio

n po

ur le

cal

cul d

es c

otisa

tions

de

séc

urité

soc

iale

. La

cot

isatio

n es

t du

e po

ur le

pre

mie

r et

deu

xièm

e tr

imes

tre

de

chaq

ue a

nnée

.

cons

idér

atio

n po

ur le

cal

cul d

es c

otisa

tions

de

sé

curit

é so

cial

e.

Le

Roi

déte

rmin

e an

nuel

lem

ent

par

arrê

té

délib

éré

en

Cons

eil

des

min

istre

s,

au

plus

ta

rd

en

déce

mbr

e de

l’a

nnée

qu

i pr

écèd

e,

sur

prop

ositi

on

du

Com

ité

de

gest

ion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, s

ur b

ase

des

prév

ision

s bu

dgét

aire

s,

le

nom

bre

de

trim

estr

es p

our

lesq

uels

la c

otisa

tion

est

due.

A d

éfau

t d’

arrê

té p

ris d

ans

le d

élai

su

smen

tionn

é, la

cot

isatio

n es

t due

pou

r le

prem

ier e

t deu

xièm

e tr

imes

tre.

Le

Ro

i dé

term

ine,

pa

r ar

rêté

dé

libér

é en

Co

nsei

l de

s m

inist

res,

et

au p

lus

tard

le

31

janv

ier

de c

haqu

e an

née,

la

sour

ce e

t le

s m

odal

ités

de v

erse

men

t de

ce

mon

tant

. Pou

r 20

07, l

a da

te d

u 31

janv

ier

est

rem

plac

ée p

ar

celle

du

1er a

vril;

La c

otisa

tion

est

payé

e pa

r l’e

mpl

oyeu

r à

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale,

dan

s le

s m

êmes

dél

ais e

t dan

s les

mêm

es co

nditi

ons

que

les

cotis

atio

ns d

e sé

curit

é so

cial

e po

ur

les t

rava

illeu

rs sa

larié

s.

La c

otisa

tion

est

payé

e pa

r l’e

mpl

oyeu

r à

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale,

dan

s le

s m

êmes

dél

ais e

t dan

s les

mêm

es co

nditi

ons

que

les

cotis

atio

ns d

e sé

curit

é so

cial

e po

ur

les t

rava

illeu

rs sa

larié

s.

To

utef

ois,

pour

l'an

née

2008

, le

mon

tant

visé

à

l'alin

éa 1

er e

st p

réle

vé e

n 20

08 d

u pr

odui

t de

la

taxe

sur

la v

aleu

r aj

outé

e. L

es m

oyen

s vi

sés

à la

phr

ase

préc

éden

te so

nt v

ersé

s par

tran

che

trim

estr

ielle

, au

plus

tar

d à

la f

in d

u pr

emie

r m

ois

du t

rimes

tre,

au

Fond

s de

s m

alad

ies

prof

essio

nnel

les,

visé

par

les

lois

rela

tives

à la

pr

éven

tion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s et

à

la

répa

ratio

n de

s do

mm

ages

ré

sulta

nt

de

celle

s-ci

, co

ordo

nnée

s le

3 j

uin

1970

. Ce

s tr

anch

es so

nt v

ersé

es d

ans l

eur e

ntiè

reté

, san

s dé

lais,

pa

r le

Fo

nds

des

mal

adie

s

Le p

rodu

it de

la c

otisa

tion

est t

rans

mis

par

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale

au F

onds

am

iant

e.

Le p

rodu

it de

la c

otisa

tion

est t

rans

mis

par

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale

au F

onds

am

iant

e.

512369/001DOC 54


prof

essio

nnel

les a

u Fo

nds d

'inde

mni

satio

n de

s vi

ctim

es d

e l'a

mia

nte.

To

utef

ois,

pou

r le

s an

nées

201

5 et

201

6, l

e m

onta

nt v

isé à

l’al

inéa

1er

, 1°,

n’e

st p

as d

û.

Les

disp

ositi

ons

du r

égim

e gé

néra

l de

la

sécu

rité

soci

ale

des

trav

aille

urs

sala

riés,

no

tam

men

t en

ce

qu

i co

ncer

ne

les

décl

arat

ions

av

ec

just

ifica

tion

des

cotis

atio

ns,

les

déla

is en

m

atiè

re

de

paie

men

t, l’a

pplic

atio

n de

s san

ctio

ns ci

vile

s et

les

disp

ositi

ons

péna

les,

le c

ontr

ôle,

le

juge

com

péte

nt e

n ca

s de

con

test

atio

n, la

pr

escr

iptio

n en

m

atiè

re

d’ac

tions

ju

dici

aire

s, le

priv

ilège

et l

a co

mm

unic

atio

n du

mon

tant

de

la c

réan

ce d

e l’o

rgan

isme

com

péte

nt d

e pe

rcep

tion

des

cotis

atio

ns

de sé

curit

é so

cial

e, so

nt a

pplic

able

s.

Les

disp

ositi

ons

du r

égim

e gé

néra

l de

la

sécu

rité

soci

ale

des

trav

aille

urs

sala

riés,

no

tam

men

t en

ce

qu

i co

ncer

ne

les

décl

arat

ions

av

ec

just

ifica

tion

des

cotis

atio

ns,

les

déla

is en

m

atiè

re

de

paie

men

t, l’a

pplic

atio

n de

s san

ctio

ns ci

vile

s et

les

disp

ositi

ons

péna

les,

le c

ontr

ôle,

le

juge

com

péte

nt e

n ca

s de

con

test

atio

n, la

pr

escr

iptio

n en

m

atiè

re

d’ac

tions

ju

dici

aire

s, le

priv

ilège

et l

a co

mm

unic

atio

n du

mon

tant

de

la c

réan

ce d

e l’o

rgan

isme

com

péte

nt d

e pe

rcep

tion

des

cotis

atio

ns

de sé

curit

é so

cial

e, so

nt a

pplic

able

s.

Sans

pré

judi

ce d

e l’a

pplic

atio

n de

s au

tres

sa

nctio

ns

civi

les

et

des

disp

ositi

ons

péna

les,

l’em

ploy

eur à

l’ég

ard

duqu

el il

est

ét

abli

qu’il

a c

omm

is un

e ou

plu

sieur

s fa

usse

s dé

clar

atio

ns

visa

nt

à él

uder

le

pa

iem

ent d

e la

cotis

atio

n ou

par

tie d

e ce

lui-

ci,

est

rede

vabl

e d’

une

inde

mni

té

forf

aita

ire d

ont

le m

onta

nt e

st é

gal

au

doub

le d

es c

otisa

tions

élu

dées

, et

dont

le

prod

uit

est

tran

smis

par

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale

au F

onds

am

iant

e.

Sans

pré

judi

ce d

e l’a

pplic

atio

n de

s au

tres

sa

nctio

ns

civi

les

et

des

disp

ositi

ons

péna

les,

l’em

ploy

eur à

l’ég

ard

duqu

el il

est

ét

abli

qu’il

a c

omm

is un

e ou

plu

sieur

s fa

usse

s dé

clar

atio

ns

visa

nt

à él

uder

le

pa

iem

ent d

e la

cotis

atio

n ou

par

tie d

e ce

lui-

ci,

est

rede

vabl

e d’

une

inde

mni

té

forf

aita

ire d

ont

le m

onta

nt e

st é

gal

au

doub

le d

es c

otisa

tions

élu

dées

, et

dont

le

prod

uit

est

tran

smis

par

l’org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale

au F

onds

am

iant

e.

2°

le

prod

uit

de c

otisa

tions

à c

harg

e de

s em

ploy

eurs

don

t le

ren

dem

ent

est

au m

oins

ég

al a

u m

onta

nt v

isé a

u 1°

.

2° u

ne d

otat

ion

de l

’Eta

t fé

déra

l qu

i, en

co

mpl

émen

t de

la

cotis

atio

n vi

sée

au 1

°, pe

rmet

de

couv

rir le

s dé

pens

es d

u Fo

nds

2° u

ne d

otat

ion

de l

’Eta

t fé

déra

l qu

i en

co

mpl

émen

t de

la

cotis

atio

n vi

sée

au 1

° pe

rmet

de

couv

rir le

s dé

pens

es d

u Fo

nds

52 2369/001DOC 54


am

iant

e,

à l’e

xcep

tion

du

mon

tant

fo

rfai

taire

visé

dan

s le

3°

prél

evé

pour

les

proj

ets

de

prév

entio

n ou

d’

étud

es

acad

émiq

ues e

n lie

n av

ec la

pro

blém

atiq

ue

de

l’am

iant

e à

char

ge

de

la

rése

rve

cons

titué

e au

1er

jan

vier

201

7 da

ns l

e Fo

nds

amia

nte

par

les

trav

aille

urs

indé

pend

ants

. Ce

tte

dota

tion

est i

nscr

ite a

u bu

dget

du

SPF

Sécu

rité

Soci

ale.

La

dota

tion

est v

ersé

e pa

r tr

anch

e tr

imes

trie

lle, a

u pl

us ta

rd à

la fi

n du

pr

emie

r m

ois

du

trim

estr

e,

au

Fond

s am

iant

e.

amia

nte,

à l’

exce

ptio

n, ju

squ’

en 2

025,

du

mon

tant

forf

aita

ire v

isé a

u 3°

pré

levé

de

la

rése

rve

cons

titué

e au

1er

janv

ier 2

017

dans

le

Fon

ds a

mia

nte

par l

es in

dépe

ndan

t, po

ur

les

proj

ets

de

prév

entio

n ou

d’

étud

es

acad

émiq

ues e

n lie

n av

ec la

pro

blém

atiq

ue

de l’

amia

nte.

Ce

tte

dota

tion

est i

nscr

ite a

u bu

dget

du

SPF

Sécu

rité

Soci

ale.

La

dota

tion

est v

ersé

e pa

r tr

anch

e tr

imes

trie

lle, a

u pl

us ta

rd à

la fi

n du

pr

emie

r m

ois

du

trim

estr

e,

au

Fond

s am

iant

e.

Le R

oi,

par

arrê

té d

élib

éré

en C

onse

il de

s m

inist

res,

dé

term

ine

les

caté

gorie

s d'

empl

oyeu

rs

rede

vabl

es

de

cotis

atio

ns,

le

mod

e de

ca

lcul

et

d'

étab

lisse

men

t de

s co

tisat

ions

ai

nsi

que

les

mod

alité

s de

pe

rcep

tion

de c

es c

otisa

tions

.

Le

tr

op-p

erçu

ou

le

m

anqu

e de

fin

ance

men

t con

stat

é lo

rs d

e la

clô

ture

des

co

mpt

es d

u Fo

nds

amia

nte

fera

l’o

bjet

d’

une

régu

laris

atio

n : e

n ca

s d’

un m

anqu

e de

fin

ance

men

t, la

dot

atio

n de

l’a

nnée

su

ivan

te

sera

au

gmen

tée

à du

e co

ncur

renc

e et

, en

cas

de

trop

-per

çu,

le

Fond

s am

iant

e re

mbo

urse

ra l’

Etat

.

Ce

tte

cotis

atio

n es

t pa

yée

par

l'em

ploy

eur

à l'o

rgan

isme

com

péte

nt

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale,

dan

s les

mêm

es

déla

is et

dan

s le

s m

êmes

con

ditio

ns q

ue l

es

cotis

atio

ns

de

sécu

rité

soci

ale

pour

le

s tr

avai

lleur

s sal

arié

s.

Le

pro

duit

de l

a co

tisat

ion

est

tran

smis

par

l'org

anism

e co

mpé

tent

de

pe

rcep

tion

des

cotis

atio

ns d

e sé

curit

é so

cial

e au

Fon

ds d

es

532369/001DOC 54


mal

adie

s pro

fess

ionn

elle

s en

vue

d'êt

re a

ffect

é au

Fo

nds

d'in

dem

nisa

tion

des

vict

imes

de

l'a

mia

nte.

Le

s di

spos

ition

s du

ré

gim

e gé

néra

l de

la

sé

curit

é so

cial

e de

s tr

avai

lleur

s sa

larié

s,

nota

mm

ent e

n ce

qui

conc

erne

les d

écla

ratio

ns

avec

just

ifica

tion

des

cotis

atio

ns, l

es d

élai

s en

m

atiè

re

de

paie

men

t, l'a

pplic

atio

n de

s sa

nctio

ns c

ivile

s et

les

disp

ositi

ons

péna

les,

le

cont

rôle

, le

ju

ge

com

péte

nt

en

cas

de

cont

esta

tion,

la

pr

escr

iptio

n en

m

atiè

re

d'ac

tions

ju

dici

aire

s,

le

priv

ilège

et

la

co

mm

unic

atio

n du

mon

tant

de

la c

réan

ce d

e l'o

rgan

isme

com

péte

nt

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sé

curit

é so

cial

e,

sont

ap

plic

able

s.

Sa

ns

préj

udic

e de

l'a

pplic

atio

n de

s au

tres

sa

nctio

ns c

ivile

s et

des

disp

ositi

ons

péna

les,

l'em

ploy

eur à

l'ég

ard

duqu

el il

est

éta

bli q

u'il

a co

mm

is un

e ou

plu

sieur

s fa

usse

s dé

clar

atio

ns

visa

nt à

élu

der l

e pa

iem

ent d

e la

cot

isatio

n ou

pa

rtie

de

ce

lui- c

i, es

t re

deva

ble

d'un

e in

dem

nité

forf

aita

ire d

ont l

e m

onta

nt e

st é

gal

au d

oubl

e de

s co

tisat

ions

élu

dées

, et

dont

le

prod

uit

est

tran

smis

par

l'org

anism

e co

mpé

tent

de

perc

eptio

n de

s co

tisat

ions

de

sécu

rité

soci

ale

au

Fond

s de

s m

alad

ies

prof

essio

nnel

les e

n vu

e d'

être

affe

cté

au F

onds

d'

inde

mni

satio

n de

s vic

times

de

l'am

iant

e.

54 2369/001DOC 54


3°

pou

r le

fin

ance

men

t de

l'in

terv

entio

n du

Fo

nds

d'in

dem

nisa

tion

des

vict

imes

de

l'a

mia

nte

en

fave

ur

des

trav

aille

urs

indé

pend

ants

vic

times

de

l'asb

esto

se,

le R

oi

peut

, pa

r ar

rêté

dé

libér

é en

Co

nsei

l de

s m

inist

res,

pré

voir

un fi

nanc

emen

t pa

r le

bia

is de

la

sé

curit

é so

cial

e de

s tr

avai

lleur

s in

dépe

ndan

ts;

3° u

n fin

ance

men

t pa

r le

bia

is du

sta

tut

soci

al d

es t

rava

illeu

rs i

ndép

enda

nts

pour

l’i

nter

vent

ion

du F

onds

am

iant

e en

fave

ur

des

trav

aille

urs

indé

pend

ants

vic

times

de

l’asb

esto

se, q

ui p

eut ê

tre

fixé

par l

e Ro

i, pa

r ar

rêté

dél

ibér

é en

Con

seil

des m

inist

res ;

3° u

n fin

ance

men

t pa

r le

bia

is du

sta

tut

soci

al d

es t

rava

illeu

rs i

ndép

enda

nts

pour

l’i

nter

vent

ion

du F

onds

am

iant

e en

fave

ur

des

trav

aille

urs

indé

pend

ants

vic

times

de

l’asb

esto

se, q

ui p

eut ê

tre

fixé

par l

e Ro

i, pa

r ar

rêté

dél

ibér

é en

Con

seil

des m

inist

res ;

To

utef

ois,

par d

érog

atio

n à

l'alin

éa p

récé

dent

, po

ur c

hacu

ne d

es a

nnée

s 20

08, 2

009

et 2

010,

le

m

onta

nt

de

ce

finan

cem

ent

est

fixé

à 10

0.00

0 EU

R. C

e m

onta

nt e

st f

inan

cé p

ar l

a ge

stio

n fin

anci

ère

glob

ale

dans

le s

tatu

t soc

ial

des

trav

aille

urs

indé

pend

ants

ins

taur

ée p

ar

l'arr

ête

roya

l du

18

nove

mbr

e 19

96 v

isant

l'i

ntro

duct

ion

d'un

e ge

stio

n fin

anci

ère

glob

ale

dans

le

st

atut

so

cial

de

s tr

avai

lleur

s in

dépe

ndan

ts, e

n ap

plic

atio

n du

chap

itre

Ier d

u tit

re V

I de

la

loi

du 2

6 ju

illet

199

6 po

rtan

t m

oder

nisa

tion

de

la

sécu

rité

soci

ale

et

assu

rant

la

viab

ilité

des

rég

imes

lég

aux

des

pens

ions

. En

fonc

tion

des b

esoi

ns d

u Fo

nds,

le

Roi

peut

m

ajor

er

ce

mon

tant

ju

squ'

à un

m

axim

um d

e 25

0.00

0 EU

R, p

ar a

rrêt

é dé

libér

é en

Con

seil

des M

inist

res;

4°

des

dot

atio

ns e

t leg

s;

4°

des

dot

atio

ns e

t leg

s ;

4° d

es d

otat

ions

et l

egs ;

5°

les

récu

péra

tions

obt

enue

s à

la s

uite

d'u

n dr

oit

de s

ubro

gatio

n ex

ercé

par

le F

onds

des

m

alad

ies

prof

essio

nnel

les

conf

orm

émen

t au

x di

spos

ition

s de

l'art

icle

125

, § 3

.

5° l

es r

écup

érat

ions

obt

enue

s à

la s

uite

d’

un

droi

t de

su

brog

atio

n ex

ercé

pa

r l’A

genc

e fé

déra

le

pour

le

s ris

ques

5° l

es r

écup

érat

ions

obt

enue

s à

la s

uite

d’

un

droi

t de

su

brog

atio

n ex

ercé

pa

r l’A

genc

e fé

déra

le

pour

le

s ris

ques

552369/001DOC 54


pr

ofes

sionn

els

(Fed

ris)

conf

orm

émen

t au

x di

spos

ition

s de

l’art

icle

125

, § 3

.

prof

essio

nnel

s (F

edris

) co

nfor

mém

ent a

ux

disp

ositi

ons d

e l’a

rtic

le 1

25, §

3.

Al. 2

Si lo

rs d

e la

pré

para

tion

des

budg

ets

2017

, 20

18 e

t 20

19,

il ap

para

it qu

e la

dot

atio

n ca

lcul

ée c

onfo

rmém

ent

à l’a

linéa

1er

, 2°

dé

pass

e 10

mill

ions

d’e

uros

, le

Roi p

eut,

par

arrê

té d

élib

éré

en C

onse

il de

s m

inist

res

et

sur

prop

ositi

on d

u Co

mité

de

gest

ion

des

mal

adie

s pr

ofes

sionn

elle

s, m

odifi

er le

taux

et

la

pé

riodi

cité

de

pa

iem

ent

de

la

cotis

atio

n vi

sée

à l’a

linéa

1er

, 1°.

Centrale drukkerij – Imprimerie centrale

B K VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS … · 5987 2369/001 2369/001 ... les entreprises et l’État...

Documents

Transcript of B K VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS … · 5987 2369/001 2369/001 ... les entreprises et l’État...