augustus 2017 Fontys Hogeschool voor de Kunsten · 2017. 8. 11. · ideaal. Zij vormden daardoor...

21
Leonie van Drunen 3VTA Engagement / geëngageerd standpunt in ‘expressief’ uitgewerkte, beeldende portretten – kunsttheoretisch en onderwijs theoretisch onderzoek – verklaard vanuit het eigen creatieve beeldende proces augustus 2017 Fontys Hogeschool voor de Kunsten

Transcript of augustus 2017 Fontys Hogeschool voor de Kunsten · 2017. 8. 11. · ideaal. Zij vormden daardoor...

  • Leonie van Drunen 3VTA

    Engagement / geëngageerd standpunt in ‘expressief’ uitgewerkte, beeldende portretten – kunsttheoretisch en

    onderwijs theoretisch onderzoek – verklaard vanuit het eigen creatieve beeldende proces

    augustus 2017

    Fontys Hogeschool voor de Kunsten

  • ................................................................................... 1

    ....................................... 1

    ...................................................... 1

    .......................................................................................... 2

    .............................................................................................. 2

    .............................................. 2

    ......................................................... 3

    ............................................................................................................................ 3

    ........................... 7

    ................................................................... 7

    ............................................................................ 12

    ............................................................ 12

    ..................................................................................................................... 12

    ...................................................................................................................................................... 17

  • 1

    Het einddoel van dit onderzoeksverslag: leerlingen (VMBO 3) kunnen het thema engagement indirect verwerken in een expressief uitgewerkt zelfportret. De onderzochte thema’s expressie en engagement in dit verslag heb ik verbonden aan elkaar en vervolgens geïntegreerd in een kunst educatieve les in de expressionistische stijltraditie. Het lesplan vormt de conclusie van dit onderzoeksverslag en het lesontwerp is een ‘bijproduct’. Een emotioneel en gevoelig werkproces: ik kwam tot nieuwe inzichten in het eigen werkproces door een andere uitvoering in materiaal (verf) i.p.v. digitale pen streken en zelfs mijn instelling (houding) te veranderen... Dit proces heeft inzichtelijk gemaakt wat ik belangrijk vindt bij het opbouwen van een beeldend proces, waarom ik bepaalde keuzes maak (mijn persoonlijke doelen), en hoe ik uiteindelijk het beeldende proces opgang houdt. Zie ook de bijlagen voor verantwoording van mijn werkwijze – aansluitend op hoofdstuk 1 in dit onderzoeksverslag.

    Mijn belevingen zijn soms subjectief gemaakt met een persoonlijke motivatie; beelden ontstaan uit persoonlijke belevingen en vormen een soort persoonlijke verhaaltjes; momenten die aansluiten op eigen belevingen / ervaringen, in het leven. Ik ben een emotioneel, sociaal-betrokken en soms zelfs een onzeker mens, ik uit gevoelens door gebruik te maken van expressie, ik probeer op die momenten met een situatie om te gaan (een onzekere situatie waarin ik op dat moment verkeer). Deze momenten zijn een explosief gestuurde reactie op de situatie (het moment) waarin ik verkeer. Ik leg het emotionele moment vast in een geschreven tekst, gemaakte foto en / of

    tekening. De handeling moet snel worden uitgevoerd, anders is het emotionele moment dat ik beleef alweer voorbij, er is immers geen moment hetzelfde. Getriggerd door emoties ontstaan impulsen en produceer ik snel (digitaal) ter plekke – en dat is meestal naar aanleiding van een gebeurtenis in mijn leven; een gebeurtenis die angsten of paniek veroorzaken.

    Momentopnames uit ik het liefst op expressieve wijze in de vorm van ‘tekeningen’. Mijn tekeningen worden door de toeschouwer vaker ‘schetsen’ genoemd. Het woord ‘schets’ past wellicht beter bij het begrip ‘momentopname’ (“momentopname”, z.d.) – er bestaat namelijk geen ‘verbeterde’ versie of 2e versie. De definitie van het begrip ‘schets’ kan helpen, bij het inzichtelijk maken van mijn proces: Latijn *schediare ‘improviseren’ betekend, bij klassiek Latijn schedium betekend het een ‘geïmproviseerd gedicht’, verzelfstandiging van het b.v.n. schedius, dat ontleend is aan Grieks skhédios ‘haastig gedaan, geïmproviseerd’. Het woord komt zowel voor in de oorspronkelijke, concrete betekenis ‘tekening’ als in de latere, abstracte betekenis ‘voorlopig idee’ (Sijs, 2010). De schets is wat het is; een voorlopig, snel uitgewerkt idee - de schets was een emotionele reactie en daar blijft het bij. Deze concepten toegepast op mijn werk: een ‘gepresenteerde’ schets kan beschouwd worden als een figuratieve, en expressieve-impressie op een van de (unieke) en soms heftig emotionele momenten.

    Ik probeer karakteristieken in te zetten; onderwerpen te gebruiken of combinaties te maken in onderwerpen, die zorgen voor herkenbaarheid. Ik wil als persoon origineel zijn, omdat originaliteit een kenmerk is dat belangrijk is in de beeldende kunst, om de kwaliteit van (mijn) werk te waarborgen (Gennip, 2012).

    ‘‘Kunstzinnige leeractiviteiten kunnen bijdragen aan opbrengsten als persoonlijke ontwikkeling, zelfbeeld, identiteitsvorming en burgerschapscompetenties. Ook kan via kunstonderwijs gewerkt worden aan algemene cognitieve vaardigheden als reflectievermogen, creativiteit en kritisch denken. En aan communicatieve en sociale vaardigheden, zoals samenwerken, empathie en zelfvertrouwen.’’- (Leraar24, 2015, "Extrinsieke Effecten", para. 1)

    Mijn expressieve werk maakt voor mij inzichtelijk hoe ik aan mezelf en mijn persoonlijke doelen kan werken, waar de emotie precies vandaan kwam, (het onderwerp) daar ben ik me dus niet altijd bewust van op het moment van schetsen. Achteraf zie ik de werkelijke reden van de emotie. Maar ik weet op het moment van schetsen wel, of ik boos, blij, verdrietig, opgewekt, gestrest, bang, angstig en etc. ben. Emotie zet ik in tijdens het werkproces. Wanneer mijn emotie

    Afbeelding 1. De harten en de hoofden, zie

    dialoog met mezelf in de bijlagen voor

    verantwoording / ontstaan van dit beeld.

  • 2

    eruit is, weet ik zelf ook waarom ik me goed of slecht voelde, voor mij werkt schetsen dus reflectief. Ik abstraheer in de schets wat me dwars zit (Ogg, Verschuren, & Vroonhoven, 2005). Na het beeldende proces kan ik de onderwerpen die me bezig hielden uiteindelijk los leren laten. Bovendien ben ik anderen mensen er niet tot last mee als ik schets, het zorgt voor orde (Ebbens, S. & Ettekoven, 2005); een veilige reactie, voor mezelf en anderen.

    Soms bepaal ik vooraf al, waar ik me persoonlijk in moet ontwikkelen: als een onderwerp mij dagelijks bezig houdt, dan dient het expressieve beeld als ondersteuning, het herinnert mij eraan wat ik moet verbeteren. Mijn angsten zijn; falen. Deze angsten verbeeld ik, soms in de vorm van zelfportretten of personificaties (zie afbeelding 2). Want ik ben bang voor de kritiek, kritiek die nog moet komen. De angst en de pijn zijn vooraf al aanwezig, terwijl er nog niets is gebeurd (en falen nog te voorkomen is), er breekt een situatie van paniek uit (Célestin Freinet, 2016).

    Concluderende: mijn werk zorgt ervoor dat ik mijn emoties veilig de vrije loop kan laten (binnen de burgerschap competenties) en het resulteert tegelijkertijd in een, zelfreflectie in de vorm van een portret of personificatie. Menig kunstenaar gebruikten het zelfportret voor zelfreflectie. Het is een goede manier van zelfreflectie volgens een citaat van Fernand Bonneure: ‘‘Het onthult immers de relatie tussen de kunstenaar en het eigen spiegelbeeld. Deze relatie biedt de beste kansen voor reflectie en emotionele ontlading. Voor zichzelf is de kunstenaar eerlijker, soms ook strenger dan voor anderen (kritischer). Sommige zelfportretten hebben kunstenaars gebruikt als oefening om in het gelaat diverse emotionele expressies uit te proberen. Bovendien hebben schilders zich voor hun zelfportret wel eens vermomd als matroos, als militair of als geraamte, of schilderden zij een zelfportret met model, in het atelier, met pijp, met pet. Of ze gaven zichzelf een plaats en veelal een bijrol in grotere thematische werken.’’ - (Bonneure, 1999, p.156)

    In educatieve context betekend dit, dat men in de vorm van een zelfportret kan reflecteren op zichzelf en de persoons gebonden ontwikkeling. Het maakt het accepteren van ‘een eigen - autonome persoonlijkheid’ mogelijk en bevordert de cognitieve vaardigheden (Muri, 2007). Deze zelfreflectie methode in kunst, wil ik uiteindelijk verwerken, verbinden en inzetten in een kunst-educatieve les.

    Schetsen op emotie… maar wat is emotie? ‘’Er is bijna altijd sprake van emotie als er met een bepaald gevoel gereageerd wordt op een situatie’’ (Ensie, 2015, para. 1) - ik schets met gevoel als reactie op deze situatie en dat heet:

    expressie. Voorbeelden zijn een reactie zoals een huilbui tijdens een begrafenis of lachen op een verjaardagsfeest. De definities van het woord schets sluiten aan op de term expressie; gevoel dat je uit met je gezicht, je gebaren, je muziek of kunstvorm (“expressie”, z.d.). De manier waarop ik me expressief uitdruk binnen een kunstvorm is schetsen. Het begrip ‘expressie’ of ‘expressief’ heb ik gedefinieerd. Dit begrip vormt het hoofdonderwerp en probeer ik aan te houden in dit essay tijdens de kunsttheoretische beschouwing.

    Er zijn in de expressionistische betekenis, een aantal factoren waaraan je de emotie in beelden kunt herkennen. Emotie is altijd een combinatie van lichaam, gevoel en cognitie; emotie betekend ‘in beweging brengen’. Het uiten van emoties brengt bewegingen met zich mee, lichamelijke reacties als trillen, gespannen of juist ontspannen spieren, zweten en hartkloppingen (Wietske, 2017). Dit kan je soms ook (in)direct terug zien in expressionistische tekeningen/schilderijen; aan een onrustig beeld, in de manier waarop de maker zich expressief uit in kleurgebruik, vormentaal, structuur, reliëf of persoonlijke onderwerpen. Het kan ook met andere motieven gebaseerd op emotie gemaakt zijn, maar bovenal, is een expressieve schets een reactie; een reactie in de vorm van een schets is ook een ‘beweging’ op zichzelf(“beweging”, z.d.)! Schilders die hierom bekend staan maken deel uit van de groep ‘wilden’ (expressionistische stroming ca.1910).

    Afbeelding 2. Leonie van Drunen –

    verantwoordelijkheid (nemen) zelfportret

    Afbeelding 3. Leonie van Drunen –

    restaurant Lissabon, Portugal

  • 3

    Keuzes die een kunstenaar maakt hangen altijd af van tijd, de tijd (jaren) waarin de maker leeft en het eigen proces. Het ligt eraan vanuit waar het beeldende proces is ontstaan. Met welke achtergrond, cultuur, maatschappij, economie, politiek, welke regels een kunstenaar zichzelf oplegt, welke doelen (functie) de kunstenaar oplegt tijdens het creatieve proces en of de kunstenaar beïnvloed werd door emotie, toen hij de functie bepaalde (Adajian, 2016). Hier ga ik op de volgende pagina’s op in. Er dient rekening gehouden te worden met plaats en tijd, bij de beschouwing van een beeld. Waar ging of gaat het proces van de (‘expressieve’) kunstenaar uiteindelijk heen (wat is de functie)? Waar het proces van de kunstenaar heen gaat ligt dus aan de plaats en tijd (beeldtradities). In de postmoderne tijd bepaalt iedere autonome kunstenaar zelf de regels van zijn/haar werk. Dat is een individueel subjectief proces, een creatief leer - en denkproces (Hoogenhuyze, Kolstee, Lampe, Pol, & Hendriks, 2003). Al voor het proces begint, en tijdens het proces, kan de kunstenaar bepalen wat het doel van het beeld is dat hij / zij uiteindelijk aan de toeschouwer laat zien.

    De doelstellingen en het proces, van een kunstenaar in de tijd van ‘het modernisme’ zijn gebaseerd op andere regels, dan de regels die we in een later stadium aannamen, tijdens ‘het postmodernisme’. Om aan te geven waarom de tijd zo belangrijk is voor de beeldbeschouwing, wil ik dieper ingaan op de regels en beeldende tradities in de kunstgeschiedenis.

    In het ‘modernisme’ tracht men ‘’het leven te vernieuwen door de kunst als uitgangspunt te nemen voor de esthetisering van de samenleving. Veel modernisten waren dan ook politiek actief als socialist of communist, soms zelfs als fascist.’’ - (Bork, Delabastita, Gorp, Verkruijsse, & Vis, 2012, para. 2)

    ‘’Zo’n perfect geschilderde arm is niet snel te lang’’ – ‘impressionist’ Max Liebermann; de werkelijkheid mag worden vervormt maar er bestaan ideale regels begin 20e eeuw (zie afbeelding links). Al voor de expressionist geboren was aan het einde van de 19e eeuw, sprak men over ‘impressionisme’, een kunststroming of stijl die vooraf ging aan het ‘expressionisme’, in de moderne beeldende kunst (ArtSalonHolland, z.d.-a). De traditionele klassieke regels werden voor het eerst verbroken in de schilderkunst. Het nabootsen van de werkelijkheid en de realiteit, bestond niet meer, een letterlijke afspiegeling van de werkelijkheid was geen ideaal meer. Een impressie was gangbare stijl / het ideaal! Veel gekozen onderwerpen waren het leven van alle dag en realistische taferelen (Kamp, 2014). Zie de afbeelding 4, met titel links.

    De eerste stap naar een nieuw ‘modern tijdperk’ was al met ‘de impressionistische beweging’ gezet. Maar het veranderde pas echt toen ‘De Wilden’ uit Duitsland, Dresden in 1905 de academische

    regels en burgerlijke regels opzij hadden gezet, inruil voor subjectieve ervaringen en waarneembare spontaniteit als ideaal. Zij vormden daardoor ‘de avant-gardisten’ van een schildertijdperk. Er volgde na hen nog anderen expressionistische groepen, waaronder de bekendste; ‘der Blauwe Reiter’ uit München. Het gevoel (de ratio) staat centraal binnen het expressionisme (1910-1920). Expressie in kunst werd voor even de gangbare stijl (Blühm, Faßbender, Hoekstra, Keuning, & Westhoff, 2016).

    ‘’Het expressionisme is op een bepaalde manier een omkering van het impressionisme: in plaats van een impressie vast te leggen van de zichtbare wereld, legt de expressionistische kunstenaar zijn persoonlijke visie bloot.’’ – (Museum Boijmans van Beuningen, z.d., para. 1 )

    Aanleidingen voor het ontstaan van het expressionistische schildertijdperk, zijn o.a. de angsten en irrationele driften van het onderbewuste waar Freud over schreef, het gevoel en de emotie waren het uitgangspunt voor revolutionaire uitingsvormen binnen het ‘expressionisme’. Expressionisme is overigens in alle kunstvormen terug te vinden, vandaar ook het ontstaan van een geheel modern kunsttijdperk. Notitie: Het abstract-expressionisme dat later in de jaren 40 van de 20e eeuw opkwam in Amerika kent grote verschillen met de Europese expressionistische schilderkunst. De Europeanen werkten traditie getrouw naar een eind resultaat toe (met moderne regels en idealen). Voor de abstract-expressionisten was het schilderen zelf het doel. In tegenstelling tot hun Europese collega’s beriepen ze zich zelden op allerlei intellectuele ideeën en werkten bovendien op zeer groot formaat (Galerie de Witte, z.d.).

    Afbeelding 4. Badende knapen, ca. 1896; Maxx

    Liebermann (1847-1935), olie op paneel, 33.1 x 44.2

    cm, privé collectie

    http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02167.php

  • 4

    Expressionisme’ (de stroming ca. 1910) blijft volgens verschillende bronnen die ik heb doorgenomen een gecompliceerd, nauwelijks te definiëren begrip. Centraal in Europa stonden binnen dit uitgangspunt de mens en het landschap waarbij men probeert de werkelijkheid ervan te vervagen. De expressionisten staan bekend om hun vele houtgravures die vaak vooraf gingen aan de kleurrijke schilderijen – er bestond vaak een schets (soms was dat dus een houtgravure), en een ‘verbeterde’ of ‘uitgewerkte’ versie. Ze werkten traditiegetrouw naar het einddoel toe: er waren belangrijke motieven, die door de kunstenaarsgroepen werden verbeeld. ‘Het leven als zodanig schilderen’ of ‘op een zo simpel mogelijke manier gevoelens van landschap of mensen tot uitdrukking te brengen’ – aldus Erich Heckel volgens de bron (ArtSalonHolland, z.d.-c).

    Er heerste een globale maatschappelijke angst; de 1e wereld oorlog. En de expressionisten (in Europa) wilden deze boodschap met de wereld delen, deze angsten in beeld brengen (MoMA, z.d.). Men kon zich moeilijk expressief uitten (ook op politiekvlak) in het begin van de twintigste eeuw, door er simpelweg met iemand over te praten, dat was niet geaccepteerd in die tijd. Kunst was een goed middel om emoties de vrije loop te laten, een mogelijkheid om wederzijds – en gemeenschappelijke gevoelens in beeld te brengen door ze massaal te verspreiden (Segal, 2009).

    Kunstenaars en kunstcritici delen van mening dat het begrip ‘expressionisme’ een veelvoud aan betekenissen kan hebben. Dat heeft veelal te maken met de politieke gesteldheid - en de heterogene omstandigheden in de westerse wereld (Elger, 2007). Het begrip expressie in het expressionisme tijdens de eerste helft van de 20e eeuw is wel een herleidbaar feit in de kunstbeschouwelijke zin: ‘‘De kunstenaar tracht zijn innerlijke gevoelens, ervaringen te verbeelden en dit gevoel over te brengen aan de toeschouwer. Het gaat vooral om het weergeven van emoties. Er wordt nauwelijks aandacht besteed aan wat er in de werkelijkheid wordt gezien. Het draait om het uiten van je gevoel op een zo direct mogelijke manier ’’ – (Faassen, z.d., "Expressionisme"). Dit wordt gezien als een unanieme moderne regel in de kunst, in de expressionistische stijl. Zo hadden de expressionisten en de abstract expressionisten in Amerika één duidelijk aspect gemeen: ze deelden de overtuiging dat kunst hoort te handelen over emoties (Galerie de Witte, z.d.). Deze ‘emotieregel’ mag (met de nadruk op mag) overigens ook worden toegepast in het tijdperk dat daarop volgde, het Postmoderne tijdperk.

    In contrast met de ideeën van het moderne tijdperk, volgen de ideeën in de kunst van het postmoderne tijdperk: er

    bestaan geen universele idealen in het postmoderne (kunst)tijdperk, het (kunst)tijdperk in het midden van de 20e eeuw

    zit daardoor vol tegenspraak. Men kent namelijk een subjectieve waarheid en schildert naar de eigen beleving. Dit was

    overigens reden genoeg om expressie opnieuw in te zetten in de kunst (neo-expressionisme). Alles kan en mag met

    geconstrueerde, subjectieve waarheden (zie afbeelding 5). Dat wil overigens niet zeggen dat de toeschouwer het altijd

    interpreteert zoals de maker van het beeld het bedoelt heeft. Het mag door ongeschreven gemeenschappelijke idealen

    dus ook anders worden geïnterpreteerd per individu: in tegenstelling tot het modernisme bestaat er geen objectieve

    unanieme waarheid of ideaal meer. Zie specifieke contrasten / verschillen ‘modern denken’ en ‘postmodern denken’ –

    afbeelding 5. Een karakteriserend klein lichaam en onzekere lichaamshouding onder een ‘te groot’ hoofd geschetst dient

    Afbeelding 5. Contrasten modernisme en postmodernisme (Kamp, 2014)

  • 5

    zich bijvoorbeeld om te laten zien, hoe ‘klein’ de kunstenaar zichzelf voelt, zonder bij bedoelingen – dat is geen toevallig

    uit perspectief getrokken verband, ook niet in de beschouwing (zie ook afbeelding 2). In een zelfportret of personificatie

    kan of mag men een te groot hoofd op de romp van het lijf schetsen, omdat het hoofd van binnen te zwaar beladen

    aanvoelt (dat mag in beide tijdsperioden), met de reden dit innerlijke gevoel aan de buitenwereld te willen laten zien. In

    dat geval, is de expressieve boodschap, een persoonlijke uitvergroting en dramatisering van de eigen werkelijkheid, het

    is een universele, subjectieve waarheid, kortom een waarheid die is toegestaan in het postmoderne tijdperk.(Bergh,

    2004).

    Het nieuwe schilderen van de eerste groep ‘nieuwe-expressionisten’ in Duitsland, Berlijn eind twintigste eeuw; ‘De Nieuwe Wilden’ in het begin van de jaren 80, brengen hetzelfde hoofdthema, expressie met zich mee. Zij lieten zich opnieuw in Duitsland het hardst horen en zien in Europa binnen de kunst. Na twee wereldoorlogen, een streng modern kunsttijdperk, begon het nieuwe ‘postmodernistische’ tijdperk opnieuw met een ‘wilde groep’, en dat begon met een nieuwe blik op de kunst, vol vrijheid en opnieuw vol vrije expressie (Kamp, 2014). Aanleiding was opnieuw de politieke en economische gesteldheid van Europa, die omstandigheden hadden iets gemeenschappelijks; onzekerheid en angst binnen de maatschappij; de koude oorlog, oliecrisis en de muur in Berlijn die overeind bleef staan tot 1989 – de muur die niet alleen Duitsland in tweeën splitsten maar heel Europa. De westerse wereld bevond zich onder streng conservatief gezag. Toen deze tijden voorbij waren gingen we uiteindelijk van doemdenkers naar ´positivo´s (het Noordbrabants museum, 2017).

    Het controversiële aan de neo-expressionistische stijlen en groepen: volgens Benjamin Buchloh maakten de ‘neo-expressionisten’ in een zekere zin deel uit - of maakten zij gebruik of zelfs misbruik, van de strenge conservatieve cultuur, hij betitelde de ‘neo-expressionistische schilders’ voor; ‘niets anders dan een ‘schijn-avantgarde’, met als duidelijke missie: de culturele legitimatie van ‘streng conservatisme’. Hiermee duidt Buchloh in een zekere zin op de

    negatieve aandachtvorm: de ‘expressionistische’ beelden hebben een politieke lading die ondanks hun negatieve lading, een ‘reclame middel’ vormt (Blühm, Engler, e.a., 2016). De beelden kunnen daardoor ook een propagandistische functie hebben (Segal, 2009).

    Het schildermedium werd ‘hoe - het ook - zij’ door veel jonge kunstenaars gekozen om zich uit te drukken, er heerste een zekere drang, om jezelf als kunstenaar te uiten en te onderscheiden van de rest. Dat had voor een deel te maken met het verdwijnen van de autonomie, in een groeiende cultuurindustrie (zie afbeelding 5) (Groninger Museum, 2016). Het nieuwe expressionisme, was directer, in mindere mate abstract, uitgevoerd op enorme doeken, het was veelal figuratief voorzien van vorm omdat dit zorgt voor herkenbare elementen, maar ook vanwege het ‘less is a bore’ begrip. Men koos massaal voor het oude ambachtelijke schildermedium, om zichzelf nog directer uit te drukken maar vooral om ‘uniek’ te zijn binnen een groeiende consumptiemaatschappij. Schilderen is een medium waarmee je, jezelf uit kan drukken door gebruik te maken van politieke standpunten, literaire verwijzingen, figuratieve vormen, (zelf)portretten, vervormingen, uit verband of perspectief getrokken en kleurgebruik krijgt een geheel eigen gevoelswaarde. Een gevoelswaarde die geheel los kan staan van de visueel

    waarneembare werkelijkheid, materialen gebruik, het toepassen van structuren en reliëf. Deze persoonlijke motieven maken het begrip ‘neo-expressionistisch’ wel moeilijker te definiëren, in termen van een vast stramien binnen de stroming (Blühm, Engler, e.a., 2016). De afbeelding (7) wordt beschouwd als een ‘neo-expressionistisch’ werk, dat op de bovenstaande kenmerken aansluit. De volledige beschrijving en onderzoek naar het beeld van Kippenberger is te vinden op pagina 11.

    Afbeelding 6. Margaret Thatcher; vrouwelijk

    staatsicoon in de politiek – passend bij de

    conservatieve jaren 80

    Afbeelding 7.’ Ik ben te politiekl’ 1995;

    Martin Kippenberger, olie op canvasdoek,

    180 x 225cm

  • 6

    Aansluitend op hoofdstuk 1 – de beeldtraditie van de expressionisten in hoofdstuk 2, in verbinding gebracht met mijn eigen werk: Het expressieve moment (de emotie) bepaalt de vorm, de vorm bepaalt het doel van de schets. Ik werk vooral op de spontane indeling / stillering en compositie (de samenhang), met expressieve boodschap: figuratieve abstrahering (“abstraheren”, z.d.). De focus ligt in feite op nieuwe vormen binnen een compositie door gebruik te maken van vervorming en zonder rekening te houden met ruimtelijkheid of perspectiefwetten. Portretten worden niet plastisch weergegeven, maar tweedimensionaal ‘plat’. De vormen (portretten en / of personificaties) die daaruit ontstaan, weerspiegelen persoonlijke gebeurtenissen en benadrukken gevoelens. Deze aspecten zijn vooral kenmerkend voor de laat ‘expressionistische’ kunst (ArtSalonHolland, z.d.-c), daarom kan ik mijn werk verbinden aan een aantal beeldtradities van ‘de expressionist’, soms voorzien van sociaal maatschappelijke kwesties in een beeld verwerkt, maar zonder politiek aspect – en kan ik mij overigens mede om die redenen beter vinden in het ‘vrije’ denken van de late expressionist en neo-expressionist in de ‘postmoderne tijd’. Bijvoorbeeld: de eigen realiteit mooier voordoen met vormen dan dat hij in werkelijkheid is (idealiseren), het versimpelen (stileren), of vervormen (deformeren) (Kunst Kijken Nederland, z.d.). In tegenstelling tot veel werk in de expressionistische stijlperioden, wil ik met

    mijn werk geen politieke boodschap overdragen of een bewustwording bij de toeschouwer oproepen. Ik heb niet altijd een eindresultaat in mijn hoofd want dan zouden inleving, herkenning, vervreemding of confrontatie centraal staan binnen het doel van het proces; dat kan gezien worden als een buiten de kunst gelegen functie, die valt onder de functieterm van engagement (Kamp & Cuijpers, 2011). Dat zijn extra regels of wetten (idealen) buiten de kunst, die naar mijn mening het expressieve doel voorbij gaan - teveel met het verstand uitgevoerd i.p.v. met het gevoel. Tekenen of schilderen is het doel. Geen idealen. Dit onderwerp is volgens het KPC beschouwingsmodel een esthetische waarde toeleggen in beeldende kunst; (anti) schoonheidsdoel. Wat dat betreft sluit mijn werkwijze beter aan bij de abstracte expressionist (laatste alinea pag.3 en 4 - zie ook de bijlagen voor aanvullende informatie betreft standpunten voor engagement in eigen werk). De keuze om te schetsen versterkt mijn werkvisie en de zichtbare spontaniteit; het zorgt ervoor dat er maar één bestaand expressief schetsexemplaar bestaat (een origineel). Ik wil het beeld niet opnieuw uitvoeren, een 2e versie van een schets maken, dat is meer ‘een uitgewerkt idee of concept’ en geen spontane expressie meer (Bajnarová, 2014); mijn emoties zijn tijdgebonden, een momentopname (zie pag. 2).

    Argumenten voor de keuze om het thema engagement te verbinden aan mijn werk en in dit onderzoek: ik probeerde tijdens het werken aan de beeldende praktijk het thema engagement te verwerken in mijn eigen beelden. Dit deed ik naar aanleiding van een lijst met woorden die aangereikt werden binnen Fontys Hogeschool voor de kunsten. De opdracht was om een onderwerp te kiezen als overkoepelend thema, en deze vervolgens in een educatieve les te verwerken, maar ik kwam er daardoor achter dat ik het thema engagement in mijn expressief uitgevoerd beeldend werk niet altijd kan waarderen. Het thema engagement had invloed op mijn werkproces. Want het doel van mijn beelden is: om met spontane handelingen aan het werk te gaan met hulp van mijn impulsen. Daardoor kan ik aan mijn persoonlijke ontwikkeling werken (mijn beeldend werk kan bijv. een zelfkritiek zijn). Dit wil ik niet alleen blijven gebruiken om mijzelf expressief te uitten maar ook om mijn persoonlijke ontwikkeling te trainen. Schetsen zet ik in als effectief zelfreflectie middel. Je kunt engagement wel in expressief werk ‘willen’ verwerken als maker / kunstenaar, maar of het engageert, hangt (denk ik) volledig af van de toeschouwer en soms van zijn / haar kennis. Ik denk dat expressie en engagement elkaar door uiteenlopende doelen soms tegen kunnen spreken omdat engagement ‘ervaren’ een kwestie van persoonlijke opvattingen en kennis is. Expressie uitten in een beeldend werk, gebeurd (vaak) op basis van persoonlijke motieven; de toeschouwer kan moeilijk in het hoofd van de kunstenaar kijken, als de kunstenaar niet letterlijk ‘iets’ herkenbaars verbeeld. Dat wil ik op de volgende pagina’s graag verklaren aan de hand van een theoretisch en een kunst-beschouwend onderzoek, door het woord ‘engagement’ te definiëren en de kenmerken van het woord te omschrijven.

  • 7

    Engagement in de kunst, is kunst met een buiten de kunst gelegen functie (Prooijen, 2017). Hoe kun je engagement verwerken in een expressief beeldend proces?

    Engagement in de kunst, is kunst met een buiten de kunst gelegen functie. Hoe kun je dat verwerken in kunst: 1. Een duidelijke expressie is waarneembaar op het gezicht van een portret (of personificatie) in een beeld,

    expressie kan op zichzelf geïnterpreteerd worden als ‘een buiten de kunst gelegen functie’: dat kan gezien worden als sociaal engagement. Omdat elke vorm van expressie een poging is om een emotionele band met iemand te verwezenlijken en een kunstenaar zich expressief uit, betekend dit dat hij/zij een emotionele verbintenis met de toeschouwer aan wil gaan. Voelt men zich verbonden met ‘iets’ of de maker, dan kunnen we dat sociaal engagement noemen (Verken je geest, 2017).

    2. De kunstenaar neemt een politiek standpunt in en verwerkt deze zichtbaar in het beeld: de toeschouwer neemt de politieke boodschap van de kunstenaar tot zich en kan zich politiek laten engageren (Bork e.a., 2012).

    3. Een maatschappelijke kwestie is zichtbaar afgebeeld. De kwestie is zichtbaar voor de toeschouwer, dan kan men zich maatschappelijk laten engageren.

    Wanneer engageert een beeld? Conclusie samengevat: engagement ‘herkennen of ervaren’ is iets wat kan verschillen van persoon tot persoon bij de beschouwing van een beeld. Het verschil zit hem in onderliggende opvattingen van de toeschouwer en of die open staat voor verbintenissen. Verbintenissen die de kunstenaar in het expressieve geval met de toeschouwer aan wil/probeert te gaan. Een toeschouwer kan op zijn beurt bij de beschouwing van een beeld een verbintenis met het beeld of de kunstenaar zelf aan gaan: ervaart de persoon een verbintenis, en voelt de persoon zich verbonden met - of tot het werk, dan engageert het beeld met de toeschouwer, sociaal gezien. Wanneer het merendeel van de toeschouwers vinden dat een beeld engageert gaan we er maatschappelijk gezien vanuit dat het zo is (Bork e.a., 2012). Engagement is gebaseerd op de individuele opvatting, bij de beschouwing van een beeld. Een beeld kan uiteindelijk ook maatschappelijk engageren als de meerderheid dat vindt. Engagement kan gemakkelijk in een (zelf)portret of personificatie worden verwerkt maar wordt dus niet altijd als engagement geïnterpreteerd: ‘Nu vraag ik mezelf af, wat wordt er minder sociaal-geëngageerd ervaren, dan een mens? We kunnen er toch vanuit gaan dat wij allemaal mensen zijn, en dat dit in een sociale context te plaatsen is, omdat we verbonden zijn met elkaar. Er is toch niets persoonlijkers (herkenbaar) binnen de maatschappij, of op de wereld, dan een mens, of de gebeurtenis rondom een mens. Dan kun je jezelf als mens herkennen in een portret. En dat klopt. Vooral ‘de impressionist’ staat hier in het afbeelden van alledaagse taferelen (gebeurtenissen) om bekend. Zij verwerkten menselijke portretten in hun alledaagse taferelen van rituelen (Kaat, 2017). Dan kan je jezelf in een herkenbaar tafereel, of jouw emotie in een portret, tijdens een gebeurtenis die wordt afgebeeld, toch ook in herkennen? Emoties zijn een overgang van mens – op mens. Niet elke kunstenaar houdt zich bewust met mensen of de wereld bezig, maar als het herkenbaar (figuratief weergegeven) is voor een toeschouwer, kan het altijd engageren. Dat ligt aan de opvatting van de toeschouwer; als de toeschouwer ervoor kiest ‘iets’ of ‘iemand’ te herkennen buiten de kunst om, dan engageert het kunstwerk per definitie.

    In verhouding en verbinding met mijn werk: het gebeurd weleens dat er een emotie te herkennen is of er een (onbewuste politieke) boodschap in mijn schetsen zit, een boodschap die ook herkenbaar is voor de toeschouwer. Dit was niet mijn ideaal of streven; ik wil mezelf geen engagement regels of idealen opleggen. Het vertrekpunt, en doel is (en blijft) spontane expressie vanuit de persoonlijke beleving, die ruimte geeft tot zelfreflectie, het sluit naar mijn mening beter aan bij een ‘postmoderne’ manier van denken omdat het subjectiever van aard is. Dat is in zekere zin op een aantal vlakken vergelijkbaar met de laat ‘expressionisten’ (Bajnarová, 2014). Of - en waarom ik vindt dat mijn beeldend werk niet altijd engageert kun je lezen in de bijlagen aan de hand van een steekproefje (met bevindingen voor dit argument).

    Volgens de definitie van het woord engagement, engageert ‘iets’ wanneer ‘het’ een buiten de kunst gelegen functie heeft. En een personificatie, expressief portret of portretten in de kunst, kunnen in de beschouwing o.a. te interpreteren zijn, als ‘sociaal engagement’ (Bork e.a., 2012). Dit wil ik in de beeldtraditie van de expressionisten onderbouwen, naast de illustraties van 10 ‘expressionistische’ kunstwerken. Binnen dit thema ga ik na, in hoe verre het beeld in andere vormen (dan de sociale vorm) kan engageren met de toeschouwer. Naast het feit dat een portret of personificatie vaak al kan engageren, doordat het over een ‘sociale’ functie beschikt, is er sprake van politieke onrust in de verschillende expressionistische periodes, onrusten die aanleiding geven tot gemeenschappelijke gevoelens in de samenleving (zie pag. 5 t/m 8). Politieke standpunten van de kunstenaar kunnen daardoor duidelijk zichtbaar zijn verwerkt in een expressief uitgevoerd schilderij. Duidelijk zichtbare standpunten van de kunstenaar, kunnen – en mogen maatschappelijk en politiek engagement met zich mee brengen (zie opnieuw afbeelding 5) (Bork e.a., 2012). Het politieke engagement is makkelijker

  • 8

    te herkennen in de definitie en daardoor effectiever inzetbaar in kunst-educatieve zin. De volgende 10 werken die ik heb gekozen zijn voorbeelden van werken met - en zonder politiek herkenbare boodschap, die inzichtelijk maken wat engagement volgens punt 2 op de vorige pagina is.

    ‘Ook voordat de groepen van ‘Die Brücke’ en ‘Der Blauwe Reiter’ werden opgericht waren er al verschillende individueel werkende kunstenaars, van wie de kunstwerken kenmerken vertoonden van die, van de latere expressionistische kunst’ – Sander Kletter (ArtSalonHolland, z.d.-c)

    Afbeelding 8. Bijvoorbeeld Edvard Munch (Noorwegen, 1863-1944), ‘de voorloper op de (late) ‘expressionist’, maar ook een representant op het symbolisme. Hij was een kunstenaar die het onderbewuste, de innerlijke emoties en de angsten, die diep in hem lagen, al vóór de ‘expressionisten’, als uitgangspunt innam. Omdat hij wordt gezien als expressief kunstenaar die leefde in de tijd van de impressionist maar, het innerlijke d.m.v. kunst uitten wil ik dit voorbeeld in de trant van expressie beschouwen. Want hij ging veel meer uit van het onderbewuste, het psychische dan het werkelijk zichtbare en alledaagse tafereel (Museum Boijmans van Beuningen, z.d.).

    Typerend zijn de felle kleuren die we aanschouwen in dit portret. ‘De Schreeuw’ toont een schreeuwend portret en roept hiermee de schokkende emotie op van een ontmoeting (Saad, 2016). Het is een abstracte maar figuratieve vervorming van de werkelijkheid; we herkennen een schreeuwend persoon, een brug, water en een bootje op de achtergrond, twee mannen met een hoed en een oranje hemel. Dit is voor mij herkenbaar, het gevoel van ‘onmacht’ is, voor mij persoonlijk ook nog te herkennen. Dit werk is daardoor (voor mij) sociaal engagement. Misschien maatschappelijk gezien ook wel engagement; maar dat moet worden getoetst in een steekproef. Er is geen directe aanleiding tot politiek engagement in de beschouwing van dit werk te herkennen in de achtergrond setting.

    Afbeelding 9. Ludwig Kirchner (1880 – 1938) - Het meest bekend, als grondlegger onder de eerste ‘Wilden’ avant-gardisten, ‘de expressionisten’ van Europa, in Duitsland (Die Brücke) en daarmee het best te herkennen aan zijn stijl op het gebied van expressie is, Ernst Ludwich Kirchner. Hij is zeker ‘de’ persoon die het meest opvalt en zich onderscheidde van de andere leden.

    Hij maakte gebruik van een groot kleurenpalet waaraan zijn werk makkelijker te herkennen is (zie afbeelding 9). De gebeurtenissen in zijn leven en het meeslepende levensverhaal met tragische afloop, sluiten aan op de weergave van innerlijke emoties en angsten, die juist zo belangrijk zijn voor het toekennen van expressionistisch schilderwerk (zie pagina 6). En laat Kirchners persoonlijkheid, zijn aangrijpende levensverhaal en angsten voor oorlog, nou net het geen zijn wat hem zo bekend maakt. Dat is ook het geen waardoor hij uiteindelijk een einde maakte aan zijn eigen leven, nadat zijn werk door de Nazi’s werd bestempeld als ‘on-aards’; entartete (Mhstoel, 2010), gooiden zij ‘de helft’ van zijn levenswerk vervolgens op de brandstapel.

    Een illustratie van zijn portret als soldaat is links boven te herkennen. Het portret bevindt zich in een vreemde setting, in een onjuist perspectief en een vrouwelijk naakt op de achtergrond. Kirchner was een ‘gefaald soldaat’, tijdens

    de eerste wereldoorlog werd hij naar huis gestuurd. Hij heeft zichzelf afgebeeld in legerkostuum zonder hand, hij is zijn hand nooit verloren. Kirchner probeert in deze expressieve vervorming op de werkelijkheid een emotionele verbintenis met de toeschouwer aan te gaan, door de pijn te uitten in de vorm van een lichamelijke arm-amputatie. Hij probeert de toeschouwer op die manier waarschijnlijk aan te spreken in een emotioneel sociale context aanschouwd. Het totale beeld sluit vanwege het ‘oorlogsthema’ aan op de politieke geschiedenis en het ‘expressionistische tijdperk’ . Op die manier is politiek engagement van toepassing (verwerkt/aanwezig in het beeld).

    Afbeelding 8. Edvard Munch, De Schreeuw, 1895, pastel op papier, 79 x 59 cm, privé

    collectie (Temkin, 2012).

    Afbeelding 8. Zelfportret als soldaat, 1915,

    Ludwig Kirchner, olie op canvasdoek, 69 x

    61cm, Oberlin Universiteit (Schrever, 2010)

  • 9

    Afbeelding 10. Max Beckmann (1884-1950) is een ander belangrijk lid van Die Brücke. Dit werk heb ik voornamelijk uitgekozen, om het geen wat het verbeeld, ten aanzien van tijd en maatschappij. Het onderwerp heeft te maken met de gevolgen van een ‘crisis tijd’.

    Links zie je een illustratie van het vrouwenbad door Max Beckmann. Het heeft weinig gemeen, met de traditionele weergaven van badende vrouwen (zie de houtsneden van Hans Sebald Beham, Frauenbad ca. 1525). Hij liet zich naar eigen zeggen inspireren door ‘de 4 grote meesters’ op het gebied van mannelijke mystiek: Müleskirchner, Grünewald, Breugel en van Gogh.

    We zien 2 baby’s, twee jongens en zeven vrouwen met verschillende leeftijden in een ‘krappe kamer’ afgebeeld. Na de oorlog was het mannelijke geslacht uitgedund en waren er veel meer mannen op de wereld dan vrouwen. Dit is te interpreteren als maatschappelijk - en sociaal engagement als gevolg van de voorafgaande politieke onrust (oorlog). De vrouwen zijn herkenbaar (Neue Nationalgalerie e.a., 2004).

    Afbeelding 11. Wassily Kandinsky (1866 – 1944) De in Moskou geboren kunstschilder Wassily Kandinsky geldt naast Franz Marc als oprichter van de kunstenaarsgroep ‘Der Blaue Reiter’. Hij is een belangrijke vertegenwoordiger van het expressionisme en tevens kunsttheoreticus. Hij was een van de eersten die puur abstracte werken schilderde. De kunstenaar wilde werken vanuit een ‘vrije geest’. Zijn werk was een van de inspiraties, voor de ‘action painters’, de abstract expressionisten in New York na de tweede wereldoorlog (o.a. Pollock) (ArtSalonHolland, z.d.-c). Dit werk heb ik uitgekozen vanwege de abstractie waarover het beschikt. We zien volgens de titel van het werk links: de kerk in de plaats Marnau op abstracte wijze uitgevoerd. Als wij niet wisten wat de titel was, hadden wij waarschijnlijk slechts gekleurde vlakken gezien. Abstractie verwerkt in expressionisme is moeilijker in te delen onder engagement. Omdat het over het algemeen moeilijker is voor de toeschouwer ‘iets’ te herkennen. De toeschouwer kan zich wel aangesproken voelen tot het werk, dat is universeel en subjectief van aard; te verstaan onder sociaal engagement.

    Afbeelding 12. Alexej von Jawlensky (1864-1941) – Portretten. ‘Koppen’ om precies te zijn, zonder individuele trekken, dat is waar Jawlensky zich het meest mee bezig hield tot 1914. Omdat Jawlensky’s werk zich richt op portretten zonder drukke omgeving, heb ik dit werk uitgezocht om na te gaan of dat invloed en effect heeft, op het thema engagement. Wat herkennen we in de afbeelding links: grote kleurvlakken zonder detaillering, het vrouwelijke gezicht is frontaal naar de kijker gewend, donkere lijnen markeren de plaats van de ogen, mond en neus. De grote amandelvormige ogen trekken de aandacht. Behalve een persoon, zitten hier geen herkenbare vormen in, er is geen politieke boodschap te herkennen of een maatschappelijke kwestie. Er is geen setting om de vrouw heen te zien. Wij herkennen een vrouwelijk portret, tegen een neutrale achtergrond omhult door kleuren. Een mens en een gevoelsuitdrukking kunnen herkend worden als sociaal engagement, maar ik denk niet dat hier meer

    engagement uit te halen valt, dan dat.

    Afbeelding 10. Vrouwenbad, 1919; Max Beckmann, olie op canvasdoek,

    97.5 x 65 cm (Neue Nationalgalerie, März, & Schuster, 2004).

    Afbeelding 12. Slapende, 1911; Alexej von Jawlensky, olieverf op karton, 95

    x 49,5 cm, Museum Ostwall in Dortmund (Blühm, Faßbender, e.a., 2016)

    Afbeelding 11. Murnau met kerk, 1910; Wassily Kandinsky, olieverf op doek, 64.7 x

    50.2 cm, Städtische Galerie im Lenbachhaus, München (ArtSalonHolland, z.d.-c)

    http://www.artsalonholland.nl/grote-meesters-kunstgeschiedenis/franz-marc-expressionismehttp://www.artsalonholland.nl/kunst-stijlen/expressionisme-kunst

  • 10

    Afbeelding 13. Emil Nolde (1867-1956) zijn onderwerpen zijn zeer divers: het levendige Berlijnse uitgaansleven voorzien van opera en theater, landschappen en zeestukken, zonnige bloemstukken, portretten van collega-kunstenaars en van zijn vrouw Ada, primitieve figuren geïnspireerd op exotische reizen, demonische fantasiefiguren met maskerachtige gezichten maar ook verfijnde bijbelse personages, zoals we links kunnen zien (Neue Nationalgalerie e.a., 2004). Opnieuw kunnen we de titel van het werk aanhouden dat de kunstenaar ons mee geeft. In de houtsneden links herkennen we zwart en wit opgezet mannelijk figuur, tegen een neutrale (zwarte en witte) achtergrond, met mondhoeken die zich ‘verdrietig’ voordoen, boven de lippen is een groot zwart vlak te zien; het lijkt op een snor. Boven de ogen nog een groot zwart vlak, op het voorhoofd van de man, het lijkt op één lang doorgetrokken wenkbrauw. Er is een menselijke gedaante in te herkennen over het algemeen gezien. Dit kan sociaal engagement met zich mee brengen. De ontbrekende setting heeft in dit geval tot gevolg dat er geen politiek engagement kan worden herkend.

    Afbeelding 14. Otto Dix (1891-1969) Salon 1, ‘Prostituees’ links afgebeeld. Onderwerpen van de expressionisten waren aan de maatschappelijke situatie ontleend, zoals oorlogsinvaliden, met lijken bezaaide slagvelden, verwoeste dorpen, maar ook voorstellingen van prostituees (Lampe, 1958) (zie ook de prostituees van Kirchners nachtelijke weergaven in Berlijn). De maatschappelijke kwesties zorgen voor herkenning; het kan zorgen voor maatschappelijk engagement. De schilderijen van Dix, schokten het publiek door de expliciete weergave. Een viertal hoeren is in een donkere kamer, zittend aan een tafel te herkennen. Het perspectief klopt ‘’bijna’’, althans voor het oog.

    Afbeelding 15. Martin Kippenberger - Elk aspect van Martin Kippenbergers werk was een zelfstandig decadentwerk, ontworpen om toe te voegen aan de mythe van de kunstenaar als geheel. In; ‘ik ben te politiek’ (links) schildert Martin Kippenberger een beeld, dat op de directe inhoud is afgestemd: zes doeken zijn samengevoegd tot één eindbeeld (doek), als één ‘bordvormig’ ontwerp, waardoor een grotesk naakt wordt gecreëerd. Het schilderij van Kippenberger functioneert als een ‘anti-advertentie’ met zelfspot voor de kunstenaar, een uiting voor plezier in de traditie van het schilderen en de manier waarop het historisch en ideologisch onderverdeeld is (Saatchi Gallery, z.d.). Kippenberger probeert duidelijk een sociaal gemeenschappelijk, geïnterpreteerde boodschap aan de toeschouwer mee te geven. Er is namelijk een beeldende traditie te herkennen aan de lichaamshouding en liggende positie, van een ‘dikke vrouw’ die links in de illustratie door Kippenberger wordt afgebeeld. Het drijft de spot met de historisch en ideologische onderverdeling van werk in verschillende tijdperken, waarop de vrouwfiguur in ‘ideale proporties’ volgens het (kanon) stramien

    liggend wordt afgebeeld (Kintz, 2009). Het leek mij wel toepasselijk om dit beeld in zijn klassieke tradities te beschouwen in het ‘nu’/de tegenwoordige tijd. Buiten de titel ‘Ik ben te politiek’, die op politiek engagement kan wijzen, is dit een portret van een groteske vrouw die in de huidige tijd en binnen de maatschappij in dit formaat kan bestaan. Waar de toeschouwer zichzelf in kan herkennen (zich aangesproken kan voelen tot – het beeld). Dat is dan een vorm van sociaal engagement. Herkenning voor deze tijd, bijvoorbeeld omdat: obesitas een veel besproken onderwerp is, bovendien komt het vaker voor bij vrouwen (dan bij mannen), dit is in deze interpretatie een vorm van maatschappelijk engagement (GGD Brabant-Zuidoost, 2014).

    Afbeelding 13. Profeet, 1912;

    Emil Nolde, houtsneden,

    Staatsmuseum Berlijn (Neue

    Nationalgalerie e.a., 2004)

    Afbeelding 14. Salon 1, 1921, Otto Dix (met zelfportret op stoel vooraan rechts), olieverf op doek,

    afmetingen onbekend, staatsgalerie Stuttgart, Stuttgart, Duitsland (Keller, 2012)

    Afbeelding 15.’ Ik ben te politiek’ 1995, Martin

    Kippenberger, olie op canvasdoek, 180 x 225cm,

    Saatchi Gallerie, London (Saatchi Gallery, z.d.)

  • 11

    Afbeelding 16. Walter Dahn bereidt zich voorafgaand aan zijn tekeningen, schilderijen en soms ook zijn foto's voor. In de tekeningen wordt voortdurend gevarieerd met de motieven die voornamelijk geïnspireerd zijn op het "straatjargon". Noch op zijn werk is echter de term ‘wilde’ schilderkunst van toepassing. Ondanks de spontane manier van schilderen zijn, zijn schilderijen uitgekiend en zitten ze vol doordachte structuren. Ook zijn foto’s ontstaan door spontaniteit hebben een bijbedoeling; zijn werk kan hierdoor engageren. De speciale thematiek komt weliswaar voort uit een spontane inval, maar het maken van de foto's is een onophoudelijk proces van controleren, veranderen en opnieuw formuleren .

    De titel van de illustratie op het werk linksboven, spreekt opnieuw voor zichzelf, het is een zelfdubbel ‘’portret’’ of personificatie. Rechts op het latex doek staat de zin: ‘verwijdert met het bloed van de brandende kennis’ geschreven (Heiser, 2015). Dahn gebruikt graag karikaturale overdrijvingen. Twee hakbijlen doorboren de schedels

    van de karakters, ze lijken op hanenkammen. De portretten zijn vervormd tot ‘vierkantige’ roze hoofden, tegen een platte en sobere achtergrond. Er is weinig sprake van perspectief, nog van werkelijk perspectivische regels. Het is mij persoonlijk niet duidelijk wat ik behalve de portretten en hakbijlen kan herkennen (als engagement). Ik denk dat dit een persoonlijke visie, beleving of standpunt van de kunstenaar is. Het gaat naar mijn mening, maatschappelijk gezien niet verder dan sociaal engagement, in mijn beleving engageert het beeld helemaal niet.

    Afbeelding 17. Bettina Semmer is actief kunstenares sinds de jaren 80 en is tot op de dag van vandaag nog steeds bezig met de stijl van het expressionisme in de schilderkunst (Blühm, Engler, e.a., 2016). De kleuren, compositie en abstractie bevallen mij wel en het werk spreekt me in esthetische zin aan. Dat kun je zien in het werk links, met de titel ‘acht borstige jezus’, al is de jezus ‘ver te zoeken’, maar de acht borsten zien we denk ik, duidelijk centraal in het beeld. Haar werk viel me op, het is vaak ontzettend kleurrijk en zit behalve figuratie vol abstracte vormen. Het leek mij overigens niet misstaan voor een vrij denkend postmodern tijdperk, een vrouwelijke expressionist toe te voegen aan dit onderzoeksverslag.

    Zoals ik eerder al zei, herken ik niet veel meer dan acht borsten in het beeld. Er is geen portret of jezus in te herkennen naar mijn beleving. Misschien dat iemand anders dit wel zo ervaart. In dit geval engageert het voor mij sociaal gezien wel, omdat het kunstwerk van de maker mij (esthetisch gezien) aanspreekt. maar dit hoeft dus niet voor iedereen op die manier ervaren te worden (weet ik nu). Er is geen politieke boodschap of maat- schappelijke kwestie te herleiden in het beeld, dus er is (ook) geen sprake van politiek engagement.

    Afbeelding 16. Zelfdubbel, 1982; Walter Dahn, Latex

    op neteldoek, 200 x 259 cm (2-delig), Neues Museum

    Weimar, Duitsland (Blühm, Engler, e.a., 2016)

    Afbeelding 17. Acht borstige jezus, 210 x 155 cm,

    acryl op canvasdoek, 2016 (Semmer, 2016)

    http://www.yagooble.com/fotografiehttp://www.yagooble.com/tekeningenhttp://www.yagooble.com/motief%20motievenhttp://www.yagooble.com/schilderij%20schilderenhttp://www.yagooble.com/fotografiehttp://www.yagooble.com/fotografie

  • 12

    Het einddoel van dit onderzoeksverslag: de onderzochte thema’s binnen de eerste twee hoofdstukken van dit onderzoeksverslag zitten verwerkt in een kunst educatieve lessen reeks. De conclusies vormen een lesplan voor docenten in het VMBO onderwijs, ontworpen op basis van het eigen werk en een kunsttheoretisch (voor)onderzoek. Het onderzoeksverslag zelf en de bijlagen dienen ter verantwoording van de ontworpen kunst-educatieve lessen. Ik wil graag terug verwijzen naar hoofdstuk 1. Expressie in kunst maakt zelfreflectie mogelijk, vanuit dit onderwerp heb ik een verbinding gemaakt met expressionistische kunst en uiteindelijk het overkoepelende thema engagement verwerkt in een zelfportret les verbonden aan de expressionistische stijl (beeldtraditie). Belangrijk om te weten is dat ik tot de ontdekking kwam wanneer ik zelf een expressief portret maak, dat dit proces in de leertheorie, vanuit de onderwijspsychologie gezien kan worden als een vorm van ervaringsleren, in de leerstijl van Kolb.

    Het is een clynischproces dat bestaat uit 4 stadia:

    1. het opdoen van, het omgaan met en het openstaan voor nieuwe concrete ervaringen; dit zorgt voor emoties.

    2. Reflectief observeren. Opgedane ervaringen en observaties worden vanuit diverse perspectieven aan een beschouwing onderworpen en beoordeeld; het besluit wordt gevormd.

    3. Abstraheren en conceptualiseren. Met behulp van (nieuw gevormde) begrippen of concepten worden ervaringen en waarnemingen geïntegreerd in een bestaande theorie dan wel gecomponeerd tot een nieuwe theorie; het besluit wordt omgezet tot een theorie (die letterlijk verbeeld wordt).

    4. Actief experimenteren. Ontwikkelde of gewijzigde theorieën en opvattingen past men toe in nieuwe (alle daagse problemen) situaties; het gecreëerde beeld geeft inzicht / helpt bij de persoonlijke ontwikkeling en de leerling kan daardoor beter omgaan, of een andere aanpak kiezen in probleemsituaties in de toekomst (Tjipke van der Veen, 2012).

  • 13

    Het volgende lesplan is gebaseerd op een bestaand lesplanmodel van SLO (z.d.)

    1 De titel van de opdracht: Geëngageerd standpunt verwerken in een expressief uitgevoerd zelfportret (VMBO Basis-Kader leerjaar 3, beginfase)

    Vakken die bij deze lessenreeks betrokken zijn:

    Kunstbeschouwing, (kunst)geschiedenis, CKV, handvaardigheid, Nederlands (spreekvaardigheid).

    2. De opdracht

    Wat is, in één zin, de opdracht en/of wat gaan leerlingen doen of maken?

    De leerlingen maken een expressionistisch zelfportret (selfie foto met zichtbare emotie uitdrukking) en leren dit met verschillende media te verbeelden, ze verwerken hierin zichtbaar een geëngageerd (eigen) standpunt, door te werken met een maatschappelijk thema.

    Wat is de aanleiding van deze opdracht?

    De docent leert iedere leerling en voorkeuren beter kennen (visueel, auditief, tactiel of een combinatie) met behulp van de zelfreflectie opdracht, de opdrachten zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling, bewustwording (binnen de maatschappij), het maakt expressie mogelijk, het bevordert de creatieve ontwikkeling en vaardigheden, het samenwerkend vermogen van de leerling, stimuleert het creatieve denkproces en verbeterd de presentatie vaardigheden van de leerling. Iedere leerling krijgt een kans zichzelf te bewijzen en zijn / haar sterke vaardigheid te laten zien per onderdeel (deelactiviteit) volgens de leerstijl van Kolb; doener, denker, beschouwer of beslisser (Scolly, z.d.).

    Hoe wordt er gewerkt?

    Klassikaal, in duo’s om elkaar te motiveren en helpen (het is de eerste les van

    het jaar, leerlingen leren elkaars interesses beter kennen). Daarna maakt de

    leerling zelfstandige keuzes; voor de eigen individuele persoonlijke ontwikkeling

    per leerling en voor de zichtbare ontwikkeling van een eigen voorkeurleerstijl.

    Welk eindproduct moeten leerlingen opleveren en met welk doel?

    Een selfieportret met een emotie blij, boos, verdrietig en etc. uitgewerkt in passende gevoelsmatige kleuren door gebruik te maken van filters (met aangewezen programma/website), een portret in de expressionistisch uitgevoerde beeldtraditie waar engagement in te herkennen is, door een maatschappelijk of politieke kwestie eromheen te verbeelden. Het doel is: om door eigen interesses en/of beleving van de leerling te koppelen aan maatschappelijke kwesties of maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Het eigen standpunt moet door de leerling zichtbaar verwerkt worden rondom het selfieportret, door een standpunt; ofwel thema expressief te uitten. Dit gebeurd met behulp van bestaande plaatjes/afbeeldingen uit tijdschriften en kranten. Dit helpt de leerling om emoties te durven uitten en zichzelf en anderen beter te leren kennen. De leerling plaatst zichzelf zichtbaar in de maatschappij op een expressieve manier om zijn / haar gevoelens te kunnen delen met anderen (leeftijdgenoten) en reflecteert tegelijkertijd op zichzelf (persoonsbewustwording). De leerlingen verbinden nieuwe bevindingen aan het eigen ingenomen maatschappelijke standpunt door het bespreekbaar te maken tijdens een presentatie.

    3. De leerdoelen

    Wat leert de leerling tijdens deze lessenreeks aan vaardigheden:

    Hoe een leerling zijn / haar standpunt op een veilige manier expressief kan uitten in beeld, door tegelijkertijd op zichzelf te reflecteren (binnen de maatschappij).

    Wat leert de leerling tijdens deze lesopdracht aan kennis:

    Om maatschappijkritisch en (zelf)bewust te zijn binnen de maatschappij en expressief op een gewenste manier; hoe je je gevoelens kwijt kunt in zelfreflecties.

    4. De materialen Te regelen/verzorgen door:

  • 14

    a. Welke leerbronnen en leermiddelen zijn nodig? En wie zorgt/zorgen daarvoor? [Denk aan sites, werkbladen, methoden, enzovoorts].

    - www.SLO.nl (Instrument_6_methodiek_Visieontwikkeling) - De leerlingen werken samen en hebben deels een eigen verantwoordelijke taak uit te voeren, daarom is een werkblad met opdrachtinstructies en lesdoelen vereist (ook voor het huiswerk is dat nodig, zie werkblad).

    b. Welke hulpmiddelen zijn nodig? En wie zorgt/zorgen daarvoor? [Denk aan computers, woordenboeken, papier, scharen, lijm, en dergelijke].

    - De leerling heeft een fotocamera nodig (digitaal, spiegelreflex, analoog, smartphone of telefoon, tablet, laptop, GoPro en etc.) De leerling werkt bij activiteit 1. samen met iemand anders mede om gebrek aan materiaal te voorkomen. - Printer (toegang op school) en papier (de leerling thuis) - Computer, laptop of tablet voorzien van internet, PowerPoint en toegang (thuis) tot deze website: http://www168.lunapic.com/editor/?action=beauty&redo=1 - 3 stiften een rode, blauwe en groene voor een klassikaal voorbeeld van expressie met kleur (de docent). - Digibord en / of beamer met internet, Youtube en PowerPoint software + geluid / boxen in klaslokaal voor theoretische voorlichting (zie youtube link) die verzorgt door wordt door de docent. - Voorlichting film (deelactiviteit 1) expressionistische kenmerken (docent): https://www.youtube.com/watch?v=9pW4YOG88HE

    5. De aanpak

    Hoeveel tijd staat er voor de opdracht?

    6 blokuren, 3 lessen (schoolweken) en + - 2 huiswerk uren

    Uit welke stappen of deelactiviteiten bestaat het werkproces van de opdracht (zie werkblad en PowerPoint theoretische voorlichting in de bijlagen):

    Deelactiviteit 1. Theoretische overdracht met pakkend introductie filmpje voor een duidelijke overdracht van het thema expressie, de introductie van de opdracht; expressief zelfportret wordt klassikaal geinstructueert op de website: http://www168.lunapic.com/editor/?action=beauty&redo=1, achteraf de PowerPoint per email verzenden met opdrachtseisen + huiswerkopdracht in tweetallen uitdelen. Instructies tijdens de les: laten zien hoe de leerling een foto upload en hoe het programma op de website werkt tijdens les 1. De leerlingen mogen zelf weten wat de bewerkingen / filters zijn zolang het aansluit op de emotie met kleuren. Deelactiviteit 2.Theoretische overdracht en klassikale vraag behandelen m.b.t. de opdracht engagement, daarna volgt individuele begeleiding door de docent (controle tijdens begeleiding van compleetheid op selfie portretten en ingevulde werkbladen) De anderen leerlingen werken ondertussen zelfstandig aan de opdracht om het thema engagement rondom het zelfportret te verwerken (met tijdschriften en kranten; scheuren, knippen, plakken). Aan het einde van de les (2) wordt de presentatieopdracht als huiswerk opgegeven (altijd een dia met opdrachtseisen open laten staan de laatste 10min van de les zodat leerlingen het huiswerk kunnen noteren). Deelactiviteit 3. Toetsing: mondelinge presentatie per leerling met ondersteuning van een PowerPoint dia (bestaande uit 1 dia) om gemaakte beeldkeuzes mondeling te verantwoorden.

    http://www.slo.nl/http://www168.lunapic.com/editor/?action=beauty&redo=1https://www.youtube.com/watch?v=9pW4YOG88HEhttp://www168.lunapic.com/editor/?action=beauty&redo=1

  • 15

    Hoe ziet het tijdpad van de opdracht eruit?

    Er zijn 8 stappen die uitgevoerd moeten worden door de leerling binnen drie blokuren van 100 min (lessen) waarvan twee huiswerkopdrachten die + - 2 uur duren. Er moet aan het einde van iedere les worden nagegaan of de opdrachten en het opgegeven huiswerk, duidelijk zijn. Tijdens de tweede en derde les heeft iedere leerling zijn huiswerk af en bij. De uitvoering en het thema engagement wordt aan het expressieve zelfportret/de bewerkte selfie foto gekoppeld en eromheen afgebeeld. Vervolgens wordt het werk met toelichting voor keuzes in kleuren, vormen en onderwerpen in les 3 gepresenteerd.

    7. Tips

    Extra aandachtspunten of aanwijzingen voor de leerlingen:

    De leerling bespreekt het gemaakte huiswerk aan het begin van de tweede les en laat het goedkeuren/controleren; eenmaal goed gekeurd dan mag de leerling zijn presentatie thuis voorbereiden. Na les 2 volgt de huiswerk opdracht, dat is presentatie voorbereiding op les 3.

    7. De beoordeling

    eisen ten aanzien van

    de inhoud van het

    eindproduct:

    De leerling heeft zichtbaar rekening gehouden met expressie, zichzelf geuit op gevoel en dit idee verbonden aan een maatschappelijke kwestie/thema.

    eisen ten aanzien van

    de vormgeving van het

    eindproduct:

    Selfieportret bewerkingen huiswerkopdracht: expressie is te herkennen aan de kleuren, de leerling houdt zichtbaar rekening met bewerkingen en past (kleuren)filters bewust toe in het expressionistische zelfportret. De kleuren komen overeen met de gevoelswaarden die de leerling visueel in beeld heeft gebracht (of een expressionistisch traditie kenmerk is zichtbaar). Er is een duidelijk onderwerp dat bij deze tijd past gekozen, iets wat de leerling bezig houdt (een maatschappelijke kwestie, vanuit de eigen beleving gekozen). Dit thema is geïntegreerd in het portret en zichtbaar in de achtergrond; het werk engageert daardoor.

    eisen ten aanzien van

    de toegepaste

    vaardigheden:

    De leerling reflecteert op zichzelf en is daarbij maatschappij kritisch; de leerling is zich bewust van de maatschappelijk gekozen kwestie (wat zijn/haar boodschap is of wat hij/zij wil communiceren).

    Hoe wordt er beoordeeld/afgesloten?

    De leerling presenteert zijn/haar werk in de vorm van een PowerPoint

    presentatie (1 dia) en licht het werk mondeling toe met duidelijke argumenten

    voor gemaakte beeldkeuzen; de leerling weet wat hij/zij met het thema in het

    beeld wilt communiceren.

    Wie beoordeelt/beoordelen het eindresultaat?

    De leerling beoordeelt zijn/haar werk tijdens het voorbereiden van de

    presentatie al, en reflecteert daardoor op het eigen werk. Het resultaat wordt

    getoetst door mede leerlingen (onder begeleiding van de docent) aan de hand

    van vragen, naar aanleiding van de gegeven presentatie. Het uiteindelijke

    oordeel wordt door de docent gegeven op basis van het gehele werkproces en

    het beeld resultaat en presentatie.

    Voor welk[e] vakken telt de beoordeling/afsluiting? En hoe zwaar?

    Kunstvakken (SLO, 2014); mediavormgeving, kunstgeschiedenis, Nederlands (mondeling), handvaardigheid en CKV.

  • 16

    Uitvoering lesplan (blokuren van 100 minuten) in de praktijk (SLO, z.d.). - voorbeeld van een werkplanner voor de

    docent aansluitend op de opdrachten

    week: les: fase: verwachte leerlingenactiviteit check door docent

    1 1 blokuur 100min

    1 Luistert aandachtig naar de theoretische lesstof, heeft een actieve houding en beantwoord klassikale vragen: kijkt naar het filmpje in de PowerPoint die nodig is om de opdracht te begrijpen en thuis verder uit te voeren.

    - Is de voorkennis geactiveerd met het thema ‘emotie’?

    - Check aan het einde van de les alle werkbladen bij stap 1. en ga na of de leerling de theoretische stof met verbonden opdracht (het huiswerk) begrepen heeft.

    - De laatste dia van de PowerPoint staat aan het einde van de les open, met stappenplan zodat de leerlingen het huiswerk rustig in hun agenda kunnen noteren. De leerlingen kunnen alvast selfies maken tijdens de les indien er tijd over is, zodat zij als beloning het huiswerk al af hebben.

    2 2 blokuur 100min

    1 Eerste 50 min: de leerling laat aan het begin van de les zijn gemaakte huiswerk zien en gaat na goedkeuring aan de slag (met de instructies die gegeven zijn na de huiswerk check) met het onderzoeken van een thema.

    - De docent controleert het huiswerk op volledigheid en checkt naar aanleiding van de vragen op het werkblad of de leerling de inhoud begrijpt (antwoorden kloppen), zodat de leerling verder aan de slag kan met het maatschappelijke thema verwerken rondom het portret.

    - De docent begeleid de leerlingen individueel, geeft instructies en loopt de klassenlijst af.

    2 2

    2 De leerling maakt zelfstandige onderwerp keuzes om een maatschappelijk thema te verwezenlijken en in het beeld te verwerken aan de hand van de PowerPoint instructies met vragen op het klassenscherm. Het gekozen thema moet maatschappelijk van aard zijn, zodat het engageert (een directe maatschappelijke boodschap moet te zien zijn aan de afbeeldingen, die tevens past bij deze tijd).

    - De docent checkt of er een duidelijk en direct zichtbaar thema te herkennen is per leerling en werk, door een rondje door de klas te lopen in de laatste 15 minuten van de les (nog voordat de leerling thuis verder aan zijn/haar presentatie werkt).

    - 5-10 min voor tijd dient de docent, de leerlingen erop te wijzen dat er opgeruimd moet worden.

    3 3 blokuur 100min

    1 - De leerlingen hebben hun PowerPoint bij of al naar de docent gestuurd.

    - De leerlingen doen zelfstandig een PowerPoint Presentatie en verantwoorden hierin hun selfieportret. De Leerling spreekt correct Nederlands, spreekt duidelijk en geeft relevante uitleg over het selfieportret.

    - Zorgt dat het beeldscherm en geluid klaar staan voor de presentaties.

    - Heeft de leerling zijn huiswerk bij / af? - Heeft de leerling de opdracht begrepen? - Sluiten de combinaties van emotie,

    kleur en vorm op elkaar aan en het geen dat de leerling hiermee wilt communiceren?

    - Is er een duidelijk thema / boodschap te zien in het selfieportret?

    Tip: Houdt deze criteria in de vorm van een format voor de puntentelling aan.

  • 17

    abstraheren. (z.d.). In Kernerman Nederlands Leerderswoordenboek. Geraadpleegd 9 juli 2017, van http://www.woorden.org/woord/abstraheren

    Adajian, T. (2016). The Definition of Art. In E. N. Zalta (Red.), The Stanford Encyclopedia of Philosophy (Summer 201). Metaphysics Research Lab, Stanford University. Geraadpleegd 16 juli 2017, van https://plato.stanford.edu/entries/art-definition/#ConDefArt

    ArtSalonHolland. (z.d.-a). Impressionisme: het weergeven van licht, weersgesteldheid en atmosfeer. Geraadpleegd 8 juli 2017, van http://www.artsalonholland.nl/kunst-stijlen/impressionisme

    ArtSalonHolland. (z.d.-b). Murnau met kerk (1910) - Wassily Kandinsky. Geraadpleegd 2 augustus 2017, van http://www.artsalonholland.nl/wassily-kandinsky/murnau-met-kerk

    ArtSalonHolland. (z.d.-c). Over de stroming van het expressionisme in de geschiedenis van de moderne kunst. Geraadpleegd 9 juli 2017, van http://www.artsalonholland.nl/kunst-stijlen/expressionisme-kunst

    Bajnarová, M. (2014). SPONTANEOUS ARTISTIC EXPRESSION AS A UNIQUE WAY OF SELF-EXPRESSION. Geraadpleegd 12 juli 2017, van https://is.muni.cz/do/ped/uredni_deska/ovvvv/35480914/47195738/prispevek_bajnarova_Z026_2014.pdf?studium=166092;vysl=91413

    Bergh, I. van den. (2004). De klank van het onzichtbare, in de moderne kunst. Geraadpleegd 2 augustus 2017, van http://www.dekunsten.net/dk-kunstschrijven-kandinsky-marc.html

    beweging. (z.d.). In Kernerman Nederlands Leerderswoordenboek. Geraadpleegd 8 juli 2017, van http://www.woorden.org/woord/beweging

    Blühm, A., Engler, M., Keuning, R., Leuthäußer, F., Oosterbaan, N., & Ruiter, P. de. (2016). Nieuwe Wilden: duits neo-expressionisme uit de jaren ’80. Waanders & de Kunst, Zwolle; Groninger Museum.

    Blühm, A., Faßbender, C., Hoekstra, F., Keuning, R., & Westhoff, D. (2016). Wilden: expressionisme van “Brücke” en “Der Blaue Reiter”. Waanders uitgevers, uitgeverij de Kunst b.v., Zwolle; Museum de Fundatie, Zwolle, de auteurs.

    Bonneure, F. (1999). Over het portret, vooral het zelfportret, in de hedendaagse schilderkunst. Tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur.

    Bork, G. J. van, Delabastita, D., Gorp, H. van, Verkruijsse, P. J., & Vis, G. J. (2012). Engagement. Algemeen letterkundig lexicon. Geraadpleegd 14 juli 2017, van http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_00800.php

    Célestin Freinet. (2016). Vrije expressie/kunstzinnige vorming. Geraadpleegd 1 augustus 2017, Freinet.nl.

    Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren: basisboek. Noordhoof Wolters Groningen.

    Elger, D. (2007). Expressionisme. (Taschen, Red.) (25th anniv). Hedel: Librero.

    Ensie. (2015). Emotie: wat is de betekenis en definitie. Geraadpleegd 6 juli 2017, van https://www.ensie.nl/psychologie/emotie

    Expertisecentrum. (2014). Doelstellingen - Werkvormen. Geraadpleegd 3 augustus, van http://www.expertisecentrum-kunsttheorie.nl/index.php/Werkvormen

    expressie. (z.d.). In Kernerman Nederlands Leerderswoordenboek. Geraadpleegd 7 juli 2017, van http://www.woorden.org/woord/expressie

    Faassen, H. van. (z.d.). Begrippen: tussen taal en beeld. Geraadpleegd 8 juli 2017, van http://www.tussentaalenbeeld.nl/A38.htm

    Galerie de Witte. (z.d.). abstract expressionisme. Geraadpleegd 1 augustus 2017, van http://www.kunstkennis.nl/kunstgeschiedenis/moderne kunst/abstract expressionisme.htm

  • 18

    Gennip, M. van. (2012). Kunst en wetenschap, gaan die twee samen? Geraadpleegd 7 juli 2017, van http://nieuws.leidenuniv.nl/nieuws-2012/kunst-en-wetenschap-gaan-die-twee-samen-in-nederland.html

    GGD Brabant-Zuidoost. (2014). Hoe vaak komt overgewicht voor in Nederland? Geraadpleegd 1 augustus 2017, van http://www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/thema-s/overgewicht/hoe-vaak-komt-overgewicht-voor-in-nederland/

    Groninger Museum. (2016). Museum magazine - Nieuwe Wilden. 1, 4.

    Heiser, J. (2015). Die 80er & “Geniale Dilletanten”. Frieze magazine. Geraadpleegd 26 juli 2017, van https://frieze.com/article/die-80er-geniale-dilletanten

    het Noordbrabants museum. (2017). De jaren 80 Doemdenkers en positivo’s. Geraadpleegd 4 augustus 2017, van http://www.hetnoordbrabantsmuseum.nl/bezoek/tentoonstellingen-activiteiten/tentoonstellingen/jaren-80/?gclid=CJ63npqNytUCFQ0R0wod5yEJ2A

    Hoogenhuyze, M. van, Kolstee, Y., Lampe, F., Pol, J. van der, & Hendriks, A. (2003). Denkprocessen in de kunst. Den Haag: Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Geraadpleegd 3 augustus 2017, van http://www.kabk.nl/docu/Brochure1.pdf

    Kaat, A. (2017). Twee(?) sociaal geïnspireerde portretten. Geraadpleegd 28 juli 2017, van http://www.dekunstvanhetkijken.eu/twee-sociaal-geinspireerde-portretten/

    Kamp, M. T. A. van de. (2014). Kernconcepten in de kunst van de 20e eeuw: modernisme, postmodernisme. Universiteit van Amsterdam.

    Kamp, M. T. A. van de, & Cuijpers, W. P. M. (2011). Overzicht kunst analyse modellen. Universiteit van Amsterdam.

    Keller, J. (2012). Otto Dix – Salon I – 1921. Geraadpleegd 31 juli 2017, van http://www.josianekeller.com/239-otto-dix-salon-i-1921/

    Kintz, P. (2009). Alles was wir sehen, ist ein Bild. Eburon. Geraadpleegd 20 juli 2017, van https://eburon.nl/product/alles_was_wir_sehen_ist_ein_bild/

    Kunst Kijken Nederland. (z.d.). Kunst kijken en ontdekken wat je ziet. Geraadpleegd 2 augustus 2017, van http://www.kunstkijkennederland.nl/Kunst_kijken_les_2.html

    Lampe, G. (1958). Kokoschka’s werk in Haags Gemeentmuseum. Geraadpleegd 3 augustus 2017, van http://www.georgelampe.com/nl/recensies/the-works-of-kokoschkas-at-the-hague-municipal-museum/

    Leraar24. (2015). Leereffecten van kunstonderwijs. Geraadpleegd 31 juli 2017, van https://www.leraar24.nl/leereffecten-van-kunstonderwijs/

    Mhstoel. (2010). Arische en entartete kunst. Geraadpleegd 26 juli 2017, van http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/kunst/59851-arische-en-entartete-kunst.html

    MoMA. (z.d.). Expressionism. Geraadpleegd 12 juli 2017, van https://www.moma.org/learn/moma_learning/themes/expressionism

    momentopname. (z.d.). In Kernerman Nederlands Leerderswoordenboek. Geraadpleegd 9 juli 2017, van http://www.woorden.org/woord/momentopname+

    Muri, S. A. (2007). Beyond the face: Art therapy and self-portraiture. The Arts in Psychotherapy, 34(4), 331–339.

    Museum Boijmans van Beuningen. (z.d.). Expressionisme. Geraadpleegd 24 juli 2017, van http://collectie.boijmans.nl/nl/in-depth/expressionisme

    Neue Nationalgalerie, März, R., & Schuster, P.-K. (2004). Arcadia and metropolis: masterworks of german expressionism from the Nationalgalerie Berlin. (Neue Galerie, Red.).

    Ogg, F., Verschuren, D., & Vroonhoven, W. van. (2005). Werkvormen om te leren reflecteren. Geraadpleegd 2 augustus 2017, van http://www.kpcgroep.nl/kpc-groep/publicaties/werkvormen-om-te-leren-reflecteren.aspx

    Prooijen, A. van. (2017). Engagement in de kunst. Geraadpleegd 28 juli 2017, van

  • 19

    https://hovozuyd.nl/activiteiten/engagement-in-de-kunst/

    Saad, K. (2016). Het expressionisme verbeeld in 5 befaamde schilderijen. IsGeschiedenis. Geraadpleegd 29 juli 2017, van http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/het-expressionisme-verbeeld-in-5-befaamde-schilderijen/

    Saatchi Gallery. (z.d.). Martin Kippenberger - I Am Too Political. Geraadpleegd 23 juli 2017, van http://www.saatchigallery.com/artists/artpages/kippenberger_i_am_too_political.htm

    Schrever, R. (2010). Meesters van het Modernisme. Historiek. Geraadpleegd van http://historiek.net/meesters-van-het-modernisme/9565/

    Scolly, snelleren. n. (z.d.). Hulp bij lesplannen maken - 5 werkvormen. Geraadpleegd 2 augustus 2017, van https://scolly.org/files/SmartTeachingKit.pdf

    Segal, J. (2009). Moderne kunst in de propagandaoorlog: Kunst als besmettelijke ziekte. De Groene Amsterdammer. Geraadpleegd 30 juli 2017, van https://www.groene.nl/artikel/kunst-als-besmettelijke-ziekte

    Semmer, B. (2016). Paintings and other projects. Geraadpleegd 31 juli 2017, van http://bettinasemmer.de/

    Sijs, N. van der. (2010). Etymologiebank. Geraadpleegd 11 juli 2017, van http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/schets

    SLO. (z.d.-). Format voor een lessenreeks. Geraadpleegd 3 augustus 2017, van http://www.cursuscurriculumontwerp.slo.nl/toolkit/Format_voor_een_les_senreeks_.docx/

    SLO. (2014). creativiteit in het leerplan. Geraadpleegd 4 augustus 2017, van http://kunstcultuur.slo.nl/themas/versterking-kunstonderwijs-vmbo/creativiteit-in-het-leerplan

    Temkin, A. (2012). The Scream: Edvard Munch. New York: The museum of modern art. Geraadpleegd 1 augustus 2017, van https://www.moma.org/momaorg/shared/pdfs/docs/publication_pdf/3171/MunchScream_PREVIEW.pdf

    Tjipke van der Veen, J. van der W. (2012). van leertheorie naar onderwijspraktijk. Noordhoff Uitgevers B.V.

    Verken je geest. (2017). Genegenheid tonen is respect tonen. Geraadpleegd 27 juli 2017, van https://verkenjegeest.com/genegenheid-tonen-is-respect-tonen/

    Wietske, B. van. (2017). De beweging van emoties. Geraadpleegd 10 juli 2017, van https://www.iksamensterk.nl/de-beweging-van-emoties/