AP4.1 Omzet Amersfoort plan van...

36
Document Projectopdracht Plan van realiseren Omzet.Amersfoort Actuele fase n

Transcript of AP4.1 Omzet Amersfoort plan van...

Page 1: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Document

Projectopdracht

Plan van realiseren

Omzet.Amersfoort

Actuele fase

Plan van realiseren

Page 2: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 2 van 36

Datum 31 mei 2012

Opgemaakt door afdeling Projectrealisatie

Page 3: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 3 van 36

Projectopdracht

Naam Datum Paraaf

Opgesteld door Henry van Veldhuizen

Gezien tweede lezer Martin van Zetten

Vrijgegeven door

Plan van Aanpak Realisatie

Naam Datum Paraaf

Opgesteld door Martin van Zetten

Gezien tweede lezer Patrick Blom

Vrijgegeven door

Afwijkingen t.o.v. projectopdracht

Page 4: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 4 van 36

Inhoudsopgave

1. Inleiding .................................................................................................. 6

1.1. Algemeen ................................................................................................. 6

1.2. Leeswijzer ................................................................................................ 6

2. Probleemstelling ..................................................................................... 7

2.1. Huidige situatie ......................................................................................... 7

2.2. Uitwerking probleemstelling ....................................................................... 9

2.3. Gewenste verbetering ............................................................................... 11

3. Programma van eisen.............................................................................. 14

3.1. Projectdoel en –resultaat ........................................................................... 14

3.2. Randvoorwaarden ..................................................................................... 15

3.3. Beleidseisen ............................................................................................. 15

3.3.1. Duurzaamheid........................................................................................... 15

3.4. Gebruikerseisen ........................................................................................ 15

3.5. Functionele eisen ...................................................................................... 15

3.6. Operationele eisen .................................................................................... 16

3.7. Vergunningen/ontheffingen ........................................................................ 16

4. Uitwerking projectopdracht (UAV-GC bouwvorm) .................................. 17

4.1. Initiatiefase ............................................................................................... 17

4.2. Definitiefase .............................................................................................. 17

4.2.1. Bouworganisatievorm ................................................................................ 17

4.3. Project specificatiefase ............................................................................. 18

4.3.1. Opstellen vraagspecificatie ........................................................................ 18

4.4. Tenderfase ............................................................................................... 18

4.4.1. Beoordelen (TCO) ..................................................................................... 18

4.5. Ontwerpfase ............................................................................................. 19

4.6. Realisatie fase .......................................................................................... 19

4.7. Acceptatiefase .......................................................................................... 19

4.8. Nazorgfase ............................................................................................... 19

5. Risicomanagement .................................................................................. 20

6. Projectbeheersing ................................................................................... 20

6.1. Tijd ........................................................................................................... 20

6.1.1. Planning voorbereiding .............................................................................. 20

6.1.2. Processchema .......................................................................................... 22

6.1.3. Planning uitvoering ................................................................................... 24

6.1.4. Planning nazorg ........................................................................................ 24

6.1.5. Beslismomenten (aanvullingen afhankelijk van het project) ......................... 24

6.2. Geld ......................................................................................................... 25

6.2.1. Subsidie ................................................................................................... 25

6.3. Organisatie ............................................................................................... 27

6.3.1. Opdrachtgever .......................................................................................... 27

6.3.2. Interne/externe organisatie ........................................................................ 27

6.3.3. Omgevingskaart ........................................................................................ 28

6.3.4. Taken en verantwoordelijkheden................................................................ 28

6.3.5. Calamiteiten.............................................................................................. 29

6.4. Informatie/communicatie............................................................................ 30

6.4.1. Informatiematrix ........................................................................................ 30

Page 5: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 5 van 36

6.4.2. Communicatie ........................................................................................... 30

6.5. Kwaliteit .................................................................................................... 31

Page 6: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 6 van 36

1. Inleiding

1.1. Algemeen Afgelopen jaren is gewerkt aan de integrale afweging met betrekking tot het onderzoeksproject ‘Omzet.Amersfoort, Energie en Grondstoffen uit afvalwater’. Na het besluit van het AB op 30 juni 2011. over Omzet.Amersfoort is de voorbereiding van fase 1 (Centrale gisting en Thermische Druk Hydrolyse) ter hand genomen, onder andere door de uitvoering van een risico analyse, samen met collega’s van Waterschap Veluwe en door een workshop met een aantal andere waterschappen met vergelijkbare projecten. Per 1 september 2011 is het contract ondertekend voor de LIFE+ subsidie van maximaal € 1.552.512,- voor de realisatie van Omzet.Amersfoort. Het maximale bedrag wordt uitgekeerd als daadwekelijk alle maatregelen worden gerealiseerd. De eerste termijn van 40% à € 621.000,- is reeds overgemaakt naar het waterschap. Samen met STOWA wordt gewerkt aan de opzet van de vijf activiteiten: Projectmanagement, Engineering, Implementatie, Monitoring en Evaluatie en Dissiminatie. STOWA zal tot 2016 met name de monitoring, evaluatie en kennisverspreiding van het project en de resultaten ter hand nemen.

1.2. Leeswijzer Dit projectplan biedt in hoofdstuk één een algemeen inzicht in het project en de opbouw van dit Plan van Aanpak. Hoofdstuk twee geeft de probleemstelling weer en de gewenste verbetering. In hoofdstuk drie wordt het projectresultaat en de gehanteerde randvoorwaarden, eisen (functioneel en operationeel) en de ontwerpbeperkingen beschreven. Hoofdstuk vier beschrijft de verschillende projectfasen bij een traditionele aanbestedingsvorm met de uit te voeren werkzaamheden. Hoofdstuk vijf beschrijft de verschillende projectfasen bij een innovatieve aanbestedingsvorm met de uit te voeren werkzaamheden. Aan de hand van een risico-analyse wordt in hoofdstuk zes een actieplan voor de risico’s met de hoogste bedreigingsfactor gegeven. In hoofdstuk zeven worden de beheersaspecten (tijd, geld, organisatie, informatie en kwaliteit) van de verschillende projectfasen.

Page 7: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 7 van 36

2. Probleemstelling

2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen voor een integrale aanpak van rwzi Amersfoort omdat er diverse zaken spelen op rwzi Amersfoort die elkaar onderling beïnvloeden. Dit zijn:

• De rwzi Amersfoort heeft te maken met een overbelasting en ongunstige samenstelling van het afvalwater zodat de effluenteisen voor stikstof sinds 2009 niet meer worden gehaald.

• Op de rwzi spelen meerdere operationele knelpunten: verwijdering van grofvuil met het rooster, hydraulische overbelasting, zandverwijdering en de werking van de gasmotoren.

• Als gevolg van de Meerjaren afspraak met betrekking tot energie (MJA3), die met de gezamenlijke waterschappen is afgesloten met het toenmalige Ministerie van VROM, heeft het waterschap zich gebonden aan het streven naar een verbetering van de energie-efficiency van 30% in 2020 ten opzichte van 2005.

In 2009 is het Integraal Zuiveringsplan (IZP) opgesteld. Voor rwzi Amersfoort zijn de volgende doelen voor 2015 van toepassing:

o De realisatie van een energieneutrale rwzi (energiefabriek) o Reductie van het chemicaliënverbruik door optimalisatie van de

biologische fosfaat verwijdering o Terugwinning van fosfaat vanwege de teruglopende wereldvoorraden

fosfaat o Onderzoek naar het inzetten van slib als brandstof o Beheersing van kosten en risico’s o Meer samenwerking, actiever deelnemen in netwerken en vergroten

van de zichtbaarheid van het werk van het waterschap De rwzi Amersfoort heeft geen voorzieningen voor biologische fosfaatverwijdering. De momenteel toegepaste chemische fosfaatverwijdering leidt als gevolg van het gebruik van chemicaliën tot extra slib productie. In 2008 is voor alle rwzi’s bekeken of toepassing van biologische fosfaatverwijdering zinvol is. Daaruit is gebleken dat de realisatie van een anaërobe tank op rwzi Amersfoort kostenneutraal kan worden uitgevoerd. Echter, toepassing van biologische fosfaatverwijdering op rwzi Amersfoort is lastig vanwege de aanwezigheid van de ontwatering. Enerzijds leidt dit tot de terugvoer van een grote fosfaatvracht naar de waterlijn. Anderzijds leidt biologische fosfaatverwijdering mogelijk tot:

o een verslechtering van de ontwateringsresultaten van de centrifuges. o ongewenste struvietproductie in de sliblijn, hetgeen leidt tot

verstoppingen in de leidingen en slijtage van de ontwateringscentrifuges.

Alles bij elkaar maakt dit het effect van een investering van circa 5 miljoen euro voor de realisatie van biologische fosfaatverwijdering onzeker. Het contract met SNB voor de afzet van het ontwaterde slib van de regio Amersfoort loopt tot 1 november 2012. Het slib van de regio Ede en van waterschap Veluwe wordt afgezet bij GMB, beiden met een contract tot 1 november 2017. In de drie Noordelijke provincies van Nederland ontstaat een initiatief tot een nieuwe slibverwerking voor alle contracten die ongeveer in 2017 aflopen. Mede als gevolg daarvan komt er momenteel binnen de Nederlandse Waterschappen een discussie op gang over hoe om te gaan met de slibverwerkingscapaciteit.

Page 8: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 8 van 36

Inmiddels is een aantal ingrepen, die moeten leiden tot verbetering van de werking van de rwzi Amersfoort, al uitgevoerd of in gang gezet:

• In 2010 is een voorbehandeling van het biogas gerealiseerd, zodat de beschikbaarheid en het rendement van de gasmoteren (WKK’s) is verbeterd, de energieproductie is verhoogd en het benodigde onderhoud is verminderd.

• In 2010 zijn debietmetingen geïnstalleerd in het aanvoerwerk, zodat hydraulische overbelasting kan worden voorkomen.

• In de zomer van 2011 is de bellenbeluchting met een moderne procesregeling in de carrousels in gebruik genomen, zodat het energieverbruik is gereduceerd met circa 50% en een optimaler zuiveringsresultaat wordt bereikt. Een en ander heeft geleid in een toename van het percentage eigen energie opwekking van gemiddeld 30% in de afgelopen jaren tot meer dan 50% in 2011.

• In 2012 is gestart met de realisatie van een nieuw rooster en een nieuwe zandverwijdering, hetgeen moet leiden tot minder storingen, onderhoud en verstoppingen in de rest van de installatie.

• In 2011 is gestart met de realisatie van een separate behandeling van de sterk geconcentreerde deelstroom van de centrifuges (centraat). Hiermee kan de rwzi vanaf medio 2012 weer voldoen aan de effluenteisen voor stikstof en is de afhankelijkheid van de samenstelling van het influent voor het bereiken van de vereiste effluentkwaliteit minder. Bovendien wordt met deze maatregel energie bespaard.

Energiefabriek, In 2009 heeft Waterschap Vallei & Eem samen met twaalf andere waterschappen deelgenomen aan het project ‘De Energiefabriek’, waarbij rwzi Amersfoort als business case is behandeld. Uit dit onderzoek bleek dat een energieneutrale rwzi Amersfoort in principe mogelijk is. Daarbij werd wel uitgegaan van dosering van Poly-electroliet (PE) op de voorbezinktanks om het rendement van de voorbezinking te verhogen, zodat meer organische stof omgezet kon worden in biogas en energie. Het effect van deze dosering moest echter nog vastgesteld worden, met name ook op de effluentkwaliteit. Dit concept zou volgens de business case met betrekking tot de totale jaarlijkse lasten kostenneutraal kunnen worden uitgevoerd. Tijdens het onderzoek kwam naar voren dat er nog een aantal aanvullende opties zijn om de energiefabriek qua energieproductie en kostenniveau aantrekkelijker te maken. Daarnaast zijn de andere doelen van het IZP toegevoegd. Het betrof met name de volgende aspecten:

• Bij toepassing van de maatregelen van de energiefabriek ontstaat er ruimte om al het slib van de regio Noord (rwzi’s Nijkerk, Soest en Woudenberg) centraal op rwzi Amersfoort te vergisten. Dit levert potentiële besparingen op toekomstige investeringen op de andere rwzi’s.

• Toepassing van Thermische Druk Hydrolyse (TDH) voor vergisting, zodat meer slib in de gisting wordt afgebroken en omgezet in biogas. Tevens levert dit een verbetering van het ontwateringsresultaat, hetgeen de meeste invloed op de kosten heeft. Zie bijlage 1 voor meer informatie over TDH.

• Toepassing van Organic Rankine Cycle (ORC) op de WKK’s, zodat het elektrisch rendement met circa 15% kan worden verhoogd ten opzichte van de standaard WKK.

• Realisatie van fosfaat terugwinning op de rwzi of bij de eindverwerking van het slib. Zie bijlage 2 voor meer informatie over fosfaat terugwinning op de rwzi.

• Verhoging van de verbrandingswaarde van het af te zetten slib door toepassing van droging met restwarmte. Hiermee wordt een brandstof gecreëerd.

Page 9: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 9 van 36

Met name vanwege de centrale gisting is ervoor gekozen om de schaal van het onderzoek te vergroten naar de regio Noord van WVE. Daarbij ging het vooral om de volgende vragen:

• Kan biologische fosfaatverwijdering op rwzi Amersfoort en op rwzi Soest worden toegepast en wat is hiervan het effect op de ontwatering en de totale kosten?

• Wat is het effect van een centrale gisting op de totale kosten en op de werking van de verschillende rwzi’s?

• Wat is het effect van PE dosering op het rendement van de voorbezinking en op de effluentkwaliteit van de rwzi’s Amersfoort en Soest. Is het mogelijk om hiermee biologische fosfaatverwijdering op deze installaties te verbeteren, zonder te investeren in extra volume.

• Wat is het effect van TDH op de slibafbraak, biogasproductie en ontwaterbaarheid van het slib?

• Is toepassing van ORC mogelijk in combinatie met de andere technieken en wat zijn de kosten en opbrengsten hiervan?

• Waar en hoe kan fosfaat het beste worden teruggewonnen?

• Is droging van slib mogelijk met restwarmte van de rwzi?

• Wat is de beste afzetroute van het slib van de regio Amersfoort na 1 november 2012?

Afstemming met Energiefabriek Apeldoorn,: Evenals in Amersfoort is ook voor rwzi Apeldoorn gestart met het project Energiefabriek, waarin centrale gisting, thermische druk hydrolyse en fosfaatterugwinning worden toegepast, vergelijkbaar met de fasen 1 en 2 van Omzet.Amersfoort. Het is momenteel te complex en te risicovol om beide projecten samen te voegen tot één project, maar het heeft wel meerwaarde de ervaringen van het ene project mee te nemen in het andere project. Mede vanwege de voor het waterschap nieuw toegepaste aanbestedingsmethode “prestatie inkoop” ofwel Best value procurement (BVP). Aangezien de voorbereiding van het project Energiefabriek Apeldoorn iets verder gevorderd is, ligt het voor de hand het project Amersfoort iets later uit te voeren. Echter teveel uitstellen is niet wenselijk vanwege de toegezegde subsidie van LIFE+. Splitsing fase 1 en 2: Vanwege de onzekerheden met betrekking tot de biologische fosfaatverwijdering op rwzi Amersfoort heeft het AB op 30 juni 2011. ermee ingestemd fase 2 een jaar uit te stellen. Echter indien we voor het project Omzet.Amersfoort, optimaal gebruik willen maken van de inbreng van marktpartijen, heeft het de voorkeur innovatief aan te besteden. Ondermeer uit de risico analyse en de gesprekken met de markt blijkt het voor een innovatieve aanbesteding erg onhandig te zijn om fase 1 en fase 2 een jaar na elkaar aan te besteden. Beide fasen hebben namelijk veel interactie met elkaar en het is lastig te komen tot goede en duidelijke contractuele garanties voor de ene fase als die wordt beïnvloed door de andere fase. In december 2011 heeft het bestuur besloten fase 1 (centrale gisting) en fase 2(fosfaat terugwinning) in één keer uit te voeren.

2.2. Projectmatige aanpak probleemstelling In het onderzoek Omzet.Amersfoort zijn alle deze vragen integraal opgepakt in een achttal (onderzoeks)projecten:

• Project 1: Integratie van alle projecten, risico management, onderzoek subsidie mogelijkheden en communicatie.

Page 10: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 10 van 36

• Project 2: Centrale gisting: Onderzoek noodzakelijke investeringen en aanpassingen op rwzi Soest , Nijkerk, Amersfoort

• Project 3: Praktijkonderzoek Poly-electroliet dosering op rwzi Soest

• Project 4: Proefonderzoek Thermische Drukhydrolyse op rwzi Amersfoort

• Project 5: Studie haalbaarheid slibdroging

• Project 6: Deelname STOWA onderzoek naar P-terugwinning

• Project 7: Studie Biogas, WKK en ORC

• Project 8: Marktverkenning slibafzet. Er zijn gesprekken gevoerd met diverse marktpartijen: de slibverwerkers SNB, HVC en GMB, afvalverwerker ARN Nijmegen en Cementfabriek ENCI Maastricht.

Het totale onderzoek is uitgevoerd met een breed scala aan partijen: adviesbureau’s, STOWA andere waterschappen en eigen medewerkers. Door een adviesbureau is met behulp van modellen gerekend aan de technologische en technische mogelijkheden en aan de kosten. In nauwe interactie met diverse betrokkenen van het waterschap zijn meerdere varianten bedacht voor het realiseren van de duurzame en kosteneffectieve rwzi’s in regio Noord. Op basis van de verschillende onderzoeken en berekeningen kan op voorhand een aantal conclusies worden getrokken:

• Ad project 2: Centrale gisting is alleen mogelijk in combinatie met Thermische Druk Hydrolyse. De combinatie is in alle gevallen financieel aantrekkelijker dan separaat vergisten op de verschillende rwzi’s.

• Ad Project 3: Op basis van de resultaten van het praktijkonderzoek is vastgesteld dat toepassing van PE dosering op de voorbezinktanks vooralsnog onvoldoende positief effect levert op de energiebalans en de effluentkwaliteit van rwzi Amersfoort in gevaar brengt. Daarom is PE dosering verder niet meegenomen in de varianten.

• Ad Project 4: Op basis van de proeven in Amersfoort blijkt dat Thermische Druk Hydrolyse met het slib van Amersfoort:

o Een verbetering van de slibafbraak levert van circa 15%; o Een verhoging van de biogasproductie levert van circa 18%; o Een verbetering van de ontwateringsresultaten levert van circa 22% o Een verlaging van de viscositeit veroorzaakt van 85%, waardoor

hogere slibgehaltes kunnen worden toegepast in de gistingstanks en de capaciteit van de gistingstanks kan worden verhoogd.

• Ad project 6: Op basis van het STOWA onderzoek fosfaatterugwinning kan worden geconcludeerd dat:

o voor fosfaatterugwinning op de rwzi biologische fosfaatverwijdering nodig is.

o fosfaatterugwinning op de rwzi maximaal 50% van het in het influent aanwezige fosfaat kan worden teruggewonnen.

o dat hiermee ook ongewenste struvietvorming en de verslechtering van de ontwateringsresultaten als gevolg van biologische fosfaatverwijdering kan worden voorkomen.

o terugwinning van fosfaat bij de eindverwerking maximaal 80% terugwinning levert, maar momenteel kostenverhogend is vanwege een zeer beperkte afzetroute, waar relatief hoge tarieven gelden.

• Ad project 7: Biogas kan in de omstandigheden van rwzi Amersfoort vooralsnog zowel milieutechnisch en kostentechnisch het beste worden gebruikt in een gasmotor (WKK).

Page 11: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 11 van 36

• Ad project 5 en 8: Er zijn meerdere mogelijkheden voor afzet van gedroogd slib (90% ds.). Het afzettarief wordt ingeschat op de helft van het markttarief voor ontwaterd slib (25% ds).

2.3. Gewenste verbetering Uiteindelijk zijn door het adviesbureau in samenspraak met het waterschap naast de referentiesituatie drie varianten uitgewerkt:

• Referentie: benodigde investeringen. In de referentie situatie dient te worden geïnvesteerd in een nieuwe WKK installatie op de rwzi’s Amersfoort en Soest in 2013 en in nieuwe bandindikkers op rwzi Amersfoort in 2018, omdat deze installaties aan vervanging toe zijn. Daarnaast dient op korte termijn voor het overtollige biogas op rwzi Nijkerk ook geïnvesteerd te worden, bijvoorbeeld in een extra WKK en gashouder. Slib van 24% ds wordt afgezet tegen een marktconforme prijs. Door allerlei basismaatregelen voor energiereductie en energieproductie wordt 50% van de benodigde energie in de regio Noord zelf opgewekt.

• Variant 1: Centrale gisting en Thermische Drukhydrolyse. Behalve het primaire slib van Nijkerk (waarvoor in 2008 een nieuwe WKK is geïnstalleerd) wordt al het slib van de regio Noord vergist op rwzi Amersfoort en behandeld in een installatie voor Thermische Druk Hydrolyse (TDH). Er wordt geïnvesteerd in een centrale indikking, WKK en TDH. Slib van minimaal 28% ds wordt afgezet tegen een marktconforme prijs. De regio voorziet voor 63% in zijn eigen elektriciteitsbehoefte en de rwzi Amersfoort houdt elektriciteit over.

• Variant 2: P-route: Variant 1 wordt uitgebreid met biologische P-verwijdering en P terugwinning op de rwzi Amersfoort. Aanvullend wordt geïnvesteerd in anaërobe tanks op rwzi Amersfoort en Soest, een extra indikstap en een installatie voor P-terugwinning op rwzi Amersfoort. Slib van 29% ds wordt afgezet tegen een marktconforme prijs. Een optie is dat Fosfaatkorrels worden afgenomen door de leverancier van de installatie voor P-terugwinning in ruil voor het beheren en onderhouden van de installatie. De energiebalans is vergelijkbaar met variant 1. Het chemicaliën verbruik neemt af met de helft ten opzichte van de overige varianten.

• Variant 3: Droging. Variant 1 wordt uitgebreid met droging van slib met restwarmte. Ook het primair slib van Nijkerk wordt vergist op rwzi Amersfoort. Ten behoeve van de droging is wel een duurdere indikking en TDH nodig. Tevens wordt geïnvesteerd in een droog-installatie. Gedroogd slib van 90% ds wordt afgezet tegen een marktprijs die de helft is van de prijs van ontwaterd slib. Indien gedroogd slib kan worden ingezet als brandstof wordt de hele regio energieneutraal.

In de onderstaande tabel worden de varianten onderling vergeleken op verschillende aspecten. De groene vlakken geven per aspect de gunstigste variant(en) aan, de oranje vlakken de tweede beste, de rode vlakken de risico’s.

Page 12: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 12 van 36

Tabel. Vergelijking varianten voor duurzame rwzi Amersfoort

Variant referentie 1: CG +TDH 2: P-route* 3: Droging

Investeringen (M€) 6,0 9,4 14,1-18,8 17,4

Exploitatiekosten (M€) 4,0 3,4 2,7 2,4

Jaarlijkse lasten (kapitaalslasten + exploitatiekosten, M€)

4,7 4,3 4,4 4,1

Eenvoudige TVT (jaren) 0 5,6 6,5-10,4 7,3

Terugwinning energie regio Noord 50% 63% 64% 65-104%

Inkoop Amersfoort MWh/jaar 3.000 -400 -500 -1.400

Terugwinning op Amersfoort, gecorrigeerd voor extern slib

61% 85% 86% 86-150%

Chemicaliënverbruik (ton metaal/jaar)

400 430 220 430

P-terugwinning 0 0 40% 0

Volume slibafzet 0 -21% -34% -66%

Risicoprofiel nauwelijks beperkt matig zeer groot

WM/Geur 0 0 0 Mogelijk geuroverlast

* De spreiding in de kosten van variant 2 heeft te maken met het volgende. Indien ten behoeve van de biologische P-verwijdering extra anaërobe tanks gebouwd dienen te worden op rwzi Amersfoort en Soest dan leidt dat tot een extra investering van ca. 5 M€. Indien biologische P-verwijdering kan worden gerealiseerd in de huidige tanks, dan kan hierop worden bespaard.

Hoewel variant 3 de gunstigste variant lijkt zijn de investeringen met de bijbehorende risico’s erg groot, met name omdat de hoeveelheid restwarmte, die beschikbaar is voor droging van slib afhankelijk is van de totale warmtebalans. Een tegenvaller daarin op een ander installatie-onderdeel kan van grote invloed zijn op het resultaat van de droging. Hoewel variant 1 niet de meest gunstigste variant is, is het wel de basis voor de varianten 2 en 3, een zogenaamde ‘no-regret’ maatregel. De risico’s zijn beperkt en onderzocht met het onderzoek op rwzi Amersfoort. Bovendien levert het een aantrekkelijke besparing op. Variant 2 heeft te maken met een onzekerheid van het al dan niet nodig hebben van extra tankvolume. Als dat niet nodig is, maakt dat deze variant bijzonder interessant, met name omdat wordt bespaard op chemicaliën en fosfaat wordt teruggewonnen en afgezet. Om P-terugwinning te bewerkstelligen is Bio-P-verwijdering noodzakelijk. Het is op dit ogenblik nog niet geheel zeker of het lukt om in de huidige installatie een Bio-P-proces te bewerkstelligen. Volgens de berekeningen van DHV zou het mogelijk moeten zijn om

Page 13: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 13 van 36

in de huidige configuratie een Bio-P proces op gang te krijgen zonder toevoeging van bio-P bakken (anaerobe tanks) in de waterlijn. Het is de vraag of de berekeningen zich ook naar de werkelijkheid vertalen. Gezien de investering in de anaerobe tanks van ca. € 5 miljoen is het de moeite waard om eerst te proberen het bio-P proces te realiseren in de huidige waterlijn en om pas te investeren in extra tanks als dat niet of onvoldoende lukt. In het bestuursvoorstel zal voor de terugverdientijd niet worden uitgegaan van de bouw van de anaerobe tanks.. Kans: indien een stabiel bio-P proces in de huidige waterlijn te realiseren is, hoeft niet te worden geïnvesteerd in anaerobe tanks (á €5 miljoen). Risico’s: indien het bio-P-proces niet of onvoldoende op gang komt zal de P-terugwinning niet optimaal werken. De installatie van de Opdrachtnemer zal dan pas kunnen worden afgenomen nadat het waterschap een stabiel Bio-P-proces heeft bewerkstelligd. Risico-beheersmaatregelen bio-P:

• extra controle van de procestechnologische berekeningen.

• Ruimte reserveren voor de anaerobe tanks .

• Risico verwerken in contractstukken, opnemen dat P-terugwinning wellicht op

een later tijdstip dient te worden opgeleverd/prestatie-meting wordt uitgevoerd.

Page 14: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 14 van 36

3. Programma van eisen

3.1. Projectdoel en –resultaat De projectdoelen zijn afgeleid van de organisatiedoelstellingen: (i) verdere kostenefficiëncy van de bedrijfsvoering van de rwzi en (ii) verduurzaming van de bedrijfsvoering en (iii) een optimaal gebruik van de bestaande bedrijfsmiddelen. Op projectniveau zijn deze organisatiedoelstellingen vertaald in de volgende projectdoelen:

• Afvoer van de hoeveelheid slib minimaliseren

• Slibverwerking van andere rwzi’s op de rwzi Amersfoort centraliseren

• Het verhogen van de energieopbrengsten

• Nettoverbruik van energie verminderen

• Winnen van bruikbaar fosfaat uit het slib De doelen op de verschillende niveau’s in de organsiatie zijn weergegeven in de onderstaande figuur:

Page 15: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

3.2. Randvoorwaarden Randvoorwaarden zijn voorwaarden welke van buiten het project komen en niet te beïnvloeden zijn. Voor dit project worden de volgende randvoorwaarden gehanteerd:

− WABO Vergunning (Wet milieubeheer waaronder geur- en geluidseisen, bouwvergunning, kapvergunning)

− Vergunning Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO)..

− Bouwstoffenbesluit.

− Vergunning of melding i.v.m. Flora- en faunawet.

− Arbeidsomstandigheden zowel tijdens de uitvoering als de operationele fase.

− DuBo maatregelen (Duurzaam Bouwen) waarin energiebesparende maatregelen zijn opgenomen.

− Regeling financieel beheer.

− Vigerend bestemmingsplan (maximale bouwhoogte).

− Subsidie Life+, eind 2014 moet variant 2 klaar zijn.

3.3. Beleidseisen

3.3.1. Duurzaamheid De varianten dragen bij aan alle 3 de pijlers van MVO: Profit � potentieel significante reductie van kosten (ca. 0,3-0,5 M€ per jaar). People � ontwikkeling van mensen en organisatie (innovatie, kennisdeling en samenwerking). Planet � beperken CO2 uitstoot, optimaal gebruik en productie van energie (warmte en elektriciteit) en fosfaat De centrale vergisting met thermische druk hydrolyse (energiefabriek, fase 1) leidt tot een financieel voordeel en draagt tevens bij aan de verbetering van de energiebalans. Met de realisatie van de fosfaatterugwinning in combinatie met biologische fosfaatverwijdering wordt het chemicaliënverbruik verlaagd en wordt bijgedragen aan het wereldwijde fosfaatprobleem. In het beste geval levert dit ook een financieel voordeel op, in het slechtste geval is dit kostenneutraal. Daarnaast dragen de oplossingen bij aan de ontwikkeling van de medewerkers en de organisatie van het waterschap (innovatieve kracht, kennisdeling en samenwerking).

3.4. Gebruikerseisen Voor de gebruikers dient de installatie te voldoen aan de volgende voorwaarden;

- Overzichtelijk - Goed bereikbaar - Veilig - Eenvoudig bedienbaar - Duidelijke procedures (bij bv storingen)

3.5. Functionele eisen

Page 16: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 16 van 36

Functionele eisen zijn eisen met betrekking tot welke prestaties dienen te worden geleverd en wat het resultaat moet doen. Voor dit project worden de volgende functionele eisen gehanteerd:

• Het syteem dient meer elektrische energie op te wekken dan het verbruik op de rwzi Amersfoort;

• Het systeem dient de hoeveelheid af te voeren slib te reduceren (ton d.s.);

• Het systeem dient extern slib te kunnen ontvangen en verwerken; Het systeem dient een terugverdientijd te hebben van 10 jaar of minder;

3.6. Operationele eisen Operationele eisen zijn eisen met betrekking tot het gebruik, het onderhoud en de omstandigheden. Voor dit project worden de volgende operationele eisen gehanteerd:

• Het systeem dient voldoende beschikbaar te zijn zodat het zuiveren van afvalwater niet in gevaar komt (vertalen naar een beschikbaarheidseis)

• Het systeem onbemand te kunnen worden bedreven; geheel automatisch te kunnen draaien.

3.7. Vergunningen/ontheffingen Er zijn geen indicaties dat er speciale eisen zullen gelden voor de nieuwe situatie, boven de vigerende eisen en de eisen die normaliter worden gesteld aan soortgelijke installaties. De vergunningaanvraag zal wel extra aandacht behoeven. Dit vanwege een aantal bijzondere situaties:

• De gemeentegrens tussen de gemeente Amersfoort en Soest loopt over het terrein

• Er is een verouderd bestemmingsplan Dit geeft extra risico’s wat betreft coördinatie van de vergunningen en maakt wellicht een projectbesluit noodzakelijk. Dit risico is onderkent en opgenomen in het risicodossier. In maart 2012 is het initiatief genomen tot een vooroverleg met het bevoegd gezag (coördinerend bevoegd gezag is de Provincie Utrecht). om de noodzakelijke vergunningsvereisten en –procedures goed in kaart te krijgen.

Page 17: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 17 van 36

4. Uitwerking projectopdracht (UAV-GC bouwvorm)

4.1. Initiatiefase Deze fase vindt plaats onder het proces programmeren met inbreng vanuit de processen Realisatie en Beheer. In deze fase zijn de volgende activiteiten uitgevoerd. Vanwege diverse problemen op de rwzi Amersfoort is gekozen voor een Integrale aanpak van de RWZI Amersfoort. De problemen waren:

• meerdere operationele knelpunten, • een hoge discrepantie • overschrijden effluenteisen

Deze problemen zijn ondergebracht in het integraal zuiveringsplan (IZP). Het bestuur heft er voor gekozen invulleing te geven aan het IZP. De initiatiefase van het project Energiefabriek is in 2009/2010 gestart met als uitgangspunt dat de energiefabriek Amersfoort mogelijk is! Toen was al duidelijk dat er kansen zijn voor een entrale gisting, droging en P-terugwinning De initiatieffase is afgerond.

4.2. Definitiefase In de definitiefase wordt aangegeven wat de organisatie (opdrachtgever, gebruikers e.d.) met betrekking tot het project precies wil. In deze fase zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: Het onderzoek Omzet.Amersfoort is in 2010/2011 gedaan waarin de volgende aspecten onderzocht zijn;

• Wel/geen biologische P-verwijdering op Amersfoort en Soest • Wel/geen centrale gisting op Amersfoort • Wel/geen PE dosering op Amersfoort en Soest • Wel/geen Thermische Druk Hydrolyse • Wel/geen P terugwinning + waar (locatie) • Wel/geen droging van slib • Waar slib afzetten na 1-11-2012

Tevens is een risicoinventarisatie uitgevoerd en zijn warmtebalansstudies uitgevoerd door Royal Haskoning en Grontmij.

4.2.1. Bouworganisatievorm Voor dit project wordt gekozen voor:

o Geïntegreerde bouworganisatievorm Er is gekozen voor dit contracttype omdat:

• De markt meer kennis en ervaring heeft met de technologie en technieken die benodigd zijn in dit project;

• De uitvraag zich goed leent voor een uitvraag die zich richt op een bepaalde prestatie (meetbare prestatie);

• Het project een duidelijke projectafbakening heeft;

• De mogelijkheid in zich heeft meerjarig onderhoud in de opdracht op te nemen.

Page 18: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 18 van 36

De contractstukken worden opgesteld door een projectteam van WVE en WV. Een aantal projectteamleden heeft al ervaring met UAV-gc-projecten, tevens is een projectteamlid opgenomen met ruime ervaring in het opstellen van vraagspecificaties (op detacheringsbasis).

4.3. Project specificatiefase

4.3.1. Opstellen vraagspecificatie Op dit moment wordt uitgegaan van een contract op basis van de UAV-gc 2005. De volgende documenten moeten daarbij worden opgesteld:

• Vraagspecificatie (Programma van Eisen, standaarden, Informatie van de Opdrachtgever)

• Concept Basis Overeenkomst (inclusief Annexen)

• Inschrijvingsleidraad

4.4. Tenderfase Voor het project “Sliboptimalisatie rwzi Apeldoorn” wordt momenteel ervaring opgedaan met de aanbestedingsmehodiek “Best value procurement” (BVP) Ofwel prestatie inkoop. Afhankelijk hoe de ervaring is met de aanbestedingsmethodiek zal een keuze worden gemaakt voor de aanmbestedingsprocedure van project “Omzet.Amersfoort”. In het proces tot het opstellen van de vraagspecificatie zal de bruikbaarheid van dit inkoopinstrument worden beoordeeld. Ook kan worden gekozen voor een meer reguliere aanbesteding op basis van een niet openbare procedure (ARW §3), een aanbesteding met voorselectie. Het project zal op Tenderned worden gepubliceerd. Indien gekozen wordt voor BVP zullen in deze fase interviews worden afgelegd waarin de “Expert” zich zal profileren. Bij een niet openbare aanbesteding met voorselectie zullen individuele inlichtingen worden gehouden.

4.4.1. Beoordelen (TCO) Vast staat dat er een gunning zal plaatsvinden op basis van Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). De exacte gunningscriteria zullen in het proces van totstandkoming van de vraagspecificatie nader worden vastgesteld. Belangrijke gunningscriterium zal de TCO (levensduurkosten) worden. Hier in zullen de volgende aspecten worden meegewogen;

- droge stof gehalte afvoer slib - gasproductie - electriciteitsproductie - fosfaat terugwinning - versnelde afschrijving bestaande installatieonderdelen - chemicalienverbruik

Een ander onderdeel van de beoordeling is de kwalitatieve beoordeling van de ingediende stukken. Deze zal plaatsvinden voordat de financiële envelop wordt geopend.

Page 19: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 19 van 36

Bij BVP zal met de gekozen “expert” de Pré award fase worden doorlopen. De aannemer maakt in deze fase een ontwerp. Indien overeenstemming wordt bereikt over het ontwerp zal worden gegund. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de met nummer twee deze fase doorlopen.

4.5. Ontwerpfase

In geval van een niet openbare aanbesteding met voorselectie zal het definitief ontwerp en het uitvoeringsontwerp na de gunning worden gemaakt.

4.6. Realisatie fase In de realisatiefase wordt het projectresultaat opgeleverd. In deze fase zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd:

• Revisie risico-dossier

• Opstellen toetsplan

• Contractbeheersing op basis van SCB

• Toetsing van de ontwerp

• Toetsing van ontwerp- en realisatieproces

• Opname van het Werk samen met de Opdrachtnemer

• Toetsing van de prestaties van de installaties

• Controle en toetsing opleveringstukken zoals onderhoudsvoorschriften

• Oplevering en eventueel start meerjarig onderhoud Dit zal verder worden uitgewerkt in een specifiek Plan van Aanpak voor de realisatiefase, direct na gunning van het project aan een Opdrachtnemer.

4.7. Acceptatiefase

• Technische oplevering

• Testfase, beproeven

• Toetsen en accepteren

• Contractuele oplevering

4.8. Nazorgfase In de nazorgfase wordt geregeld dat het projectresultaat blijft zoals de organisatie (opdrachtgever, gebruikers e.d.) dat wil. In deze fase zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd:

• Beheer; Mogelijk meerjarig onderhoud uitgevoerd door Opdrachtnemer (in dat geval: contractbeheersing door waterschap);

• Garantie metingen

• Definitieve oplevering

Page 20: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 20 van 36

5. Risicomanagement Voor het beheersen van risico’s tijdens het project wordt op verschillende momenten tijdens het project een risicoanalyse uitgevoerd conform de RISMAN systematiek http://www.crow.nl/nl/Binaries/PDF/PDF-RISNET/RISMAN_toelichting.pdf . De top vijf van ongewenste gebeurtenissen per fase wordt opgenomen. De overige risico’s worden opgenomen in het risicoregister. In het risicoregister geef je aan :

• Oorzaak

• Gebeurtenis

• Gevolg in tijd en geld

• Beheersmaatregel en

• Verantwoordelijke Het betreft risico’s ten aanzien van:

• Beheer en onderhoud

• Vergunningen

• Constructie

• Organisatorisch

• Technisch/technologisch

• Financieel

• Maatschappelijk

• Omgeving (draagvlak en verkrijging medewerking grondgebruik/-verwerving) Een risico-inventarisatie is al uitgevoerd en deze zal worden bijgehouden gedurende het verdere project. De risico’s worden bijgehouden in een risico-dossier, welke beschikbaar is op het netwerk. Dit moet meerdere keren tijdens het proces worden herhaald om nieuwe nog onbekende risico’s te herkennen en de nodige maatregelen te bepalen. Het risico-dossier wordt ook gebruikt als instrument om de kwaliteit van de contractdocumenten te toetsen (zie § 7.5).

6. Projectbeheersing

6.1. Tijd De uitvoering van de werkzaamheden is gesplitst in de volgende onderdelen:

• Voorbereiding

• Realisatie

• Nazorg

6.1.1. Planning voorbereiding

Nr. Activiteit Begin- Datum

Eind- datum

1 Sessies ten behoeve van opstellen contractdocumenten, opstellen documenten

januari Eind april

2 Definitieve keuze aanbestedingswijze, definitief maken contractstukken

Half april 8 mei 2012

3 D&H bestuursvoorstel naar Afdelingshoofd, Portefeuillehouder, Programma manager en

Half april 8 mei 2012 inleveren

Page 21: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 21 van 36

Planning en control.

4 D&H voorstel voor 12 juni Inleveren bij directie secretariaat (met docbase nummer)

29 mei 2012 29 mei 2012 inleveren

5 AB voorstel voor 4 juli inleveren bij directie secretariaat (met docbasenummer)

12 juni 2012 19 juni 2012 inleveren

6 Publiceren 5 juli 2012 6 juli 2012

7 Periode ontwerp en rekenen gegadigden half augustus

eind november

8 Beoordeling inschrijvingen, voorlopige gunning

december december

9 Definitieve gunning en ondertekening contract

Januari ‘13 Januari ‘13

Page 22: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 22 van 36

6.1.2. Processchema Processchema opstellen contractdocumenten

Page 23: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen
Page 24: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

6.1.3. Planning uitvoering Na de definitieve gunning van het contract kan de Opdrachtnemer starten met het ontwerp en vervolgens met de detailengineering en uitvoering van het werk. Hierna volgt een periode van ingebruikname van de installaties en de opstartperiode. Er dient voldoende tijd te worden gereserveerd voor de opstart en stabilisatie van de processen. In deze periode kan ook het personeel van het waterschap worden opgeleid. In het najaar van 2014 kunnen vervolgens de belangrijkste testen plaatsvinden om te verifiëren of de installatie voldoet aan de prestatiegaranties die zijn afgegeven door de Opdrachtnemer. Na deze prestatiegaranties kan een eindoplevering plaatsvinden.

Nr. Activiteit Begin- Datum

Eind- datum

1 Ontwerpperiode Opdrachtnemer Jan ’13 Mei ‘13

2 Detailengineering Opdrachtnemer Juni ‘13 Nov ‘13

3 Uitvoeringsperiode Opdrachtnemer Sept ‘13 April ‘14

4 Ingebruikname en opstart Mei ‘14 Aug ‘14

5 Oplevering Sept ‘14 Sept, 14

6 Testperiode prestatiegaranties Sept ‘14 Dec ‘14

6.1.4. Planning nazorg De installaties zullen zonder restpunten worden opgeleverd: in de testperiode is meer dan voldoende tijd tot het wegwerken van de restpunten. Er is nog niet besloten of er ook meerjarig onderhoud zal worden neergelegd bij de Opdrachtnemer. Ook dient nog de betrokkenheid van de Opdrachtnemer te worden vastgesteld in het beheer en besturen van de installaties.

6.1.5. Beslismomenten (aanvullingen afhankelijk van het project) Voor dit project zijn de volgende beslismomenten ingevoerd:

� Aanvraag voorbereidingskrediet door D&H � Goedkeuring Vraagspecificatie � Goedkeuring uitvoeringskrediet door D&H/AB � Goedkeuring van de uitvoering (oplevering) door projectteamleden en Beheer

1. Te kiezen voor variant 2: Centrale Gisting en Thermische Hydrolyse en P-

terugwinning en deze in twee fasen te realiseren. 2. Fase 1 (Centrale Gisting met Thermische Druk Hydrolyse (variant 1)) uit te

voeren in de periode 2011-2013 en hiervoor een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van € 350.000,- (zie toelichting in de financiële bijlage). Een voorstel voor het uitvoeringskrediet zal later aan u worden voorgelegd.

3. Het ontwaterde slib van rwzi Amersfoort tijdelijk onder te brengen op de markt tot 2017 (gelijke einddatum als de overige slibcontracten voor rwzi Ede en Waterschap Veluwe), waarbij rekening wordt gehouden met de veranderende samenstelling en ontwateringsgraad als gevolg van fase 1.

4. Verder onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheid van biologische fosfaatverwijdering in de huidige installaties in 2011 en 2012

Page 25: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 25 van 36

5. Investering in de fosfaat route (biologische fosfaatverwijdering en fosfaat terugwinning, variant 2 = fase 2) te heroverwegen in 2012 en uit te voeren in de periode 2012-2014.

6. Investering in drogen (variant 3 = fase 3) te heroverwegen na ervaring met fase1 (2013) en bij meer inzicht in de ontwikkelingen op de Nederlandse afzetmarkt voor slib, maar vóór 2017.

Akkoord programmamanager

6.2. Geld De financiën zijn verwerkt in de vertrouwelijke financiële bijlage van het bestuurvoorstel. In die bijlage staat uit welke kosten posten het project is opgebouwd en wat de financiële consequenties zijn voor de exploitatie. Ook de personele gevolgen voor beheer staan daar in. Daarnaast komt er een prognose in te staan wanneer in welke kwartalen het geld zal worden uitgegeven.. De benodigde maatregelen voor variant 2 zijn opgenomen in de voorjaarsnota 2012, maatregelen voor variant 3 droging nog niet, vanwege te veel onzekerheden.

6.2.1. Subsidie Per 1 september 2011. is het contract ondertekend voor de LIFE+ subsidie van maximaal €1.552.512,- voor de realisatie van Omzet.Amersfoort in de periode september 2011 tot en met december 2016.(D&H besluit augustus 2011). Om deze subsidie daadwerkelijk te kunnen innen, is teveel uitstel van het project niet gewenst. LIFE+ is het financieringsinstrument voor de ontwikkeling, implementatie, monitoring, evaluatie en communicatie van het Europese natuur- en milieubeleid en van de wetgeving op dit beleid. In onderstaande tabel staan de verplichtingen van het waterschap aan Life+.

Projectonderdeel

Verplichting Deadline Verantwoordelijk

Project actie

administratief Opstellen samenwerkingsovereenkomst

Indiening inceptierapport (31-5-2012

WVE/STOWA CP

Instellen stuurgroep - WVE/STOWA 1.a

Inrichten projectadministratie

Projectstart WVE/STOWA CP

Indienen inceptierapport 31-5-2012 WVE 1.a/1.b

Opstellen progress report 31-9-2013 WVE 1.a/1.b

Opstellen Midterm report 31-12-2014 WVE 1.a/1.b

Opstellen progress report 31-12-2015 WVE 1.a/1.b

Opstellen final report 31-3-2017 WVE 1.a/1.

Page 26: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 26 van 36

b

Ontvangen monitoringteam

Nnb WVE 1.b

inhoudelijk Instellen stuurgroep - WVE/STOWA 1.a

Instellen projectteam Projectstart WVE/STOWA 1.a

LIFE start meeting nnb WVE 1.c

Contact leggen geïdentificeerde projecten

projecteinde WVE 1.c

Aanwezigheid 3 platformmeetings

projecteinde WVE/STOWA 1.c

Organisatie 2 internationale netwerkmeetings

projecteinde WVE/STOWA 1.c

Engineering Januari 2012 WVE 2.a

Tender documenten 30 april 2012 WVE 2.a

Vergunningen 31-7-2012 WVE 2.a

Implementatie PE dosering/verbeterde slibbehandeling/CHP

31-12-2013 WVE 3.a

2 Workshops voor personeel

31-12-2013 WVE 3.a

Implementatie P-terugwinning

31-12-2014 WVE 3.b

Training personeel 31-12-2014 WVE 3.b

Implementatie slibdroging 31-12-2015 Wve 3.C

Training personeel 31-12-2015 Wve 3.C

Opstellen monitoringplan 31-12-2011 WVE/STOWA 4

Nulonderzoek 31-12-2011 WVE 4

Instellen expertgroep 1-1-2012 WVE/STOWA 4

Uitvoering monitoring (start 1-1-2014)

30-6-2016 WVE 4

Halfjaarlijks Monitoringrapport vanaf 1-1-2014

31-12-2016 WVE 4

Opstellen evaluatierapport 31-12-2016 WVE 4

Opstellen communicatieplan

31-12-2011 WVE/STOWA 5

Initieren projectwebsite 31-12-2011 WVE 5

Bijdrage tenminste 2 conferenties

31-12-2016 WVE/STOWA 5

Ten minste 2 gepubliceerde artikelen

31-12-2016 WVE/STOWA 5

15 Rondleidingen 31-12-2016 WVe 5

Openingsevent Nnb WVE 5

Open dag 31-12-2016 WVE 5

Brochures 31-12-2016 WVE/STOWA 5

Leaflets 31-12-2016 WVE/STOWA 5

Informatieborden bij zuivering

Start bouw WVE 5

Lekenrapport 31-12-2016 WVE/STOWA 5

After Life communicatieplan

31-3-2017 WVE/STOWA 5

Page 27: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 27 van 36

6.3. Organisatie

6.3.1. Opdrachtgever De opdrachtgever voor het project is de programmamanager. De opdrachtnemer is de proceseigenaar van het proces Realiseren Waterschapswerken. Het project staat onder leiding van een (senior) projectleider.

6.3.2. Interne/externe organisatie

Page 28: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 28 van 36

6.3.3. Omgevingskaart

De formele opdrachtgever is het bestuur (AB of D&H) van het waterschap. De gedelegeerde opdrachtgever is de directie, die dit delegeert via het afdelingshoofd aan de projectleider. Het project staat onder leiding van een projectleider van Waterschap Vallei & Eem. Voor dit project is een Life+ subsidie toekent door de Europese commissie. Om deze subsidie te verzilveren worden voorwaarden gesteld door Life+. Om aan deze voorwaarden te voldoen is specialistische ondersteuning noodzakelijk. Deze specialistische ondersteuning wordt gedaan door Evers & Manders. Evers & Manders begeleid het projectteam op het gebied van subsidie. Evers & Manders is door het waterschap ingeschakeld om de subsidieaanvraag te begeleiden, het project te volgen en de resultaten van het project om te zetten in een rapportage. Het waterschap blijft wel verantwoordelijke voor de rapportages. In samenwerking met Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is een samenwerkingsovereenkomst getekend. Zij zijn onze partner in het LIFE+ project en zorgen voor het genereren van kennis en creëren mogelijkheden om de kennis efficiënt over te brengen.

6.3.4. Taken en verantwoordelijkheden De opdrachtgever:

Opdrachtgever: D.J. Tilkema

Opdrachtnemer: H.P. Blom

Projectleider: M.H. van Zetten

Gebruikers:

• Beheer waterketen

• Onderhoud technische installaties

Derden: • Gemeente

• Provincie

• Stowa

• Ever & Manders

Projectteam: • H. Deunk

• G. Stoltenkamp

• M. Verheij

• R. Klein Swormink

Externe belanghebbenden:

• Ingelanden

Page 29: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 29 van 36

De opdrachtnemer: * De Projectstuurgroep: Voor dit project wordt na de contractvorming een projectstuurgroep ingesteld waarin de programmanager het afdelingshoofd projectrealisatie zitting nemen. Ook van de aannemer zal een afvaardiging op directieniveau deelnemen in deze projectstuurgroep. De projectstuurgroep dient als escalatieniveau voor het projectteam. Scopewijzigingen worden met een advies vanuit het projectteam voorgelegd ter besluitvorming. De projectstuurgroep bekrachtigt tevens de acceptatie documenten. De projectstuurgroep richt zich daarmee uitsluitend op de kaders van het project. De projectleider: De projectmedewerker: Het projectteam: Overige rollen:

6.3.5. Calamiteiten Escalatie model opnemen. Met nadruk op het borgen van calamiteiten vanuit het project evenals vanuit het watersysteem met invloedsfeer breder dan project (op welk moment wordt de calamiteitenorganisatie erbij betrokken en wanneer betrekt calamiteitenorganisatie de projectorganisatie)

Page 30: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 30 van 36

6.4. Informatie/communicatie

6.4.1. Informatiematrix In onderstaand schema wordt aangegeven wie in de organisatie wat met welke projectproducten dient te doen.

O

pd

rach

t-g

eve

r

Ge

de

leg

ee

rd

o

pd

rach

t-g

eve

r

Afd

elin

gs-

ho

ofd

Pro

ject-

leid

er

Pro

ject-

me

dw

erk

er

Ge

bru

ike

rs

Pro

ject-

gro

ep

Pro

ject-

ad

vis

eu

r (d

erd

en

)

Bestuur �

D.J. Tilkema �

H.P. Blom �

M.H. van Zetten ���

H. Deunk ��

G. Stoltenkamp ��

M. Verheij ��

R. Klein Swormink ��

F. Visser � � J.W. Koelewijn � � E. Berends � � A Stelder ��� H. van der Liende ��� J. Buitink ��☺ J. Prinsen ��☺

R. van Doorn ��☺

Legenda: � goedkeuren � toetsen � adviseren � distribueren � opstellen ☺ ontvangen ter informatie

6.4.2. Communicatie

Interne communicatie Bij de interne communicatie kan worden gedacht aan:

� Het houden van een informatiebijeenkomst voor alle betrokken afdelingen (Nadat bekent is welke aanbestedingsvorm gekozen wordt kan de planning gemaakt worden. In de planning zullen de bijeenkomsten aangegeven worden).

Page 31: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 31 van 36

� kick off meeting en HAZOP met de aannemer (Nadat bekent is welke aanbestedingsvorm gekozen wordt kan de planning gemaakt worden. In de planning zullen de bijeenkomsten aangegeven worden) � Informatievoorziening binnen de projectorganisatie

o Periodiek overleg projectstuurgroep (2 maandelijks) o Periodiek overleg projectgroep o Bouwvergaderingen o Highlight reports

� Berichtgeving op intranet (frequentie…) Er is een communicatieplan (oa. Life+-subsidie)

• Informatiebijeenkomst met belanghebbenden in de organisatie

• Kick off bijeenkomst met aannemer(s)

• Overleg binnen projectteam

• Bouwvergaderingen

• Intranet Externe communicatie Bij de externe communicatie kan worden gedacht aan:

� Het maken van publicaties op zowel intranet en internet in samenwerking met de afdeling communicatie;

� Goedkeuring D&H/AB op het kredietvoorstel � Start van de uitvoering bij bijzondere projecten;

In de subsidie trajecten voor LIFE+ subsidie worden diverse afspraken gemaakt rondom communicatie. Over het onderzoek en de uitvoering van het project Omzet.Amersfoort wordt veel gepubliceerd en gepresenteerd in vakbladen en op cursussen, symposia en congressen, nationaal en internationaal. De afdeling Communicatie heeft een communicatieplan gemaakt voor het project Omzet.Amersfoort.. Aan de voorwaarde op dit gebied van Life+ (subsidie) wordt hiermee voldaan. Om de voortgang van het project naar buiten te communiceren is een website opgezet http://www.omzetpuntamersfoort.nl/. Hiermee is ook aan deze voorwaarde van Life+ voldaan. Overige externe communicatie

• Informatiebijeenkomsten met externe belanghebbenden.

• Publicaties op internet en pers

6.5. Kwaliteit In deze paragraaf worden de kwaliteitsaspecten rond het project beschreven. Te denken valt aan:

• Wijzigingen en afwijkingen documenteren en fiatteren

• kwaliteitsborging door tweede lezers hier vastgelegd.

• kwaliteit waarborgen door projectteams waarin verschillende vakdisciplines zijn vertegenwoordigd.

• Overige kwaliteitsaspecten:

• MVO.

• DUB

Page 32: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 32 van 36

Conform de wetgeving moet dient de Ontwerpende partij (Opdrachtnemer) een V&G plan op te stellen voor de ontwerpfase en de veiligheid tijdens de bouwfase. Dit kan worden opgenomen als proceseis.Standaarden Risico-sturing Het project op risico’s worden gestuurd. Dat betekent dat de risico’s die in de risico-inventarisatie worden ingebracht dienen te worden geborgd in de resultaten. Gedurende het proces van het opstellen van de contractstukken zullen beheersmaatregelen voor risico’s worden opgenomen in de contractstukken. Risico’s die niet worden verwerkt in de contractdocumenten zullen aan het eind worden meegenomen in de risicoverdeling tussen de OG en de ON. Hieronder is een vereenvoudigd voorbeeld gegeven van deze “risicoborging”.

Risico Beheersmaatregel Contract

Lekkage leiding Opnemen druktest in contract Vraagspecificatie: proceseis XX: druktest uitvoeren 1,5 x

werkdruk

Lekkage leiding Bewijslast neerleggen bij

Opdrachtnemer

Omgekeerde bewijslast §13 basisovereenkomst voor

lekkage leiding tot X jaar na oplevering

Kwaliteitstoetsing De stukken die worden opgesteld (contractstukken) worden binnen het projectteam voorgelegd ter toetsing (2e lezer). Tevens zal de eindversie van de contractstukken ter toetsing worden voorgelegd aan een jurist (Loyens en Loeff). Opmerkingen worden vastgelegd, de verwerking van de opmerkingen worden ook vastgelegd zodat deze traceerbaar zijn.

Page 33: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 33 van 36

Projectplanning De planning is afhankelijk van de gekozen aanbestedingsmethodiek. Dit zal in juni 2012 nader worden ingevuld nadat de keuze is gemaakt voor de aanbestedingsvorm. Wel al is zeker dat de einddatum voor de realisatie van het project op 31 december 2014 is.

Page 34: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 34 van 36

Bijlage 1. Thermodrukhydrolyse

Procesbeschrijving TDH

Bij vergisting worden organische verbindingen afgebroken en omgezet naar kooldioxide en methaan. Het vergisten van slib heeft een redelijke tijd (c.a. 20 dagen) nodig omdat een bepaalde processtap (hydrolyse) veel tijd vergt.. De hydrolyse zorgt er voor dat de celstructuur van het slib (bacterie-materiaal) afbreekt zodat het materiaal eenvoudig te vergisten is. Pas na de hydrolysestap kunnen organische verbindingen worden omgezet naar biogas. Om deze eerste tijdrovende stap te versnellen kan thermodrukhydrolyse (TDH) worden toegepast op het secundaire slib. TDH werkt eigenlijk als een snelkookpan. Gedurende twee uur wordt het slib onder hoge druk (4-7 bar) en hoge temperatuur (> 140 ºC) behandeld in een installatie. Door deze behandeling worden organische verbindingen makkelijker afbreekbaar. Als de cellen in het slib kapot gaan, komen de afbreekbare stoffen vrij, die snel kunnen worden vergist, weergegeven in figuur 3.6. Figuur 3.6 Principe van TDH Uit onderzoek en bij reeds gerealiseerde installaties blijkt dat thermodrukhydrolyse meer energie oplevert dan verbruikt. Het behandelde zuiveringsslib levert meer biogas doordat het beter afbreekt. Meer biogas betekent ook meer duurzame energie. De grote winst van TDH zit in betere ontwaterbaarheid van het slib en vermindering van de af te voeren hoeveelheid slibkoek.

Page 35: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 35 van 36

Bijlage 2 Fosfaat terugwinnen Terugwinning van fosfaat kan plaatsvinden op twee verschillende plaatsen in het proces. De eerste mogelijkheid is struvietwinning in de sliblijn, waarbij fosfaat wordt teruggewonnen in de toevoer naar de slibontwateringsinstallatie. Deze techniek is technisch eenvoudig inpasbaar in het huidige proces, maar levert een mindere kwaliteit struviet.. Een tweede mogelijkheid is om struviet terug te winnen in de waterlijn. De waterlijn is de waterstroom die vrijkomt na ontwatering van het slib. Deze techniek is complexer maar levert struviet van een zeer goede kwaliteit die goed afzetbaar is als meststof (kunstmest) in de landbouw.

Page 36: AP4.1 Omzet Amersfoort plan van aanpakveluwe.city-stream.nl/attachments/37/AP4_1_Omzet...Omzet.Amersfoort Blad 7 van 36 2. Probleemstelling 2.1. Huidige situatie In 2008 is gekozen

Omzet.Amersfoort

Blad 36 van 36

De bovenstaande foto links geeft een impressie van een installatie waarmee fosfaat wordt teruggewonnen in de sliblijn. De foto rechts is het gevormde product (struviet) dat kan worden gebruikt voor de productie van kunstmest. De foto links-onder is een ander voorbeeld van een installatie waarmee fosfaat wordt teruggewonnen in de waterlijn. Rechts-onder het geproduceerde kunstmes dat in verschillende korrelgrootte geproduceerd kan worden.

Thermodrukhydrolyse