“Ik geloof sterk in de maakbaarheid van onze toekomst” · 2012. 5. 22. · Opening academiejaar...
Transcript of “Ik geloof sterk in de maakbaarheid van onze toekomst” · 2012. 5. 22. · Opening academiejaar...
11 oktober 2001 nr 3 * dertiende jaargang
Verschijnt 14-daags,uitgez. juli en aug.
AfgiftekantoorHasselt 1
België-BelqiqueP.B.
3500 Hasselt 112/39
Op maandag 24 september werd het academiejaar 2001-2002
geopend, uiteraard met de nodige pomp and circumstance. Een
verslag op pagina 2.
partners. En hoe je het ook draait of keert: we staan vér achter wat
de overheidsbijdrage tot het wetenschappelijk onderzoek betreft.”
“Volgens de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid, toch een
betrouwbare bron, besteden wij ongeveer 1,6 procent van ons
bruto binnenlands product, heel wat minder dan onze belangrijk-
ste partners. Dan zwijg ik nog over landen als Zweden, dat 4 pro-
cent van zijn BBP n aar de wetenschap toestuurt, of Finland, met
3,5 procent. En wat heeft Finland, buiten bossen en meren? Het-
zelfde als wij: hersens ... Alleen zorgen ze er wel voor dat die her-
sens comfortabeler kunnen werken. Dat heeft hun economie
trouwens geen windeieren gelegd: Finland heeft op relatief korte
tijd in belangrijke sectoren een aantal wereldleiders voortge-
bracht. En waar staan wij?”
“Wie dagelijks met wetenschapsbeleid bezig is, kent die pro-
Dit jaar was de openingsperiode
voor rector André Oosterlinck
nog wat drukker dan gewoon-
lijk. Hij moest niet alleen het
academiejaar openen in de
K.U.Leuven en de KULAK, maar
nam ook de honneurs waar in
Groep T, de Hogeschool Sint-Lie-
ven in Gent en Ehsal (Brussel),
telkens mét toespraak.
“Tja, dat was een beetje druk”,
zegt hij. “Maar je bereikt op die
manier een vrij groot f orum.
Als je een boodschap uit te dr a-
gen hebt, is dat dus een uit gele-
zen moment.”
MiljardenCK: In Leuven vroeg u in uw
eerste toespraak om behoorlijk
wat miljarden voor het weten-
schappelijk onderzoek. In hoeverre is zoiets realistisch?
Wordt daar echt naar geluisterd?
“Uiteraard krijg je ‘s anderendaags niet het bericht dat de
miljarden gestort zijn, zo werkt het niet. Ingrijpende aan-
passingen in de betoelaging van de universiteit zijn een
geleidelijk proces. Wat ik met een dergelijke toespraak
beoog, is de snelheid wat aan te zwengelen, en vooral het
bewustzijn van de problematiek levend te houden.”
“Wetenschappelijk onderzoek heeft twee doelen:
gewoon belangeloos meer willen wéten, en dienen als basis
voor innovatie in een kennismaatschappij. Die wetenschap
leeft tegenwoordig in een wereld ‘zonder’ grenzen. Dat
betekent dat concurrentie zich ook op wetenschappelijk
vlak laat voelen. Als ons land dan nog wil meetellen, moe-
ten we
ons verge-
lijken met
onze
belang-
rijkste
handels-
“Ik geloof sterk in de maakbaarheidvan onze toekomst”Rector Oosterlinck over onderzoeksgelden, hervormingsdruk en human r esources
Ludo Meyvis
vervolg op pagina 3
foto: Rob Stevens
foto: Rob Stevens
4 Opening academiejaar aan de KULAK
Kortrijkse campus reikt eerste ere-
doctoraat uit
Fortisprijs verdienstelijk KULAK-
alumnus uitgereikt
5 Leven na de universiteit
VTM-weervrouw Jill Peeters
6 Over wetenschappers, en hoe ze
te pluimen
Wetenschappelijke tijdschriften
worden onbetaalbaar
7 Nieuw postgraduaat ‘Accounting voor
niet-specialisten’
8Onderzoeksraad reikt jaarlijkse
prijzen uit
Media-onderzoek, 3D-objectherken-
ning en emotie-onderzoek
9 Prijzen R. Derine en Mgr. A. Janssen
Vertoogonderzoek en genetische
screening
16 Biotica
Niet anti-, maar pre- en pro-
17 Bologna en de architectenopleiding
18 Studeren in Japan
Buigen voor ouderejaars
24 De zaak van de gestolen schilderijen
Conservator op detectivepad
Sabine Hagedoren heeft voorlopig misschien iets meer BV-allures, maar het VRT-
wicht van hoge luchtdruk krijgt sinds enige tijd af te rekenen met weerstand van
betekenis. Jill Peeters goochelt aan de Medialaan met anticyclonale wiggen, iso-
baren en straalstromen. Wij vroegen aan de VTM-weervrouw of we morgen ons
flanelletje aanmoesten.
Weervrouw
Jill Peeters
Interview op pagina 5
11 oktober 2001
CampuskrantDriewekelijks tijdschrift van de K.U.L euven
RedactieIne Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo
Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen
Adreswijzigingen Inge Verbruggen
t(016)32 40 15
RedactieadresDienst Communicatie
Oude Markt 13
3000 Leuven
t(016)32 41 8 4
f(016)32 40 1 4
Aan dit nummer werkten meeGert Gielen, Erik Gobin, An Huts, Anne-Mie
Jaspers, Marcel Kerff, Geert Op de Beeck, Klaar-
tje Proesmans, L ieve Quaegebeur, Anouk Van-
herf, Chris Vercruysse
Stuurgroep CampuskrantRonny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens,
Bernard Boone, Paul De Boeck, Jan De Vuy st,
Jan Elen, Erik Gobin, Els H eylen, Bernard Him-
pens, Bert Overlaet, Isabel Penne, Paul Thur-
man, Myriam Van Acker, Jos Vaesen, Jan Ver-
haeghe
VormgevingTotal Design Belgium
Foto’sRob Stevens, Fabrice Kada, Michaël De Laus-
nay, Patrick Holderbeke
CartoonsJoris Snaet
ReclameregieVéronique Limbourg, t(016)32 41 8 4
Oplage35.800
DrukwerkConcentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
Verantwoordelijke uitgeverRonny Vandenbroele
Oude Markt 13
3000 Leuven
Copyright artikelsArtikels uit deze editie - of delen ervan - kun-
nen overgenomen worden mits toestemming
van de redactie.
Het volgende nummer verschijnt op 31 oktober
(woensdag!). Bijdragen dienen ons te bereiken
vóór dinsdag 23 oktober, 12u stipt. Suggesties
voor artikels en interviews zijn welkom op het
redactieadres.
2
AB = met alumnibijlage
Nr.
Verschijningsdatum
Teksten indienen vóór
4
31 oktober (woensdag!)
23 oktober (dinsdag!)
522 november (AB)
14 november
6
13 december
5 december
7
25 januari (AB)
18 januari
Bijdragen dienen ons
de dag van de deadline
te be reiken, vóór 12u
stipt. Suggesties voor
artikels of interviews
zijn welkom op het
redactieadres. De vas-
te bijdragen voor
kalenders en vacante
mandaten worden
twee dagen voor elke
deadline ingewacht bij
de betrokken diensten.
Verschijningsdata Campuskrant 2001-2002
Eerste semester
Campuskrant vindt u ook op internet: ww
Op 24 september vertrok de stoet der togati traditioneel van de Universiteitshal naar de
Sint-Pieterskerk. Marc Steen ging voor in de dienst. Hij gaf een geïnspireerde homilie, die
hij afrondde met een bedenking over de ‘pas-si-vite-tijd’.
Een nieuwigheid in de Pieter De Somer-aula:
Marcel Kerff van de Dienst Communicatie is
‘ceremoniemeester’. Als eerste spreker ver-
welkomt hij rector André Oosterlinck, die
betoogt dat onze wetenschappelijke presta-
ties een zeer hoog niveau halen, ondanks de
gebrekkige overheidstussenkomst in het
onderzoek. Hij beschrijft vervolgens een
aantal probleemgebieden, waardoor onze
wetenschappelijke wereld sterk benadeeld is
ten aanzien van onze belangrijkste handels-
partners. Er dreigen (of bestaan) problemen
van brain drain. Er is een prangende wanver-
houding tussen het aantal ZAP’ers en het
aantal tijdelijke onderzoekers, waardoor de
eerste groep een nog nauwelijks te torsen werklast ondervindt, en de t weede een
gebrekkige begeleiding. Er is bovendien ruimte voor een o ptimaler doorstroming
van onderzoeksresultaten naar de industrie. En er zijn zeer a cute infrastructurele
noden. De rector vroeg niet of onze regering dit kluwen van problemen wilde aan-
pakken, maar wanneer dit (eindelijk) zou gebeuren.
Toespraken in teken van onderzoeksfinanciering en globalisering
Opening academiejaar 2001-2002
“Beste studenten, beste niet-studenten”, zo begon Peter
Michiels naar goede gewoonte de toespraak van de studen-
ten. Hij stelde dat de globalisering ook het onderwijs niet
ongemoeid zal laten, en waarschuwde voor de dreiging het
onderwijs alleen nog te benaderen als een economisch pro-
duct. In de uit werking van de Bologna-akkoorden voelen de
studenten zich onvoldoende betrokken bij de besluit vor-
ming, terwijl democratisering toch hoog in het vaandel van
deze universiteit staat. Met name wordt in het Bologna-pro-
ces geen of veel te weinig aandacht besteed aan het sociale
luik, waardoor een hoogdrempelig universitair onderwijs
dreigt te ontstaan.
De tweede toespraak van rector Oosterlinck was in feite
gewijd aan hetzelfde thema, maar hij benaderde ‘globalise-
ring en onderwijs’ uit een andere hoek. Volgens de rector is
er geen weg terug, en moet ons onderwijs, om de oprukken-
de internationale concurrentie aan te kunnen, dringend her-
vormd en verbeterd worden. Bologna is een schitterend plat-
form om die kwaliteitsverhoging vorm te geven. Hij r iep
daarom iedereen op om zeer actief, maar kritisch, mee te
werken. De rector noemde zichzelf geen true believer, maar
wel iemand die de belangen van Bologna voldoende hoog
inschat om er met volle kracht naartoe te werken.
U vindt beide toe spraken van rector Oosterlinck op
www.kuleuven.ac.be/admin/rd/niv3pbis/OPENINGN.htm.
Meer over de opening van het academiejaar in Kortrijk vindt u
op pagina 4.
Namens het wetenschappelijk personeel gaf Nico Scheerlinck een
toespraak met als titel ‘Beter opgeleide assistenten springen verder’.
Hij wees op de grote arbeidskracht en flexibiliteit van het weten-
schappelijk personeel, dat daardoor tot indrukwekkende weten-
schappelijke prestaties in staat is. Toch zou het resultaat nog veel
mooier kunnen zijn, als het “aandrijfsysteem, controlesysteem en
meetsysteem” optimaler zouden functioneren. Daarmee doelde de
spreker op lacunes in de doctoraats- en onderwijsopleiding, en op
een onvoldoende human resources-beleid. Hij brak een lans voor
een op het individu afgestemd human resources management, dat
niet ‘bestraffend’ werkt, maar dat leidt tot betere begeleiding, een
aangenamer werkklimaat en betere resultaten.
Reactie professor Bouillon ‘Onderzoeksbeleid aan deK.U.Leuven’In GeDOCumenteerd, de nieuwsbrief van de Dienst Onder-
zoekscoördinatie, reageert Onderzoekcoördinator Roger
Bouillon op het forumstuk ‘Onderzoeksbeleid aan de
F O R U M
foto: Michaël De Lausnay
foto: Michaël De Lausnay
C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
w.kuleuven.ac.be/ck/
K.U.Leuven’ van professor Johan Thevelein in Campuskrant
nr. 1 (30/8). In zijn uitgebreide reactie geeft professor Bouil-
lon ook toelichting bij de lopende procedures. U kunt de vol-
ledige tekst lezen op www.kuleuven.ac.be/gedoc, waar u ook
zelf kunt reageren.
Reacties op artikels, lezersbrieven en forumstukken zijn steeds
welkom op het redactieadres van Campuskrant (zie colofon).
N I E U W S F L I T S
Gesprek met rector Oosterlinck
blematiek natuurlijk al lang. Dat geldt zeker voor de
politici die zo’n openingszitting bijwonen: zij zijn zelf
méér dan overtuigd van het belang van wetenschap in de
kennismaatschappij. Maar politici moeten gestuwd wor-
den. Ze kunnen pas drastische stappen zetten als er vol-
doende maatschappelijke druk en acceptatie is. Dus moet
de problematiek van de wetenschappelijke wereld door-
dringen tot het maatschappelijk debat. Bovendien veron-
derstelt investeren in wetenschap denken op lange ter-
mijn. In moeilijke tijden moet daar met des te meer
nadruk op gewezen worden, omdat men dan vaak ver-
zandt in brandjes blussen, korte-termijn-denken. Dat
moeten we voorkomen, onder meer via dergelijke toe-
spraken.”
“Mijn toespraak was trouwens zeker geen steek
onder water tegen degenen die nu verantwoordelijk zijn
voor het wetenschapsbeleid, dus onze ministers Vander-
poorten en Van Mechelen. Ik heb inderdaad verwezen
naar de inhaalbeweging, ingezet door de vorige regering -
de bekende jaarlijkse verhoging van het wetenschaps-
budget met 2 miljard, gedurende vier opeenvolgende
jaren. Dat was een belangrijke verdienste, maar ik heb
zeker niet willen beweren dat de huidige ploeg minder
presteert. Trouwens, de vorige regering liet wel eens ste-
ken vallen wat de praktische implementatie van die
inhaalbeweging betrof... De huidige regering heeft de
niet geringe verdienste dat ze het werkklimaat wat aan-
genamer gemaakt heeft, bijvoorbeeld door de regelgeving
te vereenvoudigen, of door ervoor te zorgen dat onze
werkingsmiddelen ons nu min of meer op tijd be reiken.
Nog een ander voorbeeld: op personeelsvlak werd adem-
ruimte geschapen door de mogelijkheid om een beperkt
aantal ZAP’ers te benoemen met BOF-middelen. Minis-
ter Van Mechelen zorgde verder ook voor meer interface-
kredieten, voor de doorstroming van onderzoeksresulta-
ten naar de industrie. Bovendien zijn de werkingsmidde-
len voor de universiteiten voor het eerst sinds lànge tijd
verhoogd. Binnen de marges van de begroting levert de
huidige ploeg wat mij betreft dus prima werk - maar ook
met al die positieve voorbeelden blijft mijn conclusie: de
marges zijn veel te klein, en de inhaalbeweging dus ook.”
Big MacCK: Uw tweede toespraak in Leuven ging over Bologna en
de associatievorming. Kan onze universiteit de Bologna-
hervorming wel aan?
“Natuurlijk. Het zou mooi zijn als het allemaal een ietsje
rustiger kon verlopen, als we bijvoorbeeld wat meer tijd
zouden hebben voor de implementatie van het semeste-
rexamensysteem, om
dan rustig Bologna te
gaan uitwerken. Maar
die tijd hébben we niet.
Dat betekent dat we een
heleboel ingrijpende
vernieuwingen - de Bachelor/Master-structuur, de
accreditering, de associatievorming, de academisering
van het twee-cycli-onderwijs, enzovoort - tegelijkertijd
en behoorlijk snel zullen moeten doorvoeren. Bovendien
zijn de meeste van die dossiers met elkaar verweven.
Dan krijg je een soort Big Mac, die in één hap naar bin-
nen moet. Dat is dus éven slikken. Ik twijfel er niet aan
dat dit een jaar met buitengewoon veel werk zal worden.
We hopen dat er wat extra tijd gecreëerd kan worden om
sommige hervormingen over meer dan één academiejaar
te spreiden, maar de tijdsdruk blijft groot.”
“En laten we de zaak ook niet overdrijven. Optimaal
onderwijs leveren is onze taak, het is datgene waarvoor
we betaald worden. Dan past het niet om destructief te
gaan zagen over het vele werk dat dit met zich mee-
brengt, toch niet te lang alleszins. Bologna is een kans om
op grote schaal optimalisatie door te voeren, een kans d ie
we niet mogen laten liggen. We moeten gewoon aan het
werk gaan. Ik hoop dat de overheid ons in deze lastige
periode bijspringt door zo snel mogelijk te zorgen voor
decretale duidelijkheid, en ik zal er het mijne toe bijdra-
gen om in de Vlaamse Interuniversitaire Raad de neuzen
in dezelfde richting te keren. Bologna moet immers een
operatie over
heel Vlaanderen
worden, niet iets
waarmee we
elkaar onderling
concurrentie
zouden aan-
doen.”
CK: Is de associatievorming nog zo’n gevoelig politiek the-
ma als een paar maanden geleden?
“Ach, ja en neen. De institutionele aspecten van onder-
wijs zijn in ons land altijd gevoelig. Het proces is op rege-
ringsniveau nog niet behandeld, maar er zullen uiteraard
moeilijke momenten uit voortvloeien, zeker als je de
standpunten van sommige partijbonzen kent. Ander-
zijds heeft de pers de zaak wat teveel beschreven in ter-
men van winnaars en verliezers. Zo wordt het te velde
zeker niet ervaren. De verantwoordelijken van de ver-
schillende instellingen hebben heel goed begrepen dat
toetreden tot een associatie een belangrijke strategische
stap is. Ze kiezen uiteraard die associatie die voor hun
eigen toekomst de beste kansen biedt.”
ToekomstCK: Het wetenschappelijk personeel sprak over de nood
aan een human resources-beleid. Het was niet de eerste
keer dat dit thema aangesneden werd. Wanneer zullen we
een degelijk HR-beleid hebben?
“Aan een universiteit wordt HR niet alleen door heel
verschillende diensten behartigd, maar ook door zeer
veel individuele personen: vergeet niet dat het eerste
niveau van HR-beleid voor het wetenschappelijk en
ATP-personeel op het niveau van het ZAP gesitueerd is,
het niveau van de individuele prof. De term zegt het al:
het gaat om zelfstandig academisch personeel, dat niet
zomaar ingeschakeld kan worden in centrale initiatieven.
Persoonlijk zie ik wel heil in het in rekening brengen van
HR-inspanningen in de opdracht van ZAP’ers, dus ook
in bevorderingsdossiers.”
“Een ander spoor zou via de departementsvoorzitters
kunnen lopen. Die zouden een meer centrale plaats moe-
ten krijgen in het HR-beleid. Om dat te kunnen realise-
ren, zouden we hun functie wat moeten stroomlijnen.”
CK: U hebt nog ongeveer vier jaar rectoraat voor de boeg.
Wat zijn uw belangrijkste ambities? En uw belangrijkste
‘angsten’?
“Ik ben niet zo vreesachtig aangelegd. Als mijn gezond-
heid goed blijft, hoop ik mij ten volle te kunnen blijven
inzetten om af te werken wat in de afgelopen jaren
begonnen werd. Ik wil de K.U.Leuven permanent onder-
brengen bij de Europese top van onderzoeksuniversitei-
ten. Ik wil er ook voor zorgen dat de situatie van de uni-
versitaire zieken-
huizen beter
wordt. De catas-
trofale toestand
van een paar jaar
geleden is nu wel
de wereld uit, maar de UZ zijn een blijvende zorg. Dat
heeft veel te maken met de lineaire en dus onrechtvaar-
dige besparingen in de RSZ en de ondermaatse financie-
ring van de universitaire taken van een UZ, zoals de
opleiding van specialisten, de overdracht van weten-
schappelijke kennis naar de klinische praktijk, enzo-
voort. Universitaire ziekenhuizen zijn veel minder goed
gewapend om in zo’n sit uatie hun belangen te verdedi-
gen.”
“Eén onbekende maakt me wel bevreesd voor de toe-
komst: komt er een heel diépe economische crisis of
niet? Dat er een crisis is, was vóór 11 september al duide-
lijk. De terroristische aanvallen hebben die alleen wat
versneld. De vraag is alleen hoelang die crisis zal duren,
en hoe diep ze zal snijden. Dat zou consequenties kun-
nen hebben die we nu nog niet kunnen inschatten.”
“Ik geloof sterk in de maakbaarheid van onze toe-
komst. Een crisis moet je beschouwen als een uitdaging.
Maar niemand is onkwetsbaar. Een ongeluk, een zwar e
ziekte, en je ambities liggen aan diggelen. Als je ziet hoe
broos het leven is, ga je de dingen toch wat relativeren.
Laten we hopen dat zulke dingen ons en iedereen
bespaard blijven.”
N I E U W S
‘We moeten nu een heleboel ingrijpende, met elkaar verweven
vernieuwingen tegelijkertijd en behoorlijk snel doorvoeren. Dan
krijg je een soort Big Mac, die in één hap naar binnen moet.
Dat is dus éven slikken.’
vervolg van pagina 1
foto: Michaël De Lausnay
11.10.2001 C A
Universiteiten tellen meer eerstejaars“Het aantal nieuwe eerstejaarsstudenten aan de universi-
teiten van Leuven, Gent en Brussel stijgt. Antwerpen
daarentegen krijgt rake klappen. De studies Burgerlijk
Ingenieur kennen een spectaculaire stijging. Informatica
lijdt aanzienlijke verliezen.
Omdat de inschrijvingen nog lopen zijn de cijfers voor-
lopig. De universiteiten vergelijken de jongste stand van
zaken met dezelfde datum van vorig academiejaar. De
K.U.Leuven zag het aantal nieuwe eerstejaarstudenten
met een kleine 2 procent van 4.347 naar 4.433 stijgen.
Zowel de campus Leuven als Kortrijk boeken een lichte
winst.”
Het Nieuwsblad, 25.9.2001
Leuven versoepelt vergunningenbeleid studentenka-mers“Het Leuvense schepencollege heeft beslist het vergun-
ningenbeleid voor nieuwe studentenkamers te versoepe-
len. Om te vermijden dat nog meer gezinswoningen in
Leuven omgebouwd worden tot studentenkoten staat
Leuven sinds 1997 afwijzend tegen bouwaanvragen hier-
voor. De studenten wezen er recent echter op dat deze
politiek mee aan de basis ligt van de actuele koten-
schaarste en hoge huurprijzen.
Leuven zal voortaan gunstig advies geven voor nieuwe
kamers boven winkels in de commerciële binnenstad. In
andere panden kunnen er koten bijkomen zolang de
hoofdfunctie (meer dan 50 procent vloeroppervlakte)
gezinswoning blijft. Het aantal kamers dient hierbij
beperkt tot 3 of één kleine wooneenheid. De duur van d e
vergunning is geldig zolang de eigenaar het pand
bewoont. Voor de evaluatie van andere aanvragen is het
wachten op de kamermarktstudie die opgemaakt wordt
in het kader van het structuurplan.”
Belga, 27.9.2001
Minder universitairen slagen als leraar“Niet eens één op de drie universiteitsstudenten die aan
de lerarenopleiding of het aggregaat beginnen, haalt een
diploma. Bovendien neemt de interesse alleen maar af.
Tegenover 1995-1996 was het aantal inschrijvingen voor
het aggregaat in 1999-2000 met een derde gezakt. Som-
mige universiteiten zagen hun inschrijvingen met de
helft dalen. Mannen haakten nog meer af dan vrouwen:
min 38 procent tegenover min 30 procent.
Maar het probleem is lang niet alleen de afnemende inte-
resse. Minder dan één op de drie studenten die zich
inschrijven, haalt een diploma. Meisjes doen het wat
beter dan jongens, maar ook hun slaagpercentage ligt erg
laag.”
Het Nieuwsblad, 1.10.2001
HIVA-Vorming wordt LucinaHIVA-Vorming is opgegroeid in de traditie van het
Hoger Instituut voor de Arbeid, dat in 1951 werd opge-
richt als een interfacultair instituut voor de vorming van
kaderleden in bedrijven en organisaties. De opdracht van
deze instelling concretiseerde zich rond wat we vandaag
de kwaliteit van de arbeid en het welzijn op het werk
zouden noemen. HIVA-Vorming verlaat nu de ver-
trouwde HIVA-familie om directer samen te werken met
de dienst Postacademische Vorming en de verschillende
faculteiten van de K.U.Leuven enerzijds, en met de
wereld van bedrijv en en sociale organisaties anderzijds.
Bij die gelegenheid werd ook gekozen voor een nieuwe
naam.
Lucina staat voor Leuvens Universitair Centrum voor
Interdisciplinaire Navorming in Arbeidssituaties. Het gaat
dus om een hedendaagse uitdrukking van de oorspron-
kelijke opdracht van deze instelling. Lucina is de naam
van de ‘Godin van de geboorte’ en betekent in letterlijke
vertaling die aan het licht brengt. De naamsverandering
werd plechtig aangekondigd op 5 oktober, tijdens de pro-
clamatie van de cursisten van vorig academiejaar.
M P U S K R A N T 3
N I E U W S
Op 25 september, tijdens de plechtige opening van het
academiejaar van de Campus Kortrijk, ontving professor
C.M. Dobson van de University of Cambridge (U.K.) een
eredoctoraat voor zijn wetenschappelijke verdiensten op
het gebied van de eiwitchemie - het eerste eredoctoraat
dat aan de KULAK werd uitgereikt. Promotoren waren
professor Marcel Joniau en professor Herman Van Dael.
Dobson is al meer dan tien jaar vertrouwd met het Inter-
disciplinair Research Centrum van de KULAK.
In zijn laudatio wees Marcel Joniau op het belang van
de eiwitchemie, “zowel omwille van de zuiver structure-
le aspecten als voor de implicaties voor de menselijke
pathologie.” Dobson is expert in de analyse van de fijn-
structuur en de conformationele dynamiek van een eiwit.
Een aantal chronische ziektes
is geassocieerd met het onver-
mogen van bepaalde eiwitten
om correct op te vouwen in
hun fysiologisch milieu - het
gaat onder meer om de ziekte
van Alzheimer, BSE en de
ziekte van Creutzfeldt-Jacob
en sommige soorten diabetes.
Dobson lag aan de oorsprong
van een school specialisten
die op basis van onderzoek
van dit fenomeen op termijn
therapeutische strategieën
zullen trachten te ontwikke-
len die ons tegen bovenver-
melde kwalen moeten
beschermen.(c.v.)
Opening academiejaar in Kortrijk
Eerste KULAK-eredoctoraat
Een dag na Leuven werd op 25 september het academie-
jaar plechtig geopend op de Kulak-campus in Kortrijk.
Na de eucharistieviering, waarin professor Nicolas Stan-
daert voorging, verzamelden de togati en een aanzienlij-
ke groep studenten zich voor de academische zitting.
Professor Piet Vanden Abeele, de nieuwe vice-rector van
de Kulak, hield een opgemerkte toespraak, waarin hij
niet naliet zijn voorganger, professor Marcel Joniau, uit-
gebreid te huldigen. Rector André Oosterlinck sprak ver-
volgens een rede uit over de gevolgen van de dotcom-cri-
sis en over de rol van de universiteit inzake economische
innovatie.
foto: Rob Stevens
Prijs voor verdienstelijk KULAK-alumnus uitgereikt
Els De Temmerman en Patricia Claeys gelauwerdChris Vercruysse
Met de Fortisprijs voor verdienstelijk KULAK-alumnus wil
de KULAK afgestudeerden belonen die blijk hebben gege-
ven van een bijz ondere maatschappelijke inzet. De prijs
werd op 25 september voor het eerst uitgereikt, aan twee
oud-studentes die
zich, respectieve-
lijk als arts en als
journalist, al
jarenlang enga-
geren voor ont-
wikkelingslan-
den.
Tijdens het
alumniconcert
op de avond van
de opening van
het academiejaar
van de Campus
Kortrijk moch-
ten Els De Tem-
merman en
Patricia Claeys
elk een cheque
van 50.000
frank in ont-
vangst nemen. KULAK-alumni wil op d ie manier - aldus
ondervoorzitter Anneleen Demasure - de gelauwerden
“een duwtje in de rug geven om hun engagement voort
te zetten.”
Patricia ClaeysPatricia Claeys studeerde in ‘83 af als arts. Nadat ze zich
verder had bekwaamd in de gynaecologie en in de tropi-
sche geneeskunde trok ze via de N.G.O. voor Ontwikke-
lingssamenwerking naar Nicaragua: “We bouwden er
een integrale consultatie voor vrouwen uit, waarbij we ook
aandacht schonken aan gezinsplanning en aan het voorko-
men van seksueel overdraagbare aandoeningen. Daarnaast
probeerden we de kindersterfte tegen te gaan, onder meer
door het organiseren van vaccinatieprogramma’s. Verder
boden we hulp bij bijvoorbeeld overstromingen en pro-
beerden we de psychische en lichamelijke gevolgen van de
burgeroorlog te bestrijden.”
Patricia Claeys maakte vervolgens deel uit van een rist
buitenlandse missies en was onder meer expert bij het
Department of Reproductive Health and Research van de
Wereldgezondheidsorganisatie in Genève. Sinds 1995 is
ze medisch coördinator van de vakgroep U ro-Gynaeco-
logie aan de RUG: “Het onderzoek daar gebeurt in
samenwerking met lokale partners en de resultaten wor-
den onmiddellijk ter plaatste toegepast. Zo gaan we bij-
voorbeeld na hoe we de programma’s voor opsporing
van baarmoederhalskanker effectiever kunnen uitvoe-
ren.”
Els De TemmermanEls De Temmerman - die als kind al van Afrika droomde
- trok na haar studies Germaanse Filologie voor drie jaar
als docente naar China en w as vervolgens hulpverlener
voor Artsen zonder Grenzen in Soedan. Ze werkte als
journaliste voor verschillende kranten en tv-stations in
binnen- en buitenland, met een bijzondere interesse voor
Afrika, waar ze de meest onmenselijke gebeurtenissen
versloeg. Haar laatste initiatief is de oprichting van de
v.z.w. Sponsoring Kinderen Oeganda: “Sinds 1994 wor-
den in Noord-Oeganda massaal kinderen ontvoerd door
rebellen om vervolgens als kindsoldaat te worden ingezet
in de oorlogen van Soedan en Oeganda. Meisjes moeten
daarnaast ook kinderen baren - zo zijn er in de kampen
van Soedan al 500 kin deren geboren, die vervolgens ook
weer tot kindsoldaat worden opgeleid.”
“Met Sponsoring Kinderen Oeganda willen we kinderen
opvangen die er in geslaagd zijn te ontkomen. Ze zijn er
fysiek en psychisch uiteraard erg aan toe. We brengen ze
onder in twee opvangcentra in Gulu in Noord-Oeganda.
Daar worden ze psychologisch begeleid en krijgen ze
onderwijs. De v.z.w. wil d aarvoor geld verzamelen.”
foto: Patrick Holderbeke
Patricia Claeys (l.) en Els De Temmerman zijn de eerste laure-
aten van de Fortisprijs voor verdienstelijk KULAKalumnus.
4 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
meer dan een half miljoen kijkers en het is verdraaid
moeilijk om er dan op te letten dat je de dingen goed
zegt. Ik probeer bijvoorbeeld nooit te spreken over goed
of slecht weer, dat is veel te subjectief. Regen of bewol-
king zijn niet altijd slecht voor bijvoorbeeld landbouwers
of voor bepaalde economische takken, en dus zal ik eer-
der termen als ‘zonnig’ of ‘somber’ gebruiken.”
“Maar echte voorbeelden heb ik dus niet. Toen ik hier
begon, kreeg ik wel de raad om naar andere weermannen
en -vrouwen te kijken, puur om op de handelingen te
letten, maar zelfs dat heb ik nauwelijks gedaan. Het pre-
senteren is ook nooit een probleem geweest, dat komt bij
mij heel natuurlijk. Wat me daarbij zeker wél geholpen
heeft, zijn de lessen voordracht en dictie die ik heb
gevolgd en de aggregatie-opleiding bij geografie. Daar
leer je immers hoe je iets uit kunt leggen aan mensen, en
of het om scholieren gaat of tv-kijkers maakt eigenlijk
niet zo veel verschil.”
“Je moet vooral beseffen dat het geen zin heeft om die
vijf minuten weerbericht vol te proppen met alle waar-
nemingen en factoren die een rol kunnen spelen. Wat
mensen willen weten is wat voor weer het morgen
wordt, of ze hun jas aan moeten trekken of een paraplu
moeten meenemen... Maar dat moet je dan wel zodanig
brengen dat je op een verantwoorde manier je tijd vol
krijgt. Zelf schrijf ik nooit iets op, ik praat gewoon vijf
minuten aan de hand van de kaarten die ik heb voorbe-
reid. Dat zijn mijn spiekbriefjes.”
uren zitten - bleek zelfs dat de prof mij niet had herkend.
Op het schriftelijke examen, dat ik liggend deed, kwam
hij me vragen waarom ik niet naar het mondeling was
gekomen!” (lacht)
CK: Toen je begon als weervrouw, werd je in krantenbe-
richten meteen ‘weerbabe’ genoemd. Stoort je dat?
“Tja, da’s
onvermijde-
lijk. Mensen
vormen zich
direct een
beeld van je
en dat is niet
altijd even
aangenaam. Ik
maak er wel
een punt van
dat ik weten-
schappelijk
ben opgeleid
voor de job en
ik denk dat de
mensen dat
ook wel voe-
len aan mijn
uitleg en de
manier waar-
op ik het
breng. Het is
ook onvermij-
delijk dat ze
mij vergelij-
ken met Sabi-
ne Hagedo-
ren. Er zijn in
Vlaanderen
nu eenmaal
maar twee
weervrouwen
en twee weer-
mannen. Maar
echt erg vind
ik dat niet.
Om het een
beetje cru te
stellen: ik heb
liever dat ze
over mijn
borsten spre-
ken dan écht
over mijn
privé-leven.”
“Het vraagt
wel heel wat
tijd om au
sérieux te
worden geno-
men. Als vrouw is het volgens mij sowieso veel moeilij-
ker om geloofwaardig over te komen op televisie dan als
man, zéker als je dan nog jong bent ook. Maar ik denk dat
ik het op dat vlak al vrij goed doe, al kan het natuurlijk
altijd beter.”
“Wat ik wel heel tof vind aan het bekend zijn, is dat veel
mensen nu weten dat ik met het weer bezig ben. Vroeger
had ik altijd de neiging om daar zelf over te beginnen,
omdat het echt wel een belangrijk deel van mijn l even
was. Maar dat heeft weinig te maken met het ‘BV-schap’
op zich. Al valt dat bij mij ook wel mee. Ik hoef niet zoals
zangers en acteurs per se in de boekjes te staan om mijn
volgende plaat te verkopen of een nieuwe rol te krijgen.
Ik zou ook absoluut niet willen dat mijn privé-leven in
de openbaarheid komt, temeer omdat ík er misschien wel
voor gekozen heb, maar mijn familie niet.”
CK: Hoe leer je het beroep van weervrouw? Door naar
andere weermannen en -vrouwen te kijken?
“Neen, in mijn geval zeker niet. Tijdens mijn studies
volgde ik wel het weerbericht op de gemeenschappelijke
kot-tv, maar ik ergerde me daar ongelooflijk aan. Ik
reageerde zelfs zo fel dat het lastig werd voor mijn kotge-
noten. (lacht) Nu besef ik dat het heel moeilijk is. E en
derde van alle Vlamingen die ‘s avonds tv kijken, kijkt
naar ons weerbericht. In de winter bereik je dus al g auw
L E V E N N A D E U N I V E R S I T E I T
Als kind droomde ze e rvan om weervrouw te worden en
stuurde ze gedichtjes naar Armand Pien. En soms worden
dromen waar: sinds december 2000 is Jill Peeters de Sabi-
ne Hagedoren van VTM.
Jill Peeters studeerde in 1997 af aan de K.U.Leuven als
licentiate geografie. Na haar studie behaalde ze een IWT-
beurs en begon ze aan een doc toraat, maar na een jaar
besloot ze in het familiebedrijf te stappen. Enkele jaren
later kreeg ze de kans om haar jeugddroom te verwezen-
lijken. Vanwaar die fascinatie voor het weer?
Peeters: “Het weer heeft natuurlijk een wetenschappe-
lijke kant, maar tegelijk: bij de bakker praten mensen óók
over het weer. En de invloed van het weer op de econo-
mie is gigantisch. Dat ondervind ik zelf dagelijks aan den
lijve. Ik werk namelijk nog altijd deeltijds in het kinder-
kledingbedrijf van mijn ouders en daar zijn we blij met
slecht weer in september, want bij 30 grad en verkoop je
geen winterkleding.”
“Mijn jeugddroom is altijd overeind gebleven, maar toen
ik geografie ging studeren, was dat heel bewust omdat ik
het een ongelooflijk interessante richting vond, en zeker
niet omdat ik dat nu eenmaal moest doen om weervrouw
te worden.”
CK: Heb je als weervrouw het gevoel dat je echt met
geografie bezig bent, of is het in de eerste plaats presenta-
tiewerk?
“Deze job kun je zeker niet doen zonder een dergelijke
achtergrond. Wij krijgen onze basisinformatie van Mete -
oservices, een bedrijfje op de campus van Heverlee, maar
uiteindelijk moeten wij ons verhaal zelf maken, besluiten
welke soorten en hoeveel kaarten we gebruiken bijvoor-
beeld. Zonder die opleiding lijkt me dat niet haalbaar. Je
moet er misschien niet specifiek geografie voor gestu-
deerd hebben, maar persoonlijk vind ik het wel de inte-
ressantste opleiding voor wie zich met weerkunde bezig
houdt, vooral omdat een geograaf het gewend is om met
101 zaken rekening te houden. Neem nu de inplanting
van een stad: daarbij spelen zoveel factoren een rol: de
geschiedenis, maar ook de ondergrond en het klimaat.”
“Die diversiteit vind je ook terug in het vakkenpakket
van geografie. We kregen economie en een heleboel
mensgerichte vakken, maar uiteraard ook een stevige
dosis wetenschappen. Net die mix is ook belangrijk bij
weerkunde. Je krijgt een geanalyseerde kaart voorgescho-
teld, maar die volgt een bepaald model en je moet je
ervan bewust zijn dat met allerlei andere factoren geen
rekening gehouden is. Met de vernieuwing van het weer-
bericht hebben we hier trouwens ook een project met
3D-animaties opgestart, dat bedoeld is om de weerstoe-
stand op verschillende plaatsen in Europa aanschouwe-
lijk te maken en waarbij ik zelf vooral instond voor de
keuze van de steden. Ook dan weer moet je r ekening
houden met toerisme, weerkundige factoren, economie,
esthetiek... Daaraan beginnen zonder een degelijke oplei-
ding zou onverantwoord zijn.”
Op haar achttiende onderging Peeters een zware rugope-
ratie, waardoor een universitaire studie allesbehalve van-
zelfsprekend was.
Peeters: “Een jaar lang moest ik voortdurend liggen,
maar ik wou per se gaan studeren. Mijn moeder is dan
met mij naar de dienst voor studenten met een handicap
gestapt en daar hebben ze mij ongelooflijk goed opge-
vangen. Wat ik bijzonder ontroerend vond, was de reac-
tie van de medestudenten. Toen in het begin van het jaar
gevraagd werd wie af en toe wou helpen met praktische
zaken - er moest bijvoorbeeld altijd een bedje worden
klaargezet in de aula - heeft iedereen zich aangeboden.
Toen besefte ik dat het sociale engagement onder studen-
ten toch enorm is.”
“Het gevolg van die situatie was wel dat iedereen mij
kende, als die van het bedje. Toen ik op het einde van het
jaar een mondeling examen deed - ik kon toen al een p aar
Weervrouw
Jill PeetersGert Gielen
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 5
N I E U W S
Wie even ronddoolt in het wereldje van de wetenschappe-
lijke tijdschriften, het belang dat eraan gehecht wordt en
de prijzen die er gehanteerd worden, ziet slechts één vraag
voor ogen: wie is hier nu eigenlijk gék? Wij vroegen het
aan professor Raf Dekeyser, hoofdbibliothecaris van onze
universiteit.
“Van sommige abonnementsprijzen ga je inderdaad aan
het duizelen. En het straffe is dat we ze - voorlopig - nog
blijven betalen ook. De gevolgen zijn nochtans niet
gering. Door de hoge prijs, en doordat die bovendien
veel sneller stijgt dan onze middelen, moeten we hoe
dan ook hakken in onze aankopen. Ter informatie: voor
het jaar 2000 schatten we de totale bibliotheekuitgaven
op ongeveer 1 44 miljoen frank. Zowat 93 miljoen daar-
van gaat naar tijdschriften. Omdat we een onderzoeksbi-
bliotheek zijn, wordt er eerst bezuinigd op handboeken
en monografieën, zeker in de positieve en de biomedische
wetenschappen. Daar gaat soms tot 95 procent van het
budget naar tijdschriften. Maar daardoor wordt een bi-
bliotheek minder interessant voor beginnende studen-
ten. En als die bezuiniging op boeken niet volstaat - met
het absurde ritme van de p rijsstijgingen van de tijd-
schriften is dat trouwens een feit - moeten abonnemen-
ten opgezegd worden. Dus worden onze bibliotheken op
twee terreinen minder sterk, als onderzoeks- én als
opleidingsinstrument.”
Gouden kalf wordt gouden kip“Wetenschap moet gecommuniceerd worden, vooral via
tijdschriften. De redactie vraagt erkende specialisten,
peers, om ingezonden artikels te reviewen. Een positief
oordeel leidt niet alleen naar publicatie, maar het geeft je
ook een kwaliteitslabel: je wordt gevaloriseerd. Die twee
aspecten, communicatie en valorisatie, konden lang
naast elkaar bestaan, maar ze zijn in de laatste decennia
grotendeels ontkoppeld. Sommige tijdschriften hebben
immers gaandeweg een zo hoog aanzi en verworven, dat
ze veel meer zijn gaan betekenen dan alleen maar een
medium voor communicatie. Wie in dergelijke tijd-
schriften publiceert, geeft zijn eigen carrière of die van
zijn onderzoeksgroep een heuse boost. En dié ontwikke-
ling werd door de uitgevers van die tijdschriften aange-
grepen als excuus voor aanhoudende, haast ziekelijke
prijsverhogingen. Dat heeft de poort naar wetenschap-
pelijke vooruitgang eigenlijk sterk vernauwd. Zeker in de
positieve en biomedische wetenschappen moét je in die
selecte groep tijdschriften publiceren, of je telt niet meer
mee. Dat zijn de tijdschriften met een zogenaamde hoge
impactfactor. Ik betwist natuurlijk niet dat die topwe-
tenschap bevatten, maar of je ze dan ook maar meteen
moet vergoddelijken, betwijfel ik.”
“Er bestaan allerlei technieken om je wetenschappe-
lijke ontwikkeling te meten. Essentieel daarin zijn de
citaties, uiteraard bij voorkeur in tijdschriften met een
hoge impactfactor. En dan ontstaat een spel van tellen,
alsof het om kijkcijfers gaat. Misschien moeten we eens
nadenken over andere vormen van kwaliteitsmeting, en
afstappen van die gehypertrofieerde citatie-cijfers. Trou-
wens, de relevantie van de impact van een tijdschrift is
heel wat minder dan die van een artikel. Alleen is
dat laatste moeilijker te meten.”
“Nu, dat is een ander verhaal.
Kwestie is dat de zogezegd toon-
aangevende wetenschappelijke
tijdschriften door de uitgevers
gebruikt worden als financiële
melkkoeien. Wetenschappers vul-
len ze gratis, ze doen er gr atis peer
reviews voor, en na al d at gratis
werk betalen ze zich blauw om
de tijdschriften in hun biblio-
theek te verzamelen. Raar is dat,
als je er even bij stilstaat. Begrijp
me goed: ik wil de uit gevers
niet naar de maan wensen. Ze
hebben zonder twijfel hun rol
gespeeld in de verspreiding van
wetenschappelijke kennis, maar
met de nieuwe media en met hun uiterst laakbare
prijszetting liggen de kaarten heel anders.”
“Als je de uitgevers wijst op hun onmogelijk hoge
prijzen en op de consequenties, krijg je steevast hetzelf-
de verhaal: ‘Jà, maar de prijsstijging is toch niet meer zó
erg als in de afg elopen jaren?’ Dat klopt, alleen blijft ze
veel hoger dan de stijging van onze middelen. En als je
iets dat al veel te duur wàs, voortaan nóg duurder laat
worden, zij het iets minder snel, waar praat je
dan over? En het verhaal van de stijgende
papier- en productiekosten is te dom
om los te lopen.”
Uitwegen“Oplossingen aandragen is moei-
lijk, en het zal hoe dan ook een pro-
ces van lange adem zijn. Maar de
nood is hoog. Momenteel zien we
een aantal initiatieven ontstaan die
de situatie weliswaar niet van van-
daag op morgen zullen omgooien,
maar die toch wel iets teweeg kun-
nen brengen. Zo werd
onlangs een petitie geor-
ganiseerd door een actie-
groep uit de biomedische
hoek die zich de Public
Library of Science noemt. In die petitie vragen de
ondertekenaars dat uitgevers alle artikels enkele maan-
den na publicatie gratis online ter beschikking van het
publiek zouden stellen, omdat het verzamelde archief
van de menselijke kennis toebehoort aan de
mensheid, niet aan een handvol uitgevers. Uit-
gevers die dat niet doen, zouden geboycot wor-
den. Meer dan 26.000 wetenschappers onderte-
kenden de petitie, waaronder zowat 500 Belgen.
Of zo’n petitie veel uithaalt, betwijfel ik: je hebt
te doen met bikkelharde commerçanten. Maar in
elk geval wordt de discussie naar een ruimer
forum gehaald.”
“Veelbelovend is ook het Open Archives Ini-
tiative(OAI). Dat kan de basis vormen van een
heel nieuw model van wetenschappelijke com-
municatie. Zover is het nog lang niet, maar wie
weet ... Het OAI bestaat in het lokaal archiveren
van preprints, of eigenlijk e-prints, volgens
bepaalde relatief eenvoudige maar zeer strikt
gehanteerde metadata, een soort tags zoals die
ook bestaan in HTML-pagina’s. Je zou bijvoor-
Uitgeven en inpikken: de prijzenwedloop in tijdschriftenland
Over wetenschappers, en hoe ze te pluimenLudo Meyvis
Opgelet, we gaan rekenen.
- Eén jaargang van het Journal of Comparative Neurology
kost u 16.967 dollar. Wekelijks krijg je daarvoor zowat
200 pagina’s, voor pakweg 15.000 f rank. Als de prijs van
uw Van Dale op dezelfde manier berekend zou worden,
zou u ongeveer 320.000 frank mogen neertellen voor uw
woordenboek. En deze Campuskrant zou u 1.500 frank
kosten. Hmm, wij voelen een idee rijpen ...
- In vergelijking met dit Journal is Experimental Brain
Research natuurlijk spotgoedkoop. Voor nog geen
250.000 f rank per jaar siert het uw planken. En helemààl
voor armoezaaiers is Life Sciences (205.000 fr.). In de bio-
medische bibliotheek zijn 50 tijdschriften aanwezig die
meer dan 100.000 frank per jaar kosten.
- Reed Elsevier, een mega-uitgeverij, had in 1997 een net-
to-verkoopscijfer van 5,5 miljard dollar. Ongeveer 17
procent daarvan, of zowat 1 miljard dollar, werd gehaald
uit de verkoop van wetenschappelijke tijdschriften, met
een geboekte winstmarge van 27,3 procent (1).
- Als zowel de prijsstijging van wetenschappelijke tijd-
schriften als de aankoopmiddelen van bibliotheken blij-
ven evolueren zoals ze dat de laatste jaren gedaan heb-
ben, staat ons tegen 2012 een reductie in het bibliotheek-
aanbod te wachten dat, afhankelijk van de sector, 20 tot
50 procent kan bedragen (2).
- Een tijdschrift kostte in april 2000 per jaargang gemid-
deld ongeveer 1.900 dollar in de natuurkunde, 1.800 $ in
de scheikunde, 1.000 $ in de ingenieurswetenschappen,
670 $ in de geneeskunde, 140 $ in de rechtswetenschap-
pen, 100 $ in de fi lologie, 80 $ in de musicologie. Tussen
1996 en 2000 is de gemiddelde prijs per jaargang geste-
gen met 37,69 procent (3).
(1) www.arl.org/newsltr/200/wylytable.html
(2) www.createchange.org/
(3) www.arl.org/sparc/DI/appendixA.html
Behalve via deze URL’s vindt u informatie over de proble-
matiek op onder meer sites van de Public Library of Scien-
ce (www.publiclibraryofscience.org/), Openarchives
(www.openarchives.org/), Association of Research Libra-
ries (www.arl.org/newsltr/200/200toc.html) en ‘Decla-
ring Independence’(www.arl.org/sparc/DI/).
Cijfers om van te duizelen
vervolg op pagina 7
foto’s: Rob Stevens
6 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
N I E U W S
beeld kunnen denken aan één e-print server per universiteit, kwestie
van de zaak hanteerbaar te houden. Zoekmachines doen dan geregeld
die lokale sites aan, verzamelen de metadata, en stellen die ter beschik-
king van gebruikers. Via een uniforme zoek-interface kunnen die ver-
volgens de e-prints raadplegen, te selecteren uit ‘alles’ wat eender waar
gepubliceerd wordt - idealiter toch.”
“Over het OAI werden al een aantal internationale conferenties
belegd. De grootste zorg is niet zozeer technisch van aard - het systeem
kan eigenlijk nù al perfect werken. Het centrale probleem is veel meer
dat wetenschappelijke literatuur niet mogelijk is zonder een systeem
van peer review, zeker in de positieve en biomedische wereld. Met
name in medische literatuur is dat ‘wetenschappelijkheidslabel’ van
essentieel belang: denk je maar eens in wat er zou gebeuren als iedereen
eender wat zou kunnen publiceren in medische vakbladen ... In het OAI
zou die peer review geïmplementeerd kunnen worden via strikt bevei-
ligde metadata over de kwaliteit, maar dat is natuurlijk makkelijker
gezegd dan gedaan.”
Op eigen houtje“Het OAI is momenteel wellicht het meest veelbelovende initiatief - en
voldoende grootschalig - om aan de wur ggreep van monopolistische
uitgevers te ontsnappen, maar het slaat voorlopig alleen aan in de
natuurkunde. Op meer beperkte schaal zijn ook andere stappen moge-
lijk. Ik denk bijvoorbeeld aan wat collega Marcel Bruynooghe van C om-
puterwetenschappen gedaan heeft. Hij was voorzitter van de editorial
board van het toonaangevende Journal of Logic Programming. Pro-
bleem: dat tijdschrift was véél te duur. De editors hebben op een
bepaald moment en uiteraard na lang onderhandelen en bloc de uitge-
verij verlaten, om een nieuw tijdschrift uit de grond te stampen - met
impactfactor en dus aantrekkingskracht nul. Maar wat bleek? Al vanaf
het eerste jaar is dit niéuwe tijdschrift, dat verkocht wordt voor één
vijfde van de prijs van het oude, het belangrijkste tijdschrift in de bran-
che geworden. Het kàn dus wel. We zijn niet verplicht om ons blijvend
te laten misbruiken of ons te laten overdonderen door brutale commer-
cie.”
“Ik maak me natuurlijk geen illusies: wetenschappers zullen in dure
tijdschriften blijven publiceren - zolang er geen alternatief is. Weten-
schap en commercie kùnnen overigens perfect naast elkaar bestaan, en
ze kunnen elkaar versterken - maar een beetje respect en een iets min-
der misdadige prijsbepaling zijn dan wel essentieel.” Klopt. Anders
blijft de vraag: wie is hier nu eigenlijk gek?
vervolg van pagina 6
Bilateraal akkoord met Chinese provincie LiaoningOp 2 oktober bezocht een delegatie van het Onderwijsdepartement van deChinese provincie Liaoning de K.U.Leuven. Professor Zhang Dexiang, directeurvan het Onderwijsdepartement, en rector André Oosterlinck ondertekenden eenbilateraal akkoord dat jaarlijks 110 topstudenten uit Liaoning de mogelijkheidzal bieden een internationaal studieprogramma te volgen aan de faculteitenEconomische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Psychologie enPedagogische Wetenschappen, Toegepaste Wetenschappen of Landbouwkundi-ge en Toegepaste Biologische Wetenschappen, naast basisopleidingen in eco-nomie en toegepaste economie en in ingenieursstudies. Het Instituut voor Leven-de Talen sloot eveneens een bilateraal akkoord af, waardoor het garant zalstaan voor een aan de opleiding aangepaste vorming in het Nederlands. Van-uit Leuven zullen professoren uit de genoemde faculteiten aan enkele van dezestig universiteiten in de provincie Liaoning gastcolleges en seminaries verzor-gen.
De onderzoeksgroep Accounting en Fiscaliteit van onze universiteit
start dit academiejaar met een postgraduaat accounting. Het avond-
programma loopt van maart tot einde juni 2002, en mikt zowel op
mensen die professioneel nood hebben aan een basiskennis accoun-
ting, als op de vrijetijdsbelegger die het jargon van financiële analy-
ses onder de knie wil krijgen.
Het opzet van het programma is de deelnemers te leren hoe je
balansen en winstcijfers leest en begrijpt. Daarnaast komen tech-
nieken van kostprijsberekening, budgettering, auditing en princi-
pes van consolidatie en financiële analyse aan bod, en h et gebruik
van case-materiaal en een computergestuurd boekhoudprogram-
ma. Campuskrant kreeg toelichting van coördinator Hylke Van-
denbussche.
Ondernemerschap“Steeds meer faculteiten en programma’s, ook buiten onze universiteit, doen een be roep op onze
vakgroep om accounting-vakken te doceren. Onder meer de faculteiten Toegepaste Wetenschap-
pen, Geneeskunde en Rechtsgeleerdheid vragen naar boekhouden en aanverwante vakken op
hun curricula. Dat doet ons vermoeden dat er een groeiende vraag bestaat naar kennis over finan-
ciële rapportering. Dit programma kadert ook in een bredere doelstelling van de K.U.Leuven,
namelijk het stimuleren van ondernemerschap.”
“Hoe je die toegenomen interesse in accounting kan verklaren? In de VS belegt meer dan de
helft van de huisgezinnen in aandelen, in Europa is dat momenteel slechts acht procent, maar dat
aantal groeit gestaag - vooral in goede beursjaren als 1998 en 1999. Daarnaast moedigt het huidige
beleid het oprichten van KMO’s aan. Zo hebben heel wat ingenieurs en bio-ingenieurs in de
voorbije jaren een eigen bedrijf opgericht - bij enke-
le heeft dit zelfs geleid tot beursintroducties. In
vele bedrijven is ook het belang van com-
municatie tussen de verschillende
afdelingen toegenomen, en werken
bijvoorbeeld ingenieurs en accoun-
tants in teamverband of plegen ze
geregeld overleg. Om elkaar te begrijpen,
moeten ze zich dus de specifieke terminolo-
gie eigen maken. Vandaar ook de groeiende
behoefte om financiële staten zoals een
balans en een resultatenrekening te kunnen
opstellen, lezen en begrijpen.”
Kostenbeheersing“Door de globalisering en de concurrentie-
druk in de productmarkt neemt ook het belang van correctere kostprijsberekeningen toe. Wan-
neer de eigen markt vrij goed afg eschermd is van concurrentie, zullen winstmarges relatief groot
zijn en is er niet zoveel behoefte om aandacht te schenken aan kostenbeheersing. Bij een lage
concurrentiedruk kan men het zich veroorloven om wat lakser te zijn.”
“Maar tegenwoordig staan de meeste markten onder zware concurrentiële druk vanuit het
buitenland, waardoor kostenbeheersing en -controle een veel grotere rol zijn gaan spelen in de
rendabiliteit. De uitdrukking you have to measure costs before you can manage them verklaart de
vernieuwde aandacht in heel Europa voor methoden van kostencalculatie.”
“En verder is de interesse voor financiële rapportering recent niet alleen toegenomen door de
dotcom-hype in de technologiesector, maar ook door de integratie van de kapitaalmarkten in het
algemeen.”
“We hebben gekozen voor een kort intensief programma omdat we de indruk hebben dat de
vraag naar aanvullende opleidingen verschuift van relatief algemene naar meer gespecialiseerde
programma’s. De Graduate School of Business Studies van het Departement TEW biedt naast
Accounting ook kortlopende programma’s over Financiewezen, Operations Management en Ver-
zekeringswe-
zen aan, zodat
men zeer doel-
gericht de
gewenste specialisatie kan kiezen. Bovendien mikken wij met ons avondprogramma op deelne-
mers die een baan hebben. Te lange, minder gespecialiseerde programma’s zijn vaak erg moeilijk
met een job te combineren.”
“We mikken in de eerste plaats op universitairen die professioneel met aspecten van accoun-
ting in aanraking komen, maar die eigenlijk geen opleiding terzake gekregen hebben, zoals inge-
nieurs, juristen, journalisten of artsen. Daarnaast willen we bijvoorbeeld ook vrijetijdsbeleggers
of Kanaal Z-kijkers aantrekken, die het jargon van de financiële analysten willen begrijpen.”
De lessen van het Postgraduaat Accounting zijn gespreid over 15 weken, telkens op maandag- en
donderdagavond van 18.30u tot 21.30u. Meer informatie via [email protected] of
t(016)32 66 23.
De Leuvense Graduate School of Business Studies coördineert alle graduaat-programma’s van het
Departement Toegepaste Economische Wetenschappen. De Master Programs worden in het Engels
aangeboden, de postgraduaten en aanvullende opleidingen in het Ned erlands. Voor een volledig
overzicht, met links naar de individuele programma’s, surf naar www.econ.kuleuven.ac.be/GSBS/.
‘In de VS belegt meer dan de helft van de huisgezinnen in aandelen.
In Europa is dat slechts acht procent, maar dat aantal groeit gestaag.’
Avondprogramma wil mee ondernemerschap stimuleren
Nieuw postgraduaat ‘Accounting voorniet-specialisten’Karla Venken
O N D E R W I J S
foto: Rob Stevens
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 7
O N D E R Z O E K S P R I J Z E N
Dr. Jan Van den Bulck is hoofddocent aan het De partement Communicatiewe-
tenschap van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Hij houdt zich bezig met
research naar media-effecten en de methodologie van dit type onderzoek. Zijn
werk werd onlangs bekroond met de Kiwanis-prijs, geselecteerd door de Onder-
zoeksraad.
“Ik ben vooral geïnteresseerd in de effecten bij de consument van tv-fictie, en
de manier waarop dat onderzocht wordt. De methodologie van media-onder-
zoek is niet altijd even zuiver. Nog te vaak wordt er gewerkt met een te sim-
plistisch kader, of met niet te verdedigen veronderstellingen. Zo wordt te snel
vertrokken van de idee dat ‘zware’ tv-kijkers meer invloed zouden ondergaan
dan degenen die minder uren voor de buis doorbrengen. Dat blijkt zeker niet
altijd zo te zijn .”
You have the right to remain silent ...“Ik doe fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. De zin daarvan wordt wel
eens in vraag gesteld, zeker in ons kleine landje. Maar specifiek voor mijn dis-
cipline is ons land juist een schitterend labo. We kijken veel naar Amerikaanse
fictie, en als één van de weinige landen ter wereld zien we die bovendien in
originele versie. Dat maakt mooi vergelijkend onderzoek mogelijk naar de
media-effecten bij Vlaamse en bij Amerikaanse kijkers.”
“Tv is een bijzonder krachtig medium. Het wordt heel intensief geconsu-
meerd. Iemand van 12 jaar heeft, al naargelang de bron, ongeveer 10.000 fictie-
ve moorden gezien. Ter vergelijking: op die leeftijd heeft nog niemand al over
10.000 moorden gelézen ... Bovendien werkt tv met een grote ‘schijn van reali-
teit’: we wéten wel dat het fictie is, maar het ziet er zo echt uit. Het eigenaardi-
ge is dat alle kijkers - enkele psychiatrische gevallen niet te na gesproken - zich
bewust zijn van die fictionaliteit, maar desondanks heeft die fictie bepaalde
cognitieve gevolgen. Vraag een twaalfjarige maar eens wat de rechten van een
gearresteerde zijn in de Verenigde Staten: hij kan je zo de aanhoudingsformule
voordragen: You have the right to remain silent ... Alleen is er het probleem dat
die gegevens die op de kijker toestromen, vaak geen correct beeld ophangen.
Zo blijkt er een aanzi enlijke overschatting te bestaan van het aantal detectives,
politie-agenten en dokters - niet voor niets de meest populaire protagonisten
van tv-fictie.”
“Een algemeen effect van onze grote tv-con-
sumptie - voor velen is het een halftime job: 20
uur tv per week is niet zo uitzonderlijk - is moei-
lijk weer te geven, behalve dan misschien één
zaak. Diehard tv-kijkers overschatten in het alge-
meen de onveiligheid van onze samenleving.”
“Dat is op zich al erg genoeg, maar ook op
detailvlak zijn negatieve gevolgen niet uit te slui-
ten. Het is niet ondenkbaar dat bijvoorbeeld het
beeld dat van de medische wereld opgehangen
wordt, invloed kan hebben op je beslissingsmodel
met betrekking tot je gezondheid: ‘Preventie is niet
zo belangrijk, dokters kunnen met behulp van
technologie mirakels verrichten ...’.”
Geen imitatie“Het is overigens één van de grote uitdagingen van het media-onderzoek om de causaliteit
tussen een bepaald beeld en een bepaald gedrag na te gaan. Dat is zelden een rechtlijnig ver-
band. Eenvoudige imitatie komt haast nooit voor: het is niet omdat iemand een moord ziet,
dat hij meteen zelf aan het moorden slaat. Dat inzicht is niet onbelangrijk, met name dan bui-
ten de fictie. De ‘opvoedende rol’ van tv zou namelijk wel eens overschat kunnen worden.
Een programmamaker zou kunnen denken aan een objectieve weergave van het migranten-
probleem, met juiste cijfers, evenwichtige interpretatie enzovoort, met de bedoeling de kijker
een degelijk beeld van de hele kwestie bij te brengen. Zo blijkt het niet te werken: wat je ook
doet, je hebt als tv-maker weinig vat op de conclusie van de kijker. Maar het staat wel vast dat
er een invloed is - alleen kan die moeilijk van te voren ingeschat worden.”
“Media-onderzoek maakt vaak ook de fout verkeerde referentiekaders te gebruiken. Wat
voor een volwassene ‘geweld’ is, kan voor een kind ‘spel’ zijn. Zo is g ebleken dat een pro-
gramma als Power Rangers door veel kinderen nagespeeld wordt, inclusief de vecht- en kara-
te-bewegingen, wat tot nogal wat ongelukjes geleid heeft. ‘De Power Rangers leiden tot
agressie’, hoor je volwassenen dan zeggen. Maar dat is hùn visie: voor een kind gaat het om
een ongeluk tijdens het spel, en eentje dat hij zeker nooit gewild heeft.”
“Media-onderzoek is een zeer complexe materie, met nog bijzonder veel methodologische
onzuiverheden, en met een acute nood aan grootschalig veldwerk. Door de intensieve media-
consumptie kan de relevantie echter moeilijk overschat worden.”
“Ik ben daarom heel gelukkig met die Kiwanis-prijs. Wat ik er precies mee ga doen?
Media-onderzoek is in het verleden vooral in geweld geïnteresseerd geweest. De effecten van
alle - vaak absurde - medische ‘informatie’ in de media op percepties en attitudes van het gro-
te publiek zijn nauwelijks onderzocht, terwijl dat maatschappelijk minstens even relevant is.
Ik hoop dat ik deze prijs als opstapje kan gebruiken om dat domein grondig te beginnen ont-
ginnen. Ik denk dat we zo de sleutel moeten kunnen vinden voor een aantal vraagstukken die
we met geweldonderzoek nog niet hebben opgelost.”
Kiwanis-Prijs
Een 12-jarige heeft al 10.000 tv-moorden gezienLudo Meyvis
Elk jaar reikt de Onderzoeksraad prijzen uit om enkele veelbelovende onderzoe-
kers extra te belonen. Op woensdag 4 oktober werden de vijf laureaten van dit
jaar in een feestelijke huldiging gelauwerd voor hun baanbrekend wetenschap-
pelijk werk. Wij spraken met de winnaars.
foto: Rob Stevens
Het zal wel een beroepsmatige hang naar human interest
zijn, dat wij uit zijn cv onthielden: training van resusapen.
Uit de bijgevoegde synopsis van zijn onderzoek blijkt dat
die primaten bij uitstek model kunnen s taan bij de studie
van de werking van onze hersenen. Postdoctoraal onder-
zoeker Peter Janssen werkt in het labo voor Neuro- en
Psychofysiologie van de Faculteit Geneeskunde, en kreeg
de Prijs van de O nderzoeksraad voor zijn onderzoek naar
driedimensionale objectherkenning.
“Bij de mens en andere primaten is een groot deel van de
hersenen bezig met het verwerken van de visuele signa-
len via de ogen. Het moet essentieel twee vragen oplos-
sen: waar? of de lokalisatie in de ruimte van voorwerpen
en van de waarnemer zelf, en wat? of de herkenning van
voorwerpen of personen. Van het visuele systeem bij de
resusaap weten we al langer dat het bestaat uit twee gro-
te onderdelen of ‘stromen’, in feite verzamelingen van
hersengebieden, die beide vertrekken van achteraan in de
hersenen, uit wat men de primaire visuele cortex noemt.
De ene, dorsale stroom loopt naar voor en naar boven in
de hersenen, en houdt zich bezig met de waar?-vraag. De
andere, ventrale stroom loopt naar voor en naar beneden
in de hersenschors, en concentreert zich op de wat?-
vraag. Wij hebben het hersengebied aan het eind van de
ventrale stroom bestudeerd, de inferotemporale cortex of
IT geheten. Elektrische activiteit van groepen hersencel-
len in dit gebied maakt het mogelijk een bepaalde vorm
of gezicht te herkennen en er betekenis aan te geven,
zodat we ook weten welke reactie we verwacht worden
te stellen op die bepaalde stimulus.”
Bol“Objectherkenning verloopt schijnbaar moeiteloos, maar
is in feite een fenomenaal ingewikkeld proces. Wij moe-
ten in staat zijn voorwerpen te herkennen in een vaak
complexe omgeving en onder zeer verschillende omstan-
digheden - belichting, afstand, oriëntatie in de ruimte ...
Wij hebben nu onderzocht of dit hersengebied, dat
instaat voor de herkenning, gevoelig is voor de driedi-
mensionale structuur van voorwerpen. Met andere
woorden: ‘zien’ deze hersencellen het verschil t ussen
een bol, een hol of een vlak oppervlak? Concreet: verto-
nen ze een selectieve verhoging van elektrische activi-
teit? Tot hiertoe was enkel aangetoond dat de IT-hersen-
cellen selectief antwoorden op vlakke, tweedimensionale
vormen, op kleur en op textuur. Maar echte voorwerpen
zijn driedimensionaal. Ons onderzoek heeft uitgewezen
dat bepaalde cellen in de inferotemporale cortex wel
degelijk het verschil tussen een bolle en een holle vorm
kunnen signaleren. De 3D-str uctuur van voorwerpen is
een kenmerk dat relatief constant blijft onder zeer ver-
schillende omstandigheden, en is dus een potentieel
belangrijke informatiebron in de objectherkenning.”
“Die overigens zeer accurate gevoeligheid bleek
geconcentreerd in een bepaald onderdeel van de infero-
temporale cortex, in de Sulcus Temporalis Superior (de
sulci zijn de typische kronkelige sleuven of inkepingen in
de hersenschors, nvdr). Daarmee is dus ook aan getoond
dat de inferotemporale cortex zelf uit minstens twee
kleinere hersengebieden met eigen functionele kenmer-
ken bestaat. Nu we die groep cellen bij de resusaap heb-
ben gelokaliseerd, kunnen we nagaan welk hersengebied
Prijs Biomedische Wetenschappen voor neurofysioloog Peter Janssen
Driedimensionale objectherkenningKarla Venken
bij de
mens
hiermee
zou kun-
nen over-
eenko-
men. We
hebben in
het onder-
zoek
immers
ook bewe-
zen dat de
neuronale
gevoelig-
heid voor
3D-structuur bij de resusaap sterk gelijkt op het gedrag
van menselijke proefpersonen wanneer ze holle en bolle
vormen moeten onderscheiden.”
“Dergelijk onderzoek vergt jaren van investeringen -
het duurde bijna drie jaar voor de eerste resultaten gepu-
bliceerd konden worden. Het geeft dan ook veel voldoe-
ning, zei Janssen in een reactie op de prijs, dat onderzoek
waarvoor een langetermijnvisie noodzakelijk is, gewaar-
deerd wordt door de universiteit. Voor de besteding van
het prijzengeld (200.000 f r. -red.) zal hij gr aag met zijn
echtgenote en moeder van zijn twee dochters overleg-
gen, “want zij heeft zich vanzelfsprekend meer opoffe-
ringen moeten getroosten dan de onderzoeker zelf.”
(lacht)
foto: Rob Stevens
8 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
Dr. Dirk Jacobs is wetenschappelijk
medewerker aan het IPSoM (Instituut
voor Politieke Sociologie en Methodo-
logie) van de K.U.Br ussel, waar hij
zich specialiseert in onderzoek rond
etnische minderheden. Na zijn oplei-
ding in de sociologie aan de Gentse
universiteit behaalde hij in Utrecht
zijn doctoraat met de studie ‘Nieuw-
komers in de politiek’, die nu bekroond
wordt met de Prijs R aymond Derine
voor Humane Wetenschappen, gese-
lecteerd door de Vlaamse Leergangen.
“Mijn doctoraat was hoofdzakelijk
vertooganalyse over minderheden”,
zegt hij. “Momenteel hou ik me
vooral bezig met onderzoek van
minderheden zelf. Concreet doe ik
onder meer onderzoek naar Marokkaanse en Turkse zelforganisaties in het
Brussels hoofdstedelijk gewest.”
Nederland niet toleranter ...“De centrale vraag van mijn doctoraat was hoe het gekomen is dat Nederland
al in 1985 gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen ingevoerd heeft, ter-
wijl dat bij ons zo’n moeizame discussie is. Het frappante is nu dat de basis-
houding in beide landen grotendeels gelijklopend is. Het is dus niét zo d at
Nederland toleranter of opener is of zo. Het parlementaire debat is echter wel
beïnvloed door een geheel van factoren waarop in beide landen nogal ver-
schillend gereageerd werd, wat leidde tot verschillende vertoogallianties en
tot andere resultaten.”
“In 197 7 maakte Nederland een scharnierjaar mee. Er war en enkele
Molukse aanslagen, wat voor een aantal politieke partijen het signaal was om
een echt minderhedenbeleid te gaan voeren. Voeg daar nog aan toe dat de
Nederlandse liberalen en christen-democraten zich toen geëngageerd hebben
om extreem-rechts te allen prijze de wind uit de zeilen te houden. De idee
van integratie nam een centrale plaats in in de discussies. Het voordeel daar-
van was dat heel uiteenlopende politieke actoren dat begrip in hun eigen dis-
cours konden opnemen zonder hun eerdere gedachtegoed te verloochenen.
Links kon blijven hameren op het belang van democratische principes, dus
stemrecht, en rechts kon blijven zeggen dat een zekere politieke eenvormig-
heid of assimilatie onmisbaar was, waarbij lokaal stemrecht echter als middel
tot accultur atie zou dienen.”
... maar België politiek onstabiel“In België zag de situatie er aanvankelijk bijna gelijk uit. In 1979 was gemeen-
telijk stemrecht zelfs een actiepunt uit de regeringsakkoorden. Die periode
was er echter ook één van grote politieke instabiliteit. De ene regering volgde
de andere zo snel op dat het regeringsakkoord geen kans maakte om uitge-
voerd te worden. Bovendien zag je bij Brusselse politici een grote concurren-
tieslag ontstaan. Het was de periode waarin Roger Nols zijn extreme ideeën
kon verkondigen, wat op zijn beurt de positie van de PRL van Jean Gol beïn-
vloedde. Toen die in de regering stapte, kon de PRL onmogelijk nog een lans
breken voor gemeentelijk stemrecht. Wel werden toegevingen gedaan in de
richting van een iets mildere nationaliteitswetgeving, maar meer zat er niet
in. De traditionele partijen zouden vanaf toen hun steun voor migranten-
stemrecht stap per stap laten varen. Eind jaren ‘80 begon bovendien het
Vlaams Blok aan zijn spectaculaire opmars, en vanaf dan werd migranten-
stemrecht tot diep in de jaren negentig een politiek taboe. Men hield er zijn
mond over, uit vrees dat het Blok nog meer stemmen zou aantrekken. En
klaarblijkelijk ligt één en ander vandaag nog steeds moeilijk, ook al hebben
een aantal partijen zich ondertussen geherpositioneerd.”
“In mijn onderzoek heb ik de idee verworpen dat de politieke agenda
bepaald wordt door één dominant vertoog over een bepaalde problematiek.
Zo’n eendimensionaliteit leidt hooguit tot simplistische en onjuiste verkla-
ringen, bijvoorbeeld dat Nederland toleranter zou zijn. Dat is duidelijk niét
het geval, of in elk geval was het niet relevant. Politieke besluiten moet je
daarentegen zien als de strijd t ussen méérdere vertogen.”
Prijs Raymond Derine voor politiek socioloog Dirk
Jacobs
Migrantenstemrecht tot diep inde jaren ‘90 politiek taboeLudo Meyvis
Dr. Kris Dierickx, postdoctoraal onderzoeker
(FWO) en bijzonder gastdocent, is verbonden
aan het Centrum voor Biomedische Ethiek en
Recht. Zijn doctoraatsverhandeling over ‘Gene-
tische screening, gezondheid en ethiek’ werd
onlangs bekroond met de Mgr. A. Janssen-prijs
voor Christelijke Ethiek, geselecteerd door de
Vlaamse Leergangen.
“Genetische screening noemen we het aanbod
van genetische tests op grote schaal, zelfs tot
op het niveau van de hele bevolking. Het gaat
dus niet om een aanvraag voor zo’n test op
individueel niveau. Je kunt het een beetje ver-
gelijken met bijvoorbeeld de borstkankerscree-
ning.”
Geen eugenetica“Ik heb onderzocht wat de ethische implicaties
van zo’n aanbod zijn. Die screening staat inderdaad niet geïsoleerd. Ze past in een gro-
ter kader, een gezondheidsvisie, die niet altijd voldoende geëxpliciteerd wordt, en die
heel wat ethische vragen oproept.”
“Genetische screening wordt nogal eens verward met eugenetica. Nochtans zijn er
fundamentele verschillen tussen beide. Het gaat, tenminste in onze Europese context,
in de eerste plaats om de zorg voor de individuele gezondheid. Toch is het duidelijk dat
er een algemeen concept van ‘gezondheid’ in meespeelt, ook al wordt dat niet uitge-
sproken. Een bepaalde toestand ‘genetisch gezond’ noemen, houdt een hele reeks
waarde- of ethische oordelen in.”
“De notie gezondheid wordt in de literatuur grosso modo op twee manieren bena-
derd. Je hebt de analytisch-objectieve visie: dan is gezondheid iets dat je meet. Bijvoor-
beeld: is je hartslag 72 slagen per minuut? Heb je meer of minder, dan is er een gezond-
heidsprobleem. Dat is het meest gehanteerde criterium, maar het klopt natuurlijk lang
niet altijd, het is sterk vereenvoudigend. De integraal-holistische visie hanteert daarom
een meer ‘totaal’ gezondheidsbegrip, waarin de mens meer is dan alleen maar zijn
fysiologisch-organische aspect.”
Het recht op niet-weten“Genetische screening klinkt misschien een beetje futuristisch, maar het wordt wel
degelijk al toegepast, vaak zonder dat we ons dat realiseren, en zonder dat het in ons
opkomt dat we het ook kunnen weigeren. Bij de geboorte wordt bijvoorbeeld bij zowat
alle kinderen een eenvoudige test gedaan op enkele genetische aandoeningen - denk
aan de hielprik, waarbij een druppeltje bloed wordt genomen.”
“Je kunt je daarbij afvragen waar de vrije toestemming zich situeert, in mijn onder-
zoek net één van de essentiële voorwaarden om van een ethis ch verantwoorde geneti-
sche screening te kunnen spreken. Je moet de mensen adequaat informeren, maar dat
ligt anderzijds vaak ook heel gevoelig. Wil ik wel weten dat ik over 20 jaar een ernstige
ziekte zal krijgen? Wil ik wel een kind op de wereld zetten als ik weet dat het kind geen
20 jaar zal halen? Maar anderzijds kan ik ook de medische evolutie niet voorspellen -
de levensverwachting van mensen met mucoviscidose is bijvoorbeeld de laatste jaren
sterk toegenomen. Iemand die gescreend wordt, heeft dus recht op de testresultaten,
maar kan hij ook het recht om niét te weten claimen?”
“Dat staat een beetje haaks op onze objectiverende gezondheidsbenadering, maar
er valt wel wat voor te zeggen, zeker als je uitgaat van een meer integrale opvatting van
gezondheid en ziekte. Je bént je ziekte niet, je bent méér dan alleen m aar patiënt, en
dus kunnen er redenen zijn om niet te willen weten wat het resultaat is. Vergeet ook
niet dat we voor veel genetische problemen al een diagnose hebben maar nog geen the-
rapie. In veel gevallen is zo’n diagnose meteen dus ook een soort ‘veroordeling’, en het
is niet evident dat iemand ertoe verplicht kan worden nog 10 of 20 jaar met die veroor-
deling te moeten leven. Maar dat roept dan weer vr agen op als de testuitslag niet alleen
relevant is voor jou. Als jij je genetische probleem niet wil kennen, moet dat dan ook
verzwegen worden voor je familieleden, die misschien dezelfde ziekte zullen ontwik-
kelen? Of voor je kinderen?”
“Als genetische screening meer gebruikt zal worden - en zo ziet het er wel naar uit -
is het van essentieel belang dat je op het goede moment adequate informatie over de
test en over de mogelijke resultaten krijgt. In sommige buurlanden is men daar al veel
verder mee. Zo’n houding is ook bij ons nodig, als we er tenminste van uitgaan dat een
vrijwillige en goed geïnformeerde instemming inzake genetische screening ons onver-
vreemdbaar recht is.”
Mgr. A. Janssen-prijs voor Kris Dierickx
Wil ik weten of ik over twintig jaareen ernstige ziekte krijg?Ludo Meyvis
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 9
O N D E R Z O E K
Welke mechanismen spelen een rol in de informatiever-
werking bij emoties, en wat zijn meer specifiek de onder-
liggende cognitieve processen die depressies en gevoelens
van angst in stand houden? Klinisch psycholoog en deel-
tijds docent gedragstherapie Dirk Hermans voert er al
bijna tien jaar onderzoek naar, en werkt ondertussen als
postdoctoraal F WO-onderzoeker in het C entrum voor
Leerpsychologie en Gedragstherapie van het Departement
Psychologie. Vaststelling is toch maar weer dat onze waar-
neming der dingen veel onbewuster verloopt dan we z elf
graag denken. Beroep u bij ongelukkige uitspraken voor-
taan op de automatische stimulusevaluatie.
Kleur en vorm van een object zijn een onmiddellijk gege-
ven voor onze waarneming, we hoeven daar niet eerst
over na te denken. Een stoel is een stoel met een gegeven
vorm, kleur en grootte. Dat de waarneming zo dwingend
is, is een biologische noodzaak: als onze perceptie
bewuste cognitieve oordelen zou vereisen, zouden onze
reacties voortdurend te laat komen. De waarneming van
onze omgeving valt dus grotendeels buiten onze bewus-
te controle, maar ook de affectieve waardering ervan is
een automatisch proces - aldus een hypothese die auto-
matische stimulusevaluatie wordt genoemd: de loutere
waarneming van een object of situatie zou volstaan om
het als ‘goed’ of ‘slecht’ te evalueren. Kortom, mensen
(en dieren) beschikken over een fundamenteel mecha-
nisme dat bij waarneming van een stimulus of situatie
deze categoriseert als aangenaam/positief of onaange-
naam/negatief, waarbij dit proces even dwingend en
biologisch noodzakelijk is als de herkenning van het
voorwerp zelf.
Hoewel die hypothese vanaf de jaren ‘70 in diverse
domeinen van de psychologie veel aandacht kreeg, ont-
brak het nagenoeg volledig aan empirische ondersteu-
ning. Dat was althans de situatie toen Dirk Hermans in
1991 zijn onderzoek startte. Opzet werd dan ook om de
stelling dat mensen prikkels automatisch evalueren,
experimenteel te onderzoeken.
TrendsetterOm dat te achterhalen, maakte Hermans gebruik van een
reactietijdparadigma dat ontleend werd aan het werk van
Russel Fazio en collega’s. Hermans spitte de procedure
in de vele experimenten uit en maakte ze ook voor emo-
tie-onderzoekers en gedragswetenschappers bruikbaar.
Affectieve primingparadigma werd de internationaal
aanvaarde benaming voor de procedure, die ondertussen
met tientallen studies hier en elders een trend heeft gezet
in fundamenteel onderzoek naar attitudes en emoties.
Het is niet evident om dat paradigma kort uit te leg-
gen, maar Hermans probeert het met een voorbeeld van
een experiment. “Aan proefpersonen werd gevraagd om
een reeks foto’s te beoordelen als aangenaam of onaange-
naam. Een selectie daarvan werd nadien foto per foto
opnieuw op scherm getoond aan de proefpersoon, die
simpelweg de taak kreeg om die stimulus zo snel moge-
lijk luidop als aangenaam of onaangenaam te beoordelen
- een computer registreerde de reactietijden. Elke van
deze targetstimuli werd daarbij voorafgegaan door een
andere foto uit diezelfde selectie, die slechts gedurende
200 milliseconden zichtbaar bleef (prime genoemd in de
procedure), gevolgd door 100 ms pauze. Bleek dat wan-
neer de prime en de targetfoto allebei positief of allebei
negatief waren gewaardeerd, de reactietijden significant
sneller waren dan bij de combinaties positief/negatief of
negatief/positief. Dat effect van de prime speelde ook
wanneer die subliminaal, dus te kort om bewust waar te
nemen, werd aangeboden. En omgekeerd het effect wan-
neer de tijd tussen prime en target werd opgetrokken tot
1000 ms, en de p roefpersoon dus in principe meer tijd
kreeg om de foto’s te verwerken.”
“De conclusie van deze en andere onderzoeken is dat
affectieve beoordelingen puur op automatische proces-
sen gebaseerd kunnen zijn, en dat het bewustzijn daar
geen noodzakelijke voorwaarde in is. We hebben uit
tientallen experimenten nu de evidentie dat automati-
sche stimulusevaluatie een vrij algemeen fenomeen is,
dat niet beperkt blijft tot bepaalde stimuli of gebonden is
aan een bepaald type van taak. Mensen evalueren voort-
durend en automatisch hun waarnemingen als positief of
negatief.”
Negatieve spiraalHermans heeft als klinisch psycholoog en gedragsthera-
peut vooral ervaring met angst en depressie, en trok zijn
Prijs Humane Wetenschappen voor klinisch psycholoog Dirk Hermans
Automatische stimulusevaluatie is eerste stap naar emotieKarla Venken
onderzoek open naar de meer algemene studie van auto-
matische processen in emoties en emotionele stoornis-
sen. Dit was een logische stap, aangezien automatische
prikkelevaluatie een eerste fase is in vele informatiever-
werkingsmodellen van emotie.
Dirk Hermans: “Bij mensen die een depressie door-
maken of bijvoorbeeld aan spinnenangst lijden, lijkt die
toestand soms tot een soort negatieve spiraal te leiden.
Depressieve mensen onthouden vooral negatieve dingen
en zien daarin een bevestiging van hun negatieve gevoe-
lens; mensen met spinnenvrees zijn overal en altijd alert
voor spinnen en merken hen ook altijd als eerste op.
Kennis van deze selectieve aandachts- en geheugenme-
chanismen vertelt ons veel over hoe emotionele stoor-
nissen persisteren, en leert tegelijk iets over de beperkin-
gen van pogingen tot rationalisering van hun gedrag.
Eigenlijk zijn emoties het resultaat van complexe interac-
ties tussen allerlei automatische en meer bewuste proces-
sen. Vooral het aandeel van de eerder onbewuste infor-
matieverwerkingsprocessen wordt door experimenteel
onderzoek van de laatste twee decennia sterk benadrukt.
Misschien past die vaststelling niet echt in het kraam van
diegenen die de mens liever als een rationeel, bewust en
weloverwogen wezen zien, maar in de klinische praktijk
en gedragstherapie kan die wetenschap ons toch realisti-
scher stemmen.”
Campuskrant 200
Terwijl u elders in dit prachtblad kunt lezen hoe schoften van uitge-
vers u gewoon plunderen terwijl u erbij zit, doen wij net het tegenge-
stelde. Al tweehonderd nummers lang krijgt u gr atis uw Campuskrant
in de bus. Tweehonderd nummers, 4.000 pagina’s, 40 miljoen karak-
ters, gewoon, voor u. Dank u, zegt.
Lang geleden, nog vóór de Guldensporenslag, was er het pittoreske
magazine Academische Tijdingen. Op 24 januari 1990 werd dat echter
met tromgeroffel vervangen door nr. 1 van dit blad. Het ging er
meteen ruig aan toe, met onderzoeksjournalistiek uit de Raad van
Beheer, een niets ontziende rubriek Publikaties, en zelfs met een ont-
hullende reeks vacatures.
Hoofd- en andere redacteurs kwamen en gingen. Freelancers die nu
het mooie weer maken in Vlaanderens boulevardbladen kregen hun
vuurdoop bij ons. “ Wil jij in de journalistiek, jochie? Ga dan ee rst
maar eens een interviewtje doen over toegepaste ethiek of discrete
wiskunde, niks beter dan dat om het vak te leren.”
Wij danken u voor uw geduld met ons, en onszelf voor het omge-
keerde. U bent een fijn publiek. En wij een fijn blad.
10 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
-
Dubbel voorproefjeOpgepast, pas geverfd! Het Arenberginstituut staat nog deels in de steigers
maar kreeg op 27 s eptember toch 250 mensen over de vloer voor een exclu-
sieve vooropening van het nieuwe STUK - om v eiligheidsredenen mochten
dat er niet meer worden. Gasten van de avond waren artiesten van het Britse
audiovisuele Touch-label. De dj-sets van Fennesz en Hazard deden boxen en
dansvloer dreunen, een video-installatie van Jon Wozencroft een verdieping
hoger gaf de geknipte chill-out. Het is nu wachten tot januari 2002 voor het
STUK definitief zijn deuren opent.
Mammobiel op Open BedrijvendagZondag 30 september namen 262 ondernemingen en instellingen deel aan de Open
Bedrijvendag Vlaanderen en Brussel. Daaronder ook het Leuvense IMEC en het UZ
Gasthuisberg. Dat laatste zette de deuren van zijn Multidisciplinair Borstcentrum
open, één van de vijf erkende borstscreeningscentra in Vlaanderen. Buiten kon ook
de mammobiel bezocht worden, een mobiele radiologische eenheid die naar
gemeenten rijdt waar onvoldoende middelen voor mammografie beschikbaar zijn .
Elke vrouw van 50 tot en met 69 jaar kan om de t wee jaar gratis een kwaliteitsvolle
mammografie laten nemen, om eventuele borstkanker in een zo vroeg mogelijk sta
dium op te sporen. In België wordt immers bij ongeveer 1 op 10 vrouwen in de loop
van haar leven borstkanker vastgesteld.
Gratis beglazingDe commissie Veiligheid en Didactiek werkte vorig jaar een actieprogram-
ma uit voor de integratie van veiligheid, gezondheid en milieu in de oplei-
ding. Een concreet resultaat hiervan is de gratis veiligheidsbril die alle eer-
ste jaa rsstudenten tijdens de pract ica scheiku nde overha ndigd kre gen.
Deze bril maakt nu samen met de l abojas deel uit van het verplichte uni-
form voor studenten scheikunde.
Op zondag 30 september werd de Leuvense nacht opgefleurd door een schitte-
rend vuur werk, onderdeel van een imponerend k lank- en lichtspel. D aarmee
werd een feestelijk orgelpunt gezet achter ‘de 575’. Dit evenement, aangeboden
door de VVV-Leuven en de stad, illustreert de zeer n auwe band tussen stad en
universiteit. Symfonie der Stenen, die vroeger al een schitterend spektakel orga-
niseerde rond het jarige stadhuis, zorgde voor de realisatie van al dit moois.
I N B E E L D
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 15
O N D E R Z O E K
“ Via ons darmstelsel komen wij het meest in contact met
de buitenwereld. De darmflora spelen dan ook een belang-
rijke rol bij het afweren van ziekteverwekkende bacteriën.
En als het evenwicht tussen ‘goede’ en ‘slechte’ bacteriën
verstoord is, kan d at zeer ongunstige gevolgen hebben.”
Aan het woord is professor Yvo Ghoos, tot voor kort ver-
bonden aan het Laboratorium Digestie-Absorptie van de
UZ Leuven.
Sinds het begin van dit academiejaar is professor Yvo
Ghoos met emeritaat. Een belangrijk deel van zijn carriè-
re was gewijd aan het onderzoek naar digestie en absorp-
tie van voedingsstoffen. De laatste jaren is daaraan toege-
voegd: het doen ingang vinden van de idee dat bepaalde
voedingssupplementen een bijzonder gunstig effect heb-
ben op de gezondheid van de mens. Zo bestudeerde hij
de effecten van pre-en probiotica op het darmstelsel en
dat werk wenst hij ook na zijn emeritaat nog verder te
blijven doen.
Als je het kantoor van Yvo Ghoos, ergens in een ade-
laarsvesting op één van de hoogste verdiepingen van
Gasthuisberg, binnenwandelt, is het duidelijk: deze man
is bezeten van zijn overtuiging en van zijn missie. In de
kasten en rekken langs de muren staan potjes en doosjes
met preparaten die hij straks, in de loop van het gesprek,
zal bovenhalen om zijn uiteenzetting te illustreren. Uw
reporter bleef urenlang gekluisterd aan zijn stoel. Alleen
onderbroken voor koffie, veel en sterk.
Yvo Ghoos heeft zich merkbaar voorbereid op dit
gesprek. Hij wil zijn z aak duidelijk voorstellen, en mis-
schien ook een beetje komaf maken met vooroordelen
waar hij jarenlang tegen heeft moeten vechten. Voor
hem is het duidelijk: geneeskunde is niet alleen een zaak
van ‘genezen’, maar ook van ‘voorkomen’. Het minste
wat je kan zeggen is dat hier een gedreven man voor je
zit, die zijn roeping ook niet verloochent: de volgende
uren zullen verlopen als een waarachtig college, met
powerpoint-presentatie en al.
Evenwicht“Weinig mensen beseffen”, begint Yvo Ghoos, “dat een
groot deel van de menselijke immuniteit bepaald wordt
in de darm. Via de darm komen wij het meest in contact
met de buitenwereld. Logisch dus dat de darmflora een
belangrijke rol spelen in de menselijke afweer tegen
gevaarlijke indringers, zoals ziekteverwekkende bacte-
riën. Het kan dan ook ni et genoeg worden beklemtoond
dat we onze darmen moeten verzorgen. Er moet in ons
darmstelsel een goed evenwicht zijn tussen goede en
ziekteverwekkende bacteriën. Als dat evenwicht ver-
stoord is, kan d at zeer ongunstige gevolgen hebben, niet
alleen voor de goede werking van de darmfuncties, maar
ook voor functies of organen buiten dat systeem. Al
moet je wat dat betreft toch nog wat voorzichtig zijn - dit
soort onderzoek verkeert veelal nog in het stadium van:
naar alle waarschijnlijkheid.”
Bij het nastreven van het evenwicht tussen goede en
slechte bacteriën kunnen, volgens professor Ghoos, de
pro- en prebiotica een belangrijke rol spelen: “We moe-
ten ervoor zorgen dat de slechte bacteriën niet de over-
hand halen - dat kan gebeuren door bijvoorbeeld buiten-
landse reizen, verkeerde voedingsgewoonten of overma-
tig gebruik van antibiotica. Door levende micro-organis-
men aan onze voeding toe te voegen kan het evenwicht
worden hersteld. Die bacteriën worden probiotica
genoemd, omdat zij een gunstige invloed uitoefenen op
de algemene gezondheid. De best gekende zijn de familie
van de Lactobacilli. Probiotica zijn de laatste jaren aan
een opmars bezig, ze worden bijvoorbeeld toegevoegd
aan melkproducten als yoghurt. Overigens hebben gegis-
te melkproducten op zich al een probiotische werking.”
“Daarnaast moeten we er ook voor zorgen dat de
goede bacteriën de juiste voedingsbodem en de aange-
paste omgeving hebben om optimaal te kunnen groeien.
Prebiotica zijn voedingsstoffen voor die goede bacteriën.
Het gaat vooral om voedingsvezels en niet-verteerbare
koolhydraten - te vinden in groenten en fruit, peul-
vruchten en volkorenproducten. Het voedingspatroon
van de meeste mensen, zeker in het Westen, is te weinig
rijk aan deze voedingsmiddelen. Als we niet genoeg van
deze voedingsstoffen opnemen via het dieet moeten ze
worden toegevoegd. De meest bekende prebiotica zijn
oligo-fructose en inuline.”
Professor Ghoos troont me mee naar één van de gan-
gen vlakbij zijn bureau. Er staan een aantal dozen, die
bestemd blijken te zijn voor exotische bestemmingen:
“Probiotica voor landen in het Zuiden. Daar sterven kin-
deren door darminfecties die met probiotica mogelijks
zouden kunnen worden voorkomen. Weet je, die kinde-
ren nemen al weinig voeding tot zich, dikwijls van min-
derwaardige kwaliteit. Als hun darmflora verstoord is,
dan gaan de slechte bacteriën ook nog lopen met dat
beetje, en verergert hun toestand nog. Collega Nadine
Ectors en ik voeren samen, in opdracht van de Verenigde
Naties, een onderzoek uit in Benin, Senegal en Chili naar
de mogelijkheden om darminfecties te onderdrukken
met behulp van pre- en probiotica.”
Bij de onderzoeken van Yvo Ghoos spelen stabiele
isotopen een belangrijke rol. Dat zijn niet-radioactieve
homologen van elementen met verschillende atoommas-
sa. Zij hebben een grote waarde als tracers in het biolo-
Geen anti- maar pre- en probiotica
Allemaal beestjesMarcel Kerff
gisch onderzoek. Ze gedragen zich immers op dezelfde
manier als de gewone isotoop, maar ze zijn er toch van te
onderscheiden door middel van massaspectrometrie. Zo
kan bijvoorbeeld met ademtesten worden nagegaan in
hoeverre bepaalde bestanddelen van de voeding worden
opgenomen en verteerd en hoe deze assimilatiepatronen
veranderen - lees verbeteren - onder invloed van pre- en
probiotica. Men kan zo vaststellen of de ‘slechte’ bacte-
riën al of niet de bovenhand halen.
Dat professor Ghoos met emeritaat gaat, betekent
niet het einde van zijn onderzoeksactiviteiten. Aan het
eind van vorig academiejaar raakte bekend dat een nieuw
project van hem, samen met professor De Vuyst van de
VUB en professor Swings van de UG, kan rekenen op 67
miljoen frank Vlaamse steun. Het project loopt over vier
jaar en moet een standaard vastleggen voor pre- en pro-
biotica. Er is nood aan zo’n biologisch model om wild-
groei het hoofd te bieden in de zich sterk ontwikkelende
markt van voedingssupplementen. “Duidelijkheid”,
besluit Yvo Ghoos, “dat is wat we nodig hebben!, we -
dat is ook: de consument - hebben nood aan een objectief
wetenschappelijke parameter die de kwaliteit van de pre-
en probiotische voeding aangeeft.”
foto: Rob Stevens
16 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
Ons onderwijsbeleid wordt uitgedokterd op heel wat
niveaus. De POC’s werken te velde aan heel concrete vra-
gen: dit vak een uur tje minder, dat vak naar een ander
jaar, enzovoort. Maar ook op zeer hoog ni veau wordt hard
gewerkt - en gepiekerd. Neem nu de architecten ...
Professor Herman Neuckermans is voorzitter van de
European Association for Architectural Education
(EAAE). In de westertoren van het Arenbergkasteel was
hij nauwelijks te stuiten in zijn uitleg over het belang van
deze vereniging.
Koepel“De EAAE, opgericht in 1975, is een koepel en gemeen-
schappelijke spreekbuis van meer dan 100 instellingen
die een door hun respectieve staten erkend architecten-
diploma afleveren. Er zijn heel w at universiteiten bij,
maar ook instellingen die wij hogescholen zouden noe-
men, en zelfs enkele praktijkgerichte Fachhochschulen.
De EAAE vertegenwoordigt meer dan 1 4.000 stafleden
en meer dan 120.000 studenten architectuur, uit heel
Europa, van Las Palmas tot Irkoetsk - is dat eigenlijk nog
wel Europa?”
“We houden drie congressen per jaar, in één van de
deelnemende instellingen. We zien er nauwlettend op
toe dat die congressen, of workshops of wat dan ook,
kwalitatief hoogstaand zijn, én d at de proceedings wor-
den gepubliceerd. We zijn ook bijzonder actief op het
vlak van het toekomstig architectuuronderwijs. Let op:
die term is ruimer dan alleen architectenonderwijs,
alhoewel dat natuurlijk onze allereerste doelgroep blijft.”
“Het belangrijkste stuk legislatuur in ons domein is
de Europese R ichtlijn voor de Architectuur, die al
dateert uit 1985 maar nog altijd de basis is, voor de
wederzijdse erkenning van diploma’s. Sindsdien zijn er
natuurlijk wel een aantal belangrijke uitbreidingen en
aanvullingen gekomen, denk maar aan het SLIM-rapport,
een intentieverklaring van de Europese Commissie uit
1996, om de wetgeving betreffende de verschillende
beroepssectoren te vereenvoudigen. Daarin wordt voor-
gesteld om de directieven per sector en de bijhorende
adviescommissies te vervangen door één enkele directief
en een nieuw consultatiemechanisme. Daarin wil de
EAAE een rol spelen. Eveneens in 1996 besloten de
Unesco en de UIA - de Union Internationale des Archi-
tectes, een koepel van zowat 100 nationale beroepsver-
enigingen - gezamenlijk een charter op te stellen over de
opleiding van architecten, met de belangrijkste criteria of
eindtermen waaraan iemand moet voldoen om zich
architect te mogen noemen. Al die teksten bepleiten vijf
jaar studie als minimum voor de opleiding tot architect.”
“Met de Sorbonne-verklaring in 1998, en een jaar
later de inmiddels overbekende Verklaring van B ologna,
is het hoger onderwijslandschap in heel Europa in een
stroomversnelling op weg naar de European Higher Edu-
cation Area tegen het jaar 2010. Bologna, en inmiddels
ook Praag, bestrijken natuurlijk een veel ruimer terrein
dan alleen de architectuur, maar ze belangen ons ook ten
zeerste aan.”
De EAAE en Bologna “De EAAE wil bij de concretisering van Bologna een
effectieve inbreng realiseren. We willen bij onze natio-
nale en internationale overheden de stem van het archi-
tectuuronderwijs zijn. Als er sprake moet zijn van con-
vergentie van onderwijssystemen, kan die het beste
voorbereid worden door degenen die daar rechtstreeks
bij betrokken zijn. Dàt soort spreekbuis wil de EAAE
zijn. We zullen er onder meer op toezien dat de oplei-
ding tot architect in elk geval vijf jaar duurt. Dat ligt
anders voor architectuuronderwijs, maar voor architec-
ten moét het vijf jaar zijn. Het staat de architectuuron-
derwijsinstellingen vrij een bachelor af te leveren met
een professionele finaliteit, maar dan niet als een t ussen-
stap naar het diploma van architect. In de opleiding tot
Bologna en de architectenopleiding
Neuckermans, maandagochtend je technisch advies graag... Ludo Meyvis
architect kan de bachelor na drie jaar hooguit het
moment zijn om over te stappen naar een andere instel-
ling binnen Europa. De opleiding tot architect heeft
bovendien behoefte aan een beter theoretisch funda-
ment. Daarom bepleiten wij binnen de EAAE een stevige
inbedding van het architectuuronderwijs in het weten-
schappelijk onderzoek, en dus het universitaire karak -
ter.”
“Dat we zo hameren op die vijfjarige duur, heeft ook
alles te maken met het aanzien dat de architect geniet, of
liever het gebrek daaraan. Nog te veel mensen beschou-
wen architecten als een noodzakelijk kwaad, zonder veel
inbreng in het bouwproces. Die opvatting, of misvatting,
kan volgens ons weggewerkt worden als de opleiding
voldoende theoretische diepgang krijg t, die de architect
zijn eigen competentie en een duidelijk eigen profiel
meegeeft. Ik denk met name aan de meer ‘humane’
aspecten van onze positief-wetenschappelijke aanpak.
Een goede architect heeft oog voor méér dan alleen de
bouwtechnische aspecten van zijn constructie. Hij houdt
ook rekening met de specificiteit van de plek en de cul-
tuur waarin hij bouwt, hij geeft vorm aan de wijze w aar-
op een gebouw bijdraagt tot de omgeving, hij beheerst
elementen als de inplanting, de sfeer, de ergonomie, de
veiligheid, de ‘warmte’, de geest van een gebouw.”
Gebrek aan visie“Voor mij persoonlijk heeft mijn engagement in de
EAAE heel wat opgeleverd. Mijn ogen zijn toen eigenlijk
pas echt opengegaan, je leert jezelf beter positioneren, je
ervaart aan den lijve waar de K.U.Leuven zich op het vlak
van architectuur in Europa situeert. Ik kwam daadwerke-
lijk in contact met architectenopleidingen over zowat
heel Europa. Dat is bijzonder leerrijk, en meteen ook een
aansporing tot relativering.
Daar kan Leuven wel iets van
gebruiken. We noemen ons-
zelf graag ‘de beste’, en op
onderzoeksvlak spelen we
zeker wel mee bij de top.
Maar op onderwijsvlak en
vooral qua uitrusting is dat
bepaald niet het geval. Wij
hebben met veel kunst- en
vliegwerk een twintigtal
CAD-stations (sterke compu-
ters voor grafisch ontwerpen
-red. ) bij elkaar gescharreld
voor onze vierhonderd stu-
denten. Als ik dan zie wat er
elders mogelijk is ...”
“Eigenlijk is het toch wat
eigenaardig. Iederéén komt
dagelijks met gebouwen in
contact. We leven erin, we
werken erin, wij wonen in
architectuur, en op reis gaan
we allemaal bewust naar
architectuur kijken. Als een
universiteit dan een architec-
tenopleiding programmeert,
zou je toch denken dat ze dat
met de beste middelen omka-
dert. Zou je je een genees-
kunde-opleiding kunnen
voorstellen met twintig ste-
thoscopen voor vierhonderd
studenten?”
“Aan een universiteit
hoort architectuur - en dan
bedoel ik het ruimer dan
alleen de opleiding - één van
de primaire bekommernissen
te zijn, zeker als je het pro-
gramma zelf organiseert. Ik
O N D E R W I J S B E L E I D
moet tot mijn spijt vaststellen dat dit in L euven niet het
geval is. Ik kan je mee nemen op een lànge wandeling
doorheen de gebouwen van de K.U.Leuven, en je wijzen
op talloze voorbeelden van visuele pollutie, op gebrek
aan zorg voor de ruimtes waarin we leven, op technische
onvolkomenheden, op gebrek aan visie en o nderhoud. Ik
weet het wel, de middelen zijn beperkt, maar toch: er
zijn grenzen, en er zijn prioriteiten. We hebben bijvoor-
beeld geen continue interne architecturale kwaliteitsbe-
waking, en dat is er duidelijk aan te zien.”
“De inbreng van de architect wordt aan onze univer-
siteit ook sterk ondergewaardeerd. Ik moet soms een
‘mening’ geven over projecten van véél miljoenen. Vrij-
dag valt zo’n pak papier hier dan binnen, 800 pagina’s of
meer. ‘Neuckermans, maandagochtend je deskundig
advies graag ...’. Tja.”
“Architecturale zorg zou een evidentie moeten zijn,
niet iets waar je als man-van-het-vak dagelijks voor moet
vechten. Dat gebrek aan aandacht heeft deels ook wel te
maken met een lacune in de humaniora-opleiding. Ik
pleit dan ook resoluut voor een verplichte architecturale
component in ons humaniora-onderwijs, voor iedereen.
Net zoals iedereen wat te horen krijgt over biologie en
over zwakke werkwoorden, zou een basisinzicht in de
architectuur een grote verrijking van ons onderwijs zijn,
vooral voor diegenen die later niet beroepsmatig met
architectuur te maken krijgen, maar wel beleidsmatig
over architectuur beslissen. Dat zou het uiterlijk van ons
land ten goede komen, en op termijn natuurlijk ook de
architecturale visie van onze beleidsmensen. Daar heb-
ben we echt wel nood aan, ons land, maar zeker ook onze
universiteit.”
http://www.eaae.be
foto: Rob Stevensfoto: Rob Stevens
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 17
foto: Fabrice Kada
S T U D E N T E N
“Eigenlijk is dit een m ust voor elke japanoloog. Je leert in je
cursussen over het land, de taal en de cultuur maar je kunt
je er niet echt iets bij voorstellen. Maar als je dan eenmaal
in Japan bent, lijkt het allemaal zo logisch.” Ine Jacobs en
haar vriend Kim Avoux brachten vorig academiejaar
door aan de Kansai uni versiteit in Osaka.
Sinds 1992 kunnen studenten die de kandidaturen
japanologie achter de rug hebben een jaar lang via een
uitwisselingsprogramma in Osaka gaan studeren. Ine en
Kim vertrokken na hun eerste licentie en beleefden een
behoorlijke cult uurshock. Ine: “Zeker in het begin had-
den we - met ons schoolse Japans - ook grote moeilijkhe-
den om de mensen te verstaan. Maar inmiddels beheer-
sen we de Japanse omgangstaal vlotjes - soms meng ik
zelfs onbewust Japanse stopwoordjes tussen mijn
Nederlands.”
Het leven van de 22.000 studenten van de Kansai
universiteit speelt zich af op de campus - moderne
gebouwen, veel groen - die een twintigtal kilometer bui-
ten Osaka ligt. Kim: “ Wij werden ondergebracht in een
zogenaamde dormitory, een studentencomplex gerund
door studenten. Zo’n twintig buitenlandse studenten
woonden er samen met een honderdtal Japanners - elke
buitenlander deelde een kamer met een Japanse student.
Onze helft van de kamer - afgescheiden door een gordijn
- mat twee bij vier meter. Privacy was met andere woor-
den onbestaande. In het begin was dat wel behoorlijk
wennen.”
“De dorm waar wij verbleven werd heel strikt
beheerd door de oudere studenten. Er golden regels van
zestig jaar geleden, ook bijvoorbeeld voor het ontgroenen
van de eerstejaars. Bij het openen van een deur of het
passeren van de rijen etenden in de refter, moet een eer-
stejaars buigen en zeggen: ik ben onbeleefd. Door zich op
die manier te vernederen toont hij respect voor de oude-
rejaars. De waarde van de hiërarchie en het respect voor
ouderen is wel typisch Japans, maar in onze dorm werd
dat toch tot in het extreme doorgetrokken.
Maar na een tijdje kun je daar wel om
lachen.”
“Eigenlijk was onze dorm bestemd voor
minder gegoede studenten - je kon er bij-
voorbeeld tegen spotprijzen eten - maar
aangezien de studentenraad van zo’n huis
zelf beslist wie wordt toegelaten, gebeurt het
vaak dat een rijke student aangenomen
wordt, gewoon omdat hij hen bevalt. Het
inschrijvingsgeld voor de Kansai universiteit
ligt overigens enorm hoog: tussen de
200.000 en 400.000 frank, afhankelijk van
de studierichting. Wij waren daar gelukkig
van vrijgesteld dankzij het akkoord dat tus-
sen Kansai en Leuven gesloten is.”
KaraokeKim: “Japanse studenten doen vooral veel
aan sport -iedereen is lid van een sportclub -
en verder hangen ze rond in de onvermijde-
lijke karaokebars en in lunaparken. Fuiven
worden niet zo vaak georganiseerd, en er
zijn ook niet veel cafés. Je hebt er wel typi-
sche Japanse snackbars, waar je ook wat kan
drinken. Op onze campus lag één westers
getint café, waar je voor 2.000 yen - omge-
rekend ongeveer 800 frank - gedurende
twee uur zoveel mag drinken als je wil. Dat
bleek een enorm populaire bezigheid. Kwam
je daar om negenen ‘s avonds aan, dan lagen
ze daar vaak allemaal al laveloos op de
grond.”
Japanse studenten blijken ook heel
anders aan te kijken tegen hun universitaire
studies. Ine: “Tijdens de middelbare school hebben ze
van ‘s morgens tot ‘s avonds moeten werken om toegela-
ten te worden tot een goede universiteit. Nu ze daar bin-
nengeraakt zijn, zijn ze er vrijwel zeker van dat ze over
vier, vijf jaar hun diploma op zak hebben. Hun studen-
tentijd is eigenlijk eventjes uitblazen in afwachting van
het werkende leven.”
Welke indruk hebben ze overgehouden van de Japan-
se samenleving? Ine: “Het is een strak geordende maat-
schappij, waarin voor alles regels bestaan opdat het leven
vlekkeloos zou verlopen. En alles loopt inderdaad ook
enorm vlot. Het transport is bijvoorbeeld steeds onberis-
pelijk stipt. Zelfs wanneer iemand zich voor de trein
gooit, dan nog is de trein op tijd op zijn volgende
bestemming. Een politie-escorte en een medisch hulp-
team staan klaar voor het geval zoiets zou gebeuren, om
het ‘euvel’ in een mum van tijd te verhelpen.”
Blijft er in zo’n samenleving nog
ruimte over voor het individu? Ine:
“Eigenlijk niet. Voor mij lijkt het op een
kuddegeest. Kim: “ Dat is wat sterk
geformuleerd -groepsmentaliteit vind ik
een betere benaming. Japanners zullen
altijd belang hechten aan het groeps-
voordeel, denken minder aan zichzelf.
Natuurlijk passen niet alle Japanners in
het stramien. Sommigen proberen zich
door een afwijkend uiterlijk af te zetten
tegen hun geordende samenleving en
dragen bijvoorbeeld hun kleren binnen-
stebuiten.”
Zouden ze er zelf kunnen leven?
Ine: “Absoluut. Vóór we naar Osaka
trokken, zagen we dat niet zitten, maar
we zijn van mening veranderd. Als we
na het behalen van ons diploma een paar jaar in Japan
kunnen gaan werken: heel graag!”
Japanse gewoonte bij het passeren van ouderejaars
Eerstejaarsstudent: “Ik ben onbeleefd.”Anouk Vanherf
foto: Rob Stevens
18 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
Publicaties
Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek
‘Publicaties’ van Campuskrant, kan dit door een d igitaal
formulier in te vullen op het adres
www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm.
A D V A L V A S
Humane WetenschappenJ. Dumortier, F. Robben en M. Taeymans, A decade of research @ the
crossroads of law and ICT, ISBN 2-8044-0725-X, G ent, Larcier, 2000, 452
p., 4.200 fr.
Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het Interdisciplinair Cen-
trum voor Recht en Informatica van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, werd
een liber discipulorum samengesteld met bijdragen uit de verschillende
onderzoeksdomeinen binnen het ICT-recht, zoals copyright, gegevensbe-
scherming, computercriminaliteit, internet, e-commerce, digitale hand-
tekening en telecommunicatie.
M. Lodewijckx, Wereldatlas van de archeologie. Meer dan 1000 vindp laat-
sen, ISBN 90-5826-113-X, L euven, Davidsfonds, 2001, 200 p., 1 .894 fr.
Dit boek biedt een overzicht van de opkomst en de ondergang van de
vroegste mensachtigen in Afrika, vier miljoen jaar geleden, tot de bloei
van grote wereldbeschavingen. Adembenemende illustraties van de
belangrijkste archeologische vindplaatsen over de hele wereld, overzich-
telijke kaarten, verhelderende tijdslijnen en een intrigerende, uiterst toe-
gankelijke tekst brengen inzicht in de recentste vindingen van de archeo-
logie.
J. Papy, M. van der Poel en D. Sacré, Erasmus: een portret in brieven, ISBN
90-5352-668-4, Amsterdam, Boom, 2001, 280 p., 1 .272 fr.
Van Desiderius Erasmus van Rotterdam (1469-1536) hee ft men vaak een
eenzijdig beeld: dat van de satiricus uit de Lof der Zotheid. Dit boek wil
een complementair beeld schetsen aan de hand van een selectie van zijn
‘programmatische’ brieven waarin onder meer zijn visies op de pedagogie
en de wetenschap naar voren komen, maar ook zijn pacifistische verzuch-
tingen en zijn vaak controversiële stellingnames in het verscheurde Euro-
pa van zijn tijd.
N. Vliegen en C. L eroy (red.), Het Moederland? De vroegste relatie tussen
moeder en kind in de psychoanalytische therapie, ISBN 90-334-4803-3,
Leuven, Acco, 2001, 160 p., 848 fr.
In de praktijk van de psychoanalytische kindertherapeut komt de moe-
der-kindrelatie op diverse wijzen aan bod: problematische evoluties bij
jonge kinderen en vroege relatie- en contactstoornissen bij kinderen van
alle leeftijden. Ook in therapieën van volwassenen is de moeder-kind-
dynamiek aan de orde. Ten slotte kan de moeder-kindrelatie dermate
bedreigd worden vanuit een ernstige psychopathologie bij de moeder dat
opname van moeder en kind noodzakelijk is. In dit boek worden kantte-
keningen gemaakt bij een dergelijk bewogen levensbegin.
Colloquium Vietnam-België
Op zaterdag 29 september vond in de Koninklijke
Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel een
opmerkelijk colloquium plaats, georganiseerd door de
ambassade van Vietnam, over de interuniversitaire
samenwerking tussen België en Vietnam. De ambassade
ontving hiervoor samenwerking met de Vlir en zijn
Franstalige tegenhanger, de CIUF . Een tiental vooraan-
staande personen uit de universitaire wereld van Viet-
nam maakten er kennis met onze universiteiten en ons
beleid ter zake.
IdentificatieficheAlumni Lovaniensesalumninummer:.....................................................................naam:..................................................................................(meisjesnaam voor gehuwde dames)voornaam:............................................................................(officiële voornaam, geen roepnaam)geboortedatum:....................................................................
Adresgegevens Alumnusstraat + nr:...........................................................................postcode:...........gemeente:...................................................landcode:...........land:..........................................................tel:.......................................................................................fax:.....................................................................................e-mail:.................................................................................(geeft toelating om dit e-mailadres op te nemen in het e-mail-adressenbestand op internet)
Studiegegevens Alumnuspromotiejaar:........................................................................diploma 1:...........................................................................diploma 2:...........................................................................specialisatie 1:.....................................................................specialisatie 2:.....................................................................
Huidige werkkring Alumnusfirma:...................................................................................straat + nr:...........................................................................postcode:...............gemeente:...............................................
A L U M N I
Alumni bij de MasaiOp 23 november stijgt Alumni Lovaniensis op richting
Tanzania, voor een elfdaagse tocht door Afrikaanse
weidsheid en avontuurlijke safari’s in onder meer het
Tarangire National Park, de Serengeti en de Manyara
Serena Lodge, een geliefkoosd domein voor olifanten,
neushoorns, zebra’s, impala’s, giraffen ... En niet te ver-
geten de Afrikaanse tuin van Eden en Ark van Noach, de
Ngorongoro-krater. Dit beschermd gebied is een natuur-
lijk amfitheater voor een indrukwekkende waaier van
wilde dieren. De Mount Kilimanjaro staat uiteraard ook
op het reisprogramma, en er wordt een bezoek aan ee n
Masai-dorp gebracht. Terugkeer op 3 december 2001.
De prijs bedraagt 114.600 fr. per persoon (supplement
van 16.630 fr. voor eenpersoonskamer), exclusief per-
soonlijke uitgaven, annulatie- en/of reisbijstandsverze-
kering, inentingen en medicijnen.
Voor volgende jaren plannen we reizen naar Mexico en
Peru.
Info en inschrijving bij Erik Gobin of Suzy Vandersteegen,
Alumnisecretariaat, Atrechtcollege, Naamsestraat 63,
3000 Leuven, t(016)32 40 02,
[email protected]. Op aanvraag wordt een
voorlopig reisprogramma opgestuurd.
KoepelnieuwsMet Leuvens Alumni Orkest naar de filmOp zaterdag 8 december brengt het Leuvens Alumni
Orkest in samenwerking met Gery’s Big Band een
concert met filmmuziek. Op het programma staan
bekende klassiekers zoals West Side Story van Leonard
Bernstein, The Phantom of the Opera van Andrew
Lloyd Webber, Dances with Wolves van John Barry,
Schindler’s List van John Williams met als solist Stefan
Claeys, en Les Misérables van Claude Michel Schön-
berg.
8 december, 20u, Pieter de Somer-aula, De Bériotstraat
24, Leuven. Voor meer info, surf naar www.lao.be/.
Adverteren in CampuskrantUw advertentie in Campuskrant? Neem contact op
met Vé[email protected],
t(016) 32 41 8 4.
Campuskrant met alumnibijlage heeft een oplage van
35.500.
landcode:...............land:......................................................telefoon:...............................................................................
fax:.....................................................................................e-mail:.................................................................................functie:.................................................................................Bent u bereid om werkzoekende studenten en/of alumni te infor-meren over uw werkterrein ? Ja 0 Neen 0
Terug te bezorgen aan Alumni Lovanienses v.z.w., Atrechtcolle-ge, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, f(016)32 41 90. U vindtdeze fiche ook op de internetpagina’s van Alumni Lovanienses,http://www.kuleuven.ac.be/alumni/
Cursus ‘Het bewegingsstelsel’ met Farma-leuvenTijdens de maanden oktober en november
organiseert Farmaleuven samen met de Facul-
teit Farmaceutische Wetenschappen een post-
universitaire cursus over ‘Het bewegingsstel-
sel’. Het programma, opgedeeld in 3 delen,
omvat ‘Aandoeningen van rug en ledematen’,
‘Reumatische aandoeningen: ziektebeelden en
behandeling’ en ‘Sport- en bewegingsletsels:
preventie en behandeling’. Het programma
start telkens om 20.30u.
Voor het volledige programma, surf naar
www.alum.kuleuven.ac.be/farmaleuven/
Debatavond Kern BrusselOp vrijdag 26 oktober organiseert de regionale
Kern Brussel een debatavond. André Ooster-
linck, rector van onze universiteit, en Dirk
Deceulaer, directeur van EHSAL, zull en in dis-
cussie treden over het onderwijslandschap in
Brussel en Vlaanderen naar aanleiding van de
Bolognaverklaring. Steven Vanackere, voorzit-
ter van de Kern Brussel, modereert het debat.
26 oktober, EHSAL, Stormstraat 2, Brussel. Info:
Alumni Lovanienses, t(016)32 40 02,
Politica bezoekt Den HaagOp donderdag 1 november trekt Politica naar
Den Haag voor een bezoek aan de Tweede
Kamer en het Internationaal Gerechtshof.
Leden (én partner) betalen slechts 850 frank per
persoon voor de busreis, de lunch en de rond-
leidingen in de Tweede Kamer en het Vredespa-
leis; niet-leden betalen 1.100 frank. Gelieve zo
snel mogelijk in te schrijven.
Voor meer info, surf naar
www.kuleuven.ac.be/facdep/social/politica/
politica-oudstudenten.htm
Symposium Bios en PDLOp zaterdag 10 november organiseren Bios en
PDL, de vereniging van afgestudeerden in
Plantkunde en Dierkunde, een lustrum-mini-
symposium over de geschiedenis van Bios. De
Algemene Vergadering van PDL start om
13.30u. Na de middag worden de minisymposia
Kringnieuwsgehouden, en om 18.30u worden tijdens een
receptie de PDL wetenschappelijke licentiaats-
prijzen uitgereikt. Het symposium wordt om
20u afgesloten met een banket.
10 november, 13.30u, Groot Auditorium van het
Zoölogisch Instituut, Naamsestraat 59, Leuven.
Voor meer info, surf naar
www.kuleuven.ac.be/pdl/
Jaarfeest EkonomikaOp zaterdag 10 november vindt het Jaarfeest
van Ekonomika plaats. De feestelijkheden gaan
om 18u van start met een Academische zitting,
om 20u gevolgd door een walking dinn er in de
Faculty Club. Vanaf 22u kan u een dansje wagen
op de Ekonomika Junioren-fuif in de Waaiberg.
Info: surf naar http://alumni.ekonomika.be/
Alumnidag Leuvense RomanistenOp zaterdag 17 november organiseert de Ver-
eniging van Leuvense Romanisten haar jaarlijk-
se alumnidag. Thema van de bijeenkomst: de
tweede Romaanse taal (Spaans en Italiaans).
Leden van de VLR o ntvangen nog een uitnodi-
ging, niet-leden nemen best contact op met
Dirk Vaassen, t(016)81 19 49, dir k.vaassen@
yucom.be
Algemene Vergadering Chemici LeuvenOp zaterdag 24 november houden de Chemici
Leuven hun jaarlijkse Algemene Vergadering.
Naast de voorstelling van het jaarverslag staan
er twee lezingen op het programma. Roger
Dedeyne behandelt het onderwerp ‘Edelstenen:
een eeuw revolutie’ en Francis Govaerts houdt
een voordracht over ‘Onderwijsvernieuwing in
de kandidaturen aan de K.U.L euven’. Vervol-
gens mag Erwin Lijnen de Chemici Leuven-
prijs in ontvangst nemen. De dag wordt afge-
sloten met het tweede Chemici-diner in Brasse-
rie De Waaiberg.
24 november, 1 4.30u, Seminariezaal 00.09 van
het Departement Scheikunde, Celestijnenlaan
200F, Heverlee. Chemici-diner om 19u in De
Waaiberg, Tervuursevest 60, Leuven, prijs: 1.250
fr. per persoon. Info:
Wekelijkse e-nieuwsbrief met K.U.Leuven-nieuwsAlumni kunnen zich gratis abonneren door hun e-mailadres te
bezorgen via www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief/abonneren.htm.
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 19
C U L T U U R
Breek je week met een UUR KULtUUR, nu ook in Heverlee
Poëzie van Peter Holvoet-HanssenNadat Peter Holvoet-Hanssen onder meer als trainer-ver-
zorger van de zeezoogdieren in de Antwerpse Zoo en als
hulpverlener in een opvangcentrum voor thuislozen had
gewerkt, werd zijn Dwangbuis van Houdini in 1999
bekroond met de jaarlijkse ASLK-debuutprijs van de Ver-
eniging Ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen.
Eind dat jaar verscheen Stromboliccio - Uit de smidse van
Vulcanus, en het nieuwe millennium zette hij voorjaar
2001 in met Santander - ontboezemingen in het vossenvel.
Zijn flamboyante voordrachten kunnen van zeer intiem
tot theatraal-muzikaal uitpakken. Peter Holvoet-Hans-
sen was eerder al te gast op de Nacht van de Poëzie, De
Nachten en de zomerse dialoog tussen kunst en poëzie in
het dorpje Watou.
Woensdag 17 oktober, 13u10, VLAM, Vlamingenstraat 83.
Elk UUR KULtUUR is gratis.
Vragende bewegingWeak Dance Strong Questions is een eerste samenwer-
king tussen de Britse choreograaf Jonathan Burrows en
de Nederlandse regisseur Jan Ritsema, beiden docenten
van P.A.R.T.S., de school van Anne Teresa De Keersmae-
ker in Brussel. Ze werkten gedurende één jaar aan deze
50 minuten durende dans voor twee mannen, die in stil-
te gedanst wordt. “Dit is beweging die duidelijk de vir-
tuositeit voorbij gaat, uitgevoerd door twee niet meer zo
jonge performers ... een extreme afwijzing van alle
gebruikelijke verwachtingen van een dansstuk”, schreef
recensente Sylvia Staude in de Frankfur ter Rundschau.
De voorstelling in Leuven, i.s.m. Klapstuk, gaat gepaard
met de presentatie van een nieuwe themanummer van
Dietsche Warande en Belfort, Resonanties of hoe dans
tastbaar kan worden in taal.
Woensdag 24 oktober, 13.10u en 20.30u, Museumzaal van
de Universiteitshal, Naamsestraat 22. Elk UUR KULtUUR
is gratis.
Leuven en Heverlee simultaanHet middaguur in Leuven serveert op 31 oktober Barvura
of barokke kamermuziek uit het 18de eeuwse Europa.
Het Ensemble Montparnasse laat muziek uit de barok en
de klassieke periode herleven op historische instrumen-
ten. Bij gelegenheid wordt het ensemble uitgebreid voor
het meer orkestrale repertoire van Bach, Telemann,
Vivaldi. De musici maken deel uit van g erenommeerde
ensembles als La Petite Bande, Collegium Vocale en Il Fon-
damento.
Woensdag 31 oktober, 13.10u, VLAM, Vlamingenstraat 83.
Elk UUR KULtUUR is gratis.
Heverlee kan op 31 oktober de lunch aangenaam verteren
met Trio Dor. Wietse Beels (viool), Gwen Cresens (accor-
deon) en Vlad Weverbergh (klarinet en basklarinet)
delen naast muzikaal meesterschap ook een passie voor
de Europese volksmuziek. Hun niet alledaagse instru-
mentencombinatie en zowel volkse als klassieke interes-
se, zorgen ervoor dat uit een amalg aam van tradities en
stijlen, vooral uit de Balkan en het Slavische gebied, ori-
ginele adaptaties of nieuwe composities ontstaan. Trio
Dor sublimeert klassieke en volkse, westerse en oosterse
ingrediënten, tango en klezmer en improvisatie tot
muziek die u beslist zal be vallen.
Woensdag 31 oktober, 13.10u, The rmotechnisch Instituut,
Kasteelpark Arenberg 41. Elk UUR KULtUUR is gratis.
Jan Ritsema en Jonathan Burrows
Cultuur kort
Véél mensen bij De Mens. Op 26 september ging het wekelijkse gratis Uur KULTUUR van
start, met een druk bijgewoond en geanimeerd optreden van De Mens, in het Stadspark.
Waar was u?
Beiaardlessen voor studentenDe universiteitsbeiaard geeft met de regelmaat van een klok klank aan de stu-
dentenstad: tweemaal per week tijdens het academiejaar, bij bijzondere uni-
versitaire gelegenheden en evenementen, en in de maand augustus op de tra-
ditionele zomerconcerten. Studenten krijgen bovendien op dinsdagmiddag de
kans om zelf beiaard te leren spelen, op een oefenklavier in de beiaardklas.
Geoefende en gevorderde studenten kunnen op woensdagmiddag de échte
beiaard bespelen. Docent is Jo Haazen, directeur van de gerenommeerde
Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen.
Kennismaking met beiaardklas en docent op dinsdag 16 oktober, om 16.30u, in de
(mooie!) Spoelberchkamer van de Universiteitsbibliotheek, info t(015)41 47 28 .
Laureaten Elisabethwedstrijd spelen gratisDe Elisabethiade Leuven biedt studenten en jongeren op 22 oktober een gratis
concert aan met twee laureaten van de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool
2001, Ning Kam en M ikhaïl Ovrutsky, in de concertzaal van het Brusselse
Conservatorium. Op het programma staan onder meer Tchaikovsky, Stein-
hardt, Grusin, Bennett, R avel en Bartok.
Maandag 22 oktober, 20.30u, Conservatorium, Regentschapsstraat 30a, Brussel.
Inschrijven bij Cultuurcoördinatie: [email protected], t(016)32 41 40. Er is
gratis busvervoer vanuit Leuven voorzien.
20 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
A D V A L V A S
21 sept.: Mohammad Tariqur Rahman, Wetenschappen,
Metallothionein Isogene Expression in Precursors of
Erythrocytes and Thrombocytes from Human Cord
Blood, prom. prof. M. De Ley.
21 sept.: Filip Windels, Wetenschappen, A Theoretical
Study of Two Non-Destructive Testing Phase Techni-
ques Using Reflected Bounded or Pulsed Ultrasound,
prom. prof. O. Leroy.
27 sept.: Pieter-Jan De Smet, Wetenschappen, Tachyon
Condensation: Calculations in String Field Theory,
prom. prof. W. Troost.
27 sept.: Ting Pong Tsoi, Godgeleerdheid, Let Zion Live!
A Synchronic and Diachronic Study of Isaiah 60, prom.
prof. W.A.M. Beuken.
5 okt.: An Thyssen, Wetenschappen, Characterization of
the Marine Fish P athogen Photobacterium damselae sub-
sp. piscicida, prom. prof. F. Ollevier.
11 okt.: Bert Verheyde, Wetenschappen, Convergente
synthese van stikstofhoudende heterocyclische dendri-
meren, prom. prof. W. Dehaen.
Doctoraten
19 okt.: Emmanuel Van Kerschaver, Toegepaste Weten-
schappen, Development of an Industrial Process for Fully
Back Contacted Silicon Solar Cells, prom. prof. J. Nijs en
prof. R. Mertens.
26 okt.: Dominik Van Wonterghem, Wetenschappen,
Localisation of the Fructan Metabolism in Cichorium and
Taraxacum, prom. prof. A. Van L aere.
29 okt.: Peggy De Prins , Sociale Wetenschappen, Zorgen
om zorg(arbeid). Een vergelijkend onderzoek naar oorza-
ken van stress en maatzorg in Vlaamse rusthuizen, prom.
prof. F. Lammertyn en prof. J. Bundervoet.
7 nov.: Peter Lauwers, Letteren, La description du français
entre la tradition grammaticale et la modernité linguisti-
que. Une étude historiographique et épistémologique de
la grammaire française entre 1907 et 1948, prom. prof. L.
Melis en prof. P. Swiggers.
9 nov.: Emmanuel Vreven, Wetenschappen, A Systematic
Revision of the African Spiny-eels (Mastacembelidae;
Synbranchiformes), prom. prof. G. Teugels.
5 dec.: Lieven Loots, Letteren, The Building Materials and
Building Techniques at Sagalassos, Turkey, prom. prof.
M. Waelkens.
Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek
‘Doctoraten’ van Campuskrant, kan dit door een d igitaal
formulier in te vullen op het adres
www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/promotie.htm.
11.10.2001 C A
Aan professor Herman De Dijn, gewoon hoogleraar aan
het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, werd op 23 okto-
ber de Leerstoel Triest-Guislain 2001 toegekend. Professor
De Dijn zal t wee lezingen houden met als thema Voorbij
de ontzuiling. De Leerstoel wil de maatschappelijke
belangstelling en interdisciplinaire samenwerking bevor-
deren t.a.v. evoluties op het gebied van opvoeding,
gezondheid en welzijn.
Professor Thomas D’Hooghe, M.D., Ph.D., coördinator
van het Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum, Dienst
Verloskunde-Gynaecologie UZ Gasthuisberg en deeltijds
hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, is sedert 1 april
2001 Editor-in-Chief van het internationale peer-
reviewed medisch tijdschrift Gynaecologic and Obstetric
Investigation.
Zijn wetenschappelijke studie Recombinant human TNF
binding protein (r-hTBP-1) inhibits the development of
endometriosis in baboons: a p rospective, randomized,
placebo- and drug-controlled study is uit 1.050 ingezon-
den abstracts geselecteerd als General Program Prize
Winning Paper op de 57th Annual Meeting van de Ame-
rican Society for Reproductive Medicine in Orlando, Flo-
rida.
Benoemd of onderscheiden
Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek
‘Benoemd of onderscheiden’ van Campuskrant, kan dit
door een digitaal formulier in te vullen op het adres
www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm.
M P U S K R A N T 21
Vorige keer kreeg u de historiek en de huidige stand van zaken van de overscha-
keling van de loonadministrtaie naar het nieuwe SAP-systeem; nu rest enkel
nog de vraag: wat staat ons nog allemaal te wachten? We vroegen het aan
Arnold Denaux, Informatiearchitect Personeel van Algemeen Beheer, en kun-
nen het antwoord op die toch wel prangende vraag als volgt samenvatten.
In oktober moet voor de eerste keer een RSZ aangifte - die, zoals u ongetwijfeld
weet, onder meer uw sociale zekerheidsrechten zoals pensioen, ziekteuitkerin-
gen en dergelijke waarborgt - uitgevoerd worden. Hiermee verbonden moeten
ook de aangiftes aan het kinderbijslagfonds en de groepsverzekering of het bij-
komend pensioen worden opgemaakt. Daarna zal de eindejaarspremie via SAP
worden berekend en de specifieke betaling voor de maand december gepro-
grammeerd worden.
Ondertussen wordt werk gemaakt van de
muntomschakeling, zodat u uw wedde
vanaf januari in Euro zal o nt-
vangen. Begin 2002 zul-
len dan ten slotte, op
basis van de sedert 1 janu-
ari 2001 bijgehouden aan-
en afwezigheden, de quo-
ta berekend worden voor
vakantie, bestaanszeker-
heid, recuperatieverlof,
rechten op ontheffing
van de ambtsvervul-
ling, onderbrekingen
en zo meer; gevolgd
door de aangifte van de
belastingen en de opmaak
van de individuele taksfiches.
Ziezo. En kom nu niet zeggen dat u van niets weet.
Sappige vooruitzichten
Anne-Mie Jaspers
Nieuwjaarspremiejager
A D V A L V A S
OOI-projecten - zesde ronde
Het initiatief van projectgerichte onderwijsvernieuwing via de OOI-projecten is aan
zijn zesde ronde toe. Voor deze ronde is er op de begroting 2002 opnieuw een bedrag
van 1.487.361 euro voorzien.
De verdere uitwerking van begeleide zelfstudie als concept voor universitair onder-
wijs met steun van de betrokken POC’s blijft prioritair. Zoals in de vorige rondes
bedraagt het toe te kennen budget per tweejarig project maximaal 110.000 euro. Dit
jaar kan er, onder welbepaalde voorwaarden, aan een beperkt aantal cur riculumpro-
jecten een hoger bedrag worden toegekend (maximaal 220.000 euro voor een t wee-
jarig project).
Prioritaire oriëntatie van de projectenDe verdere uitwerking van begeleide zelfstudie als concept voor universitair onder-
wijs wordt prioritair naar voren geschoven, waarbij absolute voorrang wordt ver-
leend aan projecten ingediend door POC’s. Hiermee wordt de centrale rol van de
POC’s ten aanzien van de opleidingen en de betrokken opleidingsonderdelen herbe-
vestigd. In deze ronde wordt er ook expliciet aandacht gevraagd voor: 1. onderwijs
gericht op de ontwikkeling van academische vaardigheden; 2. het aanwenden van
alternatieve evaluatievormen waardoor meer adequaat het bereiken van hogere cog-
nitieve vaardigheden en alternatieve leerdoelen kan worden nagegaan; 3. het ont-
wikkelen van multidisciplinaire vakken en opleidingen; en 4. de academische lera-
renopleiding.
Verdere informatie: de tekst van de volledige procedure is beschikbaar op CWIS
(www.kuleuven.ac.be/onderwijs/ooi) of kan worden aangevraagd via Linda Aneca,
Dienst Onderwijsbeleid, Naamsestraat 22, Leuven, t(016)32 37 21, e-mail: linda.ane-
Deadline voor het indienen van de intentieverklaringen is maandag 5 november 2001.
22 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01
Korte berichten
Audiovisuele dienst en Internationalenetwerken/LINOV verhuizenDe Audiovisuele dienst K.U.L euven en
ICT Internationale netwerken/LINOV
zijn beide verhuisd naar het nieuwe
gebouw naast het Innovatie- en Incubatie-
centrum in de Kapeldreef te Heverlee. U
vindt de AIV en ICT Netwerken voortaan
hier:
- Audiovisuele dienst, Kapeldreef 62, 3001
Heverlee, t(016)32 82 00, f(016)32 82 70,
www.avd.kuleuven.ac.be
- ICT Internationale netwerken/LINOV,
Kapeldreef 62, 3001 Heverlee, t(016)32 75
73, f(0 16)32 79 95 ,
www.linov.kuleuven.ac.be
Vrijwilligers klinische studies gezochtHet Centrum voor Klinische Farmacologie
(UZ Gasthuisberg) zoekt vrijwilligers
(mannen, niet-rokers, tussen 18 en 45 j aar,
en vrouwen, niet-rokers, tussen 18 en 45
jaar, in menopauze of gesteriliseerd) voor
deelname aan klinische studies in oktober,
november en december. Alle studies zijn
goedgekeurd door de Commissie voor
Medische Ethiek van de Faculteit Genees-
kunde. Er is een billijke vergoeding.
Meer info: Centrum Klinische Far macologie,
t(016)34 86 02/04, Centrum.Klinische.Far-
Goedkoop gsm’enBij het begin van dit a cademiejaar bieden
Mobistar en KPN O range aan de studenten
van de K.U.L euven de mogelijkheid om aan
voordelige voorwaarden mobiel te commu-
niceren. Op vertoon van de studentenkaart
zal een korting worden toegekend op een
aantal van de bestaande residentiële tarie-
ven. Ook een nieuw gsm-toestel zal aan
voordelige voorwaarden kunnen worden
aangekocht. Studenten kunnen intekenen
op dit aanbod vanaf het begin van het aca-
demiejaar 2001-2002. De intekenperiode is
beperkt tot 1 maand. Gedetailleerde infor-
matie over dit aanbod is beschikbaar op
www.kuleuven.ac.be/dsv.
Mobiliteit in de praktijk - dienstfietsenZoals u in Campuskrant nr. 1 kon lezen, bleek uit de K.U.L euven-mobiliteitsstudie dat het
personeel bereid is meer op de fiets te springen voor verplaatsingen in Leuven als daar de
nodige voorzieningen voor zijn. Daarom worden bij wijze van p roefproject tien dienstfiet-
sen ter beschikking gesteld van personeelsleden. Zij staan deels opgesteld op de parking van
de Universiteitshal in Leuven, en deels in de fietsenstalling op de parking van de C entrale
Diensten in Heverlee. Accessoires als fietstassen, regencape en helm zijn eveneens beschik-
baar.
Reserveren kan bij de C entrale Diensten, De Croylaan 58, Heverlee, t(016)32 11 11, of bij het
Algemeen Beheer, t(016)32 41 05, Krakenstraat 3, Leuven.
Onderzoekskalender
Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar
op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan co ntact
opnemen met Karine Aert van de Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000
Leuven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98 , [email protected].
A D V A L V A S
Vacante mandaten van assisterend en bijz onder academisch personeel voor
het academiejaar 2001-2002, 9de lijst
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat onder-
staande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solli-
citeren voor één of mee rdere van deze functies, dient u C3-
formulieren in te vullen die u kan aanvragen op de Dienst
Academisch Personeel, t(016)32 40 88 of op het secretari-
aat van de faculteit of via onze website. Deze formulieren,
één exemplaar per kenmerk, moeten vóór 25 oktober 2001
teruggestuurd worden naar de Dienst Academisch Perso-
neel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven.
Als u zich voor meer dan één man daat kandidaat stelt,
dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures in
volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel
aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmer-
king te komen dient u zich tijdens uw universitaire studies
bij voorkeur onderscheiden te hebben.
Faculteit Economische en Toegepaste EconomischeWetenschappen
Kenmerk: 00200209 - 50007593Functie: 100% assistent, Monitoraat, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuw-baarDiploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur beleidsinforma-tica, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische weten-schappen, MBA, licentiaat informatica, burgerlijk ingenieur computerwe-tenschappenOpdracht: hulp bij begeleiden studenten 1ste kandidatuur bij monitoraatInformatica; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties;hulp bij begeleiden eindverhandelingen; onderzoeksopdrachten.
Kenmerk: 00200209 - 50009683Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Weten-schappen, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi -sche wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur Beleidsinforma-tica, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische weten-schappen, MBAOpdracht: assistentie bij onderwijs en onderzoek in de richting Financie-wezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting;supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.
Faculteit Letteren
Kenmerk: 00200209 - 50003358Functie: 100% assistent, Afdeling Geschiedenis van de Middeleeuwen,vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat geschiedenis, specialisatie MiddeleeuwenOpdracht: assistentie en hulp bij de heuristiek en de historische oefenin-gen van 1ste kandidatuur geschiedenis; beperkte administratieve enlogistieke opdrachten; assistentie bij licentiaatverhandelingen en scriptiesop het gebied van de middeleeuwse geschiedenis.
Kenmerk: 00200209 - 50005272Functie: 20% praktijklector ALO, vanaf heden tot 30 september 2002,hernieuwbaarDiploma: 2de cyclus-diploma romaanse + geaggregeerde hoger onder-wijsOpdracht: titularissen bijstaan voor de opleidingsonderdelen ‘praktijkini-tiatie’ en ‘stage in de ALO’; kandidaat moet het vak ten minste 5 jaaronderwezen hebben in het S.O. of H.O. en blijvend professioneel ver-bonden zijn met de onderwijswereld (informatie: t(016)32 94 00,f(016)32 94 01).
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Kenmerk: 00200209 - 50008291Functie: 50% assistent, Subfaculteit Letteren KULAK, vanaf heden voor 2jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat moderne geschiedenisOpdracht: hulp bij begeleiding van de historische colleges (vakmonito-raat) in 1ste kandidatuur moderne geschiedenis KULAK.
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschap-pen
Kenmerk: 00200209 - 50019975Project: GOA/2001/01Functie: 100% bursaal, Centrum Leerpsychologie, vanaf heden voor 2jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat psychologieOpdracht: experimenteel onderzoek in het kader van het project ‘Extinc-tie en terugkeer van geconditioneerde reacties’.
Kenmerk: 00200209 - 50021172Project: FWOFunctie: 100% bursaal, Centrum voor Afrika-onderzoek, vanaf 1 januari2002 voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat sociale & culturele antropologieOpdracht: terreinonderzoek in Casamance en Senegal ter voorbereidingvan een studie over droominterpretatie bij de Mandinke en de invloedvan de islam hierop dat moet resulteren in een doctoraat; kennis vanFrans vereist, Arabisch wenselijk; bereidheid tot leren van Wolof en/ofMandinke is noodzakelijk alsook terreinervaring in West-Afrika of in eenArabische context.
Kenmerk: 00200209 - 50021173Project: OT/00/10Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling Didactiek, vanafheden tot 30 september 2004Diploma: licentiaat pedagogische wetenschappen/psychologie/wiskun-de (eventueel regent wiskunde)Opdracht: wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de wiskunde-didactiek in de onderbouw van het secundair onderwijs, meer bepaaldop het gebied van de analyse en de beïnvloeding van het leren propor-tioneel redeneren.
Faculteit Wetenschappen
Kenmerk: 00200209 - 50003594Project: FLOF nr. 10470Functie: 100% bursaal, Afdeling Vergelijkende Fysiologie en Morfologieder Dieren, vanaf 1 januari 2002 voor 2 jaar, 1 x hernieuwbaarDiploma: licentiaat biologie/biochemie, bio-ingenieurOpdracht: deel uitmaken van de pool assistenten van het zoölogischinstituut die de practica dierkunde verzorgen, meer specifiek het practi-cum ‘Vergelijkende fysiologie’ in de licentie biologie/biochemie; voorbe-reiden doctoraat i.v.m. embryonale ontwikkeling en groei bij vertebraten.
Kenmerk: 00200209 - 50005513Project: GOA.2Functie: 100% bursaal, Afdeling Fysico-chemische geologie, vanaf 1januari 2002 voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat geologieOpdracht: neotektonisch onderzoek in het territorium van Sagalassos;integratie van structureel-geologisch, paleo- en archeoseismologisch, geo-morfologisch, mineralogisch en geochemisch onderzoek in de reconstruc-tie van de seismische geschiedenis van het studiegebied.
Kenmerk: 00200209 - 50006622Project: 15153/01/NL/SFE(A6328)Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (barema doctor-assistent),Instituut voor Sterrenkunde, vanaf 1 januari 2002 voor 1 jaar, eventueelhernieuwbaarDiploma: doctor in de wetenschappen, specialisatie asteroseismologieOpdracht: software ontwikkeling van de star trackers van de Deenseasteroseismologische satellietmissie MONS (deeltijds verblijf in Denemar-ken); wetenschappelijk onderzoek; (gelieve 3 externe referees op tegeven).
Kenmerk: 00200209 - 50013256Project: FWO nr. G.0251.96 + G.0167.02Functie: 100% bursaal, Afdeling Fysische en Regionale Geografie, vanafheden voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat fysische geografie of geologie, bio-ingenieurOpdracht: onderzoek betreffende de ruimtelijke en temporele variaties inbodemverliezen die het gevolg zijn van het rooien van wortel- en knolge-wassen in Europa.
Kenmerk: 00200209 - 50018101Project: FWOFunctie: 100% bursaal, Afdeling Toegepaste Wiskunde, vanaf 1 januari2002 voor 2 jaar, hernieuwbaarDiploma: licentiaat wiskunde/natuurkunde/informatica, burgerlijk ingeni -eur computerwetenschappenOpdracht: onderzoek op gebied van iteratieve methoden in de numerie-ke lineaire algebra; assistentie bij oefeningen.
Faculteit Toegepaste Wetenschappen
Kenmerk: 00200209 - 50008245Functie: 100% assistent, Afdeling Fysische Scheikunde, vanaf heden voor2 jaar, hernieuwbaarDiploma: burgerlijk ingenieur scheikunde of eventueel materiaalkundeOpdracht: onderzoek in de afdeling; verzorgen van oefeningen en semi-naries in de kandidatuur burgerlijk ingenieur en in de ingenieursjarenburgerlijk ingenieur scheikunde.
Faculteit Geneeskunde
Kenmerk: 00200209 - 50021169Project: FWO nr. G.0243.98Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (barema doctor-assistent),Departement Menselijke Erfelijkheid, vanaf 1 januari 2002 voor 2 jaarDiploma: arts, apotheker, biologie/biochemie of bio-ingenieur met docto-raatOpdracht: wetenschappelijk onderzoek i.v.m. het project: ‘Fosfomanno-mutase-genen bij mens en muis: karakterisatie van een nieuwe genfamilieen ontwikkeling van een model voor het Carbohydraat- Deficiënt Gly-coproteïne syndroom type I (CDG1)’; de taak omvat ook de dagelijksebegeleiding van een doctoraatsstudent en een technisch medewerker.
Dienst Universitair Onderwijs (DUO)
Kenmerk: 00200209 - 50021163Project: STIHOFunctie: 100% wetenschappelijk medewerker, Dienst Universitair Onder -wijs, vanaf heden tot 31 oktober 2002Diploma: licentiaat pedagogische wetenschappen (onderwijskunde)Opdracht: medewerking aan beschrijving van interessante leeromgevin-gen in het hoger onderwijs en van functionele onderwijsgerichte instru-menten.
Academisch Vormingsinstituut voor Leraren (AVL)
Kenmerk: 00200209 - 50021210Functie: 20% praktijklector AVL, vanaf heden voor 1 jaar, hernieuwbaarDiploma: 2de cyclus-diploma, bij voorkeur in de pedagogische weten-schappen of met ruime ervaring met opleidingsbeleid én het diplomavan geaggregeerde voor het onderwijs; ervaring in het S.O. of H.O.;blijvend professioneel verbonden zijn met de onderwijswereldOpdracht: belangstelling hebben voor vakoverschrijdende pedagogisch,didactische onderwerpen; interesse tonen voor beleid rond vorming vanleraren; beschikken over degelijke sociale vaardigheden; deskundig ver-gaderingen en gesprekken verslaan; redactionele vaardigheden bezitten.(informatie bij prof. M. D’Hoker: [email protected], ofbij AVL, t(016)32 94 00, f(016)32 94 01)
11.10.2001 C A M P U S K R A N T 23
In memoriam
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
Jeroen Valée, student 3de jaar Burgerlijk Elektrotechnisch Ingenieur, geboren te Bree op
9 juli 1979 en overleden te Genk op 14 september 2001.
Alfons Borgers, emeritus gewoon hoogleraar aan het Departement Wiskunde, Faculteit
Wetenschappen, geboren te Herk-de-Stad op 25 maart 1919 en overleden te Leuven op 1
oktober 2001.
Jos Decorte, gewoon hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, geboren te
Zwevezele op 21 juli 1954 en overleden te Opvelp op 2 oktober 2001.
Pan Am & Co
In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van
technische, socio-economische, politieke, ethische en
filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder
Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel
niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar
De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, L euven.
Flink wat Campuskrant-lezers vragen zich
blijkbaar af hoe het nu verder moet met
onze nationale vliegtrots, Sabena. Zo ook
Aimé Waterschoot, alumnus Filosofie: “Ziet
De Denktank nog een redding en toekomst
voor Sabena. En zo ja: hoe zou die er dan
uitzien?”, wil hij weten.
Een vraag van de heer Waterschoot waar
wij hier graag wat dieper op willen ingaan,
want De Denktank volgt het dossier
Sabena inmiddels al een hele tijd op de
voet. Zo hebben wij al van bij het begin gewaarschuwd
voor die catastrofale connectie met Swissair. De geschie-
denis heeft ons immers geleerd dat die Zwitsers maar op
vier terreinen te vertrouwen zijn: kaas, muesli, koe-
koeksklokken en zwart geld. Maar ja, onze opeenvolgen-
de regeringen wisten het uiteraard weer beter dan wij,
wetenschappers, en dus k wam die rampzalige fusie met
Swissair er toch.
Tot enkele dagen geleden op een kantoor in Brussel
natuurlijk opeens een Swissair-fax met de laconieke mel-
ding “Geen geld, geen Zwitsers!” binnenrolde. Waarop
de regering en de Belgische Sabena-toplui onze gedegen
wetenschappelijke kennis natuurlijk weer wél nodig
hadden om in zeven haasten ultieme businessplannen,
overlevingsrapporten en rendabiliteitsstudies uit te teke-
nen. Wel, wij willen hen hier graag ons kant-en-klare
reconversieplan voorstellen: stuur Christoph Müller de
laan uit!
Wij van De Denktank hebben die Sabena-topman
immers altijd al een bijzonder onbetrouwbaar sujet
gevonden. En dus menen wij dat nu het moment geko-
men is die Müller te vervangen door de enige Belg die
een beetje met vliegtuigen weet om te gaan:
Panamarenko!
Deze visionaire kunstenaar-wetenschapper tekent en
ontwerpt immers al
tientallen jaren - en
met wereldwijd suc-
ces - allerhande vlie-
gende objecten.
Loden zeppelins,
supersonische jets op
warm water, helikop-
ters met voorwielaan-
drijving: u kan het
niet bedenken of de
grote Panamarenko
heeft het ooit
gebouwd en vervolgens in de meest gerenommeerde
musea over de hele planeet tentoongesteld.
“Ja maar, die Panamarenko is er nog nooit in geslaagd
zijn fameuze zelfgebouwde vliegende machines ook écht
te laten vliegen!”, horen wij onze immer kritische lezers
al brommen.
“Zeer juist, maar die van Sabena kunnen dat met hun
fors betaalde toestellen ook niet!”, zo stelden dan weer
diverse boze Denktank-leden de afgelopen maanden al
meermaals empirisch vast. En ze hadden nochtans alle-
maal netjes een reis geboekt.
Overigens vragen wij ons af w elke waaghals na de
rampzalige terroristische kapingen en de daaropvolgende
desastreuze crashes in Amerika nog echt wil vliegen.
Ons krijgt u alvast met geen stokken ooit nog met zo’n
ding de lucht in. En dus zeggen wij: geef de hele Sabena-
vloot in de kundige handen van Panamarenko, die de
Boeings, Airbussen en DC-10’s ongetwijfeld wel tot fas-
cinerende reusachtige vliegende insecten, landingsgestel-
len voor Mars-sondes en verticaal opstijgende Panama-
kopters annex duikboten weet om te bouwen.
Ten eerste is de kans dat één of andere terroristische
gek zich daarna om God/Allah/Boeddha /Jahweh /
Krishna (*) weet welke reden ooit met die dingen op het
Navo-hoofdkwartier, het parlement of onze Leuvense
Universiteitshal stort dan absoluut nihil.
En ten tweede kan de staat dat omgebouwde vlieg-
materieel op de internationale kunstmarkt zeker wel
voor een zacht prijsje verkopen. Kwestie van toch nog
een substantieel bedrag van de tientallen miljarden belas-
tinggeld te recupereren, geld dat anders compleet in rook
dreigt op te gaan.
Overigens stellen wij ook voor de Sabena-hangars op
Zaventem om te vormen tot één groot Panamarenko-
museum: kunstliefhebbers van heinde en verre zullen er
in groten getale vlak voor de museumpoorten kunnen
landen, ex-Sabena-piloten die geen job vinden kunnen er
als suppoost aan de slag en de alom geprezen Sabena-
catering kan - met de hulp van de charmante hostesses -
de snackbar en de foyer uitbaten.
U ziet: een goed uitgekiend businessplan dat alle tak-
ken van Sabena toch een solide toekomstvisie biedt,
hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn.
Namens De Denktank, Prof. T.L. Stevens (voorzitter
werkgroep Internationale Aëro-mobiliteit) en G.
Op de Beeck (secretaris-k lerk).
(*) schrappen wat niet past
D E D E N K T A N K
N I E U W S
In de nacht van 21 op 22 oktober 1998 wagen dieven zich aan een riskante
onderneming. Uit het nochtans veilig afgesloten Heilig-Geestcollege, in de
Naamsestraat, ontvreemden ze drie schilderijen. Riskant, want die hangen vier
meter hoog, je hebt minstens een ladder of circuskunsten nodig. En bovendien
verblijven er een tweehonderdtal studenten - een niet te verwaarlozen detail,
want het is bekend dat die niet voor stevig donker slapen gaan.
De volgende ochtend merkt de conciërge de diefstal op, en haalt de politie
erbij. Dat is overigens niet de eerste keer. Een jaar voordien werden er zeven-
tiende-eeuwse engelfiguren en een barok Mariabeeld gestolen
uit de eetzaal van de professoren. Uiteraard wordt conserva-
tor Anne Verbrugge op de hoogte gebracht. Zij maakt al
sinds 1987 in haar eentje de Dienst Kunstpatrimonium uit, en
beheert de kunstcollecties van de universiteit. E en onderzoek
levert echter niets op - niemand heeft iets of iemand gezien.
Een half jaartje later, juni ‘99. Anne Verbrugge neemt in
de hal van het flatgebouw waar ze dan woont, een tijdschrift
mee dat al dagen blijkbaar zonder bestemmeling blijft liggen.
Het is een chic Nederlands lifestyle-magazine, en dat laat zich
in het weekend wel eens rustig doorbladeren. Bij een inter-
view met een Nederlandse antiquair staat een foto van de
man in zijn zaak in Baambrugge, nabij Amsterdam. Daarop
ook een stuk van een grijs schilderij dat Anne Verbrugge
meteen herkent. Laat achttiende-eeuws, een allegorische uit-
beelding met mollige engeltjes en cupido’s in camaïeu of gri-
saille. Voor één keer kan Anne Verbrugge haast niet wachten
tot het maandag is, ze heeft in haar kantoor in de torenkamer van de centrale
bib goede foto’s van de schilderijen.
De Leuvense politie kan op Nederlands grondgebied niets ondernemen,
en dus trekt Anne zelf naar Baambrugge. Ze neemt een collega mee, Tine
Padmos, van Nederlandse herkomst en dus met het geschikte accent voor
een undercover-operatie. Het antiquariaat blijkt een heel mooie zaak in een
rijke buurt met grachten en herenhuizen. En daar hangen ze dus inderdaad,
alledrie. Anne vindt in het dichtstbijzijnde politiekantoor Nederlandse
bereidwilligheid. Van hun pogingen tot een minnelijke schikking komt niets, want met de anti-
quair valt niet te praten. Hij heeft ze te goeder trouw gekocht en hem kan dus niets gemaakt wor-
den, de schilderijen zijn zijn eigendom. Als de universiteit die terug wil, moet ze geld op tafel
leggen. Ze staan op het punt geveild te worden bij Sotheby’s in Amsterdam!
De politie neemt vanwege het vermoeden van diefstal de schilderijen in beslag. De antiquair
tekent beroep aan tegen de inbeslagname, de kwestie sleept aan en dus s chiet de juridische dienst
van de universiteit in actie. Arnold Naessens neemt advocaat Piet Siffert onder de arm, de vaste
raadsman van de K.U.Leuven.
OlielampjesPas in juni van dit jaar komt de zaak voor de Arrondissementsrechtbank van Utrecht. Anne
wordt als experte opgeroepen om vast te stellen dat het wel degelijk om de gestolen schilderijen
uit het Heilig-Geestcollege gaat. Het traject van de schilderijen is ondertussen ook al duidelijk.
De Nederlandse antiquair heeft ze, via een - betaalde - tussenpersoon in Maastricht, gekocht van
een Leuvense verkoper, die de schilderijen zelf kocht van een man op een brocantemarkt in Luik.
De Leuvenaar kan daarvan echter geen factuur voorleggen, en bovendien blijkt de Luikse man op
het ogenblik van de feiten ... in de cel te hebben gezeten.
Het wordt pas echt goed wanneer de advocaat van de antiquair de tussenpersoon uit
Maastricht als getuige opvoert. Die praat zichzelf en de antiquair in vijf minuten in de vernieling,
onder meer door te verwijzen naar een eerdere kwestie, deze keer met waardevolle olielampjes.
Bij die zaak was dezelfde Leuvenaar betrokken. De Maastrichtenaar had dus al ee rder slechte
ervaringen gehad met de herkomst van zijn koopwaar, maar had dat blijkbaar geen reden gevon-
den om geen zaken meer te doen met de
man. Bij Anne gaat ondertussen een belle-
tje rinkelen. Olielampjes staan ook op haar
lijstje van gestolen voorwerpen.
“Sinds ‘96 zijn er met een zekere regel-
maat kunstdiefstallen geweest, waarvan
slechts één opgehelderd werd. Een zware
houten zitbank in neogotische stijl, ont-
vreemd uit de hal van het Leo X III-semi-
narie, hebben we veel later teruggevonden
in een lokaal van een studentenvereniging.
Maar de andere diefstallen vertonen opval-
lende gelijkenissen. Het gaat iedere keer
om slechts een paar kunstvoorwerpen, de
dieven weten heel precies waar die te vin-
den, en er is op elke plek lef voor nodig
geweest. Ik bedoel, een negentiende-
eeuws olieverfschilderij stelen uit de ontvangstsalons van de rector? Als het inderdaad om
dezelfde daders gaat, dan hoop ik d at deze zaak een afschrikeffect kan hebben. Het is erg moeilijk
om historische stukken die een plaats hebben in college-interieurs en er thuishoren, achter slot
en grendel in vitrinekasten op te bergen.”
De uitspraak van 12 juli heeft u daarmee ook geraden. In het vonnis staat als conclusie te
lezen: “Teruggave van de dr ie schilderijen aan de K atholieke Universiteit Leuven is op het eerste
gezicht redelijk en komt maatschappelijk niet onverantwoord voor.” Dat geeft toch maar mooi
vertrouwen in het rechtssysteem. En de schilderijen zijn sinds eind september weer thuis.
Conservator Kunstpatrimonium op detectivepad
De zaak van de gestolen schilderijenKarla Venken
foto: Rob Stevens
24 C A M P U S K R A N T 1 1 . 1 0 .2 0 01