Antoine de Saint-Exupéry - Le Petit Prince
-
Upload
frans-duijf -
Category
Documents
-
view
224 -
download
0
description
Transcript of Antoine de Saint-Exupéry - Le Petit Prince
Frans Duijf
Het is niet onopgemerkt gebleven
Een tuinkamer vol boeken
Uitgeverij Admetos
Duiven
ISBN 978 94 90206 04 8, NUR 610
© 2010, Frans Duijf
Het is niet onopgemerkt gebleven – Een tuinkamer vol boeken
Uitgeverij Admetos te Duiven
Druk: Real Concepts
Foto voorzijde: Hans Huurdeman
Foto achterzijde: Sander Duijf
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
95
Antoine de Saint-Exupéry
Le Petit Prince (Avec des aquarelles de l’auteur)
Ooit kocht ik het boekje bij De Slegte, waar ik het eerder had zien
liggen, had gelaten voor wat het was of leek te zijn. Directe
aanleiding was een citaat, waarmee een boekje van Harry Stroeken,
Kleine psychologie van het gesprek, dat ik uit zakelijke overwegingen
las, eindigde. Het citaat ben ik vergeten. Het zou zo veel kunnen
zijn.
Ik mag mij verheugen in een fraaie druk uit 1946, voorzien van
aquarellen van de auteur. Er zit een los kaft omheen met de
flaptekst uit 1940. Dat was nog de tijd dat drukinformatie niet werd
opgenomen. Sommige boekenlezers hebben de gewoonte hun
boeken te merken. Zo weet ik: ooit was mijn exemplaar eigendom
van A.C. van Loggem-Kouwenhoven. Zij kocht of kreeg het in 1953 in
Fontainebleau. Ik denk, dat zij is overleden. Zij leeft meer dan
dubbel voort. Iemand met precies dezelfde naam en initialen vond
ik in Amsterdam…
Le Petit Prince is in de literatuur niet zelden een inspiratiebron. Ik
noemde al Harry Stroeken. Ik doe een willekeurige greep. Rutger Jan
van der Gaag in zijn inaugurale rede Kinder- & Jeugdpsychiatrische diagnostiek en classificatie – Samen verdiepen… of koppie onder,
Paulo Coelho in Elf minuten, Oscar van den Boogaard in De heerlijkheid van Julia, Bert Reesinck in Schrijven voor je plezier, het
talent Daniel Tammet gebruikte de Roemeense versie Micul Print om Roemeens te leren. Waarschijnlijk het meest beroemde boek
van Paulo Coelho, De alchemist, is eraan verwant, evenals het
weinig bekende boek van Hélène Grimaud, Ongewone lessen - Een spirituele reis door Italië. Zowel Le Petit Prince als De alchemist behoort tot mijn favoriete cadeaus voor de beperkte groep waarvan
96
ik verwacht, dat die de portee van zo’n cadeau tot zich toelaat. Tot
slot, een vergelijkbare parel op eenzame hoogte is Jonathan Livingston Seagull van Richard Bach, in de jaren zeventig van de
vorige eeuw door Neil Diamond prachtig verklankt en onsterfelijk
gemaakt in nummers als Be, Skybird en Lonely looking sky, goed
genoeg voor een priester Rome de rug toe te keren, Josien Hendriks
en mij toe te staan erop te trouwen. Glory day, glory looking day.
Nooit eerder las ik de tragiek die opvoeders hun kinderen aandoen
subtieler verwoord dan in Le Petit Prince. Saint-Exupéry draagt het
boek op aan Léon Werth, toen Léon nog een jongetje was (‘quand il
était petit garçon’). Léon is dan ook zijn beste vriend, die alles kan
begrijpen. Bovendien heeft Léon het koud, lijdt hij honger en ooit
was hij kind, wat voor alle grote mensen geldt en wat slechts een
enkeling zich herinnert.
De dag dat ik de eindredactie van deze tekst deed, las ik een mooi
voorbeeld van gebrek aan aandacht voor specifieke aspecten van
een kind, in het interview ‘Ze haalde de ziel uit mijn film’, dat
Monique Snoeijen met Rita Horst had naar aanleiding van de
première van de film Iep! (NRC Weekblad, 30 januari-5 februari
2010). In de film speelt een vijfjarig meisje met primordiale
dwerggroei de hoofdrol. De Canadese is 75 centimeter en weegt
viereneenhalve kilo. ‘Wie haar ziet, wil haar hebben.’ Het optreden
van deze Kenadie Jourdin wordt een groot succes. Toen het meisje
haar gedrag ging kopiëren, wist Rita Horst dat zij met haar kon
werken: ‘Ik dacht ook: ze heeft helemaal niet het verstand van een
kind van twee. Niemand heeft ooit echt met haar gewerkt. Ze komt
uit een klein stadje. De dichtstbijzijnde stad is Toronto en dat is zes
uur rijden. In Toronto zitten de artsen en specialisten. Niemand had
ooit eisen aan dit meisje gesteld.’
97
In het boek vertelt een prins van een andere planeet zijn ervaringen
aan een piloot die met pech in de Sahara is geland en daar de nacht
heeft doorgebracht. De kleine prins zal Saint-Exupéry herinneren
aan zijn jeugd. Het is niet zo ingewikkeld om in zowel de piloot als
de kleine prins het alter ego van Saint-Exupéry te onderkennen.
De piloot is zes als een boek hem inspireert tot een tekening die ‘un
serpent boa’ voorstelt die een wild dier verslindt. De grote mensen
zien er een ‘chapeau’ in, waarop de piloot zijn ‘dessin numéro 2’
maakt, zodanig dat de grote mensen de olifant in de buik van de
slang zouden kunnen zien. Daarop kreeg hij het advies zich niet met
‘dessins de serpents boas ouverts ou fermés’ bezig te houden, maar
met aardrijkskunde, geschiedenis, rekenen en taal. Aldus werd de
piloot op zesjarige leeftijd afgesneden van de ontwikkeling tot ‘une
magnifique carrière de peintre.’ Zo werd hij piloot. Nooit zou hij een
volwassene ontmoeten die de proef met zijn ‘dessin n° 1’ zou
kunnen doorstaan. Steevast is het antwoord: ‘C’est un chapeau’,
waarop de piloot zich richtte naar de volwassene en sprak ‘de
bridge, de golf, de politique et de cravates. Et la grande personne
était bien contente de connaître un homme aussi raisonnable.’
Bij het ochtendkrieken wordt de piloot gewekt door ‘une drôle de
petite voix’ met het verzoek een schaap te tekenen. Dat kan hij niet
en hij tekent in overeenstemming met de tekeningen uit zijn jeugd,
waarin de kleine prins door de huid van de slang heen feilloos de
olifant herkent. Daarna tekent de piloot dan eindelijk het schaap,
dat wil zeggen een kistje en: ‘Le mouton que tu veux est dedans.’
En passant vermeldt de auteur een aardigheidje, dat vandaag nog
van groot belang is: dat een Turkse dictator zijn volk dwong zich
Europees te kleden.
Essentieel is, dat grote mensen van cijfers houden, van harde zaken.
Daarom positioneert de piloot de kleine prins als afkomstig van
98
‘l’astéroïde B 612.’ Grote mensen vragen van een vriend nooit:
‘Quel est le son de sa voix?’ Neen, harde zaken als: ‘Quel âge a-t-il?’
enzovoort, maar vooral ‘Combien gange son père?’ Dan pas ken je
iemand. Wie merkt niet hoe juist gezien dat is? Zo is het niet
interessant, dat je een prachtig huis hebt gezien, met roze stenen,
met geraniums voor de ramen en duiven op het dak. Neen, mooi is
het pas als je een huis hebt gezien van – aan de inflatie aangepast -
€ 500.000,-. Tja, zo halen volwassenen voor een kleine prins die er
lief uitziet, lacht en een schaap wil, hun schouders op. Interessant
wordt het pas als die kleine prins van de asteroïde B 612 komt. De
piloot gaat nu, zes jaar later, om zijn vriend niet te vergeten weer
tekenen en het verhaal opschrijven.
Op de vragen die de piloot stelt geeft de kleine prins geen
antwoord. Hij zal de antwoorden zelf moeten vinden. De kleine
prins stelt zo zijn eigen vragen en vertelt verhalen die aanleiding zijn
voor tal van filosofische vragen. Het wordt ons duidelijk, dat de
kleine prins zijn vertrouwde omgeving, een kleine planeet, heeft
verlaten omdat de bloem die hij met veel zorg had opgekweekt te
veeleisend bleek. Over die bloem maakt hij zich wel zorgen. Hij is
bang dat een schaap de bloem zal opeten. Hoe hem te troosten?
‘C’est tellement mystérieux, le pays des larmes.’ Zijn bloem bleek
veeleisend. Hij had teveel naar haar geluisterd. De kleine prins
vertrouwt de piloot toe: ‘il ne faut jamais écouter les fleurs. Il faut
les regarder et les respirer.’ Hij had de tederheid moeten voelen
achter haar armzalige streken. Hij was nog te jong om van de bloem
te kunnen houden.
De kleine prins vertelt van zijn vertrek van zijn kleine planeet en zijn
reizen langs verschillende planeten. Hij ontmoet achtereenvolgens
een aantal personen, eerst een koning. Daar leren we van, dat we
van iemand die bevelen geeft, de redelijkheid kunnen beoordelen.
Een absoluut monarch weet hoe ver hij kan gaan: ‘si j’ordonnais à
99
un général de se changer en oiseau de mer, et si le général
n’obéissait pas, ce ne serait pas la faute du général. Ce serait ma
faute.’ ‘Si j’ordonnais à un général de voler d’une fleur à l’autre à la
façon d’un papillon, ou d’écrire une tragédie, ou de se changer en
oiseau de mer, et si le général n’exécutait pas l’ordre reçu, qui, de
lui ou de moi, serait dans son tort ?’ ‘Il faut exiger de chacun ce que
chacun peut donner’ ‘Si tu réussis à bien te juger, c’est que tu es un
véritable sage.’ Op de volgende planeet treft hij ‘un vaniteux’ (een
ijdeltuit), vervolgens ‘un buveur’ (een dronkaard), een zakenman,
‘un allumeur de réverbères (lantaarnopsteker), ‘un vieux Monsieur’
die ‘géographe’ is. Deze man doet de kleine prins beseffen, dat zijn
bloem ‘éphémère’ is, kortstondig, en dat hij zijn bloem alleen heeft
achtergelaten. Op advies van de geograaf reist hij, denkend aan zijn
bloem, af naar de aarde. Op de planeet aarde ziet hij een grote tuin
met bloeiende rozen, wat hem ongelukkig maakt, want zijn bloem
had hem verteld enig in zijn soort te zijn. Zijn bloem is dus maar een
doodgewone roos. Als hij ligt te huilen, komt de vos en vraagt de
kleine prins hem met hem te spelen. Die wijst dat af, want hij is niet
tam. Dan ontstaat een leuk gesprek over mensen, geweren, jagen
en kippen. De mensen ‘élèvent aussi des poules, C’est leur seul
intérêt.’ De vos doet de kleine prins denken aan zijn bloem. De
kleine prins snapt dat de bloem hem tam heeft gemaakt (‘Je
commence à comprendre, dit le Petit prince. Il y a une fleur… je
crois qu’elle m’a apprivoisé….’ Dan laat Antoine de Saint-Exupéry de
vos iets heel verstandigs tot de kleine prins zeggen, toen die vroeg
wat hij moest doen om hem tam te maken en daardoor een vriend
te krijgen. Het advies was: geduld hebben, eerst een eindje van hem
af te gaan zitten en vooral niets te zeggen. Zoals wij van
Wittgenstein en Hermans weten: woorden wekken maar
misverstanden. Beter is het, iedere dag wat dichterbij te komen
zitten. Of in het origineel:
‘Si tu veux un ami, apprivoise-moi!
100
- Que faut-il faire? dit le petit prince.
- Il fait être très patient, répondit le renard. Tu t’assoiras d’abord
un peu loin de moi, comme ça, dans l’herbe. Je te regarde du
coin de l’œil et tu ne diras rien. Le langage est source de
malentendus. Mais chaque jour, tu pourras t’asseoir un peu plus
près….’
Bij het afscheid huilt de vos, wat bij de kleine prins de vraag oproept
wat de vos bij de vriendschap heeft gewonnen. De vos laat de kleine
prins begrijpen, dat zijn roos uniek is: ‘Va revoir les roses. Tu
comprendras que la tienne est unique au monde.’ Telkens als de
kleine prins naar de sterren kijkt, zal hij zich herinneren dat daar
ergens zijn bloem staat, waardoor de sterrenhemel voor hem
duizend maal mooier wordt.
De vos houdt niet van graan, toch zal graan hem in de toekomst
gelukkig maken, want het zal hem herinneren aan het goudgele
haar van de kleine prins. Hij zal misschien wel moeten huilen en zal
eraan denken hoe mooi het graan is. Le secret du renard ‘est très
simple : on ne voit bien qu’avec le cœur. L’essentiel est invisible
pour les yeux.’
Het is droog in de woestijn. De piloot en de prins gaan op zoek naar
een waterput en die vinden ze. Het water was als een feest: ‘Elle
était bonne pour le cœur, comme un cadeau.’ Zo deden vroeger,
het licht van de kerstboom, de muziek van de nachtmis en het
zachte glimlachen om hem heen zijn kerstcadeautjes stralen. De
kleine prins leert de piloot niet zozeer de materiële waarde in
dingen te waarderen, maar wat dingen oproepen aan gevoelens,
herinneringen. Mensen kweken wel vijfduizend rozen in een tuin,
maar vinden er niet in wat ze zoeken. In één enkele roos of in een
beetje water kun je een waardevolle schat vinden. ‘Les yeux sont
aveugles. Il faut chercher avec le cœur.’ Als de kleine prins weet dat
101
het afscheid van de piloot nadert, is hij er niet gerust op. Hij dacht
aan de vos. Als men tam gemaakt is, kan het op tranen uitlopen.
Le Petit Prince is een klein boek voor kinderen, een groot boek voor
volwassenen.